Your cart is currently empty!
Category: Non/social profit
-
Luik: personeel ziekenhuis CHR in actie tegen besparingen
Donderdag kwamen in Luik honderden mensen op straat. De betoging ging uit van het personeel van het ziekenhuis CHR, waar ook werd gestaakt. De betoging vertrok aan de Citadel en trok naar het stadscentrum waar er een ontmoeting met het stadsbestuur was. Hieronder het pamflet dat LSP op de betoging verspreidde en enkele foto’s.
[divider]
Slechts nieuws voor het personeel van CHR. De raad van bestuur maakte bekend dat er 12 miljoen euro wordt bespaard, waarbij vooral het personeel hiervoor opdraait. Zo wordt wie vertrekt niet vervangen en worden enkele tijdelijke contracten niet vernieuwd, dat heeft betrekking op 35 voltijdse equivalenten. Verder is er een vermindering van de eindejaarspremie, wordt geprutst aan het overloon voor moeilijke uren en overuren. De directie vliegt er dus in.
Dit beleid van steeds meer doen met minder middelen, wordt ons overal in de publieke sector verkocht als een uitdaging van de managers. Het resultaat is minder kwaliteitsvolle dienstverlening aan de bevolking. Als de kwaliteit van de diensten voldoende afgenomen is, wordt vervolgens de privatisering als alternatief naar voor geschoven. Dat zien en zagen we ook bij de Post of bij de NMBS.
Het personeel van CHR heeft uitstekend gereageerd op deze bedreiging van hun statuut en de kwaliteit van de zorg. De beweging werd snel georganiseerd in gemeenschappelijk vakbondsfront. Op basis van de personeelsvergaderingen blijkt dat het verzet massaal gesteund wordt. Regelmatige personeelsvergaderingen laten het personeel toe om van onderuit controle op de strijd uit te oefenen en om democratisch te beslissen over acties. De mogelijkheid om alle personeelsleden actief te betrekken, is erg belangrijk om tot een overwinning te komen. De vastberadenheid van het personeel is groot, het potentieel van een overwinning is er.
De betoging vandaag toont nogmaals het potentieel. Deze betoging is noodzakelijk om de eisen zichtbaar te maken en om de politici voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen. We mogen uiteraard niet alle hoop vestigen op wat het stadsbestuur te zeggen heeft. We zullen de strijd moeten verderzetten en bouwen aan een krachtsverhouding. Daartoe is er nood aan een actieplan dat aan de basis wordt bediscussieerd en dat over verschillende weken loopt met een opbouwend element.
Het lijkt ons ook belangrijk om de strijd uit te breiden en tot solidariteit op te roepen bij het personeel van andere zorginstellingen in de regio, maar ook van andere openbare diensten, van patiënten en van de bevolking in het algemeen. Dat kan met sensibiliseringacties.
Elke lokale strijd heeft een mogelijkheid van uitbreiding: de specifieke strijd van het personeel van CHR kan steun vinden in de hele zorgsector en in andere sectoren. Elke lokale strijd kan andere bewegingen versterken. Dat is zeker het geval in de huidige context van eindeloze besparingen en patronale arrogantie.
Elke militant van de sociale beweging kan een rol spelen in het populariseren van de strijd die het personeel van CHR momenteel voert.
[divider]
-
[Interview] 50 dagen staking bij Mistral leidt tot overwinning

Foto: Julien Dohet Vijftig dagen. Zo lang moesten de personeelsleden van Mistral vzw staken om hun eisen binnen te halen. Mistral is een organisatie die een dertigtal volwassenen met autisme opvangt en begeleidt in Saint-Georges-sur-Meuse (Luik). Er zijn een kleine 40 personeelsleden. Van 21 september tot 10 november werd gestaakt tegen het ontslag van een delegee en tegen het beleid van de nieuwe directrice. Op het stakingspiket waren er dagelijks discussies en werden collectief beslissingen genomen. We spraken met Julien Dohet, politiek secretaris van BBTK in Luik. Hij volgde de strijd van nabij op.
Interview door Sébastien (Luik) voor de decembereditie van ‘De Linkse Socialist’ die volgende week uitkomt
Wat waren de redenen voor de staking?
“De bal ging aan het rollen door het ontslag van een vakbondsafgevaardigde van BBTK wegens een ‘ernstige fout’. Om deze beslissing te rechtvaardigen, beschuldigde de directie de afgevaardigde van mishandeling van bewoners. Dat is schandalig voor iemand die er al jaren werkt en het vertrouwen geniet van de collega’s, maar ook van de ouders van de gasten. Er moet opgemerkt worden dat het sociale klimaat de afgelopen 18 maanden steeds slechter werd. Dit is sinds het aantreden van een nieuwe directrice met nieuwe managementmethoden. Het zorgde ervoor dat eisen begonnen te ontwikkelen die wezen op een meer diepgaand ongenoegen. Het ontslag was slechts de druppel die de emmer deed overlopen.”
Wat waren de eisen van de stakers?
“De eisen evolueerden tijdens de staking. Eerst en vooral eiste het personeel de re-integratie van de afgedankte vakbondsafgevaardigde en een verandering in het management. De raad van bestuur en de directie waren erg terughoudend in hun reacties. Het zorgde ervoor dat de laatste eis evolueerde tijdens het conflict. Uiteindelijk werd het vertrek van de directrice geëist.”
Strijd voeren is nooit gemakkelijk, maar een overwinning boeken is dat nog veel minder. Hoe werd de strijd bij Mistral georganiseerd?
“Inderdaad. Ik denk dat het centrale element de zeer goede organisatie van het piket was. Gedurende 50 dagen hielden de werknemers daar discussies en werden er collectieve beslissingen genomen. Het contact met de ouders kwam zeer snel tot stand, dat is essentieel in de sector. De vastberadenheid van de werknemers maakte het mogelijk om stand te houden toen de Raad van Bestuur hen probeerde te ontmoedigen door tijd te winnen.
“Om de staking een langere periode vol te houden, was het opzetten van een steunfonds beslissend. Dat was een enorm succes! Het steunfonds maakte het mogelijk om de stakersvergoeding te verhogen. Er was een solidariteitsoproep toen het conflict langere tijd begon te duren. Het steunfonds was belangrijk op financieel vlak, maar ook om de brede solidariteit voor de staking duidelijk te maken aan de personeelsleden. Alle werknemers konden zien hoeveel werd bijgedragen aan de stakerskas en de steun ging gepaard met solidariteitsbezoeken aan het piket.”
Wat was het uiteindelijke resultaat na 50 dagen staken?
“Een staking van 50 dagen in deze sector is op zich al historisch. Maar bovendien werden beide eisen binnengehaald! De overwinning was compleet: re-integratie van de vakbondsafgevaardigde en ontslag van de directrice.”
Heb je tot slot raad voor werknemers die elders in strijd zijn?
“Het ontbreekt de sociale beweging vandaag wat aan overwinningen. We moeten dus tonen dat het mogelijk is om te winnen en dat in een sector die niet bekend staat wegens sterke structuren of strijdbaarheid. Om te winnen, moeten we verenigd blijven en de solidariteit met de strijd organiseren. Ondanks de externe steun zijn het de personeelsleden zelf die de kern van de strijd vormen. Het was niet nodig om secretarissen of andere voltijds vrijgestelde delegees te vragen om het piket te versterken of om een nieuwe dynamiek te geven aan het piket. Op die manier had de strijd het niet volgehouden. Neen, het is erg duidelijk: het resultaat van de strijd is enkel en alleen toe te schrijven aan de werknemers van Mistral zelf.”
-
Gemengde gevoelens bij sociaal akkoord federale gezondheidsdiensten (2017-2020)
Standpunt vanop polsslagnonprofit.blogspot.be
Op 25 oktober werd een sociaal meerjarenakkoord getekend voor de federale gezondheidsdiensten. Dat was geleden van 2005 … Dit akkoord geldt voor de ongeveer 170.000 werknemers in de ziekenhuizen, thuisverpleging, de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s), de bloedtransfusie- en de wijkgezondheidscentra. Het ontwerpakkoord werd echter niet overal even enthousiast onthaald, om het enigszins eufemistisch uit te drukken.
Toch wel even aanstippen dat het akkoord uit 2 luiken bestaat: eentje voor de private sectoren (met veel verschil de grootste) en eentje voor de (kleine) publieke sector. In dit artikel gaan we enkel in op het luik voor de private sectoren. Het is niet de bedoeling om alle punten van het akkoord te behandelen of detaildiscussies in de diepte aan te boren. Vandaar dat je onder dit artikel links vindt naar pamfletten en persberichten van verschillende vakbonden en organisaties.
In de verklaringen van die organisaties vind je een duidelijk verschil in toon, accenten, interpretatie … én soms ook andere cijfers. Dat is ook te begrijpen aangezien het akkoord niet meer of minder dan een engagementsverklaring is waarbij nog heel wat onbekende elementen concreet moeten ingevuld worden.
Het contrast lijkt het grootst tussen LBC en BBTK. “Er is weliswaar een akkoord, maar het is er pas gekomen met moeite en uit pragmatisme, bij gebrek aan beter. Bij de grootschalige raadpleging over het ontwerp van sociaal akkoord die de BBTK organiseerde, doken heel wat vragen en het nodige voorbehoud op, niet alleen ten opzichte van de door werkgevers en regering ingevoerde punten – die hun plaats niet hebben in een zogenaamd “sociaal” akkoord – maar ook gezien de grote onzekerheid en het gebrek aan duidelijkheid rond verschillende punten die nog ingevuld moeten worden, via cao’s of binnen werkgroepen.” Als we dit vergelijken met het niet minder dan enthousiaste LBC kunnen we ons vragen stellen of we het hier over hetzelfde akkoord hebben: “YES! EEN NIEUW SOCIAAL AKKOORD FEDERALE NON-PROFIT! […] MET HET NIEUW SOCIAAL AKKOORD ZETTEN WE BELANGRIJKE STAPPEN VOORUIT.”
ADV?
Zo wordt o.a. de spreekwoordelijke hete patat van de beruchte ADV-dagen (rimpeldagen) doorverwezen naar een werkgroep onder de noemer ‘modernisering van het loopbaanbeleid’ die tegen juni 2018 budgetneutralevoorstellen zou moeten formuleren. Als regering en werkgevers spreken over “modernisering” hebben ze het doorgaans over een inlevering voor de werknemers …
Oppositie tegen het akkoord
In het materiaal van BBTK-SETCa blijkt een zeer kritische houding tegenover het akkoord. Hiermee geeft de socialistische bediendenbond een stem aan de sterke oppositie binnen eigen rangen tegen het ontwerpakkoord; 40 % stemde tegen waaronder de grootste afdeling van het ABVV (BBTK-SETCa Brussel-Halle-Vilvoorde) De afdeling BBTK BHV ging niet over 1 dag ijs en nam deel aan niet minder dan 3 vergaderingen over het ontwerpakkoord waaronder een lokaal beroepscomité van een volledige dag waar heel wat ziekenhuizen én militanten vertegenwoordigd waren. De beargumenteerde tegenstem (met niet minder dan 25 breekpunten) van deze afdeling is voor een stuk ook te verklaren door het feit dat de militanten een alternatief actieplan voorstelden dat afwijkt van de tot nu toe gevolgde platgetreden paden.
De werkgevers zijn blij …
De grootste werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro daarentegen was wél uitgesproken tevreden over het akkoord: “Het akkoord komt tegemoet aan een aantal belangrijke verzuchtingen van de werkgevers in verband met de flexibiliteit in de werktijden. Zo zal onder meer de teller van overuren bij deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster – het zogenaamde meerurenkrediet – minder snel oplopen, doordat nog slechts de uurroosterafwijkingen zullen meetellen. De referteperiode waarbinnen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd moet worden, wordt verdubbeld (van drie naar zes maanden) en de aanvang hoeft niet samen te vallen met de start van een kalenderjaar. Ook aan de verplichte “11-uren rustpauze” werd gesleuteld: die kan in zeer specifieke situaties teruggebracht worden naar 9 uur.”
De kritiek van het nee-kamp in een notendop
Om de kritische stem binnen de vakbonden samen te vatten: IF-IC wordt gebruikt als grote wortel om eisen van werkgevers en regering te slikken waaronder een grotere flexibiliteit … in een sector waar die al zeer hoog ligt. Misschien kan men in de toekomst bijvoorbeeld vragen om rubberen verpleegkundigen in plaats van stalen verpleegsters 😉 Als onze collega’s voor de keuze zouden staan; wat zouden ze kiezen? Genoeg tijd kunnen besteden aan de patiënten en je job ernstig kunnen uitvoeren of … thuis zitten in burn-out maar wel met een beetje extra confituur op je boterham met kaas?
Glas halfleeg of halfvol?
Bij het keuren van een sociaal akkoord moeten vakbondsmilitanten wikken en wegen: de voor- en de nadelen tegenover elkaar afwegen want in het akkoord zitten er ook eisen van de werkgevers en de regering vervat. Dat is de logica bij een tripartite overleg. Het inschatten hangt grotendeels af van de maatstaf die men hanteert: gaat men uit van “realpolitik” (het zogezegd haalbare) of het nodige (de reële behoeften) en wat voor actieperspectief (of geen?) brengt men naar voor? De verschillende vakbonden hebben andere methoden om “de achterban te consulteren” wat uiteraard in een verschillende uitslag kan resulteren. LBC deed dit meer centralistisch in 1 meeting terwijl BBTK de consultatie afdeling per afdeling, delegatie per delegatie, organiseerde.
De grote wortel: IF-IC
Het leeuwendeel van de budgetten van het akkoord zal ingezet worden voor de gefaseerde introductie van een nieuwe sectorale functieclassificatie en het nieuwe loonhuis dat daarop gebaseerd is volgens IF-IC.
Dit verhaal begon in 2002 (!!!) met de oprichting van de VZW IF-IC en er ging dan ook heel wat geld naar deze VZW (huur gebouw, lonen van de medewerkers etc.) Het kabinet van De Block was dan ook sluw genoeg om de uitvoering van IF-IC te presenteren als “now or never. “
“In deze eerste fase betekent het nieuwe loonmodel een verbetering voor bijna 65 % van de werknemers. Gemiddeld stijgen de lonen met een bedrag van circa 50 euro bruto. Uiteraard is dit cijfer heel verschillend voor individuele werknemers!” (IF-IC Extra nieuwsbrief 25/10/2017) Over een grote aardverschuiving in de lonen kunnen we dus moeilijk spreken in een sector waar de laatste baremieke loonsverhoging (+ 1%) dateert van 2001.
Verder weet IF-IC te vertellen: “Maar in de eerste plaats is de nieuwe functieclassificatie natuurlijk een erkenning van de talrijke beroepen in de sector, met duidelijke omschrijvingen en een gemoderniseerde visie over verloning: lonen worden voortaan bepaald op basis van de jobinhoud en niet meer op basis van het diploma of de graad van de functie.” BEHALVE bij de verpleegkundigen waar op vraag van de werkgevers het onderscheid blijft bestaan tussen A1 en A2 (we gebruiken de oude termen voor de duidelijkheid)
JOBS, JOBS, JOBS?
Op 20 oktober stonden bij de VDAB 2231 vacatures open voor verpleegkundigen en 833 vacatures voor zorgkundigen. Onrustwekkend is alvast dat dit in stijgende lijn gaat. Het lijkt dan ook de theoretische projectie van een cumulatief tekort van 3600 verpleegkundigen per jaar (18.000 op 5 jaar) te gaan bevestigen. Op basis van een steekproef van de eerste 1000 vacatures voor verpleegkundigen blijkt minstens 37,2 % bedoeld voor de federale sectoren (waarschijnlijk meer aangezien de vacatures voor interimbureaus niet meegerekend zijn)
Als we daarbovenop rekening houden met het feit dat voor de eerste keer in 10 jaar het aantal inschrijvingen voor verpleegkunde in de hogescholen gedaald is met 7,8% ziet het er echt niet goed uit. Gecombineerd met de ernstige vergrijzing van het personeel en de pensioneringsgolf lijken we naar een personeelstekort van bijbelse proporties af te stevenen in de zorgsector. Verso, de werkgeverskoepel van de social profit in Vlaanderen, berekende dat er tegen 2022 vermoedelijk 60.000 extra werkkrachten nodig zijn. Als we dit alles in beschouwing nemen, is het sociaal akkoord allesbehalve een afdoend antwoord.
Volgens LBC zullen in de komende periode 1000 extra jobs voor de mobiele equipes komen om afwezige werknemers beter te vervangen. Het kan echter toch de bedoeling niet zijn om de broodnodige extra handen enkel via mobiele equipes te rekruteren? Als we even advocaat van de duivel spelen: zijn die mobiele equipes een staaltje van de toekomst van hoe ALLE werknemers tegen een grotere flexibiliteit wat betreft inzetbaarheid zullen moeten aankijken in de beruchte ziekenhuisnetwerken?
De enige manier om de steeds stijgende werkdruk, groeiende personeelskrapte en torenhoge flexibiliteit duurzaam en structureel op te vangen, is een verhoging van de personeelsnormen, niet enkel in de federale sectoren maar zeker en vast in de woonzorgcentra die nu tot de Vlaamse sectoren behoren.
Ziekenhuisnetwerken
Rond de hervormingen van het ziekenhuislandschap zal er ook een werkgroep opgericht worden. Hier kunnen immers heel wat potentiële gevaren opduiken voor de arbeidsvoorwaarden van de werknemers waaronder de versnelling van de trend tot outsourcing en grotere mobiliteit wat betreft inzetbaarheid (wordt een vaste dienst een luxe in de toekomst?)
Where is the money?
Het sociaal akkoord bevat voor 463 miljoen euro aan maatregelen, wat niet niets is. Als we rekening houden met het feit dat we hier te maken hebben met een harde neoliberale besparingsregering die ernstig het mes zet in de gezondheidszorg lijkt het wel een juiste inschatting dat qua budget voor het sociaal akkoord het onderste uit de kan is gehaald.
Eind 2017 komt er voor alle werknemers een éénmalig extraatje bovenop de eindejaarspremie maar hiermee is een volwaardige 13demaand nog steeds niet in zicht. Exacter: het vast gedeelte van de eindejaarspremie wordt in 2017 eenmalig verhoogd met 327,77 euro bruto, ongeveer 150 euro netto (persbericht Maggie De Block 25/10/2017) De middelen voor deze éénmalige verhoging van de eindejaarspremie komen van een deel van het budget dat voor IF-IC in 2017 voorzien was (in totaal 50 miljoen euro waarvan 31,46 miljoen euro naar de premie gaat)
Versterking van de 2de pensioenpijler.
Via een bijkomende financiering zal het bedrag van de premie voor de gepensioneerde werknemers worden verhoogd tot 0,6% van de bruto-loonmassa. Tot hiertoe stelde deze 2de pijler twee keer niets voor. Volgens de liberale vakbond ACLVB betekent dit dat de dotatie aan het pensioenfonds verdrievoudigd wordt.
Wat betreft die 2de pensioenpijler is er de ideologische discussie … over de kip of het ei. Bij de invoering van de 2de pensioenpijler in de sector was BBTK géén vragende partij omdat men eerder opteert voor de versterking van de eerste pijler; het wettelijk pensioen. Heeft de huidige antisociale regering nu een bijkomend argument met de extra pijler(s) om het wettelijk pensioen af te breken? Daar is ze nu wel degelijk mee bezig. Sommigen in de vakbond zagen de middelen voor de 2de pijler liever geïnvesteerd in extra tewerkstelling.
Sociale maribel en taks shift
De middelen voor de sociale maribel (*) in het kader van de taks shift zullen gebruikt worden voor het versterken van de mobiele equipe met meer dan 400 VTE’s.
(* De sociale maribel dient voor extra tewerkstelling op basis van lastenverlagingen. Het verminderingsbedrag komt niet rechtstreeks ten goede van de werkgever maar wordt doorgestort aan de sectorale fondsen sociale maribel. Daarna kan de werkgever een financiële tussenkomst toegekend krijgen door het fonds sociale maribel om een nieuwe arbeidsplaats te creëren volgens de procedures en voorwaarden bepaald door het betrokken fonds die doorgestort en herverdeeld worden via een nationaal fonds)
ConclusieDe teerling is geworpen met het tekenen van het akkoord dat eigenlijk meer een engagementsverklaring is wegens de vele blanco’s of onbekenden. We zijn echter nog maar halverwege. De maatregelen moeten immers nog uitgevoerd worden in juridisch afdwingbare teksten en in paritair comité 330 dienen nog tal van cao’s afgesloten. Dit zal ongetwijfeld tot de nodige debatten leiden. Je hoeft heus geen genie te zijn om te beseffen dat hierbij vroeg of laat een kink in de kabel kan komen …
Voor alle duidelijkheid: Rome is ook niet op één dag gebouwd. De appreciatie voor het sociaal akkoord kan qua toon verschillen van vakbond tot vakbond maar de bezorgdheden zijn in grote lijnen wel dezelfde. En laat ons niet vergeten dat er voor de Vlaamse sectoren (waar o.a. de woonzorgcentra onder vallen) nog steeds geen akkoord is. De witte woede is verre van gesust en blijft waakzaam!
Links naar pamfletten en verklaringen:
-
G4S voorlopig uit Antwerpse daklozenopvang gehouden
Maar afbraak sociaal werk gaat wel door
Maandenlang al voeren personeelsleden, cliënten en sympathisanten actie tegen de vermarkting van het sociaal werk in Antwerpen. De daklozenopvang van ‘De Vaart’ was een symbooldossier: multinational G4S wilde dit overnemen.
Het stadsbestuur deed er alles aan om G4S binnen te halen. Sociaal werk overlaten aan multinationals die enkel oog hebben voor de winst, betekent immers dat er steeds minder sprake is van ‘sociaal werk’. Het wordt vervangen door een beleid van repressief de gevolgen van het asociaal beleid uit het straatbeeld houden.
Winst maken op de kap van daklozen ligt gevoelig. De woede na het schandaal van de hoge vergoedingen bij Samusocial in Brussel bevestigde dit. Waar de PS-kopstukken zelf graaiden, wil de Antwerpse N-VA dit uitbesteden aan een private partner. Het resultaat is hetzelfde: graaien op kap van de zwaksten.
Voor G4S was dit project belangrijk: het was een entree in het sociaal werk en kon de basis leggen voor de uitbouw van een sterke marktpositie in een sector die zich pas begint te openen voor multinationals. Het stadsbestuur meende dat G4S ‘efficiënter’ zou zijn: minder individuele begeleiding van daklozen en meer collectieve openingen van het centrum zodat de daklozen minder in het zicht lopen.
Het protest en de breed gedragen afkeer tegen het gegraai op de kap van de allerzwaksten, heeft ongetwijfeld een rol gespeeld in het uiteindelijke resultaat. Een lokale partner van G4S trok zich terug en het volledige dossier werd ingetrokken. Hierdoor kan het CAW (Centrum Algemeen Welzijn) de daklozenopvang opnieuw in handen nemen. Dit is een belangrijke stap vooruit, maar er zitten nog heel wat addertjes niet eens ver onder het gras verstopt.
De aanpak van de daklozenopvang wordt gewijzigd. De methode die G4S wilde toepassen, moet nu door het CAW worden doorgedrukt. De vroegere begeleiders zijn weg, de jarenlang opgebouwde vertrouwensbanden zijn gebroken. Het maakt dat een commerciële benadering ook zonder uitbesteding aan G4S een opgang kent. Verder is er het probleem van de aanpassing van het personeelsstatuut. Contracten van onbepaalde duur kunnen binnenkort mogelijk erg gemakkelijk beëindigd worden indien het project in kwestie aan een andere organisatie of bedrijf wordt toegekend. De onzekerheid voor het personeel wordt dus sterk opgevoerd. Tenslotte gaat de procedure van ‘tendering’ van andere projecten gewoon door. Mogelijk kan G4S of een ander bedrijf via die weg binnenkort toch in het sociaal werk binnen geraken.
De commercialisering van het sociaal werk is dus nog niet gestopt. Maar dat G4S naast de daklozenbegeleiding grijpt, is een symbolische nederlaag voor het stadsbestuur en het beleid van commercialisering. We kunnen daar gebruik van maken om met hernieuwd zelfvertrouwen de strijd verder te zetten. Waarom niet starten met een breed gedragen petitiecampagne gekoppeld aan acties en grotere mobilisaties tegen de projecten die nu dreigen uitbesteed te worden, tegen de afbraak van het personeelsstatuut en voor meer middelen voor een publieke zorgsector.
-
Maggie De Block versus de kinderen
Afgelopen donderdag voerden de vakbonden van de publieke ziekenhuizen in Brussel een actie aan het Universitair KinderZiekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF). Er was een symbolische omsingeling van het ziekenhuis. Aanleiding is de besparingsronde die de ziekenhuizen hard raakt. Er wordt bijna een miljard euro in de gezondheidszorg bespaart, waarvan een derde bij de ziekenhuizen. Zowel het personeel als de patiënten worden geraakt. Minister De Block en de regering-Michel brengen ons naar een geneeskunde met twee snelheden: goede zorg voor wie het zich kan permitteren, amper zorg voor de rest.
-
Voor een publieke herfinanciering van de sociale sector
Vandaag betoogden personeelsleden uit de brede zorgsector in Brussel. Het besparingsbeleid van de afgelopen jaren heeft verregaande gevolgen voor de werklast en onvermijdelijk ook voor de kwaliteit van de zorgverlening.
De welzijnswerkers waren duidelijk in hun eisen: meer personeel, meer koopkracht en werkbaar werk. Dit kan betaald worden met een publieke herfinanciering van de volledige sociale sector. Ook werd uitgehaald tegen de vermarkting van zorg.
Hieronder enkele foto’s van de betoging
-
1 juni 2017: militantenactie gemeenschappelijk vakbondsfront federale sectoren
Overgenomen vanop http://polsslagnonprofit.blogspot.be
Op 1 juni voeren de militanten van het gemeenschappelijk vakbondsfront van de federale sectoren van de non/social profit nog maar eens actie in Brussel. Ondertussen zijn we al 3 acties verder waarvan 2 massabetogingen (november en maart) en een kleinere tussentijdse militantenactie in december.De regering-Michel geeft echter nog steeds geen concreet antwoord op de eisen van de werknemers van de federale gezondheidsdiensten (ziekenhuizen e.d.) Het overleg beperkt zich tot een reeks technische werkgroepen die gestuurd worden door de kabinetten van De Block en Peeters. Echter, koken kost geld en daar wringt het schoentje. Een sociaal meerjarenakkoord die naam waardig veronderstelt dat er ernstige budgetten vrijgemaakt worden … Maar dat is zeer problematisch met deze besparingsregering die de gezondheidszorg extra in het vizier neemt.
Afspraak in Brussel op 1 juni om 10u30 op het Barricadenplein. Dit is een militantenactie zoals in december maar sympathisanten zijn uiteraard altijd welkom om ons te vervoegen.
Een korte bedenking …
Indien het nodig mocht blijken om met verdere acties de zomervakantie te overbruggen mogen we gerust eens beginnen denken aan een efficiënt opbouwend actieplan dat eindigt in gecoördineerde en afwisselende stakingen zoals bijvoorbeeld in de ziekenhuizen in de regio Brussel-Halle-Vilvoorde in 2005. Maar hierover later meer.
-
“Eén op de 4 ziekenhuizen kan zonder problemen dicht.” Pardon?
Deze zéér ongelukkige uitspraak van de CM-voorzitter deed vorige week heel wat stof opwaaien in de sector.Er is echter 1 constante: weinigen in het debat dat daarop volgde, liggen blijkbaar wakker van de negatieve impact voor het personeel … en dus uiteindelijk ook voor de patiënten. Als uitzondering mocht Jan-Piet Bauwens, federaal secretaris BBTK Social Profit, een woordje (letterlijk) placeren in een korte reportage van Kanaal Z. Kennelijk zijn wij “quantité négligeable” of slechts waardeloze pionnetjes in een groot machtsspel?
Wat de beruchte uitspraak van de CM-voorzitter betreft: de realiteit op de werkvloer ziet er soms hélemaal anders uit dan rekenkundige / boekhoudkundige gemiddelden uit Exceltabellen. Zorg is bindwerk, geen bandwerk. Vergelijken met het aantal ziekenhuisbedden in andere landen, zonder het volledige verhaal uit de doeken te doen, is zéér gevaarlijk. De witte woede in heel wat Europese landen is een quasi permanent gegeven: vermoedelijk niet omdat het daar rozengeur en maneschijn is in de zorgsector?
Het is geen geheim dat in de discussie over de gezondheidszorg van de toekomst de werknemers via hun vakbonden in de media en door de politiek amper gehoord worden. Het zijn vooral “de grote stakeholders” (lees: met veel geld) zoals de werkgevers, de artsen en ook de mutualiteiten die het hoge woord voeren. Wij hopen alvast dat de mutualiteiten, als belangenverdediger van de patiënten, niet in de val trappen van een klassiek spelletje “verdeel en heers” door mee te helpen patiënten en werknemers tegen elkaar op te zetten. Laat de beruchte uitspraak van de CM-voorzitter een accident de parcours zijn … Onze belangen zijn immers niet tegenstrijdig, verre van! Samen sterker!
Sommigen spiegelen ons een rooskleurige toekomst voor waar ziekenhuizen zich ontpoppen als hoogtechnologische paleizen met een minimum aan vooral hooggeschoold personeel. Misschien kunnen we nog wat eenhoorns laten flaneren op het grasperk voor de enorme inkomhal van een ziekenhuis … dat meer weg heeft van een luchthaventerminal?
Echter, de technologische vooruitgang wordt, samen met andere drogredenen, door sommigen gebruikt als breekijzer voor een andere, duistere, agenda.
De zwendel van de eeuw: “vermaatschappelijking van de zorg.”
Het leeuwendeel van de gezondheidszorg (patiënten én zorgwerkers) zou in die nabije toekomst via het uiterst dubbelzinnig concept “vermaatschappelijking van de zorg” naar de thuissituatie verbannen worden.
Dit gaat geheel voorbij aan enkele (zorgwekkend) evoluties in de maatschappij waar bijvoorbeeld steeds meer alleenstaanden de dienst uitmaken en eenzaamheid met al zijn gevolgen meer en meer een issue wordt. De stijgende armoede door het harde besparingsbeleid dient ook in rekening gebracht te worden. Nu reeds is er een grote groep van mensen die uit de boot vallen voor de meest elementaire vormen van gezondheidszorg. Dat maakt “mantelzorg” en de beruchte “vermaatschappelijking” (dat eigenlijk juist het omgekeerde betekent) niet altijd even evident en dan drukken we dit nog zeer zacht uit.
De sluipende individualisering van de zorg geeft ook een totale versplintering in het aanbod waardoor het niet altijd even eenvoudig wordt om door de bomen het bos te zien.
Enerzijds zullen zorgverstrekkers meer en meer tegen elkaar in concurrentie gezet worden; wat naar onze mening allesbehalve bevorderlijk is voor de geleverde kwaliteit. Aan de arbeidsvoorwaarden van de werknemers in dergelijke condities durven we al helemaal niet te denken.
Anderzijds zou men de gebruikers die niet meteen hun weg vinden in “het doolhof van zorg” kunnen doen betalen om zich te laten bijstaan door privéfirma’s om hun zorg georganiseerd te krijgen. En wie zijn weg niet kent en ook geen geld heeft, zal brute pech hebben …
En daar komt de aap uit de mouw: het uiteindelijke doel van “de vermaatschappelijking” is het privatiseren en openbreken van de zorg voor commerciële spelers die de zorg voor de gebruiker én de maatschappij uiteindelijk duurder zal maken aangezien het hoofdmotief zal verschuiven van zorg voor de gezondheid van de bevolking naar platte winsten genereren voor de aandeelhouders en de happy few.
De individualisering van de zorg, zoals bijvoorbeeld de persoonsvolgende financiering in de gehandicaptensector, wordt door sommigen verkocht als ontvoogding van de patiënt of de cliënt maar betekent eigenlijk een opstap naar een zuiver Amerikaans model van gezondheidszorg. We willen wel een niet onbelangrijke nuance aanbrengen: het is inderdaad meer dan correct dat wie in staat is, het recht moet hebben om de regie van zijn eigen zorg in handen te nemen. Het al dan niet onbewuste paternalisme in de grote instellingen is ook niet meer van deze tijd. Echter “het rugzakje” waarmee de cliënt zijn zorg moet gaan inkopen op “de markt”, lijkt ons allesbehalve een goede oplossing.
Richting Amerikaans model
In de realiteit hebben we hier te maken met een heuse paradigmaverschuiving in de zorg: van het collectieve, solidaire, zowel op vlak van organisatie als financiering naar het individuele, neoliberale ‘trek uw plan’ of nog op een andere manier gezegd: van het inclusieve naar het exclusieve. Noem het gerust de concretisering van de neoliberale doctrine in de zorg waar de VS het trieste toonbeeld van is.
Recent onderzoek (gepubliceerd in The Lancet) heeft aangetoond dat de 1 % rijksten in dat land tot 15 jaar langer leven dan de 1 % armste landgenoten. Alles wijst in de richting dat het Amerikaans zorgmodel zelf (gebaseerd op private ziekteverzekeringsmaatschappijen: de HMO’s) deze kloof nog verder doet toenemen. De gezondheidszorg in de VS is op de koop toe de duurste in de wereld.
Terug naar eigen land … Enerzijds zien we zware besparingen én kaduke hervormingen die onze huidige ‘Europese’ collectieve gezondheidszorg meer dan ooit te voren onder druk zetten. Indien het roer niet radicaal omgegooid wordt, zal dit vrij snel leiden naar een ware zorgcrisis. En anderzijds zien we zoals eerder aangehaald het openbreken van de sector voor commerciële spelers die enkel azen op de meest winstgevende en sappige brokjes.
Even terzijde …
Een citaat uit de tekst “VISIE OP VERPLEEGKUNDE IN 2030” door de Provinciaal Verpleegkundige directies Overleg West-Vlaanderenbewijst alvast dat we niet uit onze nek aan het kletsen zijn: “We gaan dus tegen 2030 in een acuut ziekenhuis te maken krijgen met uitsluitend complexe, hoogtechnologische zorg met een hoge turnover.” De onzichtbare hand van de stuurlui (aan wal) van de verpleegkundige beroepsorganisaties is in deze tekst duidelijk zichtbaar en gaf aanleiding voor de werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro om de betreffende directies terug te fluiten. Er wordt immers de indruk gewekt dat men een pleidooi houdt voor de afschaffing van de HBO 5 Verpleegkunde (de vroegere A2) De verpleegkundige beroepsorganisaties voeren al geruime tijd campagne voor de afschaffing van deze waardevolle opleiding tot verpleegkundige vanuit een zeker elitair “de HBO 5 voldoet niet” standpunt. Maar we wijken af …
Het ziekenhuis als fabriek die maximaal moet renderen
En zo evolueren we langzaam richting “industrialisering” / ontmenselijking van de zorg. De zorg wordt meer en meer opgesplitst in een reeks van aparte deelprocessen waar een holistische benadering uiteindelijk zuivere theorie blijft. Wordt de patiënt van de toekomst zoals een auto op de lopende band in de fabriek/ het ziekenhuis afgewerkt? Dit beeld is misschien ietwat overtrokken maar het geeft alvast aan waarvoor we willen waarschuwen.
Een warme, menselijke zorg waar men tijd maakt én neemt voor de patiënt draagt bij tot het genezingsproces: de mens is tenslotte een sociaal wezen en geen robot.
Ziekenhuizen inkrimpen? You must be kidding!
Iedereen die in de zorg werkt, moet niet overtuigd worden dat er méér in plaats van minder collega’s nodig zijn. Voor wat cijfermateriaal over werkbaarheid in de sector én de groeiende tekorten aan arbeidskrachten, verwijzen we graag naar het pamflet van Polsslag voor de betogingvan 21 maart.
Echter door de huidige hoge turnover in de ziekenhuizen krijgt het personeel niet meer de tijd om even op adem te komen. Continu draaien op minimumbezetting (of eronder) is heus niet de uitzondering. De personeelsnormen zijn archaïsch, niet meer van deze tijd en dienen dringend substantieel verhoogd te worden!
Laat staan dat er nog ruimte is voor de nodige verplichte en niet-verplichte bijscholingen. Die bijscholingen zijn geen overbodige luxe en dragen wel degelijk bij tot een kwalitatieve zorg. Behalve als het ‘bijscholingen pro-forma’ zijn in het kader van accreditatie, een modetrend die pure geldklopperij lijkt voor privéfirma’s.
Ondanks dit scoren de gezondheidsdiensten in vergelijking met de andere economische sectoren heel goed wat betreft bijscholingen. Anderzijds willen we toch wel even aanstippen dat kwaliteit in de zorguit meer dan een diarree aan checklists en administratie bestaat … die bovenop “de echte zorg” komen. Uit ervaring durven we zelfs te beweren dat deze checklists niet altijd de realiteit weergeven …
Conclusie: de werkdruk in de ziekenhuizen spat eraf en toch wil men ze nog verder inkrimpen. Met alle chinezen … ’t Zal een witte woede met een zéér lange adem worden!
There Is No Alternative?
De medewerkers van Polsslag menen dat enkel een ANDERE fundamentele reorganisatie van de gezondheidszorg een antwoord kan bieden op deze dreigende neoliberale beestenboel.We kunnen veel lessen trekken uit gelijkaardige “hervormingen” in onze buurlanden waar de besparingen en in de praktijk de afbraak van de gezondheidszorg al veel langer zijn ingezet. De marsrichting die onze regeringen nu inslaan, zal eindigen in het ravijn behalve voor de kapitaalkrachtigen.
Ons antwoord op de winstzucht van de farmaceutische industrie, de sluipende commercialisering/privatisering én de kanker van de prestatiegeneeskunde (met de bijhorende overconsumptie) is de creatie van een ééngemaakte openbare en nationale gezondheidsdienst die de verschillende gezondheidsdiensten overkoepelt, organiseert en coördineert in het belang van de volksgezondheid en niet van winst of prestige van diverse individuen of instellingen.
Dit doet denken aan de hoogtijdagen van de National Health Service (NHS) in het Verenigd Koninkrijk. De NHS kraakt vandaag echter ook in haar voegen door het ontbreken van enkele fundamentele elementen. Ten eerste: een gezondheidszorg waar men niet voldoende financiële middelen in pompt (onafhankelijk of het nu publiek of privé is) kan onmogelijk naar behoren draaien. Dit is een kwestie van politieke keuzes. Bijna 40 jaar neoliberalisme heeft duidelijke sporen nagelaten in de NHS.
Een tweede maar niet minder belangrijk element is een diepgaande democratische controle op de gezondheidszorg vanuit de bevolking. Een verregaande partijpolitieke inmenging in de zin van cliëntelisme zoals we die kennen in sommige publieke ziekenhuizen, dient vermeden te worden. Ook werknemersorganisaties en patiënten- of consumentenverenigingen dienen nauw betrokken te worden in het systeem.
Naar onze mening is dit niet mogelijk in het huidig kapitalistisch bestel dat zich vandaag de dag in een ware systeemcrisis bevindt. In alle sectoren van de maatschappij zien we gelijkaardige aanvallen. De strijd voor een andere, betere gezondheidszorg maakt integraal deel uit van de strijd voor een andere maatschappij.
-
Massale betoging van de Witte Woede
Brussel kleurde vandaag groen, rood en blauw van woede. Het gebrek aan middelen voor de zorgsector leidt tot tekorten waar zowel de gebruikers als het personeel de dupe van zijn. Het ongenoegen was dan ook erg groot en de mobilisatie was navenant. Vanop het podium werd gesproken over 17.000 aanwezigen, dat is meer dan de vooropgestelde 10.000.
Op de betoging was de gezondheidszorg sterk aanwezig, maar ook andere onderdelen van de bredere zorgsector waren goed vertegenwoordigd. Velen kwamen voor het eerst betogen. Aan de start zochten sommigen onwennig naar hun secretaris om een stakerskaart in te vullen.
Het ongenoegen dwingt mensen tot actie. In het pamflet van Polsslag werd gewaarschuwd: “De zeer toxische combinatie van zware besparingen en hervormingen die nogal kaduk verlopen, zullen ons in de nabije toekomst in een ware zorgcrisis doen belanden als het roer niet radicaal wordt omgegooid.”
Verandering is nodig, er is nood aan meer middelen voor meer collega’s. Dat is de enige garantie op kwaliteitsvolle zorgverstrekking. Iedereen krijgt wel eens te maken met zorg. Deze strijd belangt dan ook alle werkenden aan.
Zoals het pamflet van Polsslag concludeerde: “Als hulpverleners en zorgverstrekkers kunnen we het heft in eigen handen nemen. Als we de strijd tegen de besparingen gezamenlijk organiseren, staat ook de uitdaging voor ons om een goed uitgebouwde hulp en zorg af te dwingen. In het verleden hebben we zo reeds krachtsverhoudingen opgebouwd en verbeteringen afgedwongen. We kunnen ons hier echter niet tot beperken als we zien dat mensen steeds meer welzijns- of gezondheidsproblemen hebben. De oorzaken aanpakken, vraagt meer dan jobs en werkbaar werk. Investeringen in basisdiensten waar mensen beroep kunnen op doen, vraagt het aanspreken van de rijkdom die bij de banken en de multinationals zit!”
-
SOS: Zorgcrisis op komst!
Collega’s op de werkvloer voelen aan den lijve dat het ernstig bergaf gaat met de arbeidsomstandigheden in de sector … en daarmee komt ook de kwaliteit van de geleverde zorg in het gedrang. Dit wordt ook geobjectiveerd door een onderzoek (zie later) De zeer toxische combinatie van zware besparingen en hervormingen die nogal kaduk verlopen, zullen ons in de nabije toekomst in een ware zorgcrisis doen belanden als het roer niet radicaal wordt omgegooid.
-> PDF van dit pamflet van ‘Polsslag’
Het volstaat om naar onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland te kijken, om in te schatten wat er ons te wachten staat. De WITTE WOEDE in die landen is dan ook een permanent gegeven. Wij hebben nog de kans om het ergste te vermijden maar dan moet er wel tot ernstige actie overgegaan worden en mogen de vakbondsonderhandelaars zich niet met een kluitje in het riet laten sturen! Enkel het behoud (?) van de ADV-dagen zal niet volstaan om de zorgcrisis af te wenden! Evenmin zijn we gebaat bij een feitelijke nederlaag die als een overwinning wordt afgeschilderd (een recente trend in de politiek) Er rest ons slechts één weg: doorgaan met actievoeren (desnoods door af te wijken van platgetreden paden) totdat er iets ernstigs uit de bus komt: boter bij de vis dus om een écht sociaal akkoord af te sluiten!
Enkele opmerkelijke cijfers over ‘werkbaarheid’
In het recent rapport (maart 2017) van de sectorale analyse van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 (SERV) ‘Werkbaar werk in de gezondheids-en welzijnszorg’ vinden we enkele interessante cijfers terug.
De werkbaarheidsgraad in de sector nam in het voorbije decennium systematisch toe (daar zitten de betekenisvolle sociale akkoorden van het verleden hoogstwaarschijnlijk voor iets tussen) van 56,1% in 2004 naar 60% in 2010. Het jaar 2010 is dan ook het kantelmoment waar de werkbaarheidsgraad terug naar beneden duikelt: in 2016 bedraagt deze nog 54,4 %: slechter dus dan in 2004. In 2016 wordt 38,1 % van de werknemers geconfronteerd met een hoge werkdruk: in 2013 bedroeg die nog ‘maar’ 29,8 %. Wat de indicator voor emotioneel belastend werk betreft, ligt die zeer hoog in de sector: 41,3 %.
[divider]
Laat ons nu enkele opmerkelijke cijfers van een aantal subsectoren bekijken (van 2013 tot en met 2016)
De ziekenhuizen: de hoge werdruk-situatie stijgt van 36,6 % in 2013 naar 45,9 % in 2016.
De rusthuizen: de werkstressklachten stijgen van 35,3 % naar 42,4 %, problematische werk-privébalans stijgt van 9,9 % naar 14,5 %, de hoge werkdruk stijgt van 39,9 % naar 50,6 %, emotioneel belastend werk stijgt van 35,4 % naar 46,5 % Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de werkbaarheidsgraad in de rusthuizen problematisch laag ligt op 48,5 %
De gehandicaptenzorg en jeugdbijstand: werkstressklachten van 22,2% naar 33,9%, problematische werk-privé balans van 5,9% naar 10,9%, emotioneel belastend werk van 49,6 %naar 57,9 %. De werkbaarheidsgraad in deze subsector neemt dan ook een ernstige duik van 68,9 % naar 58,5 %.
De gezins- en bejaardenhulp: 14,1 % wordt geconfronteerd met een gebrek aan autonomie bij de taakuitvoering (7,4 % in 2013)
Een gebrek aan motivatie kan de werknemers in de sector nochtans niet aangewreven worden: 73,7 % nam het voorbije jaar deel aan een bijscholing terwijl het Vlaams gemiddelde slechts 57,8 % bedraagt.
MAAR 53,4% van alle werknemers in de brede sector schat het doorwerken in de huidige job tot het pensioen als een haalbare kaart.
[divider]
MEER … MEER … MEER PERSONEEL !!!
Eind vorig jaar was er bij de Vlaamse arbeidsbemiddelaar VDAB slechts één werkzoekende beschikbaar per twee vacatures voor verpleegkundige. Jaarlijks komt er een tekort van 3.600 verpleegkundigen in ons land bij (18.000 in 5 jaar als de instroom niet substantieel verhoogt) In de zeer diverse sociale sector komen er de volgende tien jaar maar liefst 120.000 jobs open in Vlaanderen alleen al, enerzijds door de pensioneringsgolf van de babyboomers en anderzijds door de groeiende behoeften (vergrijzing van de bevolking)
Minister Vandeurzen beweerde in het nieuws van 17 maart al een fikse injectie gedaan te hebben in de ouderenzorg die nu reeds 3 jaar onder bevoegdheid van de regio’s valt: “We hebben het aantal plaatsen in de woonzorgcentra fors opgedreven. Tot 2018 gaan we 9.800 bijkomende plaatsen financieren en voor 2016-2017 hebben we 46 miljoen euro uitgetrokken voor extra personeel. Dat zijn ongeveer 1.000 extra werknemers”
Spijtig genoeg is dit eerder een druppel op een hete plaat. In 2016 schatte een studie van de VUB het tekort aan rusthuisbedden in Vlaanderen op 22.000. In 2008 hadden we een vijfde rusthuisbedden minder dan nodig was. In 2016 bedroeg het tekort al een kwart.
Op de website van LBC, wittewoede.be, stelt men: “Om het aanbod aan plaatsen met 22.000 eenheden te kunnen uitbreiden moeten minstens 11.200 voltijds equivalenten worden opgeleid, aangeworven en gefinancierd. Het gaat dan vooral om verpleegkundigen en zorgkundigen. De kans is groot dat de werkelijke cijfers nog hoger zijn omdat de personeelsbezetting in een rusthuis deels afhangt van de ‘zorgzwaarte’ van de ouderen die er verblijven.”
Anderzijds is er ook de druk van de “kostenefficiëntie“ die de ontmenselijking van de zorg in de hand werkt: zorgbehoevenden worden meer en meer producten en zorgverleners worden robots. Een praatje slaan met een patiënt, bewoner of cliënt wordt gezien als tijdsverlies. “De zorgwekkende evolutie naar ‘bandwerk’ in de zorg is het rechtstreekse gevolg van een overdreven drang om zorg te standaardiseren en in protocollen, procedures en contracten te gieten. ‘Efficiënt omgaan met de schaarse middelen’, heet zoiets in de marktwerking. Het leidt tot zorg als race tegen de klok, die weinig meer wordt dan het afvinken van ‘prestaties’. De tijd en ruimte die nodig zijn voor zorgzaamheid gaan verloren.” (Bieke Verlinden naar aanleiding van de start van de campagne “Ook mijn zorg”)
Wij willen BOTER BIJ DE VIS!
In plaats van zware besparingen, structurele onderfinanciering en halfdoordachte hervormingen is er nood aan een massaal investeringsplan voor zorg en welzijn om een toekomstige zorgcrisis af te wenden. Deze regeringen lijken enkel de boekhouding te willen doen kloppen in het voordeel van het Grote Geld en liggen blijkbaar helemaal niet wakker van humanitaire overwegingen. We zouden het zelfs crimineel kunnen noemen.
Tijdens de voorbije ontmoetingen met ministers De Block en Peeters op federaal niveau en de ministers van de Vlaamse regering kregen de vakbondsonderhandelaars geen enkel engagement of zelfs budgettaire berekening los … Jan-Piet Bauwens (federaal secretaris BBTK Social-Profit) : “We onderhandelen in de Social-Profit met drie overlegpartners: werkgevers, werknemers en overheid. Die laatste speler zit er voorlopig voor spek en bonen bij.”
EXTRA INVESTERINGEN IN ZORG ! VOORUIT !
Als hulpverleners en zorgverstrekkers kunnen we het heft in eigen handen nemen. Als we de strijd tegen de besparingen gezamenlijk organiseren, staat ook de uitdaging voor ons om een goed uitgebouwde hulp en zorg af te dwingen. In het verleden hebben we zo reeds krachtsverhoudingen opgebouwd en verbeteringen afgedwongen. We kunnen ons hier echter niet tot beperken als we zien dat mensen steeds meer welzijns- of gezondheidsproblemen hebben. De oorzaken aanpakken, vraagt meer dan jobs en werkbaar werk. Investeringen in basisdiensten waar mensen beroep kunnen op doen, vraagt het aanspreken van de rijkdom die bij de banken en de multinationals zit!
[divider]
EEN INTERPROFESSIONEEL ACTIEPLAN DAT DE BESPARINGEN STOPT !
Wat in de brede en zeer diverse sociale sector gebeurt, belangt iedereen aan. We zijn al slachtoffer, en dreigen dat nog verder te worden, van het brutaal besparingsbeleid. Meer dan dat is het de zoveelste aanval op onze levens- en werkomstandigheden. De Witte Woede een lange adem inblazen, betekent het verzet opbouwen in onze sector, tot we resultaten boeken. Strijd loont!
Zolang deze regeringen en besturen niet gestopt worden in hun besparingspolitiek zal de afbraak verder gaan. Daarom vragen we een goed opbouwend interprofessioneel actieplan dat de besparingen stopt. Verenigd, strijdbaar en solidair tot de geldstroom in de andere richting vloeit. Er is ruim voldoende rijkdom in de samenleving aanwezig om iedereen een kwaliteitsvol leven laten te leiden. Zolang die rijkdom in de handen ligt van een kleine elite van rijken die ons kapot bespaart, zal een degelijk leven voor iedereen in de verste verte onbereikbaar zijn. Een veralgemeende strijd voor publieke basisdiensten, arbeidsherverdeling en het omvormen van de maatschappij is absoluut nodig voor het welzijn en de gezondheid van iedereen!









