Your cart is currently empty!
Category: Azië
-
China: anti-Xi stemming toont zich naar aanleiding van de dood van Li Keqiang
Analyse door Chinaworker.info
De dood van Li Keqiang op 68-jarige leeftijd aan een hartaanval heeft een hernieuwde strijd ontketend tussen de enorme online censuurmachinerie van de dictatuur en de massa’s die enkel op het internet semi-legaal hun mening kunnen uiten. Li was de premier van China van 2013 tot maart van dit jaar. Dat maakte hem nominaal de op één na machtigste functionaris na Xi Jinping in de CCP-staat. Li overleed op 27 oktober in Shanghai.
De afgelopen twee dagen stonden minstens 10.000 mensen in de rij om eer te bewijzen aan Li’s voormalige woning in Hefei, de hoofdstad van de provincie Anhui. Een muur van bloemen stapelde zich op voor de ingang van het gebouw en de stad met 8 miljoen inwoners had zelfs geen bloemen meer. De meest voorkomende zin op de condoleancekaarten bij de bloemen is een citaat van Li Keqiang toen hij zijn ambt neerlegde: “De hemel kijkt naar wat mensen doen. Het firmament heeft ogen.” Dit oude gezegde is provocerend voor Xi en de huidige heersende groep, bijna het equivalent van een vloek. De populariteit ervan laat zien hoe mensen de rouw om Li Keqiang gebruiken om kritiek op Xi te uiten.
Het censuurapparaat van de CCP draaide onmiddellijk op volle toeren en stuurde verschillende staats- en media-entiteiten aan om “overdreven uitbundige opmerkingen” over Li aan banden te leggen. In de geheimzinnige censuurrichtlijnen, die zijn uitgelekt en online gepubliceerd, worden alle mediakanalen opgeroepen om waakzaam te zijn voor commentaren die “aan de oppervlakte overdreven lofuitingen zijn, terwijl het eigenlijk om kritiek gaat.” Een artikel waarin werd beweerd dat Li naar het verkeerde ziekenhuis in Shanghai was gebracht (een ziekenhuis voor traditionele Chinese geneeskunde in plaats van een gespecialiseerd ziekenhuis voor hartzorg) werd door de censoren verwijderd.
Het lied van de Maleisische artiest Fish Leong, “Helaas ben jij het niet” werd door velen online gedeeld als een vorm van protest. Dit gebeurde vorig jaar ook bij de dood van voormalig leider Jiang Zemin, en die van de Japanse Shinzo Abe een paar maanden daarvoor. Het gevolg is dat het lied regelmatig werd verboden in China. Het punt is vrij duidelijk en benadrukt de krachtige anti-Xi stemming die in China is ontstaan.
De hashtag “de verkeerde is gestorven” werd al snel verboden. Andere netizens hebben video’s of citaten van Li Keqiang gepost, ook met een impliciet kritisch randje. Zo zijn er nieuwsbeelden van Li die Wuhan bezoekt tijdens de eerste uitbraak van COVID-19 in januari 2020, twee maanden voor zijn baas. Een ander voorbeeld is Li’s persconferentie bij het Nationaal Volkscongres in 2020, toen hij onthulde dat China meer dan 600 miljoen mensen heeft met een maandinkomen van amper 1.000 yuan, wat “niet eens genoeg is om een kamer te huren in een middelgrote Chinese stad.” Die toespraak maakte deel uit van de voortdurende maar grotendeels verborgen interne machtsstrijd binnen de CCP, waarbij Li’s tuanpai fractie de opschepperige beweringen van Xi over het “uitroeien van armoede” wilde doorprikken.
Acute onveiligheid
Het huidige harde optreden tegen rouw en discussies over Li’s dood weerspiegelt de acute onzekerheid van Xi’s regime nu het voelt dat er massale onvrede in de samenleving opwelt. De CCP zit vast in een historische economische crisis na het instorten van ‘s werelds grootste vastgoedzeepbel, waarbij de levensstandaard daalt en de economie aan de beademing ligt. Tot de helft van de jongeren onder de 25 is werkloos en Xi’s regime onderdrukt de publicatie van relevante gegevens. Volgens Capital Economics is het nettovermogen van Chinese huishoudens vorig jaar met 4,3 procent gekrompen. Alle sociale klassen zijn armer geworden, waarbij de arbeidersklasse altijd de grootste verliezers is.
Universiteiten zijn natuurlijk een bijzonder aandachtspunt voor de regering. Dit is vooral het geval na de protesten van vorig jaar, ook wel de ‘witboekbeweging’ genoemd, die werden uitgelokt door een fatale brand in de hoofdstad van Xinjiang, Urumqi, en de opeenstapeling van woede over de verlammende lockdowns als gevolg van Covid-19. Er heerst nu duidelijk angst dat de dood van Li op dezelfde manier als bliksemafleider kan dienen voor diverse sociale en economische grieven. De protesten van 2022, de meest wijdverspreide in China sinds 1989, begonnen met politieke eisen, waaronder het aftreden van Xi Jinping, voordat ze snel werden neergeslagen.
Volgens een bericht in de South China Morning Post in Hongkong heeft de universiteit van Hainan instructies gegeven om studenten te waarschuwen geen online commentaren te plaatsen over de dood van Li. Een niet nader genoemde decaan van een vooraanstaande universiteit in Beijing vertelde de krant: “We willen niet dat studenten hun eigen rouwbijeenkomsten organiseren. Ze zouden te emotioneel kunnen worden en onnodige onrust kunnen veroorzaken zoals wat er 30 jaar geleden gebeurde.”
Er is een gevestigde traditie in China van ‘rouwen om de doden om zo de levenden te bekritiseren’. Zo kreeg de massademocratiebeweging in 1989 aanvankelijk vorm na de plotselinge dood van voormalig CCP-leider Hu Yaobang. In 1976 overleed premier Zhou Enlai weliswaar in januari, maar drie maanden later, op 4-5 april, het Qingming Festival (een traditionele dag om de doden te herdenken), verzamelden enorme mensenmassa’s zich op het Tiananmen Plein in Beijing. Dit was een spontane beweging tegen de verwijdering van kransen, slogans en andere voorwerpen ter nagedachtenis aan Zhou en het weerspiegelde de massale woede tegen het maoïstische regime.
Aan de kant geschoven
Li en het kabinet dat hij leidde (de Staatsraad) werden door Xi Jinping aan de kant geschoven toen hij steeds meer macht in eigen handen nam. De eenpartijdictatuur veranderde in een eenmansdictatuur. Dit proces van verscherpte autoritaire controle, nu nog verergerd door de ernstige economische crisis, verklaart waarom Li door grote delen van de bevolking in een gunstig daglicht wordt gesteld. Deze sympathie komt eerder door wie hij niet was, dan door wie hij wel was.
In sommige opzichten werd Li persoonlijk het symbool van de wreedheid van Xi’s bewind. Hij werd gereduceerd tot een ondergeschikte figuur, veel minder invloedrijk dan voorgangers als Zhu Rongji en Wen Jiabao die voor hem het premierschap bekleedden. Zelfs zijn eigen toespraken als premier werden soms gecensureerd of naar de achterpagina’s van de kranten verwezen, net als de verslaggeving van openbare evenementen waar hij verscheen. Als de nummer twee van de CCP ook slachtoffer is van autoritaire controle, welke vrijheden kunnen er dan nog zijn voor gewone burgers?
Li verwoordde soms, zij het in een zeer omzichtige en cryptische vorm, de groeiende onvrede met Xi’s bewind in de samenleving als geheel en binnen delen van de heersende elite, waaronder de ongeveer 200 dominante kapitalistische-CCP-families. Dit kwam nooit in de buurt van een serieuze of gecoördineerde oppositie tegen Xi’s positie. Li’s tuanpai fractie werd grotendeels weggestemd door Xi in de interne machtsstrijd, zoals grafisch werd gedemonstreerd op het 20e CCP Congres vorig jaar. Er zitten nu geen tuanpai-vertegenwoordigers meer in de regerende organen (het Politbureau en het Permanent Comité) en tuanpai-veteraan Hu Jintao, de voormalige secretaris-generaal en staatspresident van de CCP, werd publiekelijk vernederd en van het podium van het congres ‘geholpen’.
Wat vertegenwoordigde Li?
De belangen die Li Keqiang vertegenwoordigde binnen het regime waren de overblijfselen van de economisch liberale vleugel, aanhangers van Deng Xiaoping’s ‘hervorming en openstelling’ doctrine (waardoor kapitalistische restauratie werd bereikt), en sommige delen van de kapitalistische klasse die een hekel hebben aan Xi’s nationalistische kapitalistische beleid van ‘ontkoppeling’, ‘zelfredzaamheid’, en escalatie van de confrontatie met het Amerikaanse imperialisme.
Dat deze krachten de afgelopen tien jaar zwakker zijn geworden, is niet te wijten aan de politieke vaardigheden van Xi of de persoonlijke tekortkomingen van Li en andere tuanpai leiders. Het weerspiegelt de objectieve sociale en economische behoeften van het Chinese kapitalisme aan een versterkte dictatuur in combinatie met een meer nationalistische economische koers. Het kapitalisme in ‘laat-ontwikkelende’ landen zoals China heeft een sterke staat nodig vanwege zijn eigen inherente zwakheden wanneer het moet concurreren met oudere en meer ontwikkelde kapitalistische economieën.
In plaats van de burgerlijke democratie die bestaat (en steeds wankeler wordt) in de oudere kapitalistische staten, hebben de Chinese kapitalisten de bescherming van een dictatuur nodig tegen hun vijanden en zichzelf. Xi’s concentratie van persoonlijke macht als ‘nieuwe keizer’ is geworteld in deze sociale tegenstellingen.
Terug naar het Mao-tijdperk?
Tijdens een bezoek aan de provincie Guangdong in augustus 2022 zei Li Keqiang: “De Gele Rivier en de Yangtze zullen niet achteruit stromen.” Dat was een cryptische verwijzing naar het voortzetten van de (kapitalistische) economische hervorming en openstelling zoals vastgelegd door Deng Xiaoping in de jaren tachtig. Guangdong wordt gezien als de bakermat van het kapitalistische herstel 40 jaar geleden. Dit citaat is veel gedeeld sinds de dood van Li. Het impliceert kritiek op Xi’s toegenomen (kapitalistische) staatscontrole en afwijking van Deng’s zogenaamde hervormingen. Het laat ook veel verschillende ideeën zien die verstrikt zijn geraakt in de werveling van herdenkingen voor Li. Hoewel de anti-Xi-stemming overheerst en explosiever wordt, is er nog geen duidelijkheid over wat het alternatief zou moeten zijn.
Het autoritaire en nationalistische beleid van Xi Jinping wordt door sommige critici afgeschilderd als een terugkeer naar het maoïstische tijdperk. Dit is niet het geval omdat het Mao-regime op heel andere economische fundamenten rustte. Het China van Xi is kapitalistisch. Tot het kapitalistische herstel in de jaren tachtig was de CCP-staat een stalinistische dictatuur naar het voorbeeld van de Sovjet-Unie en gebaseerd op een extreem bureaucratische planeconomie, die echter wel in staat was om belangrijke sociale en welzijnshervormingen door te voeren – die vervolgens door het kapitalisme werden verpletterd.
Vandaag gebruikt het regime van Xi bepaalde symboliek en toespelingen op de prekapitalistische periode om dictatuur en onderdrukking te rechtvaardigen, maar het doet dit in het belang van een kapitalistische economie. Het betekent geen terugkeer naar gratis basisgezondheidszorg of gesubsidieerde huisvesting, laat staan de afschaffing van het kapitalisme. Veel van de rouwenden van vandaag halen Li Keqiang’s toespraak over hervorming en openstelling aan, deels omdat dit idee – Deng’s kapitalistische herstelagenda – op grote schaal en ten onrechte wordt verward met oppositie tegen Xi’s vermeende ‘maoïsme’, dat op zijn beurt door grote lagen van de bevolking wordt gezien als het terugslepen van China naar armoede en achterlijkheid.
Marxisten besteden veel aandacht aan de machtsstrijd binnen de CCP-staat, omdat het een gedeeltelijke – zeer vertekende – graadmeter is van de enorme sociale druk die zich in de Chinese samenleving opbouwt. Geen van de fracties of leidende figuren van de CCP vertegenwoordigt een weg voorwaarts en geen van hen staat aan de kant van de arbeidersklasse. Hun strijd gaat over hoe ze het wel en wee van het Chinese kapitalisme kunnen beheren, inclusief de beste manier om de dictatuur in stand te houden en revolutionaire uitdagingen te voorkomen.
Met de maatregelen die het heeft genomen, kan het regime van Xi met succes de politieke gevolgen van de dood van Li Keqiang binnen de perken houden en voorkomen dat deze gebeurtenis tot massale incidenten leidt. Maar de verdere opbouw van explosieve sociale onvrede is onvermijdelijk op basis van China’s trieste economische traject en de steeds brutalere omstandigheden van het dictatoriale bewind.
-
De Chinese economie in de greep van ‘Japanisering’
Instorting onroerend goed verdiept zich terwijl bezorgdheid over traag en beperkt overheidsingrijpen toeneemt
Edito uit nummer 71 van het magazine ‘Socialist’ 《社会主义者》, het tijdschrift van ISA in China, Hongkong en Taiwan, gepubliceerd op 1 september
De economische crisis in China is in augustus een nieuwe, gevaarlijkere fase ingegaan. Ondanks het feit dat de overheid steeds strenger optreedt tegen negatief nieuws, wordt het algemene beeld week na week donkerder nu China’s grootste vastgoedbedrijf Country Garden op de rand van wanbetaling balanceert en de tekenen van onrust zich uitbreiden naar de financiële sector.
Na drie jaar van brutale lockdowns werd er alom een economisch herstel voorspeld (niet door ons, moet worden opgemerkt). Maar net als de Chinese minister van Buitenlandse Zaken is de opleving na de COVID spoorloos verdwenen. Dit gaat niet alleen over een mislukt herstel. China’s autoritaire kapitalisme wordt geconfronteerd met een systeemcrisis na enkele decennia van snelle maar onhoudbare schuldgedreven groei. Volgens Fitch, een Amerikaanse kredietbeoordelaar, is de vastgoedsector “de belangrijkste sector van de wereldeconomie.” De nauwe relatie met de lokale overheden van China, die voor bijna de helft van hun inkomsten afhankelijk zijn van de verkoop van grond aan projectontwikkelaars, staat centraal in het economische model van staatskapitalisme van de CCP (de zogenaamde Communistische Partij).
Ting Lu, chief China economist bij Nomura, verklaarde onlangs: “We denken dat de markten nog steeds de nasleep onderschatten van de aanzienlijke ineenstorting van de Chinese vastgoedsector, die goed is voor meer dan de helft van de wereldwijde verkoop van nieuwe huizen en woningbouw.”
De verkoop van nieuwe woningen door de 100 grootste ontwikkelaars in China kromp in juli met 33% ten opzichte van een jaar eerder, na een daling van 28% in juni. Het is realistisch om aan te nemen dat de huizenmarkt in termen van gebouwde en verkochte woningen een derde kleiner is dan in 2021. Dit wordt ook verergerd door China’s demografische crisis, met een netto-uitstroom van bewoners uit vooral veel derde- en vierdeklassteden. Volgens onderzoekers van de Tsinghua Universiteit zagen 266 steden hun bevolking tussen 2010 en 2020 dalen.
Als onderdeel van de wereldwijde crisis van het kapitalisme was het staatskapitalistische model van de CCP al gebroken vóór de pandemie. De brute maatregelen van de CCP (zero-Covid) verergerden de crisis. Na de feiten en na het mislukken van de opleving na Covid, komen steeds meer kapitalistische commentatoren tot dezelfde conclusies als chinaworker.info enkele jaren geleden. We erkenden dat het tijdperk van snelle Chinese groei voorbij is en dat een langdurig proces van economische ‘Japanisering’ – stagnatie, schuldencrisis en demografische achteruitgang – is ingezet. Marxistische analyse heeft het voordeel van vooruitziendheid boven verbazing.
Vandaag heerst er ongeloof en wanhoop onder de kapitalisten over de zwakte van de beleidsreactie van het regime van Xi Jinping. Voorheen spraken veel overzeese kapitalisten hun bewondering uit voor de dictatuur van de CCP omdat ze “dingen gedaan kregen.” Ze overschatten het vermogen van de dictatuur om aan de crises van het kapitalisme te ontsnappen. Maar in tegenstelling tot eerdere recessies is er geen teken van een groot stimuleringspakket – een fiscale ‘bazooka’ – zoals dat van Wen Jiabao 15 jaar geleden, dat volgens sommigen de wereldeconomie redde.
De feiten verbergen
In plaats daarvan vertrouwt de dictatuur nog meer op het manipuleren of verbieden van negatieve economische gegevens. Vanaf augustus kondigde het regime aan het verzamelen van gegevens over jeugdwerkloosheid op te schorten. In april werd de index van het consumentenvertrouwen stopgezet. Gegevens over de verkoop van grond door lokale overheden zijn ook niet langer beschikbaar. Van financiële auteurs zijn Weibo-accounts gesloten wegens het verspreiden van “negatieve en schadelijke informatie.” En journalisten hebben het bevel gekregen om het woord deflatie niet te gebruiken. “Over het algemeen is er geen deflatie in de Chinese samenleving en dat zal ook in de toekomst niet gebeuren,” verklaarde Fu Linghui van het Nationaal Bureau voor de Statistiek op 17 juli.
De onderwerpen die verboden worden, vertellen ons dat de werkelijke situatie veel erger is dan de officiële rapporten. In juli bereikte de jeugdwerkloosheid een record van 21,3%. Hoe schokkend dit ook is, het is een aanzienlijke onderschatting. In een wijdverspreid maar verwijderd rapport van professor Zhang Dandan van de universiteit van Peking werd de echte jeugdwerkloosheid geschat op 46,5%.
Vóór 2020 groeiden de detailhandelsverkopen jaarlijks met 9-10%, maar momenteel is dat slechts 2,5%. Het gebrek aan vraag heeft te maken met het taboeonderwerp van deflatie: de consumentenprijsindex daalde in juli met 0,3%, terwijl de producentenprijsindex met 4,4% daalde, de tiende maandelijkse daling op rij. Gegevens over de verkoop van grond voor heel 2022 toonden een krimp van 50%. Maar de inkomsten van de lokale overheid uit de verkoop van grond daalden naar verluidt met slechts 23%. Het is duidelijk dat dit niet klopt.
Het niet langer verzamelen van gegevens over jongerenwerkloosheid is misschien wel de meest onthullende daad van censuur. Met mogelijk de helft van de jongeren onder de 25 zonder werk is een jongerenexplosie de komende tijd een reële mogelijkheid, zoals de kortstondige golf van protesten eind vorig jaar aangaf. Dit heeft natuurlijk ernstige gevolgen voor het harde bewind van Xi. Nu de opofferingen en het lijden van de massa’s tijdens drie jaar van ondraaglijke controles tijdens de pandemie plaats hebben gemaakt voor economische lasten en onzekerheid die in bijna veertig jaar niet meer zijn voorgekomen, dreigen de woede en frustratie van de massa’s op te borrelen op een schaal die nooit eerder is vertoond.
Elke sociale klasse is er nu slechter aan toe dan voor de pandemie, met grote loonsverlagingen voor fabrieksarbeiders en overheidspersoneel, een golf van fabriekssluitingen, failliete kleine bedrijven en tientallen miljoenen huiseigenaren die hypotheken betalen op huizen met een ‘negatief eigen vermogen’. Het regime van Xi wijt deze economische problemen aan het anti-Chinese beleid van het Amerikaanse imperialisme en de ontkoppelingsagenda van het Westen, in een poging om de nationalistische steun te versterken. Maar hoewel deze propaganda effect kan hebben op sommige delen van de bevolking, heeft het zijn grenzen naarmate de economische crisis dieper wordt.
Waarom geen massale stimulansmaatregelen?
De kapitalisten zijn ongerust: wat is er gebeurd met de legendarische ‘financiële gereedschapskist’ van de CCP, waarmee ze zichzelf keer op keer uit de problemen heeft geholpen? Deze afwezigheid toont aan dat de crisis vandaag anders is. Kritieke schuldniveaus in de hele economie (een record van 295 procent van het BBP eind 2022) hebben de bewegingsruimte van het regime ingeperkt. De oude methoden zijn niet langer mogelijk of hebben niet langer het gewenste effect.
Professor Zhang Jun van het China Centre for Economic Studies: “Dat China afstapt van agressief macro-economisch beleid kan worden toegeschreven aan het feit dat het leiderschap erkent dat het land een paar jaar geleden een kritieke drempel van systemische financiële risico’s heeft bereikt. Gezien de aard van het Chinese politieke systeem worden dergelijke risico’s beschouwd als een onaanvaardbare bedreiging voor de sociale en politieke stabiliteit.” (South China Morning Post, 29 augustus 2023).
Wat is er gebeurd met de opleving van de Chinese economie?
Massale uitgaven aan infrastructuur waren de standaardreactie van de CCP, in plaats van toevlucht te nemen tot ‘helikoptergeld’ – geld bijdrukken en onder het publiek verdelen om de consumptie te stimuleren. Deze laatste aanpak werd tijdens de pandemie verkozen door veel andere kapitalistische regeringen. Dit idee wordt nu door sommigen in China geopperd. Een denktank die gelieerd is aan de Renmin Universiteit, China Macroeconomy Forum, drong er onlangs bij de regering op aan om jaarlijks 1,5 biljoen yuan (US$ 200 miljard) uit te geven om elke burger ongeveer 1.000 yuan aan subsidies te geven in de vorm van digitale yuan.
Voor de CCP-leiders dreigt deze aanpak in de val te lopen van het ‘weldoenerisme’, dat in zijn denkwijze ‘luiheid’ in de hand werkt. Xi Jinpings afkeer hiervan werd in oktober 2021 verwoord in een toespraak die werd gepubliceerd in het CCP-tijdschrift Qiushi. De dictatuur vreest dat eenmalige betalingen aan gewone huishoudens de consumptie niet substantieel zullen verhogen, terwijl het begrotingstekort groter wordt en de deur wordt opengezet voor eisen voor meer sociale uitgaven, betere pensioenen, ziektekosten- en werkloosheidsverzekeringen. Beslissen hoeveel de huishoudens krijgen, zou enorm problematisch zijn in een samenleving met extreme regionale verschillen en ongelijkheid in rijkdom (de top 1% heeft een groter deel van de nationale rijkdom dan de onderste 50%), met het risico om sociale onrust te ontketenen.
Daarentegen verrijkt de traditionele aanpak – een nieuwe infrastructuurgolf – lokale CCP-functionarissen en kapitalisten. Tenminste, dat was zo, totdat extreme overproductie van huizen en infrastructuur, en de bijbehorende schuldencrisis bij lokale overheden, deze optie effectief afsloten. Een voorbeeld uit een van de provincies met de meeste schulden, Guizhou, illustreert de absurditeit van het beleid van de CCP. Volgens de South China Morning Post (30 juli 2023) had Guizhou tegen het einde van 2022 in totaal 8.331 km aan snelwegen aangelegd, meer dan Japan waar er 7.800 km ligt. Japan heeft 82 miljoen voertuigen terwijl Guizhou er minder dan zes miljoen heeft en het Japanse BBP is meer dan 15 keer hoger dan dat van Guizhou.
Gezien de steeds precairder wordende staat van het financiële systeem, de nooit geziene overcapaciteit en de andere hierboven genoemde factoren, is een “big bang” stimulans zeer onwaarschijnlijk. Als het CCP-regime desondanks toch met zo’n pakket komt, zal dat een woedende machtsstrijd en een historische crisis aan de top betekenen en een enorme gok zijn die een nog slechtere afloop kan hebben.
Zonder grote financiële stimulans beperkt de regering zich tot het uitgeven van het ene “vertrouwensversterkende pakket” na het andere, grotendeels gericht op het kalmeren van de financiële markten. Deze pakketten komen sinds half juli bijna wekelijks, maar bevatten slechts beperkte of perifere maatregelen. Dit is een oefening in economische vertragingsmanoeuvres geworden waarvan ‘de markt’ steeds minder onder de indruk is. De CSI300 beursindex daalde in augustus met 6% ondanks de verkwistende (en niet goedkope) pogingen van de CCP om de index de andere kant op te manipuleren.
De Chinese economie staat van alle kanten onder druk door vier centrale facturen: vraag, schuld, demografie en ontkoppeling. Zoals marxisten hebben uitgelegd, is het ontkoppelingsproces (of ‘de-risking’ voor de kleinzerigen) echt. De imperialistische machtsstrijd tussen China en de VS met hun respectieve blokken uit de Koude Oorlog drukt nu onophoudelijk zijn stempel op handelsrelaties, toeleveringsketens (‘reshoring’ en ‘friend shoring’) en investeringen. Het betekent natuurlijk geen totaal embargo op de handel tussen de twee kampen en het proces zal ook niet lineair zijn. Niettemin is er een krachtige verschuiving naar verminderde wederzijdse connectiviteit aan de gang. Beide partijen werpen barrières op, voeren strengere regelgeving in en leiden handel en investeringen steeds meer om naar hun eigen blokken of naar ‘bevriende’ landen.
De Chinese handel met de landen van de nieuwe zijderoute in Azië, Afrika en Latijns-Amerika is dit jaar voor het eerst groter dan die met de geavanceerde kapitalistische staten van de VS, de EU en Japan. China’s export naar de VS daalde in de eerste zes maanden van 2023 met 25%, meldde het Amerikaanse ministerie van Handel. De VS beschouwen Mexico nu als hun belangrijkste handelspartner, met China op de derde plaats.
In het geval van China zal deze verschuiving van rijkere naar minder ontwikkelde exportmarkten de eigen economische problemen onvermijdelijk vergroten. Dit gaat gepaard met een door de VS gecoördineerde technologieoorlog om China de toegang tot belangrijke door de VS gecontroleerde technologie te ontzeggen, met als doel een grotere kloof te creëren, vooral op het gebied van militaire technologie. Voor Chinese arbeiders is het effect al meetbaar: fabrieken in China gaan dicht en verhuizen naar India, Vietnam en Indonesië in het kader van een ‘China plus één’- of ‘China plus twee’-strategie. Dit proces zal waarschijnlijk versnellen, gedreven door geopolitiek en gewoon oude kapitalistische hebzucht (er zijn veel gevallen van Chinese kapitalisten die hun productie uit China verplaatsen en op de ontkoppelingswagen springen).
Marxistische perspectieven
De slechte staat van de economie bevestigt de waarschuwingen van chinaworker.info en International Socialist Alternative. We benadrukten dat de kapitalisten, inclusief het regime van Xi Jinping, de impact van de implosie van de vastgoedsector enorm hadden onderschat, dat het een keerpunt was voor China en het wereldkapitalisme. Het was onvermijdelijk dat deze crisis zich zou verspreiden naar andere sectoren van de Chinese economie, zoals dominostenen die omvallen, het meest direct naar lokale overheden en hun financiële vehikels (LGFV’s), die gebaseerd zijn op speculatie met grondprijzen.
We waarschuwden dat de Chinese economie in grote lijnen het proces van ‘Japanisering’ volgt – een langdurige fase van stagnatie na de ineenstorting van enorme activabubbels, voornamelijk de Japanse vastgoedsector, die in 1990 begon. “De wereld wordt eindelijk wakker voor de uitdagingen die zich in China al jaren aftekenen,” aldus een Bloomberg-rapport in augustus.
Vandaag is veel mediacommentaar gericht op de ‘Japanisering’ van China, waarbij economen als Paul Krugman, Stephen Roach en Michael Pettis en rapporten van grote banken als JPMorgan en Citigroup deze diagnose grotendeels ondersteunen. Krugman en anderen waarschuwen dat de crisis in China waarschijnlijk erger zal zijn dan die in Japan, ondanks het feit dat de gemiddelde groei van het Japanse BBP in de jaren ’90 1,3% per jaar bedroeg en China een hoger percentage zou kunnen halen (2 tot 3%). Daar is iets voor te zeggen. China is veel armer – het BBP per hoofd van de bevolking bedroeg in 2022 ongeveer 12.800 dollar, vergeleken met 29.470 dollar in Japan in 1991. Het welvaartsniveau in China is veel lager. De demografische crisis is groter en begon eerder dan die van Japan, waar de bevolking pas in 2008 begon te krimpen.
China werd dit jaar door India ingehaald als ‘s werelds dichtstbevolkte land, maar er zijn aanwijzingen dat deze verschuiving al eerder heeft plaatsgevonden, misschien al in 2018. Opnieuw heeft het CCP-regime de gegevens gemanipuleerd. Onder het kapitalisme is dit een probleem, omdat de Chinese beroepsbevolking elk jaar met miljoenen werknemers krimpt, terwijl het ondergefinancierde pensioenstelsel nog een potentiële dominosteen is dreigt om te vallen. Bij de huidige trends zal het niet in staat zijn om de verwachte 400 miljoen gepensioneerden in 2033 uit te betalen.
China mist natuurlijk ook de ‘uitlaatkleppen’ van de burgerlijke democratie die de kapitalistische klasse kunnen helpen om de woede van de massa in te dammen en af te leiden. Een cruciaal verschil is dat Japan in de jaren negentig, hoewel het betrokken was bij handelsgeschillen met het Amerikaanse imperialisme, niet verwikkeld was in een ongebreideld Koude Oorlog-conflict zoals China nu is. De Koude Oorlog is zelf een gevolg van de veel grotere mondiale rol van China dan die van Japan in die tijd en de veel grotere bedreiging die dit vormt voor de Amerikaanse dominantie. In dit conflict heeft het regime van Xi niet de mogelijkheid om een stap terug te doen, afgezien van tijdelijke tactische manoeuvres om tijd te winnen. Voor beide imperialistische kampen is de enige uitweg uit het conflict een overwinning of capitulatie, een historische nederlaag. Daarom zal en kan het regime van de CCP, ondanks de diepte van de huidige crisis, die zich nog maar in de beginfase bevindt, de confrontatie met de VS niet fundamenteel uit de weg gaan.
Op het wereldcongres van International Socialist Alternative in februari 2023, toen kapitalistische speculanten vrolijk terug in China’s obligatie- en aandelenmarkten doken in de overtuiging van een terugkeer van het ‘economische wonder’, zeiden we: “Het uiteenspatten van de grootste financiële zeepbel in de geschiedenis van het kapitalisme – China’s vastgoedzeepbel – is het beslissende keerpunt. Ons perspectief van een ontwikkeling naar Japans model (een “zombie”-economie met lage groei) is nu gerealiseerd. Dit is ook een keerpunt voor de wereldeconomie. China was tussen 2013 en 2021 goed voor meer dan 30% van de wereldwijde groei van het BBP. De vastgoedsector is goed voor ongeveer 30% van het totale BBP van China en meer dan een derde van de wereldwijde bouwactiviteit. De implosie die halverwege 2021 begon en waarbij elke metriek sindsdien ineenstortte – huizenverkoop, woningstart, vastgoedprijzen (hoewel in een langzamer tempo, wat de crisis alleen maar zal verlengen), verkoop van overheidsgrond, investeringen – duidt op de ineenstorting van het door schulden gedreven staatskapitalistische ontwikkelingsmodel van de CCP. Maar net als hun westerse tegenhangers hebben de Chinese machthebbers geen vervangend model.”
Besmetting verspreidt zich
Lokale overheden zijn een cruciaal radertje in de kapitalistische economische machinerie van China. Ze zijn goed voor meer dan 75% van de investeringen in infrastructuur. Eén verklaring voor het uitblijven van een nieuw groot stimuleringspakket is dat de lokale overheden in alle steden behalve de rijkste geen geld meer hebben en niet in staat zijn om lonen te betalen en schulden af te lossen, laat staan om nog een grote fiscale ‘bazooka’ in te zetten.
De besmetting verspreidt zich nu ook naar de trustsector, zoals blijkt uit de schuldenproblemen bij het conglomeraat Zhongzhi Enterprise Group, door de Chinese media ‘China’s Blackstone’ genoemd. Ondanks de toegenomen regelgeving van de afgelopen jaren om de schaduwbanksector te beteugelen en in te perken, speelt deze nog steeds een enorme rol als bron van noodfinanciering voor vastgoedbedrijven en LGFV’s die van andere kredietkanalen zijn afgesneden. De trustsector, bedrijven die beleggingsproducten verkopen en dit geld tegen hoge rente uitlenen aan risicovolle leners, is een economische grijze zone met een waarde van 21 biljoen yuan (US$ 3 biljoen). Hoewel officieel wordt verklaard dat slechts 7% van hun activa is gekoppeld aan de vastgoedsector, wordt aangenomen dat het werkelijke cijfer dichter bij 30% ligt. Als deze domino’s ook op het punt staan te vallen, zal dit de liquiditeitscrisis in zowel de vastgoedsector als de lokale overheid uitvergroten en dreigt besmetting van de financiële sector.
De instorting van de vastgoedsector, die nu zijn derde jaar ingaat, dreigt het grootste particuliere vastgoedbedrijf, Country Garden, ten val te brengen. Dit is China’s grootste ontwikkelaar met bijna vier keer zoveel bouwprojecten in uitvoering als Evergrande, de eerste dominosteen, wiens wanbetaling in augustus 2021 het begin van de crisis inluidde. Country Garden miste op 6 augustus een terugbetaling van US$22,5 miljoen aan obligaties en heeft bij het ter perse gaan slechts enkele dagen om wanbetaling te voorkomen. Het bedrijf schortte de handel in elf binnenlandse obligaties op en boekte op 30 augustus een halfjaarlijks verlies van 49,8 miljard yuan (US$6,7 miljard). Toen Evergrande instortte, dacht bijna niemand dat Country Garden in een vergelijkbare situatie terecht zou komen.
Ondertussen heeft Evergrande, dat een schuld heeft van 340 miljard dollar (evenveel als Polen), op 17 augustus in een rechtbank in New York het faillissement aangevraagd om zichzelf te beschermen tegen rechtszaken door overzeese schuldeisers terwijl het probeert zijn schulden te herstructureren. In juli rapporteerde Evergrande gecombineerde nettoverliezen voor de jaren 2021 en 22 van 582 miljard yuan (US$81 miljard). Dit is meer dan de totale winst van het bedrijf sinds de start in 1996. Een andere domino viel toen Sino-Ocean Group, een vastgoedontwikkelaar in staatseigendom, verschillende betalingen miste voor een totaalbedrag van meer dan 2 miljard yuan (275 miljoen US dollar). Het bedrijf is in gebreke als het niet voor 1 september betaalt.
Dit betekent dat een belangrijke firewall tussen de staatssector en de privésector wordt doorbroken. Tot nu toe werden vastgoedontwikkelaars in staatseigendom als “veilig” afgeschilderd door de door het regime gecontroleerde media en daarom kregen ze de afgelopen twee jaar de voorkeur van huizenkopers. Meer dan de helft van alle huizen in China wordt verkocht volgens het voorverkoopmodel: vooruitbetaling door het afsluiten van een hypotheek, gevolgd door de bouw. De crisis heeft geresulteerd in miljoenen onafgemaakte huizen en “hypotheekstakingen” veroorzaakt door huizenkopers die niet in de huizen konden trekken waarvoor ze hadden betaald.
Driekwart van de particuliere vastgoedontwikkelaars – ongeveer 50 bedrijven – zijn in gebreke gebleven met hun offshore obligaties, net als Evergrande in 2021. Op dat moment werd Sino-Ocean Group door de media geprezen als een “financieel gezond” bedrijf. De perceptie dat de vastgoedbedrijven in staatseigendom ook worden meegezogen in de schuldencrisis zal de markt verder onder druk zetten en de aversie om vastgoed te kopen versterken. Er ontstaat een vicieuze cirkel.
Zoals Ting Lu van Nomura uitlegt: “De kettingreactie die op gang wordt gebracht door de inzakkende verkoop van nieuwe woningen kan leiden tot een toenemend aantal wanbetalingen door ontwikkelaars, een scherpe inkrimping van de overheidsinkomsten, een dalende vraag naar bouwmaterialen, dalende lonen van werknemers in zowel de vastgoed- als de overheidssector, een zwakkere consumptie en wankelende financiële instellingen.”
De angst van kapitalistische instanties zoals het IMF is dat als er nu niet krachtig wordt gestimuleerd, de huidige neerwaartse spiraal zich zal verankeren zoals destijds in Japan.
De vastgoedzeepbel die in 2021 barstte, heeft volgens de New York Times geleid tot 80 tot 90 miljoen lege appartementen in China. Op kapitalistische basis zal het tientallen jaren duren om zo’n enorme overproductie af te bouwen. Waarom nationaliseert de CCP deze lege huizen niet, zoals sommigen hebben voorgesteld, om ze in te zetten als betaalbare sociale woningen? Omdat het een kapitalistische dictatuur is die uiteindelijk gevangen zit in de economische wetten van het kapitalisme. Xi’s regime staat zeer afwijzend tegenover ‘weldadigheid’. Maar ook zou het uitbreiden van sociale huisvesting op enige schaal van betekenis (sociale huisvesting bestaat momenteel nauwelijks in China) de ineenstorting van de vastgoedprijzen in de sector van de particuliere huiseigenaren versnellen, wat een massale terugslag zou veroorzaken. De grootste angst van Xi’s regime is sociale instabiliteit. Alleen socialistische maatregelen om het kapitalistische systeem te verbrijzelen en de economie democratisch te plannen, kunnen deze tegenstrijdigheid omzeilen. Voor een socialistische transformatie is een massale arbeiderspartij nodig.
Wereldwijde gevolgen
Het Amerikaanse en westerse kapitalisme bevinden zich nu in de paradoxale situatie dat ze hun belangrijkste imperialistische rivaal zwaar zien struikelen, wat hen voordelen oplevert in het conflict in de Koude Oorlog, maar tegelijkertijd hopen ze dat de economische gevolgen lokaal kunnen worden beperkt. President Biden had geen ongelijk toen hij zei dat de Chinese economie een “tikkende tijdbom” is. Hij voegde eraan toe dat “wanneer slechte mensen problemen hebben, ze slechte dingen doen.” Deze woorden hadden in een spiegel gesproken kunnen worden.
Maar zelfs los van de impact op de nieuwe Koude Oorlog, kan de ‘Japanisering’ van de Chinese economie verwoestend zijn voor het wereldkapitalisme. Volgens Dhaval Joshi van BCA Research heeft China de afgelopen tien jaar 41% van de wereldwijde groei gegenereerd, twee keer zoveel als de VS (22%) en vier keer zoveel als de eurozone (9%). Een tijdperk van Chinese economische stagnatie moet de wereldwijde groeivooruitzichten aanzienlijk verlagen. Krugman bagatelliseert deze zorgen door alleen te kijken naar de Amerikaanse en westerse blootstelling aan China’s financiële markten en handel, die beperkt is in vergelijking met de financiële crisis van 2008 die in de VS begon.
Processen in China – de voormalige kapitalistische “wondereconomie” – onderstrepen het ongekende karakter van het tijdperk van kapitalistische crisis waarin we leven. Terwijl de met schulden overladen Chinese domino’s omvallen en de problemen van de kapitalistische CCP-dictatuur zich vermenigvuldigen, is er maar één kracht die een uitweg kan bieden. Dat zijn de werkende klasse en de jongeren die de weg van massastrijd opgaan. De opkomst van een nieuwe strijdbare arbeidersbeweging zal het ook mogelijk maken om van revolutionair socialisme en marxisme een massale kracht te maken.
-
Pakistan: massaal protest tegen hoge elektriciteitsfacturen
De afgelopen weken werd Pakistan overspoeld door massaprotesten. Mensen in het hele land uiten hun woede over de stijgingen van de elektriciteitsfacturen die werden opgelegd door de ongekozen overgangsregering onder leiding van Anwaar-ul-Haq Kakar. Het protest begon op 3 augustus in het door Pakistan bezette gedeelte van Kasjmir en verspreidde zich vervolgens snel naar steden zoals Lahore, Rawalpindi, Attock, Karashi, Peshawar, Quetta, Taunsa, Nawabshah, Multan …
Door Serge Jordan (ISA India)
De betogers komen op straat, blokkeren wegen en verbranden hun facturen op straat. Deze verhoging van de prijzen komt bovenop tal van andere economische problemen. Op sociale media circuleren hashtags als #Burn_Electricity_Bills en #Civil_Nafarmani (=burgerlijke ongehoorzaamheid). De woede van het publiek leidde ertoe dat de Peshawar Electric Supply Company (PESCO) de groene kentekenplaten van haar voertuigen verwijderde uit angst voor mogelijke aanvallen van betogers.
De protestgolf zette de interim-premier ertoe aan om op 27 augustus een spoedvergadering bijeen te roepen en de autoriteiten op te dragen om binnen 48 uur “concrete stappen” te ondernemen om het lijden van de mensen te verlichten. Deze beloften bleken loos. Ze dienden slechts als vertragingstactiek en benadrukten de noodzaak voor de protestbeweging om alleen op haar eigen kracht te vertrouwen. Slechts drie dagen later verklaarde de minister van Financiën dat de beloften aan het IMF “niet-onderhandelbaar” waren en dat er geen budgettaire speelruimte was om terug te krabbelen. Bronnen binnen het kabinet merkten op dat zelfs als de regering zou overwegen om de nieuwe rekeningen in meerdere termijnen op te splitsen, voorafgaande “toestemming” van het IMF vereist zou zijn!
Deze ommezwaai van de regering, in combinatie met provocerende verklaringen van Kakar die de fors gestegen energierekeningen afdeed als een “non-issue”, wakkerde het ongenoegen onder de bevolking verder aan. Op zaterdag 2 september sloot een staking de meeste bazaars en commerciële activiteiten, vooral in de grote stedelijke centra zoals Karachi, Peshawar en Lahore. In sommige gevallen sloten werknemers van het openbaar vervoer zich bij de staking aan.
In Lahore hebben elektriciteitswerkers geprotesteerd en verlagingen van de energieprijzen geëist, evenals maatregelen om het personeelstekort in de sector aan te pakken. Dit toont de cruciale rol die deze arbeiders kunnen spelen door zich aan te sluiten bij het straatprotest om zo de plannen van de regering te dwarsbomen. Dit is vooral cruciaal in een context waarin ze door de regering tot zondebok worden gemaakt en sommigen van hen naar verluidt het doelwit zijn geworden van woedende betogers.
Economische ineenstorting
De uitbarsting van protesten in Pakistan komt niet als een verrassing. Onder de aftredende coalitieregering van de Pakistan Muslim League (Nawaz) en de Pakistan People’s Party (PML(N)-PPP) onder leiding van de miljardair Shehbaz Sharif werden strenge besparingen opgelegd om nieuwe kredieten van het IMF veilig te stellen. Dit omvatte een verhoging van de basiskosten voor elektriciteit op 21 juli, als onderdeel van de voorwaarden voor een noodlening van 3 miljard dollar waarover twee maanden geleden werd onderhandeld met de imperialistische instelling.
De gemiddelde elektriciteitstarieven in Pakistan zijn in één jaar tijd met maar liefst 76% gestegen, waardoor de armen in ondraaglijke omstandigheden terechtkomen. Dit gebeurt ondanks het feit dat de mensen te kampen hebben met verlammende stroomonderbrekingen in de verzengende hitte – sommige regio’s, zoals Balochistan, hebben te kampen met stroomtekorten tot 16 uur per dag – en al te lijden hebben onder de torenhoge algemene inflatie.
Sharif trad af toen zijn kabinet op 9 augustus het parlement van het land ontbond, wat de weg vrijmaakte voor de huidige overgangsregering. Deze heeft in theorie de taak om toezicht te houden op de nationale verkiezingen, maar in de praktijk doet ze vooral het werk voor het leger – waarvan de top de echte politieke machthebber is in Pakistan. De woede van de massa’s werd aangewakkerd toen deze ‘interim’-regering op haar eerste dag de brandstofprijzen verhoogde.
De algemene economische situatie is erbarmelijk. Het BBP-groei van Pakistan is op een jaar gekelderd van 6,1% naar ongeveer 0,3%. In dezelfde periode is de Pakistaanse roepie met ongeveer 30% in waarde gedaald ten opzichte van de dollar, waardoor de kosten van olie en andere importproducten zijn gestegen. Fabrieken en bedrijven krimpen in en ontslaan massaal werknemers. Invoerbeperkingen om de uitstroom van buitenlandse valuta te beteugelen hebben geleid tot een groot verlies van jobs, vooral in de textielsector, waar naar schatting zeven miljoen werknemers zijn ontslagen. De verwoestende overstromingen van vorig jaar hebben de situatie dramatisch verslechterd en enorme vernielingen achtergelaten. Nu worden zowel Punjab als Sindh opnieuw met overstromingen geconfronteerd.
Deze samenloop van crises heeft de hoop van veel jonge mensen de kop ingedrukt, wat heeft geleid tot een massale uittocht van Pakistani naar het buitenland. Alleen al in de eerste zes maanden van dit jaar zijn meer dan 800.000 mensen vertrokken, meestal naar Golflanden, waarmee een nieuw emigratierecord werd gevestigd. De Pakistaanse paspoortdienst meldde onlangs een enorme piek in het dagelijkse gemiddelde van paspoortaanvragen.
Politieke crisis
De economische ineenstorting verergert de grote politieke crisis die sinds vorig jaar in de openbaarheid is uitgebroken. Voormalig premier Imran Khan, ooit gesteund door het leger, viel uit de gratie toen hij zich probeerde te bevrijden uit de greep van het leger, wat resulteerde in zijn door de staat geënsceneerde afzetting in april 2022. Terwijl de economie van het land in een crisis belandde, werd de regering van Sharif, die aan de macht kwam na de afzetting van Khan en bestond uit een erg diverse coalitie van 13 partijen, steeds impopulairder.
Ondanks het feit dat Khan tijdens zijn ambtstermijn een besparingspolitiek en een pro-IMF beleid voerde, behield hij aanzienlijke steun, vooral onder de stedelijke jeugd en middenklasse. De afwezigheid van een politieke oppositie die echt voor de armen en de arbeidersklasse was, in combinatie met zijn uitgesproken retoriek tegen corruptie, het Amerikaanse imperialisme en het militaire establishment, hielp Khan zijn zaak te versterken. Zijn Tehreek-e-Insaf (PTI) partij behaalde eind vorig jaar een cruciale verkiezingsoverwinning in de provincie Punjab, wat een vernederende tegenslag betekende voor de nationale regering en haar militaire steunpilaren.
Hoewel hij een pro-kapitalistische figuur is, was Imran Khan een populistisch blok aan het been geworden voor belangrijkste delen van de heersende klasse. Als populairste politicus van het land vormde hij een potentiële bedreiging voor de parlementsverkiezingen. Deze achtergrond vormde de basis voor een door het staatsapparaat georkestreerde onderdrukkingscampagne tegen hem en zijn partij. Zijn vervolging en arrestatie op beschuldiging van corruptie door een rechtbank in Islamabad in mei van dit jaar leidde tot grote protesten, waarvan sommige gericht waren tegen militair personeel en militaire sites en waarbij de huizen van militairen werden bestormd.
De erosie van het gezag en de symbolen van het leger was onaanvaardbaar voor de generaals. Ze reageerden met harde maatregelen, waaronder massa-arrestaties, militaire processen en marteling van PTI-aanhangers. Bovendien kregen hoge militaire functionarissen te maken met disciplinaire maatregelen, wat de nervositeit van de militaire leiding onderstreepte. Deze repressie leidde er vervolgens toe dat een groot aantal prominente PTI-kaderleden de partij verlieten. Hoewel Khan zelf binnen enkele dagen op borgtocht werd vrijgelaten, werd hij begin augustus opnieuw gearresteerd en kreeg hij een veroordeling die hem de komende vijf jaar verbiedt een politiek ambt uit te oefenen.
De diepe crisis van de Pakistaanse regeringsinstellingen en de belangrijkste politieke partijen heeft de mensen ongetwijfeld aangemoedigd om het heft in eigen handen te nemen. Met een zeer impopulaire interim-regering aan het roer, de datum en het lot van de volgende verkiezingen in gevaar, en een oppositie die verlamd is door repressie en overlopers, hebben de Pakistaanse massa’s besloten om zelf actie te ondernemen nu ze op de rand van de afgrond staan door de meedogenloze besparingsmaatregelen en de ijzeren greep van het IMF.
Het recente harde optreden tegen de PTI bevestigt dat het militaire establishment niet tolerant is indien haar positie en belangen in vraag worden gesteld. In het huidige klimaat van extreme politieke instabiliteit moet het spookbeeld van een regelrechte militaire machtsovername, hoewel riskant voor de generaals, serieus worden genomen. Dit gevaar onderstreept nog eens de dringende noodzaak voor de beweging op straat, en de werkende massa’s in het bijzonder, om hun onafhankelijke organisatie op te voeren en zich voor te bereiden op een stevige strijd tegen de economische, politieke en militaire dominantie van de heersende elite.
Nieuwe ‘zwakke schakel’ in de keten
Na Sri Lanka is Pakistan de nieuwe zwakke schakel in de keten van het Zuid-Aziatische kapitalisme, en een belichaming van alle elkaar overlappende crises van het systeem. Binnen deze context dient de huidige golf van protesten als een baken van hoop, dat het potentieel aangeeft voor arbeiders, kleine handelaren, arme boeren, werkloze jongeren en al diegenen die verpletterd worden door de kapitalistische samenleving. Het is een oproep om in opstand te komen tegen de niet aflatende stroom van onrechtvaardigheden.
Miljoenen mensen worden op brute wijze verarmd om de enorme rijkdom van corrupte generaals, bedrijfsbazen, landheren en politici die over het land heersen veilig te stellen en om een schuldenberg af te betalen waarvan de gewone mensen niets hebben geprofiteerd.
International Socialist Alternative is solidair met de strijdende arbeiders en de arme massa’s van Pakistan en roept op tot een uitbreiding van de protesten en stakingen en de coördinatie van een landelijke boycotcampagne tegen de veel te hoge elektriciteitsrekeningen.
We eisen lonen en uitkeringen die zijn aangepast aan de werkelijke kosten van levensonderhoud en een onmiddellijke stopzetting van de maatregelen die het IMF heeft opgelegd, regressieve belastingen, privatiseringsprogramma’s en verlammende subsidieverlagingen. Bovendien eisen we een volledige kwijtschelding van de schulden, niet alleen van de schulden aan door het Westen gedomineerde instellingen zoals het IMF, de Wereldbank en de Club van Parijs, maar ook van de aanzienlijke Chinese leningen, die bijna een derde van de huidige buitenlandse schuld van Pakistan uitmaken. De voorwaarden van deze leningen zijn niet minder roofzuchtig dan die van het imperialistische Westen.
We dringen aan op de onmiddellijke vrijlating van alle vastgehouden politieke activisten, vrijheid van meningsuiting en het recht om zich vrij te organiseren en te betogen, ook op de werkvloer – en staan voor de opbouw van strijdbare en democratisch geleide vakbonden.
Cruciaal is dat we oproepen tot nationalisatie onder arbeiderscontrole van de belangrijkste industrieën, grootste grondbezittingen en bedrijven (bankwezen, cement- en textielfabrieken, defensieproductie, onroerend goed etc.). Dit moet ook gelden voor alle private energiebedrijven, om betaalbare elektriciteit voor alle huishoudens te garanderen. Deze radicale maatregelen zijn van vitaal belang voor de overgang naar de democratische socialistische planning van de economie, het uitroeien van extreem winstbejag en corruptie die Pakistan al veel te lang hebben geteisterd. Zo kan het land weggehaald worden van de afgrond waarop het nu balanceert.
-
Overstromingen in China. Klimaatcrisis en minachting voor mensenlevens
Artikel door Zhou Yi, chinaworker.info
De overstromingen in het noorden van China, in het kielzog van de supertyfoon Doksuri, hebben een nieuwe alarmbel doen rinkelen over de kapitalistische klimaatverandering, maar ook over rampen die worden veroorzaakt door de minachting van de autoriteiten voor de veiligheid van de bevolking. Van 29 juli tot 2 augustus viel er zware regen in Noord-China, waarbij de neerslag in de omgeving van Beijing een 140-jarig record brak. Vervolgens verspreidde de ramp zich naar provincies in het noordoosten van China. Ondertussen hebben factoren zoals het niet waarschuwen van bewoners om te evacueren voordat het overstromingswater uit overvolle reservoirs wordt geloosd (er werd alleen gewaarschuwd voor het stijgende waterpeil en om activiteiten in de buurt van rivieroevers te vermijden), het opofferen van andere regio’s om Xi Jinping’s favoriete projecten te redden en het weigeren van hulp van reddingsteams van buitenaf de situatie verergerd. Van de getroffen gebieden is de provincie Hebei het zwaarst getroffen.
Op het moment van schrijven (8 augustus) zijn er minstens 41 doden, 32 vermisten en meer dan 2 miljoen mensen in de regio Beijing-Tianjin-Hebei getroffen door de overstromingen. Een van de zwaarst getroffen gebieden is Zhuozhou (bestuurd door de stad Baoding) in de provincie Hebei, waar de huizen van veel inwoners volledig zijn verwoest. Auto’s en meubels zijn weggespoeld of verwoest door het kolkende water en boeren hebben grote verliezen geleden in hun veestapel. De wederopbouw na de ramp kan heel lang duren.
Tijdens zijn inspectie van de door de ramp getroffen gebieden in Baoding en Xiong’an New Area op 1-2 augustus verklaarde Ni Yuefeng, de secretaris van het provinciale comité van de Chinese Communistische Partij (CCP) van Hebei, dat Hebei “resoluut moet dienen als een slotgracht voor de hoofdstad.” Dit wekte online veel woede op, vooral onder mensen uit Hebei. Het werd gezien als een poging om trouw te tonen aan Xi Jinping. In werkelijkheid kunnen de stroomopwaarts gelegen berggebieden in het westelijke deel van Beijing, ten noorden van Zhuozhou, geografisch gezien geen reservoirs aanleggen of overstromingswater van daaruit afvoeren. Bovendien stroomt de Yongding rivier, die het overstromingswater van het oostelijke deel van Beijing afvoert, niet door Zhuozhou. Daarom is, in tegenstelling tot wat de overheid beweert, het opofferen van Zhuozhou wellicht bedoeld om Xiong’an New Area in het zuiden te redden.
Xiong’an New Area is een nieuwe stad die in opdracht van Xi wordt gebouwd en een ‘millenniumproject’ wordt genoemd. Het wordt geplaagd door verschillende problemen sinds de eerste planning en het ontwerp in 2017. De geselecteerde locatie ligt in een moerassig gebied met een laag terrein. Bij zware overstromingen moet het zoetwatermeer Baiyangdian in het gebied overstromingswater lozen, wat een aanzienlijk risico op watergerelateerde rampen met zich meebrengt. Bovendien blijft Xiong’an New Area, zelfs na zes jaar ontwikkeling, een “spookstad” met veel onvoltooide projecten, waardoor het zijn beoogde rol om niet-hoofdstedelijke administratieve functies uit Beijing te halen, niet kan vervullen. Maar omdat dit project persoonlijk is besloten door Xi Jinping en wordt beschouwd als zijn project, is de dictatuur nog steeds bereid om kosten noch moeite te sparen om Xiong’an New Area te beschermen, waardoor de ellende van de aanhoudende overstromingen nog groter wordt.
In een ander zwaar getroffen gebied, Bazhou in de provincie Hebei, protesteerden getroffen lokale bewoners op 4 augustus voor het stadsbestuur met een spandoek: “Geef mijn huis terug. De ramp is veroorzaakt door de overstromingen, niet door de regen.” Ze raakten slaags met de politie. Een dag later publiceerde de regering van Bazhou een open brief waarin ze “oprechte dank en diep respect” uitsprak aan de getroffen huishoudens voor het “opvolgen van orders en het positief reageren.” Met deze diplomatieke woorden probeerde de regering de publieke woede te sussen. In dezelfde open brief beloofde het stadsbestuur uitgebreide compensatie voor de getroffenen en wederopbouw na de ramp. Na de overstromingen in Henan twee jaar geleden waren er echter veel problemen met de bijna 10 miljard RMB (US$1,4 miljard) aan wederopbouwfondsen, waaronder problemen met de bouwkwaliteit, vervalste data voor het begin en de voltooiing van projecten en meer. Dit legde ernstige corruptie binnen het CCP-regime bloot. Onder het autoritaire kapitalistische regime van de CCP, waar er geen onafhankelijke vakbonden bestaan en de werkenden geen enkel toezicht uitoefenen op projecten, kunnen we niet geloven dat lokale overheden die verantwoording verschuldigd zijn aan hogere overheden de getroffen huishoudens echt zullen compenseren en een effectieve wederopbouw na de ramp zullen uitvoeren.
De huidige overstromingsramp staat niet op zichzelf, maar houdt verband met de wereldwijde klimaatverandering, die het gevolg is van de vernietiging van de planeet door het kapitalisme. Op 16 juli registreerde Turpan in het westen van Xinjiang een extreem hoge temperatuur van 52,2 °C, waarmee records werden gebroken. Wereldwijd was juli 2023 de heetste maand ooit gemeten. Het werd gekenmerkt door hittegolven en bosbranden over de hele wereld. Hogere zeetemperaturen leiden tot meer tropische stormen en tyfoons zoals Doksuri, die twee keer zo lang heeft geduurd als het gemiddelde van zes dagen voor een tyfoon.
Dit jaar rapporteerde het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN dat de risico’s van de opwarming van de aarde eerdere voorspellingen overtreffen en dat de wereld op “korte termijn” de grens van 1,5°C kan bereiken. Dit is het gevaarlijke punt waarop onomkeerbare veranderingen van de planeet worden voorspeld, met als gevolg massaal uitsterven van wilde dieren, stijging van de zeespiegel, smelten van de poolkappen en andere catastrofale gevolgen. De CCP bespreekt de klimaatveranderingskwesties achter de overstromingen niet, omdat een groter publiek bewustzijn van klimaatverandering het voor de CCP moeilijker zou maken om meer kolencentrales te bouwen en fossiele brandstoffen te winnen. De CCP vreest ook dat een grotere bewustwording rond klimaatverandering het internationale bewustzijn van het publiek kan aanwakkeren, wat botst met de bevordering van de nationalistische ideologie door het regime.
Het kapitalistische CCP-regime is, net als andere kapitalistische regimes, niet in staat en niet bereid om de transitie naar groene energie consistent te maken. Oppervlakkige oplossingen of mondiale klimaatfora die door verschillende regeringsinstanties worden bijeengeroepen zijn niet effectief. De huidige situatie geeft aan dat we echte klimaatactie nodig hebben die gebaseerd is op de internationale arbeidersklasse, wat nationalisatie inhoudt van belangrijke sectoren van de economie (waaronder de energiesector), waardoor ze onder democratische controle van de arbeiders komen te staan om de noodzakelijke groene overgang te versnellen. Wereldwijde samenwerking voor de ontwikkeling van groene energie, geplande productie en de aanmoediging van onderzoek naar groene energie is nodig om het potentieel van de massa’s te ontketenen en het leven op de planeet te redden voordat het te laat is. Door te vechten om een einde te maken aan de planeetverbrandende dictatuur van de CCP en het kapitalisme kan en zal de massale Chinese arbeidersklasse een cruciale rol spelen.
-
Chinese universiteiten verhogen inschrijvingsgeld tot 54%
Artikel door Hong Liuxing, chinaworker.info
De aanhoudende besparingen op de middelen voor het onderwijs in China zorgen ervoor dat het inschrijvingsgeld in meerdere provincies wordt verhoogd. De verhogingen gaan in vanaf volgend academiejaar. In sommige gevallen gaat het om de eerste verhogingen sinds jaren, zo werd het inschrijvingsgeld in Shanghai al 20 jaar niet gewijzigd.
De drastische verhogingen tonen de diepte van de schulden- en financiële crisis in China. Onderwijs wordt voornamelijk gefinancierd op het niveau van de lokale overheid, waar ook de schuldenproblemen het meest acuut zijn. De verhoging van het inschrijvingsgeld is tevens een ideologisch signaal van het regime van Xi Jinping om studenten te straffen voor het protest van vorig jaar en om hen te ‘overtuigen’ om lager betaalde jobs te aanvaarden op een ogenblik dat de jongerenwerkloosheid hoge toppen scheert. De officiële werkloosheidsgraad onder jongeren tot 25 jaar bedraagt 20,4%.
De grootste verhoging van het inschrijvingsgeld komt van de Shanghai East China University of Science and Technology. Die verhoogt met 54% tot 7700 yuan (980 euro) per jaar. Shanghai Dianji University verhoogt het inschrijvingsgeld met 40% voor STEM-richtingen (wetenschap, technologie, techniek en wiskunde) en met 30% voor andere richtingen. Universiteiten in de provincies Sichuan en Jilin voeren eveneens zware verhogingen door, tot wel 40%. En dat in een land met een gemiddeld inkomen van ongeveer 3.850 yuan per maand (nog geen 500 euro).
Daarbij komen nog veel hogere huurprijzen voor slaapzalen en de enorme kosten van privélessen voor de universiteit. Voor studenten uit armere provincies, die al te maken hebben met grote ongelijkheid bij de toegang tot universitair onderwijs, zal dit een nog grotere last zijn.
Hoewel deze inschrijvingsgelden een schokkende stijging zijn van de kosten voor studenten, zijn besparingen op onderwijs op zich niet nieuw. Op het hoogtepunt van de pandemie bespaarde de centrale regering 13,7 miljard yuan (1,7 miljard euro) op onderwijs. Dit jaar bespaarde de centrale regering 3,7% op het hoger onderwijs. Dat biedt slechts een beperkt beeld aangezien het grootste deel van de financiering van het hoger onderwijs van de lokale overheden komt.
Protest
Een voortdurende aanval op studenten zal de aankomende politieke opstand alleen maar versterken. Tijdens de pandemie zagen we al een golf van protesten op universiteiten en middelbare scholen. Het bewustzijn van studenten veranderde van eisen tegen besparingen en vreselijke hygiënische omstandigheden tot honderden voornamelijk universiteitsstudenten die in de straten van Shanghai “Weg met de CCP” scandeerden.
Om te protesteren tegen deze onmiddellijke prijsstijgingen zouden studenten de tactiek van studentenstakingen moeten toepassen. Ze zouden ook contact kunnen leggen met het personeel van de universiteit en hen moeten oproepen om mee te doen aan de strijd. Het grote managers van de universiteiten laten hun eigen grote lonen uiteraard ongemoeid en laten de studenten en het personeel opdraaien voor de tekorten. Eisen voor betere arbeidsvoorwaarden voor het personeel zijn niet alleen nodig als bescherming tegen repressie, maar ook de beste garantie voor degelijk onderwijs voor de studenten. Veel academici staan onder grote druk op papers te schrijven zodat het aantal keer dat een universiteit voorkomt in citaten toeneemt. Hierdoor kunnen de academici minder tijd besteden aan het voorbereiden van colleges en het begeleiden van studenten.
De ultieme vraag die we ons moeten stellen is natuurlijk: waar is de universiteit eigenlijk goed voor? Eén op de vijf jongeren is werkloos. China Tobacco Henan meldde dat een derde van hun nieuwe fabrieksarbeiders een postdoctorale graad had. Omdat er nog geen beleid is aangekondigd om de jeugdwerkloosheidscrisis fundamenteel aan te pakken, hebben de staatsmedia dit jaar hun propaganda opgevoerd.
Ze hebben het lef om te zeggen dat jongeren “niet bereid zijn om jobs aan te nemen die onder hun verwachtingen liggen.” Xi Jinping vertelt studenten openlijk dat ze in plaats daarvan “naar het platteland moeten gaan.” De provincie Guangdong heeft al plannen om 300.000 afgestudeerden naar het platteland te laten verhuizen. Daar zullen nog minder jobs te vinden zijn. Een blogger wees op de absurditeit: “Aan de ene kant hebben we 293 miljoen plattelandsarbeiders die in de steden werken, aan de andere kant regelen we dat 300.000 studenten naar het platteland worden gestuurd.”
Dit is het resultaat van een falend kapitalistisch systeem, samen met universitair onderwijs onder de laars van de staatsrepressie. Zonder democratische basisvrijheden om te discussiëren, onderzoeken en debatteren is het geen wonder dat studenten niet in staat zijn om de vaardigheden te verwerven die nodig zijn voor een geavanceerde industrie.
Studenten en gezinnen uit de arbeidersklasse worden gedwongen te betalen voor de crisis van het regime. Door ‘apolitiek’ te blijven in protestacties zijn studenten niet voorbereid op de aanzienlijke repressie van de autoriteiten.
De enorme schuldencrisis van het regime betekent dat het weinig middelen heeft om diensten aan te bieden. De besparingen en de verhoging van het inschrijvingsgeld vandaag zijn wellicht slechts het begin. Natuurlijk verwerpt het CCP-regime elk idee van een socialistische aanpak om de crisis in het onderwijs en op de arbeidsmarkt aan te pakken. Daarvoor zou de economische macht van de kapitalistische klasse gebroken moeten worden, ook binnen het regime, en zouden de grote bedrijven democratisch publiek eigendom moeten worden zodat er een echt socialistisch productieplan kan komen met volledige democratische controle en politieke vrijheden. Zo’n alternatief zal nooit van het kapitalistische CCP-regime zelf komen, maar moet komen van de massale strijd van de arbeidersklasse.
Uiteindelijk moet de strijd tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld en de algemene malaise in het onderwijssysteem deel uitmaken van een bredere strijd tegen het kapitalisme en de dictatuur.
-
Seksuele intimidatie in het hoger onderwijs – een blik vanuit India
De afgelopen jaren waren er tal van gevallen van grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs in België. Instellingen reageerden met pogingen om incidenten in de doofpot te steken of schoven een reactie op de lange baan. Dat grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs een internationaal fenomeen is, blijkt uit onderstaand artikel uit de krant van onze Indische zusterorganisatie.
Seksuele intimidatie in Kalakshetra: niets nieuws in de academische wereld
Door Akiba (ISA India)
In een wervelende week voor de prestigieuze klassieke academie groeiden beschuldigingen van seksuele intimidatie tegen docenten van Kalakshetra in Chennai snel uit tot een groot schandaal met openlijke studentenprotesten, een mislukte onhandige poging om de zaak in de doofpot te stoppen en een onderzoek door de deelstaatregering dat leidde tot een arrestatie van docent Hari Padman. Deze zaak heeft een van de belangrijkste instellingen van de brahmaanse en hindoeïstische bovenklasse in Zuid-India op zijn grondvesten doen schudden, en toont toch een waarheid aan die studenten over de grenzen van gemeenschap en kaste heen van nature kennen: dat de rijken en machtigen alles zullen doen om hun eigen mensen te beschermen.
“We hebben onszelf onderzocht en zijn vrijgesproken van alle fouten”
De protesten in maart en april waren het begin van de publieke aandacht, maar de geschiedenis van seksuele intimidatie gaat jaren terug. De zaak van Meera Krishna, een Bharatnatyam-studente (Indiase klassieke dans) die zich in 2019 terugtrok, en student X, 2012-2018, toont dit aan.
Beiden beweren dat Padman hen zowel in het openbaar als privé herhaaldelijk verbaal aanvielen en hen benaderde met seksueel getinte voorstellen. Klachten bij directeur Revathi Ramachandran (tevens hoofd van de interne commissie) vielen in dovemansoren. Ramachandran ging in haar poging om de misstanden in de doofpot te stoppen zo ver dat zij de studenten in het openbaar op een rij zette en eiste dat zij zich publiekelijk als slachtoffers bekendmaakten, hen met juridische stappen bedreigde en Padman een prijs gaf. Het verdient vermelding dat Padman slechts één van de vier beschuldigde leerkrachten van de school is.
Dergelijke doofpotaffaires zijn welbekend voor jonge vrouwen in de academische wereld. Achter recente geruchtmakende gevallen van seksueel misbruik aan de Banaras Hindu University en de Presidency University Kolkata gaat een etterende beerput schuil van een giftige academische cultuur. Elke vrouw die een aanzienlijke tijd in de academische wereld heeft doorgebracht, heeft een persoonlijk verhaal te vertellen over haar ervaring of die van een vriendin. Doofpotoperaties werken op een systeem van vriendjespolitiek: het management en de top komen vaak uit dezelfde kringen of dezelfde kaste. Ze hebben doorgaans banden met de politie en de lokale overheid. Een vrouw die de politie benadert omdat ze seksueel geïntimideerd of aangerand is, zal een zware strijd moeten leveren omdat de politie het onderdrukken van deze zaken eerder als haar taak beschouwt dan het oplossen ervan. Zelfs een poging om aangifte te doen kan negatieve gevolgen hebben wanneer de vertrouwelijkheid tussen het slachtoffer en de politie wordt geschonden. Instellingen die hun eigen naam willen beschermen, zullen alles in het werk stellen om de aanklager te vernietigen – dreiging met vergelding, publieke vernedering, juridische manoeuvres en zelfs de politie gebruiken om deze vrouwen lastig te vallen en te intimideren. Opgemerkt moet worden dat dit zowel bij leraren als bij studenten gebeurt.
Zogenaamde ‘onafhankelijke onderzoekers’ worden vaak als laatste redmiddel ingeschakeld om een oordeel te vellen ten gunste van de instelling en haar schuldige medewerker. Of het nu persoonlijke vrienden of betaalde acteurs zijn, vaak wordt op hen vertrouwd om het antwoord te vinden dat de instelling zoekt. ‘Onderzoekscommissies’, zelfs als ze voor het grootste deel bestaan uit eerlijke en goedbedoelende leden, zijn vaak bezaaid met saboteurs die het onderzoek verstoren en aanbevelingen afzwakken om toekomstige schandalen te voorkomen. Bovendien worden hun magere aanbevelingen vaak niet uitgevoerd door instellingen die de wil noch de moed hebben om ze uit te voeren.
De symptomen behandelen, niet de ziekte genezen
Een onderwijsinstelling die zichzelf heeft gebouwd op de maat van de elite en gericht is op de belangen van die elite, zal zich niet hervormen. Het doorvoeren van effectieve veranderingen zou neerkomen op een erkenning dat het systeem van meet af aan gebrekkig was, of nog meer, ontworpen om de onderdrukking en uitbuiting van vrouwen in stand te houden. De Brahmaanse gemeenschap kan haar eigen deelname aan deze misdaden, die zij beschouwt als het domein van de ‘inferieure’ kasten, niet onder ogen zien. Zij sluit de gelederen en doet het absolute minimum onder druk om de aandacht af te leiden. Hoewel Hari Padman en de andere professoren zijn ontslagen, zullen zij naar alle waarschijnlijkheid geen echte gevolgen ondervinden. Seriemisdadigers worden gewoon van plaats naar plaats geschoven, waarbij de ene deur opengaat en de andere dichtgaat. Hun handlangers uit de hogere klasse en de hogere kaste zullen hen altijd een uitweg bieden waardoor zij hun levensstijl kunnen behouden, compleet met een nieuwe reeks slachtoffers. Dit maakt deel uit van een ongeschreven code van de hogere klassen, die de suprematie van hun eigen gemeenschap absoluut willen behouden.
Voor de slachtoffers van seksuele intimidatie dreigt vaak ‘zachte vergelding’ of de ‘zachte zwarte lijst’. De dagen van het openlijk victim-blamen en het bestoken van slachtoffers met seksistische, communautaire en kasteïstische scheldwoorden lopen ten einde, maar de praktijk van het straffen van slachtoffers door isolatie is in volle gang. Dit gebeurt door fluistercampagnes of door publieke kennis ervan te verspreiden onder studenten en personeel. Zo worden slachtoffers gezien als problematisch of controversieel. Zelfs instellingen die een neutraal standpunt innemen of zichzelf als onbetrokken beschouwen, geven liever kansen aan niet controversiële kandidaten. Slachtoffers die zich uitspreken, merken vaak dat om mysterieuze redenen hun financiering opdroogt, kansen worden gegeven aan minder gekwalificeerde kandidaten of dat potentiële medewerkers of begeleiders plots erg koud en afstandelijk zijn. Op deze manier smoort de academische wereld langzaam iedereen die de stilte durft te doorbreken.
Er is een beweging nodig om te winnen
Ondanks al deze pogingen om jonge vrouwen het zwijgen op te leggen, is er een stevige protestbeweging bezig. De Indische bevolking staat wereldwijd bekend om zijn bereidheid om ondanks alle tegenslagen terug te vechten. Protesten verhogen het bewustzijn en vormen de publieke opinie en laten de machthebbers zien dat we misbruik niet tolereren. Ze bieden een arena waar slachtoffers kunnen delen in collectieve ervaringen en zich gesterkt voelen om hun eigen lot een plaats te geven. En er zijn echte overwinningen geboekt wanneer op de juiste plaatsen aanhoudende druk werd uitgeoefend. Publieke woede en massale actie zijn de brandstof voor politieke verandering. Maar op dezelfde manier kan de spontane verbranding van brandstof slechts beperkte en lokale effecten hebben. Een politieke motor moet vorm krijgen om een beweging voort te stuwen en haar buiten haar beperkte reikwijdte naar de wijdere wereld te brengen. Zonder het opbouwen van politieke macht zullen we alleen de beperkte concessies kunnen winnen die de heersende klasse bereid is ons te geven om ons het zwijgen op te leggen. Alleen door langdurige en consequent georganiseerde activiteit kunnen we de noodzakelijke macht opbouwen om onze eisen te realiseren. We zijn niet tevreden met restjes van de tafel.
Het beëindigen van seksuele intimidatie en misbruik in het onderwijs is meer dan alleen het ontslaan van leerkrachten. Het openbaar maken van het nationale register van zedendelinquenten en het weren van daders uit het onderwijs kan helpen voorkomen dat seksuele roofdieren actief blijven in het onderwijs. Effectieve veiligheidsmaatregelen en zelfs simpele zaken als straatverlichting kunnen de onveiligheid terugdringen. Een commissie van studenten en docenten, gesteund door een sterke studentenvakbond, en uitgerust met de bevoegdheid om disciplinaire maatregelen te nemen tegen daders zou meer doen dan studenten helpen naar voren te komen en een echt afschrikmiddel vormen voor seksueel geweld op de campus. Het legt ook de basis voor verdere overwinningen in de toekomst door een politieke organisatie in het leven te roepen die vrouwelijke studenten mondiger maakt. Op lange termijn moeten culturele en economische kwesties worden aangepakt. In de overgrote meerderheid van de verkrachtingszaken is de dader iemand die het slachtoffer persoonlijk kent. We moeten een einde maken aan de verkrachtingscultuur en de economische achterstelling van vrouwen, die verhinderen dat slachtoffers zich melden en dat er naar hen geluisterd wordt als ze zich melden.
Overal ter wereld, van Amerika tot Iran en Zuid-Afrika en verder, staan vrouwen op en nemen zij het heft in handen. In Ierland stonden ISA en ROSA-kameraden mee vooraan om een abortusverbod ongedaan te maken dat letterlijk in de grondwet stond. In Brazilië strijden onze kameraden nog steeds voor de uitbreiding van de bescherming tegen feminicide. In de Verenigde Staten maakte ons socialistische gemeenteraadslid Kshama Sawant in Seattle deel uit van de beweging om van Seattle met succes de eerste veilige stad voor het recht op abortus te maken, ondanks de historische intrekking van abortusrechten door het door Trump benoemde Hooggerechtshof. Deze overwinningen komen niet voort uit spontane lokale verontwaardiging, maar uit aanhoudende politieke actie als onderdeel van een bredere socialistische feministische beweging. En wat de vrouwenbeweging in andere landen heeft gedaan, kunnen wij hier doen.
Doe mee aan de strijd!
International Socialist Alternative (ISA) en Campagne ROSA zijn overal ter wereld actief. Onze internationale conferentie 2023 in Wenen in maart trok leden uit 20 landen. We bouwen onze krachten op hier in India, waar bijna een vijfde van alle vrouwen op aarde woont. De behoefte aan internationale solidariteit is wederzijds en wederkerig. Als je wil terugvechten, neem dan vandaag nog contact met ons op om aan te sluiten. We hebben niets te verliezen en een wereld te winnen!
-
Chinese economie: wat is er gebeurd met het herstel?
De noodkreet van de provincie Guizhou opent een nieuw front in de schuldencrisis van het land
Artikel uit het magazine ‘Socialist’, de publicatie van ISA in China
De Chinese economie heeft een rampzalig jaar 2022 achter de rug. Na enkele maanden in zijn derde termijn als absolute heerser zoekt Xi Jinping wanhopig naar een economische opleving om de sombere sfeer die de Chinese en de mondiale kapitalisten in zijn greep houdt te verdrijven en het ‘vertrouwen’ te herstellen. Eerder dit jaar was het mondiale kapitalisme grotendeels meegegaan in het “China is terug”-verhaal, in de hoop op een sterke groei van de tweede economie ter wereld als tegengewicht voor de recessierisico’s in de westerse economieën. Het Chinese herstel na de pandemie is echter al aan het afbrokkelen.
Voordat we naar de gegevens kijken, herhalen we eerst enkele conclusies uit het materiaal van de Chinese marxisten en aanhangers van ISA over de economische toestand. We waren steeds sceptisch over de voorspellingen van een sterk economisch herstel dit jaar.
Toen het Nationale Volkscongres in maart de BBP-doelstelling voor dit jaar vaststelde op “ongeveer 5 procent” waren we verbaasd over hoe laag dit cijfer was (het is China’s laagste BBP-doelstelling sinds 1991). Veel voorspellers wereldwijd kwamen met hogere prognoses van zes of meer procent. Wat wist het regime van Xi dat anderen niet wisten?
In ons materiaal wezen we op twee manieren waarmee de Chinese economie de doelstelling van 5% kon halen: door de reeds onhoudbare schuldenlast van China nog verder op te voeren of door met de boeken te knoeien. We merkten op dat waarschijnlijk beide methoden zouden gebruikt worden. In talloze artikelen hebben marxisten uitgelegd dat de Chinese economische malaise van de afgelopen jaren niet alleen het gevolg is van Xi’s ultra-repressieve “zero Covid”-doctrine, zoals sommige commentatoren denken, hoewel dat de zaken zeker erger heeft gemaakt.
De diepere oorzaken van de huidige diepe crisis liggen in de uitputting van China’s schuldgedreven staatskapitalistische groeimodel. Het heeft het einde van de weg bereikt. Dit groeimodel was gebaseerd op massale investeringen in infrastructuur (waaronder triljoenen dollars die aan nutteloze infrastructuurprojecten werden verspild) en enorm opgeblazen vastgoedprijzen, die een afspiegeling waren van de vroegere zeepbeleconomie van Japan, maar dan erger.
Deze formule heeft de Chinese economie de afgelopen twee decennia gedreven, vooral sinds de wereldwijde crisis van 2008-9, toen een historisch, nooit herhaald Chinees stimuleringspakket de wereld op zijn grondvesten deed schudden (“toen China het wereldkapitalisme redde,” zoals het gezegde luidt). Daarachter kwam de moeder van alle schuldexplosies, en dat is waar we nu zijn. Dit is iets wat we voorspelden, maar zelfs sommige zogenaamde marxisten ontkenden omdat ze, al dan niet misleid door CCP-propaganda, beweerden dat de Chinese staat over unieke krachten beschikte.
De controle van de Chinese dictatuur over het banksysteem, plus de media, het internet, de rechterlijke macht, andere belangrijke hefbomen voor financiële en politieke controle, en niet in de laatste plaats uitgebreide censuur met de mogelijkheid om iedereen te laten verdwijnen die lastige informatie deelt of vragen stelt, geeft het regime een mate van controle die ‘normale’ kapitalistische regimes niet hebben. Maar dat maakt geen einde aan de wet van de zwaartekracht, of relevanter in dit geval: de wet van de waarde.
Al meer dan een decennium is de groei van China afhankelijk van snel stijgende schulden. Toen de regering haar aandacht verlegde naar “deleveraging”, het afremmen van de stijgende schulden, is de economie ingestort. We hebben dit duidelijk gezien bij de aanpak van de schulden in de vastgoedsector, die de vastgoedcrisis van de afgelopen twee jaar heeft veroorzaakt. Het zogenaamde herstel van 2023 gaat slechts op hetzelfde spoor verder, met een stijging van de Chinese schuldquote met 7,7 procentpunten in het eerste kwartaal van 2023 tot het recordniveau van 290%, volgens gegevens van de Chinese Volksbank.
De CCP heeft de schuldencrisis jarenlang vooruitgeschoven door potentiële tijdbommen van het ene deel van het financiële systeem naar het andere te schuiven in een massale operatie ‘verstoppertje spelen’. De huidige financiële onrust bij China’s lokale overheden – de machinekamers van het staatskapitalistische op schulden gebaseerde infrastructuurmodel – zou wel eens de uitdaging te veel kunnen worden voor het regime. De opkomende schuldencrisis in Guizhou, met daarachter een reeks andere provincies met hoge schulden, is wellicht niet zo gemakkelijk weg te toveren met nog meer financiële trucs.
Lokale overheden uitgeknepen
Het officiële BBP-cijfer voor het eerste kwartaal meldde een geruststellende groei van 4,5% tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar. Of toch niet? Zoals altijd is de nauwkeurigheid van China’s officiële gegevens niet te vertrouwen. Dit is een fragiel herstel, sterk afhankelijk van de ‘levenslijn’ in de vorm van meer door de staat opgelegde infrastructuurprojecten die met schulden worden gefinancierd.
Achttien provincies hebben voor 2023 in totaal bijna 10 biljoen yuan (US$ 1,4 biljoen) aan nieuwe infrastructuurbouw aangekondigd, aldus een rapport van Global Times (28 februari 2023). De overige 13 provincies hebben hun investeringscijfers niet bekendgemaakt.
Maar de provinciale en lokale overheden komen geld tekort. Van de 31 provincies zagen 22 de inkomsten in 2022 dalen, volgens officiële gegevens. Miljarden yuan aan kosten voor schulden slaan een groot gat in de begrotingen van de lokale overheden. Dit is goed voor meer dan een derde van alle uitgaven van sommige stadsbesturen. De verkoop van grond, traditioneel goed voor een kwart van de inkomsten van lokale overheden, is vorig jaar met 23,3% ingestort als neveneffect van de vastgoedcrisis. Dit betekende een gecombineerd verlies van ongeveer 2 biljoen yuan (288 miljard dollar) voor de lokale overheden.
Het resultaat is een tsunami van ontslagen, loonsverlagingen en besparingen op dienstverlening in het hele land. In meer dan 20 steden zijn busdiensten afgeschaft of tijdelijk opgeschort omdat busmaatschappijen geen brandstof kunnen kopen of lonen betalen. In de provincie Hebei werden brandstofsubsidies voor winterverwarming geschrapt. Scholen, ziekenhuizen, overheidsgebouwen en andere lokale overheidsactiva zijn te gelde gemaakt en verkocht aan private actoren om geld in te zamelen.
“De uitbetaling van de lonen van veel van mijn collega’s werd uitgesteld, en dat was moeilijk omdat we gezinnen te eten moeten geven,” vertelde een overheidsmedewerker in de provincie Jiangxi aan Al Jazeera. “Dit was vroeger ondenkbaar.”
De economische strategie van de CCP bestaat erin om nog een keer extra te investeren in infrastructuur, in de hoop dat dit de economische groei zal aanwakkeren met meer consumentenbestedingen. Maar de trend van de afgelopen jaren laat zien dat dit niet gebeurt, eerder het tegenovergestelde.
Het herstel van dit jaar wordt belemmerd door een trage gezinsconsumptie en een voorkeur voor sparen in plaats van uitgeven. Dit zou niemand moeten verbazen. Chinese werknemers en de middenklasse maken zich grote zorgen over hun economische zekerheid: jobs, lonen, pensioenen en verliezen door de neergang van de huizenmarkt (het zogenaamde negatieve welvaartseffect). In april bereikte de jeugdwerkloosheid een record van 20,4%, wat betekent dat meer dan 20 miljoen jongeren onder de 25 jaar werkloos zijn. De zogenaamde informele sector, van gedereguleerde en onzekere werkgelegenheid, is nu goed voor 56% van de totale beroepsbevolking (tegen 33% in 2004).
Ook de kapitalisten zijn onzeker. Private bedrijven aarzelen om nieuwe investeringen te doen omdat het vertrouwen in het herstel en in de economische vaardigheden van het regime van Xi een dieptepunt heeft bereikt. Het ‘Jaar van de Hel’ van 2022 is nog niet verteerd.
Deze stemming komt tot uiting in de gegevens over het eerste kwartaal, waarin de investeringen in de staatssector met 10% toenamen, tegenover slechts 0,6% groei in de private sector. De private sector is goed voor 60% van het Chinese bbp, 80% van de werkgelegenheid in de steden en 90% van de nieuwe jobs. Dit verklaart mee de hardnekkig hoge jeugdwerkloosheid, die al een jaar boven de 16% ligt.
“Wraakuitgaven”?
Economen voorspelden een golf van “wraakuitgaven” toen Xi afgelopen december op chaotische wijze een einde maakte aan het zero Covid-beleid, waardoor mensen eindelijk weer enige vorm van ‘normaliteit’ kregen. De verwachte consumptiegolf bleef echter uit. Dit werd erkend door het Politbureau van de CCP tijdens zijn vergadering van 28 april, die de problemen van onvoldoende vraag en een zwakke “interne dynamiek” toegaf.
Het zijn daarentegen de bankdeposito’s die tot recordhoogtes stijgen. Zelfs de meest fanatieke buitenlandse investeerders hebben dit opgemerkt. Estée Lauder, Starbucks en Qualcomm, die allemaal China als een van hun grootste markten beschouwen, hebben gewaarschuwd voor dalende verkoopcijfers.
Ting Lu, ‘chief China economist’ bij Nomura, vertelde aan Reuters: “De stijging van 8 biljoen yuan in nieuwe huishouddeposito’s in 2022 leidde tot hoop in een snel stijgende markt met een massale inhaalvraag na de pandemie. Maar de gezinnen bleven verder sparen in het eerste kwartaal van 2023.”
Volgens de Chinese Volksbank nam het particuliere spaargeld in het eerste kwartaal met 9,9 biljoen yuan (1,4 biljoen Amerikaanse dollar) toe, een stijging met 27% tegenover vorig jaar.
Economen staan dan ook bijzonder sceptisch tegenover de detailhandelscijfers, die in het eerste kwartaal met 5,8% zouden gestegen zijn. Dat de consumptie van huishoudens gematigd is, met uitzondering van diensten (reizen en uit eten gaan om het einde van drie jaar ‘zero Covid’ te vieren), wordt ook bevestigd door het laagste inflatiepercentage ter wereld.
De Chinese consumentenprijsindex (CPI) is in april gedaald tot slechts 0,1 procent. Dit “herstel zonder inflatie,” zoals het magazine The Economist het noemt, wijst erop dat bedrijven onder druk staan om de prijzen niet te verhogen vanwege de zwakke vraag.
De prijzen aan de fabriekspoort, zoals blijkt uit de producentenprijsindex (PPI), bevinden zich in deflatiegebied. De PPI van april daalde tot het laagste niveau in drie jaar, min 3,5%. Deflatie, of dalende prijzen, kan net zo destabiliserend zijn als inflatie. Dat geldt vooral in economieën met hoge schulden, zoals China. Terwijl inflatie schulden wegvreet door geld van zijn waarde te ontdoen, heeft deflatie het tegenovergestelde effect en maakt het de kosten van het terugbetalen van schulden relatief hoger.
Japan worstelt al meer dan 30 jaar met deflatie – een periode die bekend staat als de ‘verloren decennia’. In deze periode stagneerde de economie, die afnam van 17,7% van het mondiale BBP in 1995 tot 6% nu. De schuldopbouw in China, die Japan ruimschoots overtreft, gevolgd door de implosie van de Chinese huizenzeepbel in 2021, en nu de nog ernstiger schuldencrisis bij de lokale overheden, die goed zijn voor 90% van alle overheidsuitgaven, dreigt in China een Japans economisch scenario te veroorzaken.
De vastgoedmarkt krimpt nog steeds, ondanks de steunmaatregelen van de overheid eind vorig jaar. Terwijl de daling van de vastgoedverkoop zich lijkt te hebben gestabiliseerd, na een implosie vorig jaar, daalden de investeringen in de sector in januari-april met 6,2%, na een daling van 10% in 2022. Het aantal nieuwe woningen, gemeten naar vloeroppervlak, daalde in het eerste kwartaal met 19,2% ten opzichte van de reeds lage basis van een jaar geleden.
Noodkreet uit Guizhou
De schuldencrisis van de lokale overheden die blijkt uit de gebeurtenissen in Guizhou, waar een verkapte reddingsoperatie van de centrale overheid aan de gang lijkt te zijn, is het begin van een angstaanjagend nieuw front in de Chinese strijd om een financiële ineenstorting te voorkomen. Steden en regio’s in Guizhou, een provincie met 38 miljoen inwoners, hebben ‘verborgen schulden’ – die via entiteiten buiten de begroting om lopen – die oplopen tot 1,31 biljoen yuan (190 miljard dollar). Dit komt vooral door opeenvolgende infrastructuurprogramma’s.
In april stuurde de provinciale regering van Guizhou een noodkreet naar Beijing. In een verklaring op haar officiële website stond dat “schulden een belangrijk en urgent probleem zijn geworden voor lokale overheden [in de provincie]” en werd toegegeven dat “het onmogelijk is om [het schuldenprobleem] effectief op te lossen door te vertrouwen op het eigen vermogen [van de lokale overheid].” De verklaring verdween binnen enkele uren van het internet.
Guizhou is voor de schuldencrisis van de lokale overheid wat Evergrande was voor de vastgoedcrisis: het topje van de ijsberg. Toch zal het veel moeilijker zijn om de schuldencrisis van de lokale overheid te bezweren dan de vastgoedcrisis. Volgens het IMF is de officiële schuld van lokale overheden de afgelopen vijf jaar bijna verdubbeld tot 35,3 biljoen yuan (5,14 biljoen dollar). Dat is meer dan 120% van alle inkomsten van de lokale overheid.
Daarnaast zijn er dan nog de schulden van de financiële vehikels van de lokale overheid, entiteiten buiten de begroting om die de belangrijkste kanalen zijn voor uitgaven voor de bouw en infrastructuur. Duizenden van deze slecht gereguleerde maar door de overheid gecontroleerde bedrijven zijn een erfenis van het gigantische stimuleringspakket van 2008-09, dat hun rol in het economische hart van het Chinese staatskapitalisme heeft versterkt. Volgens het IMF steeg de schuld van deze financiële vehikels tot 57 biljoen yuan (8,3 biljoen dollar) in 2022, wat neerkomt op 48% van het Chinese bbp.
De interne schuldencrisis in China vertoont veel gelijkenissen met de externe schuldencrisis die mede door het beleid van de CCP is ontstaan. Beijing zag zich genoodzaakt zijn “familie” van landen van het Belt and Road Initiative (BRI) in Afrika, Azië en Latijns-Amerika meerdere malen te redden. Projecten die bedoeld waren om de groei te stimuleren en de economische macht van het Chinese kapitalisme en zijn dictatuur te vergroten, zijn in plaats daarvan een aderlating geworden waarvan het moeilijk is zich terug te trekken.
Het regime van Xi staat onder enorme druk van de imperialistische Koude Oorlog, de wereldwijde geopolitieke strijd tussen twee falende grootmachten, die beide gebukt gaan onder economische en politieke crises. Dit conflict drijft het deglobaliseringsproces aan, dat op zijn beurt de economische problemen van het wereldkapitalisme verergert en de militaire dreiging doet toenemen. Gezien dit internationale klimaat valt de CCP terug op haar traditionele recept om de groei van het BBP te stimuleren: lokale overheden die geen geld hebben, pushen om meer schulden aan te gaan.
Tegelijkertijd legt zij de bevolking meer besparingen op, onder meer op de lonen in de publieke sector en met aanvallen op de pensioenen. In plaats van ‘wraakuitgaven’ waarop het kapitalisme hoopte voor economisch herstel, zouden de werkenden en jongeren na de nachtmerrie van de pandemie wel eens een andere vorm van wraak kunnen nemen.
-
Analyse van de verkiezingen in de Indische deelstaat Karnataka
Krant van ISA in India. Op 10 mei zijn er deelstaatverkiezingen in Karnataka. Peilingen wijzen op een mogelijk verlies van de nationaal regerende rechtse nationalistische BJP van premier Modi. Oppositiepartij Congress hoopt met een overwinning eindelijk gezien te worden als de centrale uitdager voor de BJP in de nationale verkiezingen van 2024. Karnataka is de achtste staat van India qua bevolkingsaantal, maar het is de vijfde op economisch vlak. De staat omvat zowel een sterk ontwikkelde IT-sector, onder meer in en rond Bangalore, als een bijzonder weinig ontwikkeld platteland in het noorden. De BJP won de verkiezingen van 2018 maar haalde net geen meerderheid in het parlement. Een anti-BJP-coalitie viel in 2019 uit elkaar waarna de BJP alsnog de regering vormde. Het ongenoegen over het beleid nam de afgelopen maanden toe. De verkiezingen van 10 mei beloven spannend te worden. Hieronder een artikel uit de nieuwe krant van onze Indische zusterorganisatie.
De politieke oorsprong begrijpen
Artikel door Nawaz
Karnataka ontstond in 1956 door de samenvoeging van alle Kannada sprekende regio’s van India. Omdat deze regio’s overlapten met andere, zijn er tot op vandaag grote verschillen. Er is grootschalige concentratie van rijkdom in het zuidelijke deel van de staat, terwijl de noordelijke helft relatief agrarisch en arm is. Dit komt vooral doordat de opeenvolgende regeringen zich op de zuidelijke regio hebben geconcentreerd.
Dit zorgt ook voor onregelmatige stempatronen in de deelstaat, waardoor de publieke opinie vaak moeilijk te voorspellen is. De nabijheid van buurstaten is van grote invloed op het stemgedrag in de grensdistricten.
Vanaf de onafhankelijkheid van India tot in de jaren ’90 werd Karnataka altijd beschouwd als een absoluut bastion van de Congrespartij. Veel politici die voor het eerst deelnamen aan parlementsverkiezingen deden dit in Karnataka omdat er veilige zetels waren, waar het voor nieuwkomers volstond om onder de naam van Congress op te komen om verkozen te raken.
Leiders als Devraj Urs waren trouwe aanhangers van de familie Gandhi en hadden aanzienlijke invloed in de parlementaire politiek. Telkens wanneer het Congress op nationaal niveau een crisis doormaakte, kwam het naar Karnataka om in naam van de familie Gandhi nieuw elan te brengen. Toen Indira Gandhi bijvoorbeeld bij de nationale verkiezingen onderuit ging als gevolg van haar gezichtsverlies tijdens de noodtoestand, kreeg ze haar tweede kans in het kiesdistrict Chikamangaluru in Karnataka om haar imago op nationaal niveau op te poetsen, waarna ze in 1980 een verpletterende overwinning boekte bij de algemene verkiezingen.
Janata-partij en de geboorte van het derde front
In de periode van onbetwiste macht in de gloriedagen van het Congress, kwam de meest geduchte uitdaging van de Janata-partij, een overkoepelende partij die in de jaren ’70 was opgericht om in te gaan tegen Indira Gandhi tijdens de noodtoestand. De Karnataka-fractie van de Janata-partij kwam door ideologische verschillen met de centrale leiding van de Janata-partij dichter bij de BJP te staan. Andere fracties, zoals de JD(S) die beweerde seculier te zijn, braken onder leiding van H.D Devegowda af en vormden hun eigen partij, de Janata Dal Secular of de JD(S). De JDS had een kortstondige onverwachte nationale macht na een spectaculaire wending in 1995, toen Delhi een parlement kende waarin geen enkele partij een meerderheid had. H.D Devegowda werd premier, zij het voor 13 dagen.
JDS heeft een sterke stemmenbasis in de regio Old Mysore in Karnataka en onder de boeren en de Vokalliga gemeenschap. Sinds 2001 hebben zij bij elke verkiezing 20% van de stemmen behaald. De JDS vormt gewoonlijk coalities met de BJP of het Congress, afhankelijk van wie de grootste partij is bij de staatsverkiezingen, en treden altijd op als gangmaker van de coalitie zonder ideologische loyaliteit.
Momenteel leidt Devegowda’s zoon Kumarswamy de partij in zijn naam, wat heeft geleid tot beschuldigingen van nepotisme. Na de laatste verkiezingen was hij de premier van Karnataka. De JDS vormde na de vorige verkiezingen een coalitieregering met het Congres, toen geen enkele partij erin slaagde voldoende zetels te halen om alleen een regering te vormen. De regering viel echter halverwege het mandaat toen zowel verkozene van Congres als de JDS hun partij verlieten om zich aan te sluiten bij de BJP, die met hun hulp de huidige regering vormde.
BJP breekt door op het toneel
De intrede van de BJP in Karnataka was een misrekening van Congress zelf. Rajiv Gandhi die wel meer kogels in eigen voet schoot, is mee verantwoordelijk hiervoor. In 1989 won Congress 178 van de 224 zetels in de deelstaatverkiezingen, ook al kende de partij op nationaal niveau een terugval. De sterke score was vooral te danken aan de populariteit van de Lingayat-leider Veerendra Patil. In 1989 werd Karnataka geconfronteerd met rellen. Om zijn gezicht te redden maakte Rajiv Gandhi Patil tot zondebok voor het grotere falen van de regering en ontsloeg hem zonder waarschuwing uit zijn functie. De Lingayat-gemeenschap, die dit als een belediging zag, stapte massaal over naar de BJP. De Lingayat-gemeenschap heeft binnen de kastenopdeling van Karnataka een zwaar gewicht en past perfect in het verhaal van de BJP. Deze gemeenschap werd de belangrijkste electorale basis voor de BJP in de staat.
De BJP in Karnataka was grotendeels opgebouwd rond één grote Lingayat-leider, Yediyurappa. Hij was verschillende keren premier (Chief Minister, CM), maar heeft nooit een volledige termijn uitgedaan. De BJP haalde in Karnataka nooit een meerderheid en was altijd afhankelijk van de steun van de JDS om regeringen te vormen, behalve na de politieke crisis van 2019.
Toen Yediyurappa in 2012 premier was, werd hij beschuldigd van corruptie en door de BJP naar buiten geduwd. Beledigd vormde hij kortstondig zijn eigen regionale partij. De Lingayat-gemeenschap voelde zich beledigd door de BJP en stemde in 2013 tegen die partij. De BJP werd vernederd en viel terug tot 40 zetels.
Toen Modi in 2014 aan de macht kwam, overtuigde hij Yediyurappa om terug te keren, maar hij was een ongeleid projectiel voor de BJP-leiding. In de afgelopen jaren werd hij opnieuw door het BJP-hoofdcommando weggeduwd en vervangen door een andere leider, de huidige premier Bommai, die de zoon is van voormalig premier S. R Bommai. Terwijl de BJP de andere partijen van nepotisme beschuldigt, is zij in hetzelfde bedje ziek.
De Lingayat-gemeenschap vormt een sterke stembasis voor de BJP, en om hen te mobiliseren heeft de BJP geprobeerd de reservering voor openbare jobs weg te halen bij de moslims en aan de Lingayat-gemeenschap te geven. Maar door de complexiteit van de kastenverhoudingen in Karnataka en de onregelmatige spreiding van de kaste-demografie over de districten, liep deze poging mis. In plaats van de moslims te raken, waren het vooral de stammengemeenschappen van de staat die hun reserveringen aangetast zagen.
Wat staat er op het spel bij de verkiezingen van 10 mei?
BJP: Karnataka is de enige zuidelijke deelstaat waar de BJP kansen heeft om aan de macht te komen. Er staan in Karnataka volgend jaar 30 parlementszetels op het spel, die van invloed zullen zijn op de nationale verhoudingen. De volgende verkiezing na Karnataka is de buurstaat Telangana, waar de BJP hoge ambities heeft. De BJP wil daar een momentum opbouwen door Karnataka te winnen. De grote steden zijn melkkoeien voor de partijfinanciering vanwege de stedelijke rijkdom, en Bangalore is de enige grote stad van India die de BJP mogelijk kan winnen.
De BJP wordt momenteel geplaagd door interne verdeeldheid en veel overlopers die naar Congress overstappen. Veel hoge leiders, die ongelukkig zijn omdat zij niet aan de verkiezingen mogen deelnemen, zijn ook overgestapt naar Congress. Bij de keuze van haar kandidaten kijkt de centrale BJP-leiding meer naar de loyaliteit dan naar de bestuurscapaciteiten. De BJP zal het moeilijk hebben om de afkeer tegen het gevoerde beleid te overwinnen.
Congress: Net als de BJP heeft ook Congress kansen om aan de macht te komen in Karnataka. Het heeft een zeer sterk verkiezingsapparaat in de staat, maar heeft ook zijn eigen fractieproblemen, met de oude leider Sidaramiah en de jongere leider D.K Shivakumar die beiden kandidaat zijn voor de post van premier. Maar door de afkeer tegen het beleid van de BJP heeft Congress vertrouwen in een overwinning. De Dalits en religieuze minderheden vormen de belangrijkste stembasis van het Congres.
JD(S): Het is een ‘make or break’-verkiezing voor de JDS. Kumarswamy is de belangrijkste hoop voor JDS om haar 40 zetels in de regio Mysore te behouden. De boeren en de stammengemeenschap vormen de belangrijkste stemmenbasis van JDS.
Eerdere verkiezingsresultaten (2018)
Geen enkele partij kon de grens van 112 zetels overschrijden om een meerderheid te vormen. Hoewel de BJP de grootste partij werd, besloot de JDS een coalitieregering te vormen met Congress, omdat het dan meer invloed kon uitoefenen. Dit wierp zijn vruchten af en Kumaraswamy van de JDS werd premier, maar deze regering viel op minder dan de helft van haar termijn omdat de BJP verschillende verkozenen van andere partijen kon aantrekken en hierdoor alsnog een meerderheid in het parlement had.
Belangrijkste problemen voor de bevolking van Karnataka
De verlammende inflatie is het grootste probleem. Basisproducten zoals gas om te koken en benzine zijn onbetaalbaar geworden.
De infrastructuur, het belangrijkste campagnepunt van zowel BJP als Congress bij de vorige verkiezingen, heeft het zwaar te verduren. De metro van Bangalore heeft vertragingen opgelopen en voor enorme verkeersproblemen gezorgd.
De spanningen tussen de gemeenschappen nemen toe en de grensgeschillen met buurstaat Maharashta hebben voor nog meer problemen gezorgd.
Alle partijen beschuldigen elkaar van dynastieke politiek, maar in werkelijkheid is er bij alle drie de partijen sprake van openlijk nepotisme, waarbij kinderen van zittende parlementsleden voorrang krijgen bij de toewijzing van kandidaturen.
De massa’s hebben hun totale frustratie getoond over het politieke opportunisme, de verwaarlozing en de corruptie van JD(S), BJP en Congres door regelmatig de zetelende regering weg te stemmen. De linkse partijen bestaan bijna niet meer in het politieke landschap van Karnataka, waardoor de arbeidersklasse van Kannada geen eigen politieke vertegenwoordiging kent. De arbeidersklasse en onderdrukten hebben dringend behoefte aan een eigen politiek alternatief dat onvoorwaardelijk aan hun kant staat.
-
Interview met socialist van Chinaworker.info
“Een dictatuur kan niet worden hervormd. Massale strijd tegen het regime van Xi nodig”
De positie van het Chinese regime in de wereld leidt tot heel wat debat, ook onder de linkerzijde. Als consequente internationalisten staan wij steeds aan de kant van de werkenden en onderdrukten. Wij kijken niet naar het Chinese regime als potentiële bondgenoot, maar naar de werkenden die opkomen voor een betere toekomst. International Socialist Alternative (ISA) heeft een afdeling in China, Hongkong en Taiwan. Lei Hon, een jonge activist van Chinaworker.info, neemt deel aan Socialisme 2023. In de aanloop hiernaar spraken we met hem.
Interview uit maandblad De Linkse Socialist
“Het Chinese regime staat voor een ongekende crisis. De protesten van vorig jaar waren een indicatie voor wat komen gaat. De economie verkeert in een diepe crisis en dat betekent dat Xi Jinping geen grotere economische zekerheid kan bieden als ‘wortel’ om de ontevredenheid van de massa te verminderen. Het enige wat hem rest is de ‘stok’ van meer politierepressie, in combinatie met reactionair nationalisme. Het vooruitzicht is een nog grotere massale strijd.”
We zagen de bocht van het Chinese regime van zero-covid naar versoepelingen van de beperkingen. Hoe kwam dit en is er een terugkeer naar hoe het was voor de pandemie?
“De krankzinnige en ongeorganiseerde manier waarop het regime van Xi Jinping uit zero-covid stapte, veroorzaakte de dood van één tot twee miljoen mensen. In een brute dictatuur met totale controle over de media en het gebruik van terreur tegen artsen om de doodsoorzaken te verbergen, is het mogelijk om de exacte omvang van de ramp te verbergen. Maar deze ervaring is in het massabewustzijn gebrand. Het heeft de woede tegen Xi’s dictatuur verder aangewakkerd.”
“De diepte van de woede bleek uit de protesten van vorig jaar. Het belang van die protesten is dat zoiets sinds 1989 niet meer is gebeurd. Ik bedoel niet dat het vergelijkbaar was met 1989 – die beweging was veel groter en van een ander niveau. Maar de beweging van 2022 kwam na tientallen jaren waarin er alleen lokale losstaande protesten waren.”
“De protesten namen al na een week af. Angst voor repressie was natuurlijk een grote factor. Maar de protesten drukten een stempel op China. De dictatuur raakte in paniek en offerde het zero-covidbeleid van Xi op. We weten nu dat er onenigheid aan de top was. De beslissing om van koers te veranderen was niet soepel, maar erg rommelig. Nu kan de economie aantrekken, maar er is geen vertrouwen in een sterke opleving. Het ziet er erg wankel uit.”
In 2021 kwam projectontwikkelaar Evergrande in ernstige problemen. Gaat de vastgoedcrisis nog steeds door? Is er uitzicht op nieuwe grote groei?
“Ja, de vastgoedcrisis is er nog steeds en zal de Chinese economie nog jaren tegenhouden. Het is vergelijkbaar met Japan, waar de vastgoedzeepbel barstte en 30 jaar later nog steeds niet is hersteld.”
“Sinds de ineenstorting van Evergrande in 2021 zijn er in totaal 26 Chinese vastgoedbedrijven in gebreke gebleven. Dat betekent dat ze hun schuldaflossingen niet nakomen. In februari boekte het grootste Chinese vastgoedbedrijf Country Garden zijn eerste jaarverlies ooit, van ongeveer 900 miljoen euro.”
“De schuldencrisis van de vastgoedbedrijven is een uitdrukking van een veel groter fenomeen, met name overproductie. Er staan 130 miljoen woningen leeg in China! De vastgoedsector is jarenlang gedreven door financiële speculatie: rijke mensen kochten meerdere huizen om geld te verdienen, in plaats van woningen te voorzien voor gewone werkenden. De totale woningverkoop daalde vorig jaar met 24% tegenover 2021. De waanzinnige prijzen zorgen ervoor dat veel mensen zich geen huisvesting kunnen permitteren. Tegelijk zijn de rijken afgeschrikt omdat ze vrezen dat vastgoed geen goede investering meer is.”
“De crash van de vastgoedsector kan afnemen en mogelijk komt er dit jaar een beperkte opleving. Maar dat komt na een erg slecht jaar in 2022. Bovendien is het onmogelijk om terug te keren naar de vastgoedboom van voorheen.”
Sommigen ter linkerzijde in Europa denken dat China niet kapitalistisch is, of tenminste niet als het VS-imperialisme. Zij stellen het Chinese regime voor als ‘beter’. Het regime hielp een deal te sluiten tussen Iran en Saoedi-Arabië en probeert een rol te spelen rond mogelijke onderhandelingen over de oorlog in Oekraïne. Is het Chinese regime imperialistisch en welke houding moeten socialisten aannemen?
“China is een enorme kapitalistische economie en door zijn sleutelpositie in het wereldwijde kapitalistische systeem is het ook imperialistisch. Lenin legde uit dat het kapitalisme onvermijdelijk uitgroeit tot imperialisme als zijn “hoogste stadium”. Het idee dat China op de een of andere manier enkel kapitalistisch zou zijn en niet imperialistisch, gaat regelrecht in tegen elke marxistische analyse.”
“China is de grootste schuldeiser ter wereld. Leningen van China aan andere landen zijn goed voor 6% van het mondiale BBP. Het gebruikt de nieuwe zijderoute, het Belt and Road Initiative, om armere landen afhankelijk te maken van het Chinese kapitalisme. Degenen die beweren dat dit gewoon ‘ontwikkeling’ is in tegenstelling tot imperialisme, moeten eens kijken naar de schuldencrisissen in Sri Lanka, Pakistan, Zambia en andere landen en naar de rol die het Chinese kapitaal in deze landen speelt.”
“Het regime van Xi is nu bezig met een grote diplomatieke opmars. Het wil laten zien dat het in staat is om het Amerikaanse imperialisme uit te dagen in de nieuwe Koude Oorlog. Er is het zeer lege ‘vredesplan’ voor Oekraïne en het Iraans-Saoedische akkoord, dat een public relations overwinning voor het Chinese regime is. Maar deze akkoorden en initiatieven zijn erg wankel, ze hebben niet veel om het lijf. Het kapitalisme en het imperialisme zijn een gedoemd systeem. Peking kan het niet beter laten werken dan Washington.”
Onze analyse dat er een nieuwe koude oorlog tussen de VS en China bezig is, wordt meer en meer gedeeld door analisten. Hoe gevaarlijk is de escalatie van deze nieuwe koude oorlog? Kan Taiwan een nieuw Oekraïne worden?
“De situatie in Taiwan wordt steeds gevaarlijker. De westerse media richten zich slechts op één kant van het conflict: de dreiging van een Chinese aanval. Dat is slechts één factor, en een Chinese aanval lijkt niet meteen ophanden.”
“De andere factoren die een oorlog in Taiwan kunnen uitlokken zijn het beleid van het Amerikaanse imperialisme, dat de kwestie Taiwan wil gebruiken om zijn kracht tegen China te tonen. Ook de mogelijkheden van massale strijd van de werkenden en jongeren in Taiwan, in China en de VS zijn factoren. Regimes zouden in paniek kunnen raken en dat kan een conflict uitlokken.”
“De VS willen nu geen oorlog, zeker niet nu ze hun handen vol hebben met de inval van Rusland in Oekraïne. Maar de VS bewapenen en militariseren Taiwan en smeden nieuwe militaire allianties, zoals het AUKUS-pact (veiligheidspact tussen Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten), dat helemaal gericht is op een toekomstige oorlog met China. Het doel is om China in te sluiten. Deze gevaarlijke strategie kan een oorlog veroorzaken. Tegelijkertijd proberen de VS China economisch uit te knijpen, vooral op technologisch gebied.”
“Wij steunen het recht van het Taiwanese volk op onafhankelijkheid. Maar tenzij er een verenigde arbeidersbeweging wordt opgebouwd van Chinezen, Taiwanezen en anderen in de regio, om het kapitalisme en het militarisme te bestrijden, kan de ‘oplossing’ van het kapitalisme een verschrikkelijke oorlog worden.”
Welk alternatief ziet ChinaWorker voor het huidige Chinese regime en hoe kan dit worden verkregen?
“Het Chinese regime staat voor een ongekende crisis. De protesten van vorig jaar waren een indicatie voor wat komen gaat. De economie verkeert in een diepe crisis en dat betekent dat Xi Jinping geen grotere economische zekerheid kan bieden als ‘wortel’ om de ontevredenheid van de massa te verminderen. Het enige wat hem rest is de ‘stok’ van meer politierepressie, in combinatie met reactionair nationalisme. Het vooruitzicht is een nog grotere massale strijd.”
“Een dictatuur kan niet worden ‘hervormd’. Dat is nog nooit in de geschiedenis gebeurd. Massale strijd, vooral van arbeiders door middel van stakingen en bezettingen, is altijd de belangrijkste kracht geweest tegen een dictatuur – zoals in Zuid-Korea en Zuid-Afrika. Maar deze strijd heeft leiderschap, organisatie en een partij nodig, die in China ontbreken. Xi’s regime staat geen enkele politieke activiteit toe. Het verbiedt alle vakbonden.”
“Voor socialisten is de strijd voor democratische grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting onlosmakelijk verbonden met die voor het socialisme. Zo benaderden de Russische bolsjewieken het probleem. China heeft 1.133 miljardairs tegenover 716 in de VS. De strijd tegen de dictatuur komt niet van de kapitalistische klasse. Deze moet zich ontwikkelen tegen hen en tegen de dictatuur die hun belangen vertegenwoordigt.”
Kom naar Socialisme 2023!

-
Hoe is het nog met de Chinese vastgoedcrisis?
De Chinese vastgoedmarkt bevindt zich nu in het tweede jaar van diepe inzinking. Dit is het ernstigste van alle grote economische problemen waarmee de dictatuur van de CCP wordt geconfronteerd. Waarom?
Artikel door Dikang, chinaworker.info
Investeringen in de vastgoedsector zijn al meer dan 20 jaar de ‘machinekamer’ van het staatskapitalistische ontwikkelingsmodel van de CCP. De vastgoedsector was in deze periode goed voor 28% van het BBP van China. Volgens sommige schattingen is het zelfs nog meer. Dit is een veel groter aandeel dan in enige andere economie. In de VS bedraagt het aandeel van de vastgoedsector ongeveer 17% van het BBP en in Japan 12%.
De CCP heeft de grootste financiële zeepbel in de wereldgeschiedenis laten ontstaan, omdat dit jarenlang een relatief sterke groei van het BBP leek te garanderen – en veel mensen zeer rijk heeft gemaakt. De vastgoedzeepbel is nu gebarsten, met als gevolg een kettingreactie die waarschijnlijk jarenlang op de Chinese economie zal drukken. Dat is wat er in Japan gebeurde nadat de vastgoedzeepbel daar in 1990 barstte, wat leidde tot drie “verloren decennia” van zeer zwakke, ‘zombie-groei’. De marxisten van International Socialist Alternative hebben jarenlang gewaarschuwd dat de “Japanse ziekte” uiteindelijk ook de Chinese economie zou treffen. Dit is nu werkelijkheid geworden.
Toen de vastgoedcrisis medio 2021 met de schuldproblemen van Evergrande opdook, werd in onze artikels uitgelegd dat dit slechts het “topje van de ijsberg” was. Meer dan een jaar geleden schreef chinaworker.info dat dit een keerpunt was voor China. We zeiden dat de regering en de kapitalisten de volledige omvang van de ramp niet begrepen. Dit is nog steeds het geval, hoewel sommigen wakker worden.
We moeten de hoofdoorzaak van de crisis vaststellen. De Evergrande-affaire ging over de liquiditeits- of cashflow-problemen van enkele van de grootste vastgoedbedrijven. Deze kapitalisten bouwden enorme en onhoudbare schulden op door een roekeloze strategie van financiële speculatie. Ze leenden grote bedragen van banken en financiële markten om grond te kopen en gebruikten deze grond vervolgens als zekerheid om meer leningen te krijgen.
Daarnaast leenden de kapitalisten van huizenkopers. In 2021 werd 90% van de nieuwe woningen verkocht volgens het voorverkoopmodel: de koper moest de ontwikkelaar het geld geven voordat het huis werd gebouwd – een grote bron van renteloze financiering voor de kapitalisten.
Het hele CCP-systeem raakte ingebed in deze onhoudbare en frauduleuze sector van de economie, van de lokale en provinciale overheden die grond verkopen, tot de vastgoedbedrijven met banden met de CCP, tot de door de CCP geleide banken die de zeepbel hebben opgepompt met waanzinnige hoeveelheden krediet. Dit was een soort Ponzi-stelsel, waarbij voortdurend nieuwe ‘investeerders’ nodig waren om in te kopen. Als die bronnen opdrogen, stort het stelsel als een kaartenhuisje in elkaar.
De belangrijkste oorzaak van de Chinese vastgoedcrisis is dat de markt zijn grenzen heeft bereikt, er zijn niet langer genoeg kopers om het Ponzi-project gaande te houden. Dit onthult een van de tegenstellingen van het kapitalisme, een tegenstelling die de dictatuur van de CCP wellicht dacht te kunnen omzeilen met wat slimme financiële magie – maar dat kan niet.
Er is een crisis van overproductie die inherent is aan het ongeplande en anarchistische karakter van het kapitalisme. Deze overproductie is heel duidelijk in de Chinese vastgoedsector. De South China Morning Post (14 augustus, 2022) meldde dat er 30 miljoen onverkochte appartementen zijn, en nog eens ongeveer 100 miljoen die verkocht maar onbewoond zijn.
De bevolkingscrisis versterkt deze trends. De meeste steden op het derde, vierde en vijfde niveau zijn gestopt met groeien of kampen met een bevolkingsafname. De bevolking van Harbin, de hoofdstad van de provincie Heilongjiang, is in 2021 onder de 10 miljoen inwoners gedaald. Dit betekent dat er nu in het hele noordoosten van China geen steden zijn met meer dan 10 miljoen inwoners. Op nationaal niveau zagen 266 steden hun bevolking tussen 2010 en 2020 dalen, aldus onderzoekers van de Tsinghua Universiteit.
Bovendien was speculatie jarenlang de belangrijkste motor achter de groei van de huizenmarkt. Dit leidde tot een nog extremere overproductie omdat het de onderliggende zwakte van de markt, de beperkte echte vraag, verborg. Sinds 2018 ging slechts 30% van de verkochte huizen naar mensen die erin wilden wonen, aldus JPMorgan. Zeven van de tien huizenverkopen gingen naar mensen die al een huis bezaten. In totaal werden in deze periode van 4 jaar ongeveer 52 miljoen eenheden verkocht, dus dat betekent dat slechts 15,6 miljoen eenheden werden gebruikt als woning, terwijl 36,4 miljoen werden gekocht als financiële investering, dus voor speculatie. Het is algemeen bekend dat grote aantallen ambtenaren van de CCP eigendommen hebben verzameld voor speculatieve doeleinden.
Terugkijkend naar de Evergrande-crisis kunnen we duidelijk zien dat dit eerder een symptoom dan de oorzaak van de vastgoedcrisis was. Zoals we toen al zeiden was het slechts het “topje van de ijsberg” van een veel groter probleem. Het probleem voor het regime van Xi Jinping is dat de zeepbel verder zal leeglopen (dalende huizenverkoop, dalende woningstart, dalende grondverkoop, grotere voorraad onverkochte woningen, meer vastgoedbedrijven en zelfs lokale overheden die failliet gaan). Dit kan een hele tijd doorgaan voordat het kapitalisme de voorwaarden kan scheppen voor een nieuwe opleving van de vastgoedmarkt.
De CCP zal proberen in dit proces in te grijpen met bureaucratische hefbomen (staatsbedrijven, lokale overheden, staatsbanken), maar deze methoden zijn steeds minder effectief en creëren alleen maar meer schulden. In de eerste helft van 2022 waren lokale overheidsfinancieringsvehikels goed voor 25% van alle grondaankopen, tegenover 9,2% in de eerste helft van 2021. Lokale overheden verkopen dus steeds meer grond aan zichzelf. Hoe? Door hun financieringsvehikels meer schulden te laten aangaan. De gecombineerde schuld van China (overheid, privé, bedrijven) bedraagt al meer dan 300% van het BBP en dreigt te leiden tot een bankencrisis, die op haar beurt de CCP uit de macht kan zetten.
Wat de toekomst ook brengt, de groei van het Chinese BBP zal waarschijnlijk nooit meer de hoogten van de afgelopen twee decennia bereiken. Er ligt een langdurige fase van trage groei in het verschiet die revolutionaire stuiptrekkingen kan veroorzaken.
Kom naar Socialisme 2023
Op vrijdag 14 en zaterdag 15 april is er Socialisme 2023, een tweedaagse vol discussie en vorming om sterker te staan in de strijd voor verandering. Een jonge activist van Chinaworker.info zal er spreken. Er zijn twee commissies voorzien:
- Vrijdagnamiddag: Q&A met Lei Hon (Chinaworker.info). Is China imperialistisch? Is dit anders dan het westerse imperialisme? Waarom noemt het regime zichzelf ‘communistisch’?
- Zaterdagnamiddag: Q&A met Lee Hon (Chinaworker.info). Na Zero Covid protest en drama’s: hoe verder met de strijd van de Chinese werkende klasse tegen het regime?
Niet te missen!