Your cart is currently empty!
Category: Onderwijs
-
Gebrek aan middelen voor onderwijs doet ons meer betalen voor minder kwaliteit

Op de eerste schooldag laten de jongste kinderen wel eens een traantje. Dit jaar zouden ze gezelschap kunnen krijgen van heel wat ouders. De kosten om te studeren nemen snel toe en vragen zware offers van gezinnen. Dat komt bovenop alle andere prijsstijgingen. De scholen zelf gaan gebukt onder tekorten. Moet er straks elke week een wafelenbak komen om een beetje verwarming te kunnen betalen?
door Jeremiah (Luik)
De Franstalige zender RTL sprak met de moeder van een scholiere. Ze vertelde dat de kosten voor het nieuwe schooljaar erg hoog zijn. Op het einde van vorig schooljaar kreeg ze een brief met informatie over het verplichte schoolgeld en de benodigdheden voor het nieuwe jaar. Het schoolgeld omvat kosten voor kopieën en verschillende verplichte excursies en activiteiten. Het ging om maar liefst 330 euro per kind voor de boeken en het schoolgeld. “Het was eigenlijk nog meer, maar ik besloot om de aanbevolen woordenboeken niet te kopen.”
Als leerkrachten kunnen we niet naast de tekorten kijken. Lege brooddozen, geen tassen of schriften, moeite met rekeningen betalen aan het einde van het jaar. Dit zal nog erger worden. Schriften en papierproducten werden gemiddeld 20% duurder. En dat is basismateriaal!
De Franstalige Gezinsbond (Ligue des Familles) deed een onderzoek naar de schoolkosten in het schooljaar 2021-22. Daarin stelt het vast dat er geen sprake is van gratis onderwijs. Boeken en kopies alleen al kosten gemiddeld 255 euro per jaar voor een scholier in het lager onderwijs en 428 euro voor een scholier in het algemeen secundair onderwijs. Als daar nog informatica bijkomt, lopen de kosten op tot respectievelijk 483 en 655 euro, een stijging met 90% en 70%. Aan meer dan de helft van de leerlingen in het secundair onderwijs (56%) vraagt de school om over een computer te beschikken. Hetzelfde geldt voor 13% van de kinderen in het basisonderwijs. Vijf jaar geleden moesten ouders nog bijna niets betalen voor informatica.
In het technisch en beroepsonderwijs schiet de rekening eveneens de hoogte in. “Ouders betalen iets meer dan voorheen, in vergelijking met vijf jaar geleden of onze vorige studie. We stellen echter vast dat de rekening in het technisch en beroepsonderwijs fors is gestegen. Dat is extra moeilijk. Vaak gaat het om kinderen van arme ouders, die dan plots tot 1.000 euro moeten ophoesten voor slagersmessen, gereedschap voor loodgieters of computers voor meer kantoorgerichte opleidingen,” aldus de directeur-generaal van de Franstalige Gezinsbond.
Dit alles zet druk op gezinnen die elders besparen, bijvoorbeeld op vrijetijdsbesteding of de begeleiding van hun kinderen. Sommige scholen gebruiken de hoge kosten om de armste kinderen niet te moeten inschrijven, zelfs indien dit niet wettelijk is.
Zowat alle scholen kreunen onder de tekorten. Geen geld voor verwarming, slechte gebouwen en op veel plaatsen een tekort aan leraren. Dat lerarentekort is een nationaal fenomeen. In Vlaanderen waren er vlak voor de start van het schooljaar nog 1570 openstaande vacatures voor het secundair onderwijs en 824 voor het lager en kleuteronderwijs. In de Federatie Wallonië-Brussel zoeken scholen eveneens wanhopig naar leraren. Dit tekort heeft gevolgen voor het begeleidend personeel, dat meer taken krijgt of moet inspringen zonder ervoor opgeleid te zijn. Een schooldirecteur merkte op: “Normaal moet je een diploma hebben om aan de slag te gaan als leraar, maar ik nam al mensen aan die uit de wereld van het toerisme of de kunst komen en die geen pedagogische opleiding volgden, maar wel willen werken.” Zowel in het onderwijs als de zorg schrikken zowel de werkdruk als de lonen af.
Nieuwe acties in het Franstalig onderwijs
Scholen moeten plaatsen zijn waar het leren centraal staat, niet de boekhouding. Het onderwijs moet worden gegeven door vakmensen die erkenning krijgen door middel van goede arbeidsvoorwaarden en lonen. Het onderwijs moet gratis zijn, zeker in deze tijden van galopperende inflatie.
Voor de zomer waren er langs Franstalige kant drie grote onderwijsbetogingen met 10.000 deelnemers in Brussel, 7.000 in Bergen en 15.000 in Luik. Het gemeenschappelijk vakbondsfront kondigde nieuw protest in oktober aan. Geen enkele van de eisen van het onderwijspersoneel is ingewilligd. Het personeel wil kleinere klassen. Het verzet zich ook tegen een nieuw beoordelingssysteem dat tot doel heeft om personeel gemakkelijker te ontslaan. Dat systeem is onder druk van het protest uitgesteld, maar slechts tot januari 2024.
De strijd moet verdergaan en opgevoerd worden. Dat is nodig om gratis en degelijk onderwijs te bekomen.
Te weinig middelen? Verantwoordelijkheid doorgeschoven naar leraren en werklozen …
- Koen Pelleriaux, directeur van het Gemeenschapsonderwijs, stelde dat het niveau moet opgekrikt worden. Daarvoor wil hij grotere klassen en ‘meer ambitieuze’ leerkrachten uit de privésector aantrekken. Toen daar veel kritiek op kwam, verontschuldigde Pelleriaux zich. “De overgrote meerderheid van onze leerkrachten is natuurlijk wel ambitieus.” Over de kritiek op zijn voorstel van grotere klassen zweeg hij. Voor de pedagogische kant van het onderwijs heeft Pelleriaux blijkbaar geen tijd.
- Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts weet waarom er een tekort aan leraren is. Het zijn niet de lonen en arbeidsomstandigheden, of het algemeen tekort aan voldoende middelen. Het komt evenmin door de snelle uitstroom van wie start in het onderwijs. Neen, het zijn die luie werklozen voor wie het “interessanter is om niet actief te zijn dan om te werken.” Weyts stelt daarom een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd voor.
-
Franstalig onderwijs schiet in een colère. Na geslaagde acties straks een hete herfst!

We zagen het niet meer sinds de stakingen in de jaren 1990. Op enkele maanden tijd waren er drie actiedagen met stakingen en betogingen in het Franstalig onderwijs. Het personeel is het beu en eist een koerswijziging. De acties waren erg groot: 10.000 betogers in Brussel op 10 februari, 7.000 in Bergen op 29 maart en 15.000 in Luik op 5 mei.
De malaise zit diep. Een recente studie van de UMons gaf aan dat 34% van de leerkrachten overweegt het beroep te verlaten. Het protest beperkt zich overigens niet tot de leerkrachten: het voltallig personeel (administratieve en technische medewerkers, opvoeders …) neemt deel.
De regering van de Federatie Wallonië-Brussel kondigde aan dat er 32 miljoen euro wordt vrijgemaakt voor onderwijs. Luc Toussaint van ACOD-Luik merkte op: “Na dertig of zelfs veertig jaar van massale desinvesteringen is de sector er erg aan toe. Iedereen die wel eens een school bezoekt, kan de achteruitgang van de gebouwen zien. Het is echt een ramp, met een sterke invloed op de arbeidsomstandigheden.” De verloedering van de gebouwen heeft ook negatieve effecten op de jongeren. De voorziene middelen komen bijlange na niet in de buurt van wat nodig is.
De regering kondigde ook nog aan dat het de hervorming van de beoordeling van het personeel, die ontslag gemakkelijker maakt, uitgesteld wordt. Van afstel is evenwel geen sprake. De grote klassen worden algemeen verworpen door de betogers. De regering kondigde aan dat er een werkgroep komt om dit te bekijken… Kortom, ook deze kwestie wordt niet aangepakt.
Het is duidelijk dat de strijd na de zomer zal doorgaan. Het ontbreekt niet aan actiebereidheid onder het personeel. De vele protestborden en spandoeken op de acties toonden de veelzijdige realiteit van de sector, maar ook de wanhoop en de woede.
Tussen nu en het begin van het schooljaar is er ruimte om te discussiëren over de beste manier om de mobilisatie te verbeteren: met algemene vergaderingen, collectieve momenten om spandoeken te maken en slogans voor te bereiden om dynamische betogingen te verzekeren … Deze momenten van voorbereiding zijn ideaal om met collega’s te discussiëren en zo de vakbondsdelegaties te versterken.
Naast het onderwijsprotest is er ook de strijd voor koopkracht, met als hoogtepunt de nationale betoging op 20 juni. In het najaar zullen ook hierrond nieuwe acties volgen. We worden allemaal getroffen door de explosie van de prijzen – vooral van energie. Door samen te strijden staan we allemaal sterker. Het onderwijspersoneel heeft er dan ook alle belang bij om zich bij deze mobilisaties aan te sluiten.
-
Opnieuw massale betoging Franstalig onderwijs. Voor betere werk- en leeromstandigheden!

Na Brussel en Bergen, waar telkens zo’n 10.000 betogers op de been waren, vond donderdag in Luik een nieuwe massale betoging van het Franstalig onderwijs plaats. Met 15.000 aanwezigen was het protest nog groter. Dat is een uitdrukking van de enorme woede. Hieronder een vertaling van het pamflet dat LSP/PSL verdeelde.
Klassen met meer dan 20 leerlingen? Een boiler die elke winter stuk gaat? Twee toiletten voor alle leerlingen? Een stuurplan dat de tijd en energie opslokt die je nog had? Een administratieve overbelasting die je verhindert de lessen goed voor te bereiden? Onder tijdelijk contract gedurende 10 jaar?
Zo ziet het onderwijs er vandaag in België uit. Het is geen prioriteit voor onze regeringen en dat is het al te lang niet geweest. Het resultaat: chronische onderfinanciering, lerarentekorten, concurrentie tussen scholen, te veel leerlingen per klas, enz. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de hervormingen die deel uitmaken van het befaamde onderwijspact (Pacte pour un enseignement d’excellence)!
Dit pact is een bundeling van te weinig gefinancierde hervormingen, die te snel, te slecht en zelfs met het oog op geldbesparing zijn ingevoerd. Een voorbeeld? De hervorming van de kwalificatie wordt gebruikt om opties in beroeps- en technische scholen die niet “rendabel” zijn, te elimineren. Nog een voorbeeld? Bij hun pogingen om de nieuwe schoolkalender er snel door te krijgen, hebben ze niet de tijd genomen om overeenstemming te bereiken met de andere gemeenschappen in het land of met het hoger onderwijs. Nog een voorbeeld? Ze willen leerlingen die momenteel in het bijzonder onderwijs zitten, opnemen in zogenaamde gewone scholen: goed idee! Maar als dit gebeurt zonder persoonlijke opvolging van de leerling, zonder bijkomende opleiding, zonder de inzet van het personeel om deze leerlingen te helpen… dan wordt het in de praktijk een ramp!
Voeg daarbij een wereldwijde pandemie en een economische crisis die de geestelijke gezondheid en de sociaaleconomische situatie van jongeren en personeel verergert. Sommigen onder ons hebben tijdens de gezondheidscrisis het genoegen mogen smaken om minder leerlingen per klas te hebben dankzij de afwisseling van halve groepen. Er was meteen meer tijd voor elke leerling. Dat is één van onze belangrijkste eisen: maximaal 15 leerlingen per klas (en voor het speciaal onderwijs zelfs nog minder!).
Als klap op de vuurpijl zal de hervorming op het gebied van de evaluatie van leerkrachten de giftige sfeer die al in de leraarskamer kan heersen, nog doen toenemen en het ontslag vergemakkelijken van personeelsleden die ‘lastig’ zijn voor de directie. Deze hervormingen zijn een aanval op onze arbeidsomstandigheden en op de solidariteit die we met elkaar hebben. Nu al zetten de arbeidsomstandigheden veel jonge leraren ertoe aan hun roeping op te geven: 35% van hen stopt na 5 jaar met het onderwijs.
Ten slotte zal de gruwel van de oorlog in Oekraïne de druk op de scholen verder opvoeren. Van de 1.262 Oekraïense leerlingen die in de Federatie Wallonië-Brussel zijn ingeschreven, zal een deel in opvangvoorzieningen worden ondergebracht. Wat zal er in de toekomst gebeuren met degenen die zonder deze regeling naar school gaan, nu er al een tekort aan plaatsen op de scholen is?
De onlangs goedgekeurde begroting voor de verhoging van het defensiebudget (11 miljard tot 2030) en de recorddividenden voor de aandeelhouders in België (9,95 miljard, een stijging met 56% ten opzichte van vorig jaar) doen vermoeden dat er geld is! Laten we het halen waar het zit!
We herinneren er dan ook aan dat massale investeringen nodig zijn om de arbeids- en leeromstandigheden te verbeteren. Creëer mooie, groene scholen die er niet uitzien als gevangenissen, scholen met kleinere klassen en die elke leerling de hulp bieden die hij of zij nodig heeft. Scholen waar kinderen zich goed voelen, waar ze zich in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. Scholen die volledig gratis zijn, van schoolmateriaal tot uitstapjes en alle maaltijden overdag.
Gevolgen voor gezinnen
Meer middelen voor onderwijs, voor meer personeel en betere arbeidsomstandigheden, is belangrijk voor de samenleving als geheel. Openbare diensten, zoals onderwijs, hebben taken die vroeger tot het gezin behoorden, gedeeltelijk gesocialiseerd. Zij worden door de samenleving collectief georganiseerd via openbare diensten. Dit is een grote stap vooruit voor vrouwen, voor hun deelname aan de samenleving en hun recht op financiële onafhankelijkheid.
Besparingen op overheidsdiensten brengen deze verworvenheden in gevaar. Wanneer er in een school geen keuken is of de warme maaltijden van slechte kwaliteit zijn, schept dat extra werk voor het gezin. Te grote klassen, met als gevolg een gebrek aan gevarieerde activiteiten of individuele aandacht voor de leerlingen, hebben gevolgen voor het gezin. Door het tekort aan personeel in de crèches en het verlies van diensten moeten de gezinnen meer inspringen, wat leidt tot een hoge mate van ouderlijke vermoeidheid.
Dit is nog maar het begin, laten we de strijd voortzetten!
Op de laatste twee manifestaties in Brussel en Bergen waren we met respectievelijk 10.000 en 7.000. Het was duidelijk een succes dat we met zoveel waren. We hopen vandaag in Luik met nog meer te zijn. Het houden van Algemene Vergaderingen heeft de mobilisatie duidelijk ondersteund, en dit zou de plaats bij uitstek moeten zijn om dit eerste actieplan te bespreken en te discussiëren over het vervolg aan het begin van volgend schooljaar.
Naast het actieplan van de onderwijsbonden is er een actieplan voor de koopkracht, met als hoogtepunt de nationale betoging op 20 juni. We worden allemaal getroffen door de explosie van de prijzen – in het bijzonder de energieprijzen – en onze strijd kan alleen maar worden versterkt door met elkaar in contact te komen. Laten we aansluiten bij deze dynamiek en ervoor zorgen dat deze ook leidt tot een ander, ambitieuzer actieplan in het najaar! De volgende bijeenkomsten vinden plaats op 13 mei (in Luik zal om 9.30 uur vanaf de Place Saint Paul worden betoogd) en op de actiedag van de openbare diensten op 31 mei.
Wat de gemeenschap niet bezit, kan ze ook niet controleren. We moeten de energiesector nationaliseren om twee redenen: om de energietransitie naar een koolstofarme economie voor te bereiden en om de hele bevolking tegen een betaalbare prijs groene energie aan te bieden. Tijdens de gezondheidscrisis hebben we gezien dat dit systeem niet in staat was tot rationeel crisisbeheer. Oorlog en inflatie moeten ons aanzetten tot een discussie over de wijze waarop de productie van rijkdom kan worden georganiseerd op andere grondslagen dan het privaat bezit van de productiemiddelen. Het is de hoogste tijd om te strijden voor een democratisch socialistisch alternatief!
LSP vecht voor:
- De onmiddellijke afschaffing van het systeem voor de beoordeling van het personeel, dat bedoeld is om het gemakkelijker te maken personeel te ontslaan!
- De onmiddellijke intrekking van alle managementhervormingen die scholen met elkaar laten concurreren en steeds meer taken op de schouders van de leerkrachten leggen!
- Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas!
- Massale aanwerving van personeel!
- Alles stijgt, maar onze salarissen houden geen gelijke tred! Gelijkschakeling van de laagste loonschalen met de hoogste en een einde aan onzekere contracten!
- Kwaliteitsvolle en gezonde infrastructuur: bouw nieuwe scholen en renoveer bestaande scholen!
- Massale overheidsherfinanciering van de sector om echt gratis en kwaliteitsvol onderwijs te garanderen!
- Voor onze portemonnee en voor de energietransitie: nationalisering van de energiesector onder democratische controle en beheer!
- Aangezien een zieke maatschappij die gebaseerd is op winst en niet op onze behoeften alleen maar kan leiden tot een falend onderwijs, en omgekeerd, moeten we het systeem veranderen: voor een democratische socialistische maatschappij!
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/WYJJdTkYLKeutsMv6]
-
De ‘helden’ willen meer dan complimenten. Ze willen middelen!

Na grote betogingen in Brussel (10 februari) en Bergen (29 maart) volgt Luik op 5 mei. Het gaat om de grootste beweging in het Franstalig onderwijs sinds de massale acties tegen de Wet-Onkelinx in 1996. Vandaag, zoals toen, heeft de PS de ministerpost van onderwijs.
door Jérémiah, leerkracht in Luik
Twee jaar pandemie betekende twee jaar uitzonderlijke inspanningen van personeel in essentiële sectoren. Ondanks de brakke infrastructuur en het tekort aan middelen en personeel. Het schrijnende gebrek aan middelen stelt zich niet alleen in het leerplichtonderwijs of enkel in het Franstalig onderwijs. Op 22 maart staakten 10.000 docenten en studenten van de Haute École de la Province de Liège tegen de precaire materiële omstandigheden en de overvolle klassen. Op 23 februari betoogden 600 personeelsleden van de universiteit van Gent tegen een asociaal besparingsplan.
De eisen voor meer middelen voor onderwijs, meer personeel en betere werkvoorwaarden zijn belangrijk voor de hele maatschappij. Openbare diensten, zoals onderwijs, hebben taken die vroeger tot het gezin behoorden deels gesocialiseerd. Ze worden collectief georganiseerd door de gemeenschap. Dit is een enorme verworvenheid voor vrouwen, voor hun participatie in de samenleving en het recht op financiële onafhankelijkheid.
Besparingen in openbare diensten brengen die verworvenheden in gevaar. Wanneer er geen keuken is in een school of warme maaltijden van slechte kwaliteit zijn, dan zorgt dit voor extra werk in het gezin. Te grote klassen en dus weinig gevarieerde activiteiten of individuele aandacht voor kinderen hebben gevolgen voor het gezin. Te weinig personeel in de opvang of diensten die wegvallen verschuiven de lasten naar de gezinnen, met hoge cijfers van ouderschaps burn-out als gevolg.
Alle voorstellen tot hervormingen verhogen vooral de werkdruk voor de leerkrachten en het ondersteunend personeel. Zo wordt het beroep nog minder aantrekkelijk. Een op de vijf jonge leerkrachten verlaat het beroep in het eerste jaar (volgens een in 2013 gepubliceerde studie). 35% zou dit doen binnen de eerste vijf jaar van het leraarschap.
Veel leerkrachten vinden het moeilijk om tot actie over te gaan. Veel collega’s zeiden: ik ben het 100% eens met de eisen van de vakbonden, maar ik ben al te vaak afwezig geweest dit schooljaar, of ik heb al veel zieke leerlingen gehad, dus ik kan niet deelnemen aan de staking. Toch waren de acties massaal, omdat de nood hoog is en we niet kunnen rekenen op de politiek.
Jarenlange onderfinanciering heeft geleid tot verouderde gebouwen, verhoogde werkdruk en sociale ongelijkheid voor de kinderen. Te veel kinderen vervelen zich op school en krijgen niet de aandacht die ze nodig hebben. Anderen voelen zich niet goed op school. Hoeveel ouders besteden hun avonden, na een lange en/of stressvolle werkdag, aan het helpen van hun kinderen met huiswerk of brengen financiële offers om privélessen te betalen?
Massale investeringen zijn nodig om de arbeids- en leeromstandigheden te verbeteren. Om aangename en groene scholen te creëren die niet op een gevangenis lijken, voor kleinere klassen en ondersteuning voor wie dat nodig heeft. Scholen waar kinderen kunnen dromen en spelen, kunnen ontwikkelen op hun eigen ritme.
-
Revolte in Franstalig onderwijs zet door: 6000 op betoging in Bergen

Het Franstalig onderwijspersoneel trok gisteren opnieuw de straat op, deze keer in Bergen. Er was een staking in de sector met een betoging die ruim 6000 mensen bijeenbracht. Na de betoging in Brussel met 10.000 aanwezigen is het duidelijk dat dit de grootste beweging van het Franstalig onderwijs sinds 1996 is.
Door Jérémiah, leerkracht in Luik
De woede blijft toenemen in deze sector die door de autoriteiten nog steeds niet als essentieel wordt erkend. De redenen voor de ontevredenheid zijn talrijk: klassen die niet groot genoeg zijn voor een goede begeleiding, een voortdurend toenemende administratieve werklast, verouderde uitrusting en gebouwen, hervorming van het beroep, afbouw van de integratieondersteuning, ontslagen in technische en beroepsgerichte vakken, enz. De lijst is lang! Geconfronteerd met deze mobilisaties, heeft minister Caroline Désir niets dan minachting, ze doet alsof haar neus bloedt. Op de dag van de vorige betoging, 10 februari, kwam ze niet verder dan het voorstel om de eindejaarspremie met 100 euro op te trekken, gespreid over drie jaar.De mobilisatie was iets zwakker dan die in Brussel, maar toch is ze zeer belangrijk. Mobilisaties van deze omvang zijn in het onderwijs buitengewoon, de laatste grote betoging was elf jaar geleden. Over het algemeen waren de grootste delegaties afkomstig van scholen waar vóór de actie een algemene vergadering had plaatsgevonden. Dit instrument van de arbeidersklasse is van essentieel belang om de collega’s te blijven overtuigen om zich te mobiliseren, maar ook om hen meer te betrekken bij de voorbereiding en bij de actie. Na Bergen komt Luik op 5 mei als nieuwe datum van het actieplan. We zullen dan moeten evalueren hoe wij een echte krachtsverhouding kunnen blijven creëren om het daar niet bij te laten.
De federale middelen voor Defensie werden met 13 miljard opgetrokken tot 2030. Dat toont dat er wel degelijk geld is. Stel je voor dat dergelijke budgetten beschikbaar werden gesteld voor onderwijs! We zouden een school met maximaal 15 leerlingen per klas kunnen hebben, hetgeen oneindig veel mogelijkheden voor het onderwijs zou openen. Er zouden aangename gebouwen kunnen komen waardoor mensen graag naar school komen, gebouwen waar leerlingen en leraren trots op zouden zijn. Een vermindering van de administratieve lasten zou ruimte laten voor de concrete uitvoering van cursussen.
Het succes van de laatste twee mobilisaties toont aan dat er potentieel is om deze school mogelijk te maken. We moeten opkomen voor een grootschalig herinvesteringsplan in onderwijs! Afspraak op 5 mei in Luik!
Foto’s van de betoging:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/bPB5GVAvPJEx8vTi9] -
Strijdbare betoging tegen besparingen aan UGent

Ruim 800 personeelsleden, sympathisanten en solidaire studenten betoogden op woensdag 23 februari door Gent uit protest tegen het rechtse besparingsplan aan de universiteit. De jarenlange besparingen opgelegd door de Vlaamse regering maken dat het bestuur van de UGent de aanval op het personeel, en hiermee uiteindelijk ook op de studenten, inzet. De hardst getroffen personeelsleden zijn net de helden die de universiteit draaiende hielden tijdens de coronacrisis, onder meer in de kinderopvang.
De aanvallen zijn deel van een breder beleid: als dit passeert, zullen er nog volgen. Het optrekken van het inschrijvingsgeld voor doctoraatstudenten kan dan bijvoorbeeld een opstap zijn naar een algemene verhoging van het inschrijvingsgeld. Het optrekken van de prijzen voor het personeel in de restaurants kan een opstap zijn naar een volledige afbouw van die restaurants. Aan andere universiteiten en hogescholen zullen gelijkaardige maatregelen op de agenda staan. Voor personeel en studenten is het dan ook belangrijk om het verzet te organiseren
De betoging van 23 februari was een belangrijke stap om met de UGent-gemeenschap op straat te komen en aan het bestuur duidelijk te maken dat er geen draagvlak is voor de besparingen. Met ruim 800 deelnemers was dit één van de grootste betogingen van universiteitspersoneel sinds erg lang. Het personeel van de kinderopvang liep vooraan, maar ook andere getroffen diensten zoals restaurant ’t Pand en de transportdiensten waren aanwezig.
Reportage op lokale zender AVS:
Er was solidariteit van militanten aan andere universiteiten en hogescholen, maar ook van andere sectoren. De Actief Linkse Studenten en Campagne ROSA hadden een mooie jongerendelegatie op de been gebracht. Ze voerden campagne onder studenten om de besparingen bekend te maken en de solidariteit te organiseren. Dit zal essentieel zijn: samen staan we sterk.

Op het einde van de betoging spraken vertegenwoordigers van de drie vakbonden en sympathiserende organisaties zoals Campagne ROSA en Women’s Strike UGent. Er werd bijzondere aandacht gegeven aan de meest getroffen personeelsleden met een mooie toespraak door een vertegenwoordiger van het personeel bij de kinderopvang, met heel wat collega’s die mee op het podium stonden. Eerst sprak Tim Joosen van ACOD UGent. Hij bedankte de aanwezigen en zei dat hun verder engagement in deze strijd noodzakelijk is. Deze betoging eist dat de rector terug gaat onderhandelen, ook over de alternatieven die de vakbonden naar voren schoven. Nu rector Van de Walle zijn exit van Twitter aankondigde, zal hij daar ongetwijfeld de nodige tijd voor hebben. Tegelijk zal verder actie gevoerd worden, met als eerstvolgende data 8 maart (internationale vrouwendag) en 18 maart (dies natalis). Op de betoging werd duidelijk gemaakt dat deze acties zullen opbouwen naar stakingsdagen indien het bestuur vasthoudt aan de aanvallen.
Deze strijd aan de UGent heeft nood aan bredere solidariteit. De inzet is immers een breuk in het beleid van de Vlaamse regering van onderwijsminister Weyts en minister-president Jambon. Het rechtse beleid leidt tot besparingen en aanvallen op het (hoger) onderwijs. De aanvallen kunnen we enkel stoppen door dat rechtse beleid door strijd een halt toe te roepen.
Hieronder een fotoreeks door Liesbeth:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/GReSKqe4gnVfgPR89]
-
Franstalig onderwijs in opstand tegen tekorten

Foto: Maxime (Luik) Op 10 februari kwam de Franstalige onderwijssector op straat voor de grootste mobilisatie sinds 11 jaar. Er waren maar liefst 10.000 betogers om de minister van Onderwijs van de federatie Wallonië-Brussel Caroline Désir (PS) tot de orde te roepen. Sommigen hoopten dat de rode, groene en blauwe vloed van onderwijswoede voor een politieke schok zou zorgen. Het antwoord van de politici was echter weinig verrassend. Verder dan de gewoonlijke ‘blah blah blah’ kwamen ze niet.
Deze mobilisatie was het gevolg van twee jaar pandemie. De gezondheidscrisis eiste een hoge tol van het personeel, dat zich vaak in de steek gelaten voelde door de politiek. Bovendien kwamen deze problemen bovenop de al veel langer durende malaise in het onderwijs door een gebrek aan middelen, terwijl tegelijk in sneltreinvaart allerhande managementhervormingen worden opgelegd. Scholen moeten met elkaar concurreren en de leraars kregen steeds meer taken op hun schouders.
Geïnterviewd door de RTBF zei Jérémiah, een leraar en LSP-lid: “Meer dan 45% van de jonge leerkrachten stopt na 5 jaar. Hieruit blijkt dat er onder jonge leerkrachten een echte malaise heerst. Die komt voort uit verschillende redenen. De eerste die ik zie is de jobonzekerheid. Er zijn veel jonge leraars die moeten jongleren met uren in verschillende scholen en niet weten waar ze het jaar nadien aan de slag kunnen. Bovendien was er verbaasd dat we als leerkrachten zoveel vakjes moeten aankruisen, zoveel administratieve taken moeten uitvoeren die soms volkomen overbodig lijken en veraf staan van de concrete voorbereidingen die we nodig hebben voor onze lessen en voor de ontwikkeling van de jongeren.”
De actiedag op 10 februari was indrukwekkend. Elise, een leerkracht uit de provincie Henegouwen, zei ons achteraf: “Zoals voor veel jonge leerkrachten was dit voor mij de eerste onderwijsbetoging. Wat een verademing om in deze grote menigte leraars, professoren, opvoeders … te zien met eisen voor meer middelen voor onze scholen, kleinere klassen van maximaal 15 leerlingen, betere infrastructuur … kortom, goede voorwaarden voor degelijk onderwijs. Het is duidelijk dat de mensen hier niet waren om hun kleine ‘privileges’ te verdedigen, maar om te vechten voor de toekomst van de schoolgaande jeugd. We zijn er ons terdege van bewust dat dit nog maar het begin was. Er zullen nog acties nodig zijn, waarbij we terug op straat komen en nog meer collega’s op de been brengen.”
De belangrijkste vraag na de actiedag is hoe het verder moet met deze strijd. Zoals David, een leraar uit Luik, ons zei: “Eén van de grote problemen met onderwijsacties is dat we veel te braaf zijn. Er zijn andere sectoren waar het personeel er beter in slaagt om zich te laten opmerken. We worden in het gezicht uitgelachen terwijl de besparingen en hervormingen gewoon doorgezet worden.”
Het succes van de staking en de betoging van 10 februari was mee te danken aan het feit dat er vooraf personeelsvergaderingen werden gehouden. Deze dynamiek van personeelsvergaderingen moet doorgezet worden om de vakbondsbasis te blijven mobiliseren en om een echt actieplan uit te werken dat democratisch wordt besproken en uitgevoerd, in plaats van eenmalige acties die van bovenaf aangekondigd worden.
-
Massale staking en strijdbaar protest Franstalig onderwijs

Gisteren was er een actie van het Franstalig onderwijspersoneel. Er was een staking en een protestactie in Brussel met 10.000 aanwezigen.Dit is in deze sector sinds 2011 niet meer gebeurd. Het ging om leraars, opvoeders, arbeiders en onderhoudspersoneel van scholen. Duizenden stakers trokken naar Brussel om hun ongenoegen te uiten en op te komen voor degelijk onderwijs voor de jongeren, gratis en in goede omstandigheden.
Sinds het begin van de pandemie wordt het onderwijs als ‘essentiële sector’ erkend. Franstalig onderwijsminister Caroline Désir (PS) omschreef het personeel als de “helden van elke dag.” Haar woorden verbleken als we kijken naar de situatie op het onderwijsterrein. De aanhoudende crisis in het onderwijs is nog verergerd door de pandemie.
De overbelaste schouders van het personeel krijgen er nu nog crisisbeheer bovenop. Alle tekorten komen nog scherper tot uiting. Komt daar nog bovenop dat traditionele politici en bepaalde inrichtende machten niet aarzelen om het personeel een extra mes in de rug te steken met neerbuigende opmerkingen, onder meer over het absenteïsme.De eerste actie gisteren was een goede stap voorwaarts. De woede in de sector is voelbaar, en niet alleen in België.
We moeten deze dynamiek voortzetten en een actieplan dat opbouwt naar een echte krachtsverhouding om verandering af te dwingen. Dat is ook nodig om het vertrouwen te herstellen onder collega’s die sceptisch staan tegenover acties die louter bedoeld zijn om wat stoom af te laten. Daarnaast is er nood aan een duidelijk eisenpakket dat geen twijfel laat bestaan over wat we willen.
Wij eisen:
- Maskers, gels, zelftests: ouders noch personeel moeten betalen!
- Onmiddellijke intrekking van alle managers-hervormingen die de scholen tegen elkaar uitspelen en steeds meer taken op de kap van de leerkrachten afschuiven!
- Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas.
- Voor de massale aanwerving van personeel.
- Voor een goede en gezonde infrastructuur: bouw van nieuwe scholen en renovatie van bestaande scholen.
- Massale overheidsherfinanciering van de sector voor echt gratis onderwijs van goede kwaliteit.
Aangezien een zieke maatschappij die gebaseerd is op winst en niet op onze behoeften alleen maar kan leiden tot een falend onderwijs, en vice versa, moeten we van systeem veranderen!




-
Franstalig onderwijs in actie. Neen aan een samenleving waar de banken glimmen en de scholen op instorten staan

Het onderwijs kreunt onder de pandemie. Dit wordt versterkt door de opeenstapeling van jarenlange tekorten. Het gemeenschappelijk vakbondsfront in het Franstalige onderwijs kondigde aan dat het tot actie overgaat. Op 10 februari is er een stakingsdag voor een “billijke herwaardering van het onderwijs en zijn personeel.” De staking gaat gepaard met een concentratie voor het ministerie van Onderwijs (11u, Surlet de Chokierplein). In de week van 31 januari zijn er informatievergaderingen waarvoor werkonderbrekingen worden gehouden.
Sinds het begin van de pandemie wordt het onderwijs als ‘essentiële sector’ erkend. Franstalig onderwijsminister Caroline Désir (PS) omschreef het personeel als de “helden van elke dag.” Haar woorden verbleken als we kijken naar de situatie op het onderwijsterrein. De aanhoudende crisis in het onderwijs is nog verergerd door de pandemie. De overbelaste schouders van het personeel krijgen er nu nog crisisbeheer bovenop. Alle tekorten komen nog scherper tot uiting. Komt daar nog bovenop dat traditionele politici en bepaalde inrichtende machten niet aarzelen om het personeel een extra mes in de rug te steken met neerbuigende opmerkingen, onder meer over het absenteïsme.Zoals het ABVV samenvat: “Het lijkt erop dat het niet zozeer het personeel is dat telt bij de genomen beslissingen, maar veeleer de prioriteit om ‘de scholen open te houden’. De crisis maakt de tekorten duidelijk waar de sector al lange tijd onder gebukt gaat!”
Deze eerste actie is een goede stap vooruit. De woede in de sector is voelbaar, en niet alleen in België. In Frankrijk vond op 13 januari een eendaagse staking plaats “om de voorwaarden te verkrijgen voor veilige scholen onder Omikron.” De constatering in Frankrijk klinkt bekend in de oren: “De minister beweert dat hij de scholen open wil houden, maar de politieke keuze van de regering is vooral om de opvang van leerlingen te verzekeren zodat ouders naar hun werk kunnen gaan. Dit gaat ten koste van de gezondheid van het personeel, de kinderen en hun gezinnen.” (Snuipp-FSU, de belangrijkste vakbond voor basisscholen). De deelname aan deze staking was het sterkst in 20 jaar. Er zijn nieuwe acties gepland.
Ook in de Federatie Wallonië-Brussel werden alle vakbondsacties sinds het begin van de pandemie zeer goed opgevolgd. Helaas waren er weinig acties. Er is nood aan een actieplan dat opbouwt naar een echte krachtsverhouding om verandering af te dwingen. Dat is ook nodig om het vertrouwen te herstellen onder collega’s die sceptisch staan tegenover acties die louter bedoeld zijn om wat stoom af te laten. Daarnaast is er nood aan een duidelijk eisenpakket dat geen twijfel laat bestaan over wat we willen.
- Maskers, gels, zelftests: ouders noch personeel moeten betalen!
- Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas.
- Voor de massale aanwerving van personeel.
- Voor een goede en gezonde infrastructuur: bouw van nieuwe scholen en renovatie van bestaande scholen.
- Onmiddellijke intrekking van alle hervormingen die scholen met elkaar laten concurreren.
- Massale overheidsherfinanciering van de sector voor echt gratis onderwijs van goede kwaliteit.
-
Van ouders wordt het onmogelijke gevraagd in de gezondheidscrisis

Aan het begin van het jaar was er de ‘dringende’ aanbeveling van de overheden om schoolgaande kinderen vanaf 9 januari regelmatig een zelftest te laten doen, eenmaal per week. Test Aankoop merkt terecht op dat dit voor een gezin met twee kinderen neerkomt op “24 tot 64 euro per maand.” Ouders hebben geen gebrek aan extra kosten. In tegenstelling tot tijd, die ontbreekt.
De afgelopen twee jaar waren zwaar voor iedereen, maar zeker voor de ouders, die zich hebben moeten aanpassen aan telewerken terwijl ze voor kinderen zorgden, de beperkingen van afstandsonderwijs moesten aanvaarden, enz. Traditioneel doen we een beroep op grootouders als die er zijn… Maar moeten we hier het risico nemen om hen op hun beurt te besmetten?
De pandemie is een maatschappelijk gegeven dat bijgevolg maatschappelijke antwoorden vereist. Het is bij gebrek aan die collectieve antwoorden dat de aanpak geïndividualiseerd wordt met een vaak onmogelijke combinatie van taken en verantwoordelijkheden voor ouders.
Daar tegenover plaatsen wij de nood van collectieve maatregelen. Kinderen moeten op school getest worden en de kost hiervan moet door de gemeenschap gedragen worden. Als een kind thuis moet blijven, moet ten minste één van de ouders zonder loonverlies thuis kunnen blijven om voor het kind te zorgen.
Tegelijk maakt deze crisis nogmaals duidelijk waarom er nood is aan arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Dat is nodig om te voorkomen dat het onmisbaar personeel bij een langdurige crisis snel uitgeput raakt, maar ook om een beter evenwicht tussen gezin en werk mogelijk te maken.
De discussies en beslissingen over het gezondheidsbeleid op de werkvloer mogen we niet overlaten aan de overheden. De werkenden moeten zelf hun belangen verdedigen, bijvoorbeeld met democratisch georganiseerde crisiscomités op basis van de personeelsvertegenwoordigers in de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).