Iran. Stakingen en protest van leraars tonen de weg vooruit

Het Iraanse regime bevindt zich in een onstabiele situatie. Het vreest een nieuwe golf van algemene protesten en heeft daarom de repressie de laatste maanden opgevoerd.

Door Nina Mo (SLP, ISA in Oostenrijk)

Op 23 december was er een nationale actiedag. Tienduizenden leraars en gepensioneerde leraars, waaronder telkens veel vrouwen, protesteerden in meer dan 100 steden in Iran. Ze eisten hogere lonen, een degelijk en gratis onderwijssysteem en meer. De arbeiders protesteren tegen lage lonen, onbetaalde lonen, een gebrek aan ziektekostenverzekering, repressie en lage pensioenen. De lonen van Iraanse leraars liggen meestal onder de armoedegrens, wat een enorm probleem is met de stijgende inflatie. Veel leraars moeten een tweede of derde baan nemen. De protesten wijzen de weg voorwaarts voor de arbeidersbeweging in Iran – vooral vanwege hun sterke organisatie. De “Coördinatieraad van de Iraanse confederatie van onderwijsvakbonden” heeft alle leraars opgeroepen om in het hele land te protesteren en hun eisen kenbaar te maken.

Aanhoudende protesten

De protesten in de onderwijssector duren nu al maanden en jaren voort, vooral geleid door onafhankelijke en strijdbare onderwijsverenigingen en -vakbonden. De actiedag op 23 december was een reactie op de nieuwe wet van het regime om stakingen en protesten aan banden te leggen, en was ook gericht tegen een ontoereikende loonsverhoging die niet zal volstaan om de behoeften van de leraars te dekken, en tegen de nieuwe begroting die nieuwe besparingen omvat.

Op 11 en 12 december vonden in het hele land stakingen plaats. De volgende dag mondden ze uit in grote protestbijeenkomsten, waaraan niet alleen actieve leraren maar ook gepensioneerde leraren deelnamen. De protesten verspreidden zich naar meer dan 200 steden in Iran. Alleen al in Isfahan namen meer dan 10.000 leraars deel aan een betoging met als belangrijkste slogans protest tegen de repressie en de arrestaties: “Gevangengenomen leraars moeten worden vrijgelaten.” Door de catastrofale economische en levenssituatie, die tot uiting komt in de hoge prijzen van goederen, bevinden de leraars zich in een uiterst moeilijke situatie.

Na maanden van protesten heeft het parlement op 15 december een nieuwe onderwijswet goedgekeurd. Het parlement suggereerde dat de eisen van de leraars waren ingewilligd en dat er geen ruimte meer was voor protest, maar de leraars kondigden aan dat zij hun protesten zouden voortzetten. De eisen van de leraars omvatten een loonsverhoging tot 80% van het salaris van hun collega’s in het hoger onderwijs, de onmiddellijke vrijlating van gevangengenomen leraars en vakbondsleden, en een aanpassing van de pensioenen aan de nieuwe inflatiepercentages.  Dit alles wordt door het regime genegeerd.

Het wetsontwerp wil de lonen met een klein percentage verhogen, ook al zijn ze al tien jaar laag gebleven. Door de inflatie ligt dit loon echter nog steeds onder de armoedegrens. En de begroting is niet toereikend om de lonen te verhogen. In de begroting voor 2021-22 is het budget voor ‘civiele zaken’ inclusief onderwijs minder dan 3,5 miljard dollar, terwijl het budget voor defensie meer dan 5,08 miljard dollar bedraagt! Mohammad Habibi, de woordvoerder van de Coördinatieraad zei na de goedkeuring van dit wetsvoorstel in het parlement: “De totaliteit van wat in het parlement is goedgekeurd, kan op geen enkele manier door de leraars worden goedgekeurd.”

Brute repressie

Bij de laatste grote ronde van protesten en stakingen half december vielen veiligheidstroepen de leraars in een aantal steden aan en arresteerden enkele vooraanstaande activisten. In totaal werden meer dan 200 leraars en vakbondsleden gearresteerd. Het regime vreest een nieuwe golf van algemene protesten en heeft daarom de repressie opgevoerd.

Betogers omschreven het antwoord van het regime als “schaamteloos.” De autoriteiten aarzelden niet om met brutaal geweld tegen vertegenwoordigers van de leerkrachten op te treden voor het parlementsgebouw. Daarbij werd ook Rasoul Badaghi, inspecteur van de onderwijsvakbond, hardhandig aangepakt. Het regime dreigde met afdankingen. Uit vrees voor een reactie op de arrestatie van Badaghi zagen de autoriteiten zich genoodzaakt hem een paar dagen later vrij te laten.

De protesten op 23 december vonden plaats ondanks het feit dat ambtenaren en veiligheidsdiensten de leraars in de dagen daarvoor per sms hadden gewaarschuwd voor de gevolgen! In Teheran probeerde het regime de leraars uiteen te drijven toen zij de metrostations verlieten, maar zij verzamelden zich wat verderop. Ook in Shiraz hebben duizenden leraars zich verzet tegen de sterke aanwezigheid van de veiligheidstroepen. Volgens berichten vielen agenten op het Baharestan-plein in Teheran mannelijke leraars aan om hen uiteen te drijven, maar vrouwelijke leraars gingen in het midden van het plein zitten en bleven ongeveer een uur zitten, ondanks aanvallen door agenten.

Organisatie en leiding

De grote kracht van de onderwijsbeweging ligt in haar eenheid, organisatie en leiding. De recente stakingen en protesten waren de best georganiseerde sinds jaren. In tegenstelling tot andere, zeer spontane stakingen, heeft de Coördinatieraad in de weken voordien campagne gevoerd om het personeel te mobiliseren en te organiseren, zelfs onder leden van door het regime geleide ‘vakbonden’. Het is de bedoeling om de gewone leraars en radicale vakbondsleden te organiseren en hen te verenigen onder gemeenschappelijke eisen voor een degelijk onderwijssysteem in het belang van personeel en studenten.

Met hun strijdbare aanpak tonen de leiders van de lerarenbond de nodige bereidheid om de eisen af te dwingen. De Coördinatieraad heeft in een recente resolutie benadrukt dat het “niet zal ophouden met protesteren totdat de eisen volledig zijn ingewilligd en dat hij het protest met de grootst mogelijke intensiteit wordt voortgezet.”

Leraars in Iran hebben altijd deel uitgemaakt van de meest strijdbare, gepolitiseerde en leidende werkenden die de weg wijzen in de strijd tegen het regime. Het is noodzakelijk dat hun leiderschap deze radicale stemming in hun programma tot uitdrukking brengt. De Coördinatieraad beweert zelf dat ze niet politiek zijn – maar het is absoluut duidelijk dat de strijd van de leraren een politieke bedreiging vormt voor het regime!

Zoals de onafhankelijke vakbond van de arbeiders van Haft Tappeh schreef in hun solidariteitsverklaring: “We moeten ons geen illusies maken over de grondwet, de arbeidswet, en de kleine en grote leden van het parlement en de regeringsinstellingen. We moeten deze groep ontmantelen met onze onafhankelijke organisaties, met de hulp en steun van de gemeenschap.”

Het is noodzakelijk dat de onderwijsbeweging en vooral de leiding strategieën bedenkt om de hele werkende klasse aan te spreken om hun strijd te steunen. Zo is bijvoorbeeld de actieve aanwezigheid van studenten in sommige steden en een nadruk op een eenheid van studenten en leraars noodzakelijk om de strijd uit te breiden. Deze eenheid is nodig om de eisen voor een democratisch gecontroleerd en georganiseerd onderwijssysteem, onafhankelijk van religieuze instellingen en het regime, af te dwingen en uit te breiden. Om te kunnen winnen, moeten de leraars en hun aanhangers de volledige controle hebben over de strategie, de tactiek en het programma van de beweging. De vakbonden moeten op een democratische manier worden opgebouwd en alle pogingen van het regime om hen of hun leiders te infiltreren, afslaan.

Algemene stakingen als volgende stap om politieke strijd tegen het regime op te bouwen

De strijd van de leraars maakt deel uit van een breder geheel: in de afgelopen maanden en jaren waren er tal van stakingen en gevechten op de werkplek, van mijnwerkers tot oliearbeiders, bus- en vervoersmedewerkers, enz. In de afgelopen maanden hebben boeren, arbeiders en armen in een aantal steden geprotesteerd tegen het watertekort en de gevolgen van de klimaatcrisis.

Al deze gevechten moeten met elkaar worden verbonden om een krachtige en verenigde beweging tegen het regime en het kapitalistische systeem op te bouwen. Ze tonen de werkelijke macht van de arbeidersklasse om de productie over te nemen en een nieuwe samenleving op te bouwen. Deze macht kan worden gebruikt in de volgende, escalerende stappen om een echte bedreiging voor het regime op te bouwen: een algemene staking van alle verschillende sectoren om de economische en politieke eisen te koppelen. Het is duidelijk dat het corrupte en misdadige regime ingaat tegen de belangen van de arbeiders en de boeren. Alleen in verzet tegen het regime kunnen de eisen van leraars, boeren, oliearbeiders en jongeren worden ingewilligd.

Het is uiterst belangrijk en positief dat meer dan 43 onafhankelijke vakbonden hun solidariteit hebben betuigd met de strijd van de leraars. Dit soort solidariteit van de arbeidersklasse is wat we de afgelopen jaren steeds weer hebben gezien. De volgende belangrijke stap zou zijn om al deze verschillende bonden en vakbonden en de werkenden zelf samen te brengen via een democratisch nationaal comité van verschillende stakingscomités en vakbonden – niet alleen om acties te coördineren, maar als een stap naar de opbouw van een nieuwe onafhankelijke arbeiderspartij met een moedige leiding rond een socialistisch programma om leefbare lonen en pensioenen te eisen, de renationalisatie van de grote bedrijven onder arbeiderscontrole en de val van het regime.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop