Your cart is currently empty!
Verhofstadt had nog asociale voorstellen over voor een vierde burgermanifest
Begin jaren 1990 publiceerde Verhofstadt drie burgermanifesten met een reeks voorstellen die de nieuwe koers van de liberalen moesten bepalen. Het vormde de aanleiding voor het lanceren van de VLD met overlopers uit tal van andere partijen. Nadat de stallen recent verder uitgemest werden, was het volgens Public Relations verantwoordelijke Noël Slangen tijd voor een vierde burgermanifest.
De afgelopen weken werd de basis gelegd om naar buiten te komen met het voorstel om een vierde burgermanifest te publiceren. Eerst werden voorzichtige ideetjes in die richting gelanceerd door verschillende VLD’ers (wellicht gestuurd door Noël Slangen). De reclameboys stellen het zelf: als een bepaalde frase of zin door verschillende figuren vanuit de partij op een zelfde wijze naar voor wordt gebracht, gaat het om een bewuste campagne.
Vandaag was het dan zo ver. Guy Verhofstadt kwam naar buiten met zijn vierde burgermanifest. Na de vorige manifesten, was hij blijkbaar nog enkele zaken over het hoofd gezien. Het belangrijkste punt is een poging om in te spelen op de actualiteit. Met de discussie over de arbeidstijd (en dus de lonen, maar ook de pensioenen) worden twee vliegen in één klap geslagen. Verhofstadt stelt voor dat een loopbaan berekend wordt op basis van individuele uurregelingen (in plaats van collectieve regels) om het volledig pensioen te laten afhangen van het aantal uren dat iemand gewerkt heeft.
Dat zou volgens Verhofstadt moeten tegemoet komen aan de vraag van de werknemers naar een soepele arbeidsregeling. Terwijl er natuurlijk wel een vraag is naar soepelheid, is het opdrijven van de flexibiliteit doorgaans geen eis die vanuit de arbeidersbeweging naar voor wordt gebracht. Net zo min als het moeilijker maken van de toegang tot het pensioen. Want ook daar is Verhofstadt duidelijk over: het pakket uren dat nodig zal zijn voor een volledig pensioen, zal hoger liggen dan vandaag.
Volgens Verhofstadt zijn het de "mensen" die meer soepelheid vragen. In realiteit stelt Verhofstadt voor om het concept van overuren af te schaffen (uiteraard zou de hogere verloning van overuren eveneens verdwijnen) en om een grotere flexibiliteit te kunnen opleggen. Dat is een idee dat nu reeds naar voor komt in de Vlaamse metaalsector. Daar werd, mee op het initiatief van ABVV en ACV, een voorstel gedaan om te komen tot een arbeidsregeling op 6 jaar tijd waarbij de wekelijkse arbeidsduur 48 uur mag bedragen en de dagelijkse arbeidstijd 10 uur. Over een periode van 6 jaar wordt dan gekeken of de arbeider niet teveel uren heeft gewerkt. Dat systeem wil Verhofstadt veralgemeniseren en nog strakker doortrekken. In de Vlaamse automobielsector is de mogelijkheid nu al gecreëerd, maar wellicht zullen andere sectoren volgens als het van de VLD afhangt.
In plaats van te stellen dat dit een antwoord biedt op de vraag van "mensen" naar meer soepelheid, was Verhofstadt eerlijker geweest als hij had erkend dat dit een antwoord biedt op de vraag van het patronaat naar meer flexibiliteit van de arbeiders.
Naast de werkenden had Verhofstadt ook nog een paar asociale voorstellen op overschot voor de werklozen. Toen Rik Daems ooit voorstelde om werklozen gratis te laten werken voor de overheid, werd dit niet ernstig genomen. Nu doet Verhofstadt in zijn burgermanifest echter exact hetzelfde voorstel. Hij stelt dat de werkloosheidsuitkering in de tijd moet beperkt worden door langdurig werklozen een deeltijdse buurtjob op te leggen, waarbij de uitkering enkel doorbetaald wordt indien de job aangenomen wordt. Gratis werken voor de overheid dus. Als er dan toch werk genoeg te verrichten is door werklozen, waarom wordt hen dan geen volwaardige job aan een volwaardig loon aangeboden?
Deze aanvallen op de arbeiders en hun gezinnen probeert Verhofstadt te verkopen als "progressief". Opdat de links-liberale intellectuelen en krantencommentatoren (om Yves Desmet niet te noemen) zeker verleid zouden worden door het burgermanifest, stelt Verhofstadt dat hij bekommerd is om een "open samenleving met sociale rechtvaardigheid" waarbij hij zich verzet tegen het "klimaat van racisme en onverdraagzaamheid". Guy heeft zelfs over armoede gedacht. Om de problemen in Afrika op te lossen is volgens hem 60 miljard euro nodig en dat "is een peulschil voor het rijke Westen. Waar wachten we eigenlijk nog op?"
In de jaren 1980 werd "da joenk" Verhofstadt verweten een baby-Thatcher te zijn. Terwijl dat op ethisch vlak geen correcte vergelijking is, kan op sociaal-economisch vlak zeker een parallel worden gemaakt tussen Verhofstadt en de Iron Lady Thatcher, één van de belangrijkste boegbeelden van het neoliberaal offensief van de afgelopen decennia.
De voorgestelde aanvallen op de lonen (door overuren af te schaffen), arbeidscondities (door af te stappen van collectieve arbeidsregelingen), pensioenen (door de toegang moeilijker te maken), werkloosheidsuitkeringen (door werklozen in onbetaalde nepstatuten te dwingen),… moeten we verwerpen. Deze voorstellen zijn op zich niet zo nieuw of spectaculair, ze circuleren wel eens meer in de kringen van het politieke establishment van dit land. Zowat alle traditionele partijen (het Vlaams Belang inclusief) zullen er elementen in vinden die ze zelf ook verdedigen. Tegenover die neoliberale eenheidsbrij is er nood aan een alternatief, aan een andere politiek!