Category: Partijen

  • Voor een zo sterk mogelijk resultaat voor PVDA op 13 oktober!

    De verkiezingen van 13 oktober komen op een belangrijk ogenblik. Er begint zich een golf van collectieve afdankingen af te tekenen, met Audi in Brussel als boegbeeld. De Wever en Bouchez proberen een federale regering op de been te brengen die hardhandig het mes zet in de levensstandaard van de werkende klasse. Thatcheriaanse besparingen gaan hand in hand met Trumpiaanse propaganda tegen al wie uit de boot valt. Op 13 oktober gaat het niet enkel om lokale kwesties, een zo sterk mogelijk resultaat voor de PVDA is op alle vlakken beter voor de positie van de werkende klasse.

    door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    Het bevel om 27 miljard euro te besparen hangt als een donderwolk boven alle bestuursniveaus. Het geeft de indruk dat het te voeren beleid nu al vastligt. Wat kan er op gemeentelijk niveau veranderen indien er geen middelen zijn voor sociale huisvesting, openbaar vervoer en indien de gemeentekas onder druk staat omdat werklozen sneller afhankelijk worden van een leefloon betaald door het OCMW? Verschillende gemeenten, ook waar de PVDA hoopt mee te besturen, staan onder financiële voogdij van het gewest. Dat is een extra instrument om elke sociale maatregel af te blokken. 

    Beleid in het belang van de rijksten wordt voorgesteld als het enige mogelijke. Al wie daar vragen bij stelt, wordt in het kamp van de ‘polarisatie’ geplaatst. Al dan niet samen met extreemrechts dat nochtans zodra het daar een kans toe krijgt voor eenzelfde asociale beleid staat, aangevuld met een nog gewelddadiger racistisch en repressief kantje. De politiek van de traditionele partijen is de oorzaak van sociale spanningen, verloedering, vervreemding en van wat ze als polarisatie omschrijven. Openbare diensten worden afgebroken of geprivatiseerd, onder meer in de zorgsector. Projectontwikkelaars krijgen vrij spel om via speculatie en prestigeprojecten de huisvestingsprijzen de hoogte in te jagen, terwijl er geen investeringen in sociale huisvesting zijn. In plaats van opvang en begeleiding uit te bouwen voor de groeiende groep daklozen, worden die verjaagd uit de binnensteden. 

    Verzet tegen dit lokale beleid staat sterker als het vertrekt van wat nodig is. Gratis openbaar vervoer, massale publieke investeringen in diensten en infrastructuur, massale bouw van sociale huisvesting, aanwerving van voldoende personeel aan degelijke voorwaarden … zouden volgens de gevestigde politici “onmogelijke” eisen zijn. De opbouw van een krachtsverhouding doorheen klassenstrijd kan wat voorheen “onmogelijk” heette, in de praktijk realiseren. Dat is hoe de arbeidersbeweging stemrecht, sociale zekerheid of het einde van de kinderarbeid afdwong. Zaken die voorheen ook “onmogelijk” waren en de “concurrentiepositie” van de bedrijven bedreigden. 

    De mogelijkheid van erg goede scores van de PVDA in onder meer Brussel en Antwerpen leiden tot paniek bij de politieke tegenstanders. Rechts haalt het spook van het communisme terug boven met een retoriek die we niet meer hoorden sinds de Koude Oorlog. De sociaaldemocratie en de groenen verwijten de PVDA ‘polariserend’ te zijn en voeren de druk tot matiging op. Nochtans zijn de gemeentelijke programma’s van de PVDA al bijzonder gematigd. Over maatschappijverandering hoor je de PVDA hoogstens op 1 mei of op een congres spreken. De slogan van een “coalitie van verandering” stelt de sociaaldemocratie en de groenen voor een keuze om te regeren met de MR of de N-VA dan wel met de PVDA. Het geeft uitdrukking aan een ambitie om het bestuur in handen te nemen, wat logisch is met percentages boven de 20%. Het zou goed zijn om de slogan verder te onderbouwen door het te concretiseren met eisen die vertrekken van de noden, en door de volgende stappen in de opbouw van een krachtsverhouding aan te geven en daaraan te werken, in het bijzonder het element van strijd op straat. Een campagne voor een netwerk van opstandige gemeenten zou de bevolking kunnen mobiliseren voor een programma op basis van de sociale en ecologische noden. Dat is nodig om te vermijden dat een “coalitie van verandering” enkel een verandering van de gezichten in het bestuur omvat en niet gevoeld wordt in het dagelijkse leven van de werkende klasse.  

    Strijdbewegingen en verkiezingen staan niet los van elkaar. Het massale protest tegen de genocide in Gaza speelde een belangrijke rol in de score van de PVDA in juni, zeker in Brussel en Antwerpen. Een partij die meer dan 20% haalt in enkele grote gemeenten en die zichzelf als marxistisch omschrijft, heeft ook een grotere verantwoordelijkheid. Tegenover de horror van Arizona is er meer nodig dan een petitie, ook op een ogenblik dat de aandacht op de lokale verkiezingen gericht is. Solidariteit versterken gebeurt het meest efficiënt door strijd te organiseren en door bewegingen met elkaar te verbinden. 

    We staan sterker als we ook een scherp omschreven doel hebben, een andere samenleving waarin de werkende klasse de democratische controle over de beschikbare middelen heeft. Een omverwerping van de kapitalistische barbarij zodat we onze toekomst zelf in handen kunnen nemen en de noden van de werkende klasse en de planeet centraal stellen. Om die revolutionaire benadering te versterken, bouwen we aan LSP.

    https://nl.socialisme.be/99719/lokale-verkiezingen-successen-voor-de-pvda-gebruiken-als-opstap-naar-sociale-strijd
  • Negationist en oprichter Vlaams Blok op 90 jaar kandidaat in Aalter

    Het Vlaams Belang in Aalter zet Roeland Raes op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Raes verblijft in een woonzorgcentrum in Aalter. Hij lag aan de basis van het Vlaams Blok en radicalere groepen zoals Voorpost. In 2010 werd Raes veroordeeld door het Brusselse Hof van Beroep wegens negationisme (ontkennen of minimaliseren van de holocaust). Zijn standpunten waren niet nieuw, maar deden in 2001 stof opwaaien toen hij ze op de Nederlandse televisie bracht.

    Artikel overgenomen vanop blokbuster.be

    In de jaren 1970 en 1980 werd de holocaust regelmatig ontkend door extreemrechts. Anti-Joodse standpunten waren niet uitzonderlijk. Toen Roeland Raes in 1976 een van de leiders van de nadien verboden privé-militie VMO (Vlaamse Militanten Orde) werd, publiceerde die groep een brochure onder de titel “Stierven er werkelijk zes miljoen?”. Raes lezers aan om het materiaal van holocaust-ontkenner Siegfried Verbeke grondig te lezen: “Zeker sinds de sluwe zakenlui met de holocaust-zwendel weer eens klassieke thema’s aanroeren zoals de zes miljoen verdwenen joden” was een brochure van Verbeke volgens Raes “het passende antwoord op de door links én israëlitische kringen geïnspireerde anti-Duitse en antirechtse hetze.”

    In 2006 zei Raes in een interview met De Standaard: “In de jaren zeventig bestonden minder taboes over krasse taal of reminiscenties aan de jaren dertig en veertig. De maatregelen tegen ons waren toen niet zo uitgesproken en vastberaden.” ‘Herinneringen aan de jaren 1930 en 1940’ betekent in de praktijk het steunen van het nazisme en de collaboratie ermee. Na de stemming van de anti-negationismewet in 1995 (mee goedgekeurd door het Vlaams Blok onder grote druk) verklaarde Raes in het tijdschrift van Voorpost dat de collaboratie verantwoord was. In een interview met De Morgen zei hij dat er effectief joden omgekomen zijn, maar “of dit nu ten gevolge van vergassing is of van ziekten die in de kampen zijn uitgebroken, daar ga ik me vandaag tegenover u niet over uitspreken.” Hij voegde eraan toe dat hij de anti-negationismewet liever niet had gehad.

    Roeland Raes speelde jarenlang een prominente rol bij extreemrechts. Hij was een van de oprichters van Voorpost, de groep die vandaag als ordedienst van het VB de bruine draad vormt tussen het VB en de meer extreme militanten. Hij was tevens een van de oprichters van het Vlaams Blok en werd meteen ondervoorzitter onder Karel Dillen. Bij de grote electorale doorbraken van het Blok raakte Raes verkozen in het parlement, maar bleef hij op de achtergrond in de media. Kopstukken als Dewinter en Annemans trokken de aandacht. De groei maakte dat het VB postjes kon uitdelen en daarvoor beroep deed op figuren als Raes. Eind 2000 werd hij afgevaardigd als politieke vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de UGent.

    Dat leidde tot massaal antifascistisch protest. Er werd een “Anti-Raes Comité opgezet door linkse studenten van diverse organisaties, waaronder de Actief Linkse Studenten. Het comité organiseerde protestacties en blokkeerde de toegang tot de raad van bestuur. Het protest vestigde de aandacht op de figuur van Roeland Raes. Een Nederlandse journalist die hem zou interviewen, had tijdens de voorbereiding ook contact met activisten van het Anti-Raes Comité. We wezen erop dat Raes meermaals de holocaust ontkende en het moeilijk had met de wet waarmee dit werd verboden. In het interview zou Raes zeggen: “Ik denk dat wat men ons heeft willen doen geloven, op bepaalde punten sterk overdreven is.” De uitspraken werden opgepikt door de Belgische media en brachten het VB in een lastig parket. Raes moest ontslag nemen als ondervoorzitter en als lid van de Raad van Bestuur van de UGent. Het dwong de rector om zich voor het eerst publiekelijk uit te spreken tegen de aanwezigheid van Raes en op Vlaams niveau werd een decreet opgemaakt om de politieke vertegenwoordiging in de raad van bestuur van de Gentse universiteit aan te passen.

    Raes verdween van het voorplan, maar bleef achter de schermen een actieve rol spelen in het Vlaams Belang. In 2010 werd hij in hoger beroep veroordeeld en moest hij een schadevergoeding betalen aan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en aan het Forum van Joodse Organisaties.

    Nu duikt Raes terug op een kieslijst van het Vlaams Belang op. Het gaat niet om een prominente plaats, hij staat 27ste op de extreemrechtse lijst in Aalter. Lokaal lijsttrekker Paul Beheyt zei daarover: “Hij kreeg een symbolische plaats, uit respect, want hij blijft een van de stichters van het Vlaams Blok.” De partijtop gaf groen licht voor deze kandidatuur. “Dat ene feitje mag de grote verdiensten van Raes niet duperen,” aldus Beheyt. “Feitje”? Zelfs over het eigen negationisme zijn ze negationistisch…

    De kandidatuur van Raes zegt veel over de roots van het Vlaams Belang. Die partij komt voort uit de collaboratie met het nazisme en dat blijft een rol spelen. Raes was steeds brugfiguur tussen de meest extreme elementen en de publieke façade van de partijkopstukken. Het is ook vanuit die optiek dat hij aan de basis lag van de groep Voorpost, die komende zaterdag de Antwerpse straten onveilig wil maken met een betoging voor “remigratie” (deportatie van migranten) en tegen “omvolking” (een samenzweringstheorie met nazi-inspiratie). Zo wil Voorpost de campagne van Dewinter een duwtje in de rug geven.

    Gelukkig is er antifascistisch protest. Een tegenbetoging start komende zaterdag om 14u op het De Coninckplein. Dergelijk protest is belangrijk om een tegengewicht te bieden, de ruimte voor extreemrechts te beperken en om de aandacht te vestigen op het voor bredere lagen van  de bevolking onaanvaardbare neofascistische karakter van extreemrechts. Het is door aanhoudend antifascistisch protest in 2001 dat de ‘val van Raes’ werd bekomen. Die traditie zetten we zaterdag verder door strijdbaar antifascisme op straat te brengen in Antwerpen.

    https://nl.socialisme.be/99723/solidariteit-geen-haat-betoging-tegen-voorpost-op-21-september
    https://nl.socialisme.be/99707/antifascisme-voorpost-de-sterke-arm-van-het-vlaams-belang

    In 2001 publiceerden de Actief Linkse Studenten en Blokbuster een brochure over de strijd tegen Roeland Raes in de Raad van Bestuur van de Gentse universiteit. Daarin stond volgend portret van Raes.

    Een portret van Roeland Raes (2001)

    Eerste activiteiten binnen extreemrechts

    Roeland Raes (°4.9.1934) werd op vrij jonge leeftijd politiek actief. Reeds in 1955 vervoegde hij de rangen van de Volksunie, op dat ogenblik nog een verzamelplaats van collaborateurs en andere extreemrechtse activisten. Raes werd verantwoordelijk voor de studentenwerking en speelde een leidinggevende rol in de Volksuniejongeren. Z’n politieke voorkeur werd ook snel duidelijk. Begin jaren ’60 werkte Raes mee aan het blad ‘Ter Waarheid’. Dit blad werd genoemd naar een gelijknamig blad als een tijdschrift uitgegeven door Joris Van Severen van het Verdinaso (Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen) in de jaren ’20. Het blad ‘Ter Waarheid’ fusioneerde in 1964 met ‘Dietsland-Europa’ dat in 1968 het officiële blad zou worden van Were Di.

    Het St. Maartensfonds staat bij ons vooral bekend als een organisatie van Oostfronters. Het werd in 1953 opgericht door ex-Oostfronters en ex-SS’ers. Het gaf het maandblad ‘Berkenkruis’ uit en had verantwoordelijken zoals André Van Hecke. In 1980 kende het fonds een afsplitsing waarin Van Hecke meeging: de organisatie Hertog Jan Van Brabant, dat het tijdschrift ‘Periodiek Contact’ uitgeeft en naar eigen zeggen meer op een traditioneel nationaal-socialistische lijn staat. De Oostenrijkse tegenhanger van het St. Maartensfonds en co wordt gevormd door de ‘Ulrichsgemeinschaft’, dat jaarlijks een bijeenkomst van oud-SS’ers organiseert. Elk jaar is er een feestrede ter ere van de collabo’s. In 1985 en 1990 werd de feestrede gedaan door Jörg Haider. In een toespraak erkende Haider de “opoffering van de soldaten van Duitsland die vrijheid gebracht hebben voor West-Europa”. In feestredes voor het St. Maartensfonds klinkt het gelijkaardig, Oswald Van Ooteghem hield eind jaren ’80 een feestrede en verklaarde over de Oostfronters: “Zij gingen om te strijden voor Vlaanderen en zij streden voort om Europa te behouden voor een overrompeling van het bolsjewisme. Onze oostfrontstrijders hoeven zich niet te schamen… hun strijd maakt deel uit van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd.”

    In de jaren ‘60-’80 waren er geregeld activiteiten van ex-collaborateurs waar Roeland Raes z’n opwachting maakte. Zo was hij een graag geziene gast bij de activiteiten van het Sint Maartensfonds (SMF), een schimmige groep die z’n adoratie voor Adolf Hitler niet onder stoelen of banken steekt. André Vanhecke, uitgever van ‘Periodiek Contact’ was overigens nog kandidaat voor het Vlaams Blok bij verkiezingen.

    Negationisme

    Raes stelt dat hij in een publicatie die niet officieel van het Blok is “iets ruimer” z’n mening kan verkondigen. Hij stelt dat daar wellicht een zekere schizofrenie aanwezig is. Die schizofrenie werd bijzonder duidelijk bij de stemming over de anti-negationismewet. De volledige Blok-fractie stemde voor de wet, met enorm veel tegenzin. Er werd bovendien gesteld dat ze dit enkel deden omdat de tegenstanders teveel op dat punt zouden focussen. In het NSV-blad ‘Branding’ stond hierover een artikel van de toenmalige Antwerpse NSV-praeses (voorzitter), Roeland Buisseret (zoon van voormalig Blok-parlementair Xavier Buisseret die op de achtergrond is verdwenen nadat hij té handtastelijk was tegenover jonge meisjes, zoals het hoort in een “gezinspartij” wellicht…). Buisseret stelde: “uit goede bron vernemen we dat de meningen in het Vlaams Blok nogal verdeeld waren, maar de partijtucht vereiste dat er een gezamenlijk standpunt werd ingenomen”. Raes zelf maakte achteraf z’n standpunt duidelijk. In het door hem gesteunde blad van Voorpost stond een reactie op de oproep van Lionel Vandenberghe van het Ijzerbedevaartcomité waar opgeroepen werd dat nazi-collaborateurs hun verontschuldigingen moesten aanbieden voor hun misstappen. In het blad van Voorpost stond dat er geen enkele reden is voor dergelijke verontschuldigingen en dat de collaboratie verantwoord was…

    Eerder maakte Raes z’n standpunt over de uitroeiing van joden en andersdenkenden onder het nazisme ook al duidelijk. In 1976 werd de VMO (Vlaamse Militanten Orde) overgenomen door de groep rond Buisseret-Raes-… Er werd onmiddellijk gestart met de publicatie van een brochure onder de titel “Stierven er werkelijk zes miljoen?” van Richard Harwood. In die publicatie wordt de holocaust ontkend. In het VMO-blad ‘Alarm’ werd hierover gesteld dat “alle Arlarm-lezers en VMO-militanten” opgeroepen worden om “aan de verspreiding van deze brochure mee te werken”. Drie jaar later was er in het blad ‘Haro’ opnieuw een bijdrage over de holocaust. In een dubbelnummer onder de titel “Holocaust, hoe lang nog?” werd van leer getrokken tegen de ‘vermeende’ holocaust. Dit nummer werd samengesteld door Siegfried Verbeke. Siegfried Verbeke deed er inspiratie op voor z’n later werk voor het ‘Vrij Historisch Onderzoek’ (V.H.O.), een dubieuze negationistische instelling dat haar activiteiten heeft moeten stopzetten omwille van de anti-negationismewet. Eerder werk van Verbeke, in ‘Haro’, werd door Roeland Raes in ‘Haro’ beschreven als volgt: “Zeker sinds de sluwe zakenlui met de holocaust-zwendel weer eens klassieke thema’s aanroeren zoals de zes miljoen verdwenen joden” zou de eerder genoemde Haro-brochure van Verbeke “het passende antwoord (zijn) op de door links én israëlitische kringen geïnspireerde anti-Duitse en antirechtse hetze”.

    Haro stond overigens ook in voor de verspreiding van de Nederlandstalige vertaling van ‘Nürnberg ou la terre promise” van Maurice Bardèche. De vertaling werd verzorgd door Karel Dillen. In deze brochure wordt letterlijk gesteld dat de concentratiekampen, zoals Auswitch, na de oorlog zijn gebouwd met film-decors uit Hollywood en dit onder druk van de Joodse lobby.

    Na de stemming van de anti-negationismewet was Raes iets voorzichtiger. In een interview met Marc Spruyt stelde hij dat er joden omgekomen zijn, maar “of dit nu ten gevolge van vergassing is of van ziekten die in de kampen zijn uitgebroken, daar ga ik me vandaag tegenover u niet over uitspreken.” Tot slot stelde hij “Ik ga u toch niet verbazen met te zeggen dat ik die wet liever niet had gehad.”

    Racisme

    In het verleden deed Raes een aantal bedenkelijke uitspraken o.a. over de joden. Zo stelde hij in het Nederlandse dagblad ‘Algemeen Dagblad’: “Joden zijn een probleem dat wij weinig bekijken omdat wij hier minder joden hebben dan Nederland. Maar ze hebben een eigen staat, dus een jood hoort in Israël.” Op een bijeenkomst die Raes bijwoonde van de Nederlandse NVU van de beruchte neo-nazi Joop Glimmerveen werd een pamflet verspreid dat stelde dat de bestraffing van de “on-arische profiteurs” niet zachtzinnig zou zijn. In dat pamflet werd volgende oproep gelanceerd: “Het is tijd om de straten van Nederland te zuiveren van staatsvijandig ongedierte.” Het is dan ook geen toeval dat Raes in 1979 nog een lovende bijdrage schreef over “Contribution à une éthique racisteé van René Binet.

    Anti-vakbondsstandpunt

    Het standpunt van Raes over vakbonden is veelzeggend. Volgens het Blok horen de vakbonden thuis op de lijst van subversieve organisaties. Over een vakbondsactie bij Exel in Diegem in 1995 stelde Roeland Raes een parlementaire vraag waarin hij een veroordeling vroeg van de vakbonden op basis van de wet tegen privé-milities. Een wet waar Raes zich overigens de details van herinnerde van de tijd van de veroordeling van de VMO begin jaren ’80…

    De vakbond is niet de enige vijand voor het Blok en Raes. Ook de vredesbeweging begin jaren ’80 moest eraan geloven. Karel Dillen slaagde erin om in een parlementaire vraag te eisen dat zou opgetreden worden tegen deze “derde kolonne” van Moskou.

    Vrouwen

    “20 jaar geleden emancipeerde men de neger,10 jaar geleden kwamen de jongeren aan de beurt. Te oordelen naar bepaalde voortekens (zie sommige artikels in tijdschriften en filmen in de aard van de “apenplaneet”) zal men over 10 jaar de chimpasees emanciperen. Intussen, na de negers en nog juist voor de apen, emancipeert men de vrouw.” (Artikel in het tijdschrift Revolte , januari 1982, onder hoofdredactie van Roeland Raes.)

    Rechtse revolte?

    Na de verkiezingsoverwinning van het Blok in 1991 werd Raes parlementslid. In het blad Revolte, waar Raes tot 1989 hoofdredacteur van was, doet Voorpost een oproep aan haar parlementsleden: “Zij zijn het (…) die zullen bepalen of de rechtse revolte wordt ingezet. Wij betrouwen op hun beginselvastheid en op hun compromisloosheid. Houzee.” Roeland Raes was tot in 1989 hoofdredacteur van ‘Revolte’ en is ook vandaag nog steeds aanhanger van de organisatie ‘Voorpost’. Roeland Raes is dus één van de parlementairen op wie gerekend wordt voor “de rechtse revolte”… Raes stelde overigens over z’n standpunten dat hij in een publicatie die niet officieel van het Blok is “iets ruimer” z’n mening kan verkondigen. Hij stelt bovendien dat daar wellicht een zekere schizofrenie aanwezig is.

    Internationale contacten

    De contacten met neo-nazi’s zijn bijzonder duidelijk aanwezig bij het Blok. Over een politiek manifest van de Duitse NPD (berucht omwille van z’n aanslagen op vreemdelingen en linkse activisten en tevens bekend omwille van het verbod dat hen boven het hoofd hangt) schreef Raes dat dit “een goed voorbeeld van verwantschap met ons eigen politiek werken” was…

    Op internationaal vlak speelde Raes een belangrijke rol in het ontwikkelen van contacten voor het Blok en bij het onderhouden van die contacten. Zo was hij jarenlang de contactpersoon in België voor de naar Argentinië gevluchte collaborateurs. In Argentinië werd na WO 2 een netwerk opgezet van gevluchte nazi-collaborateurs uit Vlaanderen. Er werd een blad gepubliceerd dat ‘De Schakel’ noemde. In dat blad was er steun voor het Vlaams Blok, maar ook voor het apartheidsregime in Zuid-Afrika en het regime van dictator Pinochet in Chili. In de redactie van ‘De Schakel’ vinden we tal van prominente nazi’s terug. Zo was er Leo Poppe, bij verstek ter dood veroordeelde ex-VNV senator of Renaat Van Thillo, voormalig leider van de “Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen”, een door de SS gecontroleerde organisatie die militanten ronselde om vrijwilligerswerk te verrichten in Duitsland. ‘De Schakel’ had ook een Vlaamse correspondent, met name Roeland Raes.

    In Nederland onderhoudt Raes goede contacten met de NVU van Glimmerveen. In 1973 werd Roeland Raes zelfs medevoorzitter van deze fascistische partij. De NVU wordt vandaag geleid door Joop Glimmerveen en Constant Kusters, twee neo-nazi’s die goede banden onderhouden met Odal.

  • NAVO of Europees leger: op zoek naar een klassenbenadering

    In het laatste televisiedebat voor de verkiezingen, ‘Het Groot Debat’, ging het onder meer over defensie. PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw verdedigde daarbij een verlaging van de militaire uitgaven in het kader van een onafhankelijke Europese defensie, los van de NAVO. Met het vooruitzicht van een mogelijke herverkiezing van Donald Trump, legde hij uit dat er beter een eigen Europese strijdmacht wordt opgebouwd die tegelijk banden smeedt met het globale zuiden. De schaalvoordelen van integratie in een Europees leger, zouden het mogelijk maken om meer middelen toe te wijzen aan maatschappelijk nuttige zaken.

    door Christian (Leuven) uit maandblad De Linkse Socialist

    Vooruit-voorzitster Melissa Depraetere reageerde snel: “Uit de NAVO stappen, is een cadeau voor Poetin.” Ze zei dat dit “te zot voor woorden” is. VB-voorzitter Van Grieken verdedigde het stoppen van wapenleveringen aan Oekraïne ten voordele van een diplomatieke benadering waarin Rusland wordt betrokken. Vice-premier Petra De Sutter (Groen) scheerde de PVDA en extreemrechts over één kam: “Die twee partijen zijn staatsgevaarlijk.” Premier De Croo sloot zich aan bij Depraetere en De Sutter.

    Het PVDA-standpunt heeft een begin van een klassenbenadering, maar dat loopt helaas verloren in de instellingen van de heersende klasse. We zijn het met de PVDA eens dat de militaire uitgaven moeten verminderen. We delen de analyse dat de NAVO absoluut geen instrument van vrede en vrijheid is, maar een roofzuchtige militaire alliantie in dienst van de westerse imperialistische belangen. De NAVO had er geen probleem mee toen lidstaten Griekenland en Turkije militaire dictaturen waren. Sinds 1989 werd de NAVO meermaals gebruikt als het kader waarmee neokoloniale avonturen werden aangegaan. In plaats van ons te beschermen, wakkert dit bondgenootschap de geopolitieke spanningen alleen maar aan, vooral met Rusland en China. In tegenstelling tot de PVDA beschouwen wij die twee landen echter ook als volwaardige imperialistische machten.

    Een Europees leger zonder de NAVO?

    Doorgaans wordt het idee van een Europees leger niet voorgesteld als een alternatief voor de NAVO, zoals Hedebouw doet, maar eerder als een aanvulling op de transatlantische alliantie. Het gaat vooral over de invloedssferen van de westerse imperialistische landen en de mate van autonomie van de Europese mogendheden ten opzichte van de Amerikaanse supermacht. Op economisch vlak kenden de Europese mogendheden wel wat succes met de oprichting van de Europese Unie, als verdediging tegen de systeemvijand die het Sovjetblok destijds vormde en om het hoofd te bieden aan concurrenten uit de VS en daarna Oost-Azië. 

    De verdediging van een Europees leger als alternatief voor de NAVO wordt gekoppeld aan illusies over wat een meer multipolaire wereld zou kunnen betekenen. In zijn boek ‘Muiterij’ stelt voormalig PVDA-voorzitter Peter Mertens dat een evenwicht tussen machtsblokken vrede zou kunnen garanderen. Volgens dit model kan al wie zich verzet tegen de directe belangen van het Amerikaanse imperialisme, in het bijzonder de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika), een progressieve rol spelen. Geldt dit ook voor westerse imperialistische machten die minder sterk staan dan de VS? In de eerste helft van de 20e eeuw zagen we dat een multipolaire wereld geen synoniem is voor vrede. Banden aanknopen met het mondiale zuiden, dus met de kapitalistische staten daar, kan sympathiek klinken. Maar hoe kan dat voorbijgaan aan de verhoudingen van uitbuiting en overheersing die onvermijdelijk voortvloeien uit de manier waarop het kapitalisme werkt?

    Een beetje geschiedenis 

    Het idee van een gemeenschappelijk leger is niet nieuw. Het Frankrijk van De Gaulle pleitte er al voor in 1950, kort na de oprichting van de NAVO. Parijs stond afwijzend tegenover de hernieuwde militarisering van West-Duitsland door de Verenigde Staten. Het beleid van de VS was niet beperkt tot het opbouwen van een bufferzone tegen het Sovjetblok, maar omvatte ook het creëren van steun voor hun belangen in West-Europa. Het Franse initiatief was gericht op het creëren van een leger bestaande uit de zes oorspronkelijke leden van de Europese Gemeenschap (de voorloper van de EU). Uiteindelijk gaf Frankrijk het project op, omdat het niet in staat was om zijn koloniale oorlog in Indochina vol te houden en tegelijkertijd zijn leger in Europa te versterken zonder de steun van de Verenigde Staten. Sindsdien botste het idee van een gemeenschappelijk leger systematisch op de uiteenlopende imperialistische belangen van de grote Europese mogendheden.

    Het is geen toeval dat het idee vandaag vooral leeft in Parijs en Berlijn. Als grootste mogendheden van de EU bevinden zij zich in de beste positie om een dergelijk leger voor hun eigen doeleinden te gebruiken. De afgelopen jaren probeerde de Franse regering om EU-lidstaten te betrekken bij haar oorlogen in de Sahel en de rampzalige operatie-Barkhane in die regio. 

    Een van de voorwaarden voor een gemeenschappelijk leger zou kunnen zijn dat de lidstaten een deel van hun militaire budgetten besteden aan wapens die in Europa worden geproduceerd, dus vooral in Frankrijk en Duitsland. Dit is al het geval onder het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) dat werd geïntroduceerd door het Verdrag van Lissabon (2009), dat Griekenland dwong Duitse onderzeeërs te kopen te midden van zijn schuldencrisis en de daarmee gepaard gaande brute besparingen. 

    Dit jaar heeft Frankrijk Rusland ingehaald om na de Verenigde Staten de grootste wapenexporteur ter wereld te worden, vooral dankzij de levering van gevechtsvliegtuigen aan India, Qatar en Egypte. Na de VS is Duitsland de belangrijkste wapenexporteur richting Israël. 

    Binnen het kader van het huidige economische systeem zou een gemeenschappelijke militaire macht de mensenrechten of de soevereiniteit van zwakkere staten niet dienen. De rol van een dergelijk leger zou zijn om de toegang van grote Europese bedrijven tot markten en grondstoffen te behouden.

    Een idee dat weinig kans maakt

    Tot nu toe bleven de inspanningen in de richting van een Europees leger beperkt tot een Europese snelle interventiemacht van 5000 soldaten, die in 2025 operationeel zou moeten zijn. 

    De Verenigde Staten, gesteund door hun trouwe Britse bondgenoot, zijn natuurlijk tegen het principe van een gemeenschappelijk Europees leger. De meeste Centraal- en Oost-Europese buurlanden van Rusland (Polen, de Baltische staten en de Scandinavische landen) staan ook zeer terughoudend tegenover het idee van een Europees strategisch commando, uit angst Washington te ontstemmen, dat zij zien als de beste garantie voor hun veiligheid. 

    Bovendien gaat de voorkeur bij de aankoop van wapens nog altijd uit naar de VS (zie de aankoop van Amerikaanse F35’s door België). Op dit moment steunen de vier grootste Europees gezinde fracties in het Europees Parlement de acties van de Commissie ten gunste van de eigen wapenindustrie en de uitbreiding van het gemeenschappelijk veiligheidsbeleid. Dit wordt geplaatst in het kader van de verhoging van de defensie-uitgaven tot 2% van het BBP, zoals wordt geëist door de VS en gestimuleerd door de nieuwe wapenwedloop sinds de Russische invasie in Oekraïne.

    Voor een onafhankelijke positie van de werkende klasse

    De PVDA lijkt ervan uit te gaan dat Europa (wellicht via de EU) een tegenwicht kan vormen voor het VS-imperialisme en lijkt zich vast te klampen aan de weinige illusies die er nog bestaan in een mogelijk progressieve rol van een ‘sociaal Europa’. De EU is echter een imperialistische en ondemocratische machine, die ontstaan is om te dienen als pletwals tegen de rechten van de werkenden.

    De linkerzijde moet een standpunt innemen dat vertrekt van een onafhankelijke positie van de werkende klasse, en niet van illusies in het ‘minste kwaad’ van de ene kapitalistische klasse die concurreert met een andere. Dit is niet het meest voor de hand liggende. Het vooruitzicht van oorlog creëert een grote druk om te grijpen naar de oplossingen die het snelst en het gemakkelijkst lijken. Vaak stelt dit in het beste geval de dreiging alleen maar uit, waardoor deze nog dramatischer wordt als hij uitbreekt. Een oproep tot vredesonderhandelingen is op zich nuttig, maar hoe helpt het samenbrengen van de brandstichters rond een tafel om een brand te blussen? Het geeft in het beste geval wat respijt, maar is doorgaans precair en tijdelijk.

    Oorlog is de verderzetting van politiek met andere middelen. Dat geldt zowel voor de heersende klasse als voor de werkende klasse. In de context van de strijd tegen de genocide in Gaza is het begrip van de rol van wapentransporten over de hele wereld toegenomen en dit is nieuw leven ingeblazen door de campusbezettingen. Zeker in dit tijdperk van wanorde waarin we terecht zijn gekomen en waarin de geopolitieke spanningen dramatisch toenemen, zijn de methoden van arbeidersboycot – door middel van stakingen en economische blokkades – van wapenproductie en wapenleveringen cruciaal. We moeten elke stap voorwaarts steunen die de arbeidersklasse uit de rol van toeschouwer haalt, inclusief de strijd voor de transformatie van wapenbedrijven tot sociaal nuttige productie, met behoud van arbeidsomstandigheden en lonen voor het personeel. 

    We hebben nog een lange weg af te leggen, maar het bewustzijn van de potentiële kracht die onze sociale klasse kan uitoefenen op de gebeurtenissen groeit. We weten ook van recente sociale strijd – feministische beweging, klimaatacties en meer recent met de campusbezettingen – dat een overwinning in één hoek van de wereld zich als een lopend vuurtje kan verspreiden. Het instinctieve militante internationalisme is van onschatbare waarde. Niet enkel de angst voor wederzijdse vernietiging, maar ook die voor een massale anti-oorlogsbeweging die het volledige systeem bedreigt, zorgt er vandaag voor dat een nieuwe wereldoorlog niet meteen op de agenda staat.

  • Tegen rechts en extreemrechts. Verzet organiseren om te winnen

    Met 22% bleef het Vlaams Belang onder de gevreesde verwachtingen. De hoge score wakkert echter haat tegen anderen en verdeeldheid aan. Dit gevaar is evident voor mensen die het slachtoffer zijn van racisme, LGBTQIA+ personen, feministen, vakbondsleden … De Waalse extreemrechtse partij Chez Nous brak niet door, maar met een rechts-populistische campagne heeft de MR racisme mee helpen normaliseren. Dit rolt de rode loper uit voor extreemrechts.

    Met de N-VA die standhoudt en de MR die forse winst boekt, komen er rechtse regeringen. Rechts wil miljarden besparen, terwijl onze zorg en ons onderwijs al onder de tekorten kreunen, wonen onbetaalbaar is en er steeds minder openbare diensten zijn. Ze willen het geld niet zoeken bij hun superrijke vrienden, maar bij de werklozen, vluchtelingen, zieken en in onze sociale zekerheid. Dit zal de ongelijkheid en de sociale problemen doen toenemen. Daar kan extreemrechts op inspelen. Tenzij de werkende klasse in al haar diversiteit de strijd tegen de aanvallen ernstig organiseert.

    De vorige rechtse regering van Charles Michel en Bart De Wever wankelde toen er in 2014 een indrukwekkend oplopend actieplan was. Op een vakbondsconcentratie die de meest actieve militanten bijeenbracht, werd een reeks actiedata aangekondigd. Dit was een duidelijke mobilisatiekalender die resulteerde in de grootste vakbondsbetoging sinds 1986, drie dagen van provinciale stakingen (telkens een Vlaamse en een Waalse provincie, op de laatste dag ook in Brussel) en tot slot een krachtige nationale algemene staking. Het land lag volledig stil. Het vakbondsprotest trok jongeren, kleine zelfstandigen, kunstenaars, advocaten met zich mee. Maar…

    Helaas werd dit actieplan niet doorgezet. De vakbondsleiders waren geschrokken door wat er in de straten en de bedrijven was losgebarsten. De aarzeling en verlamming aan de top stelde de regering in staat om haar positie te herstellen. Het is belangrijk om hierop terug te komen nu we opnieuw voor een confrontatie met rechts staan. De controle op de beweging van onderuit is essentieel. Personeelsvergaderingen en democratische algemene vergaderingen zijn daarvoor cruciaal. De afgelopen tien jaar is het besef hierrond gegroeid, zowel door actiegroepen als La Santé en Lutte als in sociaal protest zoals de recente campusbezettingen.

    Die bezettingen zijn overigens een belangrijk lichtpunt. Ze geven aan dat jongeren met een ander niveau van voorbereiding de volgende fase van de strijd aangaan. De klimaatstakingen van 2019 waren de eerste grote massamobilisaties van jongeren sinds het protest tegen de oorlog in Irak (in 2003!). Sindsdien hebben de historische campusbezettingen de ervaringen van de jongeren versterkt. Er waren ook andere bewegingen, onder meer tegen racisme en seksisme, voor LGBTQIA+rechten, tegen de hoge prijzen … Het inzicht dat ‘heel het systeem schuldig is’ nam toe. Dat leidt tot meer eenheid in actie, op een inclusieve manier met een prominente plaats voor strijd tegen onderdrukking. De afgelopen tien jaar was er op het politieke terrein ook de groei van de PVDA.

    Terwijl ons sociaal kamp potentieel sterker staat voor een confrontatie met rechts beleid, staan de partijen die rechtse regeringen vormen zwakker. De crisis van het kapitalisme heeft zich doorgezet en escaleert in dit tijdperk van wanorde. Dat ondergraaft de autoriteit van alle instellingen en ook de politieke partijen. Decennia van besparingen en tekorten leiden tot ongenoegen en onbehagen. Rechts heeft daar geen antwoord op, dat zagen we met de vorige Vlaamse regering die op 9 juni werd afgestraft. Er is druk om fors te besparen, maar ook om te investeren in onder meer defensie en infrastructuur. Het maakt dat we niet zomaar een herhaling van 2014 zullen krijgen. Tegelijk moeten we lessen uit de beweging van tien jaar geleden trekken: het belang om door te zetten en om daarbij een alternatief te verdedigen van een samenleving waarin de sociale meerderheid het bezit en de democratische controle over de centrale productiemiddelen in handen neemt.

    Sociale strijd: het beste tegengif

    Tegenover verdeeldheid en haat plaatsen we solidariteit. Doorheen collectieve strijd maken we die solidariteit concreet en kunnen we ingaan tegen alle vormen van onderdrukking en uitbuiting. Als de werkende klasse in al haar diversiteit in actie komt met massamobilisaties, dan is niets onmogelijk.

    De werkende klasse en haar vakbonden, actiegroepen en politieke organisaties heeft potentieel een enorme kracht. Strijd van onderuit op straat en in de bedrijven is nodig om de rechtse aanvallen te stoppen en op te komen voor een beleid dat vertrekt vanuit de noden. Die zijn erg groot met de enorme ongelijkheid, klimaatrampen, aftakelende openbare diensten, dalende levensstandaard … Met kleine aanpassingen, laat staan met een ‘zachter’ besparingsbeleid, zetten we geen stappen vooruit.

    Wil je met revolutionair antifascisme en vastberaden verzet tegen rechtse regeringen de strijd voor socialistische maatschappijverandering aangaan? Dan is je plaats bij LSP.

    Dit artikel komt uit maandblad De Linkse Socialist. Neem een abonnement om elke maand deze krant in je brievenbus te krijgen.

    https://shop.socialisme.be/product/abonnement-a-lutte-socialiste-pendant-1-an-papier
  • Extreemrechts meteen in het offensief… tegen kinderen en gezinnen

    De vooruitgang van extreemrechts bij verkiezingen geeft zelfvertrouwen aan groepen en individuen in de marge van het Vlaams Belang of het Rassemblement National in Frankrijk. Dat heeft gevolgen: er is een toename van incidenten met geweld. Zoals te verwachten richt extreemrechts zich niet tegen de verantwoordelijken voor de enorme ongelijkheid. Geen woord van kritiek op de superrijken en hun winstmachines. Extreemrechts is namelijk te druk bezig met het opjagen van daklozen, mensen met een migratie-achtergrond of zelfs gezinnen met kinderen.

    Voorpost in het offensief tegen gezinnen met kinderen

    De actiegroep Voorpost fungeert regelmatig als de officiële ordedienst van het Vlaams Belang en aanverwante organisaties. De ‘heel-Nederlandse’ club verschijnt daarbij graag in uniform met een blauw hemd. Op 30 juni voerde de groep actie aan een opvang voor asielzoekers in Zutendaal, Limburg. Leden van Voorpost vielen het gebouw binnen, ook al waren daar vijf gezinnen met kinderen. Ze vatten plaats op het dak en intimideerden de bewoners met vuurpijlen en rookbommen. Het Rode Kruis baat het asielcentrum uit en kondigde aan klacht in te dienen wegens huisvredebreuk en het beschadigen van eigendom.

    In de media verschenen getuigenissen van mensen die in het asielcentrum verbleven op het ogenblik van de aanval. Een moeder met een zeven maanden oude baby verklaarde “doodsbang” te zijn dat ze “zouden terugkomen en het gebouw echt in brand steken.” Die vrees is niet van de pot gerukt. In 2019 was er in Bilzen een brand in een toekomstig asielcentrum. Het vuur begon niet toevallig na een bijeenkomst van Voorpost, dat eerder actie voerde tegen dat asielcentrum en daarbij openlijk gesteund werd door het Vlaams Belang. De man die opgepakt werd op verdenking van de brandstichting was een lokale verantwoordelijke van Voorpost en was minstens tot in 2006 actief bij het Vlaams Belang in Zutendaal. Dezelfde haat wordt nu opnieuw opgepookt.

    Dat is het offensief waar Voorpost voor staat: vuurpijlen en rookbommen op gezinnen met jonge kinderen richten.

    Er wordt geschermd met het argument dat de komst van een asielcentrum overlast zou opleveren. Omwonenden verklaren dat er vroeger effectief overlast was, toen er nog een hotel gevestigd was waar er wel eens luide feesten waren. Het hotel, dat eigendom was van een VB’er, verloederde en werd uiteindelijk verkocht. Welke overlast zou er zijn door de komst van enkele gezinnen met kinderen? De echte overlast komt van de brandstichters van Voorpost.

    Op 21 september wil Voorpost in Antwerpen betogen voor “remigratie” en tegen “omvolking.” Het verklaart daarmee voorstander te zijn van de wilde deportatieplannen van neonazi’s zoals Martin Sellner. Tegen diens deportatieplannen werd begin dit jaar massaal betoogd in Duitsland, waar het idee van massale deportaties natuurlijk een wel erg donker belletje doet rinkelen.

    Parijs: dakloze neergeschoten

    In Frankrijk was er de afgelopen weken ook een toename van incidenten en geweld. Extreemrechtse militanten vielen een groepje queer-jongeren aan. Een politie-agent in Bobigny schoot een dakloze dood. Die dakloze had onderdak gezocht in een losstaande garage bij het huis van de grootmoeder van de agent. De agent jaagde zeven kogels door de dakloze, waaronder een schot door diens hoofd. Eerst nam de agent foto’s van het lijk alvorens zijn collega’s te waarschuwen. Het feit dat de dakloze een Noord-Afrikaanse achtergrond had, speelde uiteraard mee. Dit was een racistische misdaad.

    De opgang van extreemrechts en het normaliseren van de haat waar het voor staat, leiden tot meer geweld. De slachtoffers daarvan zijn in de eerste plaats mensen die het moeilijk hebben, van asielzoekers tot daklozen. Mensen die het slachtoffers zijn van vormen van onderdrukking, zoals LGBTQIA+ personen, worden eveneens bewust onder vuur genomen. Dat is waar extreemrechts voor staat, dat is ook waarom een zo sterk mogelijk actief antifascistisch verzet nodig is!

  • Interview. 20 jaar nadat hij voor het VB verkozen was, is buschauffeur Tony kandidaat voor de PVDA

    Antwerps buschauffeur Tony Zwijsen is een bekend gezicht op vakbondsacties. Vanuit dat engagement komt hij in juni op voor de PVDA. Hij is zeker niet de enige syndicalist die dat doet. Opmerkelijk is dat Tony in een ver verleden heel anders naar de wereld keek. In 2000 werd hij voor het Vlaams Blok verkozen in de districtsraad van Borgerhout en de provincieraad. Hoe komt een oud-VB’er bij links terecht? We spraken hierover met Tony.  

    Interview door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    Hoe kwam je destijds bij het Vlaams Blok terecht?

    “Mijn ouders waren gescheiden en ik verhuisde met mijn moeder vanuit Deurne naar de Stuivenbergwijk. Dat was in een periode van crisis, eind jaren 1980 en begin jaren 1990. Onder de bevolking was er ongenoegen door de sociale problemen. Op hetzelfde moment kwamen er veel migranten in die wijk wonen. Er was daar onbegrip en onwetendheid over. Het was gemakkelijk om naar hen te wijzen als oorzaak van de problemen.” 

    “Nadien kwam ik in Borgerhout terecht. Dat was eind jaren 1990, toen het VB een grote groei kende. In die periode was er een verruiming van het Vlaams Blok, zelfs ex-socialisten zoals Staf Neel en zijn broers stapten over. Ik ging mee naar enkele bijeenkomsten, leerde kopstukken zoals Dewinter kennen maar ook gewone mensen uit mijn straat. Ze vroegen me om op de lijst te staan. Met weinig of geen ambitie stemde ik toe. Het VB haalde 35% in Borgerhout en negen verkozenen, daarnaast haalde ik tot mijn verrassing veel voorkeurstemmen waardoor ik ook in de provincieraad verkozen was. Niet dat ik een rol van politieke betekenis speelde, maar ik draaide mee in dat wereldje. Dewinter was bijvoorbeeld op mijn trouwfeest.”

    Met de laatste verkiezingen haalde het VB nog maar 1 zetel in Borgerhout. Hoe verklaar je dat?

    “Vroeger was er een gevoel van ‘onbekend maakt onbemind’. Het Blok speelde daarop in om alles wat verkeerd ging op vreemdelingen af te schuiven. Dat gevoel is veranderd in Borgerhout: onlangs schoven 6000 mensen samen aan tafel aan om Iftar en Pasen te vieren. Mensen hebben elkaar leren kennen. Daarnaast speelt het progressieve bestuur in Borgerhout natuurlijk een rol. Het is samen met Zelzate de enige plaats waar PVDA mee in het bestuur zit.”

    Hoe ben je er zelf toe gekomen om afstand te nemen van extreemrechts? 

    “Dat gebeurde niet van de enige dag op de andere. Ik ben veranderd en niet fier op wat ik vroeger dacht en zei. In 2007 begon ik voor De Lijn te werken waar er een heel diverse werkvloer was. Daar zag ik collega’s die ook vooruit willen, die hetzelfde als mij willen. Mijn ogen gingen daar open. Daarnaast had ik veel gesprekken met Luc, een vakbondsafgevaardigde die geduldig inging tegen rechtse standpunten.” 

    “Het vakbondsprotest van 2014, tegen de regering-Michel, deden mijn ogen verder opengaan. Een rechtse partij als N-VA beloofde meer veiligheid en bescherming op de bussen, maar daar kwam niets van in huis. Het waren loze beloften. Ze kwamen integendeel met asociale maatregelen waartegen we protesteerden, ik was ondertussen terug lid van de vakbond.” 

    “Bij ons protest tegen de bazen en de regering zag ik dat collega’s met een migratie-achtergrond werkmakkers waren met dezelfde belangen. Zij protesteerden ook tegen het beleid, samen kwamen we met meer dan 100.000 op straat tegen de regering-Michel en staakten we tegen de besparingsmaatregelen. Dat maakte duidelijk wie medestanders waren en wie niet. Het rebelse dat altijd in mij zat, kwam er op een heel andere manier uit.”

    Hoe kwam je bij de PVDA terecht?

    “In december 2020 werd in het kader van de ‘basisbereikbaarheid’ beslist om ‘mijn’ lijn 22 tussen de Groenplaats en het UZA in te korten. Gesteund door de collega’s van de andere vakbonden begon ACOD met een petitie die veel respons kreeg. Veel jongeren en senioren maken gebruik van die lijn en waren kwaad over de inkorting.”

    “De PVDA was de enige partij die ons contacteerde met de vraag of ze de campagne kon ondersteunen. Ze gingen mee rond met de petitie en verspreidden affiches. Jos D’Haese sprak op een buurtvergadering. Vanuit de PVDA vroegen ze me of politiek iets voor mij was. Ik zei vlakaf wat mijn verleden was, maar dat vonden ze geen probleem. Na enkele gesprekken en na Manifiesta sloot ik aan, op voorwaarde dat Jos D’Haese tegelijk een lidkaart van een supportersclub van den Antwerp kocht. Sindsdien ben ik actiever geworden en nu ook kandidaat voor het Vlaams parlement.”

    “De acties rond lijn 22 gingen verder en we haalden uiteindelijk onze slag thuis. Het volledige traject is behouden. Dat is een overwinning voor de vakbonden, maar ook voor de PVDA.”

    Wat wil je in de campagne benadrukken?

    “Mobiliteit is natuurlijk mijn stokpaardje. De afgeschafte haltes zijn een schandaal en er zijn veel tekorten bij De Lijn. Daarnaast wil ik me specifiek richten op kiezers die verloren lopen en soms bij het VB terechtkomen omdat ze met sociale problemen kampen, bijvoorbeeld rond zorg, kinderopvang, onderwijs …” 

    “Het Vlaams Belang doet zich sociaal voor, maar is gekant tegen een miljonairstaks die het geld zoekt bij de superrijken. Alsof het geld zit bij vluchtelingen die geen rotte frank hebben! Over de rijkdom herverdelen, hoor je hen nooit. Over het verminderen van de partijdotaties ook niet, bij het VB graaien ze zelf gretig mee. Marijke Dillen vertrok bijvoorbeeld in 2014 met een vergoeding van 450.000 euro uit het Vlaams Parlement terwijl ze ondertussen weer een loon als Kamerlid opstrijkt. Het Vlaams Belang pleit enkel voor hogere nettolonen, wat de sociale zekerheid ondermijnt en nadelig is voor onze pensioenen en vakantiegeld. Het Vlaams Belang is tegen stakingen en tegen vakbondsacties. Veel mensen trappen in de propaganda van extreemrechts, ik wil dat mee ontkrachten. Als je de sociale punten van het VB ontleedt, merk je dat er niets sociaal aan is en dat het een partij voor de rijken is.”

    “Ingaan tegen alles wat ons verdeelt, vind ik ook belangrijk. Een mens is een mens, waarom dan die haat tegen LGBTQIA+ personen? Chris Janssens aanvaarden ze nog net als homo, maar er wordt meer en meer gespot met LGBTQIA+ mensen, zeker met trans personen. Clubjes zoals die van Van Langenhove of NSV stoken de haat op en blijven hun bagger verspreiden. Daar wil ik tegen ingaan. Op de betoging tegen NSV op 25 april in Antwerpen ben ik er zeker bij.”

    Bedankt voor het gesprek en succes bij de verkiezingen!

  • ‘Muiterij’: striemende aanklacht tegen een rot kapitalisme

    Met ‘Muiterij’ levert Peter Mertens opnieuw een non-fictie bestseller af. Dit is ongetwijfeld te wijten aan zijn vlotte en verhalende schrijfstijl, maar ook los daarvan is het boek een aanrader voor linkse activisten. ‘Muiterij’ brengt veel nuttige informatie aan en gaat in op enkele van de belangrijkste ontwikkelingen die vorm geven aan het nieuwe tijdperk van chaos vandaag. Finaal valt het echter te licht uit en laat het na antwoorden te geven over hoe de strijd tegen het kapitalisme in dit tijdperk te voeren. 

    door Jeroen (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Machtsgreep van multinationals

    Veel lezers zullen een rist nieuwe inzichten en argumenten ontdekken die van pas komen in de strijd tegen het kapitalisme. Een aantal van de sterkste passages van het boek brengen de ongekende accumulatie van kapitaal, en bijhorende macht, in steeds minder handen op een erg aanschouwelijke manier in beeld. 

    Zo bespreekt Mertens de concentratie in de voedingssector waar vier bedrijven (de ABCD’s ofte ADM, Bunge, Cargill en Dreyfus) samen ongeveer 70% van de wereldgraanproductie beheersen. Het geeft deze vier de mogelijkheid om de prijzen willekeurig op te trekken om zichzelf smerig rijk te maken. Mertens wijst op de 245 miljardairs in de voedingssector (in 2021 kwamen er 64 bij op het miljardairslijstje van Forbes magazine) die hun vermogen met 45% zagen stijgen in de laatste twee jaar! En dat terwijl de hoge voedselprijzen voor werkenden de wereld rond steeds zwaarder doorwegen en voor honderden miljoenen van hen schrijnende armoede en honger betekenen. Op deze manier telt de wereld tegen 2030 600 miljoen chronisch ondervoede mensen (en dat is zonder oorlogen, misoogsten of nieuwe pandemieën). 

    Maar ook het milieu en de biodiversiteit zijn de dupe van de winsthonger van deze roofbouwkapitalisten die via patenten op zaaigoed, industriële landbouwpraktijken, ontbossing en monoculturen de planeet naar de knoppen helpen. Het is maar één van de voorbeelden in het boek die duidelijk maakt hoe verrot dit kapitalistisch systeem is. 

    Klassenstrijd tegen graaiflatie

    Wat de ABCD’s doen heeft in het Nederlands ondertussen een naam: graaiflatie. Als we de politici en de bazen mogen geloven, is het gevaar echter niet de torenhoge prijs van onze winkelkar maar de zogenaamde ‘loon-prijsspiraal’ waarbij loonsverhogingen zich zouden vertalen in een spiraal van steeds hogere prijzen, in steeds meer inflatie. Hun argumenten worden duidelijk weerlegd, maar Mertens wijst er ook op dat ze door steeds minder mensen worden aanvaard. Zo laat hij diverse actoren aan het woord uit het VK waar de ‘summer of discontent’ een duidelijke conclusie naar voren schoof, in de woorden van Mick Lynch van de spoorvakbond RMT: ‘The working class is back’. 

    Het boek had aan scherpte kunnen winnen door sterker te wijzen op het belang van gedurfde en radicale eisen om mensen te mobiliseren. Syndicalisten in België weten dat het vaak niet gemakkelijk is om collega’s in strijd te betrekken. Maar je nek uitsteken voor looneisen zoals die van de UAW (automobielarbeiders in de VS) die tot 30% opslag eisen, is ook gewoon meer de moeite waard dan voor een schamele 0,2% over twee jaar zoals in onze cao-onderhandelingen. Dat de arbeidersklasse de komende periode weinig andere keuze zal hebben om intenser te strijden tegen het inflatiespook en de ‘austerity 2.0’ die de neoliberale hardliners voor ogen hebben, is een conclusie waar we het in elk geval volmondig mee eens zijn. 

    Halfgeleiders, AI en een wereld zonder fossiele brandstoffen

    Naast de terugkeer van klassenstrijd wordt het nieuwe tijdperk van wanorde ook steeds meer bepaald door het toegenomen belang van geopolitiek en verschuivingen in de machtsevenwichten tussen de grootmachten. Mertens voelt dit correct aan en wijst ook op enkele van de belangrijkste ontwikkelingen die de tegenstellingen aanwakkeren. 

    Zo werd op de recente COP28, schoorvoetend en tegen de zin van het gastland in, voor het eerst gesproken over een wereld zonder fossiele brandstoffen. De onontkoombare vaststelling dat het kapitalisme niet oneindig kan blijven steunen op fossiele brandstoffen zonder haar eigen voorbestaan, en dat van de hele mensheid, te bedreigen, zorgt onmiddellijk ook voor een nieuwe race tussen de grootmachten. Elk probeert voor hun eigen bedrijven de toegang tot grondstoffen zoals lithium veilig te stellen. Net zoals ze in het verleden alles deden om de toegang tot olie veilig te stellen, gaan ze vandaag opnieuw over lijken in de strijd om het nieuwe ‘witte goud’. 

    Als we naar de ‘fabriek van de toekomst’ kijken, zou die niet alleen aangedreven worden door andere energiebronnen. Ze zal ook geautomatiseerd zijn en steunen op artificiële intelligentie. Zowel de data om deze AI te trainen, als de halfgeleiders (chips) die de basis leggen voor hun ongekende rekenkracht, zijn meteen ook de inzet van strijd. Misschien was het de moeite geweest om ook meer stil te staan bij de militaire applicaties van artificiële intelligentie. Zeker nu we vandaag de eerste AI-gedreven bombardementen zien in Palestina. Ongetwijfeld is dit voor wereldleiders allerminst een detail wanneer ze elkaar proberen de toegang tot data of grondstoffen voor halfgeleiders te ontzeggen en een ware subsidieoorlog voeren om hun ‘eigen’ bedrijven te bevoordelen. 

    De multipolaire wereld die niet zal zijn

    We delen de verontwaardiging van Mertens over de praktijken van de multinationals en de imperialistische regeringsleiders. Er is een ellenlange geschiedenis van neokoloniale uitbuiting, agressie en geweld om de dominante positie van het westerse kapitalisme zeker te stellen. De oproepen van Mertens om het allemaal wat ‘eerlijker’ aan te pakken en voor een ‘faire wereldhandel’, lijken op wishful thinking. Het doet denken aan de utopische benadering van de arbeidersbeweging bij haar ontwaken in de 19e eeuw, vóór het marxisme een wetenschappelijk inzicht in het kapitalisme ontwikkelde. 

    Frederick Douglas stelde: “If there is no struggle, there is no progress.” Op de vraag wie die strijd voert, slaat Mertens de bal soms mis. Hij wijst terecht op de werkende klasse in Europa en de VS. Maar daarnaast ook op regimes die ‘muiters’ zouden zijn omdat ze tegen de directe belangen van het VS-imperialisme ingaan. Die regimes, vooral de BRICS, zouden volgens Mertens aan de basis liggen van een tendens naar een multipolaire wereld. Machtsblokken die elkaar in evenwicht houden, zouden de vrede garanderen. 

    Dit is zonder meer een illusie. De ‘muiters’ waar Mertens op doelt, zijn immers ook kapitalistisch en handelen in het belang van hun eigen binnenlandse kapitalistische klasse. Daarbij schuwen ze het niet om zich even roofzuchtig te gedragen als de ‘grote jongens’ in het westen. Zo claimde Venezuela recent ongeveer een derde van buurland Guyana (toevallig een olierijk gebied). Een wereld met vele kleine imperialisten zou geen breuk vormen met agressie, oorlog, annexaties en uitbuiting van iedereen die zwakker is dan zijn buurland. 

    Het belangrijkste probleem met de redenering van Mertens is dat er vandaag geen tendens naar een multipolaire wereld is. Er ontstaan twee steeds duidelijker afgetekende vijandige blokken: één rond het VS-imperialisme en één rond het Chinese kapitalisme, met enkele van de BRICS. 

    Deze polarisatie vertaalt zich in een vandaag nog steeds grotendeels ‘koude’ oorlog tussen beide blokken. Het leidt tot een tijdperk van wanorde met meer conflicten, die bovendien elk het potentieel hebben om een bredere oorlog te veroorzaken, zoals vandaag gevreesd wordt in Palestina. 

    Dit is een levensgroot gevaar voor alle werkenden van de wereld. Werkenden die de wereld rond ook steeds meer dezelfde strijd voeren tegen de graaiflatie van de ABCD’s die de wereld verhongeren, tegen klimaatopwarming, tegen oorlog, tegen onderdrukking en reactionaire politiek … Deze strijd van onderuit wordt in het boek de ‘dubbele muiterij’ genoemd en nauwelijks echt aangeraakt. Dit is echter de muiterij die er toe doet. 

    Het is de muiterij van de revolutionaire vrouwenbeweging in Iran, de stakende boeren in India, protesterende gedupeerden van de Chinese vastgoedcrisis, de wereldwijde klimaatbeweging … die onze solidariteit verdient en die we moeten versterken door ze te voorzien van een revolutionair programma om een einde te maken aan het wereldwijde kapitalisme door de centrale productiemiddelen onder democratische eigendom en controle van de werkende klasse te brengen. 

    Wie ‘Muiterij’ leest om ideeën te vinden hoe dat te doen, zal op zijn honger blijven. Tegelijk zal die lezer wel een pak extra argumenten hebben in de strijd voor een socialistische samenleving.

  • Vlaams Belang wil humanitaire ramp in Gaza nog erger maken

    Zo luid extreemrechts toetert over vluchtelingen en vreemdelingen, zo stil zwijgt het over de redenen waarom mensen geen andere uitweg zien dan vluchten. De afgelopen maanden kwamen tienduizenden mensen op straat tegen het bloedbad in Gaza. Het Vlaams Belang had er niets over te zeggen. De ruim 30.000 doden in Gaza, waaronder veel vrouwen en kinderen, zijn voor extreemrechts geen standpunt waard. Integendeel. Het VB blijft vierkant achter de Israëlische staatsterreur staan en pleit er nu voor om de humanitaire ramp nog erger te maken.

    Artikel vanop blokbuster.be

    Hulpverlening onder vuur

    Als reactie op de erg voorzichtige en beperkte uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, verklaarde het Israëlische regime dat de hulporganisatie UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East) medeplichtig was aan de vreselijke terreuraanval van Hamas op 7 oktober. Voor enkele grote imperialistische mogendheden volstond dat om de financiering van UNRWA te stoppen. Dit dreigt de humanitaire ramp in Gaza nog erger te maken, op een ogenblik dat een groot deel van de bevolking al honger lijdt en de infrastructuur (scholen, zorg …) kapot gebombardeerd is.

    UNRWA is een erg specifieke VN-organisatie. Het vervult in de praktijk een aantal overheidstaken zoals onderwijs, zorg en sociale voorzieningen. UNRWA telt 30.000 medewerkers, hoofdzakelijk Palestijnen, en is actief in Jordanië, Libanon, Syrië, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook waar er alles samen 5,9 miljoen Palestijnse vluchtelingen leven. Op de Gazastrook zijn er ongeveer 12.000 personeelsleden. De middelen zijn verre van toereikend en zijn sinds de vorige grootschalige militaire operatie in Gaza afgenomen.

    Gaza kent vandaag een humanitaire ramp. Het Wereldvoedselprogramma stelt dat de overgrote meerderheid van de bevolking op de strook honger lijdt, met een van de ergste hongersnoden ooit die niet het resultaat is van een natuurramp maar door een bewust ingrijpen van de mens. De toevoer van drinkwater werd in oktober reeds afgesloten. Sinds december wordt zeewater gepompt in de tunnels die Hamas zou gebruiken, wat de grond en de toevoer van drinkwater bedreigt. Het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de VN stelt dat slechts een derde van de bevolking nog toegang heeft tot proper drinkwater. Sinds begin november zijn alle scholen dicht. Van de zowat 700 scholen werden er 288 door UNRWA beheerd. Minstens 65 UNRWA-scholen zijn volledig verwoest door de bombardementen. 90% van alle scholen is volledig of gedeeltelijk geraakt.

    De vermeende betrokkenheid van 12 UNRWA-medewerkers bij de aanslag door Hamas van 7 oktober wordt nu gebruikt om de financiering te blokkeren en zo de humanitaire ramp nog verder aan te wakkeren. Oorspronkelijk hadden de Israëlische veiligheidsdiensten het over 4 tot 12 werknemers, waaronder leerkrachten, die een rol speelden van logistieke hulp tot directe deelname aan de aanval van 7 oktober. Negen van de twaalf zijn ontslagen, een tiende kwam om het leven en van twee is de identiteit onbekend. Nog voor er sprake is van een volledig onderzoek, wordt de financiering van UNRWA gestopt.

    Dit betekent concreet dat de reeds rampzalige humanitaire situatie nog erger zal worden. De hongersnood en de afwezigheid van openbare infrastructuur en diensten worden bewust opgevoerd. Extreemrechts in Israël hoopt daarmee de bevolking van Gaza uiteindelijk te verdrijven. Het extreemrechtse Vlaams Belang in België moedigt dat aan. Zo staat het voor een beleid dat zal leiden tot meer vluchtelingen. Nu al zijn Palestijnen sterk vertegenwoordigd onder de vluchtelingen die naar België komen.

    Hypocrisie

    Het Vlaams Belang eist dat alle financiële steun aan UNRWA wordt gestopt. Over de humanitaire ramp en de oorlogsmisdaden had het VB de afgelopen weken niets te zeggen. Na maanden komt extreemrechts nog eens met een standpunt over Gaza en het is meteen om de humanitaire ramp te versterken. Het vorige standpunt op de website van het Vlaams Belang dateert van oktober en had als titel: “Vlaams Belang pleit voor opschorting ontwikkelingshulp Palestina.”

    VB’er Van Rooy eist dat de Vlaamse regering een half miljoen euro terugvordert en elke verdere steun stopzet. Volgens Van Rooy is UNRWA “geïnfiltreerd door Hamas en geïnfecteerd met het verheerlijken en steunen van jihad-terreur en met islamitisch antisemitisme.” Het VB neemt de Israëlische bewering dat 10% van de UNRWA-medewerkers sympathie hebben voor Hamas of Islamitische Jihad klakkeloos over. Het opzetten van scholen, ziekenhuizen en sociale diensten wordt door het VB omschreven als “het cultiveren van het Palestijns-Islamitisch slachtofferschap” dat het “Palestijns vluchtelingenprobleem alleen maar groter maakt.” Van Rooy doopte de Verenigde Naties om tot “Verenigde Nazi’s”, waarbij hij klaarblijkelijk de VN verwart met het VB.

    De standpunten van het VB zijn bijzonder hypocriet. De aanhoudende militaire operaties, de belegering en nu de bloeddorstige staatsterreur met een vreselijke humanitaire ramp leiden tot een uitzichtloze situatie in Gaza. Dat biedt een voedingsbodem voor reactionaire groepen zoals Hamas en Islamitische Jihad. In het verleden zag de Israëlische regering in Hamas een tegengewicht voor de PLO en de opkomende zelforganisatie van Palestijnen, zoals die onder meer naar voren kwam in de Eerste Intifada. Ook het Westers imperialisme aarzelde nooit om reactionaire islamistische groeperingen te steunen als het deze dacht te kunnen gebruiken. Denk maar aan de Amerikaanse steun aan de voorlopers van de Taliban in de strijd tegen de Sovjet-bezetting van Afghanistan.

    Aangezien anti-Joodse uitspraken en geschriften jarenlang een sterke aanwezigheid kenden in de kringen die vandaag het Vlaams Belang vormen, is de huidige bocht rond antisemitisme weinig geloofwaardig. De volledige top van het Vlaams Blok ging mee in het ontkennen van de Holocaust. De eerste voorzitter, Karel Dillen, vertaalde een negationistisch werk van Bardèche. VB-ondervoorzitter Roeland Raes moest in 2001 ontslag nemen nadat hij op de Nederlandse televisie zijn voorheen algemeen bekende negationistische standpunt herhaalde en dit tot controverse leidde. Hij betwistte de echtheid van het dagboek van Anne Frank, maar ook de stelselmatigheid van de jodenvervolging. Raes werd uiteindelijk veroordeeld wegens negationisme. Als het Vlaams Belang zich vandaag uitspreekt tegen antisemitisme is dat enkel omdat zijn islamofobie nog sterker is…

    Wie denkt dat het VB antwoorden heeft op vluchtelingenproblemen vergist zich. Dat wordt opnieuw aangetoond met dit standpunt voor het droogleggen van de UNRWA en dus voor het verder escaleren van een humanitaire ramp, die onvermijdelijk tot een forse toename van het aantal vluchtelingen zal leiden. Terwijl links zich verzet tegen de redenen waarom mensen moeten vluchten, staat het VB zoals steeds aan de andere kant.

  • Chinagate bij extreemrechts. Achter Creyelman staat Dewinter

    Na berichten in de Financial Times, Der Spiegel en Le Monde over betalingen van een Chinese spion aan voormalig parlementslid Frank Creyelman, zet het Vlaams Belang hem aan de deur. Zowel de Chinese interesse in Creyelman als het aanslepen van zijn uitsluiting zijn het resultaat van de nauwe banden met partijleider Dewinter. Dit schandaal maakt duidelijk dat de politici van het Vlaams Belang te koop zijn voor buitenlandse politieke krachten, op voorwaarde dat die dictatoriale trekjes hebben natuurlijk. In hun campagnes toeteren ze over ‘eigen volk eerst’, maar blijkbaar is dat een opstapje naar goedbetaalde spandiensten voor buitenlandse regimes.

    Artikel vanop blokbuster.be

    Internationaal netwerk

    Als Dewinter of mensen uit zijn omgeving een dubieus internationaal bezoek aflegden, was Creyelman vaak van de partij. In 2013 trok hij met Dewinter naar de Syrische dictator Assad. Een jaar later ging hij met toenmalige VB-parlementsleden Jan Penris en Christian Verougstraete feesten op de Krim toen Rusland daar een annexatiereferendum hield. Veel toezicht kwam er volgens journalisten niet aan te pas of het moet op de lokale alcoholvoorraden geweest zijn. Creyelman ging met Dewinter, Anke Van dermeersch en Jan Penris op bezoek bij de Griekse neonazi’s van Gouden Dageraad in 2016. Ze gingen trots op de foto met partijleider Michaeloliakos die nadien tot een celstraf van 13 jaar werd veroordeeld wegens het leiden van een “criminele organisatie.” In 2018 ging Creyelman met de neonazi Kris Roman naar Donetsk. Hij was net als Dewinter meermaals in Moskou te gast.

    We wierpen eerder al de vraag op wie deze uitstapjes betaalde. Nu blijkt dat het niet zozeer gebeurde met de riante middelen die het Vlaams Belang uit de zakken van de Belgische belastingbetalers haalt, maar dat dictatoriale regimes en hun met bitcoin betalende marionetten de VB-politici konden kopen om hen diensten te laten vervullen.

    Geen figuur in de marge van het VB

    Waar Marijke Dillen op het voorzitterscongres van het VB vorige week nog een toespraak mocht houden om de historische continuïteit in de partij te benadrukken, wordt het belang van Creyelman in de geschiedenis van de partij nu bewust geminimaliseerd. Eind jaren 1970 werd Creyelman lid van de Vlaamse Militanten Orde, de knokploeg van het Vlaams Blok die begin jaren 1980 werd veroordeeld als privémilitie. Sinds 1984 was hij bestuurslid bij het VB in Mechelen en sinds 1994 gemeenteraadslid. Tussen 1995 en 2014 was hij parlementslid. In 2009 werd hij door het VB in het Vlaams Parlement aangesteld als voorzitter van de Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese aangelegenheden en Internationale Samenwerking. In 2005 overleed voormalig VMO-voorzitter Bert Eriksson, een zelfverklaarde nazi die nooit naliet om zijn ‘trouw’ aan de Führer van de daken te schreeuwen. Creyelman aarzelde niet om als parlementslid zijn trouw aan Eriksson te betuigen. Daar kan Tom Van Grieken echter niet veel van zeggen. Bij het overlijden van Eriksson bracht hij zelf een eerbetoon “aan deze grootse man.”

    Bij de Russische invasie in Oekraïne moest Van Grieken reeds afstand nemen van Creyelman. Hij deed dit door zijn jarenlange partijmakker te omschrijven als “clownesk” en “potsierlijk.” Van je eigen partijvolk moet je het hebben… Toch bleef Poetin-lover Creyelman gewoon in de Mechelse gemeenteraad zitten voor het Vlaams Belang. Het was enkel voor de buitenwereld dat Van Grieken zich distantieerde van Creyelman.

    Spionage

    Daar komt nu verandering in. Het bericht dat de Chinese spion David Woo beroep deed op Creyelman en hem daarvoor betaalde (in bitcoins) maakt duidelijk dat de internationale contacten van de omgeving rond Dewinter zich niet beperken tot gelegenheidsbezoekjes aan dictators. Der Spiegel, The Financial Times en Le Monde spreken over “honderden berichten” tussen Woo en Creyelman. Het doel was beïnvloeding van de Europese politiek. Met extreemrechts dat een opgang kent in Europa is het niet verwonderlijk dat gezocht wordt naar connecties in die kringen. Op die manier wil het Chinese regime op zijn minst twijfel zaaien rond hete hangijzers zoals de aanval op wat nu de voormalige democratische rechten in Hongkong zijn of over de vervolging van de Oeigoeren in Xinjiang.

    Van Grieken benadrukt dat Creyelman weinig impact had. In de media duiken tegelijk berichten op van VB-parlementsleden die zich welwillend tegenover het Chinese regime opstelden. Anke Van dermeersch wordt daarbij genoemd, net als Kamerlid Steven Creyelman, de broer van Frank en sterke man van het VB in Buggenhout. In 2018 raakte bekend dat Dewinter adviseur was bij een vzw die door de staatsveiligheid werd gevolgd wegens spionageactiviteiten. De organisator van de vzw, Shao Changchun, werd het land uitgezet. Dewinter ging op kosten van die vzw verschillende keren naar China en hij verbleef vijf dagen in Kazachstan. Niet gespeend door enige zin voor ironie werd hij met Anke Van dermeersch naar China gehaald om een cultuurprijs uit te reiken. Op vraag van de vzw had Dewinter een etentje met een directeur van de federale politie. Volgens Het Laatste Nieuws zou Dewinter in 2017 voor 25.000 euro kosten aan de vzw gedeclareerd hebben. Volgens Dewinter zelf een absurd bedrag, maar als je alle activiteiten op een rijtje zet kan je de vraag stellen wanneer Dewinter nog tijd had voor de Belgische politiek.

    Het roept vragen op over de buitenlandse inmenging, maar ook over de bereidheid van directeuren van de federale politie om met extreemrechtse politici te gaan eten.

    Nu Creyelman aan de deur gezet is bij het VB probeert Dewinter afstand te creëren. Hij ontkent dat hij Creyelman in contact bracht met de Daniel Woo en stelt dat hij nooit met Creyelman in China was. Verder zou het contact met Creyelman “verwaterd” zijn. Een Dewinter-boy die vandaag aan Chinese spionage gelinkt wordt terwijl Dewinter zelf een verleden heeft op dat vlak, is dat zo ver gezocht? Het Nieuwsblad schrijft vandaag: “Volgens verschillende bronnen bij de veiligheidsdiensten is er een verband tussen Changchun en Daniel Woo, de spion die contact had met Creyelman. Meer zelfs: ze beschikken over informatie waaruit blijkt dat Dewinter Creyelman zélf in contact bracht met de Chinezen.” Dewinter probeert de schade voor hemzelf te beperken en zijn handen in onschuld te wassen. Een verdienstelijke poging, maar zoals het spreekwoord zegt: “Met alle Chinezen, maar niet met den deze.”

    Behalve persoonlijk gewin – iemand moet de Maserati van Dewinter financieren – en persoonlijk prestige, spelen er ook politieke argumenten in de connecties met dergelijke regimes. Het VB keek jarenlang naar Poetin als een bondgenoot inzake racisme en verdeeldheid. Niet alleen Dewinter, ook andere parlementsleden van het VB gingen in 2011 reeds naar Rusland als ‘verkiezingswaarnemer’ om de kritieken over het oneerlijk verloop ervan te weerleggen. De ideoloog van Poetin, Alexandr Doegin, sprak in 2015 op een NSV-meeting in Antwerpen, die na protest van de Actief Linkse Studenten niet aan de universiteit kon doorgaan.

    Aanvaardbaar

    Het Vlaams Belang probeert zich vandaag ‘aanvaardbaar’ voor te doen. De oproepen van De Wever en de N-VA om de stal uit te mesten, hebben een effect binnen het VB. Het probleem daarbij is dat elke poging om de ranzigheid van de partij af te schrapen zinloos is: onder elke laag zit er nog een. Ook na de roemloze afgang van Van Langenhove en de Chinese exit van Creyelman blijft het VB een partij die opgebouwd is rond een neofascistische kern die teruggaat tot de collaboratie met het nazisme en de extreemrechtse knokploegen van na de oorlog. Van Grieken is zelf een voormalig straatvechter, zelfs indien hij dat verleden communicatiegewijs probeert weg te gommen. 

    De uitsluiting van Creyelman verzwakt de groep rond Dewinter. Eerder moest die vrede nemen met een lijstduwersplaats voor de parlementsverkiezingen (ook al blijft hij lijsttrekker voor de gemeenteraad in Antwerpen). Na het bezoek aan de Griekse neonazi’s in 2016 kreeg Dewinter een blaam en werd Van dermeersch uit het partijbestuur gezet. Toen Creyelman vorig jaar onder vuur lag wegens zijn pro-Russische steun, merkten we op dat Van Grieken de zondebokpolitiek die zijn partij kenmerkt ook intern toepast. Eerst en vooral worden de zwaksten aangepakt, terwijl Dewinter buiten schot blijft. Meer nog: omdat Dewinter openlijk erkende dat hij zich vergist heeft, verklaarde Van Grieken: ‘Het zijn enkel grote mijnheren die hun excuses kunnen bieden’. 

    Het VB probeert zich met het oog op de verkiezingen ‘sociaal’ en ‘aanvaardbaar’ voor te doen, terwijl het eigenlijk vooral bezig is met het verdedigen van de belangen van grote bedrijven en dubieuze buitenlandse regimes. Die grote leugen zit in het DNA van het Vlaams Belang. Met handige publiciteitscampagnes kan je veel, maar niet het DNA van extreemrechts veranderen.

  • Als de macht niet in het parlement ligt, waar dan wel? 

    En hoe kunnen we er democratische controle over krijgen?

    Begin 2022, toen Raoul Hedebouw pas verkozen was als nieuwe PVDA-voorzitter, zei hij aan RTL: “We leven in een klassenmaatschappij en dat willen we veranderen. (…) Ik denk dat we een revolutie nodig hebben.” Wellicht verslikten sommige vrienden van Georges-Louis Bouchez en Bart De Wever zich in hun koffie. Nog geen twee jaar later staat de PVDA op 20% in de peilingen in Wallonië (op de tweede plaats, na de PS volgens de IPSOS-peiling van eind september), 15% in Brussel en rond de 10% in Vlaanderen. En dan moet de verkiezingscampagne nog beginnen! 

    door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

    Wie heeft de macht? 

    In hetzelfde interview maakte Hedebouw nog een terechte vaststelling: “De echte macht in België bevindt zich niet in het parlement. Ik heb al zeven jaar geen macht in het parlement gezien. De macht ligt bij de ministers, in de kabinetten. En wie heeft de touwtjes in handen? Wie lobbyt er steeds? Dat zijn de multinationals.”

    Dat klopt. Hoe is het anders te verklaren dat België in 2020 nog steeds bijna 13 miljard euro aan directe en indirecte subsidies toekende aan fossiele brandstoffen (steenkool, olie, fossiel gas)? (1) Hoe kunnen we anders verklaren dat de veroordeling door het Europees Hof van de belastingvrijstellingen aan multinationals door de Belgische overheid werd aangevochten? De Belgische staat is al zeven jaar in een juridische strijd verwikkeld om 700 miljoen euro aan onbetaalde belastingen van AB InBev, de Britse oliegroep BP, het Duitse chemiebedrijf BASF, Proximus, Pfizer en anderen niet te moeten innen! (2) We kunnen nog wel even doorgaan over de medeplichtige vrijgevigheid van de overheid tegenover belastingontduiking en -ontwijking. 

    Tegenmacht opbouwen

    Hedebouw voegde eraan toe: “Ik geloof in de kracht van de straat en in parlementaire mobilisatie. Het momentum is er, maar het zal tijd kosten.” De vraag is essentieel: hoe kunnen we ten volle gebruik maken van de kracht van een partij als de PVDA – haar duizenden leden, haar vele vakbondsposities, haar talenten en communicatiemiddelen – om het momentum naar echte verandering te versnellen? 

    De beste campagne is sociale strijd. Telkens er verkiezingen aankomen, doen heel wat vakbondsleiders er alles aan om mobilisaties op een laag pitje te zetten. Dat is een gevaarlijke berekening met als doel om de ‘bevriende partijen’ aan de macht te houden. De meest effectieve manier om onze bekommernissen en eisen centraal in het publieke debat te brengen, is door middel van mobilisatie, massabetogingen, stakingen en protestacties. De gevestigde partijen zouden gedwongen worden om zich rond onze noden uit te spreken, in plaats van mee te stappen in een opbod van racisme waarmee vooral het Vlaams Belang wint. Om te vermijden dat extreemrechts de sociale woede afleidt naar haat en verdeeldheid onder onze klasse, moeten we onze eenheid versterken. Dat gebeurt het meest efficiënt in strijd. 

    Zo’n dynamiek is ook belangrijk om vertrouwen op te bouwen in collectieve actie en om ons voor te bereiden op de strijd die na de verkiezingen komt. In september verklaarde Hedebouw in Le Soir: “We moeten ook tegen onze achterban eerlijk zijn: het zal heel moeilijk worden om in onderhandelingen voldoende breekpunten te bereiken op regionaal en federaal vlak.” Sofie Merckx, fractieleidster van de PVDA in de Kamer, verwerpt het idee van regionale bestuursdeelname: “Als Europa zegt ‘jullie moeten besparen in jullie land’, doen we dat dan of komen we samen met de mensen in opstand?” In 2024 zijn er echter ook lokale verkiezingen, “en daar hebben we grote ambities.” 

    Voorlopig heeft de PVDA nog niet uitgelegd hoe het denkt om te gaan met de financiële controle van het Gewest over tien van de negentien Brusselse gemeenten. In Wallonië zijn steden als Charleroi en Luik nog steeds afhankelijk van het Centre régional d’aide aux communes (Crac), een soort Waals IMF dat besparingen en strikte budgettaire orthodoxie oplegt in ruil voor financiële steun. Het budgettaire keurslijf bestaat op alle machtsniveaus en de opstand moet op dezelfde schaal worden georganiseerd om het te doorbreken. 

    De tijd dringt

    De belangrijkste zorg van de PVDA op dit moment is bestuurservaring op lokaal niveau, vooraleer dit op een hoger niveau wordt doorgetrokken. De sociale beweging in de breedste zin van het woord, van vakbonden tot verenigingen, heeft geen gebrek aan ervaringen en talenten. De PVDA kan hen betrekken en de campagne richten op een regering die breekt met het huidige beleid, niet slechts een regering van ‘sociaal beheer’ van het status quo met de PS en Ecolo. Om dit te realiseren, is de kracht en de druk van de volledige arbeidersbeweging in al haar diversiteit nodig.  

    Wij zijn ervan overtuigd dat er een revolutie nodig is, namelijk het einde van het privaat bezit van de belangrijkste productiemiddelen. We denken ook dat een revolutie niet de lucht valt en dat we de weg ernaartoe moeten voorbereiden. Het kapitalistisch systeem is ondergedompeld in een ‘tijdperk van wanorde’ met oorlogen, klimaatcrises, sociale tragedies en politieke polarisatie, met een wedren tegen de monsters van extreemrechts en religieuze fundamentalisten. Om dit het hoofd te bieden, is er een gevoel van urgentie nodig en een duidelijke en open strategie voor de socialistische omvorming van de samenleving.  

    1. Berekeningen van de Federale Overheidsdiensten Financiën en Leefmilieu, gebaseerd op informatie beschikbaar op 15 maart 2021. Le Soir, ‘La Belgique subsidie toujours massivement les énergies fossiles’, 2 mei 2023. 
    2. ‘La justice européenne confirme l’illégalité du régime fiscal belge réservé aux multinationales’, LesEchos.fr, 23 september 2023.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop