Category: Onderwijs

  • Personeel en studenten eisen meer geld voor hoger onderwijs

    Zowat 2500 tot 3000 mensen betoogden op woensdag 11 oktober in Brussel voor meer investeringen in het hoger onderwijs. Samen met alle vakbonden was er ook een groot aantal studenten en personeel aanwezig op de betoging. De Linkse Socialistische Partij en haar jongerenorganisatie Actief Linkse Studenten konden hier uiteraard niet ontbreken. 

    Door Nils (Gent)

    De belangrijkste eis op de betoging was die van een heropwaardering van het hoger onderwijs door het financieringsdecreet te respecteren. Op dit moment wordt dat niet gedaan, waardoor het hoger onderwijs elk jaar zo’n 667 miljoen euro misloopt! De studentenaantallen zijn wel enorm gestegen, maar het geld dat de hogescholen en universiteiten krijgen stijgt niet navenant. Dit tekort aan middelen leidt tot besparingen aan de onderwijsinstellingen, met duurdere studiekosten en ontslagen voor het personeel tot gevolg. Dit laatste zorgt ervoor dat de nu al immense werkdruk nog ondraaglijker wordt en heeft natuurlijk ook een belangrijke impact op de kwaliteit van de dienstverlening.

    Dat dit een belangrijk thema is voor personeel en studenten, valt niet meer te ontkennen. Dat bleek onder andere ook al tijdens het politieke openingsdebat aan de UGent van vorige week, waar een van de studenten een vraag stelde over de financiering van het hoger onderwijs. Hierop volgde een arrogant antwoord van zowel N-VA en Vlaams Belang, waarbij Van Grieken zelfs zei dat het onderwijs juist nog minder gefinancierd moest worden, omdat het geld toch maar gaat naar ‘woke propaganda’. Op die manier toonde extreemrechts nog maar eens dat het op geen enkele manier de belangen van studenten en de werkende klasse verdedigt. Sterker nog, ze valt die juist aan en verdedigt slechts de belangen van de grote bedrijven! De rector van de UGent, Rik Van de Walle, kwam ook tussen in dat debat en had het over de noodzaak voor meer middelen voor de hogescholen. Vandaag stapte hij mee in de betoging. Zijn deelname toont aan hoe belangrijk de eis voor meer middelen is aan de Gentse universiteit, en bij uitbreiding alle universiteiten en hogescholen. 

    Met deze betoging eisten studenten, personeel en vakbondsmilitanten dus voldoende middelen voor het hoger onderwijs, maar toonden ondertussen ook de solidariteit die er heerst tussen studenten en personeel. Het is belangrijk dat die er is, want hun belangen zijn dezelfde: zonder voldoende middelen wordt de werkdruk onaanvaardbaar hoog en gaat de kwaliteit van het onderwijs omlaag. LSP stelt dan ook de eisen voor meer investeringen in het hoger onderwijs voorop. We wezen op het feit dat we de beweging moeten voortzetten en de strijd voor een kwaliteitsvol onderwijs uitbreiden. Daarnaast wezen we er ook op dat de tekorten aan middelen voor het onderwijs een intrinsiek probleem zijn van het kapitalistische systeem. De concurrentie- en winstlogica zorgt ervoor dat het onderwijs, waaruit de toekomstige werkkrachten komen, zo weinig mogelijk moet kosten aan de staat en bedrijven, zodat het afleveren van werkkrachten goedkoop blijft om steeds meer winst te kunnen boeken. Wij stelden voorop dat enkel in een democratische socialistische samenleving, waarin de noden van de mensen voorop gesteld worden, een eens en voor altijd adequaat onderwijs bereikt kan worden. 

    Heb je interesse om meer te horen over de invloed die het kapitalisme heeft op de kwaliteit van ons onderwijs en over hoe we dit kunnen oplossen? Kom dan op 18 oktober om 20.00 uur naar onze meeting hierover in Gent, of volg online! 

    Hier kan je meer foto’s vinden 

  • Brandstichting in scholen is nooit in het belang van kinderen

    Zes scholen in de regio Charleroi en één in het Luikse werden het slachtoffer van brandstichting. Op de muren van een andere school in Luik werd een dreigement gespoten: “Stop Evras of je bent de volgende.” Op 17 september namen 1.500 mensen deel aan een protestbijeenkomst. Evras (Education à la Vie relationnelle, affective et sexuelle) staat voor de nieuwe lessen seksuele opvoeding in het Franstalig onderwijs. Het gaat om twee uur in het zesde leerjaar en twee uur in het vierde middelbaar. De tegenstanders hebben het over ‘LGBT-propaganda en genderideologie’. 

    door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

    Bij die tegenstanders is er een bonte mix van samenzweringstheoretici, fundamentalistische katholieken (Civitas) en moslims, extreemrechtse groepen en ouders die zich lieten misleiden door campagnes van desinformatie die tot in Frankrijk en Vlaanderen zijn doorgedrongen. Op het protest in Brussel waren er ouders uit Vlaanderen, waar Evras niet geldt. Een petitie in Frankrijk haalde 15.000 handtekeningen op. 

    Hierbij is Evras vaak niet meer dan een voorwendsel voor een anti-LGBTQIA+ en antifeministische retoriek. Op de actie van 17 september waren er protestborden gericht tegen dragqueens en trans personen, die als ‘abnormaal’ werden omschreven. Anderen riepen: “Blijf van onze kinderen af.” Geen van hen veroordeelde de branden of dacht aan de schok die dit bij de kinderen van deze scholen veroorzaakt. Hoe leg je aan een kleuter uit dat iemand zijn school in brand stak? Dat dit was om ‘de kinderen te beschermen’? Het zorgt ervoor dat de school niet langer als een veilige plek wordt gezien.

    MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez is doorgaans sneller dan zijn schaduw op sociale media, maar had nu enkele dagen nodig om zijn mening te geven. Hij verklaarde dat iedereen de brandstichtingen veroordeelt, maar benadrukte vooral dat deze plaatsvonden in “socialistische steden waar de criminaliteit hoog is.” Langs Nederlandstalige kant sprak de antiwokebrigade zich uit tegen de lessen seksuele opvoeding. Zo had Abou Jahjah het over ‘genderideologie’. Een racistische kritiek op het protest door VB’er Gerolf Annemans op sociale media werd bekritiseerd door partijgenoten: “Is het standpunt van het Vlaams Belang dat 8-jarigen aan LGBTQ-propaganda moeten blootgesteld worden?” 

    Evras: voorbij de fantasie

    Sinds het begin van dit schooljaar is er de verplichting om twee keer twee uur les te volgen over relaties, emoties en seks, met onderwerpen als vrouwenrechten, de strijd tegen discriminatie, instemming, zelfacceptatie, seksuele ontplooiing, lichaamsbewustzijn en het deconstrueren van genderstereotypen. In sommige gezinnen zijn de ouders in staat om de nodige informatie te verstrekken, vragen te beantwoorden, enz. Maar in veel andere gevallen is een externe referentie belangrijk.

    Onder de tegenstanders wordt vaak zonder enige reden gesproken over ‘pedofilie’. Het moet duidelijk zijn: verzet tegen dit soort vorming op school helpt net om pedofiele criminelen te beschermen. Deze vormingen op basis van luisteren en dialoog vergroten de kansen om seksueel of ander misbruik op te sporen.

    In vergelijking met de concrete behoeften tot informatie en vorming is Evras eigenlijk bijzonder beperkt. Kinderen worden op jonge leeftijd blootgesteld aan emoties, geweld op school tussen leerlingen of nog het gebrek aan middelen om hen te ondersteunen bij het opgroeien. Het is niet in de lessen wiskunde dat kinderen leren wat het begrip instemming betekent. Het lichtvaardig omgaan met dergelijke kwesties is een van de redenen waarom de verkrachtingscultuur zo alomtegenwoordig is.  

    Helaas leven we in een maatschappij die gebaseerd is op constant conflict en geweld. Dit weerspiegelt zich in pestgedrag op school en allerlei vormen van geweld. Daarop antwoorden vereist kleinere klassen, meer personeel (ook voor toezicht en naschoolse opvang), meer vormingen … en dus meer, veel meer, publieke middelen. 

    Daaraan moeten we toevoegen dat seksuele, relationele en emotionele opvoeding vandaag grotendeels afwezig is in het onderwijs. Dit is een weerspiegeling van de functie van het onderwijs in een klassensamenleving. Onderwijs is in de eerste plaats ontworpen om te voldoen aan de kapitalistische economische behoeften en de daarvoor benodigde arbeidskrachten, niet om de persoonlijke ontwikkeling van elk individu te garanderen.

    De beste manier om te reageren op reactionaire intimidatie en geweld is door sociale mobilisatie. De Evras-vormingen zijn er gekomen door de golf van feministische strijd van de afgelopen jaren. Hun beperkingen, de reacties die ze uitlokken of nog het feit dat Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) besliste dat lessen seksuele voorlichting vanaf 1 september niet langer verplicht zijn in Vlaamse scholen, tonen aan dat de strijd nog lang niet gestreden is. Vakbonden zijn de ideale instrumenten om het personeel uit de hele sector, ouders, centra voor gezinsplanning, feministische en LGBTQIA+ verenigingen bijeen te brengen in de strijd.

  • Niet bespaard, maar 200 miljoen extra geïnvesteerd? Creatief rekenen met Ben Weyts

    Op 11 oktober betoogt het Nederlandstalig hoger onderwijs tegen de besparingen. De vakbonden rekenden uit dat de financiering sinds 2008, het jaar waarop het huidige financieringsdecreet van start ging, afnam van 9.583,75 euro per student tot 7.460,18 euro in 2023. Voor het hoger onderwijs betekent dit een besparing van 667 miljoen euro per jaar. Uitgezet op een kalenderjaar wil dit zeggen dat de hogescholen en universiteiten vanaf 11 oktober niet meer gefinancierd worden. Vandaar een actie op die dag. 

    artikel op basis van een dossier door Tim Joosen

    Minister Ben Weyts betwist besparingen 

    Op 23 mei was er een actie tegen de besparingen aan het KASK in Gent. De minister ontving een delegatie van de vakbonden en studenten. Hij stelde dat onze cijfers niet correct waren en dat er deze legislatuur 200 miljoen extra geïnvesteerd is in hoger onderwijs. De minister zei iets soortgelijk in het Vlaams parlement. 

    Op 25 augustus was er een actie aan het kabinet-Weyts ter voorbereiding van de betoging op 11 oktober. Opnieuw werd een delegatie ontvangen en haalde de minister dezelfde cijfers als in mei aan. Daarnaast zei hij dat er naar de financiering per diploma moet gekeken worden en niet naar de financiering per student. Op deze basis zou er volgens de minister een netto investering zijn. Nu kregen we wel een kopie van de cijfers die Ben Weyts gebruikt. 

    Is een financiering per student niet correct?

    Het eerste argument van Weyts is dat er niet naar de financiering per student moet gekeken worden. Het afzetten van het aantal inschrijvingen tegenover de financiering van het hoger onderwijs maakt dat er een vergelijkbare parameter is om alle budgetten sinds 2008 te bekijken. Het aantal studenten is in die periode fors toegenomen: van 215.273 tot 314.124, of een stijging met 45,92%. 

    Het klopt dat er ook andere criteria worden meegenomen in de berekening van de financiering van elke universiteit en hogeschool. Het financieringsdecreet bepaalt dat een algemene stijging op de parameters over alle instellingen aanleiding geeft tot een stijging van het budget. Het gaat om de zogenaamde ‘kliks’. Behalve een groter aantal studenten stijgen ook de andere parameters. Zo steeg het aantal doctoraten in dezelfde periode met 76,41% en het aantal diploma’s met 41,63% (tot en met het academiejaar 2021-22). Kortom: de stijging van het aantal studenten is niet significant anders dan de ontwikkeling van andere parameters.

    De minister merkte op dat het aantal studenten een slechte indicatie is voor de financieringsnoden van het hoger onderwijs. Weyts stelt dat de investering voor de eerste student groter is dan voor de 100ste. Dat klinkt logisch, maar de cijfers waarvan sprake zijn van een totaal andere grootteorde. Het gaat om honderdduizenden studenten. In het ene geval kan een extra student gewoon in het bestaande auditorium aansluiten, in het andere geval maakt die ene extra student dat er nood is aan een nieuw gebouw. Met infrastructuur die jarenlang achterloopt op de toevloed aan extra studenten, is er een grote nood aan nieuwe en betere onderwijs- en onderzoeksruimtes. Het argument dat de kosten per student afnemen naarmate er meer studenten zijn, houdt dus geen steek.

    Omdat de minister opmerkte dat onze cijfers niet kloppen omdat ook doctoraatsstudenten en studenten in voortgezette opleidingen meegerekend worden, deden we onze berekening opnieuw waarbij enkel rekening werd gehouden met het aantal studenten uit de basisopleidingen. Het verschil is minimaal: in plaats van een tekort van 667 miljoen, komen we uit op 664 miljoen. Wanneer we dezelfde oefening maken startende in het academiejaar 2007-2008 komen we zelfs uit op een tekort van 793 miljoen euro. In beide gevallen is er ook onder Ben Weyts bespaard. Bij deze datareeks zijn de meest recente cijfers het aantal inschrijvingen in 2021-22, terwijl er nadien een verdere stijging was.

    Meer financiering per diploma?

    Op de ontmoeting eind augustus had de minister een nieuw argument: een berekening per diploma zou aantonen dat er geen sprake is van een besparing. Ben Weyts had een uitgeprinte tabel bij. Op ons aandringen kregen we die tabel mee. Opmerkelijk: de cijfers beginnen pas in 2015 en zijn niet terug te vinden in de stukken die beschikbaar zijn op de website van de Vlaamse overheid. Verder telt hij onder meer de eenmalige coronamiddelen uit het Voorsprongfonds mee. Daarnaast suggereert de tabel dat de minister eind augustus al cijfers had over het aantal diploma’s voor het academiejaar 2022-2023. Om de besparingen weg te becijferen moeten de cijfers van 2021 toegepast worden op de begrotingen van 2022 en 2023, wat heel creatief is. De totale besparing op financiering per diploma komt nog steeds uit op een besparing van 578 miljoen euro sinds 2008. Structureel dus geen fundamenteel verschil.

    De bewering dat er netto 200 miljoen extra geïnvesteerd is, blijkt ook het resultaat te zijn van creatief – en eigenlijk ronduit onjuist – rekenen. In de cijfers van het kabinet valt op dat die ‘investeringen’ zowel structurele als eenmalige middelen betreffen, naast twee (gedeeltelijke) indexeringen. Bij de besparingen worden de desindexeringen (het niet toepassen van de index) uit de voorbije legislatuur niet meegerekend. Als we bij de middelen nagaan welke structureel zijn, moeten we bijna twee derden van de door Weyts als investeringen aangeduide middelen schrappen. Bovendien zijn euro’s uit 2020 niet te vergelijken met euro’s uit 2023. Het is creatief maar methodologisch weinig ernstig om structurele besparingen weg te rekenen met eenmalige operaties en indexeringen.

    Hoe de besparingen correct berekenen?

    Voor onze berekening van de besparingen gebruikten wij een methode waarbij we het aantal inschrijvingen vergelijken met de middelen van de Vlaamse overheid voor het hoger onderwijs via de basisfinanciering, waarbij alle bedragen werden omgerekend naar euro’s volgens de index van 1 januari 2023. Het voordeel van deze methode is dat ze relatief eenvoudig is: de benodigde gegevens zijn publiek beschikbaar en de effecten van de inflatie worden geneutraliseerd. 

    De VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) en de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) gebruiken andere methoden maar stellen ook vast dat er bespaard is. Het voorbije academiejaar circuleerden bedragen van 450 tot 480 miljoen euro, recent had de VLIR het over 350 miljoen euro. Ook de universiteitsbesturen stellen dat dit het gevolg is van besparingen over alle voorgaande legislaturen. We hebben geen inzage in hun methodologie, maar stellen vast dat zowel de vakbonden als de besturen in het hoger onderwijs een onterechte en substantiële onderfinanciering van het hoger onderwijs zien.

    Slechts de helft van de jongeren krijgt de psychologische hulpverlening die ze nodig hebben. Er is eenzaamheid, prestatiedruk en onzekerheid. Door de stijgende prijzen hebben steeds meer studenten moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Hulpdiensten zien opvallend veel studenten aankloppen voor financiële bijstand. Ondertussen worden essentiële sociale diensten voor studenten ontmanteld: de prijs voor studenten om op kot te kunnen gaan stijgt elk jaar. De Vlaamse rectoren laten ballonnetjes op over de verhoging van inschrijvingsgelden. We moeten dit niet tolereren! Ruim 667 miljoen euro, dat is het bedrag dat Vlaamse hoger onderwijsinstellingen ieder jaar mislopen ten gevolge van besparingen. Tegelijkertijd geeft België jaarlijks ruim 13 miljard euro aan subsidies aan vervuilende brandstoffen. De logica van dit systeem is duidelijk: eerst de winsten, dan de mensen. 

    De rijkdom was nog nooit zo groot, maar de ongelijkheid is nog veel groter: de rijkste 1% bezit evenveel als de 50% armsten. Zolang het kapitalisme bestaat, zal er uitbuiting, oorlog en ongelijkheid zijn. Om racisme, seksisme, LGBTQIA+ fobie en ongelijkheid te stoppen hebben we nood aan een socialistische samenleving, gebaseerd op solidariteit, deze kan slechts bestaan wanneer de rijkdom en welvaart ten dienste staat van de meerderheid van de bevolking. Sluit aan bij de Actief Linkse Studenten en Campagne ROSA!

    Kwaliteitsvol (hoger) onderwijs onder het kapitalisme: Een onmogelijke uitdaging? Woensdag 18 oktober. 20u00 @ Blandijn UGent, Lokaal 0.4

    We strijden volop voor meer middelen en kwaliteitsvol onderwijs. Maar wat is er mogelijk binnen het kapitalistische systeem? Onderwijs moet zorgen voor kritische en gevormde mensen. Ook hoger onderwijs moet een recht zijn voor iedereen! Als dat niet kan binnen het kapitalisme, hoe kunnen we onze samenleving dan veranderen?

    Kom naar de meeting of sluit aan bij de webinar, woensdagavond 18 oktober om 20u00. Kom luisteren naar onze sprekers en neem deel aan dit noodzakelijke debat.

  • Na een jarenlange opeenstapeling van tekorten

    In de nacht van 15 op 16 september was er een groot waterlek in de Damiaanschool in Tremelo, een lagere school voor buitengewoon onderwijs. De schade was groot. De directie deed een oproep om computers, laptops en ander materiaal cadeau te doen. “Het materiaal op onze school is niet nieuw. We gebruiken het al jaren tot het letterlijk helemaal versleten is. We vermoeden dat de verzekeringswaarde laag zal zijn.” Eigen middelen heeft de school niet: “We zijn al enkele jaren bezig met verbouwen. Er zijn geen reserves. En we hebben dat materiaal nodig om de school te doen draaien.”

    door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    Het is slechts één voorbeeld van de vele tekorten die het leven van werkenden en hun gezinnen steeds meer domineren. Van de kinderopvang over het onderwijs tot het openbaar vervoer en de ouderenzorg: alles kraakt door een gebrek aan middelen. Op 11 september bleven tientallen noodoproepen onbeantwoord omdat geen enkele operator voor de 101-noodcentrale in Vlaams-Brabant beschikbaar was. Bij De Lijn worden ritten geschrapt omdat er geen bussen zijn. De OCMW’s  van Gent, Antwerpen, Luik, Brussel en Charleroi vroegen in een open brief meer financiering. “OCMW’s kunnen hun wettelijke taken niet meer vervullen, tenzij steden en gemeenten nóg meer eigen budget investeren, wat onbegonnen werk is in de huidige omstandigheden. Gevolg: van de maatschappelijk werker tot de receptioniste en het schoonmaakpersoneel, het personeel is aan het einde van zijn Latijn.” En nog: “Heel veel mensen in precaire situaties dreigen uit de boot te vallen.”

    In september stapte Joke Mariman (43) uit het leven omdat haar medische en financiële situatie uitzichtloos was. De reactie van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap? “Helaas zijn de middelen onvoldoende en moeten er keuzes gemaakt worden.” Zelfs De Standaard stelde vast: “Een overheid die wat ambitie heeft, kan zich de banaliteit van die vaststelling niet permitteren.” De krant voegde eraan toe: “In algemene termen is het de waarheid. Voor dit concrete geval is het hardvochtig.” (De Standaard 19 september) Algemene termen zijn echter altijd concreet. Het gebrek aan middelen leidt tot drama’s in het leven van steeds meer mensen. Het is ook een bron van discriminatie en verdeeldheid.

    De tekorten treffen iedereen. Onderzoek naar de kennis van het Nederlands onder Franstalige jongeren wijst op een snelle en forse achteruitgang. In 2011 beheersten 20% van de Franstalige Brusselaars tussen 18 en 30 jaar het Nederlands, in 2018 was dat al afgenomen tot 7,8%. Professor didactiek Pauline Degrave (UCL): “Het tekort [aan leerkrachten] is zo groot dat lessen maandenlang onderbroken worden. Scholen worden gedwongen om mensen aan te werven die geen opleiding hebben genoten: ze nemen bijvoorbeeld mensen aan die gewoon in een Vlaams bedrijf hebben gewerkt. Het taalonderwijs wordt steeds meer verwaarloosd.” (Le Soir 21 september)

    Tegenover de ravage door het gebrek aan investeringen is er nood aan strijd. Personeel en studenten uit het Nederlandstalig hoger onderwijs betogen op 11 oktober in Brussel, op de dag waarna er voor dit jaar geen financiering meer is. Samen in actie komen voor meer middelen is belangrijk. Dat geldt ook voor de kinderopvang, de zorg, het openbaar vervoer … Als we de pro-kapitalistische politici de agenda laten bepalen, zal er nooit geld zijn voor onze noden. We zullen enkel verandering afdwingen als we er zelf voor strijden en ons daarvoor organiseren. 

    Er zijn middelen aanwezig in de samenleving. Op basis van betwistbare berekeningen stelde Credit Suisse dat de mediane Belg de rijkste ter wereld is. In de eerste jaarhelft maakten de grootbanken in België 4,4 miljard euro winst. Dat is evenveel als de helft van het budget voor het Franstalig onderwijs. Tegelijk zijn de rijen aan de voedselbanken langer dan ooit tevoren. Het kapitalisme is enkel in het belang van een superrijke minderheid. Opkomen voor gratis en degelijk onderwijs, voldoende kinderopvang, meer openbaar vervoer, goede zorg, kortom voor een leven waarin onze belangen centraal staan, betekent vechten voor een samenleving waarin de meerderheid van de bevolking de controle heeft over de rijkdom.

    Betoging hoger onderwijs: woensdag 11 oktober, 13u Brussel Noord

  • Geweld rond Evras. Handen af van onze scholen!

    Sinds dinsdagavond zijn er verschillende scholen, vooral in de regio Charleroi, het slachtoffer geworden van brandstichting. Doorgaans werd dit vergezeld van graffiti tegen het project Evras (Education à la Vie relationnelle, affective et sexuelle). Ondertussen was er ook vandalisme in de regio Luik. Een school werd in brand gestoken en een andere school werd beklad met het dreigement: “Stop Evras of je bent de volgende.”

    De schade blijft tot nu toe beperkt, maar het ondermijnt de reeds vervallen gebouwen. Het ergste is natuurlijk de schok die veroorzaakt is onder ouders en personeel, maar vooral onder de kinderen. Het is moeilijk om aan een kleuter uit te leggen waarom iemand hun school in brand heeft gestoken, het is moeilijk om de woorden te vinden om hen gerust te stellen. De tegenstanders van Evras beweren dat ze “de kinderen beschermen,” maar door deze branden is het gevoel ontstaan dat school niet langer een veilige plek is.

    Er zijn bizarre flyers verspreid rond bepaalde scholen, zelfs indien het thema niet echt leefde onder ouders of in groepen op sociale netwerken. De lastercampagnes die extreemrechts en radicale religieuze bewegingen op sociale netwerken voeren bereiken slechts een beperkt publiek. Het gaf wel voldoende vertrouwen en houvast aan een misdadiger of een groep misdadigers.

    Evras: voorbij de fantasie

    Sinds het begin van het nieuwe schooljaar moeten leerlingen van het zesde leerjaar in het lager onderwijs en het vierde jaar middelbaar twee uur les volgen over relaties, emoties en seks, met onderwerpen als vrouwenrechten, de strijd tegen discriminatie, instemming, zelfacceptatie, seksuele ontplooiing, lichaamsbewustzijn en het deconstrueren van genderstereotypen. In sommige gezinnen zijn de ouders in staat om de nodige informatie te verstrekken, vragen te beantwoorden, enz. Maar in veel andere gevallen is een externe referentie belangrijk. Een andere belangrijke verandering, naast de uitbreiding van twee naar vier uur, is dat de Evras-vormingen nu worden verzorgd door centra voor gezinsplanning in plaats van door non-profitorganisaties die door de school zijn gekozen (die bijvoorbeeld evengoed een anti-abortus non-profitorganisatie kunnen kiezen om deze lessen te verzorgen).

    Onder de tegenstanders wordt vaak en zonder enige reden gesproken over ‘pedofilie’. Het moet duidelijk zijn: verzet tegen dit soort vorming op school helpt net om pedofiele criminelen te beschermen. Deze vormingen op basis van luisteren en dialoog vergroten de kansen om seksueel of ander misbruik op te sporen.

    Uiteindelijk is wat Evras voorstelt, gezien de werkelijke behoeften ter plaatse, erg weinig. We moeten van jongs af aan beginnen met het aanpakken van de omgang met emoties, geweld op school tussen leerlingen en natuurlijk het garanderen van voldoende ruimte en tijd om leerlingen te ondersteunen bij het opgroeien. Er wordt op school onvoldoende rekening gehouden met relaties tussen kinderen en dat leer je niet in een wiskundeles. En toch moeten we van jongs af aan reageren, uitleggen dat we niet spelen met het optillen van meisjesrokken, hen vertrouwd maken met het begrip toestemming… Het lichtvaardig behandelen van deze kwesties is een van de redenen waarom de verkrachtingscultuur bloeit.

    Helaas leven we in een maatschappij die gebaseerd is op constant conflict en geweld, en de weerspiegeling van deze situatie in pesterijen op school en allerlei soorten geweld wordt grotendeels genegeerd. Dit alles vereist kleinere klassen, meer collega’s (ook om toezicht te houden op pauzes en naschoolse opvang), meer vorming, meer banden met basisverenigingen… en dus meer, veel meer, middelen.

    Daaraan moeten we toevoegen dat seksuele, relationele en emotionele opvoeding vandaag grotendeels afwezig zijn in het onderwijs. Dit is een weerspiegeling van de functie van het onderwijs in een klassensamenleving. Onderwijs is in de eerste plaats ontworpen om te voldoen aan de kapitalistische economische behoeften en de daarvoor benodigde arbeidskrachten, niet om de persoonlijke ontwikkeling van elk individu te garanderen.

    Actie in een Gentse school in 2018 met onder meer de eis van degelijke lessen seksuele opvoeding. (Zie verslag van die actie)

    Opbouwen van actieve solidariteit

    De haat en lafheid achter deze branden komen niet uit de lucht vallen. Overal ter wereld proberen religieuze fundamentalisten, populistisch rechts en extreemrechts het momentum tegen seksisme en LGBTQIA+fobie van de afgelopen jaren te dwarsbomen. Dit gebeurt niet zonder weerwoord. In Canada mobiliseerde de vakbond IATSE tegen een extreemrechts protest tegenover een drag zomerkamp. In Ierland organiseerden bibliotheekmedewerkers zich tegen extreemrechtse protestacties rond de beschikbaarheid van boeken over gender in de bibliotheek. Dit zijn uitstekende voorbeelden die navolging verdienen.

    Het Vlaams Belang stelde de anti-Evras acties voor als afkomstig van de ‘moslimgemeenschap’ om xenofobie en racisme aan te wakkeren. Gemakshalve vergeet het de acties van onder meer Dries Van Langenhove in Brugge, waar enkele maanden geleden deelnemers aan een openbare lezing door een drag queen geïntimideerd werden met boodschappen als “genderideologie = pedofilie.” Er was ook een video te zien waarop Van Langenhove een winkelier lastigviel die een Pride-vlag had opgehangen, die hij omschreef als een ‘pedofielenvlag’. In onder meer de VS is het extreemrechts dat vooraan staat om seksuele opvoeding uit de scholen te houden. Dyab Abou Jahjah, tegenwoordig vooral in de weer tegen woke, verklaarde dat hij als ouder eveneens bezorgd is om de “genderideologie” die in Evras aanwezig zou zijn.

    De beste manier om te reageren op reactionaire intimidatie en geweld is door sociale mobilisatie. De Evras-vormingen zijn er gekomen door de golf van feministische strijd van de afgelopen jaren. Hun beperkingen, de reacties die ze uitlokken of nog het feit dat Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) besliste dat lessen seksuele voorlichting vanaf 1 september niet langer verplicht zijn in Vlaamse scholen, tonen aan dat de strijd nog lang niet gestreden is.

    De vakbonden zijn de ideale instrumenten om initiatieven te lanceren om ouders, onderwijzend en opvoedkundig personeel, PMS (psycho-medisch-sociale) centra en PSE (gezondheidsbevordering op school) diensten, maar ook centra voor gezinsplanning, feministische verenigingen, LGBTQIA+ verenigingen, enz. samen te brengen. Het opbouwen van een massale strijd – te beginnen, waarom niet, met een regionale betoging ter verdediging van echt gratis onderwijs van hoge kwaliteit gericht op het welzijn van leerlingen en personeel – is de beste manier om de schuldigen sociaal te isoleren en hun vertrouwen te stoppen.

  • Bespaar niet op onze toekomst. Meer geld voor onderwijs nodig!

    De gevolgen van de chronische onderfinanciering van het onderwijs zijn explosief. Alle cijfers staan in het rood. Managementtechnieken uit de privésector zullen niet helpen. Tegenover de tekorten en de problemen moeten we ons organiseren en het verzet opbouwen op de verschillende niveaus en gemeenschappen, zodat we samen strijden voor meer publieke middelen voor onderwijs. Middelen op basis van de behoeften!

    door Emily Burns

    Hoeveel noodklokken moeten er nog luiden?

    Onderwijzend personeel klaagt over te grote klassen en onhoudbare werkdruk. Het is niet verwonderlijk dat het steeds moeilijker wordt om leerkrachten te vinden. Het absenteïsme is gestegen tot 10%, dubbel zo veel als tijdens de pandemie. Het personeel zit er vaak helemaal door. Dit is niet anders in het hoger onderwijs. In Vlaanderen is het gemiddeld aantal studenten per docent de afgelopen 15 jaar met 57% gestegen!

    Langs Franstalige kant moet de helft van de meer dan 13.000 schoolgebouwen worden opgeknapt en 500 ervan meteen afgebroken. Dit is het trieste resultaat van bijna 40 jaar onderfinanciering. Dokters maken zich zorgen over de gevolgen van het feit dat 70% van de jongeren liever geen gebruik maken van de weinig uitnodigende schooltoiletten. Dit leidt tot infecties, hoofdpijn en concentratieverlies. Het regelmatig uitvallen of lager zetten van de verwarming zorgt bovendien voor een toename van oor-, neus- en keelinfecties.

    Drie kwart van de jongeren boven de 15 jaar heeft een studentenjob, zowel tijdens de zomervakantie als het schooljaar. Bijna de helft wil meer uren werken omdat de kosten van levensonderhoud fors gestegen zijn. Het beleid versoepelde studentenarbeid: sinds 2022 mag tot 600 uur per jaar gewerkt worden. Probeer je bovenop dat werk maar eens te concentreren op studies!

    Het is niet verwonderlijk dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat. Volgens de rechterzijde komt dit niet door het gebrek aan middelen en de druk op personeel en jongeren. Volgens Theo Francken kan zijn partijgenoot en minister van Onderwijs Ben Weyts er niets aan doen. Het is namelijk allemaal de schuld van migratie?! In De Tijd zei hij: “De gemiddelde stadsklas in Vlaanderen is Babylon geworden: ze verstaan elkaar niet meer. De ultradiversiteit van de samenleving was het nec plus ultra van de links-progressieven, maar het gevolg is dat de onderwijskwaliteit dramatisch naar beneden dondert.”

    Studeren wordt onbetaalbaar

    In het middelbaar onderwijs maakt een derde van de ouders zich grote zorgen over de schoolfacturen en 10% kan die niet betalen, zo blijkt uit een studie van het VCOV (Vlaamse confederatie van ouders en ouderverenigingen vzw).

    Sinds de regionalisering is er een reële daling van de kinderbijslag. De jaarlijkse schoolbonus die in augustus samen met de kinderbijslag wordt uitbetaald, ligt eveneens ver onder de reële kosten. Voor 11 tot 16 jarigen gaat het om welgeteld 58,59 euro, terwijl de kosten voor een schooljaar worden geschat op 427 euro (algemeen secundair onderwijs) tot 689 euro (beroepsonderwijs), computerapparatuur niet inbegrepen.

    In de Franstalige gemeenschap wordt beloofd dat alle schoolbenodigdheden tot en met de tweede klas lager onderwijs gratis worden aangeboden. Die belofte wordt niet volledig waargemaakt… Door hun krappe budgetten sporen veel scholen ouders nog steeds aan om zelf materiaal te kopen, zelfs indien dit eigenlijk niet mag. Sinds de invoering van afstandsonderwijs tijdens de pandemie zijn de IT-kosten sterk gestegen. Zo heeft 40% van de leerlingen in het basisonderwijs een computer nodig. In het secundair onderwijs is dat 90% en in het hoger onderwijs letterlijk iedereen.

    In het Franstalig hoger onderwijs komt er een hervorming aan van de studietoelagen. Deze zou de steun verminderen tot 962 euro voor studenten zonder kot en 3.636 euro voor studenten met een kot. De Federatie van Franstalige Studenten berekende echter dat de kost van een jaar studeren met een kot oploopt tot 8.000 à 12.000 euro.

    In het Nederlandstalig hoger onderwijs werden de middelen niet geïndexeerd en werd het klik-systeem (een stijging van de subsidies met de stijging van het aantal studenten) niet correct uitgevoerd. De structurele overheidsfinanciering van de universiteiten is gedaald van 80% van de inkomsten in 1990 tot 50% vandaag. Dit betekent een grotere afhankelijkheid van investeringen door private bedrijven. Aan de UGent lanceerde de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen een crowdfunding om broodnodige microscopen voor studenten te vervangen. Liefdadigheid en winstbelangen bepalen steeds meer het hoger onderwijs.

    We aanvaarden dit niet!

    Het is tijd om de kern van het probleem aan te pakken: decennia van onvoldoende publieke investeringen, een vermarkting van het onderwijs, managementmethoden uit de private sector en een benadering die niet vertrekt van de noden van de ontwikkeling en vorming van jongeren. Een samenleving die onvoldoende investeert in het onderwijs bespaart op haar eigen toekomst. Dat aanvaarden wij niet!

    We eisen:

    • Onmiddellijke drastische verhoging van de publieke middelen voor onderwijs!
    • Massale aanwerving van goed opgeleid onderwijzend en educatief personeel, maar ook ondersteunend personeel (administratie, IT, keuken, schoonmaak …) en betaalde stages.
    • Renovatie, isolatie en bouw van voldoende infrastructuur van goede kwaliteit!
    • Afschaffing van het stelsel van leerkrediet en investeringen in meer begeleiding van studenten
    • Echt gratis onderwijs, ook voor schoolgerief en computer!

    Doe mee met de Actief Linkse Studenten en Etudiants.e.s de Gauche en Action (ALS/EGA) op 11 oktober om samen met de vakbonden te betogen voor degelijk en toegankelijk onderwijs.

  • Protestactie trekt beweging voor meer investeringen in (hoger) onderwijs op gang

    Een reeks acties tegen de voortdurende onderfinanciering van het Vlaamse hoger onderwijs bouwt op naar een betoging op 11 oktober in Brussel. Op 25 augustus vond de eerste actie plaats.

    door Frede (Brugge), pas afgestudeerde leerkracht

    https://nl.socialisme.be/96786/interview-met-jo-coulier-om-te-breken-met-het-besparingsbeleid-in-het-hoger-onderwijs-is-er-actie-nodig

    Vakbondsmilitanten, leerkrachten, docenten uit de lerarenopleiding, studenten in de lerarenopleiding en activisten verzamelden aan het kabinet van Vlaams minister van onderwijs Ben Weyts om meer investeringen in de lerarenopleiding te eisen. Verschillende pas afgestudeerde leerkrachten presenteerden er de rekening van hun studie aan de minister. Die kan oplopen tot bijna 25.000 euro voor iemand die op kot zit. Naast inschrijvingsgeld besteden studenten in de lerarenopleiding vooral veel geld aan het printen/aankopen van educatief materiaal om te gebruiken tijdens stages en aan het vervoer van en naar de stageplaats.

    Frede was deel van de delegatie die op 25 augustus door onderwijsminister Weyts werd ontvangen. Frede (rechts) en Britt (midden) overhandigden de minister de factuur voor hun lerarenopleiding. Foto door Liesbeth.

    Om het lerarentekort aan te pakken, is het sinds kort mogelijk om ook zonder pedagogisch diploma aan de slag te gaan in het onderwijs. Hiermee wordt het beroep van leraar niet aantrekkelijker. De impliciete boodschap dat je geen diploma nodig hebt om voor de klas te kunnen staan, zorgt ervoor dat de waardering van het lerarenberoep verder daalt. Bovendien is het ook helemaal niet zo simpel om zonder pedagogische voorkennis over de groep leerlingen waar je voor komt te staan, aan de slag te gaan in het onderwijs. De didactische benadering die je tijdens de lerarenopleiding verwerft, is hiervoor broodnodig. Veel zij-instromers zonder pedagogisch diploma vallen dan ook al snel weer af. Voor een duurzame oplossing voor het lerarentekort moet, onder andere, de druk op individuele leerkrachten naar beneden door de werklast te verminderen.

    Niet alleen het leerplichtonderwijs kampt met een lerarentekort. Ook in de lerarenopleidingen aan de hogescholen roeit men met beperkte riemen. De voorbije 10 jaar nam de taakbelasting voor docenten in de lerarenopleiding toe met wel 50 procent! Steeds meer docenten vallen uit door die groeiende druk. In eerste instantie proberen de hogescholen creatieve oplossingen te vinden. Derdejaars geven bijvoorbeeld eens les aan eerstejaars als vorm van oefening. Op dit moment zit men echter op het punt dat de creativiteit op is. Er dreigt een reëel kwaliteitsverlies in de lerarenopleidingen. Om dat tegen te gaan is er dringend nood aan meer middelen.

    Het niet correct naleven van het financieringsmodel van 2008 voor het hoger onderwijs zorgt voor een tekort van meer dan 600 miljoen euro. Personeelsleden en studenten vroegen dit geld op 25 augustus terug van Ben Weyts, die de symbolische cheque weigerde te tekenen. Foto door Liesbeth

    Naast verschillende facturen van studenten in de lerarenopleiding, nodigden we minister Weyts ook uit om een cheque van 667.102.836,91 euro te tekenen. Dat is het bedrag dat het hoger onderwijs sinds 2008 misgelopen is door het niet correct nakomen van het financieringsmodel. Ondertussen is het aantal studenten gedurende die 15 jaar met 50% toegenomen. Ook hier zijn creatieve lapmiddeltjes niet meer haalbaar. Universiteiten zoeken verschillende manieren om het tekort op te vangen. De Universiteit Gent bespaart op personeel. Een vakgroep lanceerde een oproep tot giften om broodnodige nieuwe microscopen te kunnen aankopen. Op 11 oktober is het geld voor de Vlaamse universiteiten volgens de huidige financiering op. Dit wordt aangegrepen om dit jaar op 11 oktober in Brussel te betogen voor meer middelen voor onderwijs.

    Aan de delegatie die Ben Weyts op zijn kabinet ontving, beloofde hij dat er geïnvesteerd zal worden in de lerarenopleidingen en in bijscholing voor leerkrachten en directies uit het basisonderwijs en secundair onderwijs. Hij zei ook dat het financieringssysteem voor het hoger onderwijs drastisch hervormd moet worden. We kunnen enkel gissen naar hoe die hervorming er in zijn hoofd uitziet. Maar één ding is zeker. Enkel door met onze acties voor meer middelen een krachtsverhouding op te bouwen, kunnen we ervoor zorgen dat het beter wordt.

    Volgende afspraken:

    • 25 september – vakbondsconcentratie aan het Vlaams Parlement naar aanleiding van de Septemberverklaring
    • 11 oktober – grote betoging van het hoger onderwijs voor meer investeringen
    Bespaar niet op onze toekomst! Foto door Liesbeth
  • Interview met Jo Coulier. “Om te breken met het besparingsbeleid in het hoger onderwijs, is er actie nodig”

    Jo Coulier is hoofdafgevaardigde voor ACOD aan de VUB en nationaal voorzitter van ACOD onderwijs. Ik besprak met hem de situatie in het hoger onderwijs en de plannen voor een nationale betoging op 11 oktober.

    door Kenzo (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Waar uiten de tekorten in het hoger onderwijs zich in?

    “Er is een tekort van 500 miljoen euro gecreëerd in het hoger onderwijs, doordat de regering het financieringsmodel van 2008 niet correct naleeft. Ze heeft de subsidies niet geïndexeerd en ook het klik-systeem (dat een stijging van de subsidies inhoudt met de stijging van het aantal studenten) is niet correct uitgevoerd. Voor de VUB gaat het bijvoorbeeld over 25 miljoen euro. Dit heeft als gevolg dat de afgelopen 15 jaar de ratio student-prof van 14 naar 22 per prof steeg. Dit is een stijging van 57%. Het hoger onderwijs moet gemiddeld met minder subsidie per student werken. Voor het personeel betekent dit een enorme stijging van de werkdruk. Er zijn reeds een boel jobs verdwenen, vermits besturen degene die op pensioen gingen of langdurig ziek werden niet vervangen. Daarnaast bespaart men op de zogenaamde “niet kerntaken”. Zo wil men 1 op 6 schoonmakers doen verdwijnen aan de VUB. Dit betekent dat de netheid van de universiteit zal dalen. Het aantal burn-outs neemt toe. Ondertussen worden sommige onderzoeken ingeperkt of geannuleerd vanwege een gebrek aan middelen.”

    “Ook voor de meer dan 300.000 Vlaamse studenten zijn er voelbare gevolgen. Proffen hebben minder tijd om studenten individueel te begeleiden, de maaltijdprijzen stijgen terwijl de kwaliteit afneemt en de hoeveelheid koten in publiek bezit daalt met een prijsstijging als gevolg. Veel rectoren zouden een verdubbeling van de inschrijvingsgelden willen, maar de regering wil deze hete kastanje kort voor de verkiezingen nog niet vastnemen. Daarnaast stelt de Vlaamse overheid dat er te veel geld wordt gegeven aan “zinloze studies” (lees niet winstgevende studies) zoals kunstwetenschappen, geschiedenis of filosofie. Op termijn zou men dus ook de hoeveelheid richtingen willen verminderen om op die manier met minder subsidies ‘economisch nuttige’ opleidingen te behouden.”

    Er is een tekort van 500 miljoen euro gecreëerd in het hoger onderwijs, doordat de regering het financieringsmodel van 2008 niet correct naleeft. Dit heeft als gevolg dat de afgelopen 15 jaar de ratio student-prof van 14 naar 22 per prof steeg. Dit is een stijging van 57%. Het hoger onderwijs moet gemiddeld met minder subsidie per student werken. 

    Gaan we weer naar een elite-onderwijs?

    “De huidige economie zal nood blijven hebben aan goed opgeleide werkkrachten. Er zullen dus nog altijd veel studenten nodig zijn. Wel ziet het ernaar uit dat ons hoger onderwijssysteem verder evolueert naar het Angelsaksisch model met een differentiatie tussen de universiteiten. Zo heb je in Engeland bijvoorbeeld de Russel Group van prestigieuze universiteiten zoals Oxford en Cambridge waar vooral de rijke studenten en de toekomstige elite naartoe gaan. In Vlaanderen heeft de KU Leuven ook een meer elitair karakter. De andere universiteiten worden dan ‘tweederangsuniversiteiten voor de massa’s’. Met de stijging van de studiekosten op alle terreinen wordt geleidelijk aan de deur geopend om naar studentenleningen te gaan waardoor studenten afstuderen met schulden die afbetaald moeten worden zoals in Nederland, de VS en het Verenigd Koninkrijk. Er is zeker een vorm van elitisering in het hoger onderwijs maar niet per se een daling van het aantal mensen met een hoger diploma, eerder een differentiatie in deze diploma’s.”

    Hoe beïnvloedt het bedrijfsleven het hoger onderwijs vandaag?

    “Bedrijven beïnvloeden de werking van het hoger onderwijs op verschillende manieren. Zo sturen ze mee onderzoek aan en financieren ze deze mee. De rol die bedrijven spelen, groeit ook doordat universiteiten verplicht zijn om meer middelen aan te trekken. Vooraleer er onderzoek gestart kan worden, moet er een financiering gezocht worden. Om aan deze middelen te komen moet men dus vaak bedrijven aanspreken, die bepaalde belangen hebben die niet altijd stroken met de belangen van de mensheid. De farmaceutische industrie is bijvoorbeeld een belangrijke investeerder in onderzoek aan universiteiten. Maar deze industrie heeft er geen belang bij om die medicijnen waar ze miljoenen op verdienen te vervangen door eventuele goedkopere en beter werkende medicijnen. Dat zou immers in de winsten snijden. Officieel doen proffen aan vrij onderzoek maar in realiteit moet je daar toch kanttekeningen bij maken. Doordat bedrijven mee bepalen welk onderzoek gedaan wordt en er ook soms clausules in de contracten worden opgenomen die open publicaties beperken.”

    “Daarnaast beïnvloeden bedrijven ook wat er gedoceerd wordt. Dit komt doordat ze leerstoelen financieren. Deze leerstoelen vormen een basis waarover lesgegeven wordt. Proffen kunnen berispt worden indien ze lessen geven die tegen zo’n leerstoel ingaan. Zo wordt aan de VUB de leerstoel over welzijn op het werk en burn-out gefinancierd door AG Insurance. Aan de KU Leuven wordt de leerstoel ethiek en AI meegefinancierd door Colruyt (wiens winstmodel gebaseerd is op het drukken van lonen en het onderbetalen van boeren voor hun waren) en Belfius (dat enkele maanden geleden verklaarde niet langer aan de overheid te zullen  lenen indien de PVDA in Wallonië zou regeren). Bakens van ethische keuzemakers inderdaad.”

    “In 1990 kwam 80% van de inkomsten van de universiteit uit structurele financiering door de overheid, nu is dat nog maar 50%. Hoe minder structurele subsidies een hoger onderwijsinstelling ontvangt van de overheid, hoe afhankelijker het wordt van investeringen van private bedrijven. Dit heeft een directe impact op de vrijheid van onderzoek want deze bedrijven willen slechts betalen voor onderzoek dat in het belang is van hun winsten. Een besparing in het hoger onderwijs is dus ook een commercialisatie van het hoger onderwijs en een uitverkoop van kennis en onderzoek naar grote bedrijven voor wie een universiteit niet meer is dan een goedkoop onderzoekslabo. Het beïnvloedt ook direct de arbeidsomstandigheden van het personeel. Zo was in 1990 nog 80% van het personeel vast benoemd of had een contract van onbepaalde duur, nu is dat slechts 40%. De meerderheid van het personeel werkt dus met tijdelijke contracten. Voor de andere universiteiten gelden gelijkaardige cijfers.”

    In 1990 kwam 80% van de inkomsten van de universiteit uit structurele financiering door de overheid, nu is dat nog maar 50%. Hoe minder structurele subsidies een hoger onderwijsinstelling ontvangt van de overheid, hoe afhankelijker het wordt van investeringen van private bedrijven.

    Jullie kiezen voor actie, vanwaar deze keuze?

    “Er is al jaren structureel overleg tussen de vakbonden en het bestuur en tussen het bestuur en de Vlaamse overheid. Deze hebben enkel geresulteerd in besparingen. Als we willen breken met dit besparingsbeleid zal actie nodig zijn. Daarom organiseren we acties in augustus, september en op 11 oktober een nationale betoging. We eisen in gemeenschappelijk vakbondsfront dat het financieringsmodel uit 2008 correct wordt uitgevoerd. Op deze manier komt er 500 miljoen euro vrij voor het hoger onderwijs. Voor de VUB bijvoorbeeld betekent dat concreet 25 miljoen euro. De onderfinanciering betekent dat er aan de VUB 10 miljoen euro moet worden bespaard en 150 jobs verdwijnen. Met die 25 miljoen zou dat niet meer nodig zijn en zou men ongeveer 200 personeelsleden kunnen aanwerven. Op die manier zou het mogelijk zijn de werkdruk te verminderen en een 1/5de arbeidsduurvermindering zonder loonverlies door te voeren. Dit is zeker nodig. Onderzoek toont namelijk aan dat de gemiddelde prof 55 uur per week werkt.”

    Hoe willen jullie van deze acties een succes maken?

    “We zijn nog maar net begonnen met het organiseren en de eerste prioriteit zal dus het sensibiliseren en informeren zijn van het personeel. In september willen we een uitgebreide sensibiliseringscampagne doen, maar we mogen deze zomer niet stilzitten. Bij de personeelsleden die al aangesproken werden, is er een zekere interesse in het voeren van actie. 

    “We willen met enkele acties opbouwen naar een succesvolle nationale betoging op 11 oktober. Zo hebben we het idee om eind augustus een actie te doen met studenten uit de lerarenopleiding tegen de hervorming van Ben Weyts, die eigenlijk stelt dat een diploma van de lerarenopleiding niet meer nodig is om les te geven. Vervolgens willen we een actie voeren aan het Vlaams parlement op 25 september tijdens de septemberverklaring van de regering. 

    “Daarna volgt de nationale betoging op 11 oktober. De dag dat het geld van de universiteiten officieel op is door de verkeerde uitvoering van het financieringsmodel. Afhankelijk van de dynamiek en het succes van deze actie zullen er verdere acties volgen.”

  • Weyts, waar is ons geld?

    Gisteren was er een actie van onderwijspersoneel en studenten aan een bijeenkomst met Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts in Gent. In het hoger onderwijs is er groot ongenoegen over het tekort aan middelen. Het aantal studenten nam sterk toen, de financiering volgde niet. Dit komt neer op een besparing.

    Sinds 2008, sinds de invoering van het Financieringsdecreet, bespaarden àlle ministers van onderwijs op het hoger onderwijs. Uitgedrukt in financiering per student ging de financiering op 15 jaar tijd achteruit van 9.500€ naar 7.500€ per student aangepast aan inflatie. Zo loopt het hoger onderwijs jaarlijks 667 miljoen euro mis. Geld dat decretaal aan de universiteiten en hogescholen toekomt, maar dat ze niet krijgen.

    Die besparingen hebben hun gevolgen: jobverlies, besparen op loon -en arbeidsvoorwaarden, besparen op gebouwen en infrastructuur, steeds meer doen voor hetzelfde geld, minder studentenbegeleiding, minder contacturen … De grens van het haalbare is intussen al serieus overschreden. Daarom protesteerden 500 personeelsleden en studenten van de Gentse hogeronderwijsinstellingen (UGent, KASK, HoGent en Arteveldehogeschool) tegen de besparingen en de gevolgen ervan.

    Ben Weyts kreeg een sarcastische “besparingsmedaille”. Een zilveren: na Pascal Smet is hij sinds 2008 de op één na meest besparende minister. Als hij aan hetzelfde ritme voortdoet, wordt hij op het einde van deze legislatuur zelfs de “besparingskampioen”. De minister ontkende tegenover een kleine delegatie dat er bespaard wordt. Hij beweert zelfs te investeren. De berekeningen door de vakbonden en universiteitsbesturen weerleggen dat. De boodschap is dat er geen extra middelen komen.

    Verder protest is dan ook nodig. Op 12 oktober volgt een nationale betoging van het hoger onderwijs in Brussel: personeel en studenten uit alle instellingen van het hoger onderwijs zullen er betogen voor meer middelen. Schrijf die datum alvast in je agenda!

  • Interview. Personeel UGent in verzet tegen besparingen

    “Op 13 oktober zal het budget voor dit jaar op zijn. Daarom komen we die dag massaal op straat”

    Op donderdagmiddag 20 april verzamelden meer dan 600 personeelsleden van de Universiteit Gent op een personeelsvergadering. Van hun vakbondsvertegenwoordigers kregen ze uitleg over de besparingsplannen van het universiteitsbestuur. Maar vooral werd een reactie daarop besproken en een actieplan goedgekeurd. We spraken met Lorenzo Eecloo en Tim Joosen van ACOD UGent. 

    Interview door Bart Vandersteene uit maandblad De Linkse Socialist

    De personeelsvergadering is net achter de rug. De opkomst was groot en voor de tweede keer op een jaar tijd zijn jullie genoodzaakt om actie te voeren tegen besparingen. Wat is er gaande? 

    Lorenzo: Vorig jaar voerden we inderdaad al grote acties en organiseerden we een betoging tegen een besparingsplan dat heel gericht groepen werknemers raakte. Nu gaat het bestuur nog een grote stap verder en wil het structureel snijden in het personeelsbestand.  

    Tim: Dit was de grootste personeelsvergadering in lange tijd. Veel personeelsleden vrezen terecht voor hun job. Het idee dat het rectoraat het beste voor heeft met de universiteit, personeel en studenten, is ondertussen echt voorbij. 

    Wat moeten we ons voorstellen bij dit besparingsplan? 

    Tim: Het is drie keer zo groot als dat van vorig jaar toen de universiteit 11 miljoen wilde besparen. Een aantal maatregelen hebben we toen kunnen stoppen. Zo behield het personeel in de kinderdagverblijven hun statuut als UGent personeel. Nu wil de universiteit het drievoudige besparen. Dat zal leiden tot groot jobverlies, zowel bij contractuelen als statutairen. In de centrale administratie staat één op de vijf jobs op de helling.

    Lorenzo: Dat gebeurt in een situatie waarbij de werkdruk op heel veel plaatsen al als onhoudbaar wordt ervaren. Er is dus terecht een grote bezorgdheid over de impact van dit plan. Met nog minder personeel hetzelfde werk blijven doen, is volstrekt onmogelijk. 

    Tim: De werkdruk zal nog toenemen. Maar het is een illusie te denken dat de dienstverlening er niet onder zal leiden. En bepaalde taken zullen worden doorgeschoven naar andere diensten, dat kan niet anders, waardoor ook daar de werkdruk zal toenemen. 

    Hoe was de sfeer op de personeelsvergadering en wat werd er beslist? 

    Lorenzo: Het was een heel belangrijk moment. We hebben er de goedkeuring gevraagd voor het alternatief van het vakbondsfront. Volgens ons moet dit plan volledig worden ingetrokken. De budgettaire voorspellingen van het bestuur waren de voorbije jaren altijd veel negatiever dan de realiteit. Als er al moet gesneden worden dan willen wij dat het bestuur elk jaar in het sociaal overleg met een plan en argumentatie komt en dat wij alternatieven kunnen voorstellen. We kregen een volmondig akkoord van de aanwezigen op de personeelsvergadering. En er is een grote actiebereidheid voor de actieweek die we voorstelden in de week van 2 tot 5 mei. 

    Tim: We voerden al twee acties de voorbije weken. Maar blijkbaar is het universiteitsbestuur nog niet bereid om te luisteren. Zo’n personeelsvergadering is heel belangrijk om te antwoorden op de soms valse informatie die wordt verspreid, maar ook om duidelijk te maken dat we samen kunnen reageren. Als individu kan je soms angst hebben om tot actie over te gaan. Als je weet dat quasi al je collega’s meedoen, dan kan die angst veranderen in vastberadenheid. Het bestuur schuwt trouwens niet om vuile methodes te gebruiken. Ze ontnamen de vakbonden de mogelijkheid om rechtstreeks berichten te kunnen sturen naar het personeel. Wij kregen al verschillende procedures en blamen voor ons syndicaal werk. Ze proberen het ons zo moeilijk als mogelijk te maken. 

    We hoorden jullie al dikwijls praten over een structurele onderfinanciering van het hoger onderwijs. Welke proporties neemt dit aan? 

    Lorenzo: In 2008 werd een nieuw financieringsdecreet opgesteld door de Vlaamse Regering. De regels die daarin werden opgesteld worden gewoon niet gevolgd. Er zijn onder andere regels voor het verhogen van het budget wanneer de studentenaantallen toenemen, met een kliksysteem. Er zijn regels met betrekking tot de indexering van budgetten. Ondertussen weet iedereen hoe belangrijk een indexering is. De UGent loopt jaarlijks een bedrag tussen de 80 en 100 miljoen euro mis door het systematisch niet naleven van het financieringsdecreet. Over heel het hoger onderwijs gaat het over een bedrag tussen 460 miljoen en 590 miljoen, dat jaarlijks zou moeten worden voorzien bovenop het huidige budget van 2,55 miljard euro. 

    Tim: Gedurende vijftien jaar ondertussen is er geen correcte toepassing van het financieringsdecreet. Het begon 15 jaar geleden al met minister Vandenbroucke, de auteur van het financieringsdecreet. Dat ging door onder minister Pascal Smet, ging een versnelling hoger onder Hilde Crevits en nu is er hetzelfde beleid onder Ben Weyts. Hilde Crevits ging ook over tot een verhoging van de inschrijvingsgelden en dat zit er nu ook opnieuw aan te komen. Het staat trouwens expliciet vermeld in het plan van de Gentse rector dat deze piste in de toekomst zal moeten worden bewandeld. 

    Komen er op het niveau van het Vlaamse hoger onderwijs acties? 

    Lorenzo: Ja, die komen er aan. Die waren er de voorbije jaren ook al vanuit de vakbonden, maar deze kregen op dat moment eerder tegenwerking dan steun vanuit de universiteitsbesturen. Er is dringend nood aan één front van personeel en studenten en besturen van alle hoger onderwijsinstellingen om het geld dat nodig is voor kwalitatief hoger onderwijs op te eisen. Op 13 oktober komt er een grote betoging in Brussel. We kozen die datum symbolisch omdat die dag de budgetten van het hoger onderwijs in feite op zijn. 

    Tim: We horen het aan alle universiteiten en hogescholen: ‘het gaat niet meer’. Volgend jaar is een ideaal moment om van ons te laten horen. Er komen verkiezingen en we moeten vaststellen dat op alle bevoegdheden van de Vlaamse regering de problemen torenhoog zijn en zijn toegenomen de voorbije jaren. Het rapport van de Vlaamse Regering is gitzwart. Op alle niveaus van het onderwijs, op vlak van welzijn, jeugd en cultuur, op vlak van openbaar vervoer en sociale huisvesting is de situatie dramatisch slecht en achteruit gegaan. Geen wonder dat de N-VA vandaag graag de discussie over ‘woke’ willen hebben in plaats van over het bilan van haar beleid. De regeringspartijen zullen er alles aan doen om de aandacht af te leiden van de drama’s die ze veroorzaken. Het is dan net aan ons om via sociale actie wel de aandacht te vestigen op de essentie. 

    De UGent en het hoger onderwijs staan niet gekend als bastion van strijdsyndicalisme. Maar jullie voerden veel actie de voorbije jaren en kwamen veel in het nieuws. 

    Lorenzo: Juist, we kozen met ACOD UGent heel bewust voor een offensieve aanpak en actie. Enkele jaren geleden streden we voor een hoger minimumloon aan de UGent en we wonnen die strijd. Dat was een belangrijk moment waar we met een actieve campagne en mobilisatie toonden wat een vakbond kan betekenen. 

    Tim: We bouwen aan een vakbondswerking die de ambitie heeft om de werknemers van de UGent veel directer te betrekken, met een militante benadering, maar ook via regelmatige acties en personeelsvergaderingen. Meer en meer personeelsleden voelen zich daardoor echt aangesproken.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop