Blog

  • Brazilië: welk antwoord op de neo-liberale aanvallen?

    Interview met André Ferrari (Socialismo Revolucionario, de CWI-sectie in Brazilië)

    Met de verkiezing van Lula waren er heel wat verwachtingen bij de arbeiders in Brazilië, maar ook internationaal werd er naar uitgekeken. Wat is de houding vandaag van de massa van de arbeiders tegenover de PT (Arbeiderspartij) en Lula?

    Er is nog een meerderheid die met veel verwachtingen zit, ook al is de situatie er niet beter op geworden. Velen denken nog dat Lula niet verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de leefomstandigheden. Ze denken dat dit een gevolg is van het neoliberale beleid van de vorige regering.

    Na bijna een jaar dat Lula aan de macht is, is er wel een verschil met de situatie vlak na zijn instelling. Er is bijvoorbeeld veel ongenoegen bij de arbeiders in de openbare sector,rond de aanvallen op de pensioenen en hun looneisen. Door de dreiging van sluiting van verschillende fabrieken, is ook de tolerantie bij een laag van industrie-arbeiders kleiner geworden.Lula helpt immers de bazen bij deze zogenaamde herstructureringen.

    Tegen de neoliberale aanvallen op de pensioenen betoogden op zijn hoogtepunt 80.000 ambtenaren. 70% was in staking. Lula probeerde deze maatregel uit te leggen als een strijd tegen de "privileges van bepaalde sectoren". Met onze organisatie voerden we campagne om uit te leggen dat het helemaal niet ging om een "progressieve maatregel". Jammer genoeg werd er geen solidariteit met andere sectoren opgebouwd. Hier speelt ook de rol van het overkoepelende vakbondscongres: de meerderheid van de leiding ondersteunde in essentie de pensioenhervorming. Ze waren enkel in woorden tegen de meeste voorstellen.

    Je hebt ook de retoriek van de regering-Lula over de IMF-akkoorden. Volgens Lula "loopt Brazilië een marathon. Als je te snel loopt in het begin, heb je op het einde geen energie meer." In het eerste jaar mocht de regering volgens Lula niet te snel gaan. Een andere metafoor die hij gebruikt is dat Brazilië "een Titanic is, waarvan je de koers niet snel kan veranderen. Er komt een tweede stadium, het eerste jaar zou moeilijk zijn." Hij stelt zelfs dat "Het eerste jaar niet onze regering is". "De PT-regering zal er komen", heet het in de retoriek van Lula.

    Veel arbeiders wachten op dat "tweede stadium". Lula ging echter een verkiezingsakkoord aan met het IMF voor zijn verkiezing om een primair surplus van 3,75% van het BBP te handhaven (het primair surplus is het overschot op de begroting voor het betalen van de intresten op de overheidsschuld, nvdr). Ondertussen heeft de regering-Lula dat eigenhandig verhoogd naar 4,25%. Tijdens de eerste helft van 2003, tot in september, liep het primair surplus zelfs op tot meer dan 5% van het BBP.

    De prijs daarvoor was onder meer besparingen op het programma van landbouwhervorming. Volgens de MST (de beweging van arme boeren die een herverdeling van de gronden eist, nvdr) zullen er in 2003 maar 5000 families kunnen genieten van een landherverdeling. De belangrijkste eis van de MST is om 1 miljoen families te hersettlen in 4 jaar tijd! In november had de regering, volgens haar eigen cijfers, "15.000 families" hersettelt. Daarnaast zien we nog de tekorten in het onderwijs, de gezondheidszorg,… In het nieuwe akkoord met het IMF van november 2003 werd overigens beloofd door Lula dat hij zou vasthouden aan dat primair surplus van 4,25%.

    Recent waren er een aantal nieuwe ontwikkelingen binnen de linkerzijde van de PT. Wat is onze positie in deze discussies?

    Sinds het begin van de instelling van de regering-Lula was er kritiek van een aantal parlementairen op de rechtse koers.De PT heeft 90 federale parlementairen. De linkerzijde claimt er hier 30 van. In realiteit stemden echter maar 3 parlementairen tegen de pensioenbesparingen.Er waren 8 onthoudingen. 24 zogenaamde "linksen" stemden voor, met een publieke verklaring. De PT heeft 10.000-en actieve leden. De meeste linkse tendenzen vormen geen echte oppositie. De meerderheid capituleert gewoon voor Lula. Ze plaatsen zich in de positie van "adviseur" voor Lula, ook al voert die een neoliberale politiek in dienst van het IMF.

    De officiële positie van Socialistische Democratie (van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale – de SAP in België) was er een van steun aan de pensioenbesparingen. Ze hebben 2 senatoren en 7 federale vertegenwoordigers. Van deze 7 stemden er 5 voor de neoliberale pensioenpolitiek in de 2 rondes. Een ander lid van deze stroming onthielt zich in de eerste ronde en stemde tegen in de tweede ronde. 1 onthielt zich in beide rondes. Senator Helena Heloisa zegde dat ze zou tegenstemmen in de Senaat.

    De minister van Socialistische Democratie die in de PT-regering verantwoordelijk is voor de Landbouwhervorming, Miguel Rosetto, verzette zich in publieke verklaringen zowel tegen de politiek van de grootgrondbezitters als tegen de landbezettingen van de MST. Hij geeft zogenaamd geen steun aan 1 van de 2.

    Vergelijk de houding van deze parlementairen met de CWI-parlementair in Ierland, Joe Higgins, die principiële steun bleef geven aan strijdbewegingen buiten het parlement en voor zijn socialistische overtuiging zelfs een maand in de gevangenis werd gestoken.

    In totaal stemden 3 federale vertegenwoordigers tegen de neoliberale pensioenhervorming. Voor de leiding van de PT was dit voldoende reden om te dreigen met uitsluiting. Er is echter druk van onderuit om de uitsluiting van de "4 radicalen" (met Helena Heloisa erbij) tegen te gaan. Deze linkerzijde wordt gevormd door leden van de linkse tendenzen binnen de PT, maar ook door vakbonden van de openbare sector die zich verzetten tegen de pensioenhervorming. Momenteel voert deze linkerzijde een campagne tegen de uitsluitingen.

    Voor een aantal van deze tendenzen en vakbonden is het de bedoeling om een nieuwe partij op te richten. Er is momenteel al 1 gemeenteraadslid uitgesloten in Sao Polo. In deze regio werd ook een poging om een linkse verkiezingskandidaat naar voor te schuiven niet toegelaten door de PT-leiding.

    De PT-leiding opent de partij voor carrièristen en opportunisten. Aangezien de PT momenteel de regerende partij is, betekent dat een toestroom van 100.000-en carrièristen. Zo probeert men de linkerzijde op te lossen in het kleinburgerlijke element. Je kan vandaag via het internet lid worden, het is niet meer noodzakelijk om het programma te onderschrijven of om lidgeld te betalen, naar meetings te komen – zoals vroeger bij de PT het geval was. De PT-leiding organiseert vandaag geen meetings meer om de mening van de leden te weten, ze houdt opiniepeilingen bij de leden.

    Op 14 november was er een meeting van 300 mensen in Sao Polo met alle linkse tendenzen, waar wij ook een spreker hadden. Het was een samenkomst om te bediscussiëren hoe we zouden reageren tegen de maatregelen die de PT-leiding wil nemen tegen de "radicalen". Het was een belangrijke meeting, onder meer met de aanwezigheid van de 3 federale vertegenwoordigers en Helena Heloisa. Er waren 2 trends. De eerste wilde binnen de PT blijven om die te herwinnen voor een linkse politiek. De andere trend wilde een alternatief uitbouwen, aangezien de uitsluitingen onvermijdelijk zijn.

    Helena kan een belangrijk figuur worden in de strijd tegen de politiek van de regering. Ze capituleerde niet en herhaalde dat ze tegen de pensioenhervormingen zou stemmen. "Als ze me uitsluiten , bouw ik een alternatief op, anders vecht ik tegen de leiding", stelde ze.

    Ik sprak zelf ook tijdens de meeting. We bekritiseerden de politiek van de regering en verbonden de heksenjacht tegen de linkerzijde met de noodzaak van de PT-leiding om de oppositie het zwijgen op te leggen. Naar buitenuit geeft de regering de indruk "progressief" te zijn. Ze verzette zich tegen de oorlog in Irak, er waren bezoeken aan Afrika en Cuba. Er zijn de relaties met het Venezuela van Chavez. Tegelijkertijd zijn er echter de akkoorden met het IMF, de neoliberale politiek in eigen land.In Bolivië had de Lula steun moeten geven aan de massabeweging. Hij heeft dat niet gedaan. Integendeel, hij heeft de burgerij geholpen om er de burgerlijke democratie te herstellen. Links moet zich voorbereiden op een alternatief. Daar moeten we nu mee beginnen.

    Het is natuurlijk een ongelijk proces. Verschillende lagen trekken conclusies op een verschillend moment. Maar een belangrijke laag van linkse vakbondsleiders en linkse activisten in de sociale bewegingen, jongeren, etc. willen iets naast de PT uitbouwen. Er zijn ook al een aantal gemeenteraadsleden en leden van het federale parlement die hieraan zouden willen meewerken. We moeten gevoelig zijn voor de stemming van nog een brede laag van arbeiders en tactisch flexibel blijven tegenover ontwikkelingen binnen de PT. Anderzijds zou uitstel met de uitbouw van een nieuwe partij de meest strijdbare vakbondsactivisten en jongeren kunnen demoraliseren. Met Socialismo Revolucionaro zullen we zeker in Sao Polo centraal betrokken zijn bij nieuwe initiatieven in deze richting.

    Ook in Europa waren er de laatste periode nogal wat verwachtingen in de idee van "participatieve democratie" die de PT lokaal op een aantal plaatsen had toegepast. Wat is ons standpunt hiertegenover?

    Reële "participatieve democratie" heeft geld nodig. Als je geen geld hebt om over te beslissen, heb je geen echte democratie. In de praktijk betekent participatieve democratie dat de bewegingen en mensen die hieraan deelnemen moeten kiezen tussen verschillende besparingen. Wij zijn voor inspraak, maar dan in alle beslissingen. Ook wat belastingen op de rijken en grote aandeelhouders betreft, het niet betalen van schulden aan de banken, etc. In Sao Polo hebben we de idee van een behoeftenbudget ondersteund naar het voorbeeld van Liverpool in de jaren ’80 (in deze periode controleerde de Militant Tendency, onze toenmalige Engelse zusterorganisatie, de gemeenteraad van Liverpool en mobiliseerde betogingen van 10.000-en arbeiders en jongeren ter ondersteuning van een zogenaamd behoeftenbudget, gericht tegen de regering-Thatcher, nvdr).

    In welk soort campagnes is Socialismo Revolucionario actief?

    We zijn nog vooral in en rond Sao Paolo actief, waar we een belangrijke rol spelen in de studenten- en jongerenbeweging. Recent voerden we campagne voor het recht op publiek onderwijs, toegang tot de universiteiten,… Onder jongeren groeit er momenteel een beweging voor gratis openbaar vervoer.We hebben een aantal posities binnen de leraarsvakbond. We werken in de vakbond van de postarbeiders en nog een aantal andere sectoren.

    We vechten voor een socialistisch alternatief met een massabasis, maar werken ook nog met de basis van de PT die door haar eigen ervaring moet. De taak van de opbouw van een massaal alternatief staat vandaag echter op de agenda.

  • Paars eindigt bont en blauw

    Tussen 1992 en 2002 is het aantal Belgen dat een beroep doet op de Voedselbank verdubbeld. In 2002 is het aantal leefloontrekkers met 15% gestegen. In de periode ’98-’02 heeft 23% van de bevolking periodes van officiële armoede meegemaakt.

    Bart Vandersteene

    Maar alles gaat uitstekend met België. Volgens Verhofstadt dan toch, want de regering heeft opnieuw een begroting in evenwicht en de staatsschuld daalt. Die daling past echter in de wereldtop wat mislukte verdwijntruuks betreft. Goochelaars hebben talenten, maar het is allemaal gezichtsbedrog. Vande Lanotte heeft misschien ook talenten, in het basket, maar veel minder als "goede huisvader".

    De vorige regering, Paarsgroen, was reeds begonnen met de uitverkoop van het zilverwerk van de staat. In 2001 was er de veiling van UMTS voor 440 miljoen euro, overheidsgebouwen ter waarde van 320 miljoen euro, Shangai Bell voor 89 miljoen euro. In 2002: verkoop BIAC-gronden (200 miljoen euro), Rijksadministratief Centrum Brussel (27 miljoen euro), … Dit was slechts een voorbode van de spectaculaire boekhoudkundige ingrepen van 2003. Het pensioenfonds van Belgacom was de grote klepper, met een totale waarde van 5 miljard euro. Dit is meer dan de totale waarde van alle overheidsgebouwen in het jaar 2000 – ondertussen zijn er van die gebouwen reeds een aantal verkocht.

    Vande Lanotte is in de feiten gewoon een nieuwe lening aangegaan. Die zal moeten worden terugbetaald in de vorm van pensioenen van de Belgacomwerknemers. Niks daling staatsschuld dus. Ook het IMF heeft dit door. Het laat de Belgische regering weten dat het "bezorgd" is over de begroting en de overheidsfinanciën. Om de situatie recht te trekken, moet er volgens hen komaf worden gemaakt met de systemen van vervroegde pensionering, moet een maximum duurtijd worden ingevoerd voor werkloosheidsuitkeringen en dringend werk worden gemaakt van het saneren van de overheidsbedrijven. Het IMF moet natuurlijk geen rekening houden met verkiezingen. Het kan vrijelijk haar propagandamachine laten draaien.

    Er kan geen twijfel bestaan dat de regering na de verkiezingen van juni zal trachten dit neoliberale programma door te voeren. Ondertussen probeert ze met man en macht het tekort aan middelen te camoufleren. Facturen werden niet meer betaald voor 1 januari 2004, regionale en lokale overheden moeten opdraaien voor financiële problemen. En de gehandicaptensector wordt, onder dreiging van het waterkanon, naar huis gestuurd met de belofte dat het niet meer zal gebeuren. De "heilige" concurrentiepositie van België zal na de verkiezingen worden gebruikt om de aanvallen in te zetten op onze verworvenheden. SP.a en PS zullen dan de maskers afgooien en hun rol spelen als meest efficiënte instrument van de burgerij. Ze zullen een wolf in schapenvacht blijken te zijn, waar de meerderheid van de bevolking niets van moet verwachten.

    De volgende goocheltruuk van Vande Lanotte en co zal er dan ook in bestaan de schapenvacht te laten verdwijnen… en tegelijkertijd te beweren dat ze hem nog altijd aanhebben. De kwestie van een nieuw politiek alternatief voor de arbeidersbeweging zal op dat moment meer dan ooit op de agenda staan.

  • De NMBS en de Europese privatiseringsdrang

    Overal in Europa zijn de regeringen bezig met de voorbereiding van de liberalisering van het spoorverkeer. Alhoewel de eerste richtlijnen al opgemaakt werden in 1991 zijn er veel landen die zolang mogelijk gewacht hebben om het in de praktijk om te zetten. Geen enkele regering wil aan dit gevoelig dossier zijn vingers verbranden. Alhoewel de liberalisering bijna een feit is, zijn er nog altijd geen uniforme reglementeringen en veiligheidsvoorschriften. Ook in België is men uiteindelijk moeten van start gaan met de voorbereiding op de liberalisering.

    Een correspondent

    De opsplitsing

    Op twee december hebben de spoorleggers en de onderhoudsmensen bij de NMBS voor een uur het werk neergelegd. Ze protesteerden tegen de opsplitsing van de NMBS in een infrastructuurbeheerder en een spoorwegonderneming. Dit moet in het kader van de Europese liberalisering van het spoorverkeer. De Europese wetgeving legt echter enkel een boekhoudkundige splitsing op mits de oprichting van een onafhankelijk instituut die dan de vergunning levert aan andere maatschappijen en de tarieven vastlegt om op de lijnen te mogen rijden. Dat was destijds het voorstel van Durant. Het beheer van de infrastructuur en de exploitatie zouden binnen de NMBS blijven en er zou een ministerie opgericht worden om de vergunningen en de tarieven toe te kennen. Een 200tal mensen zouden in dat ministerie werken.

    Vinck en Verhofstadt II gaan eigenlijk nog een stap verder dan Europa vraagt en willen met het oog op privatisering een volledige opsplitsing in twee bedrijven van publiek recht. Daardoor zouden 16 à 17000 spoorbedienden niet langer bij de NMBS werken, maar bij de infrastructuurbeheerder. Er is onduidelijkheid over bepaalde jobs, mensen met dezelfde functie en graad zullen afhankelijk van waar ze werken wel of niet bij de NMBS blijven. De vakbonden gaan akkoord met de splitsing op voorwaarde dat het statuut van al het personeel en de eenheid in sociale dialoog behouden blijft. De arbeiders vrezen terecht dat zelf als we die garantie nu krijgen, het geen blijvende verworvenheid is voor de toekomst. Ook in Engeland hebben ze eerst de spoorwegmaatschappij opgesplitst in twee bedrijven van publiek recht, om nadien te privatiseren. De gevolgen waar zo catastrofaal dat de overheid verplicht was de infrastructuur te renationaliseren. Bij ABX hebben we het aantal statutairen zienderogen zien afnemen, ze werden vervangen door contractuelen. Met de omvorming van NMBS – ABX naar N.V. ABX logistics, verliest het personeel nu de verkeersvoordelen en kredietdagen die ze kregen bij de NMBS en worden de nachtpremies verlaagd. Ook tegen die plannen werd al gestaakt. Het statuut en de eenheid van sociale dialoog behouden bij een opsplitsing is cruciaal, maar we moeten ons in de eerste plaats verzetten tegen een dergelijke opsplitsing omdat het een voorbereiding is op de privatisering.

    Na de privatisering van Britsh Rail zijn de overheidsuitgaven niet gedaald, maar verdrievoudigd. Er werd gesjoemeld met vergunningen, werken werden niet uitgevoerd,… Gevolg: veel meer vertragingen en verscheidene treinrampen met dodelijke slachtoffers. Ook in Nederland is de dienstverlening er op achteruit gegaan, honderden treinen werden afgeschaft, deze die nog rijden zitten overvol en hebben meestal vertraging. De NS wil nu opnieuw schrappen in de onrendabele lijnen en wil de aankoop van nieuw materieel uitstellen, naar schatting zou daardoor 30% van de reizigers afhaken! In beide landen ging dit gepaard met enorme prijsstijgingen.

    De herstructurering

    Naast de opsplitsing van de NMBS hebben we ook nog het plan ‘Move’. Ook in deze onderhandelingen gaan de vakbonden volledig mee in de Europese liberaliseringslogica. Ze aanvaarden de idee dat openbare diensten concurrentieel en rendabel moeten zijn. Ze mijden de discussie over het recht op en de noodzaak aan openbare dienstverlening. Ze willen samen met de directie de NMBS voorbereiden op die concurrentie en aanvaarden dat er daarvoor banen moeten sneuvelen en dat de productiviteit en flexibiliteit omhoog moeten, ze willen enkel onderhandelen over de manier waarop dit moet gebeuren.

    Het akkoord om enkel te onderhandelen over de eerste twee jaar zal niets veranderen aan het eindresultaat. De regeling die er nu al was voor de laagste personeelscategorieën om op prepensioen te gaan via het opnemen van tijdskrediet zal uitgebreid worden naar de andere categorieën, enkel de 2 hoogste rangen, nl. de top van de directie blijft onaangeroerd. Eventjes hebben de spoorbonden een voorstel tot ambtshalve pensionering op 60 jaar voorgesteld voor die rangen. Maar dit was enkel om de kritiek dat de afvloeiingen enkel aan de basis en niet aan de top zouden doorgevoerd worden, te vermijden. Nu wordt er met geen woord meer over gerept. Een deel van het personeel zal een herscholing krijgen voor een andere job of een polyvalente opleiding waarbij ze naast hun job eveneens de job(s) zullen moeten doen van hun collega’s die weg zijn. De vakbonden stemmen in met het voorstel van Vande Lanotte om post- en spoormannen op ‘vrijwillige’ basis te detacheringen naar gemeentediensten, hoofdzakelijk om ingeschakeld te worden in de uitdeling van de elektronische identiteitskaarten!

    Men wil deeltijds werk aanmoedigen voor 50plussers en men wil onderbroken shiften invoeren. Bv. 4uur ‘s morgens tijdens de spits en 4 uur ‘s avonds tijdens de spits. Om de productiviteit te verhogen willen ze treinbestuurders langer laten werken en willen ze de verplichte rust tussen twee shiften inkorten. Om de flexibiliteit te verhogen willen ze een andere verplaatsingsvergoeding toekennen, het personeel zal waarschijnlijk op meerdere plaatsen ingezet worden, of zal gedetacheerd worden. Toen het plan voorgesteld werd, was er ook sprake van het sluiten van een aantal onderhoudswerkplaatsen. Ondertussen is er een studie aan de gang over de staat van die werkplaatsen en de noodzakelijke renovatiekosten. Sommige werkplaatsen zijn in zo’n vreselijke slechte staat, dat er zelf vandaag niet meer in gewerkt zou mogen worden. De werkplaats met de hoogste renovatiekosten, zal de boeken mogen dicht doen.

    Winst versus mensenlevens

    Ook de reizigers blijven niet gespaard. Vanaf februari 2004 zullen ze opnieuw meer betalen voor een ticket. Een aantal kleinere stations zullen sluiten en zullen enkel nog als stopplaats dienen of helemaal verdwijnen. De minibar die in sommige treinen langskwam, verdwijnt wegens niet rendabel. Er zal bespaard worden op onderhoud, dus nog meer vertragingen wegens technische defecten of wegens gebrek aan personeel. De treinen met vertraging zullen gewoon afgeschaft worden, want dan komen ze niet in de statistieken als een trein met vertraging, zo is het niet verwonderlijk dat de NMBS goed scoort qua punctualiteit.

    Door al deze maatregelen komt ook de veiligheid in het gedrang. De werkdruk verhogen en tezelfdertijd besparen op onderhoud van de sporen en het materieel, is vragen om ongevallen. Noodzakelijke werken aan de sporen en aan bruggen worden uitgesteld, er wordt enkel een snelheidsbeperking ingevoerd, wat de reistijd verlengt. Snelheidsbeperkingen zijn echter niet voldoende, denk maar aan de grondverzakking vorig jaar op de lijn Gent-Brussel. Als er op dat moment een trein zou gepasseerd zijn, zouden de gevolgen fataal geweest zijn.

    Vooraleer een investering gedaan wordt om de veiligheid te verhogen, wordt eerst berekend hoeveel mensenlevens ze daar eventueel meer mee kunnen redden dan zonder die investering, als de kostprijs hoger is dan de schadevergoeding die ze eventueel moeten uitbetalen aan nabestaanden en slachtoffers, dan wordt de investering niet gedaan. Winst is duidelijk belangrijker dan mensenlevens. De reizigers hebben er dan ook alle belang bij de spoorarbeiders te ondersteunen in hun strijd tegen de herstructurering.

    Actie is nodig

    Sinds de 24-uren staking in juni, zijn er her en der al spontane acties geweest van het personeel. Momenteel slagen de vakbonden er nog redelijk in om de achterban kalm te houden. De verscheidende weliswaar nog kleine acties zijn echter slechts een begin. Naarmate de gevolgen duidelijker zullen worden voor het personeel en de reizigers, zal het protest groeien. LSP steunt de acties omdat dit de enige manier is om effectief een krachtsverhouding uit te bouwen in de strijd tegen de herstructurering van de NMBS en de privatisering van onze openbare diensten. Op het buitengewoon congres van het ACOD-spoor kreeg het nationaal secretariaat het mandaat om een breed actieprogramma op te zetten als de regering hun waarschuwingen blijft negeren. De basis zal druk moeten blijven uitoefenen om dit actieprogramma uit te voeren.

    Een actieprogramma in België alleen zal echter niet voldoende zijn. Deze strijd moet op Europees niveau gevoerd worden. De LSP en haar zusterorganisaties in andere Europese landen willen samen met de reizigers en het personeel vechten tegen de privatiseringen. Degelijk en gratis openbaar vervoer is een recht voor iedereen. Het is de enige oplossing voor de dichtslibbing van onze verkeerswegen en de milieuvervuiling die dit veroorzaakt.. Openbaar vervoer, ook ‘s nachts, is tevens de enige oplossing voor de vele doden die er jaarlijks vallen op onze wegen. Het personeel en de reizigers moeten inspraak hebben in het organiseren van ons openbaar vervoer. Openbaar vervoer die ten dienste staat van de bevolking en niet van de winst.

  • Nieuwe fase van klassenstrijd in Europa

    Vandaag zien we in Europa een nieuwe fase van de klassenstrijd die gekenmerkt wordt door de massale betogingen. Zeker in Zuid-Europa is dit het geval. Er was in Italië een golf van stakingen tegen de pensioenhervormingen van Berlusconi. Ook in Portugal en Spanje waren er grote acties. Maar het valt op dat meer en meer sociale onrust naar voor komt in sleutellanden in het noorden van Europa.

    Verslag van een inleiding door Tony Saunois

    De eerste fase van opgang van de klassenstrijd vindt plaats tegen de achtergrond van de oorlog in Irak en de politieke gevolgen ervan op politiek vlak. Wat vooral opvalt is hoe geen enkele regerende partij heeft kunnen profiteren van deze situatie, zo liggen zowel Schröder als Chirac in het binnenland onder vuur.

    De kritiek is echter het grootst in Groot-Brittannië en Spanje omwille van hun openlijke steun aan de VS. Algemeen stellen we vast dat in heel Europa alle traditionele politieke partijen ondermijnd worden en aan steun verliezen. Dit creëert een politiek vacuüm. Dat vacuüm komt er vooral door het ontbreken van massale arbeiderspartijen.

    De beweging van syndicale strijd die we overal zien ontwikkelen in Europa vindt plaats tegen de achtergrond van een ontwikkelende economische crisis in de EU. De spanningen rond de oorlog gecombineerd met economische stagnatie en recessie in een aantal EU-landen, zorgen ervoor dat de super-optimistische houding van de burgerij moest bijgesteld worden. Overal worden de economische perspectieven naar beneden herzien.

    De groeiperspectieven voor 2003 worden op 0,4% geschat in de 12 landen van de Eurozone. In april was dat perspectief nog 1%. Zowel Duitsland, Frankrijk als Italië zitten technisch gesproken in een recessie. Bovendien is er het probleem van de groeiende werkloosheid, nu zijn er reeds 40 miljoen werklozen in de EU.

    Door de gedaalde waarde van de dollar wordt de Europese export aangetast. De burgerlijke krant ‘Financial Times’ schreef reeds dat het misschien het moment is om komaf te maken aan het stabiliteitspact. Er zijn alleszins groeiende economische spanningen en conflicten tussen de verschillende Europese landen.

    Duitsland en Frankrijk hebben het stabiliteitspact systematisch gebroken, waardoor de spanningen nog toegenomen zijn. Een onmiddellijk opbreken van de euro is niet waarschijnlijk, maar de spanningen wijzen erop dat dit in de toekomst wel kan gebeuren.

    De uitbreiding van de EU kan niet op een slechter ogenblik komen voor de EU en zal zeker groeiende nationalistische spanningen met zich mee brengen. Zeker aangezien de uitbreiding samenvalt met de verdere economische neergang.

    Polen werd reeds aangepakt door de EU omdat het niet snel genoeg hervormingsprogramma’s doorvoert en er werd zelfs gedreigd met het stopzetten van de subsidies aan Polen. De problemen met Polen zijn niet toevallig, het speelt zich af tegen een toename van de klassenstrijd in Polen zelf. Komen daar nog de problemen van landbouwhervormingen bovenop.

    Ook de discussie over de Europese grondwet verloopt niet vlot, met kritiek van Spanje en een aantal Oost-Europese landen. In Duitsland zijn er enorme sociale problemen en groeit de ontevredenheid tegenover de Euro. In Zweden overwonnen de tegenstanders van de euro in een referendum, wat een slag is in het gezicht van het politieke establishment. Ook in de landen waar de sociaal-democratie aan de macht is, komt er verzet. In landen als Oostenrijk, Groot-Brittannië en ook Duitsland is er een verandering in het bewustzijn, waarbij brede lagen zich uitspreken tegen privatiseringen en de gevolgen ervan.

    De ontwikkelingen in Duitsland vormen een echt keerpunt. Duitsland is het centrum van de macht van de burgerij in Europa, maar ook een bastion van de Europese arbeidersklasse. De Duitse maatschappij wordt door elkaar geschud: er is een nooit geziene golf van besparingen die een impact hebben op alle lagen en delen van de samenleving. Er is sprake van een beleid dat doet denken aan Thatcher, waarbij de regering-Schröder en de deelstaatregeringen de besparingen door de strot van de arbeidersklasse willen rammen. De financiële situatie van veel deelstaten is rampzalig, zo heeft Berlijn een schuld van 60 miljard dollar en is er al een werkloosheid van 17%. Bepaalde delen van de ambtenarij kregen een loonsverlaging van 10% op hun boterham. Dat alles leidt tot een daling van de steun voor Schröder.

    Er is een verandering van bewustzijn met een groei van de bitterheid: tegenover de leugens van een aantal regeringen inzake de oorlog, maar ook als gevolg van de staat van de economie. In Duitsland staat de discussie over een algemene staking opnieuw op de agenda. Er waren al verschillende acties in tal van steden met werkonderbrekingen. Nu komt het erop aan het perspectief van de algemene staking naar voor te brengen. Dat zou een logische verdere stap zijn na de demonstratie van 1 november waarbij 100.000 manifestanten opstapten en waarna het zelfvertrouwen van de arbeiders enorm toenam om opnieuw in actie te komen.

    De idee van een algemene staking stelt zich verschillend in de verschillende landen. In een land als België staat dit nog niet op de agenda omdat nog niet het niveau van klassenstrijd van andere landen behaald wordt, maar een uitbarsting van een bredere beweging kan plaatsvinden in de komende maanden.

    In Spanje was er reeds een algemene staking, maar wordt dit louter gezien als een protestmiddel en niet als een mogelijkheid om het regime van Aznar omver te werpen. In Griekenland werd een algemene staking in de openbare diensten enkel gebruikt om stoom af te laten.

    In het geval van Duitsland en Oostenrijk mogen we niet onderschatten wat de impact van een algemene staking zou zijn. Het is immers al lang geleden dat er in deze landen nog een algemene staking plaatsvond.

    De Duitse CDU is blij dat Schröder de besparingsmaatregelen moet nemen, zij hopen dat ze kunnen afwachten en het vuile werk afschuiven op de sociaal-democraten. Moesten de christen-democraten het overnemen, zou hetzelfde beleid verder gezet worden. Of ze verder zouden kunnen gaan dan de SPD valt te betwijfelen.

    Een belangrijk element vandaag is dat veel acties zich ontwikkelen langs de vakbondsleiding heen. Dat zien we bvb in Groot-Brittannië waar er een serie van stakingen waren bij de post, de leraars, de spoorwegen, de brandweermannen,… Dat waren voornamelijk niet-toegelaten acties en dat in een land met de meest restrictieve stakingswetgeving in Europa. Er wordt geprobeerd om de vakbonden te breken, maar we zien de ontwikkeling van een beweging van onderuit bij de postmannen, brandweermannen,… Dit maakt dat wij voorzichtig moeten zijn met onze tactieken en tussenkomsten.

    Maar bewegingen kunnen ook ontstaan op basis van andere elementen. Denk maar aan de acties na de ramp met de olietanker Prestige twee jaar geleden in Spanje. Dat toont aan dat, terwijl de economie bepalend is, ook andere thema’s kunnen leiden tot massa-acties en dat omwille van het karakter van het kapitalisme vandaag. Het neo-liberalisme leidt tot een enorme vervreemding, met sociale achteruitgang op tal van vlakken: op vlak van huisvesting, gezondheidszorg,… en ook een crisis op vlak van sociale verhoudingen.

    Het sleutelelement is echter de arbeidersbeweging en industriële strijd. De vakbondsbeweging is erg verschillend in Europa en er is niet één tactiek. Er is in veel gevallen een rotte vakbondsleiding, wat zeer verstrekkende gevolgen kan hebben op vlak van samenwerking met het patronaat. Maar het lijkt erop dat onder druk van de basis, de vakbondsleiding meer en meer verplicht is om verzet te organiseren. Dit wordt erg duidelijk in Groot-Brittannië waar de groep linkse vakbondsleiders die de afgelopen periode op de voorgrond gekomen zijn, vandaag getest worden.

    De beperkingen van heel wat vakbondsleiders worden duidelijker naarmate strijd gevoerd wordt. We moeten telkens zien in welk stadium van strijd we ons bevinden. In Frankrijk was er een belangrijke evolutie met de splitsing in de CFDT waarbij zo’n 80.000 vakbondsleden uit de vakbond stapten en vooral naar de CGT en Sud overstapten. We zagen er een poging om het vakbondsapparaat te omzeilen.

    Bij de strijd om de leiding in IG Metal in Duitsland, was er een conflict tussen verschillende delen van de syndicale bureaucratie. Er was geen echte linkse oppositie voorhanden, waardoor veel linkse militanten kozen voor die zijde van de bureaucratie die iets linkser was. Soms is het geven van dergelijke kritische steun een optie, maar ook in die gevallen moeten we onze onafhankelijkheid tegenover de leiding bewaren.

    Er zijn op politiek vlak belangrijke processen aan de gang: de ondermijning van de politieke partijen en instellingen, wat tot uiting komt in een cynisme tegenover de politieke elite. In Ierland bvb denkt 50% van de bevolking dat politici corrupt zijn. Dat leidt o.a. tot een lage opkomst bij veel verkiezingen. Maar dit fenomeen manifesteert zich ook elders: splitsingen in de kerk, crisis van de monarchie,… Dat alles laat een vacuüm na.

    Het is mogelijk dat de ontwikkeling van nieuwe arbeiderspartijen niet vlot verloopt. Er is wel een objectieve basis voor, maar het element van een subjectieve factor is eveneens belangrijk. Vandaag zien we immers nog niet dat bredere lagen van de arbeiders tot de conclusie komen dat ze een eigen onafhankelijk politiek instrument nodig hebben.

    Er is de mogelijkheid van nieuwe formaties in een reeks sleutellanden in Europa, maar ook die ontwikkelingen vormen een moeizaam proces. Bovendien gingen reeds heel wat kansen verloren.

    In Frankrijk gaf een peiling aan dat 22% van de bevolking die voordien nooit op radicaal-links stemde, zou overwegen om dit wel te doen (naast de 9% die nu reeds zegt voor radicaal-links te zullen stemmen). Dat illustreert een politieke radicalisering, een zoektocht naar een alternatief. Dat alternatief zal niet gevormd worden door de sociaal-democratische oppositie. De lijst LO-LCR biedt heel wat mogelijkheden, maar het kartel blijft beperkt tot een electorale tactiek. Wat zullen deze partijen doen met hun positie? Zullen ze in staat zijn om een stevige partij uit te bouwen en bewegingen vooruit te helpen?

    In Groot-Brittannië waren er eerder al pogingen met de partij van Arthur Scargill, de Socialist Alliance en nu met de oproep van George Galloway. Die laatste wil opkomen met de verkiezingen in een blok tussen hemzelf en een andere linkse organisatie, de SWP (Socialist Workers’ Party). Ook hier beperkt de discussie zich tot louter electorale aangelegenheden, Galloway wil een zetel behalen en beperkt zich daartoe.

    In Groot-Brittannië zijn er ter linkerzijde illusies in een initiatief als ‘reclaim the Labour party’ (het heroveren van de Labour partij). Dat een dergelijke oproep weinig resultaat oplevert, werd duidelijk op het congres van New Labour waar niet eens een debat gevoerd werd over de oorlog in Irak. Onze analyse over de sociaal-democratie is duidelijk, maar dat neemt niet weg dat we soms een tactische houding moeten innemen daar waar er onder linkse activisten bepaalde illusies bestaan.

    Een element dat een vertragende rol speelt in de ontwikkeling van nieuwe arbeiderspartijen, is de houding van de Rifundazione Comunista in Italië. Die partij gaat meer en meer naar rechts. Bertinotti benadrukte de afgelopen periode de noodzaak aan een nieuwe olijfboomcoalitie met centrum-links. Dat kan leiden tot debatten in de partij. Het geeft vooral ook aan dat een nieuwe arbeiderspartij op zich niet volstaat, we moeten ook zien wat er gedaan wordt door die partijen, met welk programma gewerkt wordt en welke tactieken gehanteerd worden.

    De crisis waarmee Blair vandaag geconfronteerd wordt, zal niet direct leiden tot een electorale afstraffing. Het is goed mogelijk dat hij bij de volgende verkiezingen een meerderheid behoudt. Er is de paradox dat in de landen waar de grootste oppositie aanwezig was tegen de oorlog, Spanje en Groot-Brittannië, de regeringspartijen niet afgestraft worden. In Spanje was er een algemene staking tegen de oorlog, maar de Partido Popular van premier Aznar stijgt opnieuw in de peilingen. Bij recente verkiezingen in Catalonië won de partij. De belangrijkste factor die dit mogelijk maakt is de afwezigheid van een echte georganiseerde oppositie.

    Als in Italië een nieuwe olijfboomcoalitie aan de macht zou komen, is het mogelijk dat de beweging niet verder ontwikkelt. Waar de sociaal-democratie opnieuw vooruitgaat, zoals in België, wordt ook deze getest en ontmaskerd.

    Het politieke vacuüm maakt dat extreem-rechts, in verschillende vormen en hoedanigheden, terrein kan winnen. In Zwitserland slaagde de rechtse SVP erin om te scoren. In Groot-Brittannië is de mogelijkheid reëel dat de BNP met de Europese verkiezingen een zetel behaalt. Bovendien zien we vandaag de dreiging van goedkope arbeidskrachten uit het Oosten, wat de nationalistische spanningen zal doen toenemen. Duitsland en Oostenrijk kondigden al aan de grenzen voor 7 jaar te zullen sluiten.

    De burgerij wordt met een dilemma geconfronteerd: economisch hebben ze de migranten nodig omdat deze goedkope arbeidskrachten zijn, anderzijds creëert het politieke en sociale problemen voor de burgerij. Belangrijk zal zijn hoe de arbeidersbeweging erin zal slagen om de migranten die vanuit Oost-Europa zullen komen te organiseren. Het organiseren van migrante arbeiders zal erg belangrijk zijn om door racistische vooroordelen te kunnen prikken.

    Op dit ogenblik bouwen we met het CWI aan onze krachten. In een land als Ierland zijn we nu reeds een politieke factor, maar we willen ook een sterke basis uitbouwen in landen als Duitsland of België. Dat zal onze internationale organisatie veranderen, en de mogelijkheid bieden aan het CWI om een belangrijke rol te spelen in de strijd tegen het kapitalisme in Europa.

  • Waarom een internationale socialistische organisatie noodzakelijk is

    Geert Cool

    LSP maakt deel uit van het Committee for a Workers’ International (CWI), een internationale organisatie met afdelingen in meer dan 35 landen op alle continenten.

    De noodzaak aan een internationale organisatie komt voort uit de manier waarop het kapitalisme ontwikkeld is. Bij de discussie over de oprichting van de Eerste Internationale stelde Marx dat internationalisme een logisch gevolg is van de creatie van een wereldmarkt onder het kapitalisme. Friedrich Engels schreef reeds in 1847 in zijn "Beginselen van het communisme" hoe een revolutionaire beweging niet tot één land alleen kan beperkt blijven als we verandering willen bekomen.

    Zeker in een periode van globalisering geldt dit des te meer. De onderlinge samenhang tussen verschillende bedrijven, landen en continenten is immers nog nooit zo groot geweest. Momenteel wordt de wereldeconomie gedomineerd door 37.000 bedrijven die 1/3 van de totale productiemiddelen ter wereld controleren.

    Als we het kapitalisme willen bestrijden, zal dit enkel mogelijk zijn als er wereldwijd iets gedaan wordt tegen de greep van de kapitalisten die internationaal georganiseerd zijn. Daarom moeten ook wij ons internationaal organiseren om een tegenmacht te kunnen opbouwen die in staat is om fundamenteel te breken met het kapitalisme. Bovendien zien we meer en meer hoe gebeurtenissen een internationale impact hebben.

    Zo werd op 15 februari 2003 wereldwijd betoogd door miljoenen mensen tegen de oorlogspolitiek van Bush en Blair. Dit leidde er zelfs toe dat in burgerlijke kranten werd gesproken van een nieuwe wereldmacht: de internationale "publieke opinie". Dat is correct tot op zekere hoogte, maar een opinie op zich zal niet volstaan om komaf te maken met het kapitalisme. Het is noodzakelijk dat we de arbeiders en jongeren internationaal organiseren en bewapenen met politieke ideeën en methoden waarmee effectief verandering kan worden afgedwongen.

    Het CWI baseert zich op de historische ervaringen van de arbeidersbeweging om er lessen uit te trekken en vanuit dat collectieve geheugen vandaag sterker te staan in het analyseren van de wereldsituatie, om er zo efficiënter in te kunnen tussenkomen. Het volstaat immers niet om de wereldsituatie louter te analyseren, het komt erop aan de wereld te veranderen.

    Het CWI bestaat uit nationale afdelingen die samen een politiek project uitwerken. Vandaar zijn er geregeld internationale vergaderingen. Om de 4 jaar is er een wereldcongres met verkozen vertegenwoordigers uit de nationale afdelingen, om discussies te voeren over de wereldsituatie en de werking van het CWI. Op die wereldcongressen wordt een internationale leiding, het Internationaal Uitvoerend Bestuur, verkozen. Die leiding komt jaarlijks samen om een weeklang intensief te discussiëren, wat nadien leidt tot discussies in de verschillende afdelingen en het plannen van onze activiteiten en tussenkomsten.

    Met onze internationale organisatie zijn we er in de afgelopen jaren in geslaagd om vanuit een kleine kern afdelingen op te bouwen die in staat zijn om een rol te spelen in bewegingen. We beginnen geleidelijk aan een politieke factor te vormen waarmee gebouwd wordt aan een socialistisch alternatief op de miserie en armoede van het kapitalisme. Sluit aan bij het CWI!

  • Drieduizend mensen demonstreren tegen regering

    Nederland

    Persbericht van het brede comité Keer het Tij (waarbij Offensief ook is aangesloten), 19 december 2003, over de acties een dag eerder

    Ongeveer drieduizend actievoerders in ruim 25 steden hebben donderdag actie gevoerd tegen het beleid van het kabinet Balkenende. Dat stelt een woordvoerder van de organisator van de acties, het platform Keer het tij.

    Het platform, waarbij 350 organisaties zijn aangesloten, had donderdag uitgeroepen tot landelijke actiedag tegen de ‘harde rechtse” plannen van de regering. De plannen van het kabinet treffen vooral de zwakke groepen in de samenleving, aldus Keer het Tij.

    Zij richten grote schade aan in de gezondheidszorg, het onderwijs, de sociale voorzieningen en het milieu. Burgerrechten worden afgebroken en vluchtelingen buitengesloten, aldus de organisatie.

    In tientallen plaatsen werden overdag in winkelcentra manifestaties gehouden. Zo konden passanten hun grieven tegen de regering op klaagmuren schrijven en werden er alternatieve kerstliederen gezongen. In Nijmegen, Den Haag, Haarlem en Hengelo werden ‘s avonds fakkeloptochten gehouden.

    Keer het Tij nam eerder het initiatief voor een grote demonstratie tegen het kabinetsbeleid die op 20 september in Amsterdam werd gehouden. Hieraan namen ongeveer 25.000 personen deel.

  • Enkel wereldsocialisme biedt een uitweg

    CWI

    De leiding van het Committee for a Workers’ International (CWI) kwam eind november samen op haar jaarlijkse conferentie. Leden van het Internationaal Uitvoerend Bestuur uit 16 verschillende landen kwamen bijeen om te discussiëren over de ontwikkelingen in 2003 en de perspectieven voor de komende periode uit te werken.

    Vincent Devaux

    Discussie over de wereldsituatie

    Peter Taaffe startte met een algemene inleiding over de wereldsituatie. In de loop van 2003 zagen we massabewegingen zoals de beweging tegen de oorlog in Irak. We kunnen ook de betoging van 100.000 arbeiders in Berlijn op 1 november aanhalen, of de algemene staking van 9 dagen in Nigeria die het land stillegde. Het accent lag echter op de situatie in Irak: zal de Amerikaanse bezettingsmacht verstrikt geraken in een conflict vergelijkbaar met de Vietnam-oorlog? Er stierven de laatste 8 maanden meer Amerikaanse soldaten dan tijdens de eerste 2 jaar van de Vietnam-oorlog.

    De situatie in Afghanistan – dat vandaag opnieuw de belangrijkste opiumproducent is geworden – is een voorbeeld van hoe de politiek van Bush meer instabiliteit creëert op wereldvlak. Brian uit de Verenigde Staten gaf een beeld van het groeiende verzet tegen de oorlog onder de soldaten en hun families.

    Economie aan het sputteren

    De discussie spitste zich natuurlijk ook toe op de toestand van de wereldeconomie. De groei stagneert in de eurozone en is erg zwak in Japan. Zelfs als de recente groei in de VS sterk leek (7,5% in het 3e kwartaal), hebben onder Bush 3 miljoen arbeiders hun job verloren. En de economie in de VS draait nog altijd 25% onder haar capaciteit.

    De economie in China groeit sterk, maar wordt geconfronteerd met oververhitting en slechte leningen. Ze zal het wereldkapitalisme niet redden. In Duitsland verwacht men 40.000 faillissementen en 300.000 ontslagen voor 2004. Er zijn 5 miljoen werklozen in Duitsland, wat vergelijkbaar is met het begin van de jaren ’30.

    In Australië is er nog een vrij stevige groei van 6%, maar de gecreëerde jobs zijn voornamelijk halftijds en de zeepbel op de huizenmarkt begint te barsten. Een kameraad uit Kazakhstan wees op een economische groei van 3% in zijn land, op basis van de export van gas en aardolie en het plunderen van de bodemrijkdommen door de multinationals. Tegelijk ligt de werkloosheid echter op 50%!

    Grote bewegingen in Latijns-Amerika

    Een belangrijk thema was de situatie in Latijns-Amerika. De regering-Lula en de rol van de PT (Arbeiderspartij), die een antisociaal beleid voert in Brazilië, brengt de kwestie van een nieuwe arbeiderspartij naar voor. De groeiende tegenstellingen in Venezuela (Chavez), de recente bewegingen in Bolivië, Peru, Argentinië,… zijn slechts enkele voorbeelden van de gisting die op het continent plaastvindt.

    Ierland: campagne tegen dure vuilzakken

    Ook werd er verslag gegeven van de campagne die we in Ierland voerden tegen de belasting op de vuilniszakken, waarmee we nationaal in het nieuw kwamen rond het gevangen zetten van CWI-parlementair Joe Higgins en ons gemeenteraadslid Clare Daly.

    Europa: groeiende tegenstellingen

    In Europa groeien de tegenstellingen tussen de kapitalistische machthebbers. Frankrijk en Duitsland doorbreken de regels van het Stabiliteitspact en de uitbreiding van de EU zal nieuwe economische en politieke problemen stellen. In Engeland waren er stakingen bij de post, de spoorwegen,…

    Op syndicaal vlak zorgen de tegenstellingen binnen de samenleving voor een verhoogde druk op de vakbondsleiding. In sommige vakbonden zijn er zelfs afsplitsingen, zoals bij de CFDT in Frankrijk. De belangrijkste trend zal echter een druk zetten op en voorbijsteken van de bestaande vakbondsleiders zijn.

    Sri Lanka: nationale vraagstuk

    De historische situatie in Sri Lanka werd uitgebreid uiteengezet door onze kameraden. Het nationale vraagstuk en het recht op zelfbeschikking van de volkeren kan enkel duurzaam worden opgelost in het kader van een socialistische samenleving.

    Uitbouw van het CWI

    Tot slot werd de uitbouw van het CWI bediscussieerd. In Groot-Brittannië zijn er nu 34 afdelingen van de jongerencampagne ISR. Er was ook de belangrijke rol van verschillende secties in de anti-oorlogsbeweging. In Nigeria hebben onze kameraden deelgenomen aan de verkiezingen en beginnen ze een massa-invloed te ontwikkelen in delen van de hoofdstad Lagos. De Griekse sectie verdubbelde op een jaar tijd haar lidmaatschap.

    Het is duidelijk dat we een nieuwe fase van de klassenstrijd ingaan, de jaren ’90 liggen achter ons. Op basis van de ervaring van de arbeiders in strijd zal de noodzaak van een verandering van de samenleving zich stellen. Dat proces zal niet rechtlijnig zijn en veel omwegen kennen. Het zal zich weerspiegelen in de vorming van nieuwe massa- of semi-massaformaties, waarop we ons moeten oriënteren en waar we een revolutionair alternatief in naar voor zullen brengen.

  • Regering zet scholen te koop. Weg met deze privatisering!

    De Vlaamse regering is van plan om haar achterstand in de bouw van scholen in te halen door die taak gedeeltelijk uit te besteden aan een beursgenoteerd vastgoedvennootschap. Dat zeiden minister-president Bart Somers (VLD) en minister van onderwijs Marleen Vanderpoorten (VLD) gisteren op een persconferentie. Die private onderneming zal de bouw van scholen financieren en wordt daarna eigenaar van de schoolgebouwen. De scholen moeten die onderneming dan huurgeld betalen voor het gebruik van de gebouwen.

    Karel Mortier

    Nadat de Vlaamse regering de private sector inschakelde om haar achterstand in de bouw van sociale woningen in te halen (tevergeefs trouwens) is het blijkbaar nu de beurt aan de scholen om geprivatiseerd te worden omdat de overheid jarenlang nagelaten heeft om daarvoor voldoende middelen vrij te maken. Onder andere om de beruchte Maastrichtnormen te halen die in de praktijk naar de prullenbak werden verwezen door Duitsland en Frankrijk.

    Het spreekt voor zich dat de aandeelhouders van die onderneming een rendement willen op hun investering in schoolgebouwen en dat iemand dat zal moeten betalen. Het is vooralsnog onduidelijk wat de gevolgen van deze plannen zullen zijn voor personeel en scholieren maar dat dit zoveelste neoliberale maatregel is van deze regering is wel duidelijk. Wellicht staan catering – en schoonmaakbedrijven nu al in de rij om een aantal ‘diensten’ aan te bieden aan deze geprivatiseerde scholen met alle gevolgen vandien voor het personeel en scholieren.

    Deze techniek wordt ook op federaal niveau gebruikt. Het ene overheidsgebouw na het andere wordt verkocht aan private immobiliëngroepen om het daarna terug te huren van dezelfde groepen zogezegd omdat dit goedkoper is dan zelf de nodige herstellingen te doen. Ook hier heeft men immers jarenlang nagelaten de nodige investeringen te doen zodat als je nu sommige ministeries bezoekt je jezelf bijna in de jaren 60 waant!

    Het wordt steeds duidelijker dat de verschillende overheden over onvoldoende middelen beschikken om normaal te functioneren en dat men zich in allerlei bochten wringt om die problemen voor zich uit te schuiven, in ieder geval tot na de verkiezingen. Op bepaalde departementen van de federale overheid is het zo erg dat men zelfs de printerinkt niet meer kan betalen en dat de ambtenaren zich maar moeten zien te redden.

    Op Vlaams niveau moesten de topambtenaren er bij gehaald worden door de regering om te zeggen dat het allemaal nog niet zo erg was. Koppel dit aan de benarde financiële situatie van de meeste gemeenten (door de vrijmaking van de energiemarkt) en het is duidelijk dat veel openbare diensten op lokaal, gewestelijk en federaal vlak sobere feestdagen tegemoet gaan.

    Met de Actief Linkse Studenten komen we op tegen iedere vorm van privatisering van openbare voorzieningen en infrastructuur in het onderwijs. Het is voor iedereen duidelijk dat er ook in het hoger onderwijs een tekort is aan de nodige voorzieningen om goed les te kunnen geven/krijgen en dat er geen garanties zijn dat men hier geen gebruik zal maken van dergelijke neoliberale methodes om problemen op te lossen.

  • Europese Top in Brussel mislukt

    Het project van de Europese Unie bevindt zich in haar ergste crisis met het afbreken van de onderhandelingen over de nieuwe grondwet. De top in Brussel werd een "uitzonderlijk fiasco" volgens een Zweeds persbureau. Dit komt slechts enkele weken na het effectieve opbreken van het zogenaamde stabiliteitspact in de Eurozone. Wat zijn de redenen voor de crisis en wat kunnen we de komende periode verwachten?

    Per-Åke Westerlund

    Geen akkoord over grondwet

    De Italiaanse premier Berlusconi hoopte dat hij de periode van EU-voorzitterschap zou kunnen afsluiten met de goedkeuring van de nieuwe grondwet. Hij moest die ambitie bijstellen toen de Poolse premier Leszek Miller huiswaarts keerde vanop de EU-top op zaterdag. Ook de Franse delegatie had tegen dan ingepakt. Berlusconi moest toegeven: "Het werd onmogelijk om de standpunten met elkaar te verzoenen."

    Dit is de eerste keer dat een EU-top er niet in slaagt om een nieuw verdrag te onderhandelen. Bij voorgaande toppen waar er moeilijkheden waren – Maastricht 1991, Nice 2001, Kopenhagen 2003 – kwam er telkens een compromis uit de bus. "In werkelijkheid waren het bijna 10 jaar van voorbereidingen voor de uitbreiding, 18 maanden democratische discussie in de Europese conventie en 2,5 maanden regeringsonderhandelingen die hier op een muur botsten", schreef het Deense blad Politiken dat het resultaat van de top als ‘schokkerend’ omschreef.

    De doelstelling van de grondwet was het voorbereiden van de EU voor de toetreding van tien nieuwe lidstaten op 1 mei 2004. Het voorstel omvatte een nieuwe EU president in plaats van een roterend systeem, een gezamenlijke minister van buitenlandse zaken, het afschaffen van het veto-recht op verschillende punten, het verminderen van het aantal EU-commissarissen. Het was de bedoeling om tot een grotere integratie en ‘harmonisatie’ te komen.

    De grootste struikelsteen was het voorgestelde systeem van stemmen. Het eerste ontwerp stelde een ‘dubbele meerderheid’ voor: steun van 50% van de landen en 60% van de bevolking. Dat zou de macht van Duitsland versterken. Volgens de regels die bepaald werden in Nice, hebben Spanje en Polen bijna evenveel stemmen als Duitsland ondanks het feit dat Duitsland meer inwoners heeft dan beide landen samen.

    De Poolse en Spaanse politici vochten voor hun invloed binnen de EU. Zowel Leszek Miller als de Spaanse premier Aznar gebruikten het debat binnen de EU op een nationalistische wijze om in hun respectieve landen steun te winnen nadat ze aan populariteit moesten inboeten wegens hun steun aan de VS-oorlog en hun neo-liberale beleid. Ook regeringen van de grote EU-landen staan onder druk van de economische crisis en het massale politieke ongenoegen. Frankrijk werd opgeschrikt door de stakingen in de openbare diensten, in Duitsland vormde een grote betoging op 1 november het begin van een toename van stakingen en strijd.

    Macht en economie

    De oorlog van Bush en Blair tegen Irak zorgde ervoor dat de spanningen in de EU aan de oppervlakte kwamen. De heersende klassen in Duitsland en Frankrijk waren niet bereid om de Bush-doctrine blindelings te volgen en de "preventieve" militaire aanvallen zomaar te aanvaarden. Tegelijk werden de tegenstellingen in de EU door de regering-Bush aangemoedigd. De as Frankrijk-Duitsland werd geconfronteerd met tegenkantingen door Groot-Brittannië, Spanje, Italië en andere oudere lidstaten alsook nieuwe lidstaten. De spanningen tussen de VS en Duitsland/Frankrijk werden deels bedekt door de snelle afloop van de oorlog, maar worden opnieuw duidelijk bij de groei van de problemen waarmee de bezettingstroepen geconfronteerd worden.

    Een ander belangrijk element is de economische crisis. De Eurozone zal dit jaar niet groeien en gedurende delen van 2003 was er recessie in Duitsland, Nederland en Italië. Dit leidt tot stevige besparingsplannen en tegenhervormingen, samen met een stijging van de werkloosheid. In Nederland is er een loonsstop, in Portugal werden duizenden werknemers in de openbare diensten afgedankt, in Frankrijk, Oostenrijk en Griekenland gingen de pensioenen omlaag, in Duitsland worden de uitkeringen voor werklozen en in de gezondheidszorg beperkt,…

    De Europese begrotingsregels – het zogenaamde pact voor stabiliteit en groei – vormen meer en meer een hindernis voor de Europese economieën. Het pact eist dat het begrotingstekort minder is dan 3% van het Bruto Binnenlands product en de overheidsschuld moet lager zijn dan 60% van het BBP. Ondanks pogingen om de resultaten op te smukken door pensioenfondsen op te nemen in de begroting, zoals dit gebeurde in België en Zweden, nemen de tekorten overal toe als gevolg van het feit dat er geen economische groei is.

    Vorig jaar waren er in Portugal reeds massale besparingen om de overheidsschuld te beperken. Maar Duitsland en Frankrijk komen zelf de regels niet na. Voor het derde jaar op rij, hebben die twee landen een tekort dat boven de 3% uitkomt. Frankrijk heeft tevens een overheidsschuld van meer dan 60% van het BBP.

    De landen van de Eurozone zouden volgens hun eigen regels gestraft moeten worden als ze de regels overtreden. Ze zouden een garantie van 0,2% tot 0,5% van het BBP moeten storten aan de EU, een garantie die nadien kan omgezet worden in een boete.

    Het negatief effect van het stabiliteitspact is erg duidelijk in Portugal waar de regels en de bestraffing geleid hebben tot een recessie en de toename van het tekort.

    Op 25 november beslisten de Europese ministers van Financiën om Frankrijk en Duitsland niet te bestraffen. Dit leidde tot verzet bij de ministers van Oostenrijk, Nederland, Finland en Spanje. Daarmee gaf de Spaanse regering aan dat het vastberaden de strijd zou aangaan rond de grondwet.

    Het niet-nakomen van de bestaande regels betekent niet dat de deur opengezet wordt voor een veralgemeend beleid van economische stimulansen. Belastingsverlagingen voor de rijken en voor de grote bedrijven in Duitsland, en de toename van uitgaven voor het leger en de politie in Frankrijk zijn slechts elementen die mee leiden tot de toename van de tekorten, en moeten samen gezien worden met de besparingsmaatregelen die de gewone bevolking hard treffen.

    Meer twijfels

    De niet-naleving van de Europese regels en het mislukken van de EU-top zijn het resultaat van een nieuwe wereldsituatie, economische onstabiliteit en de uitbreiding van de EU. De Duitse kapitalisten en politici waren bijzonder enthousiast over de uitbreiding omwille van de economische winsten die ze er konden uithalen en de grotere politieke stabiliteit. Maar hoe dichter we bij de effectieve uitbreiding komen, hoe sterker de twijfels toeslaan. In plaats van het benadrukken van de uitbreiding is de het benadrukken van de eigen koers het centrale idee van de heersende klassen in Frankrijk en Duitsland.

    De dreiging van de Poolse regering om haar veto te gebruiken op haar eerste EU-top is maar één voorbeeld dat aangeeft dat de onderhandelingsaanpak binnen de EU verdwenen is. De dominantie door de Franse en Duitse regeringen is verzwakt. Bovendien leidt het niet-naleven van het stabiliteitspact ertoe dat de autoriteit van de EU tegenover nieuwe lidstaten beperkt is. Slechts drie van de tien nieuwe lidstaten heeft tekorten die aanvaardbaar zijn binnen de grenzen van het stabiliteitspact.

    Dat is waarom de Duitse kanselier Schröder en de Franse president Chirac probeerden om toch maar een akkoord te bereiken over de voorgestelde grondwet. Om hun positie te versterken nodigden ze de Britse premier Blair uit voor een onofficiële "trilaterale" leiding. Het meest concrete resultaat was de beslissing over militaire samenwerking waarbij EU-lidstaten die het wensen een interne militaire kern kunnen vormen, wat deels buiten zowel de EU als de NAVO om gebeurt. Ondanks het feit dat hij dit akkoord mee ondersteunde, heeft Blair Washington al gerustgesteld dat dit de militaire superioriteit van de VS niet zal bedreigen.

    Europese Unie op verschillende snelheden

    De Duitse minster van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, waarschuwde na de top van Brussel dat de EU mogelijk op twee snelheden zal ontwikkelen. Dat scenario wordt door de Duitse en Franse regeringen voorbereid. Chirac had het over een groep "pioniers" die voorlopen op de rest. Schröder verwees ook reeds naar een opdeling van de EU in verschillende niveau’s.

    Militair is er al een akkoord tussen België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. Ook Nederland wordt geregeld genoemd als deel van de kopgroep binnen de EU. Op welke thema’s deze groep zou ‘vooroplopen’ is niet duidelijk omdat er heel wat tegenstellingen zijn tussen deze landen onderling.

    De grondwet zelf is minder belangrijk dan de politieke crisis en het verlies aan prestige die veroorzaakt worden door dit fiasco. Technisch gezien heeft de EU regels in de plaats van wat voorgesteld werd in de grondwet. Volgens het Zweedse dagblad Dagens Nyheter zou het nutteloos zijn om de onderhandelingen over de grondwet opnieuw op te starten na nieuwjaar als Ierse premier Ahern het overneemt van Berlusconi. Zelfs indien er dan tot een akkoord zou gekomen worden, is het nog steeds betwijfelbaar of de lidstaten dit zouden goedkeuren. Zeven landen kondigden al aan dat er een referendum zou zijn. Daaronder Ierland en Denemarken waar bij vorige referenda over de EU de Neen-campagne het een aantal keer haalde. De Zweedse premier Persson drong aan om de onderhandelingen uit te stellen tot de tweede helft van 2004 of zelfs tot 2005.

    Het Zweedse dagblad Dagens Nyheter vroeg zich in een editoriaal af: "Zal de EU in de toekomst standhouden met 25 lidstaten". Dit toont aan hoe zelfs sommige van de meest prominente aanhangers van de EU niet langer weten welke EU ze eigenlijk verdedigen. De diepe crisis kan ertoe leiden dat de EU een soort ‘mini Verenigde Naties’ wordt, waarbij de leiders elkaar ontmoeten en praten zonder echte beslissingen te nemen. Het is duidelijk dat federale opvattingen, de idee om meer macht naar een uitvoerende kracht in Brussel over te brengen, staat zwakker dan ooit.

    De diepe crisis geeft aan dat de kapitalisten en de politici niet in staat zijn om hun droom te bereiken van een verenigd Europa met een vrije economische markt en een politiek/militaire kracht die in staat is om een tegengewicht voor de VS te bieden. De regeringen van de grote landen, die de belangen van de kapitalisten in hun landen verdedigen, zijn niet bereid om beslissende macht over te dragen. De tegenstellingen tussen de belangen van de kapitalisten in de verschillende landen zijn te groot.

    In de lente van 2004 zullen er al opnieuw conflicten naar voor komen, ditmaal over het nieuwe budget voor de EU vanaf 2007. Duitsland waarschuwde Polen en Spanje dat hun subsidies zullen dalen omwille van de recente debatten.

    De gehele Euro-zone is economisch onzeker, met de mogelijkheid van een economische en politieke crisis in Duitsland die leidt tot het opbreken van de euro. De nieuwe lidstaten staan daarom veraf van deelname aan de euro.

    Wat wel zeker is, is dat de politici akkoord zijn om verder te gaan met de aanvallen op de arbeiders, jongeren, gepensioneerden, vluchtelingen en andere groepen. De huidige aanvallen in Duitsland en Frankrijk zijn slechts een voorbode van wat de kapitalisten willen. Die aanvallen zullen de kloof tussen de heersers en de bevolking in de EU versterken. Volgens een recente peiling ziet slechts 48% van de EU-inwoners de EU als iets positief, het laagste cijfer ooit. De Europese verkiezingen van juni zullen plaatsvinden met de laagste opkomst ooit. Maar ook nationalisten zullen winnen door de crisis van de EU. Het is daarom dringend nodig om de vakbonden om te vormen tot strijdbare organisaties en om te bouwen aan nieuwe massale arbeiderspartijen.

  • Overlijdens

    Overlijdens

    Twee linkse activisten zijn de afgelopen weken overleden.

    Elie Gross (1947 – 2003)

    Elie heeft ons eind november verlaten. Hij was de zoon van een joodse emigrant uit Polen die een was jeugdvriend van Isaac Deutscher, en een joodse moeder. Elie was geboren in Casablanca. Hij kwam in België in 1956 en sloot op 10-jarige leeftijd aan bij de jongerengroep van de Union des Progressistes juifs de Belgique (UPJB, Unie van progressieve joden in België). Hij was een van de peilers van de UPJB gedurende decennia. In de jaren ’70 en ’80 was hij militant van de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL), delegee in het onderwijs, oprichter (eind jaren ’70) van het Comité van 1 Mei voor de democratische en arbeidersvrijheid in Oost-Europa. Elie was vooral actief in de strijd tegen racisme, zionisme, imperialisme en de stalinistische bureaucratie. Hij was reeds jarenlang geen lid meer van een politieke partij, maar volgde aandachtig iedere poging om een links alternatief uit te bouwen. Hij was sinds het eerste nummer van ‘Alternative Socialiste’ (ons franstalig maandblad) op dit blad geabonneerd.

    Serge Cols (1932-2003)

    Serge begon te militeren toen hij 15 jaar was. Zijn leven als kind van een ondergedoken jood tijdens de oorlog, heeft een grote impact gehad op zijn persoonlijkheid en van hem een onvermoeibare anti-racistische en anti-kapitalistische militant gemaakt, maar ook een anti-conformist die niet aarzelde om alleen tegen de stroom in te gaan. Hij werd uitgesloten uit de Parti Communiste in de jaren ’50 en vervolgens uit de groep van Grippa (pro-Chinese tendens) in de jaren ’60. Hij werd veroordeeld en gevangengezet voor zijn hulp aan de Portugese revolutionairen onder de dictatuur van Caetano. In de jaren ’90 werd hij een belangrijk figuur in de antiglobaliseringsbeweging in België. Als natuurlijke leider van Attac Brussel speelde hij een sleutelrol in het opzetten van D14, de coördinatie die de betoging organiseerde tegen de Europese Top van Laken in december 2001.

    We willen deze twee kameraden herdenken en richten ons medeleven aan al hun vrienden.

    Guy Van Sinoy

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop