Category: Partijen

  • Vlaams Belang: lage organisatiegraad. Partij staat voor passief ongenoegen, niet voor actief verzet

    Het VB beweert dat het een oppositiepartij is die de gewone Vlamingen zou verdedigen. De hoge verkiezingsresultaten voor de partij zijn echter vooral een uitdrukking van een passief ongenoegen, niet van een actief verzet tegen het huidige beleid. Een actief verzet zou immers tot andere conclusies komen dan de verdelende oplossingen van het VB. De lage organisatiegraad wordt nu opnieuw aangetoond door de ledencijfers van de partij.

    De site Blokwatch maakte een overzicht van de ledencijfers van het VB de afgelopen jaren. In 2004 beschikte het VB over 17.892 leden. De partij haalde 981.587 stemmen. Dit betekent dat 1,82% van haar kiezers lid zijn van de partij. In andere partijen is de verhouding tussen het aantal leden en het aantal kiezers hoger.

    Dat wijst erop dat het VB voornamelijk passieve steun krijgt maar deze niet organiseert of omzet in een actief verzet tegen het beleid. De vraag is natuurlijk ook wel tegen welke aspecten van het beleid het VB zich zou verzetten, en zeker ook tegen welke aspecten niet. Het sociaal-economisch beleid van de neoliberale coalitie gaat voor het VB niet ver genoeg en in zowat iedere beweging tegen de aanvallen van de regering staat het VB niet aan de kant van de arbeiders en hun gezinnen.

    De organisatiegraad van het VB is er de afgelopen jaren verder op achteruitgegaan. Dat is ook het geval in de traditionele partijen waar steeds meer nadruk wordt gelegd op de rol van reclamebureaus of communicatiedeskundigen. Ook Groen maakt bijvoorbeeld gebruik van een extern communicatiebureau om haar strategie te bepalen.

    De traditionele partijen kenden op 5 jaar tijd een serieuze afkalving. In 1999 telde de CD&V nog 105.939 leden, terwijl er daar in 2004 nog slechts 81.819 van overbleven. Dat is meer dan één vijfde van de leden die hebben afgehaakt (of overleden zijn). Bij de SP.a is er eveneens een sterke achteruitgang van 78.616 tot 67.166 leden. En dat zijn er nog steeds te veel als we SP.a voorzitter Johan Vande Lanotte mogen geloven. Die wil namelijk meer werken met “middengroepen” en NGO’s in plaats van met de leden. Door de afkalving bij de SP.a moet deze partij nu overigens de VLD laten voorgaan op het vlak van het aantal leden (bij VLD was de achteruitgang minder sterk waardoor de partij in 2004 nog 72.748 leden overhield).

    In het VB is er de afgelopen jaren een zekere stagnatie op het vlak van ledenaantallen. In 1999 telde de partij 12.427 leden, in 2004 waren dat er zo’n 17.000 of evenveel als in 2000 (een jaar met gemeenteraadsverkiezingen). In 2005 en 2006 zou er een stijging zijn tot boven de 20.000, maar daar blijft enige onduidelijkheid over de cijfers bestaan.

    De evolutie van de organisatiegraad wijst erop dat deze steeds vrij laag was zodra de partij electoraal doorbrak. Begin jaren 1980 was er nog een redelijk hoge organisatiegraad. De partij telde niet zo veel leden (van 1.231 in 1980 tot 2.630 in 1989) en haalde beperkte electorale scores. De eerste doorbraak van het VB in heel Vlaanderen (zwarte zondag 1991) ging gepaard met een stijging van het aantal leden tot 4.682 in 1992. De jaren hierna was er een gestage opmars. In 2000 bereikte het VB de kaap van de 17.000 leden en de partij bleef stabiel rond dat cijfer tot en met 2004. Hierna werd de kaap van de 20.000 leden genomen. Dat is op zich natuurlijk niet zoveel als je weet dat er wellicht tegen de 1.000 mandatarissen in het VB zijn (gemeenteraadsleden, parlementsleden, provincieraadsleden,…).

    Regionaal gezien kende het VB zowat overal een groei in het aantal leden. In de provincie Antwerpen is er sinds 2000 echter een beperkte terugval. In 2000 beschikte het VB in de provincie over 6.724 leden, in 2004 waren dat er nog 6.574. Dat komt vooral door het arrondissement Antwerpen (de stad en omgeving), waar het aantal leden daalde van 4.821 tot 4.653 in 2004. Samen met Turnhout (waar er een lichte daling was), is Antwerpen het enige arrondissement waar het ledenaantal tussen 2000 en 2004 afnam.

    Deze cijfers over ledenaantallen zijn interessant omdat ze een beeld kunnen geven van de dynamiek die achter een electorale groei zit. Zo zien we bijvoorbeeld dat in Nederland de electorale vooruitgang van de linkse partij SP gepaard gaat met een toename in haar ledenaantallen. Sinds 2000 was er zowat een verdubbeling tot inmiddels 50.000 leden. Bij het Vlaams Belang was er in de jaren 1990 een sterke vooruitgang van het aantal leden, maar de afgelopen jaren is die groei uitermate beperkt.

    De electorale groei zal wellicht nog niet onmiddellijk tot een einde komen, maar het VB moet op steeds meer thema’s vertrekken van een defensieve positie. Naarmate de discussies onder bredere lagen van de arbeiders en hun gezinnen zich meer toespitsen op thema’s als de pensioenen, arbeidsomstandigheden, dure woningprijzen, gezondheidszorg, liberaliseringen (van bvb De Post),… zien we dat het VB er niet in slaagt om “marktleider” te zijn bij het ongenoegen op deze punten. De partij staat rond deze punten immers niet aan de kant van het ongenoegen, integendeel de partij wil net nog verder gaan in de afbraak van de openbare diensten en de arbeidsomstandigheden. Het is geen toeval dat het VB vriendelijk blijft tegenover een Jean-Marie Dedecker die in zijn programma stelt dat alle heil moet gezocht worden in een “flexibele arbeidsmarkt”.

    Het ongenoegen tegenover het neoliberale beleid zal nood hebben aan een politieke vertaling. Het VB kan dit niet bieden, we zullen zelf moeten bouwen aan een politiek instrument. De ontwikkelingen rond het Comité voor een Andere Politiek bieden de beste kansen in jaren om te komen tot een nieuwe formatie. We hebben natuurlijk geen garanties op succes en CAP staat nog in haar kinderschoenen. We willen echter niet wachten tot er een kant-en-klaar politiek alternatief uit de lucht komt vallen, we willen zelf meebouwen aan initiatieven om tot een echt alternatief te komen. Daarin moet de basis een centrale rol spelen. Terwijl de traditionele partijen en ook het VB steeds minder aandacht hebben voor hun leden, maar wel voor reclamebureaus en communicatiestrategieën, zien we bij CAP een tegenovergestelde ontwikkeling. Dat is pas een andere politiek.

  • SP.a en Spirit bekennen: traditionele partijen zijn meer “kieslijsten” dan “partijen”

    In een opmerkelijk artikel in het SP.a-blad Samenleving en Politiek pleiten Johan Vande Lanotte en Geert Lambert voor open verkiezingslijsten in plaats van de oude starre vormen zoals partijen. Daarmee geven ze in feite slechts aan hoe de traditionele “partijen” de afgelopen decennia zijn geëvolueerd. In plaats van partijen in de echte zin van het woord, zijn het meer “kiesverenigingen” geworden.

    De afgelopen 15 jaar zijn zowat alle traditionele partijen in Vlaanderen van naam veranderd. Een opvallend gegeven daarbij is dat ze zowat allemaal de term “partij” lieten vallen. De PVV werd VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten), de CVP werd CD&V (Christen-democratisch en Vlaams) en SP werd SP.a (Socialistische Partij – Anders, maar op termijn wellicht “Sociaal-progressief Alternatief”).

    Dat is geen toeval. Een partij in de traditionele betekenis van het woord is een verzameling politieke militanten die samen discussiëren over politiek en van daaruit tot gezamenlijke inzichten en acties komen. De nadruk ligt dus bij de leden en hun betrokkenheid bij de uitbouw van een politieke kracht. Dat is bijvoorbeeld ook hoe wij met LSP werken en waarom we wekelijkse afdelingsvergaderingen houden met politieke discussies.

    Bij de traditionele partijen zien we een andere ontwikkeling. Steeds meer vergroot de impact van reclamebureaus die bepalen welke standpunten wanneer op welke wijze naar voor worden gebracht. Het zijn niet de VLD-leden, maar reclamefiguren die bepalen dat die partij zich “progressief” moet voordoen. In de SP.a was er de min of meer openlijke confrontatie tussen Patrick Janssens en de SP.a-leden in Antwerpen die zowat elk afzonderlijk campagne voerden bij de gemeenteraadsverkiezingen. Na de overwinning van Patrick Janssens bij de gemeenteraadsverkiezingen zullen de plooien wel glad gestreken worden, maar toch is er de onmiskenbare ontwikkeling naar een stijl van campagnes die meer aan Amerikaanse presidentsverkiezingen doet denken. De rol van partijmilitanten wordt daarbij overbodig, hoogstens zijn ze nuttig als klapvee op mediatieke bijeenkomsten.

    Dat aspect was één van de meest opvallende gegevens bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen. De SP.a wil er nu lessen uit trekken. Vande Lanotte stelt: “Een partij is al lang niet meer het enige orgaan om politieke meningen te kanaliseren, en toch werken we in onze structuren nog zoals honderd jaar geleden. We moeten af van de traditionele politieke partijen. Op verkiezingslijsten moeten ook actiegroepen en geëngageerde individuen zich tijdelijk kunnen presenteren”.

    Vanuit het standpunt van de traditionele politiek klopt dit natuurlijk. Wat is de rol van de leden in de “partij” nog? Buitenstaanders hebben vaak veel meer te zeggen in de partijstandpunten. Destijds werd bij de SP.a zelfs een buitenstaander als partijvoorzitter aangetrokken nadat hij de verkiezingscampagne had geleid. Die man noemde Patrick Janssens.

    Geleidelijk aan wil Vande Lanotte nog verder gaan op dit ingeslagen pad. “We hebben een eerste stap gezet met het uitnodigen van verenigingen op onze congressen. Een contractueel engagement, dat niet exclusief hoeft te zijn, gaat een stap verder. Ik besef dat de koudwatervrees bij ngo’s daarvoor groot is, maar we werken eraan.” Ook bepaalde individuen zouden op die manier kunnen worden aangetrokken. Daarbij werd in de media nogmaals subtiel verwezen naar Rik Torfs en Goedele Liekens.

    De discussies die gevoerd worden in SP.a, maar ook in andere traditionele partijen, maken duidelijk dat dit niet langer “partijen” zijn in de klassieke zin van het woord. Een kleine groep aan de top beslist over alles, al dan niet na consultatie van media-specialisten en reclamefiguren. De rol van gewone leden wordt steeds verder teruggedrongen.

    Tegenover die ontwikkeling is er nood aan een andere politiek die wel vertrekt vanuit het engagement van de basis. Het Comité voor een Andere Politiek rond Jef Sleeckx en andere figuren, wil op die manier werken. Dat gebeurt misschien wat trager als sommigen zouden willen. Er is misschien minder aandacht voor “bekende woordvoerders” dan wat sommigen zouden willen. Maar een andere politiek betekent net dat er ruimte wordt gecreëerd om te discussiëren over een politiek project dat gedragen wordt door gewone arbeiders, jongeren, gepensioneerden, werklozen,… en dat zich keert tegen de neoliberale logica van het huidig systeem.

  • "Da joenk" heeft last van neoliberale opstoot…

    De afgelopen dagen schreven we op deze site reeds hoe het nieuwe Burgermanifest van Guy Verhofstadt een herkauwen was van oude voorstellen uit de neoliberale doos. Aanvallen op de werklozen en werkenden worden er als "progressief" voorgesteld. Op die manier kan het beleid van de voormalige Britse premier Thatcher eveneens "progressief" genoemd worden. Vandaag verscheen er een krachtige lezersbrief in Gazet van Antwerpen over het Burgermanifest.

    De auteur van die lezersbrief is ons onbekend, maar met de inhoud ervan zijn we het volmondig eens. In plaats van steeds de werkenden en werklozen aan te pakken en zelfs te criminaliseren ("werklozen willen niet werken"), zou er beter gewerkt worden aan het creëren van echte jobs aan een echt statuut. Om de middelen daarvoor te zoeken, zou men kunnen beginnen met een daadwerkelijke strijd tegen de grote fraudeurs die gemeenschapsmiddelen ontvreemden.

    De lezersbrief in GVA luidde als volgt:

    Burgermanifest

    "Het joenk" heeft duidelijk weer last van een neoliberale opstoot. Vreemd toch, want de voorzitter van de VLD loopt al weken te verkondigen dat hij wil opschuiven naar het centrum.

    Ik ben benieuwd hoe de mensen van Volkswagen zullen reageren op dit manifest dat hun onzekerheid nog wil vergroten. Beperk de werkloosheidsuitkering in de tijd, zegt Verhofstadt, alsof alle werklozen kiezen om werkloos te zijn. Alsof dat de delokalisatiepolitiek van de ondernemingen zal oplossen.

    Met geen woord rept hij over de grootschalige fiscale fraude. Verhofstadt zou beter jobs creëren bij het ministerie van Financiën. Enkele honderden goed opgeleide controleurs de baan opsturen, dat zou pas een terugverdieneffect zijn.

    De vinger wordt op de wonde gelegd: in plaats van antwoorden te bieden op de winstlogica die leidt tot een scherpere polarisatie tussen arm en rijk, massale ontslagen en herstructureringen,… legt Verhofstadt de verantwoordelijkheid voor wat fout loopt bij de werkenden en de werklozen. Zijn oplossingen komen uit het oude neoliberale vaatje: meer flexibiliteit voor de werknemers, "gratis" nepjobs voor werklozen, beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd.

    In de jaren 1980 verdwenen de liberalen uit de regering toen er teveel protest kwam tegen het neoliberale beleid. Vanuit het ACV werd gesteld dat "da joenk" Verhofstadt onaanvaardbaar was. Vandaag worden de oude standpunten opnieuw bovengehaald. Maar wie zal er politiek op antwoorden? De sociaal-democraten en de christen-democraten zijn mee op de kar van het neoliberalisme gesprongen en staan niet aan de kant van de werkenden, werklozen, gepensioneerden,… Er is nood aan initiatieven zoals het Comité voor een Andere Politiek (CAP) om te beginnen bouwen aan een politiek instrument dat wel aan de kant van de arbeiders en hun gezinnen staat!

  • Enkele interessante videos over het VB

    Op YouTube staan enkele interessante videobeelden over het VB. Onder meer de reportage "Vlaamse Choc" waarin Dewinter werd gevolgd staat op het internet. Verder ook een reportage over de begrafenis van voormalig VMO-leider Bert Eriksson die in interviews zijn trouw aan Hitler bleef zweren. Tenslotte publiceren we ook een link naar een oude reportage over het VB waarin Dewinter zijn kiezers probeert te overtuigen met de mededeling dat het VB van "Borgerokko terug Borgerhout zal maken".

    De onderstaande videobeelden werden op YouTube geplaatst door yelloman. We bedanken hem alvast om hiermee dit materiaal voor een breed publiek toegankelijk te maken.

    > De begrafenis van Bert Eriksson (voormalig VMO-leider): http://www.youtube.com/watch?v=chgiB2VTRM8

    > Vlaamse Choc, reportage over het VB: http://www.youtube.com/view_play_list?p=6AB6E2C196AA8642

    > Een oude reportage over het VB (waarin Dewinter onder meer kiezers probeert te overtuigen met de mededeling: "We moeten van Borgerokko terug Borgerhout maken): http://www.youtube.com/watch?v=QcKrd6AXAvQ

  • Verhofstadt had nog asociale voorstellen over voor een vierde burgermanifest

    Begin jaren 1990 publiceerde Verhofstadt drie burgermanifesten met een reeks voorstellen die de nieuwe koers van de liberalen moesten bepalen. Het vormde de aanleiding voor het lanceren van de VLD met overlopers uit tal van andere partijen. Nadat de stallen recent verder uitgemest werden, was het volgens Public Relations verantwoordelijke Noël Slangen tijd voor een vierde burgermanifest.

    De afgelopen weken werd de basis gelegd om naar buiten te komen met het voorstel om een vierde burgermanifest te publiceren. Eerst werden voorzichtige ideetjes in die richting gelanceerd door verschillende VLD’ers (wellicht gestuurd door Noël Slangen). De reclameboys stellen het zelf: als een bepaalde frase of zin door verschillende figuren vanuit de partij op een zelfde wijze naar voor wordt gebracht, gaat het om een bewuste campagne.

    Vandaag was het dan zo ver. Guy Verhofstadt kwam naar buiten met zijn vierde burgermanifest. Na de vorige manifesten, was hij blijkbaar nog enkele zaken over het hoofd gezien. Het belangrijkste punt is een poging om in te spelen op de actualiteit. Met de discussie over de arbeidstijd (en dus de lonen, maar ook de pensioenen) worden twee vliegen in één klap geslagen. Verhofstadt stelt voor dat een loopbaan berekend wordt op basis van individuele uurregelingen (in plaats van collectieve regels) om het volledig pensioen te laten afhangen van het aantal uren dat iemand gewerkt heeft.

    Dat zou volgens Verhofstadt moeten tegemoet komen aan de vraag van de werknemers naar een soepele arbeidsregeling. Terwijl er natuurlijk wel een vraag is naar soepelheid, is het opdrijven van de flexibiliteit doorgaans geen eis die vanuit de arbeidersbeweging naar voor wordt gebracht. Net zo min als het moeilijker maken van de toegang tot het pensioen. Want ook daar is Verhofstadt duidelijk over: het pakket uren dat nodig zal zijn voor een volledig pensioen, zal hoger liggen dan vandaag.

    Volgens Verhofstadt zijn het de "mensen" die meer soepelheid vragen. In realiteit stelt Verhofstadt voor om het concept van overuren af te schaffen (uiteraard zou de hogere verloning van overuren eveneens verdwijnen) en om een grotere flexibiliteit te kunnen opleggen. Dat is een idee dat nu reeds naar voor komt in de Vlaamse metaalsector. Daar werd, mee op het initiatief van ABVV en ACV, een voorstel gedaan om te komen tot een arbeidsregeling op 6 jaar tijd waarbij de wekelijkse arbeidsduur 48 uur mag bedragen en de dagelijkse arbeidstijd 10 uur. Over een periode van 6 jaar wordt dan gekeken of de arbeider niet teveel uren heeft gewerkt. Dat systeem wil Verhofstadt veralgemeniseren en nog strakker doortrekken. In de Vlaamse automobielsector is de mogelijkheid nu al gecreëerd, maar wellicht zullen andere sectoren volgens als het van de VLD afhangt.

    In plaats van te stellen dat dit een antwoord biedt op de vraag van "mensen" naar meer soepelheid, was Verhofstadt eerlijker geweest als hij had erkend dat dit een antwoord biedt op de vraag van het patronaat naar meer flexibiliteit van de arbeiders.

    Naast de werkenden had Verhofstadt ook nog een paar asociale voorstellen op overschot voor de werklozen. Toen Rik Daems ooit voorstelde om werklozen gratis te laten werken voor de overheid, werd dit niet ernstig genomen. Nu doet Verhofstadt in zijn burgermanifest echter exact hetzelfde voorstel. Hij stelt dat de werkloosheidsuitkering in de tijd moet beperkt worden door langdurig werklozen een deeltijdse buurtjob op te leggen, waarbij de uitkering enkel doorbetaald wordt indien de job aangenomen wordt. Gratis werken voor de overheid dus. Als er dan toch werk genoeg te verrichten is door werklozen, waarom wordt hen dan geen volwaardige job aan een volwaardig loon aangeboden?

    Deze aanvallen op de arbeiders en hun gezinnen probeert Verhofstadt te verkopen als "progressief". Opdat de links-liberale intellectuelen en krantencommentatoren (om Yves Desmet niet te noemen) zeker verleid zouden worden door het burgermanifest, stelt Verhofstadt dat hij bekommerd is om een "open samenleving met sociale rechtvaardigheid" waarbij hij zich verzet tegen het "klimaat van racisme en onverdraagzaamheid". Guy heeft zelfs over armoede gedacht. Om de problemen in Afrika op te lossen is volgens hem 60 miljard euro nodig en dat "is een peulschil voor het rijke Westen. Waar wachten we eigenlijk nog op?"

    In de jaren 1980 werd "da joenk" Verhofstadt verweten een baby-Thatcher te zijn. Terwijl dat op ethisch vlak geen correcte vergelijking is, kan op sociaal-economisch vlak zeker een parallel worden gemaakt tussen Verhofstadt en de Iron Lady Thatcher, één van de belangrijkste boegbeelden van het neoliberaal offensief van de afgelopen decennia.

    De voorgestelde aanvallen op de lonen (door overuren af te schaffen), arbeidscondities (door af te stappen van collectieve arbeidsregelingen), pensioenen (door de toegang moeilijker te maken), werkloosheidsuitkeringen (door werklozen in onbetaalde nepstatuten te dwingen),… moeten we verwerpen. Deze voorstellen zijn op zich niet zo nieuw of spectaculair, ze circuleren wel eens meer in de kringen van het politieke establishment van dit land. Zowat alle traditionele partijen (het Vlaams Belang inclusief) zullen er elementen in vinden die ze zelf ook verdedigen. Tegenover die neoliberale eenheidsbrij is er nood aan een alternatief, aan een andere politiek!

  • Wat na het ongedaan maken van de onverwijlde splitsing van het Vlaams kartel?

    De afgelopen dagen en weken had de Vlaamse politiek een hoog soap-gehalte. De dagelijkse dramatiek leidde de kijkers van het televisiejournaal er toe om na de spannende afsluiter van de dag reeds uit te kijken naar een volgende episode in de discussie tussen CD&V en N-VA met Jean-Marie Dedecker in een hoofdrol. Nadat die in de VLD voor verdeeldheid zorgde, slaagde hij erin om tijdens een blitsbezoek aan de N-VA een gelijkaardig resultaat te creëren.

    Advertentie

    Kleine partij zkt. grote broer. Inhoudel. standpt. zijn meegenomen maar nt. vereist. Bereid om afstand te doen van lastige leden. Vraagprijs: zes parlementszetels. U richten tot Bart De W.

    De komst van Jean-Marie Dedecker naar de N-VA sloeg in als een bom. Bij CD&V zat niemand te wachten op een dergelijk maneuvre van kleine broer N-VA. Die partij is goed als kartelpartner maar moet zich niet teveel roeren, zeker niet als dit gevolgen kan hebben voor de koers van het kartel CD&V-N-VA. De verhoudingen zijn immers duidelijk: CD&V beslist en N-VA mag volgen in ruil voor een aanwezigheid in het parlement en de broodnodige postjes.

    Die verhouding werd nogmaals duidelijk gemaakt door Yves Leterme. "Le nouveau CVP est arrivé", moet Leterme gedacht hebben. Met de belofte van zes parlementszetels kon Bart De Wever gepaaid worden. Die veranderde het schouder van geweer en pleitte voor het behoud van het kartel met CD&V. Een meerderheid van de partijraad van de N-VA volgde hem daarin, ook al werd er eerder quasi unaniem beslist door het partijbureau om in zee te gaan met Dedecker.

    De CD&V toont zich als een machtspartij. De partij is vastberaden om deel te nemen aan een volgende federale regering en Yves Leterme begint zelfs al na te denken over het project dat hij zal voorstellen: een hard neoliberaal beleid naar het voorbeeld van zijn Nederlandse collega Balkenende. Na de Harry Potter besparingen op de sociale zekerheid in Nederland, wil Leterme dit nog eens overdoen in België. Hij beseft zelfs dat dit pijn zal doen (voor de arbeiders en hun gezinnen) en stelt vrij expliciet dat hij bereid is om een protestgolf tegen het asociaal beleid te trotseren.

    In die zin wordt natuurlijk onmiddellijk weerlegd dat het ACW en de vakbond ACV (dat deel uitmaakt van het ACW) het voor het zeggen zou hebben in de CD&V. Die illusie werd gewekt (niet in het minst door de N-VA) toen het ACW pleitte tegen de komst van Dedecker naar het Vlaams kartel. Maar eerder sprak het ACW zich ook al uit tegen het kartel met de N-VA op zich. Het feit dat Dedecker het inhoudelijk goed kon vinden met een groot deel van de N-VA zal daar niet vreemd aan zijn. Maar blijkbaar gaat het de CD&V-leiding enkel om de stijl van Dedecker. Met zijn inhoudelijke boodschap hebben ze minder problemen, anders zou niet zo hard geprobeerd worden om het kartel met de N-VA te behouden.

    In de N-VA zorgde het omkoopaanbod van de CD&V voor verdeeldheid. 62 van de 103 aanwezige partijraadsleden stemden voor het behoud van het kartel nadat zes parlementszetels waren beloofd. Dat geeft aan waar het veel N-VA politici om te doen is: het behoud van de eigen postjes. De partij zit in een existentiële crisis: in 2007 zou het alleen wellicht de kiesdrempel halen, maar wat daarna? Dat leidde tot verdeeldheid tussen diegenen die niet bereid waren om zich te vernederen voor Leterme en diegenen die kozen voor de zekerheid van het kartel, met die opmerking dat binnen dat kartel de krachtsverhoudingen nog eens duidelijk gemaakt zijn voor een breed publiek.

    Deze discussie heeft aangetoond dat Leterme niet de rustige en zakelijke bestuurder is waarvoor hij werd gehouden, maar dat hij ten volle de oude tradities van de machtspolitiek van de CVP beheerst. Ook werd aangetoond dat een rechts en liberaal programma (waar iemand als Bart De Wever uiteindelijk ook voor staat) op zich geen probleem is voor de CD&V. Het ACW zal daar conclusies uit moeten trekken en discussie voeren over de noodzaak van een politiek verlengstuk dat wel opkomt voor de bekommernissen van haar leden. Een dergelijk instrument is er vandaag (nog) niet, maar het zou nuttig zijn om bijvoorbeeld de discussie aan te gaan met Jef Sleeckx en het Comité voor een Andere Politiek. Daar werken reeds een aantal ACV-delegees mee aan de opbouw van een politiek alternatief, maar het is duidelijk dat het politieke vacuüm voor ACV-leden bijzonder groot is.

    De onverwijlde splitsing van het Vlaams kartel is ongedaan gemaakt en Jean-Marie Dedecker staat terug op straat. Het ontslag van Dedecker kan voor een aantal ACV-militanten positief overkomen, maar deze episode heeft aangetoond dat het probleem veel verder gaat dan enkel de figuur van Dedecker. We roepen de ACV-militanten op om eens een kijkje te komen nemen bij het CAP, bijvoorbeeld op de provinciale vergaderingen die de komende dagen plaatsvinden.

  • Het ("links"?) populisme van Spirit…

    De afgelopen dagen was er niet enkel aandacht voor de existentiële vragen bij de N-VA, maar ook voor de toekomstige ontwikkeling van die andere voormalige VU-component. Spirit zit veilig opgeborgen in een kartel dat geleid wordt door de SP.a. De “partij” is in feite niet veel meer dan een verzameling van de aanhang van Bert Anciaux. Die had gezegd wel iets gezien in de “links-populistische” koers van de Nederlandse SP.

    N-VA en Dedecker

    Prijsvraag van de week: was het de N-VA die Dedecker recruteerde of was het Dedecker die de N-VA recruteerde voor zijn project (dat opgehangen wordt rond zijn eigen persoon)? Antwoorden kan je op een gele briefkaart naar Bart De Wever sturen…

    Voor een links-liberale partij zoals Spirit is het wat zoeken naar een eigen plaats op de politieke markt. Dat was destijds al het geval toen de huidige Spirit-groep nog in de Volksunie zat, maar ook vandaag blijft het van toepassing. Spirit is intussen min of meer verworden tot een kleine vleugel van de SP.a.

    Voor de SP.a is Spirit zeker welkom: het is een nuttig instrument om wat extra stemmen rond Bert Anciaux binnen te halen en daarnaast kan het gebruikt worden om de impact van de eigen partijbasis verder te ondermijnen. Lijsten samenstellen gebeurt niet langer met inspraak van de basis, maar na overleg met collega-partijleiders.

    Als Spirit teveel invloed opeist binnen de SP.a, wordt de groep onmiddellijk teruggefloten. Dat zagen we onder meer in Antwerpen toen Spirit een schepenzetel opeiste na een goede persoonlijke score voor de voormalige Groen-politica Fauzaya Talhaoui. Patrick Janssens hield de deur dicht: voor de verkiezingen was al overeengekomen wie er schepen zou worden en daar hoorde het Spirit-lid niet bij. Bijgevolg werd het een duidelijke njet voor Fauzaya. Aandringen was overbodig, de beslissingen worden gemaakt door Patrick en door niemand anders.

    Nu stelde Bert Anciaux dat Spirit een “links-populistische” koers moet varen naar het model van de Nederlandse SP. Die Nederlandse SP lijkt populair te zijn bij Belgische politici. Eerder kwamen er ook al positieve berichten vanuit de SP.a, Groen en zelfs het Vlaams Belang (“Jan Marijnissen had op een VB-lijst kunnen staan…”). Origineel is Spirit dus niet. Anciaux stelde op zijn website: “Zonder enige twijfel zou ik in Nederland SP stemmen. Reeds vele jaren. Jan Marijnissen is een man naar mijn hart. Links, populistisch, eerlijk en rechtvaardig”.

    Nu zou er binnen Spirit enige discussie zijn over de uitlatingen van Anciaux (die gevolgd werd door Els Van Weert). Andere Spiritisten zijn niet bepaald opgezet met de vergelijking met de Nederlandse SP. Het is dan ook niet makkelijk om met een kleine formatie een grote spreidstand te maken tussen liberalisme en een partij zoals de Nederlandse SP die symbool staat voor verzet tegen het neoliberalisme.

    Sommige Spiritisten wijzen erop dat de Nederlandse SP zich “anti-kapitalistisch” opstelt, wat niet bepaald overeenstemt met een “links” liberale visie. De discussie maakt alvast duidelijk dat er in de partij geen eenduidigheid is over hoe Spirit verder kan ontwikkelen. Integendeel, het gaat zowat alle richtingen uit: van verzet (in woorden) tegen het kapitalisme tot liberalisme. Het is niet verwonderlijk dat vroegere VU’ers in zowat alle partijen van het politieke spectrum terug te vinden zijn…

  • VLD progressief? Een kwakkel of een slechte grap?

    Na de duidelijke nederlaag van zijn partij in de gemeenteraadsverkiezingen kwam VLD-voorzitter Somers tevoorschijn met een "operatie herstel van het stemmenaantal". Na jarenlang te hebben geprobeerd om via paljassen als Coveliers en Dedecker te vissen in de vijver van de Vlaams Blok-stemmers, vindt reclamejongen Slangen dat men het over een andere boeg moet gooien.

    Anja Deschoemacker

    Voortaan wordt de eis van de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd "progressief" genoemd, evenals de afschaffing van de progressieve belastingen (waarbij je een hoger percentage betaalt naarmate je een hoger inkomen hebt) en de invoering van een zogenaamde "fair tax", waarbij slechts twee belastingtarieven zouden bestaan (naast het nultarief). Moest de politiek van de VLD – en van alle gevestigde partijen sinds het neoliberale eenheidsdenken ingang vond in de jaren ’90 – niet zo’n tragische gevolgen hebben (het faillissement van Sabena, de massale ontslagen en toekomstige sluiting van VW-Vorst, om er maar enkele te noemen), zou je bij de uitspraken van Somers over de grond moeten rollen van het lachen!

    Nu heeft de Belgische politiek altijd wel een absurd trekje gehad, maar dit is er ver over. De VLD blijft immers gewoon zichzelf, namelijk een asociale neoliberale partij met twee voorname doelstellingen: het verrijken van de heersende elite in wiens belangen ze regeert en de persoonlijke verrijking van haar politiek personeel. Voor beide doelstellingen heeft ze kiezers nodig. En daarom doen de VLD-kopstukken nu alsof de beslissing van VW om de fabriek in Vorst te sluiten niet een doodnormaal gevolg is van de politiek die de VLD nastreeft.

    Als het van de "progressieve" VLD zou afhangen, zouden de ontslagen VW-arbeiders enkele maanden hebben om een nieuwe job te vinden, daarna lonkt het OCMW. Geen excuses, het is immers "conservatief" om te proberen "vast te houden" aan de voorwaarden die vorige arbeidersstrijd aan de patroons heeft opgelegd. Voorwaarden die de werkenden moesten beschermen tegen de willekeur van het patronaat. In Franstalig België loopt voorlopig slechts één politicus rond die deze absurditeit propageert, namelijk Destexhe. Hij ziet het heil van Wallonië in loonsverlagingen en de afbouw van alle bescherming tegen ontslag en hij slaagt erin dit een "progressief programma" te noemen.

    Ook het andere luik van het "denken" van Somers en co raakt kant noch wal. De SP.a zou een "conservatieve" partij zij, de PS en de vakbonden verdienen het etiket "oerconservatief". Indien dit het geval zou zijn, indien de sociaal-democratie en de vakbondstop echt een strategie hadden om onze sociale verworvenheden te behouden, dan zou de arbeidersbeweging zich vandaag niet in de situatie bevinden dat de strijd voor elke job in VW niet eens wordt overwogen.

    Neen, laat ons ophouden met de spelletjes. VLD, SP.a en ook PS voeren een conservatieve politiek. Ze willen immers niet "vernieuwen", maar juist de klok terugdraaien. Voor hen is het "probleem" in België niet dat de armoede toeneemt, samen met de werkloosheid, maar dat het patronaat belemmerd wordt in haar lust naar winsten.

    Deze partijen – en reken daar maar alle traditionele partijen bij, Vlaams Belang inbegrepen – rijden voor hun eigen (bank)rekening. De PS heeft dat overigens ook opnieuw duidelijk gemaakt met de aanhoudende corruptieschandalen, waarbij leden van die partij niet blijken te kunnen weerstaan aan de verleiding om de eigen zakken te vullen.

    Wie voor de volgende verkiezingen een progressief alternatief wil – een alternatief dat de progressieve hervormingen uit het verleden wil behouden en versterken – zal CAP moeten uitbouwen.

  • Dedecker doet het weer. Na de VLD zorgt hij nu ook voor problemen bij CD&V

    Jean-Marie Dedecker is er opnieuw in geslaagd om voor verdeeldheid te zorgen en alle aandacht naar zich toe te trekken. Met minder is het ego van de voormalige judocoach overigens niet gediend. De aankondiging van de overstap van Dedecker naar de N-VA leidde tot een vroegtijdige beëindiging van het kartel tussen CD&V en N-VA. Yves Leterme wou niet met Dedecker op een zelfde lijst staan…

    Dedecker kan er wat van. Maandenlang zorgde zijn optreden voor verdeeldheid en een crisis in de VLD. Nu doet hij dit nog eens flauwtjes over bij het kartel CD&V-N-VA. Zijn overstap volstond om het kartel te beëindigen.

    De overstap van Dedecker kwam deels als een verrassing. De score van de Nederlandse rechts-liberale dissident Geert Wilders (die met 4,9% 9 zetels binnenhaalde voor zijn Partij voor Vrijheid, PVV) had een stimulans kunnen vormen om net door te gaan met een eigen project. Zelfs de naam van Wilders’ partij had geen slechte keuze gevormd voor Dedecker. Ruim tien jaar na de naamsverandering van de PVV tot VLD in België opnieuw met een PVV voor de dag komen, was origineel geweest.

    Maar neen, dat volstond niet voor het ego van Jean-Marie. Het zou hem teveel inspanningen kosten om een eigen partij uit de steigers te krijgen. Dan is het toch wel makkelijker om aan te sluiten bij een bestaande partij, zeker als die partij behoorlijk rechts-liberaal is. De keuze was dus snel gemaakt, ook al betekende dit een enorm probleem voor de N-VA en de CD&V.

    Het ACW was er als de kippen bij om te stellen dat Dedecker voor hen onaanvaardbaar is. Het feit dat hetgeen Dedecker zegt grotendeels overeenstemt met wat Bart De Wever zegt, vormde voorheen slechts een beperkter probleem. In Oostende was CD&V er snel bij om het kartel met N-VA op te zeggen. CD&V vormt er een coalitie met de SP.a van Johan Vande Lanotte. Dedecker was eerder in de VLD resoluut tegen een coalitie met Vande Lanotte en wellicht zal hij dat standpunt als N-VA’er niet bepaald herzien.

    Yves Leterme wil niet op een zelfde lijst staan als Dedecker. Nochtans gaf Dedecker eerder aan dat hij naar de Senaat wil en mogelijk is dat ook de lijst waarop Leterme zal staan om in heel Vlaanderen gebruik te maken van zijn populariteit.

    Resultaat: het kartel behoort tot de verleden tijd en de N-VA kan zich opmaken voor een moeilijke verkiezingsdeelname. De partij zal met ruziestoker Dedecker op zoek gaan naar de 5%. In feite komt het erop neer dat Dedecker wel degelijk met een eigen nieuwe partij opkomt, maar dan wel met deze complicatie dat de nieuwe partij een voormalige kartelpartner van CD&V is. Of dit een aderlating zal vormen voor CD&V is maar de vraag. De partij had wellicht evenzeer pluimen verloren indien het wel met Dedecker een kartel had gevormd. En de toekomst voor N-VA wordt opnieuw wat meer precair als twee dagen geleden.

    De heisa rond Dedecker en de rechts-liberalen (in zowel VLD als N-VA) komt er op een ogenblik dat de collega rechts-liberalen in Nederland eveneens rel schoppen. Rita Verdonck deed een gooi naar de macht in de liberale VVD, maar werd teruggefloten. Dat kwam er na een weinig positieve verkiezingsuitslag voor haar partij.

    Het feit dat het liberalisme tegenwoordig geregeld en door een bredere laag in vraag wordt gesteld, leidt tot nervositeit in liberale rangen. Het leidt tot een zoektocht naar wat ze nu eigenlijk bedoelen met hun liberalisme. Dat wordt versterkt door wat bij veel liberalen de belangrijkste drijfveer is: de zoektocht naar jobzekerheid en carrièreplanning. N-VA is nu amper vertegenwoordigd in het federale parlement, dus daar valt nog iets te rapen voor carrièristen. De keuze van Dedecker is dan ook erg logisch en begrijpbaar. We wensen de N-VA veel succes met ruziestoker Dedecker. Met haar VU-verleden moet de N-VA wel in staat zijn om Dedecker erbij te nemen.

    Bij CD&V reageerde het ACW nu wel op Dedecker, maar eerder niet op De Wever en Bourgeois. Was hun rechts-liberale visie dan geen probleem en is het probleem van de ACW-leiding met Dedecker er één van stijl? ACV-leden die een politiek instrument zoeken voor hun standpunten, hebben duidelijk weinig aan een CD&V die zich steeds meer profileert als rechtse, conservatieve formatie.

    Aanvulling door een lezer

    We kregen een reactie van een lezer die terecht opmerkt dat de houding van het ACW tegenover de N-VA wel moet genuanceerd worden. Er waren eerder reeds reacties vanuit het ACW tegenover Dewever, Bourgeois en de N-VA. Onze lezer verwees naar een standpunt van Ilse Dielen (nationaal secretaris ACV en ondervoorzitter van het ACW) die stelde dat het feit dat "ACW en ACV het kartel CD&V-N-VA niet echt genegen is, een understatement is." En verder: " Iedereen kent ook de standpunten van de N-VA over de sociale zekerheid. Ik denk dat de splitsing van de sociale zekerheid sowieso slecht zal zijn voor alle werknemers. En dat de NV-A nooit de beste vriend is geweest van de vakbonden, dat weet iedereen."

    Sedert 2004 kwam er meer reactie tegen het kartel vanuit het ACW nadat in Brabant, Antwerpen en Limburg een aantal ACW’ers plaats moesten maken voor N-VA’ers. Binnen het ACW stelde men: “Het kartel is een kaakslag voor alle ACW’ers."

  • Volkswagen. De hypocrisie van het Vlaams Belang

    VB-voorzitter Frank Vanhecke schreef een standpunt over het sociaal bloedbad bij Volkswagen in Vorst. Daarbij kiest hij duidelijk kant van het patronaat en tegen de vakbonden. Die hebben bij VW-Vorst een kwalijke reputatie volgens Vanhecke. De afdankingen zelf zijn logisch omdat onze lonen te hoog zouden liggen, aldus de voorzitter van een partij die beweert op te komen voor de kleine man.

    Voor het VB komen de afdankingen bij VW ongelegen. De partij kan zich immers niet sterk profileren op dit thema. Waarom niet? Enerzijds omdat de standpunten van het VB haaks staan op de belangen van de VW-arbeiders, maar anderzijds ook omdat de partij het niet zo begrepen heeft op een actief verzet tegen het huidig beleid. De partij teert liever op passief ongenoegen waarbij het niet zo belangrijk is wat haar eigen standpunten eigenlijk zijn.

    Door het actief verzet van de arbeiders van VW en de duizenden arbeiders die solidair zijn met de arbeiders van VW en onderaannemers, bepalen zij mee de actualiteit. Het VB kan er geen stempel op drukken. Dat zou in VW natuurlijk ook niet zo gemakkelijk zijn: 56% van de werknemers komt uit Vlaanderen, 38% uit Wallonië en 6% uit Brussel. Een dergelijke samenstelling van de arbeiders maakt een eenheid van de arbeiders over communautaire grenzen heen een noodzaak. De splitsing van de metaalcentrale in het ABVV toont hier overigens de enorme stap achteruit die dit betekent voor de arbeidersbeweging.

    Het Vlaams Belang publiceerde toch een standpunt van Frank Vanhecke rond de kwestie van VW-Vorst. Daarin probeert het te antwoorden op de beschuldigingen van “nationalisme” en tegelijk wil het de schuld zoveel mogelijk afschuiven op de regering die onvoldoende zou gedaan hebben om de “loonkosten” aan te pakken. Onze lonen zijn te hoog, dat is wat het VB vandaag zegt.

    Het VB stelt: “Aan onze torenhoge loonkosten en onze concurrentiekracht – het fundamentele probleem – is niets of veel te weinig gedaan.” En verder: “De Belgische loonhandicap in vergelijking met onze buurlanden bedraagt nog altijd 10 procent. Een bedrijf is geen liefdadigheidsinstelling en de rekening is dan vlug gemaakt. (…) De vraag is of de politieke leiders van dit land die structurele en ingrijpende maatregelen willen en durven nemen. Het Vlaams Belang stelde in 2003 al drastische maatregelen voor, zoals de premies op ploegenarbeid vrijstellen van belastingen.”

    Het VB wil dus meer cadeaus geven aan het patronaat om hen hier te houden. Dat de arbeiders en/of de gemeenschap daarvoor moeten opdraaien, zal de partij worst wezen. Neen, het Vlaams Belang wil radicale maatregelen tegen onze lonen. Wat stelt de partij concreet voor? Daar wordt niet op ingegaan, behalve een verwijzing naar fiscale gunstmaatregelen voor premies op ploegenarbeid. Maar dat wordt intussen doorgevoerd, dus zullen “structurele” en “ingrijpende” maatregelen wel wat verder moeten gaan. Wat zou dat betekenen voor bijvoorbeeld de index of de loonnorm die nu wordt onderhandeld? Wat stelt het VB voor, en durft de partij daarmee openlijk naar buiten komen?

    Tegen de vakbonden

    Het Vlaams Belang maakt van de gelegenheid gebruik om nog eens uit te halen naar de vakbonden. Bij VW zouden die een slechte reputatie hebben. Frank Vanhecke verwijst naar een standpunt van Paul Geudens in de Gazet van Antwerpen: “Vandaag gaan we niet zover te beweren dat de syndicale strijdvaardigheid de Belgische vestiging van VW de strop heeft omgedaan of dat Vorst is kapot gestaakt. Maar – we zullen beleefd blijven – een positieve invloed is er evenmin van uitgegaan.”

    Vanhecke gaat verder met zijn aanvallen op de vakbonden en stelt deze voor als “het meest conservatieve bastion van het land” en “vastgeroest bijna in een totaal achterhaalde retoriek over “den baas” – ‘de smeerlap’ – en “de werkman” – het onderdrukte slachtoffer.” Even dachten we dat we hier een stuk lazen van Yves Desmet die in De Morgen ook graag uithaalt naar de conservatieve vakbonden. Nadat de VLD zich “progressief” wou voordoen, wil nu blijkbaar ook het Vlaams Belang op die kar springen. Wie niet bereid is om zich neer te leggen bij een algemene aanval op onze lonen en arbeidscondities, die is “vastgeroest” en “conservatief”. Progressief zou dan betekenen: voor lagere lonen op de meest onmogelijke uren werken en dat gedurende meer uren per week en liefst tot op een leeftijd dat we erbij neervallen.

    Als dat progressief is, hoeft het voor ons niet. Wij denken echter niet dat het terugschroeven van alle sociale verworvenheden uit het verleden progressief is. Het getuigt van een oerconservatieve houding die eerder doet denken aan de patronale standpunten uit de 19e eeuw.

    Bij de verdediging van onze belangen en onze sociale verworvenheden, kunnen we niet rekenen op het Vlaams Belang.We zullen moeten bouwen aan een eigen politiek instrument. Het Comité voor een Andere Politiek biedt daar mogelijkheden toe.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop