Blog

  • In memoriam: het cordon sanitaire (1991 – 2004)

    Om de provinciale kieskringen erdoor te krijgen, heeft de paarse regering vandaag in het Vlaams Parlement moeten beroep doen op de steun die ze kreeg van het Vlaams Blok.

    Geert Cool

    Sinds de beruchte ‘Zwarte Zondag’ van 24 november 1991, toen het Vlaams Blok voor het eerst een nationale verkiezingsdoorbraak maakte, hadden de traditionele partijen afgesproken om niet met het Blok samen te werken en geen politieke afspraken met hen te maken. Deze taktiek kreeg de naam "cordon sanitaire".

    Met LSP hebben wij altijd gesteld dat het cordon absoluut geen oplossing is om de electorale groei van het Vlaams Blok tegen te gaan, als taktiek blijft het immers beperkt tot de gevolgen en dringt het niet door tot de oorzaken waarom het Blok op groeiend kiespubliek kan rekenen. Het cordon houdt geen rekening met het ongenoegen dat aan de basis daarvan ligt. Daarom hebben wij altijd gesteld dat het cordon sanitaire geen nuttig instrument is om het Vlaams Blok te bestrijden. Maar we hebben ook altijd gezegd dat we wel zouden protesteren als het doorbroken wordt, omdat het mee laten regeren van het Blok bijzonder gevaarlijk is.

    Totnutoe hield het cordon redelijk stand. Tot de stemming over de provinciale kieskringen dus. Omdat de groenen en de christen-democraten niet voor stemden, zat de regering met een probleem. Voor een twee-derde meerderheid was de steun van het Vlaams Blok noodzakelijk en uiteindelijk kreeg de regering die ook.

    De prijs die de regering daarvoor betaalt is evident: het wordt voor iedereen duidelijk dat hun verkiezingsstrategie en de verdeling van hun eigen postjes voor hen zodanig belangrijk is, dat ze hun oude principes zonder veel problemen overboord gooien. Bovendien zet dit precedent de deur open voor verdere samenwerking, zeker op lokaal vlak. Waarom niet, nu het zelfs door de Vlaamse regering wordt aanvaard. In Mechelen lanceerde de lokale N-VA eerder deze maand reeds een voorstel om een ‘eenheidscoalitie’ te vormen met alle partijen die in de gemeenteraad zitten, dus inclusief het Vlaams Blok. Dat soort oproepen zal aan kracht winnen door de principeloze houding van de Vlaamse regering.

    Groen!-kopstuk Jos Geysels zei dat de "progressieven" eens "goed moeten nadenken" over wat ze gedaan hebben. Hij bedoelt daarmee dat hij de SP-A verantwoordelijk acht voor het doorbreken van het cordon sanitaire. De SP-A van haar kant zegt dat Groen! zelf verantwoordelijk is voor het feit dat er een twee-derde meerderheid voor de kieshervorming heeft gestemd, aangezien ze zich onthouden hebben en niet tegengestemd. Moest Groen! tegen gestemd hebben, zou er geen voldoende meerderheid geweest zijn. M.a.w beide partijen proberen de hete aardappel door te schuiven naar elkaar.

    Het Vlaams Blok zelf zal deze stemming proberen voor te stellen als een overwinning. Er zal geprobeerd worden om het voor te stellen als een poging om de stemming op het Vlaamse niveau te houden zodat de Franstaligen in het nationaal parlement niet kunnen meebeslissen. Niet dat die beslissing er dan anders zou uitzien… Anderzijds kan de vraag gesteld worden hoever het Blok bereid is om te gaan, vandaag zouden ze wellicht zowat alles goedkeuren als ze daarmee maar een politieke rel kunnen veroorzaken. Voor het Blok doet die kieshervorming op zich er niet toe, haar kiespubliek is voornamelijk een passief publiek dat niet actief betrokken is in de werking van de partij. Neen, voor het Blok telde enkel het feit dat zij verantwoordelijk kon zijn voor het leveren van een twee-derde meerderheid. Dat dit aan de door haar zogenaamd gehate paarse regering was, doet er dan niet veel toe. Dat geeft alvast aan hoe beginselvast de oppositie van het Blok is… met de eerste de beste discussie gaat de partij plat op haar buik om het politieke project van paars te redden!

    Wij protesteren tegen het doorbreken van het cordon sanitaire. Wij protesteren ook tegen de kiesdrempel die nu zal ingevoerd worden waardoor kleinere partijen moeilijker vertegenwoordigd raken. Dat zijn allemaal middelen die erop gericht zijn om te vermijden dat er een echte oppositie zou ontwikkelen. Nochtans maakt o.a. de wijze waarop het Vlaams Blok zich in deze discussie heeft opgesteld duidelijk dat er nood is aan een oppositie die wel consistent is en die zich juist gaat baseren op de arbeiders en jongeren zelf in plaats van alles te zetten op het meespelen van de politieke spelletjes van de paarse regering.

  • Ierland EU voorzitter

    Ierland EU voorzitter

    Het feit dat de Ierse regering de komende zes maanden voorzitter van de Europese Unie zal zijn en het feit dat er Europese verkiezingen zullen plaatsvinden, maakt dat er meer publieke aandacht zal zijn voor belangrijke thema’s die verbonden zijn aan de EU.

    Joe Higgins, parlementslid in Dublin West

    De EU heeft recent de Europese Veiligheidsstrategie gelanceerd, waarbij de basis wordt gelegd voor een Europees buitenlands beleid en, als onderdeel daarvan, de ontwikkeling van een militaire vleugel van de EU die kan worden ingezet buiten de grenzen van de EU. Als we alle gebruikelijke praatjes over vrijheid en democratie in de wereld buiten beschouwing laten, kunnen we het echte verhaal achter deze Europese Veiligheidsstrategie zien.

    De strategie komt er in essentie op neer dat een uitgebreide Europese Unie met een bevolking van 450 miljoen inwoners, met 25% van het wereldwijde bruto nationaal product en als belangrijke economische macht, ook een militaire vleugel moet hebben om zich wereldwijd te positioneren als gelijke aan de belangrijkste en enige echte supermacht van dit ogenblik, de Verenigde Staten. EU-strategen willen de EU hetzelfde politieke gewicht geven als de VS in het Midden-Oosten of Afrika en denken dat een sterke militaire vleugel daartoe noodzakelijk is.

    De Europese Veiligheidsstrategie voorziet in het opzetten van een Europees Defensie Agentschap die o.a. als taak zou hebben om de Europese wapenindustrie te coördineren. De Ierse regering zal dit Agentschap er proberen door te krijgen tijdens haar voorzitterschap. Dit is een bijzonder slecht element. De mensen zullen zich in heel Europa terecht afvragen waarom er miljarden van hun belastingsgeld gebruikt wordt voor onderzoek en het ontwikkelen van wapens die kunnen gebruikt worden om mensen te verwonden en te doden, zeker op een ogenblik dat er al bergen van dat soort wapens bestaan.

    Wij mogen niet in de val trappen van het argument dat een Europees leger zou leiden tot een vreedzamere wereld, net zoals de aanwezigheid van het VS-leger in tal van regio’s niet bepaald leidt tot vrede. Problemen van conflicten en terrorisme komen voort uit de voorwaarden die gecreëerd worden door een wereld waar de winsten van de multinationals centraal staan en de miljarden winsten belangrijker zijn dan de miljarden mensen die te lijden hebben onder armoede, geneesbare ziektes, milieuvervuiling en die het slachtoffer zijn van politieke en religieuze groepen die kunnen groeien in deze condities.

    Er kan enkel een wereld zonder gewelddadige conflicten komen als de macht van de grote kapitalistische bedrijven gebroken wordt. Het zal afhangen van de vraag of de rijkdom en de enorme middelen onder de macht en de controle van de arbeiders, kleine boeren en de boeren in de zogenaamde Derde Wereld, kan geplaatst worden. Bij het doorvoeren van een programma van democratisch socialisme, zal blijken dat er genoeg middelen zijn voor de menselijke behoeften op wereldvlak.

    Het voorstel van EU-grondwet kan een verdere bedreiging vormen van de openbare diensten in Ierland. Het geeft EU-bureaucraten een grote macht om akkoorden te sluiten met ondemocratische organismen als de Wereldhandelsorganisatie, en de mogelijkheid om die akkoorden af te dwingen in de lidstaten door een meerderheidsstemming op Europees niveau. Privatiseringen van cruciale openbare diensten is één gevolg van dergelijke akkoorden.

    De Socialist Party zal met de Europese verkiezingen opkomen in Dublin. Er zal gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden om in deze campagne de noodzaak van een alternatief, democratisch socialisme en socialistisch internationalisme, naar voor te brengen als antwoord op de huidige EU die gedomineerd wordt door de grote bedrijven. We zullen ook van de gelegenheid gebruik maken om een volledig publiek debat te eisen over een aantal belangrijke thema’s zoals wat hier aangehaald werd.

    Dit artikel verscheen eerder in ‘The Voice’, het maandblad van de Socialist Party in Ierland

  • Avondklok: Na Dinant en Seneffe ook in Brussel?

    Richard Fournaux, de burgemeester van Dinant (cdH, de Franstalige christen-democratie) staat aan de wieg van een politieverordening die de samenkomst van meer dan 5 personen tussen 10 uur ‘s avonds en 6 uur ‘s morgens verbiedt.

    De gemeenteraad rechtvaardigt haar beslissing door te stellen dat deze samenkomsten "de openbare orde storen door hun spelen, door hun geroep, en door hun gebruik van alcoholische dranken, enz." De personen riskeren een gevangenisstraf van één dag minimum! In een artikel getiteld "Dinant zal nooit Chicago worden" verklaart de burgemeester dat wanneer "gratuit geweld voorkomt bij jonge volwassenen die zich niet begrepen voelen en die, in naam van de vrijheid van meningsuiting en van bewegingsvrijheid, rebelleren tegen de gebruiken geankerd in het verleden, het toegelaten is de juiste en rechtvaardige grenzen te herdefiniëren." Het is dus op basis van deze fijnzinnige analyse van de situatie dat hij de aanval inzet op de vrijheid van vreedzame samenkomst. De PS-burgemeester van Seneffe gaat in de richting van een avondklok voor de jongeren onder de 14 jaar door uit te leggen dat hij rekening moet houden met een gevoel van onveiligheid van zijn medeburgers. Ducarme verklaart geïnteresseerd te zijn in een gelijkaardige formule in Brussel… Het zijn altijd de kinderen van de armste families die zullen geviseerd worden. Het is altijd gemakkelijker de werkloosheid en de armoede te criminaliseren dan ten strijde te trekken tegen de economische oorzaken die deze problemen teweegbrengen.

    Céline Moulin

  • Flexibiliteit op volle toeren!

    De nieuwe slavendrijvers

    IEDERE DAG werken tienduizenden interimarbeiders in de Belgische bedrijven. Het zijn meestal rechteloze arbeiders aangeworven met weekcontracten: het minste protest leidt tot het niet verlengen van het contract. We ontmoetten een interimarbeider die ons vertelde over zijn arbeidscondities. Aangezien hij moet werken om te kunnen leven, verkiest hij anonimiteit. We noemen hem René.

    Interview door Guy Van Sinoy

    Als we schrijven dat interimarbeiders superuitgebuit zijn, denken sommigen dat we overdrijven. Kun jij ons vertellen over je ervaringen?

    René: "Een slechte ervaring waarover ik je kan vertellen, speelde zich af bij Mamma Lucia, een bedrijf in het industriepark van Nijvel dat industriële lasagna’s bereidt. Het eerste wat opvalt als je het bedrijf binnenkomt, is dat de meerderheid van de arbeiders interimmers zijn – wat illegaal is. Eigenlijk staat de wet enkel interimwerk toe om contractuele arbeiders te vervangen die ziek zijn of op verlof, of ook voor uitzonderlijk werk. Bij Mamma Lucia is de uitzondering de regel!

    "Ten tweede weet je wel wanneer je binnenkomt, maar niet wanneer je terug het werk kunt verlaten. Er zijn geen vaste uren (wat ook illegaal is gezien de uurroosters vastgelegd moeten worden in het arbeidsreglement dat beslist wordt door de Ondernemingsraad, nvdr). Als je in de namiddagploeg zit, begin je om 14u. Maar je kan eindigen om middernacht, of zelfs om 2u of 4u ‘s nachts, afhankelijk van de productiebehoeften."

    Dat betekent dus soms werkdagen van meer dan 12 uur?

    René: "Ik ben wel eens meer dan 14 uur na elkaar op het bedrijf geweest, maar zij rekenen niet op die manier. Mijn werk bestond erin klaargemaakte maaltijden die uit de machines komen te verpakken. Als de productiemachine vertraging oploopt, moeten we in de cafetaria wachten, maar zijn we niet betaald. Het kan gebeuren dat we een uur en een kwart in de cafetaria moeten blijven, zonder dat dit wordt beschouwd als arbeidstijd."

    Het is een bedrijf uit de voedingssector. Wat is het uurloon?

    René: "Het uurloon schommelt rond de 10 euro. De ploegenpremies zijn minimaal: na 22u. bedraagt de ploegenpremie 15%."

    Waaruit bestond het werk?

    René: "De klaargemaakte maaltijden komen van de lopende band en wij moeten ze met de hand in plastic verpakkingen steken, die nadien in een etiketteermachine verdwijnen. Het is behoorlijk stresserend werk omdat we het ritme van de band moeten volgen, rechtstaand met masker, laarzen en handschoenen."

    Is er geen vakbond aanwezig in het bedrijf?

    René: "Ik heb nooit een delegee gezien. Ik veronderstel dat het syndicale gewicht zeer zwak moet zijn, zoniet onbestaande, aangezien de meerderheid van de arbeiders interimmers zijn. Zonder de bedienden te tellen die in de bureaus werken, schat ik dat er een 100-tal arbeiders moeten zijn, waarvan 2/3 interimmers."

    Gezien de arbeiders in contact komen met voedingsmiddelen veronderstel ik dat de interimmers een medisch onderzoek moeten ondergaan om te zien of ze geen besmettelijke ziekten hebben – dat is wettelijk voorzien.

    René: "Ja, dat is mogelijk, maar ik heb nooit een medisch onderzoek moeten ondergaan. Ze vroegen me enkel om propere handen te hebben!"

    Waar vinden we die pizza’s en lasagna’s in de handel?

    René: "Je zult lachen, want het is hetzelfde product dat verpakt wordt onder verschillende merknamen: Mamma Lucia, Carrefour, GB. We stoppen de lopende band, veranderen het soort etiketten en zetten dan de band terug in werking."

    Je werd per week tewerkgesteld?

    René: "Het is zelfs nog erger, omdat ze dagcontracten opstellen. Tijdens een week worden 4 dagcontracten opgesteld, omdat we dikwijls op vrijdag niet werken. Het is echt flexibiliteit op volle toeren!"

  • Tegen het verbod van hoofddoeken op school

    Onder het kapitalistische systeem wordt door de burgerij, haar media, reclame, films,… een beeld van de vrouw naar voor gebracht als een object, een persoon die geen enkel recht heeft. De seksistische ideologie heeft een impact op veel jongeren waar er minder en minder respect is voor vrouwen.

    Fatima

    Tegenover het geweld tegenover vrouwen, willen heel wat jonge meisjes zich beschermen door een hoofddoek te dragen zodat ze niet langer gezien worden als "gemakkelijke meisjes". Die bescherming is in realiteit een onderwerping van de vrouw, wat mogelijkheden biedt aan reactionaire integristische bewegingen die de arbeiders en jongeren nog meer willen verdelen langs etnische en geslachtslijnen, zelfs al kiezen heel wat jongeren er zelf voor om de hoofddoek te dragen.

    Als meisjes een hoofddoek dragen en, terwijl ze door hun leeftijd al kwetsbaar zijn, uitgesloten worden uit de openbare scholen, zullen ze gewoon thuis blijven met de toekomst die hen opgedrongen wordt. Als ze dan al naar islamitische scholen zouden gaan, zal de onderdrukking enkel versterkt worden. Dat is waarom we tegen een verbod op het dragen van een hoofddoek op school moeten zijn.

    De burgerij wil het dragen van een hoofddoek verbieden in naam van de ‘neutraliteit’ en de a-religieuze houding die het onderwijs moet innemen, maar intussen draagt de burgerij zelf bij tot de onderdrukking van vrouwen. Voor de heersende klasse is ‘neutraliteit’ een demagogische term, iets hypocriet. De Franse regerings-leider Raffarin had er bvb. geen probleem mee om naar het Vaticaan te trekken voor de festiviteiten naar aanleiding van 25 jaar pausschap van Johannes-Paulus II.

    De laïciteit op school moet juist voorzien in de vrijheid van opvattingen, religie,… en niet beperkend gaan optreden tegenover meningen en religies.

    Als men een verbod van de hoofddoek op school willen opleggen, zal men geleidelijk aan alle politieke en religieuze meningen proberen te verbieden. Wat volgt? Het opnieuw invoeren van een school-uniform? Als in Frankrijk gesteld wordt dat elk "religieus, politiek of filosofisch kenmerk" moet geweerd worden, zwijgt men uiteraard wel over commerciële merktekens… In dat geval telt de "laïciteit" niet meer!

    De hoofddoek, net zoals de godsdienst, is een individuele kwestie die we moeten respecteren. Het is niet de gepriviligeerde heersende klasse die ons moet opleggen wat mag en wat voor onze kinderen goed zou zijn. Het is aan ons, de jongeren en het onderwijspersoneel, de vakbonden,… om uit te leggen wat de betekenis is van het dragen van een hoofddoek. en het is enkel door onze strijd tegen de kapitalistische samenleving dat effectief iets zal gedaan worden aan de onderdrukking van de vrouwen.

  • Liberalisering elektriciteit: wie niet kan betalen wordt afgesloten

    Een eerste gevolg van de liberalisering van de elektriciteit wordt nu al duidelijk: de energiemaatschappijen kondigden aan dat wanbetalers voortaan niet meer zullen bediend worden.

    Wie af en toe een betalingsachterstand oploopt, komt op een zwarte lijst terecht en zal enkel nog een ‘minimumvoorziening’ krijgen van 6 ampère. Dat zou net voldoende zijn om het licht te laten branden en de TV te laten spelen. Electrabel zou bezig zijn met het treffen van maatregelen om wanbetalers effectief af te sluiten en op een overlevingsrantsoen te plaatsen.

    Bij de liberalisering werd aanvankelijk aangekondigd dat dit "beter" zou zijn voor de consumenten: door de concurrentie zouden de prijzen dalen. Vandaag zien we dat dit niet het geval is. Ook op de elektriciteit moet winst gemaakt worden en dus is het interessanter om van consumenten die niet in staat zijn om stipt de rekening te betalen af te raken. Intussen zijn de prijzen niet gedaald.

    Dit is waar een liberalisering om draait: niet om de dienstverlening of het voorzien in een openbare dienst voor de bevolking. Neen, dat is onbelangrijk. Het gaat om het verdelen van elektriciteit aan diegenen die ervoor kunnen betalen!

    Electrabel maakte de afgelopen jaren grote winsten. In 2000 maakte het bedrijf 27 miljard frank winst. Bovendien zijn de prijzen hoog, en betaalt men meer naarmate men minder consumeert! Sibelgaz rekende 4,16 bfr./kWu aan voor een vermogen van minstens 36 kVA (grote gebruikers); 6,07 bfr. voor een vermogen van minstens 6kVA (veel gezinnen vallen in dit forfaitair tarief); 9,18 bfr. voor een vermogen van hoogstens 6 kVA en een verbruik van minder dan 2.500 kWu (de kleine gebruikers). De kleintjes betalen dus voor de groten. Pas echter op! Het betreft enkel de tarieven voor lage spanning voor particulieren. Met andere woorden, Electrabel realiseert dagelijks een winst van zo’n 2 miljoen euro, maar de hoge tarieven die worden opgelegd aan de kleine gebruikers (die geen keuze hebben) dienen om goedkopere tarieven aan te bieden aan de bedrijven.

    Toen enkele jaren geleden de discussie werd gevoerd over de liberalisering, werd dit verdedigd door de regeringspartijen. Ook Steve Stevaert verklaarde zich toen grote voorstander van de liberalisering. Nu de concrete uitwerking ervan duidelijk wordt, zwijgt Steve in alle talen.

  • Actualiteit van de week

    Economie

    De voorspellingen voor de economische groei in 2004 in de V.S. gaan van 3,9 tot 4,4 %. Hoe sterk de groei ook wordt, de daling van de dollarkoers (t.o.v. de Euro) zal er niet door gestopt worden. De Japanse banken hebben nog steeds een massa leningen uitstaan in dollar. In China blijft de spectaculaire groei van 8 % nog verder aanhouden wat een ernstig gevaar inhoudt voor oververhitting van de economie (inflatie) : door de enorme investeringenskredieten worder er massale hoeveelheden geld in de economie gepompt zonder dan de verkoop van geproduceerde goederen in dezelfde maat toeneemt. Bovendien staat de overheid enorme kredieten toe aan bedrijven die kunstmatig in leven gehouden worden wanneer door de overproductie de afzetmarkt al lang verzadigd is.

    Als gevolg van de catastrofale aardbeving in Bam lijkt er een (tijdelijke) afname te zijn van de spanning tussen de V.S. en het regime in Iran. Ook tussen Korea en de V.S. is er een zekere dooi opgetreden nu er een inspectieteam op bezoek mag naar de kerncentrale in Yang Pyong. Ook kolonel Khadafi zoekt toenadering tot het Westen en wil inspectieteams toelaten op Libisch grondgebied. President Bush zal zeker niet nalaten op deze ‘successen’ tegen het terrorisme op zijn conto te schrijven om hiermee zijn eventuele herverkiezing proberen af te dwingen.

    Irak

    In Irak was er een betoging van 10.000 Koerden voor onafhankelijkheid. De Koerden in en rond Kirkuk zijn in een conflict verwikkeld met Turkmenen en Arabieren uit de regio. Ze eisen controle over de nationale rijkdommen, gewapende grenswachten en een eigen ministerraad. Bovendien willen ze een einde van de arabisatie en een terugkeer van de Arabieren naar hun oorspronkelijke huizen.

    Servië

    De radicale nationale partij (SRS) wint de verkiezingen van 28 december . De partij van Milosovic (SPS) haalt 7,5 % en de partij van ex-president Kostuniça strandde op 15 %. Het is mogelijk dat er eind dit jaar nieuwe verkiezingen georganiseerd worden.

    Israël

    De regering Sharon gaat verder met het bezetten van de Golan hoogvlakte in de grensstreek met Syrië. Hiermee probeert Sharon de aandacht af te leiden van de enorme economische problemen op binnenlands vlak. De werkloosheid is in enkele maanden tijd gestegen van 7 tot 10 %. Sinds de laaste intifada zijn de inkomsten uit het toerisme verminderd met 75 %, de industriële productie is teruggelopen met 5,7 % en de industriële investeringen met 17 %.Het aantal falingen van K.M.O. is vermenigvuldigd met vier. Het BBP krimpte in 2001 met 0,9 % en in 2002 met 1,2 %. In 2003 was er een zeer kleine heropleving van 1,2 %.

    Georgië

    Sakaaschvilli werd verkozen tot president met 85,6 %. Voor de verkiezingen had hij beloofd de economie te herstellen en de pensioenen te zullen verdubbelen. Sinds de herinvoering van het kapitalisme zijn in Georgië de uitgaven voor de gezondsheidszorg met 95 % en voor het onderwijs met 90 % gedaald. De jarenlange politieke en economische bevoorrechting van de Georgische elites door Shevarnadze heeft voor etnische spanningen gezorgd met de Abchasische (gesteund door Rusland) en Zuid -Ossetische minderheden.

    Latijns -Amerika

    60 % van de bevolking in Uruguay stemde in een referendum tegen privatisering van de olie -ontginning. In Guatemala is Berger,de kandidaat van rechts verkozen tot president met 54 % van de stemmen. De opkomst bij de verkiezingen was slechts 45 % omdat de Maya’s, de grootste inheemse bevolkingsgroep de verkiezingen boycotten. De mensenrechtenactiviste Roberta Menchu werd gevraagd om deel uit te maken van de regering. Guatemala is één van de armste landen van Latijns -Amerika : meer dan 50 % van de bevolking leeft onder de armoedegrens.

    De partijleiding van de PT in Brazilië heeft vier ‘radicalen’ , waaronder de populaire Helena Heloïsa (lid van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale) uitgesloten. In het partijbureau steunden 55 op 87 leden de beslissing van president Lula.

    In Haïti was er op 16 december een algemene staking tegen president Aristide. Het waren vooral studenten die op straat kwamen maar ook de armen steunen niet langer de president. Dit betekent dat de regering snel zou kunnen vallen.

    Europa

    In Frankrijk heeft de regering Raffarin de termijn voor de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen teruggebracht van 30 naar 23 maanden : 180.000 mensen hebben hierdoor reeds hun recht op een uitkering verloren. (de schattingen voor het totaal aantal mensen dat zijn recht op uitkering verliest binnen de twee jaar gaan van 650.000 tot 850.000 ! ). Na een zeer zwakke groei voor 2003 in Duitsland wordt er voor 2004 een groei van 1,4 % voorspeld. De Duitse regering gaat uit van een groei tussen 1,5 en 2 %. De adviesraad van Schröder houdt het bij 1,6 %.

    België

    Volgens een (jaarlijks) gehouden TNS Dimarso enquête is 41 % van de Belgen eerder pessimistisch voor de toekomst en verwacht economische moeilijkheden. Het pessimisme is meer uitgesproken bij vrouwen (46%) dan bij mannen (36 %). Slechts 17 % schat het komende jaar rooskleurig in. De Belg verwacht ook meer stakingen in 2004 en dit vooral bij vrouwen, jongeren, Vlamingen en mensen uit de laagste sociale groepen. Slechts 10 % denkt dat we een vredig jaar tegemoet gaan terwijl 45 % een jaar vol internationale moeilijkheden voorspelt. Opvallend is dat meer Vlamingen dan Walen een vredig jaar verwachten.

    De begroting voor 2004 is opgemaakt uitgaande van een groei van 1,8 % (bij een voorspelling van 2 %). Om de begroting in evenwicht te houden werd 1,4 miljard van het door Belgacom overgehevelde pensioenfonds ingeschreven in de begroting van 2004. Althans dat was de bedoeling want het Europees bureau voor de statistiek is niet akkoord met deze manier van ‘creatief boekhouden’ op staatsniveau. De bedrijfsinvesteringen kenden volgens de Belgische vereniging van banken een nulgroei in 2003 en een achteruitgang van 2.5 % in 2002. De magere economische groei in 2003 was dus bijna volledig te wijten (net als in de V.S.) aan de doorgevoerde belastingverlaging(en). 2003 was ook een recordjaar voor het aantal failissementen (+ 5,9 %, 7640 bedrijven : goed voor 21.000 jobs). De werkloosheid staat op het hoogste peil sinds 1997. De werkloosheid zou verder groeien van 8 % in 2003 tot 8,2 % in 2004, en stijgt sneller in Vlaanderen (+ 8,6 %) dan in Wallonië (+ 8,2 %). De RVA stelt een doorgedreven begeleiding voor na 3 maanden uitkeringsgerechtigde werkloosheid.

  • 20 jaar geleden: toen Liverpool Thatcher versloeg

    In de lente van 1984 ging de gemeenteraad van Liverpool in de aanval tegen de conservatieve regering van Margaret Thatcher en werd een belangrijke overwinning geboekt. De strijd in Liverpool was een massale beweging in de vijfde grootste stad van het land gericht tegen besparingen en privatiseringen. De strijd werd geleid door de Trotskisten rond het weekblad ‘Militant’ die toen de leidinggevende kracht vormden binnen de Labour Party in Liverpool. Laurence Coates, nationaal secretaris van Rättvisepartiet Socialisterna in Zweden (onze Zweedse zusterpartij), was in die periode een full-time organisator van Militant in Liverpool (1984-1987) en was voorheen de jongerenvertegenwoordiger in de nationale leiding van de Labour Party (1981-1983). We spraken met hem over de strijd in Liverpool.

    Waarom is de strijd van Liverpool vandaag nog relevant?

    LC: Het toont aan wat mogelijk is als er een partij en een leiding is, die bereid is om een echt gevecht aan te gaan voor de belangen van de arbeiders. In die periode, en zoals nog steeds het geval is, werden door de lokale besturen zware besparingen doorgevoerd met o.a. privatiseringen, verhogingen van de lokale belastingen,… om een antwoord te bieden op de beperktere middelen die de steden en gemeenten krijgen van de nationale overheid. Dit was neo-liberalisme voor die term uitgevonden werd.

    Maar Liverpool was anders. Er was een stadsbestuur waar het beleid, het programma en vooral de tactieken in de loop van de strijd bepaald werden door de sterke Militant organisatie in Liverpool die weigerde om de besparingen die door de regering geëist werden door te voeren. In tegenstelling tot de mythe die door tegenstanders wordt verspreid (dat marxisten altijd alles willen domineren), bestond de Labour groep in de gemeenteraad van Liverpool ook uit andere linkse Labour-leden en zelfs delen van de rechterzijde van de partij. In feite waren onze kameraden numeriek in een minderheid, maar in de meeste gevallen werden onze voorstellen voor acties en onze ideeën aanvaard.

    Vandaag zijn de zogenaamd “linkse” partijen in Brazilië of hier in Zweden begrotingsfundamentalisten: ze leggen sterk de nadruk op een begroting in evenwicht en zelfs overschotten. Marxisten zijn uiteraard niet voor begrotingstekorten, ons alternatief is arbeiderscontrole en democratische planning van de grote bedrijven en banken. Maar in de context van het lokale bestuur, verdedigden we in Liverpool de noodzaak van een begroting gebaseerd op een tekort, waarbij het inkomen niet voldoende zou zijn voor de geplande uitgaven en waarbij er een massale campagne gepland werd om de regering te dwingen om te voorzien in extra middelen.

    Labour won de gemeenteraadsverkiezingen in Liverpool in mei 1983 tegen de nationale trend in, en dat omwille van het compleet andere programma dan dat van Labour in de rest van het land.

    In welke zin was het anders?

    Om te beginnen, hielden we ons aan onze verkiezingsbeloftes. We beloofden om 2.000 ontslagen ongedaan te maken die door het vorige Liberale bestuur werden aangekondigd, en we deden dit ook. De Liberalen hadden de stad gedurende tien jaar bestuurd en hadden alle projecten van de bouw van sociale woningen bevroren. We begonnen met een ambitieus plan om 5.000 nieuwe huizen te bouwen op 4 jaar tijd waardoor er in Liverpool in die periode meer nieuwe woningen zouden gebouwd worden dan in alle andere gemeenten in het land samen. Hierdoor werden bovendien 12.000 jobs gecreëerd in de bouwsector. En dat op een ogenblik dat de werkloosheid onder mannen in Liverpool op 25% stond, onder jongeren waren er delen van de stad met een werkloosheidsgraad van 90%! Inzake de condities van de sociale woningen moest zelfs minister Jenkin van de regering-Thatcher toegeven dat hij nog nooit zoiets gezien had, zelfs hij was geshockeerd.

    We begonnen met het minimumloon van de gemeentewerkers op te trekken tot 100 pond per week (wat voor de 4.000 laagst betaalden een loonsverhoging betekende) en een arbeidsduurvermindering van 39 uur tot 35 uur zonder loonsverlies. Het gemeentebestuur had 30.000 werknemers en was daarmee de grootste werkgever van de regio. De vakbonden van het gemeentepersoneel speelden een cruciale rol in de strijd en hadden een enorme controle over het beleid, zo hadden ze het recht om de helft van de kandidaten voor nieuwe jobs te nomineren.

    We konden al lachen stellen dat wij als revolutionairen eigenlijk nog de enigen waren die “hervormingen” doorvoerden. Daarbij konden we aangeven hoe op basis van strijd zaken konden doorgevoerd worden en dit plaatsen tegenover de resultaten van de reformisten in de Labour Party die niet omkeken naar de belangen van de arbeidersklasse.

    De sociaal-democraten stelden dat de Trotskisten Liverpool op de rand van het faillissement brachten.

    Dat is een leugen! Je mag niet vergeten dat de sociaal-democratische leiders van de Britse Labour Party aan de andere kant van de barricaden stonden in Liverpool. Het was het beleid van Thatcher die ervoor zorgde dat Liverpool bijna bankroet was. De besparingen van Thatcher betekenden dat de stad sinds 1979 zo’n 34 miljoen pond had verloren. De regering hoopte om de lokale besturen de harde besparingen te laten doorvoeren. Moesten we ons daar in Liverpool bij neergelegd hebben dan zouden de begrotingsmiddelen in 1984 11% lager geweest zijn dan in 1980-81. We zouden 6.000 arbeiders moeten ontslaan om de begroting in evenwicht te houden.

    De nationale Labour-leiding voerde in woorden oppositie tegen Thatcher, maar deed niets in de praktijk. Ze stelden tegenover Labour-gemeentebesturen: “doe wat je wil, maar binnen de wettelijke grenzen”. De lokale besturen kunnen beboet worden en ontslagen worden als ze een begroting opmaken waarbij er meer uitgaven dan inkomsten zijn. De gemeenteraadsleden in Liverpool stelden echter dat zij niet diegenen waren die de wet overtraden, aangezien het beter is een slechte wet niet na te komen dan de armste lagen kapot te maken.

    Waar kwam het geld dan vandaan? Militant was ook tegen een belastingsverhoging?

    In die periode waren er veel Labour-besturen die de belastingen verhoogden, soms zelfs heel sterk, om besparingen te vermijden. Wij stelden dat dit geen alternatief was omdat het ook de arbeiders treft. Ook vandaag is dat ons standpunt. In Stockholm bijvoorbeeld is er een bestuur van de sociaal-democraten en de Linkse Partij (ex-communisten) die besparingen doorvoeren en de belastingen verhogen. Het blad ‘Internationalen’ van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale roept het bestuur op om de belastingen te verhogen om besparingen te vermijden. Wij zijn daar tegen en zeggen dat belastingsverhogingen geen antwoord vormen op besparingen doorgevoerd door de regering. Het alternatief is om te strijden voor meer middelen.

    In 1984 voerde Thatcher een wet in die gemeentebesturen die een te hoge belastingsverhoging doorvoerden bestrafte. Daarmee werd iedere uitweg geblokkeerd. In Liverpool stelden we dat een beperkte verhoging aanvaardbaar was, een verhoging overeenkomstig de inflatie en om de diensten van de stad te kunnen uitbreiden.

    Het gemeentebestuur en vooral de aanhangers van Militant zoals Derek Hatton en Tony Mulhearn, de voornaamste leiders van de strijd, legden uit dat de regering miljoenen had gestolen van de bevolking van Liverpool en andere steden. “Geef ons onze 30 miljoen pond terug” werd gesteld in de beweging, waarmee dit ook in het bewustzijn van bredere lagen doordrong. Volgens een opiniepeiling in de Daily Post (24 september 1985) was 60% van de bevolking – in een stad van 500.000 inwoners – het eens met de eis voor meer geld van de nationale regering. Slechts 24% was niet akkoord met die eis. 74% stelde dat ze in het geval van een staking van de gemeente-arbeiders zich zouden neerleggen bij de verstoring van diensten als scholen, afvalophaling,… om zo het gemeentebestuur te steunen.

    En dat terwijl de regering een hysterische campagne voerde tegen ons, een campagne die opgenomen werd door de media en later ook door de nationale Labour-leiding. Meer dan eens dreigde Thatcher om de lokale verkozenen af te zetten en het leger te sturen! Maar wij slaagden erin de steun te winnen van de arbeiders in de stad.

    Hoe werd die steun opgebouwd?

    De rechterzijde in Labour heeft altijd gesteld dat de opvattingen van Militant en van het Trotskisme nooit massale steun zouden kunnen krijgen. Ons ‘extremisme’ zou de mensen afschrikken, werd gezegd. In Liverpool toonden we aan wie de echte extremisten waren: Thatcher en diegenen die de besparingen doorvoerden. Natuurlijk noemden zij ons extremisten. Maar de bevolking aanvaardde die versie niet zomaar. Dat werd bijvoorbeeld duidelijk in een brief aan een lokale krant: “Ik weet niet wie die Leon Trotski was, maar te oordelen naar het aantal huizen die gebouwd zijn in Liverpool moet dit een bouwvakker geweest zijn”!

    Wij hebben altijd begrepen dat de strijd niet beperkt mag blijven tot het parlementaire toneel of tot de zalen van het gemeentebestuur, moet naar de straten, werkplaatsen en wijken moet gebracht worden. Enkel door de arbeiders te mobiliseren konden we Thatcher tot toegevingen dwingen. Zo organiseerden we op 29 maart 1984 een 24-uren algemene staking op de dag dat de begroting moest gestemd worden. Dit was één van de grootste algemene stakingen op stadsniveau ooit, zo werd die actie omschreven in het boek “Liverpool a City that Dared to Fight” van Peter Taaffe en Tony Mulhearn. 50.000 mensen betoogden naar het stadhuis om hun steun te laten blijken voor de positie van het gemeentebestuur. Sindsdien genoot de strategie van het bestuur (het weigeren van besparingen) massale steun. Het dagblad “Liverpool Echo” had een voorpagina met de titel: “Betoging van de massa’s”.

    Hoe was zo’n grote mobilisatie mogelijk?

    De staking en betoging waren het resultaat van maandenlang campagne voeren met massa-meetings in heel de stad, aan de bedrijven, het verspreiden van pamfletten, deur-aan-deur campagnes,… We konden niet vertrouwen op de burgerlijke media om ons standpunt correct naar voor te brengen. In de aanloop naar de stemming over de begroting verspreidde de Labour Party van Liverpool 180.000 exemplaren van haar eigen krant. Intussen beperkte de nationale Labour-leiding zich tot de vraag om de gemeentebelastingen in Liverpool met 60% te verhogen in plaats van de strijd aan te gaan!

    Dacht je dat het mogelijk was dat één stad op zichzelf de strijd zou winnen?

    Neen, we ondernamen concrete stappen om nationale en internationale steun te krijgen. Kameraden uit heel de wereld kwamen naar Liverpool en hielpen ons in de campagne. Na de tragedie in het Heyzel-stadium in Brussel (waarbij 38 supporters van Juventus gedood werden toen een deel van het stadium instortte tijdens een match tussen Juventus en Liverpool FC), contacteerde het gemeentebestuur een aantal arbeidersorganisaties in Turijn waarna er een uitwisseling was om de problemen van de arbeiders in beide steden te bespreken. Dat gebeurde tegenover een media-campagne die o.a. beweerde dat de inwoners van Liverpool allemaal agressieve hooligans waren en dat omwille van Militant!

    We hadden heel wat succes toen we banden probeerden aan te halen met vakbondsorganisaties in andere steden, vooral in Londen. Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur spraken op meetings in heel het land. Militant organiseerde een aantal heel grote meetings. De overwinning op 9 juni 1984, toen de regering een reeks toegevingen deed voor een totale waarde van 16 miljoen pond, was enkel mogelijk omdat drie maanden voordien ook de mijnwerkers in staking gegaan waren. Thatcher wist dat ze geen gevecht op twee fronten aankon en besliste om zich te concentreren op de mijnwerkers. Een aantal linkse groepen bekritiseerden ons omdat we de toegevingen aanvaardden. Bij de mijnwerkers kregen we echter andere reacties, zij zagen dat onze overwinning een belangrijke stap vooruit was omdat aangetoond werd dat Thatcher kon verslagen worden door de arbeidersklasse op basis van een besliste leiding en de juiste tactieken. Nadat belangrijke toegevingen werden gedaan, was het voor ons bijna onmogelijk om dat zomaar te weigeren en de strijd verder te voeren. De arbeiders in Liverpool zouden immers beginnen geloven dat de Tory-propaganda correct was, dat wij een verborgen agenda hadden om ten alle prijze de confrontatie aan te gaan.

    Waren er spanningen met andere groepen die mee in de campagne betrokken waren? Hoe kon de eenheid bewaard worden in Liverpool?

    Toen de nationale Labour-leiding stalinistische methoden toepaste om de lokale partij-afdeling te sluiten, begonnen er splitsingen te ontstaan. Maar in de eerste fase van de strijd, tussen 1983 en 1985, was de druk van de bevolking op onze eisen en onze campagne-strategie zodanig sterk dat de critici een laag profiel aanhielden.

    Wij toonden aan dat het mogelijk was om een massabeweging, een erg brede beweging, te organiseren op basis van strijdbare slogans en de methoden van het marxisme. Dat is vandaag ook belangrijk als sommigen beweren dat we potentiële steun afschrikken, dat we te politiek zouden zijn in bvb de anti-oorlogsbeweging. Als we dan zien hoe onze organisatie in tal van landen massale jongerenbetogingen tegen de oorlog organiseerde, moeten we ook nadenken wat de bedoeling is van de critici die stellen dat we mensen zouden afschrikken waardoor de beweging niet “breed” genoeg zou zijn. Wellicht bedoelen die critici dat een “brede” beweging betekent dat we de sociaal-democraten en andere traditionele partijen aan onze kant zouden moeten krijgen. Voor hen was het feit dat er grote scholieren- en studentenstakingen waren niet relevant.

    Je kunt dat vergelijken met wat de Communistische Partij deed in Liverpool. Vanop de zijlijnen gaven ze kritiek dat wij de beweging niet breed genoeg maakten. Zij wilden een brede beweging met de Labour-leiding, de kerk en – ongelofelijk maar waar – zelfs delen van de conservatieve Tory-partij! Ze kregen uiteindelijk hun alliantie met de Tory partij en de Labour-leiding, maar dan wel tegen het gemeentebestuur en tegen de verworvenheden die door de massale strijd in 1983-87 werden afgedwongen.

    Hoe reageerde de heersende klasse op de successen in Liverpool?

    Thatcher kon ons niet verslaan op democratische basis. We wonnen iedere verkiezing in die periode. Bij de algemene verkiezingen in 1983 stemde 47% van de stad (128.467 stemmen) voor Labour. Dit steeg tot 57% (155.083 stemmen) bij de volgende verkiezingen in 1987. De 47 van Liverpool (de 47 gemeenteraadsleden van Labour die de strijd tot op het einde gevoerd hebben) moesten afgezet worden door een gerechtelijke actie in de House of Lords, een overblijfsel van het feodalisme! Op zo’n ogenblikken zien we dat de kapitalisten nog beroep doen op instellingen als de monarchie of in Groot-Brittannië of de Lords.

    Dat was echter enkel mogelijk op basis van een alliantie tussen Thatcher en de Labour-leiding. Er werd een boete van meer dan een half miljoen pond en juridische kosten opgelegd aan de 47, geld dat opgehaald werd in de arbeidersbeweging.

    Terwijl wij de strijd voerden tegen de Tories, organiseerde de Labour-leider Neil Kinnock een tweede front tegen ons. De partij werd ontbonden in Liverpool en onder zware nationale controle heropgericht. Onze leden werden uitgesloten en konden niet meer opkomen onder de naam ‘Labour’. Dit ging samen met een zware lastercampagne. Kinnock beschuldigde ons van ondemocratische methoden en corruptie, maar trad zelf later in dienst als Europees Commissaris in de Commissie van Jacques Santer die collectief ontslag moest nemen in 1999 na een massaal corruptie-schandaal. Kinnock kreeg opnieuw een vetbetaalde job bij de commissie en ligt vandaag opnieuw onder vuur omwille van een corruptie-schandaal in Eurostat, een agentschap dat onder zijn controle valt. Het waren dat soort figuren die de gemeenteraadsleden van Liverpool aanvielen, terwijl hun enige ‘misdaad’ was dat ze opkwamen voor jobs en diensten.

    Wat was de impact van de aanvallen in de vakbonden?

    De acties tegen de Militant in Liverpool waren het begin van een soort politieke contra-revolutie in de Labour Party die onder Blair tot haar logische conclusies zou komen in de vorm van een door en door burgerlijke partij. Van bij het begin van onze strijd waren er tegenkantingen van carrièristen en stalinisten, maar die elementen stonden geïsoleerd. Toen Kinnock en heel het establishment zich tegen ons keerden, konden die elementen een grotere rol spelen.

    Zo kwam de oppositie in de zogenaamde Zwarte Groep (een kleinburgerlijke groep die zichzelf opwierp als spreekbuis van de zwarte gemeenschap in de stad. Ze werden steeds opgevoerd door de nationale media en de rechterzijde binnen Labour. Niemand van hen was uiteraard geïnteresseerd in de mening van de zwarte vakbondsmilitanten en personeelsleden van de stad die een belangrijke rol speelden in de beweging tegen de besparingen.

    De aanvallen van die groep werden door Kinnock gebruikt om te proberen de beweging te splitsen of verwarring te zaaien. Hij wilde de indruk wekken dat wij racisten waren of ‘kleurenblind’ en niet geïnteresseerd in specifieke noden van migrante arbeiders. Die leugen werd tegengesproken door de verwezenlijkingen van het gemeentebestuur op vlak van tewerkstelling, huisvesting en anti-discriminatie maatregelen die een belangrijke stap vooruit betekenden.

    De stalinisten die toen weinig leden hadden in Liverpool, hadden wel een aantal belangrijke posities binnen de vakbond. In plaats van deze organisaties te mobiliseren tegen de besparingen, gebruikten ze hun positie om het gemeentebestuur aan te vallen. Ze speelden een erg destructieve rol in de leiding van de lerarenvakbond en slaagden erin om een kleine meerderheid van de leraars, waarvan er velen niet in de stad woonden, tegen een stakingsplan te laten stemmen toen gestaakt werd om het gemeentebestuur te ondersteunen in 1985.

    Waarom eindigde de strijd in Liverpool met een nederlaag?

    De achtergrond van de strijd in 1985 was anders dan in 1984. De mijnwerkers hadden een nederlaag opgelopen door de schandalige rol van de rechtse vakbondsleiders die weigerden een effectieve solidariteitscampagne op te zetten. Thatcher wou wraak nemen op Liverpool om de idee dat militante actie resultaten oplevert teniet te doen.

    Om de eenheid met andere gemeentebesturen te bewaren, aanvaardden we samen met 25 andere besturen om een tactiek toe te passen waar we het eigenlijk niet mee eens waren. Dat was de tactiek om geen belastingen te heffen als protest tegen de regering. Wij waren voor een deficitaire begroting omdat dit gemakkelijker kon uitgelegd worden aan het publiek.

    Maar deze periode toont aan hoe wij de tactiek van het eenheidsfront gebruiken. We zetten een stap terug om eenheid te bereiken met andere besturen. Moesten we dat niet gedaan hebben zou men Liverpool en Militant een sektarische positie verweten hebben. De eenheid kwam echter snel onder vuur te staan omdat het ene bestuur na het andere afzag van de gezamenlijke tactiek. Daarom stonden we alleen in de strijd en we wisten dat dit niet evident zou zijn. Maar er was geen alternatief, we moesten de strijd tegen de besparingen aangaan.

    Toen onze oproep voor een algemene staking van het gemeentepersoneel in september 1985 nipt weggestemd werd (omwille van sabotage door delen van de vakbondsleiding), bevonden we ons in een bijzonder moeilijke positie. Maar zelfs in die omstandigheden, bleven de 47 nog anderhalf jaar aan de macht tot maart 1987. Dat zorgde ervoor dat we het programma voor de bouw van sociale woningen konden verderzetten. De tactieken die we toepasten, maakten het erg moeilijk voor onze tegenstanders, ook al waren zij toen in het offensief. Dat werd toegegeven door Michael Heseltine, de voorzitter van de Tory partij op dat ogenblik, die stelde dat Militant de organisatie was die nooit sliep…

    De nieuwe generatie moet lessen trekken uit de strijd van Liverpool. Die strijd toonde aan dat de arbeiders het neo-liberale offensief kunnen stoppen. In strijdbewegingen is een duidelijk programma nodig, een organisatie, een basis in de arbeidersklasse en een leiding die in staat is het gevecht met de tegenstanders aan te gaan, erop vooruit te lopen en erop te antwoorden met de nodige tactische flexibiliteit. Dat betekent dat er een marxistische partij moet opgebouwd worden en dat is wat we vandaag met de Socialist Party, de opvolger van Militant, en het CWI, onze internationale organisatie doen.

    Dit interview verscheen eerder in Offensiv, het weekblad van Rättvisepartiet Socialisterna, onze Zweedse zusterpartij

  • Frankrijk: Gemeenschappelijke lijst van radicaal-links op 15%?

    HET OPVOEREN van de aanvallen op de sociale verworvenheden door de Franse regering leidt tot een radicalisatie in de maatschappij. De aankondiging door Lutte Ouvrière (LO) en de Ligue Communiste Révolutionnaire (LCR), die samen 10% behaalden bij de Franse presidentsverkiezingen in 2002, werd positief ontvangen door veel arbeiders.

    Alex Rouillard, Gauche Révolutionnaire

    Volgens de laatste peilingen zou 9% zeker stemmen op de lijst. 22%, die nog nooit op radicaal-links heeft gestemd, zou overwegen om dat te doen.

    Nog nooit hebben organisaties die zich beroepen op het trotskisme zo’n verkiezingspotentieel bereikt. Anderzijds, in weer een andere peiling, stelt 24% dat ze akkoord gaan met de ideeën van het extreem-rechtse Front National.

    De reden waarom zoveel arbeiders en jongeren zeggen te willen stemmen op radicaal-links is duidelijk. Het is een verwerping van de kapitalistische partijen, zowel van diegenen die zich rechts als "links" noemen. De massale aanvallen van Raffarin (op de pensioenen, de arbeidsomstandigheden, de openbare diensten,…) hebben bijna geen tegenstand van de PS opgeleverd, en erg weinig van de Groenen en de Parti Communiste.

    De vakbondsleiders – volledig verbonden met de officiële "linkerzijde" van PS, etc. – hebben elke strijd geblokkeerd. Om een voorbeeld te geven: hoewel een grote meerderheid van de werknemers van Electricité de France tegen privatisering is, organiseert de vakbondsleiding geen enkele strijd en neemt ze deel aan elementen die de privatisering toelaten. Veel arbeiders zullen het stembiljet gebruiken om via een stem op LO-LCR deze politiek te verwerpen en te revolteren tegen de vakbondsleiders die hen verhinderen om te vechten.

    De antikapitalistische ideeën van de 2 radicaal-linkse formaties worden overwegend gedeeld door de arbeiders. Een recente studie van Le Monde toont aan dat voor 30% van de bevolking radicaal-links "nieuwe ideeen aanbrengt". 60% van de sympathisanten van de Parti Communiste voelt zich er nauw mee verwant (23% van het totale aantal kiezers). Bij de jongeren, 18 tot 24 jaar, voelt 37% zich verwant met radicaal-linkse ideeën. Radicaal-links wordt duidelijk gezien als een complete verwerping van de huidige politiek.

    Wat zal de alliantie LO-LCR doen, naast het verkiezingssucces dat ze wellicht zullen kennen? De alliantie zal openstaan voor groepen of militanten "die het kader bepaald door het akkoord aanvaarden, net als de naam van de lijst en de tekst met de gemeenschappelijke beginselverklaring op voorwaarde dat men er niet de wijziging van vraagt". De alliantie zal nationaal worden beslist door de 2 organisaties. Tot op vandaag is er geen enkele reële campagne die gemeenschappelijk wordt gevoerd, met ondersteuningscomités die zouden toelaten om de campagne te verbinden met de strijdbewegingen van de arbeiders.

    De briefwisseling tussen LO en LCR toont duidelijk aan dat het slechts gaat om een verkiezingsalliantie zonder vervolg. De goede score die de lijst wellicht zal behalen zal een aanmoediging zijn voor de arbeiders, maar ze biedt geen enkel politiek verlengstuk voor de miljoenen die voor haar zullen stemmen. Dit zou enkel een nieuwe arbeiderspartij kunnen zijn.

    Naarmate het succes groter lijkt te worden, wordt de kritiek op het kapitalisme ook verzacht en verdwijnen alle verwijzingen naar een socialistisch alternatief op het kapitalisme. "Door te stemmen op onze lijst kan je een politieke daad stellen. Het is een aanmoediging voor de strijdbewegingen en voor iedereen die wil opkomen voor de rechten van de arbeiders, om een einde te stellen aan de tirannie van de grote aandeelhouders en de beurzen". En dat is alles.

    Gauche Révolutionnaire (de zusterorganisatie van LSP/MAS in Frankrijk) zal campagne voeren opdat de stem voor de lijst LO-LCR zo hoog mogelijk zou zijn. We zullen in de campagne de noodzaak verdedigen van een nieuwe arbeiderspartij die de strijd van vandaag organiseert en de idee populariseert van een socialistisch alternatief op het kapitalisme. Een goede score van de lijst LO-LCR zal een verder bewijs leveren dat de omstandigheden gunstig zijn om in deze richting initiatieven te nemen.

  • Slechts 33% vertrouwt regering

    Officiële oppositie profiteert echter niet…

    TOEN VERHOFSTADT enkele maanden geleden stelde "Dit land staat er weer", had hij wellicht iets anders anders voor ogen. De Tewerkstellingsconferentie voor 200.000 jobs was nog niet helemaal begonnen of de Ford-directie kondigde al 3.000 afvloeiingen aan. Sindsdien regent het faillissementen en herstructureringen. De werkloosheid stijgt aan een duizelingwekkend tempo. Hoe Verhofstadt dat hoopt te bestrijden met dienstencheques en alweer een cadeau van 850 miljoen euro aan het patronaat is een raadsel.

    Eric Byl

    Dalend vertrouwen

    Veel vertrouwen heeft de bevolking er niet in. Het vertrouwen in de federale regering is – volgens een peiling van La Libre Belgique, Het laatste Nieuws, VTM en RTL – sinds de verkiezingen met 7 procent afgenomen, van 40% naar 33%. Enige troost voor Verhofstadt: de Vlaamse regering van partijgenoot Bart Somers doet het nog slechter. Ze geniet slechts het vertrouwen van 25% van de ondervraagden, terwijl ze door 37% helemaal niet wordt vertrouwd.

    Het effect van de belastingsverlaging om de economie aan te zwengelen, is uitgebleven. Het kon moeilijk anders. Verhofstadt heeft de kosten doorgeschoven naar lagere overheden, die op hun beurt de rekening presenteerden aan de belastingplichtigen. In de plaats van een schouderklopje kreeg de regering internationaal een standje. Ons land hoort bij de uitzonderingen waar de belastingdruk de afgelopen jaren is gestegen.

    Voor een partij die zich profileert als de "anti-belastingspartij" komt dat aan. Alsof dat niet volstond kraakt de Raad van State de regeling omtrent fiscale amnestie af. De rechtervleugel binnen de VLD mort.

    De verruimde VLD: een krabbenmand

    Voor de VLD de partij van de burger werd, was de liberale familie vrij homogeen. Sindsdien rijfde Verhofstadt één na één afvalligen van de CVP (nu CD&V) en de Volksunie binnen. Zere tenen van oude, liberale krokodillen werden daarbij niet ontzien.

    Resultaat: het is voor Verhofstadt wellicht gemakkelijker om de eenheid in de regering te bewaren, dan in zijn partij. Coveliers, Margriet Hermans, Van Krunkelsven en Vandecasteele zetten hun strijd binnen de Volksunie gewoon verder in de VLD. Het gefilibuster van Coveliers en co omtrent migrantenstemrecht heeft vooral het Blok en Dewinter stemmen opgeleverd. De VLD heeft er slechts bij verloren.

    Met het ontslag van Coveliers als fractieleider in de Senaat is de zaak verre van afgehandeld. De rechtse drukkingsgroep Nova Civitas, met onder meer de Gentse prof Boudewijn Bouckaert, en de Antwerpse afdeling scharen zich achter Coveliers. De VLD-top opteert voor een offensief en wil nog in het voorjaar 2 congressen organiseren omtrent "een grootschalige vernieuwing van het programma". Dat én de gesprekken met de als "links-liberaal" paraderende Vivant-leider Duchâtelet moet bij de rechtervleugel klinken als een oorlogsverklaring.

    Zwakke oppositie

    De grootste oppositiepartij, de CD&V, slaagt er niet in voordeel te halen uit de moeilijkheden van de regering. Zelfs Geert Bourgeois (NVA), wiens formatie op sterven na dood is, kan ze niet overtuigen.

    Intussen dreigt de VLD op haar rechterflank af te brokkelen. Binnen die rechterflank zijn er heel wat die het Cordon Sanitaire willen begraven. Ward Beysen van het Liberaal Appel werd alvast door Dewinter verzocht om nog niet aan te sluiten bij het Blok. Zijn Liberaal Appel, wellicht in een kartel, is nodig om de drempel om op het Vlaams Blok te stemmen te verlagen.

    Als "onafhankelijke" is Beysen beter geplaatst om te onderhandelen met dissidenten uit de VLD. Op die manier hoopt Dewinter wellicht op een conservatieve meerderheid in Antwerpen tegen de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, waarom niet met Coveliers als kandidaat-burgemeester?

    SP.a/PS: "linkse pool" voor het patronaat

    Op het Blok na, hoeft enkel SP.a-Spirit zich weinig zorgen te maken over de komende verkiezingen. De sociaal-democratie wordt nu in beide landsdelen de eerste politieke formatie, voor de liberalen. Met haar voormalige Volksunie-leden heeft de SP.a veel minder last dan de VLD. Ze zijn met minder, zitten niet in de partij, maar in een kartel en het stemmenkanon zit ertussen.

    Doordat Groen! onafhankelijk naar de stembus trekt, kan SP.a-Spirit zich verheugen op de groene kiezers zonder het groene apparaat erbij te moeten nemen. Straks heeft de SP.a hen helemaal niet meer nodig.

    Het grootste groeipotentieel voor de SP.a is echter het ACW. De oppositie van de CD&V is zodanig rechts, zodanig zwak ook, dat er voor het ACW straks niets anders meer opzit dan toenadering te zoeken tot de SP.a. Enkel de band van de SP.a met het ABVV houdt hen voorlopig tegen. Het is niet uit te sluiten dat de SP.a die band wat losser maakt om een grotere toenadering met het ACW mogelijk te maken. De partij zou dan beide vakbonden af en toe tegen elkaar kunnen uitspelen om haar rechtse politiek erdoor te krijgen.

    Zonder tegenslag zal de regering de komende verkiezingen winnen. Niet omwille van haar "sociale beleid", maar wegens de zwakte van de oppositie en als "dam tegen rechts". Velen zullen stemmen op de sociaal-democratie als minste kwaad.

    De marge links van de sociaal-democratie zal de komende verkiezingen marginaal zijn. Het zal massale gebeurtenissen en industriële strijd vereisen om dat te veranderen. Toch wil LSP in Vlaanderen zowel een Europese lijst als een Oost-Vlaamse lijst indienen, in Wallonië willen we met MAS eveneens proberen een Europese lijst in te dienen, het is echter nog niet zeker of we er daar in zullen slagen de 5.000 vereiste handtekeningen op te halen. De bedoeling van onze deelname? LSP/MAS beter bekend maken en versterken.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop