Your cart is currently empty!
Syrische regime voert de repressie op, maar oppositie blijft groeien
Er kwamen de afgelopen dagen verslagen van verschrikkelijke brutaliteiten in Syrië. In en rond de noordelijke stad Jisr al-Shughour heeft het Syrische leger een campagne van de verschroeide aarde gevoerd: volledige dorpen werden vernield en daarbij werden ook gewassen en dieren niet gespaard. Er werden tanks en helikopters ingezet om burgers in het noorden en elders te vermoorden en er zijn veel verslagen van martelingen.
In Jisr al-Shughour vielen zowat 200 doden. Onder deze doden waren er ook 120 soldaten. Lokale inwoners stelden dat de soldaten werden omgebracht door speciale eenheden van het leger die optraden tegen al wie weigerde om ongewapende burgers neer te schieten. In de stad Homs verklaarde een overloper van het leger dat de Syrische regering scherpschutters inzette tegen de soldaten om hen ertoe aan te zetten dan toch te schieten op ongewapende betogers.
Meer dan 12.000 vluchtelingen trokken naar Turkije, maar de situatie in de geïmproviseerde vluchtelingenkampen daar is zo slecht dat sommigen al zijn terug gekeerd. Anderen zijn naar Libanon gevlucht. Naar schatting vielen al 1600 burgerslachtoffers en werden 10.000 mensen opgepakt sinds het begin van de acties drie maanden geleden.
Oppositie
De repressie van het regime van president Assad is meedogenloos. Maar toch volstaat dit niet om de oppositiebeweging het zwijgen op te leggen. Deze oppositie haalde inspiratie bij de opstanden in andere landen in de regio en heeft geen nationale leiders. De beweging ontwikkelt niet rechtlijnig, maar is in het algemeen aan het groeien. Geleidelijk aan zijn er zowat alle provincies van het land vormen van oppositie tegen het regime.
Het begon met geïsoleerde protestacties tegen politiegeweld, maar stilaan werden meer eisen naar voor gebracht. Het feit dat het regime met harde repressie antwoordde, zorgde voor een uitbreiding van de eisen.
Activisten zoals die van de “Lokale coördinatiecomités” roepen nu niet enkel op voor het einde van het militaire bewind, maar ook voor het ontslag van de president en de overgang naar een pluralistische democratie: “Een burgerlijke staat die aan alle Syriërs toebehoort en niet aan een individu, een familie of een partij.” Ze weigeren iedere dialoog die er enkel op gericht is om tijd te winnen voor het regime.
“De bevolking wil het regime weg”, is een populaire slogan op de betogingen. Op de dag dat Assad zijn laatste publieke toespraak hield, op 20 juni, waren er kwade reacties en betogingen in 19 steden, waaronder Damascus, waarbij de betogers riepen: “Leugenaar”.
Er waren een aantal erg grote betogingen, zoals de 100.000 betogers op een begrafenisstoet in Hama op 3 juni. Er waren ook verslagen van tal van kleine acties met sit-ins bij mensen thuis die op video worden gezet en via het internet verspreid worden of nachtelijke protestacties. Daarnaast blijven de gewone vrijdagsprotesten doorgaan.
De betogers roepen slogans als “Syrië is één” waarmee ze duidelijk maken dat ze voor een niet-sectaire benadering staan. Mensen van alle groepen in de samenleving nemen deel aan de beweging. De Soennitische moslims – goed voor 75% van de bevolking – vormen de grootste groep in de beweging. Het is na hun vrijdaggebeden dat veel massaprotesten plaats vinden.
Er is nochtans een gevaar van verdeeldheid. De wreedheden van de gewapende krachten van Assad, grotendeels geleid door mensen uit de Alawitische minderheid (een afsplitsing van de sjiieten), leiden tot reacties op religieuze en etnische basis. Dat is zeker het geval onder Soennieten op het platteland. Er zijn ook signalen die er op wijzen dat provocateurs van de staat de sectaire tegenstellingen op de spits drijven. Dat gebeurt ook door kleine rechtse islamitische groepen.
Dictatoriaal regime
De afgelopen 41 jaar hebben Hafez Assad en nadien zijn zoon Bashar een repressief, seculier eenpartijregime geleid. De top van het leger en de veiligheidsdiensten is in handen van de Alawieten, die nochtans slechts goed zijn voor minder dan 10% van de 22 miljoen inwoners van het land. De Alawieten spelen ook een erg grote rol in de bedrijfswereld. Om de geprivilegieerde positie van de elite veilig stellen, aarzelde Assad evenwel niet om ook steun te zoeken bij de toplaag van Soennietische en Christelijke zakenlui die een aantal toegevingen bekwamen.
De Syrische bevolking bestaat uit tal van religieuze strekkingen, waaronder Soennieten, Sjiieten, Alawieten, Christenen en Druzen. Er zijn ook verschillende nationaliteiten en etniën: Assyriërs, Koerden, Palestijnse vluchtelingen, Turkmenen en Armeniërs. De Alawieten hebben een dominante positie, maar zijn onderling niet homogeen. Er zijn spanningen tussen rivaliserende groepen binnen de Alawieten.
In zijn toespraak van 20 juni legde Assad de verantwoordelijkheid voor het protest bij buitenlandse machten en ‘criminelen’. Die waren volgens hem de bron van het geweld. Hij beloofde om stappen te zetten in de richting van een meerpartijenstelsel, om corruptie te bestrijden en om de rol van zijn Baath-partij te beperken en de legerleiders meer verantwoording te laten afleggen. Aan deze beloften werd weinig geloof gehecht.
In april kondigde de regering aan dat de intussen 48 jaar durende “noodtoestand” werd opgeheven. Dat maakte weinig verschil uit, de minister van binnenlandse zaken zei meteen ook dat betogingen niet zouden worden toegelaten.
Assad weet dat het niet mogelijk is om elke stad te vernietigen op een zelfde wijze als zijn vader dit met Hama deed in 1982 (toen werden 40.000 Soennieten omgebracht). Daarom wordt nu geprobeerd om met een aantal beloften het protest in te dijken.
Een cruciale vraag is hoe lang het leger een betrouwbaar instrument van Assad zal blijven. Er is nog geen sprake van desertie op grote schaal, maar er zijn toch heel wat gevallen van desertie. De meeste gewone soldaten zijn Soennieten. Voor de oppositie is het belangrijk om steun te zoeken bij de gewone soldaten.
Op dit ogenblik is er een factor die ervoor zorgt dat het leger intact blijft en mogelijk ook de kapitalistische orde zal blijven opleggen als Assad eventueel van het toneel moet verdwijnen. Deze factor is het bestaan van de paramilitaire krachten die door het regime worden ingezet voor de ergste brutaliteiten. Zo is er de beruchte “Vierde divisie” onder leiding van de broer van de president of de paramilitaire Shabiha-bendes.
Steun voor het regime
Assad kan nog steeds rekenen op een belangrijke ‘steun’ van delen van de bevolking. Dat is zeker het geval in de twee grootste steden, Damascus en Aleppo, waar de helft van de bevolking van het land woont. De centrale gebieden van deze steden werden nog niet geraakt door oppositieprotest. Er waren een aantal betogingen in beide steden, maar er waren ook grote betogingen om Assad te steunen. Die laatste betogingen werden uiteraard door het regime gestimuleerd, maar er is een bredere steun dan dat.
De situatie in de grote stedelijke centra is niet verwonderlijk. De oppositiebeweging is nog maar enkele maanden oud en heeft geen programma of leiding waarmee het bredere lagen van de bevolking kan overtuigen van een leefbaar alternatief. Het vertrouwen in een alternatief is van groot belang, zeker als oppositie-activiteiten kunnen leiden tot arrestaties, martelingen en mogelijk de dood.
Een programma dat de arbeiders verenigt in de strijd tegen het regime is van essentieel belang als antwoord op de angst onder de bevolking voor een ontwikkeling van oorlog. De bevolking heeft gezien wat er gebeurde in Irak, Afghanistan, Libië en voorheen in Libanon.
Ondanks de breed verspreide armoede en het ontbreken van democratische rechten, wordt Assad niet zo universeel gehaat als Moebarak dat was in Egypte of Ben Ali in Tunesië. Dat komt omdat Assad tot op zekere hoogte inging tegen de imperialistische machten, waaronder ook de beschermeling van het imperialisme: Israël.
Al deze factoren maken het voor Assad mogelijk om aan de macht vast te houden, maar de oppositiebeweging laat steeds meer merken dat ze niet zal zwijgen omwille van de angst voor repressie. Een terugkeer naar de voorheen bestaande opgelegde rust is erg onwaarschijnlijk. De beweging kan op ieder ogenblik verder escaleren en de president tot ontslag dwingen, net zoals dit eerder in Egypte en Tunesië gebeurde. Er is een enorme woede in Syrië en deze woede groeit aan als direct gevolg van de brutaliteiten van het leger en de politie en de weigering van Assad om reële toegevingen te doen.
De woede wordt ook aangevuurd door de onderliggende financiële onzekerheid: er is een hoge werkloosheidsgraad, sterke inflatie en de olieproductie loopt ten einde. De economie kent heel wat problemen als gevolg van het huidige geweld, dat leidt immers tot een afname van investeringen en het wegblijven van toeristen. Assad verwees in zijn toespraak naar het gevaar van een economische ineenstorting. Als de economische situatie er verder op achteruit gaat, kan dit leiden tot een groei van de actieve oppositie tegen het regime dat niet in staat is om een degelijke levensstandaard aan te bieden.
Rol van het imperialisme
Onder druk van beschuldigingen dat ze Khadaffi in Libië weg willen, maar dictators als Assad gerust laten, beginnen een aantal Westerse machten te pleiten voor sancties tegen Syrië. Anderzijds werd de afgelopen periode geprobeerd om Syrië meer in hun invloedssfeer te krijgen en de invloed van Iran te beperken. Het is dan ook niet in het belang van de imperialisten dat Assad zou verdwijnen, er wordt eerder gepleit voor hervormingen of een “stap opzij” voor Assad.
Onder de oppositie is er terecht een grote vijandigheid tegenover een Westerse militaire interventie. Dat zou niet in het belang van de arbeiders en armen in het land zijn. Een militaire interventie wordt op dit ogenblik niet ernstig overwogen door de Westerse heersende klasse en dit omwille van een aantal redenen. Er is het feit dat de NAVO al in de problemen komt door de operaties in Afghanistan en Libië. Bovendien is het moeilijker om in Syrië tussen te komen dan in Libië dat grote woestijngebieden kent en een duidelijke geografische splitsing tussen de krachten van het regime en die van de oppositie. Verder is er in Syrië steeds de dreiging van een regionale oorlog. Het land heeft een geopolitiek erg belangrijke positie: het grenst aan Israël, Libanon, Jordanië, Irak en Turkije. Er zijn belangen van Rusland en China, waarbij deze landen ingaan tegen een poging om te komen tot een VN-resolutie die de Syrische repressie veroordeelt. Ook Iran is betrokken partij omdat er veel Iraanse investeringen in Syrië zijn en dit een belangrijke regionale bondgenoot is.
Welk alternatief?
Als Assad eventueel van de macht verdwijnt, zijn er tal van pro-kapitalistische figuren die graag de macht zouden overnemen. Er zijn genoeg dergelijke figuren in het buitenland en ongetwijfeld zullen er ook in Syrië zelf opduiken. De legerleiding zou ongetwijfeld proberen om de eigen positie veilig te stellen of toch minstens als scheidsrechter op te treden, zoals dit eerder in Egypte gebeurde.
Om te vermijden dat het ene ondemocratische regime van uitbuiters wordt vervangen door een ander, is er nood aan een alternatief vanuit de arbeidersbeweging. De arbeidersbeweging moet opkomen voor een socialistisch alternatief en een strategie naar voor schuiven om tot dat alternatief te komen.
Daarbij is het belangrijk om niet-sectaire democratisch verkozen comités van arbeiders en armen op te zetten in alle bedrijven en wijken. Deze comités moeten zich regionaal en nationaal verbinden om een algemene staking of andere acties te organiseren waarmee het huidige regime aan de kant kan worden geschoven en de basis worden gelegd om een socialistische regering van arbeiders en armen te vestigen.
Zo’n regering zou de sleutelsectoren van de economie en de natuurlijke rijkdommen inzetten om iedereen een degelijke levensstandaard aan te bieden, volledige democratische rechten te garanderen voor alle onderdelen van de samenleving,… Er zou tenslotte ook samenwerking nodig zijn met gelijkaardige regimes in de buurlanden en dit in het kader van een socialistische confederatie van de regio.
- Eenheid van alle arbeiders en armen, los van hun religie, nationaliteit of etnische afkomst
- Voor democratische strijdcomités op de werkvloer en in de wijken, voor de verdediging van de beweging tegen de repressie en voor het voort ontwikkelen van de strijd.
- Voor onafhankelijke vakbonden en een nieuwe massale partij van arbeiders en jongeren
- Voor een revolutionaire grondwetgevende vergadering. Voor een regering van arbeiders en armen met een socialistisch beleid