Blog

  • Parmalat-schandaal in Italië

    Clare Doyle

    Arbeiders van de belangrijkste productie-vestiging in Italië van "Europa’s Enron" hebben geen enkele sympathie voor de "schitterende acht" die nu opgesloten zitten in de befaamde San Vittore gevangenis van Milaan.

    Onder de opgeslotenen bevinden zich de oprichter en de centrale manager van de Italiaanse voedingsgigant Parmalat, Calisto Tanzi, en vijf andere directeurs, zowel huidige directeurs als voormalige topmensen. Ook twee verantwoordelijken van het boekhoudingsbedrijf Grant Thornton, werden opgesloten. De frauduleuze activiteiten van deze bende en ongetwijfeld nog meer ‘zakenpartners’ brachten het bedrijf op de rand van het faillissement en de mogelijke ineenstorting van het bedrijf.

    Terwijl het drama zich ontplooit, beloofde de voorzitter van de afdeling van Parmalat in Venezuela om zich over te geven en niet onder te duiken (met de woorden: "Ik ben Bin Laden niet"!). Voor de kantoren van de onderzoeksgerechten in Parma stelde één van de centrale verdachten, de voormalige financieel directeur Fausto Tonna, tegenover een aantal journalisen in pure maffia-stijl: "Ik wens jullie en jullie families een langzame en pijnvolle dood toe"!

    Terwijl de jacht om het uitgebreide netwerk achter de verdwijning van 10 miljard dollar in een "zwart gat" verder gaat, staan de jobs van meer dan 36.000 arbeiders in 139 werkplaatsen wereldwijd op de tocht. De vermiste miljarden komen overeen met ongeveer 1% van het Italiaanse Bruto Nationaal Product.

    Vlaggenschip

    Het bedrijf is de voorbije 40 jaar gegroeid van een klein familiebedrijf in de noordelijke stad Parma tot het 8ste grootste bedrijf van Italië en een "vlaggenschip" van het Italiaanse kapitalisme. Het bedrijf is actief in 30 landen waar het melk, water, fruitsap, koekjes en ander voedsel inpakt en verkoopt. Het bedrijf kende een snelle groei in Latijns-Amerika en Oost-Europa. De hoofdzetel van het bedrijf bevindt zich nog steeds in Parma, de thuisbasis van parmesan-kaas, proscuito-ham en de stad die gekend staat als de "voedselhoofdstad" van Italië. Ironisch genoeg werd Parma recent de centrale stad van waaruit de Europese voedselcontrole wordt georganiseerd.

    De stad is echter ook het centrum van het "rode bolwerk" in Italië, met een lange geschiedenis van militante arbeidersstrijd. Een delegee van de vakbondsfederatie Cisl, Angelo Peracchi, verklaarde op een personeelsvergadering op oudejaarsavond dat de arbeiders bereid zijn om strijd te voeren. "Er werken hier ganse families… velen vrezen dat ze hun spaarcenten zullen verliezen omdat het bedrijf en de lokale banken velen van hen aanmoedigden om te investeren in aandelen van Parmalat… De arbeiders zijn hier bovendien sterk georganiseerd in vakbonden". Er zijn nog geen details gekend van strijd die gepland wordt, behalve een rechtszaak tegen de bedrijfsleiding voor geleden schade.

    Consumenten en kleine investeerders organiseren een betoging naar de kantoren van de premier en de nationale bank op 21 januari. Maar er zal meer nodig zijn dan dit. De arbeiders en hun organisaties moeten campagne voeren voor de onmiddellijke nationalisatie (zonder compensatie) van Parmalat, en een programma naar voor brengen van vakbondsstrijd op zowel een internationaal als een lokaal niveau.

    Regering onder vuur

    Er zijn in Italië nog tal van stakingsacties bezig en er is nood aan een algemeen offensief tegen de regering. De economie bevindt zich zelfs zonder de crisis rond Parmalat in de problemen en de lonen volgen de inflatie niet. Zes miljoen Italianen krijgen minder loon dan de minimale overlevingsgrenzen. Het begrotingstekort is 12 miljard euro hoger dan vorig jaar en de grens van 3% van het BNP wordt enkel gehaald door een aantal eigendommen te verkopen, iets wat niet ieder jaar kan herhaald worden. De regering-Berlusconi dreigt te vallen aangezien de coalitie-partners onzeker zijn in verband met hun steun aan de regering. De huidige crisis kan de laatste druppel zijn die de emmer doet overlopen.

    Delen van de Italiaanse heersende klasse die voorbehoud maakten over hoe de advonturier Berlusconi de controle kreeg over de regeringsmachine, zullen mogelijks deze crisis tegen hem gebruiken. Berlusconi is zelf een ‘dubieus zakenmane’ en is nu de rijkste Italiaan met weinig respect voor doorzichtigheid van zijn zaken. Maar hij moet zich zorgen maken over zijn toekomst. Hij hoopt op een verzachting van de Italiaanse wetgeving tegenover bedrijven, wat het net mogelijk maakte dat er nu zo’n fraude-schandaal uitbreekt.

    Dit schandaal gaat in tegen het beleid van Berlusconi en kan ertoe leiden dat er ernstige vragen gesteld worden door de EU, vragen die een impact kunnen hebben op de staatssteun en staatsinterventie die de regering genomen heeft ten aanzien van Parmalat met de aanstelling van Enrico Bondi om de leiding van het bedrijf over te nemen. Er staan niet enkel 4.000 jobs bij Parmalat op de helling, maar ook die van minstens 5.000 boeren in Italië. De regering organiseerde reeds twee kapitaal-injecties, één van 25 miljoen Euro en één van 50 miljoen euro. De regering geeft het bedrijf zes maanden om zich te herstellen.

    Bondi weigerde een voorstel van Tanzi om al diens persoonlijke bezittingen ter beschikking te stellen en zei dat dit onvoldoende zou zijn om de 13 miljard euro schulden aan te zuiveren. Tanzi zelf zou zo’n 500 miljoen euro in zijn eigen zakken gestoken hebben…

    Zoals een lid van Lotta per il socialismo (onze zusterorganisatie in Italië) uit het naburige Modena stelde, is het niet enkel een kwestie van regulering en controle, zoals het voorgesteld wordt door de Minister van Economische Zaken Tremoni. “Het is het kapitalisme zelf dat de oorzaak is omdat het een systeem is gebaseerd op de wetten van de winsten niet op de behoeften van de bevolking, zoals de stakende transportarbeiders, de hostessen van Alitalia,… die vechten voor betere levensomstandigheden of de arbeiders van Parmalat en diegenen die van dit bedrijf afhangen.”

    Bredere gevolgen

    De Securities and Exchange Commission (SEC) in New York stelt dat deze affaire “Eén van de grootste voorbeelden van bedrijfsfraude in de geschiedenis” betreft en is een eigen onderzoek begonnen naar de wijze waarop het bedrijf een zogenaamde brief van de Bank of America over een vermeende lening van 4 miljard dollar had nagemaakt. Er zijn ook onderzoeken naar de niet-bestaande verkoop van melkpoeder aan Cuba voor een bedrag van 620 miljoen dollar waarbij verschillende ‘gerespecteerde’ banken betrokken waren. Het gaat daarbij o.a. om Barclays, Deutsche Bank, Chase Manhattan-JPMorgan, Merrill Lynch en het gerenomeerde bedrijf Deloitte Touche. Een artikel in Liberazione (het dagblad van de Rifundazione Comunista) gaat daar dieper op in onder de titel: “Hoe de bankiers de melkman geholpen hebben”.

    Er waren eerder andere schandalen elders in Europa (Vivendi in Frankrijk, Scania in Zweden en Ahold in Nederland). Het grootste Italiaanse bedrijf, Fiat, vecht voor haar overleven, nadat het decennia-lang uitgemolken werd door een rijke dynastie (de Agnelli-familie). Vergeleken met het Amerikaanse Enron-schandaal enkele maanden geleden, zijn de bedragen in het Parmalat-schandaal beperkter, maar dit schandaal dreigt de kern van het internationale financie-systeem te treffen, zoals werd benadrukt in de Italiaanse krant La Repubblica op 5 januari.

    In plaats van haar activiteiten te onderzoeken, gingen de bazen van Parmalat kwistig om met het geld. Ze kochten voetbalclubs in Rusland, Mexico en Brazilië en hadden zelfs onderhandelingen om de nationale bank van Nicaragua over te nemen, drie jaar voor die failliet ging. Het familiebedrijf van Tanzi bezit ook de Italiaanse Serie A voetbalclub Parma wiens toekomst nu ook onzeker is. Een artikel in het dagblad Il Manifesto stelt dat het team nu hoopt gered te worden door de Russische oligarch Abramovich die eerder Chelsea opkocht…

    Voor de arbeiders van Parmalat in Italië en elders is de enige oplossing het organiseren van strijd om alle oligarchen buiten te krijgen en zelf de touwtjes in handen te nemen

  • Sociale sector in actie

    Interview met Marieke, delegee en militante van de LBC

    Interview door Koenraad Depauw

    De voorbije weken zagen we verschillende strijdbare acties van de sociale sector. Wat was de aanleiding hiervoor?

    Door de beslissing van de Vlaamse Gemeenschap om de subsidies in de gehandicaptensector voor december maar voor de helft uit te keren ging ons loon in die maand slechts voor 60% uitbetaald worden. De rest van ons loon zouden we pas later, in januari, ontvangen, net als de eindejaarspremie. We voerden tweemaal actie in Brussel. Na de eerste actie wilden de ministers zelfs niet aan de onderhandelingstafel komen. Toen we een week later weer in actie kwamen, gaf de regering toe. We zullen nu ons volledig loon én onze eindejaarspremie op tijd krijgen.

    Op 11 december kwamen militanten uit de sociale sector samen om de eisenbundel te bespreken. Welke eisen schuiven jullie naar voor?

    De militanten zijn dit jaar eerst samengekomen in gewestelijke en nationale belangengroepen. Van daaruit is een soort bevraging opgesteld die we aan onze collega’s hebben overhandigd. In totaal werd meer dan 10.000 werknemers in de sociale sector gevraagd wat zij de belangrijkste strijdpunten vinden voor het komende jaar. Als eerste punt, merken we dat de lonen in de sociale sector 17% achterop hinken bij de gemiddelde lonen in andere sectoren. Dit omdat we de voorbije jaren vooral gestreden hebben voor meer verlof, brugpensioen en landingsbanen.

    Vandaag willen we de lonen in de sociale sector op gelijk niveau brengen met de andere sectoren. Dit is een eerste strijdpunt. Onze 45+ CAO, waardoor we op 45-jarige leeftijd recht hebben op meer verlof, loopt ten einde. We willen deze CAO verlengd zien. Ook de CAO rond brugpensioen op 57 jaar loopt ten einde. Deze willen we ook verlengen. Verder willen we een omvorming van de eindejaarspremie (de premie is slechts een percentage van het maandloon) naar een volwaardige dertiende maand. We willen een 36-urenweek met behoud van loon als eerste stap naar een 32-urenweek.

    We hebben in het verleden door strijd te voeren recht gekregen op meer verlof vanaf een bepaalde leeftijd, en vroeger brugpensioen dan in andere sectoren. Wanneer er geen bijkomende aanwervingen komen zorgt dit voor een overbelasting van de jongere werknemers. "Bijkomende aanwervingen!" is ons laatste – even belangrijke – strijdpunt.

    Bij ons wil men nu overgaan tot een enveloppesysteem voor de logistieke ondersteuning, zoals de keuken en onderhoud. Het gevaar is dat de directie zal beslissen het onderhoudspersoneel uit te besteden aan een grote privé-firma. Dit is een aanval op de kwaliteit van bijv. het voedsel, maar ook op de jobs en het statuut van duizenden mensen.

    Het eisenpakket dat jullie naar voor schuiven is heel strijdbaar. Hoe denken jullie deze eisen om te zetten in overwinningen?

    Vanaf januari-februari zullen we beginnen met actievoeren: eerst prikacties, maar later zullen ook stakingen en betogingen volgen. Doordat we in het opstellen van het eisenpakket zoveel, tienduizenden, mensen hebben betrokken denk ik dat heel veel werknemers uit de sociale sector zullen deelnemen aan de acties. We hebben in het verleden de meeste van onze eisen kunnen waarmaken. We zullen er voor zorgen dat dit zo blijft!

  • Waarom sociale conflicten steeds harder worden

    Vrijheidsberoving directieleden Sigma Coatings en Alstom

    Eind november werden 6 directieleden van Sigma Coatings in Manage (Henegouwen) 3 dagen vastgehouden door stakende arbeiders. Kort daarna overkwam de directie van Alstom in Beyne-Heusay (Luik) hetzelfde.

    Eric Byl

    In februari sloten kaders van Cockerill Sambre algemeen directeur Alain Bouchard met enkele directieleden op in de Luikse universiteit. Later gebeurde hetzelfde in de kerncentrale van Tihange. In de jaren ’80 hadden FN-arbeiders hun directie ook al een 2-tal dagen vastgehouden. Welke syndicale delegatie kent niet hier of daar een incident waarbij arbeiders een ondernemingsraad blokkeerden en de leden ervan opsloten tot ze een verklaring hadden afgelegd en/of een voorstel onderhandeld?

    De pers reageert selectief verontwaardigd. Het Vlaams Economisch Verbond wil de vakbonden rechtspersoonlijkheid opdringen en stakerskassen aanpakken omdat die "betalen voor mensen die criminele taken verrichten". Binnenlandminister Dewael stuurde de federale politie.

    Het weekblad Knack stelt daarover: "De socialistische burgemeester Christian Gibeau van Manage heeft er goed aan gedaan ze niet te laten optreden. Het zou tot een uitzichtloos debat hebben geleid. Om die explosie te vermijden, hield zelfs het Verbond van Belgische Ondernemingen zijn veroordeling van de onwettige sociale acties sober." Knack en de meer intelligente strategen van de burgerij wilden geen olie op het vuur gooien.

    Patronaat zet rechtbanken in tegen protest

    De voorbije maanden en jaren werden duizenden arbeiders en hun gezinnen geconfronteerd met bedrijfsherstructureringen, delokalisaties en regelrechte sluitingen. Zelden werden de wettelijke bepalingen en collectieve overeenkomsten gerespecteerd. Bij protest schakelen patroons om de haverklap rechtbanken in om stakerspiketten op straffe van dwangsommen onmogelijk te maken. Werkwilligen worden per helicopter over de stakersposten heen gevlogen en bedrijfsbezettingen worden op gerechtelijk bevel ontzet wegens "schending van eigendomsrecht".

    In de praktijk hebben heel wat patroons het sociaal overleg al lang begraven. Met 19e eeuwse methodes maken ze stakingen vleugellam. Beroofd van ieder ander verweermiddel opteren arbeiders ten einde raad soms voor harde confrontatie. In Frankrijk zagen de arbeiders van Cellatex-Givet in juli 2000 geen andere uitweg meer dan te dreigen om een bijtend zuur in de Maas te lozen. Hun collega’s van de brouwerij Adelshoffen bij Straatsburg dreigden de fabriek op te blazen als hun eisen niet werden ingewilligd.

    Sigma: directie houdt geen woord

    Daarbij vergeleken is de zogenaamde gijzeling bij Sigma Coatings klein bier. In mei 2003 had de directie al een herstructurering aangekondigd met een verlies van 73 jobs. Na 7 dagen staking werd hierover een voorakkoord getekend dat voorzag in brugpensioen voor wie ouder is dan 50 jaar, vrijwillig vertrek, tijdskrediet en een loonsinlevering tot 15%!

    Begin november kondigt de directie echter aan dat ze het akkoord niet zal naleven. Brugpensioen wil ze pas vanaf 52 jaar. Een verzoeningspoging op 17 november mislukt. Alle bedienden worden een week op verlof gestuurd en de directie verdwijnt. De achtergebleven arbeiders onderhouden de machines, aangezien het hier om een Seveso-bedrijf gaat. Van hun directie is geen spoor te bekennen.

    Op 24 november roept de directie een buitengewone ondernemingsraad samen. Ze kondigt een nieuwe herstructurering aan met het verlies van 159 jobs (op een totaal van 279). Ze weigert te onderhandelen over een sociaal begeleidingsplan.

    Daarop beslissen de werknemers de leden van de ondernemingsraad op de vestiging te houden tot de onderhandelingen starten. 3 dagen en heel wat media-aandacht later worden de 6 directieleden vrijgelaten. De directie aanvaardt dat de arbeiders het bedrijf blijven bezetten omwille van de veiligheid. Ze erkent dat er geen vernielingen zijn geweest en zal geen beroep doen op de ordediensten. Ze is bereid te onderhandelen over brugpensioen vanaf 50 jaar.

    Betoging voor werk

    Op de regionale betoging voor werk in La Louvière op 17 december worden de arbeiders van Sigma door de vakbondsleiders geprezen. Er worden toespraken gehouden over reconversie, maar niet over het behoud van jobs. De PS-burgemeester en de algemene secretaris van het FGTB-centre klagen de multinationals en de globalisering aan, maar een overname van Sigma door het gewest komt nooit ter sprake. Een ordewoord om de regio te mobiliseren, het idee van een solidariteitsstaking,… dat blijft uit. Met zo’n vakbondsapparaat is het begrijpelijk dat arbeiders tot het uiterste gaan om niet met lege handen op straat te belanden.

    Wat de arbeiders van Sigma deden was de laatst mogelijke uitweg, een betere optie dan het falende overlegsyndicalisme van de vakbondsapparaten dat alleen maar tot nederlagen leidt. Het vastzetten van directieleden hoort net als de voorbeelden van Cellatex en Adelshoffen thuis in de tradities van een ander syndicalisme: strijdsyndicalisme. Het zijn taktieken die echter thuishoren in de neergaande fase van strijd, wanneer het erop aan komt zijn vel zo duur mogelijk te verkopen. Het kan de zaak deblokkeren, maar kan eveneens – als de krachtsverhoudingen ongunstig zijn – een instrument worden voor de burgerij om de repressie op te drijven.

    Kortom: het vastzetten van directieleden en andere zogenaamd radicale acties kunnen een hulpmiddel zijn, voor zover ze de eenheid van de arbeiders en van de arbeiders met de omliggende gemeenschap niet schaden. Als syndicale strategie moet dit type van radicale actie echter ondergeschikt blijven aan de offensieve instrumenten van strijdsyndicalisme: massameetings op de bedrijven, solidariteitsstakingen en bedrijfsbezoeken door delegaties van de stakers, massabetogingen, mobilisatie van de gemeenschap, opzetten van solidariteitscomités en stakerscomités, etc.

  • Arrestatie Saddam zal verzet niet stoppen

    Standpunt van het Comité voor een Arbeidersinternationale

    Ongetwijfeld was het gevangen nemen van Saddam een psychologische opsteker voor het Amerikaanse en Britse imperialisme. Ze zullen het proberen uit te buiten en voorstellen als een fundamentele verandering in Irak.

    De hypocrisie die opstijgt uit Washington en Londen is opvallend. Tot op vandaag beschermt het VS-imperialisme voormalige dictators, zoals Pinochet in Chili en de Indonesische dictator Soeharto. Ze waren allebei belangrijke vrienden van de VS. Als Saddam Koeweit niet was binnengevallen in 1990, en aan de macht was gebleven, zou hij vandaag wellicht nog altijd een bondgenoot van Washington zijn.

    De ernstige problemen in Irak zullen niet weggaan. Saddams opsluiting zou de eis om het land te verlaten een nieuwe op-stoot kunnen geven. Het zal niet meer zo gemakkelijk zijn om diegenen die zich verzetten ervan te beschuldigen dat ze Saddam terug aan de macht willen brengen.

    De onmiddellijke opflakkering in steun voor Bush is behoorlijk onstabiel, en hangt af van de economische situatie in de VS en de verdere ontwikkelingen in Irak. Blair, van zijn kant, profiteerde niet echt van het gevangen nemen van Saddam. Het niet vinden van "massavernietigingswapens" heeft Blair veel meer beschadigd dan Bush.

    De leefomstandigheden van Saddam, ondergedoken in een primitief hol, toonden aan dat hij de dagelijkse aanvallen op de bezettende troepen niet zelf kon hebben geleid.

    In tegenstelling tot de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en andere landen heeft het CWI – waar LSP/MAS de Belgische sectie van vormt – nooit het dictatoriale regime van Saddam ondersteund. Tegen de tijd dat Saddam in 1979 aan de macht kwam, tijdens een door de VS gesteunde staatsgreep, was hij al verantwoordelijk voor de moord op vele leden van de Iraakse Communistische Partij en op vakbondsleden.

    Socialisten hebben steeds zonder reserves de onderdrukking door Saddam van de linkerzijde, sjiieten, Koerden en anderen veroordeeld, op het moment dat die plaatsvond. We ijverden voor een omverwerping van zijn regime en de vestiging van de heerschappij van de Iraakse arbeiders en arme boeren.

    Bush en Blair juichen met de arrestatie van Saddam geen overwinning voor democratische rechten en gerechtigheid toe, maar voor hun eigen imperialistische doelstellingen. Eind november feliciteerde Bush nog de nieuwe president van Azerbeidzjan, een bondgenoot in de "oorlog tegen het terrorisme", op het moment dat "zijn veiligheidsdiensten de oppositie arresteerden, en nadat onafhankelijke waarnemers de verkiezingen hadden bekritiseerd" (Financial Times, 27 november 2003).

    Net als Bin Laden is Saddam op veel vlakken een product van het Westen. Saddam ontwikkelde in de jaren ’70 meer en meer naar een pro-westerse positie. In de jaren ’80 werd hij door VS-president Reagan omarmd als bondgenoot tegen het Iran van de ayatollahs. In 1983 kreeg Saddam Donald Rumsfeld, vandaag Minister van Defensie in de VS, op bezoek. Rumsfeld keek toen nog naast de martelkamers.

    Onder de Irakezen zullen er gemengde reacties zijn. De Koerden en sjiieten zullen geen traan laten voor Saddam. Anderen, die hem zien als een symbolische strijder tegen het Westen, zullen verbitterd zijn door dit verdere succes van de bezettingsmacht. Een gevoel dat gekoppeld is aan onvrede omdat Saddam zich overgaf zonder te vechten, in tegenstelling tot zijn 2 zonen en een 15-jarige kleinzoon.

    Er zal een groeiende roep zijn aan de bezettingsmacht om Irak nu te verlaten. Naast het pakken van Saddam had Bush echter ook andere doelstellingen, onder meer het installeren van een pro-VS regime. Het imperialisme heeft niet de bedoeling om de Irakese bevolking nu democratisch te laten beslissen over haar toekomst. Er zijn slechts verkiezingen beloofd voor het einde van 2005, nadat een onverkozen vergadering een Grondwet heeft opgesteld.

    Naarmate het duidelijker wordt dat de VS in Irak enkel een onderworpen regering willen, zal het verzet groter worden en een massakarakter beginnen te ontwikkelen.

    Het verzet wordt gevoerd door een breder gamma van gewapende groeperingen, niet enkel medestanders van Saddam. In november schatte de CIA dat er 50.000 opstandelingen waren. Ironisch genoeg was Irak geen basis voor Al-Qaeda voor de oorlog begon, wat Bush stelde. Vandaag is het dat wel. Dit is de achtergrond voor de verandering in beleid van de VS en de poging om versneld de macht over te dragen aan wat zij zien als "veilige handen". Het probleem is: aan wie de macht overdragen? De verschillende politieke, etnische en religieuze groepen komen amper overeen. Zelfs Bush zijn eigen administratie is verdeeld. Het Pentagon sponsort Chalabi’s Iraaks Nationaal Congres; het State Department ondersteunt de Iraakse Onafhankelijke Democraten; de CIA zweert bij het Iraaks Nationaal Akkoord geleid door Alawi, een zakenman.

    De brutale methodes in Irak, onder meer het herinvoeren van bombardementen op bewoonde gebieden als antwoord op de terreuraanvallen, hebben enkel het verzet verdiept. De sociale crisis, erger gemaakt door de neoliberale privatiseringen, hebben voor woede en wanhoop gezorgd. De bezetting wordt terecht gezien als het openbreken van Irak voor de naakte uitbuiting door de Amerikaanse multinationals.

    57% van de Iraakse bevolking vertrouwt de Amerikaanse en Britse troepen "helemaal niet", 22% "niet veel". De VN werd, na jaren van sancties tegen Irak, "helemaal niet vertrouwd" door 37%, "niet veel" door 28%. De religieuze leiders hadden het grootste vertrouwen. Daarom proberen de VS religieuze groepen ook te betrekken in een marionettenregime, wat echter problematisch verloopt.

    Er zijn oproepen van kapitalistische politici en strategen aan Bush om van koers te veranderen en de Verenigde Naties de situatie in Irak te laten ontmijnen. Het enige verschil met de VN zou zijn dat de bezetting niet door één macht – de VS – zou worden gecontroleerd, maar door de leidinggevende imperialistische landen in de VN-Veiligheidsraad, samen met Japan en Duitsland.

    Socialisten pleiten voor een terugtrekking van alle troepen en het recht van de Iraakse bevolking om over hun eigen toekomst te beslissen.

    Charley Richardson, mede-oprichter van "Military Families Speak Out" in de VS, zei dat het pakken van Saddam "het laatste excuus van de Bush-administratie om de bezetting te blijven volhouden, wegneemt. Het zal de vraag waarom we in Irak zijn op de spits drijven."

    In Irak zal er de roep zijn bij velen voor een snelle, open rechtspraak over Saddam. Mogelijk zullen ze een tribunaal, wanneer het er komt, er snel willen doorjagen, om pijnlijke onthullingen over de vroegere relatie tussen de VS en Saddam te vermijden.

    Een echt vereffenen van de rekeningen met Saddam kan er enkel komen op basis van een rechtspraak die wordt georganiseerd door vertegenwoordigers van de Iraakse arbeiders en armen, over alle aspecten van zijn regime. Dit moet worden gezien als deel van de strijd tegen de bezetting en de imperialistische controle over Irak. Het is van fundamenteel belang om een onafhankelijke arbeidersbeweging uit te bouwen die steun krijgt van de stedelijke en rurale armen.

    Internationaal moet er steun worden gegeven aan die activisten die arbeidersorganisaties proberen uit te bouwen, en aan diegenen die vechten voor democratische rechten voor iedereen, ook voor vrouwen en alle etnische groepen en religies. Volgens het CWI moeten er onmiddellijk democratische organen worden opgericht, op alle niveaus, om het beheer van de Iraakse samenleving door de bevolking te laten overnemen. Met daarin democratisch verkozen vertegenwoordigers van de Iraakse arbeiders en arme boeren. Democratisch verkozen en multi-etnische milities zouden de veiligheid moeten verdedigen van de werkende bevolking.

    Een plan van arbeiderscontrole en -beheer van de economie zou moeten worden opgesteld, om de corruptie en de privatiseringen af te schaffen en de productie in dienst te stellen van de hele bevolking. Dit in het kader van de opbouw van een socialistisch Irak en strevend naar een socialistische federatie van het Midden-Oosten.

  • Uitgewezen door de ULB, opgelicht door Dewael

    17 DECEMBER WAS de beslissende zwarte dag voor de Iraanse vluchtelingen en hun medestanders. Enkele uren voor de veroordeling van de leden van het Collectief, belegerde de politie de ULB – op aanvraag van de directie – om het 50-tal Iraanse vluchtelingen die nog standhielden met hun bezetting te verdrijven.

    Thierry Pierret

    De ordetroepen verwijderden alle bezetters uit de Honoris Causa-zaal en lieten de lokalen van de studentenbeweging – waar vrouwen en kinderen sliepen – beschadigd achter.

    De Iraniërs werden doorverwezen naar verschillende open centra. Een van hen is bij gebrek aan plaats zelfs naar een gesloten instelling gebracht. De vice-voorzitter van de Raad van Bestuur, Fabrizio Bucella, rechtvaardigt de beslissing tot uitzetting met zogenaamde veiligheidsredenen (de ULB sluit z’n deuren tijdens de kerstvakantie). Hij gebruikte ook het voorwendsel dat de bezetting de overeenkomst tussen de Iraniërs en de minister van Binnenlandse Zaken Dewael niet zou respecteren.

    Dit is gewoonweg schandalig. Ze hadden juist hun hongerstaking beëindigd op 14 november naar aanleiding van een akkoord met Dewael. Dit akkoord stelt dat diegenen waarvan de asielaanvraag werd afgewezen, opnieuw een individuele asielaanvraag kunnen indienen. Maar de Iraniërs houden vast aan de bezetting sinds 19 september, zolang de Dienst Vreemdelingenzaken deze nieuwe aanvragen niet ontvankelijk verklaart. De dienst heeft tot nu toe echter nog maar 61 beslissingen genomen over de honderden dossiers! Hiervan waren er slechts 17 positief…

    De uitzetting van de Iraniërs bleef niet zonder reactie van de kant van de studenten. Een 300-tal studenten betoogden. Opnieuw kwam de politie tussen, en dat zelfs op de campus! Dat toont aan welke houding de overheid bereid is aan te nemen tegenover om het even welke protestbeweging.

    Voor ons illustreert deze kwestie ook het failliet van de strategie van de studentenvertegenwoordigers in de Raad van Bestuur die het steuncomité leidden. Ze beklemtoonden de noodzaak om een confrontatie met de leiding van de ULB te vermijden, zelfs wanneer die haar neus optrok voor het ter beschikking stellen van de infrastructuur van de universiteit aan de Iraniërs. Zelfs ook wanneer die ultimatums stelde om hen aan te zetten te vertrekken.

    EGA/ALS heeft van bij het begin actief deelgenomen aan de strijd van de Iraniërs. We beklemtoonden de nood om de beweging te verbreden, zowel binnen als buiten de universiteit. We deden dit om een eenheid te bekomen tussen studenten en arbeiders, eerder dan met de hoge pieten van de universiteit die de eisen van de Iraniërs slechts in woorden ondersteunden. In de praktijk staken ze hen stokken in de wielen. We willen het bilan maken van deze beweging met zij die actief betrokken waren in de steunacties, om zo gezamenlijk de lessen te trekken voor de toekomst.

  • Proces Semira: Rijkswachters veroordeeld

    Op 12 december sprak de correctionele rechtbank haar vonnis uit in het proces van de 5 rijkswachters (ondertussen federale politie-agenten) die de jonge Nigeriaanse vluchtelinge Semira hadden verstikt met een kussen in 1998. Daarmee wilden ze verhinderen dat ze om hulp riep tijdens haar uitwijzing. 3 onder hen krijgen 12 maanden met uitstel, een 4e (die de uitwijzing van Semira leidde) kreeg 14 maanden met uitstel. De 5e kreeg vrijspraak.

    Deze rechtszaak is op een schandalige manier verlopen. De sympathisanten van de vluchtelingen, die hun zaak wilden ondersteunen op het proces, konden de rechtszaal niet binnen omdat de vrienden, ouders en collega’s van de rijkswachters al binnen waren gegaan door een zij-ingang. Ex-Ecolo parlementair Vincent Decroly werd gewelddadig tegen de grond gegooid door een politie-agent toen hij de zaal probeerde binnen te gaan. Nog talrijker waren de activisten die het gerechtsgebouw zelfs niet binnenkonden, omwille van de indrukwekkende politiemacht die de ingang had afgezet.

    Op 17 december sprak een andere kamer van de correctionele rechtbank haar vonnis uit over de 18 leden van het Collectief Tegen Uitwijzingen. Ze werden het voorwerp van even zware als bij de haren getrokken beschuldigingen, voor feiten die zich afspeelden tijdens betogingen voor het gesloten centrum 127 bis. Gewapende bendevorming, poging tot brandstichting, hulp aan vluchtelingen die probeerden te vluchten, diefstal met bedreiging van een wapen,… Zelfs de advocaat-generaal moest erkennen dat al die beschuldigingen weinig steek hielden. De rechtbank heeft nochtans 4 boetes uitgedeeld, naast 7 gevangenisstraffen van 8 dagen tot 2 maanden met uitstel, voor kleinigheden als het "stukmaken van een afsluiting" (het losmaken van enkele draden in een afsluiting rond 127 bis!).

  • Verzet tegen neo-liberalisme in Nigeria

    Interview met Segun Sango, algemeen-secretaris van de Democratic Socialist Movement (zusterorganisatie van de LSP in Nigeria)

    Het laatste jaar is Nigeria een aantal keer in het nieuws geweest met algemene stakingen tegen de prijsverhoging van de benzineprijzen. Wat was de positie van de DSM in deze bewegingen?

    De DSM heeft zich altijd verzet tegen het hele neoliberale beleid van de regering. De prijsstijgingen van de olie zijn daar slechts 1 symptoom van. Het zorgt voor een verharding van het lot van de werkende bevolking. Als de olieprijzen stijgen, stijgen ook de andere prijzen. Daarom waren we vanaf dag 1 betrokken in de beweging.

    We brachten een statement uit en riepen de georganiseerde arbeidersbeweging op om naar een algemene staking te gaan. Daarbij richtten we niet enkel eisen naar de vakbondsleiding. Via de DSM en de NCP (een radicaal-democratische partij die bekend werd met haar strijd tegen de voormalige militaire dictatuur en waarbinnen de DSM als marxistische stroming opkomt voor een socialistisch programma, nvdr) namen we het initiatief voor een bredere coalitie van groepen, van prodemocratische groeperingen, etc. Dit was de Joint Action Council against Fuel Hike, waarmee we beslisten om een dag van protesten te organiseren. Gelukkig werd ons voorstel voor een algemene staking aanvaard. We verspreidden hiervoor 1000-en pamfletten om de idee te populariseren. Dit mondde uit in de staking van juni-juli.

    Onze interventie was zo effectief dat alle linkse activisten en NLC-leiders (Nigerian Labour Council, de overkoepelende vakbondsorganisatie in Nigeria) op de dag van de staking naar onze rally kwamen. Het was ook de enige plaats waar de politie naartoe kwam. Door de agressieve houding van de ordediensten kwam het toen tot een "running battle" met de politie. We hadden ook heel wat media-aandacht tijdens de staking. In de Financial Times stond een foto met onze spandoek. Tijdens die staking gingen we de arbeiderswijken in Lagos langs om steun voor de acties te ontwikkelen. Dit was de eerste staking.

    De NLC-leiders hadden een heroïsch gevecht geleverd, maar die strijd niet verder gezet. Anders zouden ze in confrontatie zijn gekomen met het regime. Niet onverwachts maakte de regering daarvan gebruik om in oktober de prijzen opnieuw te laten stijgen.

    We voerden opnieuw campagne om de algemene staking te hernemen. Op basis van onze vroegere interventie erkenden de vakbondsleiders onze rol en riepen ze verschillende organisaties van de "civiele maatschappij" samen. Er kwam een nieuwe coalitie: de Labour Civil Society Coalition (LASCO). Terwijl we voor dit breder platform mobiliseerden, brachten we onafhankelijke politieke verklaringen naar buiten over de strategie van de staking. Die hebben we massief verspreid. Het leek een erg succesvolle staking te worden. We raadden de bevolking aan om onder meer voedsel te stockeren. De dag voor de staking werden de banken platgelopen.

    We argumenteerden ook voor het opzetten van actiecomités voor het in de praktijk zetten van de stakingsbeslissingen en als potentiële organen van arbeidersmacht. Omwille van onze rol in de voorbereiding van de staking werd ik door een vergadering van vakbondsactivisten in Lagos gevraagd om op het Nationaal Uitvoerend Bestuur van de NLC te spreken over welke strategie er nodig was. De houding van de nationale vakbondsleiders op die vergadering was niet vijandig, maar ze hadden duidelijk geen onafhankelijke klassevisie. Het is geen gebrek aan moed. Ze hebben gevochten, maar met botte wapens. Ze zijn ook niet in principe tegen de privatiseringen. Ze vechten vanuit het standpunt van de algemene staking als instrument van concessies, niet als middel om de samenleving te veranderen. "Jullie programma is onpraktisch", stelden ze.

    Ik bracht daartegenover onze ideeën en methodes naar voor, de onmogelijkheid van de vakbondsleiders om binnen het kapitalisme blijvende verbeteringen af te dwingen, etc. We hebben ons nooit opgesteld als zomaar adviseurs van de vakbondsleiders. We behielden steeds ons onafhankelijke programma.

    Ironisch genoeg zag president Obasanjo, in tegenstelling tot de vakbondsleiders, de algemene staking wel als een bedreiging voor het regime zelf. Hij viel in discussies met de vakbondsleiders ook onze rol aan in de beweging. Daarbij stelde hij ons voor als "drugsverslaafden", die weliswaar mensen niet in fysieke zin beroofden, maar die hun "subversieve ideeën" van deur tot deur verspreidden.

    Jammer genoeg werd de staking op het laatste moment afgeblazen, omdat de regering afkwam met concessies. De vakbondsleiders vielen in de val van de heersende klasse. De oliemultinationals zegden dat ze alles zouden aanvaarden, dat ze zouden afzien van de prijsstijgingen. Wij hadden kritiek op het afzeggen van de staking. Er was eerst een discussie en consultatie nodig geweest binnen het platform van LASCO. Waarom heb je anders een platform? Op de tweede plaats – gezien de geschiedenis van verraad en niet nagekomen beloften van de regering en de heersende klasse – zouden de NLC-leiders aangedrongen moeten hebben op een reële prijsdaling.

    Jammer genoeg werden we vrij brutaal in het gelijk gesteld. De olieprijzen zakten niet reëel. In de plaats van de staking te hernemen, wilden de vakbondsleiders nu een discussie met de regering organiseren. Je kan soms onderhandelen met kapitalisten, maar het is een foute benadering om te denken dat de kapitalistische klasse een fundamentele politiek voor de werkende massa’s kan doorvoeren. Er is strijd nodig om zaken af te dwingen. Enkel wanneer je het hele systeem omverwerpt en een socialistisch alternatief opbouwt, kunnen verworvenheden definitief worden.

    We vinden nu nog dat de NLC-leiders de strijd zouden moeten hernemen tegen het bedrog van de regering en de oliemultinationals. Tegelijkertijd vinden we dat "labour", de georganiseerde arbeidersbeweging, initiatieven zou moeten nemen om een nieuwe, massale arbeiderspartij op te richten.

    In welk stadium van ontwikkeling zitten we momenteel met de DSM?

    Het beste moet nog komen. We worden meer en meer relevant voor de dagelijkse strijd van arbeiders en jongeren. Verschillende kameraden kwamen op TV, wat een uitdrukking is van onze rol in bewegingen. Onze activiteiten krijgen regelmatig aandacht in de burgerlijke pers. Onze aanwezigheid op het Nationaal Uitvoerend Bestuur van de NLC staat niet los van dit groeiend profiel. Een lid van de NLC verbood toen hij nog in de textiel-vakbond zat daar de verkoop van ons blad. Nu zat ik links van hem op die vergadering van nationale vakbondsleiders. In Lagos, de hoofdstad, hebben we al een zekere massa-invloed. Tijdens de verkiezingen werd ons in een district van Lagos een senaatszetel ontstolen. Iedereen in dat district was er na de verkiezingen van overtuigd dat onze kandidaat had gewonnen. De fraude vanwege de regering bij verkiezingen is echter een bekend gegeven. We staan aan het begin van het worden van een massakracht.

  • Extreme nationalisten winnen Servische verkiezingen

    Bij de Servische parlementsverkiezingen van 28 december won de extreem-nationalistische Servische Radicale Partij (SRS) met 25% van de stemmen waarmee ze bijna een derde van de zetels binnenhalen. De SRS wordt geleid door de oorlogsmisdadiger Vojislav Seselj die momenteel in het Nederlandse Scheveningen wacht op zijn rechtszaak in Den Haag.

    Tim Lessels

    Tijdens de anti-Milosevic revolte in december 2000 werd door woedende arbeiders met stenen gegooid naar Seselj die gezien werd als een vertegenwoordiger van het regime. Sinds de neo-liberale pro-europese regering van de Democratische Oppositie van Servië (DOS, een coalitie van verschillende partijen) aan de macht kwamen na de val van Milosevic, hebben de verslechterde economische situatie, de privatiseringen van staatseigendommen, aangehouden corruptie en de ‘nationale vernedering’ met het VN Tribunaal voor ex-Joegoslavië, geleid tot een groeiende steun voor de nationalisten.

    De nationalistische retoriek baseert zich op een populisme dat ingang vindt omwille van de bitterheid tegen de harde economische maatregelen die opgelegd worden door de EU, het IMF en andere kapitalistische instellingen en doorgevoerd werden door de DOS-regering.

    Ondanks de overwinning van de SRS staan de ‘pro-democratische’ neo-liberale partijen onder zware druk om een coalitie-regering te vormen en de SRS uit te sluiten van regeringsdeelname. Het Westerse imperialisme is bang dat de SRS in de regering zou leiden tot verdere onstabiliteit in de regio wat de liberale hervormingen zou aantasten en de perspectieven voor toenadering tot de EU zou ondermijnen, wat uiteindelijk zou ingaan tegen de economische belangen van Westerse bedrijven.

    Het Britse dagblad ‘The Guardian’ schreef over de potentiële onstabiliteit en stelde dat dit een impact zou kunnen hebben op de eenheid tussen Servië en Montenegro: " De overwinning van de Radicalen, los van het feit of ze in staat zullen zijn deel te nemen aan de regering, zal leiden tot een versterking van de anti-Servische standpunten van de Albanese Kosovaren en zal de regering in Montenegro inspireren om de eenheid met Servië te breken."

    Ondanks de verdeeldheid onder de leden van de voormalige DOS-coalitie, zal er wellicht een coalitie komen van de Democratische Partij van Servië geleid door president Kostunica, de Democratische Partij van de vermoorde Zoran Djinjic en een aantal kleinere partijen als G17 en de monarchistische Servische Vernieuwingsbeweging – Nieuw Servië.

    De SRS kan echter een blok vormen met de ‘Socialistische’ partij van Milosevic die 7% haalde en daarmee kan het vermijden dat de andere partijen over een 2/3-meerderheid beschikken om bepaalde wetgeving tegen te houden. Milosevic leidde de ‘Socialistische’ partijlijst bij de verkiezingen en werd verkozen in het parlement vanuit de gevangenis. Hij zal bijgevolg zijn zetel niet kunnen opnemen.

    De verkiezingen vonden plaats tegen de achtergrond van de rechtszaak in Den Haag en de moord op de voormalige premier Zoran Djindjic. De rechtszaak wordt, zeker buiten Servië, gezien als een toonbeeld voor de nieuwe rechtsstaat die er na Milosevic moet komen in Servië. Het is echter onwaarschijnlijk dat de waarheid achter de moord op Djindjic naar buiten zal komen tijdens de rechtszaak. Dit zou bovendien politiek potentieel erg explosief zijn.

    Het verhaal doet de ronde dat de Zemun bende (de lokale maffia in Belgrado) een staatsgreep voorbereidde samen met extreme nationalisten en para-militaire aanhangers van het oude regime. Er kan echter ook aangenomen worden dat de moord een gevolg was van de banden tussen de toenmalige regering met rivaliserende maffia-groepen. De omgeving van Djindjic was nauw verbonden met de Zemun-maffia. De mogelijkheid van een interne afrekening binnen de maffia is dus niet uitgesloten.

    De banden tussen de regering en de georganiseerde misdaad samen met de aanhoudende corruptie na de val van Milosevic, hebben veel neo-liberale politici gediscrediteerd en de ‘westerse democratie’ in het algemeen. Een logisch gevolg is een groot cynisme en apathie onder brede lagen van de bevolking.

    Socialisten zouden in zo’n situatie oproepen om blanco te stemmen aangezien geen enkele partij de belangen van de arbeiders verdedigt. De oproep voor een blanco stem zou nuttig zijn om de nood aan arbeidersverzet tegen privatiseringen en neo-liberale aanvallen sterker naar voor te brengen.

    Er is nood aan een nieuwe arbeiderspartij en de vakbonden zouden er concrete stappen toe moeten zetten. In de afwezigheid van een dergelijk initiatief, kunnen de nationalisten electoraal terrein winnen.

    De SRS en de ‘Socialistische’ Partij hebben echter geen enkele oplossing voor de problemen waarmee de bevolking geconfronteerd wordt in het land. Ze brengen enkel populistische eisen naar voor, terwijl ze in de praktijk opkomen voor een protectionisme.

    De arbeiders en jongeren moeten zich organiseren tegen de nieuwe regering en tegen het chauvinisme door eenheid te creëren onder de arbeiders van verschillende etnische afkomsten, nationaliteiten,… om de gezamenlijke klassebelangen te verdedigen.

  • Verenigde Staten: welke oppositie tegen Bush?

    Interview met Philip Locker (Socialist Alternative)

    Wat is momenteel het bewustzijn in de VS tegenover de oorlog in Irak? Is het karakter van de beweging tegen de bezetting veranderd?

    Na het officiële einde van de oorlog in mei kwam de anti-oorlogsbeweging in een neergaande fase. De steun voor Bush en nationalistische gevoelens zaten in de lift. Het gevoel was dat het om een relatief pijnloze oorlog voor de VS ging. De laatste maanden is dat, als gevolg van de concrete ervaring met de bezetting, veranderd. Miljoenen arbeiders zien vandaag de concrete realiteit van de oorlog. De illusie van een snelle oorlog en een pijnloze bezetting is weggevallen. De leugens van Bush werden doorprikt: er werden geen massavernietigingswapens gevonden. Het groeiende aantal doden en de kost van de bezetting hebben de tegenstand doen groeien. De arbeiders zien dat zij betalen in de vorm van besparingen in de sociale voorzieningen en het onderwijs.

    Wat de beweging tegen de bezetting betreft: die is kleiner geworden, maar begon in september-oktober terug op te leven. Voor velen was het echter eenvoudiger om je tegen een nakende oorlog te verzetten, dan een bezetting te bevechten. Bij progressieve intellectuelen en pacifisten is er veel verwarring over de bezetting. De redenering is dat een terugtrekking zou leiden tot een uiteenvallen van Irak, burgeroorlog en etnische zuivering. De conclusie bij sommigen is dat we niet kunnen ingaan tegen de bezetting, of dat dit via de VN moet gebeuren.

    Wij moeten geduldig uitleggen dat er vandaag niet zoveel actie is door de logica van de situatie. We worden niet geconfronteerd met een nakende oorlog. Tegelijkertijd is er een enorme dorst naar een analyse, programma en strategie. Wij benadrukken vandaag meer het belang van publieke meetings, teach ins, etc. We verdedigen een consistente anti-oorlogspositie en leggen het karakter van het VS-imperialisme uit, beklemtonen het recht op zelfbeschikking van de Irakese bevolking, de noodzaak om de troepen terug te trekken,…

    Eén van de best georganiseerde delen van de beweging is vandaag de soldaten en hun families. Er is een enorme woede onder de soldaten. Ze hebben het gevoel dat er tegen hen gelogen is: dat de oorlog helemaal niet ging om massavernietigingswapens. Ze werden niet verwelkomd als bevrijders. Elke dag worden ze beschoten en gedood. Er groeit een enorme oppositie onder de soldaten. Bush heeft ook geprobeerd om het salaris van de soldaten met 1/3 te verminderen, dat is er echter niet doorgekomen. De fondsen voor veteranen werden verminderd.

    De Bush-administratie verwachtte dat ze slechts 60.000 soldaten zou nodig hebben. In realiteit zitten er nu 130.000 en zijn er nog meer nodig. Maar de VS zetten al veel soldaten in in de rest van de wereld. De lengte van het verblijf in Irak van de soldaten werd ook verlengd, wat bij velen tot woede heeft geleid. Veel soldaten zijn ondertussen moe en gedemoraliseerd.

    Op de betoging tegen de bezetting van 25 oktober waren er grote contingenten van de campagnes "Military Families Speak Out" en "Bring The Troops Home". Een ander positief teken was dat er meer Afro-Amerikanen deelnamen dan op vroegere betogingen. De arbeiders-oppositie tegen de oorlog is gegroeid: 60% van de bevolking was bijvoorbeeld tegen de extra 87 miljard dollar die Bush vroeg voor zijn "oorlog tegen het terrorisme". Dit is verbonden met de economische crisis, de besparingen van de regering-Bush en de belastingverlaging die voornamelijk de rijken ten goede komt.

    Is er vandaag meer een opening voor arbeidersstrijd?

    Met de explosie van de anti-oorlogsbeweging veranderde de situatie. Daarvoor waren er de beursschandalen zoals bij Enron. De laatste maanden was er een reeks van stakingen. Het thema van de gezondheidszorg wordt belangrijker: die wordt betaald door de bedrijven zelf, maar ze proberen de kosten nu af te wentelen op de arbeiders. Er was bijvoorbeeld de staking bij de supermarkten.

    Er is veel meer ruimte voor socialistische ideeën en een marxistisch programma. Het enorme vacuüm ter linkerzijde biedt mogelijkheden. Toch zijn er bij jongeren nog veel fundamentele vragen omwille van het gebrek aan politieke activiteit. Er is nog steeds een gebrek aan klassebewustzijn, onder meer door het ontbreken van een arbeiderspartij. Het politieke bewustzijn vertrekt van een lager niveau, hoewel dat ook in Europa het geval is. De vragen die we bediscussiëren zijn de rol van de arbeidersklasse, de potentiële macht van de arbeidersklasse in het veranderen van de maatschappij.

    Er is een zeker scepticisme over de arbeidersklasse als revolutionaire kracht. Ze zou conservatief zijn en nog goed betaald, niet noodzakelijk het instrument voor radicale verandering in de maatschappij. Wij argumenteren dat het bewustzijn in laatste instantie wordt bepaald door de materiële omstandigheden en dat het kapitalisme die niet langer kan garanderen. We beklemtonen de nood van een revolutionaire partij, gebouwd met bolsjevistische methodes.

    Vandaag is er ook discussie ter linkerzijde over de rol van de Democraten, hoe we Bush buiten kunnen krijgen. Wij wijzen op de banden van de Democraten met big business en de noodzaak van een onafhankelijke politieke stem voor arbeiders en jongeren.

    Op welke vlakken is Socialist Alternative momenteel actief?

    Wij bouwen de beweging tegen de bezetting mee op. In Boston voerden we campagne tegen ontslagen bij de Harvard-universiteit. Het is de rijkste universiteit ter wereld, maar we hebben er toch verschillende leden onder de studenten en het personeel. We voeren er campagne binnen de vakbonden opdat ze zich zouden verzetten tegen de ontslagen.

    Ook in Minneapolis zijn de arbeiders van de universiteit in staking. Hierrond voeren we een solidariteitscampagne. We zijn nu ook bezig met een campagne tegen de hoge inschrijvingsgelden aan de universiteiten.

    In Chicago keurde de vakbond AFSCME (met arbeiders uit de publieke sector) onder onze impuls een resolutie tegen de oorlog in Irak goed. Dit was ook het geval in een vakbond voor buschauffeurs waar we leden hadden.

  • Word niet ziek onder Verhofstadt 2

    In de "sociale" praatjes van de regering komen steeds meer gaten. Een reeks artikelen in De Morgen toonde aan hoe de onderfinanciering van de ziekenhuizen de dienstverlening en de betaalbaarheid voor de patiënten onderuithaalt.

    Peter Delsing

    Jaarlijks krijgen de ziekenhuizen 364 miljoen euro te weinig om de taken die hen door de overheid worden opgelegd, in te vullen. In Wallonië eindigden 23 van de 36 ziekenhuizen in 2001 zelfs met een schuld. Volgens professor-doctor Renaat Peleman, van het Universitair Ziekenhuis in Gent, gaan we naar "een Nederlands model met lange wachtlijsten en een tekort aan verpleegkundigen en artsen". Privé-ziekenhuizen lokken de beste artsen met hogere lonen.

    Peleman: "Aan grote verbouwingen of infrastructuurwerken moeten wij ons niet wagen. Daarbovenop komen de lineaire besparingen op een aantal medische prestaties die het gevolg zijn van maatregelen van vorige regeringen." Dank u wel, "sociale" minister Vandenbroucke (SP.a). "De onderfinanciering van de ziekenhuizen en de onwil om beleidskeuzes te maken leiden zonder meer tot een malaise", aldus Peleman.

    Ook de stakingen bij de OCMW-ziekenhuizen in Antwerpen wezen op het probleem. Volgens het ZINA-herstructureringsplan moeten er, naast andere besparingsmaatregelen, 600 van de 6000 jobs weg. Ondertussen zijn het vooral de rijken die zullen profiteren van de fiscale amnestie van de regering, en geeft de regering lastenverlagingen aan het patronaat.

    De kosten worden nu op de patiënten afgewenteld. Bij een opname in het ziekenhuis betaalde je in 1998 gemiddeld 334 euro uit eigen zak. In 2002 is dat opgelopen tot 424 euro. Voor een minister ongetwijfeld een peulschil, voor gewone werkenden, werklozen of gepensioneerden een serieuze streep door de rekening. De maximumfactuur voor de allerarmsten die Vandenbroucke invoerde tijdens de vorige regering is absoluut niet voldoende om de stijgende kosten voor ziekte van de meerderheid van de arbeiders te dekken. Zeker niet met een verouderende bevolking.

    De rijkdom in deze maatschappij is aanwezig: niet bij ons, maar bij de rijkste 5% van de bevolking. LSP/MAS pleit voor een nationale gezondheidsdienst, waarin dokters – ook huisdokters – een vast en fatsoenlijk loon krijgen uitbetaald, en niet betaald worden volgens prestatie. In een socialistische maatschappij is gratis gezondheidszorg een perfect realiseerbare doelstelling. Onder het kapitalisme zullen we meer en meer een klassegeneeskunde voor de rijken op ons bord krijgen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop