Category: Partijen

  • Had Marijnissen op een lijst van het Vlaams Belang kunnen staan?

    Het Vlaams Belang heeft steeds oog voor nieuwe trends en probeert er op in te spelen. Na de verkiezingsoverwinning van de Socialistische Partij in Nederland, stelde de partij dat SP-kopstuk Marijnissen even goed op een lijst van het VB had kunnen staan. Een dergelijke recuperatie is natuurlijk populisme ten top gedreven.

    Terwijl de Franstalige PS van Elio Di Rupo in VB-kringen vaak vergeleken wordt met het stalinistische regime dat in de Sovjetunie heerstte voor 1989, kan de radicalere Nederlandse SP – ondanks haar maoïstische verleden – op iets positievere omschrijvingen van het VB rekenen.

    De partij stelde op haar website dat de SP de verkiezingen kon winnen omwille van een kritische houding. Dat de SP zich uitspreekt tegen het neoliberale model dat tegenwoordig ook steeds meer door het VB wordt verdedigd, wordt gemakkelijkheidshalve achterwege gelaten.

    Het VB concentreert zich op de houding van de SP tegenover migranten. Marijnissen stelde dat hij voor de lijsten van zijn partij niet met een positieve discriminatie wil werken. Ook werd nogmaals verwezen naar het oude migrantenstandpunt van de SP, dat inmiddels sterk werd aangepast.

    De SP spreekt zich uit tegen privatiseringen en liberaliseringen, zo wordt gepleit voor een hernationalisatie van de Nederlandse Spoorwegen. De partij is tegen een verdere commercialisering van gezondheidszorg, onderwijs en andere diensten. Ook verzet de SP zich tegen verdere aanvallen op de pensioenen en de uitkeringen. Verder is de SP actief betrokken in campagnes voor een algemene regularisatie van mensen-zonder-papieren.

    Al die standpunten staan haaks op het programma van het Vlaams Belang. Die partij volgt de neoliberale logica van onder meer de VW-directie (“een bedrijf is geen liefdadigheidsinstelling”) of van het Generatiepact dat niet ver genoeg ging voor het VB. Het VB staat niet aan de kant van de arbeiders en hun gezinnen. Dat is een fundamenteel verschil met de Nederlandse SP.

    Het VB is met een anti-establishmentretoriek groot kunnen worden in de jaren 1990. Dat gebeurde voornamelijk op basis van een passief ongenoegen en een zoektocht naar individuele oplossingen. Exact 15 jaar na de Zwarte Zondag van 1991, begint de slinger in een andere richting te gaan. In plaats van een passief ongenoegen, zien we steeds meer actief verzet en een zoektocht naar een politiek alternatief dat daar antwoorden op biedt. Dat geeft ruimte aan de linkerzijde als het naar voor komt met een geloofwaardig alternatief.

  • Vlaams Belang over VW: “Een bedrijf is geen liefdadigheidinstelling”

    Het Vlaams Belang had heel wat tijd nodig om naar buiten te komen met een standpunt over de mogelijke ontslagen bij Volkswagen in Vorst. Er is blijkbaar een reden voor, want het VB blijkt niet bepaald aan de kant van de arbeiders en hun gezinnen te staan. “Een bedrijf is geen liefdadigheidsinstelling, waar de hoofdzetel ook gelegen mag zijn en denkt altijd in termen van rendabiliteit”, aldus het VB.

    Het VB probeert met die uitspraak in te gaan tegen de beschuldigingen van “nationalisme” bij de Duitse vakbonden en directie. Een sociaal bloedbad verbinden met nationalisme, kan uiteraard niet voor het nationalistische VB. “Dat is goed om wat stoom af te blazen, maar is het niet wat al te gemakkelijk?”

    Neen, voor het VB ligt de schuld niet bij de directie. Het zijn de arbeiders zelf die een probleem vormen, want werkgevers in dit land zouden af te rekenen hebben met “waanzinnige loonlasten”. En dat is de schuld van de regering die onvoldoende maatregelen heeft genomen. In de strijd tegen de “loonhandicap tegenover onze buurlanden” bleven “structurele en gedurfde maatregelen uit”.

    Wat stelt het Vlaams Belang hier eigenlijk voor? Dat er nog harder ingehakt wordt op onze lonen om zo beter de concurrentie met de buurlanden te kunnen aangaan? Welke “structurele” en “gedurfde” maatregelen wil de partij? De retoriek van het Vlaams Belang doet wat denken aan de looneisen van pakweg Unizo of het VBO waar ook telkens opnieuw gedurfde maatregelen worden geëist om de cadeau’s aan het patronaat te vergroten. Het patronaat is immers geen liefdadigheidsinstelling.

    Het Vlaams Belang wil blijkbaar aantonen dat het wel degelijk opkomt voor het Patronaal Belang.

  • Politici hebben duizenden euro besteed aan verkiezingscampagne

    Een blik op de verkiezingsuitgaven van de individuele politici en de partijen is ontluisterend. De gegevens uit Antwerpen werden bekend gemaakt in verschillende media. De partij die het meest uitgaf was de SP.a met 112.896 euro voor de campagne in Antwerpen. Het VB deed het met 88.784 euro. VLD-schepen Ludo Van Campenhout gaf voor zijn persoonlijke campagne 8.849 euro uit. Andere toppolitici komen dicht in zijn buurt.

    Er zijn dus miljoenen oude Belgische franken uitgegeven door de verschillende partijen. De kandidaten hielden het op enkele honderdduizenden franken… Deze budgetten zijn opvallend en staan in een groot contrast met bijvoorbeeld de middelen waarover de kandidaten van LSP/MAS beschikten. De individuele kandidaten gaven niets uit en de lijst zelf deed enkel op nationaal vlak kosten voor een affiche en pamflet. Op nationaal vlak gaven wij minder uit dan wat Filip Dewinter persoonlijk heeft besteed aan zijn campagne.

    Onder de cijfers staan er enkele opvallende gegevens. Patrick Janssens (SP.a) gaf 8.450 euro uit voor zijn persoonlijke campagne en besteedde daarvan 980 euro voor zijn website. Zo fantastisch vonden wij die website alvast niet, laat staan dat die 980 euro waard zou zijn. Filip Dewinter gaf 3.209 euro uit, waaronder 836 euro voor campagnekledij. Dewinter is alvast niet samen met Leona Detiège in de Pecotex gaan shoppen met zijn Visakaart… De website van Dewinter is wel heel wat goedkoper als die van Janssens. Dewinter deed het met 241 euro.

    De top-5 van de grootste persoonlijke uitgaven wordt gevuld door de VLD. Twee van deze kandidaten gaven meer dan 8.800 euro uit, maar werden niet verkozen (An Coolsaet en Leo Delwaide). Bij Groen waren de twee enige verkozenen diegenen die geen persoonlijke campagne voerden. De uittredende schepenen deden dat wel, maar werden niet verkozen. De partij-uitgaven van het Vlaams Belang werden bijzonder gedetailleerd weergegeven. Zo gaf de partij 242 euro uit aan affichelijm, 5.150,54 euro aan parkeertickets en 7.838,84 euro aan manifestaties.

    De cijfers van de uitgaven van de traditionele politici en partijen zijn immens. Er wordt gemakkelijk 1 tot 6 euro uitgegeven per voorkeurstem, naast de partij-uitgaven die ook al snel oplopen boven 1 euro per behaalde stem.

    Ondanks onze bescheiden electorale resultaten, komen wij absoluut niet in de buurt van dat soort bedragen. Aan de andere kant geven we natuurlijk ook geen honderden euro uit voor onze website of aan "campagnekledij". Wie onze werking wil steunen en ervoor wil zorgen dat we deze website bijvoorbeeld verder kunnen uitbouwen, kan altijd een bijdrage naar vermogen storten op het rekeningnummer 001-2260393-78 van LSP/MAS met vermelding "steun".

  • Neoliberalen willen hun asociaal beleid nu ook als “progressief” verpakken

    In navolging van de verkiezingsoverwinning van de reclameboys in Antwerpen, haalde ook de VLD haar eigen reclamegoeroe in het partijbureau binnen. Noël Slangen moet de crisis en de neergang van de VLD tegenhouden. Zijn nieuwste zet is om de partij anders te verpakken. Tegenwoordig moeten we een neoliberaal beleid “progressief” noemen.

    Bart Somers stelde dat de VLD zich niet links of rechts wil profileren. “Een liberale partij kan alleen maar progressief en sociaal zijn”, beweerde hij. Het voorbeeld dat hij daartoe aanbracht is veelzeggend: “Neem het Generatiepact. Wij waren de enige partij die diepgaande hervormingen wilde doorvoeren. We hebben moeten vechten tegen het conservatisme in de andere partijen. Een ander voorbeeld is het openstellen van onze grenzen voor werknemers uit de nieuwe EU-landen. Ook daar waren wij als enige partij consequent voor.”

    Wie wil opkomen voor het behoud van het brugpensioen of voor degelijke lonen, wordt dus onvermijdelijk als “conservatief” gebrandmerkt. Het doet wat denken aan de terminologie die wel eens gehanteerd wordt in de SP.a om een neoliberaal beleid te verdedigen tegenover bijvoorbeeld de bekommernissen van veel vakbondsleden.

    Tijdens de beweging tegen het Generatiepact werden de tegenstanders van de aanvallen op het brugpensioen wel meer conservatisme verweten. Bart Somers en Verhofstadt stonden niet alleen met die benadering. Ze werden enthousiast gevolgd door hun liberale vrienden van de SP.a of de regeringskrant De Morgen waar de paarse Yves Desmet enkel rood wordt als het van woede en frustratie tegenover “conservatieve” vakbondsmilitanten is.

    Wij noemen die houding van SP.a en VLD tegenover de arbeiders en hun gezinnen niet progressief en zeker niet links. Het gaat om een verderzetting van het neoliberale beleid van de afgelopen jaren waarbij enkel de winsten van een kleine minderheid centraal staan. Terwijl de winsten van de grote bedrijven blijven toenemen en recordhoogtes halen, moeten de werkenden en de uitkeringstrekkers daarvoor de prijs betalen. Na de aanval op het brugpensioen, moet er een aanval komen op de lonen. En als Bart Somers tussendoor nog eens snel de werkloosheidsuitkering in de tijd kan beperken, zal hij dit zeker niet nalaten. Tot grote tevredenheid van figuren als Rik Daems, die uitgestrekt voor zijn luxueuze villa een kruistocht voert tegen het “sociaal profitariaat”.

    Het wordt voor de VLD wellicht niet gemakkelijk om zich te profileren als een “progressieve liberale partij”. Er is immers wel wat concurrentie op dat vlak, welke traditionele partij is tegenwoordig niet “progressief”en “liberaal”? Zelfs een VB’er als Jurgen Verstrepen kan zich vinden in die termen. Het VB mag dan nu van de daken schreeuwen dat de VLD bevestigt dat het een "rode" of "linkse" partij is, als het dat standpunt ernstig neemt zit de partij zelf ook met "roden" en "linksen" in eigen rangen… Uiteraard weet het VB maar al te goed dat het gebruik van termen als "progressief" nietszeggend is. Het is een woord dat naar voor geschoven wordt als onderdeel van een partijprofiel. Bij gebrek aan inhoudelijke antwoorden, telt immers vooral het imago van een partij. Dat erkent ook het VB dat na de gemeenteraadsverkiezingen stelde dat het zich wat anders zou profileren, met onder meer Dewinter die zich meer als "familieman" zou outen.

    Tegenover de traditionele partijen en hun eenheidsworst die ineengestoken wordt door reclamebureaus en marktonderzoeken, is er nood aan een andere politiek. Een politiek initiatief dat wel vertrekt van discussies onder leden en militanten en dat wel vertrekt van de behoeften van de meerderheid van de bevolking in plaats van perceptie.

  • Vlaams Belang: een neofascistische partij

    Hoewel het VB er de laatste jaren alles aan doet om minder scherp over te komen, noemen wij het nog altijd een neofascistische partij. Het feit dat het Vlaams Belang rechtstreeks uit de traditie van de collaboratie komt, komt nog steeds duidelijk naar voor in haar partijprogramma: het keert zich nog altijd af van het rotte systeem, dat volgens haar behoefte heeft aan een ‘grote opkuis’. Ook racisme speelt een grote rol. Minder populaire standpunten, zoals het solidarisme (de idee dat er geen verschil zou bestaan tussen arbeiders en patroons, enkel tussen volkeren), komen minder makkelijk naar buiten. Dit blijft echter de essentie van het VB-programma.

    Jarmo Van Regemorter

    Verschil met klassiek fascisme

    Het grootste verschil tussen het VB en de klassieke fascistische partijen in de jaren 1920 en 1930 is het gebrek aan een grote actieve basis. De partij beschikt nu over zo’n 800 gemeenteraadsleden, maar krijgt op haar grootste nationale bijeenkomsten met heel wat moeite (en gratis bussen) maximaal zo’n 5.000 mensen bijeen. Dat is onvoldoende om de straat te kunnen domineren op basis van geweld.

    Bijgevolg moet de partij zich baseren op een populistische methode. “Wij zeggen wat u denkt”, stelt de partij. Dat bleek onder meer tijdens de beweging tegen het Generatiepact. Tegenover ondernemers en kapitalisten kwam het VB naar buiten met een uiterst neoliberaal programma. Tegenover de arbeiders werd dat zoveel mogelijk weggestopt. In landelijke gemeenten profileert het VB zich als de verdediger van de traditionele waarden en normen, terwijl het zich in de steden eerder probeert voor te doen als “enige oppositiepartij” die de kant kiest van de gewone man en vrouw.

    Het VB kan nog niet naar buiten komen met openlijk fascistische methoden, zoals het gebruik van geweld en het ontwikkelen van stoottroepen. Dat zou immers niet aansluiten bij het bewustzijn van de kiezers. Groepen die wel al experimenteren met gewelddadige methoden, worden naar de marge van de partij gedwongen. Bij enige tegenwind in de media, kan het VB zich dan onmiddellijk distantiëren. Nochtans zijn er nog steeds banden met groepen zoals Voorpost, NSV en zelfs Blood&Honour.

    Banden met neo-nazis

    Blood&Honour kwam recent uitgebreid in de media met de kern van BBET in het leger die onder meer beschikte over een uitgebreid wapenarsenaal. Blood&Honour werd in Vlaanderen geïntroduceerd door figuren uit het VB. Het eerste Vlaamse optreden met groepen die met Blood&Honour verbonden waren, is naar ons weten een optreden in 1994 in West-Vlaanderen. Dat werd georganiseerd door Yannick P. die jarenlang voorzitter was van de Vlaams Blok Jongeren in Brugge en daar slechts ontslag nam toen hij meende dat anderen teveel werden voorgetrokken in de partij.

    Yannick P. was ook betrokken bij het in 1991 opgezette ‘Leibstandarte Adolf Hitler” (LAH) dat een jaarlijkse Hitler-herdenking organiseerde, onder meer in Roeselare, op aangeven van het lokale LAH-lid en toenmalig regionaal VB-verantwoordelijke A. Horrie. De traditie van de jaarlijkse Hitler-herdenking werd nadien overgenomen door Blood&Honour.

    Natuurlijk ontkent het VB iedere band met Blood&Honour. Het feit dat B&H-leden aanwezig waren op een cantus van de Vlaamse Jongeren Westland die werd voorgezeten door VB’er Dieter Van Parys, bleek naderhand “volkomen nieuw” te zijn voor de VB-leiding, Van Parys incluis. Er komen meerdere keren per jaar berichten over radicale VB’ers die duidelijk maken wat de heersende ideologie is binnen het VB.

    Het VB zelf moet echter voorzichtiger zijn. Zoals voormalig ondervoorzitter Roeland Raes erkende: “Wij onthouden ons van stellingnamen die een kleine minderheid van onze leden aantrekkelijk vindt, maar die ons afremmen.” Tegenover kleine radicalere groepen is het VB eveneens voorzichtig. Niet omwille van de radicale opvattingen, maar omdat het VB niet altijd controle heeft over die groepen.

    Hasseltse NSV-voorzitter droomt van “ijzeren fascistische hand”

    Zowel NSV als VB ontkennen dat NSV de studentenvereniging van het VB is. Maar de vorige nationale NSV-voorzitter is nu voorzitter van de Vlaams Belang Jongeren. De Hasseltse NSV-voorzitter Thierry Vanroy stond op de lijst van het VB in Heusden-Zolder ondanks publieke uitspraken zoals: “Eens de democratie in chaos ineenstuikt, hoop ik dat er een ijzeren fascistische hand is om over te nemen”. Vanroy nam meermaals deel aan activiteiten van Blood&Honour.

    Indien de openlijk fascistische uitspraken van Vanroy al te bekend zouden worden, zal het VB (en nadien de NSV) afstand van hem nemen. Daarmee zal het Vlaams Belang bevestigen dat fascistische standpunten welkom zijn zolang deze niet al te publiekelijk bekend zijn. Als dat wel het geval wordt, moet afstand worden genomen wegens het gebrek aan maatschappelijke basis voor dergelijke standpunten. Daarmee zou het VB nogmaals haar neofascistisch karakter bevestigen…

  • Na het cordon sanitaire nu ook de illusie van “goed bestuur”

    In de strijd tegen extreem-rechts werden de afgelopen jaren tal van ideeën naar voor gebracht door de traditionele partijen en de politici. Eerst was er discussie over het negeren van extreem-rechts, nadien ook over het cordon sanitaire. Sommigen hadden illusies in een machtsdeelname van extreem-rechts. De nieuwste “taktiek” tegen het Vlaams Belang heet nu “goed bestuur”.

    Geert Cool

    Cordon sanitaire

    Het cordon sanitaire heeft als bedoeling om extreem-rechts niet aan de macht te laten deelnemen. Het is een verderzetting van de strategie om de resultaten van extreem-rechts te negeren. Terwijl iedere deelname aan de macht moet verworpen worden, denken wij dat dit niets verandert aan de voedingsbodem voor extreem-rechts.

    Sommigen hebben de illusie dat via deze taktiek de mogelijkheid bestaat om te komen tot een splitsing in het Vlaams Belang tussen diegenen met wie samen te werken valt en de anderen. Dat is een illusie. Iedere splitsing die we internationaal zagen bij extreem-rechts heeft niet geleid tot een versterking van de “gematigden”. Recent nog waren er verkiezingen in Oostenrijk waarbij de BZÖ van Haider (de afgesplitste formatie waarin de ministers en zowat alle parlementsleden van de FPÖ zaten) amper 4% haalde, terwijl de overblijvers in de FPÖ 11% haalden. De “radicalen” haalden het van de “gematigden” en dwongen de BZÖ bovendien tot radicalere stellingnames in de verkiezingscampagne.

    De basis voor de splitsing was overigens geen politiek spelletje, maar de defensieve positie waarin de FPÖ zich bevond als gevolg van de brede arbeidersmobilisatie op het begin van deze eeuw. Die beweging kende haar hoogtepunt in 2003, maar was toen reeds enige tijd aan het smeulen. Hierdoor lag de nadruk niet langer op de thema’s waarmee de FPÖ kon scoren, maar op thema’s waarbij duidelijk werd dat de FPÖ niet aan de kant van de arbeiders en hun gezinnen staat.

    Goed bestuur?

    De nieuwste modegril om het VB te bestrijden bestaat uit “goed bestuur”. Tom Lanoye stelde vlak na de verkiezingen: “Antwerpen heeft Vlaanderen duidelijk gemaakt dat je met een goed beleid en een duidelijk plan een negatieve partij op haar plaats kan zetten.” Dat is een gevaarlijke opmerking als we kijken naar de resultaten in zowat alle Vlaamse gemeenten en zelfs in districten als Hoboken, Merksem of Deurne waar het VB er sterk op vooruit ging. Was het “goed bestuur” daar nog niet doorgedrongen?

    Wij zijn het niet eens met de stelling dat in Antwerpen en Gent een “goed bestuur” werd gevoerd. Er was eerder sprake van een verdringing van de problemen vanuit de binnenstad door een reeks prestigeprojecten. Dit biedt echter geen antwoorden op de problemen, het zorgt enkel voor een verschuiving van de problemen. De achteruitgang van het VB in de districten Antwerpen en Borgerhout wordt volledig opgehaald met de vooruitgang in de districten net buiten het stadscentrum.

    We willen diegenen die illusies hebben in een bestuur door “technici” en “deskundigen” overigens waarschuwen. In 1935 dacht men de onstabiliteit en de economische crisis te kunnen beantwoorden met een goed bestuur door externe deskundigen en technici onder leiding van een topman van de Nationale Bank, Paul Van Zeeland. Het leidde tot een nooit geziene verkiezingsoverwinning van extreem-rechts in 1936…

    Natuurlijk klopt het wel dat er nood is aan een “goed beleid”. Volgens ons is dat echter een beleid dat vertrekt van de belangen van de meerderheid van de bevolking, maar wij denken niet dat de traditionele partijen daar ooit toe in staat zullen zijn. Die partijen zitten vast in een neoliberale logica.

    Anti-fascisten die een politiek antwoord willen bieden tegenover de kiezers van het VB zullen eerder moeten uitkijken naar nieuwe initiatieven die vertrekken vanuit de arbeidersbeweging en vanuit een actieve betrokkenheid bij strijd. Het initiatief ‘Een Andere Politiek’ van onder meer Jef Sleeckx biedt daar een kans toe.

  • PS. De baronnen worden gekortwiekt, komen de liberalen in hun plaats?

    In Charleroi lijkt het erop dat het stadhuis beter zou fusioneren met de gevangenis. Nadat verschillende schepenen werden opgepakt, was het nu de beurt aan de burgemeester zelf. Jacques Van Gompel wordt beschuldigd van valsheid in geschrifte en oplichting. Naast Charleroi was er ook in Namen een schandaal waar burgemeester Bernard Anselme en diens voorganger Jean-Louis Close beschuldigd worden van valsheid in geschrifte en belangenvermenging.

    Jean Peltier

    De PS zit hierdoor zwaar in de problemen in twee belangrijke Waalse steden. Daartegenover stelt de partijleiding geen enkel gezamenlijk antwoord voor. Een beslissing vlak na de verkiezingen geeft echter wel een idee van de richting waarin wordt gekeken. Di Rupo dwong een aantal PS-burgemeesters die verkozen of herverkozen werden met een absolute meerderheid om zich open te stellen tegenover andere partijen, met een voorkeur voor de liberalen van de MR. Di Rupo gaf in 2000 reeds het voorbeeld in Bergen, maar nu werd dit gevolgd in Charleroi, Ans, Herstal,…

    Er werden verschillende redenen gegeven voor deze “grote coalities”. Eerst en vooral wil men proberen om vanuit de gemeenten gemakkelijker bij alle ministers gehoor te vinden (ook al bevindt de MR zich niet meer in de regionale regering en kan de partij na de volgende federale verkiezingen mogelijk ook uit de nationale regering verdwijnen).

    Daarnaast wordt gesteld dat het democratischer en “transparanter” zou zijn om met een “goed bestuur” naar buiten te treden in de gemeentebesturen die tot nu toe gecontroleerd werden door één partij, de PS. Di Rupo heeft blijkbaar zodanig veel vertrouwen in zijn eigen vertegenwoordigers en hun begrip van elementaire socialistische principes, dat hij waakhonden uit andere partijen wil om de PS-verkozenen te controleren.

    Ten derde – maar dit wordt niet openlijk toegegeven – is het nuttig om de oppositie te verdelen door hen op lokaal vlak hier en daar wat verantwoordelijkheden te geven waardoor ze bij latere verkiezingen niet als alternatief kunnen naar voor komen. Het is overigens opvallend hoe snel de andere partijen overgaan tot coalities met de PS en dat ondanks al hun eerdere kritiek op de almacht, het cliëntelisme en de corruptie van de PS

    Deze “openingen” van de coalities zijn gericht op het creëren van grotere meerderheden die zonder enige discussie worden opgelegd aan de lokale militanten. Er wordt geprobeerd om hiermee een antwoord te bieden op het verlies aan geloofwaardigheid waarmee alle traditionele partijen te kampen hebben. De afgelopen jaren is de actieve basis van alle traditionele partijen gekrompen. Bovendien werd een traditionele stem voor een vaste partij steeds meer vervangen door wisselend stemgedrag of een stem voor “het minste kwaad”, iets wat vooral ter linkerzijde voorkomt. Dit fenomeen versterkt de wil van de traditionele partijen om tegen gelijk welke prijs deel te nemen aan lokale coalities. Het feit dat de traditionele partijen in essentie terugvallen op een gelijkaardig neoliberaal programma maakt dit uiteraard gemakkelijker.

    Daartegenover is er nood aan een sterke linkse oppositie die echte antwoorden kan bieden op de problemen waarmee de meerderheid van de bevolking wordt geconfronteerd en op het neoliberalisme. De conferentie van 28 oktober heeft een eerste aanzet daartoe gegeven, maar dit zal nu moeten geconcretiseerd worden.

  • Oostfronters houden het voor bekeken

    De Oostfrontcollaborateurs van het Sint-Maartensfonds (SMF) hebben hun werking beëindigd. De nog overlevende collaborateurs zijn te oud geworden om het SMF draaiende te houden. Het SMF hield nog een laatste bijeenkomst waarop onder meer de VNJ (Vlaams Nationaal Jeugdverbond) en Voorpost aanwezig waren. De oud-nazi’s van het SMF hielden tot voor kort regelmatige vergaderingen op het partijsecretariaat van het Vlaams Belang in Antwerpen.

    Geert Cool

    Het Sint-Maartensfonds (SMF) was een organisatie van voormalige strijders aan het Oostfront. Tijdens WO2 deden de nazi’s, in heel wat dorpen in samenwerking met de katholieke kerk, oproepen aan Vlaamse jongeren om vrijwillig te gaan strijden tegen het "rode gevaar" in het oosten. De jongeren werden ingelijfd bij de nazi’s om het oostelijk front te versterken. Deze collaboratie werd achteraf door een aantal van de deelnemers afgezworen, maar niet door de leden van het SMF.

    Het St. Maartensfonds werd in 1953 opgericht door ex-Oostfronters en ex-SS’ers. Het gaf het maandblad ‘Berkenkruis’ uit en had verantwoordelijken zoals André Van Hecke. In 1980 kende het fonds een afsplitsing waarin Van Hecke meeging: de organisatie Hertog Jan Van Brabant, dat het tijdschrift ‘Periodiek Contact’ uitgaf en naar eigen zeggen meer op een traditioneel nationaal-socialistische lijn stond. Beide groepen kwamen nadien terug samen.

    Het SMF bleef de collaboratie goedpraten en stelde dat deze nodig was om Vlaanderen te "bevrijden". Na de bevrijding die de nazi-bezetters verdreef, zetten heel wat collaborateurs hun activiteiten verder. Zo kwam er onder meer een ‘erepark’ in Stekene om de "gesneuvelde Vlaamse SS’ers" te herdenken. Het SMF onderhield dit private park, een taak die nu zal worden overgenomen door de VNJ.

    Voormalig VU-parlementslid Oswald Van Ooteghem hield eind jaren ’80 een feestrede en verklaarde over de Oostfronters: "Zij gingen om te strijden voor Vlaanderen en zij streden voort om Europa te behouden voor een overrompeling van het bolsjewisme. Onze oostfrontstrijders hoeven zich niet te schamen… hun strijd maakt deel uit van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd." M.a.w. de nazi-collaborateurs hoeven zich niet te schamen voor de misdaden van het nazi-regime waar ze actief aan meegewerkt hebben want die misdaden waren voor een ‘goed doel’?

    Politiek gezien waren er steeds banden met de Volksunie en nadien met het Vlaams Blok. Het SMF had geen problemen met hardere radicale acties en kon steeds rekenen op de vrienden van de VMO om haar activiteiten te beschermen. Nadat de VMO werd verboden als privé-militie, werd haar taak zowat overgenomen door Voorpost. Onder leiding van VB-personeelslid Luc Vermeulen verzorgt Voorpost de ordedienst van tal van Vlaams-nationalistische manifestaties en bijeenkomsten. Ook de laatste bijeenkomst van het SMF werd in goede banen geleid door Voorpost.

    In 2001 kwam het SMF in de media toen VU-minister Sauwens moest aftreden nadat hij aanwezig was op een bijeenkomst van het SMF. Naast Sauwens waren er ook tal van VB-kopstukken op de SMF-bijeenkomst. Onder hen Roeland Raes, Xavier Buisseret, Francis Vanden Eynde, Bert Erikson (van Odal en voorheen de VMO),… Sauwens nam deel aan de bijeenkomst ondanks het feit dat de VU zich na de oprichting van het VB probeerde te ontdoen van haar extreem-rechtse verleden en achterban. De partij probeerde zich anders te profileren, maar blijkbaar bleven er hier en daar een aantal banden bestaan.

    Het SMF probeerde overigens ook elders politieke steun te vinden. Toen er in 1985 in het Europees parlement een onderzoekscommissie het groeiende rechts-extremisme onderzocht, werd het SMF vreemd genoeg uit het ontwerprapport gehaald. Het SMF verscheen niet in de lijst van extreem-rechtse groepen na schriftelijke vragen van Europarlementsleden van de drie grote partijen en de VU (het ging om de liberaal Karel De Gucht, de christen-democrate Rika De Backer, de sociaal-democraat Willy Vernimmen en VU’er Jaak van de Meulebroecke). Europarlementslid Marijke Van Hemeldonck (SP) verzette zich tegen het schrappen van het SMF als rechts-extremistische organisatie. De afgelopen jaren bleek nog steeds dat het SMF "trouw" bleef aan haar standpunten. Op SMF-bijeenkomsten kwamen de sprekers bijna allemaal vanuit het Vlaams Belang.

    Op de laatste bijeenkomst van het SMF was de media uiteindelijk niet welkom. Alle kranten berichten er echter over en maken duidelijk hoe het SMF zich ideologisch positioneert. Een bejaarde man riep trots "Ja, ik ben een Waffen-SS’er". Een andere stelt dat zijn keuze voor de collaboratie geen vergissing was: "Mijn eer heet trouw [het SS-motto] is nog altijd mijn lijfspreuk". En dan vraagt voormalig SMF-voorzitter Toon Pauli zich af waarom zijn organisatie nog steeds wordt voorgesteld als een groep nazi’s… Het Sint Maartensfonds is echter geen groepje onschuldige bejaarden, het is een club harde nazi’s die vol weemoed terugdenken aan hun führer.

  • Paars blaast laatste adem uit…

    Een simpele rekensom was er voor VLD-voorzitter Somers al te veel aan. Hij riep zichzelf uit tot grote overwinnaar van de verkiezingen in Mechelen. Met zijn stadslijst, waar ook Groen en enkele CD&V-dissidenten aan deelnamen, strandde hij op 30,8%. In 2000 haalden VLD en Groen respectievelijk 24,7% en 8,7% oftewel 33,4%. Maar als je het lang genoeg blijft herhalen dat je de overwinnaar bent, dan gelooft volgens de Paarse perceptietheorie iedereen ook dat je gewonnen hebt. De traditionele media hebben het spel van Paars volop meegespeeld en hebben hun propaganda klakkeloos overgenomen.

    Bart Vandersteene

    Ook bij de regeringsverklaring en het voorstel van begroting 2007 was de verzamelde fanclub van de Paarse regering, die journalisten die editorialen en voorpagina’s schrijven voor de kranten, laaiend enthousiast. Dat alle specialisten deze begroting één grote klucht vonden kon hen en de regering niet echt deren.

    7 jaar van Paarse regering heeft een enorme stroom van middelen van de gemeenschap naar de privé veroorzaakt. De lastenverlagingen allerhande hebben de overheidsinkomsten ondergraven waardoor vandaag drastisch moet gesnoeid worden in de sociale uitgaven.

    Maar, zullen de propagandisten van Paars zeggen; “er is toch geïnvesteerd in de steden, kijk naar het verkiezingsresultaat”. Sinds de eerste zwarte zondag (24 november 1991) werd inderdaad heel wat geld in de grote steden gepompt.

    Dat gebeurde vooral in bakstenen en evenementen van citymarketing. Weinig of niets werd er geïnvesteerd in het oplossen van de problemen van armoede, werkloosheid en woningnood. De woningprijzen zijn door deze politiek dramatisch gestegen met een sociale verdringing van de armsten als gevolg.

    Het wordt algemeen erkend dat er een nieuwe stadsbevolking werd gecreëerd, die van de bobo’s (bourgeois bomèmes), die volgens Knack bestaat uit “jonge tweeverdieners, die snelle carrièremakers zijn, maar zich niettemin hippie voelen en die geen tegenstrijdigheid ervaren tussen ‘rechts’ leven en ‘links’ stemmen.” Het is deze laag van de bevolking, die zichzelf vandaag nog niet ziet als slachtoffer van het neoliberalisme, die haar stem heeft gegeven aan de beste managers, namelijk die van SP.a. Maar zoals Dewinter stelde: “Janssens is wel slinks, maar niet links”…

    Door de sociale problemen uit de stad te verdrijven worden de problemen niet opgelost, maar verschoven. Dat is zowat het handelsmerk van Paars. Hocus pocus wordt een begroting in evenwicht gebracht, bijvoorbeeld door de verkoop van eigendom en op die manier worden de volgende generaties met de problemen opgezadeld. Sommigen proberen dit te verkopen als “goed bestuur”. In de praktijk is het neoliberale volksverlakkerij waar snel een einde aan moet worden gemaakt.

    Het lijkt onwaarschijnlijk dat Paars de verkiezingen van 2007 kan overleven. Geen enkele van de traditionele partijen heeft echter een alternatief op deze politiek aan te bieden. De CD&V belooft een strakker, dus rechtser, beleid na de verkiezingen van 2007. Het VB heeft ook enkel meer van hetzelfde in de aanbieding. En Groen is zo machtsgeil geworden dat ze ongeloofwaardig is als ernstige oppositie.

    Meer dan ooit is er nood aan een linkse oppositie die antwoorden biedt op de vragen waar de bevolking mee zit, die de leugenaars ontmaskert als neoliberale propagandisten en die de strijd stimuleert. 28/10 heeft hiervoor een aanzet gegeven, nu moeten we de plannen in de praktijk omzetten.

  • Dedecker gaat, Slangen komt.

    De VLD is in beweging. De partij wil af van haar negatieve imago en daarom moest Jean-Marie Dedecker uit de partij verdwijnen. Ook werden lessen getrokken uit de voorbije gemeenteraadsverkiezingen en vooral over het belang van reclamecampagnes daarbij. Resultaat: communicatiedeskundige Noël Slangen werd meteen opgenomen in de partijleiding.

    De gemeenteraadsverkiezingen waren niet bepaald positief voor de VLD. De partij verloor heel wat steun. In Antwerpen haalde de partij van de premier geen 10% meer en in Gent moest de premier zelf ingezet worden om stabiel te blijven (van 23,03% naar 21,04%). VLD-voorzitter Somers riep zichzelf uit tot winnaar in Mechelen, maar zijn kartel van VLD, enkele ex-CD&V’ers en Groen haalde minder stemmen dan VLD en Groen samen in 2000.

    Tijd voor enkele veranderingen dus bij de blauwgeschelpten. Jean-Marie Dedecker moest eruit. De VLD had Dedecker destijds als Bekende Vlaming aangetrokken om nieuwe stemmen te winnen. Ze hadden hem niet gevraagd om zelf politieke standpunten te gaan ontwikkelen. Bovendien lijken de standpunten van Dedecker als rode draad vooral de eigen persoon van Dedecker naar voor te brengen.

    Dedecker deed beroep op twee andere rechts-liberalen die met een half been in het VB staan: Hugo Coveliers en Boudewijn Bouckaert. Coveliers trad bij de gemeenteraadsverkiezingen nog op als het schoothondje van Dewinter. Nu speelde hij eenzelfde rol bij Dedecker die zijn “zaak” ging verdedigen voor de VLD. Dedecker wil nu een nieuwe formatie opzetten, maar stelde wel dat deze geen kartel mag vormen met het Vlaams Belang. Daarmee maakte hij aan Coveliers duidelijk wie het voor het zeggen zou hebben.

    De VLD lijkt niet eens verveeld te zijn met de mogelijkheid van een nieuwe concurrent op haar rechterflank. Ook het feit dat Dedecker heel wat stemmen opleverde voor de VLD, wordt afgedaan als onbelangrijk. Nochtans kan Dedecker zich proberen te profileren als een variant van Pim Fortuyn.

    Neen, de VLD kijkt vol vertrouwen naar de toekomst. Het heeft enkele lessen getrokken uit de gemeenteraadsverkiezingen en meer bepaald over het belang van goede reclame. Patrick Janssens, als oud-reclamemaker, was daar natuurlijk het best in bedreven. Zoals Dewinter in de weekendeditie van Gazet van Antwerpen stelde, kwam de overwinning van Janssens er niet door een “links” programma. Neen, stelde Dewinter, “Janssens is wel slinks, maar niet links”. Dat Dewinter hiermee de eigen VB-retoriek over het zogenaamde “linkse bestuur” ondermijnt, nemen we er graag bij.

    Maar in essentie komt de analyse van de VLD overeen met die van Dewinter: Patrick Janssens heeft het erg slim gespeeld met een uitgekiende reclamecampagne naar Amerikaans model. De VLD denkt daar tegenover een betere reclamecampagne te moeten plaatsen. Redenen genoeg om communicatiedeskundige Noël Slangen een VLD-lidkaart te geven en hem meteen te bombarderen tot lid van de partijleiding. Iedere grote partij zijn reclameman, moeten ze bij de VLD gedacht hebben. Na Patrick, komt hier Noël.

    Waarom werd Slangen aangetrokken, omwille van zijn sterke liberale opvattingen? Neen, “Hij is gewoon de beste in zijn vak”. En dat vak is niet politiek, maar communicatie. Eerder stond Slangen in voor campagnes van Cd&V en SP.a, maar de laatste jaren werkte hij vooral voor de VLD. Nu mag Slangen de inhoudelijke koers van de VLD de komende maanden mee gaan vormen.

    Hiermee wordt nogmaals bevestigd hoe de traditionele partijen in dit land steeds meer op weg zijn om loutere kiesmachines te worden. Een politieke partij als collectief gegeven waarin de leden over politiek discussiëren om op die basis tot standpunten en acties te komen, is alvast niet het concept van Patrick Janssens of Noël Slangen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop