Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika

  • Stop de Israëlische staatsterreur!

    Het Israëlische leger trad gewelddadig op tegen hulpkonvooien in internationale wateren op weg naar de Gazastrook. Daar zitten anderhalf miljoen Palestijnen opgesloten in een openluchtgevangenis die door het Israëlische regime wordt afgesloten.

    Protest na dodelijke repressie

    Het vermoorden van negen hulpverleners door het Israëlische leger leidde tot grote betogingen in onder meer Turkije en de rest van de wereld. De VN-Veiligheidsraad volgde eens te meer de Amerikaanse koers en weigerde een resolutie goed te keuren waarin het optreden van de Israëlische regering werd veroordeeld. In de plaats daarvan werd enkel opgeroepen tot een “onpartijdig onderzoek” naar de doden.

    In het Europees parlement antwoordde de linkse verkozene Joe Higgins op dat argument: “Het is perfect duidelijk wat er gebeurd is: het was een geval van piraterij in internationale wateren.” Joe reageerde met die stelling op de weigering van de Amerikaanse ambassadeur bij de EU om het optreden van het Israëlische leger te veroordelen.

    De 700 aanwezigen op het hulpkonvooi namen deel aan deze operatie om de bevolking van Gaza te helpen. Die bevolking wordt nu al vier jaar belegerd en heeft geen toegang tot basisvoorzieningen. Het hulpkonvooi vormde geen bedreiging voor Israël en de activisten waren ongewapend. Ze wilden enkel bouwmateriaal en hulpgoederen bezorgen aan de bevolking van Gaza. Sinds de vernieling van veel huizen door het Israëlische leger in 2009 is er geen enkele heropbouw geweest.

    De blokkade van de Gazastrook heeft de werkloosheidsgraad opgedreven tot meer dan 50%. Volgens de Wereldbank is 90% van het water in Gaza niet geschikt voor menselijke consumptie. 70% van de bevolking is afhankelijk van liefdadigheid om te overleven. De aanval van het Israëlische leger in 2009 heeft 15.000 huizen verwoest. Bij die aanval vielen honderden doden en duizenden gewonden, waaronder heel wat kinderen.

    Dit nieuwe bloedbad toont aan hoe ver de Israëlische staat wil gaan om de belegering van Gaza in stand te houden. De belangrijkste kapitalistische machten weigerden om dit nieuwe geweld te veroordelen. De imperialistische machten en corrupte lokale elites waarop de imperialisten zich baseren in het Midden-Oosten worden enkel gedreven door hun eigen belangen: toegang tot grondstoffen, strategische posities en prestige. Daarvoor moeten de rechten van de bevolking wijken, in het geval van de Palestijnse bevolking op wel bijzonder brutale wijze.

    Stop de onderdrukking

    De linkse socialisten namen internationaal deel aan protestacties: zowel in de VS als in Libanon en zelfs in Israël zelf, waar enkele honderden betogers tegen de stroom in protesteerden tegen het optreden van hun regering, tegen de belegering van Gaza en tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever.

    Tnua’t Maavak Sozialisti (Socialistische Strijdbeweging, onze Israëlische zusterorganisatie) stelde in een verklaring onder meer: “De Israëlische regering weigert op cynische wijze enige verantwoordelijkheid te nemen voor dit gebeuren. We hebben geen “onderzoekscommissie” nodig om te begrijpen dat de verantwoordelijkheid voor de moord op verschillende actievoerders bij hooggeplaatse figuren uit het leger en de regering ligt.

    “Een aantal [Israëlische] media probeert ons wijs te maken dat de soldaten werden aangevallen nadat met “objecten” vanop de schepen naar hen was gegooid. De IDF-soldaten moesten daar evenwel niet in de buurt zijn. In werkelijkheid werd het leger ingezet om het recht op protest de kop in te drukken.

    “De ministers, generaals en hun bevriende journalisten proberen de aandacht van de agressiepolitiek af te leiden. De regering van Bibi – Barak – Lieberman voert een onderdrukkende afbraakpolitiek met de belegering en bezetting van Gaza en het opvoeren van racistische gevoelens tegenover de Arabisch-Palestijnse bevolking in Israël zelf. De regering is oorlogszuchtig en de onderdrukking van de Palestijnen brengt ook de belangen van de gewone Israëli’s schade toe.

    “Wij stellen dat het enige antwoord op de rampspoed en andere horror door het Israëlisch-Palestijnse conflict, bestaat uit de opbouw van een brede sociale beweging van Israëli’s en Palestijnen, waarbij Joden en Arabieren samen in actie komen tegen de aanstokers van de verdeel-en-heers-politiek, tegen de belegering en de bezetting, tegen iedere vorm van onderdrukking en discriminatie. Een dergelijke beweging moet opkomen voor democratische nationale rechten, gelijkheid voor iedereen en de omverwerping van de corrupte kapitalistische elites in de regio.”

    Massabeweging uitbouwen

    Iedere belangrijke stap vooruit in de geschiedenis van de Palestijnse strijd was het resultaat van een actieve mobilisatie van de Palestijnse massa’s. Dat was het geval tijdens de eerste Intifada, maar recenter op een kleinere schaal ook met de massale actie waarmee de blokkade aan de grens in Rafah tijdelijk werd doorbroken.

    Voor de Palestijnse massa’s is een beweging van arbeiders en armen in Gaza en daarbuiten de enige manier om tot verandering te komen. Zo’n beweging is de enige kracht die de belegering kan doorbreken. Het zou een regionale impact hebben en de basis vormen om samen te strijden voor bevrijding en tegen het kapitalisme en barbarij.

    • Stop de Israëlische blokkade van Gaza. Voor de onmiddellijke terugtrekking van het Israëlische leger uit de Palestijnse gebieden
    • Voor een massale strijd van de Palestijnen onder hun eigen democratische controle en voor echte nationale bevrijding
    • Voor onafhankelijke arbeidersorganisaties in Palestina en Israël
    • Geen vertrouwen in de kapitalistische regeringen of de VN
    • Voor arbeiderssolidariteit doorheen het Midden-Oosten en internationaal met de Palestijnse strijd
    • Voor een strijd voor democratisch socialisme in Palestina, Israël en de rest van het Midden-Oosten met een garantie voor democratische rechten van alle nationale minderheden
  • Agressie tegen vredesactivisten. Pamflet van de linkse socialisten in Libanon

    We publiceren een vertaling van het Arabische pamflet dat deze week in Beiroet werd verspreid door leden van het CWI in Libanon. Het pamflet werd verdeeld op de protestacties tegen het bloedbad dat door het Israëlische leger werd aangericht onder vredesactivisten.

    Het CWI in Libanon en internationaal betuigt haar medeleven met de families en vrienden van de activisten die werden vermoord door het reactionaire Israëlische leger. We hebben bewondering voor de moed van de activisten die deze hulpoperatie hebben opgezet en we eisen een vrije doorgang naar Gaza voor de 750 mensen uit 40 landen die de Israëlisch-Egyptische blokkade willen doorbreken.

    De boten die door de Israëlische soldaten werden aangevallen, brachten voedsel, medicijnen en bouwmaterialen om huizen te bouwen naar Gaza. Anderhalf miljoen Palestijnen zijn er gevangenen in de grootste openluchtgevangenis ter wereld sinds de belegering van de Gazastrook door Israël vanaf december 2008. De blokkade van Gaza heeft ertoe geleid dat de werkloosheidsgraad is opgelopen tot meer dan 50%. De Wereldbank stelt dat 90% van het water in Gaza niet geschikt is voor menselijke consumptie. 80% van de inwoners leven er met minder dan 1 dollar per dag en 70% is afhankelijk van liefddadigheid om aan eten te geraken. Chronische ondervoeding is het lot van 15% van de kinderen in Gaza en dit zal verdere ernstige gevolgen hebben voor hun ontwikkeling de komende jaren. Het Israëlische leger heeft 15.000 huizen vernietigd, scholen gebombardeerd, fabrieken en diensten met de grond geleid gemaakt. Ook werden minaretten van de moskeeën vernield. De illegale oorlog tegen de bevolking van Gaza heeft geleid tot honderden doden en duizenden gewonden, waaronder veel kinderen.

    De aanval op de “vrijheidsboot” is slechts het laatste voorbeeld van het gewelddadige karakter van het Israëlische regime. Het toont de waanzinnige agressie van de regering. Als reactie hierop waren er woedende betogers in Gaza, Palestina en in de rest van de wereld. Duizenden betogers eisen het einde van de brutale onderdrukking van de Palestijnen. Het CWI neemt internationaal deel aan deze protestacties en voert mee campagne tegen het racistische, repressieve en rechtse Israëlische regime. Deze kapitalistische regering wordt nochtans gesteund door heel wat andere regimes in zowel de Arabische als de Westerse regering die geen probleem hebben met de uitbuiting van de Palestijnse massa’s en de aanhoudende militaire bezetting gecombineerd met economische sancties.

    Arabische regimes laten Palestijnen opnieuw in de kou staan

    Voor de Palestijnse arbeiders en armen is het tijd dat er een verenigde massale beweging komt in en buiten Gaza. Zo’n massabeweging is de enige kracht die in staat is om de belegering te breken en de grenzen te openen. Het zou een grote impact hebben op de arbeiders en onderdrukten in de regio om deel te nmen aan de strijd voor vrijheid en voor het beëindigen van kapitalisme en barbarij. De politieke fracties van de Palestijnen hebben eens te meer aangetoond dat ze niet in staat zijn om de Palestijnse massa’s te organiseren in de strijd voor vrijheid. Het zijn de arbeiders en armen die nu de prijs betalen voor het falen van de heersende elites. Zij moeten opkomen tegen het systeem van koloniale oorlogen en massale armoede. Alle Arabische partijen en alle gevestigde partijen weigeren in te gaan op de roep naar het doorbreken van de belegering van Gaza. Ze zijn allemaal bang van de ontwikkeling van een onafhankelijke massabeweging die ook hen van de macht zou verdrijven. Het zijn onstabiele en weinig populaire regimes die met handen en voeten gebonden zijn aan de politieke en economische druk van de grote bedrijven.

    De slachtpartij door de Israëlische troepen heeft wereldwijd geleid tot veroordelingen. Maar de verklaringen van beschaamde VN-diplomaten en politici gaan niet zo ver dat er een veroordeling komt van de belegering. Al deze regimes, ook in Turkije en Libanon, worden gecontroleerd door het grootkapitaal en wachten op groen licht van het VS-imperialisme.

    Er waren onmiddellijk protestacties tegen de slachtpartij met honderden betogers in Libanon en tienduizenden in de rest van de regio. Velen denken dat een oorlog momenteel niet waarschijnlijk is, maar het is niet uitgesloten dat er een nieuwe militaire aanval komt op iedere kracht die zich verzet in de regio. De verzwakte Israëlische regering probeert zichzelf terug op de kaart te plaatsen en gebruikt daarvoor militaire macht. De boodschap is duidelijk: het Israëlische regime wil niet toelaten dat de sancties worden doorbroken en wil iedereen afstraffen die de Palestijnse bevolking van Gaza wil steunen.

    De populariteit van Hamas in de Gazastrook is de afgelopen periode sterk afgenomen omwille van economische maar ook sociale redenen. De slachtpartij en de sancties zullen bij gebrek aan een massabeweging met een socialistisch alternatief een aantal wanhopige jongeren ertoe brengen om de methoden en ideeën van Hamas over te nemen. Dat wijst op de noodzaak en dringendheid om een socialistisch alternatief uit te bouwen waarmee het brutale kapitalistische systeem in de regio en de rest van de wereld omver kan worden geworpen.

    Ons standpunt

    • Laat alle vredesactivisten vrij
    • Stop de sancties tegenover Gaza – open de grenzen
    • Voor een massale beweging van arbeiders en armen in de regio tegen het kapitalisme
    • Voor een einde aan oorlog en armoede – voor wereldwijd socialisme

    > Hier vind je deze tekst in het Arabisch

  • Amerikaanse ambassadeur onder vuur genomen naar aanleiding van Israëlische agressie

    In het Europees parlement vond deze week een discussie plaats met de Amerikaanse ambassadeur bij de EU, William E. Kennard. Dat was in het Internationale Handelscommissie waarin ook Joe Higgins zit. Hij vroeg de ambassadeur naar een duidelijke veroordeling van het gewelddadig optreden tegen vredesactivisten.

    “In de jaren 1960, 70 en 80 stond de VS bekend voor een beleid van zogenaamd waardenvrije handelsrelaties. Daarbij werd handel gedreven en steun gegeven aan brutale dictaturen doorheen de wereld. Ik vraag me af in welke mate dit onder Obama is veranderd. Zullen de handelsrelaties tussen de VS en Israël veranderen na wat gebeurd is met de moord op minstens negen vredesactivisten op boten die naar Gaza trokken?”

    De ambassadeur antwoordde dat Obama een verklaring had afgelegd waarin hij zijn spijt betuigde voor wat was gebeurd. Hij benadrukte vooral dat er eerst een volledig beeld moet zijn van de feiten. Joe Higgins verklaarde: “Het is perfect duidelijk wat er is gebeurd – het was een geval van piraterij in internationale wateren.”

  • Linkse socialisten protesteren ook in Israël tegen de agressie: stop de blokkade!

    We publiceren een vertaling van een verklaring van Tnua’t Maavak Sozialisti / Harakat Nidal Eshtaraki (Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina) naar aanleiding van het bloedbad dat door het Israëlische leger op een internationaal hulpkonvooi. De linkse socialisten in Israël namen ook deel aan de protestacties gisteravond.

    Dit is een eerste reactie van de Socialistische Strijdbeweging, het CWI in Israël, naar aanleiding van de moord op actievoerders toen het Israëlische leger (IDF) een internationaal hulpkonvooi overviel. We roepen iedereen op om deel te nemen aan de betogingen en protestacties.

    Tot 20 activisten werden vermoord en anderen raakten gewond toen het leger op bevel van de gewelddadige en rechtse regering overging tot een aanval op de actievoerders op het internationale hulpkonvooi dat met boten op weg was naar de Gazastrook om er voedsel en medicijnen te bezorgen. Net als bij vorige acties was er geen sprake van een dreiging voor de veiligheid van de Israëlis. Er werden helikopters gestuurd samen met de marine en 200 militairen om de activisten buiten het Israëlische grondgebied aan te vallen en van de Gazastrook weg te houden.

    De Israëlische regering weigert op cynische wijze enige verantwoordelijkheid te nemen voor dit gebeuren. We hebben geen “onderzoekscommissie” nodig om te begrijpen dat de verantwoordelijkheid voor de moord op verschillende actievoerders bij hooggeplaatse figuren uit het leger en de regering ligt. Er is een opvallend gebrek aan details in de media. Een aantal [Israëlische] media probeert ons wijs te maken dat de soldaten werden aangevallen nadat met “objecten” vanop de schepen naar hen was gegooid. De IDF-soldaten moesten daar evenwel niet in de buurt zijn. In werkelijkheid werd het leger ingezet om het recht op protest de kop in te drukken.

    De ministers, generaals en hun bevriende journalisten proberen de aandacht van de agressiepolitiek af te leiden. De regering van Bibi – Barak – Lieberman voert een onderdrukkende afbraakpolitiek met de belegering en bezetting van Gaza en het opvoeren van racistische gevoelens tegenover de Arabisch-Palestijnse bevolking in Israël zelf. De regering is oorlogszuchtig en de onderdrukking van de Palestijnen brengt ook de belangen van de gewone Israëlis schade toe.

    Wij stellen dat het enige antwoord op de rampspoed en andere horror door het Israëlisch-Palestijnse conflict, bestaat uit de opbouw van een brede sociale beweging van Israëlis en Palestijnen waarbij Joden en Arabieren samen in actie komen tegen de aanstokers van de “verdeel-en-heers”-politiek, tegen de belegering en de bezetting, tegen iedere vorm van onderdrukking en discriminatie. Een dergelijke beweging moet opkomen voor democratische nationale rechten, gelijkheid voor iedereen en de omverwerping van de corrupte kapitalistische elites in de regio.

    De Socialistische Strijdbeweging roept op om deel te nemen aan de geplande protestacties in Tel-Aviv, Jeruzalem en Haifa. We verspreiden daarbij volgende slogans:

    • Het protest is geen terrorisme – stop de belegering
    • Veiligheid bereik je niet door betogers te vermoorden
    • De racistische regering bedreigt onze veiligheid
    • Dit geweld leidt niet tot veiligheid, het is een ramp, de regering liegt
    • Generaals en ministers: stop het vermoorden van betogers
    • Geen doofpot
    • Joden, weiger om vijanden [van de Palestijnen] te zijn
    • Investeer in onderwijs, niet in belegering en bezetting
    • Ja aan openbare diensten en gezondheidszorg – Neen aan oorlog
    • Stop de belegering, de vestigingen, de muur, de afscheiding, stop racisme
    • Stop de bezetting

    > Video in de Israëlische media waarbij ook militanten van het CWI aan het woord komen. Ter info: er waren ongeveer 2.000 betogers op de linkse betoging tegen de agressie, een rechtse betoging uit steun aan het leger bracht slechts enkele honderden op de been en was een pak kleiner (op het einde van de video komen ook daar beelden van).

  • Schandalige aanval op hulptransport naar Palestijns gebied

    Een hulpkonvooi op weg naar Gaza werd aangevallen door het Israëlische leger. Daarbij zijn volgens de media 20 doden gevallen. Het leger beweerde dat de mensen van het hulpkonvooi een aanval hadden ingezet. Het Israëlische regime doet er alles aan om solidariteit met de Palestijnen de kop in te drukken. Diegenen die hulp willen bieden aan de inwoners van de Gazastrook krijgen met een zelfde repressie en geweld te maken als de Palestijnen zelf.

    De schepen waren op weg van Cyprus naar de Gazastrook. Met zowat 700 activisten op verschillende boten zou tot tienduizend ton aan hulpgoederen worden overgebracht naar Gaza. Dat was een doorn in het oog voor het Israëlische regime dat had aangekondigd dat de schepen nooit tot in Gaza zouden geraken.

    Eind vorige week verklaarde Europarlementslid Joe Higgins: “Ik waardeer de inspanningen van activisten uit tal van landen om de broodnodige medicijnen en voedselvoorraden te leveren aan de bevolking van Gaza. Die bevolking leeft in de verschrikkelijke omstandigheden van een open lucht gevangenis die wordt opgedrongen door het Israëlische regime.

    “Heel wat schepen op weg naar Gaza worden bedreigd door het Israëlische leger. Ik roep op om de druk op te voeren zodat de hulpgoederen ter plekke kunnen geraken. Ik zal mijn standpunt ook overmaken aan de Israëlische ambassadeur in Dublin.

    “Belangrijker dan diplomatische druk is de noodzaak van een verenigde campagne van massaal verzet in Israël en Palestijnen waarbij gewone Palestijnen en Joden samen in actie komen tegen de aanhoudende onderdrukking van de Palestijnse bevolking door de Israëlische staat. Onze zusterorganisatie in de regio, de Socialistische Strijdbeweging, staat voor zo’n programma en pleit voor een vrijwillige federatie van twee democratisch socialistische staten op basis van overeengekomen grenzen en waarbij de rechten van minderheden worden gegarandeerd.”


    Lees ook:

    • Recensie. Gaza, Geschiedenis van de Palestijnse tragedie door Lucas Catherine en Charles Ducal
    • Israël/Palestina. Onstabiliteit, polarisatie en groeiende interesse in socialistische ideeën
    • Revolutie en contrarevolutie in het Midden-Oosten
    • Interview met een linkse socialist uit Israël. Verzet tegen oorlog, bezetting en kapitalisme
  • Irak. Zeven jaar na het begin van de oorlog is er geen einde in zicht

    Of het nu de huidige premier Nuri al-Maliki is of oppositieleider Iyad Allawi die de verkiezingen wint, het resultaat zal weinig verschil maken voor de grote meerderheid van de gewone arbeiders en hun gezinnen in Irak. Er komt een verscherping van de communautaire tegenstellingen, onstabiliteit en armoede.

    Artikel door Joe Higgins

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Op Socialisme 2010 is er op zondag 25 april tussen 13u en 15u een commissie over de strijd tegen oorlog en onderdrukking.
    [/box]

    Na zeven jaar blijkt dat de bezetting een nooit geziene ramp voor de bevolking betekent. De samenleving raakt steeds meer gefragmenteerd langs religieuze, sectaire en nationale lijnen. De tegenstellingen zijn veel scherper dan wat ooit het geval was onder de brutale dictatuur van Saddam Hoesein. De spanningen tussen de nationale groepen blijven bestaan. De Koerden in het noorden eisen meer autonomie, tegen de Turkmenen en sjiieten in deze regio in. Buurland Turkije vreest dat meer autonomie of onafhankelijkheid voor de Koerden in Irak de beweging voor zelfbeschikking onder de Koerdische minderheid in Turkije zou versterken. In de rest van het land staat de voormalige dominante Soennitische minderheid steeds verder af van wat het beschouwt als een Sjiietisch regime. Dit leidt steeds vaker tot sectaire aanvallen.

    Er zijn zoveel bomaanslagen dat de media er amper nog bericht over uitbrengen. Iedere dag opnieuw zijn er tussen de 10 en de 15 aanvallen op regeringsvertegenwoordigers of bezettingstroepen. In de aanloop naar de verkiezingen waren er heel wat aanslagen met bomauto’s.

    Ondanks het feit dat Irak de vierde grootste oliereserve ter wereld heeft, is slechts 18% van de bevolking tevreden met de elektriciteitsvoorziening. In 2005 was dat nog 25% volgens dezelfde bron, het Amerikaans ministerie van defensie. UNICEF schat dat 40% van de kinderen geen toegang heeft tot drinkbaar water en de toegang tot proper sanitair is nog beperkter.

    Minstens vier miljoen mensen zijn moeten vluchten en leven in vluchtelingenkampen in Syrië en Jordanië of in een sloppenwijk in Irak zelf. Meer dan 60% van diegenen die niet gevlucht zijn, leven in huizen waar heel wat werk aan is als gevolg van de jaren van oorlog en bombardementen.

    Dat zijn dan nog enkel de materiële vernietigingen, er is ook een enorme verwoesting van menselijke levens. Het aantal burgerdoden als direct gevolg van de oorlog wordt op zowat 100.000 geschat, maar er wordt algemeen aangenomen dat dit een zware onderschatting is. Het Britse medische blad Lancet plaatst de dodentol zelfs op meer dan 600.000. Wat er ook van aan is, er is sowieso sprake van een massale slachting van onschuldige Irakezen.

    In Fallujah, de stad waar er hevig verzet was tegen de bezetting, heeft de repressie sporen nagelaten. De BBC stelde dat de kindersterfte en het aantal kinderen met lichamelijke afwijkingen fors toeneemt in de stad. Dokter Ayman Qais verklaarde: “Voor 2003 zag ik sporadisch baby’s met afwijkingen. Maar de frequentie is nu dramatisch toegenomen.” Dat komt door het gebruik van verarmd uranium en witte fosfor door de coalitietroepen. Vroeger had Irak één van de meest ontwikkelde gezondheidssystemen in de regio, maar daar blijft vandaag weinig van over.

    Als dit het resultaat is van de “geslaagde missie”, dan moeten we ons de vraag stellen hoe een niet-geslaagde missie van de Amerikaanse heersende klasse er wel uit ziet.

    Van bij het begin van de oorlog was duidelijk dat deze oorlog de multinationals en de heersers van het wereldkapitalisme, in het bijzonder de oliebedrijven, moest dienen. Met meer dan een triljoen dollar gemeenschapsgeld uit de VS was de oorlog en de bezetting een bron van kansen voor grote bedrijven, waaronder de olie-industrie en de private militaire sector.

    Met het ondertekenen van Order 39 deed de voormalige topmanager van Irak, Paul Bremer, wat geen enkel kapitalistisch land ter wereld ooit realiseerde: de volledige privatisering van de economie. Dat gebeurde met een enkele pennestreek. Bremer heeft de enorme olie-industrie geopend voor buitenlandse bedrijven. Nu is 75% van die industrie in handen van de grote multinationals die 100% van de winsten uit het land kunnen weghalen. Beeld je eens in wat het investeren van de enorme inkomsten uit deze industrie zou kunnen betekenen voor de scholen, huisvesting, ziekenhuizen en jobs in een land waar in sommige regio’s 70% van de bevolking werkloos is. Dat gebeurt niet om de middelen te laten verdwijnen in de zakken van Shell, Exxon,…

    Bij de winnaars van de bezetting vinden we ook de private militaire bedrijven zoals Blackwater (dat nu XE noemt). Met een groeiend aantal militairen die omkomen (nu reeds opgelopen tot 4.379) en een overspanning van de militaire middelen, werd de deur opengezet voor een privatisering van de oorlog. Op het hoogtepunt waren er meer dan 100.000 huurlingen gestationeerd in Irak om veiligheidsdiensten te verlenen en de troepen te begeleiden. Ze werden vrijgesteld van mogelijke vervolging onder de Irakese wetgeving. Er waren tal van incidenten, maar de huurlingen gingen vrijuit. Tussen 2004 en 2007 alleen kreeg Blackwater ongeveer 1 miljard dollar voor haar diensten. Dat is het ware gezicht van de oorlog in Irak: een oorlog die wordt betaald door de belastingsbetalers en winsten oplevert voor de grote bedrijven.

    Ondanks de verwoestingen, begint de gewone bevolking de strijd aan te gaan. De ooit sterke vakbonden werden onder Saddam vervolgd, maar beginnen vandaag opnieuw de spierballen te laten rollen. Begin dit jaar was er een opvallende beweging van arbeiders uit de textielsector die een loonsverhoging eisten. Dat is een teken van een nieuwe periode die zich aandient voor de bevolking van Irak, een periode waarin zal worden gestreden om de omvangrijke natuurlijke rijkdommen van het land onder de democratische controle en beheer van de meerderheid van de bevolking te plaatsen. Het kapitalisme zal daarbij naar de geschiedenis worden verwezen.

  • De moord op Hrant Dink drie jaar geleden … de Tekel-werkers vandaag. Zelfde strijd

    Op 19 januari was het drie jaar geleden dat de uitgever-journalist Hrant Dink van het tweetalige Turks-Armeense tijdschrift Agos voor zijn kantoor in Istanbul werd neergeschoten. Moorden op journalisten in Turkije gingen in 1979 van start. Hrant Dink was geen uitzondering op de regel.

    Lezersbrief door Dikili vanuit Turkije

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Lees ook:

    • Het Koerdisch (of Democratisch) initiatief lijkt niet alleen begraven, het is dood (13 december)
    • Adana Demirspor versus Livorno Calcio. Supporters winnen de wedstrijd (10 september)
    • Turkse zomer… begin van een Koerdische lente? (26 augustus 2009)
    • Turkije. Vakantie en mensenrechten (4 augustus 2009)

    [/box]

    In deze moorden is er steeds één constante. De daders handelen niet alleen. Zij maken deel uit van netwerken waarbinnen extreem rechts is geïnfiltreerd. En deze netwerken zijn gelinkt aan hoge officieren binnen politie, gendarmes of het leger.

    Steeds zorgt het ‘onafhankelijke’ Turkse gerecht ervoor dat deze netwerken buiten schot blijven. Dat de organisatoren rustig hun machtsposities houden. Dat geen recht geschiedt en dat ‘de kleine garnaal’ een veroordeling krijgt waarna alles in de doofpot gaat.

    Maar de moord op Hrant Dink, zelf van Armeense afkomst, gaf een elektrische schok in het Turkije van 2007. De AK-partij (sinds 2002 aan de macht met een comfortabele meerderheid) stond immers voor verandering, voor een pro-Europese koers en voor democratie. Vele intellectuelen, hoofdzakelijk afkomstig uit minderheden, gaven een kritische steun aan deze partij. In Istanbul greep een reusachtige betoging plaats waarop meer dan een miljoen mensen aanwezig waren. De slogan was, ‘We zijn allemaal Hrant Dink, we zijn allemaal Armeniërs’. Voor een land waar het Turks nationalisme met de paplepel is ingegoten betekende deze manifestatie dat men het democratiseringsproces niet zou kunnen tegenhouden, dat men de bemoeienis van de militairen beu was, dat de grondwet, opgesteld door de militairen na hun (derde) staatsgreep op 12 september 1980, van tafel moest.

    Maar vele van de betogers van weleer zijn nu in diezelfde AK-partij ontgoocheld. Net zoals vroeger blijft het netwerk buiten schot, meer nog, hoewel het gerecht ‘nalatigheid’ verwijt aan de leiding van de ordediensten, krijgen een aantal onder hen binnenkort promotie. Vele verslagen zijn mysterieus verdwenen (natuurlijk kan overal wel iets verloren gaan, in Turkije lijden blijkbaar velen aan Alzheimer en dat wordt hun vergeven door de procureurs en rechters) en de overgebleven verslagen zijn ‘top secret’ en kunnen niet aan de verdediging gegeven worden!

    Na de eerste arrestaties werd een beschuldigde opgeroepen. Je zou denken, voor een verhoor? Maar neen hoor, de man kreeg inzage van alle verhoren van de beschuldigden en men vroeg hem zijn mening daarover. Toen hij stelde dat hij daar enkel akte van kon nemen liet men hem gaan tot er later een beschuldiging kwam.

    De verdediging krijgt geen inzage van deze verhoren. Omdat hierdoor het gerechtelijk onderzoek zou kunnen geschaad worden. Tja. Wat zeg je dan. Dat het Turkse gerecht werkelijk ‘onafhankelijk’ is.

    Toch behaalde de AK-partij in 2007 tijdens de parlementaire verkiezingen een overweldigende meerderheid (47%).

    Dat de AK-partij voorheen aan de macht kon komen had niet alleen te maken met haar ‘pro-Europese’ standpunt. Turkije had juist twee zware financiële crisissen achter de rug, met een virtueel failliet van de banken tot gevolg en een inflatie die de 100% benaderde of overschreed. Tijdens de verkiezingen van 2002 werd zij wel de grootste partij (met iets meer dan 30% van de stemmen) maar dankzij de grondwet, waar een nationale kiesdrempel is ingebouwd van 10%, raakten slechts twee partijen over de kiesdrempel en haalde de AK-partij een absolute meerderheid.

    De AK-partij had één geluk. De oppositiepartij die vertegenwoordigd was in het parlement, de CHP (Republikeinse Partij) was dan wel in naam sociaal democratisch maar in de praktijk enkel een politiek verlengstuk van de oude Kemalistische elite van Turkije die cruciale posities heeft in de legertop en het gerecht. Daarnaast controleert deze elite het onderwijs en een groot deel van de media.

    De AK-partij besefte dat een werkelijke democratiseringspolitiek haar in conflict zou brengen met het leger en het gerecht en was in woorden democratisch maar in de praktijk heel aarzelend. Bovendien gingen de democratische hervormingen over details, zoals het dragen van een hoofddoek aan de universiteiten en het erkennen dat er minderheden bestonden in Turkije, zonder hun evenwel rechten te geven. Als vertegenwoordiger van de conservatieve opkomende burgerij van Centraal Anatolië wilde de AK-partij een symbolische overwinning halen.

    Waar de ‘democratische hervormingen’ wel doorgingen was op het vlak van sanering van de overheidsfinanciën, de afbraak van de sociale zekerheid en last but not least de privatiseringen. Deze hervormingen zijn telkens gesteund door de Europese Unie en het IMF (Internationaal Monetair Fonds) waarmee een stabiliteitspact werd afgesloten dat betaald werd door de reguliere werknemers zowel in de openbare als de private sector.

    Interessant om weten is dat vóór de staatsgreep van de militairen in 1980 hoofddoeken waren toegestaan in de openbare sector. Na de staatsgreep werd er verplicht sunni-godsdienst onderwijs ingevoerd in openbare scholen maar werden hoofddoeken verboden. De ‘genationaliseerde godsdienst’ wordt voorgesteld als ‘secularisme’ maar staat mijlen veraf van een seculiere staat als Frankrijk. Maar de ‘seculiere elite’ oogt Westers en het overgrote deel van de Turken wenst geen ‘islamitische’ staat.

    De CHP heeft vooral deze kaart gespeeld. Ze beschuldigden de AK-partij van een verborgen agenda om een islamitische staat te vestigen en door uiterlijke symbolen (de vrouw van de eerste minister en de president, beiden van de AK-partij, dragen de ‘politieke’ hoofddoek, de turban) maken ze het de CHP makkelijk om in streken als West-Turkije hun aanhang te behouden, net als in de moderne delen van Istanbul en Ankara. Bovendien behoren vele ambtenaren tot deze seculiere strekking. De politiek inzake vrouwenrechten van de AK-partij, het verbod op alcohol in gebieden waar de AK-partij de burgemeester heeft, de hoge taksen en bezuinigingen in het overheidsapparaat alsook de privatiseringen drijven vele reguliere werkers in de armen van de CHP!

    De AK-partij heeft echter de steun gekregen van de islamitische netwerken die in de bidonvilles van de grote steden zorgen voor brood, onderwijs en geneeskundige zorgen. Deze mensen (65 tot 70% van de bevolking leeft nu in de megasteden) maken 1/3 van de bevolking van de grote steden uit. Zij werken in het ‘zwarte’ circuit en kennen niets van sociale zekerheidsrechten. Zij drinken geen alcohol en zijn afkomstig van het platteland, dikwijls ongeschoold en meestal conservatief. Maar zij maken het (vergeef me de term) kiesvee uit van de AK-partij. Voor hen is de AK-partij de enige die ooit rekening heeft gehouden met hun toestand. En wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

    De Europese Unie wreef in haar handen. Een meerderheidsregering die bezuinigt op de werkenden en zich democratisch voordoet, wat kan men nog meer wensen. Want geloof niet dat Europa bekommerd is om democratie. Zij willen Turkije bij de EU, niet om het lot van de mensen te verbeteren, niet om er te helpen de democratie uit te bouwen, maar enkel en alleen omdat de specialisten van de Europese Unie al uitgerekend hebben dat (voornamelijk de rijke landen binnen de Europese Unie) er hun voordeel mee zullen doen. Het kan cynisch klinken maar dat is het!

    De Kemalistische elite wou echter haar controle op het staatsapparaat niet opgeven. Daarom opende de procureur van het ‘onafhankelijke’ grondwettelijke hof, een bastion van Kemalisten, de procedure om de AK-partij en de Koerdische DTP te sluiten. Het mislukte. De druk van de Europese Unie en de VS was te groot voor de Kemalistische bureaucraten en ze besloten de AK-partij enkel te ‘straffen’ (de helft van de subsidies werd afgenomen). Er was een zucht van verlichting want Europa wil geenszins een coalitieregering zoals in het verleden die haar imperialistische belangen zou kunnen schaden.

    Tegenover de Koerden was Europa veel terughoudender. De DTP moest afstand nemen van de (verboden) PKK, en enkel in woorden stak men een vermanend vingertje op moest het grondwettelijk hof de DTP verbieden. Maar de DTP vertegenwoordigt een verarmd gebied, achtergesteld bij de rest van Turkije. Zij hebben niet de economische macht van centraal anatolische tijgers (die politiek via de AK-partij zijn vertegenwoordigd) en dus konden zij worden opgeofferd.

    Tegenover de schending van syndicale rechten is Europa zelfs nog veel terughoudender. Ze stellen dat Turkije de rechten van de werknemers moet respecteren maar hier is het vingertje heel slap.

    De DTP heeft een probleem. Omdat zij haar electoraat overwegend uitbouwt op (Koerdisch) nationalistische thema’s slaagt zij er niet in een alternatief te vormen voor de traditionele partijen. Daarom blijft haar aanhang grotendeels beperkt tot het Koerdische Zuid Oosten van Turkije. Binnen de DTP heb je verschillende stromingen. Het grootste deel van de kaders zijn sociaal democratisch of links, maar zij begrijpen niet dat het (Koerdisch) nationalisme enkel in botsing kan komen met het (Turkse) nationalisme en dat dit niets bijdraagt aan een oplossing van de kwestie, namelijk een socialistisch Turkije gebaseerd op diverse volkeren die hun autonomie kunnen uitoefenen. Spijtig genoeg geldt hetzelfde voor een groot deel van de Turkse linkerzijde. Zij opteren dikwijls voor een stalinistische politiek die stelt dat Turkije nog steeds een ‘oligarchie’ is met semi-feodalisme op het platteland. Maar de economische realiteit bewijst dat Turkije een ontwikkeld kapitalistisch land is, een economie met grote imperialistische concerns en een lokale exportgerichte burgerij, de economie met het 16de BNP van de wereld, een economie die snel groeit. Zij begrijpen de centraal strategische positie van Turkije in het Midden Oosten niet. Voor hen geldt de ‘stappentheorie’ wat betekent: industrialiseer Turkije, ook het Koerdische gebied en stel daarna de kwestie van het socialisme. Vele ‘linkse sociaal democraten’ binnen de CHP maar ook een groot deel van extreem links, zelfs de DHKP-c verdedigt deze stellingen.

    Maar ook de CHP heeft een probleem. Door haar extreem Turks nationalisme verliest zij aan aanhang. De Alevieten, de grootste religieuze minderheid in Turkije (ongeveer 20% van de bevolking) voelt zich geschoffeerd door Onür Oymen naar aanleiding van het bloedbad in Dersim waar (hoofdzakelijk Koerdisch–Zaza sprekende Alevieten) in 1937-1938 werden uitgemoord. De vice-voorzitter van de CHP stelde immers dat deze oplossingen (namelijk een genocide op de bevolking) te verdedigen waren omdat ze gebeurden ten tijde van Atatürk en dat dergelijke ‘oplossing’ niet slecht zou zijn om het Koerdisch probleem op te lossen. De Alevieten, die wellicht de meest progressieve stroming binnen de islam vertegenwoordigen, keren zich nu af van de CHP. Kiliçdaroglu, een CHP parlementair, zelf afkomstig uit Dersim, ligt onder vuur maar hij pleit ervoor de ‘sociaal democraten’ niet te verdelen. De man staat bekend als een eerlijk sociaal democraat die op een correcte manier dossiers aanpakt en heeft (had) grote aanhang omdat hij zelf Alevi is, maar door zijn halfslachtige houding wordt hij nu uitgespuwd door een groot deel van de Alevieten die oproepen een nieuwe linkse partij op te richten.

    Tenslotte wordt de AK-partij in de tang genomen door haar eigen verklaringen.

    Democratie?

    Nadat het Grondwettelijk Hof van Turkije op 11 december 2009 unaniem besliste om de DTP te verbieden, zag het ernaar uit dat de 19 overgebleven parlementairen van de DTP collectief ontslag zouden nemen uit het parlement. Na enkele weken van onrust in de voornamelijk Koerdische streken van het Zuid-Oosten waarbij het tot gevechten kwam tussen politie en betogers die reageerden op het verbod van de DTP, liet Ahmet Türk (leider van de DTP wiens parlementaire onschendbaarheid werd opgeheven) weten dat de 19 overgebleven parlementairen zouden overstappen naar de BDP (Partij voor Vrede en Democratie) samen met 98 verkozen DTP-burgemeesters.

    In zijn verklaring hieromtrent stelde Ahmet Türk dat zij – op aandringen van Öcalan – beslist hadden te kiezen voor de parlementaire weg. Een verklaring als deze zou in het verleden voor de nodige heibel hebben gezorgd omdat Ahmet Türk hiermee impliciet te kennen geeft dat er linken zijn tussen Öcalan en de DTP. Dit keer echter verwelkomde de AK-partij deze stap.

    Voor de Turkse staat en met name het repressieapparaat, maakte het niet veel uit. Op 24 december volgde een eerste reeks van arrestaties (80 personen) gevolgd door een tweede golf van arrestaties (24 personen) op 28 december. Onder hen negen BDP-burgemeesters en verschillende BDP-partijkaders maar ook mensenrechtenactivisten en leden van NGO’s. De populaire burgemeester van Dýyarbakýr werd opgepakt voor ondervraging en mag het land niet meer verlaten. Het woord is nu verder aan het ‘onafhankelijke’ gerecht.

    Los van het feit dat het verbod van een politieke partij op zich al een schande is voor een land dat zich democratisch noemt, zijn de arrestaties van democratisch verkozenen de klap op de vuurpijl.

    Via onderstaande link kan je protesteren tegen deze praktijk: http://www.gopetition.com/online/33128.html

    Intussen rommelt het binnen de AK-partij. De parlementairen van Koerdische origine (voornamelijk afkomstig uit het Zuid-Oosten) vinden dat de regering veel te lang wacht om het ‘Koerdisch initiatief’ uit te werken, terwijl anderen (afkomstig uit West- en Centraal Turkije) vinden dat de regering al veel te ver is gegaan. In de tweede week van januari moest eerste minister Erdogan proberen de gemoederen te sussen maar het blijft gisten binnen de AK-partij.

    Het ‘Koerdisch’ initiatief is hierdoor uitgedraaid op een totale mislukking. Eens te meer wordt bewezen dat de Turkse grondwet, opgesteld door de militairen na hun staatsgreep op 12 september 1980, geen ruimte biedt voor democratie.

    Maar – en dat is nog veel belangrijker – voor het eerst sinds lange tijd roert de georganiseerde arbeidersbeweging zich.

    Arbeidersbeweging

    Hoewel de AK-partij in woorden de democratie belijdt, is daar zeer weinig van te merken op het sociale vlak. De AK-partij gaat volop verder met privatiseren en dit leidt tot zware conflicten. In december waren er al stakingen van het treinpersoneel, het onderwijzend personeel, de brandweer van Istanbul, de arbeiders van de suikerfabrieken maar het grootste conflict is dat van de Tekel-werkers.

    De ‘syndicale’ wetgeving kan men kort samengevat omschrijven als een wetgeving die erop gericht is iedere vorm van syndicale onderhandeling of actie uit te sluiten.

    • Zo is het ambtenaren in de openbare sector verboden te staken.
    • In de private sector moet er eerst drie maanden onderhandeld worden en als besloten wordt tot staking heeft de werkgever nog een week de tijd om te reageren.
    • Om als vakbond erkend te worden moet men in het bedrijf 50%+1 van de werknemers vertegenwoordigen en binnen de sector 10% van de werknemers vertegenwoordigen. Er wordt slechts één vakbond in het bedrijf erkend. Staken als men niet beschikt over dit percentage is verboden.
    • Piketten (behoudens een symbolisch piket van 5 personen) zijn verboden.
    • Bij een staking is het verboden niet gesyndiceerden de toegang tot het werk te ontzeggen.
    • Bij een staking is het verboden producten die het bedrijf uitgaan of leveringen naar het bedrijf tegen te houden.
    • Solidariteitsstakingen of nationale stakingen zijn verboden.
    • De politie moet toegelaten worden op vakbondsvergaderingen en mag opnames maken.
    • En, last but not least, de regering kan altijd een staking verbieden als ze stellen dat het tegen het nationaal belang is.

    Tekel is een staatsbedrijf waar zo’n 10.000 mensen zijn tewerkgesteld. Het was een staatsmonopolie op alcohol en tabak. In het kader van de privatisering sluit het bedrijf eind januari de deuren en komen deze mensen op straat te staan. Zij vallen onder wet 657, onder de voorwaarden van 4 C. Dit houdt in dat zij kunnen wedertewerkgesteld worden in andere openbare diensten voor een periode van … 10 maanden. Na maanden van onderhandelingen toonde de regering haar sociaal hart en besliste de periode vast te stellen op 11 maanden. Let wel, niet onder dezelfde maar slechtere arbeidsvoorwaarden en lagere lonen. Wie geen job meer heeft kan misschien terecht bij de private bedrijven die de sector zullen beheren wat kan leiden tot een halvering van de huidige lonen.

    Op 14 december trokken de Tekel-workers naar Ankara om een sit-in te houden voor het gebouw van de regerende AK-partij. Op 16 december werden ze verdreven naar een nabijgelegen park dat werd afgezet en de politie gebruikte waterkanonnen, matrakslagen en traangas. Vakbondssecretaris Mustafa Kümlü van Tekgida Iþ werd gearresteerd en later weer vrijgelaten. Verschillende vakbondsleden moesten worden gehospitaliseerd. De ordediensten vonden het immers nodig na de waterkanonnen een aantal arbeiders in het water te drijven in de vrieskou!

    Hierna zijn de Tekel-werkers naar het gebouw van Türk-Iþ getrokken waar zij voor het gebouw verder hun sit-in hielden.

    Na 24 dagen staking werd een nationaal referendum gehouden waarop de werkers met een overweldigende meerderheid beslisten (9628 van de 9683 stemmen wat meer is dan 99%) om verder aktie te voeren en te staken! Vanuit alle delen van het land kwamen de Tekel-werkers naar Ankara. Ze beslisten een sit-in te houden van drie dagen voor de gebouwen van Turk-Iþ gevolgd door een driedaagse hongerstaking die op 18 januari 2010 ingaat.

    Op 17 januari 2010 (zondag laatstleden) werd in Ankara een grote betoging gehouden waarop meer dan 30.000 manifestanten aanwezig waren. De betoging was strijdbaar en meest gehoord was de slogan om over te gaan tot een algemene nationale staking.

    Mustafa Kümlü stelde in zijn toespraak dat de regering beter onmiddellijk maatregelen zou nemen om de loons- en arbeidsvoorwaarden van de Tekel-werkers te garanderen in plaats van te stellen dat zij de manifestaties beu zijn omdat ze slechts door een paar honderd agitatoren worden gesteund (dit zijn de woorden van eerste minister Erdogan van de AK-partij, een partij die net als de CD&V deel uitmaakt van de EVP!).

    Daarnaast stelde hij dat de AK-partij het heeft over democratie en toetreding tot de Europese Unie maar er zelfs niet in slaagt om de meest elementaire arbeidsrechten te respecteren. Tenslotte vroeg hij zich af waarom de eerste minister aan het spreken is over een nieuwe overeenkomst met het IMF. ‘Je hakte in onze sociale zekerheidsrechten. Is dat nog niet genoeg. Je moet een overeenkomst hebben met de bevolking, niet met het IMF.’

    Toen echter duidelijk werd dat Mustafa Kümlü geen nationale staking wou uitroepen bestormden de Tekel-werkers het podium en eisten de nationale staking waarna ze kantoren van Türk-Is bezet hielden. En daar houdt het niet mee op. De Tekel-werkers zijn een hongerstaking begonnen die minstens drie dagen zal duren. Duizenden Tekel-werkers verblijven bij kennissen of familie in de hoofdstad Ankara of bij syndicalisten. De solidariteit is enorm. Uit een opiniepeiling blijkt dat de meerderheid van de Turkse bevolking achter de eisen van de Tekel-werkers staat.

    Uw solidariteit is ook nodig. Teken hier de petitie.

    Er is een belofte – na de bezetting van de gebouwen van Türk-Iþ om de nationale staking uit te roepen. Hopen dat het inderdaad gebeurt voor het te laat is.

    Tenslotte nog dit. De AK-partij heeft de wetgeving op de vakbonden veranderd waardoor meer dan 45 representatieve afdelingen van de verschillende vakbonden niet meer als representatief zullen erkend worden. Als vertegenwoordiger van bijna drie miljoen leden zal hierdoor hun ledenaantal zakken tot onder het miljoen. En dat durft men dan nog democratie te noemen! En zoals steeds, Europa zwijgt!

    Tevens heeft de AK-partij – nu gezakt tot een historisch dieptepunt van 30% in de peilingen – beslist om noch de grondwet te veranderen (enkel na een referendum), noch de kiesdrempel van 10%. Hierin konden zij op steun rekenen van de CHP en de fascistische MHP.

    Het ware gezicht van de AK-partij is getoond. Waar het nu op aan komt is terug een echte arbeiderspartij op te bouwen, gebaseerd op de eisen van de werkende bevolking. De Tekel-werkers (van Turkse en Koerdische origine) bewijzen dat arbeiderssolidariteit de enge grenzen van het nationalisme overschrijdt. Zij verdienen onze steun.

    Want socialisme heeft niets te maken met nationalisme. Dat verdeelt ons. Maar socialisme verenigt ons, overal ter wereld.

  • Israël/Palestina. Onstabiliteit, polarisatie en groeiende interesse in socialistische ideeën

    In de kerstvakantie hield onze zusterorganisatie in Israël, Tnua’t Maavak Sozialisti / Harakat Nidal Eshtaraki (Socialistische Strijdbeweging), een socialismeweekend. Het werd een geslaagde bijeenkomst met 130 aanwezigen, zowel Joden als Arabieren. Een jaar na de verschrikkelijke aanval op de Gazastrook en tegen de achtergrond van een groeiende militarisering, onstabiliteit en nieuwe aanvallen op de levensomstandigheden van de arbeiders en de middenklasse in Israël en de bezette gebieden, is er een groeiende interesse in socialistische opvattingen.

    Door onze reporters in Israël

    Er waren 130 aanwezigen. Het waren zowel Joden als Arabieren, mannen en vrouwen, studenten, arbeiders, gepensioneerden, vakbondsmilitanten,… De discussies gingen onder meer over de recente strijd voor vakbondsrechten, protestacties tegen racisme en discriminatie, de strijd tegen nationale onderdrukking en bezetting en ons socialistisch alternatief op kapitalisme en oorlog.

    Vorig jaar hielden we onze socialismedag net voor het begin van de oorlog in Gaza. We namen nadien deel aan de anti-oorlogsbetogingen in Israël vanaf de eerste dag van de oorlog. Een jaar na de oorlog namen we samen met honderden Arabieren en Joden deel aan de twee betogingen die langs de Israëlische kant van de grens met het belegerde Gaza en in Tel Aviv plaatsvonden. Met die betogingen werd geprotesteerd tegen de aanhoudende belegering van Gaza en werden de 1400 slachtoffers van de oorlog herdacht. De nieuwe dreigementen van de extreem-rechtse regering van Netanyahu maken samen met de repressie tegen de Palestijnen dat de nationale kwestie een brandend actueel probleem blijft.

    Gezamenlijke strijd

    Er is nood aan gezamenlijke strijd van Joden en Arabieren tegen de bezetting en tegen nationale onderdrukking. Dat element werd ten gronde bediscussieerd op de Socialismedag van onze organisatie. Op de eerste sessie werd ingegaan op de protestacties tegen de recente aanvallen van de regering. Jafer Fareh, verantwoordelijke voor het “gelijkheidscentrum” en voormalige studentenleider van de (niet-erkende) Arabische Studentenkring in Israël, benadrukte de noodzaak om de strijd rond dagelijkse thema’s te verbinden met bredere thema’s als racisme, nationale onderdrukking en bezetting. Andere sprekers, waaronder ook vakbondsmilitanten en leden van de Socialistische Strijdbeweging, legden uit hoe het patronaat het racisme en de verdeel-en-heers methoden gebruikt op de werkvloer. Fat’hiya Mossrawi van de vakbond van personeel in de kinderopvang (een vakbond die zowel Joodse als Arabische vrouwen organiseert) gaf een voorbeeld van hoe arbeiders van verschillende nationale achtergronden kunnen samenwerken om te strijden voor hun rechten.

    Ynaiv Klener, een vertegenwoordiger van een alternatief comité van gezondheidspersoneel, legde uit hoe wordt geprobeerd om personeel syndicaal actief te krijgen en in vakbonden te organiseren. Er was ook een spreker van een nieuw arbeiderscomité in een zuidelijke steenfabriek. Ook daar wordt geprobeerd om een vakbondswerking op te zetten. Tenslotte werd op de eerste sessie ook nog gesproken door een leraar en een vertegenwoordiger van een nieuwe radicale holebi-organisatie.

    Socialistisch alternatief op kapitalisme en oorlog

    De tweede sessie ging in op het socialistisch alternatief op kapitalisme, tegen de achtergrond van de wereldwijde economische crisis en de aanvallen op de levensstandaard. De aanhoudende neoliberale campagne van besparingen op de sociale zekerheid en aanvallen op de georganiseerde arbeidersbeweging leidt er toe dat in Israël nu al één derde van de kinderen en één vierde van de totale bevolking onder de armoedegrens leeft. Verschillende sprekers in de discussie benadrukten de onmogelijkheid om onder het kapitalisme een antwoord te bieden op de dringende sociale problemen van armoede en werkloosheid. Ook voor de nationale kwestie en sociale rechten van alle nationaliteiten in de regio hebben kapitalisme en imperialisme geen oplossing. Er is nood aan een onafhankelijke arbeiderspartij als instrument om te strijden voor socialistische verandering.

    De laatste sessie was een panelgesprek over hoe we de arbeidersbeweging in Israël kunnen opbouwen met vijf militanten van de recent opgerichte groep “Power to the Workers” en de algemene vakbondsfederatie Histadrut. Er werd ingegaan op de schandalige rol van de leiding van Histadrut de afgelopen jaren. Ami Vaturi en Arye Gur, twee leiders van de “Power to the Workers” beweging, vertelden hoe de leiding van Histadrut strijdbewegingen had verraden die zij hadden geleid. Efraim Davidi, een lid van de Communistische Partij in Israël en tot in 2007 lid van de leiding van Histadrut (als onderdeel van de Hadash fractie), benadrukte de nood om een laag van bewuste vakbondsmilitanten te organiseren binnen de vakbond. Hij stelde dat de beweging “Power to the Workers” een onnodige afsplitsing is die de georganiseerde arbeidersbeweging verzwakt. Andere sprekers stelden dat het bestaan van “Power to the Workers” een positief effect had op strijdbare syndicalisten binnen Histadrut. Shay Galy, een lid van de leiding van “Power to the Workers” en van de Socialistische Strijdbeweging, stelde dat arbeiders van verschillende vakbonden moeten samenwerken en een front vormen in een gezamenlijke strijd tegen afdankingen, voor hogere lonen en rond thema’s waarmee de arbeiders en hun gezinnen worden geconfronteerd.

    Op onze jaarlijkse socialismedag willen we discussiëren over dringende taken voor de arbeiders in de regio: de economische crisis en ons verzet tegen de pogingen om ons te laten opdraaien voor de gevolgen ervan, de dreiging van een nieuwe regionale oorlog, de bezetting en nationale onderdrukking en de nood aan socialistische verandering. Onder de sprekers waren er 14 vertegenwoordigers van arbeidersgroepen en andere actiecomités. Alle aanwezigen waren het erover eens dat ze veel hadden bijgeleerd door hun ervaringen uit te wisselen. Op die manier werd het ook een belangrijke gebeurtenis om de strijd voor socialisme in Israël, de Palestijnse gebieden en de rest van het Midden-Oosten te kunnen versterken.

  • Nieuw front tegen Al-Qaeda in Jemen

    De VS heeft quasi onopgemerkt een derde front opgestart tegen het Al-Qaeda netwerk. Naast de operaties in Afghanistan en Pakistan werd overgegaan tot een militaire operatie in Jemen. Daarmee komt het front erg dicht bij Saoedi-Arabië en is de regionale verspreiding ook groter. Vanuit Jemen is het maar een kleine stap naar het Afrikaanse Somalië, waar er eveneens een opmars van fundamentalisme is.

    De Amerikaanse president Obama had het eerder over vier landen waar terroristen aanslagen voorbereiden op de VS. Hij sprak over Pakistan, Jemen, Afghanistan en Somalië. In juni verklaarde Gilles De Kerchove, de Europese anti-terreurcoördinator, dat Jemen samen met Pakistan en de noordelijke Sahara moest beschouwd worden als een regio die een bedreiging vormt voor de Europese belangen. De afgelopen maanden was er al meermaals sprake van een groeiende dreiging van Al-Qaeda in Jemen. Het feit dat dit nu leidt tot een min of meer openlijke oorlogsverklaring zal de onstabiliteit van Afghanistan en Pakistan meteen exporteren naar het Arabische schiereiland. Daarmee komt het dicht bij de belangrijke Amerikaanse bondgenoot, Saoedi-Arabië.

    De groeiende aandacht voor de situatie in Jemen kwam er nog voor de mislukte aanslag door Umar Farouk Abdulmutallab, de Nigeriaan die een Amerikaans vliegtuig wou neerhalen en die een tijdlang in Jemen woonde. In december waren er militaire operaties in Jemen waarbij meer dan 100 mensen omkwamen. De operatie werd uitgevoerd door de lokale veiligheidstroepen, maar met de expliciete en directe steun van het Amerikaans leger. Bij de operatie zouden verschillende kampen van Al-Qaeda zijn aangevallen, maar er zou ook zijn opgetreden tegen een etnische en religieuze minderheid die aan de grens met Saoedi-Arabië actief is. Volgens de lokale bevolking waren er ook Amerikaanse vliegtuigen en bommenwerpers bij de operaties betrokken.

    De autoriteiten van Jemen schatten dat er zowat 300 militanten van Al-Qaeda actief zijn in het land, waaronder een kleine 100 afkomstig zijn uit Saoedi-Arabië. Heel wat van deze militanten waren eerder actief in Pakistan. Daar waren er vorig jaar naar schatting tot 8.000 buitenlandse strijders, waaronder heel wat Oezbeken maar ook Arabieren. De aanvallen van het Pakistaanse leger in de Swatvallei en Zuid-Waziristan hebben de lokale Taliban niet verdreven, maar een aantal buitenlandse militanten van Al-Qaeda hebben wel andere oorden opgezocht. Daaronder ook Jemen.

    De regering had aanvankelijk geen probleem met de aanwezigheid van Al-Qaeda, in februari 2009 werden nog 170 militanten vrijgelaten uit de gevangenissen vermoedelijk om te vermijden dat de groep ook in Jemen zelf aanslagen zou uitvoeren. Toen in augustus een mislukte zelfmoordaanslag werd gepleegd op de Saoedische prins Mohammad bin Nayef, de verantwoordelijke voor het Saoedische anti-terreurbeleid, werd de internationale aandacht gevestigd op de aanwezigheid van Al-Qaeda in Jemen.

    In 2009 heeft de VS al 67 miljoen dollar uitgegeven aan het opleiden en begeleiden van de troepen in Jemen, enkel Pakistan kreeg meer steun. Daarnaast zouden er ook al enige tijd Amerikaanse veiligheidsagenten in het land actief zijn. In december waren er militaire aanvallen waarin de VS op directe wijze was betrokken, ook al beweren de regeringen van zowel Jemen als de VS dat de samenwerking tussen beide landen beperkt is tot opleiding. Vlak na de aanvallen telefoneerde Obama meteen naar zijn Jemenitische collega Saleh om hem te feliciteren met de geslaagde operatie.

    Er waren eerder ook aanvallen met artillerie vanuit Saoedi-Arabië, deels om sectaire religieuze redenen (de aanvallen waren gericht op de sjiietische stam van de Hoethi’s) maar tegelijk werd duidelijk gemaakt dat de Saoedi-Arabië niet van plan is om passief toe te kijken bij eventuele militaire acties in buurland Jemen. Het regime van Saleh in Jemen ontkende de Saoedische aanvallen, maar het Saoedische regime was er zelf openlijk over en gaf zelfs persconferenties over deze operaties.

    Op regionaal vlak is Jemen belangrijk. In het zuiden van het land is er een beetje olie, het land ligt vlakbij Saoedi-Arabië en verdere onstabiliteit zou de mogelijkheden voor Somalische piraten in de Golf van Aden vergroten. De beslissing van de VS en Groot-Brittannië om hun ambassades in Jemen te sluiten, wijst niet zozeer op een breuk met het regime maar wel op een voorbereiding om het offensief tegen Al-Qaeda op te drijven. Daarbij zouden de ambassades potentiële doelwitten voor aanslagen worden, net zoals dit in 2008 reeds het geval was met een aanslag op de Amerikaanse ambassade waarbij 19 doden vielen.

    Het uitbreiden van de “oorlog tegen het terrorisme” zal niet leiden tot meer stabiliteit. Het zal de problemen in Afghanistan en Pakistan niet oplossen, het zal eerder de chaos verder verspreiden. Ongetwijfeld zullen de regionale en religieuze spanningen in Jemen verder oplopen, met een groeiende druk in het zuiden van het land om af te splitsen terwijl de sjiietische opstand in het noorden verder woedt. Saoedi-Arabië vreest terecht dat de onstabiliteit niet aan de grens zal stoppen en ook gevolgen zal hebben in eigen land.

    Met deze verdere escalatie van de “oorlog tegen het terrorisme” maakt de Amerikaanse president Obama duidelijk dat hij op dit vlak niet kiest voor een andere politiek dan zijn voorganger, George W. Bush. De oorlogslogica wordt verder gevolgd en vergroot enkel het explosieve karakter van de situatie in landen als Afghanistan, Pakistan, Jemen,…

  • Het Koerdisch (of Democratisch) initiatief lijkt niet alleen begraven, het is dood

    In een vorig artikel (lees hier dit artikel) besloot ik als volgt: “Nationalisme – of het nu Turks of Koerdisch is – leidt enkel tot de impasse. Of de debatten van de hete Turkse zomer zullen leiden tot een Koerdische lente of daarentegen tot een trieste herfst zal vrij snel duidelijk worden. Ik hoop het eerste maar ik vrees het laatste.”

    Lezersbrief door Dikili

    De sluiting van de DTP

    Vandaag [vrijdag] besliste het Turkse grondwettelijk hof unaniem om de DTP (1) te sluiten. Tegelijk wordt het mandaat ontnomen aan acht (van de 21) verkozen DTP-parlementsleden (wat inhoudt dat zij niet enkel hun parlementaire immuniteit verliezen maar nu ook kunnen worden opgesloten) en daarnaast worden met hen een veertigtal partijkaders (onder andere de partijvoorzitter en een aantal burgemeesters) voor vijf jaar uitgesloten om nog enige politieke activiteit uit te oefenen.

    De beschuldiging komt er kort samengevat op neer dat de DTP de politieke arm is van de (verboden) PKK. Dat brengt (volgens het constitutioneel hof) de eenheid van het land in gevaar en is in tegenstrijd met de grondwet (opgemaakt door de militairen die in 1980 een staatsgreep pleegden).

    Deze sluiting komt niet uit de lucht vallen. In het verleden werden met de regelmaat van de klok partijen die zich als vertegenwoordiger van de Koerdische bevolking opwierpen gesloten. Slechts één enkele Koerdische partij (de Hak-Par) ontsnapte hieraan maar haar invloed is slechts symbolisch.

    Toen de (nu regerende AK-partij (2) ) een sluiting boven het hoofd hing was de Europese Unie heel actief om zware druk uit te oefenen en reageerde de DTP ook heel heftig tegen een eventuele sluiting van deze partij. De AK-partij heeft echter nooit gereageerd tegen een eventueel verbod van de DTP! En Europa liet het bij woorden zonder ooit enige druk uit te oefenen! Het zegt veel over de AK-partij en de Europese Unie die het begrip democratie beiden heel selectief hanteren.

    Turkse lente

    Toen juist voor de zomer de regerende AK-partij het initiatief nam om het Koerdisch initiatief op te starten en een roadmap voor te stellen die een oplossing zou geven aan het Koerdische probleem, lagen de verwachtingen heel hoog. Er brak zelfs een ‘Turkse lente’ uit. Schrijvers, journalisten, wetenschappers en niet gouvernementele organisaties lieten – op een tot dan toe ongekende manier voor Turkije – hun stem horen. Voor het eerst leek er persvrijheid te zijn. Het was bemoedigend.

    Achtergronden

    Niemand kan ontkennen dat de AK-partij een goed initiatief had genomen. Maar, hoewel de AK-partij politiek de macht heeft (een absolute meerderheid in het parlement evenals de president) heeft zij nog steeds geen macht in de oude Kemalistische machtsbastions (3) waarvan het leger en het gerecht de voornaamste zijn.

    Onder druk van internationale ontwikkelingen (toekomstige terugtrekking VS uit Irak en de Nabucco-pijplijn) zag het er nochtans naar uit dat een bestand was gesloten tussen de AK-partij en de Kemalistische machtsbastions want voor het eerst gaf het leger zijn fiat aan een oplossing voor het Koerdische probleem.

    Dit fiat komt er niet zomaar. Het Amerikaanse Carnegie Instituut stelt dat – in de nabije toekomst – Turkije een wereldmacht moet worden die de Westerse belangen (VS en EU) in het Midden Oosten kan waarnemen. Dit moet zowel gebeuren als militaire grootmacht (Turkije is nu nummer zes van de wereldtop inzake bewapening), als economische grootmacht (Turkije is nu nummer zestien van de wereldtop inzake het Bruto Nationaal Product) en als diplomatieke vertegenwoordiger. Het kan misschien raar klinken maar de huidige minister van Buitenlandse Zaken in Turkije was persoonlijk adviseur van… Sarkozy! Natuurlijk spreekt de Franse president hierover niet, liever verspreidt hij een anti-Turkije standpunt maar er is een groot verschil tussen wat zich achter de schermen afspeelt en de politiek naar buitenuit.

    Hiervoor dient echter een cruciaal probleem te worden opgelost, dat van de grootste etnische minderheid in Turkije, de Koerden.

    Maar er is meer, de regerende AK-partij is naast de (Koerdische DTP) de enige partij die nog aanhang heeft in de Zuid Oostelijke (Koerdische) provincies. De twijfelende houding van de AKP leidde bijna tot een scheuring met de vertegenwoordigers van de AKP uit de Koerdische provincies.

    Het vooruitzicht een cruciale rol te spelen in het Midden Oosten en economisch te kunnen aansluiten bij de Europese Unie speelt in de kaart van de (vooral export gerichte) burgerij uit centraal Anatolië. Daarom kon de AKP niet anders dan het initiatief op te starten.

    De AKP en de Koerden

    De AK-partij is (nu na zeven jaar regeren) een machtspartij geworden. Voor het IMF en Europa (die stabiliteit willen) is zij de geprivilegieerde partner. Hoewel het naar buitenuit een populistische partij is, is zij de politieke arm van een groeiende burgerij die haar economische macht politiek wil verzilveren.

    De AKP wordt door de Europese Unie op handen gedragen maar tegelijk vergeet de EU het karakter van de AKP. De AKP is immers niet bereid de grondwet fundamenteel te veranderen op essentiële punten omdat ze zich hier zelf van bedient.

    Hetzelfde geldt voor de AKP inzake de Koerdische kwestie.

    In Turkije is het verboden een partij op te richten op basis van etniciteit (de DTP mag dus in haar partijprogramma nooit verwijzen naar het feit dat zij etnisch Koerden steunt in hun strijd voor ontvoogding want dan hadden ze zelfs nooit kunnen bestaan) of religie (de AKP mag ook niet verwijzen in haar partijprogramma naar islam). Tevens is het verboden te verwijzen naar de klassenstrijd (een arbeiderspartij die dat wil opnemen in haar officieel programma maakt geen kans erkend te worden). Om het even duidelijk te stellen. Voor België zou de Turkse grondwet betekenen dat volgende partijen (langs Vlaamse kant) niet alleen verboden maar zelfs geen oprichtingskans zouden hebben gekregen (de N-VA, Vlaams Belang, CD&V, alle klein linkse partijen). In het verleden had ook de BWP of de CP geen kans gekregen. Enkel de Groenen, Lijst Dedecker, de liberalen en natuurlijk onze huidige ‘socialisten’ zouden het overleefd hebben.

    Een oplossing voor de Koerdische kwestie kan echter nooit gevonden worden in de beperkingen van de grondwet. En hoewel de AKP telkens sprak over een ‘roadmap’ stond er geen letter op papier!

    Toen het debat in de pers wat al te openlijk werd gevoerd en een aantal journalisten van gezaghebbende kranten zelfs een interview publiceerden met Muryat Karyalan, de ‘officieuze’ leider van de verboden PKK, liet het leger weten dat de pers te ver ging en dat de bevolking eigenlijk maar beter deze persartikelen niet kon lezen.

    Van ‘mogelijke’ onderhandelingen met de PKK en wijziging van de grondwet die, laat ons dat niet vergeten, door de militairen werd opgesteld, kon geen sprake zijn. Net zomin als het onderricht in het Koerdisch in het onderwijs.

    De AK-partij plooide onmiddellijk en zette dezelfde rode lijnen uit.

    De politieke sterkte van de AK-partij is tegelijk haar zwakte. Als volkspartij staat zij voor een stabiel beleid en werpt zich op als grote verdediger van de democratie. Maar waar het haar in eerste instantie om te doen is, is de macht over het staatsapparaat te verwerven. In die zin durft de AK-partij geen openlijke confrontatie aan te gaan met de oude machtsbastions en maakt zij zelfs gebruik van de grondwet als het haar uitkomt.

    Als je echt streeft naar een democratische rechtsorde dan moet die grondwet van de tafel maar zover durft de AK-partij absoluut niet te gaan. In het wankele machtsevenwicht met het oude Kemalistische establishment streeft zij ernaar stap bij stap haar macht te consolideren.

    Vandaar dat het onmogelijk was een democratische oplossing voor het Koerdische probleem naar voren te schuiven. De AK-partij wou haar hoofd niet onder de guillotine leggen van het grondwettelijk hof of het leger en probeerde met haar initiatief enkel een antwoord te geven op de vragen van de VS die een stabiel klimaat willen en daarvoor zware druk uitoefenden op het Turkse leger om naar een oplossing te zoeken voor de Koerdische kwestie.

    Ontwikkelingen voorbije maanden

    In de beginfase was het vooral de ultra-nationalistische MHP die zich keerde tegen het initiatief. Dat hoeft niet te verwonderen. Deze partij komt voort uit de fascistische beweging in Turkije en is beschermheer van de ‘grijze wolven’ die vooral in de zestiger jaren alles wat links was bestreden en er niet voor aarzelden geweld te gebruiken. Later schakelden ze over op de nationalistische toer en maakten ze dikwijls deel uit van paramilitaire milities.

    De CHP (Republikeinse partij) is de vertegenwoordiger bij uitstek van de Kemalistische bureaucratie en hield zich aanvankelijk op de vlakte, maar onder druk van hun basis leek het of ze bereid waren toch mee te helpen. Lang duurde dat niet. Partijleider Baykal (ooit ondervoorzitter van de Socialistische Internationale) zocht en vond excuses om het initiatief te ondergraven. Het is bijna niet te geloven maar deze partij, die zelfs in het verleden ieder democratiseringsproces van Turkije heeft begraven en pal achter de militairen staat, is nog steeds lid van deze Internationale.

    Turkije kent geen pluralistisch debat en de standpunten verscherpten. Dit was mede te wijten aan het feit dat de AK-partij eigenlijk zelf geen voorstel had om een oplossing te brengen voor de Koerdische kwestie. Hoewel de AK-partij een vat van tegenstellingen is werd zij door de CHP en de MHP onmiddellijk als een bondgenoot van het ‘terrorisme’ en de PKK beschouwd.

    Maar ook binnen de Koerden was er verdeeldheid. De gematigde vleugel (onder leiding van Ahmet Türk) steunde aanvankelijk volop het initiatief. De meer radicale vleugel wenste dat ook de PKK direct of indirect bij de onderhandelingen werd betrokken. En – de regerende AK-partij had dat reeds aangegeven – dat was niet mogelijk want er was een njet van de militairen.

    De spanningen liepen op. Het parlement werd een vaudeville waar de MHP en CHP spandoeken ontvouwden of wegliepen. In de grote steden werden tussen de minaretten nationalistische slogans gehangen en het internet (waar in Turkije een grote censuur op bestaat) werd de plaats waar extreem nationalisme en fascisme hand in hand gingen om het initiatief te ondergraven. Het is wel raar dat de website Youtube niet toegankelijk is in Turkije (versta maar verboden) omdat er kritiek op te vinden is tegen Atatürk (wat tegen de grondwet is). Nochtans wordt geen enkel ultranationalistische website verboden waar zelfs openlijk wordt opgeroepen om Koerden te vermoorden!!! Dit zegt iets over de onafhankelijkheid van het Turkse gerecht.

    Intussen raakte bekend dat de leider van de PKK die sinds 1999 gevangen zit een nieuwe cel kreeg. Dat leidde dan weer tot onrust in de overwegend Koerdische steden uit het Zuid Oosten waar het volop rellen waren tussen Koerden en leger of politie (niet zoals onze pers vermelde tussen Koerden en Turken!!!). Met dodelijke slachtoffers (jongeren) tot gevolg.

    In andere delen van Turkije werden lokalen van de DTP beschoten of bekogeld met molotov-coctails. In Izmir werd een konvooi van de DTP door nationalisten aangevallen. De spanningen liepen steeds sterker op.

    Vandaag is er het sluitstuk op de Koerdische opening. Het grondwettelijk hof (een Kemalistisch bastion) heeft de DTP verboden. De DTP zal nu al haar verkozenen (21) terugtrekken uit het parlement. Hiermee is de partij die bij de Koerden de grootste aanhang heeft – voor de zoveelste keer – het recht ontzegd om op een democratische manier te ageren voor de Koerdische kwestie.

    Maar ook de regering Erdogan zal een zucht van verlichting slaken. Niet zozeer omdat zij gelukkig zijn met de sluiting van een politieke partij maar omdat het Koerdisch (later omgevormd tot Democratisch) initiatief heel wat in beweging heeft gebracht. De grootste religieuze minderheid (de Alevieten) roepen op tot een nieuwe linkse partij. De vakbonden hebben anderhalve week geleden gestaakt voor democratische rechten waaronder het recht op staking en collectieve onderhandeling. Andere minderheden eisen hun rechten.

    Het lijkt of de tegenstellingen zijn begraven door deze uitspraak. Wie dat denkt gelooft in de Kerstman. Het initiatief heeft immers veel meer teweeggebracht dan de initiatiefnemers van de AK-partij hadden verwacht. Hun ‘democratische krijtlijnen’ zijn niet deze van de arbeidersbeweging noch die van de Koerden of Alevieten.

    Men heeft een doos van Pandora geopend die niet meer kan gesloten worden. De kwestie van een echt democratische samenleving staat voor het eerst op de politieke agenda van Turkije. Het verbod op de DTP zal dat niet tegenhouden.

    Het valt evenwel te vrezen dat de sluiting van de DTP zal leiden tot nieuw geweld. De Koerden die nu geen ‘parlementaire vertegenwoordiging’ meer zullen hebben zullen andere wegen zoeken om hun eisen te realiseren en helaas valt te vrezen dat dit zal gebeuren door meerdere aanslagen van de PKK die hierdoor versterkt wordt. Maar dit is geen oplossing!

    Waar nood aan is – dat schrijven zelfs de gezaghebbende commentatoren – is een linkse partij die de onvrede kan kanaliseren en verwoorden. De (verboden) Turkse Arbeiderspartij was hiervan een voorbeeld.

    Laat ons hopen dat het democratiseringsproces – dat nu dood en begraven is – resulteert in een echte socialistische partij die de onderdrukte segmenten van de Turkse samenleving kan verenigen. Pas als dat gebeurt zal Turkije echt de weg opgaan van een democratische samenleving.


    Voetnoten

    1. DTP staat voor Democratik Toplum Partisi (Partij voor een Democratische Samenleving), een partij die vooral in de Zuid Oostelijke provincies van Turkije welke overwegend bewoond worden door Koerden, de voornaamste partij is.
    2. AKP staat voor Adalet ve Kalkýnma Partisi (Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling) die sinds 2002 met een absolute meerderheid het land bestuurt.
    3. Kemalisme verwijst naar enerzijds de principes welke de stichter van de republiek (Atatürk) heeft vastgelegd, tegelijk verwijst het nu naar een stroming in de hedendaagse Turkse politiek die heel behoudsgezind en conservatief is inzake wijzigingen van bv. de grondwet of de strafwet. Kemalistische elite staat voor een politieke elite die sinds jaren aan de macht was maar nu bedreigd wordt door de opkomende (conservatief-islamitische) burgerij van Centraal Anatolië die de grote sponsor is van de regerende AK-partij.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop