Category: Dossier

  • 90 jaar geleden: mijnwerkersstaking. 80 jaar geleden: dood van Léon Lesoil

    Vlag van de Chevaliers du Travail van Chatelineau uit 1923

    Léon Lesoil, medeoprichter van de Communistische Partij van België (1921) en van de Vierde Internationale (1938) stierf op 3 mei 1942 in het concentratiekamp van Neuengamme, waar hij door de nazi’s naartoe was gedeporteerd. Deze maand mei 2012 is een gelegenheid om zowel de verjaardag van zijn tragische dood te herdenken als de staking van de mijnwerkers van Charleroi (1932) waarin hij een beslissende rol speelde.

    door Guy Van Sinoy

    De crisis van 1929 en de gevolgen ervan

    In de jaren 1920 waren in België 150.000 mijnwerkers werkzaam in de mijnbouw. De kapitalistische crisis van 1929 richtte grote verwoestingen aan, vooral in de mijnen, de metaalsector en de glasindustrie. Bovendien werden de lonen van de mijnwerkers gelinkt aan de prijs van industriële steenkool. Dit betekende dat de mijnwerkers zowel met werkloosheid als met een daling van hun lonen werden geconfronteerd. Bovendien kondigden de kolenbazen een verlaging van de lonen van de mijnwerkers met 5% aan. Dit was alles wat nodig was om een storm te ontketenen.

    Politieke strijd om de staking te controleren

    Begin juni 1932 gingen de mijnwerkers van de Borinage spontaan in staking. Deze verspreidde zich naar de mijnbekkens van de regio’s Centre en Charleroi. In juli 1932 breidde de staking zich uit tot alle kolenmijnen in het land. De Mijnwerkerscentrale van de Syndicale Commissie (verbonden met de Belgische Werkliedenpartij) probeerde de staking die aan haar controle ontsnapte in te dammen.

    De Communistische Partij van België (KPB) bevond zich, zoals alle communistische partijen van die tijd, midden in de zogenaamde ‘derde periode’. De KPB interpreteerde de crisis van 1929 als de finale crisis van het kapitalisme en lanceerde ultralinkse slogans (zoals ‘Fascisme en sociaal-fascisme zijn tweelingbroers’, waarmee de sociaaldemocraten van top tot basis met fascisten werden gelijkgesteld). Het resultaat was verdeeldheid onder de arbeiders.  Op syndicaal vlak lanceerde de KPB de Opposition Syndicale Révolutionnaire (OSR, Revolutionaire Syndicale Oppositie) en in de mijnen de Centrale Révolutionnaire des Mineurs (CRM, Revolutionaire Mijnwerkerscentrale), met de sterkste kern in Seraing.

    Algemene staking en stakerscomité

    In het mijnbekken van Charleroi waren van de 40.000 mijnwerkers er 8.000 aangesloten bij de Mijnwerkerscentrale, 550 bij de Chevaliers du Travail (1). De CRM eiste van de Chevaliers du Travail dat deze een staking zou uitroepen. De Chevaliers du Travail beslisten echter om alle mijnwerkers uit de regio uit te nodigen op een bijeenkomst op 11 juli in het Volkshuis van Gilly, waar enkele duizenden mijnwerkers voor de staking stemden. In de steenkoolmijn van Gouffre in Châtelineau werd Léon Lesoil gekozen tot secretaris van het stakerscomité dat de strijd leidde. (2)

    De stakerscomités maakten het mogelijk om alle stakers, los van hun vakbonds- of politieke overtuiging, te verenigen in één beweging. Het doet denken aan arbeidersraden (sovjets) die arbeiders van verschillende partijen en vakbonden samenbrengen tijdens een revolutionaire crisis.

    Een voorbeeldige vorm van strijd die zijn sporen naliet

    Deze ervaring met de arbeidersstrijd op basis van stakingscomités heeft een stempel gedrukt op het collectieve bewustzijn van de arbeidersmilitanten in de streek van Charleroi. Zo hebben de glasarbeiders in 1973 en in de daaropvolgende jaren verscheidene malen, en met succes, stakerscomités opgericht (waaronder een regionaal comité tussen de hoofdkwartieren) om de strijd tegen sluitingen en jobverlies te leiden.

    Dood in nazikamp

    Léon Lesoil werd op 22 juni 1941 opgepakt. Dat was aan de vooravond van de invasie van nazi-Duitsland in de Sovjet-Unie. Na drie maanden hechtenis in het fort van Hoei werd hij gedeporteerd naar het concentratiekamp Neuengamme nabij Hamburg. Zware arbeid en ziekte (tyfus) maakten dat Léon Lesoil op 3 mei 1942 stierf. Op de begraafplaats van Châtelineau is er een grafsteen als nagedachtenis aan Lesoil.

    Lees ook dit artikel over Léon Lesoil

     

    Voetnoten
    1.  Chevaliers du Travail: een kleine, vaak lokale vakbondsorganisatie die weigerde lid te worden van de Syndicale Commissie van de BWP. Na de stemming over de motie-Mertens (1924), die communisten verbood vakbondsfuncties te bekleden, sloten communistische vakbondsactivisten in de mijnbouw en de glassector zich aan bij die Chevaliers du Travail. In 1936 sloten de door trotskisten geleide afdelingen zich terug aan bij de Syndicale Commissie.
    2. Lees meer over deze stakingsbeweging in “1932: mijnwerkers in opstand” door Frans Driesen (verkrijgbaar via onze redactie en webshop)
  • Rosa Luxemburg: De oorsprong van 1 mei

    Tekst geschreven in 1894

    Het goede idee om een proletarische actiedag in te voeren als een middel om de 8-urendag af te dwingen ontstond in Australië. Daar organiseerden de arbeiders in 1856 een algemene 24-urenstaking met meetings en een betoging voor de 8-urendag. De dag van die acties was 21 april 1856. Eerst dachten de Australische arbeiders om dit eenmalig te doen in 1856. Maar de actiedag had zo’n sterk effect op de arbeiders dat het hen deed opleven en leidde tot nieuwe agitatie waardoor beslist werd om de actiedag ieder jaar te herhalen.

    Wat kon de arbeiders meer moed geven en meer geloof vestigen in hun eigen sterkte dan een massale werkonderbreking waartoe ze zelf het initiatief genomen hadden? Wat kon de eeuwige slaven in de fabrieken en werkplaatsen meer moed geven dan het samenbrengen van de eigen troepen? Zo groeide het idee van een proletarische actiedag en begon het ook naar andere landen uit te breiden.

    De eersten die het voorbeeld van de Australische arbeiders volgden, waren de Amerikanen. Zij besloten een algemene werkonderbreking te organiseren op 1 mei 1886. Op die dag gingen 200.000 arbeiders in staking om de 8-urendag te eisen. Later werd het door politierepressie en juridische problemen moeilijk om een betoging van deze omvang te organiseren. Maar in 1888 werd de oproep bevestigd en werd besloten een grote betoging te organiseren op 1 mei 1890.

    Intussen was de arbeidersbeweging in Europa numeriek enorm versterkt en ook beter georganiseerd. Een krachtige uitdrukking daarvan werd gegeven door het Internationale Arbeiderscongres in 1889. Op dit congres waren er 400 afgevaardigden en werd besloten om de eis van een 8-urendag centraal te stellen. Hierop stelde een afgevaardigde van de Franse vakbonden, de arbeider Lavigne uit Bordeaux, voor om deze eis in alle landen naar voren te brengen met algemene werkonderbrekingen. De afgevaardigde van de Amerikaanse arbeiders wees op de beslissing van zijn kameraden om te staken op 1 mei 1890, waarop het congres die datum aannam om overal acties te voeren.

    Ook nu werd er — zoals 30 jaar eerder in Australië — gedacht aan een eenmalige betoging. Het Congres besliste dat de arbeiders in alle landen samen zouden betogen op 1 mei 1890 voor de eis van een 8-urendag. Niemand sprak van een herhaling van deze actie in de daaropvolgende jaren. Natuurlijk kon niemand de impact van dit idee voorspellen en de snelheid waarmee het werd overgenomen door de arbeidersklasse in verschillende landen. Het volstond echter om 1 mei één keer te vieren opdat iedereen zou begrijpen en aanvoelen dat het een jaarlijkse traditie moest worden […].

    Op 1 mei werd de invoering van een 8-urendag geëist. Maar zelfs toen dit doel bereikt werd, bleef de internationale actiedag behouden. Zolang de strijd van de arbeiders tegen de burgerij en tegen de heersende klasse blijft duren, zolang niet alle eisen ingewilligd worden, zullen we op 1 mei ieder jaar opnieuw onze eisen naar voren brengen. En als er zich betere tijden aanbieden, als de arbeidersklasse wereldwijd haar bevrijding heeft afgedwongen, zal het wellicht 1 mei vieren ter herdenking van de bittere strijd en het vele lijden in het verleden.

  • Lenin: ontwerpresolutie van de linkervleugel op de conferentie van Zimmerwald

    Deze ontwerpresolutie beschreef het standpunt van de linkerzijde in Zimmerwald. Het werd opgesteld door Lenin. Zowel Lenin als Trotski vonden het belangrijk om een antikapitalistische internationale verklaring van socialisten tegen de oorlog te hebben. Vandaar stemden ze voor een compromistekst die door Trotski was geschreven. Achteraf verklaarde Trotski dat hij het inhoudelijk eens was met het standpunt van de linkerzijde, een standpunt dat in grote mate overeenkomt met wat hij zelf schreef in ‘Oorlog en de Internationale’.

     

    De huidige oorlog is veroorzaakt door het imperialisme. Het kapitalisme heeft het hoogste stadium al bereikt. De productiekrachten van de maatschappij en de omvang van het kapitaal zijn de enge grenzen van de afzonderlijke nationale staten ontgroeid. Vandaar het streven van de grootmachten om andere naties tot slaaf te maken en kolonies in te nemen als bronnen van grondstoffen en investeringsgebieden van kapitaal. De gehele wereld versmelt tot één enkel economisch organisme; zij is verdeeld onder een handvol grootmachten. De objectieve voorwaarden voor het socialisme zijn volledig gerijpt en de huidige oorlog is een oorlog van de kapitalisten om privileges en monopolies die de ondergang van het kapitalisme kunnen vertragen.

    De socialisten, die de arbeid willen bevrijden van het juk van het kapitaal en die de wereldwijde solidariteit van de arbeiders verdedigen, strijden tegen elke vorm van onderdrukking en ongelijkheid van volkeren. Toen de burgerij een vooruitstrevende klasse was en de omverwerping van het feodalisme, het absolutisme en de onderdrukking door andere volkeren tot de historische orde van de dag behoorde, hebben de socialisten, als steevast de meest consequente en meest vastberaden democraten, de “verdediging van het vaderland” erkend in de betekenis die deze doelstellingen impliceerden, en alleen in die betekenis. Ook nu, als er in het oosten van Europa of in de kolonies een oorlog van de onderdrukte volkeren tegen de onderdrukkende grootmachten zou uitbreken, zou de sympathie van de socialisten volledig bij de onderdrukten liggen.

    De oorlog van vandaag is echter ontstaan in een geheel andere historische periode, waarin de burgerij, van een progressieve klasse, reactionair is geworden. Met beide groepen van oorlogvoerende partijen is deze oorlog een oorlog van slavenhouders, en bedoeld om de slavernij te behouden en uit te breiden; het is een oorlog voor de herverdeling van kolonies, voor het “recht” om andere naties te onderdrukken, voor privileges en monopolies voor het kapitaal van de grootmacht, en voor de bestendiging van loonslavernij door de arbeiders van de verschillende landen op te splitsen en hen te verpletteren door middel van reactie. Daarom is, van de kant van beide strijdende groepen, al het gepraat over “verdediging van het vaderland” misleiding van het volk door de burgerij. Noch de overwinning van een bepaalde groep, noch een terugkeer naar de status quo kan iets doen om de vrijheid van de meeste landen in de wereld te beschermen tegen de imperialistische onderdrukking door een handvol grootmachten, of om ervoor te zorgen dat de arbeidersklasse zelfs maar haar huidige bescheiden culturele verworvenheden behoudt. De periode van een betrekkelijk vreedzaam kapitalisme is voorbij en zal nooit meer terugkeren. Het imperialisme heeft de arbeidersklasse een ongeëvenaarde intensivering van de klassenstrijd, tekorten en werkloosheid, hogere kosten van levensonderhoud en de versterking van de onderdrukking door de grote bedrijven, het militarisme en de politieke reactionairen gebracht, die in alle landen, zelfs de meest vrije, de kop opsteken.

    In werkelijkheid komt de slogan “verdediging van het vaderland” in de huidige oorlog neer op een verdediging van het “recht” van de “eigen” nationale burgerij om andere naties te onderdrukken; het is in feite een nationale liberaal-arbeiderspolitiek, een alliantie tussen een te verwaarlozen deel van de arbeiders en de “eigen” nationale burgerij, tegen de massa van de arbeiders en de uitgebuitenen. Socialisten die een dergelijk beleid voeren zijn in feite chauvinisten, sociaal-chauvinisten. De politiek van het stemmen voor oorlogskredieten, van het toetreden tot regeringen, van Burgfrieden [godsvrede of nationale eenheid] en dergelijke, is een verraad aan het socialisme.

    Gevoed door de omstandigheden van de “vreedzame” periode, die nu ten einde is, is het opportunisme nu zo ver gerijpt dat het een breuk met het socialisme noodzakelijk maakt; het is een openlijke vijand geworden van de bevrijdingsbeweging van de werkende klasse. De arbeidersklasse kan haar historische doelstellingen niet bereiken zonder een zeer vastberaden strijd tegen zowel het openlijke opportunisme als het sociaal-chauvinisme (de meerderheden in de sociaaldemocratische partijen van Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk; Hyndman, de Fabians en de vakbondsleiders in Groot-Brittannië; Roebanovitsj, Plechanov en Nasja Zarya in Rusland, etc.) en het zogenaamde Centrum, dat het marxistische standpunt heeft prijsgegeven aan de chauvinisten.

    Het Manifest van Bazel van 1912, dat unaniem door socialisten uit de hele wereld werd aangenomen in afwachting van de oorlog tussen de grootmachten die nu is uitgebroken, erkende duidelijk het imperialistische en reactionaire karakter van die oorlog, verklaarde het misdadig voor arbeiders van het ene land om te schieten op arbeiders van een ander land, en proclameerde de naderende arbeidersrevolutie in verband met diezelfde oorlog. De oorlog schept inderdaad een revolutionaire situatie, wekt revolutionaire gevoelens en onrust bij de massa’s, wekt bij het fijnere deel van de arbeidersklasse het besef van de verderfelijkheid van het opportunisme en verhevigt de strijd ertegen.

    Het groeiende verlangen van de massa’s naar vrede drukt hun teleurstelling uit, de nederlaag van de burgerlijke leugen over de verdediging van het vaderland, en het ontwaken van hun revolutionaire bewustzijn. Door gebruik te maken van dat verlangen voor hun revolutionaire agitatie, en in die agitatie de overwegingen van de nederlaag van hun “eigen” land niet uit de weg te gaan, zullen de socialisten het volk niet bedriegen met de hoop dat er, zonder de revolutionaire omverwerping van de huidige regeringen, een mogelijkheid bestaat van een spoedige democratische vrede, die in zekere mate duurzaam zal zijn en die elke onderdrukking van naties, een mogelijkheid van ontwapening, enz. zal uitsluiten. Alleen de sociale revolutie van de arbeidersklasse opent de weg naar vrede en vrijheid voor de volkeren.

    De imperialistische oorlog luidt het tijdperk van de sociale revolutie in. Alle objectieve omstandigheden van de laatste tijd hebben de revolutionaire massastrijd van de arbeidersklasse aan de orde van de dag gesteld. Het is de plicht van de socialisten om, gebruik makend van alle middelen van de legale strijd van de arbeidersklasse, elk van die middelen ondergeschikt te maken aan deze onmiddellijke en belangrijkste taak, het revolutionaire bewustzijn van de arbeiders te ontwikkelen, hen te verenigen in de internationale revolutionaire strijd, elke revolutionaire actie te bevorderen en aan te moedigen, en alles in het werk te stellen om de imperialistische oorlog tussen de volkeren te veranderen in een burgeroorlog van de onderdrukte klassen tegen hun onderdrukkers, een oorlog voor de onteigening van de klasse van kapitalisten, voor de verovering van de politieke macht door de arbeidersklasse, en de verwezenlijking van het socialisme.

  • Tegen de imperialistische oorlog: Zimmerwald 1915

    In 1914 beheerste Europa de wereld op economisch, commercieel en politiek vlak. Groot-Brittannië, de bakermat van het kapitalisme, was de grootste imperialistische macht. Samen met Frankrijk beheerste het een enorm koloniaal rijk in Afrika en Azië. Duitsland, met zijn latere kapitalistische ontwikkeling, liep zijn concurrenten in, maar had weinig koloniën omdat het te laat was gekomen om deel te nemen aan de koloniale plundering.

    door Guy Van Sinoy

    Lenin zette in “Imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme” de belangrijkste kenmerken van het imperialisme uiteen: concentratie van de productie, rol van de monopolies, centrale rol van het financieel kapitalisme, uitvoer van kapitaal, verdeling van de wereld. Dit zijn de belangrijkste oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Wie aanneemt dat de moord op de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins op 26 juni 1914 in Sarajevo door een Servische nationalist de oorzaak van de oorlog was, haalt de vonk en de explosie door elkaar. De vonk was inderdaad overgeslagen, maar kon enkel zo’n verwoestende explosie veroorzaken omdat er zich zeer explosieve stoffen in grote hoeveelheden hadden opgehoopt.

    De Tweede Internationale breekt

    Europa, de bakermat van het kapitalisme, was ook de bakermat van de arbeidersbeweging. Overal waar fabrieken ontstonden en er concentraties waren van massa’s extreem uitgebuite arbeiders, werd ook het verzet georganiseerd. Ondanks onderdrukking en repressie ontstonden aan het eind van de 19e eeuw in West-Europa grote arbeiderspartijen. Zij vormden de Arbeiders Internationale, vandaag bekend als de Tweede Internationale. Op het internationale congres in Bazel in 1912 werd unaniem een manifest tegen de oorlog aangenomen. Maar dit was een façade van eensgezindheid die de kloof maskeerde tussen de opportunistische meerderheid – vooral in Frankrijk en Duitsland – en de revolutionaire vleugel (waaronder Lenin in Rusland, Rosa Luxemburg in Duitsland).

    Op 29 en 30 juli 1914 werd in het Brusselse Volkshuis een vergadering van het Bureau van de Arbeiders Internationale gehouden. Op de avond van 29 juli trok een massabetoging tegen de oorlog door Brussel en was er een grote meeting gehouden in het Koninklijk Circus met onder meer Jean Jaurès (Frankrijk) en Pablo Iglesias (Spanje). Op 4 augustus echter stemden de Duitse socialistische afgevaardigden in de Reichstag voor de oorlogskredieten en brak de oorlog uit. Op dezelfde dag stemde Emile Vandervelde, voorzitter van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) en van de Internationale, ermee in om Minister van Staat te worden zonder zelfs maar het Bureau van zijn partij te raadplegen!

    Bij gebrek aan vastberaden verzet tegen de oorlog van de kant van de arbeiderspartijen overspoelde een golf van chauvinisme de massa’s. De industriële ontwikkeling maakte de massale productie mogelijk van vernietigingswapens (machinegeweren, mijnen, gas, tanks, vliegtuigen, onderzeeërs, zwaar geschut, vlammenwerpers) die in totaal 16 miljoen mensen zouden doden.

    Minderheden tegen chauvinisme en oorlog

    De tegenstanders van de oorlog vormden een kleine minderheid binnen de arbeidersbeweging en zij werden vaak vervolgd. In Duitsland waren slechts een handvol socialisten tegen de oorlog: Franz Mehring en Karl Liebknecht waren er toen de bekendste van. Om die laatste het zwijgen op te leggen, werd hij in het leger ingelijfd. Rosa Luxemburg werd vanaf februari 1915 gevangen genomen.

    In ballingschap in Bern riep Lenin de plaatselijke bolsjewistische groep bijeen en legde een resolutie ter stemming voor waarin hij de capitulatie van de sociaaldemocratie voor het chauvinisme scherp veroordeelde. Hij gaf de krant De Sociaaldemocraat uit en was omringd door enkele solide metgezellen zoals Grigori Zinoviev en Aleksandr Sjliapnikov. In Parijs was Trotski verbonden met de revolutionaire syndicalisten van La Vie ouvrière die de oorlog verwierpen (Alfred Rosmer, Pierre Monatte). Trotski publiceerde samen met de mensjewiek Julius Martov de krant Nache Slovo (Ons Woord). Dit kon enkel dankzij de financiële steun van Christian Rakovski, een Roemeense revolutionaire militant. In Schotland werd de marxistische arbeidersleider en anti-oorlogsactivist John Maclean gevangen genomen.

    De conferentie van Zimmerwald

    Na een gesprek met Rakosvki nam één van de leiders van de Zwitserse Socialistische Partij, Robert Grimm, namens zijn partij contact met Nache Slovo en La Vie Ouvrière in Parijs om de mogelijkheden te onderzoeken van een hervatting van internationale banden tussen socialisten. De Italiaanse socialistische afgevaardigde Oddino Morgari, die in Turijn Avanti uitgaf, ging op dezelfde manier te werk. Zodra er sprake was van valse paspoorten om clandestien naar Zwitserland te gaan voor een internationale conferentie, haastten de op een terras bijeengekomen Franse socialistische parlementsleden zich om hun drankjes te betalen en zich zo snel mogelijk uit de voeten te maken.

    De internationale conferentie werd uiteindelijk van 5 tot 8 september 1915 gehouden in het kleine Zwitserse dorpje Zimmerwald. De Zwitserse socialistische partij nodigde alle arbeiderspartijen en organisaties uit die bereid waren om via klassenstrijd tegen de oorlog te strijden. Aan de conferentie namen slechts 38 afgevaardigden uit 10 landen deel. Er waren drie strekkingen onder de aanwezigen: een meerderheid was bereid om op te roepen tot vrede, maar weigerde te breken met de Tweede Internationale. Een minderheid van acht aanwezigen, onder leiding van Lenin, was voorstander van de opbouw van een Derde Internationale. Tussen deze twee strekkingen in was er een centrum met onder meer Rakovski, Trotski, Grimm en Angelica Balabanova.

    Het Manifest van Zimmerwald was een compromis dat opgesteld was door Trotski. Het legde de nadruk op de strijd tegen de oorlog door middel van klassenstrijd en bevat een resolute verwerping van elke nationale eenheid met de burgerij. Het manifest werd bekritiseerd door Lenin, maar uiteindelijk stemde de linkerzijde voor de verklaring omdat “dit manifest een stap vooruit is in de richting van een werkelijke strijd tegen het opportunisme.”

    Na de conferentie bleef Martov in Zwitserland en distantieerde zich van de redactie van Nache Slovo omdat hij vond dat deze krant zich nu op Lenin en de bolsjewieken richtte. In Parijs toonde de politie grote belangstelling voor Nache Slovo, dat er ondanks de censuur in geslaagd was een verslag over de conferentie van Zimmerwald te publiceren. Trotski’s dagen op Franse bodem waren nu geteld. In september 1916 werd hij gearresteerd, naar de Spaanse grens gebracht en verbannen…

  • De strijd voor de verdediging en uitbreiding van abortusrechten, internationaal en in de VS

    In veel landen was het verkrijgen of verdedigen van het recht op toegang tot abortus de afgelopen jaren een belangrijk actiepunt van vrouwenbewegingen. Van de historische intrekking van het grondwettelijk verbod op abortus in Ierland in 2018 tot de Green Wave-beweging die vorig jaar in Argentinië legale abortus afdwong; kwamen miljoenen mensen op straat om te vechten voor nieuwe overwinningen in het reproductief recht, en om abortusrechten te verdedigen tegen rechtse aanvallen. Deze maken deel uit van een langere trend: sinds 2000 hebben 31 landen de toegang tot abortus uitgebreid.

    Dossier door Erin Brightwell (Socialist Alternative, VS)

    Campagnes voor abortusrechten maken deel uit van een bredere, wereldwijde vrouwenopstand die de afgelopen jaren op elk continent tot uitbarsten kwam. Vrouwen zijn naar voren getreden om bewegingen te leiden die strijden voor feministische eisen, en zijn een grote rol gaan spelen in gevechten waar de primaire eisen niet rond vrouwenrechten draaien, zoals in de revolutionaire bewegingen in Soedan en Myanmar. In de jaren vlak voor de pandemie werd de Internationale Vrouwendag nieuw leven ingeblazen als een groot evenement met massale bijeenkomsten en betogingen in veel landen. #MeToo is een echt internationaal fenomeen geworden, en de strijd tegen seksueel geweld heeft over de hele wereld straatprotest aangewakkerd, waaronder een recente golf van protestmarsen op middelbare scholen in de VS.

    Aanvallen op abortus vanuit rechtse hoek zijn ook een groeiend verschijnsel op internationaal niveau, met inbegrip van de Verenigde Staten. In sommige landen gebruiken rechtse partijen en regeringen, vaak gelieerd aan conservatieve religieuze krachten, de kwestie van abortus om hun achterban te mobiliseren. Bij het Poolse “Zwarte Maandag”-protest van 2016 verlieten meer dan 100.000 werkenden, voornamelijk vrouwen, het werk tegen de poging van de rechtse ‘Recht en Rechtvaardigheidspartij’ om een totaal abortusverbod door te drukken. Dit protest was een keerpunt en inspireerde activisten en bewegingen over de hele wereld om te strijden voor vrouwenrechten in het algemeen, en het recht op abortus in het bijzonder.

    Nu de toegang tot abortus in de VS ernstig wordt bedreigd en de politieke polarisatie in veel landen toeneemt, is de weg vrij voor hevige gevechten tegen reactionaire krachten rond reproductieve rechten in het komende jaar. Als rechts erin slaagt om de bescherming van abortusrechten op nationaal niveau te ontmantelen zonder dat daartegen een allesomvattende strijd wordt gevoerd, zou dat een grote nederlaag zijn voor de geloofwaardigheid van het politieke establishment. Bovendien zouden andere zwaar bevochten sociale verworvenheden, zoals de gelijke toegang tot het huwelijk, het volgende doelwit van de rechtse agenda kunnen worden.

    De klassenmaatschappij en de controle over de vruchtbaarheid van de vrouw

    De onderdrukking van de vrouw heeft haar wortels in het ontstaan van de klassenmaatschappij, toen de door mannen gedomineerde heersende klasse, om de controle over de rijkdom te behouden, een duidelijke lijn van erfenis moest verzekeren. De controle op de voortplanting van vrouwen door de heersende klasse heeft ook een ideologische component. Een klein handjevol mensen kan niet verwachten de controle te behouden over een meedogenloze uitbuitingseconomie als de arbeidersklasse, die de meerderheid van de maatschappij uitmaakt, verenigd en georganiseerd is. De heersende kapitalistische klasse heeft seksisme altijd gebruikt om de arbeidersklasse te verdelen. Mannen uit de arbeidersklasse hebben misschien geen controle over hun leven als ze aan het werk zijn, maar in plaats daarvan krijgen ze de overheersing over hun vrouwelijke partner en kinderen volgens de ideologie van het kapitalisme.

    De mannelijke overheersing van het gezin wordt nu in veel landen door grote delen van de arbeidersklasse verworpen. Maar zelfs in landen waar de massabewegingen van vrouwen een transformerende invloed hebben gehad op de rol van vrouwen in de samenleving, blijft het idee dat mannen het recht hebben de seksualiteit en voortplanting van vrouwen te controleren op verschillende manieren bestaan, en speelt het een belangrijke rol bij het in stand houden van de verdeeldheid in de arbeidersklasse.

    Terwijl steeds meer vrouwen buitenshuis gaan werken, verzwakken de diepgewortelde opvattingen over de mannelijke overheersing van de seksualiteit en voortplanting van vrouwen naarmate vrouwen hun eigen loon verdienen en meer onafhankelijkheid verwerven. De monumentale vrouwenbeweging van de jaren ’60 en ’70 in de VS vond plaats toen een grote stroom vrouwen de arbeidsmarkt betrad. De verdere globalisering van de wereldeconomie onder het neoliberalisme leidde tot de groei van sectoren zoals de textielindustrie in arme landen en een toename van het aantal vrouwen in de beroepsbevolking in veel landen. Dit proces hangt ook samen met de toenemende verstedelijking van de bevolking in arme landen.

    De toenemende aanwezigheid van vrouwen op de werkvloer is een belangrijke factor in de tendens dat vrouwen vrijheid eisen van de traditionele patriarchale controle, ook op het gebied van de voortplanting. Sociale factoren, met name de rol van de georganiseerde godsdienst in de samenleving, zijn eveneens van belang voor de beïnvloeding van abortusbeperkingen. Positief is dat het internationalisme de afgelopen jaren een grote rol heeft gespeeld, waarbij vrouwenbewegingen inspiratie hebben geput uit bewegingen in andere landen.

    De noodzaak voor de heersende klasse om het voortplantingsvermogen van vrouwen te controleren is nog steeds een kenmerk van de kapitalistische samenleving. Een aantal kapitalistische regimes houdt zich tegenwoordig bezig met de reproductie van de arbeidersklasse en het op peil houden van de bevolking op een niveau waarop er voldoende arbeiders zijn om economische stagnatie en crisis te voorkomen. Zowel in Iran als in China worden de regimes geconfronteerd met langetermijntendensen richting een afnemende bevolking en als reactie hierop hebben ze o.a. de straffen op abortus verhoogd in Iran en de toegang tot abortus beperkt in China.

    De opstand tegen patriarchale normen

    Een belangrijk kenmerk van de recente bewegingen voor abortusrechten, vooral in Latijns-Amerika, was dat vrouwen in opstand kwamen tegen de sociale macht van de katholieke kerk en haar zeer seksistische, zelfs misogynistische politiek en praktijken. De macht van de kerk is in veel landen een vorm van sociale controle geweest die door de heersende klasse werd gebruikt om de kapitalistische staat te ondersteunen, en de politieke elite is historisch nauw verbonden geweest met de kerkelijke hiërarchie. De legalisering van abortus in Ierland en Argentinië betekent een grote nederlaag voor de sociale controle van de kerk. Dit is een breed proces geweest: op 28 september, de Internationale Dag voor Veilige Abortus, vonden in verschillende Latijns-Amerikaanse landen pro-abortusprotesten plaats. Belangrijke bewegingen voor abortusrechten zijn vooral in Chili en de Dominicaanse Republiek aan de gang, en in Mexico werd de decriminalisering van abortus onlangs verwezenlijkt.

    Vorig jaar brak in Polen opnieuw protest uit tegen een nieuw draconisch abortusverbod dat door de rechtse regering was ingesteld met de volledige steun van de katholieke hiërarchie, waarmee deze regering nauwe banden onderhoudt. Dit keer was een groot deel van de woede van de demonstranten gericht tegen de kerk zelf – een scherpe ontwikkeling in een land waar de kerk een speciale status en rol heeft in de staat, aangezien zij een belangrijke rol speelde bij het herstel van het kapitalisme na de ineenstorting van het stalinistische regime. Beelden en video’s gingen viraal van een jonge vrouw voor een kerkaltaar met een bord waarop stond: ‘Laten we bidden voor abortusrechten’, en menigten die “fuck de clerus” scandeerden bij een historische kerk in Krakau. Helaas was de beweging in Polen niet in staat om de abortuswet vorig jaar terug te draaien, maar de protesten toonden aan dat mensen uit de arbeidersklasse en vooral jonge mensen zich steeds meer verzetten tegen de overheersing van de religieuze ideologie over enkele van de meest persoonlijke aspecten van hun leven.

    Overal ter wereld worden de abortuswetten aangepast om de toegang tot abortus open te stellen. Het al lang bestaande abortusverbod in Zuid-Korea werd in 2019 opgeheven door het Hooggerechtshof, na een campagne van activisten. Abortus was zowel wijdverspreid als een diep taboe in Zuid-Korea. Ondanks het feit dat abortus formeel illegaal was sinds 1953, was het relatief gemakkelijk toegankelijk omdat de regering geïnteresseerd was in het terugdringen van de bevolkingsgroei, vooral tijdens de jaren zestig. De situatie veranderde rond de eeuwwisseling, toen de Koreaanse regering zich zorgen begon te maken over de trage bevolkingsgroei, en sommige artsen die abortussen uitvoerden daarvoor werden vervolgd.

    Dit gebeurde tegen de achtergrond van een decennialange stijging van het percentage Koreaanse vrouwen dat aan het werk was, met een nog sterkere stijging vanaf 2014. In 2017 verzamelden actievoerders meer dan 200.000 handtekeningen voor een petitie waarin legale abortus werd geëist. Duizenden sloten zich aan bij straatprotesten, waarbij ze zich lieten inspireren door de overwinning van de Ierse campagne om het achtste amendement van de grondwet, dat abortus verbood, in te trekken. De publieke opinie veranderde: in 2010 was 33%  van de Koreanen voorstander van het intrekken van het abortusverbod, maar in 2017 was dat al 51%.

    De abortuswetgeving in Thailand en Benin is onlangs aangepast. Een nieuwe wet heeft de abortusbeperkingen in India dit jaar enigszins versoepeld, hoewel voor de procedure nog steeds de toestemming van een arts vereist is en onveilige abortussen een belangrijke oorzaak van moedersterfte blijven. De nieuwe Israëlische regering bespreekt de versoepeling van de abortusbeperkingen.

    Hoewel de algemene tendens op internationaal niveau is dat vrouwenbewegingen meer abortusrechten verwerven, zijn er belangrijke uitzonderingen, zoals de VS en Polen, waar abortusmaatregelen voornamelijk worden gebruikt om de kiezers van grote rechtse partijen aan te moedigen, evenals in China en Iran. De aanvallen van de Chinese en Iraanse regimes op reproductieve rechten zijn meer gericht op het verhogen van het geboortecijfer in het licht van de snel vergrijzende bevolking, en beide regimes houden zich ook bezig met het bevorderen van seksistische rolpatronen waarbij de nadruk ligt op de mannelijke dominantie in het gezin. In China is het regime enigszins voorzichtig te werk gegaan en heeft het de abortusrechten geleidelijk aan beperkt, omdat het bang is een tegenreactie uit te lokken van ‘s werelds grootste arbeidersklasse. In november heeft de Iraanse regering een groot aantal nieuwe regels goedgekeurd die de toegang van vrouwen tot voorbehoedsmiddelen beperken en de straffen voor het uitvoeren van abortussen verzwaren, waaronder mogelijk de doodstraf.

    Situatie in de VS

    Sinds de mondelinge argumenten in de zaak Dobbs v. Jackson Women’s Health Organization op 1 december bij het Hooggerechtshof werden gehoord, is het niet overdreven om te zeggen dat Roe v. Wade, de bekroning van de Amerikaanse vrouwenbeweging van de jaren zestig en zeventig, aan een zijden draadje hangt. Het is vrij duidelijk dat de zes conservatieve rechters, waaronder de drie rechtse benoemingen van Trump, van plan zijn de wet van Mississippi te handhaven die abortus na 15 weken verbiedt – de wet die in de Dobbs-zaak wordt aangevochten. Het Hof kan de wet van Mississippi handhaven door de grens voor het verbod op abortus vanaf de levensvatbaarheid van de foetus buiten de baarmoeder te verschuiven naar 15 weken, of door Roe volledig te ontmantelen en de abortuswetgeving volledig aan de staten over te laten. Als zij ervoor kiezen Roe af te zwakken door de bescherming tegen abortus te beperken tot de eerste 15 weken van de zwangerschap, zal dat waarschijnlijk slechts de eerste stap zijn naar het volledig wegnemen van de bescherming tegen abortus.

    Als het Hooggerechtshof Roe in 2022 via Dobbs of in een latere rechtszaak vernietigt, zal een enorm deel van het land binnen enkele weken of maanden het recht op abortus verliezen, wat betekent dat 42% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd in de VS in een staat zal wonen waar abortus illegaal is. In andere staten zal abortus legaal blijven, en de klinieken in deze staten zullen te maken krijgen met een toename van het aantal gevallen omdat vrouwen die de middelen hebben zullen reizen om toegang tot abortus te krijgen.

    Vrouwen die een abortus willen in de eerste 10 weken van de zwangerschap kunnen misschien thuis abortuspillen gebruiken, waarvoor de FDA onlangs toestemming heeft gegeven om ze via telegeneeskunde voor te schrijven en per post naar de patiënten te sturen. In 19 staten is het momenteel echter verboden om abortuspillen via telegeneeskunde te verstrekken, en rechtse krachten in republikeinse staten zijn al bezig om het gebruik van abortuspillen verder te criminaliseren. De regering-Biden heeft wettelijke mogelijkheden om de anti-abortuspilwetten aan te vechten, zoals een recent stuk in de New York Times beschrijft. Veel vrouwen zullen gedwongen worden om illegale en mogelijk onveilige abortussen uit te voeren of ongewenste zwangerschappen uit te dragen.

    Hoe zijn we hier beland?

    Roe v. Wade vestigde het wettelijke recht op abortus in de V.S. in 1973. Gedurende het grootste deel van de bijna 50 jaar sinds Roe is het recht op abortus aangevallen door georganiseerde anti-abortus krachten die georganiseerd zijn door christelijk rechts, dat een machtig republikeins stemblok vertegenwoordigt. Letterlijk honderden wetten zijn door wetgevende lichamen in zuidelijke en midwestelijke staten aangenomen die de toegang tot abortus beperken of deze illegaal maken. De rechtbanken hebben toegezien op het langzaam afbrokkelen van de abortusrechten door wetten toe te staan die de toegang tot abortus bemoeilijken, terwijl ze wetten die abortus volledig verbieden afwijzen.

    Sommige van de abortusbeperkingen die worden opgelegd in door Republikeinen gecontroleerde staten zijn onmenselijk en getuigen van een werkelijk verontrustende mate van vrouwenhaat. Een wet uit Kentucky uit 2019 die bepaalt dat abortusaanbieders een echografie moeten maken, de foetus gedetailleerd aan de patiënt moeten beschrijven en de patiënt moeten dwingen naar de hartslag van de foetus te luisteren alvorens een abortus uit te voeren, mocht van het Hooggerechtshof in werking treden. Bij vrouwen die negen weken of minder zwanger zijn, moet deze echografie transvaginaal worden uitgevoerd – waardoor vrouwen die een abortus willen laten uitvoeren een zeer invasieve en volstrekt onnodige medische procedure moeten ondergaan die beschouwd kan worden als een vorm van mishandeling door de staat.

    In 26 staten moeten vrouwen eerst een afspraak maken en vervolgens een wachttijd doorlopen, die medisch gezien volstrekt onnodig is, voordat zij een abortus kunnen ondergaan. In zes staten bedraagt deze wachttijd 72 uur, en in één staat, Utah, bepaalt de wet dat weekeinden en feestdagen niet in de 72 uur mogen worden meegerekend. De wachttijden zijn vooral bedoeld voor vrouwen uit de arbeidersklasse en arme vrouwen, die vrij moeten nemen van hun werk of kinderopvang moeten regelen voor twee afspraken in plaats van één. In de vele staten waar er slechts een paar of zelfs maar één abortuskliniek is, moeten vrouwen vaak honderden kilometers rijden om een kliniek te bereiken voor twee afspraken, en betalen voor onderdak tijdens de wachtperiode.

    De vervolging van vrouwen die een miskraam of doodgeboorte hebben gehad, is een afschuwelijk dystopische maatregel die reactionaire staatsregeringen en individuele openbare aanklagers hebben genomen tegen meestal arme vrouwen. Twee vrouwen op het platteland van Californië werden beschuldigd van doodslag nadat zij een miskraam hadden gehad en volgens de aanklager illegale drugs hadden gebruikt. Een van deze vrouwen, Adora Perez, zit nog steeds in de gevangenis waar zij een straf van 11 jaar uitzit. In Alabama zijn naar schatting 500 vrouwen gearresteerd wegens zwangerschapsverlies, waaronder een vrouw die haar zwangerschap verloor toen zij in de buik werd geschoten. (De aanklacht werd uiteindelijk ingetrokken.) De rechtse autoriteiten voeren de criminalisering van zwangerschap zelfs op, met een verdrievoudiging van het aantal vrouwen dat vervolgd wordt voor het vermeende beschadigen van hun foetus tussen 2006 en 2020, vergeleken met de periode van 1973 tot 2005.

    De leiders van anti-abortus rechts beweren dat elke bevruchte eicel een persoon is, en hun bezorgdheid voor “ongeboren personen” weegt consequent zwaarder dan de bezorgdheid voor de persoon die zwanger is. Dit dient als een zeer dunne dekmantel voor het bredere programma van de reactionairen om te proberen de klok terug te draaien naar de normen van het traditionele, door mannen gedomineerde gezin als kerneenheid van de samenleving. Hoewel een duidelijke meerderheid van de Amerikanen het ermee eens is dat vrouwen het recht op abortus moeten hebben, is er een aanzienlijke rechtse minderheid, vooral in meer conservatieve staten, die kan worden gemobiliseerd tegen het recht op abortus. Dit maakt abortus tot één van de nuttige speerpunten voor rechtse politici wier bredere programma van ongebreidelde vrijemarkteconomie – belastingverlaging voor het bedrijfsleven, deregulering en privatisering – steeds minder populair is. Tegelijkertijd is er, bijvoorbeeld onder jongere evangelische gelovigen, minder enthousiasme voor de anti-abortus en anti-LGBTQ thema’s van rechts.

    Abortus is op een andere manier als wapen ingezet door het establishment van de Democratische Partij, die, ondanks het feit dat zij gedomineerd wordt door politici die in woorden pro-choice zijn, zichzelf van weinig nut heeft getoond bij het verdedigen van abortusrechten tegen rechtse aanvallen. Democraten hebben lang gestemd voor het Hyde-amendement als onderdeel van de begroting, dat het gebruik van federale Medicaid dollars voor abortuszorg verbiedt. Biden voerde campagne met de belofte het Hyde-amendement in te trekken, maar liet die belofte prompt varen toen senator Joe Manchin van West Virginia daar bezwaar tegen maakte. In 2021 was er een enorme escalatie van anti-abortuswetgeving met de invoering van meer dan 100 nieuwe abortusbeperkingen, waaronder het afschuwelijke Texaanse abortusverbod. Desondanks boden de traditionele vrouwenorganisaties die verbonden zijn met de Democratische Partij geen antwoord in de vorm van massa-acties.

    Eén van de campagnebeloften van Biden was om Roe v. Wade te classificeren als federale wet. Het Huis heeft de “Women’s Health Protection Act” goedgekeurd, die het recht op abortus in de wet zou waarborgen. Het zal ongetwijfeld niet gemakkelijk zijn deze wet in de Senaat erdoor te krijgen – daarvoor moet de obstructie door eindeloze redevoeringen worden afgeschaft en zware druk worden uitgeoefend op de anti-abortus Democratische senator Bob Casey en mogelijk Joe Manchin, die een gemengde staat van dienst heeft op het gebied van abortus. Maar de regering-Biden heeft niet eens gedaan alsof ze het probeerde.

    De Democraten bereiden zich nu voor om de bedreiging van Roe te gebruiken om links georiënteerde kiezers naar de stembus te lokken in de tussentijdse verkiezingen van 2022, op een ogenblik dat grote delen van de progressieve en vooral jongere kiezers diep teleurgesteld zijn in de algemene passiviteit van de Democraten. Een krachtige verdediging van Roe zal massamobilisaties, burgerlijke ongehoorzaamheid, stakingen en mogelijk stakingen vereisen. De Democratische Partij heeft gedurende vele decennia en talloze gelegenheden bewezen dat zij niet het voortouw zal nemen in een strijd voor abortusrechten, of iets anders, gebaseerd op een massabewegingsstrategie.

    Abortusverbod in Texas

    Op 1 september 2021 verloor de op één na dichtstbevolkte staat van de VS plotseling de toegang tot abortus toen het Hooggerechtshof Texas SB8, de beruchte wet die abortussen na zes weken zwangerschap verbiedt, liet ingaan, ondanks het feit dat deze duidelijk in strijd is met het Roe-besluit. Sinds SB8 van kracht is, worden abortusklinieken in naburige staten overspoeld door vragen van Texanen die een abortus willen, terwijl het aantal abortussen dat in Texas wordt uitgevoerd gehalveerd is. In verschillende staten is navolgingswetgeving ingevoerd om de juridische truc na te bootsen die in SB8 werd gebruikt om de reactionaire meerderheid van het Hooggerechtshof een excuus te geven om de wet niet te vernietigen.

    De regering-Biden en diverse liberale organisaties hebben rechtszaken aangespannen om te proberen het Texaanse abortusverbod op te schorten, maar de federale rechtbanken, waaronder het Hooggerechtshof, zitten vol met rechtse rechters die door Trump zijn aangesteld. Sommige rechtszaken tegen het verbod zijn verworpen, en andere banen zich een weg door de rechtbanken, maar het zal waarschijnlijk nog jaren duren voordat de rechtszaken tot een uitspraak komen, en in de tussentijd bestaat de wet nog steeds.

    Hoewel er onder pro-choice mensen, en vooral onder jongeren, een echte stemming heerste om in september actie te voeren tegen SB8, weigerden de historische organisaties van de vrouwenbeweging, die verbonden zijn met de Democratische Partij, om massademonstraties op te zetten. De leiding van de Democratic Socialists of America (DSA), een organisatie met meer dan 90.000 leden, kwam niet in beweging om demonstraties te organiseren en een beweging op te bouwen, maar riep in plaats daarvan mensen op om geld te geven aan abortusfondsen die mensen met lage inkomens helpen toegang te krijgen tot de procedure.

    Uiteindelijk riep Women’s March, de organisatie die voortkwam uit de massale protesten in 2017, wel landelijke protesten uit voor 2 oktober, maar liet de organisatie ervan over aan lokale filialen, die in veel gevallen bestonden uit één of twee individuen die niet per se ervaren activisten waren. Dat tienduizenden mensen op de been kwamen bij honderden protesten in het hele land, ondanks de gebrekkige organisatie, toont de woede die bestaat tegen abortusverboden en het verlangen om reproductieve rechten te verdedigen. Een grote kans om veel bredere krachten in actieve strijd te brengen werd gemist door de afwezigheid van leiderschap van de traditionele vrouwenorganisaties of van DSA. De rechtervleugel, inclusief de meerderheid van het Hooggerechtshof, is waarschijnlijk aangemoedigd door de relatief gematigde protestreactie op het Texaanse verbod, en dat kan van invloed zijn op hun beraadslagingen over de Dobbs-zaak.

    In Texas werkten de kleine krachten van Socialist Alternative samen met studenten van de Universiteit van Houston en organiseerden een walk out en protestbijeenkomst om mee te bouwen aan de actie van 2 oktober. Jongeren hebben in de opstand tegen de moord op George Floyd laten zien dat ze bereid zijn om actie te voeren tegen onrecht en onderdrukking. Dit najaar hebben jonge vrouwen protesten en walkouts geleid tegen seksueel geweld op universiteiten en middelbare scholen in het hele land, een ontwikkeling die meestal onder de radar is gebleven in de nationale media. Het stoppen van de rechtse aanval op abortus zal een massabeweging vereisen die wordt gedreven door de energie en het radicalisme van jonge mensen.

    Welke strategie om rechts te verslaan?

    De bewegingen die de afgelopen jaren internationaal abortusrechten afdwongen, tonen dat massale strijd nodig is om de patriarchale controle over vrouwenlichamen, die aan de basis ligt van abortusverboden, te overwinnen. Historisch gezien is het versoepelen van de abortuswetgeving vaak gepaard gegaan met bewegingen voor de bredere bevrijding van de arbeidersklasse. Abortus werd gelegaliseerd binnen een paar jaar nadat de arbeidersklasse de macht had gegrepen in de Russische Revolutie van 1917. In Zuid-Afrika werd het recht op abortus goedgekeurd door het eerste parlement dat werd geïnstalleerd na de nederlaag van het apartheidsregime, en in Spanje was abortus korte tijd legaal in gebieden die tijdens de Spaanse Revolutie van de jaren dertig door linkse krachten werden gecontroleerd. Abortusrechten in de Verenigde Staten werden veroverd door de massale vrouwenbeweging van de jaren zestig en zeventig, die deel uitmaakte van een bredere opstand van arbeiders en onderdrukten met revolutionaire kenmerken.

    De dringende noodzaak van een massabeweging ter verdediging van abortusrechten is echter geen algemeen aanvaarde conclusie. Een deel van de linkse activisten, waaronder een aanzienlijk deel van de actieve leden van de DSA, is voorstander van onderlinge hulp als belangrijkste organisatiestrategie in plaats van massale strijd. Deze laag zal waarschijnlijk op zoek gaan naar versterking van bestaande netwerken die geld inzamelen voor mensen uit de arbeidersklasse om naar staten te reizen waar ze legale abortussen kunnen krijgen, of mogelijk zelfs een veilige maar illegale abortusdienst ontwikkelen in staten met een verbod.

    Onderlinge hulp zal ongetwijfeld een enorme hulp zijn voor veel individuen die op zoek zijn naar het beëindigen van zwangerschappen. Links zou echter de lat hoger moeten leggen en vastberaden moeten strijden voor volledige reproductieve gezondheidszorg, inclusief abortus, toegankelijk voor iedereen, als onderdeel van een toegankelijke gezondheidszorg. Als de op twee na grootste socialistische organisatie in de geschiedenis van de VS zou de DSA een beslissende rol moeten spelen en het voortouw nemen in de massale strijd voor abortus en in andere cruciale gevechten voor de arbeidersklasse. Doet de DSA dat niet, dan loopt ze het risico volkomen irrelevant te worden als kracht waarnaar de mensen van de arbeidersklasse in hun strijd kijken.

    Het publiekelijk trotseren van het abortusverbod door op zeer zichtbare wijze abortuspillen in te nemen, en deze actie te koppelen aan een massacampagne, was een krachtige tactiek van ROSA Ierland om steun te verwerven voor het beëindigen van het abortusverbod in dat land. Het gebruik van abortuspillen, die nu legaal via de post kunnen worden verstrekt, als tactiek voor directe actie is gebruikt bij een recent protest. Of dit soort acties een sleutelrol zal spelen in de abortusstrijd in de VS lijkt minder waarschijnlijk, hoewel al dan niet legaal verkregen abortuspillen ongetwijfeld meer gebruikt zullen worden als het Hof Roe ontmantelt.

    In Ierland waren de reactionairen al erg in het defensief in de aanloop naar het referendum van 2018, waardoor het publieke verzet zeer effectief was in het blootleggen van hun zwakte en hypocrisie. De situatie in de VS is vandaag niet dezelfde, aangezien de reactionairen hun controle over grote delen van het land hebben geconsolideerd, evenals het Hooggerechtshof, en waarschijnlijk verdere vooruitgang zullen boeken in de tussentijdse verkiezingen van 2022. Dit betekent geenszins dat we defaitistisch moeten zijn, maar het maakt glashelder dat alleen een vastberaden en aanhoudende massabeweging de reactionairen hier kan verslaan. Het gebruik van abortuspillen kan een belangrijk hulpmiddel zijn in deze strijd, maar het zal niet de centrale tactiek zijn.

    Nu we een lente naderen waarin de Democraten en het liberale establishment er waarschijnlijk voor zullen zorgen dat het dreigende Dobbs-besluit in de nieuwscyclus blijft, zal het idee dat we gewoon Democratisch moeten stemmen door politici, de liberale media en andere figuren rond de Democratische Partij tot in het oneindige herhaald worden. Zelfs wanneer elementen van de gevestigde orde, zoals de vrouwenorganisaties van de Democratische Partij, marsen of actiedagen organiseren, zal de belangrijkste boodschap vanaf het podium waarschijnlijk zijn: ga stemmen op de Democraten in de tussentijdse verkiezingen. Dit zal bij veel jonge vrouwen niet aanslaan, omdat jonge mensen over het algemeen het meest gedesillusioneerd zijn in Biden, omdat zij om te beginnen de minste illusies hadden. Een belangrijke rol van revolutionaire socialisten is om de mislukte strategie van ‘Democraten-stemmen-om-Roe-te-verdedigen’ tegen te gaan en te wijzen op de noodzaak om een massabeweging op te bouwen met nieuwe strijdorganisaties die onafhankelijk zijn van de Democraten en hun staat van dienst als het gaat om het verdedigen van abortusrechten.

    Op dit moment van overlappende gezondheids-, politieke en economische crises is een ontwrichtende massabeweging over abortusrechten niet wat de regering-Biden wil. De kapitalistische klasse is echter te verdeeld en Biden en de Democraten zijn te zwak om een progressieve opmars te leiden om Roe in effectieve wetgeving om te zetten. Biden is een lange lijst van mislukkingen op wetgevend gebied aan het verzamelen: stemrecht, hervorming van de arbeidswetgeving, hervorming van het politieapparaat, en meest recentelijk het Build Back Better debacle. De mogelijkheid om abortusrechten te verdedigen en uit te breiden hangt af van de ontwikkeling van een jeugdige, strijdbare en aanhoudende massabeweging.

    Als Roe door het Hooggerechtshof wordt ontmanteld, en vooral als zich als reactie daarop geen substantiële massabeweging ontwikkelt, zijn de gevolgen voor de werkende klasse zeer ernstig. Het zou de grootste overwinning voor rechts zijn in een generatie. Naast de gruwelijke ontberingen die vrouwen worden opgelegd door het verbod op abortus, zou rechts zich aangemoedigd voelen om nog verder te gaan in het terugdringen van andere fundamentele mensenrechten die op dezelfde fragiele wettelijke basis rusten als Roe. Huwelijksgelijkheid zou waarschijnlijk het volgende doelwit zijn. Aartsconservatieve juridische argumenten stellen dat abortus, geboortebeperking, interraciale huwelijken en LGBTQ-rechten niet expliciet worden genoemd in de tekst van de grondwet en dat het daarom zaken zijn die aan de staten moeten worden overgelaten. Uiteindelijk worden onze rechten niet gegarandeerd door het Hooggerechtshof of de kapitalistische democratie, maar door de kracht van arbeidersklasse en onderdrukte groepen om die rechten te verdedigen.

    De weg naar een overwinning van links in de VS op het gebied van abortusrechten is moeilijk en onzeker. Het opbouwen van een duurzame massabeweging, het oprichten van nieuwe strijdorganisaties, het ontwikkelen van een capabel leiderschap, en het vermijden van de valstrik van de Democratische Partij zijn enkele van de vele taken die voor ons liggen. Maar in deze strijd kunnen we inspiratie putten uit de overwinningen van massabewegingen over de hele wereld bij het uitbreiden van reproductieve rechten, van Argentinië en Mexico tot Ierland en Zuid-Korea, en uit de realiteit dat de meerderheid van de mensen uit de arbeidersklasse in Amerika zich verzet tegen de reactionaire agenda van rechts.

     

  • Russische invasie als product van Nieuwe Koude Oorlog

    De Russische invasie in Oekraïne is deel van een hele shift naar een nieuw tijdperk. Meer nog dan bij de pandemie worden tal van geopolitieke processen erdoor versneld. De drijvende factor van die processen is de Nieuwe Koude Oorlog tussen de VS en China.

    door Fabian (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    De steeds verder oostelijke expansie van de NAVO sinds 1997 is het Russische regime al langer een doorn in het oog. De poging om in 2014 de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne tegen te houden en een nauwere samenwerking van Oekraïne met de Euraziatische Economische Unie te bekomen mislukte. De Moskougezinde Oekraïense president Janoekovitsj werd toen afgezet in de Euromaidan revolte. Kiev begon zich nog meer op de EU en de NAVO te oriënteren. Met de annexatie van de Krim en het ondersteunen van separatische groeperingen in Donetsk en Loegansk hield Poetin druk op de ketel. Om de stap naar de huidige brutale invasie te begrijpen, moeten we echter vanuit een breder perspectief kijken naar de oplopende inter-imperialistische spanningen.

    Wortels van de Nieuwe Koude Oorlog

    Het kapitalisme kwam door de tientallen miljoenen doden en de horror van het nazisme als systeem zwaar gediscrediteerd uit WO2. De verzwakking van de grote Europese imperialistische krachten legde de basis voor een bipolaire wereld met twee supermachten: de VS tegenover de stalinistische Sovjet-Unie. Angst voor revolutionaire omwentelingen – al dan niet ondersteund door een inval vanuit het Oosten – was alomtegenwoordig bij de West-Europese burgerij. Tegenover het ‘rode gevaar’ speelden de Britse en Franse regeringen een sleutelrol in het opzetten van de Noord Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Haar eerste secretaris-generaal, de Brit Hastings Ismay, was duidelijk over het doel van dit vehikel: “De Amerikanen binnen houden [in Europa], de Sovjets buiten en de Duitsers in bedwang.” Als reactie richtte de Sovjet-Unie het Warschaupact op met de stalinistische regimes in Oost-Europa.

    In tegenstelling tot de Nieuwe Koude Oorlog was dit een conflict tussen tegengestelde sociale systemen. Ondanks de ondemocratische aard van de regimes in het Oostblok waren de stalinistische bureaucratieën die ze regeerden afhankelijk van het bestaan van een planeconomie voor hun privileges en voortbestaan. Tot de ineenstorting van de Sovjet-Unie zou het conflict tussen deze blokken de dominante factor blijven in de internationale relaties.

    Onderlinge spanningen tussen de stalinistische bureaucratieën van Rusland en China maakten de weg vrij voor samenwerking tussen de VS en China. Dit proces, in gang gezet door het bezoek aan Mao van VS-president Nixon in 1972, zou de wereldpolitiek een nieuwe vorm geven. De economische banden die werden gesmeed, bereidden de weg voor de transformatie van China naar de huidige vorm van een autoritair, door de staat gereguleerd, kapitalisme onder een regime dat alleen in naam ‘communistisch’ is. Met China als ‘sweatshop van de wereld’ op basis van goedkope arbeidskrachten was haar relatie met de VS de drijvende kracht van de neoliberale globaliseringsperiode, met de creatie van ‘nieuwe markten’ na de implosie van de Sovjet-Unie.

    De Grote Recessie van 2007-9 verbrak de speciale relatie tussen China en de VS. China leek minder aangetast door de wereldwijde crisis terwijl het imperialisme van de VS aan invloed en relatieve kracht verloor. Het onder Xi Jinping geïntroduceerde “Made in China 2025”, gericht op Chinees leiderschap en onafhankelijkheid in belangrijke industrieën en technologie en het Belt and Road Initiative (de ‘nieuwe zijderoute’) om door China gedomineerde handels- en investeringsroutes uit te bouwen – waarbij meer dan 100 landen op elk continent betrokken zijn – zorgden in de VS voor een grote ommekeer in de opstelling tegenover China. Het begon met politici als Trump en delen van de kapitalisten. De reden was duidelijk: China groeide steeds meer uit tot een uitdager op economisch en technologisch vlak. Het zou dat uiteindelijk ook op militair vlak doen.

    De twee grootste economieën ter wereld zijn ook elkaars grootste handelspartners. Toch bleef ook onder Biden de focus op het geostrategische conflict met China. De opbouw van tegenstellingen vandaag vertoont gelijkenissen met de wederzijdse afhankelijkheid en concurrentie tussen Engeland en Duitsland vóór de Eerste Wereldoorlog. Voor het VS-imperialisme is de bedreiging van zijn wereldmacht belangrijker dan de superwinsten die in China worden gemaakt. De basis voor de Nieuwe Koude Oorlog is de impasse van het kapitalisme en de crisis van beide supermachten. Van predikers van globalisering zijn zij voorstanders van nationalisme geworden in een poging hun systeem en macht te redden.

    A window of opportunity

    Het Russische imperialisme probeerde zich al jaren op de voorgrond te werken waar het Westers imperialisme stappen achteruit zet. Dit gebeurde door het regime van Assad in Syrië overeind te houden, door huurlingen te sturen naar Mali en de Centraal Afrikaanse republiek. Dichter bij huis hield het Kremlin het regime van Loekasjenko in Wit-Rusland overeind in 2021 en hielp het begin dit jaar bij het neerslaan van de revolutionaire opstand in Kazachstan.

    Het Russische regime moest wel ingrijpen. De levensstandaard in Rusland ligt vandaag 10% lager dan in 2008. Er wordt al jaren geprotesteerd tegen corruptie en voor democratie. Het Kremlin kreeg de pandemie nooit onder controle. Een succesvolle opstand in Kazachstan zou al gauw een inspiratiebron geweest zijn voor protest in Rusland.

    Elke crisis biedt echter ook nieuwe kansen. De strategen van het Kremlin zagen dit als hét moment om het proces van afbrokkeling van de invloedssfeer van Rusland, sinds de jaren 1990 en de val van de Berlijnse Muur, om te keren. Er waren redenen die Poetin vertrouwen gaven om nu in actie te komen. Recent zagen ze de haastige terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Afghanistan, slechts enkele jaren nadat de VS de rol moest lossen in Syrië en in de context van een steeds grotere focus van het VS-imperialisme op het geostrategische conflict met China. De Europese Unie – waarin centrifugale krachten (met onder meer de Brexit) in de laatste decennia de bovenhand hebben – gaf een verdeelde indruk. Bovendien zijn verschillende Europese landen afhankelijk van Russisch gas en olie.

    Als het niet met dreigementen lukte zou Poetin met een regimewissel afdwingen dat Oekraïne nooit tot de NAVO toetreedt en dat de NAVO haar activiteiten in de voormalige Oostbloklanden beperkt. De NAVO bleef echter hardnekkig bereid om de Oekraïense bevolking als schild te gebruiken.

    Verkeerd gegokt

    Naast het taaie verzet tegen de invasie in Oekraïne is Poetin wellicht ook geschrokken van de eensgezindheid waarmee ‘het Westen’ wapens stuurde naar de regering van Zelenski en bovendien zware sancties oplegde. De sancties zijn ongezien: weigeren van Russische luchtvaartmaatschappijen in het Europees luchtruim, inbeslagname van de helft van de Russische dollarreserves, afsluiten van Russische staatsbanken uit het internationale betalingssysteem SWIFT, verbod op export naar Rusland van allerlei goederen, etc. De Russische beurzen gingen de dieperik in en de waarde van de roebel zakte met 30%. Niet de oligarchen en Poetin, maar de Russische bevolking zal hier het zwaarst onder lijden. De burgerij in NAVO-landen hoopt hiermee de voedingsbodem voor een opstand tegen Poetin te creëren. Het zou wel eens een omgekeerd effect kunnen hebben in de zin dat de anti-Westerse reactie van de bevolking de interne positie van Poetin versterkt.

    Daarnaast is er het risico dat de sancties een diepe wereldwijde recessie ontketenen. Dit is één van de grootste angsten van het Chinese regime van Xi Jinping. Dat regime wordt geconfronteerd met ernstige economische bedreigingen, zoals de speculatieve zeepbellen in onder meer de vastgoedsector. De Russische druk op Oekraïne leek Xi aanvankelijk goed uitkomen. Het was een handig afleidingsmiddel om de NAVO bezig te houden. Tijdens een bezoek van Poetin aan de Olympische Winterspelen in februari verklaarde Xi nog dat hij met Rusland een samenwerkingsverband “zonder taboes” wilde.

    De effectieve escalatie van het conflict dwong het Chinese regime ertoe om zich te distantiëren van het Kremlin. De tegenspraak met haar eigen buitenlands beleid en de dreiging van economische destabilisatie is immers te groot. Tegelijk isoleren de sancties Rusland steeds meer, waardoor het afhankelijker wordt van het Chinese regime.

    Met regimeverandering in Rusland in het achterhoofd wil de VS het Russisch leger nu maximaal verzwakken in Oekraïne, terwijl het de Russische economie in een diepe crisis duwt om zo de potentiële bondgenoot van China te verzwakken. De gevolgen voor de Oekraïense bevolking zijn niet van tel in die geopolitieke berekening.

    Naast militaire en financiële steun stuurt het Pentagon ook informatie over Russische troepenverplaatsingen naar de regering in Kiev. De regering-Biden stelt daarnaast teams voor public relations en lobbyisten ter beschikking aan Zelenski.

    De nieuw gevonden Westerse eenheid tegen de gemeenschappelijke vijand blijft echter broos. Ondanks actieve deelname van NAVO-lidstaten aan de ondersteuning van de Oekraïense regering blijft men voorzichtig. Een door de NAVO gehandhaafde ‘no-fly zone’ boven Oekraïne zou potentieel een Derde Wereldoorlog kunnen uitlokken, bovendien een oorlog tussen kernmachten. Zelfs het Poolse voorstel om via de VS straaljagers te leveren aan Oekraïne bleek een brug te ver.

    De EU-top in Versailles beloofde wel 500 miljoen euro extra militaire hulp aan Oekraïne via het wel erg cynisch genoemde ‘European Peace Facility’, maar was niet eensgezind over versnelde toetreding van Oekraïne tot de EU of het volledig uitbannen van Russisch gas en olie.

    Nationalistisch militarisme

    De regeringen in meerdere NAVO lidstaten slaagden er in om de invasie als een echte ‘shock’ te gebruiken en de ‘defensie’- (lees: oorlogs-) budgetten serieus op te trekken. De Duitse regering besloot de jaarlijkse militaire investeringen op te trekken naar 100 miljard euro. In Zweden wil de regering de verhoging van de militaire uitgaven alvast financieren met besparingen op de sociale zekerheid.

    Nationalistisch militarisme wordt een dominant fenomeen in de wereldpolitiek, naast de verdere ontkoppeling van grote economische blokken. Rusland, de 11e grootste economie ter wereld, wordt bijna volledig losgekoppeld met multinationals als Apple, Pizzahut, BMW, etc die zich terugtrekken. Het Russische regime was gedwongen te antwoorden met het idee van nationalisaties van strategisch belangrijke fabrieken en wil minstens tot het eind van het jaar de uitvoer van landbouw-, elektrische, medische en technologische apparatuur verbieden.

    De wereld bevindt zich nog in de beginfase van een Nieuwe Koude Oorlog tussen de twee grote imperialistische mogendheden. In de komende jaren zal deze oorlog blijvend een rem zetten op de economie, politieke crisissen veroorzaken, allianties vormen en verbreken, militaire conflicten uitlokken en een impact hebben op het massabewustzijn over de hele wereld. Overal zal regeringsbeleid meer en meer bepaald worden in functie van de Nieuwe Koude Oorlog. Internationale klassenstrijd die zich verzet tegen oorlog, gekoppeld aan een sociaal programma, dat breekt met winstbelangen van de kapitalisten, is de sleutel voor vrede.

  • Dossier. Oorlog in Oekraïne: een kijk vanuit Rusland

    Er is nu ruim een maand verstreken sinds het begin van de militaire operaties in Oekraïne. De oorspronkelijke doelstellingen van het Kremlin – waaronder de snelle inname van steden als Marioepol en natuurlijk Kiev – zijn niet bereikt. Het leger verwachtte dat het de steun zou krijgen van ten minste een deel van de Oekraïense bevolking, maar na acht jaar oorlog in Oost-Oekraïne zijn zelfs de meeste etnische Russen en Russischtaligen die buiten de ‘Volksrepublieken’ Donetsk/Loegansk (DNR/LNR) wonen, geconsolideerd in de Oekraïense natie.

    Dossier door Walter Chambers, gebaseerd op gesprekken met Russische socialisten

    De menselijke kosten zijn onaanvaardbaar. De belegering van en bombardementen op steden als Marioepol zijn bedoeld om de burgerbevolking te terroriseren. Het zorgt er bovendien voor dat wanneer troepen rechtstreeks met elkaar in botsing komen, dit met bijzonder brutaal geweld gepaard gaat. Dit wordt nog verergerd door het gebruik van buitenlandse huurlingen – meestal extreemrechtse of getrainde huurlingen uit westerse landen om Oekraïne te steunen, of degenen die door het Kremlin uit Syrië zijn gemobiliseerd, of uit zijn eigen beruchte ‘Wagner-groep’.

    Het aantal omgekomen soldaten bedraagt al meer dan tienduizend, het aantal burgerslachtoffers loopt in de duizenden. Huizen, scholen, ziekenhuizen, werkplaatsen, theaters zijn verwoest. Vijf miljoen mensen zijn uit hun huizen gevlucht, vooral naar Polen, Roemenië, Hongarije en elders, maar ook met tienduizenden naar Rusland.

    Onderhandelingen in Turkije

    Er leek een sprankje licht aan het eind van een lange tunnel toen er onderhandelingen in Turkije werden opgezet. De hoofden van de onderhandelingsteams gaven beide een positief oordeel over de vooruitgang. De Turkse president Erdogan opende de sessie, maar vertrok onmiddellijk om naar Oezbekistan te vliegen, wat aangeeft hoe de inter-imperialistische betrekkingen door de oorlog worden bijgesteld. Tasjkent heeft de Russische interventie niet gesteund, noch erkent het de onafhankelijkheid van de DNR/LNR.

    Na de zitting kondigde het Russische leger een “grote vermindering van de militaire activiteit in de richting van Kiev en Tsjernigov” aan. Vladimir Medinski, hoofd van de Russische delegatie, zei dat Kiev ermee had ingestemd het NAVO-lidmaatschap af te wijzen, buiten alle blokken te blijven, kernwapens te weigeren, en een “neutrale staat” te worden. Dit betekende volgens Kiev dat zijn veiligheid door andere landen moet worden gegarandeerd. Dit zouden leden van de VN-Veiligheidsraad kunnen zijn, bijvoorbeeld de VS, China en Rusland, of landen als Turkije, Israël of Polen. Kiev stemde er ook mee in de komende 15 jaar onderhandelingen te voeren over de status van de Krim – er werd geen melding gemaakt van de status van de DNR/LNR. De Oekraïense delegatie bevestigde deze beweringen en voegde eraan toe dat de territoriale integriteit van het land niet onderhandelbaar is.

    Russische troepen hergroeperen

    Uit latere berichten blijkt dat er nog steeds raketten op Kiev worden afgevuurd en dat er nog steeds wordt gevochten, maar volgens het Russische leger zijn sommige Russische troepen uit het noorden van Kiev overgeplaatst, ook uit Tsjernobyl, om zich te concentreren op de gevechten in de regio’s Charkov, Loegansk en Donetsk.

    Dit komt wellicht doordat de Wit-Russische president Loekasjenko, hoewel hij beloofd had vóór 21 maart troepen naar Oekraïne te sturen, dit nog steeds niet heeft gedaan. In Wit-Rusland is er grote weerstand tegen interventie. De chef van de generale staf heeft zijn functie neergelegd en soldaten hebben verklaard dat zij zich onmiddellijk zullen overgeven als zij worden gestuurd. In plaats daarvan zijn er berichten dat een aanzienlijk aantal Wit-Russen zich vrijwillig aanbiedt om Oekraïne te steunen, onder meer door spoorwegblokkades te organiseren.

    Het gevechtsmoraal van de Russische troepen lijkt zeer laag te zijn. Hele groepen weigeren naar verluidt naar Oekraïne te gaan, en anderen weigeren, eenmaal daar, bevelen op te volgen. De troepen zijn slecht gevoed en hebben geen diesel om hun tanks van brandstof te voorzien. Veel voertuigen en vliegtuigen zijn vernietigd of buitgemaakt. Eenheden die zich uit het noorden van Kiev terugtrekken naar Wit-Rusland kunnen niet rechtstreeks naar Oost-Oekraïne worden gestuurd, en moeten aanzienlijk worden heruitgerust met, naar het schijnt, oud materieel, dat vaak niet naar behoren is onderhouden en dat uit de opslagplaatsen wordt gehaald. Een ander voorbeeld van vreedzaam verzet is dat de Russische troepen werden overgehaald de stad Slavoetytsj bij Tsjernobyl te verlaten nadat de inwoners eerder een betoging tegen hen hadden georganiseerd.

    Protest in Slavoetytsj

    Vermiste minister van Defensie

    Veelbetekenend is dat Sergej Sjoigoe, de Russische minister van Defensie, na twee weken van onverklaarbare afwezigheid is teruggekeerd op de tv-schermen. Hij kondigde aan dat de doelstellingen van de eerste maand waren bereikt – nu was het hoofddoel de “bevrijding” van Donbas. De oorlog in Donbas duurt nu al acht jaar – het deel dat onder controle van de pro-Russische regimes staat, is slechts gedeeltelijk uitgebreid na de laatste maand van hevige gevechten.

    Deze verklaring, bovenop de positieve signalen die uit Turkije kwamen, werd in Rusland met woede ontvangen. Talkshows op de staatstelevisie die de hele maand hadden gepraat over nazi’s in Oekraïne en alle verachtelijke misdaden die zij hadden begaan, merkten plotseling dat de patriottische oorlogsstemming die zij hadden gecreëerd, niet zomaar kon worden uitgeschakeld – commentatoren spraken van verraad en vroegen waarom zij, als het veiligstellen van de DNR/LNR altijd het hoofddoel was geweest, Kiev ‘onder nazi-controle’ zouden laten! Typerend voor de reactie was die van Alexandr Prokhanov, redacteur van de extreemrechtse antisemitische regeringsgezinde krant Zavtra: “Gisteren was ik zelf in paniek. Vandaag voel ik me beter. De nacht ging gepaard met zware bombardementen op Oekraïense doelen in het hele land, van Lviv tot Donetsk.”

    Ramzan Kadyrov, het brutale dictatoriale hoofd van de Tsjetsjeense republiek die door Poetin tot luitenant-generaal werd bevorderd, kondigde aan dat hij met zijn troepen naar Oekraïne ging om eindelijk Marioepol in te nemen, en “tot het einde te gaan door Kiev in te nemen.” Hoewel zijn soldaten de reputatie hebben stoottroepen te zijn, hebben degenen die reeds naar Oekraïne zijn gezonden naar verluidt zware verliezen geleden.

    Echo’s van de oorlog elders

    Minder dan drie maanden geleden arriveerden Russische troepen in Kazachstan om de regering te redden van een volksopstand. Officieel blijft de regering van Kazachstan echter neutraal, althans in de Russischtalige media in het land – in de Kazachstaans sprekende media is er veel sympathie voor Oekraïne en de regering heeft zich onder druk genoodzaakt gezien humanitaire hulp naar Oekraïne te sturen.

    Nadat Rusland vorig weekend een deel van zijn ‘vredestroepen’ uit Armenië en Nagorno-Karabach had weggehaald om naar Oekraïne te sturen, veroverden Azerbeidzjaanse troepen met behulp van door Turkije geleverde drones een dorp in Nagorno-Karabach, waarbij drie doden vielen. Erdogan zegt nu dat de Azerbeidzjanen werden geprovoceerd, maar het kan niet worden uitgesloten dat dit een poging van Erdogan was om Rusland onder druk te zetten voor het begin van de onderhandelingen.

    Intussen zijn troepen uit de pro-Russische, niet-erkende republiek Zuid-Ossetië in Georgië [een overblijfsel van de Russisch-Georgische oorlog van 2008] naar Oekraïne gestuurd en vorige week heeft het hoofd van de republiek gezegd dat hij zich wil afscheiden van Georgië om zich bij de Russische Federatie aan te sluiten. Japan heeft zijn woede geuit nadat Rusland zich vorige week had teruggetrokken uit de vredesonderhandelingen over de betwiste Koeril-eilanden voor de kust van Japan.

    Proxy-oorlog als onderdeel van koude oorlog

    Deze oorlog heeft de eerder door ISA geanalyseerde processen, waarvan de ontwikkeling van de nieuwe koude oorlog, voornamelijk tussen het Amerikaanse en het Chinese imperialisme, een belangrijk punt was, dramatisch versneld. Wij verwachtten in dit stadium niet dat de ‘koude’ oorlog rechtstreeks tussen de twee mogendheden ‘heet’ zou worden, maar wij verwachtten een toename van “proxy”-oorlogen. Nu wordt Oekraïne opgeofferd in dit conflict tussen imperialistische machten. De Russische troepen moeten onmiddellijk uit Oekraïne worden teruggetrokken. De NAVO moet worden ontbonden.

    Het Westen, geleid door de regering-Biden, heeft de aanval van het Kremlin op Oekraïne aangegrepen om zijn oorlogszucht op te voeren. Door middel van hectische diplomatie is ervoor gezorgd dat alle westerse mogendheden tegen Rusland in het geweer zijn gekomen en sancties hebben toegepast. Er zijn bijna 6.000 verschillende maatregelen genomen, meer dan tegen enig ander land. 330 bedrijven die in totaal honderdduizenden, hoofdzakelijk jonge en vrouwelijke werknemers in dienst hebben, hebben zich uit Rusland teruggetrokken. Deze sancties zijn nadelig voor de gewone Russen, terwijl de oligarchen allemaal de tijd hebben gekregen om hun bezittingen te herschikken.

    De inbeslagname van een paar luxejachten verhult niet dat de EU sinds het begin van de oorlog het geld dat het aan Rusland betaalt voor olie en gas heeft verviervoudigd tot 800 miljoen euro per dag. Het totaal van meer dan 200 miljard euro helpt de oligarchen te compenseren voor hun verliezen en financiert de militaire begroting.

    Ondertussen wordt het dagelijks leven voor gewone Russen beschreven door Marina Ovsyannikova, die een anti-oorlogsaffiche tijdens het Russische TV-journaal liet zien: “Mijn invalide moeder kan niet de medicijnen kopen die ze nodig heeft. Mijn dochter kan haar virtuele kaart niet meer gebruiken om haar schoolmaaltijd te betalen. Er is geen suiker, bakolie of persoonlijke hygiëne in de schappen van de supermarkten.” Wat westerse bronnen niet melden is dat Marina ook heeft opgeroepen om de sancties te beëindigen.

    De sancties die momenteel ten uitvoer worden gelegd zijn een daad van brute economische oorlogsvoering, die in de eerste plaats de Russische arbeidersklasse en de jeugd schaadt, maar bovendien het regime in staat stelt de situatie voor te stellen als zou het westen oorlog voeren tegen Rusland. De ‘communistische’ partij, die zoals altijd voorop loopt in oorlogszucht, organiseert autoparades ter ondersteuning van het leger in, zoals zij zeggen, de omstandigheden van “een belegerde vesting.”

    Wij steunen elke actie van de arbeidersklasse, ook in Rusland, die gericht is op het stoppen van de wapenleveringen en de militaire conflicten op basis van internationale arbeiderssolidariteit, terwijl we ons verzetten tegen de destructieve en wraakzuchtige sancties die door de imperialistische mogendheden worden gebruikt als wapens in hun economische oorlog.

    Processen in een stroomversnelling

    Het was bijzonder opvallend dat, terwijl de Russische en Oekraïense onderhandelingsteams positieve signalen afgaven over de besprekingen, Biden als eerste ontkende dat er vooruitgang was geboekt.

    Het meest blijvende gevolg van de oorlog is de dramatische toename van de militarisering. De VS, het VK en Rusland, altijd koplopers op het gebied van militaire uitgaven, dringen erop aan nog meer uit te geven. Landen die dichter bij Rusland staan – Polen, Roemenië, de Baltische staten – verhogen allemaal hun budget. Duitsland, Japan, Oostenrijk en Zweden, die zichzelf hebben voorgedaan als landen met een louter defensief of neutraal militair beleid, voeren nieuwe militaire begrotingen in met recorduitgaven. In Japan wordt, onder het voorwendsel van de toegenomen Russische agressie, de druk opgevoerd om een nucleair potentieel te ontwikkelen, dat onvermijdelijk bedoeld is om China te waarschuwen.

    De NAVO – een imperialistische agressor

    De sterke illusies in Oekraïne dat het Westen/NAVO het land tegen de Russische agressie zou verdedigen, zijn minder geworden nu de NAVO heeft geweigerd rechtstreeks in te grijpen. Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie heeft de NAVO zich niet alleen over Oost-Europa uitgebreid, maar ook agressieve acties op touw gezet tijdens de ‘oorlog tegen het terrorisme’ met oorlogen in Irak, Syrië, Jemen, Libië en het brute bombardement op onder meer Belgrado. De NAVO negeert het lijden van de burgerbevolking, heeft als taak de belangen van het VS/Westerse imperialisme te bevorderen en heeft tot nu toe geweigerd Oekraïne militair te verdedigen om te voorkomen dat een direct conflict tussen de NAVO en Rusland een geheel Europees conflict wordt.

    Het is in deze context dat de NAVO momenteel weigert om een “no-fly zone” boven Oekraïne te overwegen. De “no fly zones” boven Irak kosten 1 miljard dollar per jaar om in stand te houden en omvatten 300.000 vluchten van NAVO-vliegtuigen. Een dergelijke dekking voor Oekraïne zou veel complexer zijn, met de betrokkenheid van enkele honderden vliegtuigen, en zou leiden tot een directe confrontatie met Russische vliegtuigen. Als het uiteindelijk toch gebeurt, zou dit leiden tot een uitbreiding van de oorlog die “Europees” zou worden.

    Hoe zit het dan met de Oekraïense “neutraliteit”? David Arakhamia, hoofd van het onderhandelingsteam voor Oekraïne, heeft duidelijk gemaakt wat hij bedoelt met “neutraliteit”. Hij spreekt van een “Oekraïense NAVO” waarbij artikel 5 van de NAVO van toepassing zou worden: als één lid aangevallen wordt, is dit een aanval op alle leden. Zelfs de meest oorlogszuchtige aanhangers van Oekraïne, zoals de Britse regering, aarzelen echter om een dergelijke verbintenis aan te gaan. Alleen Duitsland heeft tot nu toe een akkoord voorgesteld, maar heeft dit beperkt tot niet-militaire garanties.

    Oekraïense onafhankelijkheid

    De Russische acties na de onderhandelingen lijken te bevestigen dat Rusland een grootscheepse campagne begint om heel de Donbas en de zuidkust langs de Zwarte Zee te veroveren. In Cherson, de enige stad van betekenis die het heeft bezet, dwingt het de mensen om de roebel te gebruiken en stelt het een referendum voor om een “Volksrepubliek Cherson” op te richten. Wat er ook wordt besproken tijdens de onderhandelingen en wat er uiteindelijk ook wordt overeengekomen, het is duidelijk dat het Russische leger de tijd zal gebruiken om te veroveren wat het kan, en vervolgens, wanneer het conflict is beëindigd, de situatie zal bevriezen om het regime in Kiev verder onder druk te zetten. Op die manier zal elk akkoord dat nu wordt bereikt het conflict alleen maar uitstellen tot een nieuwe oorlog uitbreekt.

    De Oekraïense regering beweert dat eerdere overeenkomsten om haar veiligheid te garanderen niet hebben gewerkt omdat ze slecht geformuleerd waren. Misschien zal er nu een overeenkomst worden geschreven die de neutraliteit van Oekraïne in de juiste juridische vorm garandeert. Maar de onafhankelijkheid van Oekraïne zal nog steeds terzijde worden geschoven, wat er ook in een overeenkomst staat, afhankelijk van de relatie tussen de verschillende imperialistische machten en wat op dat moment hun belangen dient. Met andere woorden, men mag niet vertrouwen op de beloften van welke imperialistische staat dan ook dat zij Oekraïne in de toekomst zullen beschermen. De enige garantie voor vrede en de onafhankelijkheid van Oekraïne zal gebaseerd zijn op de bereidheid van de Oekraïense arbeiders om zich te verzetten tegen imperialistische agressie en zich te ontdoen van hun eigen oorlogsstokers, een beweging van de Russische arbeidersklasse om een einde te maken aan het Poetin-regime en het kapitalisme in Rusland, gekoppeld aan internationale solidariteit van de arbeidersklasse.

    Economische oorlog

    In plaats van een direct militair conflict met Rusland te vermijden, is de “economische oorlog” van het westerse imperialisme een snelle escalatie van het proces van ontkoppeling van de wereldeconomie dat we hebben geanalyseerd. De elfde grootste economie ter wereld, de derde grootste olieproducent, de tweede grootste gasproducent en de grootste tarweproducent wordt uit de wereldeconomie gezet. Dit zal niet gebeuren zonder een ingrijpende verstoring van de wereldmarkten, waardoor een snelle herstructurering van de toeleveringsketens nodig is. Escalerende energiekosten die de inflatie aanwakkeren, zullen ervoor zorgen dat de grote economieën opnieuw in een recessie terechtkomen, terwijl niet mag worden vergeten dat één van de belangrijkste oorzaken van de zogenaamde ‘Arabische lente’ de snelle stijging van de broodprijzen was.

    Door deze situatie is China in het brandpunt van de belangstelling komen te staan. Slechts enkele weken voordat Poetin zijn oorlog begon, had hij een ontmoeting met Xi Jinping en bereikte hij een overeenkomst “zonder grenzen”, door sommige commentatoren omschreven als het sterkste partnerschap tussen de twee landen sinds de breuk tussen China en de Sovjet-Unie in de jaren zestig. Nu beweert Xi Jinping dat Poetin zijn volledige plannen niet heeft onthuld, en andere leden van de Chinese heersende kring beweren dat Xi op zijn beurt de volledige details van de overeenkomst niet met hen heeft gedeeld.

    Als de interventie in Oekraïne volgens plan was verlopen, met een snelle overwinning voor Rusland, zou dit China hebben aangemoedigd om zijn aanspraken op Taiwan door te drukken. Als gevolg van die aanspraken zijn Australië, Zuid-Korea en Japan hun militaire budgetten aan het opvoeren. De sancties tegen Rusland zijn evenzeer bedoeld als waarschuwing aan China voor wat het te wachten staat als het de belangen van de VS aanvalt. Dit is deels de reden waarom China zich als een neutrale macht heeft gepresenteerd en heeft opgeroepen tot onderhandelingen en het afbouwen van de spanningen in Oekraïne.

    De huidige Russische oproepen aan China voor militaire en financiële hulp lijken te worden genegeerd. Er wordt zelfs gesuggereerd dat de Chinese Centrale Bank in de eerste dagen van de sancties, toen de roebel in waarde daalde, haar wisselkoerscorridor opzettelijk heeft verruimd om de druk op de roebel op te voeren en zo te trachten het Kremlin onder druk te zetten om niet te ver te gaan. Nu de oorlog zich voortsleept, groeit in China de twijfel over de levensvatbaarheid van een soortgelijke aanval op Taiwan – een eiland dat moeilijker binnen te vallen is. De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Koeleba, heeft China opgeroepen een “belangrijke rol” te spelen bij de pogingen om het conflict op te lossen.

    De oorlog versnelt ook de herschikking van andere imperialistische allianties. In hun zoektocht naar alternatieve energiebronnen zijn de VS onderhandelingen begonnen met Venezuela. De vrijlating van de Brits-Iraanse Nazanin Zaghari-Ratcliffe nadat het Verenigd Koninkrijk een langlopende schuld had afbetaald, vergemakkelijkt de hervatting van onderhandelingen om het Iraanse nucleaire programma te beperken in ruil voor de opheffing van de sancties. In de Europese Unie zijn niet alleen niet-NAVO-leden zoals Zweden, Finland, Ierland en Moldavië ertoe aangezet toe te treden, maar is ook het besluit tot oprichting van een snelle reactiemacht van de EU erdoor gedrukt.

    Economische gevolgen

    De Oekraïense economie, toch al één van de zwakste van Europa, had in 2021 een bbp dat nog niet was hersteld tot de piek van voor de crisis van 2008. Het IMF schat dat het bbp dit jaar met 35% zal dalen. Volgens de Oekraïense regering zal het jaren duren en minstens een half biljoen dollar kosten om alleen al de schade te herstellen die al is aangericht, geld dat zij als herstelbetalingen van Rusland eist.

    De economische gevolgen op lange termijn in Rusland zullen afhangen van de uitkomst van de oorlog. De onmiddellijke gevolgen omvatten een voorspelde daling van het BBP met 6-20%, een daling van de inkomens met 7% en een groei van het aantal geregistreerde werklozen tot 7 à 8%. Dit laatste cijfer is zeer significant, aangezien in 2019, voordat de pandemie toesloeg, het werkloosheidscijfer minder dan 1% bedroeg, en eind 2021 minder dan 4%. Dit zijn officiële cijfers – de werkelijkheid is erger. Verwacht wordt dat de inflatie in de loop van het jaar 18-20% zal bedragen. Honderdduizenden – vooral jonge en vrouwelijke – mensen zullen hun baan zijn kwijtgeraakt nu westerse bedrijven zich uit de Russische markt terugtrekken.

    De crisis heeft ook de meer traditionele industriële sectoren, zoals de automobielindustrie en de luchtvaart, getroffen. Medio maart waren slechts 4 van de 14 grootste autofabrikanten nog aan het produceren – ofwel had het westerse bedrijf zich teruggetrokken, ofwel was, zoals in het geval van de Russische Kamaz en AvtoVaz, de productie opgeschort omdat men niet in staat was halfgeleiders van de Taiwanese producent te kopen. Een soortgelijke situatie doet zich voor in de luchtvaartsector. Het aantal vluchten is drastisch teruggebracht. De luchthaven Sjeremetjevo heeft 40% van zijn personeel ontslagen. Het besluit van Airbus/Boeing om geen onderhoud meer te verlenen aan Russische vliegtuigen en het onvermogen van China om de nodige reserveonderdelen te produceren, betekenen dat deze sector nog enige tijd in een ernstige crisis zal verkeren. “Pobeda” (wat ‘overwinning’ betekent) – de budgetmaatschappij van Aeroflot, die werd opgericht naar aanleiding van de overname van de Krim – heeft haar vloot nu met 40% ingekrompen.

    Van bijzonder belang is het afsluiten van sociale media op het internet. Deze moderne vorm van communicatie wordt niet alleen gebruikt voor persoonlijke en sociale interacties, maar is ook een essentieel zakelijk instrument voor het uitwisselen van informatie, het doen en leveren van bestellingen enz. De toegenomen censuur op het internet in Rusland heeft de economie sinds januari 2022 al 861 miljoen dollar gekost.

    De regering zegt dat deze situatie “een kans biedt” om haar “import-substitutie”-programma te versterken. Dit is een defensief beleid dat gebaseerd is op het isoleren van de Russische economie van de wereldmarkt. In andere landen, met name Latijns-Amerika en Zuid-Azië in het pre-neoliberale tijdperk, leidde “importsubstitutie” tot sterk beschermde en inefficiënte sectoren. Stagnatie is al sinds 2014 het dominante kenmerk van de Russische economie. Alleen de afhankelijkheid van de export van energie en andere grondstoffen heeft een verdere daling van de economie voorkomen. Nu westerse landen proberen hun energie-import uit Rusland terug te dringen, zullen de kosten van dat beleid tot uiting komen in een verdere verlaging van de levensstandaard en in besparingen.

    Hetzelfde geldt voor het voorstel om buitenlandse activa te “nationaliseren” en deze te bevoorraden met in het binnenland geproduceerde producten. “Nationalisatie” betekent in dit geval eenvoudigweg een overdracht van buitenlandse eigendom in de handen van binnenlands kapitaal. Het betekent niet, waar wij om vragen, publiek eigendom onder democratische arbeiderscontrole als onderdeel van een democratische planeconomie. Het nationalisatieplan van de regering is onuitvoerbaar, omdat de Russische managementvaardigheden niet geschikt zijn voor bedrijven als McDonald’s. Maar er zijn meer diepgewortelde problemen die verband houden met het lage technologische niveau van de Russische industrie. Het zal niet mogelijk zijn om eenvoudigweg hightech-chips die momenteel in Taiwan worden geproduceerd of vliegtuigonderdelen die nodig zijn voor Boeing- en Airbus-vliegtuigen te kopiëren en te produceren. Zelfs de in Rusland geproduceerde Sukhoi  ‘Superjet’ zal moeilijkheden ondervinden aangezien de Franse fabrikant van de motoren zegt dat hij deze niet zal onderhouden.

    De realiteit blijkt uit besprekingen waarover de oppositiekrant ‘Meduza.io’ bericht. Een regeringsbron “dicht bij een federale minister” zei: “[In de regering] zijn er vergaderingen met elke sector. Ze zeggen allemaal hetzelfde: we kunnen nog een paar maanden doorgaan met het gebruik van oude opslagplaatsen. Wat er daarna zal gebeuren als althans een aantal sancties niet wordt opgeheven, is niet duidelijk. Er zullen problemen zijn met de infrastructuur, problemen met het vervoer.”

    Het Bonapartisme van Poetin

    Wij omschrijven het Russische regime als “Bonapartistisch”, waarmee we een staat bedoelen waarin het kapitalisme [de oligarchen] de samenleving niet op harmonieuze wijze via de parlementaire democratie kan regeren. Het verheft zichzelf ‘boven’ de maatschappij, nauwelijks afhankelijk van verkiezingen en parlementaire stemmen, in plaats daarvan vertrouwend op de matrakken van de bureaucratie, de politie en het leger om op te treden als de “rechter arbiter” tussen de klassen, en de verschillende secties van de kapitalistische klasse zelf.

    Maar zoals Trotski in 1934 opmerkte: “Het uitzonderlijk praktisch belang van een theoretisch juiste oriëntatie komt nog meer als evidentie naar voor in een periode van verscherpte sociale conflicten, vlugge politieke veranderingen en plotse gewijzigde situaties. In zulke periodes wordt vlug gebruik gemaakt van politieke begrippen en politieke veralgemeningen, en het is noodzakelijk deze ofwel volledig te wijzigen, wat heel wat moeilijker is, ofwel te concretiseren, te verduidelijken of gedeeltelijk te corrigeren, wat heel wat moeilijker.” (Bonapartisme en Fascisme)

    Het eerste decennium van Poetin’s bewind was er één van economische groei en de consolidatie van de nieuwe Russische kapitalistische staat. Zijn eerste taak was het terugdringen van de invloed van de “familie”, met inbegrip van de voornamelijk westers georiënteerde oligarchen die met Jeltsin geassocieerd werden. Oligarchen als Berezjovski, Chodorkovski en anderen kwamen in de gevangenis terecht of werden verbannen. Elementen van parlementaire democratie bestonden nog steeds – aan de Doema-verkiezingen van 2003 namen 23 partijen deel, waaronder verscheidene pro-westerse liberale partijen. Het was nog relatief gemakkelijk om protesten te organiseren.

    In onze analyse uit die periode zeiden we: “Het bonapartisme van Poetin steunt niet alleen op de heersende klasse. Het gebruikt de grote inkomsten uit olie om de staatsbureaucratie op alle niveaus uit te breiden en te ondersteunen, waarvan de omvang vandaag in Rusland ongekend is. Agressief nationalisme en een koers die gericht is op de ontwikkeling van staatsbedrijven wordt gesteund door fascisten, nationalisten, aanhangers van een sterke staat en de communistische partij, die in deze fase de belangrijkste steunpilaar van Poetin vormen. Het wordt ook gebruikt om de arbeiders in de defensie-industrie te steunen. De gemiddelde groei van de inkomens van de bevolking met 10-15% per jaar bij een lage inflatie heeft hem de steun van de publieke opinie opgeleverd.”

    De wereldwijde crisis van 2008 was een klap voor de Russische groei. In combinatie met de naweeën van de Russisch-Georgische oorlog begon de Westers-Russische samenwerking te slabakken. De NAVO zette haar uitbreiding naar 12 landen in Oost-Europa voort. Op dat moment was zelfs Poetin niet geheel tegen. Oeljanovsk, de stad aan de Wolga waar Lenin werd geboren, was tot 2014 een doorvoerbasis van de NAVO. En de Russische nationale veiligheidsstrategie sprak nog steeds van partnerschap met het Westen en de NAVO.

    Maar het proces van de terugtrekking van de Russische economie uit de wereldmarkt was al begonnen – misschien al in 2000, toen de eerste staatsbedrijven werden opgericht. In december 2011 vonden frauduleuze verkiezingen plaats, die tot de Bolotny-protesten leidden. Vooral in Moskou mobiliseerden die protesten een deel van de stedelijke middenklasse, maar ook een aanzienlijk deel van de jonge arbeidersklasse en overheidspersoneel, in het bijzonder uit het onderwijs. Geleid door de overblijfselen van de neoliberale krachten uit de jaren negentig en de niet-parlementaire stalinisten in alliantie met uiterst rechts, culmineerden zij in de hardste repressie tot dan toe in het nieuwe kapitalistische Rusland.

    Vervolgens verloren de liberaal-kapitalistische krachten die de protesten een doodlopend straatje ingestuurd hadden, aan invloed. Dit werd versterkt door de repressie, waaronder de moord op Boris Nemtsov in 2005. Geleidelijk aan werden de extreemrechtse krachten, die veel radicaler en gewelddadiger zijn dan in andere landen, buitenspel gezet door een combinatie van repressie en integratie in de instellingen van het heersende regime. Het duidelijkst blijkt dit uit figuren als de fascistische ideoloog Aleksandr Dugin, die nu adviseur is van leidende regeringsfiguren, en de extreemrechtse schrijver en huurling Zakhar Prilepin, die er prat op ging dat zijn huurlingengroep meer Oekraïners doodde dan enige andere in de DNR, en die nu een vooraanstaand lid is van de pro-Kremlinpartij ‘Rechtvaardig Rusland’.

    Deze periode viel samen met de EuroMaidan in Oekraïne die in 2013 begon en waarbij het conflict tussen westerse en Russische belangen op straat uitbrak en culmineerde in het aan de macht komen van een rechtse pro-westerse regering in Kiev, de Russische overname van de Krim en het begin van de oorlog in Oost-Oekraïne. De patriottische golf die daarop in Rusland volgde, hielp de overgebleven liberale oppositie ten grave te dragen, en zorgde ervoor dat veel extreemrechtse aanhangers naar Oost-Oekraïne trokken om te vechten. Het regime leunde op de arbeidersklasse voor steun tegenover de Moskouse liberalen, die het de schuld gaf van de chaos in de eerste jaren van het herstel van het kapitalisme.

    Er werden Westerse sancties tegen Rusland ingesteld. De reactie van het regime bestond uit meer economisch protectionisme, import-substitutie, nieuwe maatregelen om de oppositie te beperken om ervoor te zorgen dat de “verticale machtsstructuur” homogeen was – met andere woorden door de officiële parlementaire partijen te neutraliseren en oligarchen en andere figuren, die in de oppositie zaten, eruit te duwen. Verkiezingen werden formaliteiten, de druk op Oekraïne werd opgevoerd, de kloof tussen het Russische en het westerse kapitalisme werd breder, omdat veel bedrijven hun activiteiten terugschroefden. De hoogste piek die de Russische economie bereikte was in 2013. Sindsdien stagneert ze, of groeit ze nauwelijks.

    Bonapartisme in het tijdperk van verval

    Trotski sprak van verschillende fasen van het bonapartisme – die van het tijdperk van de burgerlijke opkomst, en die van het imperialistische verval. Het eerste decennium van Poetins bewind, waarin de Russische kapitalistische klasse met haar corruptie, oligarchen en afhankelijkheid van de verkoop van natuurlijke grondstoffen zelf niet sterk genoeg was om het Russische kapitalisme te consolideren, delegeerde die taak aan Bonaparte. Hoewel in dit decennium enige vooruitgang werd geboekt, kwam deze in het tweede decennium tot stilstand. Het derde decennium werd het Bonapartisme in het tijdperk van verval. Het begin van het decennium viel samen met een nieuwe, nog ergere wereldwijde economische crisis en het begin van de pandemie, die op hun beurt de polarisatie van de wereld in de verschillende imperialistische kampen, hoofdzakelijk VS en China, versneld hebben. Dit heeft vooral het kapitalisme in zijn zwakste schakel – het Russische regime – getroffen.

    Het is bijna vijf jaar geleden dat de eerste door Navalny opgeroepen protesten in heel Rusland tot 100.000 voornamelijk jongeren op de been brachten. Sindsdien hebben verschillende processen zich verdiept. De economie is blijven stagneren – de reële levensstandaard zal binnenkort een decennium lang elk jaar zijn gedaald. De repressieve wetten zijn geleidelijk aangescherpt. Met het uitbreken van de pandemie is dit proces snel toegenomen. Het regime heeft geen echte maatregelen genomen om degenen te beschermen wier inkomens onder COVID leden. Het bleef rustig toekijken terwijl een miljoen Russen meer het leven lieten dan normaal in die periode het geval zou zijn.

    Nadat de oppositiepartijen op verschillende manieren uit de weg waren geruimd en alle onafhankelijke media onder druk waren gezet, vernauwde de kring rond Poetin zich tot een klein aantal ja-knikkers, die niet bereid waren zijn daden te bekritiseren, en dat uiteraard ook niet mochten. Zijn isolement werd grafisch aangetoond door zijn reeks ontmoetingen met buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders en zijn eigen ministers in de aanloop naar de oorlog, van wie hij gescheiden was door een lange tafel.

    De toch al restrictieve wetten op protesten, die in het begin van de pandemie zelfs éénpersoonsacties nauwelijks tolereerden, zijn ondertussen zo aangescherpt dat het ondertekenen van petities, het oproepen tot protesten of het uiten van een alternatief standpunt, zelfs in de vorm van ***  ***** [de woorden “geen oorlog” bevatten in het Russisch 3 en 5 letters] kan leiden tot ontslag, boetes of gevangenisstraf. Gezichtsherkenningstechnologie wordt op grote schaal gebruikt om oppositie te identificeren.

    Nog voor de oorlog was dit een regime in crisis – geschokt door de protesten tegen corruptie en autoritarisme in Rusland. De opstanden in Wit-Rusland en Kazachstan waren dramatische voorbeelden van hoe snel schijnbaar autoritaire regimes tot op het bot kunnen worden geschokt. Wellicht even belangrijk is dat de aanval op Oekraïne de omvang van het vermeende “grenzeloze” bondgenootschap met China heeft blootgelegd. De oorlog is erin geslaagd het westerse imperialisme – VS en EU, maar ook steeds meer Japan tegenover Rusland – te consolideren en ondermijnt China’s recente pogingen om hen te verdelen. Binnen het Chinese regime zijn de spanningen tussen Xi Jinping en zijn “wolfskrijgers” enerzijds en degenen die een meer voorzichtige aanpak willen anderzijds, opener geworden. China was zeer terughoudend om Poetin openlijk te steunen in dit conflict, uit vrees dat de westerse sancties ook tegen China zullen worden opgevoerd.

    Perspectieven voor de oorlog

    Vóór de oorlog stelden we vast dat de ontevredenheid in de samenleving toenam, dat de economie stagneerde en dat de woede, ondanks de toegenomen repressie, zou kunnen blijven sudderen en toenemen, voordat zij op verschillende manieren in nieuwe golven van protest zou uitbreken. Dit blijft natuurlijk het algemene perspectief, hoe lang het zal duren voor het zich ontvouwt is moeilijker te voorspellen. Maar we mogen niet vergeten dat we sinds het begin van de pandemie de gebeurtenissen in Wit-Rusland, Kazachstan en Chabarovsk hebben meegemaakt.

    Maar op korte termijn, de komende maanden, zal het verloop van de oorlog waarschijnlijk de overheersende factor zijn voor de vooruitzichten.

    De eerste mogelijke uitkomst, waar het Kremlin op rekende, was een snelle interventie, de overname van Kiev en de vervanging van de regering Zelenski door een marionet. De republieken LNR/DNR, of waarschijnlijker de hele Donbas, zou dan in Rusland zijn opgenomen. Dat zou een zeer moeilijke situatie voor socialisten hebben gecreëerd – er zouden overwinningsparades zijn geweest, een golf van patriottisme en iedereen die zich uitsprak zou botsen op repressie en extreemrechtse aanvallen.

    Een snelle overwinning is nu natuurlijk uitgesloten. Als we de oorlog als een zuiver militair conflict beschouwen, kan de nieuwe Russische tactiek van belegering en het bombarderen van steden de Oekraïense strijdkrachten uiteindelijk overwinnen. Maar natuurlijk verdedigen de Oekraïners hun huizen en hun land. Zelfs indien de Russische strijdkrachten er uiteindelijk in slagen Charkov, Kiev en andere steden in te nemen, zullen zij een langdurige en omvangrijke militaire aanwezigheid moeten handhaven en te maken krijgen met langdurig verzet van de bevolking. De oorlog in Vietnam, de bezetting door de Sovjet-Unie en vervolgens de imperialistische bezetting van Afghanistan door de VS zijn allemaal vergelijkbaar geweest, en in alle gevallen hebben de bezettingstroepen in de loop der jaren uiteindelijk een vernederende terugtocht moeten doen. In feite naderen de Russische strijdkrachten nu al het aantal dodelijke slachtoffers dat zij tijdens de tien jaar durende Sovjet-invasie van Afghanistan hebben geleden. Tijdens een langdurige oorlog zouden de stijging van de militaire uitgaven, de voortdurende achteruitgang van de economie en de verrotting van het politieke systeem leiden tot groeiende ontevredenheid onder de massa’s, die op een gegeven moment zou uitbreken in actief verzet.

    Een grote ramp voor het Kremlin zou natuurlijk een serieus tegenoffensief van de Oekraïense strijdkrachten zijn, dat erin slaagt de Russische strijdkrachten, die reeds slecht uitgerust en gedemoraliseerd zijn, te dwingen zich terug te trekken. Dat zou natuurlijk op de een of andere manier leiden tot een grote politieke crisis in Rusland. Het is daarom waarschijnlijker dat, als dit als mogelijk wordt gezien, het Russische regime de onderhandelingen zal intensiveren in een poging een compromis te bereiken om gezichtsverlies te voorkomen. Zo’n compromis zou de terugtrekking tot de LNR/DNR kunnen zijn, een overeenkomst dat externe krachten kunnen optreden om de Oekraïense neutraliteit te garanderen, maar met Zelenski nog steeds aan de macht met versterkte steun. Ook dit zou in Rusland als een gedeeltelijke overwinning worden gepresenteerd, maar zou, vooral naarmate de werkelijke vernietiging van Oekraïne bekend wordt, in combinatie met de gevolgen van het isolement van de wereldmarkt, dienen als een verdere factor die de steun voor het regime ondermijnt.

    Deze opties wijzen op de verdere ontwikkeling van bewegingen in de richting van een politieke revolutie, in dit stadium in de vorm van een kleurrevolutie, waarbij een deel van de heersende elite de massale ontevredenheid uitbuit om een ander deel omver te werpen. Het tijdschema zal afhangen van de gebeurtenissen: ofwel vertraagd door een patriottische golf na de ‘overwinning’, versneld door een nederlaag, ofwel vertraagd door een slepende oorlog of een door onderhandelingen tot stand gekomen regeling. In dat geval moeten de socialistische krachten klaar staan om energiek tussen te komen en een reëel alternatief te bieden voor de heersende elite.

    Crisis van het Bonapartisme

    Het bonapartisme is van nature een crisisregime – het bestaat juist omdat de kapitalistische klasse niet sterk en geconsolideerd genoeg is om een burgerlijke democratie in stand te houden. Het oefent zijn macht voornamelijk met geweld uit, het is een gendarme die het moet hebben van de matrak.

    De hamvraag is nu of het regime aan de macht kan blijven als er een nederlaag wordt geleden, of als de oorlog wordt verlengd, of als de compromissen die tijdens de onderhandelingen zijn bereikt als onaanvaardbaar worden beschouwd. Kan Poetin uit zijn ambt worden gezet, en zo ja, wie zal hem vervangen? Op dit punt is er natuurlijk geen duidelijke informatie, maar veel geruchten wijzen erop dat er zich reële problemen ontwikkelen.

    Regerende elite ongelukkig

    Er is een ongekende golf van ontslagnemingen en vertrekken uit Rusland van prominente mediapersoonlijkheden, journalisten, zakenmensen, waaronder de directeur van Aeroflot, en nu zelfs Kremlin-adviseur en architect van het Russische kapitalisme Anatolij Tsjoebais. Het hoofd van de Centrale Bank heeft aan het begin van de maand haar ontslag aangeboden. Dit is het topje van de ijsberg van aanzienlijk verzet tegen de oorlog door de stedelijke middenklasse en zelfs een deel van de heersende elite, van wie velen de directe gevolgen voelen van de sancties tegen Rusland.

    Anders dan in 2014 kan het Kremlin echter niet rekenen op een golf van patriottische steun onder de arbeidersklasse. De eerste slachtoffers van de sancties waren de stedelijke arbeiders, overwegend jong en overwegend vrouwelijk – degenen die werken in de IT, in fastfood, in de detailhandel en ook studenten. Honderdduizenden van hen zijn hun baan kwijtgeraakt, velen werden ontslagen of onderdrukt omdat zij zich tegen de oorlog hadden uitgesproken. Het is deze laag die de spontane protesten tegen de oorlog in de eerste weken aanjoeg.

    We kunnen echter verwachten dat de meer ‘traditionele’ arbeidersklasse, de mensen uit de autofabrieken, die op luchthavens werken en andere bedrijven die afhankelijk zijn van wereldwijde toeleveringsketens en handel, de juistheid van de oorlog in twijfel zullen trekken nu zij ontslagen worden of zonder werk komen te zitten als gevolg van de sancties. Hun woede en ontevredenheid zullen worden aangewakkerd door de escalerende prijzen.

    Nu komen de doodskisten terug. Onafhankelijke mediabronnen in Boerjatië, de boeddhistische republiek met een miljoen inwoners aan de rand van het Bakailmeer, hebben reeds 45 soldaten uit de regio geïdentificeerd onder de doden. Ze denken dat er nog veel meer zijn. De zus van één van hen merkte op: “We zijn radeloos. Dit bloedvergieten moet ophouden. Onze jongens sterven. Hij wilde zijn team niet in de steek laten. Hij vond dat het zijn plicht was om te gaan. Onze familie heeft een andere mening dan de autoriteiten, maar wat kunnen we doen?”

    Patriotten

    Dus, is er een laag die de oorlog wel steunt? Natuurlijk. Opiniepeilingen (uitgevoerd door de staat) geven aan dat op dit moment de meerderheid de oorlog steunt. De laatste weken is dat gegroeid. Er is echter veel minder overtuigende steun dan in 2014. Dat bleek nog op een recent regeringsgezind pro-oorlogsconcert. Het werd bijgewoond door mensen die de oorlog echt steunen, waaronder natuurlijk uiterst rechts. Maar er waren ook veel staatsambtenaren, studenten enzovoort, die gedwongen of zelfs betaald werden om het concert bij te wonen, anderen die beweerden dat ze er alleen maar waren voor het gratis concert, en zelfs beweerden niet te weten dat het was om de oorlog te steunen. De steun voor de oorlog is groter onder het middenkader en de hogere managementniveaus in de staats- en commerciële structuren, onder de oudere bevolking en natuurlijk onder de veiligheidsdiensten, en op het platteland. Dit is echter geen stabiele laag van steun die snel zou kunnen verdwijnen als de gebeurtenissen een plotselinge omslag betekenen.

    Meduza’s bronnen onthullen meer interessante details. Het kabinet van de president houdt zijn eigen opiniepeilingen waaruit blijkt dat de steun voor de oorlog zeer oppervlakkig is – in hun woorden verdeeld tussen “diva patriotten” die over de oorlog schreeuwen maar niet eens bereid zijn de straat op te gaan om steun te betuigen en dan degenen, die het Kremlin omschrijft als “vrouwen van 40+”, maar zodra het hen aangaat, in het bijzonder hun zonen, trekken zij hun steun in.

    In reactie hierop hielden de spindoctors van het Kremlin een vergadering om te beslissen hoe zij met het nieuws moesten omgaan. Ze kwamen niet met een oplossing. Het probleem is volgens hen dat de oorlogspropaganda al zo ver is opgeklopt, dat elke terugtrekking leidt tot gezichtsverlies. Zoals een deelnemer zei: “De ketel van de trein is zo volgestapeld met kolen dat de trein niet snel meer kan stoppen.” Het gevaar is, zoals zij het zien, dat het in Turkije voorgestelde compromis, of elke beëindiging van de oorlog die niet als een overwinning wordt gezien, samen met de verergerende economische crisis zal leiden tot een dramatische daling van de geloofwaardigheid van de regering. Zij maken zich vooral zorgen over de situatie in de grote steden, Moskou en Sint-Petersburg, waar volgens hun opiniepeilingen reeds een meerderheid tegen de oorlog gekant is.

    Zelfs toen het besluit tot de aanval werd genomen, was er duidelijk sprake van een gebrek aan vertrouwen in sommige regeringskringen, waarbij zelfs de suggestie werd gewekt dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken het besluit tot erkenning van de twee republieken voorbarig vond. De FSB (Russische veiligheidsdienst, opvolger van KGB) is naar verluidt in wanorde omdat zij de schuld op zich heeft genomen van verkeerde informatie over de stemming onder de Oekraïense bevolking, met het huisarrest van twee generaals naar verluidt. Er zijn aanhoudende suggesties dat de spanningen toenemen tussen Poetin en Shoigu, de minister van Defensie, de directeur van de FSB en de chef van de generale staf. Voor Poetin is het zeer gevaarlijk om in conflict te komen met de matrak die hij nodig heeft om te regeren. Naar verluidt is een aanzienlijk aantal hoge officieren, waaronder generaals, in Oekraïne gedood, anderen in de Nationale Garde zijn gearresteerd.

    De stemming onder de oligarchen is moeilijker te beoordelen. Er wordt gesuggereerd dat een laag oligarchen en bankiers rond Poetin goed begrijpt dat als hij vertrekt, hun eigen posities in twijfel zullen worden getrokken, en dat ze daarom niet willen dat hij zich terugtrekt. Na een maand sluiting is de beurs van Moskou terug opengegaan. De aandelen daalden aanvankelijk met 2 tot 3%, maar er was geen sprake van een wanhopige ineenstorting. Tegelijkertijd heeft de roebel zijn oorspronkelijke waarde hersteld, ongetwijfeld opgepompt door de olie- en gasopbrengsten. Dit zal de voorstanders van de oorlog aanmoedigen.

    Er is echter een laag van oligarchen die zich zorgen maakt. Abramovitsj heeft zich in de onderhandelingen in Turkije gemengd en schijnt als bemiddelaar te hebben gefungeerd. Andere berichten suggereren dat Peter Aven, president van Ruslands grootste particuliere bank AlfaBank en de mijnmagnaat Alexander Masjkevitsj vorige week een ontmoeting hebben gehad om de mening uit te spreken dat de Russische oligarchen uiterst geïrriteerd zijn over het beleid van Poetin.

    Volgens Oekraïense bronnen die verslag deden van deze bijeenkomst, zoeken vertegenwoordigers van het Russische bedrijfsleven naar manieren om de president, of de militaire figuren om hem heen, te beïnvloeden: “Maar dit wordt bemoeilijkt, omdat Poetin in strikt isolement verkeert en vrijwel niemand binnenlaat om hem te zien. Vooral de oligarchen die hij als onbetrouwbaar beschouwt. In feite is het Russische grootkapitaal al bereid tot radicale actie. Sommige oligarchen overwegen zelfs te betalen voor de fysieke verwijdering van Poetin.”

    Maar deze rapporten moeten allemaal met een korreltje zout worden genomen. Noch de FSB of het leger, noch de oligarchen zijn bezorgd over het lot van Oekraïne, de mensen die lijden onder de Russische bommen, of de Russische ouders die rouwen om hun dode kroost. Zij maken zich alleen zorgen over hun positie in de heersende elite, hun eigen rijkdom en zullen op eigen houtje niets doen om die in gevaar te brengen. Alleen als de Russische interventie in Oekraïne aanzienlijke tegenslagen te verduren krijgt, of als zij van onderaf een groeiend verzet tegen de oorlog voelen, zullen ze zich gaan voorbereiden om hun eigen hachje te redden. Maar als ze gedwongen worden op te treden, is de vraag waarop we nog geen antwoord hebben, wat precies de aard van zo’n poging zal zijn. Zal het komen van hardliners binnen de veiligheidsdiensten, wat waarschijnlijk de voortzetting van harde repressie zou betekenen, of van een meer liberaal deel, wat een zekere versoepeling kan betekenen.

    Perspectieven voor de anti-oorlogsbeweging

    Wat zijn de vooruitzichten voor een anti-oorlogsbeweging? De aanvankelijke, voornamelijk spontane reactie op de oorlog, hoewel door een minderheid, was niettemin inspirerend. Het feit dat zovelen bereid waren hun stem te laten horen, wetende dat de prijs was dat zij zouden worden vastgehouden, gevangengezet, ontslagen, toont de woede aan die onder de oppervlakte leeft. Tegelijkertijd is de aanpak van de democratische en liberale oppositie, met inbegrip van Navalny, om mensen zonder enige voorbereiding en organisatie op te roepen tot protest, niet alleen onverantwoordelijk in de zin dat het velen blootstelt voor repressie, maar na een periode, wanneer de meest actieve betogers door repressie zijn uitgeschakeld, leidt het tot een neergang en zelfs demoralisatie van de beweging. Vanaf het allereerste begin hebben socialisten erop aangedrongen dat er een massale, georganiseerde protestbeweging moest worden opgebouwd, en dat de anti-oorlogsbeweging moest worden opgebouwd rond de werkplaatsen en de universiteiten.

    Op dit moment heeft de anti-oorlogsbeweging zich teruggetrokken. Dit is onvermijdelijk, gezien het gebrek aan organisatie en de wijdverbreide repressie in de eerste fase, en de huidige fase van de oorlog, waarin het niet duidelijk is hoe de zaken zich zullen ontwikkelen. Daar komt nog bij dat de sancties die jongeren die het meest actief zouden zijn in het protest het hardst treffen, onder meer door verloren jobs, inkomens en hoge inflatie. Hierdoor moeten ze zich met hun onmiddellijke problemen bezighouden. Voor velen is het duidelijk geworden dat de oorlog niet kan worden gestopt door alleen maar spontaan de straat op te gaan, waar je geslagen, beboet en mogelijk gevangen gezet kunt worden.

    Dit betekent niet dat er in een later stadium geen bredere, beter georganiseerde anti-oorlogsbeweging zal ontstaan. Als het Kremlin natuurlijk een overwinning kan claimen, of zelfs tijdens onderhandelingen een compromis kan sluiten dat ‘het gezicht redt’, maakt dat het minder waarschijnlijk dat zo’n beweging zich zal ontwikkelen. Maar als de oorlog een langdurige strijd wordt, met nederlagen voor de Russische troepen, vooral in combinatie met economische moeilijkheden, kunnen we de ontwikkeling van een meer duurzame beweging zien. Als er een staatsgreep wordt gepleegd, zou er zich ook heel snel een beweging kunnen ontwikkelen.

    Maar we moeten ook lering trekken uit eerdere bewegingen tegen oorlog en regeringen, zoals die in Wit-Rusland en Kazachstan. Bewegingen die klassenoverschrijdend zijn opgebouwd, zijn gedoemd te mislukken. Niet alleen ontbreekt het liberale opposities aan enig begrip van collectieve organisatie, hun geloof in het kapitalistische systeem betekent ook dat zij geen antwoorden kunnen geven om de oorzaken van oorlog en dictatuur weg te nemen. Zij zijn niet in staat te begrijpen dat de enige manier om een eind te maken aan oorlog het gebruik is van methoden van de arbeidersklasse en met een socialistisch programma.

  • De revolutionaire explosie die de Tweede Wereldoorlog nog had kunnen vermijden

    Nieuw boek over Frankrijk in de jaren 1930

    Het jaar 2019 werd “het jaar van de woede” genoemd. Er waren massaprotesten van Santiago tot Teheran, via Hongkong, Parijs, Algiers, Bagdad … Deze golf van strijd tegen sociaal onrecht en voor democratie werd door de pandemie een tijdlang tot staan gebracht, maar het duurde niet lang of de Black Lives Matter-beweging werd  in 2020 de grootste sociale mobilisatie in de geschiedenis van de VS. De wereldwijde pandemie heeft alle tegenstellingen van het kapitalisme versterkt.

    door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

    In dit ‘tijdperk van wanorde’, zoals de Deutsche Bank de periode beschrijft die door de pandemie is geopend, zijn er tumultueuze sociaaleconomische en politieke gebeurtenissen. Om een nieuwe generatie activisten daarin helderheid te helpen vinden, is het nuttig om terug te blikken op een vorige tumultueuze periode. Marxisme.be brengt Trotski’s teksten over Frankrijk in de jaren 1930 uit onder de titel: ‘Waar gaat Frankrijk heen? 1934-38: van fascistische provocatie tot revolutionair potentieel.’

    Alles was mogelijk

    Het meest bekende onderdeel van de Franse geschiedenis in de jaren 1930 is ongetwijfeld de stakingsbeweging met bedrijfsbezettingen van 1936, al was het maar omdat deze beweging de basis legde voor belangrijke verworvenheden zoals de 40-urenweek en het uitbreiden van betaalde vakantie naar alle werkenden. Deze spontane algemene staking ontwikkelde zich van onderuit na een verkiezingsoverwinning van het Volksfront. Het zorgde voor een feestelijke stemming in de bedrijven: de werkenden wisten dat hun ogenblik gekomen was. De gevestigde krant ‘Le Temps’, door Trotski omschreven als ‘de burgerij in krantvorm’, schreef vol horror over hoe de arbeiders zich in de fabrieken gedroegen alsof ze er reeds de baas van waren.  

    De beweging had gevolgen die veel verder reikten dan de grenzen van Frankrijk. Zo was er de algemene staking van juni 1936 in België, die de grondslag legde voor de sociale zekerheid die na de oorlog verder uitgebreid werd. Een succesvolle beweging in Frankrijk in 1934-36 had niet alleen het potentieel om het kapitalisme in Frankrijk omver te werpen, maar ook om de revolutionaire ontwikkelingen in Spanje te versterken en het fascisme in Duitsland en Italië een beslissende slag toe te brengen. Het zou een politieke revolutie in de Sovjet-Unie, tegen de bureaucratische dictatuur en voor de voor de hervestiging van arbeidersdemocratie, onvermijdelijk gemaakt hebben en bovendien zou de revolutie nu niet geïsoleerd zijn tot één land. Mogelijk was de horror van de Tweede Wereldoorlog er nooit gekomen.

    Van fascistische provocatie tot revolutionair potentieel

    De situatie begin jaren 1930 werd getekend door de gevolgen van de economische recessie van 1929, die in Frankrijk vanaf de herfst van 1931 hard toesloeg. Er was een situatie van ellende voor de werkende klasse, de bevolking op het platteland en zelfs voor de middenklasse. De middenklasse zette zich steeds meer af van de Radicale Partij, dé gevestigde partij van het kapitalisme, van de stabiliteit en het status quo. Er was een groeiende woede tegen de burgerlijke democratie en tegen het parlementarisme. Diverse extreemrechtse groepen en liga’s kenden een opgang. De politieke instabiliteit was groot.

    Op 6 februari 1934 betoogde extreemrechts in de straten van Parijs. De betoging eindigde met geweld en confrontaties met het leger en de politie. Het gevaar van extreemrechts in Frankrijk was nu bijzonder duidelijk. Het antifascistische antwoord van de arbeiders liet niet lang op zich wachten en blokte het fascistische gevaar af. Het massale protest dwong de Communistische partij (PCF) tot een bocht over haar officiële standpunt dat de sociaaldemocratie ‘sociaal-fascistisch’ was.

    De PCF maakte een bocht van 180 graden, van sektarisme (het zich isoleren van bredere lagen) naar opportunisme. Beiden waren de keerzijde van dezelfde medaille. Het was voor de PCF-leiding geen kwestie van revolutionaire eenheid van socialistische en communistische arbeiders, maar wel van samenwerking over verschillende klassen heen, ook met de Radicale Partij. Daartoe werd het programma beperkt tot die elementen ervan die voor de burgerij aanvaardbaar waren. Voor de stalinisten en socialisten was het doel van het Volksfront om het kapitalisme beter te beheren en om een verdere leegloop van de Radicale Partij richting extreemrechts te stoppen. Dat dit niet zou gebeuren door de politiek van de Radicale Partij achterna te lopen, begrepen ze niet. Voor de werkenden en onderdrukten was een stem voor linkse partijen een oproep tot verandering

    De revolutionaire explosie

    De overwinning van het Volksfront creëerde een zodanig enthousiasme dat het meteen tot een stakingsgolf kwam, wat uitdrukkelijk niet de bedoeling was bij het opzetten van het front. Nog voor de regering gevormd werd, waren er bedrijfsbezettingen die zich snel verspreidden over heel het land. “De Franse revolutie is begonnen,” schreef Trotski.

    Van de eerste bezetting op 11 mei tot 6 juni was het aantal stakers opgelopen tot een half miljoen. Een dag later waren ze met 1 miljoen. De radicale vakbond CGT groeide van 785.000 leden in maart 1936 tot 4 miljoen in februari 1937. Dit illustreert de kracht van de beweging, die elementen van dubbelmacht in zich droeg: naast de steeds meer betwiste officiële instellingen van het kapitalisme, ontwikkelden zich organen van arbeidersmacht.

    Op 6 juni kreeg de regering-Blum het vertrouwen van het parlement. Op straat werd het vertrouwen gegeven aan massale bezettingen en stakingen. Op 8 juni verzamelden vertegenwoordigers van 33 stakerscomités uit de Parijse regio om een centraal stakerscomité op te zetten om de strijd te coördineren. Drie dagen later verzamelden ze op hun algemene vergadering vertegenwoordigers van 243 bedrijven uit de Parijse regio. Tegen dan waren er al 1,2 miljoen stakers, terwijl de overgrote meerderheid van de bevolking op dat ogenblik nog actief was in de landbouw. Het aantal stakers zou uiteindelijk verder oplopen tot 1,8 miljoen en 9.000 bedrijven werden bezet.

    Het patronaat en de Volksfront-regering probeerden eerst tevergeefs om de beweging te stoppen met verregaande toegevingen: de arbeidsduur werd verminderd van 48 tot 40 uur per week, er kwamen twee weken betaalde vakantie, de lonen in de private sector stegen met 7 tot 12% … Dat was indrukwekkend, maar het lag ver onder het potentieel dat in de situatie vervat zat. Toen dat niet  volstond om de beweging te stoppen, dreigde premier Blum met repressie. PCF-topman Thorez waarschuwde de arbeiders dat ze de kleinburgerij niet mochten afschrikken en de regering niet ten val mochten brengen. “Je moet weten hoe je een staking beëindigt,” verklaarde hij. De arbeiderspartijen en hun bondgenoten in de vakbondsleidingen deden er alles aan om te vermijden dat de revolutionaire beweging tot de omverwerping van het kapitalisme zou leiden.

    Zoals Trotski opmerkte, konden de arbeiders de vijand niet herkennen omdat die zich “voordeed als een vriend.” Bij gebrek aan leiding en ordewoorden, zou de stakingsbeweging uiteindelijk doodbloeden en uitgeput raken. Het patronaat deed er vervolgens aan om de toegevingen aan de werkende klasse terug te draaien.

    “Een revolutie die ophoudt vooruit te gaan, is gedoemd achteruit te gaan” (Daniel Guérin)

    In “Front populaire, une révolution manquée”, een opmerkelijk maar ongelijkmatig verslag van de gebeurtenissen, schreef Daniel Guérin: “Het was Trotski die als eerste de Franse stakingen met fabrieksbezettingen als het begin van een revolutie bejubelde.” Ondanks diepe meningsverschillen stak de militante schrijver, die een theoreticus van het anarchisme zou worden, zijn bewondering voor de Russische revolutionair niet onder stoelen of banken. Hij verborg evenmin zijn spijt: “Uit deze ervaring moest ik uiteindelijk een les trekken. Maar met een zekere vertraging. Eigenlijk te laat. Want tegen die tijd was de vloedgolf al lang teruggetrokken. In het heetst van de strijd had ik nauwelijks tijd om na te denken over Trotski’s heldere artikel dat op 12 juni verscheen in het in beslag genomen nummer van La Lutte Ouvrière, of om het zelfs te lezen. Het historische precedent van de sovjets van arbeidersafgevaardigden werd daar aangehaald. Van werkplaats tot werkplaats, van fabriek tot fabriek, van wijk tot wijk, van stad tot stad, riep hij de arbeiderscomités op om onderling een hechte band aan te gaan, om uiteindelijk te komen tot een congres van alle comités van Frankrijk. Dat was de nieuwe orde die de oude zou vervangen.”

    Met de steun van de PCF voerde de Volksfrontregering een beleid dat strikt binnen het kader van het kapitalisme bleef. Het oude staatsapparaat bleef onaangetast. Er waren amper nationalisaties. Als die al plaatsvonden werden de aandeelhouders royaal vergoed en werden de vroegere managers voortaan door de overheid aangesteld als bedrijfsleider. Het gebrek aan greep op de sleutelsectoren van de economie, liet de regering machteloos tegenover de snel stijgende prijzen die de in juni 1936 bekomen loonsverhogingen teniet deden. Regelmatig riep de PCF op tot radicalere maatregelen, zoals een belasting op grote vermogens – een miljonairstaks – of steun aan de Spaanse republikeinen, maar dit bleef beperkt tot oproepen waarna in het parlement voor het behoud van het Volksfront en dus voor het gevoerde beleid gestemd werd. Voor de kolonies kwam de houding van het Volksfront neer op de onvoorwaardelijke verdediging van het Franse imperium.

    In zijn Geschiedenis van de Russische Revolutie merkte Trotski op: “Zonder een leidende organisatie zou de energie van de massa’s vervliegen als stoom die niet in een zuigercilinder opgesloten is. De beweging wordt echter noch door de cilinder, noch door de zuiger, maar door de stoom teweeggebracht.” Waar het toen aan ontbrak, was het bestaan van een revolutionaire partij met een correct programma en voldoende inplanting in de voorhoede van de arbeidersbeweging om de revolutionaire explosie tot een breuk met het kapitalisme te brengen. De publicatie van ‘Waar gaat Frankrijk heen?’ zal bijdragen aan het overwinnen van deze zwakte in toekomstige bewegingen.

     

    ‘Waar gaat Frankrijk heen? 1934-38: van fascistische provocatie tot revolutionaire explosie’ door Leon Trotski, met een uitgebreid nieuw voorwoord. Het boek telt 223 pagina’s en kost 15 euro (verzending inbegrepen). Te koop via marxisme.be of in elke boekenwinkel bestelbaar met deze ISBN-code: 9789491304453

  • Clara Zetkin: De plicht van werkende vrouwen in oorlogstijd

    Clara Zetkin met Rosa Luxemburg

    In november 1914 schreef Clara Zetkin een tekst over werkende vrouwen in oorlogstijd. Het werd gepubliceerd in het Duits en vervolgens verscheen in het magazine Justice (19 november 1914) een samenvatting in het Engels. We publiceren een vertaling uit het Engels inclusief de inleiding die er door het magazine aan toegevoegd was. Deze tekst zal tevens verschijnen in de brochure ‘Marxisten over oorlog’ die Marxisme.be naar aanleiding van 1 mei 2022 uitbrengt. We bedanken Ann voor deze vertaling.

     

    “Een opzwepende oproep in oorlogstijd.” De New Yorkse ‘Vorwärts’, de wekelijkse uitgave van de ‘Neu Yorker Volkszeitung’, publiceert een artikel over dit onderwerp geschreven door onze gewaardeerde kameraad Clara Zetkin, waarvan het volgende een samenvatting is.

    Het verlangen van de internationale arbeidersklasse naar vrede heeft zich machteloos getoond om de wereldoorlog te voorkomen. Zoals kanonskogels over zwakke grassprietjes rollen, die gisteren nog zachtjes wapperden in de wind, en ze ter aarde verpletteren, zo hebben de krachten van het imperialisme, voortgedreven door het kapitalisme, de proletarische vredesdemonstraties en-hoop overwonnen. De wereld staat nu in brand. Er woedt een oorlog zoals nooit eerder voorheen … Was dit nodig?

    De staat van beleg maakt het ons onmogelijk om een antwoord te zoeken. We worden geconfronteerd met het feit dat de drijvende krachten van het kapitalisme de grenzen van een vreedzame ontwikkeling hebben overschreden. De gevolgen zijn niet te overzien, want welke veranderingen de oorlog ook teweegbrengt op de kaart van Europa, het is zeker dat hij niet tot het einde toe zal worden uitgevochten zonder de meest extreme uitwerking op de economieën van de naties en op de wereldmarkt. Het is juist deze overweging die eist dat de arbeidersklasse in toenemende mate de bewuste drager wordt van het historische proces van ontwikkeling naar de hogere sociale orde van het socialisme.

    Het zou socialistische vrouwen onwaardig zijn om met gevouwen handen toe te zien op deze historische gebeurtenissen, die vandaag de toekomst voorbereiden. Deze tijd roept hen op tot belangrijke taken, waarvan de vervulling al hun toewijding, enthousiasme en zelfopoffering vraagt. Het gaat om taken die voortvloeien uit hun “onveranderlijke vrouwelijke” aard en overtuiging.

    Oorlog en honger

    De tweelingzus van oorlog is honger. Haar verschrompelde, genadeloze hand klopt aan de deur van elk gezin waarvan de kostwinner op het slagveld is … Werkloosheid verspreidt zich sneller dan elke andere plaag. Angst, honger, ziekte, kindersterfte volgen in haar kielzog. Wat zal de winter brengen? Die vraag ligt op miljoenen lippen …

    Op dit grote terrein kunnen de socialistische vrouwen strijd leveren, die tegelijkertijd een strijd is voor hun rechten als mens. Het moment vraagt al hun kracht. Daarom werken de socialistische vrouwen vreedzaam samen met de burgerlijk-nationalistische “Vrouwendienst” en ook met haar vertegenwoordigers in de gemeentelijke organen, zonder zich echter bij hun organisatie aan te sluiten, omdat dit hen in hun werk zou belemmeren. Onze kameraad Frau Zietz schreef onlangs een artikel waarin zij wijst op de noodzaak van een dergelijke activiteit en op de scheidslijnen waarlangs deze in elk geval moet worden geleid.

    De essentiële hulp van vrouwen

    Als het verlangen van de gemeenten om de verschrikkelijke vloed van de komende ellende in te dammen oprecht is, dan kunnen zij niet zonder de hulp van onze vrouwelijke kameraden. Want zij brengen in de hulpverlening de kennis en scholing in die zij in de socialistische partij en de vakbonden hebben opgedaan, alsook hun praktische ervaring als arbeidsters. Zij weten de weg te vinden naar de trotse kwetsbare mensen die stil lijden in hun kelders maar die geen hulp vragen, en zij weten de juiste woorden te vinden om hen te overtuigen dat toch te doen. Zij zien snel waar en op welke manier hulp nodig is. Meer dan wie ook kunnen zij “spreken voor de zwijgenden en voor de zaak van allen die in de steek gelaten werden.”

    Geen aalmoezen, maar hulp en werk als sociale plicht, dat is de eis die zij overtuigend stellen aan alle publieke overheden. Bovendien moeten onze vrouwen trachten om het socialistische bewustzijn en de proletarische klassensolidariteit op te wekken aan wie ze hulp bieden; want we mogen niet vergeten dat liefdevolle hulp en bijstand alleen niet volstaan om de fundamenten van de kapitalistische maatschappij te doen wankelen.

    Onze organisatie behouden

    De oorlog heeft de gelederen van onze politieke en economische organisaties uitgedund. Het is aan de vrouwen om erop toe te zien dat de losgeraakte draden niet volledig worden doorgesneden. Als we het hebben over het overleven van de organisaties, dan bedoelen we vooral de geest die erin huist. Eén van de belangrijkste manieren om deze te vrijwaren, is door de verspreiding van onze pers, die, boven al het strijdgewoel en alle puinhopen uit, de vlag van het internationale socialisme onbesmeurd en hoog moet laten wapperen.

    Het verhardende effect van oorlog

    Internationaal socialisme! Klinken die woorden niet als een aanfluiting? Op de dagen dat de vertegenwoordigers van de arbeidersklasse in Wenen bijeen hadden moeten komen voor het verbond van vrede en vrijheid van de volkeren, bliezen tienduizenden zonen van het volk hun laatste adem uit op de slagvelden en lagen tienduizenden anderen te kermen in de veldhospitalen. Zij werden gedood en verwond door een broederhand. Honderdduizenden, miljoenen, ongeacht het uniform van het land dat ze dragen, verklaren met opeengeklemde tanden: “Wij willen niet, wij moeten. De rechten en de onafhankelijkheid van ons vaderland worden bedreigd.”

    Oorlog heeft zijn eigen logica, zijn eigen wetten en normen. Hij schept een sfeer die inderdaad heldenmoed oproept, maar die anderzijds, of de strijders het nu willen of niet, vaak het beest wekt dat in het onderbewustzijn van de mens sluimert. Brieven van het front bewijzen de verharding van de ziel en de gevoelens over de verschrikkingen van de strijd, een verharding die zich in vele gevallen ontwikkelt tot wreedheid en beestachtigheid. De kranten berichten over de gruwelijkste wreedheden die burgers buiten de Duitse grenzen in naam van het patriottisme zouden begaan hebben tegen de binnenvallende Duitse soldaten; ja, zelfs tegen de gewonden en tegen hen die hen verzorgden. Zelfs als de beschrijvingen van deze daden enorm overdreven zijn, zoals wij geloven, dan nog is er te veel barbaarsheid.

    “Wraak” en “Verontwaardiging”

    Bedriegen onze oren ons? Gelijkaardige barbaarsheden moeten deze wandaden ‘wreken’. Dat is wat we lezen in een deel van de burgerlijke pers. Voor elke Duitser die kwaadwillig wordt neergeschoten, moet een dorp afbranden. De “Berliner Neueste Nachrichten” gaat nog verder en eist “de ontruiming van alle inwoners in de bezette gebieden …. Iedereen die er 24 uur na het uitzettingsbevel in burgerkleding wordt opgemerkt, moet als ‘spion’ worden doodgeschoten.”

    Het pleiten voor wreedheid gaat natuurlijk gepaard met het misprijzen van vreemde volkeren, wiens vriendschap Duitsland gisteren nog probeerde te verkrijgen, en het minimaliseren van hun bijdragen aan de vooruitgang van de mensheid. Het is alsof alle maatstaven waarmee recht en rechtvaardigheid in het leven van de naties werden gemeten, nu zijn gebroken, alsof alle gewichten werden vervalst waarmee de waarde van nationale zaken werden gewogen.

    Ver weg lijkt inderdaad het wereldomvattende ideaal van arbeiderssolidariteit, de broederschap der volkeren. Is het mogelijk dat de oorlog niet alleen mensenlevens uitroeit, maar ook menselijke idealen?

    Alle volkeren hebben bijgedragen aan de beschaving

    Nee, duizendmaal nee. We mogen de werkende massa’s niet laten vergeten dat de oorlog is veroorzaakt door wereldwijde economische en politieke verwikkelingen, en niet door lelijke en verachtelijke persoonlijk eigenschappen bij de volkeren waarmee Duitsland vecht.

    Laten we de moed hebben, wanneer wij de beschimpingen horen tegen het “perfide Albion”, de “ontaarde Fransen”, de “barbaarse Russen” enz., te antwoorden door te wijzen op de onuitputtelijke rijkdommen die deze volkeren hebben bijgedragen tot de menselijke ontwikkeling en hoe zij de Duitse beschaving tot bloei hebben helpen brengen.
    De Duitsers, die zelf zoveel hebben bijgedragen aan de internationale schatkist van de beschaving, zouden in staat moeten zijn om rechtvaardig en waarheidsgetrouw te oordelen over andere volkeren. Laten we erop wijzen dat alle volkeren hetzelfde recht op onafhankelijkheid en autonomie hebben, waarvoor de Duitsers strijden …

    Wij socialistische vrouwen horen de stemmen die in dit tijdperk van bloed en ijzer nog altijd zacht, met veel pijn maar toch hoopvol over de toekomst spreken. Laten wij hun vertolkers zijn voor onze kinderen. Laten wij hen behoeden voor het harde, brutale geluid van de ideeën die de straten vandaag vullen en waarin goedkope raciale trots de menselijkheid verstikt. In onze kinderen moet de zekerheid groeien dat deze vreselijkste van alle oorlogen de laatste zal zijn. Het bloed van de doden en gewonden mag geen stroom zijn die verdeelt hetgeen de huidige ellende en de toekomstige hoop verenigt. Het moet als een cement zijn dat voor altijd zal verbinden.

  • Xi Jinping speelt Russische Roulette

    “Iemand die niet bekend is met de plannen van zijn buren, moet geen allianties met hen aangaan.” Dit zijn de woorden van de legendarische militaire strateeg Sun Tzu meer dan 2000 jaar geleden. Xi Jinping heeft dit advies duidelijk niet opgevolgd toen hij bij de opening van de Olympische Winterspelen in Peking zijn historische ‘grenzeloze’ alliantie met Vladimir Poetin onthulde. Dit was slechts twintig dagen voordat de legers van Poetin Oekraïne binnenvielen.

    Door Vincent Kolo (Chinaworker.info)

    Er wordt druk gespeculeerd over wat Xi en zijn omgeving eigenlijk wisten van Poetins oorlogsplannen. Werden ze in het ongewisse gelaten? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Heeft Xi, net als Poetin, ingezet op een snelle en overweldigende Russische militaire overwinning? Dat lijkt zeer aannemelijk. Wist Xi meer, maar heeft hij verzuimd de rest van de top van de CCP in te lichten? Dat is mogelijk. Hoe het ook zij, beide dictators hebben zich ernstig misrekend. En zulke fouten kunnen uiteindelijk hun greep op de macht bedreigen.

    Er is een nauwelijks verholen verdeeldheid in het regime van de CCP (de zogenoemde ‘Communistische’ Partij) en een aanzienlijke oppositie tegen de pro-Poetin-lijn van Xi, die tot op zekere hoogte wordt weerspiegeld in de tegenstrijdige boodschappen die uit Beijing komen. Zoals de ervaren China-analist Katsuji Nakazawa opmerkte zijn er meningsverschillen over de alliantie met Rusland binnen het zevenkoppige Permanent Comité van het Politburo, het leidende orgaan van de CCP: “De zeven zitten niet op dezelfde golflengte.” De verdeeldheid over de oorlog en het feit dat ook het economisch beleid van Xi deels op de helling is gezet, dreigen de interne machtsstrijd binnen de CCP aan te wakkeren.

    Dit komt voor Xi op het slechtst mogelijke moment nu hij “stabiliteit” zoekt in de aanloop naar het 20e Congres en zijn Poetin-achtige kroning tot levenslang dictator. De anti-Xi factie van de CCP onder leiding van de aftredende premier Li Keqiang, die wordt gesteund door delen van de kapitalisten en gepensioneerde ambtenaren, is te zwak om Xi ten val te brengen, maar hun verzet tegen Xi’s beleid is openlijker geworden. Om in zo’n acute crisisfase beleid te kunnen voeren, moet het regime van Xi nog dictatorialer en centralistischer worden. Dit creëert een vicieuze cirkel van instabiliteit.

    “Grote controverse”

    “China kan niet aan Poetin worden gebonden en moet zo snel mogelijk de banden verbreken,” schreef Hu Wei, een politicoloog verbonden aan het Counselor’s Office van de Staatsraad (de regering onder premier Li Keqiang). Hu’s essay werd tijdens de “twee zittingen” (NPC en CPPCC) begin maart op grote schaal verspreid onder de hoogste leiders, en werd vervolgens van het internet verwijderd en door censoren geblokkeerd. Dit document is belangrijk omdat het ongewoon scherpe kritiek levert op het standpunt van Xi, uiteraard niet met naam en toenaam, en omdat de ideeën die erin naar voren worden gebracht klaarblijkelijk aanzienlijke steun genieten onder de topambtenaren. Hu zegt dat de oorlog “grote controverse in China” heeft veroorzaakt en dat de meningen “verdeeld zijn in twee onverbiddelijk tegenover elkaar staande zijden.” Hij waarschuwt: “Er is nog een periode van een of twee weken voordat China zijn speelruimte verliest,” om zich van Rusland te distantiëren. “China moet vastberaden handelen.”

    Hu’s opmerkingen zijn de scherpste uiting tot nu toe van verdeeldheid binnen de Chinese heersende klasse over Xi’s nationalistische buitenlandse beleid, met de Xi-Poetin alliantie als het nieuwste en meest controversiële onderdeel ervan. Een aanzienlijk deel van het officiële CCP-leiding en de ermee verbonden kapitalistische belangengroepen zijn van mening dat de nationalistische lijn van Xi steeds meer contraproductief is geworden, de economie schaadt en het anti-China-verhaal van het VS-imperialisme versterkt. Nu Xi zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt op de alliantie met Rusland, heeft het Chinese regime zichzelf in een hoek gedreven. Er zal hoogstens een verandering van toon zijn in plaats van inhoud. Poetin “de pas afsnijden”, zoals Hu Wei bepleit, zou een zware klap betekenen voor Xi’s imago van “sterke man”, dat de afgelopen tien jaar met veel toewijding is opgebouwd.

    Hoe groot de moeilijkheden voor Beijing worden, hangt ook af van het verloop van de oorlog. Een lange oorlog, die zich maanden voortsleept met toenemende bombardementen op belegerde steden, is een nachtmerriescenario voor de CCP en zou het standpunt van ‘nepneutraliteit’ onmogelijk maken. Een nog slechter scenario voor Xi Jinping zou de val van Poetin zijn, hetzij door een volksopstand hetzij door een paleiscoup, wat een schokgolf door China zou veroorzaken. Om deze redenen zal het regime van Xi, terwijl het probeert te manoeuvreren en te verdoezelen, zijn uiterste best doen om Poetin aan de macht te houden.

    De tegenstrijdige officiële ‘neutraliteit’ van het Chinese regime in deze oorlog heeft reeds schade toegebracht aan het gezag van Xi, die zich tracht voor te stellen als een nationalistische sterke man die het tegen de VS durft op te nemen. Naar buiten toe is de retoriek van de CCP ten aanzien van Biden vaag en diplomatiek en distantieert zij zich van Rusland, terwijl haar binnenlandse propaganda het nationalisme bevordert en sterk pro-Rusland is. Dit scherpe contrast is door een bepaalde laag van de massa opgemerkt, waardoor enerzijds Xi’s nationalistische propaganda wordt ondermijnd en anderzijds de hypocrisie van zijn imago van wereldomspannende “vredestichter” doorprikt wordt. Er is een “grote vertaalcampagne” georganiseerd, voornamelijk door overzeese Chinezen, om de arrogante nationalistische, racistische en seksistische commentaren van de door de staat gecontroleerde media en de sociale media in het Engels te vertalen. Deze campagne weerspiegelt de stemming van een laag Chinezen die walgen van de propaganda van de CCP.

    Truman-doctrine

    Voor Poetin en het Russische kapitalisme kan de Oekraïne-oorlog op één lijn worden gesteld met de rampzalige beslissing van het VS-imperialisme om Irak binnen te vallen in 2003. De VS onder Bush hebben het etno-politieke moeras waar ze in sprongen volledig onderschat. Poetin heeft alles verkeerd ingeschat, van de militaire capaciteiten van Rusland en de kracht van het Oekraïense verzet (hij laakt Lenins leer over de nationale kwestie en betaalt de prijs voor deze onwetendheid), tot de situatie in de wereld en de omvang van de reactie van het westerse imperialisme. Door zijn regime zo nauw en publiekelijk aan dat van Poetin te koppelen, heeft Xi Jinping China blootgesteld aan het risico van diplomatiek isolement en potentieel verwoestende economische kosten in de vorm van een versnelde westerse ontkoppeling. Dit kan gebeuren ongeacht of China officieel wordt bestraft met sancties als gevolg van zijn pro-Russische opstelling.

    ISA heeft uitgelegd dat de oorlog in Oekraïne alles heeft veranderd. De Financial Times, die namens het Westerse kapitalisme een strategie uitstippelt, beschrijft dit moment als “een geopolitiek scharnierpunt” en dringt er bij Washington op aan een nieuwe versie van de Truman-doctrine uit 1947 af te kondigen (die landen verdeelde in “voor” of “tegen” het VS-imperialisme). Op korte termijn heeft de invasie van Rusland de westerse kapitalistische regeringen gesterkt. Ze gaan over tot militarisering in de stijl van de “shock doctrine”, tot ongekende staatsinterventies in de financiële markten (de sancties tegen Rusland), en ze boeken veel meer succes boeken bij het verpakken van hun beleid als een verdediging van de “democratie” tegen de “autocratie”.

    De nieuwe Koude Oorlog tussen de VS en China, die zich al enkele jaren aan het ontwikkelen is, heeft sinds het begin van de Russische invasie dan ook een ‘Grote Sprong Voorwaarts’ gemaakt. Een snellere economische deglobalisering is nu onvermijdelijk. De invasie van Rusland heeft althans op korte termijn de interne verdeeldheid in het westerse kamp beperkt, tussen de EU enerzijds en het door de VS geleide Anglosfere blok anderzijds. De Japanse ex-premier Shinzo Abe heeft opgeroepen om Amerikaanse kernwapens in Japan te stationeren, terwijl Duitsland de op twee na grootste militaire geldschieter ter wereld wordt. De oorlog in Oekraïne heeft in één klap de overblijfselen van de wereldorde van na 1945 weggevaagd.

    Rampenkapitalisme

    Dit niveau van westerse cohesie is iets waar de Chinese diplomatie sinds de tijd van Obama en Trump hard aan heeft gewerkt om te voorkomen. De oorlog van Poetin heeft Biden’s strategie om een “democratische” imperialistische coalitie op te bouwen om China en Rusland terug te dringen enorm vergemakkelijkt. Xi’s de facto steun voor de Russische invasie heeft het voor het VS-imperialisme veel gemakkelijker gemaakt om onder de dekmantel van het conflict met Rusland een proxy-oorlog te voeren tegen China, als zijn belangrijkste langetermijndoelwit. De aard en de omvang van de Westerse sancties tegen Rusland zijn een cruciaal onderdeel van deze proxy-oorlog.

    De sterke escalatie van het conflict met Rusland is onlosmakelijk verbonden met het conflict tussen de VS en China. Biden heeft aangedrongen op een sterker bondgenootschap met Europa, vooral via de NAVO, en heeft daarmee het isolationistische “America First”-beleid van Trump omgekeerd. Het doel is China te isoleren in de internationale politiek en de druk op China op te voeren in de betwiste gebieden in de Indo-Pacific, zoals de Zuid-Chinese Zee en Taiwan. Op lange termijn is Azië voor het VS-imperialisme van strategisch groter belang dan Oekraïne en Oost-Europa. Dit alles betekent dat de oorlog in Oekraïne een voorbode is van verdere wereldwijde conflicten die zich in de toekomst zullen ontwikkelen.

    Socialisten verzetten zich tegen de Russische invasie en de imperialistische agenda’s van Poetin aan de ene kant, maar ook tegen die van de NAVO en het VS-imperialisme aan de andere kant. De afschuwelijke benarde toestand van het Oekraïense volk is een waarschuwing voor de verschrikkingen die de mensheid te wachten staan onder het ‘rampenkapitalisme’, dat naast de ineenstorting van het klimaat en dodelijke pandemieën nu ook het schrikbeeld opwerpt van militaire conflicten tussen kernmachten. We wijzen op de heroïsche anti-oorlogsprotesten in Rusland en de noodzaak van internationalisme van de werkende klasse, in de eerste plaats in solidariteit met de Oekraïense massa’s, gekoppeld aan strijd tegen het militarisme en asociale beleid van alle kapitalistische regeringen.

    De acties en uitspraken van alle imperialistische machten zijn cynisch en oneerlijk. Poetin ontkent op flagrante wijze het recht van Oekraïne om als natiestaat te bestaan. Wang Yi vertelt de wereld dat China “sterk voorstander is van het respecteren en beschermen van de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landen,” maar de Chinese media zenden alleen Russische verslagen van het conflict uit en weigeren het woord “invasie” te gebruiken. Biden, Johnson en Scholz worden niet gedreven door bezorgdheid voor het Oekraïense volk, maar door het behalen van maximaal geopolitiek voordeel uit Poetins problemen. Jaren van politiek gemanoeuvreer door de VS en de NAVO, met de rechtse kapitalistische regering van Oekraïne als nuttige pion, hebben bijgedragen tot het zaaien van oorlogszucht. Nu is de NAVO bereid te “vechten tot de laatste Oekraïner”, juicht zij de moed van het verzet toe, maar probeert zij het conflict te lokaliseren en in te dammen – zoals blijkt uit de saga van de “ongewenste” Poolse gevechtsvliegtuigen.

    China als supermacht

    Dit is de ernstigste internationale crisis voor het CCP-regime sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de stalinistische dictaturen in Oost-Europa dertig jaar geleden. Dit is de eerste dergelijke crisis met China als de op één na grootste supermacht, die de VS op de voet volgt als imperialistische macht met mondiale invloedssferen, gigantische bedrijven en enorme investeringen die verdedigd moeten worden. In 1992 behoorde China niet eens tot de tien grootste economieën ter wereld. Het was een toeschouwer met een laag profiel die zich concentreerde op zijn eigen interne problemen (het voltooien van het herstel van het kapitalisme na het neerslaan van de massale opstand van 1989). Vandaag is China, als tweede grootste economie, veel meer geïntegreerd in het mondiale financiële en handelssysteem dan Rusland, de elfde grootste economie. Voor het Chinese kapitalisme is de dreiging van uitsluiting van de westerse markten door sancties veel groter dan voor Rusland.

    Socialisten verzetten zich tegen de sancties, die een instrument zijn van het financieel kapitaal in de machtigste kapitalistische staten en die in de toekomst tegen arbeiders en de socialistische strijd kunnen worden gebruikt. In Hongkong en Xinjiang heeft ISA zich verzet tegen de westerse sancties, met de waarschuwing dat deze geen einde zouden maken aan de Chinese staatsrepressie, maar eerder de massale strijd zouden verzwakken en demobiliseren. De sancties tegen Rusland zijn onmetelijk veel krachtiger. Ons verzet is echter niet gebaseerd op de intensiteit van de sancties, maar eerder op de vraag welke klasse deze macht hanteert, om welke doelen te bereiken.

    5,5 procent groei van het BBP?

    Terwijl Oekraïne brandt, zal China enorme economische verliezen lijden, zelfs als de diplomatieke acrobatie van de CCP (die de vrede met woorden steunt en Poetin met daden beschermt) het land weet te beschermen tegen de sancties van de VS en het Westen. China is ‘s werelds grootste olie-importeur en importeert 70 procent van zijn olie en 40 procent van zijn gas. De olieprijzen zijn in 2021 al met 60 procent gestegen en de prijs van olie is met 11 procent gestegen sinds het Russische leger Oekraïne is binnengetrokken. Een toenemend gebruik van steenkool en een nog snellere vernietiging van het klimaat zullen het gevolg zijn.

    De Chinese minister van Landbouw waarschuwde in maart dat de tarweoogst van dit jaar “de slechtste uit de geschiedenis” zou kunnen zijn als gevolg van hevige regens. Het land zal zijn invoer met ongeveer 50% moeten verhogen, terwijl de tarweprijzen sinds de invasie wereldwijd met 50% zijn gestegen tot recordhoogten. Rusland en Oekraïne zijn samen goed voor een kwart van de wereldwijde tarwe-export, maar door de sancties en de oorlog is deze aanvoer van de wereldmarkten afgesneden. De torenhoge voedselprijzen dreigen in veel ontwikkelingslanden tot massale honger en “broodrellen” te leiden.

    De dreiging van secundaire sancties – meegesleurd worden in het door de VS geleide sanctieweb dat rond Rusland is gesponnen – kan echter de zwaarste slag aan de Chinese economie toebrengen, zeker op een ogenblik van teruglopende binnenlandse groei. Op het Nationale Volkscongres van 5 maart heeft de regering een BBP-doelstelling van 5,5% voor 2022 bekendgemaakt, de laagste doelstelling in bijna drie decennia. De meeste economen betwijfelen of dit doel kan worden gehaald. Het cijfer lijkt meer een “aankondiging om vertrouwen te wekken” dan een echt streefcijfer. Het IMF voorspelt samen met anderen een groei van 4,8% dit jaar, maar als de regering iets lager dan 5% had goedgekeurd, zou dat een nederlaag zijn geweest, met reële gevolgen.

    Zelfs zonder de gevaarlijke economische gevolgen van de oorlog had de Chinese economie te kampen met ernstige problemen: de langzame ineenstorting van de vastgoedsector, de stijgende werkloosheid, de comateuze consumentenbestedingen en de ontwrichting van de bevoorradingsketens als gevolg van de lockdowns die in hele steden worden opgelegd om de verspreiding van Omicron tegen te gaan. Het regime van Xi is vastbesloten zijn “dynamisch nul-Covid”-beleid voort te zetten, ondanks het feit dat deze methode mislukt is in Hongkong, dat nu meer dan een miljoen gevallen van Covid heeft en het hoogste sterftecijfer per hoofd van de bevolking van alle landen in de pandemie. Morgan Stanley voorspelt nulgroei in het eerste kwartaal als gevolg van Omicron. China’s belangrijkste motor van de economische groei, de huizenmarkt, krimpt al zes maanden in (zowel wat de prijzen als de verkoopvolumes betreft), ondanks een bocht van de regering waarbij de kredietcontroles werden versoepeld, het monetaire beleid werd versoepeld en de plannen voor een onroerendgoedbelasting, waarvoor Xi zich sterk had gemaakt, werden opgegeven.

    De CCP had de oorlog van Poetin niet verwacht of gepland. De precieze redenen waarom het regime van Xi op zo’n cruciaal moment in de Chinees-Amerikaanse Koude Oorlog de aandacht volledig verloor, onthullen veel over de zwakke punten en interne tegenstrijdigheden van het regime. De eerste uitbraak van Covid-19 in Wuhan, de massale opstand in Hongkong in 2019, de handelsoorlog van Trump in 2018 – Xi werd elke keer overrompeld. In het licht van wat er sindsdien is gebeurd, komt het 5.000 woorden tellende gezamenlijke communiqué van 4 februari, waarin een verbeterd strategisch partnerschap met Rusland werd aangekondigd – “meer dan een alliantie” in Xi’s woorden – tegen een hoge prijs voor Xi. Het was eerder de Chinese leider dan Poetin die het initiatief nam voor de nieuwe overeenkomst, vooral om zijn eigen gezag op te krikken op het podium van de Olympische Winterspelen van Beijing, die grotendeels werden gemeden of geboycot door wereldleiders (slechts 21 namen deel, vergeleken met 68 in 2008). Voor Xi, die zich volledig richt op de uitbreiding van zijn heerschappij tijdens het 20e Congres later dit jaar, waren de Olympische Spelen het equivalent van een verkiezingsbijeenkomst in een burgerlijke democratie – één en al vuurwerk en patriottisme.

    “Als twee broers”

    “Het is veelzeggend dat de hoogste leiders het strategische partnerschap van de twee naties voorstellen als ‘rug-aan-rug’, wat betekent dat de twee landen, net als twee broers, op de andere rekenen om hen in de rug te dekken,” merkte de Global Times van de CCP op (13 februari). Dergelijke retoriek is niet goed verouderd. China’s diplomaten proberen zich nu in bochten te wringen om te voorkomen dat zij als “medeplichtige” van Poetin worden getroffen door westerse sancties. De overeenkomst van 4 februari bevat niet zo veel nieuwe inhoud – wat herverpakking en uitbreiding van bestaande energie- en technologie-overeenkomsten tussen de twee landen. Het doel was vooral berichtgeving: een gemeenschappelijk front tegen de VS. Maar nu Poetin de grootste Europese oorlog in 80 jaar ontketent, was de zet van Xi spectaculair slecht getimed.

    Xi gokte erop dat zijn regime baat zou hebben bij de militaire spanningen in Europa, die de regering-Biden zouden dwingen haar aandacht te verleggen van de Indo-Pacific en China. Net als Poetin heeft Xi waarschijnlijk ingecalculeerd dat de verdeeldheid tussen het VS-imperialisme en de EU, met name Duitsland, groter zou worden. Bovendien liet hij zien dat de twee dictators geen ‘broeders’ zijn en dat hun alliantie er eigenlijk één van tactisch gemak is. Xi zag voordelen in de toegenomen afhankelijkheid van Rusland van China als dominante partner, een omkering van de situatie in de Koude Oorlog van de jaren vijftig, toen China als stalinistische dictatuur zeer sterk de ondergeschikte partner van de Sovjet-Unie was. Als Poetins agressieve diplomatie en dreigementen tegen Oekraïne waren geslaagd en alleen op protesten van het westerse kapitalisme hadden gestuit (zoals het geval was met Xi’s hardhandige optreden in Hongkong), zou dat de plannen van de CCP met Taiwan een impuls hebben gegeven.

    Om deze redenen, of Xi nu volledig op de hoogte was van de plannen om Oekraïne binnen te vallen of niet, zal hij wellicht hebben genoten van een situatie waarin China toekeek terwijl Poetin problemen veroorzaakte voor het Westen. Op 24 februari veranderden al deze vermeende pluspunten echter in minpunten.

    Xi riskeert de Chinese leider te worden die “Europa heeft verloren.” Pogingen om door middel van handelsdiplomatie en het prijzen van Europa’s “soevereiniteit” de EU, en vooral Duitsland, met zijn grote afhankelijkheid van de Chinese economie, los te weken van Biden’s anti-China strategie, zijn een belangrijk kenmerk geweest van de Chinese diplomatie. Dit stuitte het afgelopen jaar op ernstige tegenslagen (de ineenstorting van de CAI-deal, Xinjiang-sancties, het aftreden van Angela Merkel, het “Litouwse incident”) maar de Oekraïne-oorlog en China’s relatie met Poetin zouden de laatste nagel aan de doodskist kunnen worden. Het VS-imperialisme werkt daar natuurlijk actief aan, met veel meer succes in de schaduw van de oorlog.

    Imperialistische verdeeldheid

    Biden’s gesprek met Xi Jinping op 18 maart was deels geënsceneerd voor Europese oren – waarbij beide presidenten hun opmerkingen op maat maakten voor Brussel en vooral Berlijn. Biden waarschuwde voor “consequenties” als China militaire steun aan Rusland zou verlenen, of het land zou helpen bij het omzeilen van westerse sancties, en beweerde over inlichtingenrapporten in die zin te beschikken. De VS leggen dus in feite een “rode lijn” voor China vast, en verhogen de druk op Europa om deze te steunen. De ernstige gevolgen van de sancties in Rusland maken deze dreiging voor Beijing zeer reëel.

    De EU is al verdeeld over het verscherpen van de sancties tegen Rusland. Een EU-diplomaat vertelde de Times dat zich drie kampen hebben gevormd. Er zijn de hardcore zogenaamde “sanctionistas” zoals Polen en de Baltische staten, die het dichtst bij de oorlog staan en het meeste risico lopen op een militaire escalatie. Zij zijn voor nog strengere sancties, zoals een totaal verbod op de Russische export van energie. Aan de andere kant staan de “contra’s”, Duitsland gesteund door Italië, Hongarije, Griekenland en Bulgarije, die zich verzetten tegen strengere sancties. En dan is er nog de rest.

    Deze interne verdeeldheid komt grotendeels overeen met eerdere verdeeldheid over China – het Hongarije van Orban zit in het pro-China kamp, net als van oudsher Duitsland (China was goed voor 38 procent van de verkoop van Duitse autobedrijven in 2021), terwijl aan de andere kant Litouwen verwikkeld is in een ‘David vs. Goliath’ strijd met China die vorig jaar uitmondde in een bredere handelscrisis. De oorlog in Oekraïne heeft diep ingegrepen in het “Belt and Road”-initiatief (BRI). Net als de sancties en andere gevolgen van de oorlog, kan de schade blijvend zijn en nog lang na de oorlog aanhouden. Oekraïne is een belangrijk BRI-land, net als Rusland natuurlijk. Polen, Hongarije, Roemenië en Slowakije zijn BRI-leden die Oekraïne steunen, terwijl BRI-lid Belarus in de oorlog aan de kant van Rusland staat. Hoe ironisch dat de CCP de BRI heeft opgezet als een kracht voor ‘vrede en samenwerking’.

    Dit zal Beijing dwingen tot een ingrijpende herevaluatie van de BRI als geheel, die al met aanzienlijke problemen, vastgelopen projecten en geschillen te kampen had, als gevolg van de groeiende schuldencrisis in veel BRI-landen. In Oost-Europa staan miljarden dollars aan Chinese investeringen nu op de tocht door de oorlog van Poetin, met alleen al in Oekraïne voor bijna 3 miljard dollar aan bouwprojecten. China’s 17+1 groep van Oost-Europese landen, een forum voor Chinese investeringen dat overlapt met de BRI, kan ook uiteenvallen. Litouwen heeft de groep vorig jaar verlaten, en de dominante Westerse machten binnen de EU hebben de 17+1 groep altijd beschouwd als een Chinese binnendringer in hun ‘achtertuin’. Dit zou kunnen leiden tot een krachtiger verzet tegen China en druk op de kleinere nationale “schaakstukken” om hun banden met de groep te verbreken.

    Taiwan en Oekraïne

    De toekomst van Taiwan is verbonden met het conflict in Oekraïne, maar niet op de manier die Xi Jinping oorspronkelijk voor ogen stond. De Chinese diplomatie heeft er altijd op gehamerd dat Oekraïne en Taiwan “niet hetzelfde” zijn, waarbij zij zich concentreert op kwesties van wettigheid en “soevereiniteit”, die, zoals Poetin heeft aangetoond, uiteindelijk geen barrière vormen tegen een hongerig kapitalistisch regime. Taiwan is geen “land” zegt de CCP, terwijl ze het met Poetin oneens is over de vraag of Oekraïne dit onderscheid verdient.

    De houding van socialisten wordt gevormd door veel fundamentelere overwegingen: nationaal bewustzijn (dat zowel in Oekraïne als Taiwan duidelijk van toepassing is), democratische aspiraties, angst voor autoritair bewind en militaire agressie. Onder het systeem van kapitalisme en imperialisme zitten de massa’s van beide landen helaas gevangen tussen grotere machten wier agenda’s de verwezenlijking van echte vrede of democratie uitsluiten. Meer over het conflict in Taiwan, zie het artikel: “Komt er een oorlog in Taiwan?” (zie: https://nl.marxisme.be/2021/09/05/komt-er-een-oorlog-om-taiwan/)

    Xi Jinping geloofde misschien dat het Oekraïne-conflict hem zou versterken in de Straat van Taiwan door Amerikaanse militaire middelen naar Europa af te leiden en door grotere druk op Japan uit te oefenen via zijn alliantie met Rusland. Mogelijk hoopte hij dat bij een snelle en overtuigende Russische overwinning het Westen zou worden ontmaskerd als een papieren tijger. Dit is niet gebeurd. Eerder gebeurt het omgekeerde en Xi’s strategie van ‘hereniging’ met Taiwan lijkt problematischer dan ooit. Dit betekent echter niet dat een Taiwan-oorlog of een Chinese aanval op lange termijn uitgesloten is, zoals sommigen ten onrechte denken. Tot die laatsten behoort een kleine groep die vorig jaar ISA in Taiwan verliet, die de dreiging van een Chinese militaire actie nu afdoet als “bluf” en vanuit die naïeve conclusie niet langer de noodzaak ziet om de onafhankelijkheidsstrijd te koppelen aan het socialisme en gezamenlijke strijd met de arbeidersklasse in China.

    De miserabele uitvoering van Poetins invasie tot nu toe, en de mogelijk zware Russische verliezen (onbevestigd), moeten de hardliners in het Volksbevrijdingsleger wakker schudden en duidelijk maken dat een aanval op Taiwan wel eens slecht kan aflopen. Het Russische leger is veel meer gehard in de strijd dan dat van China, en een invasie over land in Oekraïne is eenvoudiger dan een aanval over zee op Taiwan, die volgens militaire deskundigen minstens even moeilijk zou zijn als de landingen in Normandië in 1944. Xi Jinping zal geen oorlog riskeren tenzij hij zeker is van de overwinning, omdat een militaire nederlaag het einde van zijn regime zou kunnen betekenen. Maar Poetin was ook vol vertrouwen. Daarom zal de oorlog in Oekraïne zorgen voor twijfels en een belangrijke strategische herevaluatie in Chinese militaire kringen.

    Als Poetin van plan is om Oekraïne te bezetten, een doel dat vandaag steeds minder realistisch lijkt, zullen de VS en de NAVO waarschijnlijk reageren door een rechtse Oekraïense opstand te financieren. Dit zou er, na verscheidene jaren en tegen een verwoestende menselijke prijs, in kunnen slagen de vastberadenheid van Moskou te verzwakken, maar ook de neiging hebben de echte massastrijd te doorkruisen en te doen ontsporen. Ook dit scenario zou ongemakkelijke vragen oproepen bij de Taiwan-haviken van de CCP. Zelfs in de veronderstelling dat het Volksbevrijdingsleger een succesvolle invasie van Taiwan kan uitvoeren, zou de controle over een eiland waarvan de 23 miljoen inwoners in overgrote meerderheid niet door Beijing geregeerd willen worden, na verloop van tijd leiden tot uitputting en desintegratie van de bezettingsmacht.

    Toenemend nationalisme

    De opleving van het nationalisme aan beide zijden van de Straat van Taiwan maakt de situatie nog onstabieler. De toegenomen vrees in Taiwan dat de agressie van Poetin zijn ‘beste vriend’ Xi ertoe kan aanzetten het eiland aan te vallen, heeft de steun voor de DDP-regering van Tsai-Ing Wen en haar pro-VS-doctrine inzake militarisering versterkt.

    Uit een opiniepeiling van de Taiwan International Strategic Study Society van maart bleek dat 70,2% van de Taiwanezen “bereid is ten strijde te trekken” om het eiland tegen China te verdedigen, vergeleken met slechts 40,3% in een peiling van december. Net als andere regeringen gebruikt de DDP de crisis om “nationale eenheid” te creëren als middel om de klassenstrijd te smoren, en om aan te dringen op meer pro-kapitalistische handelsovereenkomsten met de VS en Japan in ruil voor hun “bescherming”. Tsai wil ook de wapenuitgaven verhogen en de dienstplicht verlengen.

    Aan Chinese zijde is het luidruchtige online-nationalisme, dat tegenwoordig ook verweven is met Poetinverering en steun voor Rusland, jarenlang door de CCP gecultiveerd, maar nu dreigt het uit de hand te lopen. De online nationalisten, waarvan sommigen dicht bij het fascisme staan, zijn zo fel en zelfverzekerd geworden dat hun venijn niet langer alleen gericht is tegen homoseksuelen, feministen, Taiwanese ‘separatisten’ en Hongkongers, maar zelfs tegen voormalige topnationalisten van de CCP, zoals het geval was met de voormalige redacteur van de Global Times, Hu Xijin, die vorig jaar is opgestapt. Het wordt steeds moeilijker voor Beijing om met deze nationalistische druk om te gaan, omdat het land het risico loopt nog meer ‘speelruimte’ te verliezen en zo nodig een pragmatischer buitenlands beleid te kunnen voeren.

    Voor de arbeidersklasse in Azië, Europa en de rest van de wereld opent de oorlog in Oekraïne de deur naar een nog gevaarlijker en tumultueuzer periode van kapitalistische wanorde. Om een einde te maken aan deze en toekomstige oorlogen moet de arbeidersklasse afrekenen met het kapitalisme en het imperialisme. Betogen en zich organiseren tegen de oorlog is een goed begin, maar het is op zichzelf niet genoeg. De situatie vereist meer dan oproepen en druk uitoefenen op regeringen om hun beleid te veranderen. Het vereist dat de arbeidersklasse haar gebrek aan organisatie, haar gebrek aan stem, haar gebrek aan macht overwint. De taak om opnieuw een krachtige socialistische arbeidersbeweging tegen kapitalisme en militarisme op te bouwen is dringender dan ooit.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop