Tag: China

  • Hongkong. Machtsgreep door Xi Jingping bedreigt democratische rechten

    De invoering van een nieuwe nationale veiligheidswet voor Hongkong door Peking is een punt van ‘no return’.

    Door Dikang, Chinaworker.info

    De gebeurtenissen in Hongkong hebben een punt van ‘no return’ bereikt. Het besluit van de Chinese dictatuur om vanuit haar pseudoparlement, het Nationale Volkscongres (NPC), een ingrijpende wet op de nationale veiligheid aan Hongkong op te leggen, betekent dat de directe politieke controle over het grondgebied wordt overgenomen. De overheidsinstanties van Hongkong worden in de praktijk opzijgezet. De beperkte politieke autonomie van Hongkong in het kader van “één land, twee systemen” wordt eigenlijk afgeschaft. De kwetsbare vrijheden die in Hongkong bestaan, maar niet in de rest van China, worden nu bedreigd. Het gaat om de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering.

    Hongkong mag zijn economische autonomie behouden omdat het een zeer winstgevende regeling is voor het Chinese regime. Maar mogelijke westerse tegenmaatregelen, sancties en de logica van de nieuwe ‘koude oorlog’ tussen de VS en China wijzen op een proces waarin ook de speciale voorrechten van de Hongkongse kapitalisten geleidelijk aan kunnen worden uitgehold. Dat het lot van het belangrijkste financiële centrum van Azië op het spel staat, laat zien in welke dramatische tijden we leven.

    “De gevolgen van de nationale veiligheidswet van de CCP zijn enorm en ernstig, veel erger dan de uitleveringswet die vorig jaar de aanleiding was voor de gigantische protestbeweging,” zegt Jaco van Socialist Action, onze zusterorganisatie in Hongkong.

    “Dit betekent dat het Chinese regime zijn directe heerschappij vestigt over de politiek van Hongkong, de verkiezingen en de mate waarin oppositie wordt getolereerd. Ze zullen aanklachten als ‘subversie’ en ‘separatisme’ gebruiken om activisten en groepen van de oppositie te verbieden en gevangen te zetten. Ze zullen van protest tegen de dictatuur een misdrijf maken,” zegt Jaco.

    De nieuwe wet betekent:

    • Chinese agenten van het vasteland en de geheime politie zullen voor het eerst legaal in Hongkong kunnen opereren. Nieuwe “veiligheidsorganen” kunnen door Peking worden opgezet om de politieke oppositie te bespioneren en te arresteren.
    • De wet zal “subversie, separatisme en buitenlandse inmenging” verbieden. Soortgelijke wetten bestaan al in Hongkong, maar de nieuwe wet zal de dictatuur in Peking zelf in staat stellen de “rode lijn” te handhaven.
    • Een onmiddellijke focus van de wet zal zijn om “activiteiten van buitenlandse en externe krachten” te verbieden – om alle vormen van solidariteit aan banden te leggen, maar ook om een voorbeeld te stellen voor die delen van de protestbeweging die zich richten op buitenlandse regeringen (zoals pro-VS en pro-Britse groeperingen). Anderen zullen ook worden beschuldigd van “buitenlandse banden”.
    • Politieke partijen en organisaties van de oppositie zullen steeds vaker worden verhinderd om deel te nemen aan verkiezingen. Sommige kunnen worden verboden, vooral als ze worden beschuldigd van het bepleiten van onafhankelijkheid voor Hongkong.
    • Het recht om te protesteren, dat al sinds vorig jaar wordt aangevallen, zal sterk worden ingeperkt.
    • De vrijheid van meningsuiting zal sterk worden ingeperkt. Het is misschien niet meer mogelijk om op te roepen tot het einde van de dictatuur van de CCP. Gebeurtenissen zoals de jaarlijkse herdenking van de massamoord van 4 juni (Tiananmen) dreigen te worden verboden, tenzij deze slogan uit het programma wordt geschrapt.
    • Hogere gevangenisstraffen en vervolging van de politieke oppositie – de CCP is gefrustreerd dat het huidige niveau van onderdrukking en arrestaties in Hongkong niet voldoende is.
    • Toenemende censuur. De persvrijheid is al afgenomen. Volgens Reporters Without Borders is Hongkong op de wereldwijde ranglijst van persvrijheid al gezakt van de 58e plaats in 2013 naar de 80e vandaag (op 180 landen en jurisdicties). Artikelen zoals dit, kunnen illegaal worden.
    • Een zwaarder bewaakt internet. Er is een stormloop op VPN’s (virtuele proxy-netwerken) die worden gebruikt om de overheidscontrole op het internet te omzeilen. Een bedrijf zei dat het op een uur meer VPN-abonnementen verkocht in anders in een week.

    De nachtmerrie van Peking

    De nieuwe wet heeft enorme gevolgen die veel verder gaan dan de grenzen van Hongkong. Het is bedoeld als een diplomatieke krachtmeting door de absolute heerser van China, Xi Jinping. Hij wil terugslaan naar de VS en andere westerse mogendheden, die zijn regime op de korrel namen in de nasleep van de uitbraak van het nieuwe coronavirus. De pandemie en de daarmee gepaard gaande economische ineenstorting heeft ook de machtsstrijd binnen de CCP nieuw leven ingeblazen waarbij Xi de noodzaak voelt om zijn macht te tonen.

    Xi’s zet heeft parallellen met Poetin’s annexatie van de Krim in 2014. Hoewel Hongkong al deel uitmaakt van China, is het de mate van controle die is veranderd. Voor de bevolking van Hongkong is dit een nieuwe vreselijke realiteit. Als er ooit enige twijfel is geweest over het feit dat de Covid-19-crisis de wereld verandert, de tegenstrijdigheden versnelt en nieuwe crises tot ontploffing brengt, biedt de machtsgreep van Xi in Hongkong een duidelijk voorbeeld.

    De nieuwe wet is een frontale aanval op de beperkte democratische vrijheden die Hongkong als semi-autonome regio van China sinds 1997 geniet. Door de directe politieke controle over te nemen, laat de dictatuur zien dat zij niet langer vertrouwen heeft in de grotendeels symbolische politieke instellingen die zij voorheen tolereerde, zoals de Wetgevende Raad (Legco).

    Tot voor kort was het plan van de CCP om de Legco te gebruiken om een lokale variant van de nationale veiligheidswet aan te nemen op grond van artikel 23 van de grondwet. Dit zou volgend jaar gebeuren als de verkiezingsuitslag van Legco in september de pro-CCP-partijen zou bevoordelen en dat zou worden bereikt door het op grote schaal verbieden van oppositiekandidaten. Het plan van Peking was om een herhaling te voorkomen van de verkiezingen voor de districtsraden van vorig jaar, die een referendum over de anti-regeringsstrijd werden waarbij de Pekinggezinde partijen werden afgestraft. De interventie van het Nationaal Volkscongres deze week laat zien dat het Chinese regime zich niet langer zelfverzekerd voelt of bereid is het risico te nemen dat de verkiezingen nog meer vernederende gevolgen hebben en dus in plaats daarvan de wet oplegt vanuit Peking.

    Het doel van de CCP is om de massastrijd voor democratie te verpletteren en de steun voor onafhankelijkheid en andere radicale ideeën onder de jongeren van Hongkong de kop in te drukken. Dit doel kan niet bereikt worden. Het effect zal precies het tegenovergestelde zijn: namelijk verzet door nog bredere lagen van de bevolking en het versterken van pro-onafhankelijkheidsideeën onder delen van de bevolking, in het bijzonder de jongeren. Meer protesten zijn zeker, mogelijk zelfs enkele grote betogingen de komende weken. Maar ook een toename van politiegeweld en staatsterreur in een poging om de wet van Xi te handhaven, is zeker.

    De anti-establishmentstemming in Hongkong is sterker dan een jaar geleden. Het idee van ‘lam chau’ (als wij branden, dan jullie ook), afkomstig uit de films van de Hunger Games, vindt brede steun, zelfs onder oudere lagen. Maar woede is niet genoeg: er moet een alternatief zijn, een weg vooruit. All delen van de protestbeweging zullen het eens zijn met ‘lam chau’, maar ze leggen niet uit wat het betekent inzake strategie voor de strijd. De gematigde pan-democraten zeggen alleen maar dat het obstructie van in de Legco betekent, zoals filibusteren.

    De nachtmerrie van de Chinese dictatuur is dat de verzetsbeweging van Hongkong zich zal verspreiden naar het vasteland van China en een oneindig grote beweging zal ontketenen die – in schril contrast met de protesten van Hongkong – de noodzakelijke kritische massa zou hebben om het CCP-bewind ten val te brengen. Het harde optreden in Hongkong heeft als doel om “de kip te doden om de aap bang te maken,” zoals het Chinese spreekwoord zegt. Het is een boodschap aan de massa in China, vooral aan de arbeidersklasse, om zich niet tegen het regime te verzetten.

    Het feit dat het Chinese regime de uitbraak van het coronavirus in de eerste maanden verkeerd heeft aangepakt – verlamming, censuur en doofpotaffaires – heeft over het hele vasteland enorme ontevredenheid gewekt. Dat heeft Xi en de heersende groepering geschokt. Opnieuw doemde het schrikbeeld van een nieuw 1989 op, voordat de westerse regeringen en vooral president Trump de druk op Peking deden afnemen door zich nog onbekwamer en nalatiger op te stellen in de omgang met de noodsituatie.

    De ‘crisisbarometer’ is sinds het hoogtepunt van de uitbraak in China wat gedaald, maar de dictatuur weet dat het probleem niet weg is. Vandaar de urgentie en zelfs de wanhoop van veel van de stappen die Xi nu onderneemt. “De CCP voelt zich gedwongen om nu te handelen, ze kunnen niet wachten,” zegt Jaco van Socialist Action.

    De economische groei van China is dit jaar geïmplodeerd, een op de vijf werknemers is werkloos en de gemiddelde lonen in de exportsector zijn met meer dan de helft gedaald. Tegelijkertijd is het conflict met een zwaar gedestabiliseerde Amerikaanse regering gevaarlijker geworden. Deels wil het regime van Xi de afleiding van de wereldwijde pandemie gebruiken om zijn posities te versterken, ook in Hongkong, in de hoop dat zowel een nieuwe uitbarsting van massaal protest als economische tegenmaatregelen van rivaliserende imperialistische regimes door de pandemie en de wereldwijde economische crash worden afgestompt.

    Een ontwerp van de nieuwe wet van Hongkong werd opzettelijk gelekt aan de media op donderdag 21 mei, aan de vooravond van de vergadering van het Nationaal Volkscongres, om ervoor te zorgen dat de machtsgreep van de CCP in Hongkong het grote verhaal van de zitting zou zijn, eerder dan de pandemie en de instortende economie.

    De bijeenkomst was twee maanden uitgesteld door de pandemie. Het is vooral een zitting om Xi en zijn dictatuur te verheerlijken. Dit jaar moet Xi meer dan ooit zijn kracht tonen om de schijn hoog te houden en de realiteit te verbloemen. De realiteit is dat zijn regime in eigen land aan geloofwaardigheid en steun heeft ingeboet, terwijl het in het buitenland onder enorme druk staat.

    ‘Hulp van buitenaf’?

    Er kunnen aanzienlijke vergeldingsmaatregelen worden genomen door de VS en andere buitenlandse regeringen, zoals sancties tegen Chinese en Hongkongse ambtenaren of bedrijven. Een groeiend deel van de Hongkongse protestbeweging stelt hier zijn hoop op. Dit is een misplaatste opvatting, maar het weerspiegelt ook het besef dat de strijd enorm ongelijk is, dat zelfs massale en voortdurende protesten in Hongkong niet genoeg zijn om de machtigste dictatuur en tweede militaire supermacht ter wereld te verslaan.

    Helaas is de groeiende hoop op ‘hulp van buitenaf’, aangemoedigd door de verwarde nationalistische en pro-kapitalistische ideeën van de Hongkongse localists en delen van de liberale pan-democraten.

    In plaats van te kijken naar Trump of Johnson, naar kapitalistische regimes met een lange geschiedenis van steun aan dictaturen als dit goed opbrengt, moet de democratiestrijd in Hongkong zich wenden tot degenen die er echt belang bij hebben om zich te verzetten tegen de CCP: de massa’s op het vasteland van China en de internationale arbeidersklasse. Vooral de 800 miljoen mensen tellende arbeidersklasse in China lijdt nog directer onder de dictatuur en onder dezelfde repressieve wetten die nu aan Hongkong worden opgedrongen.

    Op korte termijn zal de wreedheid van de CCP nog grotere illusies in het Westen zaaien, mogelijk zelfs in een afstotelijk figuur als Trump. Het is mogelijk dat we nog veel meer Amerikaanse en Britse vlaggen op protestmarsen zullen zien, die het verwarde bewustzijn binnen de beweging weerspiegelen. Dit zal worden versterkt als – zoals zeer waarschijnlijk – de eerste doelwitten van de nieuwe veiligheidswet de activisten en groepen zijn die Peking ervan beschuldigt samen te werken met “anti-Chinese strijdkrachten”, de VS, de EU, etc., en vooral de politici die het meest prominent campagne hebben gevoerd voor de toepassing van Amerikaanse sancties.

    Aanval en tegenaanval

    Xi en zijn adviseurs rekenen erop dat de invoering van de nieuwe wet Washington en andere regeringen zal desoriënteren en buitenspel zetten. Met de pandemie en de wereldwijde crisis, denken ze dat het antwoord van het Westen een dreigende hoeveelheid boze woorden zal zijn, maar zonder veel echte inhoud.

    De South China Morning Post (een krant in Hongkong) stelde dat de nieuwe veiligheidswet de VS had uitgedaagd om ofwel de geuite dreigementen waar te maken ofwel om ontmaskerd te worden als ‘leugenaars, hypocrieten of dwazen.’

    Peking weet dat de regering van de VS verdeeld is en dat het regime van Trump in een crisis verkeert. Ondanks de oorverdovende en escalerende anti-China retoriek van Trump en zijn ambtenaren, is de president merkbaar onverschillig voor wat er in Hongkong gebeurt. De beperkte maatregelen waarmee hij in het verleden heeft gedreigd, kwamen er mee onder druk van beide partijen in het Congres en kwamen er om niet als “zacht voor China” te worden bestempeld. Maar zelfs de Trump-kritische Washington Post zegt in een redactioneel artikel dat Hong Kong “een reactie van de VS vereist – maar dan wel voorzichtig.”

    Deze stem van big business maakt zich zorgen over de miljarden dollars die het Amerikaanse kapitalisme zal verliezen als de VS zijn dreigementen doorvoert, zoals het intrekken van de speciale handelsstatus van Hongkong. Die maatregel werd mogelijk gemaakt door nieuwe wetgeving die in 2019 is aangenomen.

    “Als een negatief rapport van het ministerie van Buitenlandse Zaken leidt tot de intrekking van de bevoorrechte handelsrelatie, dan zou dit rampzalig zijn voor de economie van Hongkong, maar ook voor heel veel Amerikaanse bedrijven. De naar schatting 38 miljard dollar aan handel tussen de VS en Hongkong staat hierdoor op het spel, hetzelfde geldt voor de 290 hoofdkwartieren van Amerikaanse bedrijven in de stad. Het resultaat zou een versnelling zijn van de omvorming van de meest vrije Chinese stad tot slechts een andere provinciale hoofdstad. Dat is niet in het belang van de VS, laat staan van Hongkong.” (Washington Post, 22 mei).

    Tegelijk zouden er enorme politieke gevolgen zijn, niet alleen voor Trump maar ook voor de wereldwijde belangen van het VS-imperialisme en zijn positie in Azië, als het zich zwak opstelt tegenover de laatste stappen van de Chinese dictatuur. In de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen, op een ogenblik dat Trump het moeilijk heeft, is het mogelijk dat zowel de Republikeinen als de Democraten van China een centraal punt in hun campagnes maken. Anti-Chinese standpunten kwamen in alle recente Amerikaanse presidentscampagnes voor, maar dit jaar kan dit een hoger niveau bereiken. Dit alles betekent dat de reactie op de gok van Xi explosiever kan zijn dan waar hij mogelijk op rekent.

    Hoe de massastrijd terug op gang brengen?

    Xi Jinping wil Hongkong en de massale strijd van het afgelopen jaar een harde slag bezorgen. Het zal veel moeilijker blijken dan hij zich voorstelt. Er zijn veel eerdere voorbeelden waar Xi te ver is gegaan – de nieuwe zijderoute, zijn dreigementen tegenover Taiwan vorig jaar, en niet in de laatste plaats de uitleveringswet van 2019 – waardoor een probleem werd omgevormd tot een nog veel groter probleem.

    Massastrijd is de sleutel tot het verslaan van de nieuwe wet, maar de strijd gaat over veel meer dan dit, het gaat over het verslaan van de CCP-dictatuur. Terwijl het opnieuw lanceren van de massastrijd de eerste stap is, moet een succesvolle strijd ook weten welke volgende stappen nodig zijn. Het is niet genoeg om mensen op straat te brengen: een beweging moet worden georganiseerd en ondersteund, vooral wanneer de tegenstander zo machtig is.

    Er moeten cruciale lessen worden getrokken uit de ervaringen van het afgelopen jaar, over waarom de beweging ondanks haar verbazingwekkende omvang en heldhaftigheid er niet in is geslaagd de dictatuur terug te dringen. De beweging heeft veel bereikt door een traditie en een symbool van massaal verzet te vestigen, maar ze is er niet in geslaagd echte toegevingen af te dwingenen de aanval op de democratische rechten is onverbiddelijk.

    Dit toont aan dat er een meer georganiseerde, gecentraliseerde en politiek duidelijke strijd moet worden gevoerd. Voor een dergelijke strijd zijn er drie essentiële elementen die tot nu toe niet door de massabeweging zijn begrepen of omarmd.

    Ten eerste moet de belangrijkste rol in de massastrijd worden gespeeld door de arbeidersklasse, die door haar rol in de economie en haar collectieve tradities en klassenbewustzijn een unieke positie inneemt om een strijd tegen de dictatuur en voor democratische rechten te voeren. Hoewel de arbeidersklasse deelneemt en in sommige gevallen de overhand heeft in de Hongkongse beweging, doet ze dit individueel, niet als een coherente georganiseerde kracht. Het stakingswapen is in Hongkong niet ernstig en planmatig gebruikt. Een beroep op de sociale media kan werken voor een eenmalige betoging, maar een echte staking moet worden gepland en zorgvuldig worden voorbereid, er zijn echte krachten op de werkplek nodig – echte vakbonden van werkendne met democratische lidmaatschapsstructuren.

    Uit een vaak aangehaald onderzoek van Amerikaanse en Noorse wetenschappers over massabewegingen in 150 landen in 2019 bleek dat “industriële arbeiders belangrijke actoren zijn geweest in de democratisering en zelfs nog belangrijker zijn dan de stedelijke middenklasse. Wanneer industriële arbeiders een massale oppositie tegen een dictatuur mobiliseren, zal de democratisering hoogstwaarschijnlijk volgen.”

    Ten tweede moet de strijd democratisch worden georganiseerd. Spontane acties kunnen een belangrijke rol spelen, maar ze zijn ook beperkt. Om een beweging in stand te houden en buiten Hongkong uit te breiden (omdat ze niet alleen in Hongkong kan winnen), heeft ze richting en coördinatie nodig. Daartoe zijn democratische stemmingen en debatten over de beste tactieken en de beste woordvoerders van de beweging nodig. Dat moet bijdragen aan de mobilisatie van de grote aantallen mensen die nodig zijn.

    Alle belangrijke beslissingen moeten door middel van een democratische discussie worden genomen. Dit is nooit de weg geweest onder de elitaire pan-democraten die de democratische beweging jarenlang hebben gedomineerd. Maar ook een virtuele gedecentraliseerde beweging kan deze richting niet aangeven. Nog voordat de pandemie de mobilisatie bemoeilijkte, was er een zekere uitputting en versnippering omdat de methoden van vorig jaar hun grens hadden bereikt. Er is een nieuwe richting en een nieuwe organisatiemethode nodig, met de arbeidersklasse als kern.

    Ten derde kan de strijd enkel slagen door een nog grotere beweging in China en in de rest van de regio op gang te brengen. Dit wordt nog duidelijker met de goedkeuring van de nationale veiligheidswet en de directe politieke controle van de CCP over Hongkong. Het zal niet mogelijk zijn om een beweging in China tot ontwikkeling te brengen rond de zeer beperkte boodschap van ‘Vijf eisen’ of een Hongkongse agenda zoals belichaamd in de slogan ‘Hongkong heroveren – Revolutie van onze tijd’. Werkenden in China zullen niet zien dat ze een belang hebben bij een dergelijke strijd. Waarom zouden ze de veel grotere risico’s nemen die verbonden zijn aan verzet tegen de dictatuur voor een agenda die geen poging doet om hen te betrekken?

    De strijd moet worden omgevormd tot een klassenstrijd tegen het kapitalistische systeem, aan beide zijden van de grens. Het is een ondemocratisch systeem dat nu bovendien in zo’n diepe crisis verkeert dat economische ineenstorting de bevolking enkel problemen inzake huisvesting, werkloosheid en armoede te bieden heeft. De democratiestrijd in Hongkong moet daarom verder gaan dan zijn beperkte agenda van democratische eisen (die Peking hoe dan ook volledig heeft uitgesloten) om aanvullende dringende eisen te omarmen om de rechten en jobs van werkenden te beschermen, onbetaald verlof en loondiefstal tijdens de pandemie af te schaffen, massaal te investeren in openbare gezondheidszorg en sociale diensten, de superrijken te belasten om de kosten van de pandemie te betalen, farmaceutische bedrijven, banken en vastgoedbedrijven in democratisch publiek bezit te brengen, en de macht van de kapitalistische tycoons te doorbreken.

    Een dergelijk strijdbaar programma dat de noodzaak van een revolutionaire democratische strijd koppelt aan een socialistische omverwerping van het kapitalistische systeem is de manier om de werkenden in Hongkong, van wie 90% geen lid is van een vakbond, te organiseren en om de arbeidersklasse van het Chinese vasteland te bereiken.

  • Lockdown in Wuhan opgeheven na 76 dagen. Een kijk vanuit China

    Protesten in provincie Hubei tonen donkere realiteit van de strijd tegen de pandemie

    Op 8 april eindigde de 76 dagen durende lockdown van de metropool Wuhan (11 miljoen inwoners). Soortgelijke COVID-19 lockdowns in de rest van de provincie Hubei, waar Wuhan de provinciehoofdstad is, eindigden twee weken eerder. Op het hoogtepunt van de uitbraak van het coronavirus in China zaten 760 miljoen mensen – ongeveer de helft van de bevolking – onder een of andere vorm van lockdown.

    Verslag door Zhou Yi en Chinaworker.info

    De Chinese staatsmedia en propagandamachines hebben de heldenmoed van het volk van Wuhan en vooral het medisch personeel in de frontlinie geprezen. Ze deden dit vooral voor nationalistische doeleinden, om een “verenigde” inspanning van “het hele Chinese volk” tegen het virus te propageren.

    Deze propaganda is bedoeld om het gezag van de dictatuur van Xi Jinping en het CCP-regime te versterken en de aandacht af te leiden van de vele misstappen en blunders in januari, waarbij verslagen van artsen werden genegeerd en actief werden onderdrukt en alle discussies over de nieuwe “SARS-achtige” ziekte in Wuhan werden gecensureerd. De officiële doofpotaffaire omvatte het toestaan van een banket dat werd bijgewoond door 40.000 families, met een nationalistisch pro-CCP thema, in het district Baibuting van Wuhan op 18 januari. Dit was slechts twee dagen voordat Beijing een nationale noodtoestand afkondigde en vijf dagen voordat de lockdown werd opgelegd aan de provincie Hubei. Het district Baibuting zou later bekend staan voor zijn “koortsgebouwen”, met een van de hoogste besmettingspercentages van de stad.

    Het ware verhaal van Wuhan en Hubei komt niet tot uiting in de triomfantelijke propaganda van de CCP. Het is een verhaal van immens menselijk lijden, acute tekorten aan essentiële medische voorraden, gemanipuleerde statistieken die de werkelijke omvang van de infecties en sterfgevallen onderschatten, en woekerwinsten op voedsel en medische voorraden door particuliere bedrijven en de lokale agentschappen van de CCP-staat. Officieel zijn er in Wuhan 2.535 mensen gestorven aan COVID-19, maar onafhankelijke experts in Hongkong en in het buitenland zijn van mening dat het werkelijke cijfer tien keer zo hoog kan zijn.

    “Het trauma dat de mensen in Wuhan hebben opgelopen is enorm, dat is zeker. Veel mensen die een medische behandeling zochten, ervaarden de ellende van het schreeuwen om hulp zonder deze te krijgen. Dat heeft velen wanhopig gemaakt. Degenen die stierven zijn weg, maar hun geliefden zijn nog steeds in de buurt, en ze hebben allemaal momenten van grote wanhoop meegemaakt,” schrijft Fang Fang, een bekende blogger die 76 dagen lang in Wuhan vast zat.

    De officiële versie van de lockdown als een brutaal efficiënte operatie is ook vals. Alleen het reizen in en uit de stad werd beïnvloed door het eerste decreet op 23 januari. Er was enorme verwarring en een gebrek aan duidelijke informatie. De regering van Wuhan legde geen beperkingen op aan mensen die zich binnen de stad verplaatsten, inclusief verdachte patiënten, totdat op 2 februari meer gecentraliseerde quarantaineregels werden aangekondigd. Deze werden op 8 februari verder aangescherpt. De methoden die werden toegepast tijdens de daaropvolgende extreem strenge lockdown waren soms brutaal. Poorten en deuren van woongebouwen werden gebarricadeerd en in sommige gevallen zelfs aan elkaar gelast. Over sommige wegen werden loopgraven gegraven om ze onbegaanbaar te maken.

    Caixin, een financiële website die meer ruimte krijgt van de CCP-censuur omdat ze niet door de massa’s wordt gelezen, beschreef de lockdown in Wuhan als “brutale natuurlijke selectie”. Caixin’s verslaggevers in Wuhan interviewden personeel in ziekenhuizen, wiens taak het was om te screenen en een onderscheid te maken tussen patiënten die in het ziekenhuis moesten worden opgenomen of naar huis werden gestuurd. Tijdens een interview op 27 januari in een ziekenhuis in het district Baofeng stelden de verslaggevers vast dat “er voor de 60 personeelsleden slechts één beschermend pak was en een beperkte voorraad van eenmalig te gebruiken mondmaskers. Dokter Yang Qinghong zei dat hij die dag 100 patiënten interviewde, waaronder meer dan 30 met koorts en twee met ernstige symptomen.”

    Meer dan 3.000 zorgwerkers besmet

    Duizenden medische professionals werden vanuit de rest van China gemobiliseerd naar Wuhan. Ook deze heldhaftige bijdrage is door de staatspropagandamachine tot het uiterste uitgemolken om de “voordelen” van een autoritair regime op te hemelen. Onder deze vrijwilligers waren er twee verpleegsters uit de provincie Guangdong die op 24 februari een oproep publiceerden in het Britse tijdschrift Lancet.

    “De omstandigheden en de omgeving hier in Wuhan zijn moeilijker en extremer dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen,” schreven ze. Onder druk van de regering hebben de auteurs hun brief enkele dagen later ingetrokken.

    De omstandigheden die beschreven zijn in de ziekenhuizen van Wuhan en Hubei, van acute tekorten, lange uren en uitputting, en in Wuhan alleen al meer dan 3.000 gezondheidswerkers die besmet zijn met COVID-19, kregen navolging in Italië, Spanje, Groot-Brittannië en de VS. Daar was er nochtans al veel langer een waarschuwing. Het versterkt het misdadige karakter van het gebrek aan voorbereiding. Het Chinese regime liet de censuur op volle toeren draaien om alle tekortkomingen onder de mat te vegen en de “overwinning” op de pandemie als internationaal model voor te stellen.

    Artsen, waaronder Li Wenliang die op 7 februari stierf aan COVID-19, probeerden eind december 2019 aan de alarmbel te trekken, maar werden gearresteerd en tot zwijgen gebracht. Dokter Ai Fen, hoofd van de spoeddienst in het Centraal Ziekenhuis van Wuhan, is sinds 1 april vermist. Er wordt verondersteld dat hij ‘verdwenen’ is door de staatsveiligheid na een interview met Australische media. Ai was een van de eerste klokkenluiders die in december haar collega’s probeerde te waarschuwen voor het nieuwe coronavirus. Als deze waarschuwingen waren opgevolgd, hadden Wuhan, China en de hele wereld de catastrofale verspreiding van de pandemie vandaag sterker kunnen voorkomen.

    “Fake! Nep! Het is allemaal nep!”

    De afgelopen weken werden de omstandigheden tijdens de lockdown steeds ondraaglijker en zijn er verschillende protesten uitgebroken. Zoals Zhou Yi meldt:

    In maart vonden verschillende protesten plaats in de provincie Hubei, het epicentrum van de COVID-19 pandemie, wat erop wijst dat er een enorme kloof bestaat tussen de realiteit en de “positieve energie”-propaganda van de Communistische Partij van China (CCP). De woede is met name gericht tegen woekerhandel door ambtenaren en lokale bedrijven die de ramp hebben uitgebuit. In omstandigheden van lockdown, waar het normale winkelen is opgeschort omdat de bewoners niet meer naar buiten mogen, is de voedseldistributie gecentraliseerd in handen van lokale buurtcomités, die de beheerscomités zijn van de woningcomplexen die bestaan uit vertegenwoordigers van het vastgoedbedrijf en de CCP.

    Toen Sun Chunlan, de Chinese vicepremier, op 5 maart een bezoek bracht aan Kaiyuan Mansion in Wuhan, schreeuwden de bewoners die meer dan veertig dagen in hun huizen waren geïsoleerd: “Fake, nep! Het is allemaal nep!” De bewoners schreeuwden omdat het beeld van “voldoende aanbod en stabiele prijzen” dat op televisie te zien was, niet met de realiteit overeenstemde.

    In werkelijkheid was de prijs van vlees dat door de woongemeenschap werd aangekocht 100 yuan per kilo, of vijf keer zoveel als op televisie werd gezegd. Andere buurtcomités bleken voedsel vervoerd te hebben in vuilniswagens, ambulances of andere voertuigen. Ondanks de beweringen dat alle voertuigen werden gedesinfecteerd, werd dit online in vraag gesteld.

    Op 10 maart bracht Xi Jinping voor het eerst sinds de lockdown van 23 januari een bezoek aan Wuhan. Er was massale kritiek op het regime en zelfs op Xi persoonlijk, vanwege het wanbeheer van de crisis, vooral in de beginfase. Xi’s bezoek had twee doelen: de hele wereld, maar vooral de Chinese bevolking, laten zien dat de CCP het virus in zijn epicentrum had “verslagen”, maar ook om Xi’s slecht gedeukte imago op te krikken.

    De massale persoonlijkheidscultus rond Xi portretteert hem als de “Volksleider”, een titel die voorheen alleen door Mao Zedong werd gevoerd. In Wuhan ontweek Xi over het algemeen ontmoetingen met het volk. Bij een bezoek aan een wooncomplex werd de bewoners verteld dat ze binnenshuis moesten blijven – uit angst dat er protesten zouden zijn zoals bij het bezoek van Sun Chunlan. De meeste andere evenementen tijdens Xi’s bezoek werden uitgevoerd door middel van videoconferentie, bijvoorbeeld met groepen eerstelijns gezondheidswerkers in het Huoshenshan Ziekenhuis. “Uiteindelijk ging hij naar Wuhan om videogesprekken te voeren,” was een opmerking op sociale media (een opmerking die overigens bijzonder snel verwijderd werd).

    Speculatie op voedsel

    Op 12 maart nam iemand met de familienaam Cheng uit Xiaogan, op 100 kilometer van Wuhan, contact op met een leverancier van verse groenten die lagere prijzen aanbood. Hij werd aan de politie doorgegeven door de lokale supermarkt en het beheer van zijn flatgebouw. De politie pakte Cheng op, wat de woede van de bewoners aanwakkerde. Ze kwamen met meer dan 100 mensen samen op het basketveld om te protesteren. Ze omsingelden politieauto’s en eisten zijn vrijlating. Ze eisten het ontslag van Lyu Deshan, de secretaris van het CCP-comité in de gemeenschap, en ook van de directeur van het comité van het flatgebouw. Beiden wonen overigens niet ter plaatse.

    De officiële reactie op dit incident door de autoriteiten van Xiaogan minimaliseerde de kwestie van de dure groenten en vermeldde niet of Cheng effectief werd vrijgelaten of niet. Volgens de online commentaren was het voedsel tijdens de lockdown altijd bijzonder duur en van slechte kwaliteit. De lokale ambtenaren konden meer dan 1000 yuan per dag per persoon verdienen op basis van hun monopolie. De arrestatie van een ‘oproerkraaier’ was bedoeld als dreigement om de lucratieve zaken van de supermarkt en de lokale ambtenaren niet in gevaar te brengen.

    Tijdens de periode van lockdown, van 23 januari tot 8 april, schoten de voedselprijzen omhoog en kon de kwaliteit niet worden gegarandeerd, wat aantoonde dat de lokale instanties van het CCP-regime door het monopoliseren van de bevoorrading en het verhogen van de prijzen van dagelijkse benodigdheden, de ramp uitbuitten en de winst voor ambtenaren en zakenmensen boven de behoeften van het volk plaatsten. Een echte socialistische samenleving zou dit nooit toestaan, omdat de arbeidersklasse de controle zou hebben, via democratische comités in elke woonwijk, op elke school en op elke werkplek, in plaats van de huidige heerschappij door een partijmachine die ongekozen bureaucraten en kapitalistische profiteurs bedient.

    “Nul nieuwe gevallen”

    Naar aanleiding van officiële gegevens over “nul nieuwe gevallen” in de provincie Hubei, werd de lockdown in steden in Hubei (met uitzondering van Wuhan) op 25 maart opgeheven. De inwoners van Hubei met een groene QR-code (groene code betekent gezond) werden echter nog steeds geconfronteerd met belemmeringen voor hun toegang tot andere provincies. Op 27 maart heeft de verkeerspolitie van Jiujiang een blokkade opgeworpen op de brug tussen de provincie Hubei en de provincie Jiangxi om de oversteek van voertuigen vanuit Hubei te stoppen.

    Aanvankelijk was er een confrontatie tussen de politie van Jiujiang en die van Huangmei (een provincie in Huanggang, Hubei). Aan de kant van Jiangxi werd de oproerpolitie als back-up ingezet. Omdat er voortdurend mensen uit Hubei aankwamen, escaleerde de confrontatie. Kwaad over de discriminatie gingen de mensen uit Hubei de confrontatie met de politie van Jiangxi aan bij de Yangtze-brug. Enkele voertuigen van de politie werden omver gegooid, de blokkade werd doorbroken, en de mensen trokken naar het politiebureau van de brug om verontschuldigingen te eisen. De video van het incident werd snel gewist op sociale media.

    Om een bonus van 100.000 yuan per persoon te krijgen en te reageren op de oproep van de centrale overheid om het werk en de productie te hervatten, hebben ambtenaren in elke provincie de omvang van de pandemie verborgen gehouden. Lokale autoriteiten die de werkelijke situatie kennen, zijn bang dat er een massale uitbraak zal plaatsvinden die uiteindelijk onmogelijk onder de mat kan geveegd worden.

    Discriminatie van de bevolking uit Hubei

    Het maakt dat autoriteiten van andere delen van China nog steeds “voorzorgsmaatregelen” nemen tegen inwoners van Hubei, ook al zijn de maatregelen daar afgebouwd. We zien dit ook door de aanscherping van de controles in Peking en het verbod voor mensen op zakenreis of familiebezoek in Hubei om terug te keren naar Peking.

    Dit soort ‘regionalisme’ gaat in tegen de propaganda van de centrale regering en de staatsmedia over een verenigde ‘volksoorlog’ tegen de pandemie. Steeds meer mensen zijn dan ook sceptisch over de officiële berichtgeving.

    De eisen van prijscontrole op dagelijkse benodigdheden en van transparantie van informatie, zullen onvermijdelijk botsen met het Chinese staatskapitalistische systeem waar de macht steeds meer gecentraliseerd wordt in handen van één persoon. Werkenden in heel China moeten het ‘regionalisme’ overwinnen door gemeenschappelijke organisaties op te zetten, in het bijzonder onafhankelijke en volledig democratische vakbonden. Dat is noodzakelijk om de dictatuur van de CCP omver te werpen en in de plaats daarvan te bouwen aan een democratisch socialistische samenleving waarin de productiemiddelen in publieke handen zijn en de economie onder democratische controle van de werkenden worden geplaatst.

  • Video. Chinaworker.info over de Corona-crisis in China

    Onze zusterwebsite Chinaworker.info maakte een video over de corona-crisis in China.

  • Is China het te volgen voorbeeld?

    Foto: Pixabay.com

    Overal ter wereld weerklinkt de roep om maatregelen tegen de bedreiging die Covid-19 vormt voor de fysiek zwaksten in onze samenleving. Sommigen halen China aan als voorbeeld van een overheid die gepast handelde in de strijd tegen corona.

    door Sander (Dendermonde)

    De draconische maatregelen vanaf eind januari hebben hun effect in China uiteraard niet gemist. Volgens de meest recente berichtgeving is het land over zijn “coronapiek” heen. Veel traditionele media, maar helaas ook de PVDA, vergeten hierbij te vermelden dat Xi Jinping en zijn bureaucratische mallemolen er aanvankelijk gedurende enkele cruciale weken alles aan deden om de uitbraak van Covid-19 in de doofpot te steken.

    Toen Li Wenliang, een dokter in Wuhan Central Hospital, zijn zorgen over het virus publiek maakte, werd hij op 3 januari gedwongen een brief te ondertekenen waarin stond dat hij een paniekzaaier was die leugens verkondigde. Hiermee werd ook meteen een voorbeeld gesteld voor anderen die aan de alarmbel zouden trekken. Het medisch personeel van Wuhan Central Hospital werd op een brute manier de mond gesnoerd om de al precaire politieke en economische situatie van China niet nog meer in gevaar te brengen. Zelfs rond Li’s dood hangt een waas van mysterie: Li Wenliang stierf op 6 februari aan de gevolgen van Covid-19.

    De quarantaine die volgde op de bevestiging van de uitbraak kan daadkrachtig genoemd worden, maar enkel als men voorbij gaat aan de miljoenen mensen die zonder inkomen gezet werden en aan het feit dat volledige steden tot quasi oorlogszones herleid werden. De gevolgen voor honderden miljoenen Chinezen zijn niet te overzien! Op dit moment worden die werknemers terug de werkplaatsen en scholen in gedwongen zonder enige vorm van zekerheid dat de epidemie afgelopen is.

    Het is duidelijk dat Keizer Xi meer met zijn prestige, zijn interne machtspositie en internationaal imago bezig is dan met de gezondheid van de bevolking.

  • Coronavirus. Chinese dictatuur in de problemen

    Foto: Pixabay.com

    Wanbeheer van epidemie stort regime van Xi Jinping in historische crisis

    “Ze liegen, we weten dat ze liegen. Ze weten ook dat we weten dat ze liegen, en toch liegen ze nog steeds.” Dit online commentaar van een inwoner van Wenzhou, een van de vele grote steden die onder een ongekende quarantaine is geplaatst, onderstreept de explosieve woede die in heel China wordt gevoeld naarmate de nieuwe epidemie van het coronavirus (2019-nCov) zich in een alarmerend tempo verspreidt.

    Door Vincent Kolo, chinaworker.info

    Het huidige dodental is 1.018, met meer dan 43.000 bevestigde gevallen van besmetting. Het dodental stijgt met meer dan 100 per dag. Het Chinese regime beweerde dat de epidemie in de eerste week van februari haar hoogtepunt zou bereiken, wat nu hopeloos onrealistisch lijkt. Buitenlandse en Hongkongse deskundigen hebben gewaarschuwd dat de piek pas in april of mei zou kunnen komen. Veel wetenschappers uiten hun scepsis ten aanzien van de officiële Chinese rapporten en zeggen dat het aantal besmettingen tien keer zo hoog kan zijn.

    Het virus, dat het ademhalingssysteem aanvalt, heeft in vijf weken tijd meer levens geëist dan de SARS-epidemie (Severe Acute Respiratory Syndrome) uit 2003 in een periode van zes maanden. De huidige crisis toont aan dat de zogenaamde communistische (CCP) dictatuur niets geleerd heeft van de epidemie van 17 jaar geleden. Erger nog, de verharding van de autocratische heerschappij en de extreme centralisatie van de macht in de vorm van een “eenmansregime”, die de twee belangrijkste onderscheidende kenmerken zijn van het acht jaar durende bewind van Xi Jinping, hebben geresulteerd in een nog onhandigere reactie van de Chinese staat.

    Met Xi aan het roer, heeft Peking geblunderd in een nieuwe crisis van historische proporties, een crisis die grotendeels van eigen makelij is. Dat zou al erg genoeg zijn als het niet een herhaling was van wat het vorig jaar heeft gedaan, waardoor in Hongkong een ongeziene crisis is ontstaan, voordat er in Taiwan een soortgelijk resultaat werd bereikt.

    Deze crises volgen elkaar snel op en worden nog versterkt door een ongekende strijd van de supermacht met het Amerikaanse imperialisme (waarbij de epidemie een extra slagveld in dit conflict zal worden), waardoor het vertrouwen van de heersende Chinese elite en het voorheen rotsvaste geloof in het autoritaire kapitalistische model van de CCP wordt ondermijnd. Xi, de ‘sterke man’ die belast was met de redding van het CCP-bewind, lijkt meer kans te hebben om de ondergang van de CCP te veroorzaken. Het regime heeft de epidemie “dichter bij een existentiële crisis voor Xi en de [CCP] gebracht dan we sinds 1989 zagen,” zei Bill Bishop, een Amerikaanse commentator.

    De korte geschiedenis van de nieuwe uitbraak van het coronavirus is er een van bureaucratische verlamming en wanbeheer door lokale ambtenaren, en doofpotaffaires die geworteld zijn in wat Minxin Pei beschrijft als de “pathologische geheimhouding” van CCP. Dit werd gevolgd door een draconisch hardhandig optreden dat vanuit Peking werd bevolen om het gezag van de CCP op te leggen, nadat het zich – te laat – had gerealiseerd wat het veel eerder had kunnen leren als het gigantische veiligheidsapparaat niet was ingezet tegen diegenen die de samenleving probeerden te waarschuwen voor het dreigende gevaar.

    Humanitaire, economische en politieke crisis

    Het resultaat is een humanitaire, economische en politieke crisis. 60 miljoen mensen – evenveel als de bevolking van Italië – bevinden zich in afgesloten steden sinds de dictatuur op 23 januari, de vooravond van het Chinese Nieuwjaar, de grootste quarantaine in de wereldgeschiedenis heeft bevolen. Nog eens tientallen miljoenen mensen in steden in heel China zijn opgesloten in hun huizen, met strenge beperkingen waardoor slechts één familielid per dag de deur uit kan gaan om benodigdheden te kopen.

    Quarantainesteden zoals Wuhan – het epicentrum van de epidemie – lijken op oorlogsomstandigheden, waarbij de bevolking te maken heeft met ernstige ontberingen, acute tekorten aan medische voorraden en lange wachtrijen om een dokter te zien in een ondergefinancierd en compleet overspoeld ziekenhuissysteem. Hu Xingdou, hoogleraar economie aan het Beijing Institute of Technology, beschreef de situatie als “apocalyptisch” en vergeleek de quarantaineomstandigheden met die tijdens de Grote Hongersnood van zestig jaar geleden.

    Tientallen miljoenen arbeiders zitten zonder loon, omdat fabrieken en kantoren zijn gesloten. De Nieuwjaarsvakantie werd in het grootste deel van het land met tien dagen verlengd en in sommige regio’s zelfs nog langer. Leraren zijn onbezoldigd door het feit dat scholen tot nader order gesloten blijven.

    Miljoenen migrantenarbeiders uit de provincies in het binnenland zijn overgeleverd aan nieuwe quarantaineregels en reisbeperkingen die zich in het hele land hebben uitgebreid. Een video toont een getrouwd stel dat is gestrand op een brug die twee provincies, Guizhou en Chongqing, met elkaar verbindt omdat de twee regeringen het reizen tussen beide provincies hebben geblokkeerd.

    Hubei, waar Wuhan de provinciale hoofdstad is, heeft tien miljoen migranten die in andere provincies wonen en werken. Deze arbeiders worden gediscrimineerd en zelfs vervolgd. Zoals Li Yuan in de New York Times meldt: “Terwijl ze proberen de verspreiding in te dammen, laten lokale overheden zien dat ze beter zijn in het doen alsof ze bezig zijn dan in het vinden van een oplossing. Velen vinden nu manieren om de inwoners van de provincie Hubei op te sporen en zelfs te verdrijven om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.” Dit dreigt deze werkenden te doen onderduiken, waardoor de strijd tegen de epidemie nog wordt ondermijnd.

    De harde maatregelen die Xi en het Permanent Comité van het Politbureau in gang hebben gezet, komen volgens Human Rights Watch neer op een “voorhamer-aanpak”. Het grootste deel van China is tot stilstand gekomen. Dit heeft geleid tot nieuwe spanningen in het Chinese staatsbestel, waarbij verschillende regio’s hun eigen quarantainemaatregelen opleggen en ruzie maken in plaats van te coördineren over middelen voor noodhulp.

    Dali, een stad in de provincie Yunnan, heeft een zending maskers onderschept die op weg was naar Chongqing, wat een geschil tussen de twee regeringen heeft veroorzaakt. De staatsmedia meldden ook dat medische producten onderweg van Zuid-Korea naar de stad Shenyang in beslag werden genomen door douanebeambten in Qingdao. De autoriteiten van Qingdao beweerden dat dit een vergelding was voor Shenyang-functionarissen die een partij goederen in beslag hadden genomen die voor Qingdao bestemd was. Dergelijke incidenten hebben geleid tot afschuw en woede op de sociale media.

    “Menselijke ramp”

    “Dit is echt een door de mens veroorzaakte ramp,” aldus een bericht op de sociale media dat de situatie goed samenvat. Ondanks de staatscensuur die manisch werkt om ze uit te wissen, zijn dergelijke anti-regeringsstandpunten nu schering en inslag geworden, zoals een uitgelekt intern overheidsrapport erkent.

    De anti-regeringsstemming bereikte een nieuw niveau met de dood op 6 februari van de Li Wenliang, een arts in het Wuhan Centraal Ziekenhuis die als klokkenluider werd gezien. Li werd op 3 januari door de politie gedwongen om een brief te ondertekenen waarin hij zei dat hij “onwaarheden” verspreidde door collega’s te waarschuwen voor een nieuw SARS-achtig virus. Zijn voorbeeld werd gebruikt als een afschrikmiddel om ander medisch personeel in Wuhan te doen zwijgen.

    Toen het nieuws bekend werd dat de berispte klokkenluider van Wuhan en zijn collega’s allemaal medische professionals waren die hadden geprobeerd om alarm te slaan, explodeerde de woede op de sociale media. De CCP werd gedwongen om Li, die inmiddels besmet was met het virus, zachtjes te behandelen en hem toe te staan om media-interviews te doen. Het Hooggerechtshof kwam zelfs met een verklaring waarin stond dat Li niet gestraft had moeten worden.

    Dit was een poging van de centrale regering om de massale ontevredenheid in te dammen en onschadelijk te maken, en het naar beneden te richten op functionarissen in Wuhan, als voorbereiding op nog meer censuur en vervolging van “geruchtenmakers” in de toekomst. Eventuele tactische concessies van het regime van Xi, zoals vorig jaar in Hongkong, zijn geen teken van een koerswijziging, maar slechts een poging om tijd te winnen voor de voortzetting van het autoritaire regime.

    In een laatste interview aan Caixin Global zijn de zeer gematigde woorden van Li uit het graf teruggekomen om het regime van Xi te achtervolgen: “Ik denk dat er meer dan één stem moet zijn in een gezonde samenleving, en ik keur het gebruik van publieke macht voor overmatige inmenging niet goed.”

    Zelfs Li’s dood, eerst aangekondigd op 6 februari, vervolgens ontkend door de staatsmedia, en opnieuw aangekondigd op 7 februari, was de focus van nog een andere niet zo slimme doofpotaffaire. Vermoedelijk had de enorme propaganda en de censuurmachine van de CCP meer tijd nodig om zich op de dood van de dokter voor te bereiden. Het nieuws ontketende een ongekende online uiting van anti-regeringswoede. Miljoenen gedeelde berichten over Li Wenliang en de hashtags “Ik wil vrije meningsuiting” en “We eisen vrije meningsuiting” werden door tientallen miljoenen mensen bekeken voordat ze gecensureerd werden.

    De gevolgen van deze gebeurtenissen voor China en de wereldeconomie zullen waarschijnlijk veel groter zijn dan die van de SARS-epidemie. In 2003 was China goed voor slechts 4% van het mondiale BBP, terwijl dat nu 16% is. Het is helemaal niet vergezocht, vooral gezien de kwetsbare toestand van de wereldeconomie, om te denken dat de epidemie een omslagpunt naar een wereldwijde recessie kan worden. Dit komt door de doorslaggevende rol van China, dat vorig jaar goed was voor meer dan 30% van de groei van het mondiale bbp.

    De auto-industrie, die zich wereldwijd al in een recessie bevindt, wordt geconfronteerd met een enorme verstoring, zoals blijkt uit de sluiting van alle autofabrieken van Hyundai in Zuid-Korea bij gebrek aan onderdelen van Chinese leveranciers. De Europese autofabrikanten hebben te maken met een vergelijkbare druk als de problemen in China aanhouden. Het is niet duidelijk wanneer de Chinese autofabrieken en andere grote industrieën hun normale productie zullen hervatten na de langdurige stillegging als gevolg van de epidemie.

    Maar de problemen gaan veel dieper. Een langer durende epidemie zou de naald kunnen zijn die de enorme zeepbel in de Chinese huizenmarkt doet barsten. Dat dreigt op zijn beurt de banksector te doen instorten. Wuhan, China’s vijfde grootste stad, is een goed voorbeeld van een onhoudbare zeepbel. De huizenprijzen in de stad zijn de afgelopen twee jaar verviervoudigd.

    “Mensen met geld zijn doodsbang en durven niet buiten te komen,” vertelde een in Peking gevestigde makelaar aan de Financial Times. “Niemand gaat werken. De vastgoedontwikkelingen liggen allemaal plat. De impact zal zeker groot zijn.”

    Wuhan: tijdslijn van een ramp

    In de eerste kritieke weken van deze crisis deed de regering in Wuhan het absolute tegendeel van wat ze had moeten doen. Ze arresteerden mensen en lieten klokkenluiders, waaronder medische professionals als Li Wenliang, het zwijgen opleggen. Ze hebben zelfs het ziekenhuispersoneel niet op de hoogte gebracht van de gevaren, een andere bron van publieke woede nu heel wat zorgpersoneel besmet is. In één enkel ziekenhuis van Wuhan zijn 40 personeelsleden besmet.

    Naar schatting hebben vijf miljoen mensen Wuhan verlaten en zijn ze in de periode 1-20 januari naar andere delen van China gereisd, zonder dat ze wisten dat ze het virus konden dragen of gewaarschuwd werden om elementaire voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het dragen van maskers, het regelmatig wassen van de handen en het vermijden van openbare bijeenkomsten.

    De ambtenaren van Wuhan gingen op 18 januari door met een banket voor 40.000 gezinnen in het district Baibuting – slechts enkele dagen voordat de stad volledig werd afgesloten en alle reizen naar buiten de stad werden verboden. Vandaag zijn tientallen gebouwen in Baibuting met zijn 130.000 inwoners bepleisterd met officiële rode borden: “koortsgebouwen”. Caixin Global citeerde lokale bewoners die klagen dat ze nog steeds niet zijn geadviseerd door overheidsfunctionarissen over welke voorzorgsmaatregelen ze moeten nemen, zelfs nadat hun huizen zijn aangewezen als “koortsgebouwen”.

    De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), een VN-agentschap, werd op 31 december door ambtenaren van het Chinese nationale ministerie van Volksgezondheid op de hoogte gebracht van een uitbraak van “longontsteking met onbekende oorzaak” in Wuhan. Een week later kreeg het virus de naam 2019-nCov. Deze tijdlijn impliceert dat Peking gefaald heeft om sneller op te treden. Ondertussen verbergt het regime van Peking zich achter de fouten van de lokale regering van Wuhan. Ondanks een stapel bewijzen van het tegendeel prijst de WHO de aanpak van de Chinese dictatuur, waarbij zelfs “China’s systeem” en Xi’s “grote leiderschapscapaciteit” worden toegejuicht. De troost van een paar bureaucraten in Genève is een kleine troost voor de CCP, die in eigen land met steeds grotere vijandigheid wordt geconfronteerd.

    Revolutionaire schokken

    Peking bevindt zich nu in een fase van acute schadebeperking, waarbij geprobeerd wordt het personage van “Keizer Xi” te beschermen en alle schuld op de regering en de politie van Wuhan af te schuiven. Het Permanent Comité van het Politbureau – de binnenste kring van de CCP – erkende de huidige situatie als “een belangrijke test voor het Chinese systeem en de bestuurlijke capaciteit.”

    De CCP zet zijn volledige arsenaal aan ‘stabiliteitsmaatregelen’ in met een massale propaganda- en pr-campagne, het regime richt ziekenhuizen in recordtempo op en verkondigt een ‘volksoorlog’ tegen de epidemie. Ondanks het optrekken van twee nieuwe ziekenhuizen in Wuhan, waarvan de regering zegt dat ze 13.000 extra bedden bieden, is dit nog steeds onvoldoende. Er zijn schattingen van wel 190.000 geïnfecteerde mensen in Wuhan.

    Peking kondigde onlangs een bedrag van 12 miljard dollar aan als noodfinanciering voor de bestrijding van de epidemie. Maar in dezelfde week werd er 174 miljard dollar in de banksector en op de beurs gepompt om een ineenstorting van de markt te voorkomen. De kloof tussen deze twee bedragen toont de echte klassenpositie van de Chinese machthebbers.

    Waar kan dit naartoe leiden? In de Financial Times stelt Jamil Anderlini dat “als het virus niet snel kan worden ingedamd, dit het Tsjernobyl-moment van China kan blijken te zijn, wanneer de leugens en absurditeiten van de autocratie voor iedereen zichtbaar worden.”

    Hetzelfde punt is online door veel burgers in China naar voren gebracht, waarbij vergelijkingen werden gemaakt met de kernramp van 1986, een gebeurtenis die de basis van het stalinistische regime in de Sovjet-Unie ondermijnde. Anderlini trekt ook een parallel met Tunesië in 2010 door Li Wenliang te vergelijken met Mohamed Bouazizi, de fruitverkoper die door zijn zelfdoding de aanzet gaf tot de Tunesische revolutie.

    Het is duidelijk dat de Chinese dictatuur haar diepste crisis sinds het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw doormaakt. De ‘tweelingbijeenkomsten’ van maart (NPC en CPPCC) kunnen nu worden afgelast vanwege de epidemie. Als dit gebeurt, is de echte reden eerder het voorkomen van openlijke meningsverschillen bij deze doorgaans zeer gechoreografeerde gebeurtenis.

    De machtsstrijd binnen de CCP en de heersende elite zal vrijwel zeker weer oplaaien, gevoed door groeiende verdeeldheid over de leiding van Xi, maar uiteindelijk ook door de nieuwe stemmingen in de samenleving. Als de epidemie niet op korte termijn wordt ingedamd en enorme economische schade aanricht, kan dit een nieuwe crisis ontketenen met mogelijk revolutionaire gevolgen.

    De taak van de marxisten, van de aanhangers van International Socialist Alternatief (ISA) in China, is om de meest geavanceerde delen van de arbeidersklasse en de jeugd te helpen zich politiek voor te bereiden. De humanitaire, economische en politieke crisis in China schreeuwt om de opbouw van een socialistisch en werkelijk democratisch arbeidersalternatief voor het autoritaire kapitalisme van de CCP.

  • Coronavirus: crisis verdiept zich in China en Hongkong

    Foto: China News Service??????

    Werkenden moeten in actie komen: bouw aan vakbonden en actiecomités rond gezondheid op elke werkplek

    Hieronder publiceren we een vertaling van een pamflet van Socialist Action (onze zusterorganisatie in Hongkong) gericht op de oproep van werkenden en zorgwerkers uit nieuwe vakbondsgroepen voor een staking op 3 februari uit protest tegen de ontoereikende maatregelen van de Hongkongse regering inzake het coronavirus dat na China nu ook Hongkong getroffen heeft.

    De epidemie die in China een enorme ontwrichting heeft veroorzaakt, is een internationale noodsituatie op vlak van volksgezondheid. De snelle verspreiding van het virus, dat officieel “2019-NCoV” wordt genoemd en het ademhalingssysteem aantast, heeft gezondheidsdeskundigen gealarmeerd. Sommigen waarschuwen dat het een ernstiger bedreiging vormt dan het SARS-virus, waaraan het nauw verwant is. Dat virus zorgde in 2003 voor 750 doden en 8.000 besmettingen. Het SARS-virus is ook in China ontstaan. Kapitalistische economen, die zich richten op de aandelenmarkten in plaats van op het menselijk leven, waarschuwen dat het nieuwe virus een wereldwijde recessie kan veroorzaken.

    Het nieuwe coronavirus dat in Wuhan is ontstaan, verspreidt zich in een alarmerend tempo. Er is angst en een zekere mate van paniek onder gewone mensen in China en Hongkong. Elders neemt de bezorgdheid toe naarmate de verspreiding van de epidemie versnelt en de gezondheidsverantwoordelijken waarschuwen dat het virus besmettelijker wordt. De omvang van de epidemie in China wordt verergerd door het gebrek aan duidelijke informatie van de regering. Het wijdverbreide wantrouwen ten opzichte van de autoriteiten is gebaseerd op de ervaring van de mensen met voorheen slecht beheerde crises (SARS, toxisch melkschandaal van 2008, vaccinschandaal van 2018).

    Het regime van Xi Jinping geeft toe dat de situatie “ernstig” is. Er zijn nu bevestigde gevallen van besmetting gemeld in ongeveer 20 landen buiten China, en het aantal gerapporteerde sterfgevallen en infecties neemt toe in China (100 doden op het moment van schrijven en 2700 bevestigde gevallen, een verdubbeling in twee dagen).

    De eerste [Chinese] reactie van de overheid was er een van criminele verwaarlozing. We hebben dit al eerder gezien. Het nieuws werd onderdrukt. Online informatie werd geblokkeerd. De ernst van de situatie werd volledig onderschat en het behoud van “stabiliteit” had de hoogste prioriteit. Veel Chinese burgers doen een beroep op sociale media waar ze pleiten voor het afzetten en bestraffen van het stadsbestuur van Wuhan. Dat is begrijpelijk: dat bestuur kent de situatie sinds december, toen de eerste gevallen zich voordeden, maar ondernam niets om belangrijke overheidsbijeenkomsten in de eerste weken van januari niet te verstoren. Waardevolle tijd ging verloren en de kans om de epidemie “onder controle” te krijgen werd gemist. Volgens de viroloog van de Hong Kong University, Guang Yi, was dat de gouden periode om controle te krijgen en nu is zelfs het effect van het afsluiten van hele steden om de verspreiding van het virus te voorkomen beperkt.

    De snelheid van de gebeurtenissen is eng. De besmetting van mens tot mens werd pas op 20 januari bevestigd. Drie dagen later werd de stad Wuhan (met 11 miljoen inwoners) afgesloten, met een verbod op alle uitgaande reizen. In de volgende drie dagen werd deze quarantaine en reisverbod uitgebreid tot nog eens 20 steden, waarbij zo’n 60 miljoen mensen worden getroffen. Treinen, vliegtuigen, veerboten en bussen worden opgehangen en stations en tolwegen worden geblokkeerd door gewapende politie.

    Xi Jinping en de top van het regime zijn gedwongen om de crisis rechtstreeks onder controle te krijgen, vanwege de verlamming en het gebrek aan lokaal initiatief van de lagere rangen van de Chinese autoritaire staat – erger nog dan tijdens de SARS-epidemie van 2003 – omdat lokale functionarissen bang zijn voor alles wat de dictatuur zou kunnen beschadigen of in verlegenheid kan brengen. De concentratie van alle macht in het centrum en in de persoon van ‘Keizer Xi’ zelf, betekent dat lokale overheden niets durven te doen tenzij ze daartoe opdracht krijgen van Peking.

    De acties van de Hongkongse regering volgen hetzelfde tragische patroon. Ze gedroegen zich volledig als een marionet en waren verlamd. Wat betreft het verbod op reizen uit risicovolle gebieden op het Chinese vasteland en andere noodmaatregelen, is de regering van Carrie Lam zelfs achtergebleven bij de stappen die haar bazen in Peking hebben ondernomen. De regering van Hongkong weigerde er bij de mensen in Hongkong op aan te dringen om gezichtsmaskers te dragen (omdat de regering heeft geprobeerd om maskers te verbieden als onderdeel van haar repressieve aanval op de 8 maanden oude protestbeweging).

    Chan Hon-yee, directeur van de dienst volksgezondheid in Hongkong, stelde dat het niet nodig is om gezichtsmaskers te dragen tijdens normale openbare activiteiten, terwijl regeringen op het vasteland van China, maar ook in Japan en Zuid-Korea, nu hun burgers net vragen om maskers te dragen. Om geen gezichtsverlies te lijden, verdedigt de regering van Hongkong koppig haar anti-maskerwet van oktober, en staat zij pal voor haar plan om in beroep te gaan tegen het besluit van het Hooggerechtshof van november om dat verbod in te trekken.

    Het zwaar beproefde ziekenhuissysteem in Hongkong heeft dringend behoefte aan extra middelen om deze crisis het hoofd te bieden, wat tot massale woede en een oproep tot staking op maandag 3 februari heeft geleid. Socialist Action steunt dit stakingsinitiatief volledig en roept werkenden en activisten in de vakbonden en nieuwe vakbondsformaties op om solidariteit voor deze staking te mobiliseren.

    Wij sluiten ons aan bij degenen die zeggen dat de door de regering voorgestelde verhoging van de politiesalarissen (om hen te belonen voor een half jaar ongekende repressie) moet worden geannuleerd en dat dit geld moet worden gebruikt voor noodmaatregelen om de epidemie te bestrijden, onder meer om de beschermende uitrusting voor medisch personeel te verbeteren (naar verluidt zijn er meer dan 10 miljoen gezichtsmaskers in het magazijn van het ministerie van Volksgezondheid, terwijl het personeel van de openbare ziekenhuizen niet genoeg N95-maskers heeft om te gebruiken) en om te zorgen voor voldoende isolatieafdelingen.

    De regering moet maatregelen nemen om prijsspeculatie en hamsteren, waaronder gezichtsmaskers en voedsel, tijdens deze crisis strikt te verbieden. Ook moet de regering haar juridische procedure om de anti-gezichtsmaskerwet weer in te voeren stopzetten.

    De hogesnelheidslijn [die het Chinese vasteland en Hongkong met elkaar verbindt] en de grens moeten onmiddellijk worden gesloten om de verspreiding van de epidemie in te dammen, niet alleen voor de Chinese bevolking maar voor alle mensen. Socialisten verzetten zich tegen de racistische agenda van de lokalistische beweging in Hongkong om via deze kwestie de Chinese bevolking op het vasteland aan te vallen. Het coronavirus discrimineert niet: alle etnische groepen en nationaliteiten kunnen drager zijn en lopen gevaar.

    Werkenden en vakbonden in Hongkong moeten elkaars inspanningen steunen om zich op elke werkplek te organiseren, om met gekozen vertegenwoordigers actiecomités op te zetten om met het management te onderhandelen en om ervoor te zorgen dat er concrete stappen worden afgedwongen die de veiligheid van personeel en het grote publiek als topprioriteit stellen.

    Werkenden moeten het recht hebben om tijdens deze crisis te weigeren naar China te worden gestuurd. Werkenden moeten ook het recht hebben om thuis te werken en flexibele werktijden te hanteren om de drukte tijdens de spitsuren te verminderen. We kunnen er niet op vertrouwen dat de overheid of de bedrijfsleiders in ons belang handelen. Daar moet voor worden gevochten – door het organiseren en verspreiden van de vakbonden en comités op de werkplaatsen. Maskers, wasfaciliteiten, meer schoonmaakroutines en informatiebijeenkomsten tijdens de werkuren moeten voor alle werkenden beschikbaar worden gesteld.

    Arbeiders en vakbonden in Hongkong moeten alle gelijkaardige inspanningen van werkenden op het vasteland ondersteunen om hun rechten te verbeteren en vakbonden op te richten om adequate bescherming en middelen te verkrijgen om de crisis het hoofd te bieden. De moeilijkheden en de opofferingen van het Chinese ziekenhuispersoneel in crisissteden als Wuhan, dat botst op een tekort aan middelen en investeringen om de enorme omvang van de crisis aan te pakken, maken ons verdrietig en boos.

    De solidariteit van de werkenden en de voorbeelden van de bouw van actiecomités in Hongkong kunnen de arbeiders op het vasteland inspireren om voor hun rechten te strijden. Massale actie van onderaf is de beste manier om deze noodsituatie te bestrijden, aangezien we duidelijk niet kunnen vertrouwen op de regering om het werk te doen.

    De vakbonden in Hongkong zouden zich dringend moeten mobiliseren en voor deze stappen strijden:

    • Bouw aan actiecomités op alle werkplekken
    • Recht om te weigeren naar China te worden gestuurd voor werk
    • Recht op flexibele werktijden en thuiswerk
    • Recht op organisatie van de actiecomités onder werktijd
    • Intrekking van het beroep van de regering om de anti-gezichtsmaskerwet opnieuw in te voeren
    • Stop de loonsverhoging van de politie. Noodfinanciering voor medisch personeel
  • 70 jaar geleden: de Chinese revolutie

    Intrede van het Chinese Volksleger in Peking in 1949. Foto: Wikipedia

    Xi Jinping, de ‘sterke man’ van China, zal een groots militair optreden voorzitten ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de Chinese Revolutie op 1 oktober 1949. 70 jaar geleden werden het kapitalisme en imperialisme door het boerenleger van Mao Zedong uit China verdreven. De politieke macht ging over in de handen van de stalinistische ‘communistische’ partij (CCP). Vandaag berust de dictatuur van de CCP op een fundamenteel andere klassenbasis dan zeventig jaar geleden: het is nu een imperialistische mogendheid – de op een na machtigste ter wereld – die een autoritair en door de staat geleid kapitalistisch model hanteert.

    Vincent Kolo van chinaworker.info kijkt naar wat de revolutie en het regime van Mao werkelijk vertegenwoordigden

    China telt vandaag het tweede grootste aantal miljardairs ter wereld. Het aantal is bijna verdubbeld van 251 naar 476 sinds Xi Jinping in 2012 aan de macht kwam. Dit is een veel sterkere stijging dan in de VS onder Obama en Trump, waar het aantal miljardairs in dezelfde periode van 425 naar 585 ging. Ondanks het veelbesproken economische “wonder” en de vooruitgang in de strijd tegen de armoede, hadden 577 miljoen Chinezen op het platteland vorig jaar een gemiddeld beschikbaar inkomen per hoofd van de bevolking van 14.617 yuan (2.052 US$). Dat is 5,60 US$ per dag, een beetje meer dan de 5,50 US$ die de Wereldbank in de ‘hogere middeninkomenslanden’ als grens voor armoede beschouwt.

    Als commentatoren zeggen dat Xi zijn heerschappij baseert op het regime van Mao Zedong, dan bedoelen ze de autocratische heerschappij en repressie, in plaats van Xi’s economisch beleid dat pro-rijken en anti-werkende klasse is. In plaats van de revolutie van 1949 te verheerlijken, zal de officiële viering van China’s jubileumviering vooral nadruk leggen op nationalisme en thema’s als de mondiale rol en de militaire kracht van het land, de toenemende dreiging van ‘buitenlandse krachten’ (d.w.z. de VS), en de reden waarom China hopeloos verloren zou zijn indien de heerschappij van de CCP niet langer alles onder controle zou hebben.

    Revolutionaire veranderingen

    De CCP is niet aan de macht gekomen als voortrekker van de arbeidersbeweging. Met haar stalinistische visie en methoden stond ze aanvankelijk voor een relatief beperkte agenda om een “Nieuwe Democratie” op te richten, terwijl een kapitalistische economie behouden bleef. Maar bijna ondanks zichzelf werd de CCP door een van de machtigste revolutionaire golven in de wereldgeschiedenis naar voren geduwd. Het was deze massale revolutionaire vurigheid, binnen het internationale kader na de Tweede Wereldoorlog, die Mao’s regime ertoe aanzette om veranderingen door te voeren die China fundamenteel transformeerden.

    China stond al lang bekend als de “zieke man van Azië” – het was arm, zelfs naar de normen van Azië in die tijd. Met zijn enorme bevolking (475 miljoen in 1949) was China al een eeuw lang de grootste “mislukte staat” ter wereld. Van 1911 tot 1949 werd het verscheurd tussen rivaliserende krijgsheren, met een corrupte centrale regering, en geteisterd door inmengingen van buitenlandse mogendheden. Het beëindigen van de vernederende buitenlandse douanekantoren en de aanwezigheid van imperialistische legers op Chinese bodem was slechts een van de vele verworvenheden van de revolutie. Mao’s regime introduceerde ook een van de meest verstrekkende landhervormingen in de wereldgeschiedenis – niet zo groot als die van Rusland, maar met een plattelandsbevolkign die vier keer zo groot was.

    Zoals de historicus Maurice Meisner opmerkt, vernietigde deze agrarische revolutie “China’s adellijke eigenaren als sociale klasse, waardoor eindelijk de langst bestaande heersende klasse in de wereldgeschiedenis werd uitgeschakeld, een klasse die al lang een belangrijke belemmering vormde voor de wederopstanding en modernisering van China.” In 1950 vaardigde de regering van Mao een huwelijkswet uit die gearrangeerde huwelijken, polygamie en bigamie verbood en de scheiding voor beide geslachten gemakkelijker maakte. Dit was een van de meest dramatische beleidsverandedringen op het gebied van huwelijks- en gezinsrelaties ooit.

    Toen de CCP aan de macht kwam, was vier vijfde van de bevolking analfabeet. Dit werd verminderd tot ongeveer 35% in 1976, toen Mao stierf. Als gevolg van de verpletterende onderontwikkeling waren er vóór 1949 in heel China slechts 83 openbare bibliotheken en slechts 80.000 ziekenhuisbedden. In 1975 waren er 1.250 bibliotheken en 1,6 miljoen ziekenhuisbedden.

    De gemiddelde levensverwachting, in 1949 slechts 35 jaar, werd in dezelfde periode verhoogd tot 65 jaar. Innovaties in de openbare gezondheidszorg en het onderwijs, hervorming (vereenvoudiging) van het geschreven alfabet, en later het netwerk van ‘blotevoetenartsen’ dat de meeste dorpen omvatte, veranderde de omstandigheden voor de armen op het platteland. Deze prestaties, in een tijd waarin China veel armer was dan nu, zijn een aanklacht tegen de huidige crisis in de gezondheidszorg en het onderwijs, die het gevolg is van commercialisering en privatisering.

    De afschaffing van het feodalisme en de imperialistische controle was een cruciale voorwaarde om China op de weg van moderne industriële ontwikkeling te zetten. Aanvankelijk hoopte het regime van Mao op een alliantie met delen van de kapitalisten en liet het belangrijke delen van de economie in particuliere handen. Maar halverwege de jaren vijftig was het regime gedwongen om de hele weg te bewandelen en zelfs de ‘patriottische kapitalisten’ te onteigenen en hun bedrijven op te nemen in een staatsplan naar het voorbeeld van het bureaucratische planningssysteem in de Sovjet-Unie. Vergeleken met een regime van echte arbeidersdemocratie was het maoïstisch-stalinistische plan een tamelijk bot instrument, maar het was toch een onvergelijkbaar veel dynamischer instrument dan het corrupte Chinese kapitalisme.

    Gezien de lage basis van de Chinese economie aan het begin van dit proces, was de industrialisatie die tijdens de planeconomie werd bereikt, werkelijk verbazingwekkend. Van 1952 tot 1978 steeg het aandeel van de industrie in het BBP van 10 procent naar 35 procent (OECD Observer 1999).

    Dit is een van de snelste industrialisatietempo’s ooit, groter dan in Groot-Brittannië in 1801-41 of Japan in 1882-1927. In deze periode creëerde China vliegtuigen, nucleaire, maritieme, automobiel-, en zware machinebouwindustrieën. Het BBP gemeten in koopkrachtpariteiten steeg met 200%, terwijl het inkomen per hoofd van de bevolking met 80% steeg. Zoals Meisner betoogt: “Het was tijdens de Mao-periode dat de essentiële fundamenten van de industriële revolutie in China werden gelegd. Zonder Mao zouden de hervormers van na Mao weinig te hervormen hebben gehad.”

    De twee grote revoluties van de vorige eeuw, de Russische (1917) en de Chinese (1949), hebben meer gedaan om de wereld waarin we leven vorm te geven dan welke andere gebeurtenissen in de menselijke geschiedenis dan ook. Beide waren het resultaat van het totale onvermogen van het kapitalisme en het imperialisme om de fundamentele problemen van de mensheid op te lossen. Beide waren ook massabewegingen op epische schaal, geen militaire staatsgrepen zoals veel kapitalistische politici en historici beweren. Dit gezegd zijnde, waren er fundamentele, beslissende verschillen tussen deze revoluties.

    Stalinisme

    Het door Mao opgezette sociale systeem was er een van stalinisme in plaats van socialisme. Het isolement van de Russische Revolutie na de nederlaag van de revolutionaire bewegingen in Europa en elders in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw leidde tot de opkomst van een conservatieve bureaucratie onder Stalin, die zich baseerde op de staatseconomie, waaruit zij haar macht en privileges putte. Alle elementen van arbeidersdemocratie – beheer en controle door gekozen vertegenwoordigers en de afschaffing van de voorrechten – werden aan de kant geschoven.

    Nochtans heeft een planeconomie, zoals Leon Trotski uitlegde, democratische controle van de arbeiders nodig, zoals een menselijk lichaam zuurstof nodig heeft. Zonder deze democratische controle, onder een regime van bureaucratische dictatuur, kan het potentieel van een planeconomie niet gerealiseerd worden en uiteindelijk, zoals twee decennia geleden is bewezen, wordt het hele stelsel bedreigd.

    Toch was het dit stalinistische model dat de CCP aannam toen het in 1949 aan de macht kwam. Hoewel dit verre van echt socialisme was, oefende het bestaan van een alternatief economisch systeem voor het kapitalisme, en de zichtbare voordelen die dit voor de massa van de bevolking met zich meebracht, een krachtig radicaliserend effect uit op de wereldpolitiek. China en Rusland speelden op basis van hun staatseconomieën een rol bij het dwingen van het kapitalisme en imperialisme om toegevingen te doen, met name in Europa en Azië.

    De Chinese revolutie heeft de druk op de Europese imperialisten vergroot om hun koloniën in het zuiden te verlaten. Het heeft er ook toe geleid dat het Amerikaanse imperialisme de snelle industrialisatie in Japan, Taiwan, Hongkong en Zuid-Korea heeft gesponsord en deze landen heeft gebruikt als buffer tegen de verspreiding van de revolutie, waarvoor het bang was. Zoals Marx stelde, is hervorming vaak een bijproduct van revolutie. Dit was het geval met de landhervorming en de vernietiging van het feodalisme door Aziatische militaire regimes in de jaren vijftig van de vorige eeuw binnen de Amerikaanse controledomeinen. Dit was de oorsprong van de snelle groei van het Aziatische kapitalisme vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw.

    Verschillende klassenbasis en -programma’s

    Terwijl zowel de Russische als de Chinese revoluties werden geleid door massale communistische partijen, waren er fundamentele verschillen tussen hen wat betreft programma, methoden en vooral hun klassenbasis – het verschil tussen marxisme en de stalinistische karikatuur ervan.

    De Russische Revolutie van 1917 had een proletarisch karakter – een factor van doorslaggevend belang. Dit gaf haar de politieke onafhankelijkheid en historische durf om een nooit eerder beproefde weg in te slaan. De leiders van die revolutie, vooral Lenin en Trotski, waren internationalisten en zagen de revolutie als de opmaat tot een wereldwijde socialistische revolutie.

    De meeste leiders van de CCP’s daarentegen waren in werkelijkheid nationalisten met slechts een dun laag internationalistisch vernis. Dit kwam overeen met de boerenbasis van de Chinese revolutie. Lenin merkte op dat de boerenbevolking de minst internationale van alle klassen is. Haar versnipperde en geïsoleerde levensomstandigheden geven haar een parochiale kijk op het leven, waarbij ze in veel gevallen niet eens een nationaal perspectief nastreeft. Lenins toespraak over de vorming van de Sovjetregering op 25 oktober 1917 eindigde met de woorden: “Lang leve de wereldwijde socialistische revolutie!”. Mao’s toespraak op 1 oktober 1949 sprak niet over de arbeidersklasse, maar legde de nadruk op het feit dat de Chinezen opstonden en verwees zelfs naar “de overzeese Chinese en andere patriottische elementen.”

    Het karakter van de Chinese Revolutie werd bepaald door de boeren en de kleinburgerij. In plaats van een massale arbeidersbeweging en gekozen arbeidersraden – de motor van de Russische Revolutie – en het bestaan van een democratische marxistische arbeiderspartij, de bolsjewieken, was het in China het op boeren gebaseerde volksbevrijdingsleger (PLA) die de macht overnam. De arbeidersklasse speelde geen onafhankelijke rol en kreeg zelfs het bevel om niet te staken of te demonstreren, maar om de komst van de PLA in de steden af te wachten.

    Hoewel de boeren in staat zijn tot groot revolutionair heldendom, zoals de geschiedenis van de strijd van het Rode Leger/PLA tegen Japan en het dictatoriale regime van Tsjang Kai-sjek aantoont, is zijn ze niet in staat om een onafhankelijke rol te spelen. Net zoals de dorpen zich door de steden laten leiden, zo steunt de boer politiek gezien een van de stedelijke klassen – de arbeidersklasse of de kapitalisten. In China was het niet de stedelijke bevolking die het platteland op sleeptouw nam, maar kwam de CCP aan de macht door een massale aanhang onder de boerenbevolking op te bouwen en vervolgens de grotendeels passieve, door oorlog uitgeputte steden te bezetten. De klassenbasis van de revolutie betekende dat ze een bestaand maatschappelijk model kon nabootsen, maar geen nieuw model kon creëren.

    De boerenoriëntatie van de CCP kwam voort uit de vreselijke nederlaag van de revolutie van 1925-27, veroorzaakt door de tweestadiatheorie van de Communistische Internationale onder Stalin. Omdat China zich pas in het stadium van de burgerlijke revolutie bevond, moesten de communisten volgens deze theorie de burgerlijke nationalistische partij van Chiang (Kwomintang) steunen en dienen. De jonge en indrukwekkende arbeidersbasis van de CCP werd op brute wijze verpletterd.

    Maar terwijl zich kort na deze nederlaag een belangrijke trotskistische minderheid vormde, die correcte conclusies trok dat de arbeidersklasse en niet de kapitalisten de Chinese revolutie moesten leiden, hield de meerderheid van de CCP-leiders vast aan het concept van de stalinistische tweestadiatheorie, hoewel ze er ironisch genoeg in de praktijk mee braken na de machtsovername in 1949.

    Eind jaren twintig van de vorige eeuw ging de belangrijkste groep CCP-kaderleden, voornamelijk afkomstig uit de intelligentsia, met deze verkeerde pseudo-marxistische ideeën de strijd aan met de guerrilla op het platteland. Chen Duxiu, de oprichter van de CCP en later aanhanger van Trotski, waarschuwde dat de CCP dreigde te ontaarden in een “boerenbewustzijn” – een profetisch oordeel. In 1930 was slechts 1,6% van de leden arbeider, vergeleken met 58% in 1927. Deze klassenstructuur bleef vrijwel onveranderd tot de partij in 1949 de macht veroverde en vloeide automatisch voort uit de aandacht van de leiders voor de boeren en de afwijzing van de stedelijke centra als de belangrijkste arena van de strijd.

    Daarnaast was er de toenemende bureaucratisering van de partij, de vervanging van het interne debat en de democratie door een regime van commando’s en zuiveringen, en de persoonlijkheidscultus rond Mao – allemaal gekopieerd van Stalin’s regeermethoden. Een boerenmilieu en een voornamelijk militaire strijd zijn veel meer bevorderlijk voor de groei van de bureaucratie dan een partij die zich opbouwt in de strijd van werkende mensen. Terwijl de Russische Revolutie onder ongunstige historische omstandigheden ontaardde, was de Chinese Revolutie van meet af aan bureaucratisch misvormd. Dit verklaart de tegenstrijdige aard van het maoïsme, van belangrijke sociale verworvenheden naast brute repressie en dictatoriale heerschappij.

    Haat tegen Kuomintang

    Toen de Japanse bezettingsoorlog in 1945 eindigde, was het Amerikaanse imperialisme niet in staat China rechtstreeks zijn eigen oplossing op te leggen. De stemming om “de troepen naar huis te brengen” was te sterk. De VS had geen andere keuze dan enkel militaire en andere steun te geven aan het corrupte en incompetente regime van Tsjang-Kai-Tsjek. In totaal werd voor zes miljard dollar steun gegeven.

    Dat Washington weinig vertrouwen had in de Kwomintang-regering bleek uit de opmerking van president Truman enkele jaren later: “Het zijn dieven, allemaal dieven, allemaal verdomme. Ze stalen 750 miljoen dollar van de miljarden die we naar Tsjang stuurden. Ze hebben het gestolen, en geïnvesteerd in onroerend goed in Sao Paulo en sommigen zelfs hier in New York.”

    Voor de massa’s was het nationalistische regime een regelrechte ramp. In de laatste jaren van de Kwomintang-heerschappij waren er meldingen uit verschillende steden van “hongerlijdende mensen die onbeheerd op straat liggen en sterven.” Fabrieken en werkplaatsen werden gesloten wegens gebrek aan voorraden of omdat de werknemers door honger te verzwakt waren om de machines te bedienen. Willekeurige executies door overheidsagenten en ongebreidelde misdaad door bendes waren de norm in de grote steden.

    Naast de landhervorming die in de bevrijde gebieden werd doorgevoerd, was de grootste troef van de CCP de haat tegen de Kwomintang. Dit leidde ook tot massale deserties van Tsjang’s troepen naar het Rode Leger/PLA. Vanaf de herfst van 1948 behaalden de legers van Mao in verschillende belangrijke veldslagen overwinningen. In stad na stad door het hele land gaven de Kwomintang-strijdkrachten zich over of kwamen ze in opstand om zich aan te sluiten bij de PLA. Het regime van Tsjang verrotte van binnenuit, waardoor de CCP onder uitzonderlijk gunstige omstandigheden de confrontatie met dit regime aanging. Latere maoïstische guerrillabewegingen, zoals die in Maleisië, de Filippijnen, Peru en Nepal, die het succes van Mao probeerden na te bootsen, hadden minder geluk.

    Met een echt marxistisch beleid had de omverwerping van de Kwomintang vrijwel zeker sneller en minder pijnlijk kunnen gebeuren. Vanaf september 1945, na de militaire ineenstorting van Japan, tot eind 1946, brachten arbeiders in alle grote steden een prachtige stakingsgolf op gang, met 200.000 stakers in Shanghai. Ook studenten gingen de straat op in een nationale massabeweging die de radicalisering van de middenlagen van de samenleving weerspiegelde.

    De studenten eisten democratie en verzetten zich tegen de militaire mobilisatie van de Kwomintang voor de burgeroorlog tegen de CCP. De arbeiders eisten vakbondsrechten en een einde aan de loonstop. In plaats van deze beweging te stimuleren, drong de CCP er bij de massa’s op aan om niet tot het “uiterste” te gaan in hun strijd. In dit stadium was Mao nog steeds vastbesloten om een “verenigd front” te vormen met de “nationale” burgerij, die niet tegen de borst mocht gestoten worden door strijd van de arbeidersklasse.

    De studenten werden door de CCP slechts als onderhandelingstroef gebruikt om druk uit te oefenen op Tsjang met het oog op vredesbesprekingen. De CCP deed haar uiterste best om de studenten- en arbeidersstrijd gescheiden te houden. De onvermijdelijke wetten van de klassenstrijd zorgden ervoor dat deze beperking tot een nederlaag en demoralisatie heeft geleid. Veel studenten- en arbeidersactivisten werden meegesleurd in een golf van repressie. Sommigen werden geëxecuteerd. Een historische kans werd gemist, waardoor het leven van Tsjang’s dictatuur werd verlengd en de stedelijke massa’s grotendeels passief bleven tijdens de rest van de burgeroorlog.

    Tweestadiatheorie

    In overeenstemming met de stalinistische tweestadiatheorie schreef Mao in 1940: “De Chinese revolutie in haar huidige fase is nog geen socialistische revolutie voor de omverwerping van het kapitalisme, maar een burgerlijk-democratische revolutie, met als centrale taak vooral het bestrijden van buitenlands imperialisme en binnenlands feodalisme.” (Mao Zedong, Over Nieuwe Democratie, januari 1940).

    Om een blok met de ‘progressieve’ of ‘patriottische’ kapitalisten te bereiken, beperkte Mao de landhervorming (pas in de herfst van 1950 werd deze in slechts een derde van China doorgevoerd). Terwijl de bedrijven van de ‘bureaucratische kapitalisten’ – Kwomintang-vrienden en ambtenaren – onmiddellijk genationaliseerd werden, behielden de particuliere kapitalisten hun controle en waren ze in 1953 goed voor 37% van het BBP.

    Een cruciale test kwam met de Koreaanse oorlog die in juni 1950 uitbrak. Dit bracht een enorme escalatie van de Amerikaanse druk, economische sancties en zelfs de dreiging van een nucleaire aanval op China met zich mee. De oorlog en de daarmee gepaard gaande gepolariseerde wereldsituatie (de Koude Oorlog tussen de Sovjet-Unie en de VS) betekende dat het regime van Mao, om aan de macht te blijven, geen andere keuze had dan de sociale transformatie te voltooien, de landhervorming te versnellen en de controle over de hele economie te vergroten.

    De Chinese revolutie was dus een paradoxale, onafgewerkte revolutie, die niet alleen tot monumentale sociale vooruitgang leidde, maar ook tot een monsterlijke bureaucratische dictatuur waarvan de macht en de privileges het potentieel van de planeconomie steeds meer ondermijnden. Tegen de tijd dat Mao stierf, was het regime diep verdeeld en in crisis, uit angst voor massale omwentelingen die het van de macht zouden kunnen verdrijven.

    Sommigen in China zijn vandaag de dag verharde anticommunisten geworden die het kapitalisme steunen en geloven dat dit op de een of andere manier een alternatief is voor het huidige regime. Anderen hebben zich gericht op de erfenis van Mao, die naar hun mening is verraden door zijn opvolgers. Binnen deze toenemende sociale en politieke turbulentie zijn echte marxisten, georganiseerd in het CWI in China, Hongkong en Taiwan, via de website chinaworker.info en andere publicaties actief om steun te winnen voor wereldwijd democratisch socialisme als enige weg vooruit.

  • [Dossier] Trump’s handels- en technologieoorlogen en de gevolgen voor het globale kapitalisme

    Onderstaand artikel uit het magazine ‘SocialistWorld’ (een nieuw kwartaalmagazine van onze Amerikaanse zusterorganisatie Socialist Alternative) is geschreven door Vincent Kolo van ChinaWorker.info, de website van de Chinese afdeling van het Committee for a Workers International. We brachten eerder verslag uit van het massale verzet tegen de repressieve wetgeving in Hongkong, waarbij Socialist Action en ChinaWorker.info opriepen tot een politieke 24-urenstaking om de regering van Carrie Lam weg te krijgen.

    Het escalerende conflict tussen de VS en China is niets minder dan een grote crisis voor het wereldwijde kapitalisme. Nu de onderhandelingen bijna volledig zijn mislukt, lijkt er geen “uitweg” meer te zijn uit de handelsoorlog die in juli 2018 begon. Deze crisis wijst op een langdurige en steeds harder wordende strijd met mogelijk ernstige wereldwijde gevolgen op economisch, politiek en zelfs militair gebied.

    In mei was er een dramatische escalatie met president Trump die een nieuwe ronde van tariefverhogingen op Chinese goederen aankondigde en vervolgens het conflict uitbreidde tot een technische oorlog, waarvan de kosten die van de handelsmaatregelen wel eens fors kunnen overstijgen. Het regime van Xi Jinping reageerde met vergeldingsheffingen tegen de VS, maar de reactie was voorzichtig en gematigd, waaruit blijkt dat het Chinese regime voorlopig nog steeds hoopt verdere escalatie te voorkomen.

    De maatregel van Trump die Amerikaanse bedrijven verbiedt om te leveren aan de Chinese telecomgigant Huawei is niets minder dan een staatsgeleide campagne van de VS om het bedrijf uit de markt te halen en te vermijden dat Huawei, dat nauwe banden heeft met de Chinese staat, globale dominantie over 5G (vijfde generatie) draadloze technologie kan bereiken. Het uitrollen van 5G komt er immers aan. Trump’s besluit zet Huawei op wat informeel een “dodenlijst” wordt genoemd. Op dit moment is Huawei wereldleider in 5G-netwerken, maar de helft van zijn microchips komen van Amerikaanse bedrijven.

    Dit opent een nieuw en mogelijk veel ernstiger front in het conflict tussen de supermachten. Als de geplande ontmoeting tussen de Trump en Xi eind juni in de marge van de G20-top in Japan doorgaat, kan dit mogelijk nog steeds leiden tot een wapenstilstand of opgesmukte handelsovereenkomst. Maar nu de kloof tussen de twee partijen groter wordt, lijkt een dergelijk resultaat steeds onwaarschijnlijker.

    Deze gebeurtenissen bevestigen onze inschatting dat het begin van dit conflict vorig jaar een belangrijk keerpunt in de mondiale betrekkingen betekende. Het is het begin van een nieuw tijdperk van verscherping van het imperialistische conflict tussen de VS en China, die elkaar op “elk terrein bekampen,” zoals The Economist het onlangs stelde. In een ander historisch tijdperk zouden deze processen waarschijnlijk tot oorlog leiden, maar in het tijdperk van kernwapens en wederzijdse vernietiging, met een gebrek aan stabiele steun en angst van regeringen en de heersende klassen voor massale onrust, stelt dit scenario zich gelukkig niet.

    Het is echter van vitaal belang dat de arbeidersbeweging in beide landen en wereldwijd een onafhankelijke politieke positie ontwikkelt ten opzichte van de maatregelen van de regering-Trump. Het moet gaan om een positie gebaseerd op het internationalisme van de arbeidersklasse, die zich in gelijke mate verzet tegen het protectionisme van nationalistische politici zoals Trump en Xi Jinping, maar ook tegen het kapitalistische alternatief van neoliberale globalisering. Onder het kapitalisme worden zowel handelsoorlogen als handelsovereenkomsten nagestreefd in het belang van grote bedrijven en de financiële elite, gebaseerd op een oneindige race naar de bodem, gebaseerd op een nooit aflatende wedloop op vlak van de levensstandaard van werkenden, democratische rechten en het milieu.

    De escalatie van het conflict heeft weinig verrassend schokgolven veroorzaakt op de wereldwijde financiële markten, die rekenden op een handelsovereenkomst tussen de VS en China. Dit valse optimisme was vooral gebaseerd op de propaganda van het kamp van Trump en de president zelf. Net als het globale kapitalisme als geheel, is de dictatuur van de Chinese “Communistische” partij (CCP) opnieuw uit balans gebracht door de abrupte bochten van Trump. Met de laatste verhogingen wordt bijna de helft van China’s invoer in de VS (ter waarde van $250 miljard) onderworpen aan invoerheffingen van 25%. Bovendien dreigt Trump om de tarieven tot alle Chinese goederen uit te breiden, tenzij een voor zijn regering aanvaardbare overeenkomst wordt bereikt.

    Nieuwe Koude Oorlog?

    Dit is geen losstaand conflict, maar de eerste fase van een ‘economische koude oorlog’ die zich niet beperkt tot handel en investeringen, maar ook betrekking heeft op wetenschap en technologie, visa, academische uitwisselingen, geopolitiek en de toenemende militaire concurrentie. Dit zal vooral het geval zijn in de ‘Indo-Pacific’-regio, zoals het door de Amerikaanse regering wordt genoemd. Deze regio is nu goed voor 28% van de wereldwijde wapenuitgaven, een stijging tegenover 9% twintig jaar geleden.

    Om duidelijk te zijn: dit is niet enkel de politiek van Trump. De Democratische Partij blijft momenteel relatief stil over deze kwestie, maar is ook voorstander van een ‘harder’ beleid tegenover China. Historisch gezien zijn de Democraten de meer protectionistische partij, terwijl de Republikeinse Partij voor een harde lijn van vrijhandel-doctrine stond tot Trump deze zonder pardon overboord gooide.

    In tegenstelling tot de impasse tussen het Amerikaanse imperialisme en de Russische stalinistische door de staat gecontroleerde economie in de vorige eeuw, is dit geen conflict tussen onverenigbare sociaaleconomische systemen. Het gaat er in de eerste plaats over welke heersende klasse in de toekomst de regels voor de wereldeconomie zal bepalen. Het Chinese staatskapitalistische economische model wordt wel eens tegenover de vrije markt variant van de VS geplaatst, maar dit is niet de oorzaak van het conflict, ondanks pogingen van kapitalistische politici in de VS om het af te schilderen als een strijd om “waarden”, alsof ze plotseling ontdekken dat China een autoritair systeem heeft. De oorsprong van het conflict is een botsing van imperialistische machten op zoek naar wereldwijde hegemonie.

    In feite suggereert de huidige strijd dat staatskapitalistische maatregelen, met regeringen die ingrijpen om de economische ontwikkelingen te sturen en de markt te “controleren”, wereldwijd gebruikelijker kunnen worden, zelfs indien deze samengaan met meer deregulering en privatiseringen. Wat zijn de maatregelen van Trump zoals de 16 miljard dollar subsidies aan de landbouwsector (als compensatie voor Chinese wraakmaatregelen rond invoerheffingen) anders? Of de maatregelen om investeringen en export te blokkeren in de technologiesector? Deze verschuiving naar meer actieve staatsinmenging in handel, financiële stromen, fusies en overnames, en academische uitwisselingen, samen met een toename van antidemocratische maatregelen, is zeer ironisch. “In plaats van dat China meer westers wordt, wordt Amerika meer Chinees,” merkte The Economist onlangs op. Een verschuiving naar selectief gebruik van staatskapitalistische maatregelen betekent niet dat de kapitalisten het neoliberalisme opgeven, maar dat ze beide zullen gebruiken, afhankelijk van de behoeften van de situatie, net zoals het Chinese regime dit doet.

    Gesteund door Duitsland, Frankrijk en de meeste regeringen van de Europese Unie, zet de VS zich ook fel af tegen het door Xi Jinping ondertekende wereldwijde infrastructuurprogramma Belt-and-Road Initiative (BRI, de ‘nieuwe zijderoute’), in een poging om te profiteren van het groeiende verzet in landen met BRI-contracten tegen China’s “diplomatie van de schuldenval.” Het 70 landen omvattende BRI is een voorbeeld van imperialisme ‘met Chinese kenmerken’, gelanceerd door het regime van Xi als een manier om de chronische industriële overcapaciteit van China op te vangen en nieuwe winstgevende afzetmogelijkheden te bieden voor het Chinese banksysteem, terwijl een groot deel van de Chinese economie is verstrikt in schulden.

    De VS versterkt ook haar militaire aanwezigheid in het westelijk deel van de Stille Oceaan en de betwiste Zuid-Chinese Zee om de snelle opbouw van de zeemacht door Peking en de bouw van gemilitariseerde, door de mens gemaakte eilanden tegen te gaan. De escalatie van de maritieme geschillen waarbij China en een aantal van buurlanden betrokken zijn, gaat deels over energie en visserijhulpbronnen, maar is vooral een poging om met de Chinese PLAN (People’s Liberation Army Navy) deze wateren onder controle te houden en de VS, met zijn iets kleinere maar veel krachtiger marine, de mogelijkheid te ontzeggen om het gebied te controleren. Tussen 2014-18, breidde China zijn marinevloot uit met meer capaciteit dan de Franse, Duitse, Indiase, Zuid-Koreaanse, Spaanse en Taiwanese marines samen.

    Zowel de Amerikaanse als de Chinese regering zijn bezig met het intensiveren van diplomatieke manoeuvres rond Taiwan, wat in de komende periode een gevaarlijke kwestie kan worden, vooral omdat het politieke systeem van het eiland instabieler en meer gepolariseerd wordt. Voor de CCP-dictatuur is Taiwan een kernelement in haar nationalistische kruistocht om een sterk en ‘herenigd’ China op te bouwen, terwijl het door het Amerikaanse imperialisme wordt gebruikt om een aanhoudende rol als politie-agent in Azië te legitimeren en een hefboom te zijn om druk uit te oefenen op Peking.

    Het einde van het “engagement”

    De nieuwe fase van de Amerikaans-Chinese rivaliteit maakt een einde aan meer dan 40 jaar relatief stabiel en consistent ‘engagement’, die begon met de Nixon-regering in de jaren zeventig van de vorige eeuw en die enorm winstgevend werd voor het Amerikaanse kapitalisme. “We hebben echt de Rubicon overgestoken,” zegt Chris Krueger van de Cowen Washington Research Group. De “Kissinger-consensus is dood en China is een strategische rivaal. Volledig einde.”

    Dit verwijst naar Nixon’s staatssecretaris Henry Kissinger, wiens geheime bezoek aan China in 1971 een nieuw tijdperk van nauwere banden inluidde. Tegelijkertijd zou een volledige ‘koude oorlog’, als deze zich ontwikkelt, ongekende problemen opleveren voor het kapitalisme in een tijdperk van algemene crisis, economische en politieke instabiliteit. “De spanningen van vandaag maken de oorspronkelijke Koude Oorlog eenvoudig,” zegt The Economist in een ‘Speciaal Rapport over China en Amerika’ (18 mei 2019). Dit komt omdat China de grootste fabrikant ter wereld is, de grootste exporteur, de op een na grootste importeur, en een belangrijke kracht in de wereldwijde financiële wereld. De Sovjet-Unie daarentegen was wel militaire supermacht, maar had slechts een kleine aanwezigheid op de wereldmarkten, met twee derde van haar buitenlandse handel binnen het stalinistische blok.

    Economische verliezen

    De heersende klasse van de VS is meer en meer gealarmeerd door de groeiende economische en geopolitieke uitdaging van China voor het leiderschap van de VS. Trump vertelt aan Fox News dat dit “niet zal gebeuren” als het aan hem ligt. Maar om de wereldwijde dominantie van de VS in stand te houden, is een beleid nodig dat in plaats van de economische groei te stimuleren, barrières opwerpt, chaos brengt in complexe wereldwijde toeleveringsketens en de groei vermindert.

    De OESO voorspelt dat de intensivering van de handelsoorlog tussen de VS en China tegen 2021-22 zal leiden tot een daling van maar liefst 0,7% van het wereldwijde BBP. Het effect op de VS en China zou groter zijn: dalingen van respectievelijk 0,9% en 1,1%. Chinese ambtenaren hebben soortgelijke schattingen gegeven. Potentieel kunnen de gevolgen van de impasse in de verhouding tussen de VS en China een wereldwijde recessie teweegbrengen en zelfs een nieuwe financiële crisis ontketenen.

    Trump heeft tegen alle logica in erop aangedrongen dat China invoerheffingen betaalt, terwijl het in feite Amerikaanse bedrijven zijn die uit China importeren en de rekening steeds meer naar de Amerikaanse consumenten zal doorgeschoven worden. De Federal Reserve, de centrale bank, in New York berekent dat de handelsoorlog elk Amerikaans huishouden 831 dollar per jaar zal kosten. Vooral met het conflict dat verandert in een technische oorlog door de aanval op Huawei, zouden tienduizenden en zelfs miljoenen banen in de VS en China op het spel kunnen staan.

    Een sluiting van Huawei zou leiden tot een verlies van 180.000 banen (waaronder ongeveer 1.200 Amerikaanse werknemers) en is daarom iets wat Peking duidelijk nooit zou toestaan. Maar de Chinese technologiesector wordt nu al geconfronteerd met een ‘winter’ met een stijging van het aantal ontslagen en een verscherpte concurrentie om banen. Er zijn gemiddeld 32 kandidaten per vacature. Dit jaar is er een groeiende opstand geweest tegen de ‘996’-cultuur in de sector (negen tot negen, zes dagen per week werken), waarbij Huawei een van de ergste overtreders is. De Chinese ‘996’-protesten op het internet kregen solidariteitsboodschappen en steun van Amerikaans technologiepersoneel, bijvoorbeeld bij Microsoft. Dat toont de mogelijkheden van internationale actie om jobs en voorwaarden te verdedigen. De werkloosheidscijfers van het Chinese regime zijn onbetrouwbaar en omvatten alleen de ‘stedelijke’ arbeidskrachten, waardoor 280 miljoen migrerende werknemers met onzekere tijdelijke banen in de bouw, de productie en de dienstensector zijn uitgesloten. Maar zelfs de officiële werkloosheidscijfers laten een stijging zien tot 5,2% in maart, vergeleken met iets minder dan 4% in april 2017. Het is duidelijk dat de werkloosheid nu een belangrijke zorg is geworden voor de regering op een ogenblik dat het conflict met Trump zich verdiept.

    Het Trump-tijdperk betekent dat de gemiddelde Amerikaanse invoerheffingen niet ver onder het niveau van de Smoot-Hawley Tariff Act uit 1930 liggen, zo werd opgemerkt door het Peterson Institute for International Economics. Trump heeft natuurlijk ook wereldwijde heffingen opgelegd voor staal en aluminium en heeft de EU en Mexico bedreigd met invoerheffingen. Terwijl de heersende klasse het standpunt van Trump tegen de opkomst van China steunt, zijn er ernstige twijfels over het gebruik van invoerheffingen als een belangrijk wapen in het buitenlands beleid en over de toename van protectionisme in het algemeen. Onlangs stuurden Walmart, Target en meer dan 600 andere bedrijven een brief naar Trump met het verzoek “om het handelsgeschil met China op te lossen en om te zeggen dat de invoerheffingen Amerikaanse bedrijven en consumenten pijn doen.” (Reuters, 6/13/19).

    Het besef groeit dat de hoge invoerheffingen van vandaag niet langer een tijdelijke onderhandelingstroef zijn, maar een permanente realiteit kunnen worden. Dit is niet in het minst omdat de Amerikaanse eisen die in de 150 pagina’s tellende ontwerpovereenkomst tussen China en de VS zijn opgenomen, neerkomen op een ‘economische regimeverandering’ in China. Dit is natuurlijk onaanvaardbaar voor de Chinese dictatuur, vooral voor een heerser die zo afhankelijk is van nationalistische retoriek als Xi Jinping.

    Zoals Stephen Bannon, de voormalige adviseur van Trump en goeroe van blanke nationalistische groepen, verklaarde: “Als de CCP op een afdwingbare manier instemt met de eisen van de Verenigde Staten, zou dit neerkomen op een juridische en regelgevende ontmanteling van het Chinese staatskapitalisme.”

    Staatskapitalisme met Chinese kenmerken

    Het huidige Chinese regime en de huidige Chinese staat zijn voortgekomen uit het proces van kapitalistische restauratie dat aan het eind van de jaren zeventig begon. Het heeft unieke kenmerken ontwikkeld die het onderscheiden van andere ex-stalinistische (of maoïstische) staten. Reeds ten tijde van het barbaarse bloedbad op het Tienanmanplein dertig jaar geleden verwierpen het regime van Deng Xiaoping en zijn opvolgers resoluut het idee om te experimenteren met burgerlijke democratie. Ze vreesden immers dat het politieke ‘chaos’ zou brengen, evenals de ineenstorting van de geheime zakelijke activiteiten van de top van de functionarissen van de CCP, die vandaag de dag zijn uitgegroeid tot uitgestrekte, maar nog steeds grotendeels heimelijke rijken.

    In plaats van in te stemmen met een door het Westen geleid proces van economische liberalisering, zoals in een groot deel van Oost-Europa, handhaafde China’s voormalige bureaucratische elite een totalitair politiek systeem om de middelpuntvliedende krachten van het land in toom te houden en ervoor te zorgen dat de groei van het kapitalisme politiek verbonden was met het overleven van het regime.

    Op deze manier werd de dominante groep binnen de Chinese kapitalistische klasse de ‘prinselijke’ families met directe banden binnen de hoogste CCP-hiërarchie. Xi Jinping, wiens familie overzeese bezittingen heeft ter waarde van 1 biljoen dollar volgens een onlangs uitgelekt rapport in de Hongkongse media, vertegenwoordigt de heerschappij van de ‘prinsen’ over de staat (het is opmerkelijk dat geen enkele ‘prins’ het doelwit is geweest van Xi’s anticorruptie-campagne die de afgelopen zes jaar een record van één miljoen CCP-functionarissen ten val heeft gebracht).

    Om zijn heerschappij te handhaven, schuwt dit eigenaardige kapitalistische regime zelfs beperkte ‘democratische’ concessies zoals een versoepeling van de perscensuur of het toestaan van meer speelruimte in de NGO-sector. Ook beschermt het jaloers de strategische economische sferen door gebruik te maken van zijn controle over een aantal belangrijke staatsbedrijven, omdat de winsten en de spectaculaire rijkdom van de prinselijke families en “rode” kapitalisten gebaseerd zijn op het controleren van deze sectoren. Xi en zijn onderhandelaars zijn bereid om concessies te doen aan Trump om de handelsoorlog te de-escaleren, en ook omdat ze een symmetrie van belangen zien met de Amerikaanse kapitalisten bij het toestaan van versnelde liberale hervormingen in sommige economische sectoren. De kwestie van de algemene controle van het regime door middel van staatskapitalistische interventies is echter altijd ononderhandelbaar geweest.

    Bij gebrek aan een overeenkomst die in werkelijkheid de capitulatie van de CCP-dictatuur zou vereisen, lijkt het doel van de regering-Trump te zijn om een ontkoppeling van de Amerikaanse en Chinese economie tot stand te brengen. De voormalige minister van Financiën, Hank Paulson, waarschuwde dat dit een “Economisch IJzeren Gordijn” tussen de Amerikaanse en de door China geleide gebieden zou zijn.

    Ontkoppeling

    Er zijn duidelijke grenzen aan hoe ver een economische ontkoppeling van de twee economieën kan gaan, gezien de hoge mate van onderlinge afhankelijkheid en de complexiteit van de wereldwijde productieketens. Maar het is tevens duidelijk dat een groeiend deel van de Amerikaanse kapitalistische klasse nu voorstander is van deze lijn. Dat is in de overtuiging dat als de economische en technologische opkomst van China niet afgeremd wordt, het snel te laat kan zijn. Zij hebben zich achter de agressieve handelstactiek van Trump geschaard in de hoop dit of het Chinese regime zal dwingen om zijn staat-beschermde markt voor het kapitaal van de VS open te stellen of de bedrijven van de VS en Westelijke bondgenoten zal dwingen om hun banden met de economie van China door te snijden.

    Maar zoals het Brookings Institution, een Amerikaanse denktank, in een recent rapport over het Amerikaans-Chinese conflict opmerkt:  “Het probleem met deze benadering is dat onze bondgenoten en partners ons niet op deze weg gaan volgen. Voor bijna alle bondgenoten is China een grotere handelspartner dan de Verenigde Staten, en een sneller groeiende. Ontkoppeling zou enorme economische kosten met zich meebrengen en zou leiden tot een onstabiele wereld van concurrerende economische instellingen en blokken.”

    De campagne van de Amerikaanse regering tegen Huawei, die andere regeringen onder druk zet om de 5G-technologie van het Chinese bedrijf te boycotten, is hier een voorbeeld van. Australië, Japan en Nieuw-Zeeland staan in de rij met de VS om Huawei uit te sluiten, net als sommige Oost-Europese regeringen, maar Duitsland, Frankrijk en zelfs Groot-Brittannië lijken de gelederen met de VS op dit punt te zullen verbreken. Dit is vooral te wijten aan de enorme kosten en vertragingen die gepaard gaan met het uitsluiten van Huawei van de 5G-introducties.

    De sluiting en verplaatsing van veel low tech en industrieën die weinig waarde toevoegen in China, omdat hogere lonen, grond- en vervuilingskosten bedrijven naar Zuidoost-Azië en daarbuiten drijven, is nog een andere dwingende noodzaak die het CCP-regime dwingt om een technologische upgrade te bevorderen in de richting van high-end productie, zoals geschetst in zijn ‘Made in China 2025’ (MIC2025) plan. Toch is dit een weg die het in toenemende mate op een ramkoers zet, niet alleen met het Amerikaanse kapitalisme, maar ook met de EU, Japan en andere geïndustrialiseerde mogendheden die vrezen economische en technische achterstand op te lopen omdat hun eigen kapitalisten weigeren te investeren op de schaal die nodig is om gelijke tred te houden.

    Tegelijkertijd kunnen deze regeringen gedwongen worden zich te wenden tot staatskapitalistische oplossingen om de investeringskloof in cruciale technologieën te overbruggen. Zakelijke lobbygroepen, waaronder de tech-giganten Intel en Qualcomm, hebben een beroep gedaan op de administratie van Trump om miljarden dollars te verstrekken voor onderzoek om China voor te blijven. En zoals Axios in 2018 rapporteerde, riepen de hoogste nationale veiligheidsbeambten de Trump-regering op om de nationalisatie van het mobiele netwerk van de natie te overwegen om een gecentraliseerd landelijk 5G netwerk op te bouwen dat de Chinese technologie zou uitsluiten.

    Technologie-oorlog en “Splinternet”

    Als het doorgezet wordt, zal het offensief van Trump tegen Huawei, waarbij toegang tot componenten en software zoals het Adroid besturingssysteem van Google wordt geblokkeerd, effectief de ‘zuurstoflevering’ aan het bedrijf afsnijden. Dit leidt voorspelbaar tot strenge reacties uit Peking, dat dreigde om represailles te nemen door de toevoer van zeldzame mineralen naar de VS te stoppen. Deze mineralen zijn van cruciaal belang in een hele reeks nieuwe technologieën, waaronder geavanceerde wapens. China is goed voor 95% van de wereldwijde productie van zeldzame aardmetalen. Peking heeft ook gedreigd zijn eigen lijst van “onbetrouwbare bedrijven” op te stellen die aan vergeldingsmaatregelen worden onderworpen als zij op ‘oneerlijke basis’ weigeren om zaken te doen met Huawei of andere Chinese bedrijven.

    Het verbod op Huawei is de belangrijkste deuk tot nu toe in het proces van kapitalistische globalisering, dat sinds de wereldwijde crisis van 2008 gedeeltelijk is omgebogen. Trump suggereerde dat een deal mogelijk is, een mogelijke versoepeling van het verbod. Maar dit zou hoogstwaarschijnlijk slechts een tijdelijke opschorting van de vijandelijkheden betekenen met een verdere escalatie in een later stadium.

    Huawei is geen op zichzelf staand geval, maar slechts het topje van een zeer grote ijsberg in termen van het aantal “nationale veiligheidsmaatregelen” dat door verschillende departementen en agentschappen van de Amerikaanse regering wordt voorbereid om Chinese investeringen en overnames in de VS te blokkeren en Chinese bedrijven uit de Amerikaanse technologiesector te sluiten. Hikvision en Dahua, Chinese bedrijven die surveillancesystemen en gezichtsherkenningstechnologie maken, worden al genoemd als de volgende mogelijke doelen. De voorwaarden van Trump’s Huawei-verbod zijn niet alleen van toepassing op Amerikaanse bedrijven, maar ook op buitenlandse bedrijven, als zij ten minste 25% van hun componenten uit de VS betrekken.

    Dit verhoogt de mogelijkheid van een technologische scheiding tussen de twee economieën en een digitale kloof of “splinternet”, waarbij systemen en technologische normen elkaar wederzijds uitsluiten. Een belangrijk aandachtspunt in deze strijd is de strijd om 5G.

    Indien volledig gerealiseerd, zou 5G in theorie de ontwikkeling van een breed scala aan revolutionaire nieuwe technologieën moeten versnellen, van auto’s zonder bestuurder tot kunstmatige intelligentie (AI) en het “Internet of Things (IoT)”. Dit zal echter wereldwijd biljoenen dollars aan investeringen vergen.

    De technologie-oorlog vloeit niet in de laatste plaats voort uit de militaire implicaties van 5G, waarbij de Amerikaanse heersende klasse en het Pentagon bang zijn dat dit China in staat zal stellen om snel de nog steeds grote kloof tussen de twee militaire machten te dichten. Maar het is ook geworteld in commerciële overwegingen. Huawei, als wereldleider op het gebied van 5G-technologie (het bedrijf bezit een derde van alle 5G-octrooien), is potentieel in staat om de wereldwijde communicatiesystemen te domineren. “Huawei zou het technologisch landschap voor de komende 10-15 jaar kunnen bepalen als het die voet aan de grond zou krijgen,” stelt China-deskundige Christopher Balding.

    “De Huawei-zaak toont duidelijk aan dat wereldwijde economische netwerken het gebied van de geostrategie zijn binnengetreden,” zegt professor Abraham Newman van de Georgetown University. “De hyperglobalisering van de laatste twintig jaar is onhoudbaar gezien de reële geopolitieke beperkingen. We gaan een nieuwe fase in,” vertelde hij aan de krant South China Morning Post in Hongkong.

    Voor de internationale arbeidersbeweging zijn deze technologie en de gevolgen ervan voor de werkgelegenheid en de levensstandaard van enorm belang. Ook de kwestie van cyberveiligheid en de verdiensten of gevaren van Chinese versus westerse technologie roept cruciale vragen op over de privacy en de rechten van het individu, maar ook over de democratie en de dreiging van ongecontroleerde veiligheidsagentschappen met massabewakingsprogramma’s. Er is een totaal gebrek aan democratische controle en verantwoording. Dit is niet alleen zo in het autoritaire China, maar ook in het ‘democratische’ Westen. Deze en andere kwesties die de kern vormen van het conflict tussen de VS en China, maken duidelijk dat het nodig is om grote bedrijven in publiek bezit te nemen, de technologiesector democratisch te plannen, investeringen in infrastructuur te doen en te komen tot democratische controle van de werkenden en de gemeenschap in het algemeen over alle aspecten van de economie.

    Conclusie

    Handelsconflicten worden het “nieuwe normale” voor het kapitalisme, maar kunnen de toch al gespannen verhoudingen tussen de verschillende imperialistische machten en de regionale configuraties enorm verergeren. Dit is niet alleen het geval met de VS en China, maar in verschillende mate ook tussen de VS en de EU met Duitsland aan het roer, Japan, Rusland en India. Al deze machten hebben hun eigen grieven en sluimerende conflicten met de VS onder Trump, terwijl ze ook hopen het anti-Chinese beleid van Trump in hun eigen voordeel te gebruiken.

    Terwijl de perspectieven voor het VS-China-conflict gehuld zijn in onzekerheid en een handelsovereenkomst of liever gezegd een soort ‘wapenstilstand’ niet is uitgesloten, zit de huidige situatie vol met gevaren voor het kapitalisme en voor zowel de Amerikaanse als de Chinese regering. In plaats van de “gemakkelijke overwinning” waarover Trump het ongeveer een jaar geleden had, kan het conflict beide regimes met een vergelijkbaar effect wereldwijd uitputten en verzwakken. Economische stagnatie, grotere instabiliteit en het risico van revolutionaire omwentelingen zijn allemaal processen die door dit conflict kunnen worden versneld.

    Voor de socialisten komt het erop aan zich ernstig voor te bereiden, de gebeurtenissen op de voet te volgen en energiek campagne te voeren rond een programma dat bouwt aan internationale solidariteit van de arbeidersklasse en een socialistisch alternatief op de kapitalistische chaos.

  • 30 jaar geleden: bloedbad op Tiananmen om verzet tegen dictatuur de kop in te drukken

    Dertig jaar geleden barstte in China een massale protestbeweging los. Die vond haar sluitstuk in een ongeziene militaire repressie van het dictatoriale Chinese regime. Iedereen kent de wereldberoemde foto van de man die op zijn eentje voor een tank staat op het Tiananmenplein (Plein van de Hemelse Vrede), als symbool van vreedzaam protest. De reactie op het protest was echter niet vreedzaam: in de nacht van 3 op 4 juni 1989 vonden wellicht meer dan 1000 betogers de dood.

    Artikel door Jarmo (Antwerpen)

    [divider]

    Video van chinaworker.info:

    [divider]

    De nachtmerrie van 4 juni was de laatste episode van een strijdbeweging die meer dan anderhalve maand had geduurd. Het was een beweging die in de eerste plaats democratische eisen stelde, maar gaandeweg ook politieke en sociaal-economische bekommernissen naar voor bracht. Grote en diverse lagen van de bevolking waren erin betrokken. Het regime van de Chinese Communistische Partij (CCP) en Deng Xiaoping daverde op zijn grondvesten.

    40 jaar eerder, in 1949, had de Chinese Revolutie plaatsgevonden. Die historische gebeurtenis bracht de CCP van Mao Zedong aan de macht. Maar de Chinese Revolutie was niet in de eerste plaats het werk van de georganiseerde arbeidersklasse geweest, zoals de Russische Revolutie in 1917. Het waren integendeel de boeren en plattelandbewoners – de overgrote meerderheid van de Chinese bevolking – die de basis vormden voor het verzet en de steun aan de CCP. Dat leidde ertoe dat er een regime geïnstalleerd werd zonder dat er effectieve actiecomités, wijkcomités, democratische vakbondsstructuren, … aanwezig waren. De Chinese Volksrepubliek was van bij aanvang een gedeformeerde arbeidersstaat: de sleutelsectoren werden wel genationaliseerd, maar niet onder de controle van de werkende bevolking geplaatst. Een dictatoriale staat, naar stalinistisch model, controleerde elk aspect van de samenleving.

    In 1989 maakten de Chinese boeren nog steeds 78% van de totale bevolking uit. Maar de beweging voor democratie die zich toen ontwikkelde, had een fundamenteel ander karakter. Het was begonnen als een protestbeweging die voornamelijk uit studenten bestond. Ze eisten democratische vrijheden en soms ook een herinvoering van de vrije markt naar het voorbeeld van de Sovjet-Unie onder Gorbatsjov (‘perestroika’). Het was een beweging die zich in de eerste plaats in de steden ontwikkelde. Aanvankelijk probeerden de studenten nog om de arbeidersklasse niet toe te laten tot het protest. Bepaalde leidinggevende figuren binnen de beweging vreesden dat de arbeidersklasse eisen zou opnemen die tegen de vermarkting ingingen.

    Maar de werkende bevolking kwam toch tot protest. Op 16 mei was er een betoging aan de gebouwen van de Chinese overheidsgestuurde vakbondsfederatie. De betogers eisten het recht op onafhankelijke vakbonden, stakingsrecht en het ontslag van de bureaucratische federatieleiders. Een dag later, op 17 mei, was er een massale betoging in Beijing met delegaties van alle grote Chinese bedrijven en werkplaatsen. Nog een dag later, op 18 mei, werd een onafhankelijke vakbond met een duidelijk socialistisch programma opgericht: de Beijing Autonome Arbeidersfederatie. Het programma was erop gericht om de verworvenheden van 1949 te verdedigen en verder uit te breiden. Zo werd er bijvoorbeeld geëist dat de overheidsgestuurde bedrijven onder de controle van de werkende bevolking zouden komen. Dat viel uiteraard niet in goede aarde bij de leiders van de CCP. Met een sterk staaltje Orwelliaanse doublespeak verklaarde ze de organisatie als “contra-revolutionair.” De leiders werden op enkele dagen tijd gearresteerd en achter tralies gezet. Maar het was duidelijk dat het regime de controle over de massa’s kwijt was. Dat werd al aangetoond op 15 mei, toen een staatsbezoek van Mikhail Gorbatsjov (het eerste staatsbezoek van een Sovjet-leider in 30 jaar) op de luchthaven van Beijing moest doorgaan omdat het Tiananmenplein bezet werd door actievoerders.

    De studenten op het plein waren op dat moment al in hongerstaking. Ze waren met 160 begonnen, maar twee dagen later waren er al 3000 hongerstakers. Op 17 mei kwamen meer dan een miljoen betogers op straat om de actievoerders te steunen. Het was zonder twijfel de grootste massabijeenkomst sinds 1949.

    De CCP was de situatie niet meer de baas. Ze was ook zelf onderhevig aan een interne machtsstrijd tussen grote leider Deng Xiaoping en secretaris-generaal Zhao Ziyang. Eigenlijk wilden beide leiders hetzelfde: China stap voor stap richting vrije markt brengen. Maar Zhao wilde dat doen door enkele voorzichtige toegevingen aan de studenten te doen. Dat was, voor alle duidelijkheid, volgens hem de meest efficiënte manier om de beweging te stoppen en vooral de factor dat de arbeidersklasse in beweging kwam, te ontmijnen. Deng stond echter geen toegevingen toe; hij was vooral bang dat dat een gevaarlijk precedent zou scheppen. Zhao verdween in huisarrest – onder beschuldiging van ‘hoogverraad’ – tot aan zijn dood in 2005.

    Het regime wankelde, was verlamd en kon verslagen worden. Alle objectieve voorwaarden waren aanwezig om de heersende bureaucratie omver te werpen. Slechts één beslissend element ontbrak: een leiding met een duidelijk programma, en duidelijke tactieken om dat programma te verwezenlijken. De studentenleiders geloofden dat ze door vreedzaam protest het regime tot toegevingen zouden dwingen. Maar dat zou inhouden dat de CCP de macht plots zou moeten delen met een hele resem nieuw-gelegaliseerde partijen, vakbonden en andere organisaties. Dat was voor het regime vele bruggen te ver. Zij zagen de uiteenrafeling van de Sovjet-Unie en het Oostblok en vreesden een gelijkaardig scenario. Er moest een duidelijk voorbeeld gegeven worden van wie de baas was. Dat kwam er op 4 juni met de helse slachtpartij van Tiananmen.

    Jammer genoeg was er geen politiek instrument van de georganiseerde arbeidersklasse aanwezig. Dat zou ervoor gezorgd kunnen hebben dat de arbeiders niet naar de studenten zouden gekeken hebben als leiders van de beweging, maar zelf die rol zouden hebben opgenomen. Met een duidelijk anti-stalinistisch en anti-kapitalistisch profiel zou zo’n instrument de voorhoede hebben kunnen vormen van een beweging die het gehate regime ten val zou gebracht hebben. Dan zouden de verworvenheden van 1949 mee aan de basis hebben kunnen liggen van de weg naar een echte democratisch socialistische samenleving.

    Dat blijft ook in China vandaag de belangrijkste les uit deze zwarte episode. China kent al lang geen geplande economie meer, maar blijft wel een dictatuur. Het omverwerpen ervan zal ook vandaag de tussenkomst van de georganiseerde arbeidersklasse vereisen.

     

  • Dossier. Kunnen de VS en China hun handelsoorlog beëindigen?

    De “gemakkelijk te winnen” handelsoorlog van Trump sleept zich voort ondanks intensieve inspanningen om een overeenkomst te sluiten.

    De handelsoorlog tussen de VS en China begon in juli 2018 met het opleggen van tarieven op Chinese invoer door de regering-Trump en met onmiddellijke vergeldingsacties van China. Dit is de grootste handelsoorlog sinds de jaren dertig van de vorige eeuw met een steeds hogere tol voor de wereldeconomie. Het hoofd van het IMF, Christine Lagarde, die de angst voor het wereldwijde kapitalisme weerspiegelt, waarschuwde onlangs dat 70 procent van de wereldeconomie de komende twee jaar naar verwachting een groeivertraging zal kennen, waarbij ze er bij de regeringen op aandrong om de zaken niet te verergeren met “zelf toegebrachte” schade van handelsoorlogen.

    Op dit moment voeren de Chinese en Amerikaanse regeringen onderhandelingen, waarvan algemeen wordt verwacht dat ze tot een overeenkomst zullen leiden. Het socialistische magazine ‘Socialist’ in China vroeg Vincent Kolo van de website chinaworker.info naar de gevolgen van het conflict en de waarschijnlijke uitkomst van de handelsbesprekingen.

    Zullen de Amerikaanse en Chinese regeringen een akkoord bereiken om hun handelsoorlog te beëindigen?

    Een akkoord is het meest waarschijnlijk, maar de echte vraag is welk akkoord? Ik denk dat het een grotendeels cosmetische deal zal zijn met elementen die beide partijen in staat stellen om het gezicht te redden, in plaats significante veranderingen in de economische relatie tussen de VS en China. Het zal niet voldoen aan de retoriek van Trump over een “historische” en “epische” overeenkomst, en het zal niet leiden tot fundamentele “structurele veranderingen” in de Chinese economie, zoals de anti-China haviken in de Amerikaanse heersende klasse eisen.

    De truc die Trump’s team probeert uit te voeren in de onderhandelingen en een belangrijke reden waarom ze zo lang duren – er waren al negen gespreksronden – is om genoeg concessies uit China te persen, zodat het lijkt alsof er “fundamentele veranderingen” zijn overeengekomen. Zonder deze troef zal Trump botsen op tegenstand in zijn eigen partij en van de Democraten die hem zullen beschuldigen van een uitverkoop aan China. De centrale positie van Xi Jinping is dat het staatskapitalistische economische model van China onaantastbaar is. Dat laat ruimte voor een flexibele benadering van Peking over het type en de omvang van de concessies.

    Een akkoord zal niet antwoorden op de echte wortels van dit conflict: een strijd om economische en grote machtsposities – zal China of de VS de eerste plaats innemen? Die strijd zal niet verdwijnen op basis van onderhandelingen, zo werken het kapitalisme en het imperialisme niet. Er kan een akkoord komen, maar in werkelijkheid zal het eerder een soort staakt-het-vuren zijn waarbij het economische conflict verschuift van tarieven en handel naar andere en meer doorslaggevende gebieden zoals technologie, investeringen en geopolitiek. We zijn nu al strijd tussen de VS en China, maar de EU, India, Rusland en Japan over de ‘nieuwe zijderoute’ van China – het grootste wereldwijde infrastructuurproject uit de geschiedenis.

    Trump en zijn onderhandelaars staan onder druk om een akkoord te bereiken, maar ook het Chinese regime staat onder druk?

    Ja, maar zelfs in dit stadium, waarin beide partijen hard aandringen op een akkoord, kunnen we niet uitsluiten dat er geen akkoord komt. Wat hen echter naar een akkoord drijft, is de haperende wereldeconomie en de politieke risico’s die gepaard gaan met een recessie, die de hoop van Trump op een herverkiezing zou doen wankelen, en voor Xi Jinping nog duurder zou kunnen uitvallen – we hebben het hier over ongekende massale onrust in China in geval van de eerste recessie sinds lange tijd.

    Beide partijen vrezen het vooruitzicht van nieuwe onrust op de aandelenmarkten, die vorig jaar 13 biljoen dollar van de wereldwijde markten heeft weggevaagd, ongeveer de helft daarvan in de VS. Vandaar de stroom van geruststellende verklaringen over gesprekken die “zeer goed” verlopen en “vooruitgang boeken”, allemaal bedoeld om de aandelenkoersen te stimuleren en de vaart erin te houden voor meer gesprekken. Dit is een indicatie van hoe sterk het kapitalisme gefinancialiseerd is, nog meer zelfs dan in de aanloop naar de financiële crisis van 2008 omdat het beleid van de overheden en centrale banken na die crisis een veel grotere impact had op de aandelenmarkten dan op de reële economie. Op de korte termijn is het economisch vertrouwen van de kapitalisten hersteld, maar dat berust op een onzekere basis.

    Een nieuwe beurscrash zou de wereldeconomie op zich in een recessie kunnen storten omdat de aandelenmarkten “te groot zijn geworden om te mislukken” – iets wat in tegenspraak is met de werkelijkheid.

    Trump’s positie is veranderd sinds het begin van de handelsoorlog – is hij zacht geworden tegen China?

    Hij heeft in ieder geval een gedeeltelijke stap achteruit moeten doen om een ramp van eigen makelij te vermijden. In juli, toen Trump de eerste reeks douanetarieven aan China oplegde, schepte hij op: “handelsoorlogen zijn gemakkelijk te winnen.” De toon van Washington was zeer agressief en provocerend. Nu doet het de Amerikaanse economie evenveel pijn als die van China.

    Het handelstekort van de VS – de directe aanleiding voor Trump om een handelsoorlog te starten – groeide vorig jaar naar een recordhoogte van 891,3 miljard dollar met de hele wereld en een record van 419,2 miljard dollar met China (een stijging van 11,6 procent ten opzichte van het jaar ervoor). Deze cijfers zijn een spectaculaire weerlegging van Trump’s “gemakkelijk te winnen” bravoure.

    Aanvankelijk dacht de regering-Trump dat ze snel resultaten kon boeken – in september werden nog hogere douanetarieven opgelegd en Trump dreigde met een forse escalatie indien China zou antwoorden met tegenmaatregelen. Deze aanpak werd sterk beïnvloed door de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen voor het parlement. Trump wilde laten zien dat hij een harde president was. Sindsdien werd hij langs alle kanten voorbijgestoken door politici die op de anti-Chinese kar gesprongen zijn.

    Dit maakt het moeilijker om het conflict te ontmijnen. Xi realiseert zich dat hij in de toekomst te maken kan krijgen met een nog hardere Amerikaanse regering, een factor die Peking ertoe aanzet om nu een akkoord te sluiten.

    De toenemende economische tol en het risico dat het in 2019 nog veel erger zal worden, dwongen Trump om tijdens zijn ontmoeting met Xi Jinping in Buenos Aires in december op de pauzeknop te drukken. Dit betekende dat de oorspronkelijke tarieven gehandhaafd bleven, maar uitstel van de verhogingen die op 1 januari van kracht zouden worden. Deze vertraging is sindsdien verder verlengd omdat de onderhandelingen aanslepen. De oorspronkelijke deadline voor een akkoord die Trump in Argentinië had vastgelegd was 1 maart. De laatste verslagen suggereren dat de besprekingen “wekenlang” kunnen doorgaan, mogelijk tot de G20-top in Osaka eind juni.

    Het is duidelijk dat de twee partijen niet zo dicht bij elkaar staan als ze willen dat de mensen denken. Maar ze staan ook onder druk om te de-escaleren, zonder gezichtsverlies. Dit laatste punt is wat er vooral voor zorgt dat de onderhandelingen aanslepen.

    Welke strategie heeft het Chinese regime in de handelsoorlog gevolgd?

    Aanvankelijk was Peking op het verkeerde been gezet door de tarieven. Zij dachten dit te kunnen voorkomen door beperkte concessies te doen – in feite door meer van de VS te kopen, met name energie en landbouwproducten. Zij beschouwden de kwestie vooral als een economisch probleem en onderschatten de politieke dimensies van de VS – de noodzaak voor Trump om een harde hand te tonen. Xi’s regime onderschatte hoe ver Trump bereid was te gaan en de steun die hij had om de confrontatie met China aan te gaan.

    Een jaar geleden had Xi zijn dictatuur geconsolideerd en de beperking van het aantal ambtstermijnen voor zichzelf afgeschaft. De repressie door de staat werd tot ongekende hoogten opgevoerd. Er was overmoedigheid binnen de regerende groep. Een binnenlandse reactie tegen het autoritaire regime van Xi kon toen enige aanmoediging putten uit de handelsoorlog, niet in de zin van een pro-Amerikaanse sentiment, maar eerder een gevoel van voldoening dat het almachtige imago van het regime een flinke deuk kreeg. Xi maakte duidelijk een verkeerde inschatting van hoe de betrekkingen tussen de VS de China moesten beheerd worden, ook al is dit de belangrijkste buitenlandse beleidskwestie.

    Een andere misrekening was dat de omgeving van Xi dacht te kunnen rekenen op druk van Wall Street en China’s “vrienden” binnen het Amerikaanse financiële kapitaal om een handelsoorlog te voorkomen. Amerikaanse multinationals vormen al tientallen jaren een krachtige lobby voor grotere economische banden met China, maar vorig jaar zagen we een beslissende verschuiving. Dit was iets wat het Chinese regime verraste.

    Wall Street, dat enorme winsten heeft gemaakt op basis van China en het door de VS geleide globaliseringsbeleid in China, heeft zich steeds meer aangepast aan de Trump-doctrine van het eisen van radicalere toegevingen en het bestraffen van China’s vermeende economische ‘bedrog’. Dit maakt deel uit van een bredere strategische verschuiving binnen de Amerikaanse heersende klasse, waarvan de handelsoorlog slechts één symptoom is, in de richting van een fundamenteel confronterende aanpak om te voorkomen dat China zich de dominante positie van het Amerikaanse imperialisme toe-eigent.

    Dit hebben we gezien met een recente toespraak van Jamie Dimon, CEO van JP Morgan Chase, de grootste Amerikaanse bank. Hij zei dat het “absoluut juist” was dat de VS een handelsoorlog met China aanging en zei: “We kunnen er beter nu mee omgaan, wat dat ook voor de economie betekent.” Wanneer een Amerikaanse bankier dit zegt, is het duidelijk dat er een grote wijziging is in de vooruitzichten van de heersende klasse.

    Maar de aard van dit conflict is van langdurige aard, zonder “gemakkelijke overwinningen” à la Trump. Het regime van Xi twijfelt er nu niet aan dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden in de relatie tussen de VS en China, dat het niet alleen een kwestie is van een onvoorspelbare president van de VS, maar dat het eerder een historisch keerpunt is met het beleid van betrokkenheid de afgelopen 40 jaar dat plaats maakt voor openlijke strategische rivaliteit. De tegenstrategie van Peking is dienovereenkomstig aan het verschuiven.

    De concessies die de Chinese onderhandelaars tijdens de laatste besprekingen aanboden, zijn groter dan een jaar geleden, maar het verschil is niet enorm. De Chinese kant heeft grenzen inzake mogelijke toegevingen. Ze weten bovendien dat er grote druk op Trump is om de gesprekken niet te staken.

    Dit verklaart, ironisch genoeg, waarom Trump de besprekingen met de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un verliet in Vietnam. De twee onderhandelingen zijn schijnbaar niet met elkaar verbonden, maar de strategie van Trump rond vernietiging van Noord-Koreaanse kernwapens had steeds tot doel om de druk op China op te voeren en kaderde in de strijd voor politieke en militaire hegemonie in de regio. Trump’s vertrek in Vietnam was deels om Kim onder druk te zetten omdat er te weinig vooruitgang was, maar het was ook een waarschuwing aan Peking dat de VS wel degelijk bereid is om onderhandelingen over een handelsakkoord te verlaten als er niet genoeg toegevingen zijn.

    Wat zijn de resterende obstakels voor een deal?

    De belangrijkste ontwikkeling tot nu toe is de afspraak dat beide partijen “handhavingsinstanties” zullen oprichten om ervoor te zorgen dat zij zich aan de voorwaarden van de overeenkomst houden. Deze kwestie was een potentieel breekpunt omdat het team van Trump moet laten zien dat hun akkoord “anders” is en China ter verantwoording zal worden geroepen.

    Ondertussen zouden de Chinese onderhandelaars niet akkoord gaan met een eenzijdig handhavingsmechanisme, zoals eerst voorgesteld door de VS, of met het idee dat de huidige Amerikaanse tarieven van kracht blijven om ervoor te zorgen dat China de regels naleeft. Geen van deze alternatieven zou politiek onaanvaardbaar zijn voor China. Het zou het regime van Xi blootstellen aan kritiek dat het “inmenging in binnenlandse aangelegenheden in China” had aanvaard. Het zou mogelijk zelfs herinneringen opwekken aan de “ongelijke verdragen” van China voor de revolutie.

    Maar de voorgestelde “handhavingsinstanties” lijken een façade te zijn die er indrukwekkend uitziet, maar weinig concreet verschil zal maken. Zoals het er nu voorstaat kunnen beide regeringen tarieven opleggen aan de andere, zelfs als deze in strijd zijn met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WHO), wat het geval is met de huidige tarieven van Trump. De overeenkomst die nu tot stand komt, zal waarschijnlijk in strijd zijn met de WHO-regels, omdat de overeenkomst gaat over een beheerde handel en niet over ‘vrije handel’, wat ook aantoont dat de WHO een uitdovende kracht is. De oprichting van Amerikaanse en Chinese “handhavingsinstanties” heeft enerzijds tot doel om sceptici in het Amerikaanse Congres ervan te overtuigen dat de overeenkomst “tanden” heeft en anderzijds om het stigma van de Chinezen weg te nemen dat zij iets accepteren wat niet wederzijds en wederkerig is.

    Er zijn andere potentiële obstakels voor een overeenkomst. De VS heeft naar verluidt 150 pagina’s met overeenkomsten opgesteld die moeten worden ondertekend, waaronder gedetailleerde overeenkomsten op zes omstreden gebieden: gedwongen technologieoverdracht en cyberdiefstal, intellectuele-eigendomsrechten, diensten, valuta, landbouw en niet-tarifaire belemmeringen.

    Op het gebied van valuta bijvoorbeeld zijn er berichten dat China ermee heeft ingestemd geen devaluatie te gebruiken om het effect van tarieven tegen te gaan en de VS meer informatie te geven over zijn valutabeleid. Maar eigenlijk is dit in overeenstemming met de eigen belangen van Peking, die erin bestaan om de huidige wisselkoers in grote lijnen te handhaven. Peking maakt zich in dit stadium veel meer zorgen over de waardevermindering van de yuan als gevolg van kapitaalvlucht dan over het positieve effect dat een toename van de export zou betekenen.

    Ook in de landbouw heeft China in het kader van een handelsovereenkomst enorme extra aankopen van Amerikaanse landbouwproducten beloofd. Dit ligt politiek gevoelig en de staatsmedia zijn gestart met een campagne om de publieke opinie voor te bereiden. De  regering-Trump eist een verlaging van de Chinese landbouwtarieven, wat voor veel arme Chinese boeren een zware klap zou betekenen.

    Peking zal ongetwijfeld subsidies en andere steunmaatregelen aankondigen om de gevolgen van deze toegeving op te vangen, maar het past in een breder patroon van toegevingen die in grote lijnen in twee categorieën vallen: het zijn ofwel dingen die het Chinese regime zich kan veroorloven – meer soja en olie van de VS kopen kost landen als Brazilië en Iran meer dan het Peking kost – of het zijn nogal vage toezeggingen om “hervormingen” door te voeren die kunnen worden omzeild en uitgesteld. Dat is natuurlijk een goed bedachte tactiek van het Chinese regime.

    Maar Xi’s regime zal geen ‘kerngebieden’ opofferen die van vitaal belang zijn voor het staatskapitalistisch economisch model, zoals staatssubsidies, bescherming van belangrijke staatsmonopolies en de oprichting van ‘nationale kampioenen’. Dit is niet in de eerste plaats een economische maar een politieke kwestie. Xi, die de miljardair-prinsen vertegenwoordigt binnen het Chinese regime, de staat en de economie, is zich er ten volle van bewust dat de toekomst van het regime als een dictatuur van één partij berust op zijn vermogen om de economie – met de “politieclub” om Leon Trotski’s term te gebruiken – af te stemmen op de noden van het overleven van het regime en geen gijzelaar van ‘de markt’ te worden, zoals het geval is met de westerse kapitalistische regimes. Politiek zal de Chinese kant niet instemmen met een akkoord dat de indruk wekt dat het regime gezwicht is voor Amerikaanse druk. Ze kunnen veel van hun handelsconcessies voorstellen als “hervormingen” die weliswaar overeenkomen met de eisen van de VS, maar in feite van Chinese afkomst zijn.

    Welke invloed zal een overeenkomst tussen de VS en China hebben op de wereldeconomie en maakt dit een einde aan de confrontatie?

    Voor de economie zou het een tijdelijke impuls kunnen geven, vooral in termen van financiële ontwikkelingen met een nieuwe groei op de aandelenmarkten, maar zelfs dat is niet zeker. De markten, die sinds het begin van het jaar een hoge vlucht hebben genomen, zijn grotendeels voorstander van een overeenkomst tussen de VS en China. Een mislukking van de onderhandelingen zou wel eens ravage kunnen veroorzaken.

    Voor de reële economie is het discutabel wat een akkoord zou betekenen. De VS, China en andere grote economieën vertragen in 2019. Delen van Europa bevinden zich in een regelrechte recessie. De nieuwe stimulusmaatregelen van het Chinese regime – de grootste belastingverlagingen in tien jaar en een explosie van nieuwe schulden – hebben enig effect, een gedeeltelijke stabilisering van de economie, maar de effecten van de stimulusmaatregelen worden steeds kleiner terwijl het schuldenprobleem groter wordt.

    Bedrijven die hun productie uit China nog voor de invoerheffingen van Trump begonnen te verplaatsen, zullen dat waarschijnlijk blijven doen. Tenzij de overeenkomst veel sterker is dan we verwachten, zal het deze bedrijven niet overhalen om terug te keren naar China. De onzekerheden maken dat ze zich willen indekken en fabrieken naar Vietnam en andere delen van Azië verplaatsen, maar in bijna geen enkel geval terug naar de VS.

    Wat de relatie tussen de VS en China betreft, zal een handelsovereenkomst niet leiden tot een terugkeer naar de situatie van voor 2018. Dat is voorgoed voorbij. In plaats daarvan, zoals econoom Stephen Roach zegt, wordt er een ‘langdurige strijd’ gevoerd, wat hij ‘koude oorlog 2.0’ noemde. Roach voerde ook aan dat de Amerikaanse economie er veel slechter aan toe is – door de hogere schuldenlast en de tragere groei – om nu een koude oorlog te voeren in vergelijking met de periode 1947-1991.

    Een ander cruciaal verschil is dat in de vorige Koude Oorlog – tussen een kapitalistische VS en een stalinistische Sovjet-Unie – de staatseconomie en de bureaucratisch geleide economie van de Sovjet-Unie veel minder geïntegreerd was in de wereldeconomie dan de Chinese staatskapitalistische economie vandaag. China is de grootste handelspartner van 124 landen, vergeleken met 76 voor de VS. Er zijn 120 Chinese bedrijven in de Fortune 500 [de grootste bedrijven ter wereld], net achter de VS met 126, en ver voor Japan met 52 op de derde plaats.

    Conflicten over de nieuwe zijderoute, Huawei en 5G-technologie in het bijzonder, de Zuid-Chinese Zee en andere territoriale geschillen, zullen waarschijnlijk verergeren. De Global Times [een belangrijke regimegezinde krant] erkende dit toen zij onlangs waarschuwde: “Het is een slecht idee om aan te nemen dat beide partijen hun handelsaangelegenheden kunnen regelen en zich vervolgens concentreren op een felle politieke en veiligheidsrivaliteit.” Maar in werkelijkheid is dit de meest waarschijnlijke uitkomst.

    Wat is het socialistisch alternatief op handelsoorlog en economisch nationalisme?

    De gebeurtenissen van het afgelopen jaar, het escalerende conflict tussen de VS en China, maar ook de spanningen met de EU en andere grote mogendheden, zijn symptomen van een chronische ziekte van het wereldwijde kapitalisme. Het systeem kan zich niet losmaken van de crisis die meer dan tien jaar geleden begon.

    Regeringen vrezen massale omwentelingen, zoals we opnieuw zien in de Arabische wereld met de opstanden in Algerije en Soedan tegen wrede dictaturen. De kapitalisten worden steeds meer gedwongen om te zoeken naar ‘nationale’ oplossingen, varianten van de ‘America First’-doctrine van Trump. De kapitalistische globalisering, met haar megawinsten voor de miljardairs, heeft plaatsgemaakt voor de “slowbalisering” zoals het tijdschrift Economist het noemde, waarbij elke kapitalistische regering haar eigen bedrijven en markten beschermt en haar toevlucht neemt tot economische en geopolitieke pesterijen in het kader van de internationale betrekkingen. Van 1987 tot 2007 groeide de wereldhandel gemiddeld met 7 procent per jaar, maar van 2008 tot 2014 vertraagde deze groei tot slechts 3 procent, en sindsdien is hij verder vertraagd.

    Voor de arbeidersklasse hebben beide fasen van de kapitalistische ontwikkeling, voor en na 2008, geleid tot meer uitbuiting en armoede, economische, ecologische en zelfs militaire rampen.

    De arbeidersbeweging heeft een onafhankelijke benadering nodig, die zich niet achter het economisch nationalisme van rechtse politici als Trump of het neoliberale globaliseringsbeleid van liberalen schaart, maar in plaats daarvan een beleid eist dat de rechten van werkenden, jobs en de mogelijkheid om zich vrij te organiseren versterkt. Wij strijden voor de nationalisatie onder controle en beheer van de werkenden van bedrijven die dreigen hun productie te verplaatsen, te sluiten of uit te besteden, onder het mom van ‘buitenlandse concurrentie’.

    Er moeten organisatorische banden gelegd worden tussen vakbonden en arbeidersorganisaties in de hele wereld. Vakbonden in de VS en andere landen moeten opkomen voor vakbondsrechten in China, en tegelijk opkomen voor het democratiseren van de eigen vakbonden die tot strijdorganisaties moeten omgevormd worden. Er is internationale solidariteit nodig om Chinese arbeiders te steunen tegen het verbod van het Chinese regime op onafhankelijke vakbonden en op stakingen. Dit is het socialistische alternatief om onafhankelijk van de kapitalisten te staan, maar in een gezamenlijke strijd van de arbeidersklasse overal ter wereld, om alle kapitalistische oplossingen af te wijzen en in plaats daarvan te strijden voor democratisch publiek eigendom van en controle over de grote bedrijven om democratische planning en een socialistisch handelsbeleid te vergemakkelijken. Dit is hoe we kunnen voorkomen dat de arbeidersklasse verdeeld wordt door nationalisme en politici als Trump en Xi, wat de weg naar de nederlaag is.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop