Stop de vermarkting van het onderwijs!

Met het Financieringsdecreet 2008-2012 voor het hoger onderwijs wil minister Vandenbroucke een grootschalige hervorming doorvoeren. Dit is een onderdeel van de Bologna-hervormingen die ook aan de basis van de Bachelor-Master lagen. Het financieringsdecreet is nog niet afgewerkt, maar de voorlopige plannen laten het ergste vermoeden.

Bart Vandersteene

Onderwijsinstellingen zullen in de toekomst hun waar moeten verkopen op de vrije markt van het hoger onderwijs. Het is de zoveelste stap in de richting van een onderwijs dat volledig wordt afgestemd op de behoefte van winsten van de bedrijven in de plaats van op de persoonlijke ontwikkeling van alle jongvolwassenen.

Vandenbroucke wil een bevriezing van het budget voor het hoger onderwijs tot 2012. Terwijl er net meer middelen nodig zijn om de onderfinanciering aan te pakken, wil Vandenbroucke niet weten van een verhoging van het budget. Het budget blijft op 1,12 miljard euro (580 miljoen voor de universiteiten en 540 miljoen voor de hogescholen).

Het budget zal opgedeeld worden volgens verschillende methoden. Er komt een vast gedeelte van het budget voor iedere associatie met ongeveer 2.000 voltijdse studenten. Die krijgen samen een vast deel van 5% van het budget. Er wordt 5% uitgetrokken voor “projectgebonden” onderdelen, projecten die de minister prioritair stelt (bepaalde vormen van onderzoek of studierichtingen). Het grootste gedeelte (90%) zou betaald worden aan de hand van criteria rond onderzoek en onderwijs. De Master-na-Master (ManaMa) zou niet meer gefinancierd worden door de overheid. Deze opleiding is in vele richtingen echter noodzakelijk om een diploma van enige waarde te halen. Studenten zouden bijgevolg de volledige kostprijs hiervoor zelf moeten betalen. Een dergelijke ManaMa wordt hierdoor compleet onbetaalbaar voor studenten die niet kapitaalkrachtig zijn.

Bovendien zal de financiering van de instellingen ook nog eens afhankelijk zijn van het “maatschappelijk en economisch nut” van de aangeboden opleidingen. Bepaalde opleidingen zouden bijgevolg meer geld opleveren, terwijl andere minder interessant worden op financieel vlak. De exacte indeling hiervan is nog niet gebeurd. Maar als bijvoorbeeld geoordeeld wordt dat de opleiding informatica economisch erg interessant is en bijgevolg een factor 1,5 krijgt, terwijl een opleiding geschiedenis maar 0,7 krijgt, dan zou een universiteit dubbel zoveel krijgen voor de informaticastudent in vergelijking met de geschiedenisstudent.

Ook het personeel heeft niets te winnen bij deze hervormingen. Als de onderwijsinstellingen zich moeten gedragen als bedrijven, zullen de beheerders vroeg of laat ook het statuut van het personeel in vraag stellen.

Slechtere arbeidsvoorwaarden voor het personeel; hogere inschrijvingsgelden voor studenten; beperking van het onderwijsaanbod; minder middelen voor sociale voorzieningen… Redenen genoeg om actie te voeren! Mogelijk komt er op donderdag 16 maart een eerste actie in Halle, de thuisbasis van onderwijsminister Vandenbroucke.



> Weg met het financieringsvoorstel van VDB

> Behoud van het publieke karakter van het onderwijs

> Meer geld voor onderwijs, optrekken van de onderwijsuitgaven tot 7% van het BBP

> Uitbreiden van de toegang tot het onderwijs door het onderwijs echt kosteloos te maken op alle niveaus

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop