Your cart is currently empty!
Category: Lokaal – Antwerpen
-
Personeel integratie en inburgering in Antwerpen voert actie
Officieel is de regerende N-VA groot voorstander van een streng inburgeringstraject voor nieuwkomers. Dat kadert in de nadruk op identiteit. Maar de N-VA is niet alleen voor identiteit, de partij is ook neoliberaal waarbij er geen remmen staan op de besparingszucht. Doorgaans wordt geprobeerd om het asociale beleid onder te sneeuwen met provocatieve uitspraken rond identiteit. In het conflict tussen het personeel van integratie en inburgering aan de ene kant en het N-VA-bestuur aan de andere, blijkt dat bij N-VA de neoliberale besparingen zwaarder doorwegen dan het gebabbel over identiteit. Zodra het concreet wordt en er middelen nodig zijn voor integratie en inburgering, klinkt het plots dat er nu eenmaal moet bespaard worden.
Vandaag werd bij Atlas in Antwerpen actie gevoerd. Onder deze legislatuur zijn alle diensten voor integratie en inburgering samengevoegd in drie structuren: EVA en daarnaast een Gentse en een Antwerpse structuur. Overal wordt momenteel overgegaan tot het inkrimpen van het personeelsbestand. Dit wordt verklaard door de dalende instroom van nieuwkomers. De ervaring van het personeel ziet er evenwel anders uit: het moet met minder collega’s meer dossiers opvolgen en bepaalde vormen van begeleiding worden stopgezet. Bij EVA werd eerder geprotesteerd tegen 170 afdankingen.
Bij Atlas verdwenen in 2017 al 30 jobs. Begin dit jaar werd aangekondigd dat vier projecten met samen een tiental personeelsleden zouden stoppen. Er werd meteen gereageerd, onder meer met een petitie die door een meerderheid van de 180 personeelsleden werd ondertekend. Er was ook een werkonderbreking van een kwartier. De politiek samengestelde raad van bestuur, onder leiding van N-VA-schepen Fons Duchateau, besliste tot een audit. Het personeel stelde vragen bij een dure audit betaald door Atlas dat net moet besparen. Bovendien werd vastgesteld dat er in de audit niet of amper naar het personeel werd geluisterd. Duchateau beweert dat dit wel het geval was, maar het personeel betwist dit.
Vandaag werd het auditrapport voorgesteld op de raad van bestuur. De personeelsleden besloten om de bestuurders ‘warm’ te onthalen met een protestactie. Van 16u30 tot 17u voerden ze actie voor het gebouw en in de inkomhal. De eisen waren: geen maatregelen op basis van een audit zonder directe inspraak van het personeel, geen besparingen ten koste van het personeel, geen ontslagen, voldoende middelen om de kwaliteit van integratie en inburgering te kunnen garanderen. Een groot aantal personeelsleden nam deel aan de actie en er was ook steun van buitenaf, onder meer van Sociaal Werk Actienetwerk (SWAN). Enkele leden van LSP namen uit solidariteit deel aan de actie. Eerder publiceerden we een interview met een personeelslid: hier kan je dit lezen.
-
Onrust bij Atlas. “Allemaal samen voor meer middelen en herfinanciering”
De laatste weken kwamen de protestacties van het personeel van het Agentschap Integratie en Inburgering in het nieuws, als verzet tegen 170 ontslagen. Het kabinet-Homans zet de bijl in de middelen voor integratie en inburgering, maar daar komt nu bij de lokale agentschappen reactie tegen. We spraken met een medewerker van Atlas in Antwerpen, dat ongeveer 300 werknemers telt, en waar het personeel discussieert over het vervoegen van de acties van het Agentschap EVA Vlaanderen (alle lokale centra buiten stad Gent en stad Antwerpen).
Wat zijn de plannen van het kabinet-Homans en wat hebben jullie bij Atlas in Antwerpen al gevoeld van deze besparingen?
“Je hebt verschillende Agentschappen: in Antwerpen, Gent en EVA Vlaanderen. Bij EVA Vlaanderen vallen nu 170 ontslagen. Er wordt gesproken over één op vier jobs die daar wegvallen, wat betekent dat de werkdruk enorm zal stijgen. Dat is natuurlijk heel erg voor diegenen die geacht worden te vertrekken én voor diegenen die blijven. Bij Atlas in Antwerpen zijn er op dit moment 30 ontslagen, waaronder een paar mensen die vrijwillig vertrekken. Bij het Agentschap in Gent hoorden we dat voor een twaalftal mensen hun tijdelijke contract niet zal worden verlengd.
“De 30 ontslagen in Antwerpen vielen vooral bij het deel Inburgering. Maar toen hoorden we dat er ook verschillende integratieprojecten zouden worden gestopt. Het project ‘Connect to Work’, dat vluchtelingen op weg helpt naar een job, wordt gestopt; het project Roma voor zigeuners wordt afgestoten naar een andere organisatie, …”
Wat was het gevolg van die 30 ontslagen bij jullie op het werk?
“Een eerste ontslagronde vond plaats in april-mei, toen een 14-tal mensen werd ontslagen, waaronder enkele mensen die vrijwillig vertrokken. In september was er de tweede ronde van ontslagen. Waarom werd dit gesplitst? De uitleg hiervoor was dat dit afhing van de contracten: tegen september zou de directie het aantal vluchtelingen kennen dat een beroep zou doen op onze dienst. Maar ondertussen is er ook sprake van een audit. Daarom blijft het heel onrustig. Wij weten niet wat het verslag van de audit zal opleveren, en of er nog mensen ontslagen zullen worden.
“Een deel van de mensen is hard gekant tegen die audit. Ze menen terecht dat dit door een firma gebeurt die enkel zal bezig zijn met cijfers en efficiëntie, zonder te kijken naar de inhoud. Wij zijn een organisatie van de sociale sector en moeten kwalitatief kunnen werken. De audit werd opgelegd door het kabinet-Homans, waarbij Atlas nog gedwongen werd om met eigen middelen voor die audit te betalen. Dat is verontrustend, omdat de kost van de audit zo groot is dat we wellicht over een bedrag gelijk aan het jaarloon van twee medewerkers kunnen spreken.”
Wat was de reactie bij het personeel toen die eerste ontslagen werden afgekondigd?
“Iedereen was natuurlijk bezorgd. Na de toename van het aantal vluchtelingen in 2015 kwamen er gelukkig meer middelen. Nieuwe medewerkers kregen een tijdelijk contract van een jaar, dat nadien werd omgezet in een ‘vast contract’. Maar blijkbaar stond er in de kleine lettertjes: ‘op voorwaarde dat er werk is’. En toen de instroom daalde, kregen we plots minder subsidies.”
Wat was de positie van de vakbonden tegenover deze aangekondigde ontslagen en besparingen?
“Aanvankelijk heerste er verdeeldheid. Een deel van de afgevaardigden vond dat de vakbonden een positie tegen de ontslagen moesten innemen. Andere afgevaardigden meenden dat er zo geen rekening met hen zou worden gehouden. Dit laatste deel vond dat ze tenminste de criteria moesten opstellen, samen met de directie. Uiteindelijk ging het dan om twee criteria: inzetbaarheid – kijken of er een andere functie kon worden aangeboden binnen de organisatie – en anciënniteit.
“Op basis van die criteria voelde een deel van de collega’s zich natuurlijk benadeeld. De mensen met weinig anciënniteit waren hier vanzelfsprekend zeer negatief over. De discussie over de criteria creëerde een enorme verdeeldheid. De meer recent aangeworven collega’s vonden zelfs dat de vakbonden enkel aan de kant stonden van de mensen met anciënniteit. Door velen werd er nog meegegaan in de idee dat de instroom een objectief gegeven was en dat er daardoor geen subsidies meer gegeven konden worden.
“Een belangrijke verandering vond plaats toen we, via de collega’s zelf, hoorden dat er ook bij de integratieprojecten jobs zouden sneuvelen. Het werd toen duidelijk dat dit niet enkel om de instroom ging, maar ook om besparingen op de middelen. De fusie tot Integratie en Inburgering en het dure computerprogramma Connect werden ondergefinancierd. Een deel van de afgevaardigden toonde zich bereid tot actie en bereidde een personeelsvergadering voor. Ook de eisen werden duidelijker gemaakt, onder meer rond de nood aan voldoende subsidies. Er is immers meer dan genoeg werk en de werkdruk vergroot.
“Hieruit kwam ook de eis voort: geen ontslagen meer. Als er voldoende middelen zijn, hoeven er geen afdankingen plaats te vinden. Een laatste punt op de personeelsvergadering was dat de medewerkers meer gehoord moeten worden. Wij zijn degenen die expertise hebben. Er moet naar ons geluisterd worden. Rond deze eisen werd ook een petitie gelanceerd bij het personeel. Tijdens de personeelsvergaderingen, er waren er twee, was gebleken dat een deel van het personeel bereid was tot actie. Een ander deel focuste op zogenaamde voordelen voor een laag van collega’s, in ‘functie A’. Maar de afgevaardigden trokken de grens en stelden dat we allemaal samen voor meer middelen en herfinanciering dienden op te komen. In de plaats van ons te laten verdelen volgens anciënniteit, functieniveau, enz.
“We moeten het als werknemers meer globaal bekijken. Het heeft weinig zin om enkel te kijken naar bepaalde voordelen die de directie zou hebben gekregen. Mij laat het koud dat ze een auto of gsm zouden hebben gekregen. In privébedrijven krijgen gewone medewerkers dat ook. Dat zijn kleine druppels in de zee, die kleine privileges. Zo’n benadering zal de zaak niet helpen oplossen: we moeten voor herfinanciering en voldoende middelen pleiten. Als mensen een zekere garantie hebben rond hun werk, dan zijn ze minder bezig met de buren. Dan kijken ze minder naar de vermeende voordelen van hun directe collega’s.”
Hoe sta je tegenover de idee van een ‘externe audit’? Of de audit gebeurt door het kabinet-Homans, of door een gespecialiseerde firma, maakt dat veel verschil als de analyse door neoliberale onderzoekers wordt uitgevoerd? Kunnen jullie niet beter met de vakbonden en het personeel nagaan wat er nodig is om jullie werk op een kwalitatieve manier uit te voeren? Op basis van democratische discussie?
“Dat was inderdaad onze derde eis. Dat er naar ons geluisterd moet worden, en niet alleen naar het verslag van de audit moet worden gekeken. Tegenwoordig kan je van een audit enkel verwachten dat ze willen besparen. Ik ben dus tegen een interne en een externe audit. Een auditeur gaat niets oplossen want zij krijgen een opdracht. Moest de opdracht zijn om naar de inhoud en kwaliteit van onze dienst te kijken, dan zou ik daarop ja zeggen. Maar de auditeurs krijgen enkel de opdracht om naar de cijfers en de efficiëntie te kijken. Bij Atlas is er een firma bezig met de ‘externe audit’ die normaal voor privébedrijven analyses maakt. En die wordt nu dus de sociale sector ingestuurd…”
Wat was de reactie op de petitie die werd gelanceerd, waarmee werd opgeroepen tot actie en voldoende middelen voor een kwalitatieve dienst?
“De petitie werd op een donderdag gelanceerd. Anderhalve week later waren er al 170 handtekeningen, op een 300-tal medewerkers. Een duidelijke meerderheid dus. Vorige week dinsdag zijn er ook vertegenwoordigers van Atlas naar de actie gegaan in Brussel, om de collega’s van het Agentschap EVA Vlaanderen te ondersteunen.
“De mensen zijn nu meer bereid om in actie te gaan. Een belangrijke groep steunt de petitie en de eisen volledig. Anderen steunen de idee van actie, hoewel ze nog opmerkingen hebben of twijfel bij het verzet tegen alle ontslagen. Je hebt ook mensen die de petitie steunen maar schrik hebben om hun handtekening te sturen, hoewel er werd gevraagd om anoniem te stemmen.
“De steun is in ieder geval indrukwekkend. Nu zal er moeten worden overgegaan naar een voorstel van actie. Het resultaat van de petitie kan worden overgemaakt aan de directie, schepen Duchateau (N-VA) en het kabinet-Homans. Wij moeten nu samen met de mensen van het Agentschap EVA Vlaanderen gaan naar gezamenlijke actie om de maatregelen terug te dringen en een herfinanciering te eisen die ons toelaat om fatsoenlijk ons werk te doen.”
-
“Weg met fietsers, weg met migranten, leve de vastgoedlobby.” Nieuw stadsprogramma N-VA?

Actie voor meer verkeersveiligheid. Foto: socialisme.be Op een ogenblik dat de roep om fietsveiligheid wellicht nooit zo luid klonk in Antwerpen, lanceert de politie plannen om “asociaal fietsgedrag” aan te pakken en wordt aangekondigd dat fietsers voortaan van de Meir zullen geweerd worden. Daarmee zet het stadsbestuur nog eens de puntjes op de i: als er een probleem van fietsveiligheid is, dan komt dit door de fietsers zelf. Met de aankondiging rond het weren van fietsers van de drukke winkelstraat die de Meir is, wordt verdeeldheid gestimuleerd tussen voetgangers en fietsers.
De aankondiging van het Gemeenschapsonderwijs dat er beter positief omgesprongen wordt met de moedertaal van kinderen in plaats van deze te verbieden op de speelplaats en in de klas, werd meteen aangegrepen door N-VA-voorzitter De Wever. Hij vroeg zich af of het om een vervroegde aprilgrap ging en zei dat het Nederlands de enige taal mag zijn die op school gesproken wordt. Op sociale media kreeg hij veel medestanders mee, de ene opmerking werd al in beter Nederlands geformuleerd dan de andere. Missie geslaagd voor de N-VA: verdeeldheid tussen bevolkingsgroepen doet het altijd goed voor de rechterzijde.
Er zit in beide gevallen een systematiek: een bestaande problematiek wordt niet opgelost, maar overgoten met verdeeldheid om het niet over oplossingen te moeten hebben. Om iets fundamenteel aan de verkeersveiligheid in de stad te doen, is er een drastische verandering nodig en moet zwaar geïnvesteerd worden. Er is een grote uitbreiding van het openbaar vervoer nodig en een zware investering in infrastructuur die aangepast is voor meer en beter openbaar vervoer en voor een toegenomen aantal fietsers. Dergelijke investeringen komen er niet, de vrienden van de vastgoedlobby eisen immers alle aandacht op.
Hetzelfde met onderwijs: er is dringend nood aan meer middelen. Zeker, maar niet alleen, het taalonderwijs heeft daar dringend behoefte aan. Kleinere klassen met meer begeleiding kunnen wonderen doen. Nu bevestigt het onderwijs in grote mate bestaande sociale ongelijkheid. Dat ligt niet aan de inzet van het personeel, maar aan het gebrek aan middelen. De in schabouwelijk Nederlands opgestelde commentaren op sociale media zijn overigens een bevestiging van die nood aan meer middelen voor onderwijs. Maar dat kunnen we niet verwachten van dit bestuur en deze regeringen. Het is gemakkelijker om er een ‘wij-zij-verhaal’ van te maken met migranten in de rol van tegenstander. De enige gekleurde gastarbeider waar voor extreemrechts niet aan geraakt mag worden, is Zwarte Piet. En zo is meteen de aandacht afgeleid van het beleid dat onze openbare diensten zoals onderwijs, zorg, openbaar vervoer, … ondermijnt.
Wie de aandacht vestigt op het asociale beleid van het establishment en de tentakels van de vastgoedlobby in beeld brengt, kan op harde repressie rekenen. Een kritische stem over het bouwbeleid die het aandurft om op televisie te spreken? Twee dagen later is het ontslag van de kritische stem een feit. Een alternatieve nieuwssite die camerabeelden maakt van een ontmoeting tussen het stadsbestuur en verantwoordelijken van bouwpromotoren die op een opmerkelijke welwillendheid van datzelfde bestuur kunnen rekenen? Er volgt meteen een nieuwe juridische klacht. Overigens opmerkelijk dat daarbij het argument van privacy wordt ingeroepen terwijl het stadsbestuur zelf overal camera’s hangt met het argument dat wie niets verkeerd doet ook niets te verbergen heeft. Terzijde: deze zomer stippelde stadsdichter Maarten Inghels ‘The Invisible Route’ uit: de laatste route door de stad zonder gezien te worden door camera’s. Misschien een tip voor een volgende ontmoeting?
Het rechtse beleid toont waar het voor staat: sociale afbraak en verdeeldheid van de slachtoffers van die sociale afbraak. Gebrek aan publieke investeringen in sociale noden en verdeeldheid van wie daaronder te lijden heeft. En ondertussen wordt de rode loper uitgerold voor de aasgieren die uit zijn op grote winsten in de vastgoedsector. Om deze rode loper extra glans te geven, is er een weigering om te investeren in sociale huisvesting en die weigering wordt beargumenteerd met de reeds vermelde verdeeldheid. Een eerlijke slogan van N-VA – of zou de kracht van de verandering niet zo ver gaan? – zou dus iets in deze zin kunnen zijn: “Weg met de fietsers, weg met de migranten, leve de vastgoedlobby.”
Er is een fundamentele breuk met dit beleid nodig. Een stad op mensenmaat betekent een massaal publiek investeringsplan in openbare diensten, sociale huisvesting en infrastructuur. Een stadsbeleid moet vertrekken van de sociale noden en niet van de budgettaire beperkingen die door dit systeem opgelegd worden. Dat er geen middelen zijn voor een sociaal beleid, maak je ons na de Paradise en andere Papers niet meer wijs.
-
Massaal fietsersprotest in Antwerpen na drie doden
Mobiliteit is een groot probleem in en rond Antwerpen. In verschillende delen van de stad zijn er specifieke problemen. Zeker in de binnenstad is veiligheid van fietsers een gevoelig thema dat aan belang wint. De fiets is er het snelste vervoersmiddel, de vele werken versterken dit. Maar het is niet veilig genoeg: de afgelopen weken vielen er drie doden. Afgelopen vrijdag was er een Critical Mass Bike Ride die de groeiende roep naar betere fietsinfrastructuur en veiligheid toonde: er waren maar liefst 2.000 aanwezigen. Het uitblijven van voldoende investeringen in alternatieven op de wagen (zowel openbaar vervoer als fietsinfrastructuur) leidt duidelijk tot ongenoegen in de stad. We spraken met Jente, één van de organisatoren van de Critical Mass Bike Ride.
Hoe komt het dat de actie zo groot was?
“Er zijn meerdere elementen die een rol spelen. Elke laatste vrijdag van de maand fietsen we samen om op te komen voor de fietser in Antwerpen en de voorbije edities kenden al een algemene groeiende trend. Bijna vier jaar geleden begonnen we met acht fietsers, het voorbije jaar waren we zelfs bij slecht weer met minstens 150. Mobiliteit is een gevoelig probleem in Antwerpen. Bijvoorbeeld de werken, zoals de knip in de Leien, zijn een veelbesproken onderwerp in de main stream media. Minder besproken is het feit dat er bij twee van de drie recente dodelijke ongevallen werfverkeer betrokken was. Maar ook de kwestie van de Ring, de sluiting en overkapping ervan, is een onderwerp dat sterk leeft.
“Nu was de context heel specifiek: er vielen op twee weken drie doden. Na de eerste twee doden kwam er op de gemeenteraad een voorstel van de werkgroep Bezorgde Ouders rond conflictvrije kruispunten en beperkte rijtijden voor vrachtwagens. Dit werd afgewezen. Vlak hierna viel er nog een fietsdode… Het maakt dat fietsveiligheid momenteel wel heel gevoelig ligt. We moesten hier wel iets rond doen en besloten om met de Critical Mass Bike Ride langs de drie plaatsen van de ongevallen te trekken om de slachtoffers te herdenken.
“De drie verkeersdoden hebben veel mensen wakker geschud. Eén van de slachtoffers, Boris Lauwers, was een dierbare vriend van een aantal van onze medewerkers. Voor hen was werken aan deze editie een manier om hun steun te kunnen betuigen aan de familie. Daarnaast kregen we ook veel aandacht voor deze editie van de Critical Mass Bike Ride. In de dagen ervoor verschenen drie artikels in Gazet van Antwerpen. Er werd opgeroepen door Ringland, maar ook door andere organisaties en politieke partijen zoals SAMEN, het kartel van SP.a en Groen. De externe mobilisatie was hierdoor groot. We hadden op veel volk gerekend, maar het werd een echte overrompeling met minstens dubbel zoveel aanwezigen als verwacht: 2.000.”
Wat zijn de eisen van de Critical Mass Bike Ride?
“Wij zijn geen verkeersexperten, maar bieden wel een platform om experten aan het woord te laten. We zijn vooral bezorgde fietsers die wijzen op de pijnpunten. Er zijn veel fietsers in Antwerpen: stel dat die morgen allemaal kiezen voor de auto. Dan zijn de problemen voor de mobiliteit niet te overzien. Verplaatsingen per fiets zijn een evidente sleutel tot leefbaarheid en ruimte voor iedereen.
“Daarom vragen we een verbetering van het fietsklimaat. Concreet gaat het onder andere over het actief afdwingen van 30km/h in onze woonstraten, het conflictvrij maken van onze kruispunten, het invoeren van venstertijden voor zwaar verkeer.”
Wat waren de reacties op de Ride van afgelopen vrijdag?
“Er waren heel veel reacties. De meest aangrijpende was van de moeder van Boris. Ze bedankte ons en zei dat ze door onze tocht de moed had gevonden om voor het eerst naar de plek van het ongeval te gaan.
“We blijven uiteraard doorgaan met de maandelijkse edities van de Critical Mass Bike Ride. Volgende maand is er een ‘lichteditie’. Nu het vroeg donker is, vormt verlichting een belangrijk punt voor veiligheid op de weg. Afspraak op 24 november om 18u op het Theaterplein.”
-
Onaanvaardbaar geweld tegen Koerdische activisten in Antwerpen

Deze bus was eerder al op campagnemomenten in Charleroi en Luik. Daar waren er geen problemen. In Antwerpen wel… De gevestigde media deden de incidenten van afgelopen vrijdagavond gemakshalve af als ‘rellen tussen Turken en Koerden.’ Dat is een vreemde omschrijving van wat eigenlijk een georganiseerde politieke aanval op Koerdische activisten was. Ongetwijfeld speelden militanten van de extreemrechtse Grijze Wolven een rol in de aanval.
De titel in De Standaard was: “Veldslag na ‘provocatie uit PKK-bus.’” De krant stelt dat de rellen ontstonden “nadat een Koerdische bus door een overwegend Turkse buurt op Antwerpen-Zuid kwam toeren.” Dat is een een wel erg gekleurde versie. De feiten: een bus van een internationale campagne voor de vrijlating van PKK-kopstuk Öcalan was op weg naar een publiek aangekondigde bijeenkomst in de Sint-Andrieswijk. Gezien de verkeerssituatie in Antwerpen had de bus die uit Brussel kwam bijna geen andere keuze dan in de buurt van de Brederodewijk passeren. Bovendien was er een verkeersopstopping aangezien er een fietsactie aan de gang was (op die actie komen we later deze week terug op socialisme.be). Dat is iets anders dan door die buurt “toeren” bij wijze van “provocatie.”
Het is opmerkelijk dat alles eraan gedaan wordt om de verantwoordelijkheid voor het geweld zoveel mogelijk in de schoenen van zowel de mensen op de Koerdische bus als de aanvallers te steken. Is het dan verboden om met een bus vol Koerden door die wijk te rijden? Is het normaal dat tientallen mensen een georganiseerde aanval doen op die bus? Waarom worden niet meer vragen gesteld over de rol van extreemrechtse groepen als de Grijze Wolven in dit geweld? Er was sprake van racistisch geweld met extreemrechtse elementen. Dit wordt bevestigd door incidenten zondagavond: een groep racisten probeerde winkeliers van Koerdische afkomst in de Brederodebuurt aan te vallen.
Voormalig CD&V-gemeenteraadslid Ergun Top zei in De Standaard: “Hoe kan het dat zo’n bus door deze wijk rijdt? (…) Ik begrijp niet dat het stadsbestuur en de politie dat laten gebeuren.” Een toch wel straffe uitspraak: voor Top mag een bus met Koerden dus niet in de wijk waar hij woont rijden? Wie zal daar nog allemaal de toegang ontzegd worden en hoe rijmt Ergun Top dit met essentiële rechten als vrij verkeer van personen? Hoe komt het dat het stadsbestuur en burgemeester De Wever dergelijke uitspraken zomaar laten passeren? Is het omdat Ergun Top bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen uit onvrede met het kartel tussen CD&V en SP.a liet verstaan dat hij meer heil zag in N-VA of Open Vld?
Het regime van Erdogan in Turkije voert een steeds agressievere nationalistische campagne, onder meer om het toenemende falen van het sociaaleconomische en buitenlandse beleid te verbergen. Dit nationalisme versterkt extreemrechts, ook onder migranten van Turkse afkomst die in ons land wonen. Het leidt tot geweld dat nu ook activiteiten van Koerden bedreigt. Geen enkele vorm van racistisch geweld kan aanvaard worden. Hier moet sterk tegen gereageerd worden.
-
Geslaagde mars tegen het racistisch asielbeleid van Theo Francken
Theo ‘Trump’ Francken botste nu ook in Antwerpen op protest bij zijn meeting aan de universiteit. Tussen 250 en 300 betogers trokken vanop het De Coninckplein naar de Ossenmarkt in een levendige en luide betoging. Twee initiatieven voor protest tegen Francken werkten samen aan een grotere mars.
Voor Theo Francken is het asielbeleid een kwestie van cijfers: hij klopt zichzelf op de borst met het aantal uitwijzingen. Achter de cijfers zitten mensen. Mensen zoals Mohammed, een Kasjmiri activist die op vorige antiracistische acties van Blokbuster in Antwerpen regelmatig aanwezig was. Voor de zomer werd hij met zijn gezin uitgewezen naar Pakistan. Een maand later werd zijn zoon vermoord. Een repressief asielbeleid maakt levens kapot en legt de verantwoordelijkheid bij de slachtoffers ervan: dit is ‘victim blaming’. Enkele Kasjmiri activisten vroegen ons in de zomer al om een actie tegen Francken te organiseren. Daarop namen we het initiatief voor een protestmars.
Het is positief dat er een tweede initiatief kwam voor een mars, voornamelijk uit de hoek van Comac maar met als doel om ook andere organisaties mee te trekken (Hart boven Hard, Jong Groen, Jongsocialisten, …). Wij vinden het positief dat we in Antwerpen, toch nog steeds een bastion van zowel het extreemrechtse Vlaams Belang als van de rechtse populisten van De Wever, niet langer quasi alleen staan in het antiracistisch protest.
Video met een overzicht van de betoging door Stream Media:
Protest is noodzakelijk tegen een beleid dat sterk en stoer is tegen de zwaksten om te verbergen dat het wel erg zwak is tegen de bevriende sterksten, de superrijken. Vluchtelingen, maar ook wie hier uit de boot valt, worden hard aangepakt. Wie denkt dat dit is om ‘onze’ levensstandaard of ‘onze’ sociale zekerheid te beschermen, is eraan voor de moeite. Het is onderdeel van een algemene aanval op onze levensstandaard. Na de vluchtelingen, werklozen en daklozen volgen ook de gewone werkenden. Neoliberalen zoals die van N-VA zijn niet bepaald geloofwaardige verdedigers van de sociale zekerheid die ze zelf actief afbreken. Zij verdedigen de belangen van de superrijken.
Het was belangrijk dat op de actie een link werd gelegd met het protest tegen de vermarkting van het sociaal werk in Antwerpen. Als het van het rechtse bestuur afhangt, wordt sociaal werk straks politiewerk: controleren en repressie in plaats van sociale begeleiding tot deelname aan de samenleving. Het verband met het protest tegen de vermarkting van het sociaal werk had wat ons betreft nog krachtiger mogen gemaakt zijn. Nu trok een groep na de antiracistische betoging naar de Groenplaats om de sociaal werkers te vervoegen. Wat zou het effect niet geweest zijn indien de betoging daar gewoon was geëindigd en de noodzaak van solidariteit in onze strijd zo had geconcretiseerd?
Tegenover de verdeeldheid en het racisme van het gevestigde beleid, komen wij op voor een andere samenleving: een alternatief op het huidige rotte systeem dat bijhorende rotte politici als Trump en Francken voortbrengt. Wij komen op voor een systeem waarin mensen niet genoodzaakt zijn om te vluchten. Een systeem ook waarin de meerderheid van de bevolking niet moet inleveren om de superrijken nog rijker te maken – dit beleid heeft de 8 rijksten ter wereld ondertussen even rijk gemaakt als de armste helft van de wereldbevolking. Om dit te keren, moeten we de samenleving met de meerderheid van de bevolking zelf in handen nemen. Dan kunnen we werk maken van een massaal plan van publieke investeringen in huisvesting, sociale diensten, infrastructuur en jobs. Een samenleving dus die afgestemd is op de noden van de bevolking, niet de winsten van enkelingen. We kunnen dat enkel indien we de sleutelsectoren van de economie zelf controleren en dus ook bezitten. Kortom: er is nood aan een socialistische samenleving.
Voor onze toekomst zullen we moeten strijden en ingaan tegen alle vormen van discriminatie. Op 12 november is er een betoging van mensen-zonder-papieren in Brussel, op 25 november is er een betoging tegen geweld op vrouwen. De mars tegen racisme was een goede stap, maar slechts een begin!
-
Beweging tegen afbraak sociaal werk in Antwerpen terug op gang trekken
Het Antwerps stadsbestuur onder leiding van N-VA-burgemeester Bart De Wever houdt zich al enkele jaren bezig met de vermarkting van de sociale sector. Door middel van tendering worden sociale projecten in de uitverkoop gezet; degene die het voor de laagste prijs kan doen, krijgt het project. Dit systeem kan enkel leiden tot een toename van het aantal precaire situaties in de stad en een algemene verbreding van erbarmelijke levenscondities.
Vandaag leeft één op de zeven Vlamingen in armoede. Minstens één op de vijf Belgen komt moeilijk tot zeer moeilijk rond met zijn huidig inkomen. 28 procent van de Antwerpse kinderen tot drie jaar groeit op in armoede. Hulpverleners geven dagelijks het beste van zichzelf, maar tegen zo’n structurele ongelijkheid staan ze machteloos. Wie in een dergelijke situatie de zaak wil uitverkopen aan de privé, weet dat dit enkel rampzalige gevolgen kan hebben. Vandaag kampt de sociale sector al met een schrijnend tekort aan middelen. Vandaag vallen al mensen die dringend hulp nodig hebben uit de boot.
De vermarkting van het sociaal werk is een slag in het gezicht voor iedereen die erbij betrokken is. Sociaal werkers met jaren ervaring, goede banden met hun cliënten en de nodige expertise worden aan de kant geschoven om vervangen te worden door privébedrijven die er enkel op uit zijn de kost van sociaal werk zo klein mogelijk te maken.
Hetzelfde beleid dat ons sociaal werk in de uitverkoop zet, is er eveneens de oorzaak van dat zoveel mensen vandaag een beroep moeten doen op de sociale sector. In een algemene situatie van besparingen op onderwijs, pensioenen, sociale zekerheid; indexsprongen en looninleveringen; massa-ontslagen en stijgende werkloosheid, … is het niet verwonderlijk dat de noden steeds groter worden. De vermarkting van de sociale sector kadert in dezelfde neoliberale strategie van sociale afbraak. Totale verarming en sociale achteruitgang is het enig mogelijke resultaat.
Vorig jaar waren er veel acties en betogingen tegen dit fenomeen. Het leidde er toe dat de toekenning van daklozenbegeleiding De Vaart aan G4S (via tendering) ten minste werd uitgesteld. Dat toont aan dat een beweging wel degelijk een verschil maakt. Maar ondertussen is de inhoud van de dienstverlening sterk gewijzigd met een grotere nadruk op controle in plaats van begeleiding. Bovendien worden nu opnieuw enkele projecten in het uitstalraam gezet: Buurtwerk (Samenlevingsopbouw), Woonbegeleiding (CAW), drughulpverlening (Free Clinic) en een project van Vagga staan op dit moment op de markt.
Op 26 oktober is er een actie op de Groenplaats: ‘Festival Social’, een “feest voor kritisch sociaal werk.” Dat is een belangrijke activiteit om het protest tegen de vermarkting van het sociaal werk opnieuw op gang te trekken. Het biedt de mogelijk om tegelijk op te komen voor massale investeringen in wat een publiek sociaal werk moet zijn. Om dit te bekomen moeten we het verzet organiseren, verbreden en massaal op straat komen.
-
De Lijn: “Is het teveel gevraagd om aangenaam onze job te kunnen doen?”
Aan stelplaats Zurenborg in Antwerpen is het stilaan een traditie: bij een stakingsactie verzamelt het personeel om samen te discussiëren over de actie en hoe het verder moet. Vandaag was dit niet anders en was er een mooie opkomst: een 50-tal mensen woonde het stakingspiket bij en er was een levendige discussie.
De staking werd kort op voorhand aangekondigd maar werd toch heel goed opgevolgd: van de 96 bussen die moesten uitrijden op Zurenborg bleven er 82 staan. Het ongenoegen zit diep: het gaat niet alleen om de lonen maar meer algemeen om de gevolgen van een jarenlang besparingsbeleid met een tekort aan middelen en personeel. “Ik zit 8 uur op een bus op een stoel die slecht is voor mijn rug – niet het soort ergonomische stoel dat de directeurs hebben op hun bureau. Als het warm is, zitten mijn reizigers als sardienen in een oven te bakken. Airco hebben we al opgegeven, ook al zou het zo niet moeten zijn. En dan valt de bus soms nog uiteen, onlangs viel er een bout bijna om mijn hoofd. Is het dan teveel gevraagd om aangenaam onze job te kunnen doen,” vroeg een chauffeur zich af op het piket.
De media zijn niet louter negatief bij deze staking. Uiteraard is er de vaste retoriek van de stakers die de reizigers gijzelen. Maar de tekorten als gevolg van het besparingsbeleid zijn zo duidelijk dat niet meer kan ontkend worden dat het probleem bij de directie en de Vlaamse regering zit. De frustraties van de meeste reizigers beperken zich tot één of twee ritten per dag, het personeel heeft er de hele dag mee te maken. ACOD-secretaris Rita Coeck merkte dan ook op dat de discussie over de lonen slechts de druppel was die de emmer deed overlopen.
De personeelsvergadering op het piket begon met een uiteenzetting door ACOD-secretaris Rita Coeck. Zij stelde dat het schandalig is dat De Lijn de 1,1% loonsverhoging die algemeen overeengekomen werd over alle sectoren heen niet wil toekennen. De directie probeert onduidelijkheid te creëren door te zeggen dat er 1% wordt gegeven, maar dat klopt niet. Die 1% wordt ingevuld met zaken als een éénmalige bonus die bovendien resultaatsgebonden is en gekoppeld wordt aan tal van andere eisen om sociale verworvenheden op te geven. Een eenmalige premie van 200 euro bruto (170 na aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage) in ruil voor het opgeven van 3 T-dagen of de annualisering van de arbeidstijd, is een serieuze stap achteruit. De laatste echte opslag voor het personeel met een verhoging van het loon dateert ondertussen van 2011. Delegee Jef merkte op dat deze regering alles wil vermarkten, maar het tekort aan chauffeurs niet opvangt door de lonen te verhogen. Plots geldt dan de wet van vraag en aanbod niet meer…
Het personeelstekort heeft veel te maken met een gebrek aan respect voor het personeel. Het loon is daar één element van, het gebrekkig materieel een ander, de onmogelijke rij- en rusttijden nog een ander. Eigenlijk getuigt het jarenlange besparingsbeleid van weinig respect voor zowel personeel als reizigers. Aan het piket was er dan ook een terechte discussie over hoe de reizigers kunnen betrokken worden. Een chauffeur merkte op dat hij reizigers of familieleden die hem erover aanspreken steeds kan duidelijk maken waarom er gestaakt wordt en dat dit begrepen wordt. Maar als er geen ernstige langdurige campagne naar reizigers is, weten velen niet waarover het gaat. Delegee Luc zei dat het belangrijk is om de neerwaartse spiraal te stoppen: het gaat niet enkel om het loon, maar ook om respect voor het openbaar vervoer. Hij stelde dat de discussie met de reizigers belangrijk is om een krachtsverhouding op te bouwen.
Er werd erg positief gereageerd op solidariteit vanwege reizigers en personeel uit andere sectoren. Een spoorman wees erop dat de problemen van tekort aan personeel en degelijk materieel bij de NMBS dezelfde zijn. De aanval op het stakingsrecht met minimale dienstverlening heeft enkel als doel om het verzet tegen de tekorten en problemen de kop in te drukken. Een buschauffeur zei dat er meteen solidariteitsacties moeten komen als de regering minimale dienstverlening bij het spoor wil doorvoeren. Het zal immers niet tot dit voorstel beperkt blijven en al evenmin tot het spoor: dit is een opstap naar een algemene aanval op het recht op protest. Straks hebben we enkel nog het recht om stilzwijgend ja te knikken en alles te slikken wat die neoliberale politici op vraag van de grote bedrijven door ons strot rammen.
Een belangrijk punt van discussie op het piket was de vraag wat er gebeurt als de directie niet toegeeft na deze staking. Iemand opperde om na maandag gewoon verder te staken, anderen vroegen nu al een concrete datum voor volgende acties indien er geen toegevingen komen. Nog anderen benadrukten de noodzaak om met alle vakbonden samen te werken. De vraag naar een actieplan is terecht en mag niet afhankelijk gemaakt worden van onderhandelingen en evaluaties, het mag ook niet beperkt worden tot gesprekken tussen nationale vakbondsverantwoordelijken. Als personeelsvergaderingen in alle stelplaatsen zouden georganiseerd worden om daar een voorstel van actieplan te bespreken en te stemmen, dan wordt het moeilijk voor gelijk welke vakbondsverantwoordelijke om niet mee te doen of om de acties zomaar stil te leggen. Een actieplan zou de druk op onderhandelingen verhogen en biedt het personeel een perspectief dat het niet bij één keer aanklagen blijft, maar dat het menens is. Een campagne naar en met reizigers zou daar onderdeel van moeten zijn.
De woede onder het personeel is groot. Na jaren van besparingen op personeel en materieel is de dienstverlening nog slechts minimaal tot frustratie van zowel het hardwerkende personeel als de reizigers. Een beetje respect, is al wat gevraagd wordt. Maar zelfs dat is teveel voor minister Weyts en de directie van De Lijn.
-
Miserie met openbaar vervoer in Antwerpen

Dit is wat Marc Descheemacker als goed beheer ziet. Topman Marc Descheemaecker van De Lijn zei vorige maand: “Ik beschouw het als goed beheer dat de zomerdienstregeling [in Antwerpen] al in juni wordt ingevoerd.” Als politiek benoemde voorzitter van de raad van bestuur heeft de N-VA’er makkelijk praten. Aan de tramhaltes waar sinds het invoeren van de zomerregeling soms erg lang gewacht wordt op een tram waar nog plaats op is, zullen weinigen het met Descheemaecker eens zijn. Als politicus raakte hij niet verkozen, maar dat houdt zijn partij niet tegen om hem als manager allerhande mandaten toe te stoppen. Wellicht teveel om zelf nog het openbaar vervoer te nemen?
Een reiziger uit Deurne-Noord
De invoering van de zomerregeling is het gevolg van een tekort aan personeel en middelen. Het leidt tot frustratie onder reizigers en personeel. Als reiziger maak ik het dagelijks mee. Tram 5 vanuit Deurne Noord naar Antwerpen centrum is een drukke lijn. De drukte is des te groter omdat de naburige tram 10 door wegenwerken een omleiding maakt. De wegenwerken maken dat auto of bus evenmin een ernstig alternatief vormt. Werkenden maken gebruik van de tramlijn om naar hun werk in de stad of naar het station te gaan, scholieren en studenten om naar school in het centrum of Merksem te gaan. Het gebeurt in het jaar wel meer dat er een tram zo vol zit dat er moet gewacht worden op een volgende. Maar doorgaans komt die relatief snel, elektronische infoborden geven aan wanneer.
Daar is nu geen sprake meer van. De elektronische infoborden werken niet. De papieren dienstregeling vermeldt niet dat er in juni op zomerregeling wordt gereden. Wanneer de volgende tram komt, is een goed bewaard geheim voor de wachtenden. De realiteit nu is dat wachten op een volgende tram betekent dat gemiddeld 12 minuten duurt in plaats van 8. Zit die volgende tram ook te vol, dan wacht je 24 minuten in plaats van 16. Dat kan voor de heren en dames managers aan de top misschien weinig lijken, maar het is het verschil tussen op tijd komen of niet, tussen een trein later of vroeger. Donderdag zag ik scholieren die nog snel wat studeerden voor ze op een tram stapten en in het half uur dat ze moesten wachten op een plaatsje ongetwijfeld tijd hadden om hun volledige cursus nog eens door te nemen. Als ze op tijd op hun bestemming aankwamen, zal dit hun resultaat mogelijk ten goede gekomen zijn. Dat is meteen het enige mogelijke lichtpuntje dat niet opweegt tegen het risico om te laat te komen… Voor die toplui tellen enkel de cijfers, dienstverlening zou meer moeten zijn dan opeengepropt als sardienen op een tram zitten.
Zowel reizigers als personeel raken gefrustreerd. De chauffeur loopt vertraging op en slaagt er amper in om de deuren te sluiten. Elk beetje ruimte telt voor de reizigers, ook die paar millimeters te dicht bij een deur die hierdoor niet kan sluiten. Vertraging inhalen door wat sneller te rijden schudt de reizigers door elkaar. Het komt de sfeer niet bepaald ten goede. Het enige positieve is wellicht dat het reizigers met elkaar doet spreken. Miserie doet babbelen.
Maar er is meer nodig om tot oplossingen te komen. Het probleem zit niet bij het personeel of bij andere reizigers die niet genoeg doorschuiven naar die vrije vierkante centimeter in het midden van de tram. Het probleem zit bij een politiek aangestuurde directie die onvoldoende investeert in personeel en materieel. De partijen die aan de macht zijn – wat mobiliteit betreft N-VA op kop – zien het openbaar vervoer als een bedrijf dat winst moet maken, niet als een dienstverlening om degelijk openbaar vervoer aan te bieden en zo een alternatief te vormen op de auto. Met de vele wegenwerken en bijhorende problemen in Antwerpen zou zo’n alternatief niet misplaatst zijn. Maar investeren in personeel en materieel gebeurt niet. We zullen zelf actief moeten opkomen voor meer publieke middelen waarbij personeel, reizigers en de gemeenschap beslissen over hoe de middelen aangewend worden.















