Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika

  • Egypte. Massaal protest tegen bloedbad in Gaza

    De verschrikkelijke gebeurtenissen in Gaza leiden wereldwijd tot protest, zeker ook in het Midden-Oosten. De woede van de arbeiders en jongeren in deze landen wordt versterkt door de collaboratie van hun heersende klassen met de regimes van de VS en Israël. Dat is bijzonder duidelijk in Egypte. Slechts twee dagen voor het begin van de aanval op Gaza bezocht de Israëlische minister van buitenlandse zaken, Tzipi Livni, nog de Egyptische president Mubarak. Die laatste moet daar gehoord hebben wat er zou gebeuren. Hij heeft zich altijd verzet tegen Hamas dat banden heeft met de grootste Egyptische oppositiebeweging, de Moslimbroederschap.

    Door Jon Dale

    In Egypte zijn er geen democratische rechten, betogers riskeren om in elkaar geslagen te worden of gemarteld en gevangen gezet te worden. Sinds het begin van het bloedbad in Gaza werden de betogingen echter groter. De regering was niet in staat om deze betogingen tegen te houden of om zelfs maar een poging daartoe te ondernemen. Het regime doet steeds meer beroep op geweld en repressie om te vermijden dat het protest breder wordt en zich tegen Mubarak zelf keert.

    Op 28 december waren 800 tot 900 betogers in Cairo onder leiding van de Moslimbroederschap (MB). Parlementsleden van de MB spraken de betogers toe. De politie liet de betogers toe om een kort parkoers van zo’n 10 minuten in stilte af te leggen. De MB stemde in met die voorwaarden en de ordedienst van de partij zorgde ervoor dat er geen slogans tegen Mubarak werden geroepen. De betogers sloten aan bij 1500 andere betogers die op straat kwamen na een oproep van een doktersorganisatie. De betogers hadden hun Koran bij, maar ook kranten waarin beelden stonden van de vernielingen in Gaza alsook van Mubarak die de handen schudde van Livni.

    Een dag later waren er enkele duizenden betogers met Hamas-vlaggen en slogans als “We zijn allemaal Hamas”, “Mohamed’s leger komt er aan” en “Leg je wapens niet neer, Haniyeh”. De actievoerders die slogans tegen Mubarak naar voor brachten, werden opnieuw het zwijgen opgelegd door de ordedienst van de MB.

    De animatie werd verzorgd door individuen die buiten de veiligheidshekkens mochten. Zij mochten vrij rondlopen, terwijl dat voor een aantal journalisten en fotografen niet het geval was. Het lijkt erop dat de politie en de MB een akkoord sloten over de vorm van protest die werd toegelaten door de regering.

    Naarmate het bloedbad in Gaza toenam, groeide de woede rond de afsluiting van de grens aan Rafah. Mubarak weigert om de grens te openen, ondanks de dringende en wanhopige nood aan voedsel, brandstof en medische hulp. Mubarak stelt dat hij de grens enkel wil openen als daartoe een initiatief wordt ondernomen door de regering van Mahmoud Abbas van Fatah en indien deze regering zich niet langer beperkt tot de Westelijke Jordaanoever maar ook de controle verwerft over Gaza en daarbij EU-waarnemers toelaat om de grens te controleren. Dat werd in 2005 immers overeengekomen.

    Op 30 december waren er spontane studentenprotesten in de steden al-Arish, Sheikh Zowayed en Rafah. 45 MB-leden werden opgepakt toen ze op weg waren naar een actie in Cario. De volgende dag werd een actie georganiseerd door het “volkscomité voor de rechten van de inwoners van Sinai”. Dat comité wordt geleid door Tagammu, een doorgaans weinig slagkrachtige voormalige arbeiderspartij. De actie riep op tot de heropening van de grensovergang, het stopzetten van de gasexport vanuit Egypte naar Israël en voor de uitzetting van de Israëlische ambassadeur uit het land.

    Er is nood aan massa-actie om de grensovergang te openen zodat de nodige goederen naar de Gazastrook kunnen worden gebracht en gewonden naar Egypte kunnen gaan voor verzorging. Een jaar geleden ging de grensovergang tijdelijk open onder druk van een massabeweging vanuit Gaza. Een gelijkaardige beweging is ook mogelijk in Egypte, maar dan zou het wel tot een confrontatie komen met het leger en de politie. Dat zou niet evident zijn in de Sinai-woestijn, maar zelfs de machtige staatsmachine van Mubarak zou kunnen breken onder druk van een massale en vastberaden beweging.

    Op 31 december waren er in heel Egypte betogingen, waarbij nog steeds niet duidelijk is hoeveel betogers er eigenlijk waren. Er wordt gesuggereerd dat het er wel eens tot 500.000 zouden geweest zijn. De politie beantwoordde het protest met matrakken, traangas en arrestaties. Er waren ook grote betogingen na de vrijdaggebeden op 2 januari, met onder meer een grote betoging in el-Arish waar ook slogans tegen Mubarak werden geroepen. Op 3 januari waren er 3000 betogers in de stad Dalangat. Er werd traangas afgevuurd, waarbij dit onder meer terecht kwam in een meisjesschool.

    Het feit dat Mubarak samen met president Sarkozy betrokken was bij het bekendmaken van een vredesplan, versterkte de woede van de betogers aangezien Mubarak verantwoordelijk werd geacht voor het breken van een verenigd Arabisch antwoord op de oorlog. Enkele dagen later was er de voorlopig grootste betoging met 50.000 aanwezigen in Alexandria. De actie werd geleid door parlementsleden van de MB. Die partij komt onder druk te staan om het regime openlijk aan te vallen. Er waren slogans als “Weg met Israël en alle collaborateurs” of “Sorry Gaza, maar Rafah openen ligt niet in onze handen”. Die slogans waren duidelijk aan Mubarak gericht. Er waren ook kleinere betogingen in Tanta en el-Arish waarbij de matrakken van de politie werden beantwoord met stenen.

    De Egyptische bevolking wil haar solidariteit met de Palestijnen in Gaza betuigen en is kwaad omdat Egypte gas levert aan Israël en dat zelfs onder de marktprijzen. In 2005 werd een contract van 15 jaar gesloten tussen de twee landen. Vanaf februari 2008 begon de effectieve gaslevering aan Israël.

    Het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de leveringen, is het Egyptisch-Israëlische EMG (Eastern Mediterreanean Gas). Het contract heeft een waarde van 2,5 miljard dollar. EMG is een privaat bedrijf dat in handen is van de Egyptische zakenman Hussein Salem en het Israëlische bedrijf Merhav. Salem is een goede vriend van Mubarak en één van de rijkste Egyptische kapitalisten.

    Mubarak is momenteel bang dat hij zijn Amerikaanse vrienden en zijn rijke aanhangers voor het hoofd zou stoten. Daar heeft hij meer angst voor dan voor de Egyptische arbeiders en jongeren. Maar de acties worden groter en radicaler, wat kan leiden tot een regeringscrisis. Gaza heeft de MB een tijdelijke opstoot bezorgd aangezien er historische banden met Hamas zijn. Maar vorig jaar werd nog gesproken over verdeeldheid in de MB over hoe de partij moet reageren op het regime van Mubarak en op samenwerking met andere oppositiegroepen. De MB probeert de gebeurtenissen in Gaza te scheiden van de situatie in Egypte zelf. De Egyptische arbeiders zijn echter kwaad en er is steeds meer protest voor betere levensomstandigheden, ook los van de oorlog in Gaza. Begin 2008 waren er stakingen voor meer loon en massale acties tegen politierepressie, onder meer in de textielstad Mahalla.

    In december was er een belangrijke ontwikkeling met de vorming van de eerste vakbond die onafhankelijk is van de overheidsbonden. Het is de eerste onafhankelijke vakbond in meer dan 50 jaar. Eerder was er een staking van de belastingsambtenaren waarbij de drie maanden durende staking leidde tot een loonsverhoging van 325%. Bij die staking was er een democratisch verkozen stakerscomité dat na de staking niet werd afgeschaft, maar zich verder ontwikkelde tot een nieuwe vakbond. Dat is een eerste stap in de richting van een onafhankelijke vakbeweging in het land.

    Linkse socialisten verwelkomen die ontwikkeling. De arbeidersklasse moet zichzelf onafhankelijk organiseren en vakbonden zijn daarbij van enorm belang om op te komen voor degelijke lonen, goede jobs en arbeidscondities. Daarnaast is er ook nood aan een onafhankelijke partij die de arbeiders en jongeren samenbrengt op basis van een socialistisch programma dat opkomt voor het einde van het bewind van Mubarak en zijn aanhangers, de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie en de banken, de herverdeling van de grond en een planning om de middelen en rijkdom van het land te gebruiken in het belang van de meerderheid van de bevolking.

    Voor de Egyptische arbeiders en jongeren is de beste manier om hun solidariteit te betuigen met de bevolking van Gaza een strijd om het corrupte regime van Mubarak ten val te brengen en het te vervangen door een democratisch socialistisch regime. Dat zou een inspiratie betekenen voor de arbeiders in heel de regio en om regionaal een einde te maken aan de rotte regeringen die zichzelf verrijken op de kap van de arbeiders, arme boeren en hun families.

  • Lokale betogingen tegen de oorlog in Bergen en Doornik

    Vorige zaterdag werd in Bergen door zo’n 300 mensen betoogd tegen de oorlog in Gaza. Onder de betogers heel wat migranten, maar ook veel syndicalisten. Woensdag was er een betoging in Doornik met een 500 aanwezigen. Dit soort kleine acties op regionaal vlak maken deel uit van een grote internationale protestbeweging tegen de oorlog. De Parti Socialiste de Lutte (PSL) was telkens aanwezig met een groep leden en sympathisanten. We verdeelden er pamfletten (waaronder ook dit Arabisch pamflet) en verkochten ons materiaal. Enkele foto’s.


    Betoging in Bergen op zaterdag 10 januari

    Elisa (Bergen)


    Betoging in Doornik op woensdag 14 januari

    Linda (Doornik)

  • Stop de Israëlische staatsterreur. Voor wereldwijd massaprotest

    “Verschrikt, uitgehonderd, getraumatiseerd, uitgedroogd, wanhopig”, dat was hoe de humanitaire coördinator van de Verenigde Naties in de Palestijnse gebieden het lot van de bevolking van Gaza omschreef. Het aantal doden bedraagt intussen meer dan 1.000, waaronder één derde kinderen. Er zijn meer dan 4.000 gewonden met vaak levenslange verwondingen. Dokters moeten brandwonden op basis van fosforbommen behandelen.

    Judy Beishon

    Onder internationale druk moesten Israëlische verantwoordelijken uiteindelijk toegeven dat de moord op meer dan 40 burgers in een VN-school een fout was, eerder werd beweerd dat er vanuit de school was geschoten. Het Israëlische leger heeft zelfs de drie uur durende wapenstilstand per dag die het had afgekondigd niet nagekomen. De VN maakte bekend dat een hulpverlener was omgekomen toen hij met een truck met hulpgoederen in Gaza reed tijdens de periode van drie uur.

    Naast de doden en de gewonden, het gebrek aan voedsel en water is er ook het probleem dat veel huizen werden vernield waardoor veel mensen opnieuw vluchteling worden. Er was ook een vorm van psychologische oorlogsvoering door pamfletten te verspreiden en telefoonoproepen te doen waarbij de bevolking in Gaza wordt gezegd dat de slachtpartij verder zal worden uitgebreid en waarbij de burgers worden gewaarschuwd om uit de buurt van Hamas-strijders te blijven. Nochtans kunnen zowel burgers als strijders nergens heen vluchten.

    De verdedigers van het Israëlische regime proberen het voor te stellen alsof het Israëlische leger voor de vrouwen en kinderen gaat staan, terwijl de Hamasstrijders zich achter de vrouwen en kinderen verstoppen. Op een ogenblik dat de dicht bevolkte Gaza-strook aanhoudend wordt bestookt en geterroriseerd, beschikt Hamas niet over wapens en een uitrusting die ook maar in de buurt komt van het Israëlische wapentuig.

    Versterk het massaprotest

    De imperialistische machten of de Verenigde Naties zijn niet in staat om een dit verschrikkelijke conflict te beëindigen. De regering-Bush is de grootste aanhanger van het Israëlische regime. De Amerikaanse regering onthield zich in de VN Veiligheidsraad bij een resolutie die opriep tot een wapenstilstand. Zonder die onthouding was de resolutie unaniem aangenomen.

    Alle burgerlijke regeringen die voor VN-resoluties inzake een wapenstilstand stemmen, weten echter dat het Israëlische regime dit soort resoluties zal negeren. De afgelopen decennia werden ook alle andere resoluties genegeerd. Deze regeringen zouden de slachtpartij in Gaza kunnen stoppen door druk te zetten op de Israëlische bedrijven, maar dat weigeren ze te doen omdat het niet in hun eigen economische en politieke belangen is.

    Tony Blair werd na zijn Brits premierschap aangesteld als speciaal gezant van de Verenigde Naties, de VS, de EU en Rusland voor het Midden-Oosten. Hij concentreert zich momenteel vooral op zijn vakantieplannen en verdient intussen 15 miljoen pond op twee jaar tijd. Hij ging zelfs niet naar de VN-Raad om zijn werk toe te lichten en zette nog nooit een voet in Gaza.

    De enige kracht die de oorlog definitief kan stoppen is de arbeidersklasse. Er waren wereldwijd grote anti-oorlogsbetogingen. In Israël zelf waren er gezamenlijke betogingen van Joden en Israëlische Palestijnen, ook al zijn ze met hun anti-oorlogsstandpunt een kleine minderheid in Israël. Noorse spoorarbeiders besloten om gedurende korte tijd alle treinen te laten stoppen in een politieke staking tegen de oorlog. Als de massabetogingen internationaal blijven toenemen en er ook arbeidersacties komen, zoals in Noorwegen, dan zullen de regeringen wel iets moeten doen.

    Boycot?

    De wil om het Israëlische regime af te straffen voor haar verschrikkelijke agressie kan leiden tot een versterking van de oproep tot een consumenten boycot van Israëlische goederen en diensten. Soms wordt daarbij verwezen naar de internationale boycot van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime in de jaren 1970-1980.

    Daarbij moeten we echter opmerken dat de apartheid ten val kwam door een massabeweging van de zwarte Zuid-Afrikaanse arbeiders en niet door de boycot. Een boycot van Israëlische producten zal evenmin een beslissende impact hebben, veel Israëlische bedrijven werken samen met onderaannemers in diverse landen waardoor het soms moeilijk is om te weten of het om Israëlische producten gaat. Bovendien speelt een boycot in de handen van de heersende klasse in Israël die niet zal nalaten om er gebruik van te maken om de Israëlische arbeiders te vervreemden van hun collega’s in de rest van de wereld.

    Het zou efficiënter zijn als de arbeidersbeweging internationaal in actie zou komen om de export van wapens, bulldozers,… naar Israël te stoppen. Dat zou kunnen gekoppeld worden aan steun aan Israëlische arbeidersstrijd tegen de aanvallen op hun levensstandaard. Om de Israëlische heersende klasse en haar opeenvolgende regeringen die de Palestijnen onderdrukken weg te krijgen, zal de Israëlische arbeidersbeweging moeten worden uitgebouwd.

    De Israëlische regering staat op militair vlak sterk, maar wordt tegelijk geteisterd door corruptie en verdeeldheid. Haar sociale basis is erg beperkt, geen enkele traditionele partij beschikt over een brede steun. Er is dringend nood aan een nieuwe arbeiderspartij in Israël om een socialistisch programma naar voor te brengen dat vertrekt van de belangen van de arbeiders, zowel Joodse als Palestijnse arbeiders.

    Hoe verder met de oorlog?

    Er zijn tekenen van verdeeldheid aan de top van de Israëlische samenleving. Er is namelijk onenigheid over hoe ver zal worden gegaan en over wat de volgende stappen moeten zijn. De heersende klasse hoopt dat het Hamas op militaire wijze weg kan krijgen, maar wie zal dan op korte termijn Gaza besturen? Een Israëlische bezettingsmacht zou erg duur zijn en bovendien heel wat Israëlische levens in gevaar brengen. Een opgelegd regime onder leiding van het Palestijnse Fatah, zou door veel inwoners van Gaza worden gezien als een collaboratieregime.

    Het is mogelijk dat de Israëlische leiders op korte termijn het einde van de oorlog kunnen aankondigen zonder de steun van de Joodse bevolking voor de oorlog, de regering en de militaire aanpak te verliezen. De Israëlische dodentol (13) ligt momenteel nog veel lager dan de 164 doden bij de oorlog tegen Hezbollah in Libanon in 2006. Een einde van de oorlog met een verzwakking van Hamas zou de ministers van buitenlandse zaken en defensie, Livni en Barak, versterken in de aanloop naar de verkiezingen van 10 februari. Een dergelijk scenario is echter niet zeker. Een sterke toename van het aantal Israëlische doden, een opvallende toename van de raketaanvallen vanuit Gaza of het mislukken van een beëindigingsstrategie, zou kunnen leiden tot woede en oppositie. Dat zou politici die rechts van Livni en Barak staan versterken, figuren als Likoed-leider Netanyahu of Lieberman van de partij Yisrael Beitenu (Israël onze thuis).

    Los van het resultaat van de verkiezingen in Israël, zal blijken dat deze oorlog het nationale conflict enkel heeft verergerd en de veiligheid van de Israëlische Joden niet heeft versterkt. Wie er ook aan de macht zal zijn in Gaza, er zullen Palestijnse milities actief blijven met aanvallen in Israël en tegen gelijk welke opgelegde autoriteit in Gaza. Er werden dit jaar al raketten op Israël afgevuurd door het Islamitische Jihad, Hamas en ook door militanten van de Al-aqsa brigades die aan Fatah verbonden zijn. Het aantal zelfmoordaanslagen zou eveneens opnieuw kunnen toenemen.

    Belangen van de arbeiders

    De krant The Independent stelde in haar editoriaal van 10 januari: “Er bestaat een algemeen akkoord tussen brede lagen van de Israëlische en Palestijnse samenleving over de parameters voor een blijvend vredesakkoord”. De brede lagen waarnaar wordt verwezen, bestaan vooral uit de arbeiders en de middenklasse langs beide kanten van de nationale verdeeldheid. Daar bestaat er veel steun voor het idee van een Palestijnse staat op het grondgebied dat voor de oorlog van 1967 Palestijns was.

    Het feit dat er geen stappen in de richting van een Palestijnse staat worden gezet, komt niet zozeer door de verdeeldheid tussen Hamas en Fatah. De conflicten tussen die formaties helpen de Palestijnse zaak niet vooruit, maar in feite hebben noch Hamas noch Fatah een ernstige strategie om vooruit te komen. De grootste verantwoordelijkheid ligt intussen uiteraard bij de Israëlische heersende klasse die de Palestijnen op brutale wijze blijft onderdrukken en er alles aan doet om de ontwikkeling van een echte Palestijnse staat onmogelijk te maken.

    Het kapitalistische systeem laat de honger naar winst en prestige onder de heersende klassen en elites boven alles gaan. Om het bloedbad te beëindigen, is het nodig om op te komen voor een ander systeem, een socialistisch systeem. Daartoe moet het kapitalistische winstsysteem in heel het Midden-Oosten verdwijnen en moet de levensstandaard van de arbeiders langs beide kanten van het Israëlische Palestijnse nationale conflict worden verbeterd. Dat kan de basis leggen voor het einde van dit conflict.

    • Stop het bloedbad, stop de bezetting
    • Versterk de protestbeweging en arbeidersacties
    • Voor massa-actie van de Palestijnse en Egyptische arbeiders om de blokkade te stoppen
    • Voor democratische comités van Palestijnen om hun gewapende zelfverdediging en de hulpverlening te organiseren. Geen raketaanvallen op Israëlische burgers
    • Voor onafhankelijke en massale arbeidersorganisaties in Israël en Palestina
    • Een socialistisch Palestina naast een socialistisch Israël als onderdeel van een vrijwillige socialistische federatie van het Midden-Oosten
  • Stop het bloedbad in Gaza. Massastrijd nodig voor bevrijding

    Miljoenen mensen uiten hun woede over de willekeurige raketaanvallen door één van ’s werelds’ sterkste legers op het dichtstbevolkte gebied ter wereld. Reeds zo’n duizend Palestijnen, ook heel wat kinderen, kwamen om. Ze zitten gevangen zonder brandstof, water of medicijnen om de gewonden te verzorgen. Het grondoffensief heeft de kleine strook nog verder opgedeeld en kadert in de verdeel- en heerspolitiek van de Israëlische heersende klasse.

    LSP-pamflet. PDF-versie

    Officieel wil de Israëlische regering de Palestijnse raketaanvallen op Zuid-Israël stoppen. In werkelijkheid is Israël ook tijdens het bestand doorgegaan met het vermoorden van Palestijnen in Gaza. Op de Jordaanoever, waar geen raketten worden afgevuurd, heeft het Israëlisch leger eveneens Palestijnse huizen vernield en met de regelmaat van de klok Palestijnen vermoord. Het was de weigering om hulpgoederen door te laten in Gaza en de moord op 5 Hamasmilitanten op 5 november jongstleden, waardoor Hamas en de Islamitische Jihad geen andere uitweg meer zagen dan het hervatten van de raketaanvallen.

    In werkelijkheid deert het lot van de Joodse bevolking nabij Gaza de cynische Israëlische regering niet. Ze wil slechts haar talloze corruptieschandalen doen vergeten en haar electorale positie herstellen ten opzichte van Likoed. Ze wil eveneens het afschrikkingseffect van haar militair apparaat herstellen na de nederlaag in Libanon nu iets meer dan 2 jaar geleden.

    Tenslotte hoopt ze een “regime change” te bewerkstelligen naar het model van Bush in Irak. In dit geval gaat het echter om een verkozen regering, een uitzondering in de Arabische wereld, wiens regimes allemaal handelen in het belang van hun eigen burgerij en dus niet teveel willen afwijken van de posities van Israël en de VS.

    Het Israëlische leger wacht geen gemakkelijke overwinning. Hamas mag dan wel verzwakt zijn door het embargo, de terechtstellingen en arrestatie van haar leiders, in zekere zin is haar sociale aanhang niet verzwakt, maar juist versterkt door de Israëlische aanval. Veel jonge Palestijnen zullen Hamas erkennen als leider van het verzet tegen de bezetting, veel minder corrupt dan Fatah.Uit de jongeren die familieleden en vrienden hebben verloren zullen de vrijwilligers komen voor zelfmoordacties tegen Israëlische doelwitten. Een grondoorlog kan de dodentol ook langs Israëlische kant fors opdrijven. Zelfs de Israëlische propagandamachine, waardoor 80% van de Israëli luchtaanvallen tegen Hamas steunen, heeft niet kunnen verhinderen dat slechts 19% achter een landinvasie staat.

    Hamas is er op basis van haar verzet tegen de bezetting en door te voorzien in gezondheids- en onderwijsvoorzieningen in geslaagd, steun te verwerven bij brede lagen. Het heeft echter geen strategie die de bezetting kan verslaan of de levensstandaard van de Palestijnse massa’s kan verbeteren omdat het zich baseert op de verderzetting van het kapitalisme. Uiteraard hebben de Palestijnen het recht zich gewapenderhand te verdedigen tegen de brutale bezetting. Maar de strategie van raketaanvallen of zelfmoordaanslagen tegen Israëli zonder onderscheid zal de Israëlische staat niet verzwakken.

    Integendeel, het weerhoudt Israëlische arbeiders ervan de Palestijnse bevrijdingsstrijd te steunen, en speelt in de kaart van de Israëlische heersende klasse. Elke vooruitgang die de Palestijnen geboekt hebben is telkens afgedwongen door massamobilisatie, dat kan best door democratische comités en niet door geheime milities.

    De Verenigde Naties, de Arabische Liga en de Europese Unie zijn allemaal imperialistische instrumenten waarop de Palestijnse bevolking niet kan rekenen. De arbeiders van de regio kunnen enkel rekenen op zichzelf, door onafhankelijke arbeidersorganisaties langs beide kanten van de nationale tegenstelling op te bouwen. Op 3 januari hebben 10.000 Joden en Palestijnen betoogd in Tel Aviv tegen de oorlog in Gaza. Twee derde van de Israëlische Joden steunt de idee van een Palestijnse staat en meer nog zouden dat doen indien een democratische arbeidersstaat in het verschiet lag. Het zou hen versterken om ook met hun reactionaire heersende klasse af te rekenen.

    • stop de militaire slachtpartij nu, stop de blokkade van Gaza en de bezetting
    • escalleer de anti-oorlogsacties, ook met werkonderbrekingen
    • geen vertrouwen in de kapitalistische regeringen en hun internationale instellingen
    • voor onafhankelijke arbeidersorganisaties in Israël en Palestina
    • voor democratisch socialisme in heel het Midden-Oosten
  • 10.000 betogers in Tel Aviv op betoging tegen slachtpartij in Gaza

    Na wat de dodelijkste week in het Israëlisch-Palestijns conflict leek, waren er wereldwijd grote betogingen tegen de barbaarse acties van het Israëlische regime. Er waren ook twee belangrijke protestacties in Israël zelf, ondanks de anti-democratische pogingen van het regime om ieder verzet tegen de oorlog te verzwijgen. Er waren onder meer bedreigingen door de geheime diensten en massale arrestaties, vooral van Israëlische Palestijnen. 300 van hen zitten nog steeds vast.

    Verslag door de Socialistische Strijdbeweging (Tnu’at Maavak Sotzyalisti/Harakat Nidal Eshteraki)

    De politie probeerde de betoging die op 3 januari in Tel-Aviv was gepland te verhinderen. De politie stelde dat het tonen van Palestijnse vlaggen in Tel-Aviv een verstoring van de openbare orde zou vormen. Het Hooggerechtshof steunt de acties van het regime, met inbegrip van wat door de internationale regels als oorlogsmisdaden worden omschreven. Toch besloot het Hof dat de houding van de politie niet door de beugel kon en er kwam toelating voor de betoging.

    Het werd de belangrijkste gezamenlijke Joodse en Arabische betoging sinds het begin van de oorlog en dat onder erg moeilijke omstandigheden. De betoging werd omcirkeld door een enorme politiemacht die werd versterkt door een speciale eenheid van de gevangenisautoriteiten. Zowat 300 extreem-rechtse tegenbetogers (waaronder heel wat leden van Yisrael Beitenu, Israël Onze Thuis, de partij van Lieberman) protesteerden tegen de betoging. Op iedere straathoek van het centrum van Tel-Aviv waren de spanningen en vijandigheden zichtbaar. Soms werden zaken naar de betogers gegooid of werd naar hen geroepen. Maar de betoging was erg levendig en maakte haar boodschap duidelijk. Er waren rode vlaggen en zowat 10.000 deelnemers.

    Er werden slogans geroepen in het Hebreeuws en het Arabisch. De Socialistische Strijdbeweging (onze Israëlische zusterorganisatie) riep slogans als: “Joden en Arabieren, weiger om elkaars vijand te zijn”, “Joden en Arabieren samen vechten tegen de racisten”, “In Gaza en Sderot willen de kinderen leven”, “Barak: minister van veiligheid, je zal je heerschappij niet kopen met bloed”, “Geen vrede, geen veiligheid, weg met de heerschappij van het kapitaal”, “Geld voor onderwijs en jobs, niet voor oorlog en bezetting”,… We riepen ook: “Wil je vrede? Dan moeten we strijden – tegen de bommen, tegen de oorlog, tegen het afvuren van qassam, weg met de belegering, stop de bezetting, weg met de muur, stop de kolonies, stop de afscheiding, weg met racisme, stop het systeem van uitbuiting en prestige, tegen het systeem van kapitaal en oorlog.”

    We riepen ook mee met slogans als “Alle ministers zijn oorlogsmisdadigers”, “Barak, minister van veiligheid, hoeveel kinderen heb je vandaag vermoord?” en “Geen fascisme”. Tijdens de betoging verspreidden we onze verklaring die we eerder ook hebben gebruikt op betogingen en publieke activiteiten in Tel Aviv, Haifa en elders. In de betoging was er een sterke delegatie van Hadash, een front van de Communistische Partij.

    De officiële media voerde niet alleen campagne tegen de betoging, nadien probeerde het ook de impact ervan te minimaliseren. De krant Haaretz staat internationaal gekend als een vrij open krant, maar op haar site schreef het een artikel met als titel: “Tel-Aviv: Duizenden betogers voor [!] en tegen de operatie”. Het editoriaal van dezelfde krant begon met de woorden: “Regeringsleider Ehud Olmert verwacht terecht dat het Israëlische publiek zich zal verenigen achter de IDF-operatie in Gaza” (IDF is het Israëlische leger).

    Om het beeld volledig duidelijk te maken: in het nieuwsprogramma van de publieke televisie afgelopen weekend (een programma van bijna twee uur) kwam er geen enkel beeld vanuit Gaza zelf terwijl er tal van politici en generaals de revue passeerden. Het nieuws eindigde met een bericht over de chocolade-industrie in Israël. Dit komt niet alleen door de controle op de media in Israël. Ook de internationale media die zou willen berichten over de aanvallen, wordt het erg moeilijk gemaakt. Het is quasi verboden om vanuit de Gazastrook te werken. Twee reporters van Al-Jazeera werden opgepakt omdat ze “te dicht” bij de Gazastrook kwamen. De Israëli’s werken samen met journalisten die vooral berichten wat de militaire woordvoerders hen vertellen. Het vermelden van Palestijnse slachtoffers gebeurt quasi nooit. De Israëlische media vermeldt bijvoorbeeld nooit de verhouding tussen het aantal slachtoffers van 100 tegen 1. De media beperkt zich vaak tot de simpele boodschap van Barak: “Hamas en de terreurgroepen hebben ongeveer 400 doden gemaakt”. De propaganda van de heersende elite en de vervalsingen zijn immens. Verslagen over protestacties in de rest van de wereld worden op een erg negatieve wijze gebracht, vaak met als ondertoon dat iedere internationale kritiek op het Israëlische regime gelijk staat met antisemitisme.

    Op zaterdag waren er in de noordelijke stad Sakhnin ook tienduizenden aanwezigen op één van de sterkste Israëlisch-Palestijnse betogingen in jaren. In sommige Israëlische media werd gesproken over “enkele duizenden”, terwijl het er wellicht tot 100.000 waren met ook een aantal Israëlische Joden. Een aantal media bracht het nieuws van deze bijeenkomst, maar dan wel om de bevolking af te schrikken. Ook hier waren er enkele tientallen rechtse tegenbetogers, vooral van de partij van Lieberman. De sfeer op de betoging was erg militant, maar er was een sterke aanwezigheid van de Islamitische Beweging en de Palestijns-nationalistische partij Balad. Er waren slogans in het Arabisch met solidariteitsoproepen voor de bevolking van Gaza met een oproep om niet toe te geven aan de militaire tanks en de geweren. Een aantal slogans riep Hezbollah op om iets te doen en er kwam kritiek op de regimes van de Arabische Liga omwille van hun traditionele collaboratie, zeker ook met de VS. Een aantal slogans riep jammer genoeg impliciet op tot terreuracties tegen de Joodse bevolking.

    Het feit dat de betoging in Sakhinin werd gedomineerd door rechtse krachten zoals de Islamitische Beweging is geen toeval. Hadash stond er erg zwak, een uitdrukking van de enorme nationale polarisatie en een zekere verzwakking van haar steun onder een deel van de Israëlisch-Palestijnse bevolking de afgelopen jaren. Dat bleek ook reeds bij de gemeenteraadsverkiezingen in deze stad en in de regio. Dit is het gevolg van de rol van de Communistische Partij / Hadash. De partij loopt de gebeurtenissen achterna en legt een sterke nadruk op beperkte cosmetische wetswijzigingen in de plaats van te bouwen aan een beweging. Een aantal van deze kleine hervormingen zijn heel goed, maar er kan meer bereikt worden indien Hadash zou bouwen aan een massale strijd. Er zijn voorbeelden van opportunistische acties zoals electorale samenwerking met de Islamitische Beweging in een aantal regio’s, en dat in de plaats van het bouwen aan een alternatief. Het meest opvallende voorbeeld is natuurlijk de samenwerking met de extreem-rechtse partij van Lieberman in de coalitie in de gemeenteraad van Haifa. Bij de verkiezingen in die stad steunde de CP de zittende burgemeester van de regeringspartij Kadima. Het argument was dat dit nodig was om te vermijden dat een kandidaat van Lieberman het zou halen. Dat is een verklaring voor het enorme politieke vacuüm en het feit dat een aantal anti-oorlogsacties nu kunnen gedomineerd worden door rechtse organisaties.

    Op 9 dagen werden meer dan 500 Palestijnen vermoord, waaronder 30 sinds het begin van de grondoorlog. Er vielen duizenden gewonden en duizenden huizen werden vernield in de kleine Gazastrook. Dat zal ook gevolgen hebben voor de Arabische en Joodse massa’s in Israël. Op het einde van de betoging afgelopen zaterdag in Tel-Aviv vernamen we het verschrikkelijke nieuws dat de landinvasie was begonnen, een startpunt voor een nieuwe week van slachtpartijen. Maar ook een nieuwe week van protestacties. De betoging in Tel-Aviv toonde aan dat een gezamenlijke beweging van Joden en Arabieren tegen de oorlog mogelijk is en nog groter kan worden, ondanks de repressie.

    De Israëlische heersende elite maakt gebruik van de angst van de Israëlisch-Joodse arbeiders en deze oorlog wordt door het volledige establishment eenstemmig omschreven als een “oorlog zonder keuze”. Dat wordt gedaan in een wanhopige poging om de dieper wordende politieke crisis te verbergen en de eigen vernedering bij militaire interventies de afgelopen jaren te verdoezelen. De arbeiders zullen vroeg of laat beseffen dat ze bewust werden misleid door meegetrokken te worden in een bloedig conflict dat ingaat tegen hun belangen. Een groeiend aantal arbeiders en jongeren zal uitkijken naar een andere keuze. De anti-oorlogsbeweging moet die laag proberen te bereiken, ondanks de moeilijkheden. Op basis van de ideeën van solidariteit en socialisme is dat echter mogelijk. Het is de enige weg vooruit.

  • Neen aan de slachtpartij in Gaza. Linkse socialisten verzetten zich ook in Israël tegen het bloedbad

    We publiceren een vertaling van een uitgebreid standpunt dat wordt verspreid door onze zusterorganisatie in Israël, de Socialistische Strijdbeweging (Tnu’at Maavak Sotzyalisti / Harakat Nidal Eshteraki). Wereldwijd is er een enorme woede tegenover de barbaarse brutaliteit van de Israëlische regering op de Gazastrook en de gevolgen van de willekeurige raketaanvallen op Israëlische burgers. Net als in Libanon in 2006 gaat de Israëlische luchtmacht over tot het doden van hele families in naam van de “vrede”.

    Het is duidelijk dat de poging van de Israëlische regering om het regime van Hamas in Gaza omver te werpen door te bombarderen en de Gaza af te sluiten, niet tot het gewenste resultaat leidt en voorlopig zelfs Hamas versterkt. Dat bereidt de weg voor naar meer wanhopige maatregelen, zoals de grondinvasie die nu kan uitbreiden tot een bredere oorlog.

    Socialisten verzetten zich tegen deze aanval, maar geven geen politieke steun aan Hamas dat, ondanks een anti-imperialistische en anti-corruptie retoriek, voor een reactionair theocratische politiek staat die uiteindelijk een stap achteruit betekent voor de strijd voor Palestijnse bevrijding. Vandaag kan Hamas op een bredere steun rekenen omdat zijn leiders als minder corrupt worden gezien dan de collega’s van de PLO. Bovendien spreken ze hardere taal tegen de Israëlische agressie. De hypocrisie van de Israëlische regering in het demoniseren van Hamas wordt helemaal duidelijk als je weet dat het de Israëlische geheime diensten waren die steun gaven voor de oprichting van Hamas in een poging om de toen veel sterkere rivaal, de seculiere PLO, te ondermijnen.

    De Palestijnen hebben het recht om zich te verdedigen, met gewapende acties indien nodig. Deze defensieve acties moeten evenwel onder democratische controle van de bevolking staan, en dit via comités in de wijken en op regionaal vlak in de plaats van via geheimzinnige en gesloten milities die vaak eindigen als criminele groepen die bovendien makkelijk infiltreerbaar zijn voor de Israëlische veiligheidsdiensten. De politiek van Hamas om raketaanvallen en zelfmoordaanslagen tegen Israëlische burgers te steunen, zal de Palestijnen niet verdedigen en zal onder de Joodse arbeiders de steun opdrijven voor de heersende elite.

    Er zijn wereldwijd protestacties om het einde van de oorlog te eisen. De Israëlische aanvallen worden uiteraard gesteund door Bush, maar ook stilzwijgend door Obama. De vrees voor een escalatie van het conflict op regionaal vlak kan de druk op de Israëlische regering opdrijven om de militaire campagne te stoppen. Alleszins is het duidelijk dat de Amerikaanse en andere imperialistische regeringen niet bepaald bezorgd zijn om de Palestijnse massa’s. Tegelijk zien we dat de leiders van de Arabische Liga zwijgen of, zoals het geval is met Egypte, medeplichtig zijn. De Verenigde Naties heeft eens te meer aangetoond dat het niet ingaat tegen het beleid van de grootmachten, en zeker niet tegen het VS-imperialisme.

    Er moeten dringend meer protestacties komen tegen deze aanval om het einde van de oorlog in Gaza te eisen. Als socialisten stellen wij dat enkel de arbeidersbeweging met een socialistische politiek een uitweg uit dit moeras en de schijnbaar eindeloze reeks van oorlogen kan bieden. Daartoe moeten Palestijnse en Israëlische arbeiders samen in actie komen om de strijd aan te gaan tegen onderdrukking en kapitalisme.

    Hieronder vind je een vertaling van het Hebreeuwse standpunt dat op het begin van de oorlog (op 30 december) werd gepubliceerd door onze zusterorganisatie in Israël. Dit standpunt wordt publiekelijk verspreid in Israël tegen een achtergrond van een erg sterke reactionaire golf van militarisme en nationalisme onder de Joodse bevolking.


    Stop de slachtpartij in Gaza vanuit Israël. Neen aan de oorlog in Gaza

    Honderden doden, duizenden gewonden en nog steeds geen veiligheid of toekomst voor Israëlis of Palestijnen

    Standpunt door Tnu`at Maavak Sotzyalisti/Harakat Nidal Eshteraki

    De honderden doden van de afgelopen dagen zullen geen vrede brengen, maar meer woede en doden. Tnu`at Maavak Sozialisti / Harakat Nidal Eshteraki heeft zich altijd verzet tegen het afvuren van Qassam-raketten en aanslagen op de families van arbeiders en armen in Israël, de Palestijnse gebieden en het Midden-Oosten. Het huidige offensief is op geen enkele wijze een defensieve actie en is er niet op gericht om rust te brengen voor de inwoners van het zuiden van Israël. Zoals in de tweede Libanese oorlog, waartegen wij ons ook verzet hebben, zien we dat er niet alleen geen oplossing wordt aangeboden, maar dat er zelfs een verergering van de problemen is. De huidige regering is verantwoordelijk voor de escalatie en haar gevolgen. Deze aanval brengt geen oplossing en toont nogmaals aan dat het grootste gevaar voor de veiligheid van de inwoners van Israël en de regio komt van de heersende elite in Israël.

    Met meer dan 365 Palestijnse doden, 1.600 gewonden en 4 Israëlische Joden en Arabieren die omkwamen, was dit de meest omvangrijke luchtaanval ooit op de Palestijnse gebieden. In de eerste tien uur van de aanval werden tienduizenden ton explosieven op Gaza gegooid. De regering en het leger wisten heel goed dat het afvuren van projectielen, waarbij het slechts af en toe om echte raketten gaat, zou toenemen als reactie op de aanval. Ze schatten dat het aantal projectielen zou toenemen tot 100 per dag tijdens de operatie. Zoals te verwachten viel, leidde de aanval tot woede in de hele regio en versterkt het de nationale polarisatie tussen Joden en Arabieren.

    De ware bedoeling van de aanval is niet om rust te brengen, net zomin als dit de bedoeling was bij de operatie “Warme winter” in februari 2008 of bij de vorige oorlog in Gaza (de operatie “zomerregen”) die parallel werd gevoerd met de tweede Libanon-oorlog in 2006. We verzetten ons ook tegen die aanvallen die leidden tot 550 doden. Net als toen vormt de oorlog nu een verderzetting van de regeringspolitiek maar dan met militaire middelen. Het doel van de aanval is niet om de aanvallen met projectielen te stoppen, maar om de Hamas-regering op de Gazastrook te beschadigen en tegelijk om de indruk te wekken dat de regering inspanningen levert om een oplossing te vinden voor die aanvallen. Voor de Israëlische elite zijn de prestigespelletjes tegenover Hamas belangrijker dan de veiligheid van de inwoners van het zuiden van Israël die nu als gijzelaars worden gebruikt. Deze schandalige zet wordt uitgevoerd op een ogenblik dat er verkiezingen zitten aan te komen in Israël en op een ogenblik dat er in de VS een overgang is tussen twee regeringen. De elite hoopt zich te kunnen ontdoen van het nederlaag-imago die aan de regering vasthangt sinds de tweede Libanon-oorlog. Tegelijk wordt hiermee duidelijk gemaakt dat de elite bereid is om een nieuwe bloedige confrontatie aan te gaan met Iran en Hezbollah.

    Een oorlog voor de verkiezingen is een klassieke tactische zet voor falende regeringen. Deze regering was betrokken bij erg bloedige en omvangrijke militaire operaties. Nu wordt een nieuwe militaire zet gedaan om de partijen Kadima en Avodah van hun neergang te redden. Daartoe wordt de veiligheid van de inwoners van Gaza, Sderot, Ashkelon, Netivot en andere steden in de regio op het spel gezet.

    De veiligheidsminister en miljonair Barak heeft al aangekondigd dat hij zijn verkiezingscampagne stopzet. Dat is geen verrassing aangezien hij ook wel begrijpt dat de militaire campagne op zich zijn verkiezingscampagne vormt. Alle gevestigde partijen profiteren op korte termijn van de gevolgen van dit militaire initiatief en het moet ook dienen om de aandacht af te leiden van de wereldwijde economische crisis. Geen enkele gevestigde partij heeft een oplossing dat de jobveiligheid of de levensstandaard van de werkenden kan verdedigen, net zoals ze geen oplossing hebben voor het Israëlisch-Palestijnse conflict en de problemen die dit met zich meebrengt.

    In de beste tradities werd de militaire operatie een cynische naam gegeven – Cast Lead (uit een Hanukah lied) – als ware het om aan te tonen dat er onder de Israëlische heersers elementen zijn die de hele operatie zien als niets meer dan een spel of een avontuur. Dit militaire avontuur heeft al een hoge tol geëist, in de eerste uren nam het dodenaantal sterk toe tot een aantal dat heel wat hoger ligt dan het totaal aantal Israëlische doden die vielen onder raketaanvallen vanuit de Gazastrook.

    Dit avontuur is nog niet afgelopen, de regering weigert een wapenstilstand en blijft een opening behouden om een bijkomend front te openen tegen Hezbollah in Libanon. Duizenden reservesoldaten werden opgeroepen. De aanval zal moeilijk blijken te zijn en zal de problemen in het Midden-Oosten enkel maar verergeren. Zoals Barak het stelde: “Het zal niet makkelijk zijn en niet van korte duur.”

    De regering saboteerde de “kalmte”

    De Israëlische regering weigerde om de “kalmte” (Tahadiya / Regi`a) te versterken en het om te vormen tot een echte wapenstilstand. Dat zou ten minste de dagelijkse levens van de Israëli’s en Palestijnen hebben verbeterd, zelfs indien het geen echt einde zou vormen voor het conflict. Integendeel, gedurende de maanden van “kalmte” bleef de regering haar provocaties gewoon verder zetten. Zo werd op 4 november, de verkiezingsdag in de VS, overgegaan tot een reeks luchtbombardementen. Barak stelt nu dat de militaire operatie gedetailleerd werd voorbereid gedurende maanden. Op de Westelijke Jordaanoever en aan de Gazastrook gingen de militaire operaties gewoon door. De regering weigerde een volledige uitwisseling van gevangenen waardoor de gevangen genomen soldaat Gil’ad Shalit niet kon terugkeren naar zijn familie.

    In de periode van “kalmte” ging de economische en militaire belegering van de Gazastrook gewoon verder en dat met de medewerking van de grootmachten, Egypte, Fatah en de rest van de regimes van de Arabische Liga die nu op hypocriete wijze protesteren tegen de doden. Abbas (Abu-Mazen) en Mubarak’s dictatoriale regime in Egypte hebben de rest zelfs voorbijgestoken toen ze impliciet steun gaven aan de aanval op een meer uitgesproken manier dan een aantal Arabische leiders bij het begin van de tweede Libanon-oorlog. Minister van buitenlandse zaken, Livni, werd twee dagen voor de oorlog nog uitgenodigd voor een speciaal bezoek aan Cairo.

    Deze collaboratie heeft de Arabische massa’s in het Midden-Oosten woedend gemaakt. Het versterkt de haat tegenover de corrupte regimes in de Arabische regimes die, net zoals het Israëlische regime, niet vertrekken van de belangen van de arbeiders en armen maar van de uitbuiting en repressie van de arbeiders en armen. De woede die nu tot ontploffen komt, kan de heerschappij van het verzwakte regime van Mubarak in Egypte sneller beëindigen en kan Abbas verder verzwakken aangezien hij wordt gezien als een schoothondje van de Israëlische regering.

    De nieuwe situatie maakt van de “Annapolis onderhandelingen” nog meer een grap. Die vredesonderhandelingen werden opgeschort omwille van de oorlog en ze werden in Israël, de Palestijnse gebieden en de rest van de wereld terecht omschreven als niet-ernstig.

    Sinds de terugtrekking van de vestigingen en het leger uit Gaza in 2005, heeft het Israëlische bewind in de praktijk het gebied omgevormd tot een reusachtige gevangenis. Na de overwinning van Hamas bij de verkiezingen van januari 2006 ging de Israëlische regering, met de steun van de grootmachten, over tot het opdrijven van de aanvallen op de inwoners van Gaza. Hamas won de verkiezingen van 2006 vanuit een protest tegen de corrupte leiders van Fatah en tegen de achtergrond van het failliet van de Palestijnse organisaties die zich ooit socialistisch noemden.

    Hamas is absoluut geen socialistische beweging en vormt een hindernis in de strijd van de Palestijnse massa’s voor nationale bevrijding. Het biedt geen strategie voor een ernstige oplossing voor de problemen van de Palestijnse massa’s en uiteraard is Hamas niet in staat om steun te verwreven onder de Israëlische arbeiders en armen. Als gevolg van de corruptie en het verraad van Fatah en eveneens als gevolg van de acties van de Israëlische regering wordt Hamas versterkt. De meerderheid op de Palestijnse straten, net zoals op de Israelische straten, zijn de bestaande grote politieke partijen beu en er is een grote honger naar een alternatief.

    Net voor het begin van de oorlog maakte de Israëlische regering op cynische wijze gebruik van de humanitaire crisis waar het zelf voor verantwoordelijk was. De grenzen werden tijdelijk open gesteld voor een beperkte invoer van voedsel en medicijnen. Na het begin van de aanval stelden regeringsverantwoordelijken dat dit bewust werd gedaan om het verrassingseffect van de aanval te maximaliseren. De generaals en politici van alle gevestigde partijen rechtvaardigen het beleid van collectieve afstraffing van de inwoners van de Gazastrook als antwoord op het afvuren van projectielen op Israëlische inwoners in dorpen langs de Gazastrook. Dat is een hypocriete zelfrechtvaardiging. De zelfde regering en militaire woordvoerders spelen cynisch in op de angsten, bezorgdheden en problemen van de inwoners van het Westerse Negev maar stellen als antwoord enkel een verergering en verdieping van het probleem en conflict voor.

    De prijs voor het conflict zal uiteindelijk betaald worden door de massa’s van families van Israëlische en Palestijnse arbeiders en armen, niet door de elite die nu de beslissingen neemt en politiek voordeel wil halen uit het nationale conflict. Het afvuren van projectielen is slechts een symptoom van de situatie waar het Israëlische regime grotendeels voor verantwoordelijk is, ook al werken de woordvoerders van buitenlandse zaken en het leger dag en nacht om dat feit te verdoezelen. De balans van het aantal doden is een uitdrukking van het feit dat het conflict absoluut niet symmetrisch verloopt.

    Jarenlang heeft de regering de bezetting en de systematische onderdrukking van de Palestijnse massa’s versterkt door middel van vernielingen, uithongering en massamoorden. De afgelopen maanden koos de regering ervoor om de inwoners van de Gazastrook uit te hongeren waardoor de overgrote meerderheid in extreme armoede leeft met grote tekorten aan levensmiddelen, voedsel, medicijnen en elektriciteit. Dat leidt tot verzet. De militaire slachtpartijen vandaag zullen leiden tot verzet als de Palestijnen zichzelf willen verdedigen. Zelfverdediging is gerechtvaardigd, maar het is belangrijk om duidelijk te maken dat socialisten zich verzetten tegen het willekeurig afvuren van projectielen waarbij burgers omkomen en waarbij de Israëlische regering nog meer argumenten kan gebruiken om haar acties te rechtvaardigen en er steun voor te zoeken. Zolang er nationale onderdrukking is, zal het nationale conflict en het bloedbad worden verdergezet.

    Het conflict is ultiem een sociaal probleem

    Er zijn rechtse religieuze Palestijnse organisaties, zoals Hamas, die proberen te concurreren op het vlak van het ombrengen van burgers, zelfs indien dit op een veel kleinere schaal gebeurt dan door de Israëlische regering. Daarmee willen ze de indruk wekken dat ze een strijd tegen de aanvallen leiden. In werkelijkheid is het afvuren van projectielen vooral een methode van wraak die tegen een achtergrond van wanhoop en honger een zekere steun kan krijgen. Dit soort acties is echter niet in staat om de belegering van de Gazastrook te beëindigen (wat met de massale uitbraak langs de Egyptische grens wel het geval was) en evenmin ondermijnt het de militaire onderdrukking. Het leidt enkel tot het verwonden van burgers langs de grenzen van de Gazastrook en in die zin is het een politiek cadeau aan de Israëlische kapitalistische elite die het conflict traditioneel gebruikt om met argumenten inzake “veiligheid” de eigen steun te vergroten. Diezelfde steun wordt steeds meer ondermijnd als gevolg van de aanhoudende economische aanvallen op de arbeiders en armen in Israël en de daarbijhorende dringende sociale problemen.

    Dat is ook de reden waarom de propaganda van het establishment een kunstmatige scheiding maakt tussen sociale problemen en veiligheid. Maar het Israëlisch-Palestijnse conflict is ook een sociaal probleem en we kunnen niet vertrouwen op de partijen die de economische oorlog tegen de meerderheid van de Israëlische bevolking steunen of voeren, om de belangen van dezelfde meerderheid van de bevolking te verdedigen als het op de kwestie van veiligheid aankomt. Geen enkele gevestigde partij heeft een oplossing voor het conflict en de problemen die ze zelf creëren.

    Dat is waarom de gevestigde partijen in elkaars armen vallen in tijden van oorlog en geen enkel alternatief naar voor schuiven. Dezelfde partijen die in de zogenaamde oppositie zitten, worden deel van een bredere coalitie net zoals ze dat op een meer bedekte wijze doen rond economische thema’s. Hierdoor zagen we Benjamin Netanyahu van Likoed en Haim Oron van Meretz met eenzelfde stem spreken. De gevestigde media vormt het spreekkoor dat de aanvallen verdedigt en bevestigt haar rol als waakhond van het kapitalistische establishment.

    Meretz beschrijft zichzelf als een onderdeel van het “vredeskamp”. De partij riep echter op tot actie in Gaza nog voor de oorlog begon. Eerder steunde het de tweede Libanon-oorlog. Nu werd de partij op voorhand verwittigd door de regering. In een poging om stemmen over te winnen van de Arbeiderspartij, gaat Meretz verder met haar historische rol om het regeringsbeleid goed te praten, ook al gaat het in tegen de belangen van de meerderheid van de bevolking.

    Een socialistisch alternatief

    De veiligheid van de Joods-Israëlische bevolking zal nooit bereikt worden indien het ten koste gaat van de veiligheid van andere bevolkingen in de regio. De Joodse en Palestijnse arbeiders en armen hebben dezelfde belangen in echte veiligheid en vrede. Om een einde te brengen aan het afvuren van projectielen en de onderdrukking van de Palestijnse massa’s, is er nood aan een brede sociale beweging om een alternatief naar voor te brengen op de permanente oorlog en de aanhoudende bloedvergieten. Arbeidersorganisaties en vakbonden, waaronder ook de federatie Histadrut, moeten steun geven aan de opbouw van een arbeidersbeweging die de belangen van de arbeiders centraal stelt.

    Het gebrek aan een sterke arbeidersbeweging en een sterke socialistische beweging die actief is onder zowel de Joodse als Arabische bevolking in Israël en de Palestijnse gebieden, zorgt ervoor dat de massa’s slachtoffers zijn van gebeurtenissen waar ze zelf geen controle over hebben. De arbeidersklasse is momenteel niet echt georganiseerd. Met arbeidersorganisaties zou het mogelijk zijn om in te gaan tegen de zogenaamde veiligheidsvoorstellen van de regering. Een meerderheid vindt geen oplossing op de vraag wat er kan gedaan worden om tot verbetering te komen. De regering zou veel kunnen doen, maar verkiest een aanval.

    Met een brede en georganiseerde socialistische beweging zou het mogelijk zijn om de regering te dwingen tot een echte wapenstilstand, het einde van de belegering en de onderdrukking van de Palestijnse bevolking en het organiseren van een uitwisseling van gevangenen. Een socialistische beweging zou actief zijn in zowel de Palestijnse gebieden als Israël om daar op te komen voor een alternatief op de bestaande grote politieke partijen. Dat zou betekenen dat zo’n beweging zich zou verzetten tegen alle agressiedaden van de Israëlische regering en tegen het afvuren van projectielen.

    Zonder een brede socialistische beweging van Joden en Arabieren in Israël en in de Palestijnse gebieden, kunnen politieke krachten die enkel opkomen voor een verdieping van het conflict aan steun winnen. Dat gebeurde de afgelopen jaren. Er kunnen en moeten dringende stappen worden ondernomen om de basis te leggen voor een brede socialistische beweging. De anti-oorlogsbeweging moet breder worden en opkomen voor een alternatieve oplossing waarbij echte vrede en veiligheid voor zowel Israëli’s als Palestijnen wordt geboden. De gezamenlijke betogingen van Joden en Arabieren tegen de oorlog moeten versterkt worden met een duidelijk verzet tegen iedere repressie van gelijk welke actie tegen de oorlog en met steun aan het idee van zelfverdediging van de betogers tegen georganiseerde aanvallen of provocateurs die de strijd willen afleiden.

    Een andere stap in de opbouw van een brede beweging is het organiseren van discussies over de aanvallen en haar gevolgen in alle arbeidersorganisaties, studentengroepen, wijkcomités of andere formaties die opkomen voor sociale verandering en voor het verdedigen van de arbeiders en armen. Dit omvat ook de groep “Stad voor ons allemaal” in Tel Aviv en de organisatie “Macht aan de arbeiders”. Bij dergelijke discussies is het belangrijk dat Joodse en Arabische arbeiders en activisten samenkomen om een gezamenlijke analyse te maken van de situatie, oplossingen naar voor te schuiven en acties te organiseren tegen de oorlog.

    De groep “Kol Akher” (Andere Stem) werd opgezet door tientallen Israëlische en Palestijnse inwoners van Negev en de Gazastrook. Dit maakt duidelijk wat de lokale bevolking kan doen, zelfs indien er geen brede sociale beweging bestaat. De groep voert nu campagne voor een nieuwe periode van “kalmte” en tegen de oorlog. Honderden inwoners van het zuiden van Israël hebben hun petities reeds ondertekend. De groep organiseert rechtstreekse discussies tussen Israëli’s en Palestijnen, wat op zich opvallend is gezien het niveau van opsplitsing in de gevestigde media.

    Het doel van de directe onderhandelingen is om een groter begrip van de gezamenlijke belangen te verkrijgen en te komen tot een oplossing. De groep “Strijders voor vrede” (van voormalige soldaten en Palestijnen die deelnamen aan de strijd tegen de bezetting) organiseert gelijkaardige dialogen. Een brede socialistische beweging zou dergelijke bijeenkomsten op een grotere schaal organiseren in het kader van comité’s voor vrede en verzoening, wat de deur zou kunnen openen voor formele discussies over de kwestie van veiligheid en de oorzaken van het conflict.

    Zowel in Israël als de Palestijnse gebieden is er nood aan de ontwikkeling van grote socialistische partijen van de arbeiders en armen. Deze partijen zouden een beweging kunnen leiden die een einde maakt aan het kapitalisme in Israël, de Palestijnse gebieden en het Midden-Oosten. Het zou kunnen leiden tot een socialistisch Israël naast een onafhankelijk socialistisch Palestina als onderdeel van een democratische socialistische federatie in de regio.

    Zware repressie tegen anti-oorlogsbetogingen

    Er waren in verschillende steden van Israël, de Westelijke Jordaanoever en het Midden-Oosten betogingen tegen de oorlog, vaak met een grote opkomst. Op de Gazastrook slaagden betogers er nogmaals in om door de grens met Egypte te breken in een gerechtvaardigde poging om de belegering te doorbreken. De betogers werden onthaald met geweervuur van de Egyptische grensbewakers. Vanuit de Arabische gemeenschap in Israël werd een commerciële staking afgekondigd en een gelijkaardige oproep circuleert op de Westelijke Jordaanoever. Betogingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem werden hard onderdrukt. Onder het mom van de oorlog gebruikte de politie en het leger forse repressie tegen betogers. In het dorp Ni’lin op de Westelijke Jordaanoever werden twee betogers dood geschoten. Op alle Israëlische universiteiten werden betogingen uit elkaar gejaagd door de politie.

    De repressie tegen de betogers gaat gepaard met een intensieve mediapropaganda tegen de Arabische bevolking. Daarmee wordt de repressie ondersteund en worden anti-oorlogsacties omschreven als “verstoringen van de openbare orde”. Het volledige establishment wordt betrokken in het stilzwijgen van de oppositie en de protestacties. De extreme rechterzijde roert zich en lanceert racistische oproepen om de democratische rechten van Palestijnse inwoners van Israël te beperken.

    Tegen de achtergrond van een erg militaristische atmosfeer s er ook een druk op arbeidersstrijd om een stap achteruit te zetten. Het arbeiderscomité bij de elektriciteitsmaatschappij schortte de acties tegen de geplande afdankingen op toen de oorlog uitbrak. Die aankondiging werd echter doorkruist door het bericht dat de directie van haar kant de aanvallen niet zou opschorten. De arbeiders zagen hoe er werd geprobeerd om hen te bedriegen en de acties werden verder gezet.

    Zaterdagavond (27 december) kwamen honderden Joodse en Arabische activisten – waaronder leden van Tnu’at Maavak Sotzyalisti – samen om te betogen voor het veiligheidsministerie. Wij riepen slogans als: “Barak: minister van veiligheid, je zal je heerschappij niet kopen met bloed”, “Joden en Arabieren, weiger om elkaars vijand te zijn”, “Geen bloedvergieten voor het prestige van de ministers”, “Geen vrede, geen veiligheid, weg met de heerschappij van het kapitaal”, “Geld voor onderwijs en jobs, niet voor oorlog en bezetting”, “De regering heeft een ramp gecreëerd in Gaza en Ashkelon”, “In Gaza en Sderot willen de kinderen leven”,…

    Op de vooravond van de aanval organiseerden wij nog de conferentie Socialisme 2008. er waren tientallen aanwezigen waaronder inwoners van de stad Negev alsook centrale leiders van recente arbeidersstrijd. Op de bijeenkomst waarschuwden we voor het gevaar van het “veiligheids”beleid van de regering en de gevestigde partijen. We stelden dat er geen vertrouwen kan zijn in de partijen die geen economische veiligheid kunnen aanbieden. De heerschappij van het kapitaal zal geen echte vrede of veiligheid brengen. Op de bijeenkomst verklaarde onze organisatie zich solidair met de Joodse en Arabische families die het slachtoffer worden van het geweld in Sderot, Ashkelon, de Gazastrook en andere steden.

    De media moet reeds erkennen dat de bevolking in het Westelijke Negev kwaad is omwille van de slechte huisvestingsvoorwaarden in de regio. Net zoals destijds bij de tweede Libanon-oorlog zal de nationalistische golf geen stand houden, steeds meer mensen zullen inzien dat ze werden bedrogen. Zonder een brede socialistische beweging die een alternatief aanbiedt, kunnen rechtse populisten zoals Lieberman de woede tegen de elite uitbuiten om hun eigen positie te versterken. Dat vormt een reëel gevaar en maakt nogmaals duidelijk dat de opbouw van een socialistisch alternatief een dringende noodzaak is.

    De eisen van Tnu’at Maavak Sotzyalisti / Harakat Nidal Eshteraki (Socialistische Strijdbeweging)

    • Een einde aan de bombardementen en andere militaire operaties op de Gazastrook en een volledige compensatie door de Israëlische regering aan de families van slachtoffers aan beide kanten
    • Een onmiddellijk en volledig staakt-het-vuren met ook een einde aan de economische en militaire belegering van de inwoners van de Gazastrook, een einde aan de militaire operaties in de Palestijnse gebieden, het stoppen van het afvuren van projectielen op de inwoners van het zuiden van Israël
    • Voor het verderzetten en uitbreiden van gezamenlijke betogingen van Joden en Arabieren tegen de oorlog in Gaza, de afscheidingsmuur, het conflict en de extreme rechterzijde
    • Een einde aan de repressie door leger en politie tegen betogingen, een einde aan de geïnstitutionaliseerde nationalistische en racistische campagne tegen de Arabieren
    • Voor het einde van de pogingen van het kapitalistische establishment om in te spelen op de angst onder bredere lagen van de Israëlische bevolking en het gebruik van inwoners voor electorale doeleinden waarbij de soldaten als kanonnenvlees dienen.
    • Stop de militaire avonturen van de heersende elite en haar pogingen om de politieke en sociale problemen op die manier naar de achtergrond te verbannen
    • Een volledige uitwisseling van gevangenen met inbegrip van de soldaat Gilad Shalit
    • Directe gesprekken tussen Israëlische en Palestijnse inwoners, het versterken van de banden tussen de werkende bevolking en sociale organisaties langs beide kanten van de nationale opsplitsing
    • Voor grote socialistische partijen met een arbeidersbasis in zowel Israël als de Palestijnse gebieden waarmee de strijd voor het oplossen van de sociale problemen kan worden geleid
    • Het leger moet uit de Palestijnse gebieden weg en alle maatregelen van onderdrukking en bezetting moeten worden gestopt. Deze maatregelen werden aan de Palestijnen opgelegd, onder meer met controleposten, wegblokkades, afscheiden en kolonies. Geen annexatie van grond, het ruilen van grond kan enkel op basis van een volledig en democratisch akkoord tussen de Israëlische en Palestijnse arbeiders en armen
    • Echte veiligheid en vrede – voor het einde van het Israëlisch-Palestijnse conflict en een einde aan de politieke, economische en militaire interventies en dictaten van de grootmachten tegenover de massa’s van het Midden-Oosten en door de Israëlische regering uitgevoerd in de Palestijnse gebieden en de buurlanden
    • Een strijd voor een socialistisch Israël naast een onafhankelijk socialistisch Palestina waarbij de grenzen democratisch worden vastgelegd op basis van directe discussies tussen vertegenwoordigers van de inwoners, met een garantie op een volledige vrijheid van beweging, een strijd om van Jeruzalem de gezamenlijke hoofdstad te maken van de twee socialistische staten, met regels inzake autonomie voor beide delen van de stad
    • Een verenigde strijd van de massa’s van het Midden-Oosten voor een beter leven, vrede en socialisme. Voor een socialistisch en democratisch Midden-Oosten waarbij alle rechten van groepen en minderheden worden gegarandeerd.
  • Bloedbad in Gaza. Standpunt van linkse socialisten in Libanon

    Net zoals in de rest van de wereld is er hier in Libanon een enorme woede tegenover de brutale aanvallen van de Israëlische staat op de Gazastrook. Er zijn dagelijks protestacties en betogingen tegen het bloedbad. De grootste betoging was een massaal protest van Hezbollah op 29 december na een oproep van de algemeen secretaris Hassan Nasrallah in een televisietoespraak. Nasrallah riep op tot aanhoudende massa-acties.

    Nasrallah stelde: “Het doet er niet toe welke ideologie of houding je hebt tegenover de VS, wat telt is je standpunt tegenover de Amerikaans-Israëlische agenda. Je kan zelfs een moslim, communist, marxist, leninist of maoïst zijn en de VS zal je nog verwelkomen als je bereid bent de VS haar programma te laten doorvoeren. Zelfs Hamas zou vandaag de VS verwelkomen voor een akkoord indien het zou instemmen met de Amerikaans-Israëlische politiek. (…) Ik roep de bevolking van de Arabische en moslimwereld op om op straat te komen om hun regimes onder druk te zetten en op de Egyptische president om de Rafah grens onmiddellijk te openen.”

    Nasrallah heeft echter nooit uitgelegd wat de Amerikaans-Israëlisch agenda is of hoe het een nederlaag kan worden toegebracht. Hij stelde wel dat de VS een economische recessie kent terwijl de Arabische wereld over olie en water beschikt en dat kan gebruiken om de VS en Israël te dwingen tot het einde van dit bloedbad.

    In Libanon maakten we met het CWI een pamflet dat inspeelt op de gevoeligheden onder de Libanese en Arabische massa’s tegenover de Amerikaans-Israëlische agenda van een “nieuw Midden-Oosten” en de medeplichtige rol van de Arabische regimes in de Israëlische staatsterreur. De term “nieuw Midden-Oosten” kwam van Condoleezza Rice toen zij de Israëlische oorlog tegen Hezbollah in Libanon steunde in 2006. Daarbij kwamen 1.200 burgers om en werden tienduizenden huizen verwoest op 33 dagen tijd.

    Mass Movement to Stop the Massacres

    Solidarity with the Palestinian Masses

    Mass Action against Capitalism

    Within less than 48 hours, the racist and brutal Israeli government has carried out massacres unseen in recent history. With more than 300 killed and over 1400 injured, numbers that are increasing, this attack has inflamed the Arab street and is putting pressure on the Arab regimes which have given a green light to this brutal war. This war is one of the attacks organised against the people of the region who stand up to American – Israeli politics and who are against the puppet rulers of the Arab world.

    The need is necessary and urgent today more than ever for people of the Middle East to organize themselves through mass revolutionary and democratic struggles and through trade unions capable of building parties of workers and the poor. Real self-determination can only be realized through challenging the ruling classes and the capitalist system starting with the repressive and corrupt Arab regimes which serve the interest of the global capitalist class and which benefit from impoverishing and exploiting their own masses. Such movements are capable of uniting the effective force in society – the working class – and to spread in solidarity among workers and the poor across countries of this globalized world; a world dominated by the greedy multi-corporations which strive to control the wealth in the Middle East from energy to water reserves.

    Any future Arab state under the supremacy of American neo-liberalism will result in further impoverishment and repression as is seen in Egypt where around 6 million people live in grave yards (according to UN estimates) or to wars and sanctions as seen in Palestine, Iraq, Lebanon and Syria.

    Free market capitalism, breeding insecurity and destruction, and through its exploitation of the masses widening further inequality gaps, cannot be fought except through a mass workers’ movement and via committees democratically elected by the masses with the right to be armed in defence of land and services in the face of military and economic attacks.

    The only way to realise real and permanent justice for the Palestinians and for the people of the region is by overthrowing capitalism and local feudalism and via the socialist transformation of society which puts people before profit ending poverty and wars and putting the wealth and resources in the hands of the majority.

    • Mass resistance for liberation of the Palestinian people and all people of the region
    • Mass movement of workers and the poor against capitalism
    • For a socialist Middle East
  • Gaza. Stop het bloedbad

    Het Israëlische bewind wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van schandalen en onkunde. Recent werd dit nog versterkt door de impact van de wereldwijde kapitalistische crisis. Om zichzelf van een verkiezingsnederlaag in februari te redden, werd overgegaan tot een heuse slachtpartij onder de Palestijnen in een lang voorbereide aanval.

    De Palestijnse president Abas, de Egyptische president Mubarak en de leiders van de Arabische Liga hebben het bloedbad veroordeeld. Nochtans waren zij medeplichtig aan de Israëlische uithongering van de 1,5 miljoen inwoners van Gaza tijdens de 16 maanden durende belegering van het gebied. Deze regimes hebben de dictaten van het imperialisme bereidwillig uitgevoerd. Het autoritaire regime van Mubarak in Egypte werkte mee aan de gevangenneming van de Palestijnen door de grens met Gaza te sluiten. Mubarak ontmoette de Israëlische minister van buitenlandse zaken, Livni, nog op de dag voor de aanvallen.

    Bush en Obama weigerden om Israël een einde van het bloedbad op te leggen. Bush gebruikte een zelfde brutaliteit bij de Amerikaanse bezettingen van Irak en Afghanistan. De Europese regeringen doen zwakke oproepen tot wapenstilstanden. De Amerikaanse regering legt de verantwoordelijkheid bij Hamas en geeft geen kritiek op de slachtpartij. Bush steunde de Israëlisch-Egyptische blokkade van Gaza en veroordeelde nadien de raketaanvallen van Hamas op Israëlische steden.

    Die raketaanvallen zullen de Israëlische staatsrepressie tegen de Palestijnen niet stoppen. De Israëlische heersende klasse is niet bezorgd om de arbeiders die in de dorpen en steden aan de grens met Gaza wonen, hun lot wordt enkel gebruikt om een oorlog te rechtvaardigen. De leiding van Hamas gebruikt de raketaanvallen om te verbergen dat het niet over een tactiek beschikt om de Palestijnse massa’s te bevrijden uit de Israëlische belegering. De Israëlische regering verdedigt niet de belangen van de gewone Israëlische bevolking, het buit eerder hun angsten uit.

    Iedere stap vooruit in de geschiedenis van de Palestijnse strijd was het resultaat van een actieve mobilisatie van de massa’s. Tragisch genoeg voor de Palestijnen wordt geen dergelijke strategie verdedigd door Hamas of Fatah, of de Arabische regimes om de Israëlische staatsrepressie te stoppen.

    • Voor een onmiddellijk einde aan de Israëlische aanvallen. Voor een einde van de belegering
    • Voor een escalatie van de betogingen en protestacties tegen de oorlog, zowel in het Midden-Oosten als internationaal
    • Geen vertrouwen in de wereldmachten of de Verenigde Naties. De Palestijnse massa’s moeten zich beroepen op hun eigen strijd en steun zoeken bij de arbeidersklasse op wereldvlak, in het bijzonder in het Midden-Oosten met inbegrip van Israël
    • Voor het organiseren van de massa’s om zichzelf te verdedigen. Massale acties van Palestijnen en Egyptenaren zijn nodig om de belegering van Gaza te doorbreken
    • Voor een verenigde strijd van de arbeiders en armen om de kapitalistische regimes in de Arabische staten en Israël omver te werpen. Voor arbeidersregeringen doorheen het Midden-Oosten om een einde te maken aan het geweld door de belangen van de werkenden en hun gezinnen centraal te stellen in een samenleving die ten dienste staat van de behoeften van de meerderheid van de bevolking
    • Voor een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël als onderdeel van een socialistische federatie van het Midden-Oosten

    Hieronder publiceren we een tekst die in maart 2008 werd geschreven en die bijgevolg niet ingaat op de recente ontwikkelingen op de Gazastrook. Maar de essentie blijft ook vandaag, op een ogenblik dat de situatie er nog erger is geworden, overeind. LSP/PSL verzet zich uitdrukkelijk tegen het bloedbad dat wordt aangericht.

    Eind februari, begin maart kwamen 120 Palestijnen in Gaza om op een goede week tijd. Een kwart van hen waren baby’s en kinderen, een kwart ongewapende burgers. Dit was het resultaat van een verschrikkelijke militaire interventie door Israël, een invasie langs de grenzen van de Gazastrook en luchtaanvallen.

    Dit nieuwe bloedbad kwam er nadat Israël overging tot het vermoorden van vijf leidinggevende figuren van Hamas, wat gevolgd werd door meer dan 40 Qassam raketten die door Palestijnen werden afgevuurd op de Israëlische stad Sderot, waarbij een Israëlische man omkwam.

    De daaropvolgende Israëlische slachtpartij op Gaza werd door Israëlische politici koel omschreven als een “beperkte” operatie. Het was zodanig beperkt dat het leek op een volledige invasie. Het conflict ging verder met een Palestijn in Oost-Jeruzalem die acht Joods-religieuze studenten neerschoot, de meest dodelijke aanval in Israël in meer dan een jaar en in Jeruzalem in vier jaar. De familie van de schutter stelde dat hij had gereageerd op de gebeurtenissen in Gaza.

    De omstandigheden voor de Palestijnen in beide delen van de bezette gebieden zijn nu het ergst in de geschiedenis van veertig jaar bezetting. Gaza is een openluchtgevangenis met catastrofale omstandigheden: een meerderheid van de bevolking is werkloos, een groot deel van de bevolking is ondervoed en er is een tekort aan alle basismiddelen.

    De westerse imperialistische machten omschrijven de operaties van het Israëlische leger in het beste geval als “excessief” en “buiten proportie”. Tegelijk blijven de meeste westerse machten het Palestijns geweld omschrijven als terrorisme. Het begrip “buiten proportie” is een immens understatement. Sinds het afvuren van de Palestijnse raketten in 2001 vielen er hiermee reeds 14 Israëlische doden. Maar vorig jaar alleen al werden 379 Palestijnen vermoord door Israëlische troepen. Vorig jaar (in 2007) bedroeg de verhouding tussen Palestijnse en Israëlische doden 40 tegen 1. In 2008 kwamen er in de eerste tien weken van het jaar al meer dan 200 Palestijnen om.

    Massaal verzet nodig

    Terwijl er vanop de Westelijke Jordaanoever geen raketten werden afgevuurd, waren er ook daar 480 Israëlische militaire aanvallen in de voorbije drie maanden [de eerste drie maanden van 2008] waarbij 26 Palestijnen omkwamen.

    Socialisten staan kritisch tegenover alle rechtse partijen die ingaan tegen de belangen van de arbeiders. Dat omvat ook Hamas en Fatah en hun milities. Maar wij verdedigen tegelijk het recht van Palestijnen om zich gewapend te verzetten tegen de brutale bezetting.

    Het is echter noodzakelijk dat dit verzet samengaat met offensieve campagnes tegen de bezetting en dit op basis van democratisch georganiseerde en gecontroleerde acties waarbij een zo groot mogelijk aantal mensen is betrokken. In de plaats van kleine concurrerende geheimzinnige milities, is er nood aan verzet op een massale schaal.

    Er moet ook erkend worden dat aanvallen op Israëlische burgers in Israël contraproductief werken. Op basis van een woede tegenover de moorden en de repressie willen Palestijnse milities Hezbollah in Libanon imiteren en schade toebrengen aan het Israëlische regime. Dat leidt echter tot meer repressie tegenover de Palestijnen, het vergroot hun lijden en het maakt strijd moeilijker. Raketaanvallen duwen de Israëlische arbeiders steeds verder weg van mogelijke sympathie voor de Palestijnen. Het vergroot de mogelijkheden voor de Israëlische kapitalistische klasse om hun oorlogsretoriek ingang te doen vinden bij bredere lagen van de bevolking.

    Gevaar van escalatie

    De situatie kan op ieder ogenblik verder escaleren. Het gevaar van een bredere oorlog in de regio blijft ook bestaan. Rechtse Joodse kolonisten hebben gedreigd met vergeldingsacties omdat vijf van de acht doden in Jeruzalem een achtergrond van Joodse kolonisten hadden.

    De bloedbaden in Gaza hebben de woede onder de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Israël zelf versterkt. Zo waren er betogingen waarbij met stenen en molotov-cocktails werd gegooid. Er waren ook betogingen in andere landen in de regio, onder meer in Syrië, Jordanië, Libanon en Egypte.

    De Israëlische premier Olmert verklaarde dat alles mogelijk was, van grondoperaties tot luchtaanvallen. De vice-minister van defensie, Matan Vilnai, dreigde zelfs met een “Holocaust” van de Palestijnen.

    De Israëlische regering staat voor een dilemma omdat er tegenstrijdige druk is. Een aantal politici, vooral ter rechterzijde, zijn voor een volledige invasie in Gaza terwijl andere politici waarschuwen voor de gevaren van zo’n operatie. Volgens recente peilingen is 64% van de bevolking voor regeringsonderhandelingen met Hamas.

    Indien er gekozen wordt voor een volledige invasie zal dit leiden tot doden onder de Israëlische militairen, naast een groot aantal Palestijnse doden uiteraard. Onderhandelen met Hamas zou gezien worden als een vernedering. De politici staan volgens sommige Israëlische journalisten dan ook voor een keuze tussen de pest en cholera. Olmert vreest dat het Israëlisch leger misschien wel de Gazastrook kan binnen trekken, maar er nog moeilijk terug uit zal raken. Toen in 1982 Libanon werd binnengevallen, bleef het leger er ook 18 jaar.

    Het Amerikaanse regime is tegen onderhandelingen met Hamas dat wordt beschreven als een terroristische groepering. Voor de VS maakt Hamas deel uit van de ‘as van het kwade’ naast Hezbollah en het Iraanse regime. Nochtans liet Hamas al meermaals weten dat het bereid is om te onderhandelen over een wapenstilstand op langere termijn.

    Het gebruik van militaire macht door Israël zal het regime van Hamas in Gaza niet verzwakken, het zal hen versterken aangezien de Palestijnen de aanvallen zullen zien als onderdeel van de onderdrukking door Israël. Hamas versterkte ook zijn positie toen in januari de grens tussen Gaza en Egypte tijdelijk werd doorbroken. De aanvallen op Gaza verzwakken vooral de uitverkoren gesprekspartner van Israël, de Palestijnse president Abbas die momenteel enkel op de Westelijke Jordaanoever iets te zeggen heeft. De woede van de Palestijnen zorgde ervoor dat de onderhandelingen met Israël tijdelijk werden opgeschort om nadien te worden hervat zonder zelfs de voorwaarde te stellen dat de Israëlische aanvallen op Gaza eerst moesten worden gestopt.

    De Israëlische militaire aanvallen zullen de raketaanvallen op Israëlische steden en dorpen niet verminderen, integendeel. Zo werd er bijna onmiddellijk na de Israëlische aanvallen overgegaan tot het afvuren van Grad raketten op de stad Ashkelon, een stad met meer dan 100.000 inwoners op 20 kilometer van Gaza. Het Israëlische regime heeft geen coherente strategie. Niet zo lang geleden nog verklaarde Olmert dat Israël zal moeten instemmen met het bestaan van een Palestijnse staat om zo te vermijden dat de Palestijnen een meerderheid van de bevolking zouden vormen in het gebied dat door Israël wordt gecontroleerd. In de Financial Times werd daarover gesteld: “Analyseren is één zaak. Iets veranderen is nog iets anders. Olmert heeft een gebrek aan politieke autoriteit en zijn coalitie kan ieder moment vallen.” Op een bepaald ogenblik daalde de populariteit van Olmert in de peilingen tot 3%. Maar alle vertegenwoordigers van het Israëlische kapitalisme zijn gediscrediteerd.

    Klassentegenstellingen in Israël

    Het is niet verrassend dat heel wat commentatoren in de media stellen dat het “vredesproces” dat in november werd opgestart in Annapolis in crisis is. Dat was echter nooit een werkbaar vredesproces omwille van de positie van de Israëlische heersende klasse. Zelfs de Financial Times (6 maart) moest erkennen: “Israël heeft nooit gestreefd naar een realistisch vredesakkoord.”

    De afgelopen week alleen liet de Israëlische regering toe om 400 extra huizen te bouwen in een Joodse nederzetting in Oost-Jeruzalem en 750 op de Westelijke Jordaanoever in de buurt van Jeruzalem, beiden op Palestijns grondgebied dat door Israël wordt bezet sinds 1967. De VS roept niet eens op tot een wapenstilstand en beperkt zich tot een oproep om te onderhandelen.

    In Israël is er een snel groeiende klassentegenstelling waarbij de rijken rijker worden en een derde van de kinderen in armoede leeft. Er is een enorme woede tegenover de regering, rond economische thema’s en de verslechterende veiligheidssituatie. Israëlische Joden zullen nooit bevrijd worden uit de constante cycli van geweld zolang ze geleid worden door kapitalistische politici die belangen hebben bij het gebruik van het nationale conflict. Integendeel wordt het steeds meer duidelijk dat de kans op een erger bloedbad groter wordt.

    De Israëlische arbeidersklasse is geen obstakel op de weg naar de oprichting van een echte Palestijnse staat, het kan ontwikkelen tot een machtige en beslissende kracht tegen de Israëlische heersende klasse. Die moet een nederlaag worden toegebracht om een antwoord te bieden op de problemen van zowel de Israëlische arbeiders als van de Palestijnen.

    Gewone Palestijnen hebben meermaals aangetoond dat ze bereid zijn om te strijden, niet alleen tegen de bezetting maar ook tegen de eigen “leiders” die niet in staat zijn om verandering te brengen. Recent was er een staking op de Westelijke Jordaanoever met heel wat kritiek op de eigen regering. De massa’s willen niet dat hun “regering” verdeeld is tussen Fatah en Hamas, er zijn oproepen tot “nationale eenheid” en die kwestie wordt gezien als iets van cruciaal belang.

    Er is dringend nood aan de ontwikkeling van nieuwe massale arbeiderspartijen op een socialistisch programma en dat zowel in de bezette gebieden als in Israël. Enkel op een socialistische basis kan de levensstandaard van de gewone bevolking erop vooruit gaan en dat langs beide kanten van de verdeling. Dat moet de basis vormen voor een socialistisch Palestina naast een socialistisch Israël om voor altijd komaf te maken met de bloedvergieten.

  • Een blik op Egypte: sociale onrust in het land van de Farao’s

    John Bradley schreef een nieuw boek waarin hij de desintegratie van de Egyptische samenleving beschrijft en beweert dat het land op het punt van een revolutie staat. Alsof de regering het standpunt van de auteur wou bevestigen, ging het over tot een verbod op de verspreiding van het boek in Egypte.

    Recensie door Jon Dale

    Dit is geen boek met droge statistieken die duidelijk maken hoe erg de armen er wel aan toe zijn en wat hun kloof met de rijken is. Doorheen gesprekken met prominente en gewone Egyptenaren beschrijft John R Bradley de ontwikkelende crisis in het land dat een belangrijke bondgenoot van de VS is. Hij toont de rampzalige gevolgen van de opeenvolgende VS-regeringen die blven steun geven aan de repressieve dictatuur van Hosni Moebarak, nu de derde langste heerser in de vier duizend jarige geschiedenis van het land.

    Een historicus vertelde hem: “Er kwamen nieuwe wetten die steeds meer ons dagelijks leven begonnen te regelen. Zogezegde vrijheid van onderwijs zorgde ervoor dat er geen onderwijs meer was. Vrije gezondheidszorg en sociale zekerheid leiden tot de afbraak ervan. In dit proces werd creativiteit iets uit het verleden. Er was een absolute achteruitgang op alle vlakken waarmee er een verbetering had kunnen komen in een stad als Cairo. Wat is het resultaat vandaag? Wel, hetgeen uiteindelijk blijft boven drijven, de stront.”

    Bradley legt veel verantwoordelijkheid voor de huidige problemen bij de machtsgreep van kolonel Nasser in 1952. De toen nog jonge legerofficier wierp het regime van koning Farouk omver. Een aantal van de mensen waarmee hij sprak – schrijvers, rechters, docenten – hebben een “machtige golf van nostalgie” voor de “liberale periode in de Egyptische politiek vanaf de jaren 1920 tot de revolutie van 1952.”

    De auteur heeft duidelijk een rooskleurige visie op deze periode en omschrijft het regime van Nasser ten onrechte als “socialistisch”. Nasser balanceerde tussen de stalinistische Sovjetunie en de zwakke Egyptische kapitalistische klasse. Hij ging over tot de nationalisering van een aantal sectoren, waaronder het Suez-kanaal. Maar er was geen democratische arbeiderscontrole op de samenleving en daarzonder kan er geen socialisme zijn.

    Het feit dat de belangrijkste georganiseerde oppositiebeweging vandaag de Moslimbroederschap (MB) is, komt niet zozeer door het succes van de MB maar wel door het falen van de arbeidersleiders in het verleden. Bradley schrijft hoe Nasser overging tot het arresteren en martelen van tienduizenden MB-leden. Heel wat van de overlevenden trokken naar de Golfstaten waar ze onder invloed van het Wahhabisme kwamen te staan, de uiterst conservatieve ideologie die wordt gepromoot door de Saoedische koninklijke familie.

    Dat was een groot verschil met de Egyptische traditie van Soefisme. Nassers opvolger, Sadat, riep de MB in de jaren 1970 op om terug te komen om de “marxistische oppositie” te bestrijden. Ze kwamen terug met een Wahhabistische intolerantie tegenover anderen, in het bijzonde tegenover de belangrijke Christelijke minderheid in het land.

    De MB telt nu ongeveer 500.000 leden. Volgens Bradley zijn er echter ook minstens 12 miljoen mannen en miljoenen vrouwen en kinderen die deelnemen aan Soefistische festivals die door de MB worden veroordeeld als “niet islamitisch”. Volgens Bradley heeft het Soefisme verhinderd dat de MB sneller kon groeien.

    In 2005 haalde de MB een vijfde van de zetels bij de frauduleuze verkiezingen. Sindsdien kwam er geen echte verdere doorbraak. 80% van de vragen die door de MB werden gesteld in het parlement gingen over de cultuur en de media, en dus niet over thema’s zoals armoede en lage lonen, thema’s waarmee de Egyptische arbeiders op dagelijkse basis mee worden geconfronteerd. Bradley suggereert dat Moebarak de resultaten van de verkiezingen van 2005 bewust had vervalst om naar de MB te kunnen wijzen bij onderhandelingen met de Amerikaanse regering. Bush heeft hierna alleszins niet veel meer over “democratie” in het Midden Oosten gezegd, terwijl dat na de inval in Irak een centrale plaats in zijn retoriek innam.

    Arbeidersalternatief

    Een aantal hoofdstukken beschrijven de corruptie en de repressiepraktijken waarmee Moebarak en zijn omgeving aan de macht bleven. De corruptie verspreidde zich naar ieder onderdeel van de Egyptische samenleving, met inbegrip van de media en het toerisme. Omschrijvingen van martelpraktijken in Egyptische politiekantoren vind je zowat overal – de technieken doen overigens denken aan deze van de Amerikaanse troepen in Abu Ghraib in Bagdad.

    Enkel op het einde van het boek schrijft Bradley dat er eind 2007 een “golf van industriële onrust met tienduizenden arbeiders” was, een beweging op “een schaal die Egypte niet meer had gezien sinds de jaren voor de coup van 1952.” Het is spijtig dat hij geen arbeiders die betrokken waren in de stakingen en bedrijfsbezettingen heeft geïnterviewd.

    Bradley concludeert met het dilemma voor de komende Amerikaanse regering. Hij biedt ook wat advies aan. Volgens de auteur moet de 2 miljard dollar steun per jaar worden verbonden met vooruitgang en hervormingen, waarbij moet worden gedreigd dat de immense steun zou gegeven worden aan projecten die opkomen voor democratie. Volgens de auteur zal de MB bij een blijvende repressie enkel maar groeien omdat zij de enige georganiseerde oppositie vormen.

    Dat is echter niet de enige mogelijkheid. Op dit ogenblik geven peilingen aan dat 87% van de bevolking ontevreden is met de regering. De arbeiders en jongeren die moedig opkwamen tegen de repressie van Moebarak zullen moeten bouwen aan nieuwe onafhankelijke vakbonden en een arbeiderspartij. Met een programma voor democratisch socialisme zou dit een enorme steun kunnen krijgen onder de bevolking. Het zou de positie van de regering bedreigen en een voorbeeld kunnen worden voor arbeiders in heel de regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

    “Inside Egypt: the land of the Pharaohs on the brink of a revolution” door John R Bradley

  • Politieke impasse in de Koerdische regio van Irak

    Veel Koerden in het Noorden van Irak zagen de door de VS geleide invasie van Irak in 2003 en de autonomie die hen werd toegekend door de Irakese marionettenregering als een mogelijkheid om vrijheid en onafhankelijkheid te bereiken. Het resultaat is het tegenovergestelde van wat een meerderheid van de Koerden had verwacht.

    Artikel door Rozh Ahmad

    De onafhankelijkheidsbeweging wordt geleid door twee Koerdische nationalistische partijen – de Patriottische Unie van Koerdistand (PUK) en de Democratische Partij van Koerdistan (PDK) – die elk een verleden hebben van geweld en vijandigheden tegenover elkaar, onder meer tijdens de verschrikkelijke Koerdische burgeroorlog van 1993-98.

    Nu vormen ze één ‘familie’ die onder elkaar de postjes verdelen en toegang willen tot de middelen van de Koerdische regionale regering (KRG). Sinds de vorming van de KRG moest worden afgerekend met onveiligheid en politieke onstabiliteit. De regio is geschokt door de corruptie en de onderdrukking die dagelijks wordt uitgevoerd door vertegenwoordigers van de regionale regering.

    Deze regering is niet in staat om basisbehoeften als elektriciteit, water of olie en gas te voorzien. Nochtans bezit het olieveld van Kirkoek één van de grootste oliereserves ter wereld. Op 9 juli brak een massaal protest uit in de straten van Sulaimani, een Koerdische stad in het noord-oosten van Irak. Duizenden jonge betogers kwamen op straat om water en elektriciteit te eisen.

    De protestactie groeide snel uit tot enkele duizenden betogers. Zelfs in de straten die leiden tot nieuwe Westerse shoppingcentra (waar de meerderheid van de bevolking niets kan kopen) sloten mensen aan bij de actie. De belangrijkste slogan van de betogers was: “water en elektriciteit”. De betogers begonnen er ook andere slogans aan toe te voegen, zoals “democratie” of “recht op zelfbeschikking”. De actievoerders trokken naar het stadhuis.

    De politie kreeg opdracht om de betogers te stoppen voor ze aan het stadhuis aankwamen. De lokale politie haastte zich om de uniformen en uitrusting die ze kregen van de Amerikaanse en Britse troepen in de regio mee te nemen. Twee betogers werden opgepakt toen de politie iedere actie voor het stadhuis probeerde tegen te houden. Toen kondigde het hoofd van de gemeenteraad plots aan dat hij wou onderhandelen met de actievoerders.

    Vertegenwoordigers van de betogers gingen naar binnen om hun eisen duidelijk te maken. Ze kwamen al snel terug naar buiten met de mededeling dat het gemeenteraadslid had beloofd om de eisen over te maken aan het parlement. De betogers trokken naar huis. Eens te meer kwam er een belofte, eens te meer een leugen.

    Iedere zomer opnieuw zijn er protestacties zoals op 9 juli. In de zomer van 2006 was er een hele reeks van betogingen in de steden en dorpen van het Koerdische deel van Noord-Irak. Al deze protestacties hebben nog niet tot verandering geleid. Daartoe zal er immers nood zijn aan een onafhankelijke oppositie in de regio.

    De meeste traditionele partijen hebben het idee van een onafhankelijk Koerdistan opgegeven. Links is in het algemeen niet goed georganiseerd en de vroegere communistische partijen zijn nog een schaduw van het dogmatisme en opportunisme uit het verleden. Er is dringend nood aan een partij die het idee van een onafhankelijk Koerdistan verbindt met de sociale bevrijding van de arbeiders en armen. Zonder sociale bevrijding, zullen democratie en onafhankelijkheid slechts woorden zijn zonder enige reële betekenis. Dat zijn we nu al in de regionale regering van Koerdistan.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop