Your cart is currently empty!
Category: Feminisme
-
Oostenrijk: feministisch protest na vijf vrouwenmoorden op 24 uur in Wenen
Wenen was op vrijdag 23 februari geschokt en verdrietig. Op minder dan 24 uur werden vijf vrouwen op brute wijze vermoord. Het ging om een moeder en haar 13-jarige dochter in Simmering, wellicht vermoord door de vader en echtgenoot. Drie vrouwen werden bruut doodgestoken op hun werkplek, een studio die seksuele diensten aanbood in Brigittenau. Amper drie dagen later, op maandag, werd een andere, oudere vrouw vermoord door haar partner.
Campagne ROSA betuigt haar oprechte medeleven en solidariteit aan de nabestaanden van de slachtoffers.
Laat hun nagedachtenis een oproep zijn om de strijd te versterken!
Ongeveer 700 gingen op maandag 26 februari met ROSA de straat op, waaronder familieleden van de slachtoffers. Ze uiten hun woede over deze gruwelijke femicides onder het motto ‘niet één minder’. We eisen een onmiddellijk programma, massaal gefinancierd door de overheid, voor de dringend noodzakelijke opvanghuizen, ondersteuningscentra en geestelijke gezondheidszorg voor de preventie van gendergerelateerd geweld in Oostenrijk. “Mannen moorden niet uit liefde, stop vrouwenmoorden”, “Geen enkele vrouw/persoon is illegaal, recht op verblijf voor iedereen” en “geweld is nooit een geïsoleerd incident, vecht overal tegen seksisme” waren slogans die door de straten van Brigittenau galmden.
Veel vrouwen die te maken hebben met gendergerelateerd geweld spraken tijdens de bijeenkomst, waaronder ROSA-activisten. Sommigen spraken over de barrières en uitdagingen waar overlevenden mee te maken krijgen bij het zoeken naar hulp, en over het racisme en seksisme waar overlevenden mee te maken krijgen in het contact met de politie en staatsinstellingen – inclusief met ongevoelige victim blaming, intimidatie en mishandeling door de politie. De roep om democratisch gekozen commissies die de werkelijke behoeften van de mensen die slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld vertegenwoordigen, om toezicht te houden op de politie en deze te controleren, werd met enthousiast applaus ontvangen.
Sommigen legden uit dat femicides slechts het topje van de ijsberg zijn van een systeem dat tot op het bot doordrenkt is van seksisme, waar intimidatie, pesterijen en seksistische houdingen en gedragingen deel uitmaken van het dagelijks leven van de meeste vrouwen. Dit wordt in de hand gewerkt door de vrouwonvriendelijke agitatie en haatzaaiende taal van de extreemrechtse FPÖ, de conservatieve ÖVP en andere traditionele partijen, maar ook door armoede onder vrouwen, de crisis in de publieke sector en de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Gendergerelateerd geweld is geen individuele kwestie, maar iets systematisch, geboren en gekweekt binnen het rotte kapitalistische systeem.
Terwijl de FPÖ deze gruwelijke vrouwenmoorden onmiddellijk gebruikte om racisme op te wekken, met de verwachte hypocrisie, namen de protesten hier krachtig stelling tegen. Toespraken gingen in op hoe gewoon gendergerelateerd geweld is in alle culturen, ook onder Oostenrijkers. Een Turkse StoP-activiste en overlevende van huiselijk geweld zei: “Toen ze me vertelden dat dit normaal was in mijn cultuur, zei ik: dit is in geen enkele cultuur normaal.”
Noch seksisme, noch gendergerelateerd geweld en vrouwenmoorden zijn ‘geïmporteerd’. Ze zijn diep geworteld in het kapitalistisch systeem, in elke samenleving en in elk land. De FPÖ, ÖVP en hun vrienden proberen anderen de schuld te geven van hun mislukkingen, om asielzoekers en migranten verder te marginaliseren en aan te vallen en het verzet te verdelen – maar de FPÖVP [samentrekking van FPÖ en ÖVP die vaak gemaakt wordt in Oostenrijk] zijn het echte gevaar voor vrouwen en het echte gevaar voor ons allemaal.
In reactie op deze gruwelijke vrouwenmoorden verklaarde Susanne Raab, “minister van Vrouwen” van de ÖVP, dat ze tevreden is met de middelen en steun die beschikbaar zijn voor mensen die te maken hebben met gendergerelateerd geweld. Ze zei: “Helaas betekent dit niet dat elk geval van geweld kan worden voorkomen, vooral als er vooraf geen bewijs was.” Raab verwacht niet alleen dat we accepteren dat de femicide-epidemie onopgelost blijft, ze schuift de schuld schaamteloos en misdadig af op de slachtoffers: “Zeer weinig vrouwen die werden vermoord, hadden vooraf contact met een geweldbeschermingscentrum of een ander vrouwspecifiek adviescentrum.”
We accepteren de epidemie van gendergerelateerd geweld en vrouwenmoorden in Oostenrijk niet, en we accepteren de schuld ervoor evenmin!
Het is de ÖVP die seksistisch gif spuwt dat gendergerelateerd geweld in stand houdt. Het is de regering die niet bereid is om de middelen te investeren die nodig zijn om slachtoffers en overlevenden echte steun te bieden, maar die wel graag cadeaus uitdeelt aan miljardairs en grote bedrijven.
Hierop zeggen wij, bouw de strijd op voor:
- Miljarden voor een onmiddellijk programma voor bescherming en preventie van vrouwenmoorden en gendergerelateerd geweld.
- Of ze nu in de seksindustrie werken of in gewelddadige partnerschappen zitten – het zijn maatregelen zoals betaalbare openbare huisvesting, een sociaal vangnet en lonen waarvan we kunnen leven die onafhankelijkheid en zelfbeschikking mogelijk maken!
- Vrouwen en LGBTQIA personen in de seksindustrie hebben speciale bescherming nodig tegen mishandeling, geweld en racisme: toegang tot zorg, huisvesting en sociale voorzieningen. Voor het recht op verblijf, gelijke rechten en toegang tot degelijke jobs!
- Of het nu gaat om gendergerelateerd of racistisch geweld: de politie, de staat en de autoriteiten beschermen ons niet, maar zijn onderdeel van het probleem. Democratisch gekozen vertegenwoordigers van vrouwenbeschermingsorganisaties, gemeenschappen, antiracistische organisaties moeten controleren wat deze instellingen doen!
- Geen wachtlijsten meer voor vrouwenopvang, therapieplaatsen en andere beschermende voorzieningen! Om te vechten voor de noodzakelijke middelen voor de bescherming tegen geweld, hebben we miljarden aan investeringen nodig in de sociale en gezondheidssector en controle door de getroffenen en werknemers over hoe en waar deze middelen worden gebruikt!
Om dit af te dwingen moeten we ons organiseren!
ÖVP-FPÖ en alle machthebbers zijn alleen geïnteresseerd in het vullen van de zakken van de rijken en het rechtvaardigen van aanvallen op ons!
In Spanje, Baskenland, Zwitserland, IJsland en Frankrijk organiseren vrouwen, arbeiders en jongeren de strijd tegen extreemrechts, de machthebbers en het rotte kapitalistisch systeem. Op 8 maart roepen we op om deel te nemen aan een feministische staking tegen extreemrechts en rechts, tegen elke vorm van racisme, seksisme, LGBTQIA+ onderdrukking, tegen hongerlonen en tegen de zorgcrisis! Die strijd gaat na 8 maart voort.
Breng de strijd naar scholen, werkplekken en buurten om een socialistisch-feministische beweging van onderaf op te bouwen!
Zo’n beweging van onderop, die onze echte belangen en eisen vertegenwoordigt, kan de basis leggen voor de strijd tegen heel het in verval geraakte kapitalistisch systeem. Tegen imperialistische oorlog, bezetting, onderdrukking en uitbuiting in heel de wereld, om het kapitalisme met wortel en tak uit te roeien en te vechten voor een socialistisch alternatief – voor gelijkheid, welvaart en vrede in plaats van onderdrukking, armoede en oorlog!

-
Van Palestina tot Congo: vrouwen vooraan in verzet tegen oorlog en vernietiging
De meest recente beslissing van de Israëlische staat om Rafah aan te vallen is een nieuw gruwelijk keerpunt voor de Palestijnen. Rafah was het ‘laatste toevluchtsoord’ voor de bevolking en biedt onderdak aan 1,4 miljoen mensen die de bommen ontvluchten.
door Laura (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist
Halverwege februari bedroeg het dodental in de Gazastrook maar liefst 28.340 waarvan de grote meerderheid burgers zijn en. Eén derde van de slachtoffers zijn kinderen! Een aanval op Rafah zou dat cijfer opnieuw doen exploderen. Elk uur sterven er in Gaza zeven vrouwen en het worden er steeds meer. De Gazastrook is officieel de gevaarlijkste plek ter wereld voor een kind en een ware nachtmerrie voor zwangere personen (ook transpersonen kunnen zwanger worden).
Er bestaan veel mythen rond vrouwen in gewapende conflicten. Ze worden enkel als slachtoffer gezien, hun actieve rol wordt vaak opzettelijk verzwegen. Maar vrouwen zijn niet enkel omstaanders of passieve slachtoffers, ze spelen ook een cruciale rol in het verzet tegen gewapende conflicten over de hele wereld, ook in Palestina.
Oorlog verergert geweld tegen vrouwen
In tijden van oorlog daalt de waarde van een mensenleven. Vooral tegenover de meest kwetsbaren zorgt dat voor een extra stijging van geweld.
In alle conflicten wordt seksueel geweld als oorlogswapen ingezet. Palestijnse vrouwen en andere personen in gevangenissen getuigen over verkrachting en verminking. Ook binnen de gezinscontext neemt het geweld toe. Tijdens anti-oorlogsprotesten door Russische feministen werd aangeklaagd dat getraumatiseerde soldaten die terugkeren van het front vaker geneigd zijn om thuis geweld te gebruiken. Er is een volledig gebrek aan psychologische zorg, die net meer dan anders nodig is.
Door de vernietiging van zorgfaciliteiten is ook de toegang tot kraamzorg weg. Er leven naar schatting 50.000 zwangere personen in Gaza. Ze moeten onder gevaarlijke omstandigheden bevallen en keizersneden worden zonder verdoving uitgevoerd. Bovendien moeten ze het ziekenhuis direct na de bevalling verlaten, net wanneer het risico op complicaties het grootst is.
Ook vluchten voor oorlogsgeweld staat gelijk aan meer kwetsbaarheid, onveiligheid en geweld.
Betrokkenheid van vrouwen bij gewapende conflicten
De gevolgen van oorlogsgeweld wegen dus nog zwaarder door op vrouwen. Dat zorgt ervoor dat ze consequent vooraan staan in het verzet ertegen.
In Palestina verzetten vrouwen zich al sinds 1948 tegen de Israëlische bezetting. In de eerste Intifada vanaf 1987 speelden ze een sleutelrol in de massale protestbeweging. Dat werd gedaan met bezettingen via comités die stakingen en massamobilisaties organiseerden. In die comités werd ook gediscussieerd over seksisme. Hun actieve rol zorgde ervoor dat de perceptie rond vrouwen veranderde. Hun positie in het gezin veranderde, ze zochten betaald werk en speelden ook in de samenleving een meer publieke rol. Heel wat vrouwen waren centrale figuren in het helpen van gewonden, het leveren van medicijnen, enz.
Helaas werd de ontwikkeling van hun status in het begin van de jaren 1990 opnieuw tegengewerkt. Dat kwam door de Israëlische militaire repressie, maar ook door de opkomst van Hamas en haar reactionaire ideologie. Ze waren niet vertegenwoordigd op het politieke niveau. Tijdens de tweede Intifada – toen zelfmoordaanslagen helaas de overhand kregen op massamobilisaties – bleven vrouwen initiatieven nemen, maar speelden ze een minder belangrijke rol dan voorheen.
De vrouwen in Palestina zijn niet de enigen die opkomen tegen oorlogsgeweld. Over de hele wereld organiseren vrouwenbewegingen strijd tegen oorlog. In Rusland bijvoorbeeld organiseerden tientallen militante feministische groepen acties in minstens 30 steden. Ze roepen op tot het beëindigen van de oorlog en vragen om internationale solidariteit en steun voor de Oekraïense slachtoffers, ondanks zware repressie tegen hun protest. Ze eisen ook een einde aan de pogingen van Poetin om onder het mom van de oorlog hun rechten en die van LGBTQIA+ personen aan te vallen, zoals de recent aangekondigde afschaffing van het abortusrecht.
In de Democratische Republiek Congo, waar momenteel de grootste genocide sinds de Tweede Wereldoorlog plaatsvindt, zijn vrouwen op gevaar van eigen leven betrokken bij onderhandelingen met gewapende groepen om aanvallen op burgers te voorkomen. Dankzij hun informatienetwerken zorgen vrouwelijke activisten er niet alleen voor dat gezinnen naar huis kunnen terugkeren, maar helpen ze de militaire autoriteiten ook om als burgers vermomde rebellen te verjagen.
Betoog op 8 maart in solidariteit met de vrouwen in Gaza en elders!
Oorlogsgeweld verergert de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en draait de vooruitgang op vlak van mensenrechten met vele jaren terug. Oorlog is onverenigbaar met de waarden en doelstellingen van de feministische en LGBTQIA+ beweging en die van de werkende klasse. 8 maart is een symbolische datum in de strijd tegen alle vormen van onderdrukking en het kapitalistische systeem dat deze veroorzaakt.
Clara Zetkin lag met andere socialistische vrouwen aan de basis van de internationale vrouwendag. Het waren de revolutionaire vrouwen die in 1915 de eerste internationale socialistische conferentie organiseerden om hun verzet tegen de Eerste Wereldoorlog te organiseren.
Het was ook op de internationale vrouwendag in 1917 dat tienduizenden Russische vrouwelijke arbeidsters, samen met andere arbeiders, demonstreerden in Petrograd. Ze eisten brood en een einde van de oorlog. Dit was het begin van de Russische Revolutie en het speelde een belangrijke rol in het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog.
We verzetten ons tot op vandaag tegen elke vorm van discriminatie die de werkende klasse verdeelt en zo de aandacht afleidt van de machthebbers. We eisen een samenleving zonder oorlog, die zich baseert op de behoeften en mogelijkheden van elk individu, een socialistische samenleving.
-
Baas over eigen buik! Abortus is een recht, geen politiek spel
De huidige wetgeving maakt abortus in België mogelijk tot 12 weken na de conceptie. Daarbij is er ook nog een verplichte bedenktijd van 6 dagen na de eerste consultatie. Deze termijnen zijn nog dezelfde van de eerste abortus wetgeving van 1990. In 2018 werd abortus uiteindelijk (grotendeels) uit het strafwetboek gehaald.
door Nicky (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist
Sindsdien is abortus een recht en niet langer een getolereerd misdrijf. Na 12 weken is abortus enkel toegestaan in uitzonderlijke gevallen, waar de zwangere persoon in levensgevaar is of wanneer het kind zou geboren worden met ernstige beperkingen. Bij een overtreding van de wet, door een abortus uit te voeren buiten de toegestane termijn, zijn sancties en straffen nog steeds mogelijk. Hierdoor gaan jaarlijks bijna 500 Belgen naar het buitenland, voornamelijk Nederland, voor een abortus. In Nederland zijn legale abortussen mogelijk tot 24 weken.
De feministische beweging en abortuscentra, gesteund door medische experts, roepen al jaren op tot een versoepeling van de abortuswetgeving in België. In 2020 kwam het abortusdebat op de voorgrond tijdens de regeringsvorming. Dit thema werd gebruikt om het politiek spel te spelen. Nu we tegen het einde van de regeringstermijn zijn, laaien de spanningen tussen de regeringspartijen rond dit thema terug op. Van de Vivaldi-partijen zijn Groen, Open VLD en Vooruit allen voor een verlenging van de termijn naar 18 weken en voor een afschaffing van de verplichte bedenktijd. Alleen CD&V is tegen en blokkeert mogelijke vooruitgang. In 2020 werd een regeerakkoord gesloten onder voorwaarden dat er niet gestemd zou worden over ‘ethische aangelegenheden’ zonder voorafgaande consensus onder de partijen. Daarmee werd een mogelijke versoepeling van de abortuswet op de lange baan geschoven.
Eind januari lanceerden Vlaamse abortuscentra Luna vzw en VUB Dilemma een nieuwe campagne voor de verlenging van de termijn naar 18 weken en voor de afschaffing van de bedenktijd. Daarbij willen ze ook enkele mythes over abortus doorbreken. Veel mensen denken bij abortus aan tienerzwangerschappen, maar uit cijfers van de abortuscentra blijkt dat maar amper 1% van hun patiënten jonger is dan 18. Hun gemiddelde patiënt is een vrouw van 29 jaar die al één of twee kinderen heeft en die in een vaste relatie zit. Ook merken de centra een stijging in het aantal abortussen. Als mogelijke reden hiervoor noemen ze de onzekere tijden waarin we leven, internationale conflicten en het leven dat steeds duurder wordt. Ze pleiten ook voor meer toegang tot anticonceptie en meer informatie over verschillende anticonceptiemiddelen voor iedereen.
Vooruit sprong meteen op de kar en deed een voorstel om nog op korte termijn te stemmen voor een nieuwe abortuswet. Dit gaat in tegen de belofte in het regeerakkoord dat er eerst een consensus bereikt moet worden onder de partijen. CD&V wil een verlenging van de termijn naar maar 14 weken in plaats van 18 en een inkorting van de verplichte bedenktijd naar 2 dagen in plaats van een volledige afschaffing. Dat is niet goed genoeg voor de andere partijen. Het debat sleept aan. Groen positioneert zich als scheidsrechter en roept op de ‘sereniteit’ te bewaken. Minister Tine Van der Straeten (Groen) beweert dat “wijzigingen aan de abortuswetgeving er in ons land altijd zijn gekomen na een grondig en sereen debat”. Dit is een debat dat al 10 jaar duurt met nog maar zeer weinig resultaten.
De huidige termijnen voor abortus zijn nog dezelfde als die van in 1990. Die wet was er gekomen na een 20 jaar lange strijd van de feministische beweging en talloze abortusprocessen. Nu de verkiezingen steeds dichterbij komen, willen de politieke partijen zich allemaal voordoen als de voorvechters van vrouwenrechten. Maar de echte voorvechters van vrouwenrechten, die komen op straat. De afgelopen jaren zagen we hoe in Latijns-Amerika de vrouwenbeweging, de zogenaamde groene golf, het recht op abortus kon afdwingen in verschillende landen. In Argentinië werd dit recht in 2020 bekomen, in Mexico in 2023. In andere landen was er een decriminalisatie van abortus. Ook in Ierland werd een overwinning geboekt voor het abortusrecht door de feministische beweging in 2018.
LSP, Campagne ROSA en ALS roepen op om ook in België op straat te komen voor abortusrechten. Wij koppelen onze eis voor toegankelijke abortus zonder restricties aan eisen voor meer middelen voor kinderopvang en onderwijs. Tegenwoordig moeten in gezinnen met kinderen beide ouders voltijds werken om rond te komen. Tegelijkertijd leven veel eenoudergezinnen op of onder de armoedegrens. De financiële situatie blijft een van de hoofdredenen waarom iemand voor abortus kiest. Wij zijn voor een echte vrije keuze, waar de keuze voor kinderen geen financieel risico inhoudt en een keuze voor abortus geen taboe of beschamend is en je er niet voor naar het buitenland moet gaan.
-
Stop de besparingen op schoonmaak in de Gentse scholen
Eind 2022 klopte het progressieve Gentse stadsbestuur zichzelf op de borst toen het, bij de bekendmaking van een nieuwe besparingsronde van 21,5 miljoen, fier aankondigde dat het niet zou besparen op Jeugd, Onderwijs, Kinderopvang en Cultuur.
door Emilie (Gent)
Niets is minder waar! De besparingen kwamen binnen via een achterpoortje. De stad Gent paste een bekende formule uit de bedrijfswereld toe en bespaarde fors op haar onderaannemers. Sinds 1 september 2023 geeft Gent 20% minder uit aan de firma’s ISS en Atalian. Het zijn twee grote bedrijven die in totaal zowat 250 schoonmakers leveren voor een 70-tal stadsscholen en musea in Gent. Bij de ene firma vielen naakte ontslagen, bij de andere kreeg iedereen minder uren.
De frequentie van de poetsbeurten is verlaagd van drie keer per week naar slechts één keer. In die ene poetsbeurt moeten zowel de klaslokalen, de gangen, de eet-, sport- en buitenruimten én het sanitair proper gemaakt worden. Dat is een onmogelijke taak.
De gangen liggen er, zeker in de wintermaanden, smerig bij. In de leslokalen puilen de vuilnisbakken uit. De toiletten hebben een dagelijkse poetsbeurt nodig, maar daar is geen tijd voor.
De besparingen van de stad Gent raken zowel het poetspersoneel, de leerkrachten als de leerlingen.
Heel wat poetsers krijgen het niet over hun hart om de school vuil achter te laten, en presteren onbetaalde overuren om het werk toch rond te krijgen. Door de besparingen werken ze vaak op verschillende scholen waardoor er meer verplaatsingstijd bij komt. Bovendien blijven de controles op de poetsbeurten even streng. De werkdruk en de stress zijn torenhoog, waardoor heel wat poetsers er onderdoor gaan. De meeste werknemers zijn anderstalig, durven niet met hun verhaal naar buiten te komen en hebben schrik om hun job te verliezen.
In heel wat scholen worden leerkrachten gevraagd om de vuilnisemmers leeg te maken en bij te dragen aan het netjes houden van het leslokaal en de gangen. Na het grote lerarentekort, de uren die ze moeten invallen voor afwezige collega’s en de hoge administratiedruk in het onderwijs, worden ze nu ook gevraagd om de besparingen op het poetspersoneel op te vangen.
Leerlingen getuigen dat ze een toiletbezoek uitstellen tot ze opnieuw thuis zijn omdat het sanitair er te vuil bij ligt en er geen toiletpapier voorhanden is. Ook zij worden, al dan niet als straf, soms ingeschakeld om te poetsen. Het is logisch dat leerlingen leren opruimen en zorg dragen voor hun omgeving, maar het is onaanvaardbaar dat ze taken van schoonmakers moeten overnemen omwille van besparingen.
Daarom ondersteunt Campagne ROSA de acties van het poetspersoneel, SAAMO en de vakbonden voor het terugdraaien van de besparingen. Campagne ROSA eist:
- Maak van het poetspersoneel opnieuw volwaardig stadspersoneel Insourcen nu!
- Draai de besparingsoperatie van september 2023 terug
- Verhoog de schoonmaakfrequentie van leslokalen en andere ruimtes in scholen
- Garandeer door extra personeel een haalbare werkdruk voor schoonmakers in scholen, musea en andere stadsgebouwen
- Een minimumloon van €17/uur
Teken de petitie ‘Stad Gent: bespaar niet op schoonmaak’
Bekijk de reportage van lokale televisie AVS hierover:
-
8 maart. Strijden om te winnen
Tegen de antifeministische backlash – extreemrechtse dreiging – gendergeweld – ongelijkheid
37% van de vrouwen in Frankrijk vindt dat hun plaats thuis bij de kinderen is. 70% van de mannen denkt dat zij voldoende moeten verdienen om gerespecteerd te worden. LGBTQIA+ mensen hebben twee keer zoveel kans om slachtoffer te worden van seksueel geweld. Eén op de 5 mannen tussen 25 en 34 jaar vindt het normaal om meer betaald te krijgen dan een vrouw in dezelfde functie. De Franse seksismebarometer (januari 2024) is huiveringwekkend. Al deze cijfers stijgen. Dankzij feministisch protest en geïnspireerd door moedige getuigenissen, blijven mensen zich uitspreken tegen misstanden. Consent en de verdeling van huishoudelijke taken maken deel uit van het publieke debat.
door Emily Burns, organisatrice van Campagne ROSA
Onderhandelen met de machthebbers zal niet volstaan…
De wet tegen feminicides is nog steeds niet geïmplementeerd. Hoewel consent nu is opgenomen in het wetboek van strafrecht, wordt er op scholen amper over gesproken. Er bestaat wel een wet tegen ongelijke verloning, maar de loonkloof tussen mannen en vrouwen bedraagt 21% op jaarbasis en loopt zelfs op tot 44% als men rekening houdt met de volledige beroepsbevolking (cijfer van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen).
Bovendien wordt er al gesproken over 4 miljard euro besparingen per jaar. We weten nu al waarop de gevestigde partijen zullen willen besparen: op openbare diensten en sociale uitkeringen… Minder openbare diensten betekent meer huishoudelijk werk, vooral de zorg voor anderen, dat naar het gezin wordt verschoven. Als daar tijd voor moet worden vrijgemaakt, is het natuurlijk het laagstbetaalde lid van het huishouden (meestal de vrouw) die dat moet doen, bij gebrek aan een alternatief. Voor eenoudergezinnen is het gewoon een ramp omdat er geen sociale bijstand is om in hun behoeften te voorzien.
Droom groot…
We mogen onze eisen niet beperken tot wat aanvaardbaar is. Er is een totale omwenteling van de situatie nodig. We willen ons niet beperken tot roepen in het luchtledige. Er is een andere wereld nodig waarin we allemaal de macht in handen nemen!
In een aantal multinationals wordt een ouderschapsverlof van 18 weken met 100% loon toegekend, terwijl de Belgische wet beperkt is tot 15 weken voor de moeder en 3 weken voor de vader/co-ouder met een verminderd loon. Velen van ons durven niet eens te dromen van 18 weken, hoewel we dat wel moeten doen. Als sommige bedrijven deze weken toekennen om zichzelf een beter imago te geven, stel je dan eens voor wat we kunnen bereiken met een vastberaden en offensieve collectieve strijd!
Want ja, het geld is er. Op vijf jaar tijd slaagden amper 826 bedrijven erin om volledig legaal 1.350 miljard euro naar belastingparadijzen te sturen (studie van Attac en Pour). Dat is het equivalent van 3 jaar Belgisch BBP! Dus ja, alles is mogelijk. Van kwalitatieve openbare kantines over investeringen in zorg waarin de mens centraal staat tot een werkverdeling onder iedereen waarbij technologie in dienst van de gemeenschap staat.
… en ga de strijd aan om die dromen waar te maken!
De eerste maanden van dit jaar werden gekenmerkt door boerenprotesten met hun tractoren en blokkades. Dit protest toont hoe collectieve strijd, zeker als we ons werkgerief gebruiken, onze eisen op de agenda kan zetten. Hetzelfde zagen we eind jaren 1990 bij Forges de Clabecq, toen met bulldozers geantwoord werd op provocaties van de politie tegen staalarbeiders die hun job verdedigden.
Wij zijn voorstander van feministische algemene stakingen naar het voorbeeld van wat er in Baskenland gebeurde. Op 30 november gingen 1.500 bedrijfscomités in staking voor ‘het collectieve recht op zorg’. Er waren 125 lokale betogingen. Het was een algemene staking van alle werkenden – ongeacht hun gender – tegen de manier waarop productief en reproductief werk is verdeeld. De staking ontmaskerde het pro-kapitalistische ‘imago-feminisme’ dat verstoken is van enig echt programma voor sociale verandering. De Baskische vakbonden en feministische collectieven koppelden gendergeweld aan de economische onderdrukking van vrouwen en de arbeidersklasse in het algemeen. De staking benadrukte niet wat ons verdeelt, maar net wat onze klasse verenigt in de strijd voor een verbetering van onze dagelijkse leefomstandigheden. Een inspirerend voorbeeld!
Betoog mee op 8 maart
- Antwerpen: 17u30 Sint Andriesplaats.
- Gent: 18u Vrijdagmarkt
- Leuven: 18u Benedenplein.
- Brussel: 17u30 Centraal station.
- Luik: Cycloparade om 14u30 Place des Arts
Wil je nog meer inspiratie opdoen? Kom dan naar onze meetings met Maria Clara, een ROSA-activiste uit Brazilië die moedig opkomt voor de rechten van vrouwen, LGBTQIA+ personen, de inheemse bevolking in het Amazonewoud en andere onderdrukten. Ze is een onvermoeibare internationaliste, feministe en revolutionair-socialistische activiste.
25-30 maart: meetings met Braziliaanse socialistische feministe
De gebeurtenissen in de voorbije jaren zijn angstaanjagend. Extreemrechtse en racistische politici zijn wereldwijd in opmars. Vlaams Belang bij ons, Wilders in Nederland, Milei in Argentinië en wie weet komt zelfs Trump terug. Waar extreemrechts aan de macht is, nemen racisme en geweld toe. Het meest extreme voorbeeld daarvan is het vreselijke bloedbad in Gaza. Met goedkeuring van het Westers imperialisme blijft het genocidair regime van de extreemrechtse Netanyahu Palestina verder koloniseren en uitmoorden. We moeten het hebben over hoe we wereldwijd strijd kunnen voeren tegen racisme, kolonialisme en extreemrechts. We nodigen een Braziliaanse activiste uit om eind maart te spreken op een reeks meetings. Wees erbij!
Over hoe te strijden tegen racisme en extreemrechts werden in de voorbije jaren in Brazilië wel wat lessen opgedaan. Het land ging door een diepe crisis. Toen in 2019 Jair Bolsonaro werd verkozen tot president was meteen duidelijk dat zijn presidentschap een gevaar vormde voor de werkende klasse, de onderdrukten en de Braziliaanse natuur. Vijf jaar later is het trieste bilan van zijn presidentschap dat hij Brazilië veranderde in een massagraf. Met minder dan 3% van de wereldbevolking was Brazilië goed voor 10% van alle COVID-19 slachtoffers. Maar dat is niet alles. Tussen augustus 2018 en juli 2021 verloor het Amazonewoud een gebied zo groot als België door illegale boskap en ontbossing. Tijdens zijn presidentschap verdubbelde het aantal racistische moorden op de inheemse bevolking. En dan hebben we het nog niet gehad over zijn talloze aanvallen op vrouwen- en LGBTQIA+ rechten.

Maria Clara staat als socialistische activiste met haar beide voeten in de strijd tegen racisme en extreemrechts. Ze maakt deel uit van de Braziliaanse afdeling van ROSA International, Feministas Antiracistas Socialistas, en is lid van de Braziliaanse sectie van ISA, Liberdade, Socialismo e Revolução. Feministas.as werd vorig jaar opgericht als instrument in het verzet tegen de extreemrechtse krachten van Bolsonaro. Dat koppelt het aan strijd die druk zet op de nieuwe Lula-regering om maatregelen te implementeren die het leven van vrouwen en onderdrukten verbeteren. Ze strijden voor de rechten van de inheemse bevolking en het beschermen van het Amazonewoud. Ze eisen reproductieve rechten zoals abortus en toegang tot genderinclusieve, kostenloze gezondheidszorg voor onder meer transpersonen en een effectief beleid om gendergerelateerd geweld te bestrijden. Eisen die meer dan ooit nodig zijn!
De erfenis van Bolsonaro is gruwelijk, maar een groeiende groep jongeren en werkenden is vastberaden om terug te slaan. Volgens Maria Clara is de uitdaging om daarvoor een gezamenlijke strijd op poten te zetten. Wat kunnen we van deze antikapitalistische boodschap in België meenemen? Kom luisteren naar Maria Clara, stel je vragen en probeer samen met ons beter te begrijpen waar onrecht vandaan komt en hoe het gestopt kan worden!
- Maandag 25 maart: 16u VUB – 20u Pianofabriek
- Dinsdag 26 maart: Gent 19u Blandijn
- Woensdag 27 maart: Leuven
- Donderdag 28 maart: Antwerpen 19u30 Multatuli
- Zaterdag 30 maart: Luik

-
Samen op straat op de Internationale Vrouwendag
8 maart is de internationale vrouwendag, een dag van strijd tegen alle vormen van onderdrukking. Het is ook een dag van verzet tegen het kapitalisme dat een systeem van uitbuiting en onderdrukking is. Er zijn dit jaar opnieuw betogingen in verschillende steden. Campagne ROSA roept op om daaraan mee te doen.
#MeToo is niet te stoppen
De klachten tegen Depardieu, de 1478 getuigenissen bij de Nederlandse Publieke Omroep en recente cijfers over misbruik op hogescholen tonen hoe seksisme en machtsmisbruik vaker voorkomen in onzekere werkomgevingen. Dit wordt versterkt door de opkomst van rechtse stemmen die de geloofwaardigheid van slachtoffers in twijfel trekken. Het is tijd om actie te ondernemen voor verandering! Wij gaan op 8 maart de straat op, net zoals de 2 miljoen mensen die recent in Italië demonstreerden tegen gendergerelateerd geweld.
Seksisme kan niet bestreden worden zonder te strijden tegen racisme
Extreemrechts wint aan vertrouwen. Alles wat niet past in het traditionele gezin ligt onder vuur: een toename van LGBTQIA+foob geweld, meer controle over vrouwen en hun lichaam, de afbraak van sociale zekerheid. Meer dan een derde van de Fransen vindt dat vrouwen thuis voor de kinderen moeten zorgen, dat is 7% meer dan vorig jaar. En aangezien extreemrechts – gevolgd door de gevestigde partijen – niet vreemd is van leugens, geven ze migranten de schuld van seksisme.

Er is geld voor bommen, maar niet voor huisvesting, voedsel en gezondheidszorg?!?
Verkrachting wordt ingezet als oorlogswapen. Mensen die terugkeren van het front plegen vaker huiselijk geweld. In Gaza worden elk uur twee moeders gedood. Elke dag bevallen 180 vrouwen zonder water of pijnstillers, zonder elektriciteit voor couveuses of medisch materiaal.
De Belgische regering is ook schuldig. Ze weigert een embargo in te stellen op wapentransporten en de vluchtelingenstatus toe te kennen aan mensen die gruweldaden ontvluchten, zoals Afghanen en Palestijnen. De bevrijding van vrouwen kan alleen bereikt worden als alle onderdrukte groepen bevrijd worden.
Financiële onafhankelijkheid = een feministische strijd
Het beleid van de regering is asociaal en treft de meest kwetsbare groepen het hardst: aanval op onze koopkracht en het tijdskrediet, vermindering van de hospitalisatieduur voor bevallingen, vermindering van de pensioenen voor deeltijdse werknemers (waarvan 80% vrouwen zijn). De vakbonden ABVV en ACV roepen op tot een actiedag op 8 maart. Wij halen inspiratie uit de feministische stakingen in IJsland en Zwitserland, om deze strijd te voeren. We moeten een minimumloon van €17 bruto per uur (€ 2856 per maand) eisen; een collectieve vermindering van de werkuren, zonder loonverlies, met een vermindering van de werkdruk en bijkomende aanwervingen. Om dit te bereiken strijden we voor massale investeringen in openbare diensten, onderwijs, crèches, gezondheidszorg, sociale diensten en persoonlijke bijstand, enz.
Samen op straat op 8 maart
Ga mee op straat in solidariteit met vrouwen en LGBTQIA+ personen in Gaza en elders. We vechten voor een einde aan de bezetting, gendergerelateerd geweld en alle vormen van onderdrukking! Voor een samenleving waarin iedereen veilig kan opgroeien en levenskeuzes kan maken die hem, haar of hun in staat stellen zich te ontplooien.
- Antwerpen: 17u30 Sint Andriesplaats.
- Gent: 18u Vrijdagmarkt
- Leuven: 18u Benedenplein.
- Brussel: 17u30 Centraal station.
- Luik: Cycloparade om 14u30 Place des Arts
-
“Vrouw zijn mag geen doodvonnis zijn.” Protest tegen femicides in Kenia
*Trigger waarschuwing: seksueel geweld*
Door Bianca Boros voor ROSA Oostenrijk
De strijd tegen gendergerelateerd geweld is actueler dan ooit. Dit blijkt ook in de huidige protesten tegen vrouwenmoorden in Kenia, die zijn geëxplodeerd na een jaar van militante strijd tegen de kosten van levensonderhoud en de brutale belastingverhogingen die door de regering zijn opgelegd. In het hele land gingen eind januari duizenden mensen de straat op tegen geweld tegen vrouwen.
Het jaar is nog maar enkele weken oud. In die tijd zijn er al 14 vrouwenmoorden gepleegd in Kenia. Het geweld gaat door. Begin januari werd de 26-jarige influencer Starlet Wahu dood aangetroffen in een Airbnb. Het appartement zelf liet sporen na van een gevecht tussen haar en haar moordenaar. Ze had blijkbaar teruggevochten en bezweek daarna aan steekwonden. De verdachte was al bekend bij de politie voor geweld tegen vrouwen. Slechts korte tijd later werd de 20-jarige studente Rita Waeni in Nairobi vermoord en haar lichaam op brute wijze in stukken gehakt. De politie zegt dat het onderzoek nog loopt… Twee verdachten zijn ondervraagd en gearresteerd, maar niet aangeklaagd. Wat is er aan de hand?
Dit zijn twee van de minstens 14 gerapporteerde femicides in Kenia sinds het begin van het jaar. (Dit zijn alleen de gerapporteerde!). Sinds 2017 zijn er in het land meer dan 500 vrouwenmoorden gepleegd. Net als elders in de wereld zijn femicides in Kenia een extreme uiting van systematisch geweld en onderdrukking die integraal deel uitmaken van de patriarchale structuren van de kapitalistische samenleving. Een zaak uit Migori County laat zien hoezeer het Keniaanse misogyne beleid ook door de overheid wordt gepropageerd: het proces tegen Okoth Obado begon pas na 5 jaar. De voormalige gouverneur wordt ervan verdacht in 2018 de zwangere Sharon Otieno te hebben verkracht en haar 8 keer te hebben gestoken. Het duurt wel heel lang voor dit soort zaken wordt behandeld.
De NGO “Femicide Count Kenya” verzamelt sinds 2018 informatie over femicides en geweld tegen vrouwen in Kenia omdat de overheid geen statistieken bijhoudt en ook geen noodzaak ziet om actie te ondernemen. Alleen al in 2023 documenteerde de organisatie 152 vrouwenmoorden – het hoogste aantal in de afgelopen 5 jaar. In theorie heeft de Keniaanse overheid een Sexual Offenses Act die juridische ondersteuning voor slachtoffers van geweld garandeert. In de praktijk laat de uitvoering van dergelijke veiligheidsmaatregelen te wensen over. De politie grijpt niet in of is zelf dader. Victim blaming gebeurt op sociale media onder de profielen van autoriteiten: “Het slachtoffer moest zich gewoon niet met de man bemoeien.” Het is duidelijk dat de misogynie van de overheid seksistische houdingen in de samenleving in het algemeen in stand houdt en bevordert, zoals in dit geval van gruwelijke victim blaming. Dit maakt duidelijk dat gendergerelateerd geweld wordt gecontroleerd en gesteund door de elites.
In Kenia, zoals overal ter wereld, heersen patriarchale sociale structuren. Het meest extreme voorbeeld hiervan is de wet op legale polygamie voor mannen: vrouwen mogen maar met één man trouwen, terwijl mannen vrij zijn om met zoveel vrouwen te trouwen als ze willen. Uhuru Kenyatta, de president van Kenia, baseerde deze vrouwonvriendelijke wet op Afrikaanse tradities. Maar we weten dat vrouwenhaat door alle culturen, alle religies en alle delen van de kapitalistische wereld loopt! Het echte gevolg van polygamie is de absolute afhankelijkheid van vrouwen van hun echtgenoot. De combinatie van armoede, afhankelijkheid, gebrek aan gezondheidsvoorzieningen en kinderopvang versterkt de toename van geweld.
Dit alles is ook verbonden met de geschiedenis van bloedige onderdrukking en kolonisatie door imperialistische machten. Meer dan 70 jaar Duitse en Britse koloniale overheersing hebben geleid tot de slavernij, systematische onderdrukking en uitbuiting van het Keniaanse volk. Tijdens de koloniale overheersing harkte de Imperial British East Africa Company de winsten in de regio binnen op de kap van de uitgebuitenen. Vandaag zijn er nog steeds zo’n 100 Britse bedrijven die de rijkdom aan grondstoffen van het land plunderen. Het is dus oude wijn in nieuwe zakken. Dit leidt tot niets anders dan de voortdurende verarming van de massa’s, enorme tekorten in het gezondheids- en welzijnssysteem en de toenemende afhankelijkheid van vrouwen om in hun (gewelddadige) relaties te blijven. Naar schatting heeft een derde van de vrouwen in Kenia – dat zijn 9 miljoen vrouwen in het land – minstens één keer in hun leven te maken gehad met fysiek geweld. Ook hier ligt het aantal niet gerapporteerde gevallen veel hoger. Zoals gewoonlijk vinden de meeste gemelde incidenten thuis plaats. Een vrouwelijke activiste uit Migori maakt dit ook duidelijk: “Als ik thuis, op het werk of onderweg niet veilig ben, waar mag ik dan in godsnaam wel zijn?”
Onder de hashtags #EndFemicideKE, #StopKillingUs en #TotalShutdownKE demonstreren massa’s vrouwen tegen femicides en geweld. Hoewel sommigen van hen thuis zelf aan dit geweld worden blootgesteld, gaan ze moedig de straat op en sluiten ze zich massaal aan bij het verzet. Veel mannen zijn ook solidair met de betogers en begrijpen wat ze zeggen: er mag geen plaats zijn voor vrouwenmoorden en geweld tegen vrouwen. ROSA en ISA (International Socialist Alternative) zijn solidair met deze strijd tegen geweld. We nemen de eisen van deze beweging over en vechten voor een einde aan gendergerelateerd geweld in de hele wereld.
De eisen van de activisten kunnen alleen maar bevestigd worden: femicide moet erkend worden als een strafbaar feit zodat de daders vervolgd worden. Dit vereist ook een reorganisatie van alle autoriteiten, politie en rechtbanken. De overheid moet zorgen voor volledige financiering en uitbreiding van beschermingsfaciliteiten tegen gendergerelateerd geweld. Vechten voor vrouwenemancipatie betekent echter niet alleen dat het systeem opnieuw opgebouwd moet worden, maar ook dat er gevochten moet worden voor de afschaffing van het kapitalistisch systeem en de opbouw van een heel ander systeem. Op die manier willen we een einde maken aan de onderdrukking van de massa door het neokolonialisme en tegelijkertijd aan het inherent seksistisch systeem en de specifieke onderdrukking van vrouwen en LGBTIQA+ mensen.
Er moet een einde komen aan geweld en vrouwenhaat in Kenia, maar ook in elk ander land ter wereld. Om echt een einde te maken aan gendergerelateerd geweld en seksisme is het nodig om te strijden tegen armoede en honger, maar ook tegen kolonialisme en imperialisme, waarbij natuur en mensen worden uitgebuit voor winst.
Op internationaal niveau zijn seksisme en racisme onlosmakelijk verbonden met het kapitalistisch systeem, dat het welzijn van de meerderheid van de samenleving opoffert voor de winst van enkelen en geweld, onderdrukking en discriminatie bevordert en in stand houdt. Een feministische strijd tegen deze onderdrukking moet een strijd zijn voor een alternatief voor dit systeem – een socialistische feministische strijd!
Usikimye paza sauti! – We mogen niet stoppen met onze stem te verheffen!
-
De Zhenotdel: socialistisch feminisme in de Russische Revolutie
Dit artikel van Saana Taussi (van onze Ierse zusterorganisatie) bespreekt de werking van de Zhenotdel, de vrouwenafdelingen van het centraal comité van de Russische Communistische Partij, en de lessen die we kunnen trekken uit hun werk in de strijd tegen onderdrukking vandaag.
De Zhenotdel werden opgericht door bolsjewistische vrouwen, zoals Alexandra Kollontaj en Inessa Armand. Dit gebeurde in Rusland na de revolutie van 1917. De afdeling werd opgericht om de volledige deelname van vrouwen aan de Sovjetmaatschappij te garanderen. Ondanks de uitzonderlijke inspanningen van de Zhenotdel om vrouwen uit de arbeidersklasse en de boeren bij het sociale en politieke leven te betrekken, is dit unieke werk vandaag niet algemeen bekend.
De positie van vrouwen in de aanloop naar de revolutie
Zoals in landen over de hele wereld waren de vrouwen in het Rusland van voor de revolutie het slachtoffer van onderdrukking. De bolsjewieken – de revolutionaire partij die in de Oktoberrevolutie de controle over de regering zou nemen – noemden de specifieke last die vrouwen uit de arbeidersklasse droegen een dubbele onderdrukking in de maatschappij. Dit verwijst naar een onderdrukking die geworteld is in zowel het kapitalisme als het boerenpatriarchaat. Arbeidersvrouwen werden beperkt door klasse, maar ook door het ‘traditionele gezin’, dat vrouwen beperkte tot de rol van moeder en echtgenote. Het Russische Rijk was semi-feodaal, met een heersende klasse van landheren en een machtige kerkelijke hiërarchie. Beperkt tot specifieke rollen, hadden vrouwen weinig mogelijkheden om economische onafhankelijkheid na te streven en vaak geen toegang tot onderwijs of zelfs de mogelijkheid om te lezen en schrijven. Deze factoren, naast het ingebakken seksisme in de samenleving, vormden enorme obstakels voor de betrokkenheid van vrouwen bij de politiek, om nog maar te zwijgen van andere basisrechten zoals toegang tot abortus of echtscheiding. Hoewel de onderdrukking van vrouwen meer uitgesproken was in het tsaristische Rusland, was het niet anders dan het onderdrukkende patriarchaat dat we vandaag ervaren en dat nog steeds de vrijheid van vrouwen en mensen in het algemeen beperkt. Dit is vooral duidelijk in bijvoorbeeld de recente aanvallen op onze lichamelijke autonomie, zoals het ongedaan maken van Roe V Wade in de Verenigde Staten, en in de welig tierende rechtse aanvallen op trans-rechten wereldwijd.
In de samenleving van voor de revolutie waren ook werkende vrouwen zeer ontevreden en in de jaren daarvoor waren ze vaak gemarginaliseerd binnen vakbonden. Werkende vrouwen bleven echter zoeken naar collectieve oplossingen voor hun uitbuiting en het aantal werkende vrouwen nam sterk toe doordat mannen werden uitgezonden om te vechten in de Eerste Wereldoorlog. De Februarirevolutie van 1917 werd op gang getrokken door vrouwen, die op Internationale Vrouwendag de straat op gingen. In de meeste fabrieken en werkplaatsen werd een staking uitgeroepen en op de eerste dag sloten ongeveer 900.000 arbeiders zich aan bij de stakende vrouwen. Deze revolutionaire geest bestond niet alleen onder vrouwelijke arbeidsters, maar ook onder vrouwen die in de rij stonden voor brood en brandstof. In de zomer na de Februarirevolutie maakten vrouwen deel uit van een grote stakingsgolf die een breed scala aan werknemers in de dienstensector omvatte. Hoewel de Februarirevolutie uiteindelijk achterbleef bij wat volgde in oktober, was het belang van vrouwen voor de revolutie duidelijk voor de bolsjewieken en ze deden hun uiterste best om de strijdende en radicaliserende vrouwen te bereiken. Vrouwelijke kaders van de bolsjewieken richtten bijvoorbeeld studiekringen op voor vrouwelijke stakers om hen te helpen hun strijd te politiseren.
Onder de bolsjewieken bestond het besef dat de bevrijding van vrouwen essentieel was voor het bereiken van een socialistische samenleving, zoals onder meer Lenin en Engels decennialang in de aanloop naar de revolutie hadden benadrukt. Voor marxisten vandaag is dit punt nog duidelijker. De onderdrukking van vrouwen heeft altijd deel uitgemaakt van klassen- en ongelijk verdeelde samenlevingen. Het verlangen om eigendom en politieke macht binnen de familielijn te houden, leidt tot een paranoïde controle over de lichamen van vrouwen. Onder het kapitalisme speelt de onbetaalde, niet erkende arbeid van vrouwen in de huishouding, het baren van kinderen en de zorg voor kinderen een rol in de reproductie van de beroepsbevolking van het kapitalisme. Waar de kapitalistische staat faalt in het leveren van diensten en de bazen falen in het leveren van voldoende inkomen, wordt er door de maatschappij verwacht dat ‘het gezin’, dat wil zeggen vrouwen, het werk overneemt. Anders dan in het tsaristische Rusland werken de meeste vrouwen vandaag, maar ze doen nog steeds veel meer dan hun deel van het huishouden en de zorg voor kinderen. Op de werkvloer zijn vrouwen geconcentreerd in uiterst belangrijke maar onderbetaalde sectoren van de economie zoals kinderopvang, verpleging, schoonmaak en textiel. Hier komen werkgevers door seksistische stereotypen weg met superuitbuiting. Deze punten worden onderstreept door de inspirerende rol van vrouwelijke textielarbeidsters tijdens de revolutionaire gebeurtenissen in Myanmar in 2021.
Niet alleen is onderdrukking uiteindelijk geworteld in de klassenmaatschappij waartegen we vechten, maar een strijd voor de rechten van vrouwen is ook een strijd tegen de staat en de heersende klasse. Wanneer socialisten en de arbeidersbeweging de strijd uitbreiden naar andere bevrijdingsbewegingen, dan blijkt dat, in de woorden van Clara Zetkin, “een sterke steunpilaar” te zijn. Stakingen tegen seksuele intimidatie en transfobie herinneren ons eraan dat er geen barrière is tussen verschillende gevechten tegen onderdrukking en uitbuiting.
Ook binnen de bolsjewistische partij bekleedden vrouwelijke kameraden leidinggevende functies op zowel nationaal als lokaal niveau. Toen de Voorlopige Regering in oktober 1917 werd omvergeworpen, waren er vrouwen bij om het Winterpaleis te bestormen.
Post-revolutie en de vorming van de Zhenotdel
Nadat de bolsjewieken er in 1917 in slaagden om het kapitalisme en het landherendom van de Russische heersende klasse en het tsaristische regime omver te werpen, ontstonden er ongekende mogelijkheden voor radicale veranderingen in de maatschappij, zoals we die vandaag niet meer kennen. Dit leidde tot de snelle invoering van enkele van de belangrijkste en meest fundamentele rechten voor vrouwen, zoals de afschaffing van het religieuze huwelijk en de legalisering van gemakkelijk toegankelijke echtscheidingen.
Kort na de revolutie brak er een burgeroorlog uit, waardoor de samenleving nog steeds in beroering was en de stappen in de richting van een socialistische samenleving onder enorme druk stonden. Hoewel de mannelijke bolsjewieken de bevrijding van vrouwen steunden, was vrouwenemancipatie voor sommigen van hen nu ondergeschikt aan de economische en militaire uitdagingen waar de staat voor stond (ook al vochten duizenden vrouwen letterlijk voor de revolutie, onder andere als guerrillaleiders en bij het gebruik van machinegeweren). Dit is misschien deels te wijten aan het feit dat het materiaal over vrouwenemancipatie binnen de partij enigszins marginaal was vóór 1917. Lenin bekritiseerde het gebrek aan geavanceerde ontwikkeling van de mannelijke kameraden als het ging om hun begrip van de positie van de vrouw.
Kameraden als Kollontaj, Armand en enkele andere leden van de leiding stelden op hun beurt dat het mobiliseren van vrouwen om de revolutie te verdedigen een centrale manier was om de crises waarmee de nieuwe Sovjetrepubliek geconfronteerd werd, te bestrijden. Om dit te kunnen doen, moesten vrouwen de revolutie identificeren als een bevrijdende kracht, en velen stelden dat dit in elk onderdeel van het partijwerk moest worden opgenomen. Om van de revolutie een bevrijdende kracht te maken, werd de Zhenotdel opgericht. In november 1918 organiseerden Kollontaj en Armand de eerste al-Russische conferentie van werkende vrouwen, waaraan meer dan duizend vrouwen deelnamen. Hun boodschap was dat vrouwenemancipatie hand in hand ging met de opbouw van het socialisme.
Nieuwe initiatieven en vrouwenemancipatie
Omdat het nucleaire gezinsmodel vrouwen vaak gevangen hield en hen gelijkstelde aan bezit, lanceerde de Zhenotdel een aantal initiatieven en projecten om vrouwen te bevrijden van de beperkingen van hun huishouden. Ze stimuleerden de oprichting van kantines, wasserijen en kinderdagverblijven en organiseerden programma’s om vrouwen op gelijke voet met mannen aan een baan te helpen. Ze zetten fabrieks- en werkplaatsinspecties op om de naleving van wetten ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van werkende vrouwen af te dwingen en buiten de werkplek organiseerden ze werkloze vrouwen en richtten ze coöperaties op. De arbeidswetgeving werd vernieuwd om betaald zwangerschapsverlof voor en na de geboorte en toegang tot borstvoedingsruimten op de werkplek mogelijk te maken. De Zhenotdel slaagden er ook in om in 1920, als eerste land ooit, abortus gratis beschikbaar te maken in Sovjetziekenhuizen. Dit duurde tot 1936 toen Stalin het weer verbood.
Door vrouwen beter in staat te stellen deel te nemen aan de arbeidsmarkt en het leven buitenshuis, kon de vrouwenemancipatie beginnen. De Zhenotdel probeerde vrouwen actief te ondersteunen in het voeren van actie, bijvoorbeeld door het opzetten van afgevaardigdenvergaderingen om vrouwen uit de arbeidersklasse te vertegenwoordigen op hun werkplek en in hun gemeenschap, en door stageprogramma’s om vrouwen op te leiden voor nieuwe rollen in fabrieken en overheidsdepartementen. Vrouwen werden buiten de Communistische Partij om in de afgevaardigdenvergaderingen gekozen, hoewel velen uiteindelijk actief lid zouden worden.
De Zhenotdel in Sovjet-Centraal-Azië
De Zhenotdel lanceerde ook de Communistische Vrouwen Internationale en deed politiek werk in heel Sovjet-Centraal-Azië om de deelname van vrouwen aan het sociale en politieke leven te bevorderen.
De Russische Revolutie was niet alleen Russisch, maar omvatte vele nationaliteiten die door de tsaar werden onderdrukt. Centraal-Azië had een zeer diverse bevolking, waaronder veel gemeenschappen die volledig gedomineerd werden door landheren en moslimgeestelijken. Oezbekistan was een van de landen waar de Zhenotdel hun werk deden. De gemeenschap daar was sterk verdeeld volgens traditionele opvattingen over genderrollen, waarbij vrouwen zich afzonderden, gesluierd waren en geen contact mochten hebben met mannen buiten de directe familie. De Zhenotdel was vindingrijk en cultureel gevoelig in het betrekken van vrouwen bij sociale en economische participatie door het oprichten van vrouwenclubs en -coöperaties, met kinderopvang, medische consulten en culturele activiteiten die daaromheen georganiseerd werden. Omdat de ruimten alleen voor vrouwen waren, konden vrouwen ze bezoeken zonder in conflict te komen met hun echtgenoten en andere mannelijke familieleden. In een artikel in Kommunistka beschreef Kollontaj dit als “scholen waar vrouwen door hun eigen zelfwerkzaamheid worden aangetrokken tot het Sovjetproject en de geest van het communisme in zichzelf beginnen te cultiveren.” (zoals geciteerd in McShane, 2019).
In Oezbekistan werd de deelname van vrouwen aan de economie aangemoedigd door het opzetten van winkels voor alleen vrouwen, waar vrouwen hun producten rechtstreeks aan andere vrouwen konden verkopen in plaats van afhankelijk te zijn van de belangrijkste coöperaties om hen te helpen. In deze winkels waren er voorzieningen voor kinderopvang, discussies en alfabetiseringscursussen. Het aantal Oezbeekse vrouwen in producenten-consumentencoöperaties steeg van 225 in 1925 tot 1.500 het jaar daarop. Hoewel de aantallen relatief gezien niet enorm waren, toonde het aan dat er potentieel was om vrouwen op een cultureel gevoelige manier economische onafhankelijkheid te bieden. Het was belangrijk om vrouwen de weg naar het beroepsleven te wijzen, omdat ze dan meer economische onafhankelijkheid zouden krijgen en zichzelf als gelijkwaardige leden van de maatschappij zouden zien door er actief aan deel te nemen.
Clara Zetkin bracht in 1924 verslag uit van een moslimvrouwenclub in Tblisi, Georgië. De club verkondigde de volledige gelijkheid van vrouwen op alle sociale gebieden en de vrouwen binnen de club wilden graag deelnemen aan de transformatie van de maatschappij die sinds de revolutie was begonnen. De club was in 1923 opgericht met veertig leden en een jaar later waren het er meer dan 200, een aantal dat snel toenam. Zetkin citeert een van de vrouwen die spreekt over het lijden en de onderdrukking die ze hebben doorstaan onder het patriarchaat, en hoe er nu hoop is op verbetering: “Nu, mijn lieve zusters, zien we hoe alles veranderd is! De revolutie is aangekomen als een machtig onweer. Ze heeft onrecht en slavernij verpletterd. Ze heeft gerechtigheid en vrijheid gebracht aan de armen en onderdrukten. Onze vader kan ons niet meer meenemen als we jong zijn en ons op het bed van een vreemde echtgenoot dwingen. We zijn in staat om onze echtgenoot uit te kiezen en hij mag nooit meer onze meester worden; in plaats daarvan zal hij onze vriend en kameraad zijn. We willen naast hem werken en vechten en meehelpen aan de opbouw van een nieuwe maatschappij.”
Hoe het socialisme genderonderdrukking bestrijdt
Sovjet-Centraal-Azië biedt ook een rijk voorbeeld van hoe we alleen met socialistische veranderingen een begin kunnen maken met het beëindigen van genderonderdrukking. De Sovjet-Unie vertegenwoordigde een poging om socialisme op te bouwen in een geïsoleerde en semi-feodale samenleving, die werd gekaapt door een moorddadige en incompetente bureaucratische kaste tijdens de contrarevolutie onder leiding van Stalin – onder wiens heerschappij de volkeren van Centraal-Azië veel soorten onderdrukking en geweld kenden.
Toch kunnen we nog veel buitengewone voordelen voor mensen in het algemeen en voor vrouwen in het bijzonder aanhalen. In een interview uit 1990 sprak de Central Asian Service van de BBC met een oudere lerares die in haar leven gebruik had gemaakt van gratis gezondheidszorg voor kinderen, twee jaar zwangerschapsverlof met behoud van loon en een gegarandeerde kinderopvangplaats voor haar kinderen.
Ze wees op de rol van de Oktoberrevolutie voor deze verandering. “Ik voelde me het gelukkigste meisje in de hele wereld. Mijn overgrootmoeder was als een slavin, opgesloten in haar huis. Mijn moeder was analfabeet. Ze had dertien kinderen en zag er haar hele leven oud uit. Voor mij was het verleden donker en afschuwelijk, en wat er ook wordt gezegd over de Sovjet-Unie, zo was het voor mij.” (Dilip Hiro, Inside Central Asia, p 56)
Wat maakte de weg vrij voor deze sociale verworvenheden? Het belang van directe politieke interventie in de vorm van de Zhenotdel is duidelijk. Maar ze waren ook het gevolg van de omverwerping van de landheren en geestelijken. Een egalitaire planeconomie met uitgebreide welvaart biedt enorme nieuwe mogelijkheden voor vrouwen en andere onderdrukte groepen, waaronder de arbeidersklasse en arme mensen in het algemeen. Dit alleen maakt geen einde aan seksisme of genderonderdrukking. Maar ten eerste schept de ervaring van gemeenschappelijke strijd een diepe band van solidariteit. Ten tweede gaat de strijd voor de rechten van vrouwen en de queer-gemeenschap in een dergelijke samenleving niet tegen de stroom in, maar kan het met de stroom mee snelle vooruitgang boeken.
Hujum en het einde van Zhenotdel
Het politieke potentieel van arbeidersvrouwen, zelfs in de meest afgezonderde omstandigheden, was niet zo moeilijk aan te wakkeren. Ze moesten alleen de middelen krijgen om hun emancipatieproces uit te voeren. In tegenstelling tot deze ongelooflijke vooruitgang die de Zhenotdel hadden geboekt in de Sovjet-Unie en in Centraal-Azië, werd in 1927 een cultureel ontwrichtende campagne genaamd ‘Hujum’ geïmplementeerd.
Hujum was een campagne die beweerde de emancipatie van moslimvrouwen af te dwingen met een sterke en massale oproep om de hoofddoek af te doen. De campagne werd voorgesteld door diegenen in de Sovjet-Unie die zich naar het stalinisme hadden gekeerd. Het Eerste Al-Russische Congres van Moslimvrouwen was overeengekomen dat het dragen van de hoofddoek niet verplicht mocht zijn, naast andere rechten voor vrouwen. Nu kwam er echter een campagne die vrouwen verplichtte om hun hoofddoek af te doen. De Zhenotdel kregen de opdracht om hier prioriteit aan te geven, omdat het zogenaamd ging om de emancipatie van vrouwen. De Zhenotdel hebben nooit aangezet tot een massale ontsluiering, omdat ze begrepen dat zo’n actie alleen maar vijandigheid tegen hun werk zou oproepen bij de lokale gemeenschappen en de veilige ruimtes die ze voor vrouwen hadden gecreëerd in gevaar zou brengen. En dat is precies wat er gebeurde – terwijl tienduizenden gedwongen de hoofddoek afnamen, werden veel activisten van de Zhenotdel en vrouwen die deelnamen aan hun projecten fysiek aangevallen en zelfs vermoord. Deze vrouwen werden martelaren voor een zaak die zogenaamd voor hun bevrijding was, terwijl ze in werkelijkheid beroofd werden van de zeggenschap die ze zo kort daarvoor voor zichzelf hadden bereikt.
In de daaropvolgende jaren werd de Hujum sterk veroordeeld door de Zhenotdel en door andere kameraden. Dit was echter al het begin van het einde voor de afdeling. Er was geen plaats voor de Zhenotdel in het autoritaire regime van het stalinisme. Tegen 1930 werd beweerd dat er geen aparte vrouwenafdeling nodig was, en de Zhenotdel werden gesloten.
Conclusie
“Zelfs als we overwonnen worden, hebben we grote dingen gedaan. We maken de weg vrij en schaffen de oude ideeën af.”
Alexandra KollontajHoewel de Zhenotdel onder het stalinisme ten onder gingen, samen met de oprechte pogingen om het socialisme te bereiken, zijn er veel lessen te trekken uit het werk van deze vrouwenwerking. Sommige historici hebben de Zhenotdel beschreven als een van de meest ambitieuze pogingen van een regering om vrouwen te emanciperen. De aanpak van de Zhenotdel bestond uit het actief en praktisch veranderen van de materiële omstandigheden waarin vrouwen leefden – door hen uit huis te brengen, door de lasten van de kinderverzorging te verdelen, door discussies en alfabetisering, en door economische participatie. Dit stelde vrouwen in staat om collectief oplossingen te zoeken voor maatschappelijke problemen en hun zelfvertrouwen op te bouwen – en uiteindelijk een beter leven na te durven streven. Bevrijding is niet iets dat aan mensen kan worden opgelegd door middel van dwangmaatregelen zoals het uitdoen van de hoofddoek – we zien hier vandaag overigens een verderfelijke versie van in het verachtelijke islamofobe beleid van de Franse staat. Bevrijding vereist dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat is precies waarom socialistisch feminisme revolutionair is en moet zijn – het gaat over zelfemancipatie, de onderdrukte en uitgebuite massa’s die opstaan en de macht in eigen handen nemen.
Het voorbeeld van de Zhenotdel leert ons ook dat onderdrukking, of het nu van vrouwen is van de arbeidersklasse, van mensen met een migratie-achtergrond of van de queer gemeenschap, diep begrepen moet worden door ons als socialisten die proberen een einde te maken aan alle vormen van onderdrukking. We moeten serieus de taak op ons nemen om een gezamenlijk begrip van deze kwesties op te bouwen en zo solidariteit opbouwen tussen ons allen die onderdrukt en uitgebuit worden. Want in solidariteit kunnen we vechten voor blijvende verandering en voor de bevrijding voor iedereen. Met de genocide in Gaza, de ecologische ineenstorting, de antifeministische en anti-trans backlash en de dreiging van extreemrechts, is de behoefte aan een revolutionaire socialistische strijd en een alternatief dringender dan ooit. De revolutionaire en inspirerende lessen van de Zhenotdel moeten worden opgenomen en als een rode draad door onze inspanningen in dit opzicht lopen.
Verwijzingen
- Cox, J. (2017). The Women’s Revolution: Russia 1905–1917. Haymarket Books.
- Engels, F. (1884). The Origin of the Family, Private Property, and the State (4th ed). Pantianos Classics.
- Hiro, Dilip. (2011) Inside Central Asia. Overlook Duckworth.
- Lenin, V. (1977). On the emancipation of Women. Progress Publishers.
- Marxist Internet Archive. (n.d.). Baku Congress of the Peoples of the East, Seventh Session September 7 1920. https://www.marxists.org/history/international/comintern/baku/ch07.htm#women.
- McShane, A. (2019). Women at the Heart of the Revolution. Jacobin. https://jacobin.com/2019/08/alexandra-Kollontaj-soviet-womens-rights-revolution-zhenotdel-uzbekistan
- Taber, M. & Dyakonova, D. (Eds.). (2023). The Communist Women’s Movement, 1920-1922, Proceedings, Resolutions, and Reports. Brill.
- Zetkin, C. (1984). Clara Zetkin Selected Writings. Foner, P., S. (Eds.). Haymarket Books.
-
Socialistisch feminisme tegen fascisme, oorlog en kapitalisme
We hebben een heel systeem omver te werpen
Op 25 november, de Internationale dag tegen geweld op vrouwen, gingen honderdduizenden mensen in Italië de straat op. Ondanks de extreemrechtse regering, ondanks de repressie en ondanks de intense propaganda van vrouwenhaat in de media, verloren de mobilisaties niet aan kracht. De kreten van vrouwen, LGBTQIA+ mensen en de onderdrukten klinken nog luider, met verdubbelde woede.
door Giulia (Luik)
Op 11 november werd de 22-jarige studente Giulia vermoord door haar ex-partner. Het was de druppel die de emmer deed overlopen. Het debat over de systemische oorzaken van vrouwenmoorden werd als nooit tevoren in de Italiaanse samenleving gevoerd. De autoriteiten werden ontmaskerd voor wat ze zijn: medeplichtig aan geweld. Ze konden zich niet langer verschuilen achter minuten stilte of rouwwaken.
Basta! De slachtoffers hebben genoeg van het huilen. Het is tijd om de voorschriften over de ‘juiste’ manier om te reageren of over het ‘goede slachtoffer’ dat terneergeslagen ondergaat, overboord te gooien. In de straten droegen vrouwen en LGBTQIA+ personen slogans die geïnspireerd waren door regels van de dichteres Cristina Torres Caceres: “Als ik het morgen ben, als ik morgen niet terugkom, mama, vernietig dan alles.”
Vrouwen zijn niet vrij zolang er onderdrukte volkeren zijn
Stop de politieke hypocrisie! Op 25 november trokken Palestijnse vrouwen overal in Europa mee de straat op. Zo gebeurde het ook in Brussel. Daar werd het Palestijnse solidariteitsblok geviseerd door de politie. Het werd tegengehouden en er werd traangas gebruikt. Een opiniestuk van 21 organisaties, waaronder Campagne ROSA, protesteerde hiertegen en stelde: “de strijd voor vrouwenemancipatie is enkel compleet in de strijd voor de bevrijding van alle onderdrukte volkeren.”
In een rapport van december benadrukte UN Women de onevenredige gevolgen van het conflict voor vrouwen en kinderen in Gaza. “Elk uur worden er twee moeders gedood en elke twee uur zeven vrouwen. (…) Elke dag bevallen 180 vrouwen in Gaza zonder water, pijnstillers, verdoving voor keizersneden, elektriciteit voor couveuses of medische benodigdheden.” 70% van de slachtoffers van de afgelopen maanden zijn vrouwen en kinderen.
Onderdrukking op basis van gender is alomtegenwoordig en weegt zwaarder naargelang de context. In een oorlogssituatie zijn verkrachtingen en vrouwenmoorden een oorlogswapen. Dat zagen we met de aanval van Hamas op 7 oktober. De gewelddaden van Hamas moeten veroordeeld worden, net als die van het Iraanse regime dat Hamas steunt. In 2022 was er nog een grote feministische protestbeweging in dat land. De benadering van Hamas om elke inwoner van Israël, van baby’s tot bejaarden, als vijandige strijder te behandelen kan geen oplossing zijn, zeker niet voor vrouwen en LGBTQIA+ personen.
Dit mag echter geen excuus zijn voor de etnische zuivering in Gaza. Het Israëlische regime probeert zich voor te doen als een eiland van tolerantie en openheid in het midden van een oosterse wereld die vijandig staat tegenover de rechten van vrouwen en LGBTQIA+ personen. In werkelijkheid is het een conservatief religieus regime dat de intimidatie en seksueel misbruik van Palestijnse vrouwen in haar gevangenissen aanmoedigt en dat vrouwen en kinderen vermoordt in Gaza.
Strijden tegen één vorm van onderdrukking betekent ingaan tegen alle onderdrukking
De strijd voor vrouwenrechten mag niet op de tweede plaats komen. Alle vormen van onderdrukking – racisme, antisemitisme, islamofobie, seksisme, queerfobie en nationale onderdrukking – worden in stand gehouden en versterkt door hetzelfde systeem van kapitalistische uitbuiting en geweld.
Op 8 maart verdedigen we de nalatenschap van de socialistische feministe Clara Zetkin, die op de Internationale Vrouwendag in 1915 een anti-oorlogsdemonstratie van tienduizenden mensen in Berlijn leidde. Op 8 maart komen we op straat in solidariteit met vrouwen en LGBTQIA+ personen in Gaza en elders. We strijden voor het einde van het bloedbad en de bezetting, voor een einde aan gendergerelateerd geweld, voor een einde van alle vormen van onderdrukking en uitbuiting!
-
Van Depardieu tot Macron: antifeministische backlash met de Franse slag
Sinds augustus 2018 werden vier klachten wegens verkrachting en aanranding ingediend tegen de bekende Franse acteur Gérard Depardieu. De website Médiapart publiceerde daarnaast 13 getuigenissen van vrouwen die hem beschuldigen van seksueel geweld. De zaak kwam terug naar boven na een programma op France 2 over de racistische, seksistische en pedocriminele opmerkingen van Depardieu tijdens een bezoek aan Noord-Korea. Een dag voor de uitzending pleegde één van de klagers, de actrice Emmanuelle Debever, zelfmoord.
door Tiphaine en Brune
Het seksisme van Depardieu is al langer bekend. Actrice en regisseuse Sophie Marceau weigert al sinds de jaren 1980 om met hem samen te werken en stak nooit onder stoelen of banken waarom ze dit doet. In een interview in 1978 zei Depardieu dat hij “teveel verkrachtingen pleegde om te tellen.” Hij probeerde dit als volgt goed te praten: “Nuja, verkrachting bestaat niet. Het is gewoon een meisje dat zichzelf in de situatie brengt die ze wil. Geweld wordt niet gepleegd door degenen die de daad plegen, maar door de slachtoffers zelf, degenen die het laten gebeuren.” Toen Time dit interview in 1991 terug oprakelde, bleef Depardieu bij zijn woorden. “Dat was volkomen normaal in de omstandigheden van toen. Het was een deel van mijn jeugd.”
Sophie Marceau getuigde over wat ze zag. “Hij pakte niet de grote actrices, eerder de kleine assistentes, visagisten, technici, jonge beginnende actrices …” Dat was een vast patroon in de verschillende beschuldigingen tegen Depardieu. Het bevestigt hoe machtsverhoudingen leiden tot machtsmisbruik. Dat maakt deel uit van de kern van de #Metoo-aanklachten. Hoewel aanranding en intimidatie vandaag veel minder getolereerd worden, proberen diegenen die profiteren van machtsposities de controle terug te krijgen en zichzelf te beschermen.
Een algemeen probleem
Een vreselijk opiniestuk om Depardieu te steunen, werd ondertekend door 55 kunstenaars. Ze stelden: “Als je Gérard Depardieu op deze manier aanvalt, val je de kunst aan.” Niets is minder waar. Toen ze hoorden dat het initiatief voor het opiniestuk uit extreemrechtse hoek kwam, distantieerden verschillende ondertekenaars er zich van. Het initiatief kwam van een naaste medewerker van Eric Zemmour die ook columnist is voor het extreemrechtse tijdschrift Causeur. Die distantiëring achteraf doet echter niets af van de inhoud van de tekst die ze ondertekenden.
Macron zag in het debat hierover een uitgelezen kans om de aandacht af te leiden van zijn nieuwe migratiewet. Die werd aangenomen dankzij extreemrechts, dat het meteen over een “ideologische overwinning” had. Tegelijk bespeelde Macron een ouder conservatief kiespubliek. In een interview een dag na de stemming van de migratiewet, eiste hij zelf dat het ook over Depardieu zou gaan. Macron had het over een “klopjacht” en sprak zich neerbuigend uit over de klagers die de moed hadden om naar buiten te treden.
De Franse president leeft van provocaties die verdeeldheid stimuleren. Terwijl zijn regering een verbod oplegt om de abaya op school te dragen (vanuit een compleet misplaatste en seksistische visie op secularisme), vierde hij voor alle camera’s Chanoeka in het presidentieel paleis. Zo speelt hij in op zowel islamofobie als antisemitisme en wakkert hij tweedracht aan onder de arbeidersklasse.
Deze provocaties moeten de woede afleiden van de inflatie en het gebrek aan middelen. Het moet helpen om de kracht van de protestbeweging voor de pensioenen met stakingen en massabetogingen in de eerste helft van 2023 te doen vergeten. Dat was ook het doel van de zogenaamde “immigratie- en asielwet”, maar de stemming daarvan verliep aanzienlijk moeilijker en chaotischer dan Macron had gehoopt. In een nieuw voorbeeld van zijn strategie van de vlucht vooruit, probeerde hij gebruik te maken van een nieuwe reactionaire golf om de aandacht af te leiden.
Strijd gaat door!
In de film- en cultuursector is er een voor en een na. Op 48 uur tijd ondertekenden ruim 8.000 kunstenaars een opiniestuk onder de titel “Hersenen niet beschikbaar.” Daarin staat: “Zoals steeds bij gevallen van seksistisch en seksueel geweld tegen vrouwen, wordt het ‘vermoeden van onschuld’ voor de aanrander gekoppeld aan een ‘vermoeden van leugen’ voor de vrouwen die tegen hem getuigen. (…) Zoals Elvire Duvelle-Charles schrijft in haar boek ‘Moi aussi’, roept het idee dat bepaalde vrouwen het imago van een eerlijke man kunnen schaden meer reactie en afschuw op dan het idee dat verkrachte vrouwen geen gerechtigheid krijgen, met uitzondering van de 0,6% verkrachtingen die wel tot een veroordeling leiden.”
Het opiniestuk concludeert dat excuses zoals “het gerecht zijn werk laten doen” of het pathetische “onderscheid tussen een man en zijn werk” niet volstaan. Dergelijke posities betekenen dat we zelf geen rol te spelen zouden hebben, dat we de publieke opinie in de samenleving niet kunnen sturen en dat “we niets kunnen doen om de slachtoffers te helpen en te steunen.” Dat zou uiteraard een vergissing zijn.
We moeten ons uitspreken en vooral ook blijven strijden. Binnenkort is het 8 maart, de internationale vrouwendag. Over de hele wereld zullen er feministische acties en betogingen zijn, een internationale dynamiek van collectieve acties die hopelijk zo massaal mogelijk zal zijn. Eenheid in de strijd is de beste manier om de mentaliteit te veranderen en vooral om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee we een einde kunnen maken aan de kapitalistische maatschappij die gebaseerd is op machtsverhoudingen, ongelijkheid, uitbuiting en onderdrukking.