Category: Op de werkvloer

  • Stakingsrecht onder vuur genomen door regering en patronaat

    Artikel door Nicolas P (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Foto: Collectif Krasnyi
    Foto: Collectif Krasnyi

    Sinds 21 augustus is er een staking van de arbeiders van het schoonmaakbedrijf BM&S tegen onder meer het ontslag van twee delegees en drie werknemers die al lange tijd met een interimcontract voor het bedrijf werkten. Vanaf de eerste dagen deed de directie beroep op de politie om de stakerspost te breken. Dankzij de vastberadenheid van de stakers en de vele militanten die steun kwamen betuigen  was het niet mogelijk om de stakerspost effectief te stoppen.

    Er werd ook naar de rechtbank getrokken om de medewerking van de politie af te dwingen. Bij het beroep door de vakbonden tegen de eenzijdige beschikkingen moest de rechter erkennen dat het bedrijf de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg “om de tuin probeerde te leiden” en een poging ondernam om “stakingsbrekers in te zetten” in de vorm van nieuwe interimmers.

    Op federaal vlak wil de rechtse regering een ‘minimumdienstverlening’ bij het spoor, de gevangenissen en de luchthavens opleggen. Bij de NMBS is het niet evident om slechts een paar treinen te laten rijden. Zelfs voor een minimale dienstverlening is een bijna maximale personeelsbezetting nodig. Het invoeren van een verplichte minimale dienstverlening zou het stakingsrecht voor een overgrote meerderheid van het personeel afschaffen.

    De voorstanders van deze aanval op het stakingsrecht proberen in te spelen op de frustraties die veel mensen hebben als ze bijvoorbeeld niet op het werk geraken als gevolg van protestacties van het personeel bij de NMBS. Mee aangevoerd door de steeds driestere patronale propaganda vergissen velen zich als ze hun woede tegen de stakers in plaats van tegen de directie keren. De rechtse partijen beseffen dit en proberen dit uit te spelen.

    Ook op normale dagen zitten de treinen op de spitsuren soms overvol. Slechts een derde van de ritten laten doorgaan in het kader van een minimumdienst zou leiden tot een nog grotere druk op de reizigers. Het bedreigt ook de veiligheid van zowel het personeel als de reizigers. Als de regering dienstverlening zo belangrijk vindt, waarom wordt er dan op alle dienstverlening bespaard?

    De rechtse regering wil alle sociale verworvenheden onder vuur nemen. Van gezondheidszorg over openbaar vervoer tot de ambtenaren. Niets of niemand wordt gespaard. De rechterzijde weet dat het spoorpersoneel relatief goed georganiseerd is en historisch wel meer een voortrekkersrol heeft gespeeld in het verzet tegen rechtse maatregelen. Door hun stakingsrecht aan te pakken, wil de rechterzijde de mogelijkheid van sociaal verzet aan banden leggen om zo sterker te staan in de harde en langdurige confrontatie die wordt voorbereid.

    Het recht op collectieve actie is een fundamenteel recht dat internationaal wordt erkend door het Europees Charter van Sociale Rechten en in de mensenrechtenverdragen. Het is opmerkelijk om te zien hoe in naam van Europese regels met sancties wordt gedreigd als Griekenland niet genoeg inspanningen doet om de publieke schulden af te bouwen, terwijl tegelijk internationaal erkende basisrechten zonder problemen met de voeten worden getreden.

    Alle sociale verworvenheden, van het stemrecht over betaalbare gezondheidszorg tot betaald verlof, werden historisch bekomen door stakingsacties en andere collectieve acties. Het recht op collectieve actie afbouwen is onderdeel van de algemene aanval op alle sociale verworvenheden waarvoor onze ouders, grootouders en de generaties daarvoor gestreden hebben.

    Met een rechtse federale regering zal het patronaat zich nog sterker voelen om over te gaan tot een aanval op het stakingsrecht. De afgelopen jaren werden al heel wat instrumenten in stelling gebracht, van mediapropaganda tot patronale leugens. We mogen hen niet toelaten om het verzet te ontwapenen, zeker niet op een ogenblik dat strijd meer dan ooit nodig is!

  • NEEN aan de 67! Argumenten tegen een verhoging van de pensioenleeftijd

    67zonderHet sloeg in als een bom. De regering is het nog niet eens wie welk postje zal krijgen, maar wel dat wij twee jaar langer moeten werken. De verhoging van de pensioenleeftijd stond niet eens in de neoliberale verkiezingsprogramma’s van de rechtse partijen. Het is een bijzonder gevoelig thema. En toch beslist de regering om in 2025 de leeftijd tot 66 jaar op te trekken in 2030 tot 67 jaar. De onderliggende boodschap is dubbel: enerzijds dat deze regering er hard invliegt en anderzijds ook dat het hierna niet gedaan is. Als het van de Zweedse partijen afhangt, zitten we decennialang met de gevolgen van hun beleid opgescheept.

    We leven langer, dus is langer werken toch normaal?

    Het meest voorkomende argument om een verhoging van de pensioenleeftijd te rechtvaardigen, is het feit dat de levensverwachting stijgt. Dat is inderdaad het geval. Maar beperken we het criterium voor pensioenleeftijd tot de levensverwachting? Kijken we met andere woorden niet naar hoe de arbeidsloopbaan er uit ziet, naar hoeveel jobs er beschikbaar zijn, naar de complexiteit van de bestaande jobs,…?

    Wat in het pensioendebat steevast aan de kant wordt geschoven, is de toenemende productiviteit van de werkenden. Het klopt dat werkenden twintig jaar geleden na hun pensionering een kortere levensverwachting hadden dan werkenden die vandaag op pensioenleeftijd komen. Maar de werkenden vandaag hebben wel veel meer bijgedragen. In 1980 waren we voor elk gewerkt uur 111% productiever dan in 1965. Tussen 1980 en 1995 was er een toename met 36% en in 2009 waren we per gewerkt uur 15% productiever dan in 1995.

    Deze scherpe toename van de productiviteit houdt in dat we meer produceren op dezelfde tijd. We dragen meer bij aan zowel de werkgevers als de gemeenschap. Deze productiviteitsstijging kan niet alleen aan technologische vernieuwingen toegeschreven worden, er is ook een stijgende werkdruk. De cijfers van de burn-outs en stress bevestigen dit. Waarom zouden we nadat we evenveel jaren harder gewerkt hebben niet enkele jaren extra van een pensioen mogen genieten? Of moeten we werken tot we erbij neervallen?

    Maar de pensioenen worden door de vergrijzing toch onbetaalbaar?

    Het spook van de vergrijzing is al enkele keren weerlegd. Enkele jaren geleden al wees pensioenspecialist Gilbert De Swert er in het boek ’50 grijze leugens’ op dat de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden niet fundamenteel zou wijzigen tegen 2060. Voor alle 100 werkenden waren er bij het verschijnen van het boek in 2005 stonden er 139 niet-werkenden. Tegen 2060 zouden dat er 152 zijn of amper 8% meer. Om dat mogelijk te maken zou er ieder jaar 0,11% van het bbp extra nodig zijn.

    Bovendien is het een vraag van prioriteiten. Kunnen middelen vrijgemaakt worden voor gepensioneerden of is alles al opgesoupeerd aan fiscale cadeaus, lastenverlagingen, geld voor de banken, intrestbetaling op de overheidsschulden,…? Van de waarde die we als werkende produceren, gaat een steeds groter deel naar uitbetaling van dividenden aan grote aandeelhouders. Met de door ons geproduceerde waarde gaan zij speculeren en gokken. Moesten we de speculanten nu eens geen miljarden meer toestoppen maar dit aan leefbare pensioenen besteden?

    Om een cijfer te vermelden dat destijds door De Swert werd aangehaald. Hij haalt Franse cijfers aan: in 1980 waren dividenden goed voor 4,2% van de loonmassa, in 2008 was dat 12,9%. “Anders gezegd: Franse werknemers werkten toen 72 uren in een jaar voor de aandeelhouders, nu 189 uren”. De afgelopen jaren is de bijdrage aan de sociale zekerheid overigens niet gestegen, maar net afgenomen. In 1980 ging 20,7% van het bbp naar sociale zekerheid, in 2010 was dat 19,6%. Er wordt dus niet meer maar net minder uitgegeven.

    Werken tot we erbij neervallen?

    We hadden het hierboven al over de stijgende productiviteit die ook leidt tot meer burn-outs, stress en andere gezondheidsproblemen. De stijging van het aantal 50-plussers dat aan de slag is, momenteel gaat het om 52,3% van de 50-64-jarigen tegenover 40,9% tien jaar geleden, leidt nu reeds tot een toename van het aantal arbeidsongeschikten en zieken in die categorie. Deze zomer werd gesproken over een toename met 20%.

    Eurostat merkt op dat we gemiddeld gezond blijven tot 63,3 jaar (mannen) en 63,5 jaar (vrouwen). Dat cijfer ligt dicht bij de actuele uitstapleeftijd uit de arbeidsmarkt. Maar die leeftijd wil de regering dus optrekken. De toename van de arbeidsongeschiktheid onder oudere werkenden is een logisch gevolg van de verhoging van de uitstapleeftijd gekoppeld aan een stelselmatige opvoering van de werkdruk en productiviteit met bijhorende fysieke en psychologische belasting.

    In de buurlanden is de pensioenleeftijd toch ook opgetrokken?

    Correctie: niet in alle buurlanden. In Duitsland heeft de regering eerder dit jaar beslist dat wie 45 jaar gewerkt heeft voortaan op 63 op pensioen kan in plaats van op 65. Net zoals bij de afschaffing van het inschrijvingsgeld aan de universiteiten, horen we de voorstanders van het Duitse model hier niets over zeggen. De vergelijkingen met de buurlanden gelden enkel om sociale verworvenheden en lonen naar beneden te trekken.

    Maar dan nog klopt het niet dat ons land achteroploopt inzake uitstapleeftijd. De laatste cijfers van Eurostat hierover dateren van 2007, maar dan was de uitstapleeftijd in ons land 61,6 jaar tegenover een Europees gemiddelde van 61,2 jaar. Op zes jaar was er een stijging met bijna vijf jaar, een stijging die overigens sneller was dan in de buurlanden.

    Het is toch niet omdat ouderen langer werken dat jongeren geen werk vinden?

    Laten we de FOD Economie dit meteen weerleggen met een statistiek inzake werkgelegenheid.

    Het aantal oudere werkenden neemt toe terwijl de werkgelegenheid onder jongeren afnam in 2011-2012. Er zijn niet meer jobs bijgekomen, de werkloosheid is gewoon anders verdeeld. In plaats van de beschikbare rijkdom te herverdelen, kiezen de neoliberalen ervoor om de tekorten te herverdelen. Als zo jongeren tegen ouderen en vice versa kunnen opgezet worden, is hun spelletje compleet. Dat zagen we ook al ten tijde van het Generatiepact.

    Feit blijft ondertussen dat de jongerenwerkloosheid hoge toppen scheert, dat veel jongeren als ze werk vinden in tijdelijke en laag betaalde jobs terecht komen en dat terwijl oudere werkenden moeten werken tot ze erbij neervallen. Logisch is het alvast niet. Onze mening: geef jongeren een toekomst, gun ouderen wat rust.

    Moet er dan niets gebeuren?

    Jawel, er is heel wat werk aan de winkel, zowel inzake pensioenen als inzake werkgelegenheid.

    Eerst en vooral moet er iets gedaan worden aan het schandalig lage pensioenbedrag in ons land. Armoede is een immens probleem onder gepensioneerden. Ongeveer 23% van de gepensioneerden leeft onder de armoedegrens. Volgens de Leuvense prof Jos Berghmans kan de ouderenarmoede weg gewerkt worden met een bedrag van 900 miljoen euro. Wij eisen alvast dat de pensioenen worden opgetrokken tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1.500 euro per maand.

    Ten tweede moet er rekening gehouden worden met de stijgende productiviteit en alle gevolgen vandien. Dit betekent dat vervroegde uittreding mogelijk moet zijn, wat kan door het behoud van het brugpensioen. Niet alleen zware handenarbeid is moeilijk vol te houden, ook andere jobs worden steeds complexer en intensiever. Waarom zouden we ouderen langer aan het werk houden als er zoveel jongeren geen werk vinden? Behoud van brugpensioen en geen verhoging van de pensioenleeftijd! Geef jongeren een toekomst, gun ouderen rust.

    Verder is er nood aan een arbeidsduurvermindering om bestaande jobs haalbaar te maken en om het beschikbare werk te verdelen. Het is niet logisch dat sommigen werken tot ze erbij neervallen, terwijl anderen wanhopig werk zoeken en niet vinden. Een herverdeling van het beschikbare werk door een algemene arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen (zodat het werkritme niet gewoon nog verder wordt opgedreven), kan daar een antwoord op bieden.

    Zijn er hier wel middelen voor? We zijn zoals gezegd nog nooit zo productief geweest. Er is nog nooit zoveel rijkdom geweest. Middelen zijn er dus wel degelijk, maar dan moeten ze wel ingezet worden voor de sociale noden. Een herverdeling van de rijkdom zullen we niet bekomen door het vriendelijk te vragen en al helemaal niet met symbolische doorkijktaksen en andere aankondigingsmaatregelen die gemakkelijker omzeild zullen worden dan opgelegd. Wat we niet zelf met de gemeenschap controleren, kunnen we moeilijk herverdelen. De sleutelsectoren van de economie zullen in publieke handen moeten komen zodat we kunnen beslissen hoe de door ons geproduceerde rijkdom wordt aangewend.

  • Meer publieke middelen voor een ander onderwijs!

    Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    15233607388_53d87df3ef_zDe nieuwe gemeenschapsregeringen hebben allen besloten zwaar te besparen op onderwijs. In de Franstalige gemeenschap gaat het voorlopig om 320 miljoen euro, de Vlaamse gemeenschap plant 850 miljoen euro besparingen. Beide regeringen tonen zich bereid om frontaal in de aanval te gaan tegen scholieren, studenten en het personeel in het onderwijs.

    De besparingen vinden plaats nadat het onderwijs in heel België al decennialang ondergefinancierd werd. Daar waar begin jaren ’80 nog meer dan 7% van het BNP naar onderwijs ging, schommelt dit percentage, naargelang de berekening, vandaag de dag rond de 4 à 5%. Steeds minder personeelsleden moeten instaan voor steeds groter wordende groepen leerlingen en studenten. Ondersteuning wordt op alle mogelijke manieren afgebouwd: de infrastructuur en uitrusting van veel scholen is vaak ondermaats om op een degelijke manier les te geven, overal is er een nijpend tekort aan administratief en technisch personeel. De privésector krijgt steeds meer greep op ons onderwijs: diensten zoals schoonmaak, resto’s etc. worden uitbesteed aan firma’s die meestal dramatische werkomstandigheden bieden aan hun personeel, en een slechte dienstverlening aan te hoge prijzen voor de instellingen. Vooral in het hoger onderwijs wordt steeds meer uitgekeken naar private financiering van onderzoek en onderwijs, zowel door bedrijven als door verhogingen van de inschrijvingsgelden. Privéfinancierders hebben vaak meer oog voor hun winsten dan voor het bieden van een degelijke opleiding aan jongeren.

    Meer publieke middelen!

    Met LSP en onze jongerenorganisatie ALS pleiten we voor een grondige publieke herfinanciering van het onderwijs. Met het extra geld zou kunnen geïnvesteerd worden in goed lesmateriaal, goede onderzoeksfaciliteiten, betere bibliotheken, … Ook zou extra personeel kunnen worden aangetrokken, om zo de hoge werkdruk in het onderwijs te verlichten. De kwaliteit van het onderzoek en onderwijs zullen ook stijgen, een gezondere werkdruk zal zorgen voor minder stress en meer ruimte om degelijk onderwijs en onderzoek te voorzien.

    Het extra geld kan het onderwijs ook verder democratiseren: we kunnen komaf maken met alle studiekosten, en alle economische barrières om deel te nemen aan het onderwijs wegnemen. We kunnen extra aandacht en begeleiding voorzien voor leerlingen die het op sommige vlakken moeilijker hebben, en het onderwijs uitdagend en interessant maken voor elke leerling. Het uiteindelijke doel is een onderwijs waarin elke leerling en student wordt opgeleid tot een breed gevormd, kritisch en mondig lid van de maatschappij.

    Een ander onderwijs in een andere samenleving

    Stages en meer praktijkgericht onderwijs kunnen de lessen interessanter maken, en het schoolcurriculum moet zo georganiseerd zijn dat jongeren al hun individuele talenten ten volle kunnen ontplooien. Scholen moeten in de wijken een rol kunnen spelen als lokale gemeenschapscentra, waar muzieklessen, debatten, cursussen en andere sociale activiteiten kunnen doorgaan. Universiteiten en hogescholen moeten de middelen krijgen om ook voor werkenden een uitgebreid aanbod aan interessante vormingen te bieden. Ten slotte willen we scholen en universiteiten die democratisch worden georganiseerd, waarin zowel studenten en scholieren, personeel als de lokale gemeenschap hun zeg hebben.

    “Wie een school opent, kan een gevangenis sluiten”, zei Victor Hugo. Wij denken dat de maatschappij rond die school even belangrijk is om jongeren een degelijke toekomst te kunnen bieden, maar er valt iets voor te zeggen: een degelijk gefinancierd onderwijs, waar jongeren kunnen worden opgeleid tot kritische, solidaire en individuen vol zelfvertrouwen is van cruciaal belang. Laten we hiervoor de strijd voeren, en meteen ook eisen stellen rond een maatschappij waarin de rijkdommen ter beschikking staan van de hele bevolking, zodat elkeen de middelen heeft een degelijke toekomst uit te bouwen!

    Met een sterke beweging kunnen we besparingen stoppen. Maar onder het kapitalisme is geen enkele verworvenheid permanent. Vandaag zijn het immers de patroons van de grote multinationals die beslissen over wat er gebeurt met de rijkdom die wij allemaal samen produceren, en zij hebben er geen enkel belang bij die rijkdom aan te wenden om bijvoorbeeld gratis en degelijk onderwijs te voorzien voor iedereen.

    Daarom brengen we ook de noodzaak van een democratisch socialistische maatschappij naar voren. Een maatschappij waarin de sleutelsectoren van de economie worden genationaliseerd, en onder democratische controle geplaatst van de hele bevolking. Enkel zo kan de rijkdom die er is ook worden besteed aan zaken die prioritair zijn, zoals onderwijs. Een onderwijssysteem waarin de behoeften van studenten en scholieren centraal staan, en waar iedereen de mogelijkheden heeft om te studeren naar zijn/haar eigen interesses, en waar de ontplooiing van alle talenten van een individu centraal staan.

  • BM&S, staking gaat zesde week in. Directie rammelt met voeten arbeiders

    Solidariteit aan de stakerspost, met onder meer LSP-leden op bezoek. Foto: PPICS
    Solidariteit aan de stakerspost, met onder meer LSP-leden op bezoek. Foto: PPICS

    Afgelopen donderdag was een zwarte dag voor de arbeiders van BM&S, het schoonmaakbedrijf voor de NMBS waar de 14 personeelsleden staken tegen de afdanking van twee delegees en drie interimmers. Het was donderdag niet alleen het begin van de zesde week staking – met alle fysieke en morele vermoeidheidheid die daarmee gepaard gaat – maar ook de directie maakte van de gelegenheid gebruik om nog eens goed met de voeten van de arbeiders te rammelen.

    Artikel door Laure (Brussel). Fotoreportage van Collectif Krasnyi

    Een week voordien zat de sfeer heel goed. Er was een geslaagde solidariteitsbijeenkomst geweest en er leek een opening te zijn in de patronale retoriek. De woordvoerster van het bedrijf had op een vergadering met de vakbondssecretaris en de stakende delegees laten verstaan dat het mogelijk was om de reïntegratie van de vijf arbeiders op te nemen, maar dat het beter was om daar eens ernstiger over te spreken op een bijeenkomst die de dinsdag hierop zou volgen.

    Op die dag heeft de directie de zenuwen van de stakers danig op de proef gesteld. Ze trokken gedurende een uur van de ene afspraakplaats naar de andere, om uiteindelijk te vernemen dat het gesprek naar donderdag werd uitgesteld. De onverschilligheid en de zelfgenoegzaamheid van de directie van BM&S zijn veelzeggend en telkens weer een opgave voor de woedende stakers om zich te beheersen.

    Uiteindelijk werd donderdag beslist. De directie kondigde met een brede glimlach aan dat het er niet meer toe deed aangezien het proefcontract met de NMBS was omgezet in een definitief contract van vier jaar. De arbeiders mogen hun staking zolang voeren als ze willen, van reïntegratie is geen sprake. Dat was de boodschap van de arrogante directie.

    De arbeiders waren uiteraard geschokt door deze aankondiging. Ze besloten om de strijd verder te zetten en zoeken steun van hun collega’s bij het spoor maar ook bij alle andere werkenden.

    De strijd van de arbeiders bij BM&S is een voorbeeld inzake moed en vastberadenheid. Het zet bovendien de toon voor de komende strijd waarbij we moeten ingaan tegen arrogante directies die in naam van de winstmaximalisatie tot alles bereid zijn.

    Het bedrijf BM&S heeft ondanks alles (waaronder meer dan 150.000 euro schulden aan verschillende bedrijven, onwettige afdankingen, het inzetten van stakingsbrekers,…) een contract met de NMBS ondertekend. Het doorslaggevende element daarbij was de prijs. BM&S blijft ver onder de prijs van de concurrenten en is 40% goedkoper dan het vorige schoonmaakbedrijf.

    Het wijst meteen op de gevolgen van de liberalisering en privatisering van openbare diensten. Bedrijven als de NMBS zoeken naar onderaannemers die taken uitvoeren die vroeger door personeel van de NMBS werden gedaan. De onderaannemers moeten zo goedkoop mogelijk zijn, wat uiteraard druk zet op de lonen voor het personeel. Het voorbeeld van BM&S is spijtig genoeg niet het eerste schandalige geval van dergelijke onderaanneming bij de NMBS.

    Zo was er eerder het schandaal van het bedrijf GOM dat instond voor de schoonmaak van stations en daarbij mensen-zonder-papieren inzette aan hongerlonen en aan onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden.

    We moeten een einde maken aan dergelijke onderaanneming. Dat is overigens een eis die door veel spoorarbeiders wordt gedeeld. Opdat deze eis ook echt vorm kan krijgen, en dit op een ogenblik dat alle openbare diensten onder vuur liggen, is er nood aan een informatiecampagne onder de gebruikers van het openbaar vervoer en ook een democratisch uitgewerkt actieplan van alle spoorarbeiders.

    De kapitalisten aarzelen niet om harde methoden te gebruiken om hun asociale voorstellen door te drukken. We mogen niet aarzelen om zelf de grote middelen in te zetten om te tonen dat ze zonder ons niets kunnen, dat hun winsten enkel en alleen aan onze arbeidskracht te danken zijn.

    De arbeiders van BM&S hebben besloten om vol te houden en zich niet te laten doen. Er zijn solidariteitsmoties gestemd op de congressen van het Brusselse en het Waalse ABVV. Het wordt tijd dat deze moties omgezet worden in concrete acties waarbij aan een brede solidariteitsbeweging wordt gebouwd. Enkel op die manier kunnen de arbeiders van BM&S zich laten horen en een overwinning bekomen.

    Willen de NMBS en BM&S hier niet van horen? Laten we er dan voor zorgen dat ze het wel moeten begrijpen. Morgen kan het ons ook overkomen. Een overwinning voor de arbeiders van BM&S is een overwinning voor alle arbeiders. We zijn allemaal arbeiders van BM&S!
    Steun de arbeiders van BM&S door de stakerspost aan het station van Schaarbeek te bezoeken en/of een bijdrage te storten voor de solidariteitskas die opgezet is door ACOD-Spoor in Brussel: BE20 0682 1834 9956 met vermelding “Solidariteit BM&S”.

    • Allemaal samen, solidair met de arbeiders van BM&S!
    • Voor de onmiddellijk reïntegratie van de vijf afgedankte arbeiders, delegees en interimmers, met echte contracten en degelijke lonen!
    • Voor de insourcing van de schoonmaakdiensten bij de NMBS!
    • Zelfde werk, zelfde loon, zelfde strijd!
    • Stop de privatisering van de openbare diensten!
    • Voor strijdbare vakbonden die de arbeiders echt verdedigen!
  • Tot 50 leerlingen in de klas. Staking in atheneum Bracops-Lambert in Anderlecht

    Op donderdagochtend ging een groot deel van het onderwijzend personeel van het atheneum Bracops-Lambert in Anderlecht in staking uit protest tegen het wanbeheer in de school. De houding van de directeur tegenover het personeel en de methoden van beheer vormen een probleem. Na verschillende waarschuwingen in de vorm van werkonderbrekingen tijdens het vorige schooljaar. Hierna drong een stakingsactie zich op.

    De situatie in de school is een toonbeeld van het enorme gebrek aan middelen in het onderwijs en het chaotische beheer van een schoolverantwoordelijke waardoor de gevolgen van de tekorten nog zwaarder doorwegen. Sommige leerkrachten van het vierde jaar moeten les geven aan een klas met bijna 50 leerlingen. Het gebrek aan lokalen is zo groot dat een aantal scholieren les moet volgen in een andere vestiging die vrij ver van deze vestiging verwijderd is. Sommige lokalen zijn bouwvallig. Middelen die voor extra leerkrachten hadden kunnen gebruikt worden, verdwenen in de omkadering van de schoolverantwoordelijke die maar niet wil erkennen dat er zich heel wat problemen in de school stellen.

    De gemeente Anderlecht, de inrichtende macht van de school, kijkt steeds in een andere richting en blijft doof voor de vele interpellaties van de vakbonden. Hierdoor was er geen andere keuze dan te staken. De leerkrachten die we aan de stakerspost ontmoetten waren vastberaden en legden uit dat velen van hen ten einde raad zijn door het gebrek aan respect en soms zelfs gewoon de pesterijen door de directeur waar ze het slachtoffer van zijn.

    De Actief Linkse Studenten en Scholieren (ALS) vernamen het nieuws van de actie van het gemeenschappelijk vakbondsfront tijdens een eerdere actie aan de gemeenteraad. We besloten om onze solidariteit te betuigen met de leerkrachten en de leerlingen van het atheneum en waren op de stakerspost aanwezig.

    Hieronder enkele foto’s door PPICS:

  • Syndicale meeting: “Het verzet begint vandaag”

    Syndicale meeting: “Het verzet begint vandaag”

    delthat

    We waren met ongeveer 7.000 op de syndicale meeting in Brussel georganiseerd door het gemeenschappelijk vakbondsfront. De actie was gericht tegen de plannen van de rechtse regering die gevormd wordt. Die “luistert maar naar één kant, de rechterkant, om enkel te horen wat de patroons zeggen”, verklaarde een spreker op het podium. Er werd ingegaan tegen het geplande beleid, maar de actie was ook een eerste stap in het organiseren van het verzet tegen de nooit geziene frontale aanval op de sociale zekerheid en de arbeidersbeweging die door de kamikazecoalitie in de steigers wordt gezet.

    Verslag door Nico

    Een verhoging van de leeftijd voor vervroegd pensioen, aanvallen op de lonen, antivakbondsmaatregelen, dwangarbeid voor werklozen,… Het is een echte sociale ramp die voorbereid wrodt. Volgens een rapport van het Federaal Planbureau heeft het strikt opvolgen van de Europese besparingsproject harde gevolgen, er zouden maar liefst 47.000 jobs door verloren gaan. Vanop het podium werd dit cijfer uiteraard aangehaald door de syndicale sprekers. Een ander cijfer: een indexsprong zoals voorgesteld door de rechtse coalitie zou voor een jonge werkende over zijn of haar volledige loopbaan neerkomen op een inkomensverlies van 20.000 euro!

    “Laat de rijken de crisis betalen”

    Deze slogan werd enthousiast meegeroepen door de aanwezigen voor de sprekers van het ABVV, ACV en ACLVB het woord namen. Het klopt dat er wel degelijk middelen aanwezig zijn. De kapitalistische elite heeft middelen genoeg, wat overigens een uitdrukking is van de enorme transfer van rijkdom van de gemeenschap naar de allerrijksten, de grote patroons, speculanten en beroepsaandeelhouders. De 10% rijksten in ons land zijn goed voor 44% van de totale rijkdom terwijl 15% van de bevolking onder de armoedegrens leeft (en zonder sociale zekerheid zou dat 42% zijn).

    Op de bijeenkomst werd meermaals gezegd dat dit nog maar het begin is. “Het verzet begint vandaag”, verklaarde ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw. Marc Leemans van het ACV besloot zijn toespraak als volgt: “We zullen elkaar snel terugzien.” De herfst zou wel eens heet kunnen worden. We moeten dan ook de discussie aangaan over hoe we onze collega’s zo goed mogelijk kunnen informeren, sensibiliseren en mobiliseren rond een strijdbaar actieplan waarmee we het besparingsbeleid in al zijn vormen kunnen stoppen.

    Geen Thatcher in België! Voor een info- en actieplan, voor de opbouw van een massabeweging!

    We kunnen enkel maar vaststellen dat de ‘sociale vrede’ ons weinig oplevert en door het andere kamp stelselmatig wordt doorbroken. Het is tijd dat we ons verzet tegen de patronale arrogantie organiseren, aan woede ontbreekt het niet.

    LSP nam aan het syndicale protest deel met tientallen militanten. We verdeelden ons pamflet met voorstellen om de strijd te organiseren, maar maakten van de gelegenheid gebruik om de sfeer onder de syndicalisten op te meten. Daarbij viel op dat velen al merken hoe hun patroons zich gesterkt voelen door de regering-in-vorming.

    Zo vertelden arbeiders van een call center ons hoe de problemen op hun werkplaats zich opstapelen met premies die niet betaald worden, willekeurige afdankingen,… De toenemende werkdruk was eveneens een thema dat veel aan bod kwam bij de aanwezigen. Een delegatie van arbeiders van Delhaize herinnert er aan dat hun strijd tegen de plannen om 2500 collega’s af te danken nog lang niet voorbij is. De stakers van BM&S hadden een stand met een petitie om hun strijd voor de reïntegratie van hun 5 collega’s te ondersteunen. “On lâche rien” (we laten niets passeren), staat op hun spandoek. Het is een belangrijke boodschap: we moeten het verzet organiseren zodat we geen centimeter ruimte laten voor het patronale offensief. We moeten onze sociale verworvenheden verdedigen en opkomen voor bijkomende verworvenheden.

    We verdeelden enkele duizenden pamfletten die nadruk legden op enkele voorstellen om het rechtse beleid af te blokken en een krachtsverhouding in ons voordeel uit te bouwen via een massabeweging.

    “Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24 of 48 urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer de idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.

    “De algemene stakingen van 1993, van 2005 en van 30 januari 2012 waren er niet op gericht de regering te doen vallen. Ieder mogelijk alternatief leek toen nog rechtser dan de zittende regering. Dat argument is nu van de baan. Maar het betekent nog niet dat de vakbeweging zich in de armen moet gooien van de tripartite of de alternatieve coalities in Brussel en Wallonië. Die blijven wel van de symbolen af, maar hun strategie is die van de vorige federale regering: besparingen waarvan de scherpe kantjes zijn afgevijld in de hoop erger te voorkomen.”

    Welk programma?

    Er werd nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Wij zijn niet de enigen die dat vaststellen. Op het podium waren er verschillende sprekers die nadruk legden op fiscale rechtvaardigheid. “Een vermogensbelasting kan 6 miljard euro opleveren en er gaat zowat 20 miljard euro verloren door fiscale fraude”, werd er gesteld.

    Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.

    We moeten een einde maken aan dit achterhaalde systeem van de private eigendom van de productiemiddelen en de winsthonger – het kapitalisme, dat ons enkel ellende en besparingen te bieden heeft. Wij denken dat de concrete strijd vandaag moet verbonden worden aan de verdediging van het project van een democratisch socialistische samenleving waarin de de kennis en de beschikbare middelen beheerd worden in het belang van iedereen en met respect voor het milieu. Dit kan op basis van een democratische planning van de productie.

    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies met bijkomende aanwervingen
    • Voor een strijdbaar info- en actieplan dat democratisch wordt opgemaakt
    • Nationalisatie onder arbeiderscontrole en –beheer van bedrijven die overgaan tot collectieve afdankingen
    • Onteigening en nationalisatie onder arbeiderscontrole en –beheer van de sleutelsectoren van de economie (financiën, energie, staal,…)
    • Voor een socialistische samenleving
  • BM&S. Opnieuw stakingsbrekers ingezet, strijd gaat door!

    Gisteren werden de stakende arbeiders van het schoonmaakbedrijf BM&S in Brussel opnieuw geconfronteerd met stakingsbrekers. Die term werd ook door de rechter gebruikt toen hij oordeelde dat de stakers gelijk hadden met hun beroep tegen een eerdere uitspraak die de directie van BM&S tegen hen had bekomen.

    De directie was duidelijk niet opgezet met de uitspraak en gaat nogmaals in beroep. Die zaak zal voorkomen op maandag 22 september om 9u aan het justitiepaleis, zaal 1.32. Er wordt opgeroepen om de arbeiders daar te ondersteunen.

    De directie wil niet wachten op een nieuwe uitspraak. Er werd aan de interimarbeiders die voorheen werden aangeworven om de stakers te vervangen gelogen. De directie stelde hen dat alles in orde was en dat ze zonder probleem aan de slag konden.

    Hierop gingen de acht nieuwe interimmers, aangeworven met een contract van bepaalde duur, ondersteund door een tiental stevige mannen “om hen te ondersteunen”, alsook door ACV-delegee Oulad Jilali Youssef die ook ploegbaas is van de nachtshift voor de schoonmaak van de treinen in Vorst en de voltijdse ACV-verantwoordelijke P. Anglani.

    Die laatste merkte aan de stakerspost op dat “het recht op werk even legitiem is als het stakingsrecht.” Een vakbondsverantwoordelijke moet de verdediging van de arbeiders opnemen en het recht op collectieve actie is daar een essentieel onderdeel van. Die ACV-vertegenwoordiger weet toch dat arbeiders niet zomaar het werk neerleggen, maar als enige middel om de patroon eraan te herinneren dat hij zonder hun arbeidskracht geen geld kan verdienen? Als stakende arbeiders gewoon door anderen vervangen worden, is heel de staking ondermijnd.

    We weten uiteraard dat niet iedereen in het ACV opgezet is met de steun aan deze opstelling bij BM&S waar stakingsbrekers worden gesteund. Er zijn tal van leden, delegees en vrijgestelden die dagelijks de strijd aangaan. Maar we betreuren het dat er vrijgestelden zijn die niet alleen weigeren om de arbeiders in actie te ondersteunen, maar ook nog eens actief overgaan tot het breken van stakingsacties.
    Met de aanvallen die de patronale regering aan het klaarstomen is, zullen we nood hebben aan een strijdbare vakbond die bereid is om de strijd voor onze verworvenheden te organiseren. Een vakbond waar die de kant kiest van de asociale werkgevers kunnen we missen als kiespijn.

    De stakers hebben goed gereageerd op de pogingen tot verdeeldheid. Ze vroegen de niet aangeworven interimmers om de strijd te vervoegen omdat deze ook hen aanbelangt. Als ze wat vroeger waren aangeworven, dan hadden ze ook aan de stakerspost gestaan om hun job te verdedigen. BM&S heeft hen overigens nog steeds niet betaald, terwijl ze op het begin van de staking met een tijdelijk contract werden aangeworven. De stakers stelden hen voor om hun loon op te eisen en dat samen met de stakers te doen.

    Vandaag is er een solidariteitsbijeenkomst om de stakers van BM&S te ondersteunen alsook de schoonmakers van het minister van Financiën in Griekenland die al meer dan een jaar in staking zijn. Het is een goede gelegenheid om de solidariteit te organiseren en de strijd uit te breiden. Laat ons solidair zijn met de arbeiders van BM&S! De strijd gaat door!

    Steun de stakers met een bezoek aan hun stakerspost (aan het station van Schaarbeek) en/of door een bijdrage te storten op de solidariteitsrekening die is opgezet door ACOD-Spoor in Brussel: BE20 0682 1834 9956 met als mededeling “Solidariteit BM&S”.

    • Allemaal samen, solidair met de arbeiders van BM&S!
    • Voor de onmiddellijk reïntegratie van de vijf afgedankte arbeiders, delegees en interimmers, met echte contracten en degelijke lonen!
    • Voor de insourcing van de schoonmaakdiensten bij de NMBS!
    • Zelfde werk, zelfde loon, zelfde strijd!
    • Stop de privatisering van de openbare diensten!
    • Voor een strijdbare vakbond die de arbeiders verdedigt!
  • Franstalig onderwijs. Staatsexamen zal ongelijkheid nog versterken

    wtfDe PISA-studies geven aan dat ons onderwijs ongelijkheid in stand houdt. Maar het onderwijs is slechts een weerspiegeling van de samenleving. De rapporten geven aan dat er een studiekloof van vier jaar is tussen de 25% 15-jarige scholieren van minst rijke afkomst en de 25% scholieren met rijkste ouders. Maatregelen om dit tegen te gaan, hebben geen zoden aan de dijk gezet.

    Artikel door Emily (Namen) uit de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Sinds 2011 wordt de derde graad van het technisch en beroepsonderwijs geleidelijk hervormd met externe testen die veralgemeend worden voor alle scholieren. Het doel hiervan is ook om het onderwijs beter af te stemmen op de bedrijven en sneller kant en klare arbeidskrachten af te leveren. Als onderdeel van de hervormingen worden algemene vakken op twee dagen geconcentreerd in plaats van vijf, zelfs indien dit niet aan het concentratievermogen van de leerlingen is aangepast. Het leidt ook tot verdeeldheid onder het onderwijzend personeel met de leerkrachten die algemene vakken geven en de anderen.

    De vereiste algemene kennis wordt overigens steeds meer beperkt tot wat voor het uitoefenen van een beroep nodig is. Taalkennis wordt bijvoorbeeld afgestemd op het maken van afspraken of verkopen van producten. Kritische analyses van een tekst maken, hoort niet tot de vereiste competenties en wordt dus achterwege gelaten. Er is sprake van een algemene nivellering naar beneden.

    Momenteel bestaan er al externe examens in het Franstalig onderwijs voor scholieren uit het tweede, vierde en zesde jaar. Deelname aan deze examens was vrijblijvend, de directies van scholen konden daar zelf over beslissen. Vanaf 2015 zouden deze examens verplicht worden voor alle leerlingen uit het zesde.

    Dit versterkt de controle op de inhoud van de lessen en het beperkt de pedagogische vrijheid van de leerkrachten. Er kunnen vragen gesteld worden bij de inhoud van deze examens. De afgelopen jaren bleek dat de examens vooral gericht zijn op het uitvoeren van eenvoudige taken en vooral niet op het ontwikkelen van een kritische geest. Het examen is blijkbaar vooral gericht om na te gaan of de jongere zich meteen aan de behoeften van een werkgever kan aanpassen.

    Hoe zullen jongeren op het examen voorbereid worden? Zullen de lessen volledig op dit examen afgestemd worden in plaats vanop een kritische vorming? Bovendien dreigen de slaagkansen mee bepaald te worden door de financiële middelen die de ouders er tegenaan gooien. De markt van inhaallessen is aan het exploderen en wordt wat België betreft op 300 miljoen euro per jaar geschat. In Frankrijk, waar er al langer een staatsexamen bestaat, is deze markt al goed voor 2,2 miljard euro en zijn er zelfs fiscale voordelen aan verbonden. Er is kortom sprake van een individualisering van een taak die door de gemeenschap moet opgenomen worden.

    Ten slotte dreigt een eindexamen voor het middelbaar al gauw ook een ingangsexamen voor het hoger onderwijs te worden. Nu wordt nog gesproken van een ‘oriënteringsproef’, maar het karakter van dit staatsexamen kan gemakkelijk aangepast worden.

    Om het onderwijs te verbeteren, is er nood aan meer publieke middelen. De chronische onderfinanciering is een groot probleem en versterkt het onderwijs op twee snelheden, goed onderwijs voor de rijken en scholen die volgzame arbeiders produceren voor de meerderheid van de jongeren. We pleiten voor gezamenlijke strijd van jongeren en werkenden voor onderwijs dat niet ten dienste van de winsten van een kleine minderheid staat, maar de volledige samenleving ten goede komt.

     

  • Rechts viseert ons allemaal. Enkel massaal sociaal verzet kan dit stoppen!

    massa

    PDF van dit pamflet

    De rechtse regering is er nog niet. Pas op 22 september worden de voorstellen van haar Vlaamse tegenhanger officieel. Maar dat drastisch en structureel ingegrepen wordt, staat vast. Dat de arbeiders en hun gezinnen ervoor opdraaien eveneens. De rechtse coalitie wil niet alleen cijfers behalen, maar vooral symbolen slopen. Hoog tijd om daar een goed georganiseerd sociaal verzet tegenover te stellen.

    De Vlaamse regering Bourgeois wil 8 miljard besparen. Ze wil het aantal ambtenaren verminderen, gemeenten onder curatele plaatsen, de culturele sector doorverwijzen naar privé-sponsors, kinderopvang duurder maken, kindergeld afromen etc. Een symbool moet 160 miljoen opbrengen: het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs. In het verleden stootte elke verhoging ervan op hevig protest. Het is een test van de weerbaarheid van studenten, een graadmeter voor wat gebeuren kan als heel de arbeidersbeweging wordt aangepakt. Als het experiment slaagt, ligt de weg open voor de geleidelijke introductie van eliteonderwijs met inschrijvingsgelden die in de Angelsaksische wereld al oplopen tot 8.000 €.

    Rechts viseert ons allemaal 15012638249_afb798c18b_z

    Het is altijd moeilijk om één problematiek te veralgemenen naar de globale context van besparingen of ook om een studentenbeweging uit te breiden naar werkenden of om openbare diensten en privésectoren samen op straat te brengen. De rechtse federale coalitie is die klus voor ons aan het klaren. Wat in Vlaanderen gebeurt, is niets vergeleken bij wat ons federaal te doen staat, waarschuwde De Wever al. De rechtse coalitie wil 17,3 miljard beparen of nog meer als de groeicijfers tegen vallen. Daarvoor wil ze niet één, maar veel ‘heilige huisjes’ slopen.

    Eén ervan is de index. Marc Leemans (ACV) heeft al gewaarschuwd dat men daar af moet blijven. Maar er zijn er nog veel andere: vervroegd pensioen pas vanaf 62; uitkleden van het ambtenarenstatuut; ‘convergeren’ van pensioenen op basis van het puntensysteem Vandenbroucke; verkoop meerderheidsparticipaties in BPost en Belgacom; minimumdienst in gevangenissen, spoorwegen en luchthavens; verplichte gemeenschapsdienst voor
    werklozen; BTW verhoging etc.

    Het brugpensioen werd al ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’. De rechtse coalitie wil een einde aan alle bijzondere uittredingsstelsels. In het onderwijs en bij de politie werden ze al afgeschaft of staan ze op de helling. Gaan met de beperking van de groeinorm in de gezondheidszorg tot 1,5%, binnenkort ook de arbeidsduurverminderingsdagen voor 45+, 50+ en 55+ voor de bijl? Wat met de varianten op dat systeem die werden onderhandeld in bedrijven met ploegenarbeid? Benieuwd hoeveel burn-outs dat zal opleveren.

    De rechtse coalitie wil ‘banen creëren’ door de ‘patronale’ lasten van 33% van de brutowedde terug te brengen naar 25%. Wij betalen dat dus zelf met het RIZIV-gedeelte van ons loon waarmee we ons indekken tegen ziekte, ouderdom en werkloosheid.Hoeveel dat moet kosten? Er wordt gesproken over 2, 4 en zelfs meer dan 5 miljard. Energiekosten voor bedrijven wil ze reduceren, maar particulieren betalen voortaan een energieconsumptietaks en leveren de gratis elektriciteit in. Alle lasten zijn voor ons, alle baten voor de patroons.

    Hoe een krachtsverhouding opbouwen?

    Het is mogelijk dat niet alles wordt uitgevoerd, maar de NV-A wil ‘vette vissen’ nu ze haar communautaire agenda moest inruilen voor een sociaal-economische. De rechtse partijen bieden tegen elkaar op qua radicaliteit. Wie rekent op de CD&V om dat tegen te houden, is bij voorbaat verloren.

    Dat vereist krachtsverhoudingen en een massabeweging. De regering zal niet alle munitie ineens verschieten, maar in de tijd gespreide aanvalsgolven plannen. Als we wachten tot alle details gekend zijn, komen we te laat. Maar alleen met de overtuigden in actie gaan, zonder de tijd te nemen om collega’s voor te bereiden en te betrekken bij het bepalen van de acties, is eveneens fout.

    Iedereen is nodig, ook wie bij een andere vakbond is of bij geen enkele. Niet door hen van alles te verwijten, maar door samen de moeilijkheden te overstijgen, kunnen we hen winnen voor gezamenlijke strijd. De rechtse regering zal om ons te verdelen maatregelen nemen die de ene regio harder treffen dan de andere. Veel Vlaamse arbeiders zijn net zo hard tegen het rechtse beleid als hun Waalse en Brussselse collega’s, andere hebben zich schromelijk vergist. We willen hen niet isoleren, maar argumenten aanreiken waarmee ze ook hun gemeenschap kunnen overtuigen. Solidariteitsbezoeken kunnen wonderen verrichten.

    Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24 of 48 urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer de idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.

    Scherpe kantjes afvijlen volstaat niet

    De algemene stakingen van 1993, van 2005 en van 30 januari 2012 waren er niet op gericht de regering te doen vallen. Ieder mogelijk alternatief leek toen nog rechtser dan de zittende regering. Dat argument is nu van de baan. Maar het betekent nog niet dat de vakbeweging zich in de armen moet gooien van de tripartite of de alternatieve coalities in Brussel en Wallonië. Die blijven wel van de symbolen af, maar hun strategie is die van de vorige federale regering: besparingen waarvan de scherpe kantjes zijn afgevijld in de hoop erger te voorkomen.

    Waar dat toe leidt weten we nu. Bij veel werknemers heeft dat de idee gevoed dat besparen de enige mogelijkheid is, bij de patroons de lust opgewekt naar nog meer. In plaats van erger te voorkomen heeft men zo de rode loper uitgerold voor de rechtse coalitie. De federatie Wallonië-Brussel bespaart de komende twee jaar 300 miljoen € in het onderwijs, dat is proportioneel meer dan Vlaanderen. Bovendien worden de eerste twee jaren slechts 1 op de 5 vertrekkende ambtenaren vervangen, 1 op 3 de volgende jaren. Dat is geen alternatief.

    Programma gericht op onze behoeften

    We moeten integendeel strijden voor een programma dat de reële behoeften vervult van de overgrote meerderheid van de bevolking, niet het winstbejag van een handvol superrijken.

    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies

    De patroons vinden dit onbetaalbaar. We hebben nochtans nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Niet de middelen, maar de politieke wil ontbreekt. Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.

  • Eerste vakbondsactie tegen besparingsbeleid aangekondigd

    Op 23 september houden de drie vakbonden een militantenconcentratie in Brussel om te protesteren tegen het geplande besparingsbeleid. De regeringsvormers stelden eerder dat actievoeren ‘jammer zou zijn’ (Peeters) of nog dat het ‘geen zin heeft’ (De Wever). Bij een nooit geziene aanval op onze levensstandaard kunnen we echter niet zomaar toekijken. Verzet is meer dan ooit noodzakelijk en moet georganiseerd worden. We zullen daar in de komende dagen op terugkomen met onze voorstellen om het verzet te versterken. In afwachting daarvan kan je hier onze eerdere artikels over de nood aan een front van verzet tegen het besparingsbeleid lezen.

    Persbericht van het gemeenschappelijk vakbondsfront (op de site van het ABVV)

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop