Your cart is currently empty!
India: miljardairs vs inheemse bevolking

India is door kapitalistische verdedigers altijd afgeschilderd als een succesverhaal van het kapitalisme, maar in werkelijkheid is er een donkere onderbuik. Eén element hiervan is de diefstal van grond van stammen en landbouwers. Een decennium geleden werd dit nog openlijk omschreven als “de grootste landroof sinds Columbus.” We kijken naar het voorbeeld van Bastar.
Door Mohamed Nawaz, ISA-lid in India
Bastar district ingepikt door Tata
Er is een sterke concentratie van rijkdom bij slechts enkele superrijke kapitalisten in India. De namen van Ambani en Adani blijven opduiken. Daarnaast is er Ratan Tata, de eigenaar van één van de grootste Indiase bedrijven. Hij is de eigenaar van TATA Enterprise, dat door zijn grootvader werd opgericht en al snel uitgroeide tot een zeer groot bedrijf. Ratan Tata wordt in India voorgesteld als een voorbeeld van bescheidenheid en liefdadigheid, een groot filantroop en een model voor het kapitalisme.
Er zit echter ook een andere kant aan dit verhaal. In het district Bastar, in de deelstaat Chhattisgarh, heeft het bedrijf Tata zich begin jaren 2010 een groot stuk land toegeëigend in een tribaal gebied. In de tien jaar die sindsdien zijn verstreken, heeft geen enkele regering overwogen om recht te doen aan de inheemse bevolking van India wiens leven nog steeds wordt bedreigd.
Chhattisgarh is een deelstaat die grotendeels wordt gedomineerd door inheemse stammen, van wie velen in de dichte bossen leven. Tata besloot om daar een staalfabriek te vestigen, toevallig in een gebied dat wordt bewoond door inheemse stammen. Zij wonen daar al eeuwen en het land is hun enige bron van inkomsten via de landbouw. Het bepaalt ook hun identiteit. De kapitalistische elite stigmatiseert hen als achterlijk en weigert hen bij de samenleving te betrekken. De voorouderlijke dorpen zijn verdwenen zonder gepaste compensatie en vooral zonder de voorafgaande toestemming van hun bewoners.
Verhaal van anti-ontwikkeling
Het algemene verhaal tegen de inheemse bevolking is dat de rechten die zij opeisen vals zijn en ingaan ‘tegen de ontwikkeling’. Ze worden door de kapitalistische media voorgesteld als een obstakel voor de ontwikkeling van de regio. Pogingen om hen te ontmenselijken worden gebruikt om de misdaden van grote ondernemingen te rechtvaardigen.
De plaatselijke autoriteiten spelen een onbetrouwbare rol in de landroof. Het districtsbestuur van Bastar in Chhattisgarh deed al het mogelijke om het Tata gemakkelijk te maken. Zo was er bijvoorbeeld een wettelijk verplichte openbare hoorzitting, maar de daarvoor voorziene procedures werden niet gevolgd. Officieel moeten de getroffen dorpelingen worden gehoord. Maar de hoorzitting zelf werd gehouden in het kantoor van het districtsbestuur, op 30 km van de getroffen dorpen.
Het doel was duidelijk: de dorpelingen die tegen het project waren, weghouden van de hoorzitting. Het hele drama werd opgevoerd om te laten zien dat de verplichte openbare hoorzitting werd gehouden. Maar het was een schijnvertoning van het districtsbestuur, waaraan slechts enkele getroffen dorpelingen deelnamen, maar vooral mensen die door het districtsbestuur waren ingehuurd of belang hadden bij het Tata-project.
De staalfabriek die de regio moest ontwikkelen, kwam er niet. Nadat het leven van de dorpelingen op zijn kop was gezet, besloot Tata dat de staalfabriek niet winstgevend genoeg zou zijn en werden de plannen ingetrokken. Het resultaat was dat de grond van de dorpelingen werd afgenomen zonder enige compensatie, en dat er geen staalfabriek werd gebouwd. Opnieuw werden de werkende mensen en de onderdrukten het slachtoffer van het winstbejag.
De arbeidersklasse en de onderdrukten moeten reageren
Dit was niet de eerste keer dat de inheemse bevolking door de kapitalisten werd bedrogen en het zal ook niet de laatste keer zijn. De arbeidersklasse en de onderdrukten moeten zich niet alleen keren tegen individuele kapitalisten en hun ondernemingen, maar tegen het hele systeem. De inheemse dorpen worden door de burgerij beledigd als ‘achterlijk en ongeletterd’. Samen met de arbeidersklasse in de stedelijke gebieden en andere onderdrukten op het platteland, kunnen de dorpelingen duidelijk maken dat zij niet alleen staan in hun strijd voor rechten.
Deze strijd maakt deel uit van het bredere verzet tegen de kapitalistische klasse en haar pogingen om zowel arbeiders, boeren als andere onderdrukte groepen te onderwerpen aan haar niet aflatende winstbejag. De hoop kan niet gevestigd worden op regeringen en partijen: de inheemse bevolking van Bastar heeft drie verschillende regeringen gekend in Delhi, maar geen van hen heeft de eisen serieus genomen. De reden hiervoor is dat zij allen de belangen van de kapitalisten verdedigen.
De centrale regering wil momenteel de steenkoolproductie verhogen van ruim 700 miljoen tot 1 miljard ton als antwoord op de wereldwijde energiecrisis. Dit vormt opnieuw een bedreiging voor vele inheemse gemeenschappen in de oostelijke deelstaten Orissa, Jharkhand en Chhattisgarh. Er zijn 55 nieuwe mijnen gepland en de uitbreiding van 193 bestaande mijnen. In 80% van de gevallen behoort het land toe aan de inheemse bevolking. Elk protest tegen de projecten wordt afgedaan als “anti-nationaal”. De verhoging van de steenkoolproductie zal ook verschrikkelijke ecologische gevolgen hebben. Internationaal stelt Modi het land graag voor als groen en in evenwicht met de planeet, terwijl bijna 70% van de elektriciteit in het land afkomstig is van steenkool.
De werkende mensen en de onderdrukten moeten opkomen voor hun belangen. Dat doen ze door zich te organiseren en de klassenstrijd te voeren. Samen met alle onderdrukten staan we daarin sterker. Dit kan de basis vormen voor socialistische verandering, waarbij elke vorm van ontwikkeling democratisch wordt besloten door de arbeiders, de dorpelingen en de gemeenschap als geheel. Alleen dan zal ontwikkeling plaatsvinden met respect voor de meerderheid van de bevolking, het milieu en de voorouderlijke tradities van inheemse volksstammen.