Your cart is currently empty!
Category: Azië
-
Hongkong in het tijdperk van contrarevolutie, dictatoriale maatregelen versterkt
Met het nieuwe ‘Artikel 23’ wordt de nationale veiligheidswet in Hongkong verder aangescherpt. De nieuwe maatregel werd op 23 maart van kracht en is veel breder dan de nationale veiligheidswet die in 2020 door de Chinese dictatuur werd opgelegd.
Artikel vanop Chinaworker.info
De door Peking opgelegde wet had betrekking op vier soorten overtredingen: afscheiding, subversie, terroristische activiteiten en samenspanning met externe krachten. De nieuwe wet omvat ook verraad, oproer, diefstal van staatsgeheimen, sabotage van openbare infrastructuur (waaronder computersystemen) en inmenging van buitenaf in binnenlandse aangelegenheden.
Het is een nieuwe aanval op de democratische rechten, vier jaar nadat de massademocratiebeweging op bevel van Xi Jinping effectief de kop werd ingedrukt. Die stap werd sterk beïnvloed door het versnellende imperialistische conflict tussen de VS en China.
Zowel de wet van 2020 als de nieuwe versie zijn opzettelijk vaag gehouden, waardoor het regime de ruimte krijgt om te improviseren en de activiteiten in het kader van een politiestaat uit te breiden. De 212 pagina’s tellende wet werd in slechts 11 dagen door het door de CCP gecontroleerde pseudo-parlement van Hongkong gejaagd. De bepalingen ondermijnen de kansen op een eerlijk proces, schaffen het recht op een advocaat af en maken detentie zonder aanklacht mogelijk gedurende 16 dagen in plaats van twee dagen voordien. De wet “bestraft vreedzame meningsuiting en activisme van het maatschappelijk middenveld,” aldus Human Rights Watch. Het verschil tussen Hongkong en China is dus grotendeels weggevaagd.
“Hongkong is voorbij”
Stephen Roach, voormalig hoofdeconoom bij Morgan Stanley, zorgde in februari voor opschudding met een opiniestuk in de Financial Times met de stelling: “Hongkong is voorbij.” Dit leidde tot woedende reacties van de pro-CCP politieke elite van Hongkong. Roach wees er onder andere op dat de aandelenmarkt van Hongkong nu lager staat dan 27 jaar geleden, toen het gebied nog onder Brits bewind was. Roach, tot voor kort een “geboren stier” inzake China (een uitdrukkelijke optimist), betreurde het falen van het regime in Peking om de economische malaise te stimuleren en te beëindigen.
Vluchtbeweging
Sinds begin 2021 hebben ongeveer 500.000 inwoners van Hongkong het gebied verlaten om te ontsnappen aan het harde optreden van de CCP tegen democratische rechten en politieke oppositie. De diepe economische neergang van Hongkong, gekoppeld aan de neerwaartse aantrekkingskracht van China, geeft een extra impuls om te vertrekken. Dit lijkt een zustertrend van de ‘vluchtbeweging’ op het vasteland van China: een versnellende exodus gedreven door economische en politieke kwesties.
In 2022 noteerde Hongkong het grootste nettoverlies aan inwoners en het laagste geboortecijfer sinds 1991. De mediane leeftijd van de stad is nu 46,3 tegenover 31,6 toen. Jongeren trekken weg, terwijl ouderen achterblijven. Deskundigen waarschuwen voor een “onomkeerbare technische braindrain” met ernstige economische gevolgen. Goed werk, Xi Jinping!
Honderden vakbonden ontbonden
Vakbonden behoren tot de grootste slachtoffers van het meedogenloze optreden van het Chinese regime in Hongkong. Nadat Peking in juni 2020 de nationale veiligheidswet invoerde, hebben de meeste pro-democratische vakbonden hun deuren gesloten. Verschillende vakbondsfunctionarissen zitten vast in afwachting van hun proces op beschuldiging van “nationale veiligheid”. Onder hen Carol Ng, een voormalige leider van het cabinepersoneel van luchtvaartmaatschappijen, en Winnie Yu, een verpleegkundige die de Hospital Authority Employees Alliance had opgericht.
Onder de nieuwe wetten riskeren ze levenslang. De terreur die door deze repressie werd veroorzaakt, leidde tot een golf van ontbindingen. Volgens het ministerie van Arbeid werden in twee jaar tijd, 2021-2022, 176 vakbonden uitgeschreven. Het Verbond van Vakverenigingen (HKCTU), met 100 aangesloten vakbonden en 145.000 leden, stemde op 3 oktober 2021 voor ontbinding, drie decennia nadat het was opgericht. Toen ze in 2023 door een VN-commissie werden ondervraagd, verklaarden regeringsfunctionarissen van Hongkong ten onrechte dat de vakbondsrechten “sterk en intact als altijd” waren. Hun redenering is dat pro-democratische vakbonden slechts een dekmantel waren voor “subversie” tegen het regime en zelfs voor “buitenlandse krachten”.
Alleen de rabiaat pro-CCP, reactionaire en racistische Federatie van Vakverenigingen (HKFTU) is nog actief in Hongkong – als onderdeel van het kapitalistische establishment. Zij staat volledig achter de repressie.
Economie lijdt onder een “verloren half decennium”
Het BBP van Hongkong is in twee van de afgelopen vijf jaar gekrompen en is nu kleiner dan in 2018. De intensivering van de repressie onder het ijzeren bewind van Xi Jinping is samengevallen met een verergerende kapitalistische crisis, die vooral is verslechterd door de economische malaise in China. Het magazine The Economist schrijft over een “verloren half decennium” in Hongkong. De “poort naar China” was vroeger de sterkste troef van het gebied, nu is het een zwakte. Hongkong heeft het verloren van Singapore, waar steeds meer westerse multinationals naartoe trekken omwille van de ‘veiligere’ omgeving (zelfs indien ook Singapore een eenpartijdictatuur kent.) Het BBP per hoofd van de bevolking van Hongkong was in 2003 ongeveer gelijk aan dat van Singapore. Tegenwoordig is het BBP per hoofd van de bevolking van Singapore bijna 70% hoger dan dat van Hongkong. De huizenprijzen zijn 25% gedaald ten opzichte van hun piek en de aandelenmarkt van Hongkong is ingehaald door die van India als ‘s werelds op drie na grootste qua marktwaarde.
De demografische crisis in Hongkong is net zo erg als elders. Tussen 2018 en 2022 kromp de beroepsbevolking met 6%. Ondanks het ultra-neoliberale beleidsklimaat, de absurd lage vennootschapsbelasting en de afwezigheid van vakbondsrechten verlaten buitenlandse bedrijven de stad in versneld tempo. Sinds 2019 is het aantal internationale bedrijven met een regionaal hoofdkantoor in Hongkong met 8,4% gekrompen en is hun personeelsbestand met 30% gedaald. De Koude Oorlog tussen de VS en China wakkert deze “ontkoppeling” verder aan. Door de welvaartskloof in de stad verdient het armste deciel van Hongkong 57,7 keer minder dan het rijkste. Eén op de vijf Hongkongers leeft in armoede.
De dood van “één land, twee systemen”
De afgelopen vier jaar werd Hongkong gekenmerkt door contrarevolutie. De massale beweging voor democratie deed het gebied op zijn grondvesten schudden, maar werd verpletterd. De repressie door Xi Jinping werd ingegeven door de angst voor revolutionaire schokgolven in China en de verzwakking van zijn regime in de wereldwijde imperialistische machtsstrijd met het Westen. In dit proces is de beperkte autonomie van Hongkong onder de formule “één land, twee systemen” effectief beëindigd.
Ongeveer tien jaar na het einde van de Britse heerschappij in 1997 kwam deze betrekkelijk afzijdige benadering tegenover het bestuur van Hongkong, waarbij de controle werd toevertrouwd aan de kapitalisten van Hongkong en aanverwante pro-CCP volgelingen, Peking goed uit. De dictatuur wilde goede en vooral winstgevende relaties met buitenlandse kapitalisten. De façade van democratische instellingen in Hongkong was een nuttig instrument om internationale kritiek op het CCP-regime te ontkrachten en de illusie te wekken dat democratische veranderingen zouden worden toegestaan, maar alleen geleidelijk en op de voorwaarden van Peking. Dat voorstel was, net als de oppervlakkige “autonomie” van de CCP, nooit echt. Democratische rechten en lokale autonomie of zelfbestuur kunnen alleen worden verworven door compromisloze massastrijd, niet als beloning voor “goed gedrag” van de kapitalisten en hun staat.
Welke toekomst voor de massale strijd?
Jarenlang voerde de bevolking van Hongkong een inspirerende massale strijd voor democratische rechten. Dit bereikte een hoogtepunt in 2019, toen bijna een op de drie Hongkongers deelnam aan betogingen. Toch werd deze gigantische beweging verslagen. Eerst door in een uitputtende impasse te geraken, waarbij herhaalde mobilisaties er niet in slaagden een doorbraak te bereiken tegen de regering en de staat. Uitputting sloeg om in wanhoop en versplintering.
De beweging van 2019 schudde de dictatuur van Xi Jinping wakker, die bang was dat de beweging zich naar China zou verspreiden. Dat zou alles hebben veranderd. Zoals we hebben uitgelegd, kon alleen een beweging om de kapitalistische CCP omver te werpen een nederlaag en een brute onderdrukking voorkomen. Een beweging in één klein gebied, geregeerd door een veel grotere staat en regime, was te beperkt om te slagen. De strijd werd ook fataal belemmerd door het gebrek aan een partij, arbeiderstradities, massaorganisaties en een sterk klassenbewustzijn dat begreep dat het kapitalisme de echte vijand was. Het idee van solidariteit met de Chinese arbeiders ontbrak helaas. Om in de toekomst te slagen, is er nood aan een democratisch socialistische strijdbenadering en leiding.
-
‘Opgang van China’ is achterhaalde visie. Kapitalisme is zowel in het Westen als het Oosten in crisis
Standpunt uit het magazine Socialist (uitgegeven door ISA in China, Hongkong en Taiwan)
Het magazine ‘Socialist’ en onze internationale organisatie ISA verschillen van de analyse van de meeste andere linkse organisaties die de imperialistische rivaliteit in de wereld zien als grotendeels “multipolair”, met de VS in verval (ja, dat is zo) en China in opkomst (nee, dat is niet langer waar). Een correct begrip van het imperialisme in ons tijdperk en de krachtsverhoudingen tussen de imperialistische machten is essentieel voor een marxistische organisatie, om correct te kunnen anticiperen op de algemene richting van de wereldgebeurtenissen en de uitdagingen die dit met zich meebrengt voor de arbeidersbeweging.
Het grootste deel van links loopt achter op de ontwikkelingen, vooral als het gaat om China en zijn rol. In de meeste gevallen herkennen ze het concept of gebruiken ze de term “Nieuwe Koude Oorlog” niet eens, terwijl zelfs de belangrijkste kapitalistische publicaties deze term nu gebruiken, lang nadat wij hem begonnen te gebruiken. Onze analyse is meer volledig beschreven in het boek ‘Chinese imperialism and the new cold war’ (zie: https://shop.socialisme.be/product/vincent-kolo-chinese-imperialism-and-the-new-cold-war). Andere linkse organisaties lijken niet te hebben gemerkt of volledig te begrijpen dat de Chinese dictatuur en haar autoritaire staatskapitalistische economie zich nu in een crisis op leven en dood bevinden. Ze hebben het nog steeds over de ‘opgang’ van China, wat een achterhaalde visie is. In de afgelopen twee jaar is de kloof tussen de Amerikaanse en Chinese economie groter geworden. In 2021 bedroeg het BBP van China 75% van dat van de VS. Vorig jaar was dat gedaald tot 65%. Steeds meer economen vragen zich nu af of China de VS economisch zal inhalen. Volgens een recente studie van Citi zou dit “pas in 2080” kunnen gebeuren. Terwijl de dictatuur van de CCP (de zogenaamde ‘Communistische’ Partij) opgeblazen economische gegevens rapporteert, nu nog meer dan voorheen, is de Chinese economie de afgelopen twee jaar in werkelijkheid nauwelijks gegroeid.
Twee verliezers
Xi Jinping zegt dat “het Oosten stijgt en het Westen daalt.” Dit klopt niet. Het kapitalisme is in verval in zowel het Oosten als het Westen. Ons perspectief op de imperialistische Koude Oorlog is dat zowel het Chinese als het door de VS geleide kapitalistische blok in een extreme crisis verkeert: economisch, sociaal, politiek en ecologisch. In plaats van één duidelijke overwinnaar, is het waarschijnlijker dat het conflict tussen de VS en China twee verliezers oplevert. Maar dit hangt ook af van de arbeidersklasse en of er een serieuze marxistische kracht kan worden opgebouwd op wereldschaal, in eerste instantie tenminste in een aantal van de belangrijkste imperialistische landen.
Tijdens hun top in november vorig jaar wilden Xi Jinping en Joe Biden een signaal geven dat het conflict tussen de VS en China zich aan het stabiliseren was. Maar in werkelijkheid voeren beide leiders een beleid dat hun rivaliteit verder doet escaleren. Deze escalatie omvat alle gebieden: militair, economisch, technologisch en diplomatiek.
De eenzijdige oorlog van Israël tegen Gaza, waarbij de VS deze afschuwelijke slachting bewapende, is een ramp voor de regering van Biden in politieke en ‘PR’ termen. Dit heeft de propagandavoordelen tenietgedaan die het Amerikaanse imperialisme had behaald door de oorlog in Oekraïne, hoewel de militaire en politieke voordelen als leider van het westerse blok blijven bestaan. Het Chinese en Russische imperialisme, die zich beperken tot het uiten van loze protesten en niet in staat zijn om een oplossing te bieden, maken gebruik van de Israëlisch-Amerikaanse misdaden tegen de Palestijnen, waarbij meer dan 34.000 doden en een massale hongerdood een feit zijn, om hun eigen imago in het Midden-Oosten en het Zuiden op te poetsen. Dit zijn vooral voor China cruciale markten en ze dienen als diplomatiek tegenwicht voor het Amerikaanse imperialisme in organen als de VN. De publieke opinie in Arabische landen en een groot deel van Afrika is aanzienlijk gekeerd tegen de VS en gaat meer in de richting van China en Rusland.
De denktank Washington Institute stelde: “Het percentage Arabieren dat gelooft dat Amerika een positieve rol heeft in de oorlog bedraagt slechts 7%, met cijfers zo laag als 2% in landen als Jordanië. Daarentegen is het percentage Arabieren dat zegt dat China een positieve rol heeft in het conflict 46% in Egypte, 34% in Irak en 27% in Jordanië.”
Helaas voor Xi Jinping kan deze propagandistische meevaller niet gemakkelijk worden vertaald in een toename van de werkelijke macht of economische controle in de regio of het bredere Globale Zuiden. Handelsprotectionisme neemt toe. Naarmate het door de VS geleide blok zich meer en meer “loskoppelt” van China, wordt dat laatste regime gedwongen om zijn enorme industriële overschotten te exporteren naar zijn “vrienden” in het Zuiden, waar het economieën overspoelt die minder ontwikkeld zijn dan die van China.
Dit versterkt een klassieke imperialistische relatie naarmate golven van Chinese producten lokale producenten verdringen, wat leidt tot de-industrialisatie en een nog grotere afhankelijkheid van de export van energie, grondstoffen en landbouwproducten. Brazilië, een medelid van de door China gedomineerde BRICS-groep, lanceerde dit jaar verschillende antidumpingonderzoeken tegen Chinese producten, waaronder staal en chemische producten. Thailand en Vietnam dreigen ook met nieuwe maatregelen tegen de Chinese export.
Twee grote blokken
De wereldeconomie wordt nu gedomineerd door geopolitiek. En geopolitiek wordt gedomineerd door de “bipolaire” machtsstrijd van de twee sterkste imperialistische blokken: China en de VS. De kleinere imperialistische machten worden gedwongen zich aan te passen, hun eigen ambities te controleren en “kant te kiezen.” Deze trend is de afgelopen tien jaar duidelijk geweest. Maar de inval van Rusland in Oekraïne in 2022 was een keerpunt dat het proces naar twee grote imperialistische blokken versnelde.
Na de invasie was de VS in staat om een veel doorslaggevender dominantie uit te oefenen over een nieuw leven ingeblazen Westers blok: de zogenaamde ‘democratieën’. Dit leidde tot een ongekende militarisering, die in dit stadium grotendeels werd geaccepteerd of niet serieus werd aangevochten door de massa’s en de arbeidersbeweging. Deze trend tot militarisering omvat de uitbreiding van de NAVO naar lange tijd “neutrale” Scandinavische landen, meer militaire allianties in Azië zoals de onlangs gelanceerde “JAPHUS” (Japan-Filippijnen-VS) en een versnelde technische oorlog tegen China onder het mom van “nationale veiligheid.” Het imperialistische conflict tussen de VS en China is geen tijdelijke fase, maar zal waarschijnlijk de komende decennia bepalen. Dit conflict is grotendeels ‘koud’, maar loopt het gevaar van ‘hete’ uitbarstingen en vooral marionettenoorlogen, zoals we in Oekraïne zien.
Het tijdperk van de doorgedreven neoliberale globalisering, dat de decennia van de jaren 1980 tot 2008 kenmerkte, voedde het idee dat nationale staten aan het uitsterven waren. Er was het idee dat hun macht onomkeerbaar werd gecontroleerd en verminderd door ‘vrijhandel’, de macht van transnationale bedrijven en neoliberale overeenkomsten. Maar het kapitalisme kan de neigingen die erin besloten liggen nooit volledig ontwikkelen. Natiestaten, ontstaan tijdens de opkomst van het kapitalisme, kunnen niet worden overwonnen onder het kapitalisme. Het proces van versnelde kapitalistische globalisering liep daarom tegen een muur en bereikte een kantelpunt tijdens de wereldwijde crisis van 2008, waarna “de staat” zich steeds meer liet gelden als de dominante factor in de wereldeconomie.
Dit proces wordt vooral gekenmerkt door het machtsvertoon van de twee grootste imperialistische staten, de VS en China. De technologieoorlog, met microchips, AI en supercomputers als belangrijkste slagvelden, wordt gedreven door economische maar vooral ook militaire overwegingen. De microchipsancties van het Amerikaanse imperialisme tegen China, die de toegang van China tot de meest geavanceerde chips en apparatuur voor chipfabricage (uit Japan en Nederland) blokkeren, zijn bedoeld om het inhaalvermogen van China lam te leggen en vooral om de militaire ambities van China te stuiten. De chipsancties die Biden voor het eerst oplegde in oktober 2022 zijn een zware klap voor China en het regime van Xi Jinping. Sindsdien hebben we een tweede en derde ronde van nog strengere Amerikaanse sancties gezien.
China pompt enorme hoeveelheden staatskapitaal in zijn microchipsector om te proberen de technologieoorlog van de VS te dwarsbomen. Beijing kan in een aantal selectieve niches misschien wat overwinningen boeken inzake technologie van eigen bodem. Maar over het algemeen is de situatie niet optimistisch: China’s microchipverhaal gaat over decennia van verspilde uitgaven, grootschalige corruptie en het falen om verder te komen dan de oude niveaus. Zang Yi, een CPPCC-afgevaardigde en hoofd van de in Shenzhen gevestigde China Electronics Corporation, gaf recent toe dat Chinese technologiebedrijven nog een “lange weg” te gaan hebben om de VS in te halen en waarschuwde dat “de kloof steeds groter wordt” op het gebied van AI.
Stalinisme en imperialisme
Er is een fundamenteel verschil (eigenlijk zijn er meerdere) tussen de huidige Nieuwe Koude Oorlog en de vroegere Koude Oorlog tussen de stalinistische Sovjet-Unie en het westerse kapitalistische blok onder leiding van de VS. Stalinisme betekende de heerschappij van een parasitaire totalitaire bureaucratie over een planeconomie in staatseigendom. Het was een monsterlijke karikatuur van ‘socialisme’, maar de arbeidersbasis van het economische systeem betekende dat het geen kapitalisme was (ondanks de aanzienlijke verwarring onder maoïsten en stalinisten op dit punt) en daarom was het geen imperialisme.
De huidige agressieve machtsstrijd gaat daarentegen tussen twee imperialistische kampen. Dit betekent dat het potentieel instabieler, hardnekkiger en gevaarlijker is dan de oude Koude Oorlog. Het Russische stalinisme zocht vanaf de jaren zestig steeds meer toenadering tot het Amerikaanse imperialisme en speelde een rem op de vorming van nieuwe stalinistische regimes in de rest van de wereld. Als imperialistische mogendheden worden alle huidige hoofdrolspelers gedreven tot conflicten om markten, hulpbronnen en invloedssferen bij hun tegenstanders weg te rukken. Dit gebeurt op een manier die zich niet voordeed toen een van de blokken op niet-kapitalistische fundamenten rustte.
India vs. China
Nergens leidt de nieuwe Koude Oorlog tot grotere economische veranderingen en geopolitieke herschikkingen dan in Azië, het beslissende continent voor het wereldwijde kapitalisme. Azië is goed voor 40% van het mondiale BBP en 37% van de wereldwijde beroepsbevolking. India is meer opgeschoven naar het kamp van de VS, zoals blijkt uit zijn rol in ‘de Quad’, een militaire alliantie, en toegenomen wapendeals met de VS. De Indische houding wordt vooral ingegeven door de angst dat de Chinese macht de imperialistische belangen van India schaadt, vooral op het Zuid-Aziatische subcontinent. Modi en de Indiase heersende klasse proberen zichzelf tegelijkertijd te positioneren als het “volgende China”, om te profiteren van de ontkoppeling van het Westen nu fabrieken en investeringen zich terugtrekken uit China. Dit geldt ook voor een aanzienlijk aantal Chinese kapitalisten die hun productie verplaatsen naar India, Vietnam en Mexico om de Amerikaanse invoerrechten te omzeilen.
India is het niet eens met Washington over de oorlog in Oekraïne en weigert Rusland, zijn traditionele bondgenoot, te bekritiseren of zich aan te sluiten bij de door de VS geleide sancties. Maar Biden is bereid om in dit geval de andere kant op te kijken, omdat India overhalen tot een economische en geostrategische alliantie tegen China een veel grotere prijs vertegenwoordigt.
De versterkte invloed van China in de Malediven is een van de vele geschillen tussen de twee Aziatische reuzen. Indische troepen kregen in maart het bevel om de Malediven te verlaten nadat de nieuwe pro-Chinese regering een “militair bijstandspact” met Beijing had ondertekend. China heeft zijn invloed op de regeringen in Bangladesh en Pakistan, die India nu ziet als “de facto satellieten van China”, vergroot.
China beheert nu drie grote havens in Chittagong (Bangladesh), Hambantota (Sri Lanka) en Gwadar (Pakistan), die door sommige commentatoren een “driehoek des doods” rond India worden genoemd. In Sri Lanka heeft China ernstige tegenslagen te verduren gehad door zijn buitensporige ‘schuldenval’-beleid, waardoor nu achtergelaten witte olifantenprojecten zijn ontstaan (ongebruikte of onafgewerkte grootschalige openbare projecten). Deze werden een symbool van de volkswoede in de massale strijd die de Sri Lankaanse president in 2022 dwong het land te ontvluchten.
India heeft de problemen van China snel uitgebuit, net zoals China ten koste van India heeft gedaan in de Malediven. Vorig jaar sloot India verschillende energie- en infrastructuurovereenkomsten met Sri Lanka, waaronder een oliepijpleiding en een energienetwerk dat de twee landen met elkaar verbindt.
Dat alle nieuwe bondgenoten uit de Koude Oorlog niet in alle kwesties op één lijn zitten, doet niets af aan het feit dat het imperialistische wereldconflict zich concentreert in twee blokken. Er zijn momenteel groeiende spanningen in het westerse blok over de steun aan Oekraïne in de proxy-oorlog tegen Rusland. Europese regeringen zijn bezorgd dat een overwinning van Trump de Amerikaanse militaire steun aan Oekraïne zou kunnen stopzetten, met een Russische overwinning als gevolg. Een volledige stopzetting van de Amerikaanse militaire ‘hulp’ is onwaarschijnlijk. Maar het belangrijkste argument van Trump en de extreemrechtse Republikeinen is dat “Oekraïne de verkeerde oorlog is” – wat betekent dat de militaire uitgaven in plaats daarvan tegen China moeten worden gebruikt. Als de agenda voor het buitenlands beleid van Trump wordt uitgevoerd, zal de handelsoorlog met China dramatisch escaleren. Hij dreigt de tarieven tegen China te verhogen van het huidige niveau van 25% naar meer dan 60%.
Het wetsvoorstel dat in maart werd aangenomen in het door de Republikeinen gecontroleerde Huis van Afgevaardigden zal TikTok binnen zes maanden verbieden tenzij de eigenaar, ByteDance, TikTok verkoopt aan een niet-Chinees bedrijf. De zaak TikTok is een voorbode van wat komt en toont de werkelijke richting van de imperialistische strijd tussen de VS en China: geen “de-escalatie”, eerder het tegenovergestelde. Biden heeft gezegd dat hij het nieuwe TikTok wetsvoorstel zal ondertekenen als het wordt aangenomen door de Senaat. Het verschil tussen Biden en de Republikeinen over het China-beleid is erg klein.
Hoe zit het met Trump?
De ‘Grote Ontkoppeling’ tussen China en de VS is al een duidelijke trend. Als Trump wordt herkozen, zou zijn beleid dit proces op steroïden zetten en een wereldwijde depressie kunnen veroorzaken. Vorig jaar verdrong Mexico China van zijn positie als de belangrijkste handelspartner van de VS. China staat nu op de derde plaats. Als Trump wint, zullen de spanningen binnen het door de VS geleide blok toenemen. Er zal waarschijnlijk een onstabielere en onvoorspelbaardere periode aanbreken. Ook op het thuisfront zou Trump massale omwentelingen kunnen veroorzaken met zijn ultrarechtse programma dat leidt tot intensievere aanvallen op werkenden, vrouwen, migranten en LGBTQ-personen.
Hun gemeenschappelijke belang om de uitdaging van het Chinese kapitalisme aan te gaan, zal het Westerse blok bij elkaar houden, ondanks de destabiliserende factor van Trump terug in functie. Op dezelfde manier is de noodzaak om terug te slaan tegen de VS het cement dat China’s blok met Rusland, Iran en anderen (Noord-Korea, Pakistan) bij elkaar houdt.
Er zijn ook spanningen in dit blok, bijvoorbeeld tussen Rusland en China. Hoe langer de oorlog in Oekraïne voortduurt, hoe meer Rusland afglijdt naar een bijna koloniale afhankelijkheid van China op economisch gebied. Dit is een vernederende stand van zaken voor de Russische heersende klasse. Maar zou dit ertoe leiden dat Rusland breekt met China? Rusland is een imperialisme van de tweede orde. Zijn economie is slechts een tiende van die van China, hoewel het een sterk leger en een enorm nucleair arsenaal heeft. Met wie zou het Kremlin een bondgenootschap kunnen sluiten als het zou breken met China? Poetin heeft geen keuze.
China kan zich ook niet resoluut distantiëren van de Russische invasie in Oekraïne of de Amerikaanse sancties steunen. Wat zou het regime van Xi Jinping hiermee bereiken? Rusland in de steek laten en isoleren vanwege de oorlog in Oekraïne zou de relatie van het Chinese regime met het Amerikaanse imperialisme op geen enkele manier herstellen. Het westerse kapitalistische blok zou zijn economische en geostrategische druk op China niet matigen. De klok kan niet worden teruggedraaid.
Marxisten opereren vandaag te midden van beslissende en onomkeerbare veranderingen in de structuur van het wereldwijde kapitalisme, met het einde van een tijdperk en het begin van een nieuw. Begrijpen wat imperialisme is, waarom het vandaag tot uiting komt in twee fundamenteel vijandige blokken, is de eerste stap in het kunnen ontwikkelen van duidelijke perspectieven en politiek voor de heropbouw van een strijdbare internationalistische arbeidersbeweging. De taak is om dit systeem te beëindigen voordat het ons beëindigt.
-
India: Modi op weg naar een nieuwe ambtstermijn met meer communautaire en sociale spanningen
Het Indische establishment stelt het land graag voor als de grootste democratie ter wereld. Met 1,4 miljard inwoners is het effectief het meest bevolkte land en begin mei zijn er verkiezingen. De regerende BJP, een extreemrechtse hindoe-nationalistische partij met 180 miljoen leden, lijkt af te stevenen op een nieuwe overwinning. Niet vanuit enthousiasme omwille van wat de partij van premier Modi te bieden heeft aan de bevolking, maar door het falen van de oppositie en een steeds gewelddadiger religieus sektarisme.
door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist
Modi als nieuwe Hindoe-god
In de aanloop naar de verkiezingen opende Modi als een soort van hogepriester een nieuwe tempel in Ayodhya. Dit was de kers op de hindoe-chauvinistische taart. Het gaat immers niet zomaar om een tempel. In 1992 werd de historische moskee in Ayodhya bestormd en verwoest door aanhangers van de BJP die op dezelfde plaats een tempel wilden bouwen om Ram te eren. Deze aanval werd gevolgd door communautair geweld in heel India waarbij 2000 doden vielen. Ram is voor de nationalisten “de verpersoonlijking van ons concept van cultureel nationalisme”, aldus voormalig BJP-leider Advani. De nieuwe tempel op de ruïnes van de oude moskee werd nog voor hij volledig af was geopend door Modi met een bijzonder duur spektakel. BJP-parlementsleden spraken over Modi in termen van “de koning der goden”. Het is niet enkel Ram die aanbeden wordt…
Deze gebeurtenissen gaven een nieuwe impuls aan het nationalistisch geweld dat vooral tegen moslims gericht is. Moskeeën worden aangevallen en er zijn nieuwe pogingen om een deel van de Indische bevolking toegang tot hun burgerschap te ontzeggen (nadat massaprotest eerder tot het opschorten van dat beleid leidde). Met de regelmaat van de klok wordt ook de vijandschap met buurland Pakistan bovengehaald, in het bijzonder rond Kasjmir waarvan zowel India als Pakistan een deel bezetten.
Het nationalisme moet de aandacht afleiden van de sociale tekorten. De BJP bracht de afgelopen tien jaar onder Modi geen vooruitgang voor de meerderheid van de bevolking. Enkel de superrijken gingen er verder op vooruit. Met Ambani en Adani staan er twee Indische tyconen in de top 20 van de rijkste mensen ter wereld. De 1% rijksten bezitten 40,6% van alle rijkdom. Tegelijk telt India het grootste aantal armen ter wereld: 228,9 miljoen.
Rode loper voor superrijken
De obscene kloof tussen een grote groep armen en de decadentie onder de superrijken werd begin maart nog maar eens aangetoond tijdens het grootse voor-huwelijksfeest van de jongste zoon van Mukesh Ambani. Tijdens een lang weekend kwam de wereldwijde elite naar een luxefeest. Onder de duizend aanwezigen waren Bill Gates, Ivanka Trump, Rihanna, Mark Zuckerberg naast een reeks Bollywood-sterren. Ambani koos ervoor om het feest dat 140 miljoen euro kostte in Gujarat te laten plaatsvinden, waar Modi voorheen deelstaatpremier was.
Met de hulp van de zakelijke elite, waaronder Ambani, domineren de BJP en Modi vandaag de mainstream media. Ze veranderden de electorale regels om miljoenendonaties aan verkiezingscampagnes mogelijk te maken, waarvan vooral de BJP profiteert. Niet toevallig omschreef Ambani Modi als “de meest succesvolle premier uit de Indische geschiedenis”. Hij is inderdaad zeer succesvol voor zijn eigen portemonnee en prestige. Gautam Adani, die andere superrijke Indiër, lag even onder vuur wegens fraude, maar het Indische gerecht zorgde ervoor dat het onderzoek hiernaar nergens toe leidde.
Extreemrechts rolt de rode loper uit voor de superrijken, terwijl de overgrote meerderheid van de bevolking in armoede leeft. Dit leidde al meermaals tot grootschalig protest. We zagen de grootste algemene stakingen uit de geschiedenis en massaal boerenprotest waarmee de verdere liberalisering van de landbouw deels tegengehouden werd. Het boerenprotest gaat door en botst op harde repressie van de regering die de liberalisering wil doorzetten. Belangrijk is echter de vaststelling dat het breed gedragen protest van de boeren, ondersteund door de arbeidersbeweging, erin slaagde om Modi tot belangrijke toegevingen te dwingen. Strijd van onderuit is het antwoord.
Falen van de oppositie
Op de officiële oppositie kan er helaas niet gerekend worden. De grootste oppositiepartij is Congress, die zelf neoliberale maatregelen introduceerde en sinds de jaren 1980 steeds meer beroep deed op hindoenationalisme. Ondanks een alliantie met andere oppositiepartijen ziet het er niet naar uit dat de BJP kan verslagen worden. De linkerzijde is de afgelopen jaren verzwakt, vooral omdat het zelf een asociaal beleid voerde in onder meer West-Bengalen, waar de traditie van een sterke communistische partij grotendeels verdwenen is en de BJP voor het eerst kon doorbreken. Ook nu blijven de communistische partijen achter Congress aan lopen op basis van electorale berekeningen in plaats van de strijd van onderuit volop te organiseren en politiek te vertalen. De oppositiepartijen voeren op lokaal vlak een asociaal beleid en baseren zich op kastendiscriminatie en onderdrukking. Het falen van de oppositie vergroot de ruimte voor ondemocratische aanvallen door de BJP, zoals de schorsing van ruim 140 parlementsleden in december en de arrestatie van kopstukken van oppositiepartijen.
Een verderzetting van het BJP-regime zal de communautaire spanningen verder doen toenemen. Tegelijk wordt discriminatie op basis van kaste versterkt. Op het internationale toneel sluit Modi aan bij de belangen van het VS-imperialisme en hoopt hij dat zijn vriend Trump herkozen raakt. Het Indische regime wil investeringen die uit China wegtrekken binnenhalen, zelfs indien de infrastructuur en de omstandigheden in India obstakels vormen. De banden met het VS-imperialisme worden gebruikt om sterker te staan tegenover het Chinese imperialisme. Ondanks samenwerking in het kader van de BRICS, blijven de spanningen tussen India en China immers groot. Er zijn betwistingen over de grens tussen China en Arunachal Pradesh in het noordoosten van India, maar vooral de regionale concurrentie speelt hierin mee. Tegelijk voert Modi een semi-onafhankelijke koers waarbij de goede banden met Rusland blijven bestaan. Verder aarzelde zijn regime niet om een rechtse Sikh-separatist in Canada te vermoorden en zo de relaties met dat land onder druk te zetten. Toch wijst alles erop dat de banden met het blok rond het VS-imperialisme sterker worden en bepalend zijn voor de geopolitieke positie van India.
De komende periode zal gekenmerkt worden door meer spanningen. Door zich te beperken tot de krijtlijnen van het kapitalisme slaagt de Indische oppositie er niet in om een halt toe te roepen aan de toenemende sociale tegenstellingen, ellende en communautair geweld. Een antwoord op extreemrechts vereist een strategie van systeembreuk gebaseerd op de jonge en dynamische werkende klasse en arme boeren die samen strijden tegen alle vormen van onderdrukking en uitbuiting. India Socialist Alternative (ISA) wil daar een rol in spelen.
Opbouw van een revolutionair socialistisch alternatief
International Socialist Alternative begon in 2020 in volle coronatijd met de opbouw van een nieuwe afdeling in India. Beginnen met de opbouw van een revolutionaire kracht op een subcontinent is een enorm grote taak. Met wekelijkse vergaderingen om de politieke fundamenten voor onze organisatie te leggen, zijn er ondertussen stappen vooruitgezet. De eerste edities van een krant zijn verschenen en ISA kwam tussen op acties, zoals tegen het bloedbad in Gaza.
Op 8 maart werd de internationale vrouwendag gevierd met de lancering van ROSA in India tijdens een bijeenkomst met Laura Fitzgerald van ROSA Ierland, Moumita van ISA India en Meena Kandasamy, een gekende schrijfster en activiste. De link tussen de verschillende vormen van onderdrukking onder het kapitalisme werd er prominent naar voren gebracht met nadruk op de noodzaak van onverzettelijke strijd tegen kastenonderdrukking. ISA in India bediscussieert de geschiedenis en actualiteit van kastendiscriminatie om de marxistische analyse hiervan te verfijnen. Dat is een absolute noodzaak in een land waar kaste zo allesbepalend is. Het feit dat termen als ‘paria’ of ‘outcast’ rechtstreeks vanuit het Indische kastenstelsel in onze taal overgenomen zijn, toont aan hoe sterk die onderdrukking is.
Er zijn ook contacten met de campagne PAPA (Project Affected People’s Association). Die campagne ontstond in verzet tegen het plan van de constructie van de Deucha Panchami openluchtmijn in Birhbum in West-Bengalen. Het zou de tweede grootste dergelijke mijn ter wereld worden. Hiervoor moeten 21.000 mensen verhuizen, waaronder 9.000 Adivasi’s (stammen van inheemse volkeren) en 4.000 Dalits (zogenaamde ‘onaanraakbaren’ die buiten het kastenstelsel gesloten worden). Het project is rampzalig voor de lokale bevolking maar ook voor het milieu. De enigen die erbij winnen zijn de superrijke eigenaars van het mijnbedrijf en hun politieke marionetten. Samen met PAPA wil ISA de strijd tegen dit mijnproject internationaal bekend maken.
-
Protesteer tegen aanleg van tweede grootste openluchtmijn ter wereld in India
De Deucha-Panchami kolenmijn in West-Bengalen zou de tweede grootste dergelijke openluchtmijn ter wereld worden. Het is een ramp voor de mensen die er nu wonen en ook voor het klimaat. Een lokale actiegroep in verzet tegen het project maakte samen met ISA India (onze zusterorganisatie) een oproep tot internationaal protest.
Gezamenlijke verklaring PAPA (Project Affected People’s Association) en ISA (International Socialist Alternative)
Een lelijk monster steekt zijn kop op boven de staat West-Bengalen: het Deucha-Panchami mijnproject. Dit voorgestelde gebied voor ontginning bevat meer dan 2 miljard ton steenkool en staat op het punt om de op één na grootste steenkoolmijn in open lucht ter wereld te worden, en de grootste in Azië. Dit enorme project kost 450 miljard Roepee(ongeveer 5 miljard euro) en is niet alleen een aanfluiting voor de zogenaamde groene initiatieven van de uiterst rechtse BJP-regering, maar ook voor de schijnvertoning van de regerende partij in West-Bengalen, de Trinamool Congress (TMC) van Mamata Bannerjee. In de nasleep van het afschuwelijke Sandeshkhali-verkrachtingsschandaal is het failliet van hun zorg voor vrouwen en inheemse volken duidelijk zichtbaar.
De uitvoering van dit project zal leiden tot de ontheemding van meer dan 21.000 mensen, waarvan de meerderheid Adivasi (9000+) en Dalits (bijna 4000), waaronder een groot aantal moslims. Deze mensen hebben diepe banden met hun geboortegebied, in het bijzonder de Adivasi (inheemse) bevolking die mogelijk al tienduizenden jaren onafgebroken in West-Bengalen woont. Hun band met het land en hun manier van leven is niet in geld uit te drukken.
Bovendien zal mijnbouw rampzalige gevolgen hebben voor het hele gebied. De toplaag zal verloren gaan, de landbouw zal worden verstoord, de biodiversiteit zal afnemen, het grondwaterpeil zal dalen en overstromingen en vervuiling zullen als gevolg hiervan toenemen. Over vervuiling, die onder de beste omstandigheden slecht geregeld is, wordt door de regering niet eens gesproken. Het is aannemelijk dat de regering mensen die aan kastendiscriminatie onderworpen worden, minderheden en Adivasi als vervangbaar beschouwt omwille van zoveel geld, en zich geen enkele zorgen maakt over hun gezondheid.
Het gebied zelf is bijzonder slecht voor mijnbouw. De kolenlaag ligt onder 225 tot 245 meter gestolde lava. Het boren door dit materiaal heeft een enorme impact op de kwaliteit van het water en de lucht, en de inwoners van de regio lijden al vaak aan silicose, een chronische longziekte die het gevolg is van het inademen van kwartsstof. Het boren door een kwart kilometer vulkanisch gesteente vereist waarschijnlijk ook grootschalig gebruik van explosieven, die naar verwachting een grote fysieke en psychologische impact zullen hebben op de omwonenden, naast het vrijkomen van gassen en chemicaliën in de lucht en het grondwater.
Meer dan andere grondstoffen draagt steenkool bij aan de opwarming van de aarde. De Bengaalse delta, waar de stad Kolkata en het Sundarbans-gebied liggen, is een van de meest kwetsbare regio’s ter wereld als gevolg van de stijging van de zeespiegel. Kolkata is de 11e stad ter wereld gemeten naar stedelijke bevolking. In 2019 was Kolkata al de stad met het hoogste aantal vroegtijdige sterfgevallen als gevolg van vervuiling door kolengestookte elektriciteitscentrales. Een wereldwijde temperatuurstijging van 2°C zal ertoe leiden dat meer dan 50% van de meer dan 20 miljoen inwoners uit hun huizen zal worden verdreven. Overstromingen zullen niet alleen heel veel mensen op de vlucht drijven, maar ook het binnenland van West-Bengalen kwetsbaarder maken voor steeds heviger stormen zonder de verzachtende effecten van wetlands.
Met al deze factoren samen heeft de regering zelf toegegeven dat de voorgestelde mijn waarschijnlijk niet winstgevend zal zijn. Eastern Coalfields Limited heeft het project zelfs geweigerd en het overgedragen aan West Bengal Power Development Corporation Limited. Bovendien hebben de reeds ontwikkelde mijnen in handen van WBPDCL genoeg steenkool om de komende 30 jaar elektriciteit op te wekken zonder de mijnbouw ook maar enigszins uit te breiden. West-Bengalen exporteert elektriciteit naar naburige staten en naar buurland Bangladesh!
Volgens alle redelijke normen heeft het project geen zin en zou het geschrapt moeten worden. Kapitalisme is echter een systeem waarin rationele keuzes van individuen op collectief vlak leiden tot een systeem dat op grote schaal irrationele resultaten oplevert. Of de Wereldbank, het IMF of andere groepen nu direct de taak op zich nemen om deze operatie tot een goed einde te brengen, het zijn uiteindelijk de belastingbetalers van West-Bengalen die de rekening betalen. Het zijn de corrupte ambtenaren van de TMC of een andere politieke partij die de leiding krijgt over deze kolenmijn die persoonlijk winst zullen maken ten koste van de volksgezondheid, de vernietiging van het leven van de inheemse bevolking, de enorme milieueffecten van de klimaatverandering, enzovoort. Zij maken niets uit de schuldenlast voor de lokale regering en alle eerder genoemde problemen. Nog voordat er steenkool is opgegraven, zullen de aannemers en hun politieke handlangers al in het geld rollen. Bovendien is de door Adani geplande haven van Tajpur volledig afhankelijk van de export van steenkool uit deze mijn om economisch levensvatbaar te zijn.
De succesvolle actie van de Narmada Bachao Andolan Beweging om de financiering van de Wereldbank voor het Narmada Dam Project in te trekken, heeft al een zwak punt van het project aangetoond. Deze enorme projecten zijn afhankelijk van externe financiering om de kosten van de eerste ontwikkeling te dekken. Toch vertrouwen de regeringen van West-Bengalen en India op het isolement van deze sterk onderdrukte plattelandsbevolking en doen ze er alles aan om ervoor te zorgen dat hun stem niet gehoord wordt. De TMC-regering heeft veel moeite gedaan om de mensen in West-Bengalen die zich tegen deze mijn verzetten het zwijgen op te leggen. Betogingen werden aangevallen, organisatoren zijn vals beschuldigd, activisten zijn gearresteerd en de regering heeft politieke neporganisaties in het leven geroepen om de schijn van steun onder de bevolking op te wekken. De fysieke locatie is een strijdtoneel geworden van politie en Naxal-opstandelingen en is niet langer veilig om te bezoeken.
We weten allemaal dat het kapitaal dat ze nodig hebben opgeslagen ligt bij banken zoals de Wereldbank, het IMF, het Aziatisch Ontwikkelingsfonds enz. Deze instanties financieren mijnen over de hele wereld. Dit is de grootste uitdaging voor PAPA geworden: voorkomen dat er geïnvesteerd wordt in vuile energie. De voortrekkers van de lokale bevolking dringen er bij bondgenoten op aan om bij deze instanties te protesteren om hen ertoe aan te zetten niet te investeren in vuile energie, in het bijzonder steenkoolmijnen en op steenkool gebaseerde thermische centrales.
Uiteindelijk is er maar één oplossing voor deze crisis: het is het kapitalisme dat de voorwaarden voor deze ramp heeft geschapen, en alleen een socialistische reorganisatie van de samenleving kan zorgen voor een milieuvriendelijke en verantwoorde ontwikkeling die vrij is van corruptie. Maar socialisme kan alleen worden bereikt door een arbeidersklasse die fysiek en politiek sterker is, en we kunnen dit niet bereiken zonder te voldoen aan de onmiddellijke eisen van de arbeidersklasse en onderdrukte mensen en hun behoeften om te overleven. ISA en PAPA eisen samen deze veranderingen:
- De Deucha-Panchami-kolenmijn mag niet worden gebouwd. Er mag geen mijn komen en er mogen geen uitzettingen plaatsvinden.
- Een einde aan de kolenmijnbouw: geen mijnen meer en een geleidelijke stopzetting van de kolenmijnbouw met omscholing van de betrokken arbeidskrachten naar de groene energiesector.
- Intrekking van alle politievervolgingen van activisten en beëindiging van de pesterijen en intimidatie tegen de betogers.
- De regeringen van West-Bengalen en India moeten de hoogste prioriteit geven aan de productie van duurzame groene energie, in plaats van vuile fossiele brandstoffen of destructieve en gevaarlijke megadammen.
- Protesteer bij Indische ambassades, de Wereldbank, het IMF en anderen: stop de financiering van steenkool!
De ongemakkelijke waarheid is echter dat deze eisen niet zullen worden ingewilligd zonder de steun van de internationale gemeenschap. Modi en Banerjee rekenen erop dat milieuactivisten in het westen er niets van merken of er gewoon niets om geven. We kunnen dit niet toelaten. We roepen onze bondgenoten over de hele wereld op om actie te ondernemen ter ondersteuning van de armen en mensen uit de arbeidersklasse die nu onderdrukt worden. We moeten ervoor zorgen dat internationale geldschieters en bedrijven als Adani niet bij dit project betrokken kunnen raken zonder een hoge prijs te betalen voor hun aandeel. Steun ons om dit monsterlijke project te veroordelen en te vechten voor een kolenvrije wereld en een socialistische, groene toekomst!
Over PAPA: Ons traject begon in 2001, toen de Sarisharatali Project Affected People’s Association vorm kreeg rond de gedwongen verwerving van land voor Sanjeev Goenka’s Sarishatali open kolenmijn in Paschim Burdhaman, West-Bengalen. Na de ervaring van de strijd van deze getroffen mensen in Sarishatali, besloot de organisatie om de onderdrukte mensen van de stammenbevolking, Dalits en OBC (anders achtergestelde kaste) gemeenschappen te beschermen tegen de grote bedrijven. Voor het grotere goed werd de naam van onze organisatie in 2008 tijdens een algemene vergadering veranderd in Project Affected People’s Association (PAPA).
Over ISA: International Socialist Alternative is een wereldwijde strijdorganisatie van arbeiders, jongeren en allen die onderdrukt worden door kapitalisme en imperialisme. Met een aanwezigheid in meer dan 30 landen op alle continenten, strijden we voor een arbeidersalternatief over nationale grenzen heen, voor een socialistische wereld. ISA, voorheen het Comité voor een Arbeiders Internationale (CWI), werd opgericht in 1974. Het is momenteel georganiseerd in meer dan 30 landen op alle continenten in een gezamenlijke strijd voor arbeiderssolidariteit en socialisme. We zijn actief, discussiëren en komen met initiatieven en ideeën om overwinningen te behalen, bewegingen op te bouwen en te vechten voor een socialistisch alternatief.
-
Chinese economie buigt naar binnen
Edito van het magazine ‘Socialist’ van ISA in China, Hongkong en Taiwan
De economie kantelt naar een deflatoire crisis met een verergerende schuldencrisis, dalende lonen en prijzen en een toenemend wantrouwen in frauduleuze economische gegevens.
Het woord ‘involutie’ of ‘neijuan’ beschrijft steeds toenemende input die geen verbeteringen oplevert. Denk aan pogingen om omhoog te lopen op een afdalende roltrap. Deze term wordt sinds 2020 massaal gebruikt in China, samen met andere termen zoals ‘platliggen’ (tang ping). Ze drukken afschuw uit over de brute kapitalistische ratrace in een maatschappij waar baby’s worden gecoacht om te slagen voor een sollicitatiegesprek voor een plaats in de kinderopvang.
Involutie kan ook worden gebruikt om veel kenmerken van de Chinese economie te beschrijven nu de crisis met vele facetten verergert. De vastgoedmarkt, veruit de grootste ter wereld, is ingestort. Vorig jaar daalde de woningbouw tot 40% van het niveau van 2020. Het overaanbod is nog steeds duizelingwekkend groot.
Japanificatie
Als je de overtollige woningvoorraad berekent door al het verkochte woonoppervlak af te trekken van het gebouwde, dan zie je genoeg leegstaande woningen om 150 miljoen mensen te huisvesten (bijna 5 miljard vierkante meter aan het eind van 2023). Dit cijfer is slechts het topje van een zeer grote ijsberg. Het omvat bijvoorbeeld niet alle tweede en derde huizen die zijn gekocht als ‘investering’ tijdens de decennialange huizenbubbel.
Van de ruwweg 300 miljoen stedelijke huishoudens in China bezit een derde meer dan één huis en 10% meer dan twee huizen. Nu de huizenprijzen instorten en veel sterker dalen dan de officiële gegevens laten zien, worden deze tweede en derde huizen steeds vaker te koop aangeboden, waardoor de markt verder verzadigd raakt en de deflatie (dalende prijzen) wordt aangewakkerd.
Dit laatste zorgt nu voor slapeloze nachten op de wereldwijde financiële markten en – naar wij aannemen – ook in Zhongnanhai (het regeringsgebouw in Beijing). Deflatie wordt gezien als de meest urgente van China’s “vier D’s”: schuld, deflatie, ontkoppeling en demografie (in het Engels: debt, deflation, decoupling and demographics). Deflatie bestaat officieel niet in China. Vorig jaar waarschuwde de regering economen om er niet over te praten. Maar net als andere kapitalistische economische fenomenen trotseert het koppig en subversief de onderdrukkingspogingen van de zogenaamde ‘Communistische’ Partij (CCP).
In december daalden de prijzen het snelst in 14 jaar. Economen waarschuwen dat China te maken heeft met de langdurigste periode van deflatie sinds de zogenaamde Aziatische crisis van 1997-1998. Dit dreigt zich door te zetten – een vicieuze cirkel waarbij instortende vastgoedwaarden, dalende lonen en werkloosheid leiden tot een nog zwakkere vraag, waardoor fabrieken gedwongen worden om de prijzen te verlagen en de lonen nog verder te verlagen. Deflatie is rampzalig voor economieën met een hoge schuldenlast zoals China, want als de prijzen dalen, wordt het in reële termen duurder om oude schulden af te lossen. De schuld van China is gegroeid van 2,1 biljoen dollar in 2001 tot 47,5 biljoen dollar in 2023.
De marxistische website chinaworker.info heeft uitgelegd dat de Chinese economie in een fase van ‘Japanificatie’ is beland, maar heeft er ook op gewezen dat de crisis in China Japan in verschillende opzichten kan overtreffen. Dit komt omdat China groter, armer en kwetsbaarder is op sociaal, regionaal en economisch gebied.
Omschakeling naar productie
De ineenstorting van de huizenmarkt heeft ertoe geleid dat staatsbanken en lokale overheden de vastgoedsector hebben verlaten en investeringen in de verwerkende industrie hebben gestimuleerd, vooral in de ‘nieuwe drie’ industrieën: elektrische voertuigen (EV), lithium-ionbatterijen en zonnecellen.
Deze strategie is deels aangemoedigd door de centrale overheid als onderdeel van het staatskapitalistische economische model van de CCP. Maar zoals altijd in China concurreren verschillende vleugels van de staat met elkaar in een ongecoördineerde, ongeplande strijd zonder regels. Het resultaat is meer overcapaciteit. Dit gebeurde in onroerend goed. Het wordt nu herhaald in de wanordelijke expansie van de nieuwe energiesector. Terwijl de uitstaande bankleningen aan de vastgoedsector vorig jaar feitelijk zijn gekrompen, hebben banken alleen al in het derde kwartaal bijna 5 biljoen yuan aan nieuwe leningen verstrekt aan de productiesector.
Oppervlakkig gezien ziet dit er indrukwekkend uit. Maar het is weer een voorbeeld van involutie. Banken financieren deze uitbreiding omdat ze nieuwe leningen moeten genereren ter compensatie van alle slechte leningen (leningen die nooit terugbetaald zullen worden) die verbonden zijn aan het zinkende schip van de vastgoedmarkt. Lokale overheden moeten ook hun eigen economische raderen draaiende houden met alternatieve projecten, omdat de vastgoedcrash de lokale economieën doet leeglopen, de consumentenvraag verplettert en hun eigen schuldencrisis verergert. Lokale overheden in heel China storten zich op de nieuwe drie industrieën als in een goudkoorts. In januari waarschuwden ambtenaren in Beijing voor “blinde investeringen” die leiden tot een enorme overcapaciteit in deze sectoren. Er zijn meer dan 600.000 EV-bedrijven, met een toename van 40% alleen al in 2022 (239.400 nieuwe bedrijven). De meeste van deze bedrijven zullen failliet gaan – de verkoop van EV’s in China begint al te dalen. De cyclus van met schulden gefinancierde overcapaciteit wordt dus opnieuw herhaald. Een overheidsinterventie tegen de sector is op komst.
De Chinese productie krimpt al vier maanden op rij. De overcapaciteit, die prijsoorlogen en deflatie in de hand werkt, is al extreem. China’s capaciteit voor de productie van zonnepanelen (900 GW) is drie keer zo groot als de verwachte wereldwijde vraag (300 GW) volgens een rapport van de Economist Intelligence Unit uit december 2023. De capaciteit voor EV-batterijen zal tegen 2027 naar verwachting bijna vier keer zo groot zijn als de totale wereldwijde vraag.
Tegelijkertijd groeit China’s thuismarkt niet. Ondanks zijn ongeëvenaarde dominantie op het gebied van zonne-energie, was dit in 2022 slechts goed voor 4,7% van China’s elektriciteitsopwekking, terwijl fossiele brandstoffen goed waren voor 70%.
Deze cijfers illustreren de absurditeit van het kapitalisme, dat als wereldwijd systeem op een dood punt is beland. Het kapitalisme, gebaseerd op privébezit van de productiemiddelen en natiestaten, die beide een volledig reactionaire en economisch verstikkende rol spelen, kan deze toegenomen productiecapaciteit van China niet benutten als onderdeel van een existentieel urgente groene transitie. In plaats daarvan werpt het mondiale kapitalisme beschermende muren op, steeds vaker met het argument van de “nationale veiligheid”, waarbij het regime van Xi Jinping en de VS elkaar proberen te overtreffen.
Het gebrek aan vraag op de Chinese thuismarkt betekent dat productiebedrijven nog afhankelijker zijn geworden van de buitenlandse vraag. Vorig jaar was dit goed voor 57% van de productieactiviteit. Maar de export staat onder druk door de zwakke wereldeconomie en de geopolitiek (de Koude Oorlog tussen de VS en China). De Chinese export, gemeten in Amerikaanse dollars, daalde in 2023 met 4,6% (tot 3,38 biljoen USD) vergeleken met het jaar ervoor.
Dit jaar ziet het plaatje er wereldwijd nog somberder uit. Het enige lichtpuntje in de Chinese economie, de export van EV’s en auto’s, zal waarschijnlijk steeds meer tegenwerking ondervinden van buitenlandse regeringen. Vorig jaar overtrof China Japan en werd het ‘s werelds grootste exporteur van auto’s (het verscheepte 4,14 miljoen personenauto’s naar het buitenland tegenover 3,98 miljoen vanuit Japan).
Maar in oktober lanceerde de Europese Unie een antisubsidie-onderzoek naar de Chinese export van EV’s, omdat ze vreest dat deze de autogiganten van het continent, zoals Volkswagen en Renault, onder de voet zal lopen. De uitspraak van dit onderzoek wordt eind 2024 verwacht en kan het begin zijn van een nieuwe handelsoorlog. Als waarschuwingsschot lanceerde het Chinese regime op 5 januari een ‘antidumping’-onderzoek naar Franse cognac. De regering-Macron in Frankrijk wordt gezien als de drijvende kracht achter het onderzoek van de EU.
Ondertussen is het verkiezingsjaar in de Verenigde Staten. Op dit moment ligt voormalig president Donald Trump in de meeste peilingen voor op Joe Biden. Zelfs zonder een overwinning van Trump in november zal de anti-Chinese retoriek van zowel het Democratische als het Republikeinse kamp hoog oplaaien naarmate de verkiezingsrace vordert.
In het tijdperk vóór de huidige imperialistische machtsstrijd tussen China en de VS was het afkraken van China door Amerikaanse presidentskandidaten grotendeels een kwestie van propaganda en werd dit niet vertaald in echt beleid. Maar de wereld is veranderd. Nieuwe sancties, financiële controles en handelsprotectionisme tegen China zijn niet alleen mogelijk, maar waarschijnlijk. Regeringen in de VS en de Europese Unie zijn niet de enigen die muren optrekken tegen de Chinese export. India heeft tarieven ingesteld op Chinese zonnepanelen. En Turkije heeft een extra tarief van 40% ingesteld op Chinese EV’s.
Dalende lonen
2023 was een rampjaar voor de economie en voor het regime van Xi Jinping. 2024 ziet er al slechter uit. China is niet meer opgeschrikt door grote protesten sinds de kortstondige beweging van 2022. Deze protesten werden neergeslagen door een golf van arrestaties, maar niet voordat ze de ineenstorting van Xi Jinpings zero-COVID-beleid teweegbrachten. Het zou verkeerd zijn om hieruit te concluderen dat China politiek “stabiel” is en dat de massa’s “rustig” zijn.
Onder de oppervlakte is de ontevredenheid groter dan ooit. Het gezag van het CCP-regime is sterk gedaald onder alle sociale klassen. Niet alleen de kapitalistische klasse, maar waarschijnlijk ook een meerderheid van de bevolking beschouwt de officiële gegevens en economische propaganda van de CCP als een slechte grap.
Officieel bereikte China vorig jaar een groei van het BBP van 5,2%. Dit zou de laagste groei zijn sinds 1976, met uitzondering van twee jaren van pandemie (2020 en 2022), maar zelfs dit cijfer is frauduleus. Het is een duidelijk geval van gegevens die zijn gemanipuleerd voor propagandadoeleinden. Dit gebrek aan betrouwbare economische gegevens maakt een nauwkeurige analyse onmogelijk. Hoe rijmen de cijfers van de CCP met de ineenstorting van de vastgoedmarkt? Deze sector is nog steeds goed voor 23% van de totale economische productie, tegenover 30% drie jaar geleden.
De ‘nieuwe drie’ sectoren zijn daarentegen goed voor slechts 3,5% van de totale economische productie. Zoals het tijdschrift The Economist (7 december 2023) opmerkte: “Zelfs als de ‘nieuwe drie’ samen met 20% per jaar zouden groeien, kunnen ze de komende jaren niet zoveel aan de groei toevoegen als de neergang van de vastgoedsector eraan zal onttrekken.”
En zoals deze spreekbuis van de kapitalisten opmerkte: “De nieuwe drie zijn als groep ook niet zo arbeidsintensief als onroerend goed, dat een nuttige mix van arbeidersbanen (bouwers) en bediendenjobs (makelaars en bankiers) genereert.”
Met andere woorden, de werkloosheidscrisis in China zal alleen maar erger worden. De bovenstaande vergelijking toont de fundamenteel tegenstrijdige basis van de claim van het regime van “5,2%” groei. Rhodium Group, een onderzoeksbureau, schatte het werkelijke groeicijfer op ongeveer 1,5% in 2023. Overtuigend argumenteerde het bureau dat de officiële BBP-gegevens “onverenigbaar zijn met het bewijs van algemene malaise en het daarop geënte beleid.”
Daarom stellen zelfs de internationale kapitalistische instellingen steeds vaker dat de gegevens van Beijing vervalst zijn. Chinezen kwamen al veel eerder tot deze conclusie. Velen zullen zeggen dat er geen economische groei is en dat de economie in feite “achteruit rijdt.” Volgens Zhu Tian, professor economie aan de China Europe International Business School in Shanghai, geciteerd door Reuters (18 januari): “We zitten in een recessie. Als je met 10 mensen praat, zullen zeven zeggen dat we een slecht jaar hebben gehad.”
De lonen dalen in bijna de hele economie. Zelfs in de “bloeiende” EV- en zonne-energiesectoren zijn er verschillende geschillen over ontslagen en onbetaalde lonen. Ondertussen zijn in de traditionele voertuigsector (brandstofmotoren) massaontslagen begonnen. Arbeidsmigranten geven het op en keren in recordaantallen terug naar hun thuisprovincies. Dalende reële inkomens, eerder dan het wazige concept van een laag “vertrouwen”, is de belangrijkste factor die de consumentenvraag in China drukt.
Het probleem van de ontoereikende vraag is “ernstig”, met “nulgroei in de afgelopen drie jaar” volgens Yao Yang, directeur van de National School of Development van de universiteit van Beijing, geciteerd in de South China Morning Post (20 januari). Hij en veel andere Chinese economen pleiten voor ‘hervormingen aan de vraagzijde’ zoals directe subsidies aan consumenten, zoals in veel westerse economieën en ook in Hongkong wordt gedaan, in tegenstelling tot de huidige stimuleringsmaatregelen van de CCP die de productiecapaciteit opvoeren ook al zit de markt al tegen zijn grenzen aan.
Honderden supermarkten, waaronder grote ketens als Carrefour en BBK, zijn vorig jaar gesloten als gevolg van de recessie in de detailhandel. De schuldencrisis bij lokale overheden heeft ook geleid tot grootschalige besparingen op lonen en bonussen voor overheidspersoneel en tientallen protesten over onbetaalde lonen.
Volgens online wervingsplatform Zhaopin daalden de lonen in 38 grote steden met gemiddeld 1,3% tijdens het laatste kwartaal van 2023. Dit was het derde opeenvolgende kwartaal van loonkrimp. In Beijing daalden de lonen met 2,7% ten opzichte van een jaar geleden en in Guangzhou met 4,5%, zo bleek uit dit rapport. De lonen voor jongeren en afgestudeerden daalden sterker.
Oorlog tegen ‘negatief nieuws’
Deze realiteit wordt weggemoffeld uit de gepropagandeerde economische gegevens van het regime. Beschamende economische statistieken, zoals die over de jeugdwerkloosheid, worden in de doofpot gestopt. In december hervatte de regering de publicatie van werkloosheidsgegevens voor jongeren (16-24 jaar) na zes maanden censuur en rapporteerde een percentage van 14,9%. Maar ze had de methodologie veranderd om studenten uit te sluiten, van wie velen hun studie alleen verlengen omdat ze geen job kunnen vinden.
China kent een lange traditie van gemanipuleerde economische gegevens. Wijlen Li Keqiang, die van 2013 tot 2023 premier van China was, zei ooit dat de BBP-gegevens van het land onbetrouwbaar en “door de mens gemaakt” waren. Oxford Economics, een Brits bedrijf, zegt dat het echte BBP van China wel eens 20% lager zou kunnen zijn dan de gepubliceerde cijfers.
De kloof tussen de officiële BBP-gegevens en de werkelijkheid is sinds 2020 groter geworden. Het regime van Xi moet een alternatieve realiteit van economische kracht projecteren om zowel externe bedreigingen (verdieping van geopolitieke geschillen) als interne bedreigingen (machtsstrijd binnen de staat en mogelijke uitbarstingen van massale onrust) het hoofd te bieden. We worden nu gebombardeerd met wat de econoom Eswar Prasad “onrealistisch positieve retoriek” noemt.
Naarmate de crisis zich de afgelopen drie jaar heeft verdiept, heeft de staat steeds meer controle gekregen over economische informatie. In december waarschuwde Weibo (China’s equivalent van Twitter) accounthouders om geen negatieve berichten over de economie te verspreiden. Verschillende prominente economische commentatoren, waaronder Liu Jipeng en Hong Rong, zijn van de sociale media verwijderd.
Deze propaganda- en censuurcampagne heeft het gezag van het regime bij het publiek verder ondermijnd. Online spot heeft de CCP-autoriteiten gedwongen om propaganda-artikelen te verwijderen. Op 2 februari trok een artikel op People’s Daily online, het vlaggenschip van de CCP, zoveel spottende commentaren dat de bijbehorende hashtag werd verwijderd. Het ging om een interview met Renate Koppe, een bezoekend politica van een kleine maoïstische partij in Duitsland, die de absurde bewering deed dat “het hele land vervuld is van een sfeer van optimisme.”
Ook werd een artikel uit 2016 verwijderd waarin werd voorspeld dat China in 2024 zou toetreden tot de club van ‘hoge-inkomenslanden’ – de People’s Daily klaagde dat het “kwaadwillig was gedeeld” door een Weibo-gebruiker die schreef dat dit “mijn nieuwjaarsviering zou opfleuren.”
Keten van crises
De implosie naar Japans model van de Chinese huizenbubbel begon drie jaar geleden. De volgende schakel in de crisisketen waren de lokale overheden, waarvan de enorme schuldproblemen vorig jaar bekend werden. Tegen de tweede helft van 2023 had de crisis zich verspreid naar de schaduwbanksector, met zijn diepe banden met de vastgoedsector en de investeringsvehikels van lokale overheden die buiten de officiële begroting werden gehouden. Dit bleek uit het faillissement van verschillende trustbedrijven, waaronder Zhongzhi, een reus in de sector, die op 5 januari een faillissements- en liquidatieaanvraag indiende bij een rechtbank in Beijing.
Uit de aanvraag bleek dat de totale activa van Zhongzhi slechts 200 miljard yuan bedroegen tegenover verplichtingen van 460 miljard yuan. Schaduwfinanciering verwijst naar bedrijven die zich bezighouden met risicovollere vormen van leningen tegen hogere rentetarieven en die hun activiteiten buiten de traditionele banksector uitvoeren. Als zodanig zijn ze niet in dezelfde mate gereguleerd. Het komende jaar zullen er waarschijnlijk meer omwentelingen plaatsvinden in deze sector.
De volgende schakel in China’s crisisketen zou de traditionele banksector kunnen zijn. Een volledige financiële crisis kan de komende tijd niet meer worden uitgesloten. Het afgelopen jaar hebben we gezien dat verschillende regionale banken zijn overgenomen of gered door de grootste staatsbanken in opdracht van de CCP. Dit is vooral het geval in Henan, Binnen-Mongolië en Liaoning, provincies die zwaar getroffen zijn door de instorting van de vastgoedsector. Er zijn berichten dat de grote staatsbanken steeds minder bereid zijn om deze rol te spelen, omdat hun eigen balansen onder druk staan.
Eerder hadden wij en veel andere commentatoren de kans op een financiële ineenstorting zoals in de VS in 2008 kleiner ingeschat. Dit komt omdat de overheid door de grotere mate van controle over het banksysteem veel grotere financiële verliezen kan absorberen door deze van de ene hoek van het systeem naar de andere te schuiven in een voortdurende financiële jongleertruc. Maar hoe langer en dieper de huidige implosie in Japanse stijl wordt, hoe moeilijker dit jongleren wordt voor de financiële autoriteiten van China.
Recente ontwikkelingen wijzen op groeiende paniek achter de schermen. Deze omvatten de fusie van drie van China’s zogenaamde vermogensbeheerders (deze ‘activa’ zijn in feite schulden, opgestapeld door eerdere reddingsoperaties) met het Sovereign Wealth Fund, China Investment Corporation, dat $1.350 miljard aan activa bezit. De fusie kan wijzen op oplopende verliezen binnen deze entiteiten. Dit is slechts één onderdeel van wat een grote verschuiving lijkt te zijn bij de centrale financiële autoriteiten, om meer gecentraliseerde controle te krijgen, zoals Xi Jinping vorig jaar tijdens de NPC aankondigde.
Nationaal team is terug
Het recente beleid om China’s vrijwel dode aandelenmarkt nieuw leven in te blazen, zijn verdere tekenen dat er iets ernstigs aan de hand is. Op 7 februari werd Yi Huiman ontslagen als voorzitter van de China Securities Regulatory Commission (CSRC) en vervangen door Wu Qing. Yi’s ontslag was de derde op rij voor de hoofden van de CSRC, die allemaal tot zondebok werden gemaakt voor de kolossale verliezen van de aandelenmarkt.
Wu’s benoeming ging gepaard met een reeks aankondigingen van nieuwe stimuleringsmaatregelen door de overheid, waaronder een fonds van 2 biljoen yuan om de aandelenmarkt op te krikken. Die markt is sinds 2019 gehalveerd in waarde (met verliezen van 42 biljoen yuan). Het nationale team, beroemd geworden tijdens de markt- en valutacrisis van 2015-16, wordt dus opnieuw gemobiliseerd om een ‘bodem’ onder de aandelen te leggen.
Maar deze keer zijn de dingen anders. De neergang op de aandelenmarkt weerspiegelt een bredere deflatiecrisis die het gevolg is van het instorten van de vastgoedzeepbel. De crisis wordt nog verergerd door een ineenstorting van het geloof onder ‘beleggers’ dat Xi Jinping en zijn economische ploeg de economische crisis kunnen oplossen. 2015 leek meer op een klassieke ‘beurscorrectie’ na een periode van op hol geslagen financiële speculatie.
De CCP lijkt de kelderende aandelenmarkt niet alleen te zien als een extra economische bedreiging die de deflatoire druk versterkt, maar ook als een “stabiliteitskwestie” met mogelijke politieke gevolgen. “Zoveel kapitaal mobiliseren riekt naar wanhoop en doet me afvragen of beleidsmakers zich zorgen maken [dat] sommige grote instellingen misschien enorme verliezen dreigen te lijden,” zegt Bill Bishop van Sinocism.
Een teken van verlamming aan de top is de lange vertraging bij het bijeenroepen van het Derde Plenum van de CCP, dat eind 2023 had moeten plaatsvinden. Tot nu toe is er nog geen datum bekend gemaakt. Derde Plenums vinden twee keer per decennium plaats en worden traditioneel door het regime gebruikt om belangrijk nieuw economisch beleid te onthullen. Het mysterie van het Derde Plenum suggereert ernstige verdeeldheid binnen het regime, of mogelijk een angst dat als de bijeenkomst een gebrek aan “nieuwe ideeën” laat zien, dit zelf de economische crisis verder zal verergeren.
Een wankele basis
De economische crisis holt de basis van het CCP-regime uit. De massale protestgolf van 2022 was de eerste bliksemflits van massale ontevredenheid die in de volgende periode opnieuw de straat op kan gaan. Onder de huidige snel verslechterende economische omstandigheden, waaronder een echt wanhopige situatie voor jongeren, is het waarschijnlijk dat de volgende uitbarstingen van protest eisen voor politieke verandering zullen combineren met een veelheid aan economische grieven.
Als de CCP-staat met ijzeren vuist reageert – haar standaardpositie – kan dit onder bepaalde omstandigheden een nog grotere tegenreactie uitlokken. Xi’s gepersonaliseerde dictatuur, die door zijn eigen kring wordt gezien als de enige manier om het CCP-regime te behoeden voor interne afbraak en revolutie, dreigt juist deze uitkomsten te veroorzaken.
Omdat alle protest illegaal is, arbeidersstakingen worden onderdrukt en elke vorm van politieke organisatie buiten de CCP verboden is, ontbeert de Chinese dictatuur de flexibiliteit van ‘democratische’ kapitalistische regimes. Deze hebben een aantal institutionele ‘schokdempers’ zoals een meer open media en sociale media, op zijn minst het formele bestaan van ‘oppositionele’ politieke krachten, die (niet altijd en niet voor altijd) de ontwikkeling van politieke crises tot regelrechte revolutionaire uitdagingen kunnen vertragen.
Door de gigantische obstakels van de dictatuur kan elke nieuwe golf van massastrijd in China revolutionaire trekken krijgen, zoals dit in 1989 gebeurde, zodra deze het beslissende punt passeert waarop de angst voor politie-onderdrukking zijn greep op de massa’s verliest.
In een peiling die kort na de val van de Berlijnse Muur in Oost-Duitsland werd gehouden, zei driekwart van de respondenten dat ze het niet hadden zien aankomen. Een belangrijke uitkomst van de protesten in 2022 was dat veel deelnemers zeiden dat ze zich daarvoor niet hadden gerealiseerd dat zoveel anderen hun woede over de bestaande omstandigheden deelden. In China gaan we een periode tegemoet van schokken en onvoorziene ontwikkelingen nu de heerschappij van de CCP het steeds moeilijker heeft.
-
Pakistaanse verkiezingen: stem van wantrouwen en afkeer tegen het leger en zijn politici
Enkel de georganiseerde werkende klasse kan het land uit het moeras halen
Ondanks alle ondemocratische maatregelen en fraude kreeg het machtige Pakistaanse leger niet het verkiezingsresultaat dat het wilde. Een verbod voor de Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI) van voormalig premier Imran Khan om onder eigen naam en symbool op te komen, het uitschakelen van mobiele netwerken op de verkiezingsdag en een opmerkelijk lange tijd vooraleer de resultaten bekend gemaakt werden, zijn slechts de meest zichtbare tekenen van verkiezingsfraude.
Door Geert Cool
Wellicht duurde het tellen van de stemmen zo lang omdat de Pakistanen massaal tegen de kandidaten van de door het leger gesteunde partijen stemden. Onafhankelijke kandidaten gesteund door de PTI zijn goed voor 96 van de 266 zetels die verkozen worden. De PML-N van Nawaz Sharif blijft op 75 zetels steken en de PPP behoudt 54 zetels. Daarnaast zijn er 60 gereserveerde zetels voor vrouwen en 10 voor niet-moslims die verdeeld worden onder de geregistreerde partijen met rechtstreekse verkozenen. Deze goede resultaten voor de PTI werden algemeen omschreven als een verrassing.
De stem voor de kandidaten van Imran Khan is er minder een van enthousiasme voor de PTI dan wel een afkeuring van het gevoerde beleid door het politieke en economische establishment en meer bepaald door het leger van Pakistan, dat een belangrijke economische rol speelt en ook op het politieke terrein de lijnen uitzet. Bij gebrek aan een politieke uitdrukking van de arbeidersbeweging kan Imran Khan zijn electorale positie in stand houden. Er is de achtergrond van een galopperende inflatie – in december liep die op tot 29,7% – gekoppeld aan een val van de waarde van de Pakistaanse munt en de dreiging van het faillissement van het land die slechts tot in maart werd uitgesteld met een tijdelijk noodpakket van het IMF en Saoedische kredieten die werden onderhandeld door de legerleiding.
De economische ramp werd erger gemaakt door de overstromingen van 2022, waarvan de gevolgen nog steeds doorwegen in onder meer de textielsector die voorheen goed was voor tot een derde van de industriële jobs in het land. Dit alles maakt het leven van de Pakistaanse massa’s ondraaglijk, wat onvermijdelijk leidt tot een groeiend wantrouwen in de machthebbers die verantwoordelijk zijn voor deze situatie.
Onder het bewind van premier Imran Khan tussen 2018 en 2022 was er evenmin sociale vooruitgang en viel de steun voor zijn PTI terug. Imran Khan bouwde jarenlang aan zijn politieke loopbaan met een combinatie van een populistische retoriek die inspeelde op de hoop op verandering onder de bevolking gekoppeld aan het opbouwen van nauwe banden met de legertop. Die banden gingen al terug tot de militaire dictatuur van Musharraf tussen 1999 en 2007. In 2008 keerde Imran Khan zich tegen Musharraf op een ogenblik dat het duidelijk werd dat het leger de voorkeur gaf aan een democratisch bewind. In 2018 won de PTI overtuigend de verkiezingen en kon Imran Khan een regering vormen met enkele kleinere partners.
Imran Khan werd overmoedig toen hij zich mengde in de samenstelling van de legerleiding. Daarmee werd zijn lot bezegeld en startte een enorme campagne tegen Imran Khan en zijn partij. Hij werd vervolgd en gevangen gezet, met geen uitzicht op een snelle vrijlating. In de twee weken voor de verkiezingen waren er maar liefst drie veroordelingen van Khan met respectievelijk 10 jaar, 14 jaar en 7 jaar gevangenisstraf op beschuldigingen van corruptie, het vrijgeven van staatsgeheimen en de bewering dat Khan en zijn vrouw de religieuze regel van de Iddat (periode na het overlijden van haar man dat een vrouw niet mag hertrouwen) niet hadden nageleefd in 2018.
De PTI mocht niet onder eigen naam en met eigen logo opkomen, waardoor verkozenen van de partij noodgedwongen als onafhankelijken zetelen. Dit heeft gevolgen voor hun gewicht in het parlement. Een mogelijke achterpoort is dat de PTI-verkozenen allemaal aansluiten bij de kleine oorspronkelijk Sjiietische partij Majlis Wahdat-e-Muslimeen (MWM) die in een alliantie met de PTI in de provincie Khyber Pakhtunkhwa een zetel in de National Assembly haalde. Het is echter de vraag hoe het leger daarop zou reageren.
De PML-N van Shehbaz Sharif en zijn broer en partijleider Nawaz Sharif probeert ondertussen snel een regering op de been te brengen. Met 75 zetels kreeg de PML-N een nieuwe nederlaag te verwerken en bleef de partij onder de verwachtingen. Het is echter mogelijk om een meerderheid te vormen met de PPP (54 zetels) van de familie-Bhutto die enthousiast is om een dergelijke coalitie te vormen. Daarnaast komt er wellicht ook steun van de kleinere partij MQM, die vooral in de miljoenenstad Karachi sterk staat en 17 zetels behaalde. Voor de verkiezingen verklaarde de MQM reeds dat het Sharif zou steunen als kandidaat premier.
De hoop om met de verkiezingen een mandaat of minstens de schijn van een mandaat voor deze regering te krijgen, is echter niet ingelost. Dit ondergraaft de stabiliteit ervan en dit in een context van grote moeilijkheden en problemen. De dreiging van een direct militair bestuur is reëel, zelfs indien de stem van wantrouwen tegen de partijen die nu een regering vormen ook tegen het leger gericht was.
De regering-Sharif zal het huidige beleid verderzetten. Er zijn pogingen om aan populariteit te winnen door Afghaanse vluchtelingen als zondebok aan te vallen. In oktober 2023 besliste de regering, officieel een regering van lopende zaken, om miljoenen Afghanen het land uit zetten. Er leven 3,8 miljoen Afghanen in Pakistan, sommigen al decennialang en vaak in slechte omstandigheden. Het massale deportatieplan wordt in daden omgezet, waarbij Afghanen op vrachtwagens over de grens gezet worden, zelfs indien er daar geen enkele opvang is en velen niet weten waar ze naartoe kunnen in Afghanistan. Wellicht zijn er reeds ongeveer een half miljoen Afghanen het land uitgezet. Deze massale deportatie is een aanslag op de mensenrechten, maar blijft grotendeels onderbelicht in de internationale media.
In Pakistan is er weinig verzet tegen en lijkt de zondebokpolitiek aan te slaan. De economische en sociale problemen zullen hiermee echter niet verdwijnen. Er is geen uitzicht op verbetering. Er is geen economische groei, de inflatie is bijzonder hoog, de werkloosheid blijft sterk toenemen (in het bijzonder onder jongeren) en het geopolitieke koorddansen wordt niet gemakkelijker. Er is de afgelopen decennia een steeds grotere afhankelijkheid van China ontstaan, de militaire banden tussen China en Pakistan zijn eveneens erg groot.
Voor China biedt Pakistan een doorgang naar de zee en een belangrijke regionale bondgenoot, ook tegenover de enige regionale concurrent India. De infrastructuur en economische projecten vlotten echter niet en botsen bovendien op tegenstand en zijn sterk geconcentreerd in Balochistan, met de door de Chinezen uitgebouwde haven van Gwadar. Op 16 januari voerde Iran een reeks raketaanvallen op Pakistaans grondgebied uit, met de bewering dat het een Balochi groepering viseerde. Dit werd op 18 januari gevolgd door Pakistaanse wraakaanvallen, naar eigen zeggen op andere Balochi nationalistische groeperingen. Zelfs indien op 19 januari een de-escalatie werd aangekondigd, blijft Balochistan een vat van instabiliteit. Samen met de economische problemen in China zelf zet dit druk op de investeringen en doorprikt het de illusie van een door China aangedreven economische heropleving.
Tegelijk houdt het Pakistaanse regime de connectie met het VS-imperialisme open. Die band verloor aan belang met de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan, maar langs de andere kant wil het VS-imperialisme evenmin dat Pakistan een volledige marionet van China wordt. De bereidheid van het IMF om tussen te komen met tijdelijke kredieten om de schuldencrisis over de verkiezingen te tillen, is daar een uitdrukking van. Alleen is die schuldencrisis zo groot dat het ene tijdelijke krediet slechts een opstap kan zijn naar het volgende, waarbij de kredieten van het IMF gepaard gaan met voorwaarden die de koopkracht en de levensstandaard van de massa’s verder ondergraven. Met de huidige schuldenberg en de economische ramp in Pakistan, waar enkel de legerleiding en door die leiding vertrouwde kapitalisten (waaronder politici zoals de Sharif-familie en de Bhutto-familie) hun rijkdom verder zien aangroeien, is er geen uitweg in zicht.
De enige sociale kracht die een antwoord kan bieden is de werkende klasse met de steun van andere onderdrukte groepen. De arbeidersbeweging is weinig georganiseerd en beschikt al helemaal niet over een politieke stem. Dit biedt ruimte voor andere krachten en voor elementen van verdeeldheid en steun voor reactionaire strekkingen. Na jaren van reactionair bewind is het echter duidelijk dat er uit die hoek geen vooruitgang voor de massa’s moet verwacht worden. De werkende klasse moet aansluiting vinden bij haar tradities van organisatie en strijd. Er zijn voorbeelden van strijd en stakingen, doorgaans op beperkte schaal maar soms met een grotere impact zoals de protesten tegen de hoge energieprijzen in 2023 of de recent door vrouwen geleide bijeenkomsten en de ‘Lange Mars’ van de bevolking in Balochistan tegen de verdwijningen, extralegale moorden en ander misbruik door de Pakistaanse staat. Die protesten versterken en koppelen aan het populariseren van een programma van socialistische maatschappijverandering is een dringende noodzaak.
-
India. Stop het oplopende communautaire geweld!
Reactie van Socialist Alternative (ISA in India)
Na de volstrekt ondemocratische schorsing van 141 parlementsleden en het doordrukken van nieuwe onderdelen van de strafwet en een nieuwe telecommunicatiewet, kwam de rechtse partij BJP van premier Modi met haar kroonjuweel van communautaire borstklopperij. De opening van de Ram Mandir, de tempel voor Ram in Ayodhya, is de meeste uitbuitende en dure dergelijke vertoning tot nu toe. De tempel, die gebouwd is op een eerder vernietigde moskee, is een bewijs van de eeuwige haat van de rechtervleugel van de Hindutva en haar streven om van India een Orwelliaanse nachtmerrie te maken.
Het is geen toeval dat deze gebeurtenissen elkaar snel opvolgen, want het spektakel van deze architecturale belichaming van onderdrukking is een tactiek om de aandacht af te leiden van de talrijke en flagrante tekortkomingen van de BJP, waaronder de eerder genoemde schorsing van parlementsleden en de volledige omverwerping van het rechtssysteem, evenals de illegale moord op Hardeep Singh Nijjar op buitenlandse bodem (zie dit artikel: https://socialistindia.org/2023/11/24/indo-canadian-diplomatic-row-how-did-we-get-here/), voortdurende wapendeals met het genocidale Israëlische regime en het mogelijk maken van verdere etnische zuivering door het verstrekken van arbeidsvergunningen aan Indiase arbeiders zonder vakbond – en van een beleid dat, ondanks alle praatjes over de economische opkomst van India, vooral de miljardairselite heeft bevoordeeld. Het is geen toeval dat de twee meest prominente vertegenwoordigers van de heersende klasse, Ambani en Adani, tot de gaststerren behoorden bij de inwijding van de tempel.
Ondanks het spektakel dat massa’s beroemdheden als aasgieren naar het rottende lijk van het Indiase secularisme bracht, walgen veel arme en werkende Indiërs van de vele miljarden Roepees die alleen al door de regering van Uttar Pradesh aan de inwijdingsceremonie werden uitgegeven, om nog maar te zwijgen van de meer dan 30 miljard Roepees die privé werden ingezameld. Men hoeft niet verder te gaan dan de woorden van de jongerenactivist Adarsh Raj die zo welsprekend opmerkte: “tempels brengen alleen bedelaars…scholen zijn wat belangrijk is!” In een staat waar volgens de laatste volkstelling één op de drie inwoners niet kan lezen en schrijven, staat deelstaatpremier ‘Yogi’ Adityanath erop dat het equivalent van het jaarinkomen van meer dan 15.000 mensen het best kan worden besteed aan een 10 weken durende viering van de vernieling van Babri Masjid, de moskee waar nu de Ram tempel staat.
India is uitgebarsten in een vuurzee van saffraanvlammen toen Hindutva-meutes in het hele land lukraak aanvallen uitvoerden op moslims. Ouderen zijn geslagen met stokken, staven en kettingen, een kerkhof is in brand gestoken, moslimwinkels zijn platgewalst en vreedzame bijeenkomsten van minderheden en Bahujan-gemeenschappen (verzamelnaam voor onderdrukte kasten, stammen, moslims, minderheden … die samen de demografische meerderheid van het land vormen) werden verstoord met geweld en vernielingen. Een van de meest flagrante schendingen was de ontheiliging van gebedshuizen, zowel door de menigte als door het georganiseerde geweld van de staat. Moskeeën en kerken werden bekogeld met stenen en beklad met saffraan-vlaggen (saffraan is het symbool van de BJP). De regering van Delhi maakte van de gelegenheid gebruik om niet alleen de 800 jaar oude Mehrauli moskee plat te walsen, maar ook de aangrenzende Bahrul Uloom school voor weeskinderen en het kerkhof van de moskee, een geval van kwetsende grafschending.
Adityanath is van plan om de catastrofe van de Babri Masjid te herhalen met nog een gefabriceerde crisis rond de moskee Gyanvapi, waarbij zijn corrupte rechtbank langzaam de deur opent voor nog een georganiseerde rel. Het verlenen van het recht om afgoden te aanbidden in de kelder van een moskee is niet alleen een van de ernstigste vormen van ontheiliging die mogelijk is, maar is ook doelbewust ontworpen om meer controverse en geweld uit te lokken en een nieuw 1992 te ontketenen (in 1992 was er grootschalig geweld in Ayodhya).
Centraal in de waanzin staat één idool boven alle andere: de god-koning Modi, die in zijn zucht naar macht zichzelf in de schoenen van de tempelpriesters heeft geschoven door de nog onvoltooide tempel persoonlijk in te wijden, in strijd met de hindoetradities. Voor een man die door zijn eigen partij wordt beschreven als een “koning der goden” zijn de bijzonderheden van de hindoeïstische spirituele praktijk van weinig belang vergeleken met de praktische overwegingen om deze farce zo te timen dat het samenvalt met de naderende verkiezingen van 2024 en de verjaardag van de illegale annexatie van Kasjmir. Toch zou het simpelweg herhalen van het gezang van “Modi, Modi, Modi” door de rechtervleugel een slechte dienst bewijzen aan de talrijke, dichtbevolkte en moorddadige organisaties die hebben bijgedragen aan deze parade van onverdraagzaamheid. De schuld voor dit incident ligt niet alleen bij Modi, maar bij de hele Bharatiya Janata Party (BJP), Vishwa Hindu Parishad (VHP), Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), evenals elke zogenaamde “oppositie” partij die niets deed om dit te stoppen, inclusief de INDIA Alliance die gewoon toekeek en zweeg toen de begrafenismuziek klonk voor India’s ‘seculiere, socialistische republiek’.
Socialist Alternative in India veroordeelt de Ram Mandir en alles waar het voor staat: verspilling van publieke middelen, het vieren van onverdraagzaamheid, het versterken van kastenonderdrukking en bovenal de Hindutva-ideologie en haar zinloze vernietiging van alle diversiteit in India. De arbeidersklasse van India moet zich hier eensgezind tegen verzetten en de kanker van Hindutva en het giftige kapitalistische systeem dat de voorwaarden heeft geschapen voor de opkomst ervan, uitroeien. Samen kunnen we een socialistisch India en een socialistische wereld opbouwen!
-
Taiwanese verkiezingen: overwinning DPP is tegenslag voor Chinees regime
Werkende klasse in Taiwan moet geen oplossingen verwachten van de drie kapitalistische partijen van Taiwan
Bij de presidentsverkiezingen in Taiwan op 13 januari won de zetelende Democratische Progressieve Partij (DPP). Deze partij verloor echter zijn meerderheid in het parlement. Presidentskandidaat Lai Ching-te haalde 5,58 miljoen stemmen. Dat zijn er 2,6 miljoen minder dan de aftredende Taiwanese president van de DPP, Tsai Ing-wen, in de verkiezingen van 2020.
Analyse door ISA Taiwan
De partij van de voormalige nationalistische dictatuur, de Kwomintang (KMT) haalde 4,67 miljoen stemmen met kandidaat Hou Yu-ih, ook 850.000 stemmen minder dan de vorige presidentsverkiezingen. Een relatief nieuwe derde partij, de Taiwan Volkspartij (TPP) en hun kandidaat Ko Wen-je, kregen 3,69 miljoen stemmen en verhoogden hun zetels in het parlement van 5 naar 8. Met de DPP en KMT die elk 51 en 52 zetels hebben, heeft de TPP een beslissende minderheid die de balans in het parlement kan doen doorslaan. In werkelijkheid dienen alle drie de kapitalistische partijen in Taiwan het Amerikaanse imperialisme.
Het lijdt geen twijfel dat een belangrijke factor voor de overwinning van de DPP een stemming is van verzet tegen China en het zoeken van nauwere banden met de VS. Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en het bezoek van Nancy Pelosi aan Taiwan in 2022, die het Chinese nationalisme aanwakkerden, vreest de bevolking steeds meer voor een toekomstige militaire aanval door de CCP. De DPP wordt daarom gezien als de partij die het beste de steun van de Verenigde Staten kan behouden om Taiwan te ‘beschermen’.
Het maakt niet uit welke van de drie grote kapitalistische politieke partijen wordt gekozen, de hele heersende klasse van Taiwan zal niet veranderen van haar fundamentele afstemming op het imperialisme van de VS. Zelfs de KMT is gedwongen om haar vroegere CCP-vriendelijke standpunt op te geven, wat de nieuwe realiteit op het eiland weerspiegelt als gevolg van de verscherping van de Nieuwe Koude Oorlog. De pro-DPP coalitie (groen) verkondigt luidkeels de noodzaak om de “verdediging van Taiwan” te versterken, terwijl de pro-KMT coalitie (blauw) vaag spreekt over “vrede tussen China en Taiwan.” Desalniettemin zijn beiden dienaren van het Amerikaanse imperialisme. Geen van beide partijen heeft een echte strategie om de agressie van de CCP te weerstaan, laat staan een anti-oorlogsprogramma voor de arbeidersklasse.
Hoewel de KMT zich nauw heeft aangesloten bij het Amerikaanse imperialisme, kan ze nog steeds haar pro-China imago niet van zich afschudden. Dit komt omdat hun belangrijkste achterban bestaat uit pro-Chinese Taiwanese zakenlieden en oudgediende politici die nauwe banden hebben met de CCP. In een interview met Deutsche Welle op 8 januari, slechts een week voor de verkiezingen, zei voormalig KMT-president Ma Ying-jeou dat “Xi Jinping te vertrouwen is in de betrekkingen tussen China en Taiwan” en dat “Taiwan China niet kan verslaan.” Dit was catastrofaal voor de campagne van de KMT. In een wanhopige poging om de schade te beperken, probeerde de KMT-kandidaat Hou afstand te nemen van Ma door te verklaren dat er “geen eenmakingsgesprekken” met China zouden plaatsvinden als hij werd gekozen.
Aan de andere kant is de steun voor het Taiwanese nationalisme van de pro-DPP coalitie tanende. De slogans “weersta China en bescherm Taiwan” en “verdedig de democratie” die de DPP vier jaar geleden verkondigde, zijn grotendeels ontmaskerd als niets meer dan een dekmantel om militarisering en onderwerping aan het Amerikaanse imperialisme te promoten. De publieke opinie keert zich steeds meer tegen het Taiwanese nationalisme. Vooral sinds er twee jaar geleden een beleid werd doorgedrukt dat de militaire dienstplicht verlengde en sinds de autoritaire mediacontrole in oorlogstijd met een wetsvoorstel hieromtrent die het uiteindelijk niet haalde. Veel jongeren hebben nu een afkeer gekregen van het Taiwanese nationalisme van de DPP, dat wordt gebruikt om stemmen te winnen terwijl alle beloften om de omstandigheden voor de massa te verbeteren worden gebroken.
Voor de meeste Taiwanese arbeiders en jongeren waren de belangrijkste verkiezingsonderwerpen een hele reeks sociale crises zoals lage lonen, hoge huizenprijzen, inflatie en een tekort aan goederen, die allemaal het resultaat zijn van het beleid onder de regering van Tsai Ing-wen. Dit waren de belangrijkste redenen waarom de DPP stemmen verloor. De KMT en TPP hebben de crisis van de kosten van levensonderhoud kunnen gebruiken om de DPP aan te vallen, door campagnes te lanceren voor “betaalbaar wonen” en “anti-corruptie” in een poging om de ontevredenheid onder de massa’s te benutten. Deze koerswijziging van wat nochtans duidelijk partijen van het grootkapitaal zijn, wordt echter ook gezien als vooral opportunistisch. Op de lange termijn zullen deze partijen niet in staat zijn om een solide electorale basis te vormen met deze kwesties.
De Taiwan Volkspartij (TPP) stelde zichzelf voor als een alternatief voor het traditionele tweepartijenstelsel van de KMT-DPP. Ko Wen-je portretteerde zichzelf met de slogan “Verwerp blauw en groen.” Hij wierp zich op als een bekwame technocraat en trok daarmee een zekere steun aan van jonge mensen die genoeg hebben van de incompetentie van de gevestigde politici. Uiteindelijk biedt de TPP geen oplossingen voor de kosten van levensonderhoud in Taiwan, maar alleen een ‘beter’ bestuur.
Ko Wen-je’s houding ten opzichte van China onderging grote bochten. Hij verklaarde ooit dat “de twee zijden van de Straat van Taiwan één familie zijn,” waarmee hij steun won door oprecht te lijken in vergelijking met het cynische uitbuiten van de spanningen tussen China en Taiwan door de DPP en KMT in elke verkiezingscyclus. Toch is hij onlangs omgedraaid door openlijk te zeggen dat de TPP het harde pro-Amerikaanse buitenlandse beleid van Tsai Ing-wen zou voortzetten als hij gekozen werd. Uiteindelijk is de TPP er niet in geslaagd om een solide basis te consolideren en een duidelijk programma te presenteren. Het momentum van Ko is waarschijnlijk van korte duur en zal na de verkiezingen afnemen.
Met de verkiezingsuitslag kunnen de KMT en TPP in theorie het regeringsbeleid blokkeren als ze met elkaar een blok vormen. Maar de heersende klasse in Taiwan is verenigd in haar geopolitieke oriëntatie op de VS. Waarschijnlijk zal de DPP niet verlamd raken. Hoewel de oppositie een vijgenblad kan ophangen tegen het pro-Amerikaanse beleid, is het achter de schermen waarschijnlijk dat ze zich niet zal verzetten en eerder zal koehandel drijven voor politieke invloed.
Mainstream KMT politici nemen steeds meer afstand van de CCP naarmate de Nieuwe Koude Oorlog oplaait. Tijdens de verkiezingen bekritiseerden KMT-politici de DPP weliswaar voor provocaties in kwesties over de Straat van Taiwan, maar steunden ze over het algemeen een versterking van de militaire herbewapening en een nauwere alliantie met het Westen. Deze hypocrisie doet denken aan de opstelling van het Amerikaanse imperialisme dat het bloedige geweld van het Israëlische regime tegen Gaza resoluut steunt, maar zegt dat dit ‘humaner’ moet gebeuren.
Terwijl de Nieuwe Koude Oorlog steeds meer gespannen raakt, zal de kapitalistische crisis van Taiwan zich verdiepen en daarmee ook het verzet van de arbeidersklasse. Een verscherping van de klassenstrijd zal er onvermijdelijk toe leiden dat de DPP meer zal vertrouwen op de uitvoerende macht om de oppositie in het parlement te verzwakken. Een dergelijke uitholling van de burgerlijke democratie is al zichtbaar in de pogingen van de regering om het recht op protest en staking te onderdrukken onder het mom van de ‘nationale veiligheid’.
Tegenslag voor de CCP in de Nieuwe Koude Oorlog
Zoals we al eerder stelden, zullen de spanningen tussen China en Taiwan niet afnemen, ongeacht de partij die wordt gekozen. Het beleid omtrent de Taiwanese staat is ondergeschikt aan de eisen van het Amerikaanse imperialisme, wat de economische ontkoppeling en geopolitieke confrontatie alleen maar zal versnellen. Natuurlijk kan de CCP niet toekijken hoe “separatisten die de onafhankelijkheid van Taiwan willen” aan de macht komen en daar niets rond doen. Ze is gedwongen om te reageren omdat anders haar zwakte aan het licht zal komen.
Het falen van de CCP om zich met succes te mengen in de verkiezingen is een tegenslag die online protesten van Chinese nationalisten (‘kleine rozen’) heeft uitgelokt. De CCP kwam niet meteen met een duidelijke reactie op de verkiezingsuitslag. Er heerst een diepe interne crisis binnen de partij met betrekking tot de aanpak van het conflict tussen de VS en China. Eerder gemaakte fouten in de reactie op de Nieuwe Koude Oorlog hebben het Chinese regime aanzienlijke economische tegenslagen gekost, zoals de golf van handelsbarrières die werd opgeworpen na het fiasco met Huawei. Nu de economische crisis van China het regime in een nadelige positie brengt in de Nieuwe Koude Oorlog, grenst de onenigheid over hoe te reageren aan verlamming. Aan de ene kant zijn CCP-functionarissen bang om te hard op te treden en een tegenreactie uit het Westerse kamp uit te lokken. Maar aan de andere kant kunnen ze niet te veel zwakte tonen en het nationalistische gezag van het regime ondermijnen.
Xi Jinping heeft onlangs de opruiende nationalistische “Wolf Warrior”-retoriek gematigd om te proberen het conflict tussen China en de Verenigde Staten te sussen. Een andere uiting hiervan is het afzwakken van militaire intimidatie (vaak Chinese straaljagers die het Taiwanese luchtruim binnendringen) en politieke inmenging, althans in vergelijking met de Taiwanese verkiezingen van vier jaar geleden. Natuurlijk probeert de CCP nog steeds achter de schermen in te grijpen met grootschalige desinformatiecampagnes tegen de DPP, onder meer via het internet.
Vorig jaar gebruikte de CCP de pro-Chinese miljardair Terry Gou (oprichter van Foxconn) om te proberen een verkiezingsalliantie tussen de KMT en de TPP tot stand te brengen. Maar dit mislukte uiteindelijk. Om de DPP-regering onder druk te zetten, beëindigde het Chinese regime douanevoordelen in een aantal sectoren, waaronder de petrochemie. Die voordelen waren tot stand gekomen in het kader van een Overeenkomst inzake Economische Samenwerking tussen de Straat van Taiwan (ECFA). Werkenden aan beide kanten van de Straat zullen uiteindelijk opdraaien voor de stijgende kosten als gevolg van het stopzetten van de douanevoordelen. Geen van deze acties leverde het door de CCP verwachte resultaat op.
Massabeweging
Arbeiders hebben hun protesten in Taiwan het afgelopen jaar opgevoerd, maar er is geen echte arbeiderspartij die deze krachten kan bundelen in een politiek alternatief. De kleine coalitiepartners van de DPP, de Partij van de Nieuwe Macht en de Taiwan Staatsvorming Partij, verloren al hun zetels in het parlement. Dit weerspiegelt niet alleen een aanzienlijke daling van de steun voor het Taiwanese nationalisme onder jongeren, maar ook de doodlopende weg van de minderheidspartijen die verbonden zijn aan de DPP. Ook al doen ze zich voor als ‘progressiever’ dan de DPP en bekritiseren ze de DPP op een aantal punten, ze zijn niet echt onafhankelijk van de kapitalisten en zitten altijd op één lijn als het gaat om belangrijke kwesties rond buitenlands beleid en ‘nationale veiligheid’.
In het verleden hebben kleine pro-DPP partijen en NGO’s de massabewegingen gedomineerd. Dit vormde een ernstige belemmering voor de strijd van de massa, omdat ze werden gecoöpteerd om alleen maar te stemmen op een pro-DPP en dus pro-kapitalistische verkiezingspartij. Een aanzienlijke druk van de “nationale eenheid” heeft ook elke vorm van oppositie tegen de DPP belemmerd, waardoor de bestaande strijd werd verlamd. Het is dringend noodzakelijk dat de arbeidersklasse haar eigen politieke partij opricht om onafhankelijk de opkomende sociale crises te bestrijden.
Net als bij alle vorige verkiezingen zagen we ook bij deze dat de massa’s alleen konden kiezen tussen de partijen van de heersende klasse. Daarom bood geen enkele kandidaat een echte politieke oplossing voor de crisis van het kapitalisme. Alleen als arbeiders hun eigen democratische en massale organisaties oprichten, kunnen ze de strijd effectief verenigen, hun acties escaleren en een echt politiek alternatief bieden. Een nieuwe partij van de arbeidersklasse moet een internationalistisch standpunt innemen en absoluut geen vertrouwen hebben in het Chinese of Amerikaanse imperialisme. Verder moet een arbeiderspartij, om echt onafhankelijk te zijn van de Taiwanese burgerij, ook een antikapitalistisch, socialistisch programma aannemen.
-
Democratische rechten in India verder ondermijnd: 146 parlementsleden geschorst
De rechts-nationalistische regering van premier Modi (BJP) gaat verder in de aanval tegen democratische rechten. Wie zich verzet tegen het beleid wordt al langer vervolgd. Zo is er een proces tegen de ook bij ons bekende schrijfster Arundhati Roy. Nu richt de heersende BJP zich ook tegen parlementsleden van de oppositie.
De afgelopen week zijn er 146 parlementsleden geschorst. Als officiële aanleiding hiervoor werd het ‘verstoren van de parlementaire werkzaamheden’ ingeroepen nadat de oppositie een debat eiste na een incident waarbij bezoekers aan het parlement (die binnenkwamen met een toegangspas aangevraagd door BJP-verkozenen) een gasfles hadden geopend. Om elk debat daarover te vermijden, worden verkozenen van de oppositie nu geschorst. Die kondigde protestacties aan met ook betogingen. Socialist Alternative, onze Indische afdeling, zal daaraan deelnemen, zonder illusies in de gevestigde oppositiepartijen.
Momenteel is er in België heel wat aandacht voor de Chinese banden van het Vlaams Belang. Een stunt met mondmaskers lijkt in het gezicht van Filip Dewinter te ontploffen. Minder bekend is dat het Vlaams Belang ook hoog oploopt met het regime van de rechts-nationalistische premier Modi. In januari 2020 bezocht Europees Parlementslid Tom Vandendriessche samen met andere extreemrechtse politici India. Islamofobie is een hoeksteen van het beleid van Modi en dat valt in de smaak bij extreemrechts in Europa. Omgekeerd ziet de BJP in extreemrechts een bondgenoot. Dat is historisch steeds zo geweest: de RSS-militie die aan de BJP gelieerd is, werd in 1925 opgezet naar het model van de Italiaanse fascistische milities.
De Standaard 23 januari 2020: Tom Vandendriessche op bezoek bij Modi. Het ‘democratisch’ gehalte van extreemrechts aan de macht zien we nu in India. Enkele maanden voor algemene parlementsverkiezingen worden tientallen verkozenen van de oppositie geschorst. Tegelijk wordt de retoriek van verdeeldheid, onder meer rond Kasjmir, versterkt. Dit is het voorbeeld waar het Vlaams Belang naar opkijkt.
De Indische afdeling van International Socialist Alternative publiceerde onderstaande korte eerste reactie en zal deelnemen aan het protest tegen de aanvallen op de democratische rechten.
“De verachtelijke communalistische en totalitaire BJP-regering heeft de onderdrukking van de politieke oppositie opnieuw opgevoerd met een ongekende schorsing van 146 parlementsleden. Hoewel dit slechts een van de vele schendingen van democratische rechten is, verandert deze stap de aard van de politieke strijd in kwalitatieve zin, omdat het de eerste poging is om de oppositie openlijk te zuiveren van hun gekozen posities. Het is verreweg de grootste schorsing in zijn soort, meer dan het dubbele van de schorsing in 1989 van 63 parlementsleden door de regering van Rajiv Gandhi tijdens het onderzoek naar de moord op zijn moeder. Ongeveer 15 miljoen Indiërs hebben hun stem in het parlement verloren, meer dan 10% van de bevolking van het land.”
“Deze zuivering komt op een moment dat de BJP probeert om strafwetten te herschrijven die henzelf de macht geven om tegenstanders te vervolgen zonder verantwoording af te leggen. Het is duidelijk de bedoeling om zoveel mogelijk onpopulaire, ongrondwettelijke en ondemocratische wetten erdoor te rammen, waaronder de Bharatiya Nyaya Sanhita [de strafwet], die politiegeweld legaliseert, opsluiting voor onbepaalde tijd zonder proces mogelijk maakt en een definitie van ‘terrorisme’ hanteert die zo breed is dat ze naar believen kan worden toegepast. Dan is er ook nog de telecommunicatiewet, die de regering wettelijk toestemming geeft om privéberichten te onderscheppen en telecomdiensten naar believen op te schorten.”
“India kende geen dergelijke brutale repressie sinds de noodtoestand [uitgeroepen door Indira Gandhi van 1975 tot 1977]. De beknotting van de mensenrechten destijds liet een litteken achter in de geschiedenis van het land. De gevestigde oppositiepartijen Congress, TMC, DMK, AAP en anderen zullen zich beperken tot symbolische acties. De noodtoestand in de jaren 1970 toonde dat Congress zelf bereid is dezelfde onderdrukking toe te passen als de gelegenheid zich voordoet. De op één na grootste schorsing van parlementsleden gebeurde door Congress zelf in een poging om de kritiek op het onderzoek naar de moord op Indira Gandhi het zwijgen op te leggen.”
“Vakbonden, werkende mensen en iedereen die gelooft in het verdedigen van democratische rechten moeten opstaan om te protesteren tegen deze openlijk totalitaire zet van de BJP. We moeten samen optrekken, niet om de burgerlijke partijen te steunen of omwille van hen, maar om te voorkomen dat het land verder afglijdt naar de nachtmerrie van een rechtse dictatuur. De INDIA Alliance [een verbond van zowat alle grote oppositiepartijen] heeft al protestmarsen aangekondigd op 22 december. Socialist Alternative zal daaraan deelnemen en we moedigen iedereen aan om zich bij ons aan te sluiten.”
“Stop de aanvallen op democratische rechten! Congress zal ons niet redden, alleen de verenigde arbeidersklasse kan dat!”
-
Voorbij de show: geen dooi in Koude Oorlog na ontmoeting Xi en Biden
Edito van het magazine 《社會主義者》, tijdschrift van ISA in China, Hongkong en Taiwan
Op 15 november was er de lang uitgestelde ontmoeting tussen de dictator-in-chief en de oorlogsvoerder-in chief. De laatste keer dat Xi Jinping en Joe Biden elkaar ontmoetten was een jaar geleden in Indonesië, toen ze beloofden om een ‘bodem’ onder hun verslechterende relatie te leggen. Toen blies een Chinese spionageballon een gat in die vloer. De VS maakte bezwaar en brak een reeks geplande diplomatieke uitwisselingen af.
De gesprekken tussen de twee presidenten in San Francisco, in de marge van een driedaagse APEC-top, leverden weinig substantieels op, maar onthulden wel veel over de werkelijke staat van de betrekkingen tussen de twee supermachten van de wereld. Binnen enkele minuten na het afscheid van Xi vertelde Biden op een persconferentie dat de Chinese president “nog steeds een dictator” is, maar hij beweerde dat er “vooruitgang” was geboekt in de gesprekken. Voor beide partijen was “stabilisatie” het ordewoord. De boodschap die ze aan de wereld willen verkopen is dat de betrekkingen tussen de twee landen, die samen goed zijn voor 40% van de wereldeconomie, een dieptepunt hebben bereikt, maar dat ze niet slechter zullen worden. Voorlopig.
De Chinese regering ontplofte dan ook niet over Biden’s gebruik van het D-woord, zoals eerder dit jaar toen hij Xi een dictator noemde. Het werd gewoon uit de meeste Chinese nieuwsberichten verwijderd. Een commentator op sociale media grapte dat als Biden Xi een keizer had genoemd, “Xi dat geweldig zou hebben gevonden.”
Het waren de Chinezen die duidelijk het meest opgetogen waren over de ontmoeting tussen Biden en Xi. Het was ook Beijing dat de grootste concessies deed om de ontmoeting door te laten gaan. Er was een reeks voorbesprekingen nodig met Chinese functionarissen die naar de VS reisden om enkele plooien glad te strijken. Een definitieve beslissing over Xi’s aanwezigheid werd pas drie weken van tevoren genomen.
Komt hij of komt hij niet?
Een potentieel obstakel was het verbod voor de leider van Hongkong, John Lee (benoemd door Xi) om de APEC-top bij te wonen. Hongkong is een afzonderlijk lid van het 21 economieën tellende APEC-blok. Op grond van Amerikaanse sancties voor zijn steun aan de invoering van de nationale veiligheidswet in 2020 mag Lee niet op Amerikaans grondgebied komen. De VS weigerden terug te krabbelen in deze kwestie. Lange tijd leek het mogelijk dat Xi dit zou gebruiken als voorwendsel om weg te blijven, zoals in september, toen Xi in plaats daarvan zijn premier Li Qiang naar de G20-top in India stuurde, een zet die werd geïnterpreteerd als een feitelijke boycot. Maar in de twee maanden na die top, is de politieke realiteit veranderd en weegt de behoefte van Xi om een meewerkende houding aan te nemen zwaarder dan de behoefte om het nationalisme verder aan te wakkeren.
De essentie was dat er niets mocht gebeuren waardoor Xi gezichtsverlies zou lijden in Amerika. De absurde mate van micromanagement bij het bezoek laat zien dat de positie van Xi onstabiel is en onder druk staat, zeker nu de Chinese economie keldert. Eén cijfer uit de Financial Times (19 november), die de ommekeer in de opkomst van het Chinese kapitalisme laat zien (zijn ‘Japan-moment’, zoals we hebben uitgelegd), is essentieel om te begrijpen wat er nu in China gebeurt: het aandeel van het land in het wereldwijde BBP is de afgelopen twee jaar gedaald van 18,4% naar 17%. Zo’n daling is geleden van het Mao-tijdperk.
De gesprekken in San Francisco waren “historisch” beweerde de People’s Daily, die zelfs beweerde dat dit “een nieuw beginpunt” was voor de betrekkingen tussen de VS en China. Dat deze bewering mijlenver van de realiteit afstaat is duidelijk. De top zal niet leiden tot een “reset” in de betrekkingen tussen de VS en China, laat staan tot een dooi in de imperialistische Koude Oorlog. De door de VS geleide chipoorlog, de anti-Chinese handelssancties waar Europa nu ook aan meedoet, de door de VS geleide militaire allianties om China’s militaire groei af te remmen en ook Xi’s tegenmaatregelen die China nauwer verbinden met Rusland, Iran en andere anti-VS regimes, zijn nog steeds veruit de dominante trend in de wereldontwikkelingen. Het bloedbad tegen de Palestijnen in Gaza maakt de impasse van de Koude Oorlog mogelijk nog onstabieler.
Buitensporige hype
De buitensporige hype in de Chinese media-aandacht laat zien welke kant de ontmoeting in Californië het liefst wilde. Dagenlang voor Xi’s reis werd er een virtueel spreekverbod opgelegd aan anti-VS retoriek in de staatsmedia. Xi’s uitspraak dat “de planeet Aarde groot genoeg is voor zowel China als de VS” werd een hashtag op sociale media. Terwijl de CCP probeerde om een vriendelijkere Xi naar voren te brengen voor overzeese consumptie, waarbij de rode loper werd uitgerold voor buitenlandse kapitalisten, was de propaganda propaganda er vooral op gericht om de steun voor Xi op het thuisfront te versterken.
Xi kreeg niet minder dan drie staande ovaties toen hij een diner voor Amerikaanse CEO’s in San Francisco toesprak. Deze bijeenkomst, bijgewoond door de gebruikelijke miljardair ‘Xicophants’ zoals Elon Musk en Tim Cook, toonde opnieuw aan dat Amerikaanse kapitalisten dol zijn op dictators en dat de Communistische Partij van China (CCP) dol is op kapitalisten. Xi Jinping trok er niet op uit om ‘het volk’ te ontmoeten. Hij hield het bij de kapitalisten. De goede sfeer die met het diner in de markt werd gezet, volstaat echter niet om de eens zo cruciale relatie tussen het Amerikaanse en het Chinese kapitalisme te herstellen. Die relatie dreef drie decennia van kapitalistische globalisering aan totdat daar in het afgelopen decennium een einde aan kwam.
Economische ontkoppeling onder invloed van de imperialistische Koude Oorlog is nu een onmiskenbare en versnellende trend. Dit jaar komt nauwelijks de helft van de industrieproducten die uit goedkope Aziatische landen in de VS worden geïmporteerd uit China, terwijl dat vier jaar geleden nog twee derde was. Dat blijkt uit de jaarlijkse Reshoring Index van Kearney. “In de financiële sector is de scheiding nog duidelijker,” aldus hetzelfde rapport. De waarde van directe buitenlandse investeringen in China in Amerikaanse dollars daalde vorig jaar tot 8 miljard dollar, terug naar het niveau van 2004. In omgekeerde richting is de daling vergelijkbaar. Qatar en Noorwegen investeren nu meer in de VS dan in China.
Machtsstrijd wordt intenser
Met zijn regime dat vastzit in een economische stagnatie en een heroplevende machtsstrijd in de CCP-staat en zijn militaire arm, het Volksleger, had Xi een diplomatiek “succes” nodig om zijn “vaardigheden” op het buitenlandse toneel te laten zien en als een signaal – hoe zwak ook – dat economische conflicten met de VS kunnen worden beheerd en beheerst. Chinese media rolden banaliteiten uit, zoals Biden die herhaalde dat de VS “de onafhankelijkheid van Taiwan niet steunt,” alsof dit een doorbraak was van de gesprekken.
De Derde Plenumvergadering van de CCP, die volgens de traditie een van de belangrijkste is om nieuw economisch beleid aan te kondigen en die voor het einde van het jaar gehouden zou moeten worden, werd uitgesteld tot na de Biden-Xi-top. Het is duidelijk de bedoeling om met zijn bezoek aan de VS een momentum te creëren dat Xi kan meenemen naar het plenum. Dergelijke officiële manoeuvres geven gewicht aan speculaties dat de interne machtsstrijd van de CCP in 2023 veel scherper is geworden, ondanks het succes van Xi op het 20e CCP-congres van vorig jaar.
Het lijkt erop dat zuiveringen niet genoeg zijn. Xi heeft de afgelopen jaren honderden zeer hooggeplaatste personen (‘tijgers’) en miljoenen lage ambtenaren uit de CCP-staat gezuiverd om zijn persoonlijke machtsbasis te consolideren. Maar de sociale en economische crisis creëert nieuwe machtsstrijd, politieke verdeeldheid en intriges. Deze druk binnen het regime en de kapitalistische klasse weerspiegelt ongerustheid en diep pessimisme over de Chinese economie en de angst voor sociale explosies.
Vermiste ministers
De intensiteit van de laatste uitbarsting van de interne machtsstrijd in de CCP blijkt uit het ontslag en de verdwijning van twee van de vijf Chinese staatsraadsleden binnen een paar maanden. Beiden waren beschermelingen die door Xi zelf waren uitgekozen. Het gaat om Qin Gang, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, die sinds juni niet meer is gezien, en de voormalige minister van Defensie Li Shangfu, die in augustus eveneens verdween. Naar beide mannen loopt een onderzoek, in het geval van Qin voor vermeende “schendingen van de nationale veiligheid” en in het geval van Li waarschijnlijk voor corruptie (nog niet officieel bevestigd). Dergelijke aanklachten zijn gebruikelijk bij zuiveringen door de CCP, maar verbergen meestal politieke redenen zoals samenzwering, het in twijfel trekken of het in gevaar brengen van het gezag van het hoogste leiderschap.
In het geval van Qin, als we de “moraalpolitie” van de CCP en beschuldigingen van een buitenechtelijke affaire toen hij ambassadeur in de VS was buiten beschouwing laten, lijkt de meest waarschijnlijke verklaring voor zijn ondergang zijn slechte aanpak van de diplomatieke uitwisselingen met de VS in de nasleep van de ballonaffaire. Na een aantal horten en stoten ging de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken in juni naar Beijing op een missie om de betrekkingen te “stabiliseren” en de basis te leggen voor een nieuwe Biden-Xi-top.
Maar de Amerikanen waren woedend toen Blinken Xi Jinping ontmoette in Beijing en ver van hem vandaan zat, aan een ongebruikelijke hoefijzervormige tafel, alsof de opstelling van de stoelen was geïnspireerd op een beroemde scène in de film The Great Dictator van Charlie Chaplin. Het was Qin, de minister van Buitenlandse Zaken, die de tafelschikking had georganiseerd en de Amerikanen waren duidelijk geen fan.
Enkele dagen later noemde Biden Xi een “dictator” tijdens een campagne. In dezelfde toespraak zei hij: “De reden waarom Xi Jinping zo van streek was toen ik die ballon neerschoot met twee kisten vol spionageapparatuur erin, was dat hij niet wist dat die er was.” Deze uitspraak – waarschijnlijk waar – zal de Chinese president meer gestoken hebben dan het feit dat hij als dictator werd afgeschilderd. Of Biden’s toespraak nu wel of niet een opzettelijke berisping was voor het gebrek aan hoffelijkheid jegens Blinken, dit is hoe het werd gezien in China. Vier dagen later voegde Qin Gang zich bij de rangen van de Chinese vermiste topfiguren.
Dit is waarschijnlijk omdat een laag van CCP-functionarissen vreesde dat Qin’s aanpak te agressief was, waardoor een nog grotere reactie van de VS dreigde. We zien dat in zo’n omgeving met hoge druk een relatief kleine diplomatieke fout kan leiden tot de verwijdering van een functionaris uit het publieke leven, wat zelfs de ‘keizer’ Xi niet kan gladstrijken. Dit onderstreept hoe onstabiel de situatie aan de top van de CCP-staat is geworden.
De rivaliserende fractie tegen Xi, geleid door wijlen Li Keqiang, werd in principe gebroken na het 20e Congres afgelopen oktober. Het oude patroon van machtsstrijd onder leiding van verschillende fracties is voorbij. De oppositie tegen Xi is verspreid over verschillende delen van de staat. Maar paradoxaal genoeg maakt dit de huidige machtsstrijd, die niet langer fractioneel georganiseerd is, minder voorspelbaar en moeilijker weg te houden van de ogen van het publiek. Een ander voorbeeld is de publicatie in de media van de aanzienlijke rijkdom van de nieuwe premier Li Qiang. Onder de totale controle over de media is het zeer waarschijnlijk dat ook dit een uiting is van een machtsstrijd binnen de staat.
Druk op Biden
Nu het jaar ten einde loopt, staat ook de VS onder druk om een ontmoeting met Xi te arrangeren, om de angst te temperen bij enkele belangrijke Amerikaanse bondgenoten en ook op Wall Street, over de vraag of het conflict tussen de VS en China uit de hand loopt en uitmondt in een mogelijke militaire confrontatie. Hoewel de Amerikaanse economie, ondanks duidelijke zwakheden, misschien niet in een wanhopige Japan-achtige sleur zit zoals het Chinese kapitalisme, staat Biden voor steeds grotere uitdagingen, variërend van de oorlog van Israël tegen Gaza en de patstelling in Oekraïne, tot een oplevende Donald Trump (die in opiniepeilingen met 2 tot 4 procentpunten voorligt op Biden).
Net als tijdens hun ontmoeting in Indonesië hebben de VS het over het opstellen van “vangrails” om de confrontatie te beperken, “zodat het niet uitdraait op een conflict of een onopzettelijk conflict,” zoals Biden tegen Xi zei in San Francisco. In werkelijkheid escaleert de strijd tussen de twee imperialistische giganten en zijn dergelijke frasen slechts kalmeringsmiddelen om toeschouwers te laten geloven dat deze regeringen – in tegenstelling tot wat alles wijst – “verantwoordelijk” handelen en de situaite volledig “onder controle” hebben.
De twee presidenten zijn het eens geworden over enkele bescheiden maar nogal vage afspraken om het “vooruitgang”-verhaal te ondersteunen. De militaire contacten worden hervat, nadat ze door China waren stopgezet uit protest tegen het bezoek van Nancy Pelosi aan Taiwan in 2022. Zelfs hier stond Beijing erop om “op basis van gelijkheid en respect” in de overeenkomst op te nemen, wat aangeeft dat zelfs dit op wankele grond is. Er werd ook afgesproken om een “werkgroep” op te richten om de stroom van illegale fentanylpillen vanuit China naar de VS te bestrijden en een andere om de risico’s omtrent AI te bespreken.
Als we voorbij de misleidende beeldvorming over de top tussen Biden en Xi kijken, stellen we vast dat de wereld vandaag gevaarlijker is dan een jaar geleden. Er zijn geen tekenen van de-escalatie in de Koude Oorlog tussen de door de VS en China geleide blokken. De wapenwedloop in Azië versnelt en er komt een stroom van protectionistisch beleid uit Washington, Beijing en Brussel. In oktober verscherpte Biden de Amerikaanse technische sancties tegen China. Beide partijen presenteren een façade van “praten” terwijl ze hun Koude Oorlogsstrategieën versterken.
‘Te weinig concrete maatregelen om de confrontatie te verminderen’, was het oordeel van de veteraan China-verslaggever Katsuji Nakazawa (Nikkei Asia, 17 november). “Het was nauwelijks genoeg voor Xi om zijn gezicht te redden,” voegde hij eraan toe. “De vraag is nu hoe lang de detente tussen de VS en China zal duren. Een halve maand? Een maand? Misschien drie?”