Door Shahar Ben-Khorin, Socialistische Strijdbeweging (CWI Israël/Palestina)
Op 6 augustus trokken 300.000 betogers door de straten van Tel Aviv, Jeruzalem en andere steden in Israël. In navolging van de revoluties in de Arabische wereld scandeerden ze: “het volk eist sociale gerechtigheid!” In absolute cijfers was dit de grootste betoging ooit in Israël. Ondanks de lage officiële werkloosheid en de groeiende economie, raast een historische massabeweging over Israël. Het zijn nog niet zozeer de onderdrukte Palestijnse massa’s, maar vooral Joodse Israëli. Het is hun manier om hun steun aan het regime op te zeggen.
Wat blijft er over van de bewering van Netanyahu van einde maart: “Er is maar een land in het hart van het Midden-Oosten dat niet hoeft te beven, geen protesten kent… Kijk maar, de aarde beeft overal, van het westen van India tot de straat van Gibraltar. Overal rammelt en kraakt het. Het enige stabiele land is deze democratie, Israël, een ontwikkeld en welvarend land, waar iedereen gelijk is voor de wet. Ja, het heeft een sterk leger, maar dat komt doordat het een sterke maatschappij heeft”.
Netanyahu’s regering bood de toenmalige Egyptische president Moebarak politiek asiel aan. Nu scanderen strijdbare jongeren aan wegversperringen: “Moebarak – Assad – Bibi Netanyahu!”, waarmee ze hun wens uitdrukken om ook de Israëlische vertegenwoordiger van de dictatuur van het kapitaal omver te gooien.
Deels onder invloed van de bewegingen in zuidelijk Europa, werden op 14 juli een paar protesttenten opgezet om de hoge kost voor huisvesting aan te klagen. Dat gebeurde door beter gestelde jongeren in de rijke Rothshildlaan in het centrum van Tel Aviv. Ze dachten er slechts enkele dagen te verblijven, maar hun initiatief werd een signaal om de al lang opgestapelde frustratie los te laten betreffende de levensduurte en de kapitalistische heerschappij in het land. Al na enkele dagen werd in kringen rond de regering de mogelijkheid besproken dat deze sociale beweging de regering tot aftreden kon dwingen.
Overal in het land wordt in tenten gediscussieerd over de manier waarop de maatschappij moet veranderen en nagedacht over een andere, betere toekomst. Dit is geen revolutionaire situatie, maar indien gevraagd, is iedereen het eens over de nood aan een ‘sociale revolutie’ en ‘sociale rechtvaardigheid’. Rekening gehouden met de vervreemding en doodsangst die het kapitalisme en militarisme in aanbieding hebben, hoeft het niet te verwonderen dat er in Tel Aviv en enkele andere “tentsteden” een feestelijke stemming heerst, met muziek, film en satirische voorstellingen.
Van boycot tot staking
Enkele weken voor het tentenprotest had een succesvolle massale symbolische boycot van kaas, georganiseerd via facebook, de kartels van de melkindustrie gedwongen tot prijsverlaging. Maar de illusie dat een consumentenboycot een oplossing kon betekenen voor de levensduurte werd als de bliksem ingeruild voor een strategie van massaal protest, met tenten, protestmarsen, wegversperringen, etc. Tentensteden sprongen als paddenstoelen uit de grond. Ze werkten als een magneet voor alle sociale protestbewegingen die er samen stroomden. Velen nemen voor het eerst in hun leven deel aan sociale actie, jongeren, soms kinderen, maar ook ouders om niet te bezwijken onder de levensduurte. Niet alleen leraars wier instellingen werden geprivatiseerd of taxichauffeurs, maar zelfs politieagenten en gevangenisbewaarders, die in Israël geen lid mogen zijn van vakbonden, namen soms deel aan de protesten om hun lage lonen aan te klagen. Tijdens de betoging van 300.000 ontvouwden linkse sportfans een huizenhoge reuzenposter van een soldaat van de Russische revolutie met het Engelse opschrift ‘working class’. Dat zijn maar enkele van de talloze initiatieven die werden genomen.
De regering moest haar tactiek ten aanzien van de beweging voortdurend bijstellen, van mislukte pogingen om de beweging te bagatelliseren en haar legitimiteit in vraag te stellen tot pogingen om sympathie te betonen. Agressieve neoliberale aanvallen werden ingekleurd als “oplossingen” die beantwoorden aan de eisen van de betogers, en wanneer die zich niet lieten misleiden werd opnieuw overgegaan naar de brutale arrogantie. De beweging in haar geheel eist nog niet de val van de regering, maar tot nog toe heft geen enkele tactiek van de regering gewerkt. De poging om de privatisering van land (waarvan de meerderheid in overheidshanden is) te versnellen en het bijna gratis aan te bieden aan de haaien van de vastgoedmarkt, stootte op verontwaardiging en de beweging werd er alleen maar sterker door. Van bijna 30.000 op de centrale betoging tijdens de eerste week groeide ze binnen de week tot haar vijfvoud toen het protest zich verspreidde over het land. Nog een week later werden er al 300.000 gemobiliseerd!
Van bij het begin was er een belangrijke laag die inzag dat betogen niet zou volstaan tegen deze regering en dat stakingen nodig waren. Op enkele dagen tijd, sloten 20.000 zich aan bij een oproep op facebook voor een algemene ‘individuele’ staking op 1 augustus. De vereniging van de gemeenten, gecontroleerd door kapitalistische burgemeesters, werd hierin meegesleurd met gedeeltelijke sluitingen tot gevolg om druk te zetten op de regering om de crisis op te lossen. Uiteindelijk werd de ingeslapen vakbond Histadrut, de belangrijkste arbeidersorganisatie, meegesleept.
Tussenkomst van Histadrut
Histadrut-voorzitter Offer Eini, die veel invloed heeft op zijn “arbeiders”partij, had de stemming aangevoeld en trachtte zich in het begin van zijn tussenkomst radicaal voor te doen. Hij viel alle vorige regeringen aan, ook die met ‘labour’ erin, omdat ze de staat “in één dag”, afgekeerd hadden van “socialistische politiek, waarin de staat zich over haar burgers ontfermd” naar “de kapitalistische markt”. Hij prees de jonge leiders van de protestbeweging en bedreigde de regering ermee dat Histadrut al haar middelen zou aanwenden indien de regering de eisen van de beweging niet begon ernstig te nemen. Zodra die eisen echter de vorm aannamen van radicale hervormingen, met inbegrip van gratis openbaar onderwijs en dito gezondheidszorg, sloot Eini zich verontwaardigd aan bij het koor van kapitalisten. Ook hij vond die eisen ongegrond en “praktisch onuitvoerbaar”, alsof hij niet aan het hoofd stond van de machtigste arbeidersorganisatie van Israël. Hij benadrukte eveneens dat men respect verschuldigd is aan de eerste minister en dat hij hoopte dat de regering niet zou vallen.
De voorbije jaren voerde de rechtse, prokapitalistische, collaborerende leiding onder Eini een politiek van sociale vrede. Ze bracht het aantal stakingen in Israël tot een historisch minimum als gevolg van een formele alliantie met de industriële kapitalisten en destructieve akkoorden met verschillende regeringen. Met dit in het achterhoofd mag de zeer beperkte meeting van Histadrut met 10.000 arbeiders nog een uitzonderlijke gebeurtenis genoemd worden. Veel van die duizenden deelnemers erkenden zich niet in de slogan van Histadrut “de arbeiders VOOR het protest”, alsof de arbeiders niet de belangrijkste kracht zijn in de strijd tegen de levensduurte en de heerschappij van het kapitaal. Op de meeting verleende Eini wat hypocriete lippendienst aan de woede over de snelle achteruitgang van de arbeidscondities in de voorbije tientallen jaren. Voor enkele dokwerkers, de strandbadmeesters en anderen werd het teveel. Ze schreeuwden tegen de hypocrisie van deze valse leider en Samen met de Socialistische Strijdbeweging (CWI) riepen ze “Arbeiders eisen een algemene staking!” De aanwezige “zionistische socialistische” jeugd van No’al trachtte dit te overstemmen. Ze probeerden de megafoons af te nemen en scandeerden zelf “arbeiders eisen sociale rechtvaardigheid”, wat in die situatie slechts een zinloze frase is.
Door een belangrijk deel van de georganiseerde arbeidersklasse worden Eini en zijn kompanen gehaat, omwille van hun politiek van verraad, omwille van het feit dat ze de arbeiders de handen op de rug uitleveren aan de kapitalisten en hun regering. Door de toenemende levensduurte begonnen reeds in de maanden voorafgaand aan de huidige beweging, verschillende groepen arbeiders tot strijd over te gaan. Sociale werkers rebelleerden voor het eerst ooit en bijzonder heftig tegen een poging van Eini om hen na hun staking in maart een akkoord op te dringen dat neerkwam op een totale uitverkoop. Het leidde tot de creatie van een oppositiebeweging in de vakbond voor sociale werkers. De staking van artsen werd bijna uitverkocht tijdens de eerste dagen van het tentenprotest, toen de stagairs het voorbeeld van de sociale werkers volgden en eveneens rebelleerden tegen de leiding van de specifieke organisatie van artsen. De staking kreeg niet alleen een nieuw elan, maar ook de overweldigende steun van de publieke opinie. Tegelijk is er al enige tijd een trend in Histadrut waarbij arbeiders ermee dreigen, en dat soms ook uitvoeren, Histadrut te verlaten en aan te sluiten bij een kleine nieuwe vakbond “de macht aan de arbeiders”. Dat deden ook de arbeiders van Haifa Chemicals North die op dit ogenblik al 3 maand in staking zijn. Het zijn de eerste tekenen van de mogelijkheid van ontwikkeling van een onafhankelijke arbeidersorganisatie, een primeur voor Israël.
De regering hoopt dat Eini, met diens verleden als stakingsbreker, die van de sociale werkers incluis, zal helpen de beweging af te leiden naar een “zachte landing”. Dat is niet zeker. Eini en zijn bureaucratie zullen niet zomaar zelfmoord plegen. Ze zullen trachten hun positie te vrijwaren door zich handig door de druk van de arbeiders en die van de patroons en de regering te loodsen. Dat verklaart waarom de leiding recent een vrij strijdbare staking van de spoorarbeiders steunde. Het zal wellicht niet snel gebeuren, maar het is mogelijk dat ze in een later stadium onder druk een algemene staking moeten uitroepen, als de beweging tenminste niet stil valt in augustus. De Socialistische Strijdbeweging propageert de oproep voor een actieve algemene 24-uren waarschuwingsstaking door Histadrut en roept arbeiderscomités op om waar mogelijk direct deel te nemen aan het protest, de eisen van de beweging en de volgende stappen, inclusief gedeeltelijke stakingsacties, te bediscussiëren.
Conflict Israël/Palestina
Het is frappant dat enkele Palestijnse tenten opgezet werden in Israël. Ze grepen het moment aan om betere huisvesting te eisen, maar ook om de nationalistische en racistische discriminatie aan te klagen die de ergste huisvestingsproblemen oplegt aan de Palestijnse en de Arabische bevolking van Israël. Dit gebeurt ondanks het gegeven dat veel Palestijnse bewoners van Israël dit protest niet als het hunne beschouwen, deels te verklaren door de wijdverspreide idee in de beweging van ‘eenheid tussen rechts en links’, wat er op het terrein op neerkomt dat verzet tegen de bezetting niet vermeld wordt. Het verborgen verlangen naar vrede naast de oproep voor “sociale rechtvaardigheid” komt daardoor op dit ogenblik niet aan de oppervlakte. Het is enerzijds een gevolg van het inzicht dat het conflict tussen Israëli en Palestijnen de heersende klasse in staat heeft gesteld alle vorige sociale protestbewegingen te verzwakken. Maar anderzijds is een benadering die de nationale kwestie omzeilt een gevaarlijke valstrik, juist omdat het de Israëlische heersende klasse in de kaart speelt, en deze omwenteling over levensvoorwaarden helpt isoleren van alle andere strijdhaarden in de regio, in het bijzonder de Palestijnse strijd voor het recht op onafhankelijkheid.
Tot nog toe is geen enkele poging gelukt van het heersende establishment om de legitimiteit van de beweging te ondermijnen (een van de organisatoren in het centrum van Tel Aviv werd er zelfs in een anonieme extreemrechtse video van beschuldigd lid te zijn van Socialistische Strijdbeweging, die naar verluidt gecontroleerd zou worden door fondsen van een Linkse NGO). Zolang deze beweging en de bewegingen die zonder twijfel zullen volgen geen benadering aannemen van solidariteit met de Palestijnse massa’s en tegen de bezetting en de kolonies, zullen ze zodra het conflict tussen Israël en de Palestijnen of tussen Israël en de landen in de regio escaleert, uiteen gereten worden. De bedrieglijke veiligheidswaarschuwingen aan de joodse bevolking, zullen de Israëlische heersende klasse in staat stellen de beweging te verdelen en er delen van te gebruiken om de Palestijnse strijd, die eveneens aan het escaleren is, te onderdrukken.
Een eerste waarschuwing in die richting werd gegeven door de infiltratie van de beweging door extreemrechtse elementen. Ze zwepen het nationalisme op, propageren de kolonies, stimuleren haat ten aanzien van de Arabieren en Palestijnen, Afrikaanse vluchtelingen en migrante arbeiders. Een gezamenlijke protestbetoging van Joden en Arabieren in de verarmde wijken van zuid Tel Aviv, Jaffa en andere regio’s moest worden afgelast na bedreigingen door extreemrechtse Kahanisten. Gezamenlijke Joodse en Arabische tenten in Tel Aviv werden fysiek aangevallen. Een minderheid van de meest radicale lagen van de beweging erkent het gevaar van deze extreemrechtse elementen en zoekt naar middelen om hen eruit te gooien. Enkele militanten hebben tenten van extreemrechts in brand gestoken. Maar deze elementen op een succesvolle manier verjagen kan enkel door de openlijke stellingname voor eengemaakte en solidaire strijd van alle uitgebuitenen en onderdrukten, Joods en Palestijns, en verzet tegen racisme en de bezetting. Intussen voelde de voorzitter van de studentenvereniging zich voldoende vertrouwd om de belangrijkste organisatie van kolonisten, nochtans alweer een dienstmaagd van de reactie, warm welkom te heten in de protestbeweging.
Socialisme op de agenda plaatsen
In een brief aan de eerste minister durfden enkele topkapitalisten steun uitdrukken voor het protest en schaamteloos hun bezorgdheid uiten over de levensduurte voor de werkende mensen. In werkelijkheid hebben deze topmagnaten vooral schrik voor de uitbarsting van woede over de heerschappij van het kapitaal. Kort voor de beweging uitbrak, probeerden enkelen van hen bij wet het gebruik te laten verbieden van de term die (in het Hebreeuws) wordt gebruikt voor werkgevers. Letterlijk betekent die term “diegenen die tot slaaf maken / anderen doen werken”. Vandaag zijn z in hun wanhoop bereid Netanyahu op te offeren in de hoop de aandacht weg te leiden.
Netanyahu van zijn kant hoopt duidelijk hetzij het spook van een economische recessie te gebruiken, of de stemming over de erkenning van Palestina in de VN, als excuus om de beweging af te blokken in naam van Israëlische Joodse “Nationale eenheid.”
De kapitalistische media waren meestal geneigd zeer “sympathiek” te schrijven over de beweging en dat vanaf het begin. De financiële pers trachtte het voor te stellen als een rebellie tegen de “centralisatie van de markt” en voor “meer competitie” tussen de kapitalisten. Dat zijn dezelfde mensen die eisen voor echte sociale hervormingen in het belachelijke trachten te trekken.
Het is duidelijk dat niet weinig kapitalisten de mogelijkheid overwegen om deze sociale storm te kanaliseren naar het inruilen van de coalitieregering voor een nieuwe, een meer betrouwbare, zowel vanuit geostrategisch standpunt als om de sociale onrust te kalmeren – misschien zelfs met als vijgenblad een nieuwe ‘sociale’ politieke partij gegroeid uit de beweging die nog steeds 90% steun geniet in verschillende peilingen. Zo een partij, die groeit uit de beweging, zou volgens een peiling 20 van de 120 zetels in het parlement kunnen behalen en ineens tot de grootste partijen behoren!
Maar er bestaat nogal verwarring daarover, slechts weinigen zouden onmiddellijk de oprichting van zo een partij steunen. Dit is deel van de gigantische kloof tussen de verzuchtingen van arbeiders en jongeren voor radicale verandering en de concrete stappen en eisen die op dit ogenblik naar voor worden gebracht. De algemene perceptie is nog steeds dat het beste is de protestmobilisatie verder te zetten, een initiatief spreekt over een betoging van een miljoen mensen op 3 september. Velen hebben er hun twijfels bij of dit wel efficiënt is om radicale verandering te bereiken, maar zien geen andere optie. Zonder een duidelijk socialistisch alternatief, zijn velen nostalgisch naar de quasi welvaartstaat uit het verleden in Israël, aangezien de arbeids- en levenscondities toen veel beter waren, maar zelfs met dit vaag en onrealiseerbaar concept van een gecorrigeerd Israëlisch kapitalisme, bestaat er verwarring over welke volgende stap in de strijd om dit af te dwingen.
Er is duidelijk een groeiende steun voor stakingsacties, voor een “andere” partij om die strijd politiek te vertolken, voor een drastische vermindering van de indirecte belastingen (zoals BTW bij ons), en de nood aan een regering die tussenkomt om ‘toegankelijke huisvesting’ te realiseren. De eisen voor nationalisaties en voor sterke maatregelen tegen de magnaten staan echter niet centraal (om die reden vervangt Socialistische Strijdbeweging bijvoorbeeld het populaire “het antwoord op privatisering – revolutie!” door “het antwoord op privatisering – nationalisering!”). Een van de jongeren die de tentenstad in het centrum van Tel Aviv had opgestart en nadien een van de leiders van de beweging is geworden, heeft het er steeds weer over dat oplossingen de “vrije markt” moeten omvatten en niet in tegenstelling zijn met kapitalisme.
Hoewel het nog niet duidelijk is hoever de beweging zal gaan, deze beweging, deze rebellie tegen de heerschappij van het kapitaal, is op veel vlakken slechts het begin. Een van de grootste verworvenheden van de beweging is de reuzensprong in interesse in socialistische en marxistische ideeën als ernstige oplossingen voor een bankroete maatschappij. De Joodse en de Palestijnse leden van Socialistische Strijdbeweging komen de klok rond tussen in de beweging om er zoveel als kan aan bij te dragen, met inbegrip van slogans voor solidariteit tussen Joodse en Palestijnse arbeiders en jongeren, tegen de bezetting en voor vrede.
Een van onze nieuwe leden, de 12-jarige Orr Akta, is op televisie bekend geworden als het "kind van de revolutie". Voor de traditionele media is dat gewoon een nieuwtje, maar de kameraad legde intussen vlotjes aan alle media uit waar socialisten voor staan en wat de Socialistische Strijdbeweging is. Dat leidde tot heel wat media-aandacht.
Veel mensen van alle leeftijden contacteren ons om te discussiëren. We kregen zelfs een mail van een 9-jarige die schreef: "Ik ben een socialist, ik weet alles over socialisme want m’n broer heeft het me geleerd. Ik meen het en wil naar betogingen komen."