Your cart is currently empty!
Category: Feminisme
-
8 maart: Protesteren en organiseren tegen seksisme

De huidige gezondheidscrisis heeft het belang van vrouwenstrijd in de kijker gezet. De Coronamaatregelen die de regering heeft opgelegd, hielden geen rekening met de precaire situaties waarin veel vrouwen zich nog steeds bevinden. Sterker nog: discriminatie zwaait de plak, zodat geweld, racisme en seksisme kunnen zegevieren. Elke dag is een aanhoudende strijd waarin vrouwen aan de frontlinie moeten staan om hun rechten opnieuw te verdedigen. Rechten die het establishment en de politiek graag willen indijken om hun woekerwinsten te vrijwaren en vrouwen terug te wijzen naar de haard. Laat ons hier een antwoord op bieden en protesteer mee op 8 maart! Ons geduld is op!
door Tine en Isabel, ROSA-Antwerpen
Tegen de ongelijkheid van het systeem
Anno 2020-2021 is gebleken dat de strijd tegen onderdrukking en seksisme haar doel nog niet heeft bereikt. Cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie geven aan dat een derde van de vrouwen reeds met geweld te maken heeft gehad. Vrouwen zitten vast met hun belagers en hebben vaak niet de middelen om hieraan te ontsnappen. Daarbij heeft het jarenlange besparingsbeleid ervoor gezorgd dat er minder kansen zijn voor vrouwen om hun situatie te ontvluchten. Door het privatiseren van openbare diensten, het verminderen van subsidies voor onder andere het CAW, zijn veel opties ontoereikend geworden.
En toch is niet iedereen berooid uit deze pandemie gekomen. Winkelketens en multinationals boekten superwinsten terwijl hun personeel op de werkvloer dagelijks wordt blootgesteld aan het gevaar op besmetting. En dat allemaal voor een te laag minimumloon. Ook het zorgpersoneel, dat al maanden dubbele shiften draait (met enkel applaus als troost), is de wanhoop nabij. Ondertussen sluist Big Pharma haar vaccins door naar de hoogste bieder en worden er miljoenen binnengehaald.
Internationale vrouwendag
We moeten onze eisen op tafel leggen en kunnen dat enkel door massaal op straat te komen. Protest is nodig en mogelijk: dat heeft Campagne ROSA aangetoond op de acties van 25/11! Laat ons van 8 maart opnieuw een internationale actiedag maken waarbij we ons verenigen tegen het besparingsbeleid en de onderdrukking van vrouwen en de LGBTQ+ gemeenschap.
Internationale vrouwendag vindt haar oorsprong in 1908 toen Amerikaanse textielarbeidsters op 8 maart een staking organiseerden voor betere arbeidsomstandigheden. Ook komende 8 maart, meer dan honderd jaar later, is er nog steeds maatschappelijke verandering nodig. Er is nood aan een feministisch socialistisch antwoord. Wij eisen degelijke jobs voor vrouwen, om ervoor te zorgen dat ze economisch onafhankelijk zijn van hun partner. Vrouwen verdienen een volwaardige plaats in de maatschappij: daarom hebben we voldoende middelen nodig om kwaliteitsvolle zorg aan te bieden. Zodat vrouwen en LQBTQ+ mensen uit precaire situaties kunnen worden gehaald. Ook het gratis aanbieden van menstruatieproducten, anticonceptie en seksuele voorlichting zijn hierin prominent.
Organiseren en protesteren
Campagne ROSA eist dat de aanwezige rijkdom ingezet wordt in het belang van de volledige bevolking, zodat komende generaties vrouwen niet terug worden gekatapulteerd naar de vorige eeuw. De samenleving moet ten behoeve van ons allen staan, niet van een handjevol elitaire kapitalisten. Maatschappijverandering zullen we niet zomaar bekomen, hiervoor is strijd nodig.
Doe mee aan één van onze coronaproof acties in verschillende steden, maar ook op school en op de werkvloer. 8 maart is een dag van strijd: kom mee op straat en sluit je aan bij Campagne ROSA. My Body, My Choice!
Afspraken op 8 maart:
- AALST 20u Werfplein
- ANTWERPEN 17u30 St Jansplein
- BRUGGE 18u ‘t Zand
- BRUSSEL 17u30 Centraal Station
- DENDERMONDE 18u Stationsplein
- GENT 19u St Pietersplein
- LEUVEN 19u Martelarenplein
- LUIK 17u30 Station Guillemins
- KORTRIJK 19u Schouwburgplein
- TORHOUT 18u Markt
-
Enkel strijd kan voorkomen dat de klok wordt teruggedraaid voor vrouwenemancipatie

In vergelijking met vorig jaar zal 8 maart dit jaar in een totaal veranderde wereld plaatsvinden. “De Covid-19 pandemie dreigt de verworvenheden op vlak van economische kansen voor vrouwen terug te draaien en de genderkloof te verbreden, die ondanks 30 jaar van vooruitgang nog steeds bestaat,” schreef het IMF vorige zomer. In een opiniestuk in de Volkskrant (01/11/2020) schreven twee feministen een stuk onder de duidelijke titel: “Coronapandemie bedreigt ook emancipatie.”
door Anja Deschoemacker
Om helemaal eerlijk te zijn, had het IMF het over de “zeer beperkte en nauwelijks merkbare vooruitgang” van de laatste 30 jaar moeten hebben, en eraan toevoegen dat dit bovendien gebeurde binnen een kader van toenemende ongelijkheid waarbij de economische groei nauwelijks ten goede kwam van de meerderheid van de bevolking. Maar één ding moet duidelijk zijn: de massale vrouwenstrijd die we het laatste decennium overal ter wereld hebben gezien, zal zich verder moeten ontwikkelen, uitbreiden en organiseren om te voorkomen dat de pandemie het startschot vormt voor het terugdraaien van de klok voor wat betreft vrouwenemancipatie.
Corona raakt vrouwen harder
Volgens een rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie heeft de coronacrisis vooral de lonen van vrouwen onder druk gezet (De Standaard, 03/12/2020). In Europa is België een van de landen met het grootste genderverschil: het loonverlies door de pandemie is voor vrouwen het dubbele van dat van mannen, namelijk 12,7% tegenover 6,6%. Het zou vooral te wijten zijn aan de oververtegenwoordiging van vrouwen in sectoren die hard geraakt werden door de pandemie en de lockdowns (winkels, horeca, toerisme …). Daarnaast moesten heel wat moeders tijdelijk stoppen met werken om voor de kinderen te zorgen. Dit zal nog stevig toenemen eens de steunmaatregelen aan de getroffen sectoren stoppen en de structurele werkloosheid groeit.
In november verschenen nieuwe globale cijfers van de VN Vrouwen, die erop wezen dat de pandemie 25 jaar vooruitgang in gendergelijkheid teniet kan doen (BBC News, 26 november 2020). In die mate dat de zorglast volgens Anita Bhatia van de VN Vrouwen “een echt risico van de terugkeer naar gender stereotypes van de jaren 1950” stelt. Voor de pandemie spendeerden vrouwen drie maal zoveel tijd aan onbetaalde arbeid in het gezin dan mannen. “Ik verzeker je dat dit cijfer meer dan verdubbeld is,” stelde Bhatia. Ook in België blijkt dat bijvoorbeeld het coronaverlof ongelijk wordt opgenomen: in september is 75% van het coronaverlof door vrouwen opgenomen (Bruzz, 23/11/2020).
Geweld op vrouwen sterk toegenomen
De cijfers variëren, maar overal ging de lockdown gepaard met een scherpe stijging van geweld op vrouwen. Het is zo universeel dat het omschreven wordt als de schaduw-epidemie. Voor de pandemie hadden volgens de VN Vrouwen 18% van de vrouwen wereldwijd aangegeven dat ze het afgelopen jaar slachtoffer waren van seksueel en/of fysiek geweld van hun partner. Over een mensenleven bekeken, ging het om 30% van de vrouwen. De cijfers voor 2020 tonen overal een forse toename van alle vormen van geweld: partnergeweld, maar ook geweld op straat en online. Voor Covid-19 had één op de tien vrouwen in de Europese Unie aangegeven sinds haar vijftiende online intimidatie te hebben ondergaan. Ook dat cijfer is fel gestegen met de enorme toename van tijd die we online doorbrengen.
Niet terug naar het oude normaal – vechten voor een beter leven en toekomst voor ons en onze kinderen!
Vandaag zien we nog niet het hele verhaal, de steunmaatregelen aan bedrijven en werkenden voorkomen voorlopig een scherpe stijging van de werkloosheid en de armoede. Maar geen illusies: deze regering neemt maatregelen om haar systeem – het kapitalisme – te redden, niet omdat die partijen ineens zo bezorgd zijn om onze levensstandaard. Marx stelde in ‘Het Kapitaal’ dat kapitalisten roekeloos omspringen met de gezondheid en de levensduur van de arbeider, tenzij ze door de samenleving gedwongen worden om er rekening mee te houden. Dat geldt nog meer voor vrouwen die bij elke economische crisis minstens deels terug naar de haard, en dus naar de financiële afhankelijkheid van een mannelijke kostwinner, worden gestuurd.
De pandemie heeft de problemen die vrouwen ondervinden in dit systeem enkel verder op scherp gesteld. De economische depressie die zich ontwikkelt, zal verzekeren dat dit ook zo blijft. Wat nodig is, zijn geen tijdelijke maatregelen, maar een systeemverandering die voorkomt dat vrouwen de hoogste prijs betalen voor iedere crisis. Dat is onze centrale boodschap voor 8 maart: vechten voor iedere maatregel die voorkomt dat de prijs van de crisis door ons wordt betaald, maar ook ons in die strijd organiseren om de kapitalisten hun controle over de samenleving en onze levens te ontnemen.
Voer op 8 maart actie met Campagne ROSA in je school, je bedrijf, je wijk, met je vrienden… Mobiliseer mee naar de marsen tegen seksisme op 8 maart. Bied ook samen met ons steun aan acties van het personeel in de zorg, het onderwijs, de distributie – die werkenden die de samenleving hebben doen draaien in deze gezondheidscrisis. Vecht mee voor een Interprofessioneel Akkoord dat het patronaat niet toestaat de kosten voor de gezondheidscrisis af te wentelen op de werkenden, terwijl ze zelf met de winsten gaat lopen. Help ons in het uitbouwen van een socialistisch feministisch alternatief, in België en in de wereld – sluit aan bij Campagne ROSA en wordt deel van ROSA – International Socialist Feminists!
-
Een feministische benadering van omgaan met een (semi-) lockdown: essentieel voor iedereen

Actie tegen geweld op vrouwen op 28 november 2020 in Antwerpen. (Foto door Liesbeth) De UGent verzamelt momenteel gegevens over de gevolgen van de gezondheidscrisis voor vrouwen. Uit een eerste onderzoek, dat de eerste maand van de lockdown in het voorjaar bestreek, bleek dat 56% van de respondenten een bovengemiddeld stressniveau had. De studie geeft aan dat “verhoogde stress niet alleen bijdraagt tot veel gezondheidsproblemen, maar ook een risicofactor is voor het ontstaan en voortduren van verschillende vormen van geweld.” In de studie wordt geschat dat “één op de vijf mensen slachtoffer is van geweld, maar slechts één op de vijf hulp zocht.”
Artikel door Emily Burns, nationale coördinatrice van Campagne ROSA
In het voorjaar van 2020 werden er enkele noodmaatregelen genomen, zoals het initiatief van de code ‘Masker nummer 19’, waarmee slachtoffers van geweld in apotheken discreet om hulp konden vragen. De regering staat ons ook toe om de avondklok te overtreden indien het nodig is om geweld te ontvluchten. (Dat zou er nog aan mankeren!). Er werden opvangplaatsen beschikbaar gesteld in hotels. Dit initiatief kreeg veel ruchtbaarheid, maar was grotendeels ontoereikend en vooral tijdelijk.
Opdat elke persoon kan beslissen met wie hij of zij wil samenleven (of niet) en opdat mensen die het slachtoffer zijn van geweld uit deze situatie kunnen geraken (en niet slechts voor een paar dagen), moet er toegankelijke huisvesting voor iedereen zijn. Dit betekent concreet dat we moeten strijden voor een grootschalig publiek plan van renovatie en bouw van sociale huisvesting. Wellicht zal deze gezondheidscrisis niet de laatste in zijn soort zijn. Opgesloten zitten in een klein appartement in slechte staat verergert de spanningen en leidt tot meer kansen op geweld.
Door de crisis is de (tijdelijke?) werkloosheid geëxplodeerd. 90% van alle sociale uitkeringen bevindt zich onder de armoedegrens. Samenwonenden worden nog eens extra gestraft: zij krijgen minder. Zo is er het stelsel van ‘halve werkloosheid’ die snel afneemt tot 22,02 euro per werkdag. Het is onaanvaardbaar dat het vervangingsinkomen afhangt van onze situatie als koppel. Het is van essentieel belang dat de sociale rechten worden geïndividualiseerd en ten minste boven de armoedegrens worden gebracht.
De vraag naar voedselhulp en primaire levensbehoeften neemt explosief toe. In oktober is opnieuw 7 miljoen euro extra uitgetrokken om te proberen daaraan te voldoen. Het is helaas slechts een druppel op een hete plaat… Zo heeft 12% van de vrouwen regelmatig moeite om menstruatieproducten te betalen. Waarom zijn deze beschermingsproducten niet gratis te vinden in de toiletten van scholen, andere openbare diensten en werkplekken? Het zijn immers producten die even noodzakelijk zijn als toiletpapier.
De scholen werden bij het begin van de pandemie al gauw gesloten, maar de empathie van de bazen was van korte duur. Hun personeel moest goed presteren, zelfs als het voor de kinderen moest zorgen op een ogenblik dat buitenschoolse activiteiten tot een minimum beperkt waren. Bij telewerk zijn de dagen eindeloos en zien ze er hetzelfde uit. Een pauze is een gelegenheid om de was te doen, in plaats van even te babbelen met collega’s. Andere pauzes worden verlengd om de kinderen te helpen met schoolwerk. Ter compensatie werken ouders ’s avonds verder als de kinderen naar bed zijn. Het is niet meer mogelijk om niet bereikbaar te zijn, om tijd voor zichzelf te hebben of om sociaal contact onder volwassenen te hebben. Deze situatie schreeuwt om een collectieve arbeidsduurvermindering, zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen.
Vrouwen vertegenwoordigen 83,5% van de eenoudergezinnen in Wallonië. De Gezinsliga eist de verbreding van hun bubbel. Hulp kan niet aan het individuele initiatief worden overgelaten, daarvoor moet de maatschappij zorgen. We hebben overheidsdiensten nodig die de dubbele werkdag van ouders (vooral vrouwen) tegengaan, bijvoorbeeld met voldoende kinderopvang en gezinsondersteunende diensten, maar ook met de ontwikkeling van collectieve wasserijdiensten.
Tenslotte moet erop gewezen worden dat vrouwen een meerderheid vormen van het personeel in de openbare diensten en de essentiële sectoren (distributie, gezondheidszorg, persoonlijke hulpverlening …). Versterking van die diensten en sectoren vereist een verbetering van de arbeidsvoorwaarden.
Het is voor dit alles – en nog veel meer – dat Campagne ROSA strijdt. Op 8 maart, de Internationale Dag van de Rechten van de Vrouw, willen we in 15 steden acties voeren. Doe mee!
-
8 maart. March, protest, organise

Actie tegen geweld op vrouwen in Brussel op 25 november. Foto: Dominique Botte 
De coronacrisis heeft bestaande ongelijkheid en discriminatie versterkt, ook seksisme. Vrouwen hebben gemiddeld dubbel zoveel inkomensverlies geleden als mannen. Het onbetaalde werk thuis wordt opnieuw meer door vrouwen uitgevoerd. Bovendien woedt er een onzichtbare pandemie: die van het geweld. Decennia van vooruitgang zijn in gevaar. De recessie wordt ook een “she-cessie” of een “roze recessie” genoemd. Genoeg is genoeg!
Wij eisen gratis menstruatieproducten op onze scholen en werkplaatsen!
De gezondheidscrisis had ook winnaars. Miljardairs werden nog rijker. Overheden gaven gigantische sommen cadeau aan grote bedrijven. Voor sociale diensten was er geen geld, wachtlijsten allerhande lopen op. 12% van de jonge vrouwen in Vlaanderen geeft aan regelmatig geen geld te hebben om menstruatieproducten te kopen. Ze gaan dan niet naar school, noch naar vrijetijdsactiviteiten, bang voor pesterijen als er bloedvlekken op hun kledij verschijnen. In Schotland wordt het gratis aanbod van menstruatieproducten op scholen uitgebreid naar apotheken, wijk- en jeugdcentra.
Sterke openbare diensten voor sterke vrouwenrechten
Supermarkten boekten superwinsten. Maar het personeel behoort tot de laagst betaalde in België! De coronacrisis maakt duidelijk wie de samenleving doet draaien: schoonmakers, huisvuilophalers, zorgverleners, kinderverzorgers … Doorgaans sectoren waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn en waar precaire contracten en lage lonen de norm zijn.
Er is een toename van huiselijk geweld. Vrouwen worden voor een onmogelijke keuze gesteld. Bij een gewelddadige partner blijven of het risico lopen om in de armoede te belanden. Het minimumloon optrekken naar minstens 14 euro per uur is een eerste noodzakelijke stap om iedereen een degelijk leven en vrije keuzes te garanderen.
Protesteer mee op 8 maart
De ongelijkheid is sterk toegenomen: waar voetballers elke week worden getest, kon dat niet voor personeel en bejaarden in de WZC’s. Jongeren die niet over een eigen kamer, computer of degelijke internetverbinding beschikken, hadden grote problemen om afstandsonderwijs te volgen.
De rijken en de grote bedrijven lobbyen actief om hun belangen te laten primeren. Vrouwen, jongeren, werkenden moeten zich organiseren om collectief op te komen voor hun belangen.
We eisen dat de aanwezige rijkdom wordt ingezet om te voorkomen dat de klok wordt teruggedraaid voor de nieuwe generaties vrouwen. We willen een samenleving waar de noden van ons allen centraal staan, niet die van de kleine kapitalistische elite.
Campagne ROSA wil 8 maart herstellen als dag van strijd. We plannen coronaproof acties in verschillende steden: betogingen indien mogelijk, maar ook acties op school en op de werkplaats.
Doe mee! Contacteer ons!
-
Jeff Hoeyberghs vs Campagne ROSA. Tweede ronde
In december 2019 hield Jeff Hoeyberghs een toespraak voor de reactionaire katholieke studentenkring KVHV aan de Gentse universiteit.Hij haalde zijn meest vulgaire seksisme boven voor die gelegenheid. Onder aanmoedigend gejoel van de extreemrechtse studenten verklaarde Hoeyberghs onder meer: “Vrouwen willen wel de privileges van de mannelijke bescherming en het mannelijke geld, maar ze willen wel niet meer hun benen open doen”, “Je kunt een vrouw niet als gelijke behandelen zonder haar slaaf te worden”, “Vandaar dat wetenschappers ook meestal mannen zijn, want bij vrouwen komen daar altijd emoties tussen.” Het organiserende KVHV-Gent is niet toevallig de broeihaard waaruit onder meer Dries Van Langenhove voortkomt.

Campagne ROSA protesteerde op 6 december 2019 voor de ingang van de seksistische meeting van KVHV-Gent Campagne ROSA protesteerde voor de ingang en verspreidde nadien een video met enkele van de meest walgelijke uitspraken. De video ging viraal met meer dan een miljoen views in zowel het Nederlands als het Frans. De uitspraken waren immers zo vreselijk dat duizenden mensen geschokt waren. Er volgde een actie aan de Raad van Bestuur met 500 aanwezigen om de uitsluiting van het KVHV te eisen. Het faciliteren en subsidiëren van seksisme aan de universiteit is immers onaanvaardbaar. Komt daar nog bij dat KVHV-Gent eerder al onder vuur kwam te liggen, toen bleek dat de neonaziclub ‘Schild & Vrienden’ erg nauw met KVHV-Gent was verbonden.
Jeff Hoeyberghs schopte wild om zich heen en diende klacht in tegen twee coördinatrices van Campagne ROSA: Emily en Mai. Zij werden in december gecontacteerd door de politie met het oog op een verhoor. Het is opmerkelijk dat Hoeyberghs klacht indient tegen voortrekkers van Campagne ROSA die niet meer hebben gedaan dan protesteren tegen het walgelijke seksisme van de man. Het bekendmaken van zijn seksisme, is uiteraard geen laster. Hoeyberghs als een seksist omschrijven, is gezien zijn uitspraken niet bepaald overdreven. Voelde Hoeyberghs zich geïntimideerd door het protest (dat overigens vooral van de UGent eiste om de subsidies en faciliteiten voor het KVHV te stoppen)? Zijn eerste reactie liet iets anders uitschijnen: “Fijn dat die ‘diversiteits’wijven die van uitkeringen leven mijn praatjes gebruiken om hun aandachtsgeilheid bot te vieren. Zo komt er misschien nog eens een deftig inhoudelijk gesprek, ooit.” Dat klinkt niet als iemand die zich geïntimideerd voelt… Het klinkt evenmin als een uitspraak van een fijngevoelig figuur die elk woord zodanig wikt en weegt dat hij zich gekwetst voelt door een term als seksist.

Protest van Campagne ROSA aan de UGent in december 2019 Het doel van Jeff Hoeyberghs ligt voor de hand: Campagne ROSA intimideren en het zwijgen opleggen. We laten dat uiteraard niet gebeuren. Een klacht door een figuur als Hoeyberghs beschouwt Campagne ROSA als een ereteken. Tegelijk laten we ons niet in het defensief duwen: we grijpen deze klacht aan om zelf eisen te stellen. Zo voeren we woensdag actie aan het ministerie van Justitie met de eis dat de minister een richtlijn opmaakt waarin duidelijk wordt gemaakt dat rechtbanken niet mogen worden gebruikt om vreedzame acties van de vrouwenbeweging te intimideren. We vragen om de zaak tegen de coördinatrices van Campagne ROSA te seponeren. Daarnaast roepen we op om de strijd op te voeren tegen seksisme en alle vormen van onderdrukking en uitbuiting. Dat omvat verzet tegen extreemrechts, Trumpisten en andere rechtse populisten.
De strijd tegen seksisme vereist de verdediging van gratis en kwaliteitsvol onderwijs, van degelijke lessen seksuele opvoeding op basis van wederzijdse toestemming, en het stoppen van de armoede en onzekerheid en de commercialisering van vrouwenlichamen ! Zelfs in deze periode van covid-19 crisis is het nodig om ons te organiseren en de straat op te gaan. Doe mee met de strijd tegen seksisme en tegen een systeem dat ons verdeelt om ons beter te kunnen uitbuiten, het kapitalisme.
-
24 januari: Internationale dag van de vrouwensport

Foto vanop Pixabay Ook bij sportsters worden de ongelijkheden inherent aan het kapitalistische systeem versterkt door de coronacrisis
De Covid-19-pandemie heeft veel tegenstellingen blootgelegd die al decennia lang diep in de wereldsport zitten. Van de te grote afhankelijkheid van clubs en competities van geld voor TV-uitzendingen en/of sponsors tot de te hoge salarissen van sommige sterspelers, de onderfinanciering van zowel amateur- als professionele wedstrijden, clubs en ondersteuningsteam rondom sporters en de geestelijke gezondheid van atleten. Deze tegenstellingen duwen vele sporten, competities en atleten nog meer in moeilijkheden en onzekerheden, en in het bijzonder vrouwen.
Door Eveline (Brussel)
We zagen afgelopen vijf jaren een toename van aandacht voor vrouwensport. Dit kwam onder meer door de prestaties van atleten, teams en competities zoals de Fifa Wereldbeker voor vrouwen. Er was niet alleen het voetbal zelf, maar ook de campagne voor gelijke lonen en premies, tegen seksisme in de sportwereld, voor gelijke behandeling … Net als in de wereldwijde feministische beweging zagen we dat meer vrouwen openlijk in verzet kwamen. Er is een groeiend bewustzijn rond vrouwenrechten en over wat wel en niet aanvaardbaar is, ook in de sportwereld.
Maar de wereldwijde ‘lockdown’ dreigt dit momentum een halt toe te roepen. De pandemie heeft de enorme verschillen verder blootgelegd.
Impact van de coronacrisis
Met de gezondheidscrisis groeien de ongelijkheden verder aan. De toegang tot de nodige sportuitrusting en -infrastructuur is veeleer beperkter, zelf onmogelijk. Vrouwenteams beschikken vaak niet over eigen faciliteiten en maken in sommige gevallen gebruik van gemeenschappelijke, openbare ruimtes om te trainen. Na de ‘lockdown’ lente, wanneer sport op zowel hoog niveau als amateuristisch niveau opnieuw werd toegestaan, waren vooral vrouwen hiervan de dupe. Door de nieuwe gezondheidsmaatregelen voor het gebruik van materiaal, infrastructuur etc dat nu met minder personen tegelijkertijd gebruikt mag worden (om fysieke afstanden te verzekeren), wordt in het algemeen prioriteit gegeven aan mannen.
De vrouwencompetitie op topniveau hervatte in het algemeen na de ‘lockdown’ van vorige lente veel later dan de mannencompetitie. De Engelse rugbycompetitie voor vrouwen bijvoorbeeld hervatte pas twee maanden na haar mannelijk equivalent. Terwijl de mannencompetitie kon starten met de geldige regels van de pre-coronaperiode gepaard met regelmatige covid-testen, moesten de vrouwen wachten op aangepaste regels. Gelijkaardige verschillen zagen we in het professionele voetbal en andere sporten en competities.
In de Franse basketcompetitie op topniveau kan een mannenwedstrijd niet doorgaan wanneer er bij de twee tegen elkaar spelende ploegen samen drie positieve covid-gevallen worden vastgesteld; bij de vrouwen moeten er meer positieve gevallen zijn opdat de wedstrijd niet kan doorgaan. Net voor de Franse bekerfinale van de vrouwen in september tussen Tango Bourges en ASVEL Lyon, waren er in één van de teams drie positieve gevallen, en in de andere was er één positief geval. De federatie heeft ervoor gepleit dat de wedstrijd kon doorgaan omdat de reglementering gerespecteerd werd. Maar de speelsters van beide teams alsook ondersteuningsteam (inclusief de clubarts) hebben gevraagd de wedstrijd niet te spelen. Maar het betrof de finale, en de federatie had hier veel geld in geïnvesteerd om er een grote galawedstrijd van te maken, het zou de eerste wedstrijd van de vrouwencompetitie zijn die zou doorgaan in het sportpaleis Paris-Bercy. Een annulering zou het verlies van dit geld betekenen, en het was daarom dat de voorzitter van de federatie zelf zo ver ging de minister van Sport Roxana Maracineanu te bellen, in de hoop de speelsters toch te overtuigen om de wedstrijd te spelen, maar tevergeefs. Want uiteindelijk zijn de speelsters van beide ploegen samengekomen, hebben hierover gediscuteerd en besloten om deze finale te boycotten om de gezondheidsomstandigheden aan de kaak te stellen, alsook de verschillen in regels tussen mannen en vrouwen in dezelfde sport. Strijd, ook al is het kleinschalig maar symbolisch groot, kan tot een overwinning leiden.
Geïnstitutionaliseerd ongelijkheden, in het voordeel van de wet van de winst
Duidelijk is dat de bestaande verhoudingen en rolverdelingen in de samenleving, waarbij de vrouw veelal gereduceerd wordt tot een tweederangspositie, zich ook weerspiegelen de sportwereld. We hebben het dan over ongelijke lonen, de massa’s geld die in sport worden gepompt voor de grote competities zoals de NBA, de FIFA … terwijl de vrouwensport vaak moet wachten op de nodige investeringen. Dit omdat deze veel minder winst opleveren, althans in vergelijking met de meeste mannelijke competities. Op deze manier wordt de ongelijkheid niet alleen verder in stand gehouden, maar wordt het zelfs geïnstitutionaliseerd.
Elk jaar in februari-maart vindt het Europese rugbytoernooi ‘Six Nations’, plaats. Dit jaar werd de vrouwelijke 6 Nations uitgesteld naar een nog nader te bepalen moment. Dit terwijl men voor het mannentoernooi op zoek gaat naar oplossingen om het kost wat kost door te laten gaan. Men denkt er bijvoorbeeld aan om heel het toernooi in Frankrijk te organiseren, in gesloten bubbels, om de ploegen van de zes landen tijdelijk onder te brengen in hotels tijdens het toernooi, om zo gezondheidsrisico’s te beperken. Dit houdt natuurlijk verband met het feit dat de mannencompetitie veel geld opbrengt op basis van TV-rechten en sponsoring. Dit is een onmisbare financiële meevaller voor deze nationale rugbybonden, die sinds midden maart niet meer konden rekenen op inkomsten uit de verkoop van toegangstickets voor wedstrijden. Het mannelijke toernooi brengt heel veel geld op, en zou een groot financieel verlies zijn, dus het moet doorgaan. De sportieve argumenten die ingeroepen worden, zijn een excuus. Deze argumenten gaan evengoed op voor vrouwensport, maar worden daarvoor niet gebruikt.
Maar de ongelijkheid gaat uiteraard verder dan dat. Slechts een minderheid van de vrouwelijke topsporters heeft het statuut van voltijds atlete, wat maakt dat de meesten tijdens de ‘lockdown’ geen, of onvoldoende financiële vergoedingen ontvingen. Voor de meeste vrouwen die daadwerkelijk betaald krijgen om aan topsport te doen, zijn lage salarissen, kortlopende of deeltijdcontracten en slechte arbeidsomstandigheden de norm. Een heel instabiele, maar enorm veel voorkomende vorm van inkomen voor sporters bijvoorbeeld is die van sponsering. In normale omstandigheden is dit inkomen al bijzonder onzeker, en vaak gelinkt aan prestaties, imago … eerder dan de sport zelf. In tijden van ‘lockdown’ is dit inkomen voor velen nihil geworden: geen sport betekent geen sponsoring; geen sponsoring betekent geen inkomen. Hetzelfde geldt voor de meeste competities: geen wedstrijden, geen wedstrijdgeld; en dit geld is vaak onmisbaar voor vele clubs en vele sportsters en sporters. Dit is ook het geval voor veel sporters, maar in het bijzonder voor sportsters.
De financiële gevolgen van de pandemie voor vrouwen in de sport zijn een afspiegeling van wat we ook elders zien, waarbij vrouwen tijdens de pandemie vaker minder uren gaan werken en meer onbetaald werk doen.
Jarenlang gebrek aan publieke investeringen
Uiteraard treft dit niet enkel de topsportsters en topsporters. Ook bij de amateursporten zien we dat de bestaande breuklijnen zich verder verdiepen. Zo bestaat er eveneens een ongelijkheid in training en trainingsmogelijkheden. Pre-coronatijdperk bijvoorbeeld werden de vrouwenwedstrijden veeleer tijdens de onpopulaire uren gepland. Deze uren zijn voor een reden onpopulair, maar stellen speelsters, zeker wanneer het gaat om (jonge) moeders, vaak voor extra grote problemen. Zo is er vaak kinderopvang nodig om te kunnen deelnemen aan trainingen of wedstrijden. Als er geen opvang is, moet geld uitgegeven worden aan een babysit. Zoniet is deelname aan een wedstrijd of het beoefenen van de sport niet mogelijk.
Laten we duidelijk zijn, sportbeoefening wordt zowel voor de vrouwelijke als mannelijke wordt ondermijnd door het economisch systeem dat gericht is op individuele prestaties en de jacht op steeds grotere winsten, ten voordele van een kleine minderheid van de bevolking. Mannensport brengt in dit systeem meer winst op, waardoor de ongelijke behandeling, toegang en kansen tussen mannen en vrouwen in de sport in stand wordt gehouden en verder wordt gevoed, maar ook tussen een kleine minderheid die toegang heeft tot adequate uitrusting en infrastructuur en de overgrote meerderheid van sportsters en sporters, die het moeten doen met wat door besparingen niet werd weggenomen of afgebouwd.
Wat hebben we echt nodig?
- Er is er nood aan massale publieke investeringen in alle publieke voorzieningen, ook de sport. Sport uitoefenen moet mogelijk zijn in een kwaliteitsvolle, gezonde omgeving die gratis is en voor iedereen toegankelijk is.
- Het zijn de sportsters en sporters zelf die moeten kiezen welke (gezondheids-)maatregelen, regels en materiaal nodig is om zich veilig te kunnen voelen tijdens de beoefening van hun sport.
- Iedereen moet dezelfde mogelijkheden hebben om een sport te kunnen uitoefenen, zonder hier financieel, familiaal of andere voor dilemma’s te komen te staan. Er zijn publieke investeringen nodig zodat vrouwen in de beste omstandigheden kunnen sporten: (gratis) kinderopvang in sportcentra tijdens trainingen en wedstrijden, gratis menstruatieproducten op plaatsen waar gesport wordt, trainings- en competitieschema’s die aangepast zijn zodat elke persoon kan sporten (rekening houdend met kinderopvang, maar ook de effecten van de maandelijkse regels op sportieve prestaties).
- Er is nood aan publieke investeringen in de noodzakelijke ondersteuning (fysiek, mentaal …) van alle sportsters en sporters. Dit mag niet enkel van afhangen van de beschikbaarheid van eventuele vrijwilligers.
- Er moet een einde gemaakt moeten worden aan de supercommercie in de sport; iedereen zou aangemoedigd moeten worden te sporten, vanwege het plezier en de gezondheid,
- Zoals voor de topsporters van ploegsporten, moeten professionele atleten van ‘individuele sporten’ kunnen genieten van een loon dat hen in staat stelt te leven en hun beroep uit te oefenen zonder een race naar sponsering te voeren.
- Sport mag niet iets zijn waar een handvol mensen miljoenen aan verdienen. Sportcompetities en clubs moeten uit de handen van big business en hun volgzame managers gehaald worden. Ze moeten worden georganiseerd door de sportsters en sporters zelf en de professionals en vrijwilligers in de sector, niet door een handvol geïsoleerde managers en eigenaars die enkel winst voor ogen hebben.
Sportbeoefening staat niet los van alle andere activiteiten in de samenleving. Het vergt massale investeringen en een andere benadering voor sportbeoefening, zowel voor amateurs als voor topsporters. Dat betekent strijden tegen het kapitalistische systeem dat ongelijkheden in stand houdt en versterkt, en niet in staat is een antwoord te bieden op de noden. Het betekent vechten voor een ander soort samenleving, een socialistische samenleving, gebaseerd op de werkelijke noden van iedereen.
-
#MeToo. Griekse Olympische kampioene klaagt verkrachting aan

Op donderdag 14 januari ontstond een lawine van #MeToo-berichten in Griekenland. Dit gebeurde na de onthullingen van een Griekse Olympische kampioene over de verkrachting waar ze 21 jaar geleden het slachtoffer van werd. De dader was een hooggeplaatste figuur binnen de Zeilbond. Tijdens haar deelname aan de Dag tegen geweld en voor de bescherming van kinderen in de sport, georganiseerd door het ministerie van Sport, vertelde Sofia Bekatorou over haar ervaring.
Door Marina, ROSA Brussel
Manipulatie en aanval
Tijdens haar toespraak vond ze de moed om publiekelijk te bekennen dat deze ambtenaar haar in 1998 tijdens de voorbereidingen voor de Olympische Spelen van Sidney had verkracht. De kampioene, die de gouden medaille won op de Olympische Spelen van 2004, legde uit dat deze man, die ze niet noemde, de verkrachting echt had gepland: hij manipuleerde haar gedurende een lange tijd, bood zijn steun aan, nam initiatieven om ervoor te zorgen dat haar team goed gefinancierd werd, won haar vertrouwen en kon vervolgens haar verzet breken. Hij verkrachtte haar, ondanks het feit dat ze nee zei.
Sofia Bekatorou legde vervolgens uit hoe moeilijk het voor haar was om zich voor te bereiden op de wedstrijden, hoe ze met niemand durfde te praten: haar ouders zouden haar direct verboden hebben om deze sport, waar ze zo van hield, voort te zetten; en, om over dit feit te praten binnen de federatie, met haar coach of met haar collega’s, zou hebben betekend dat ze een schandaal zou uitlokken dat de voorbereiding van het team op de wedstrijden zou hebben geschaad.
Ze sprak ook over het schuldgevoel dat ze lang voelde, haar angst en de psychologische schade die ze had geleden. Ze moest jaren van behandeling ondergaan om over haar verkrachting te kunnen praten, meer dan 20 jaar na dato.
Ze heeft haar verkrachter niet publiekelijk genoemd, maar ze heeft een klacht ingediend bij de bevoegde gerechtelijke instanties.
De sportfederatie steunt het slachtoffer niet
Na deze onthulling heeft de federatie een publieke verklaring afgelegd, die het slachtoffer verre van steunt. In de verklaring worden de feiten beschreven als een “onaangenaam incident” (!) en wordt om meer informatie gevraagd.
Na deze verklaring heeft slechts één lid van de Raad van Bestuur van de Federatie, Yiannis Papadimitriou, ontslag genomen en uitgelegd dat “deze verklaring van de Federatie het slachtoffer niet steunt” en dat hij van plan is om aan de zijde van Sofia te staan.
Sofia is niet het enige slachtoffer
Minstens zes andere vrouwelijke kampioenen van verschillende sporten hebben meteen ervaringen met pesterijen of mishandeling, vergelijkbaar met die van Sofia, naar buiten gebracht. Uit hun opmerkingen blijkt dat dit een gangbare praktijk is, dat jonge vrouwelijke sportvrouwen vaak worden lastiggevallen of op zijn minst worden onderworpen aan avances van hooggeplaatsten, vaak gekoppeld aan beloften van steun in hun carrière.
Marina Psychogiou, een andere zeilkampioene, zei dat “elk meisje het zo goed mogelijk onder ogen ziet. Maar niemand klaagt omdat ofwel niemand het zal geloven ofwel haar carrière in gevaar komt. De meisjes zijn ook bang en schamen zich voor hun familie, vrienden en entourage. En dus gaan de daders door met hun aanvallen, ze zijn niet bang om gestraft te worden.”
Seksisme zit ingebakken in het kapitalisme
Alle beschuldigingen zijn uitdrukkingen van hoe dit systeem en het seksisme wijd verbreid zijn. Vrouwen zijn zo vaak in de positie van het slachtoffer en mannen in de positie van de agressor. De statistieken waarnaar de media één of twee keer per jaar (8 maart en 25 november) verwijzen en die aantonen dat één op de drie vrouwen in de wereld ten minste één keer in haar leven het slachtoffer is van fysiek of seksueel geweld, worden momenteel bevestigd door de klachten van deze atleten. Uit andere statistieken over seksuele intimidatie blijkt dat 85% van de vrouwen in Griekenland ten minste één keer seksueel is geïntimideerd op de werkplek (en niet te vergeten intimidatie op straat, in het openbaar vervoer of elders).
We hebben het hier over echt stereotiepe verhalen over seksuele intimidatie en aanranding. De agressors zijn mannen in machtsposities: atleten, artsen, enz. die de toekomst en de gezondheid van vrouwen grotendeels kunnen controleren en die in een machtspositie staan tegenover een mogelijke klacht van “jonge meisjes”. Hoe groot is de kans dat een jonge vrouw de moed heeft om deze mannen in machtsposities te confronteren? Wat is de kans dat ze geloofd wordt? Temeer in de context van een samenleving die geënt is op de perceptie dat een vrouw enige, zo niet alle, verantwoordelijkheid draagt voor pesterijen die ze ondergaat.
Het geweld en de angst van de slachtoffers om daarover te praten, weerspiegelen het feit dat de objectivering van vrouwen een overheersend element is in onze samenleving. Deze objectivering is gekoppeld aan de verdeeldheden die door het kapitalistische systeem zijn gecreëerd om van iedereen te kunnen profiteren. Een hooggeplaatste man, die vindt dat vrouwen slechts objecten van bezit zijn, staat zichzelf toe zijn macht op te leggen aan het lichaam van een machteloze vrouw. Deze notie van macht en uitbuiting zit ingebakken in het kapitalistische systeem.
De taken van de vrouwenbeweging
Sofia Bekatorou, daarentegen, is in bepaalde kringen aangevallen omdat ze na meer dan 20 jaar in het openbaar naar buiten gekomen is. Atleten zoals Marina Psychogiou antwoordden daar in hun eigen woorden op en toonden de monsterlijke situatie die we moeten bestrijden. Om ervoor te zorgen dat de slachtoffers zich veilig voelen om zich uit te spreken, maar ook om incidenten van seksuele intimidatie en misbruik te laten verdwijnen, hebben we een massale en militante vrouwenbeweging nodig, die elk slachtoffer dat naar voren komt ondersteunt, maar die ook campagne voert tegen alle vormen van ongelijkheid en geweld.
Een dergelijke beweging moet bondgenoten zoeken om samen te strijden. Na de onthullingen van Sofia Bekatorou hebben de premier en andere politici hun steun uitgesproken aan het slachtoffer, maar ze zijn geen echte bondgenoten van de feministische beweging. Dit zijn dezelfde mensen die jarenlang niets hebben gedaan, die geen initiatief hebben genomen om de slachtoffers te steunen en geen preventieve maatregelen hebben genomen om dergelijke misdrijven te voorkomen.
Ook nu nog hebben sportclubs geen vrouwelijke psychologen, zodat vrouwelijke sporters in vergelijkbare situaties ondersteund kunnen worden. Er zijn geen informatie- en ondersteuningsstructuren voor sporters. Helaas zijn er aanwijzingen dat de ‘omerta’ in de sportclubs nog steeds voortduurt en dat overheidsinitiatieven nog steeds ontbreken, net als de onverschilligheid van de regering wanneer de verhalen van Sofia Bekatorou en andere atleten al snel uit de krantenkoppen verdwijnen.
De vrouwenbeweging mag hen echter niet vergeten. Integendeel, zij moet dit gebruiken om druk uit te oefenen om doeltreffende maatregelen af te dwingen. Bovenal moet zij campagnes organiseren om ervoor te zorgen dat er substantiële vooruitgang wordt geboekt in het bewustzijn van de samenleving en om te benadrukken dat de feministische strijd een integraal onderdeel is van de arbeidersbeweging, waarbinnen de feministische eisen een belangrijk aspect zijn.
-
Zaak-De Pauw. Actieve strijd nodig tegen seksuele intimidatie en pesterijen
De rechtszaak rond de affaire Bart De Pauw zal binnenkort starten. Het maakt dat er opnieuw heel wat mediabelangstelling is rond deze kwestie, zeker nu enkele slachtoffers naar buiten gekomen zijn. In de ruim drie jaar sinds het bekendraken van deze zaak is er heel wat protest tegen seksisme geweest. Dit maakt dat er vandaag veel meer steun en begrip voor de slachtoffers is. Actieve strijd tegen seksisme en pesterijen blijft echter noodzakelijk. Hieronder een interview met Anja Deschoemacker over de zaak-De Pauw dat we in 2017 publiceerden.

Zaak rond Bart De Pauw bevestigt dat probleem omvangrijk is
De voorbije maanden waren er miljoenen getuigenissen op sociale media met de hashtag #MeToo. Dat was nadat bekend raakte dat een bekende filmproducent in Hollywood, Harvey Weinstein, meer dan 50 vrouwen seksueel geïntimideerd, gepest en aangerand had. De bal ging aan het rollen in de showbizzwereld. Acteur Kevin Spacey en komiek Louis C.K. zijn maar enkele van de prominente beschuldigden. Ook in ons land ontstond er een grote discussie toen bekend werd dat het contract tussen de VRT en Bart De Pauw werd gestopt na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. We spraken hierover met Anja Deschoemacker van de campagne ROSA.
Interview door Eveline (Brussel)
Wat denk je van het ontslag van Bart De Pauw?
“Er is niet echt sprake van ontslag: er was geen arbeidsovereenkomst tussen de VRT en Bart De Pauw. Het contract dat is stopgezet was met zijn productiehuis ‘Koeken Troef.’ Dat gebeurde op basis van wat de VRT omschreef als “ernstige getuigenissen die niet stroken met de integriteitswaarden die voor ons essentieel zijn.” Samenwerking was volgens de VRT onmogelijk na “diverse meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij de openbare omroep en bij andere media” waardoor er “onvoldoende vertrouwen is om nog samen te werken.” Bij het stopzetten van een samenwerking op basis van integriteitswaarden is er geen wederwoord nodig, zoals De Pauw aanklaagde. Er is een contractuele verhouding tussen twee bedrijven, geen arbeidsovereenkomst.
“Het optreden van de VRT kwam er nadat verschillende vrouwen aangifte deden van grensoverschrijdend gedrag. Dit kan bij vertrouwenspersonen zonder dat het noodzakelijk gepaard moet gaan met strafrechtelijke klachten. De vrouwen die aangifte deden, wilden dat de VRT zou reageren om de situatie te stoppen. Ondertussen zit het Mechels parket op de zaak waardoor De Pauw en zijn advocaten alle dossiers kunnen inkijken, wat de anonimiteit van de slachtoffers niet langer waarborgt. Bovendien komt het initiatief hierdoor bij het gerecht te liggen.”
Volstonden de excuses van De Pauw niet?
“Eerst bleef hij alles ontkennen en daarna kwam hij met wel erg holle excuses. “Ik ben tot inzicht gekomen dat mijn speelse of flirtige manier van omgaan niet door iedereen gesmaakt wordt. Ik wil mij via deze weg dan ook bij iedereen excuseren die zich door mij geïntimideerd zou hebben gevoeld. Dat is niet ok en dat zal niet meer gebeuren.” Hiermee minimaliseert De Pauw nog steeds de feiten en neemt hij geen verantwoordelijkheid op voor zijn daden. Hij legt de verantwoordelijkheid bij de slachtoffers die zich ‘geïntimideerd voelden’, zijn sms’en niet goed begrepen of niet beseften dat het maar om te spelen en te flirten was. Anders gezegd: dit is victim blaming.”
De vakbond ACOD steunde in deze zaak de opstelling van de directie. Terecht?
“De campagne ROSA is volledig akkoord met het standpunt van ACOD. De vakbond stelde: “Uiteraard kunnen wij geen uitspraak doen over de grond van de zaak, maar onze ervaring is dat leidinggevenden en vedetten van dit kaliber niet om de minste aantijging worden ontslagen. Dat dit hier wel gebeurd is, is voor ons voldoende om aan te nemen dat de meldingen ernstig en bewezen zijn”. Verder feliciteert het ACOD de VRT voor de discretie ten aanzien van de anonimiteit van de slachtoffers. “De manier waarop de VRT de mensen die aangifte deden beschermt, verdient navolging. De reacties in de (sociale) media bewijzen dat melding doen nog altijd niet vanzelfsprekend is en dikwijls een storm ontketent waarbij de slachtoffers nogmaals slachtoffer worden van verdachtmakingen en beschuldigingen.”
“Professor seksueel strafrecht aan de KULeuven Liesbeth Stevens verwijst naar het belang van preventieadviseurs en de integriteitscodes binnen organisaties. Cruciaal hierbij is uiteraard wel deze er ook naar handelen. Er is vaak geen idee van hoeveel vrouwen de moed bijeenrapen om bij een vertrouwenspersoon hun verhaal te doen. Vaak gebeurt het dat vrouwen naar een andere dienst worden overgeplaatst of na zes maanden afgedankt worden (de eerste zes maanden na het indienen van een klacht wegens seksueel ongewenst gedrag is er wettelijke bescherming). De bestaande procedures en wetten volstaan in veel gevallen niet en brengen slachtoffers soms in nog pijnlijker situaties terecht. De VRT deed wat een werkgever moet doen om te verzekeren dat alle medewerkers, ook vrouwen, hun werk kunnen doen zonder pesterijen te moeten ondergaan.”
Op sociale media krijgen de vrouwen die aangifte deden over De Pauw het zwaar te verduren. Wat denk je daarvan?
“De angst om niet geloofd te worden zit diep ingebakken bij vrouwen en het maakt dat de drempel om aangifte te doen nog steeds hoog is. Dit is ook niet subjectief: zeer vaak wordt er geen aangifte gedaan uit schrik niet geloofd te worden of niet ernstig genomen te worden. Van de aangiftes die toch gedaan worden, komt het in heel weinig gevallen tot een veroordeling van de dader. Studies tonen aan dat algemeen gedacht wordt dat de helft van de beschuldigingen vals zijn, terwijl het in realiteit slechts om 4% van de aangiften gaat.
“De neiging om een slachtoffer niet te geloven neemt toe met de morele en reële machtspositie die de dader bekleedt in de samenleving. Het grote probleem in de samenleving moet niet bij de 4% valse aanklachten gezocht worden, maar wel bij het enorm groot aantal gevallen van seksisme waarmee een grote meerderheid van vrouwen in contact komt.
“Op de sociale media waren er veel reacties tegen de slachtoffers en steunbetuigingen voor Bart De Pauw. De getuigenissen worden geminimaliseerd terwijl het toch maar om ‘flirten’ ging en alles ‘wat overdreven’ zou zijn. Er wordt gezegd dat mannen zich door het hele #MeToo-verhaal op hun ongemak voelen en bang zijn om meteen als potentiële verkrachter neergezet te worden. Psychiater Dirk De Wachter merkt echter terecht op dat deze discussie niet betekent “dat het gedaan is met het verleidingsspel tussen man en vrouw. Integendeel, als het met wederzijdse toestemming is, kan het alleen maar leuker en spannender worden.”
“Wij gaan er uiteraard niet van uit dat alle mannen potentiële pesters, stalkers of verkrachters zijn. Een element dat terugkeert in alle zwaar gemediatiseerde klachten zoals bij Harvey Weinstein, Bart De Pauw en Steve Stevaert is het feit dat het telkens gaat om mannen die macht hebben over de carrière van vrouwen. Als we daar niet tegen kunnen reageren en ons daar niet over kunnen uitspreken, dan kunnen deze mannen gewoon hun gangetje gaan. Het is goed dat hiertegen wordt opgetreden, ook in België, zodat duidelijk wordt dat grensoverschrijdend gedrag gevolgen heeft en zodat we discussie daarover op grotere schaal kunnen voeren.”
Wat moet er dan gebeuren?
“Er is een massale reactie nodig om duidelijk te maken dat seksuele intimidatie, pesterijen, stalking en verkrachting een reëel en spijtig genoeg alledaags gegeven zijn. Wie bepaalt wat grappig is of aangenaam flirtgedrag? Als er elke dag geflirt wordt zonder dat erop wordt ingegaan of waarbij er zelfs afwijzend wordt gereageerd, is het toch duidelijk? Het is zeer positief dat we vandaag in een fase zitten dat slachtoffers van seksuele pesterijen de moed vinden om ermee naar buiten te komen. Dat is mee dankzij campagnes als #Wijoverdrijvenniet en #MeToo maar ook door de oplevende vrouwenbeweging. Het maakt dat er vandaag gesproken wordt over zaken die de afgelopen decennia werden verzwegen (de oudste aanklacht tegen Weinstein dateert bijvoorbeeld van 1984).
“We moeten echter verder kijken dan de gemediatiseerde zaken. Er is een algemeen probleem door de tweederangspositie van vrouwen in dit systeem. Seks kan rond liefde en lust draaien, maar seksueel geweld in al zijn vormen (intimidatie, pesterijen, stalking, aanranding, verkrachting, …) heeft met macht te maken, niet met liefde en lust.
“De vrouwen die klacht indienden tegen onder meer Weinstein of De Pauw hebben het doorgaans wat beter, in de zin dat het geen laagbetaalde onzekere jobs zoals pakweg in de dienstenchequesector zijn. Het ACV deed een enquête die zich toespitste op werkneemsters uit de dienstencheques, schoonmaak, kamermeisjes in hotels, gezinshulpen, … Daaruit bleek dat 40 tot 50% van deze vrouwen te maken kreeg met seksuele toespelingen, ongewenste fysieke contacten of andere vormen van seksuele intimidaties op het werk. Hoe onzekerder de arbeidsomstandigheden, hoe vaker seksueel geweld voorkomt en hoe minder het slachtoffer geneigd is om er tegenin te gaan. Het risico om een job te verliezen, is te groot en vaak kunnen vrouwen zich dit niet veroorloven omwille van een precaire financiële en economische situatie.
“Seksisme op de werkvloer is een niet te verwaarlozen gegeven. Vaak staat het slachtoffer onmachtig. De vakbonden hebben een belangrijke rol te spelen. Zij vormen immers een andere autoriteit die te vertrouwen is bij de verdediging van het belang van de werknemers. Het was de vakbond die de verdediging opnam van het kamermeisje dat slachtoffer was van aanranding door voormalig IMF-topman Dominique Strauss-Khan. De vakbonden hebben een grote rol te spelen in de vrouwenbeweging als onderdeel van een eengemaakte arbeidersstrijd. Ze moeten vrouwelijke werknemers verdedigen in de strijd tegen seksueel geweld in al zijn vormen op de werkvloer, en deze strijd verbinden met eisen voor betere lonen en arbeidsvoorwaarden.”
Het gaat dus ook om een strijd tegen heel het systeem?
“De aanklachten tegen Weinstein, De Pauw, Spacey, … zijn uitingen van hoe macht wordt uitgeoefend in een economisch systeem gebaseerd op ongelijkheid en economische uitbuiting. Enkel een arbeidersbeweging die eengemaakt is en ingaat tegen alle vormen van discriminatie op basis van geslacht of afkomst is in staat om het patronaat te verslaan. De enige groep in de samenleving die belang heeft bij het voortbestaan van seksisme is het patronaat, de machthebbers in het kapitalisme. Er is immers veel geld te verdienen met de onderdrukte positie van vrouwen: kijk maar naar de cosmetica-industrie, de pornosector of de prostitutie. Er is nog meer geld te verdienen door huishoudelijke en zorgtaken onbetaald te laten gebeuren door vrouwen zodat regeringen er niet in moeten investeren en publieke diensten verder kunnen afbreken.
“Het kapitalisme heeft bovendien baat bij seksisme en racisme omdat het de meerderheid van de bevolking verdeelt. Het is pas in grote bewegingen dat mensen elkaar herkennen als arbeiders, als lid van dezelfde groep met een zelfde plaats in het productieproces. In iedere langdurige beweging verdwijnen zaken als seksisme en racisme naar de achtergrond. Mannelijke en vrouwelijke werkenden hebben veel meer gemeen dan dat ze verschillende belangen zouden hebben. Het belangrijkste gemeenschappelijke element is dat ze uitgebuit worden door de kapitalistische klasse.”
Kan een socialistisch alternatief het verschil maken?
“Absoluut! Kijk naar de progressieve maatregelen die na de Russische Revolutie van oktober 1917 werden ingevoerd. In de eerste jaren na de revolutie werd duidelijk dat strijd loont en tot fundamentele verbetering kan leiden. Het recht op abortus werd ingevoerd, transgenders werden erkend, het ouderschapsverlof was uitgebreider dan wat we vandaag in België kennen. Het is de revolutie die alle onderdrukte groepen onder het tsarisme (boeren, vrouwen, werkenden van nationale minderheden, …) samenbracht in een eengemaakte strijd. In die strijd werd de mentaliteit ontwikkeld die het mogelijk maakte om progressieve wetten door te voeren. Deze historische ervaring blijft uniek als enorme sprong voorwaarts die op dat ogenblik relatief duurzaam was. We moeten er lessen uit trekken in onze strijd voor een samenleving zonder seksisme, racisme of andere vormen van discriminatie, waarbij niemand een machtspositie inneemt tegenover anderen omdat niemand wordt onderdrukt door anderen.
“Het is daarom zo belangrijk om binnen de grote massa die de arbeidersklasse vormt een programma te verdedigen dat gericht is op eengemaakte strijd van alle werkenden, los van geslacht of afkomst, voor betere arbeidsvoorwaarden en lonen. Met de ROSA-campagne willen we zo’n programma naar voor brengen. Daarnaast biedt de ROSA-campagne een strijdinstrument om onder meer in te gaan tegen seksueel geweld, waarbij dit gekoppeld wordt aan een strijd voor meer investeringen in publieke diensten, waardige en betaalbare huisvesting, hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden, toegankelijke gezondheidszorg, gratis onderwijs, … Dat is in het belang van de overgrote meerderheid van de bevolking, maar tegen die van het handvol superrijke kapitalisten dat het vandaag voor het zeggen heeft. Om dit programma af te dwingen, komen we op voor een breuk met het kapitalisme en voor een socialistische samenleving waarmee een einde kan gemaakt worden aan elke vorm van discriminatie.”
-
Dossier. Hoe strijden tegen seksisme en geweld op vrouwen?
Socialistische antwoorden op seksistische verdeeldheid, identiteitspolitiek en vragen over hoe omgaan met seksisme binnen de linkse en de arbeidersbeweging.
Dossier door Sarah Moayeri- Sozialistische LinksPartei (SLP) — ISA in Oostenrijk
De strijd tegen de onderdrukking van vrouwen is altijd onlosmakelijk verbonden geweest met de strijd voor de socialistische transformatie van de samenleving. Seksisme en vrouwenonderdrukking dringen door in alle gebieden van ons leven en uiten zich op zeer verschillende manieren: ongelijke verloning, onzekere arbeidsomstandigheden in zogenaamde “door vrouwen gedomineerde” beroepen, de enorme dubbele last van onbetaalde opvoeding van kinderen, huishoudelijk werk en de zorg voor familieleden, seksisme op het werk, in het gezin en in partnerschappen, seksistische rolmodellen in de media, onderwijs en opvoeding, discriminatie, seksistische aanvallen en geweld: dit alles maakt deel uit van het dagelijks leven van vrouwen in de kapitalistische maatschappij.
Ondanks enkele van de verworvenheden van de afgelopen decennia voor (juridische) gelijkheid van vrouwen, zijn seksisme en onderdrukking nog steeds alomtegenwoordig. De huidige Corona-crisis heeft geleid tot een wereldwijde, in sommige landen dramatische toename van geweld tegen vrouwen en femicide (moorden op vrouwen vanwege hun geslacht). Zoals in elke economische crisis hebben vrouwen het zwaarst te lijden onder werkloosheid, armoede, gebrek aan vooruitzichten en bezuinigingsbeleid. De toegang tot abortussen en andere medische zorg wordt steeds beperkter. Bovendien heeft de Corona-crisis geleid tot isolement en tot een situatie waarin veel vrouwen nog meer dan voorheen gevangen zitten in traditionele gezinsstructuren; gevangen binnen hun eigen vier muren en dus ook blootgesteld aan geweld door hun partners of door andere familieleden, zonder bescherming. De Corona-crisis heeft op een bijzonder deprimerende manier aangetoond hoe afhankelijk het kapitalisme is van het burgerlijk gezin en de conservatieve genderrollen, vooral in tijden van crisis – met alle negatieve gevolgen van dien.
Deze toename van geweld tegen vrouwen vindt echter ook plaats op een moment dat er, als gevolg van de vrouwenbewegingen in verschillende landen in de afgelopen jaren, een bewustzijnsverandering heeft plaatsgevonden. Er heeft een radicalisering plaatsgevonden, vooral onder jonge vrouwen, op basis van hun eigen ervaringen met discriminatie, seksisme en vooral gendergerelateerd geweld. Veel vrouwen willen geen traditionele rolmodellen, ongewenst gedrag, seksisme en geweld meer tolereren. In essentie: nultolerantie voor seksistisch gedrag.
Ook het seksisme binnen de eigen gelederen – dat wil zeggen de feministische beweging en breed links, binnen linkse organisaties en de arbeidersbeweging – wordt steeds meer afgewezen en agressiever aan de kaak gesteld dan in het verleden. Dit is een zeer belangrijke ontwikkeling voor de succesvolle emancipatie van vrouwen en drukt een substantiële politisering uit tegen hun specifieke onderdrukking. Tegelijkertijd laten de recente feministische strijd en bewegingen – van #metoo tot de strijd voor het recht op abortus – zien dat er behoefte is aan een correct politiek programma, duidelijkheid, leiderschap en strategie over hoe het seksisme permanent kan worden teruggedreven. Vaak worden er alleen geïndividualiseerde antwoorden op sociale problemen naar voren gebracht.
De socialistische antwoorden op de onderdrukking van vrouwen, evenals het programma en de voorstellen voor de strijd, moeten gebaseerd zijn op een marxistische analyse van de functie en de gevolgen van seksisme en geweld tegen vrouwen in de kapitalistische samenleving. De strijd om een einde te maken aan de onderdrukking van vrouwen kan niet worden gewonnen zonder een perspectief voor de fundamentele omverwerping van het kapitalisme ten gunste van de socialistische democratie. Verandering kan alleen worden bereikt door het probleem bij de wortel aan te pakken. Tegelijkertijd is een gezamenlijke inspanning van de socialisten nodig om de dubbele onderdrukking van vrouwen (als arbeiders en als vrouwen) in haar diepte en verschillende verschijningsvormen te begrijpen, om seksistisch gedrag in hun eigen gelederen en in de hele arbeidersbeweging te bestrijden, en om eisen te stellen en de strijd voor concrete verbeteringen te leiden.
Oorzaken van de onderdrukking van vrouwen en seksisme
Er bestaat veel marxistische literatuur over de oorzaken van het ontstaan van vrouwenonderdrukking in de samenleving – niet alles kan in dit artikel worden verklaard. De baanbrekende analyses van Friedrich Engels, Clara Zetkin, Alexandra Kollontai en anderen vallen vooral op doordat ze de dialectische samenhang tussen de ontwikkeling van de klassenmaatschappij en de onderdrukking van vrouwen beschrijven en analyseren.
In zijn werk “Origin of the Family, Private Property and the State” schetst Engels hoe de opkomst van het privé-eigendom en daarmee de klassenmaatschappij de functie van het “traditionele” gezin heeft vormgegeven: “Het beheer van het huishouden verloor zijn publieke karakter. Het ging niet meer om de maatschappij. Het werd een privé-dienstverlening; de vrouw werd de eerste bediende, verdrongen uit de deelname aan de sociale productie“. Engels ging er ook van uit dat in deze periode een aanvankelijk overschot aan productie – door de reeds gedeeltelijk bestaande geslachtsgebonden arbeidsverdeling – zich uiteindelijk vooral in de handen van de mannen opstapelde. Om ervoor te zorgen dat dit eigendom door de kinderen zou worden geërfd, was het noodzakelijk om de trouw van de eigen vrouw veilig te stellen. Zo ontstonden in een lang en zeker niet eenvoudig proces voor het eerst structuren van het monogame gezin, en daarmee de eerste vormen van onderdrukking van de vrouw.
De later ontwikkelde klassenmaatschappijen en, uiteindelijk, het kapitalisme hebben geprofiteerd van deze pre-kapitalistische structurele ongelijkheid van vrouwen – en dus van de verdeling van de arbeidersklasse in mannen en vrouwen – en dat doet het kapitalisme vandaag de dag nog steeds. Hoewel het gezinshuishouden als basiseenheid van de productie grotendeels was vernietigd door het kapitalistische productiesysteem, bleef het gezin het middel om de nieuwe klasse van het proletariaat als arbeidskracht te reproduceren en te disciplineren. Clara Zetkin schreef: “De proletarische vrouw heeft haar economische onafhankelijkheid verworven, maar noch als persoon, noch als vrouw, noch als echtgenote heeft ze de mogelijkheid om haar individualiteit ten volle te beleven. Voor haar taak als echtgenote, als moeder heeft ze alleen de kruimels die de kapitalistische productie van haar tafel laat vallen”.
Hoewel er in de afgelopen eeuw natuurlijk veel is veranderd in het “traditionele” gezin en in de rol van de vrouw in de samenleving, zijn de basisstructuren en de economische basis voor de ongelijkheid van vrouwen onder het kapitalisme gelijk gebleven. Hoewel de burgerlijke ideologie betreffende de positie van de vrouw in de samenleving sinds de 19e en 20e eeuw is veranderd en zich heeft ontwikkeld, en de vrouwen- en arbeidersbewegingen hebben kunnen strijden voor veranderingen, zijn de waarden en rollen van de seksen in het kapitalistische systeem (gebaseerd op macht, uitbuiting en de ongelijke verdeling van de rijkdom) nog steeds gebaseerd op ideeën van mannelijke superioriteit.
De besparingen door de heersende klasse binnen onbetaald huishoudelijk werk, opvoeding en verzorging van kinderen zijn vandaag de dag enorm. Oxfam publiceerde begin 2020 een studie waarin staat dat vrouwen en meisjes wereldwijd 12 miljoen uur per dag besteden aan de zorg voor familieleden, de opvoeding van kinderen en het huishouden. Als dit werk met het minimumloon van het betreffende land zou worden betaald, zou dit overeenkomen met een bedrag van 11 biljoen dollar per jaar. Het kapitalistische systeem is duidelijk gestabiliseerd door deze extra uitbuiting.
Het verschuiven van deze taken naar vrouwen en naar privé- sferen leidt enerzijds tot meervoudige lasten en anderzijds tot het verstevigen van afhankelijkheden en het ideologische beeld van de vrouw die ondergeschikt is aan de man (als de meester van het huis). Ze wordt afgeschilderd als een zachtaardigere, zorgzame persoon die om biologische redenen verantwoordelijk is voor alle gebieden van het zorgwerk en “gewoonweg beter geschikt” is. Loonverschillen, onzekere arbeidsomstandigheden en het feit dat vrouwenarbeid slecht betaald wordt, verdiept de kloof tussen mannen en vrouwen uit de arbeidersklasse. Wereldwijd dienen vrouwen nog steeds als bijzonder goedkope arbeidskrachten. Dit is de fundamentele maatschappelijke basis waarop seksisme en geweld tegen vrouwen groeien. Als vrouwen een ongelijke positie in de samenleving hebben, worden ze behandeld als ongelijk, als inferieur, worden ze gediscrimineerd en onderdrukt.
Tegelijkertijd hebben vrouwonvriendelijke en seksistische ideologieën zich in de loop der eeuwen ontwikkeld en bestendigd, waardoor ze diep geworteld zijn in de burgerlijke maatschappij, in onze geest en dus ook in de arbeidersklasse. De veranderingen en de vooruitgang in het bewustzijn, vooral bij jonge vrouwen, hebben dit niet fundamenteel veranderd, aangezien de sociale structuren nog steeds dezelfde zijn.
Seksisme (in de zin van seksistisch gedrag) is dus een vorm van discriminatie op basis van deze structurele ongelijkheid van vrouwen onder het kapitalisme. Vormen van seksisme zoals kleinerende slogans, vooroordelen, achterlijke rolmodellen, etc. ontwikkelen zich door sociale omstandigheden die mannen en vrouwen ongelijk behandelen. Inzicht in deze materiële wortels is ook de basis voor een effectief overgangsprogramma ter bestrijding van seksisme.
Geweld tegen vrouwen in de kapitalistische samenleving
De hierboven beschreven systematische onderdrukking van vrouwen komt het meest dramatisch tot uiting in de marketing, de objectivering, de controle van vrouwenlichamen en het daaruit voortvloeiende systematische geweld, tot en met vrouwenmoorden. Eén op de drie vrouwen wereldwijd zal ten minste één keer in hun leven het slachtoffer zijn van fysiek en/of geseksualiseerd geweld. Alleen al in Oostenrijk zijn er in de eerste helft van 2020 16 vrouwen vermoord. Deze systemische, ingebouwde misogynie is gebaseerd op het feit dat mannen nog steeds worden beschouwd als het “sterkere”, “slimmere” en “betere” geslacht, terwijl vrouwen “inferieur” en “onderdanig” zijn.
Geweld tegen vrouwen dient ook om vrouwen passief en geïntimideerd te houden. Het signaal aan alle vrouwen is dat je lichaam niet van jou is – we kunnen met je doen wat we willen. Beperkte en gecriminaliseerde toegang tot abortus (of in andere gevallen gedwongen anticonceptie) is ook een uiting van deze controle over vrouwelijke lichamen, vrouwelijke seksualiteit en voortplanting.
Het kapitalistische systeem en de burgerlijke staat reproduceren dit geweld op meerdere manieren via de zogenaamde “verkrachtingscultuur”: de culturele acceptatie van verkrachting en geweld tegen vrouwen, via de media, muziek, films, etc., tot aan het rechtssysteem, dat doordrongen is van de patriarchale structuren.
Het is dan ook geen toeval dat de nieuwe vrouwenbewegingen geweld tegen vrouwen offensief benaderen en dit meestal als centraal thema hebben. Het directe gevaar waaraan vrouwen thuis, in partnerschappen, op het werk en op straat worden blootgesteld, heeft uiteraard een directe impact op hun dagelijks leven als vrouw. De gevaarlijkste plek voor vrouwen is nog steeds hun eigen huis.
Daarnaast heeft geweld tegen vrouwen bredere, subtielere facetten die van invloed zijn op persoonlijke relaties en de gevolgen van seksisme in de relaties. Vooral in interpersoonlijke relaties speelt psychologisch geweld een grote rol bij het intimideren en devalueren van vrouwen. De daaruit voortvloeiende bedreiging, angst en afhankelijkheid kunnen verwoestende psychologische gevolgen hebben. Mannelijke dominantie gaat vaak gepaard met psychologische manipulatie, systematische devaluatie en emotionele druk.
Een product van het kapitalisme
Geweld tegen vrouwen is een product van de kapitalistische samenleving, waarin mensen – vooral mannen – op alle gebieden van hun socialisatie worden geconditioneerd om vrouwen als minderwaardig of als object te beschouwen. In het kapitalisme wordt winst gemaakt met de marginalisering en objectivering van vrouwen en hun lichaam. Dit gebeurt via vele kanalen, zoals seksistische reclame, de grote verscheidenheid aan producten om het lichaam van de vrouw te “verbeteren”, of de miljarden euro’s tellende seksindustrie.
De objectivering van mensen als handelswaar treft uiteindelijk iedereen in de arbeidersklasse, maar vrouwen op een bijzonder extreme en dominante manier. De degradatie van het lichaam van de vrouw tot handelswaar rechtvaardigt het gebruik van geweld tegen haar in deze samenleving. Tegelijkertijd dient systematisch geweld om dominante verhoudingen te stabiliseren.
Zogenaamd geseksualiseerd geweld gaat geenszins over seks – het gaat om het demonstreren en het uitoefenen van macht. In elke oorlog en contrarevolutie worden verkrachting en geweld tegen vrouwen gebruikt om bewegingen te breken; ze worden gebruikt om revolutionaire opstanden van de arbeidersklasse te demoraliseren en neer te slaan, in het bijzonder vrouwen uit de arbeidersklasse, die vaak in de voorste gelederen van de strijd staan. Vorig jaar hebben Soedanese milities in opdracht van de Overgangsraad seksueel geweld gebruikt als een strategie van contrarevolutie tegen de Soedanese revolutie, waarin vrouwen een centrale rol speelden; in Egypte en andere landen was dit een belangrijk, meedogenloos middel om de zogenaamde Arabische lente te bestrijden.
Verkrachting wordt altijd gebagatelliseerd met het argument dat het een gevolg is van mannelijke “drijfveren” en dus van de zogenaamd “natuurlijkere” agressieve mannelijke seksualiteit. Maar eigenlijk is het het gevolg van het sociale beeld van de vrouw en de ideologie van het uitoefenen van de macht over de vrouw, haar lichaam en haar leven. Het kapitalistische systeem vervreemdt mensen van hun seksualiteit, van andere mensen en van zichzelf. Op basis hiervan kan het principe van instemming – dat wil zeggen van wederzijds begrip – nauwelijks in zijn absolute omvang worden gerealiseerd.
Maar ook al kunnen seksuele en romantische relaties die volledig vrij zijn en gebaseerd op gelijkheid alleen echt bestaan in een volledig bevrijde, socialistische samenleving, bestaat het principe van instemming al, en is het de basis volgens welke mannen hun gedrag moeten oriënteren op vrouwen. Dankzij de feministische debatten over “nee betekent nee” en “ja betekent ja” is er vandaag de dag deels een groter bewustzijn van wat consensuele seks moet betekenen. Het is ook dankzij deze debatten dat er leerzame strategieën zijn voor toestemming.
Terwijl het overgrote deel van seksuele intimidatie en mishandeling heel bewust gebeurt, zijn er ook andere situaties in onze seksuele relaties die in twijfel getrokken moeten worden. Een bewuste benadering van de grenzen van partners en anderen, gevoeligheid en communicatie – dit alles wordt in de kapitalistische samenleving grotendeels genegeerd. Aan de andere kant worden veel gevallen waarin individuele grenzen worden overschreden vaak gepresenteerd als iets “mannelijks” en dus positief.
Ga bewust de strijd aan om het geweld tegen vrouwen te stoppen!
De sociale controle over vrouwen en hun lichaam komt dus tot uiting in de “privé- sfeer”, maar evenzeer is het openbaar en structureel zichtbaar. De privé- sfeer is politiek, juist omdat genderspecifiek geweld en seksisme voorkomt binnen partnerschappen, huwelijken en gezinnen. In het openbaar praten over geweld tegen vrouwen en verkrachting kan ongelooflijk veel energie kosten, omdat het nog steeds een taboe in de burgerlijke samenleving doorbreekt. Het zijn nog steeds vooral vrouwen die getroffen worden en niet de daders die gestigmatiseerd worden.
Daarom is de publieke discussie over geweld tegen vrouwen – door middel van demonstraties, campagnes, protesten, etc. – zo belangrijk; het is een belangrijk politiek middel om deze stigmatisering tegen te gaan. Hoewel individuele vrouwen niet alleen tegen de seksistische machinerie kunnen opkomen, kunnen collectieve gevechten helpen (en hebben ze dat in het verleden ook gedaan) om taboes te doorbreken en verkrachting en geweld openlijk aan de kaak te stellen – om een groeiend klimaat van “nultolerantie” te normaliseren.
In de Spaanse staat hebben massabewegingen in de afgelopen jaren in de schandalige “Wolfpack”-zaak niet alleen de staat en de rechterlijke macht gedwongen om het vonnis tegen de vijf daders te veranderen van seksueel misbruik in verkrachting; ze hebben ook een verregaande bewustzijnsverandering teweeggebracht. 65% van de vrouwen onder de 30 jaar in de Spaanse staat omschrijven zichzelf nu als feministen, twee keer zoveel als 5 jaar geleden. Dit collectieve massa-element, de gemeenschappelijke strijd ongeacht het geslacht, is van centraal belang als het gaat om de vraag hoe seksisme met succes kan worden bestreden.
Een effectieve strijd tegen geweld tegen vrouwen mag niet ophouden bij het eisen van hardere sancties of straffen tegen de daders of het oproepen tot individuele bezinning over het eigen gedrag, maar moet veel verder gaan. Bewegingen als #IBelieveHer, die begonnen met het protest tegen de vrijspraak van rugbyspelers in Noord-Ierland in een verkrachtingszaak in 2018, hebben belangrijke bijdragen geleverd en hebben de seksistische structuren van het rechtssysteem in twijfel getrokken en aan de kaak gesteld. Maar het punt moet zijn om de verontwaardiging over individuele gevallen om te zetten in een algemene strijd voor fundamentele verandering.
De hierboven beschreven anti-vrouwenstructuren spreken voor zich en laten zien dat het individuele gedrag niet duurzaam kan worden veranderd zonder fundamentele omwentelingen. Dit betekent dat de politieke strijd tegen de verkrachtingscultuur, seksistische reclame, vóór seksuele voorlichting op scholen, voor het verbieden van seksisten en verkrachters, etc., hand in hand moet gaan met een afwijzing van de burgerlijke staat en dus van het heersende rechtssysteem.
Sociale verbeteringen zoals de uitbreiding van opvangcentra voor vrouwen en andere beschermende voorzieningen, betaalbare huisvesting voor iedereen, gratis en uitgebreide kinderopvang, gelijk loon voor gelijk werk, hogere lonen, volledige financiering van de gezondheidszorg en sociale zorg, enz. staan centraal in de strijd om het geweld tegen vrouwen te stoppen. Enerzijds om mogelijkheden te creëren om aan misbruik te ontsnappen, anderzijds om een einde te maken aan economische tegenspoed als versterkende factor voor geweld tegen vrouwen. Tegelijkertijd helpt de gemeenschappelijke strijd voor sociale verbeteringen en andere doelstellingen om vooroordelen te verminderen en helpt het ons om ons bewust te worden van onze individuele en collectieve kracht. Geweld tegen vrouwen is daarom ook een klassenkwestie: hoewel álle vrouwen in de samenleving op de één of andere manier worden getroffen door geweld, ongeacht hun inkomen en sociale status, hebben de vrouwen in armoede en uit de arbeidersklasse minder mogelijkheden om hieraan te ontsnappen.
Omdat de strijd tegen seksisme en onderdrukking deel uitmaakt van de arbeidersbeweging in het algemeen, is het absoluut noodzakelijk dat de vakbonden, als de grootste organisaties van de arbeidersklasse (in veel landen zien we een tendens van steeds meer vrouwelijk lidmaatschap van de vakbonden), bewuste politieke campagnes organiseren om seksisme en geweld tegen vrouwen een halt toe te roepen, maar ook om daadkrachtig op te treden tegen seksistisch gedrag in hun eigen gelederen.
Incorrecte, onvolledige en ontbrekende antwoorden van de identiteitspolitiek
Veel nieuwere benaderingen van verschillende feministische bewegingen vertonen, ondanks hun verschillen, enkele vergelijkbare zwakheden en tekortkomingen. Veel van deze ideeën kunnen worden samengevat onder de term “identiteitspolitiek” (andere zijn eenvoudigweg klassieke burgerlijke feministische ideeën). Hoewel er binnen de identiteitspolitiek heel verschillende oriëntaties en theorieën bestaan en het verkeerd zou zijn om alles op één hoop te gooien, kunnen bepaalde concepten, analyses en methoden altijd worden geïdentificeerd als het gaat om nieuwere vormen van feministische praktijk in de politieke bewegingen van vrouwen.
Voor veel jonge vrouwen en LGBTQI+-jongeren zijn identiteitspolitieke ideeën onderdeel van hun eerste stappen in de politieke radicalisering tegen de onderdrukking. Marxisten moeten hier rekening mee houden en zich sterk inzetten voor discussies over het juiste programma en de juiste strijdmethoden om racisme, seksisme en andere vormen van onderdrukking te overwinnen. De zekere aantrekkingskracht die uitgaat van ideeën van identiteitspolitiek – zoals de benadering van het ontwikkelen van een politieke praktijk die voornamelijk gebaseerd is op de eigen ervaring met discriminatie/identiteit – ligt voor de hand: het besef van de eigen onderdrukking is vaak de eerste stap om politiek actief te worden en te willen strijden voor verandering. Natuurlijk is het belangrijk om verschillende ervaringen met discriminatie zichtbaar te maken, bijvoorbeeld op basis van geslacht. Maar de cruciale vraag is: welke weg is er te gaan? Welke strijdmethode kan echt effectief zijn om specifieke onderdrukking, zoals die van vrouwen, te bestrijden?
Veel concepten van identiteitspolitiek verschillen in hun concrete conclusies niet veel van de “klassieke” (kleinburgerlijke) feministische ideeën. De vormen die het meest aangepast zijn aan het kapitalisme eindigen bij het oproepen tot een sterkere vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek en de economie; andere nemen over het algemeen een anti- kapitalistische houding aan zonder ontwikkelde theorie en praktijk. In ieder geval is het idee wijdverbreid dat verschillende vormen van onderdrukking (racisme, seksisme, classisme, enz.) elkaar beïnvloeden en versterken, maar ze worden vaak afgeschilderd als min of meer “naast elkaar” bestaand. Als kapitalistische uitbuiting alleen wordt geanalyseerd als één van de vele vormen van onderdrukking in plaats van als hun fundamentele economische en sociale basis, dan worden feministische strijden niet noodzakelijkerwijs begrepen als antikapitalistische strijden en worden vrouwen uit de heersende klasse eerder gezien als bondgenoten van de arbeidersklasse dan als mannen uit hun eigen klasse.
De zwakte in de aanpak van vele vormen van identiteitspolitiek ligt in de eerste plaats in hun onvermogen om effectieve oplossingen te bieden voor het beëindigen van de onderdrukking en het seksisme van vrouwen, juist omdat ze het bij analyse en oplossingen op individueel niveau houden.
We weten bijvoorbeeld dat taal een afspiegeling is van de samenleving zoals die bestaat en wordt gebruikt om te discrimineren en om racisme, seksisme, transfobie enz. te reproduceren. Vragen zoals bepaalde schrijfstijlen of hoe mensen in de media vertegenwoordigd zijn, zijn echter niet de grootste zorg van vrouwen, LGBTQI+ mensen of immigranten. Dit is het fundamentele probleem: de strijd tegen specifieke onderdrukking en discriminatie wordt beroofd van zijn materiële basis. Vaak wordt gesuggereerd dat aan seksisme een einde kan worden gemaakt door middel van een aantal beleidsmaatregelen die vooral het bestaan van minderheden erkennen. Dit komt niet in de buurt van het beëindigen van de onderdrukking van vrouwen: het creëert in het beste geval de illusie van gelijkheid, waarvan het burgerlijke systeem op zijn beurt kan profiteren door deze vorm van “feminisme” op de markt te brengen. Het blijft steken op het idealistische niveau en negeert de materialistische basis, evenals de dialectische verandering en de tegenstrijdigheid van processen.
Dergelijke inadequate reacties op seksistische onderdrukking zijn symptomatisch voor feministische benaderingen die individuele oplossingen zoeken voor grote sociale problemen – zoals de onderdrukking van vrouwen. Het doel van identiteitspolitiek is vaak het reflecteren, bevragen en veranderen van het eigen gedrag, het creëren van “veilige ruimten” en het symbolisch zichtbaar maken van discriminatie. Evenzo zijn er individualistische argumenten te vinden in bijvoorbeeld het oude debat over onbetaald huishoudelijk werk en de oproep om het huishouden, de opvoeding van kinderen, etc. eerlijk te verdelen tussen de seksen – in plaats van te strijden voor een volledige socialisatie van huishoudelijk werk, de opvoeding van kinderen en de zorg. Begrippen als de “huisvrouwenstaking”, die in de feministische beweging vaak aan de orde komen, brengen dit tot uitdrukking.
Het idee dat individuele – en in sommige gevallen enorm verschillende – ervaringen met discriminatie de enige basis vormen waarop politieke actie moet worden ondernomen, naast de ontoereikende voorstellen voor oplossingen, brengt het gevaar met zich mee dat gelijkenissen worden gebagatelliseerd en dat vooral de nadruk wordt gelegd op verschillen. Marxisten hebben het tegenovergestelde doel: een arbeidsmigrantenvrouw heeft bijvoorbeeld van nature een andere levenswijze en moet de strijd aanbinden met vormen van discriminatie die andere werknemers niet kennen. Maar we moeten ons afvragen: wat is de conclusie die we hieruit kunnen trekken? Hoe kunnen we vechten voor verbeteringen voor iedereen?
Onderverdelingen die door het kapitalisme worden veroorzaakt, of het nu gaat om huidskleur, religie of geslacht, kunnen alleen worden overwonnen in de collectieve strijd van de arbeidersklasse (zowel politiek als economisch). Dit betekent niet dat we seksisme als een “zijwaartse tegenstelling” moeten beschouwen of dat we de “klassieke” economische strijd moeten zien als het enige wondermiddel tegen seksisme en racisme. Integendeel, het is simpelweg het erkennen dat zelfs een vrouwenspecifieke strijd alleen maar gewonnen kan worden in solidariteit met mannen. Een goed voorbeeld hiervan is de strijd voor het recht op abortus via het referendum in Ierland in 2018: de gevorderde delen van de beweging wisten heel goed dat het referendum alleen kon worden gewonnen door een collectieve inspanning, en door mannen die ook stemmen om het abortusverbod af te schaffen. De pogingen van de feministische bewegingen om de strijdmethoden van de arbeidersklasse te gebruiken – zoals de staking – om feministische eisen af te dwingen, tegen seksuele intimidatie op het werk, etc., zijn een belangrijk voorbeeld van de kracht van dergelijke collectieve strijd.
Elke politieke analyse en methode die geen klassenstandpunt inneemt – die niet tot de conclusie komt dat de overeenkomsten tussen arbeiders groter zijn dan de verschillen en dat de arbeidersklasse de enige kracht is die kan vechten voor fundamentele sociale verandering door middel van massabewegingen – maakt op de een of andere manier slechts veranderingen in het individuele gedrag tot zijn belangrijkste strijdpunt. Het is goed dat mannen hun eigen seksistisch gedrag in twijfel trekken en veranderen. Toch verandert dit de fundamentele sociale structuren niet. Uiteindelijk is de vraag: wie is de echte vijand?
Terwijl sommige delen van de zogenaamde tweede golf van de vrouwenbeweging zich beperkten tot het beschouwen van mannen als de belangrijkste vijand, hebben nieuwere benaderingen van identiteitspolitiek vaak niet zo’n valse analyse van de politieke vijand en wie of wat moet worden bestreden. Maar door de sterke individualisering van theorie en praktijk worden “grote” sociale dimensies uit het oog verloren. We zien hier de toepassing van het postmodernisme op de vrouwenbeweging. De heersende klasse en haar politici, die verantwoordelijk zijn voor sociale, economische en politieke grieven en dus ook voor seksistische structuren van onderdrukking, voor vrouwenhaat en seksistische politiek, hoeven zich niet langer echt bedreigd te voelen wanneer feministische strijden zich beperken tot het eenvoudigweg “zichtbaar maken” van discriminatie of het oproepen van individuen om na te denken over “de eigen privileges”.
Geen socialisme zonder bevrijding van vrouwen, geen bevrijding van vrouwen zonder socialisme
De marxistische Alexandra Kollontai schreef in 1920, na de Oktoberrevolutie in Rusland, over de veranderingen in het gezin en tussen de seksen als gevolg van de omwentelingen in de sociale verhoudingen:
“Er is geen reden om de waarheid voor onszelf te verbergen: de normale familie van vroeger, waarin de man alles was en de vrouw niets was – want ze had geen eigen wil, geen eigen geld en geen eigen tijd – deze familie wordt van dag tot dag veranderd; het behoort bijna tot het verleden. Maar we moeten niet bang zijn voor deze toestand. Of het nu uit fout of uit onwetendheid is, we zijn bereid te geloven dat alles aan ons onveranderlijk kan blijven terwijl alles verandert. ‘Dit is altijd zo geweest en zal altijd zo zijn’ – Er is niets zo fout als dit spreekwoord! We hoeven alleen maar te lezen hoe de mensen in het verleden leefden, en we zullen onmiddellijk leren dat alles aan verandering onderhevig is en dat er geen gewoontes, geen politieke organisaties en geen zeden zijn die onveranderlijk en onaantastbaar blijven“.
Er zijn geen onoverkomelijke verschillen tussen de geslachten. De arbeidersklasse is in staat om verdeeldheid te overwinnen langs de lijnen van geslacht, huidskleur, religie, etc., en een socialistische samenleving op te bouwen waarin niet de winst van de heersende klasse de spil is van de menselijke relaties en sociale structuren, maar de behoeften en mogelijkheden van iedereen.
De massabewegingen van 2019 in bijna alle delen van de wereld, waarvan sommige vandaag de dag nog steeds voortduren, werden grotendeels gekenmerkt door een jeugdig en proletarisch karakter, met vrouwen in de voorhoede. Vrouwen zijn vaak de meest vastberaden strijders in revolutionaire bewegingen vanwege hun specifieke onderdrukking. De strijd tegen het seksisme en de onderdrukking van vrouwen is daarom nauwer dan ooit tevoren verbonden met de opbouw van een machtige arbeidersbeweging die in staat is het verrotte kapitalistische systeem met al zijn ingebakken structuren en ideologieën af te schaffen en zo eindelijk de basis voor de onderdrukking van de vrouw te overwinnen.
-
¡ Es ley ! Abortus gelegaliseerd in Argentinië dankzij strijd

De Argentijnse Senaat heeft de wet voor de vrijwillige onderbreking van de zwangerschap tot 14 weken goedgekeurd. Dit gebeurde met 38 stemmen voor, 29 tegen en één onthouding. Wat een overwinning net voor de jaarwisseling! Het blijkt eens te meer dat strijd loont.
Door Celia (Brussel)
Deze mooie overwinning is het resultaat van een fenomenale en vastberaden massale feministische beweging met betogingen, bezettingen en stakingen. Miljoenen mensen trokken de straten op voor het recht op veilige, legale en toegankelijke abortus voor al wie het nodig heeft.
Duizenden mensen trotseerden het verbod op bijeenkomsten om de beweging een laatste duwtje in de rug te geven op het ogenblik dat de Senaat bijeenkwam. Dit was niet de eerste keer in 2020 dat de massa’s op straat kwamen in Argentinië. In augustus bijvoorbeeld werd geprotesteerd tegen de gevolgen van de lockdown voor precaire werkenden, tegen de economische crisis en tegen de hervormingen van het gerechtelijk apparaat door president Fernandez.
2020 was een belangrijk jaar voor alle volkeren van Latijns-Amerika. Het was een jaar dat werd gekenmerkt door economische crisis, gezondheidscrisis, besparingen van de heersende klasse, maar ook door massale mobilisaties en door repressie die de Latijns-Amerikaanse dictaturen waardig waren.
Na het referendum over de grondwetswijziging dat in Chili werd gewonnen, na de verkiezingen die de MAS in Bolivia won ondanks een poging tot staatsgreep, was het de beurt aan Argentinië om een belangrijke overwinning te behalen voor alle vrouwen van de onderdrukte klasse. In Latijns-Amerika is abortus alleen echt legaal in Cuba, Uruguay, Mexico City, de Mexicaanse staat Oaxaca en Guyana… en nu dus ook in Argentinië!
Wat Argentijnse feministen al tientallen jaren eisen, is een fundamenteel recht. Ze eisen bovendien: “Seksuele voorlichting om te kunnen beslissen, gratis anticonceptie zodat je geen abortus hoeft te ondergaan, legale abortus zodat je niet hoeft te sterven.” (1) Abortus is een klasse-privilege als het niet legaal is. “Volgens de regering worden elk jaar tussen 370.000 en 520.000 clandestiene abortussen uitgevoerd in het land van 44 miljoen mensen, waar 38.000 vrouwen in het ziekenhuis worden opgenomen voor complicaties tijdens deze operaties.”(2) Veel vrouwen sterven, zijn getraumatiseerd en gewond als gevolg daarvan. Maar er zijn nog meer mensen die niet in staat zijn om een abortus te laten uitvoeren.
Er zijn vrouwen die geen kinderen wilden, of niet met die persoon, maar niet genoeg geld hadden voor anticonceptie. Er zijn vrouwen die heel goed wisten dat ze het zich niet zouden kunnen veroorloven om een kind op te voeden, dat het zou opgroeien in precaire en ellendige omstandigheden. Er zijn mensen die verkracht werden, maar geen andere keuze hadden dan het kind te houden.
Het is ook een klassenvoorrecht om een kind op te kunnen voeden en te geven wat het nodig heeft. De wil van de Argentijnse feministen, en die van ons, is altijd geweest om een echte keuze te hebben. Om te kiezen voor een kind of niet, om te kiezen wanneer je wilt, om te kiezen met wie je wilt. Als je geen geld hebt voor anticonceptie of voor de opvoeding van het kind, wordt alles ingewikkelder en is er geen echte keuze.
We hebben echte maatregelen en massale overheidsinvesteringen nodig: gratis anticonceptie; gratis crèches; gratis legale en veilige abortus; gratis toegang tot onderwijs; cursussen over toestemming, geslacht en relaties op school; hogere lonen en een degelijk minimumloon; collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen …
Met de wet zoals die nu gestemd is, kan een zorginstelling “gewetensbezwaren” inroepen, maar moet ze verplicht de patiënt naar een andere instelling doorverwijzen. (3) Er wordt ook gesproken over een “plan van duizend dagen” dat als doel heeft om “de toegang tot zorg tijdens de zwangerschap en de eerste levensjaren van het kind” te versterken voor gezinnen in een financieel kwetsbare situatie. (4) De vrouwenbeweging zal verder moeten strijden om ervoor te zorgen dat abortus voor iedereen echt vrij toegankelijk en veilig zal zijn. Nu de pandemie de arbeidersklasse en de armen onevenredig zwaar treft, discriminatie van vrouwen en gender-gerelateerd geweld toenemen, hebben we een feminisme nodig dat resoluut antikapitalistisch en socialistisch is.
De Argentijnse strijd heeft een internationale impact. Het laat zien dat het mogelijk is om overwinningen te halen op conservatief rechts. Het laat ook zien hoe we de strijd voor het recht op abortus kunnen voeren. Een beweging wordt in alle onderdelen van de samenleving opgebouwd: in de scholen, wijken, op straat … Gedurende 30 jaar waren er massale betogingen, stakingen en bijeenkomsten. De feministische beweging nam de beste instrumenten van de arbeidersbeweging op om deze strijd te winnen. Na het referendum dat in 2018 in Ierland werd gewonnen, krijgen we nu een nieuw voorbeeld van hoe strijd tot overwinningen leidt.
Vrouwelijke werkenden zijn overal ter wereld oververtegenwoordigd in de frontlinie van de gezondheidszorg, het onderwijs, de schoonmaak en de voeding. De werkende klasse, jongeren, mensen met een migratie-achtergrond en arme vrouwen zullen de komende maanden en jaren vooraan blijven staan in de klassenstrijd en de feministische strijd. Argentinië bood een inspirerend voorbeeld hiervan.
Laten we ons in elk land zo organiseren dat we overal het recht op abortus tot 18 weken afdwingen. Laten we ook het kapitalistische systeem bestrijden dat nooit feministisch kan zijn. Er is een alternatief op dit systeem nodig, een alternatief zonder discriminatie, zonder seksisme, zonder racisme, zonder winstoogmerk. Een socialistisch alternatief!
1) Educación sexual para decidir, anticonceptivo para no aborta, aborto legal para no morir.
2) https://www.francetvinfo.fr/societe/ivg/argentine-le-congres-adopte-la-loi-legalisant-l-avortement_4238209.html
3) https://www.rtbf.be/info/monde/detail_l-argentine-legalise-l-avortement-apres-un-vote-historique?id=10663311
4) https://information.tv5monde.com/terriennes/argentine-une-loi-sur-la-legalisation-de-l-avortement-nouveau-devant-les-parlementaires
