Your cart is currently empty!
Category: Feminisme
-
Wielrennen en seksisme – waar armoede troef is

Het ROSA-peloton werd in Wetteren verwelkomd door een ABVV-delegatie met bordjes van ‘Fight for 14’. Campagne ROSA steunt de strijd voor een hoger minimumloon. Ook voor wielrensters eisen we degelijke lonen! “Heeft u ooit uw team moeten vergoeden voor bepaalde diensten, zoals technische bijstand, medische tests of verplaatsingen?” Dit is een opmerkelijke, maar standaard, vraag gesteld in de jaarlijkse enquête van de Cyclist Alliance, de internationale vakbond voor het vrouwenpeloton die werd opgericht in 2018. Maar het resultaat is nog opmerkelijker en schokkender: de meerderheid antwoordt ja. Veel van de professionele wielrensters moeten zelf instaan voor hun verzekering, reiskosten, medische kosten en testen, inschrijvingsgeld voor wedstrijden, materiaal om te kunnen fietsen … Laat staan dat ze kunnen leven van hun job. De realiteit voor de meeste vrouwen in het professionele peloton is dat zij verplicht zijn extra jobs uit te oefenen om de eindjes aan elkaar te knopen.
door Eveline (Brussel)
[box type=”info”] Een maand geleden, op 23 mei 2021 reed het eerste ROSA Peloton uit. 300km werd er gereden: op een dag tijd België door. Via deze actie werd er meer dan 6.000 euro opgehaald ter ondersteuning van Campagne ROSA. Waarom wielrennen? Niet enkel omdat dit een leuke sport is en dit zeker tijdens de pandemie een perfect te organiseren uitdaging bleek, maar eveneens omdat deze sport op professioneel vlak (maar ook op amateuristisch) weinig toegankelijk is voor vrouwen om dit in optimale omstandigheden uit te oefenen. Lees hier het verslag van het ROSA peloton 2021.[/box]
Structurele onderfinanciering
Het is pas de laatste 30 jaar dat het wielrennen voor vrouwen geprofessionaliseerd is. Maar ondanks deze professionalisering blijft deze sport weinig toegankelijk om het voltijds in optimale omstandigheden uit te oefenen. De onderfinanciering in de sport in het algemeen – zowel bij mannen als bij vrouwen, zowel op amateurs- als op professioneel niveau – is een structureel gegeven.
Slechts een minderheid van de vrouwelijke topsporters heeft het statuut van voltijds atlete. Voor de meeste vrouwen die daadwerkelijk betaald worden om aan topsport te doen, zijn lage salarissen, kortlopende of deeltijdcontracten en slechte arbeidsomstandigheden de norm.
Als sport wordt het wielrennen voor vrouwen ontsierd door minder wedstrijdkansen, prijzengeld, sponsoring en verslaggeving. De deelname van vrouwen aan de Ronde van Frankrijk beperkt zich tot een eendagswedstrijd (“La course by Le Tour”), die plaatsvindt voor de aanvang van de drie weken durende Ronde van Frankrijk. De plannen zijn om dit in 2022 uit te breiden naar een week.
In 2019 werd bekend dat Rebecca Twigg, één van de grote kampioenen in het wielrennen voor vrouwen in de jaren ’80 en ‘90, dakloos was. Twigg werd in ’84 tweede tijdens de allereerste koers voor vrouwen van de Olympische Spelen in Los Angeles in 1984. Daarnaast won ze niet minder dan zes gouden WK-medailles en brak verschillende wereldrecords. Het ontbrak haar nooit aan teamcontracten en sponsors, maar verdiende desondanks nooit meer dan 50.000 dollar op jaarbasis. Verrassend is het dan niet dat er tijdens en na deze carrière niet echt iets overblijft om op terug te vallen.
Voor de grote meerderheid van de professionele wielrensters is armoede troef. Wielrensters blijven vaak heel hun wielercarrière thuis wonen of worden in teamhuizen geplaatst tijdens het wielerseizoen. Daar staan ze zelf in voor hun boodschappen die veeleer worden betaald met hun spaargeld of met een creditcard (=schulden). Praten over armoede in de wielersport lijkt net zo’n groot taboe als het spreken over doping. Ook wordt veel personeel niet of niet goed betaald, het zijn niet alleen de renners: het is het hele team.
Er is nood aan publieke investeringen om de werkelijk nodige ondersteuning (materiaal, medisch, fysiek, mentaal, omkadering …) voor alle sportsters en sporters te voorzien.
Hoe professioneel is een professioneel?
Er wordt van professionele wielrensters uit de erkende ploegen verwacht dat zij minimum 20 uur per week trainen om in staat te zijn om in het weekend deel te nemen aan wedstrijden en alle andere belangrijke evenementen die op de kalender staan gedurende het jaar. Als we dit samen nemen, zitten we gemakkelijk aan 30-40 uur per week. Deze wielrensters zijn in elke betekenis van het woord “professioneel”, behalve als het aankomt op de verloning en alles dat hierbij komt kijken (materiaal, ondersteuning, verzekering, medische kosten, reiskosten …). Zo zijn er voorbeeld heel wat teams die verwachten dat de wielrensters zelf hun ziektekostenverzekering betalen, wat ertoe kan leiden dat deze onvoldoende gedekt zijn als ze in andere landen racen. En wie aan wielrennen doet of het volgt, weet dat een ongeval snel gebeurd is.
De in 2018 opgerichte internationale vakbond voor het vrouwenpeloton, de Cyclists’ Alliance, voert jaarlijks een enquête uit bij haar achterban. Uit de laatste bevraging (2020) blijkt dat het percentage vrouwelijke beroepsrenners dat nul salaris ontvangt, stijgt van 17% in 2019 tot 25% in 2020. Maar liefst 32% van de wielrensters verdient een jaarsalaris dat lager is dan 15.000 euro. De helft daarvan zelfs minder dan 10.000 euro.
Voor 43% is het nog steeds zo dat zij financieel dienen tussen te komen voor verschillende kosten zoals uitrusting, technische diensten, medische kosten (waaronder verzekeringen) en reiskosten. Daarnaast zijn ook de indirecte kosten systematisch gestegen (huisvesting, voeding …). Dat weegt nog zwaarder door op het algemene gebrek aan middelen door de besparingen op alle bestuursniveaus.
De realiteit voor de meeste vrouwen in het peloton is dat zij verplicht zijn extra jobs uit te oefenen om de eindjes aan elkaar te knopen. Er is maar een handjevol rensters dat dankzij sponsoring, loon of een extra toelage van het nationale team de kloof kan overbruggen. Drievoudig wereldkampioen Giorgia Bronzini, bijvoorbeeld, diende tijdens haar wielercarrière in het Italiaanse leger. Viervoudig Zwitsers kampioene Doris Schweizer werkt naast het wielrennen in de McDonald’s. Een werkgever die niet gekend staat voor zijn goed personeelsbeleid. Slechte werkomstandigheden en miserabele lonen zijn de norm. Gezien de trainingstijden en de onregelmatigheden van het wielerseizoen zijn de ‘bijjobs’ die renners doen vaak “studentenjobs”, legt ze uit. Studentenjobs zijn veelal slecht betaald en vaak (zeker in de horeca) staande jobs, wat voor een wielrenster gevolgen heeft. Tijdens de eerste corona-lockdown werd de druk die hiermee gepaard ging nog verder opgevoerd. Van eerst angstaanjagende periodes van helemaal geen werk en dus geen inkomen, naar intense werkweken van 50 uur. En dit in combinatie met de verwachte trainings-en wedstrijduren.
Voor een onderbetaalde wielrenster is er geen “laagseizoen”: ze kan nooit vrij nemen, laat staan op vakantie gaan.
Sportuitoefening mag geen middel zijn voor enkele individuen om miljoenen te verdienen. Sportcompetities, -clubs en -teams moeten uit de handen van big business en hun volgzame managers gehaald worden. Ze moeten worden georganiseerd door de sportsters en sporters zelf en de professionals en vrijwilligers in de sector, niet door een handvol geïsoleerde besluitmakers die enkel winst voor ogen hebben.
Covid-19 wrijft het erin
De hele gezondheidscrisis heeft op alle facetten in de samenleving zijn afdruk achtergelaten. Ook in het wielrennen.
De Cyclists’ Alliance voerde als gevolg van de pandemie een aparte enquête uit. Hieruit blijkt dat veel bevraagden van mening waren dat de COVID-19-richtlijnen en -protocollen moeilijk te handhaven waren bij het wielrennen voor vrouwen op topniveau: protocollen werden bij sommige wedstrijden niet naar behoren gevolgd, teambubbels bleken moeilijk te handhaven tijdens het reizen en op wedstrijdaccommodaties, sommige teams hadden geen directe toegang tot een teamarts, en sommige rensters werden gedwongen om hun eigen COVID-19-tests te organiseren en te betalen om te kunnen deelnemen.
Als gevolg van de pandemie zag 29% van de wielrensters hun loon dalen of zelf volledig verdwijnen (als ze al een loon ontvingen). Verder blijkt uit deze enquête dat 76% van de bevraagde wielrensters vrezen dat afgelopen periode gevolgen zal hebben op de mogelijkheden om al dan niet een contract aangeboden te krijgen voor volgend wielerseizoen. Hetgeen zal leiden tot nog een grotere financiële instabiliteit.
Het zijn de sportsters en sporters zelf die moeten kiezen welke (hygiëne)maatregelen, regels en materiaal nodig zijn om zich veilig te voelen tijdens de beoefening van hun sport. Lees meer op: https://nl.campagnerosa.be/artikels/21358-24-januari-internationale-dag-van-sportuitoefening-door-vrouwen
Prestatiegericht beleid en mentaal welzijn
Het is in het wielrennen niet anders dan in andere sporten. Elk jaar hangt het al dan niet verkrijgen van een contract bij een bepaald team of sponsor af van de prestaties van het afgelopen seizoen. Voor een vrouwelijke wielrenster betekent het winnen van een wereldtitel niet noodzakelijk een financiële meevaller. Integendeel, het vergroot alleen haar hoop op een behoorlijk loon. In België voorbeeld worden er momenteel drie wielrensters door de overheid betaald om voltijds te sporten. Ze hebben een topsportcontract en worden betaald als ambtenaren. Ze danken die status aan hun resultaten: top 12 op een WK, top 8 op een EK. Elk jaar wordt hun contract herbekeken.
Dergelijk systeem legt een enorme druk op atleten en heeft niet te negeren gevolgen op het mentaal en fysiek welzijn van de atleten. Wil je een contract of een sponsor in de wacht slepen, dan moet je resultaten behalen. Wil je resultaten behalen, dan moet je alles geven en blijven trainen tot je er letterlijk of figuurlijk bij neervalt of zelfs overgaat tot het nemen van doping. Om nog eens Rebecca Twigg als voorbeeld te nemen: zij stopte haar carrière op 26 jarige leeftijd na een burn-out door overtraining.
Mentaal welzijn is een constant probleem. Voor een wielrenster met een loon dat ‘net genoeg’ is, “is het elke dag stressvol”. Want dit kan van op de een op de andere dag veranderen. Als er iets gebeurt, dan heb je niets meer.
Dat “iets” kan zijn dat een ploeg haar contracten niet nakomt en haar renners niet betaalt, iets wat deprimerend vaak voorkomt. In haar gedenkwaardige afscheidsspeech vertelde Nicole Cooke, voormalig Olympisch kampioen, wereldbekerhoudster en meervoudig Brits kampioene tussen 1999 en 2012, dat ze in haar elfjarige carrière vier keer naar de rechter is gestapt om haar loon betaald te krijgen – zelfs in 2012 toen ze regerend olympisch kampioene was.
Het is vandaag nog steeds een groot taboe om te praten over de financieel instabiele en onzekere situatie waarin vele wielrensters zich bevinden. Wanneer een contract niet wordt nageleefd, durft men amper klacht in te dienen uit schrik voor de toekomst in de ploeg. Een anoniem voorbeeld: een Canadese wielrenster won uiteindelijk de rechtszaak tegen een Italiaanse ploeg die haar vier maanden lang niet betaalde. Zeker is dat deze ploeg ook de andere teamsleden niet betaald heeft, maar slechts 1 renster vond de moed naar de rechtbank te stappen. Als gevolg van haar actie, probeerde de ploeg haar aan te klagen voor het verlies van sponsoring.
Het is onvermijdelijk dat als de helft van de renners in het peloton niet in optimale omstandigheden kan trainen en herstellen, zij, hoe getalenteerd ze ook zijn, in het nadeel zijn ten opzichte van degenen die dat wel kunnen.
Uit de enquête van de Cyclists’ Alliance gaf 72% van de ondervraagde wielrensters tenslotte aan dat zij zouden overwegen de sport te verlaten om financiële redenen, 56% om een gezin te stichten en 40% om een nieuwe carrière te beginnen. Anderzijds gaf 87% aan dat ze hun carrière in de wielersport zouden verlengen als ze meer financiële steun krijgen, terwijl 46% aangaf behoefte te hebben aan ouderschapsbeleid om een gezin te kunnen stichten terwijl ze nog steeds wedstrijden rijden.
Hoewel er de laatste jaren grote veranderingen zijn in het vrouwenwielrennen, zoals de invoering van een minimumloon voor vrouwen en de invoering van betaald zwangerschapsverlof op UCI (Union Cycliste Internationale) WorldTeam-niveau (8 teams) in 2020, blijven deze issues overeind.
Het minimumloon voor vrouwen is een welkome verandering die er al heel lang zat aan te komen, maar dit blijft heel beperkt tot een handjevol teams. We zitten nog steeds met een situatie waarin nog eens 47 continentale vrouwenteams zich professioneel mogen noemen zonder blijkbaar verplicht te zijn hun renners ook maar iets te betalen: en er zijn er nog steeds veel die dat effectief niet doen.
Bovendien is dit minimumloon niet meer dan 20.000 euro op jaarbasis in 2020. Men voorziet een jaarlijkse verhoging naar ongeveer 30.000 euro in 2023. Rekening houdend met het feit dat vele van deze wielrensters zelf instaan voor hun materiaal, technisch onderhoud, reiskosten, trainingskampen enzovoort, kunnen we ervan uitgaan dat dit minimumloon nog steeds te beperkt is.
Hogere lonen zijn eerder een uitzondering dan de norm en afhankelijk van de goodwill van het management van het team. Het wielrennersteam Trek-Segafredo bijvoorbeeld biedt haar vrouwelijke profwielrensters eindelijk dezelfde beloning als de mannen. Met ingang van 1 januari 2021 hebben hun WorldTour-teams voor mannen en vrouwen nu dezelfde minimumsalarissen, namelijk 40.045 euro op jaarbasis.
Iedereen moet dezelfde mogelijkheden hebben om te sporten, zonder voor financiële, familiale of andere dilemma’s te staan. Er moeten publieke middelen in sport geïnvesteerd worden, zodat vrouwen in de beste omstandigheden hun sport kunnen uitoefenen: (gratis) kinderopvang tijdens trainingen en wedstrijden; betaald ouderschapsverlof zowel voor mannen als vrouwen uiteraard; gratis menstruatieproducten; aangepast trainings- en competitieschema’s, rekening houdend met de familiale situatie, alsook de effecten dat de maandelijkse regels kunnen hebben op de sportieve prestaties; …
Post-carrière
Toch blijkt het minimumloon niet de enige belangrijke vraag bij wielrensters. In de eerste plaats wordt er gevraagd naar betere werkomstandigheden: een ziekteverzekering, juridische bijstand … Een andere pertinente vraag is meer zekerheid en begeleiding voor een carrière na het wielrennen, want zoals de meeste professionele sporters stopt hun carrière als dertigers.. Het voorbeeld van Rebecca Twigg is hierbij nog maar eens een goed voorbeeld ter illustratie.
Tal van factoren kunnen een zware mentale tol eisen van topsporters bij de overgang naar het “burgerlijke” leven. Maar vrouwelijke wielrenners gaan met pensioen met een extra last in vergelijking met de meeste van hun mannelijke collega’s, aangezien de overgrote meerderheid van de vrouwen de sport verlaat zonder enig spaargeld of pensioenregeling en met een grote schuldenlast. Dit kan een donkere schaduw werpen over de jaren die volgen.
Met een gat van 10 jaar in je CV is het een hele uitdaging om beide dingen tot een goed einde te brengen. Voor de overgrote meerderheid van de vrouwelijke beroepsrenners is er geen loopbaanadvies, geen financiële buffer die hen wat tijd geeft om een baan te vinden, of om uit te zoeken wat ze daarna kunnen doen.
Professionele atleten verdienen een volwaardige verloning die hen in staat stelt te leven van hun sport zonder een constante druk te voelen om te presteren. Ze moeten hun beroep kunnen uitoefenen zonder een race naar contracten of sponsering te moeten voeren. Er is nood aan deftige contracten die niet beperkt zijn in tijd of verbonden zijn aan resultaten. Contracten waarin naast verloning uiteraard ook andere zaken zoals verzekering, medische kosten en testen, reiskosten, ondersteuning en omkadering worden voorzien. Contracten die juridisch bindend zijn en dienen te worden nageleefd en de atleten in staat stellen de periode na hun wielrennerscarrière zonder stress te kunnen overbruggen. Dit dient gepaard te gaan met de nodige publiek georganiseerde en gefinancierde (loopbaan)ondersteuning.
Niet enkel vrouwelijke atleten
De Cyclists’ Alliance toont via haar laatst bevraging dat de loonongelijkheid tussen de hoogst en laagst betaalde renners toeneemt. Een gegeven dat we overigens waarnemen in elke sport, evenzeer bij mannen als bij vrouwen. Ook bij mannen zijn contracten beperkt in tijd, gekoppeld aan prestaties … en heeft dit alles eveneens een enorm effect op het mentaal welzijn.
Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen blijft de boventoon voeren in de meeste professionele sporten – en het professionele wielrennen behoort tot de ergste – met een vicieuze cirkel van enorm onevenredige financiering, uitbetalingen, steun en aandacht voor mannen en vrouwen in deze sport. Op deze manier weerspiegelt de sport de realiteit van veel vrouwen in onze kapitalistische maatschappij, waarbij de vrouw veelal gereduceerd wordt tot een tweederangspositie. Op deze manier wordt de ongelijkheid niet alleen verder in stand gehouden, maar is er eveneens een ongelijkheid in kansen geïnstitutionaliseerd.
Als er echter al een niveauverschil is, heeft dit vaker te maken met het enorme verschil in de financiering en de omkadering, en niet met de intrinsieke capaciteiten van de atleten en atletes zelf. Een gemiddeld UCI-team voor de mannen in de World Tour bijvoorbeeld heeft een budget van ongeveer 16 miljoen dollar; het gemiddelde budget van een vrouwenteam bedraagt slechts 200.000 dollar. Dit alles kent als oorzaak de manier waarop de onderdrukking van vrouwen historisch is ontstaan door de ontwikkeling van de klassenmaatschappij en hoe deze nog steeds wordt bestendigd door het kapitalistische systeem, dat volgens ons omvergeworpen moet worden om werkelijk gelijkheid te bereiken.
In de sportwereld en in de samenleving in het algemeen moet een gezamenlijke strijd (vrouwen en mannen, sporters en supporters, arbeiders en studente ,…) worden gevoerd om echte gelijkheid en een aan de behoeften van de bevolking aangepaste financiering van de sport, af te dwingen.
Strijden voor verandering
Deze sport, zoals vele andere, wordt gedomineerd door machtige private actoren, zoals Amaury Sport Organisation (ASO), de organisator van verschillende legendarische wedstrijden, waaronder de Ronde van Frankrijk, Parijs-Nice, Luik-Bastenaken-Luik, Parijs-Roubaix en de Waalse Pijl. ASO beheert deze wedstrijden niet in het belang van de wielrenners en supporters, maar om winst te maken.
Winstbejag is inherent aan het kapitalistische systeem; elke evenement- en teameigenaar kijkt alleen naar zijn budget en hoe hij zijn winst kan vergroten. Een einde maken aan dit principe betekent een einde maken aan het kapitalistische systeem, en een democratische socialistische maatschappij opbouwen die de behoeften van de meerderheid dient, niet die van de ultra-rijken. Wielrenners, en vooral vrouwelijke wielrensters, hebben dit hard nodig.
Verandering kan alleen worden bereikt door het probleem bij de wortel aan te pakken. Tegelijkertijd is een gezamenlijke en georganiseerde beweging bestaande uit sporters en supporters nodig in de strijd voor een gelijke behandeling in de sport en meer middelen te eisen zodat iedereen sport kan uitoefenen te eisen. Een beweging die strijd voert voor concrete structurele verbetering. Alleen door samen te strijden kunnen we dit bereiken. En alleen door een andere soort samenleving op te bouwen, kunnen wij op duurzame wijze een sportbeoefening invoeren die aan de reële behoeften van de meerderheid tegemoetkomt.
Bronnen
- https://www.standaard.be/cnt/dmf20171222_03257260
- https://dut.bicycle-works.com/pro-cyclists-got-pay-raise-but-women-were-left-out-1545
- https://www.cyclingnews.com/news/new-survey-reveals-25-per-cent-of-female-professional-riders-earn-zero-salary/
- https://cyclistsalliance.org/
- https://www.welovecycling.com/wide/2021/03/26/pro-cycling-are-women-being-treated-equally-yet/
- https://www.active.com/articles/can-women-pro-cyclists-earn-a-living-from-their-sport
- https://www.bicycling.com/racing/a28414741/gender-inequality-cycling/
- https://www.cyclingnews.com/features/racing-below-the-breadline-the-womens-cycling-omerta/
- https://www.bicycling.com/news/a35367673/trek-segafredo-equal-pay-for-womens-worldtour-riders/
- https://nl.campagnerosa.be/dossiers/22470-seksisme-in-de-sport
- https://nl.campagnerosa.be/artikels/21358-24-januari-internationale-dag-van-sportuitoefening-door-vrouwen
- https://nl.campagnerosa.be/acties/22629-rosa-peloton-challenge-volbracht
-
Straffe eerste edities van ‘Pride is a Protest’

Vandaag is het de verjaardag van het massaal protest tegen homofoob geweld in Stonewall in 1969. Agenten vielen een bar binnen waar veel LGBTQI+-mensen waren. De repressie was niet uitzonderlijk, het antwoord van de aanwezigen wel: ze verdedigden zich. Het nieuws hierover ging rond en er ontstond massaal protest op straat. Dit is de oorsprong van de Pride. Met ‘Pride is a Protest’ wil Campagne ROSA de traditie van strijdbaar protest nieuw leven inblazen.
Dat protest nodig is, blijkt uit internationale voorbeelden zoals de homofobe wetten van Orban in Hongarije. Tijdens de WK-wedstrijd tussen Nederland en Tsjechië mochten de oranje supporters geen regenboogvlaggen in het fandorp in Boedapest meenemen. Het toonde zowel de brede solidariteit in het verzet tegen homofobie als de noodzaak om actief te protesteren.
Het is niet enkel in het buitenland dat er homofobie is. Ook bij ons betekent de toenemende wettelijke gelijkheid niet dat er echte gelijkheid is. De emotionele getuigenissen tijdens de open micro van de Pride is a Protest in Gent gaven aan dat er nog veel vooroordelen bestaan, maar ook dat een systeem van tekorten leidt tot spanningen en discriminatie. Zoals we in aanloop naar de acties op deze site schreven: “Het komt erop aan de maatschappij fundamenteel te veranderen, en niet gewoon hier en daar van een likje (regenboog)verf en herstellingswerken op korte termijn te voorzien.” (Lees ons artikel: https://nl.socialisme.be/87474/lgbtqi-echte-gelijkheid-moet-nog-afgedwongen-worden)
Pride is a Protest kende eerste edities in Antwerpen, Brugge en Gent. Vanuit Leuven, Luik en Brussel werd collectief vertrek naar de betoging in Gent voorzien. Met 600 betogers was de actie in Gent het grootst, daar heeft Campagne ROSA de sterkste traditie van strijdbaar protest gevestigd. Met 150 aanwezigen was de betoging in Brugge opmerkelijk sterk. In Antwerpen waren we met 35. Dat is voorlopig nog kleiner, maar een goede start met een enthousiaste basis voor meer protest. Aansluiten en actief worden bij Campagne ROSA is de beste manier om te bouwen aan volgende acties tegen LGBTQI+-fobie en alle andere vormen van onderdrukking.
Sluit aan bij Campagne ROSA: https://nl.campagnerosa.be/lid-worden
VIDEO
Reportage op het VRT-Nieuws:
Reportage op lokale televisie in Antwerpen:
Video vanop de betoging in Brugge:
FOTO
Fotoreportage door Liesbeth met enkele foto’s van de actie in Antwerpen gevolgd door foto’s uit Gent:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/oZydCuwxGgZ8K4w38]
Fotoreportage door Pol van de actie in Brugge:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/u9kNdsrd92Vt4Fmf8]
Fotoreportage door James van de actie in Brugge:
-
Seksisme: waar komt het vandaan en hoe maken we er een einde aan?

Dossier door Sarah Wrack (Socialist Alternative – ISA in Engeland, Schotland en Wales)
Over de hele wereld staan vrouwen en gender non-conforme mensen op. In navolging van de heldhaftige strijd voor gelijke lonen, wetten tegen discriminatie, het recht op abortus en andere zaken, eisen feministen vandaag iets veel groter: het einde van seksisme. De sfeer tijdens protesten van Londen tot Sao Paulo, van Kaapstad tot Melbourne, is dat we geen genoegen nemen met wat gerommel in de marge om de ergste gevolgen van genderonderdrukking te verzachten. In plaats daarvan verklaren we dat deze onderdrukking totaal onaanvaardbaar is en eisen we de uitroeiing ervan.
Socialisten erkennen dat dit inherent is aan het potentieel voor revolutionaire strijd – omdat voor het beëindigen van seksisme in al zijn vormen een fundamentele systeemverandering nodig is. Het is dus van essentieel belang dat er binnen de feministische beweging een discussie plaatsvindt over wat voor soort verandering nodig is. Wij pleiten voor een socialistisch feminisme, dat strijdt voor een socialistische transformatie van de samenleving, vooral vanwege ons begrip en onze analyse van waar seksisme en de onderdrukking van vrouwen in het algemeen vandaan komen.
Er is niets natuurlijks aan seksisme of aan welke vorm van onderdrukking dan ook. Geïnstitutionaliseerde ongelijkheid tussen verschillende seksen heeft niet altijd bestaan. Gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis bijvoorbeeld, overleefden mensen op basis van jagen en verzamelen. Er zijn aanwijzingen dat in deze samenlevingen mannen en vrouwen misschien verschillende rollen hadden, maar deze rollen werden niet verschillend gewaardeerd en leidden dus niet tot een verschillende sociale status of levensstandaard. In feite was er geen materiële ongelijkheid van betekenis mogelijk tussen de verschillende delen van deze gemeenschappen – omdat zij over het algemeen slechts genoeg konden produceren voor het dagelijkse levensonderhoud en niet in staat waren om overschotten op te slaan. Zij waren afhankelijk van de collectieve inspanning van de hele groep om in hun basisbehoeften te voorzien.
De oorsprong van de onderdrukking van de vrouw
De ontwikkeling van de landbouw maakte het voor het eerst mogelijk om op een consistente manier een overschot te produceren en op te slaan, wat leidde tot een verandering van alle aspecten van het leven en van de manier waarop de maatschappij was georganiseerd. In wezen was dit een ontwikkeling die de menselijke samenlevingen vooruit stuwde en de mensen bevrijdde van totale onderwerping aan de natuur. Maar, zoals Friedrich Engels, de dichtste medestander van Karl Marx, schreef in zijn baanbrekende boek ‘Oorsprong van het gezin, private eigendom en de staat’: “Het zijn de laagste belangen — gemene hebzucht, brutale genotzucht, vuile gierigheid, baatzuchtige roof van gemeenschappelijk bezit, die de nieuwe, de beschaafde, de klassenmaatschappij inwijden; het zijn de verachtelijkste middelen — diefstal, geweldpleging, arglistigheid, verraad — die de oude klasseloze gensmaatschappij ondermijnen en ten val brengen. En de nieuwe maatschappij zelf is gedurende de volle tweeëneenhalfduizend jaar van haar bestaan nooit iets anders geweest dan de ontwikkeling van een kleine minderheid op kosten van de uitgebuite en onderdrukte grote meerderheid, en ze is dat thans meer dan ooit.”
De arbeidsdeling werd veel ingewikkelder – niet alleen jagen of verzamelen, maar landbouw, handel, scheepvaart, handwerk, geldlenen. De bevolking groeide exponentieel en begon in gebieden te wonen die meer op hun handel dan op hun stam waren afgestemd; terwijl anderen migreerden voor werk, wat betekende dat voor het eerst mensen tussen volken woonden die niet de hunne waren. Dit veranderde de relatie van de mensen tot het land, dat voor het eerst werd opgeëist als eigendom, en gekocht en verkocht. Er waren conflicten, oorlogen en slavernij in het streven naar productie en controle van meer land en grondstoffen. De mannen in (aanvankelijk gekozen) machtsposities – van oudsher vooral ceremonieel, spiritueel en soms militair – namen in toenemende mate beslissingen over het gebruik en de verdeling van grondstoffen. Meer en meer werden deze leidende posities, samen met materiële bezittingen, doorgegeven aan de dichtstbijzijnde bloedverwant, waardoor de vroegste vorm van adellijke families ontstond. Deze families begonnen zich te groeperen op basis van hun rijkdom en voorrechten, en vormden zo een klasse die zichzelf wettelijke voordelen verschafte en de middelen om rijkdom te produceren als hun eigen bezit beschouwde.
Vanwege het belang van het militaire aspect van de functie – wat betekent dat bijzondere kracht werd gewaardeerd – namen vrouwen meestal geen leidinggevende positie in, des te meer naarmate het veiligstellen van de beste grond en grondstoffen belangrijker werd. Vanwege de fysieke aard van het werk in de landbouw en de noodzaak om lange tijd ver van huis te zijn, was het ook niet gebruikelijk dat vrouwen het grootste deel van dit werk deden. En tegelijkertijd betekende het groeiende belang van erfenissen – van titels en rijkdom – de noodzaak om zeker te zijn van bloedlijnen en afstamming. Dit leidde tot de ontwikkeling van verschillende mechanismen om het lichaam en de seksualiteit van vrouwen te controleren, en hun ondergeschiktheid aan mannen in de zich ontwikkelende structuur van het kerngezin, en in de maatschappij in het algemeen.
Vrouwenonderdrukking onder het kapitalisme
De samenleving is duidelijk sterk veranderd in de millennia die sinds de meeste van deze ontwikkelingen zijn verstreken. Maar noch de verdeling van de maatschappij in klassen, noch de systematische onderdrukking van vrouwen zijn overwonnen – zij zijn sindsdien alleen maar verder ontwikkeld door elke vorm van klassenmaatschappij. In sommige opzichten heeft het kapitalisme veranderingen teweeggebracht die sommige van de hierboven beschreven veranderingen tegengaan. De ontelbare jobs die nodig zijn voor een moderne kapitalistische economie, alsmede de ontwikkeling van diensten zoals kinderopvang, en de massaproductie van machines om huishoudelijke taken gemakkelijker te maken, zouden theoretisch moeten betekenen dat vrouwelijke arbeiders volledig kunnen deelnemen aan de productie. We hebben het wettelijk recht op gelijkheid verworven, vooral in veel westerse landen.
En toch blijft ongelijkheid welig tieren. Wereldwijd is 25% van de parlementsleden vrouw. Vrouwen krijgen 63% betaald van wat mannen verdienen. Het kapitalisme profiteert van genderonderdrukking. Het profiteert economisch van het onbetaalde werk dat vrouwen thuis doen – de Britse economie zou bijvoorbeeld jaarlijks 140 miljard pond verdienen – en van de schandalige onderbetaling van miljarden vrouwen, die vooral geconcentreerd zijn in laagbetaalde sectoren zoals de detailhandel, de horeca en de zorg. Het systeem profiteert ook van de vercommercialisering van het lichaam van vrouwen en LGBTQ+’s – via reclame, cosmetica en uiteindelijk de seksindustrie. En het profiteert van het propageren van verdeeldheid zaaiende ideeën die de maximale eenheid van arbeidersklasse en jongeren in de strijd voor systemische verandering verhinderen.
Het is echter niet alleen vanwege deze materiële voordelen dat de onderdrukking van vrouwen voortduurt. Wanneer de dominante vorm van de maatschappij in de loop van de geschiedenis is veranderd, is dat niet in een totale breuk gebeurd. Overblijfselen van het oude blijven binnen het nieuwe. De onderdrukking van vrouwen die ontstond als bijproduct van de ontwikkeling van het privébezit werd een feit dat diep verankerd was in elk aspect van het menselijk leven; het ontwikkelde zijn eigen dynamiek. Daarom heeft de onderdrukking op basis van gender weliswaar vooral haar wortels in de rol van de vrouw als draagster van kinderen, zoals hierboven beschreven, maar de ideeën die daaruit voortvloeien hebben gevolgen voor alle vrouwen en LGBTQ+-mensen.
Dit is natuurlijk beïnvloed door de fase en de behoeften van het kapitalisme, maar doorheen zijn geschiedenis hebben het systeem en zijn politieke vertegenwoordigers genderonderdrukking op talloze manieren versterkt: als er al vervolging is van gendergeweld en pesterijen gebeurt dit beperkt, onderfinanciering van jobs en diensten die vooral door vrouwen worden gedomineerd, propaganda over de verantwoordelijkheid van individuele gezinnen tegen asociaal gedraag, beperkingen van het recht van transpersonen om zelf hun geslacht te bepalen en toegang te krijgen tot gezondheidsdiensten, enz.
Waar komt de houding van individuen vandaan?
Maar hoe werkt deze systemische ongelijkheid door in seksisme op individueel niveau? Natuurlijk wijzen veel mensen – in toenemende mate zelfs – deze onderdrukking bewust af en worden zij afgestoten door aanvallen van het kapitalistische establishment. Maar zelfs dan kan niemand van ons zich volledig bevrijden van de invloed van het kapitalisme op de manier waarop wij de wereld zien. 32% van de mensen in Groot-Brittannië denkt dat mannen meer seks nodig hebben dan vrouwen, een derde denkt dat er fysiek geweld moet plaatsvinden opdat er sprake zou zijn van verkrachting, en een derde van de mannen (en 21% van de vrouwen) denkt dat er geen sprake kan zijn van verkrachting als de vrouw tijdens een afspraakje heeft geflirt. Dit zijn volstrekt onaanvaardbare en verkeerde ideeën die langzamerhand steeds minder gangbaar worden. Het feit dat ze nog steeds gangbaar zijn, ondanks wetswijzigingen en actieve bewegingen tegen seksisme, toont aan dat het veranderen van attitudes geen eenvoudige zaak is. De ideeën die mensen erop nahouden – en het gedrag dat daaruit voortvloeit – weerspiegelen het soort samenleving waarin we leven. Dus hoewel het absoluut juist is om elk individueel geval van seksistisch gedrag aan te vechten, moeten we uiteindelijk voor grotere veranderingen in de maatschappij strijden – en dat moet onze belangrijkste focus zijn.
De belangrijkste factor die de ideeën van mensen verandert, is hun eigen praktische ervaring. In 1987 zei 48% van de Britten het eens te zijn met de stelling “de taak van een man is geld te verdienen, die van een vrouw is voor huis en gezin te zorgen.” In 2017 was dat nog maar 8%. Een van de grootste redenen voor deze mentaliteitsverandering was de instroom van vrouwen in de beroepsbevolking. Het percentage vrouwen in het Verenigd Koninkrijk met een voltijdbaan steeg van 29% in 1985 tot 44% in 2017. Dit werd vooral ingegeven door de behoeften van het kapitalisme, maar de relatie tussen realiteit en ideeën is natuurlijk tweezijdig. Eenvoudig gezegd: meer werkende vrouwen verandert de houding ten opzichte van werkende vrouwen, wat ertoe bijdraagt dat meer vrouwen willen werken, enzovoort. Daarom is het belangrijk te vechten voor wettelijke rechten en materiële middelen die vrouwen nodig hebben. Gebrek aan kinderopvang, jobs, loon, gezondheidszorg enzovoort kan vrouwen (vooral uit de arbeidersklasse) ervan weerhouden de rol in de samenleving te spelen die zij anders misschien zouden willen spelen, wat weer gevolgen heeft voor de houding tegenover vrouwen. Die houding wordt dan weer gedeeltelijk aangewakkerd door het establishment om het gebrek aan middelen en kansen te rechtvaardigen.
Het effect van strijd
Een ander centraal element dat attitudes kan veranderen is strijd. Massabewegingen tegen onderdrukking kunnen zeer snelle veranderingen teweegbrengen. Onderzoeken hebben bijvoorbeeld een significante vermindering gevonden in zowel expliciete als impliciete racistische attitudes onder blanken in de VS sinds het begin van de Black Lives Matter-beweging in 2013. Vergelijkbare studies hebben een vermindering van de afwijzende houding ten opzichte van seksueel geweld gevonden sinds #MeToo en één studie meldde zelfs dat 51% van de mannen beweert zijn gedrag te hebben veranderd als gevolg van die beweging. Deze bewegingen hebben een discussie over onderdrukking, vooroordelen en ongelijkheid in het publieke bewustzijn gebracht, en hebben ervoor gezorgd dat mensen – vooral maar niet alleen zij die actief aan de protesten hebben deelgenomen – de dingen anders zijn gaan zien.
Strijd over andere kwesties, waarbij mensen van alle genders zij aan zij strijden, kan ook een veranderend effect hebben. Tijdens de mijnstaking van 1984-85 speelden veel vrouwen een actieve rol, ook al werkten ze meestal zelf niet in de mijnen. Ze zamelden geld in, spraken op vergaderingen, organiseerden solidariteitsevenementen. De gedeelde ervaring van deze strijd veranderde bij veel mannen het beeld van hun partners, zusters, enzovoort. Het deed het zelfvertrouwen van vrouwen toenemen om ook een betere behandeling te eisen. Dit is een belangrijk punt voor socialistische feministen: eenheid van de arbeidersklasse en massale strijd zijn essentiële onderdelen van de strijd tegen reactionaire ideeën.
Maar zoals eerder uitgelegd, zijn zelfs deze bewegingen niet genoeg geweest om seksistische ideeën uit te roeien. Seksisme heeft nog steeds een enorme invloed op al onze levens – door seksuele intimidatie en misbruik, geweld tegen partners, zwangerschapsdiscriminatie, seksistische kledingvoorschriften op school of op het werk, en op vele andere manieren. Dat komt omdat het systeem dat aan deze ideeën ten grondslag ligt nog steeds intact is. Om echt de kans te krijgen seksisme voor eens en voor altijd te beëindigen, moeten we vechten om het kapitalisme te stoppen.
Het voorbeeld van de Russische revolutie
In 1917 leidde de bolsjewistische partij de Russische Revolutie om het tsarisme omver te werpen en er een echte arbeidersdemocratie voor in de plaats te stellen. Ze ondermijnden de materiële voorwaarden voor seksisme. En ze veranderden de wet: op een moment dat vrouwen in de meeste andere landen nog aan het strijden waren voor het kiesrecht, legaliseerden de bolsjewieken echtscheiding en abortus op verzoek en schaften ze de onschendbaarheid van het huwelijk bij verkrachting af (75 jaar eerder dan in Groot-Brittannië!). Ze voerden gelijk loon voor gelijk werk in, 16 weken betaald zwangerschapsverlof, en het recht voor moeders die borstvoeding gaven om niet meer dan vier dagen per week te werken en regelmatig vrijaf te krijgen voor het geven van borstvoeding. Zij richtten crèches, openbare wasserijen en restaurants op om de dubbele last van werk en huishoudelijke taken waarmee de meeste vrouwen werden geconfronteerd, te verlichten.
Dat wil niet zeggen dat deze veranderingen het seksisme uitroeiden – de oude ideeën verdwenen niet alleen omdat de wetten werden veranderd. Een populair Russisch gezegde uit die tijd luidde: “Een kip is geen vogel en een vrouw is geen persoon.” De bolsjewieken moesten na de revolutie grote campagnes voeren over zaken als taal en cultuur, om te proberen de achtergebleven ideeën die nog steeds bestonden, af te breken. Er waren grote inspanningen om vrouwen bij de besluitvorming te betrekken. In 1918 werd een nationaal vrouwencongres georganiseerd dat een aantal kwesties besprak, waaronder seksistisch taalgebruik. Het congres stemde voor een verbod op het woord ‘baba’ (dat zoiets betekent als ‘boerinnehoer’). Dergelijke campagnes waren nodig om te voorkomen dat culturele achterlijkheid de vooruitgang van de revolutie zou doorkruisen.
Het tegendeel was waar toen de revolutie in Rusland op haar retour was. De mentaliteit werd enorm teruggedraaid en in feite versterkte en ondersteunde het stalinistische regime zichzelf met reactionaire ideeën. Veel van de materiële verworvenheden werden ongedaan gemaakt, abortus werd bijvoorbeeld in 1936 opnieuw illegaal gemaakt.
De vroege ervaring van de Russische revolutie toont slechts een glimp van wat kan worden bereikt door socialistische verandering. Deze verandering zou niet onmiddellijk een einde maken aan alle seksistische ideeën en gedragingen, maar zou wel de basis leggen om dat te doen. Vandaag is Socialist Alternative actief in alle strijd tegen de afschuwelijke onderdrukking die onder het kapitalisme wordt ervaren. Maar als socialistische feministen weten we dat we in deze gevechten een programma moeten inbrengen waarmee we een socialistische maatschappij kunnen bekomen. Zo’n maatschappij zou de deur openen naar het beëindigen van alle onderdrukking en uitbuiting en een toekomst van overvloed en vrijheid voor allen bieden.
-
Stop seksueel geweld!
Twee weken geleden vonden er gruwelijke feiten plaats op een begraafplaats in Gent. Een meid van slechts 14 jaar oud werd verkracht door vijf jongeren, beelden ervan werden gemaakt en later verspreid op sociale media, waarna het slachtoffer enkele dagen later een wanhoopsdaad pleegde.
Reactie op CampagneROSA.be
Dit is afschuwelijk, en we leven mee met haar familie en nabestaanden. Dit is echter geen geïsoleerde gebeurtenis. Om de zoveel tijd worden we geconfronteerd met dergelijke gelijkaardige en afschuwelijke gebeurtenissen die het nieuws halen of verborgen blijven. Ook België kent een verkrachtingscultuur: zaken als aanranding, seksueel overschrijdend gedrag, “wraakporno”, verkrachting … worden nog te vaak behandeld als een fait-divers. Enkel een kleine minderheid van slachtoffers geven deze feiten aan bij de politie, en enkel een deeltje van deze aanklachten resulteren in juridische straffen. Verkrachtingscultuur uit zich ook in het beoordelen van slachtoffers van seksueel geweld, maar ook als de alom aanwezige negatieve voorstelling die vrouwen reduceert als zwakke lustobjecten.
De overheid heeft hier ook schuld aan. Besparingen in de gezondheidszorg en publieke diensten maken het moeilijker voor slachtoffers van seksueel geweld om hulp te zoeken. Bv een tekort aan personeel, verkrachtingskits en begeleide hulp en beperkte opleiding voor dit soort specifieke hulp is een uiting van de tekorten. Alsook (piloot)projecten die werken rond slachtoffers van seksueel geweld krijgen te weinig financiering om de nood aan hulp te kunnen opvangen. De rol van de overheid speelt ook in het onderwijs, waar lessen over seksuele opvoeding, seksueel grensoverschrijdend gedrag en wederzijdse toestemming nog steeds tekort schieten.
Het besef groeit dat seksueel geweld geen fait-divers is, maar een diepgaand maatschappelijk fenomeen dat aangeklaagd en bestreden moet worden. Sensibilisering is nuttig, maar zal niet volstaan. Er is collectieve strijd nodig waarbij we verzet tegen seksisme en seksueel geweld koppelen aan de maatschappelijke voedingsbodem ervan: dat is de ongelijkheid onder het kapitalisme met onder meer een tweederangspositie voor vrouwen. Enkel een samenleving op basis van menselijke solidariteit en gelijkheid kan de basis leggen om een einde te maken aan alle vormen van onderdrukking, en bijgevolg ook aan seksueel geweld dat daar een onderdeel van is.

-
Seksisme in de sport

Op het laatste EK Turnen besloten de Duitse turnsters om te turnen in een veel comfortabeler lang pak, in plaats van de gekende korte maillots. De reden? Deze outfit is een pak comfortabeler, en ze leveren minder onflatterende foto’s op. Het is maar één van de vele voorbeelden hoe seksisme ook in de sport kampioen is.
Dossier door Irina (Gent), overgenomen vanop CampagneROSA.be
Seksisme in sport heeft vele aspecten. Het gaat om uitsluiting van bepaalde sporten, discriminatie, seksueel geweld en ander grensoverschrijdend gedrag, mediaberichtgeving, toegang tot leidinggevende functies, financiële ongelijkheid,… Zowel in topsport als in de recreatieve sporten (in de wijk of in clubverband) is er sprake van wijdverspreide discriminatie. Commercialisering, onderfinanciering door de overheid en genderstereotypering dragen hieraan bij. Op deze manier weerspiegelt de sport de realiteit van veel vrouwen in onze kapitalistische maatschappij.
Een geschiedenis van uitsluiting
Hoewel het vandaag de dag evident lijkt dat zowel mannen als vrouwen een bepaalde sport beoefenen, was dit lange tijd verre van vanzelfsprekend.
Een bekend, maar ook heel typerend voorbeeld zijn marathons – vrouwen mogen hier pas sinds de jaren ’70 ook officieel aan deelnemen, dit in de nasleep van de heroïsche deelname van loopster Kathrine Switzer aan de Boston Marathon in 1967. Switzer werd tijdens de loop belaagd door (mannelijke) officials die haar uit de wedstrijd wilden halen – wat niet lukte. Vanaf 1972 werd de Boston Marathon ook opengesteld voor vrouwen, maar het werd pas in 1984 een Olympische discipline bij de vrouwen.
Ook voetbal was lang niet officieel toegankelijk voor vrouwen. De eerste clubs worden opgericht tijdens het interbellum, maar worden al even snel verboden of tegengewerkt. Zo legde de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBV) mannenclubs die vrouwenploegen op hun veld lieten spelen sancties op. Desondanks ontstond een levendige competitie, die echter verwaterde omwille van de Tweede Wereldoorlog. In Nederland is het verhaal gelijkaardig. Het is pas in 1971 dat vrouwelijke ploegen opgenomen worden in de KBV, in hetzelfde jaar laat ook de Nederlandse bond pas vrouwen toe.
Nog frappanter is het verhaal van het Engelse vrouwenvoetbal. De eerste clubs ontstonden tijdens de Eerste Wereldoorlog, vooral onder de vrouwelijke arbeidsters van de munitiefabrieken. De Dick, Kerr Ladies Football Club (vernoemd naar de fabriek waarin ze werkten) met z’n roemruchte spits Lily Sparr wordt razend populair, in 1920 trekt een match van hen in Liverpool een publiek van 60 000 mensen. Van zodra de vrouwenwedstrijden echter populairder dreigen te worden dan de mannenwedstijden, verbiedt de Football Association (de Engelse voetbalbond) prompt het vrouwenvoetbal, deze sport zou immers “niet geschikt zijn voor vrouwen”. Ook hier komt er pas en nieuwe toelating in 1971.
Waar geen sprake was van regelrechte uitsluiting, was er wel sprake van sterke discriminatie. Zo waren er in het tennis in de jaren ’50 en ’60 wel toernooien voor vrouwen, maar lag het prijzengeld beduidend lager dan voor mannen. Soms bestond de hoofdprijs voor vrouwen zelfs gewoon uit een aankoopbon voor Harrods’, terwijl mannen wel gewoon betaald werden. Het verschil in prijzengeld bedraagt eind jaren 60 gemiddeld 10:1. Als er ook meer en meer toernooien voor vrouwen afgeschaft worden, besluiten een aantal tennissers, met als grootste boegbeeld Billie Jean King, om de Women’s Tennis Association (WTA) op te richten – een tennisfederatie voor vrouwen, die ijvert voor gelijkwaardige behandeling en verloning. Ze beginnen ook zélf toernooien te organiseren. De WTA betekende een enorme professionalisering in het tennis voor vrouwen, en slaagde er ook in om heel wat seksistische denkbeelden over vrouwentennis te counteren. Ze zijn vandaag de belangrijkste organisator van tennistoernooien voor vrouwen, met legio prijzengelden.
Hoe systematisch de uitsluiting is wordt pas echt duidelijk bij een evenement zoals de Olympische Spelen, waar heel wat sporten samenkomen. Op de eerste Olympische Spelen werden vrouwen niet toegelaten (organisator Pierre de Coubertin vond sportende vrouwen “wansmakelijk”), en het percentage deelnemende vrouwen begint past te stijgen vanaf de jaren ’80, tot 45% van alle atleten op de Spelen in Rio van 2016. Op de spelen in RIO komen bij de vrouwen 131 disciplines aan bod, bij de mannen 161.
De bovenstaande verhalen zijn dus verre van uniek – zowat elke sport kent verhalen van uitsluiting en discriminatie van vrouwen. Elk van die sporten kent ook haar eigen Katherine Switzers en Billie Jean Kings. Om toegang te krijgen tot sport hebben vrouwen zich vaak moeten organiseren en strijd moeten voeren, en die strijd voor gelijkheid duurt tot op vandaag. Het is dan ook niet toevallig dat de toegang tot veel sporten opgeëist wordt begin jaren ’70, in de nasleep van de tweede feministische golf en bredere strijdbewegingen in de samenleving.
Genderstereotypes benadelen vrouwen
Ondanks de vooruitgang, vooral sinds de jaren ’70, wordt sport nog steeds beschouwd als een ‘mannenzaak’, een plek waar mannen hun ‘mannelijkheid’ ten volle kunnen beleven. Dit komt extra naar voor in competitieve teamsporten zoals voetbal, die nog steeds gekaderd worden als “mannenzaak”, liefs met bijbehorend “mannelijk” drankje erbij (herinner je je de ‘Mannen weten waarom’ van Jupiler bijvoorbeeld). Mannen zouden er hun “mannelijke energie” en “drang naar oorlogje spelen” in kwijt kunnen. Dat heel wat vrouwen naar een sport als voetbal kijken én het spelen (in de VS is voetbal bij vrouwen zelfs één van de populairste teamsporten) wordt gemakshalve genegeerd.
Dit stereotype vertaalt zich ook in de sportbeleving en deelname aan sport op jonge leeftijd. Zo is er vooral bij jongeren een grote discrepantie tussen de tijd die aan sport besteedt wordt, blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Op een gemiddelde weekenddag spendeert een jongen gemiddeld 2 uur aan sport en spel, waarvan 52 min enkel aan sport. Bij meisjes zakt dit naar 1u23, waarvan 26 minuten sport. Het IGVM verklaart dit verschil vanuit het feit dat jongens structureel meer tijd hebben dan meisjes, en meisjes vaker in de richting van “zachtere” vrijetijdsbesteding gestuurd worden, zoals muziek en literatuur (waarop zich niets mis mee is, uiteraard). Deze ongelijkheid vertaalt zich ook in het genderevenwicht in heel wat publieke sportinfrastructuur zoals voetbalpleintjes en skateparken, die bijna uitsluitend door jongens bevolkt worden – hierdoor wordt de drempel om deze infrastructuur te gebruiken voor meisjes nog veel groter, stelt het IGVM. Al van op jonge leeftijd wordt het idee dat sport een ‘mannenzaak’ is dus gepropageerd in onze maatschappij. Dit betekent ook dat besparingen op die sportinfrastructuur en begeleiding meisjes en vrouwen als eerste treffen.
Jong geleerd is oud gedaan – ook op volwassen leeftijd sporten mannen vaker, en ze doen dit vaker in clubverband. Slechts 30% van de leden van sportclubs in België is vrouw, al zijn er grote verschillen per sport te noteren. Er zijn geen cijfers over in hoeverre dit kan gelieerd worden aan het feit dat vrouwen vaker zorg- en huishoudelijke taken op zich nemen, maar het is niet heel vergezocht om te stellen dat ook omwille van deze dubbele dagtaak de ruimte voor ontspanning en sport voor vrouwen verkleint.
Deze ongelijkheid zorgt er ook voor dat minder vrouwen doorstromen naar leidinggevende organen van de sportclubs en sportfederaties – er zijn al minder vrouwelijke leden, en ze krijgen bovendien te maken met vooroordelen. Over alle sportfederaties in Vlaanderen zitten er maar gemiddeld 26% vrouwen in een leidinggevende functies, en is slechts 7% voorzitter. Op Europees niveau daalt dit naar 14%, waarvan 4% als voorzitter. Het genderevenwicht bij sportcoaches is ongeveer 50-50, maar ook hier zie je een ‘glazen plafond’, waarbij slechts 22% vrouwen coach is op topsportniveau.
De vrouwelijke takken van sporten worden dan ook makkelijk weggezet als minderwaardig – of het nu gaat om het soort sport (typisch “vrouwelijke” sporten als gymnastiek of kunstschaatsen krijgen beduidend minder aandacht dan typisch “mannelijke” sporten als voetbal of wielrennen), of binnen één sport. Er zijn waslijsten met voorbeelden van denigrerende uitspraken over vrouwelijke sporttakken. Zo vind voetbalcommentator Johan Derksen dat vrouwenvoetbal “niets voorstelt”, en ex-FIFA voorzitter Sepp Blatter “dat de voetbalvrouwen beter strakkere broekjes zouden aantrekken”.
Er wordt ook gemakshalve van uitgegaan dat, omdat mannen gemiddeld over meer spierkracht beschikken, hun sporttakken automatisch interessanter zouden zijn. Hierbij wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat in heel wat sporten zaken zoals behendigheid en tactiek essentieel zijn. Bovendien, het is niet omdat een looprace bij de vrouwen gemiddeld trager verloopt, dat deze automatisch ook minder spannend of interessant wordt. Het is ook dit soort seksisme dat doorsijpelt in de discussie rond het toelaten van transgender vrouwen in de vrouwensport – men gaat ervan uit dan een (biologische) man van nature beter zal zijn in sport dan een vrouw, en zelfs beter dan de beste atletes binnen die sport. Van seksisme gesproken! Wij socialistisch feministen steunen uiteraard transgender vrouwen in de sport en vinden we dat ze binnen hun échte gender (en dus niet biologische sekse) moeten kunnen sporten.
Als er echter al een niveauverschil is, heeft dit vaker te maken met het enorme verschil in de financiering en de omkadering, en niet met de intrinsieke capaciteiten van de atletes zelf. Een frappant voorbeeld hiervan is het wielrennen – de laatste tien jaar wordt hier meer in geïnvesteerd, de professionalisering is groter, wat resulteert in interessantere wedstrijden en een groter deelnemersveld. Dit vertaalt zich ook in meer fans en kijkers – zo zagen dit voorjaar bijna een half miljoen kijkers Marianne Vos Gent-Wevelgem winnen, een record. Ook voor de Amstel Gold race stemden een half miljoen kijkers af op de (overigens prachtige) wedstrijd bij de vrouwen.
Verslaggeving door de normatieve mannelijke blik versterkt seksisme verder
Dat sport wordt weggezet als “mannenzaak”, en dat we in een diep seksistische maatschappij leven, maakt dat ook de sportverslaggeving vaak doorspekt is van seksisme.
Een eerste probleem is dat er gewoon veel minder over de vrouwelijke takken van sporten gesproken wordt – afhankelijk van het land gaat slechts 3 tot 10 procent van de berichten over vrouwensport. Als er dan toch aandacht voor is – zoals bijvoorbeeld de afgelopen jaren in het wielrennen – is de conversatie vaak ongemakkelijk.
Een analyse van Cambridge University uit 2016 (ref) geeft aan dat er ook anders over vrouwelijke atleten gepraat wordt in de media – het gaat minder vaak over hun sportieve prestaties, dan wel over hun privéleven (met wie is ze getrouwd/single) of hun lichaam. Er zijn nog subtielere, maar daarom niet minder schadelijke taalverschillen zijn: zo wordt vaak over ‘vrouwenvoetbal’ en ‘vrouwenwielrennen’ gesproken, maar hebben we het niet over bv ‘mannenvoetbal’ – de standaard is de mannelijke sport, is de onderliggende boodschap. Mannelijke atleten en mannenploegen worden meestal ook zo benoemd, als “mannen”, terwijl bij vrouwen vaker over ‘de meisjes”, ‘de meiden”, of “ de dames” gesproken wordt, veel minder neutrale termen. In het geval van “meisjes” of “meiden” kan je dit zelfs benoemen als infantilisering.
Het pijnlijkst zijn de commentaren op de lichamen van vrouwelijke sporters. Zo werden tennissers Venus en Serena Williams soms weggezet als “te gespierd” en zelfs “apen” (naast seksistisch ook plat racistisch), kreeg zwemster Katie Ledecky te horen “dat ze zwemt als een man”, turnsters MckKayla Maroney en Simone Biles kregen dan weer verwijten “te weinig te glimlachen”. Ook topsporters en olympische medaillewinnaars Justine Hénin en Tia Hellebaut kregen regelmatig commentaar op hun “onvrouwelijke” uiterlijk.
De outfits van sporters zijn eveneens een bron van seksualisering in van het vrouwenlichaam in de media. De onnodig korte pakjes van turnsters werden al eerder aangehaald. De Beach Volley spelers kunnen ervan meespreken – meestal spelen ze deze sport om praktische redenen in bikini (minder zand dat in je kleren kan kruipen, het is geen verplichte outfit meer), maar dit geeft eveneens aanleiding tot het in de markt zetten van de sport als “sexy”, en tot legio commentaren op de lichamen van de atletes. De sportieve prestaties lijken wel bijzaak. Dit effect wordt verder versterkt door sociale media, waarbij een foto of filmpje al snel een eigen leven kan gaan leiden.
Ook binnen de sportverslaggeving is er sprake van een genderonevenwicht: Slechts 33% van journalisten vandaag is vrouw, binnen sportjournalistiek is dit nog veel minder. Bij de spelen in Rio was bv. slechts 1 op 27 Vlaamse sportverslaggevers vrouw, volgens het IGVM. De sportjournalistes getuigen ook van seksisme binnen hun vakgebied – van redacteurs die niet in hun capaciteiten geloven omdat ze vrouw zijn, over seksuele intimidatie op de werkvloer, tot sporters die in ruil voor een interview al te makkelijk eens vragen om een date of seks.
#MeToo in de sport
Net zoals in de brede samenleving zijn ook binnen de sport vrouwen extra kwetsbaar voor seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. De weg naar de top passeert in de sport meestal via bepaalde clubs of coaches, wat de sporters zelf kwetsbaar maakt voor machtsmisbruik. Dit is uiteraard ook zo voor sportende jongens, maar meisjes en jonge vrouwen blijken door hun maatschappelijke positie vaak nog extra kwetsbaar. Ze komen in een positie van afhankelijkheid terecht, binnen een maatschappelijke context waarin vrouwen nog steeds geobjectiveerd en gedenigreerd worden.
Een aantal recente schandalen binnen de gymnastiek maken dit duidelijk. In de VS kwam gymcoach Larry Nassar in opspraak nadat hij honderden jonge atletes misbruikt heeft tijdens zogenaamde “behandelingen”. Wie haar mond opendeed, zag kansen op een olympisch ticket of internationale wedstrijden verdwijnen. Dichter bij huis kwam recent ook de gymnastiekfederatie in opspraak voor grensoverschrijdend gedrag van topcoaches. Hier ging het niet om seksueel misbruik, maar wel om pesterijen en vernederingen van tienermeisjes, vaak met ernstige psychische klachten tot gevolg. Topcoach Gerrit Beltman gaf zelfs openlijk toe te denken dat dit zo hoorde (Beltman gaf de mishandeling ook toe en excuseerde zich). Ook hier werd dit geweld dus genormaliseerd, en was het bijzonder moeilijk voor de slachtoffers in kwestie om zich erover uit te spreken. Wie sprak, mocht vertrekken of werd weggepest. In zo’n omgeving is het bijzonder moeilijk om eventueel misbruik of grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar te maken.
Niet enkel in de gymnastiek is grensoverschrijdend gedrag een probleem – de almacht van coaches werkt machtsmisbruik in de hand. In 2017 getuigden een judoka, een atlete en een zwemster nog over seksueel misbruik door coaches, en in Engeland kwam grootschalig misbruik van jongens in het jeugdvoetbal aan het licht – het zou gaan om 800 slachtoffertjes, over 300 clubs.
De #metoo beweging maakte dit misbruik al wat beter bespreekbaar. Maar binnen de sport kan er pas wat veranderen als de machtsstructuren binnen sportclubs aangepakt worden – geen enkele atleet zou haar of zijn carrière in gevaar moeten brengen voor melden van misbruik.
Commercialisering van de sport vergroot de ongelijkheid
Je kan het seksisme in de sport niet aanpakken zonder ook het financieringsmodel in vraag te stellen; ook binnen veel sporten is winst voor een kleine groep het motief.
Er gaat veel geld om in populaire sporten. Sport wordt door grote bedrijven gezien als een wingewest, waarbij in ruil voor sponsoring de naambekendheid kan vergroot worden. Tegelijk moet er op alle mogelijke manier winst gemaakt worden – denk maar aan de vaak veel te dure merchandise en tickets voor wedstrijden. Aangezien de typische “mannensporten”, zoals voetbal (Europa en Latijns Amerika), American Football en honkbal (in de VS), cricket, wielrennen, … een grote populariteit kennen, worden zij ook als “commercieel interessantst” gezien. Hier is een pervers mechanisme aan het werk, waarbij grote bedrijven bekende sporters en teams zien als een soort levend advertentiebord, en het feit dat fans zeer veel over hebben voor hun favoriete club of sporter genadeloos uitgebuit wordt. Hoe ver dit gedreven kan worden werd onlangs nog duidelijk in het debacle over de creatie van een Super League in het voetbal, waarbij een extra competitie tussen Euopese topclubs nog meer geld moest opleveren – voor die topclubs en hun sponsors, welteverstaan.
Deze doorgedreven commercialisering resulteert in een concentratie van middelen in de grote clubs van de populaire sporten, waarbij heel wat kleinere sporten, maar ook de vrouwelijke takken van sporten, ondergefinancierd blijven. De ongelijke financiering werkt ongelijke verloning in de hand. Zo is het jaarloon van topvoetballer Neymar jr. zo’n 60 miljoen euro, dat van topspeelster Alexis Morgan 382 000 euro. De tien best betaalde mannelijke voetballers verdienen samen zo’n 265 miljoen euro, de tien best betaalde vrouwen… 1.5 miljoen. Volgens ex-voetballer Imke Courtois verdient een vrouwelijke topvoetballer minder dan een mannelijke voetballer – uit 4e provinciale. Volgens de Cyclists Alliance (die ijvert voor de belangen van vrouwen in de wielersport) krijgt 17% van de 300 ondervraagde wielrensters helemaal geen loon, terwijl de helft het moet stellen met minder dan 10 000 euro per jaar.
Ook qua prijzengeld blijft er een kloof: de BBC vergeleek zo’n 55 sporten en kwam tot een gemiddelde kloof van ongeveer 17%. In heel wat sporten, zoals wintersporten, atletiek, veldrijden en tennis werden prijzengelden gelijkgetrokken, vooral sinds de jaren 2000. Vooral in de grote, gecommercialiseerde sporten zoals wielrennen, voetbal en golf blijft de kloof echter bestaan. Zo is er in de Tour de France zo’n 2.3 miljoen euro aan prijzen te rapen, tegenover slechts 50 000 euro in de Giro Rosa (de grootste meerdaagse rittenkoers voor vrouwen). In het voetbal zijn de verschillen nog frappanter – de winnaars van de WK Voetbal 2018, Frankrijk, kregen hier 38 miljoen euro voor, de vrouwen (VS) 4 miljoen euro.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat het hierdoor veel minder evident is voor vrouwen om te leven van hun sport, en dit dus enkel weggelegd is voor een select groepje ‘elitesporters’ – een groepje dat nog veel kleiner is dan bij de mannen. De kleinere geldpot zorgt er eveneens voor dat er minder middelen zijn voor professionele omkadering. Merk trouwens op dat in het huidige financieringsmodel het verschil tussen de profspelers ook heel groot is, met sterspelers die de grote bedragen binnenrijven en al de rest die veel minder verdient – een effect dat zowel bij de mannen als bij de vrouwen speelt. Een verdere commercialisering van de vrouwelijke sporttakken zal dus geen fundamentele verandering betekenen – deze commercialisering maakt sporten immers net minder toegankelijk, zowel voor sporters als voor fans.
Een echte gelijkheid bekomen
Het organiseren van echte gelijkheid begint bij een sterke financiering en democratisering van sport, en dit op alle niveaus. Het model van commercialisering van de sport, naar het voorbeeld van populaire sporten zoals voetbal, kan geen echte, duurzame gelijkheid voorzien. Er kunnen hierbinnen wel stappen vooruit gezet worden, zoals het tennis en in mindere mate het wielrennen aantonen, maar ook hier bots je op de limieten van het systeem: de prijs voor grotere budgetten is ook grotere uitbuiting van zowel sporters als fans, en de ongelijkheid tussen de elitesporters (en hun inkomsten) en het gros van de profsporters die verder uitvergroot wordt.
Wij stellen hier tegenover een sport in publieke handen, onder democratisch beheer. Dit omvat een stevige investering door de overheid, via voorzien van infrastructuur, budgetten, begeleiding en opleidingen door de overheid, én het creëren en ondersteunen van democratisch beheerde sportclubs, waarbij zowel sporters, de omkadering, als de supporters mee besturen.
Op deze basis kan je ervoor zorgen dat ook de vrouwelijke sporters en clubs voldoende gefinancierd worden, toegang hebben tot materiaal en infrastructuur, en professioneel omkaderd kunnen worden. Dit komt niet alleen de topsport ten goede, maar nog meer de vele recreatieve sporters. Het zorgt er ook voor dat jongeren (m/v/x) hun interesses kunnen exploreren, zonder dat hierbij financiële of sociale drempels in de weg staan. Deze democratisering doorbreekt ook de hiërarchische structuren in de sportwereld en breekt de macht van coaches en verzorgers, waardoor de kans op misbruik verkleint. In zo’n context is het een stuk eenvoudiger om eventueel misbruik te melden en aan te pakken.
Als socialistisch feministen pleiten we tegen het normaliseren van het scheiden van sportclubs en -infrastructuur volgens gender. Dit draagt immers niet bij aan een inclusievere of veiligere sportomgeving – integendeel, dit versterkt net de verdeling en draagt verder bij aan het idee dat vrouwen een “beschermde soort” zijn, die, als ze buiten hun “veilige plek” zouden sporten, “aangeschoten wild” zijn (en het idee dat mannen geen controle zouden hebben over hun handelingen). Een écht veilige en inclusieve context voor vrouwen bestaat waar seksistisch gedrag en discriminatie niet getolereerd worden, waar dan ook.
Meer vrouwen betrekken in de sport, het democratiseren van sport en het bestrijden van genderstereotypes kan je niet los zien van de maatschappelijke context waarin we werken. Het kapitalisme overleeft op basis van verdeling en uitbuiting, en organiseert deze ongelijkheid. Het eisen van meer middelen voor sport, en van de democratisering van sport, is dan ook zeker een feministische eis. Het gaat niet zomaar om een randactiviteit – sport en spel maken deel uit van onze ontwikkeling als mens, en zijn ook ontspannend en gezond. Dat vrouwen hierin systematisch benadeeld en ontmoedigd worden is dan ook een groot onrecht – een onrecht dat alleen op basis van een brede beweging voor een andere, socialistische maatschappij rechtgezet kan worden.
Bronnen:
https://en.wikipedia.org/wiki/Women%27s_Tennis_Association
https://igvm-iefh.belgium.be/nl/adviezen/vrouwen_en_sport
https://npokennis.nl/longread/7843/waarom-krijgen-sportvrouwen-minder-betaald
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/10/18/sportjournalisten-getuigenissen/
https://sportmagazine.knack.be/sport/andere-sporten/de-sportmomenten-van-het-jaar-metoo-ook-in-de-sport/article-normal-941439.html
https://www.standaard.be/cnt/dmf20171010_03123327
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrouwenvoetbal_in_Belgi%C3%AB#:~:text=Reeds%20voor%20de%20Tweede%20Wereldoorlog,Femina%20Club%2C%20en%20anderen%20volgden.
https://www.vox.com/2016/8/5/12386612/rio-olympics-2016-women
https://www.statista.com/statistics/1090581/olympics-number-athletes-by-gender-since-1896/
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180426_03484669
https://www.standaard.be/cnt/dmf20160811_02421083
https://weekend.knack.be/lifestyle/fitness/waarom-dragen-vrouwelijke-beachvolleybalspelers-een-bikini/article-normal-741501.html
https://www.vrouwenvoetbalkrant.be/nieuws/2018-04-19/imke-courtois-spreekt-over-de-loonkloof-tussen-mannen–en-vrouwenvoetbal
-
De Istanbul-Conventie is van ons! Internationale solidariteit tegen gender-gerelateerd geweld

Op 2 april riepen Campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en Asociaal beleid), het collectief Violette-Rouge en TJK-E, twee Koerdische feministische organisaties, op tot een protestactie. Aanleiding was de terugtrekking van Turkije uit de Istanbul-Conventie inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. We verzamelden met 30 mensen voor het station van Luik Guillemins, waar toespraken werden gehouden in solidariteit met de vrouwen en LGBTQI+-mensen in Turkije.
door Giulia (ROSA-Luik)
Sinds 20 maart gaan vrouwen in Istanbul en elders de straat op uit protest tegen de beslissing van de Turkse president Erdogan en zijn conservatieve AKP-partij om het land terug te trekken uit deze conventie. Het verdrag is beperkt, maar erkent wel het structurele karakter van verschillende uitingen van geweld tegen vrouwen en het verbindt de ondertekenende staten ertoe om dit geweld op internationale schaal te bestrijden en te voorkomen. Dit biedt uiteraard geen solide oplossing voor gender-gerelateerd geweld maar het stelt wel een grens die niet alleen juridisch is, maar ook symbolisch en politiek.
Geweld tegen vrouwen in Turkije
In 2020 telde Turkije officieel 330 vrouwenmoorden, maar het lijdt geen twijfel dat de werkelijkheid veel ernstiger is. Volgens officiële bronnen heeft 40% van de vrouwen in Turkije ooit in hun leven te maken gehad met fysiek en/of seksueel geweld. Met de intrekking van de conventie legitimeert Erdogan dit geweld als een toelaatbare praktijk. Het doel hiervan is om de politieke breuklijnen te dichten die zijn overwinning bij de volgende verkiezingen bedreigen. Het is geen toeval dat de terugtrekking uit deze conventie samenvalt met de pogingen om de HDP (Democratische Volkspartij), die de feministische strijd en de rechten van de Koerden steunt, uit het parlement te weren.
De intrekking van de Istanbul-Conventie is gericht op de verdediging van een sociale orde waarin het traditionele gezin als pijler wordt beschouwd en vrouwen in wezen worden gedegradeerd tot een ondergeschikte rol die zich beperkt tot het gezin.
Het is een aanval op de seksuele vrijheid van vrouwen en LGBTQI+-personen als onderdeel van een offensief om vrouwen ‘op hun plaats’ te houden. De bedoeling is het idee te versterken dat de zorg voor anderen een ‘natuurlijke’ taak is voor vrouwen, dit in een context waarin steeds meer wordt bespaard op de gezondheidszorg.
Ondanks de kritiek op Erdogan is de EU geen toevluchtsoord voor de rechten van vrouwen en LGBTQI+-personen. Dat maakte Europees president Charles Michel op pijnlijke wijze duidelijk toen hij rustig ging zitten terwijl zijn collega Ursula von der Leyden geen stoel van Erdogan aangeboden kreeg. Ondertussen is er in de Europese landen nog steeds gender-gerelateerd geweld en discriminatie. Gendergelijkheid en LGBTQI+-rechten afdwingen gebeurt met daden, niet met intenties en woorden.
Verzet
Als socialistische feministen weten wij dat de Istanbul-Conventie weliswaar een stap vooruit is ten opzichte van de situatie vóór de ondertekening ervan, maar ook dat er veel meer nodig is om een einde te maken aan gender-gerelateerd geweld. De kapitalistische orde beschouwt de mens als handelswaar en dit systeem voedt zich met onderdrukking. Om gendergelijkheid te bekomen zijn individuele oplossingen ontoereikend. Het kapitalisme moet weg.
Maar al te vaak worden slachtoffers van seksueel geweld, intimidatie en discriminatie gestigmatiseerd wanneer zij een klacht indienen. Dit moet stoppen. De diensten voor slachtofferhulp moeten worden versterkt (in sommige gevallen zelfs opgericht), het personeel dat deze klachten ontvangt moet worden opgeleid en de daders moeten worden vervolgd. De toegang tot zorg, onderdak en huisvesting moet worden gedemocratiseerd zodat slachtoffers weg kunnen uit gewelddadige situaties, onder meer door een grootschalig plan voor de bouw van sociale woningen en meer publieke middelen voor de gezondheidszorg. Campagne ROSA benadrukt ook dat emancipatie en bevrijding van structureel gender-gerelateerd geweld niet mogelijk zijn zonder economische onafhankelijkheid. Dat betekent toegang tot degelijke lonen en pensioenen.
-
Oprichtingsverklaring van ROSA – Internationale Socialistische Feministen
Campagne ROSA is al enige tijd bezig met zich internationaal te organiseren. Dit ging gepaard met een oprichtingsverklaring die in maart 2020 werd gepubliceerd. Deze verklaring is nu vertaald naar het Nederlands.

1. Over de hele wereld vechten vrouwen terug tegen geweld, discriminatie en onderdrukking. Er is een groeiend besef dat het kapitalistisch systeem onderdrukking voedt en creëert. We moeten van onderuit opstaan en elkaars strijd in alle landen steunen. In de voetsporen van de socialistische pionier Rosa Luxemburg en de verzetsheldin Rosa Parks zijn wij, die ons organiseren in het ROSA netwerk, socialistische feministen en willen wij bijdragen aan een mobilisatie vanuit de basis tegen het kapitalistische systeem en voor een internationale strijd tegen vrouwenonderdrukking.
2. Vrouwelijke werknemers worden zwaar uitgebuit onder het kapitalisme. Wereldwijd verdienen vrouwen 24 procent minder dan mannen. Zij doen meer dan 75 procent van het onbetaald huishoudelijk werk. Vrouwen vormen de meerderheid van de armste laag vandaag. Een op de drie vrouwen wereldwijd heeft in haar leven te maken gehad met een vorm van fysiek of seksueel geweld. Maar zo hoeft het niet te zijn!
3. In Latijns-Amerika en Rusland, bijvoorbeeld, is het gigantisch aantal feminicides zichtbaar gemaakt en bestreden door de groeiende feministische beweging. De controle over vrouwenlichamen strekt zich uit van regeringen die kledingvoorschriften opleggen, tot beperkingen van het recht om zelf te beslissen over zwangerschap of ouderschap, tot machtsuitoefening door verkrachting en seksuele intimidatie. Een verstikkende, onaangepaste kijk op seksualiteit stigmatiseert alles wat buiten of anders is dan de heteroseksuele norm. We lijden hier allemaal op de een of andere manier onder. Genderrollen in de huidige samenleving leren mannen van jongs af aan om meer ruimte in te nemen en vrouwen om passiever te zijn.
4. We bundelen onze krachten en worden sterk met onze gemeenschappelijke stem, we gaan tekeer, we eisen controle over ons eigen lichaam. De strijd van vrouwen heeft de laatste jaren enkele belangrijke overwinningen behaald, zoals de collectieve strijd zoals #MeToo, Ni Una Menos en nog andere die het bewustzijn tegen seksuele intimidatie hebben verhoogd – wat in sommige landen heeft geleid tot strengere wetten en actieprogramma’s van vakbonden. Stakingen van werknemers bij McDonalds en Google over deze kwestie zijn van vitaal belang geweest om te laten zien hoe we kunnen winnen. Elders is er vooruitgang geboekt, zoals de invoering van het recht op abortus of de afschaffing van wetten inzake het huwen met je verkrachter.
5. Maar zodra de beweging afkoelt, zal de onderdrukking weer toenemen. Voorbeelden zijn rechtbanken die de daders vrijuit laten gaan en de slachtoffers van verkrachting veroordelen. Een wetsvoorstel over trouwen-met-je-verkrachter dat opnieuw wordt ingediend in het Turkse parlement, nadat het in 2016 door de beweging was teruggedrongen. Militairen die verkrachting nog steeds als oorlogswapen gebruiken.
6. Kapitalisten maken enorme winsten dankzij uitbuitende loonarbeid en bijzondere onderdrukking van vrouwelijke arbeiders met slechtere omstandigheden en lagere lonen. Regeringen snijden in de welvaartsstaat totdat deze op zijn knieën ligt, terwijl de rijken en de oorlogsmachines zwemmen in het geld. Mensen met macht bevorderen bewust seksisme, racisme en LGBTQ+-onderdrukking om verschillende groepen tegen elkaar op te zetten. Zelfs in landen die ‘progressieve’ voorlopers waren in de wereld zijn er tegenslagen, zowel wat betreft groeiende klasseverschillen als gendergelijkheid. Dat is inherent aan het systeem.
7. Het kapitalisme moet worden afgeschaft. Het is een systeem dat patriarchale genderonderdrukking en heteronormaliteit dagelijks gebruikt en reproduceert door vooral vrouwen en LGBTQ+-mensen lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden te geven. Het kapitalisme als systeem berust op massale ongelijkheid en vernietiging, met voortdurende economische crisissen. Op dit moment worden enorme sommen geld uitgegeven aan handelsoorlogen om te beslissen welke wereldmacht de wereldmarkt zal beheersen, welke imperialistische macht meer ruimte zal hebben om arme mensen nog armer te maken en de natuur en de rechten van inheemse volkeren te verstoren. Oorlogen ontstaan als gevolg van deze machtsstrijd met dood, lijden en stromen vluchtelingen in het kielzog. En ondertussen brengt het kapitalisme ons dichter bij een totale klimaatcatastrofe door de natuur meedogenloos te blijven plunderen en steeds meer broeikasgassen uit te stoten.
8. De kapitalistische samenleving zou niet kunnen functioneren zonder het enorme aantal uren dat vrouwen besteden aan onbetaalde arbeid in het huishouden. Veel van deze taken zouden efficiënter en milieuvriendelijker kunnen worden uitgevoerd door ze collectief te organiseren in openbare diensten, waardoor de last van de schouders van (voornamelijk) vrouwen zou worden gehaald.
9. In 2019 waren er in een aantal landen opstanden tegen bezuinigingen, systematische ongelijkheid en corruptie en vaak waren vrouwen daarin zowel de organiserende als dominante laag. Sommige rapporten beweren dat vrouwen tweederde van de demonstranten in Soedan uitmaakten en meer dan 40% van de bezetters van pleinen in Irak. Feminisme is een speerpunt geweest van de opstand in Libanon en heeft deze verdiept. De Chileense feministe muziek tegen verkrachting en de staat verspreidt zich als een lopend vuurtje over de hele wereld.
10. In een aantal voorbeelden worden mensen door de troepen van de staat verkracht of met rubberkogels verblind om te voorkomen dat ze in opstand komen. Dit komt omdat de staat niet alleen werkt om het neoliberalisme te beschermen, maar ook de hele kapitalistische economie en klassenmaatschappij. Sommige staten zijn doordrongen van corruptie, nationale onderdrukking en religieus sektarisme om te heersen door verdeeldheid, terwijl andere zogenaamd democratische naties bezuinigen op gezondheidszorg en onderwijs en deze privatiseren, zodat het leven van vrouwen en arbeiders onder druk komt te staan.
11. Figuren als de Amerikaanse president Donald Trump en de Braziliaanse president Jair Bolsonaro hebben bijgedragen tot massale verontwaardiging en bewegingen tegen hun seksistische attitudes. Dat zij hun toevlucht nemen tot aanvallen op vrouwen om steun te verwerven van een klein conservatief deel van de bevolking, is echter een teken van hun zwakte, niet van hun kracht. Massabewegingen kunnen deze regimes ten val brengen. Het is ook niet zo dat er wijdverbreide steun is voor hun hypocrisie. Over het algemeen is de meerderheid van de mensen overal ter wereld boos over het onvermogen van het kapitalisme om een fatsoenlijke levensstandaard te bieden en steunen zij links en zelfs socialistisch beleid. Er is geen stabiele politieke kracht geweest die uitdrukking heeft kunnen geven aan deze woede, waardoor rechts-populistische of reactionaire organisaties in sommige gevallen het vacuüm hebben kunnen opvullen. Antwoorden geven en een weg voorwaarts uitstippelen is één van de taken van de wereldwijde vrouwenbeweging in het algemeen en van socialistische feministen in het bijzonder.
ROSA strijdt voor democratisch socialisme, dat houdt in :
- Een echt leefbaar loon, goede contracten en gegarandeerde uren – voor het recht op voltijdse uren. Afschaffing van de loondiscriminatie en de kloof tussen mannen en vrouwen door de lage lonen af te schaffen – haal het uit de winsten van de bedrijven, niet uit het loon van de mannen!
- Een aanzienlijke vermindering van het aantal voltijdse werkuren zonder verlies van loon. Dit zou de volksgezondheid en de gelijkheid ten goede komen en iedereen een inkomen verschaffen. Werkgelegenheid moet zeker zijn.
- Welvaart voor iedereen. Betrouwbare sociale verzekeringen, ouderschapsverlof en pensioenen.
- De samenleving moet verantwoordelijk zijn voor goede gezondheidszorg, gratis onderwijs en kinderopvang, een waardig leven op oudere leeftijd, gemakkelijke en betaalbare toegang tot basisbehoeften zoals water, sanitaire voorzieningen, verwarming en elektriciteit. Het gezin mag geen bron van ongelijkheid zijn. Er is een verandering nodig die nu begint, maar die een transformatie van de hele samenleving zal vergen om te worden verwezenlijkt.
- Strijd voor betaalbare huisvesting van goede kwaliteit in handen van de overheid en voor gratis, veilig en groen openbaar vervoer – we kunnen niet vertrouwen op de particuliere sector!
- Stop de objectivering van vrouwen, vecht voor lichamelijke autonomie en het recht van vrouwen om te kiezen. Tegen vrouwenhandel en seksuele uitbuiting in al haar vormen.
- De strijd tegen seksuele intimidatie, seksegerelateerd geweld en objectivering moet alle geledingen van de maatschappij bereiken – van seksuele voorlichting op scholen tot speciale opleidingen voor maatschappelijk werkers, personeel in de gezondheidszorg, politie, rechtbanken en vakbonden.
- Weg met alle patriarchale wetten en discriminatie op grond van geslacht – voor de afschaffing van religieuze rechtbanken en voor de scheiding van godsdienst en staat. De arbeidersklasse, met inbegrip van vrouwen-, vakbonds- en gemeenschapsorganisaties moeten democratische controle krijgen over rechters en de politie om te verzekeren dat zij werkelijk recht spreken.
- Financiële ondernemingen zoals multinationals en banken moeten collectief eigendom worden van de samenleving en van onderaf democratisch worden gecontroleerd door de arbeidersklasse en de armen.
- De maatschappij moet democratisch bestuurd worden op alle niveaus van onderaf met gekozen vertegenwoordigers zonder privileges en met totale transparantie.
- Een volledige transformatie van de maatschappij. De middelen van de belangrijkste sectoren van de economie, met inbegrip van de banken en grote bedrijven, moeten in handen van de overheid komen om een economie te creëren die vrij is van de uitstoot van fossiele brandstoffen en die gericht is op de uitroeiing van armoede en onderdrukking. De economie moet worden gepland en gecontroleerd door de arbeiders.
- Voor een socialistische wereld gericht op vrede en welzijn en tegen hiërarchie en onderdrukking. Laat de mensen leven in harmonie met elkaar, met de ecosystemen, het dierenleven en de natuur als geheel. In een socialistische wereld zullen we in staat zijn ons te ontwikkelen als menselijke wezens, bevrijd van beperkende genderrollen en seksuele onderdrukking.
12. Het is duidelijk dat liberaal-feministische ideeën om meer vrouwen in parlementen en bestuurskamers te krijgen, op niets uitlopen. Vrouwelijke leiders zoals Theresa May in Groot-Brittannië, Angela Merkel in Duitsland en Christine Legarde als hoofd van het IMF steunden allemaal wrede bezuinigingen die het leven, de kansen en de rechten van vrouwen uit de arbeidersklasse schaadden. We moeten het systeem veranderen om echte gelijkheid te bereiken en niet meer vrouwen toevoegen aan posities in de uitbuitende klasse. De strijd voor een echte systeemverandering vereist dat alle mensen uit de arbeidersklasse zich verenigen en strijden voor verbeteringen in al onze levens.
13. ROSA zet zich in voor strijdbare vrouwen-, LGBTQ+- en arbeidersbewegingen die socialistisch feminisme en antiracisme op de voorgrond plaatsen. Elke vorm van seksisme of vooroordeel verdeelt de arbeidersklasse, verzwakt de strijd en moet resoluut bestreden worden. Socialistisch feminisme omvat arbeiders van alle seksen – strijd en discussies zullen het bewustzijn verhogen.
14. Wanneer we staken moeten we ervoor zorgen dat we het systeem raken waar het het meeste effect heeft – het stoppen van de productie en daardoor van de winsten. Grote bedrijven hebben de echte macht over de samenleving en dat is wat we moeten aanvechten.
15. De arbeidersklasse heeft een unieke en machtige positie omdat wij het centrum van de productie zijn. Het onttrekken van arbeid door stakingen en andere vormen van strijd kan deze macht uitoefenen en hele landen tot stilstand brengen. Onder de arbeidersklasse verstaan wij allen die betaalde arbeid (zowel in de formele economie als in de informele sector) als enige bron van inkomsten hebben, met inbegrip van hun gezinnen.
16. Stakingen die de economie tegenhouden is niet genoeg. Waar massabewegingen en stakingen plaatsvinden, moeten we overgaan tot het oprichten van comités waar de mensen betrokken zijn bij het beslissen van hoe niet alleen de beweging zelf, maar de maatschappij als geheel bestuurd moet worden, op weg naar een uitdaging voor de politieke macht van de staat.
17. De traditie van Internationale Vrouwendag op 8 maart heeft als bron de Russische Revolutie, die op deze dag begon toen vrouwelijke textielarbeiders in staking gingen. Dit leidde verder tot een revolutie waarbij de arbeidersklasse in oktober 1917 de macht overnam.
18. Vandaag verspreiden het internationalisme en de vrouwenstrijd zich over de hele wereld. Internationaal socialistisch feminisme zal groeien en zich verenigen met de strijd van arbeiders, antiracisme en het klimaat. Met de arbeidersklasse in de voorhoede zal dit een niet te stoppen kracht worden.
- Voor protesten over de hele wereld op Internationale Vrouwendag op 8 maart. Massale strijd en stakingen op scholen en werkplekken waar mogelijk.
- Voor democratische strijdbare vakbonden die het hele jaar door elke dag voor vrouwenrechten strijden.
- Bouw socialistisch feministische comités op scholen, werkplekken en in gemeenschappen, overal waar problemen en strijd opkomen.
- Versterk de strijd tegen extreemrechts, reactionair tuig, religieus fundamentalisme en het geweld van de staat.
- Werk aan de vorming van nieuwe politieke partijen als instrument om de arbeidersklasse en alle onderdrukte volkeren te verenigen, strijdend voor een socialistisch programma en gericht op de omverwerping van het kapitalisme.



