Category: Dossier

  • Dag aan dag verslag van de “staking van de eeuw.” 24 december 1960

    Kerstavond wordt in veel regio’s aan het stakingspiket gevierd. Het feestelijke aspect van de gelegenheid gaat probleemloos samen met een strijdbare sfeer van solidariteit en vastberadenheid. Tot in de verste uithoeken van het land wordt actie gevoerd. De openbare diensten liggen overal plat.

    Deze rubriek op socialisme.be is gebaseerd op het boek “De opstandige en revolutionaire algemene staking van 60-61” door Gustave Dache. Meer achtergrond vind je hier.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Dag aan dag verslag:

    • 19 december
    • 20 december
    • 21 december
    • 22 december
    • 23 december

    [/box]

    Het spoorverkeer ligt nu in heel het land plat. In Brugge vertrekken slechts drie treinen. In Leuven blokkeren stakers het spoorverkeer. De postmannen trekken de straat op en weigeren de post te bedelen. In Gent zijn er 15.000 stakende arbeiders die betogen. Het protest neemt ook steeds meer de vorm van sabotage aan. Zeven stakers worden in Diksmuide opgepakt op beschuldiging van sabotagedaden. Overal worden stakers willekeurig gearresteerd door de politie en de rijkswacht. Het doel van de intimidatie is om de beweging te stoppen, maar dit lukt niet.

    De regering bereidt een confrontatie voor en drijft de repressie op. Soldaten moeten de overwegen en bruggen bewaken. In de stations zijn er rijkswachters en soldaten. De reservetroepen van de rijkswacht worden opgeroepen. Er wordt geprobeerd om ieder contact tussen soldaten en stakers te vermijden. Een pamflet van stakende arbeiders aan de soldaten gericht, wordt in beslag genomen in Luik. Het dagblad ‘La Wallonie’ van Renard wordt in beslag genomen omdat er een oproep aan de soldaten in staat. Deze oproep stelt: “Soldaten, de arbeidersklasse is een beslissende strijd aangegaan voor haar bestaansrecht. De regering zal beroep doen op de troepen, naast de rijkswacht, in een poging de stakingen te breken en de sociale beweging die plaats vindt, te onderdrukken. Wij vragen jullie begrip en uw werk te doen. Als men jullie vraagt te werken in de plaats van de arbeiders in de bedrijven of de diensten die zijn verlamd door de staking, kruis dan de armen! Als men jullie opstelt tegenover stakers of betogers, herinner dan dat ze jullie ouders, jullie broers, jullie vrienden zijn. Verbroeder met hen. Jullie zijn gemobiliseerd om het land te verdedigen, niet om het te wurgen. Vrees niet. De hele socialistische arbeidersbeweging is er om jullie te verdedigen. Soldaten, wees geen verraders van jullie klasse. We rekenen op jullie. De Gemeenschappelijke Actie.”

    Deze morgen waren er huiszoekingen bij verschillende militanten en syndicalisten van het ABVV. Ook bij Renard zelf is er een huiszoeking, net zoals in heel wat lokalen van de BSP en het ABVV. Het parket begint een onderzoek naar het “aanzetten van soldaten tot bevelweigering.” Ondanks de repressie zijn er hier en daar toch contacten. In Roux klagen de soldaten over een gebrek aan voedsel, waarop de stakers eten aan de soldaten bezorgen. De burgerlijke media zetten de regering aan tot hardere acties. ‘La Libre Belgique’ schrijft: “De regering lijkt stilaan door te hebben dat ze toch niet kan toestaan dat een anarchistische ontsteking van communistische oorsprong zich blijft nestelen in het land en dat het totaal onaanvaardbaar is dat de leiders van de socialistische vakbonden zich in de plaats van de reguliere autoriteiten stellen om het verkeer, het werk in de werkplaatsen en het openings- en sluitingsuur van de winkels te controleren. Het wordt tijd om onmiddellijk een einde te stellen aan die anarchie. Het is een domein waarop iedere capitulatie van de overheid een misdaad is tegen de natie. De ordehandhaving is ondeelbaar. Iedere terugtocht, leidt tot de volgende.”

    Op kerstavond houdt premier Eyskens een radiotoespraak waarin hij zich uitspreekt tegen de opstandige acties van de stakers. In de arbeiderswijken en aan de fabriekspoorten wordt deze avond verzamelen geblazen. Er wordt warme wijn gedronken en aan de piketten wordt gefeest. Dit wordt een kerstdag om nooit te vergeten.

  • Dag aan dag verslag van de “staking van de eeuw.” 23 december 1960

    Vandaag gaat het spoor volledig plat en wordt de roep naar een “Mars op Brussel” luider op de betogingen. De algemene staking wordt groter en dat terwijl het kerstweekend voor de deur staat. De regering hoopt misschien dat er vanaf zaterdag 24 december wat sleet op de beweging zal komen. Maar de vastberadenheid aan de vooravond van het kerstweekend laat uitschijnen dat dit ijdele hoop zal zijn.

    Deze rubriek op socialisme.be is gebaseerd op het boek “De opstandige en revolutionaire algemene staking van 60-61” door Gustave Dache. Meer achtergrond vind je hier.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Dag aan dag verslag:

    • 19 december
    • 20 december
    • 21 december
    • 22 december

    [/box]

    Vandaag gaat het spoorverkeer volledig plat. In het station van Aken moeten de reizigers op de internationale express naar België afstappen.

    Tegenover de uitbreiding van de staking doet de heersende klasse beroep op alle troepen waarover ze beschikt. Kardinaal Van Roy doet een oproep aan “onze landgenoten”. In die oproep vraagt hij om de staking te breken: “De onbeteugelde en onredelijke stakingen die we vandaag meemaken moeten verworpen en veroordeeld worden door alle eerlijke mensen.” Daarmee was de positie van de kerkleiding meteen duidelijk. Verrassend was dit niet, in 1950 werd door de katholieke leiding nog campagne gevoerd voor de terugkeer van Leopold. De houding van Van Roy werd na het kerstweekend op de korrel genomen door het socialistische dagblad ‘Le Peuple’: “Het was in de lente van 1944. De luchtaanvallen waren volop aan gang. Mgr Van Roy achtte het toen wenselijk om [in de dagbladen van de bezetter] een pastorale brief te publiceren om zonder pardon de Anglo-Amerikaanse bombardementen te veroordelen.”

    De oproep van de kardinaal leidt tot protest onder katholieke arbeiders. In Charleroi en Luik protesteren de ACV-leden publiekelijk. Zelfs ACV-voorzitter Cool moet reageren en dreigt zowaar met ontslag, een dreigement dat uiteraard niet wordt waar gemaakt. Maar Cool moest reageren. In La Libre Belgique van 24 december staat dat hij aan de regering zou hebben verklaard: “Ik heb mijn troepen niet meer in de hand. Ondanks mijn richtlijnen verbroederen de christelijke gesyndiceerden steeds meer met hun socialistische collega’s. U moet toegevingen doen, onder andere de twee periodes van werkloosheid laten varen en u voor het bestrijden van overdrijvingen beperken tot de bestaande wetgeving, zoniet sta ik niet in voor wat er kan gebeuren.”

    De staking kent vandaag een sterke uitbreiding in Vlaanderen. Daar begint het gemeenschappelijk front aan de basis vorm te krijgen bij de spoormannen, de post, de Antwerpse haven,… In Brugge en Kortrijk zijn er grote betogingen van stakende arbeiders. Omdat de nationale leiding van het ABVV de beslissing over de algemene staking aan de regionale afdelingen overlaat, is langs Franstalige kant onder voorzitterschap van Renard een Coördinatiecomité van de Waalse gewesten van het ABVV opgezet. Dit comité komt vandaag voor het eerst bijeen in de hoop alsnog de leiding van de spontane stakingsbeweging te kunnen overnemen van de basis. Dat gebeurt met het argument dat de acties toch moeten gecoördineerd worden.

    Stilaan komt de vraag naar hoe de beweging verder kan ontwikkelen. Vanuit het ABVV en de BSP komt daar geen antwoord op. Ook de KPB weet het niet, de communistische partij beperkt zich tot een oproep aan de parlementsleden om “rekening te houden met de wil van het volk”. Aan de basis is er wel duidelijkheid. Daar wordt gepleit voor een Mars op Brussel, een totale confrontatie met alle instellingen van de gevestigde orde. Dat kan door de stakerscomités te organiseren en regionaal en nationaal te coördineren.

    In zijn boek schrijft Gustave Dachte over de stakerscomités: “Een algemene staking breekt radicaal met de heersende ideologie van het conservatisme, van onderwerping aan de burgerlijke orde, van fatalisme en scepticisme. De stakerscomités zijn het embryo van de arbeidersmacht, ze doorbreken de routine ongeacht hun oorspronkelijke samenstelling. Wat ook de omstandigheden zijn waarin ze ontstaan, de stakerscomités, de actiecomités en de stakerspiketten zijn de meest krachtige motor in elke strijd van het proletariaat. Ze gedragen zich in de loop van de strijd als revolutionaire organen en krijgen een steeds grotere autoriteit. Al die stakerscomités oefenen een macht uit die in concurrentie treedt met die van de burgerlijke staat en de regering. Een tweede macht ontstaat, die zich steunt op de revolutionaire capaciteit en de wil van de arbeidersklasse in haar strijd om zich de macht toe te eigenen.”

  • Dag aan dag verslag van de “staking van de eeuw.” 22 december 1960

    Op dag drie van de algemene staking is er nog steeds een uitbreiding van de staking. Een parlementaire discussie in het parlement verloopt woelig. Het wordt duidelijk dat er een scherpe confrontatie is tussen de burgerij en de arbeidersklasse. Deze confrontatie kan enkel verder escaleren. De regering staat voor een keuze: toegeven of zich halsstarrig opstellen en beginnen dreigen met repressie. De regering-Eyskens kiest voor de tweede optie.

    Deze rubriek op socialisme.be is gebaseerd op het boek “De opstandige en revolutionaire algemene staking van 60-61” door Gustave Dache. Meer achtergrond vind je hier.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Dag aan dag verslag:

    • 19 december 1960
    • 20 december 1960
    • 21 december 1960

    [/box]

    De regering spreekt zich in een communiqué fors uit tegen de staking. Het hele land ligt plat, maar de regering verklaart dat dit het werk is van agitatie en oproerkraaiers in de marge van de arbeidersbeweging. “De meeste werkonderbrekingen vastgesteld sinds dinsdag zijn het werk van buitensporige sociale agitatie, opgestookt door oproerkraaiers in de marge van de vakbondsorganisaties, die hun laarzen lappen aan alle regels die de werkgevers en de werknemers vrijelijk zijn overeen gekomen.”

    Het klopt natuurlijk dat een voorhoede van strijdbare militanten een belangrijke rol heeft gespeeld in de acties van de voorbije dagen. Maar deze militante minderheid behoort zeker niet tot de “marge” van de arbeidersbeweging, deze minderheid krijgt een actief en massaal gehoor en tienduizenden arbeiders sluiten zich bij de staking aan.

    De nationale ABVV-leiding neemt nog steeds geen standpunt in over de staking. De verantwoordelijkheid om tot de algemene staking op te roepen wordt aan de regionale afdelingen overgelaten. De gewesten moeten op eigen houtje beslissen. Intussen is de staking algemeen in Wallonië en ontwikkelt ze zich ook in Vlaanderen. In Antwerpen en Gent is de staking algemeen, maar ook elders wordt gestaakt. De sterkere positie van het ACV en de afwezigheid van grote industriële bassins kan de staking niet tegenhouden.

    In Antwerpen is er een incident met de rijkswacht die wil vermijden dat de stakende dokwerkers verhinderen dat patroons aanwerven aan de dokken. Een tiental agenten wordt omsingeld door dokwerkers en wordt bekogeld. Er zijn honderd agenten nodig om de collega’s te ontzetten. Er zijn in Antwerpen ook de eerste arrestaties aan de stakersposten. Onder de gearresteerden ook Frans van den Branden, een voormalig communistisch parlementslid.

    De jonge arbeiders van Charleroi die in de SJW zijn georganiseerd, houden voortaan permanentie en dagelijkse vergaderingen in het Achturenhuis van Charleroi. Daar bespreken ze het verloop van de staking.

    Betogingen van arbeiders leggen in de grote steden beperkingen op voor de winkels. Voedingswinkels mogen slechts een aantal uur per dag de deuren openen. De knooppunten van het verkeer worden gecontroleerd door gemotoriseerde stakers.

    De politie en de rijkswacht nemen in Brussel posities in de “neutrale zone” in, daarmee willen ze het parlement en het koninklijk paleis beschermen. Kamervoorzitter Kronacker schort de besprekingen van de Eenheidswet in het parlement op, hij stuurt meteen de Kamer in vakantie tot 3 januari. Eerder op de dag kwam het in het parlement tot incidenten met zelfs fysiek geduw en getrek.

    Er wordt gehoopt dat dit de beweging zou doen uitdoven in de eindejaarsfeesten. Gustave Dache schrijft in zijn boek: “De regering heeft begrepen dat het tot niets dient te discussiëren in het parlement als heel het land verlamd is door de algemene staking. Maar ze twijfelt nog tussen een compromis of de openlijke repressie. Wat nu beslist wordt, is een oorlog van klasse tegen klasse. Het is nu dat de arbeidersorganisaties de strijd moeten organiseren, in plaats van te jammeren over het gedwongen verlof van het parlement zoals de BSP en de KPB doen. Twee dagen na het begin van de algemene staking, heeft de burgerij begrepen dat ze zich moet bevrijden van alle institutionele hinderpalen indien ze minstens de kans wil hebben zich te verdedigen tegen de revolutionaire opstand van de arbeidersklasse. Het feit zelf dat de debatten in het parlement worden verdaagd, illustreert dat de regering wankelt, onbeslist is. Ze koopt tijd, een teken van zwakte.”

  • Dag aan dag verslag van de “staking van de eeuw.” 21 december 1960

    De spontane uitbarsting van woede op 20 december houdt ook vandaag stand. De staking kent een verdere uitbreiding doorheen het hele land. Dertig uur nadat de staking is losgebarsten beginnen de ABVV-leiders de staking te steunen, maar topman Major verklaart intussen in het parlement dat alles eraan werd gedaan om de staking te beperken. Die poging is duidelijk mislukt.

    Deze rubriek op socialisme.be is gebaseerd op het boek “De opstandige en revolutionaire algemene staking van 60-61” door Gustave Dache. Meer achtergrond vind je hier.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Dag aan dag verslag:

    • 19 december 1960
    • 20 december 1960

    [/box]

    De staking haalt vandaag het parlement. Er wordt over dit onderwerp ook tussengekomen door de algemeen-secretaris van het ABVV en BSP-verkozene uit Antwerpen, Louis Major. Die slaagt er in om in de Kamer het volgende te verklaren: “Premier, we hebben met alle mogelijke middelen, zelfs met de hulp van het patronaat, geprobeerd om de staking tot één sector te beperken.” (uit de parlementaire stukken van de Kamer, 21 december 1960, p. 20)

    Op woensdag 21 december 1960 schreef de krant Le Peuple: “Overal borrelt het verzet op in de straten van de arbeidersbuurten. Zelfs de aanhoudende regen kan de sfeer niet afkoelen onder diegenen die van werkplaats naar werkplaats trekken om de volledige en onmiddellijke staking te propageren.” Dat is een terechte samenvatting van de sfeer. Overal wordt gediscussieerd over de strijd, er hangt een enthousiaste en strijdbare sfeer in de lucht.

    Vanaf de middag beginnen een aantal regionale vakbondsleidingen van het ABVV de staking te vervoegen. Ze hebben geen andere keuze: hun basis is volledig betrokken bij de acties en begint alternatieve organisatievormen op te zetten. Er worden her en der stakerscomités verkozen op personeelsvergaderingen. De stakerscomités moeten de acties op het bedrijf organiseren. Ze zijn samengesteld uit strijdbare militanten, maar ze kwamen niet noodzakelijk overeen met de bestaande structuren.

    Terwijl Major in het parlement verklaart dat hij er alles aan had gedaan om de staking te beperken, stelt BSP-voorzitter Collard: “De Socialistische Gemeenschappelijke Actie en de BSP zijn volledig betrokken in de strijd.” De ACV-leiding publiceert een persbericht: “De huidige stakingen zijn niet nuttig en prematuur om de beoogde doelstellingen van de arbeiders te bereiken. We nodigen de leden uit om niet deel te nemen aan deze stakingen die een duidelijk politiek karakter hebben.” Duizenden ACV-leden gaan niet in op deze uitnodiging van de leiding. In de christelijke vakbondscentrale voor de openbare diensten in Antwerpen komt het tot een stemming die wordt gewonnen door de voorstanders van de staking (met 579 stemmen voor, 505 tegen en 42 onthoudingen). De ACV-leden vervoegen de staking en de volledige Antwerpse haven gaat plat. De Antwerpse dokwerkers trekken ook naar het lokaal van het ABVV om te protesteren tegen het gebrek aan een ordewoord tot staking.

  • Dag aan dag verslag van de “staking van de eeuw.” 20 december 1960

    De onvermijdelijke confrontatie barst vandaag in alle hevigheid los. Alle pogingen om deze beweging tegen te houden, mislukken. Duizenden arbeiders leggen het werk neer, ook al is er nog steeds geen ordewoord van de nationale vakbondsleiding. Op 20 december begint het parlement de discussie over de Eenheidswet, maar de echte discussie over de Eenheidswet wordt intussen op straat gevoerd.

    Deze rubriek op socialisme.be is gebaseerd op het boek “De opstandige en revolutionaire algemene staking van 60-61” door Gustave Dache. Meer achtergrond vind je hier.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Dag aan dag verslag:

    • 19 december 1960

    [/box]

    De staking bij de openbare diensten wordt gevolgd door een golf van spontane stakingen bij tal van grote bedrijven. BSP-voorzitter Collard verklaarde nog dat stakingsacties al gauw “minder populair” zouden zijn “dan de Eenheidswet zelf”. Hij werd samen met zijn collega partijleiders en vakbondsleiders verrast door de omvang van de spontane stakingsgolf. Op enkele uren tijd werd het kapitalistische systeem tot stilstand gebracht. Het systeem wankelde onder het gewicht van de spontane beweging van de arbeidersklasse. Deze enorme uitbarsting van strijd vormt een essentieel onderdeel van de ‘staking van de eeuw’, het toont het potentieel van de arbeidersbeweging en een enorme actiebereidheid.

    In zijn boek beschrijft Gustave Dache hoe het werk op zijn bedrijf, Gobbe in Lodelinsart, werd plat gelegd. Lees maar even mee.

    “In de ochtend van 20 december kwam ik te laat aan op de fabriek. Dat kwam omdat ik met de SJW [Socialistische Jonge Wacht] tot 2u ’s ochtends had deelgenomen aan het stakingspiket van het ACOD. De arbeiders van Gobbe waren spontaan bijeengekomen in een algemene vergadering. De vergadering was nog niet begonnen toen ik er aankwam. De sfeer was er erg geladen, er werd gewacht op een ordewoord. Toen ik aankwam, zei een collega me: “Omer wacht op je in de vergadering.” Ik ging naar de vergadering en de hoofddelegee, Omer Michel, opent de vergadering. Hij richtte een vraag aan mij als SJW-militant. Hij vroeg: “Wat doen we?” Ik antwoordde: “We leggen alles plat.” Het enthousiasme onder de aanwezige arbeiders was enorm. Ze kwamen naar voor om te zeggen dat we naar de andere glasblazerijen moesten gaan. We trokken onmiddellijk naar ‘La Discipline’ en ‘Barnum’.”

    De arbeiders van Gobbe trekken meteen naar andere bedrijven in de glassector van Charleroi waar de arbeiders eveneens in staking gingen, ook al gingen niet alle delegees daarmee akkoord. Sommigen wilden liever wachten op ordewoorden van de vakbondsleiding. Bij ACEC gingen de 10.000 arbeiders van ’s ochtends in staking. Onder impuls van hoofddelegee Robert Dussart, een lid van de leiding van de KPB (Communistische Partij), was een dag eerder al een personeelsvergadering gehouden om tot de staking te beslissen. Robert Dussart wordt daarvoor op 20 december telefonisch met uitsluiting uit de vakbond bedreigd. Maar zo ver komt het niet. De arbeiders van ACEC trekken met 2.000 in een betoging door de stad, zowel de leden van ABVV als van ACV betogen mee.

    De spontane stakingsgolf leidt meteen tot pogingen om de strijd aan de basis te organiseren. Er worden contacten gelegd en er zijn tal van personeelsvergaderingen en discussies. In Gent gaat het personeel van de elektriciteitscentrale over tot een bedrijfsbezetting. De stroom voor de bedrijven wordt volledig afgesneden, waardoor de Gentse industrie plat wordt gelegd. Dit zou gedurende de ‘staking van de eeuw’ de enige bedrijfsbezetting zijn. Deze bezetting hield stand tot 30 december.

  • Dag aan dag verslag van de “staking van de eeuw”. 19 december 1960

    Op maandag 19 december 1960 hing de staking tegen de Eenheidswet in de lucht. Er was de aankondiging van de staking van het ACOD in de openbare diensten, maar deze oproep kreeg ook in de privésector gehoor. Een maandenlange campagne tegen de Eenheidswet en het vooruitzicht van harde besparingen had geleid tot een groeiend ongenoegen. Op 19 december staan we aan de vooravond van de storm.

    Deze rubriek op socialisme.be is gebaseerd op het boek “De opstandige en revolutionaire algemene staking van 60-61” door Gustave Dache. Meer achtergrond vind je hier.

    De Eenheidswet was een project van premier Eyskens (katholiek) en het omvatte een aantal maatregelen die er op gericht waren om de “concurrentiepositie” van het land te verbeteren. Dat moest volgens de premier en de burgerij door met de overheid deel te nemen aan private investeringen, het aanvallen van de arbeiders door een verhoging van de voorloper van de BTW, het verhogen van de pensioenleeftijd van ambtenaren, het verlagen van het budget voor de gemeenten en de sociale sector en het beperken van de rechten inzake ziekteverzekering en werkloosheidsuitkeringen. Tegenover de voorstellen van deze “Eenheidswet” werd maandenlang campagne gevoerd door de BSP (de voorloper van de huidige SP.a en PS) en het ABVV. Deze campagne kreeg de naam “Operatie Waarheid”.

    De woede tegenover de geplande aanval op de verworvenheden van de arbeidersbeweging was bijzonder groot. Bovendien lagen een aantal ervaringen van arbeidersstrijd nog vers in het geheugen: van het protest bij het einde van de oorlog tot de Koningskwestie en de regionale en sectoriële stakingen in de jaren 1950. Dit alles vormde een vulkaan van ongenoegen die met een ongeziene kracht tot uitbarsten zou komen vanaf 20 december.

    De geplande staking in de openbare diensten kreeg op 19 december de steun van een aantal personeelsvergaderingen. Onder meer bij Cockerill in Ougrée (Luik) werd een algemene vergadering gehouden waar werd uitgehaald naar de weigering van de nationale ABVV-leiding om een algemene staking te organiseren. Zowel de rechtervleugel in de nationale leiding (rond onder meer Louis Major die tevens BSP-parlementslid was) als de linkervleugel (rond André Renard) weigerde om dat ordewoord naar voor te schuiven. Zonder ordewoord van de nationale leiding was het op 19 december duidelijk dat er actie zou worden gevoerd bij onder meer Cockerill, ACEC in Charleroi maar ook onder de Antwerpse dokwerkers die gedurende heel de strijd vooraan zouden staan.

    De media berichten dat het ACV geheime onderhandelingen voert met de regering, maar een dag later zouden ook heel wat ACV-leden en militanten mee in actie komen. In de avond van 19 december organiseren de stakersposten zich om onder meer het spoorverkeer plat te leggen. Jongeren en militante arbeiders sluiten zich bij de stakersposten van de openbare diensten aan. Het potentieel voor de beweging bleek eerder al op een betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront in Antwerpen op 8 oktober. Toen betoogden tienduizenden arbeiders tegen de Eenheidswet. Op 15 december werd het werk al even neergelegd in Gent. Om te protesteren tegen de Eenheidswet werd tijdens het huwelijk van Boudewijn en Fabiola gestaakt.

  • Recensie. “De opstandige en revolutionaire algemene staking van de winter van ‘60-‘61”

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    RECENSIES op SOCIALISME.be

    • Film: "Illégal". Een harde aanklacht, maar wat daarna?
    • Het verhaal van Max De Vries, partizaan voor het leven
    • “Privacy”, boek van Rudie Kagie over de opmars van Big Brother
    • Militante hiphop uit de VS. Interview met Boots Riley van “The Coup”
    • Franse topgroep Sexion D’Assaut wil homofobe boodschap ook bij ons verspreiden
    • U2 in België: wat blijft er nog over van de muziek?
    • Op een andere planeet… “Red planets: Marxism and science fiction”
    • “Living Dolls: the Return of Sexism” – strijd tegen seksisme is nog niet gestreden
    • "Leven tussen twee vuren". Autobiografie van Jef Ulburghs
    • The Lacuna. Prijswinnende roman van Barbara Kingsolver
    • Trotski-fan kopieert zijn idool. Canadese film: “The Trotsky”
    • Een terugblik op “Arbeid in de Ierse geschiedenis” van James Connolly
    • “Vrede zij met u zuster” of het verhaal van een westerse zelfmoordterroriste
    • “Eigen belang eerst”. Boek van Tom Cochez over de “vuile oorlog” in het VB
    • "Gebakken lucht". Een vernietigende kritiek op traditionele media

    [/box]

    Ons land werd vijftig jaar geleden opgeschrikt door een bijzonder woelige en opstandige algemene staking. Gustave Dache was toen een jonge arbeider in de glassector in Charleroi. Hij was syndicaal actief bij het ABVV en politiek bij de Belgische afdeling van de Vierde Internationale. Nu getuigt hij over de staking van ‘60-’61 en gaat hij in op de politieke discussies in het kader van deze beweging.

    Het is eigenlijk vreemd dat er niet meer boeken zijn verschenen over wat de “staking van de eeuw” werd genoemd. Vanuit de arbeidersbeweging zijn er weinig pogingen ondernomen om de ervaringen en de lessen van deze grote stakingsbeweging mee te geven aan de jongeren. Het boek van Gustave heeft niet als doel om een “neutrale” visie op de staking te brengen, het is een getuigenis door een arbeider vanuit de voorste gelederen van de staking. LSP heeft Gustave aangemoedigd om dit boek af te werken en we hebben zelf ook tijd, middelen en energie geïnvesteerd om de uiteindelijke publicatie mogelijk te maken. Gustave is geen lid van LSP, maar een politiek en syndicaal militant met heel wat strijdervaring en veel raakvlakken met onze partij.

    In het boek brengt Gustave de achtergrond waartegen de staking is losgebarsten, zowel de economische en sociale situatie in het land als de sfeer op de werkvloer bij Glaverbel waar hij als glasarbeider werkte. Ook wordt ruimte gemaakt voor een balans van de staking en de verschillende politieke stromingen die daarin betrokken waren. De staking was een spontane uitbarsting van woede en verzet waarbij er een snelle radicalisering was. Vanuit de basis werd een Mars op Brussel geëist, een roep om naar Brussel te trekken en daar alle instellingen van de gevestigde orde te confronteren en vooral te contesteren. Deze eis werd overal geroepen, maar niemand durfde het aan deze eis over te nemen. Ook de radicale linkerzijde deed dit niet. De KPB (Communistische partij) volgde de ordewoorden en adviezen van de grote broer BSP (sociaal-democratie, de voorloper van SP.a en PS). De strekking rond het blad ‘La Gauche’ deed wel een oproep voor een Mars op Brussel, maar dan enkel in de vorm van delegaties die de hoofdstad geleidelijk zouden infiltreren. In het daaropvolgende nummer werd al teruggekomen op die oproep.

    Het gebrek aan ordewoorden om de beweging verder te ontwikkelen tot de logische volgende stap van een revolutionaire confrontatie met het kapitalisme, leidde tot frustratie en ruimte voor afleidingsmanoeuvres. André Renard heeft daar handig gebruik van gemaakt om een regionalistisch discours de bovenhand te laten halen. Het idee was dat de Waalse arbeiders strijdbaarder waren en dat in Wallonië een socialistische meerderheid mogelijk was. Vijftig jaar later hoeft het weinig commentaar om het failliet van die regionalistische benadering duidelijk te maken. Vandaag hebben de regio’s meer macht en is de PS oppermachtig langs Franstalige kant. Maar de werkloosheid en armoede zijn niet aangepakt. De regionalistische benadering van Renard heeft de beweging vooral verdeeld. De radicale retoriek ten spijt, werd uiteindelijk geprobeerd om de beweging te laten “landen” op een voor de burgerij veilige manier.

    Het boek van Gustave biedt een harde kritiek op dergelijke foute ordewoorden en eisen die de beweging op een zijspoor hebben gezet. Hij benadrukt het potentieel en wijst daarbij op de spontane uitbarsting van arbeidersverzet, de creativiteit van de stakers in het opbouwen van de beweging,… De algemene staking was daarbij niet beperkt tot Wallonië. Uit het dag-aan-dag verslag van de staking op basis van kranten uit die tijd wordt duidelijk dat ook in Vlaanderen massaal werd betoogd en gestaakt. Antwerpen en Gent lagen volledig plat, maar ook in kleinere steden werd gestaakt.

    De revolutionaire en opstandige algemene staking heeft het engagement en het inzicht van Gustave versterkt. Hij breekt met de strekking van Mandel binnen de Vierde Internationale. Gustave is het samen met een groep oudere trotskisten uit Charleroi en jonge arbeidersmilitanten niet eens met de wijze waarop de organisatie van Mandel had gefaald om in te gaan tegen Renard door de Mars op Brussel te propageren en te pleiten voor een nationaal congres van stakerscomités om de volgende stappen in de strijd democratisch te bediscussiëren en te beslissen. Ook is er heel wat kritiek op het entrisme van Mandel. Dat was niet het soort entrisme dat onze organisatie lange tijd heeft beoefend binnen de sociaal-democratie. Onze strekking stond steeds op haar politieke eigenheid en aarzelde niet om linkse reformisten en centristen van antwoord te dienen. De nadruk lag steeds op de eigen opvattingen, terwijl het entrisme van Mandel de banden met ‘medestanders’ zoals linkse reformisten centraal stelde. Gustave en een groep rond hem brak met Mandel en zocht naar politieke antwoorden op de politieke koers van de leiding van de Vierde Internationale. Ze dachten deze te vinden bij de strekking van Posadas, een politieke strekking van trotskisten voornamelijk uit Latijns-Amerika met kritiek op de leiding van de Vierde Internationale. Achteraf gezien bleek deze strekking politiek gezien niet bepaald sterk te staan. Gustave legt in het boek uit waarom hij politiek moest breken met deze organisatie.

    Het boek brengt een analyse van de mogelijkheden en het potentieel van de algemene staking van 60-61. Daarmee wordt ook een antwoord geboden op diegenen die tot de conclusie komen dat werd gestaakt zonder resultaat (zoals de titel luidde van een artikel door Marc Reynebeau eerder deze week in De Standaard). De Eenheidswet waartegen werd gestaakt, was niet van de baan. Maar de ervaring die door de arbeidersbeweging werd opgedaan was evenmin verdwenen. Er werd ervaring opgedaan met stakerscomités, met betogingen, met het bestrijden van repressie,… En vooral: het potentieel en de snelle ontwikkeling van arbeidersstrijd werd duidelijk gemaakt. Met boeken zoals dit van Gustave Dache wordt deze ervaring, dit bijzonder belangrijke onderdeel van onze arbeidersgeschiedenis, doorgegeven. Ook dat is een sterke kant van dit boek: het is geen nostalgische terugblik op lang vervlogen strijd, het is in essentie het trekken van lessen om in de komende bewegingen sterker te staan. Op een ogenblik dat de klassenstrijd in Europa een opmars kent, is dat geen overbodige luxe.

    LSP is trots op het feit dat we dit boek van Gustave kunnen uitbrengen. Het versterkt de arbeidersbeweging en het begrip van de jonge activisten die vandaag de strijd tegen het kapitalisme willen aangaan. Die jongeren zullen in Gustave een strijdgenoot vinden. Uiteraard is deze site al evenmin neutraal als het boek van Gustave dat is. Het zal niemand verwonderen dat we de lezers oproepen om het boek te lezen en te herlezen. We doen dat niet enkel omdat we het boek zelf – in eigen beheer – uitbrengen, maar vooral omdat het essentiële lessen uit de arbeidersstrijd brengt. Je kan het boek via onze redactie kopen (15 euro) en dat kan uiteraard ook op de boekvoorstellingen die we in verschillende steden organiseren en waar de auteur komt spreken.

    Hieronder vind je een overzicht van de inhoudstafel van het boek:

    • Voorwoord door de auteur
    • Voorwoord door Eric Byl
    • 1. Mijn intrede in de fabriek en het begin van de syndicale en politieke strijd
    • 2. Arbeidersgetuigenis van de “staking van de eeuw”
    • 3. De positie van het Belgische kapitalisme voor de algemene staking van 60/61
    • 4. De algemene staking dag na dag
    • 5. De algemene staking is beëindigd, de strijd gaat verder
    • 6. Het centrisme van André Renard en de gevolgen voor de arbeidersbeweging
    • 7. De onduidelijkheid van de structuurhervormingen en de strijd voor de macht
    • 8. La Gauche en Mandel, loopjongens van André Renard
    • 9. De politieke tegenstrijdigheden van La Gauche en Mandel
    • 10. De Communistische Partij en de Mars op Brussel
    • 11. De opstandige en revolutionaire algemene staking
    • 12. De rol van minderheden in de algemene staking
    • 13. Na de algemene staking, de strijd gaat verder
    • 14. De oprichting van de Parti Ouvrier Révolutionnaire Trotskyste
    • 15. Het mislukken van de Mouvement Populaire Wallon
    • 16. Als Ernest Mandel de verdediging van André Renard opneemt
    • 17. Poging om het mislukken van het entrisme te verklaren
    • 18. De staking bij Hanrez: de vervolging van de trotskisten gaat verder
    • Conclusie
    • Slotwoord
  • Welk programma voor verandering? Welke “structuurhervormingen”?

    50 jaar na de algemene staking van 60-61

    Artikel door Nicolas Croes uit de decembereditie van De Linkse Socialist

    De afgelopen maanden brachten we al twee dossiers in het kader van de 50ste verjaardag van de algemene staking van 1960-61. Nu kijken we terug op de inhoudelijke discussie over verandering die 50 jaar geleden plaats vond en die nog steeds actueel is. Ook vandaag is het nodig om een anti-crisisprogramma uit te werken. Daarbij is het nuttig om eens te kijken naar het programma van “structuurhervormingen” dat in 1954 door het ABVV en in 1959 door de BSP (Belgische Socialistische Partij) werd aangenomen.

    In de jaren 1950 kende de Belgische economie een periode van crisis. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog investeerde de Belgische burgerij de winsten in de financiële sector en niet in de vernieuwing van het productie-apparaat of de ontwikkeling van nieuwe technologie (elektronica, chemie,…). De Belgische bedrijven waren hierdoor steeds minder competitief. Dat leidde nadien tot een reeks besparingsmaatregelen in de Eenheidswet, de wet die leidde tot de algemene staking van 1960-61.

    Het was in een reactie op deze crisis dat het ABVV een programma van structuurhervormingen naar voor bracht. Daarin werd onder meer gepleit voor het opzetten van een planbureau, een nationale raad van de energie, een nationale maatschappij voor de gas, een controlecommissie voor de distributie van petroleumproducenten, een hoge raad van de financiën,… en vooral een controle op de holdings (de grote bedrijven). Het probleem is natuurlijk dat de term “controle” verschillende betekenissen kan hebben. Sommige zagen het als een nationalisatie van de grote bedrijven, anderen hielden het op een boekhoudkundig toezicht.

    De verschillende invullingen van het programma van structuurhervormingen zijn het resultaat van totaal verschillende politieke visies. Sommigen dachten dat de problemen van het Belgisch kapitalisme louter het resultaat waren van een slecht beheer van de economie door de holdings die hun eigen belangen boven het algemene belang stelden. Anderen stelden dat er geen “algemeen belang” kan zijn in een samenleving die verdeeld is in twee tegengestelde klassen met verschillende tegenstrijdige belangen, de arbeidersklasse die alle rijkdom creëert en de kapitalisten die zich deze rijkdom toeëigenen. Sommigen dachten met andere woorden dat het mogelijk was om het systeem te hervormen, anderen verdedigden de noodzaak van een revolutie waarbij de productiemiddelen (de sleutelsectoren van de economie zoals de banken, energiesector,…) uit de handen van de kapitalisten worden genomen om democratisch te worden beheerd.

    Dat is waarom de meest bewuste militanten het hadden over de nood aan een antikapitalistisch programma van structuurhervormingen. Zij stelden dat het niet volstond om een bedrijf of een sector gewoon onder de controle van een kapitalistische overheid te plaatsen, dat zou weinig veranderen aan het beheer van dit bedrijf. Dit geldt vandaag nog steeds, denk maar aan de nationalisatie van verschillende grote banken na de ineenstorting van de financiële sector. Nationalisatie moet gebeuren onder de controle van de arbeiders met als doel om te komen tot een planning van de economie.

    Een dergelijk ordewoord kan niet worden omgetoverd tot een gewoon wetsvoorstel. Het was een programma waarmee de arbeidersmobilisatie kon worden versterkt, een manier om een krachtsverhouding op basis van strijd op te bouwen. Het kon een programma zijn dat een brug vormde tussen de onmiddellijke behoeften van de arbeiders en de noodzaak om het kapitalisme omver te werpen en een socialistische samenleving te vestigen.

    Het is in deze zin dat LSP vandaag de nationalisatie van de volledige financiële sector onder arbeiderscontrole eist en zich niet beperkt tot de eis van een openbare bank, een eis die op zich de werkwijze van de financiële sector niet verandert. Het is ook waarom wij pleiten voor de vermindering van de arbeidsduur zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen als beste wijze om de strijd tegen de werkloosheid aan te gaan. Het is ook de reden waarom wij pleiten voor de nationalisatie van de bedrijven die tot collectieve ontslagen overgaan en ons niet beperken tot de eis van een wetsvoorstel dat de ontslagen verbiedt.

    De eisen die wij naar voor brengen gaan regelrecht in tegen de logica van het kapitalisme en geven aan het verzet een oriëntatie om te gaan voor het collectiviseren van de productiemiddelen. We beperken ons niet tot een kritiek op het kapitalisme, maar koppelen dat meteen aan de strijd voor een socialistisch alternatief. Dat is de enige manier waarop de woede van de arbeiders en jongeren niet op een zijspoor van schijnoplossingen wordt gezet, maar wordt ingezet om effectief in te gaan tegen het huidige systeem van uitbuiting.

    Dit debat woedde ook in de aanloop naar de algemene staking van 1960-61. Het verwerpen van de revolutionaire weg, leidde ertoe dat de linkerzijde van het ABVV rond Renard de strijd op het zijspoor van het federalisme zette. Er werd gesteld dat het programma van structuurhervormingen in een Waals kader sneller zou kunnen worden doorgevoerd, gezien het gewicht van de BSP. Intussen is het duidelijk dat dit absoluut niet het geval is geweest. Het is niet mogelijk om het kapitalisme aan banden te leggen, we moeten het bestrijden en er komaf mee te maken.

  • De Grote Recessie – Een tijdperk van verhevigde klassenstrijd vangt aan

    12de LSP-congres

    Dossier uit de decembereditie van De Linkse Socialist

    Van 29 oktober tot en met 1 november hield LSP haar twaalfde congres (sinds 1992). Het was een succesvol congres met een goede aanwezigheid en heel wat politiek discussie. Het centrale thema was het toeslaan van de recessie en de reactie van de arbeidersbeweging hierop. Een congres is voor LSP een gelegenheid om grondig te discussiëren om tot politieke opheldering te komen. We publiceren hierbij twee verslagen en verwijzen verder naar de centrale congrestekst die in brochurevorm verkrijgbaar is en ook online beschikbaar wordt gemaakt op marxisme.be. De verslagen hieronder zijn gebaseerd op de inleidingen door Nicolas Croes over het internationale onderdeel en Anja Deschoemacker over de Belgische situatie.


    Wereldwijde crisis

    De woordvoerders van de financiële en economische top weten het ook niet meer. Al hun voorspellingen over het einde van de crisis worden door de realiteit achterhaald. Intussen worden ook de financiële topfiguren zelf in vraag gesteld. De Britse krant The Guardian vroeg zich af of de vooruitzichten van het IMF beter zijn dan die van de eerste de beste zatlap. De New York Times stelde dat de gekken de macht bij het IMF hebben overgenomen. De kapitalisten hadden nog een geluk dat de arbeiders en hun gezinnen geen eigen massale partijen hebben. Als het kapitalisme de crisis overleeft, dan komt dit niet door de eigen sterkte. Het is het gebrek aan een alternatief op het kapitalisme dat dit kreupele systeem recht houdt.

    Speculatie en krediet boden geen uitweg

    De motor van het kapitalisme sputtert al langer. Toch werden de afgelopen jaren grote winsten geboekt. Dit gebeurde niet zozeer door het uitbreiden van de productie, maar wel door het verlagen van de belastingen voor de grote bedrijven en het opdrijven van de flexibiliteit van de werkenden. De gemaakte winsten werden speculatief gebruikt. Om alle goederen verkocht te krijgen en de economie gaande te houden, werden de arbeiders aangemoedigd om niet alleen hun huidige loon maar ook al hun toekomstige lonen uit te geven. De toename van speculatie heeft de financiële sector doen groeien.

    De tegenstellingen van het systeem werden een tijdlang weg gemoffeld, ze werden onder het krediet ondergesneeuwd. Maar op een bepaald ogenblik verdwijnt de sneeuw en komen de tegenstellingen terug aan de oppervlakte. In 2008 is 50 miljard dollar aan waarde als sneeuw voor de zon verdwenen door de financiële crisis.

    Het spook van de crisis van de jaren 1930 dook terug op, maar er werd onmiddellijk op gereageerd door massale overheidstussenkomsten waarbij de gemeenschap de tekorten van de banken op zich nam. Het gaat daarbij om enorme bedragen, in de buurlanden ligt het telkens op 1400 tot 1600 euro per persoon. Dit volstond niet om het kapitalisme uit de crisis te trekken. De wereldhandel viel in 2008 terug met 11%, de werkloosheid is wereldwijd toegenomen en is steeds meer structureel. In de VS gingen 8 miljoen jobs verloren met een verdubbeling van de officiële werkloosheid.

    Tegenstellingen aan de oppervlakte

    Alle tegenstellingen die voordien onder het krediet en de speculatie naar de achtergrond verdwenen, duiken nu terug en versterkt op. Zo staat de Europese Unie onder druk en wordt duidelijk dat een eenmaking op kapitalistische basis op langere termijn geen optie is. Er is geen nivellering geweest doorheen de Europese landen. Landen die in de problemen komen, kunnen geen devaluatiepolitiek voeren. En er zijn conflicten tussen de centrale machten, onder meer tussen Merkel en Sarkozy.

    Met de beperkte economische heropleving, is de hoop op beterschap ijdel. De heropleving volstaat niet om goed te maken wat verloren ging. Dit leidde meteen tot discussie over het al dan niet voortzetten van een politiek van stimulusmaatregelen of het bovenhalen van de botte besparingsbijl. Terwijl Obama op de G20-top in Toronto een stimulusbeleid verdedigde, wordt in de VS zelf door heel wat staten een hard besparingsbeleid gevoerd. In bepaalde staten is het openbaar vervoer bijvoorbeeld gewoon afgeschaft!

    Waar blijft de georganiseerde arbeidersbeweging?

    De sociaal-democratische partijen waren vroeger burgerlijke arbeiderspartijen (partijen met een burgerlijke leiding maar een actieve basis onder de arbeidersbeweging), maar zijn nu steeds meer volledig verburgerlijkt. Ook de syndicalisatiegraad of de actieve betrokkenheid bij de vakbondswerking heeft in veel landen klappen gekregen. Er is geen breed socialistisch bewustzijn meer. Dit zorgt voor een grote kloof tussen de materiële omstandigheden en het bewustzijn van de massa’s.

    Zelfs waar bewegingen ontwikkelen, blijft het probleem van de leiding als remmende factor overeind. Zowel in Griekenland als Frankrijk speelde dit een rol. Ook de sterkste linkse formaties brachten er geen ordewoorden naar voor over hoe de beweging kon worden uitgebouwd en met welk programma stappen vooruit konden worden gezet. Gevraagd naar het alternatief van zijn partij, stelde een woordvoerder van de Griekse KKE (Communistische Partij) dat zijn partij voor revolutie staat. Maar omdat de arbeiders daar niet klaar voor zijn, moet maar worden gewacht.

    Aan bewegingen en mobilisaties is er geen gebrek. De algemene staking in Spanje op 29 september bracht 10 miljoen betogers op de been, bij de Franse actiedagen waren er tot 3,5 miljoen betogers. Ook waar de vakbondsleiding geen acties organiseert, wordt massaal betoogd: 40.000 studenten in Ierland of 50.000 studenten in Groot-Brittannië. De Europese actiedag van 29 september was op zich goed, eindelijk was er een Europese actiedag, maar er kwam geen ordewoord voor een Europees actieplan met een Europese algemene staking. Dat idee werd ook niet door de nieuwe linkse formaties in Europa (NPA, Syriza,…) naar voor gebracht. De Financial Times merkte begin dit jaar terecht op dat de linkerzijde afwezig blijft op een ogenblik dat er net zoveel kansen voor links zijn.

    Kapitalisme bedreigt onze toekomst

    Het kapitalisme heeft enkel crisis aan te bieden. De economische crisis is rampzalig voor onze levensstandaard, maar ons leven wordt ook bedreigd door de ecologische crisis. Het kapitalisme maakt de gevolgen van iedere natuurramp erger, rampen worden als “opportuniteiten” gezien om nadien grotere winsten te maken.

    Onder dit systeem zal onze levensstandaard enkel verder bedreigd worden. Het zal er op aankomen om krachten op te bouwen waarmee we in staat zijn om het verzet tegen dit systeem mee te organiseren en politieke richting te geven om tot de noodzakelijke maatschappijverandering te komen.


    België: van crisis naar besparingsbeleid

    De afgelopen drie jaar heeft de crisis zich op verschillende vlakken geuit: een bankencrisis, een crisis van de reële economie en een schuldencrisis. De werkloosheid is toegenomen en er is geen dienst meer die geen tekorten heeft. Dat was dominant in ons land, maar toch werd vooral nadruk gelegd op de politieke crisis. De sfeer vandaag is anders dan in de crisis van 2007. Toen dacht de internationale media dat België op korte termijn zou splitsen. Vandaag wordt beseft dat dit niet zo makkelijk zou gaan en tevens is ons land geen uitzondering meer op het vlak van politieke crisis.

    Economische crisis is niet van de baan

    De politieke crisis bij ons maakt dat de draai naar een hard besparingsbeleid nog niet is genomen. Er wordt al jarenlang een besparingsbeleid gevoerd met een onderfinanciering van alle infrastructuur (wegen, scholen,…) en alle diensten. Het doel hiervan was de afbouw van de schulden. Dit proces werd versneld door de druk van de EU en de Maastrichtnormen. De staatsschuld is 30 jaar lang als argument gebruikt om geen toegevingen te doen en niet te investeren. Toen de schuld uiteindelijk was terug gedrongen tot 80% van het bbp moesten de banken echter worden gered en zaten we terug aan 100%. Twee decennia van gestaag verlies van koopkracht, steeds minder goed functionerende diensten voor steeds meer geld werden op een weekend van tafel geveegd toen de banken werden gered.

    Wat in Ierland gebeurt met de nieuwe reddingsoperatie voor de Anglo Irish Bank maakt duidelijk dat we ons nog kunnen verwachten aan nieuwe problemen in de sector. Dat kan betekenen dat ook een groot deel van de garanties kunnen worden aangesproken, de Belgische staat heeft zich voor 25% van zijn bbp garant gesteld. Intussen bevindt de economie zich in de problemen. Er is een chronische werkloosheid van 700.000 mensen (indien de oudere werklozen worden meegeteld) terwijl 100.000 mensen met een systeem van dienstencheques werkt en veel jongeren en vrouwen deeltijds werken of met interim-contracten: van het ene onzekere contract naar het andere.

    Sociale kaalslag leidt tot verdeeldheid

    In de jaren 1980 beweerden de sociaal- en christendemocraten dat ons land een toegankelijke en degelijke gezondheidszorg kende en een voorbeeld van een welvaartstaat was. Dat was overdreven, maar sindsdien zagen we een spectaculaire aanval op de gezondheidszorg die openingen bood aan de privé daar waar de overheid niet langer tussen kwam.

    Tekorten leiden tot verdeeldheid. Er wordt ingespeeld op nationale verdeeldheid, maar ook op verdeeldheid tussen bijvoorbeeld de vakbonden en de mutualiteiten, om de groeinorm in de gezondheidszorg te beperken. Nochtans zijn steeds meer mensen verplicht om gezondheidszorgen uit te stellen. Mensen met een chronische ziekte of een handicap hebben een groot risico op armoede, zeker indien ze zelfstandig wonen. Maar ook indien ze bij een mantelzorger wonen, leidt dit er vaak toe dat het armoederisico wordt doorgegeven. Iedere verdere regionalisering van de gezondheidszorg zal tot verdere besparingen leiden.

    De Vlaams-nationalistische partijen willen de bestaande subnationaliteiten (de gemeenschappen) versterken en omvormen tot deelstaten. Dat is de achterliggende idee bij de Copernicaanse revolutie van CD&V. Een verdere opsplitsing van de gezondheidszorg zal tot verschillen leiden. Als de lonen en vergoedingen ook beginnen te verschillen, zal het voor de armste regio nog moeilijker worden om om voldoende personeel te betalen. In Brussel zullen er door de vele pendelaars drie verschillende systemen bestaan.

    Politiek instrument van arbeidersbeweging nodig

    Er zijn antwoorden van de arbeidersbeweging op de voorstellen en maatregelen die al worden doorgevoerd. De vakbonden hebben alle argumenten, maar ze beschikken niet over een politiek instrument om deze argumenten te dragen en te ondersteunen. De volgzame opstelling van de vakbondsleiders voor de politieke partners vormt een rem op de ontwikkeling van de arbeidersbeweging.

    Een schoktherapie tegen de verworvenheden van de arbeiders en hun gezinnen is contraproductief in ons land gezien de potentiële sterkte van de vakbonden. Er wordt eerder gekozen voor een salamitactiek: stap per stap en door het uithollen van verworvenheden en niet zozeer de afschaffing ervan. Dat wordt gekoppeld aan een tactiek van verdelen om te heersen. Alle grote partijen gebruiken elementen van racisme. Het onderscheid katholiek versus niet-katholiek heeft aan belang verloren, maar de organisatorische uitdrukking ervan in het bestaan van twee grote vakbondsfederaties wordt wel nog steeds uitgespeeld en is van belang.

    Staatshervorming voor sociale afbraak

    Een politiek van verdeeldheid kan in het gezicht van de burgerij ontploffen. Dat was het geval met de schoolkwestie, maar ook vandaag zien we dit met de communautaire tegenstellingen. Deze tegenstellingen werden de afgelopen jaren gebruikt om een confrontatie op nationaal vlak te vermijden. Het beste voorbeeld daarvan is het onderwijs waar er steeds per regio werd bespaard, met als uiteindelijk resultaat dat er niet genoeg plaats is op school. En het enige antwoord daarop was nog meer leerlingen per klas of ‘tijdelijke’ containerklassen.

    De burgerij wil een verdere staatshervorming om de sociale zekerheid verder af te breken. De aanvallen op de pensioenen van de ambtenaren zullen makkelijker kunnen worden doorgevoerd op regionaal vlak. Eens het in een regio lukt, dan zullen de anderen wel volgen. De poging om een verdere staatshervorming te bereiken en het uitspelen van de nationale tegenstelling is ontploft in het gezicht van de burgerij. De prijs die moet worden betaald voor het terug in de fles krijgen van de geest is hoog: drie jaar onstabiliteit (waarbij het onduidelijk is hoe lang dit nog verder kan duren) en het verder ondermijnen van het traditionele instrument van de burgerij, de CD&V.

    Alle traditionele partijen in Vlaanderen zijn gediscrediteerd, wat ruimte creëerde voor allerhande kleinburgerlijke populistische krachten. Met het kartel met N-VA en het sterk uitspelen van de nationale kwestie heeft de CD&V zich ver van haar traditionele vrienden van het ACV opgesteld. Bij de laatste verkiezingen heeft het ACV opgeroepen om voor de “democratische krachten” te stemmen en vooral om niet om voor N-VA te stemmen. Het is opvallend dat niet meer voor CD&V werd opgeroepen. Het programma dat het ACV verdedigt voor de staatshervorming stemt niet overeen met dat van CD&V. Een volledige breuk tussen de partij en de vakbond is niet voor morgen, maar op termijn is dit onvermijdelijk. Hetzelfde voor ABVV/FGTB, ook al werd daar wel nog opgeroepen voor SP.a en PS. Maar Gennez is duidelijk: om te groeien, zal de partij zeker niet naar links opschuiven en de ABVV-campagne tegen het N-VA programma noemde ze “dom”. Zowel SP.a als Groen vonden de nota van De Wever een goede vertrekbasis voor onderhandelingen. Wat is er nog links aan die partijen?

    Naar nieuwe verkiezingen?

    De regeringsonderhandelingen zitten nog steeds vast. N-VA heeft heel wat spelletjes gespeeld en de PS heeft grenzen getrokken. De PS doet dat niet enkel als sterkste Franstalige partij maar ook als vertegenwoordiger van de Belgische burgerij. De operatie-beschadiging van de N-VA is al enige tijd opgestart. Het is niet uitgesloten dat de N-VA nog tot een akkoord komt en tot een regering toetreedt. Maar dan zal De Wever zijn broek moeten afsteken. Zijn nota noemde hij een minimumbod, ook al werd het nadien afgebroken door academici. Als de partij zich daartoe zal willen beperken, dan zal ze steeds meer geïsoleerd staan. Dat is de strategie van alle andere traditionele partijen, zelfs Open VLD weigerde om de hoogdringendheid van de splitsing van BHV te aanvaarden.

    Een electoraal fenomeen als N-VA kan op verschillende manieren verbrand geraken, deelname aan een regering is er maar een van. Het is ook mogelijk dat N-VA steeds opnieuw de verkiezingen wint, maar daar nooit iets mee kan doen. Dit scenario wordt goed mogelijk na afloop van het Belgisch EU-voorzitterschap. Zelfs indien de N-VA tot de regering toetreedt, zal het wantrouwen dermate groot zijn dat een snelle val van de regering waarschijnlijk is. De burgerij wil komaf maken met de N-VA en wil een herschikking van het politieke landschap op rechts of centrum-rechts vlak met een pragmatisch Vlaams-nationalisme als bindmiddel.

    Nood aan nieuwe arbeiderspartij

    De kwestie van een nieuwe arbeiderspartij zal steeds meer op de agenda komen te staan. De kritiek op SP.a en Groen is al aanwezig, maar ook het krediet van de PS zal steeds meer verloren gaan. De komende regering zal een besparingsbeleid moeten voeren en zal geen ruimte hebben om de besparingen wat te verzachten. Een eerste test komt er alvast met de onderhandelingen voor een Interprofessioneel Akkoord, indien het al mogelijk zal zijn om tot een IPA te komen. In de IPA-onderhandelingen is een veralgemeende strijd niet uitgesloten. Indien er geen akkoord komt, kunnen er acties plaatsvinden in die sectoren waar grote winsten werden geboekt.

    LSP moet voorbereid zijn op een periode die nog steeds complex en moeilijk zal zijn. Ondanks de verwarring is er een ondergrond van ongenoegen en woede. Wij moeten aanwezig zijn waar het ongenoegen en de woede naar boven komt. Het is daar dat we onze partij moeten versterken, zowel op het vlak van leden als invloed als autoriteit bij bredere lagen. Wij moeten aanwezig zijn om klaar te staan eens de mist van de verwarring optrekt.

  • Charleroi. Generaties ontmoeten elkaar in discussie over de staking van 60-61

    > Overzichtspagina van LSP over de staking van 60-61

    Vorige vrijdag werd een fototentoonstelling over de algemene staking van 1960-61 in Charleroi afgesloten met een debat tussen verschillende generaties. Er was een ontmoeting tussen jongeren en activisten die destijds deelnamen aan de algemene staking. Het doel van de discussie was om lessen te trekken uit de staking van 50 jaar geleden, ook voor de mobilisaties die zullen volgen.

    De recente massale betogingen en stakingen in Frankrijk, Ierland, Groot-Brittannië, Portugal, Spanje,… kwamen uitgebreid aan bod op de bijeenkomst. Maar er werd ook nadruk gelegd op de noodzaak om het verzet in ons land voor te bereiden. Verschillende activisten van de campagne "Jongeren in Strijd voor Werk" benadrukten dat element. Veel jongeren lieten overigens hun gegevens na om mee te werken met de campagne "Jongeren in Strijd voor Werk". LSP was aanwezig met een stand en verkocht mee het boek van Gustave Dache over de staking van 60-61. Dat boek ging opnieuw vlot van de hand.

    Gustave Dache voor de stand waar zijn boek werd verkocht

    Het maandblad van LSP werd verkocht onder de aanwezigen

    Een goede aanwezigheid voor het debat

    Gustave Dache neemt het woord

    Er waren ook verschillende tussenkomsten door jongeren

    Marcel Ovart, een oude trotskistische militant die actief was bij de staking in de glassector in 1960-61

    De campagne Jeunes en Lutte pour l’Emploi kon op heel wat steun rekenen

    Een onderdeel van de fototentoonstelling

    In actie met de campagne "Jeunes en Lutte pour l’Emploi"

    Gustave Dache en enkele activisten van LSP en ABVV-Jongeren van Charleroi

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop