Category: Ecologie

  • Noodzakelijke maatregelen blijven uit. Kapitalisme nefast voor klimaat

    ‘System change, not climate change’!

    De cijfers die in de maand oktober van dit jaar bekend werden gemaakt kunnen niet duidelijker zijn: de normen die door Europa vooropgesteld waren om naar een groene samenleving te gaan in 2050 zijn weinig ambitieus en worden bijlange niet gehaald. Volgens die normen moet in 2020 de grens van -15% CO² uitstoot gehaald worden, vandaag zitten we aan een schamele -2%.

    Door Sander (Gent)

    De neoliberale besparingsregering spreekt over een daling in uitstoot van 19,7% sinds 1990, maar laat het na te vertellen dat dit vooral komt door het wegtrekken van zware industrie en de economische crisis die sinds 2008 woedt. Het goochelen met cijfers wordt gebruikt door het leugenkabinet van Michel I om de bevolking zand in de ogen te strooien.

    Als we geen ommezwaai krijgen, dreigen steeds hevigere rampen en een temperatuurstijging tot boven de 2°C, de grens waarna niemand weet aan wat we ons moeten verwachten. Het is duidelijk dat het huidige economische systeem geen oplossing kan bieden voor de klimaatproblematiek.

    De veel frequenter voorkomende orkanen, bosbranden, modderstromen en andere natuurrampen geven niet alleen aan dat het systeem faalt, de humanitaire catastrofes die ze met zich meebrengen laten weinig aan de verbeelding over en smeken om een andere maatschappij.

    Tergend traag

    Om tegemoet te komen aan de steeds groter wordende klimaatbeweging werden er Europese normen vooropgesteld die door alle lidstaten moeten worden gehaald. Voor België kwam dat neer om tegen 2020 15% minder koolstof te produceren in vergelijking met 2005.

    Met de 2% die we nu minder uitstoten komen we er dus niet. Sinds 1990 tot nu is onze jaarlijkse emissie maar met een gemiddelde van 1% achteruit gegaan. Volgens het klimaatdossier van De Standaard zou dit, om de doelstelling van een koolstofloze samenleving te halen, elk jaar 8% moeten zijn.

    De cijfers zijn duidelijk: als er geen ingrijpende verandering komt in de manier waarop er wordt geproduceerd (en dus ook hoe er wordt geleefd), dan halen we in 2050 nog niet eens de helft van wat eigenlijk al in 2030 moest bereikt zijn. Om dan nog maar te zwijgen dat in het merendeel van deze cijfers enkel de kleine industrie is opgenomen: de grote (en meest vervuilende) industrie blijft buiten schot.

    Het individu tegenover de industrie

    Door de zeer individuele aanpak van klimaatproblemen wordt de verantwoordelijkheid op de werkende mens afgeschoven. We moeten minder met de auto rijden, minder vlees eten, meer sorteren, ethisch consumeren en meer het openbaar vervoer gebruiken. Daar is uiteraard niets op tegen. Maar als de grootste industriële concerns de grootste vervuilers zijn, zullen we hen moeten aanpakken en niet de werkende mens.

    Bovendien is er een politiek klimaat waarbij bespaard wordt op openbare diensten. De treinen worden duurder en rijden minder stipt, hetzelfde geldt voor De Lijn. Projecten rond zonnepanelen komen vooral de rijksten ten goede en de gewone mens draait op voor de kosten. Panelen worden massaal opgekocht door industriëlen en via de Vlaamse overheid doorgerekend aan de gezinnen in hun energiefactuur.

    Het is de concentratie van economische macht bij een kleine elite die er voor zorgt dat het beleid altijd in het voordeel van de winst zal uitdraaien. Daarom is het noodzakelijk om de economische macht te leggen bij de meerderheid van de bevolking.

    Groen komt te kort

    Groen-voorzitster Meyrem Almaci gaf aan liever met Open VLD (toch in de versie van Bart Somers) te besturen dan met de PVDA. Fractieleider Kristof Calvo zegt dat een regering met een groen kantje binnen de mogelijkheden ligt. Wat deze twee gemeen hebben, is dat ze duidelijk willen regeren binnen het huidig politieke kader, zonder al te veel potten te breken, want dat zou hun kansen tot regeringsdeelname niet ten goede komen.

    Groen zat al eens in de regering: toen nog onder de naam Agalev als onderdeel van de paarsgroene coalitie van 1999-2003. De partij hield het een termijn uit en werd toen electoraal afgemaakt. Uit de cijfers die we nu hebben, blijkt dat er geen grote stappen richting een groenere samenleving werden gezet in die periode.

    Een probleem is dat Groen niet ingaat tegen dit systeem. De partij verdedigt het huidige veilingsysteem voor CO² rechten dat ervoor zorgt dat bedrijven grijze stroom kunnen witwassen uit winstbejag, er wordt niet gesproken over het nationaliseren van de energiesector om ze samen groener te maken en een degelijke voorziening voor de meerderheid van de bevolking te bekomen.

    Groen ijverde voor een ambitieus klimaatakkoord in Parijs in 2015, maar hoe denkt de partij dit te realiseren? Een links en progressief imago volstaat niet om de economische dominantie te breken van bedrijven voor wie enkel de winst telt. Multinationals als GDF Suez (Electrabel), EDF (Luminus) en anderen heersen over het debat met hun belangen.Grijze stroom wordt groen door een lucratief handeltje in uitstootrechten. Er zijn terug investeringen in steenkool omdat het meer opbrengt dan energiezuinige gascentrales die niet winstgevend genoeg zijn. De luttele 7% groene energie in België komt vooral uit biomassacentrales waarvoor de biomassa uit Canada wordt ingevoerd (met transport dat zelf bijdraagt aan CO²-uitstoot).

    Breuk met dit systeem nodig

    Er is een terechte bezorgdheid om ons klimaat. Maar we zullen niet tot fundamentele verandering komen met de groene voorstellen. Daarvoor is meer nodig: een breuk met de winstbelangen van multinationals en het internationaal kapitaal.

    De energiesector moet in publieke handen komen zodat er democratische controle door de bevolking mogelijk is. Er moet geïnvesteerd worden in openbare diensten, zoals openbaar vervoer maar ook publieke projecten van autodelen. Een project van openbare investeringen en werken kan op grote schaal huizen energiezuinig maken. Publieke controle op en bezit van de sleutelsectoren van de economie maakt een overgang naar productie zonder de nefaste vervuiling mogelijk.

    De winsthonger van de kapitalistische klasse bedreigt onze toekomst. De dringendheid van klimaatmaatregelen en het falen van dit systeem om oplossingen te bieden, wijzen op de noodzaak van een strijd voor een andere samenleving die een alternatief biedt op het huidige rampzalige klimaatbeleid. Een socialistische samenleving waarin de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal staan, houdt uiteraard ook rekening met de ecologische behoefte van een leefbare planeet.

     

  • De gevolgen van klimaatverandering: het kapitalisme heeft geen antwoord

    Klimaatbetoging in Oostende in 2016. Foto: MediActivista

    Over klimaatverandering is er ondertussen consensus. Trump en zijn administratie proberen nog weerwerk te bieden maar de meeste lobbygroepen ten dienste van de energie- en petroleumsector hebben zich al toegespitst op greenwashing en marktgedreven oplossingen die winst moeten opleveren en het individu culpabiliseren. Ook over de impact van klimaatverandering op de kracht en ernst van natuurfenomenen als orkanen is er in de wetenschappelijke wereld eensgezindheid. De catastrofes ten gevolge van natuurrampen benadrukken echter een andere vraag waar de klimaatbeweging zich moet om bekommeren: welk type maatschappij zal het best met de gevolgen van de reeds bestaande klimaatverandering omgaan?

    Artikel door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Rampen verergerd door het kapitalisme

    De orkanen die de VS en Caraïben teisteren, hebben de voorbije maand de media gedomineerd. In de getroffen gebieden vielen tientallen doden, werden tienduizenden dakloos en torsen gezinnen een zware financiële kater. Wat veel minder in de media kwam, waren de moessonregens in onder andere India, Bangladesh en Nepal, waar minstens 1.200 doden vielen en miljoenen dakloos werden. Sommige wetenschappers en commentatoren verzachten de pil door erop te wijzen dat moderne technologie orkanen kan aankondigen en dus snellere evacuatie en minder slachtoffers mogelijk maakt.

    Hoewel er daardoor inderdaad meer levens gered kunnen worden, treffen de gevolgen in de eerste plaats nog steeds de armsten en meest kwetsbare groepen. De foto van het rusthuis waar bejaarden in hun rolstoel tot aan hun middel in het water zaten, ging de wereld rond; in Zuid-Azië zijn het de sloppenwijken die het het hardst te verduren krijgen. Voor het kapitalisme is er geen stimulans om veiligheid of evacuatie te garanderen voor diegenen die er niet voor kunnen betalen.

    Het kapitalisme is niet enkel ontoereikend wanneer de ramp toeslaat. Het biedt ook geen enkele manier om ruimtelijke ordening en populatiegroei af te stemmen op de klimaatverandering. Deregulering van de vastgoedsector heeft in Houston de gevolgen verergerd. Een bevolkingstoename van 1,8 miljoen inwoners op 20 jaar tijd was voor bouwpromotoren en projectontwikkelaars een uitgelezen kans, maar in zijn drang naar steeds meer winst heeft die sector alle regelgeving voor nieuwbouw met de voeten getreden. Terwijl de gewone bevolking elke overtreding dubbel en dik moet terugbetalen, konden de bouwpromotoren grenzeloos inbreuken maken op de veiligheidsvoorschriften. Harris County, de regio waarin Houston ligt, liet sinds 2010 toe dat 8.600 gebouwen gebouwd werden in regio’s waar er 1% kans is op overstromingen. Normaal gesproken moet dat gepaard gaan met de aanleg van vijvers, afwatering, kanalen, … om overtollig water af te voeren. Tussen 1992 en 2010 werd 30 procent van de prairie-moerassen langs de kust er gebetonneerd. Door die vrijemarktlogica van deregulering, waarin de bedrijven de regels bepalen, overstroomden na de doortocht van Harvey ook gebieden die eigenlijk een 0% overstromingskans hadden. Daaronder ook gebieden met chemische bedrijven die nu door de overstromingen toxische stoffen lekken.

    Ten slotte is ook een toename van het aantal klimaatvluchtelingen onder het kapitalisme onvermijdelijk. Droogtes en overstromingen zullen voornamelijk in de neokoloniale wereld, maar ook bijvoorbeeld in de VS, de toekomst van hele generaties nog meer op het spel zetten. Het enige antwoord van rechtse trumpiaanse populisten als Francken is een anti-vluchtelingenbeleid. Met plat cynisme gebruiken ze hun eigen sociale afbraakbeleid, de toenemende werkloosheid, precaire jobs en tekorten om uit te leggen dat er zogezegd geen middelen zijn om die vluchtelingen op te vangen.

    Kapitalisme vs. socialisme

    De schade van natuurrampen loopt in de honderden miljarden. Voor het kapitalisme is dat echter geen probleem. Integendeel, het kapitalisme is zo pervers dat zulke rampen een positieve stimulans zijn. Ondanks de menselijke en materiële kost zien de beurzen vooral nieuw investeringspotentieel: bedrijven kunnen winsten boeken door noodzakelijke heropbouw. Dezelfde bedrijven die in Houston de regelgeving jarenlang aan hun laars hebben gelapt, kunnen nu opnieuw profiteren.

    In de neokoloniale wereld worden de rijkdommen niet gebruikt om te investeren in de veiligheid en bescherming van de meerderheid van de bevolking. Geld voor rampenfondsen of degelijke huisvesting is er niet, dat gaat allemaal naar de rekeningen van de multinationals. Zonder democratische controle van de werkende bevolking over wereldwijde rijkdommen om daarmee onder andere reusachtige investeringen in huisvesting, drinkbaar water en evacuatie- en noodplannen te organiseren, is een exponentiële toename van het aantal klimaatvluchtelingen er onvermijdelijk.

    Als we “hulpverlening” en ruimtelijke ordening in handen laten van de private sector en hun politieke vertegenwoordigers, zal er geen rekening gehouden worden met langetermijneffecten van klimaatverandering, tenzij voor diegenen die het kunnen betalen. De collectieve oplossingen die nodig zijn, kunnen enkel doorgevoerd worden wanneer de wereldwijde rijkdom en de wetenschap onder democratische controle staan van de werkende bevolking. Enkel zo kan de economie gepland worden zodat ze rekening houdt met de planeet, de ecologische kost, maar ook de korte- en langetermijnsgevolgen van klimaatverandering.

    Een recente peiling van het Wereld Economisch Forum toont dat millennials (18 tot 35-jarigen) meer en meer beseffen dat hun individuele inbreng in de strijd tegen klimaatverandering minimaal is zolang de grote bedrijven niet aangepakt worden. Hoe we de economie duurzaam kunnen plannen en een strategie ontwikkelen om collectieve oplossingen af te dwingen, zal afhangen van de rol van de arbeidersbeweging in de klimaatbeweging. Zij heeft de sleutels van de economie, en dus ook van een duurzaam en democratisch alternatief, in handen.

  • Extreem weer en klimaatverandering

    Overstrominen in Houston. Foto: Daniel Martinez/Air National Guard/CC

    Na de vernietigende overstromingen in Noord-India en Bangladesh, de orkanen Harvey en Irma in Texas en de Golf van Mexico, wordt de vraag gesteld of deze gebeurtenissen het ultieme bewijs leveren dat klimaatverandering leidt tot extreme weersomstandigheden die erger zijn dan voorheen.

    Standpunt door Pete Dickenson uit weekblad ‘The Socialist’

    Klimaatwetenschappers waren tot hiertoe terughoudend om een specifieke orkaan of cycloon toe te schrijven aan de door de mensen veroorzaakte klimaatverandering. Dit komt deels omdat er een gebrek is aan betrouwbare data over de intensiteit van orkanen en cyclonen, een probleem dat zich vooral stelt in de armste regio’s van de wereld, zoals Zuid-Azië.

    Dit gebrek aan dat leidt tot onzekerheid. Maar klimaatwetenschapper Michael Mann van de Penn State University in de VS stelde nu toch dat “klimaatverandering de impact van de orkaan Harvey heeft vergroot.” Stefan Rahmsdorf van het prestigieuze Potsdam Instituut voor Onderzoek naar Klimaatverandering verklaarde: “Harvey werd niet veroorzaakt door klimaatverandering. Maar de impact – de kracht van de storm en vooral de extreme regenval – is hoogst waarschijnlijk verergerd door de globale opwarming.”

    De komende maanden zal onderzoek moeten aantonen of Harvey een definitief bewijs levert. Het is echter nu al duidelijk dat de globale opwarming heeft geleid tot een verhoging van de zeespiegel met 25 centimeter op 100 jaar. Dit maakt dat de effecten van extreme weersituaties die boven de zee ontstaan groter zijn zodra deze het land bereiken.

    Dit maakt dat stormen sterker zijn en de verdediging van de kustlijn eerder kunnen doorbreken, zoals het geval was met de orkaan Katrina in New Orleans in 2005.

    Kerry Emanuel, een klimatoloog van het Massachusetts Institute of Technology, verklaarde dat de orkaan Sandy, die in 2012 verwoesting aanrichtte in de buurt van Wall Street in New York, zonder de stijging van de zeespiegel wellicht niet voor overstromingen in Lower Manhattan zou gezorgd hebben. De enorme dodentol bij de overstromingen in India en Bangladesh zou ongetwijfeld ook een pak lager geweest zijn.

    Terwijl er nog onzekerheid is over het verband tussen klimaatverandering en de intensiteit van orkanen, is dit niet het geval voor andere gevolgen van klimaatverandering. Onderzoek toonde aan dat de klimaatverandering de kans op een dodelijke hittegolf in Europa zoals in 2003 verdubbelde.

    Een recentere studie toonde aan dat het risico op ‘extreem hete zomers’ tien keer hoger is dan in 2003. De overstromingen in Groot-Brittannië in 2012 waren een kwart meer waarschijnlijk door de klimaatveranderingen.

    Het is belangrijk dat we niet vooruit lopen op de wetenschap met beweringen over de gevolgen van klimaatveranderingen, elke fout zal immers uitgespeeld worden door de vetbetaalde ontkenners van klimaatverandering. Maar het algemene beeld is wel duidelijk: klimaatveranderingen vormen een dodelijke bedreiging voor de planeet en bedreigen op langere termijn alle leven op de planeet. De tijd om daar iets aan te doen raakt op.

  • Klimaatverandering: Trump geeft extra gas!

    Klimaatbetoging in Oostende. Foto: MediActivista

    Op 1 juni kondigde Donald Trump officieel aan dat de VS uit COP21, het Klimaatakkoord van de VN-Top in Parijs uit 2015, zal stappen. De beslissing hing al langer in de lucht: de Amerikaanse president stak zijn standpunt over klimaatverandering nooit onder stoelen of banken. Zo plaatste hij een beruchte klimaatscepticus aan het hoofd van het Agentschap voor de Bescherming van het Milieu dat meteen 31% van zijn middelen moest inleveren. In een poging om de steenkoolindustrie te herlanceren, stopte hij het Clean Power Plan dat als doel had om een honderdtal erg vervuilende steenkoolcentrales te sluiten.

    Door Clément (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Een ramp in volle ontwikkeling

    De situatie van het klimaat op de planeet is nochtans alarmerender dan ooit. Het jaar 2016 was het warmste jaar ooit gemeten. De gemiddelde temperatuur lag 1,1 graad boven het pre-industriële niveau. Daarmee werd het record uit 2015 overschreden. Volgens het Amerikaanse National Climatic Data Center wijzen de gegevens van het eerste kwartaal van 2017 al op een nieuw record dit jaar. Twintig jaar na het ondertekenen van het Kyoto-akkoord dat voorzag in een vermindering van de uitstootgassen met minstens 5% in vergelijking met het niveau van 1990, blijft de opeenstapeling van koolstofdioxide zich maar versterken. Het komt op een punt dat de National Oceanic and Atmospheric Administration vaststelt dat op enkele plaatsen de hoogste concentratie van CO2 in de laatste 2 miljoen jaar wordt gemeten. (1)

    Naast de impact op de smeltende poolkappen, de toename van droogte, de hogere frequentie en kracht van natuurrampen als orkanen, … heeft de globale opwarming nog directe gevolgen op het menselijke leven. Een recente studie stelt dat er sinds 1980 doden vielen bij hittegolven in 1900 verschillende plaatsen (Moskou 2010 : 10.000 doden, Parijs 2003: 4.900 doden, …). Maar liefst 74% van de bevolking kan in de komende 80 jaar getroffen worden door potentieel dodelijke hittegolven. (2)

    Jobs versus klimaat?

    Trump rechtvaardigt zijn beslissing over het Klimaatakkoord met de stelling dat dit “jobs zal opleveren in de VS.” Hij stelt dat de ecologische regels een obstakel zijn om jobs te creëren of te behouden, onder meer in de mijnbouw die hij een nieuwe adem wil geven. Het argument dat het afschaffen van ecologische normen een positieve impact zou hebben op de economie is een leugen. De mijnsector is steeds meer geautomatiseerd waardoor deze in handen van de kapitalisten eerder jobs doet verdwijnen in plaats van bijkomen. Daarnaast houden de berekeningen van de Amerikaanse president geen rekening met de schade die aangericht wordt door de vaker voorkomende natuurrampen als gevolg van de klimaatverandering.

    Het is overigens niet zo dat de volledige Amerikaanse kapitalistische klasse blij is met het opzeggen van het klimaatakkoord. Bepaalde kapitalisten staan er positief tegenover, maar dat geldt niet voor de meerderheid van de kapitalisten. Zij vrezen een verlies aan diplomatische autoriteit voor de VS op internationaal vlak. Ze willen ook niet dat rivalen voorsprong nemen in de snelgroeiende sector van de duurzame energie. Dat  komt tot uiting in het initiatief “We are still in” waarmee zeven Amerikaanse deelstaten en tal van steden en bedrijven zich uitspraken voor het behoud van het akkoord van Parijs. De beslissing van Trump om zich uit het akkoord van Parijs terug te trekken, moet vooral gezien worden als een poging van een regering in crisis om na een reeks nederlagen de sociale basis te behouden rond het idee van “jobs naar Amerika brengen.”

    Klimaatakkoorden volstaan niet

    Het is natuurlijk een slecht signaal als de grootste producent van fossiele energie en de tweede grootste uitstoter van broeikasgassen zich uit het Klimaatakkoord terugtrekt. Met dat akkoord kwamen 200 landen overeen om de uitstoot van CO2 te beperken en om fossiele energie geleidelijk te vervangen door hernieuwbare energie.

    Maar we moeten ook wijzen op de beperkingen van de klimaatakkoorden. Sinds de Klimaattop van Rio in 1992 is de situatie enkel slechter geworden. De Klimaattop van Parijs zal die tendens niet omkeren. Het akkoord erkent de noodzaak om de opwarming tegen 2100 te beperken tot 2 graden. Dat cijfer wordt betwist omdat het niet zou volstaan. In het Klimaatakkoord wordt geen enkele beperking van de ontginning van fossiele brandstoffen voorzien (terwijl 80% van de bestaande reserves niet zouden mogen ontgonnen worden om aan de doelstellingen te geraken!). Er wordt ook geen enkel tussentijdse doelstelling voorzien om de uitstoot terug te dringen tot een nulniveau in 2050. Als kers op de taart wordt het akkoord enkel op vrijwillige basis toegepast. Het akkoord mag dan wel historisch zijn, bindend is het niet.

    De neerbuigende opstelling van Donald Trump voor een feit dat erkend wordt door 97% van de wetenschappers maar ook het gebrek aan doeltreffendheid van de akkoorden die gesloten worden door minder botte wereldleiders bevestigen dat er meer nodig is om tot radicale antwoorden op de ecologische uitdagingen te komen. Zolang de belangrijkste vervuilers, de grote bedrijven, ons productiesysteem controleren met het oog op de winsten van een kleine minderheid, zal er niets veranderen. Om te antwoorden op de kwestie van klimaatverandering moet de gemeenschap controle kunnen uitoefenen op de sleutelsectoren van de economie. Die controle veronderstelt het bezit ervan. Enkel dan is het mogelijk om over te gaan tot massale investeringen in hernieuwbare energie, onderzoek en ontwikkeling, openbaar vervoer, … als onderdeel van een rationeel geplande economie die de belangen van het klimaat en de meerderheid van de bevolking centraal stelt.

     

    • http://www.lemonde.fr/planete/article/2017/05/09/tous-les-indicateurs-du-rechauffement-climatique-sont-au-rouge_5124694_3244.html
    • http://www.independent.co.uk/environment/heatwaves-deadly-populations-faces-century-global-warming-climate-change-report-a7797721.html

     

  • Trump stapt uit klimaatakkoord. Verdedig de planeet door te strijden voor socialisme

    Vorige donderdag kondigde Trump aan dat hij de VS uit het Klimaatakkoord van Parijs wil terugtrekken. Niemand was echt verbaasd. Maar er was nog wat hoop dat de druk van grote bedrijven – met een oproep van topfiguren van bedrijven als Apple, Google, JP Morgan, GE en Microsoft – en de vragen van de paus en de wereldleiders op de G7-top enige impact zouden hebben.

    Door Jess Spear

    De gevolgen voor de VS zijn moeilijk te voorspellen op dit ogenblik. Maar het volstaat om erop te wijzen dat de VS wereldwijd de tweede grootste verantwoordelijke is voor de uitstoot van broeikasgassen, dat de VS meer fossiele brandstoffen produceert dan gelijk welk ander land en dat het Amerikaanse leger de belangrijkste consument van fossiele brandstoffen is. Zonder de VS als partij in het klimaatakkoord, wordt het heel moeilijk om een ernstige impact te hebben en de dreiging van klimaatverandering te beperken. Dit wordt al decennialang erkend door wereldleiders en de VS domineerden de afgelopen klimaatconferenties. Maar de wereldleiders weigeren de onderhandelingen te heropenen en beweren dat ze de klimaatverandering willen aanpakken waarbij “niets ons kan stoppen.”

    Een aantal staten en steden in de VS protesteren. California, Washington en New York zijn goed voor 25% van het BBP en 20% van de bevolking. Zij verklaarden dat ze het Klimaatakkoord wel zullen nakomen. Ze vormden samen met zeven andere staten de US Climate Alliance. De doelstellingen van die alliantie werden onderschreven door 105 burgemeesters van steden (waaronder 12 van de 15 grootste steden in het land).

    Amerika alleen

    De toespraak waarmee Trump deze stap uitlegde, ging gebulkt van het economisch nationalisme. Dit was duidelijk geïnspireerd door de alt-right reactionair Steve Bannon.

    Terugtrekken uit het akkoord van Parijs wordt gesteund door een deel van de industriële kapitalisten, onder meer in de energiesector. Maar zelfs in die kringen van de heersende klasse is niet iedereen opgezet met de beslissing. De bezorgdheid heeft niet zozeer te maken met het milieu op zich, maar met de verminderde ‘leidinggevende’ rol van het VS-kapitalisme op het wereldtoneel. De Chinese kapitalisten en heersers zijn bereid om die rol over te nemen nu de verdeeldheid tussen de VS en de EU scherper wordt.

    De meerderheid van de Amerikaanse heersende klasse wil niet dat rivalen de groeiende industrie van hernieuwbare energie domineren. Trump beweerde dat het akkoord van Parijs de komende 20 jaar tot het verlies van 6,7 miljoen jobs zou leiden. Hij houdt echter geen rekening met de economische ramp die veroorzaakt wordt door de klimaatverandering. De uitspraak van Trump was slechts één van de vele van de pot gerukte verklaringen.

    De belangrijkste reden voor Trump ligt elders. Zijn regering wordt gekenmerkt door crisis en hij weet dat hij zijn basis moet onderhouden rond de kwestie van “jobs terugbrengen.” Een geïsoleerde positie van de VS zal echter tot meer jobverliezen leiden. De bewering dat dit beleid jobs zal terugbrengen in de steenkoolindustrie is – zoals we eerder uitlegden (zie: Stop de oorlog tegen het klimaat) – een leugen. We denken dat er een massale publieke investering nodig is in de infrastructuur op basis van hernieuwbare energie om zo miljoenen degelijke jobs te creëren waarbij beroep gedaan wordt op de kennis van de werkenden uit de vervuilende sectoren .

    Wat verdedigen?

    Wie begrijpt wat er op het spel staat en wat er nodig is om onze toekomst te beschermen, weet dat het akkoord van Parijs veel te beperkt is. Zoals we destijds opmerkten: “Het bereikte akkoord erkent de noodzaak om onder 2 graden Celsius te blijven, met een doelstelling om de opwarming onder 1,5 graden te houden. Maar de vrijwillige doelstellingen voor de beperking van de uitstoot zijn niet bindend en starten pas vanaf 2020. Als alle doelstellingen behaald worden – wat nooit eerder gebeurde – zal de wereldwijde temperatuur nog steeds met 3,5 graden Celsius toenemen, twee graden meer dan wat volgens wetenschappers veilig is.”

    Ondanks de beperkingen kwamen leiders van 200 landen voor het eerst in de geschiedenis overeen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken en om fossiele brandstof te vervangen door hernieuwbare energie met financiële steun hiervoor aan minder ontwikkelde landen. De erkenning dat we onder 2 graden Celsius moeten blijven is een bevestiging van het feit dat 80% van de reserves aan fossiele brandstoffen niet kan geëxploiteerd worden.

    Het akkoord volstaat niet, maar het engagement in woorden had er nooit gekomen zonder massale druk van onderuit. Denk maar aan de 400.000 betogers in New York tijdens de grootste milieubetoging ooit in de VS of de honderdduizenden die wereldwijd op straat kwamen en de duizenden die aan acties van massale burgerlijke ongehoorzaamheid deelnamen. Deze druk dwong regeringen tot wat ze niet wilden doen: erkennen dat er iets moet gebeuren.

    Kapitalisme versus onze toekomst

    Woorden volstaan niet, er zijn daden nodig. De vrijwillige doelstellingen die in Parijs werden overeengekomen, zullen wellicht niet behaald worden. Een aantal EU-landen zal de doelstellingen voor hernieuwbare energieproductie niet halen. Nog voor Trump president werd, zag het er naar uit dat de VS het doel voor 2025 niet zou halen. Het gevoerde beleid gaat immers niet ver genoeg.

    De auteurs van het Klimaatakkoord anticipeerden hierop door een vijfjaarlijkse evaluatie in te voeren in de hoop dat de landen meer ambitieuze doelstellingen zouden aannemen. Dat is erg onwaarschijnlijk gezien de al erg beperkte doelstellingen die bovendien niet gehaald worden. Het ontbreekt bovendien aan de nodige politieke bereidheid om de grote oliebedrijven en de financiers van de fossiele brandstoffensector aan te pakken.

    We staan momenteel op drie jaar van het punt waarop volgens wetenschappers de uitstoot zal pieken. Na 2020 moet de uitstoot drastisch verminderen om te vermijden dat de temperatuur met meer dan 2 graden Celsius zou toenemen. Er is geen ruimte meer voor uitstel. Elke partij of politicus die dit beweert, is ofwel totaal onwetend ofwel wordt gelogen.

    De kapitalisten en hun dienaars in de regering hebben meer dan 25 jaar gehad om iets te doen. Deze tijd ging verloren aan het ontkennen van wat de wetenschap vaststelde. Er werden miljarden uitgegeven aan campagnes om de bevolking te verwarren. Dit alles is niet verwonderlijk: er stonden miljardenwinsten op het spel.

    Nu loopt de opwarming uit de hand en is het klimaatstelsel steeds instabieler. Tegelijk zijn er massabewegingen tegen besparingen, ongelijkheid, oorlog en onderdrukking. De milieubeweging moet zich verenigen met de antikapitalistische en socialistische bewegingen om te strijden tegen het hele systeem.

    Er is nood aan een nieuwe politieke partij die de belangen van de werkenden en armen verdedigt en opkomt voor een duurzame toekomst. We moeten de woede tegen de aanval van Trump op het klimaat koppelen aan het verzet tegen de aanvallen van de Republikeinen op de werkenden in het algemeen, in het bijzonder met de Trumpcare. Een zomer van verzet met massale actiedagen in heel het land is nodig om duidelijk te maken dat Trump en zijn regime weg moeten.

    Wij eisen:

    • Onze toekomst is belangrijker dan private winsten – geen terugtrekking uit het Klimaatakkoord, de opwarming onder de 1,5 graden houden door de doelstellingen op te voeren.
    • Massale publieke investeringen in openbaar vervoer en hernieuwbare energie.
    • Breng de grote banken, grote energiebedrijven en grote landbouwbedrijven onder publiek bezit en onder democratische controle.
    • Een ‘rechtvaardige overgang’ voor alle werkenden in vervuilende sectoren met een garantie van waar nodig een nieuwe opleiding en het behoud van degelijk betaalde jobs.
    • Een democratisch socialistische planning van de economie op basis van de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking en het milieu. Voor een socialistische VS en een socialistische wereld!
  • Stop de oorlog tegen het klimaat

    2016 was het derde opeenvolgde warmste jaar ooit. De ijskappen smelten af. Superstormen, aardbevingen en vernietiging van het ecosysteem worden de norm. Wetenschappers vragen de wereldleiders om actie te ondernemen en te investeren in groene, duurzame energie. De menselijke impact op klimaatverandering is niet langer een discussiepunt: 97% van de wetenschappers zijn het erover eens. Maar wetenschap volstaat niet voor Donald Trump: hij blijft zeggen dat er geen klimaatverandering is.

    door Toya Chester, Socialist Alternative

    De VS is goed voor ongeveer 25% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Maar de president denkt dus niet dat deze uitstoot negatieve gevolgen heeft voor het klimaat. Ook Scott Pruitt, de man die door Trump aangesteld werd aan het hoofd van het Agentschap voor Milieubescherming, gelooft 97% van de wetenschappers niet. Hij trad in het verleden vaak op om de belangen van de fossiele brandstofsector te verdedigen. Trump wil zich niet houden aan de afspraken van de Klimaattop van Parijs in 2015, terwijl die al heel beperkt waren. Het zou de deur openzetten voor het openhouden van steenkoolcentrales en het afbouwen van regels om het milieu te beschermen.

    Trump en de Republikeinen voeren aanvallen uit die ook een deel van hun eigen basis treffen. Dit was zeker het geval met de voorstellen rond gezondheidszorg. Maar ook het schrappen van maatregelen om het milieu te beschermen, is rampzalig voor de werkenden die Trump beweert te vertegenwoordigen. Onder het mom dat dit jobs zal opleveren, wil Trump af van de Clean Water Rule die onder Obama werd opgelegd om een aantal kleinere rivieren en watergebieden te beschermen. Als het van Trump afhangt, mogen steenkoolbedrijven voortaan afval lozen in kleinere riviertjes die soms een deel van het jaar droog staan en erg belangrijk zijn voor het ecosysteem.

    De steenkoolindustrie is in grote mate geautomatiseerd waardoor er minder jobs nodig zijn. Het is niet de milieubescherming die duizenden jobs heeft gekost, maar de technologische vooruitgang. Heel wat landen stappen overigens af van steenkool omdat gas goedkoper is en om duurzame energie te promoten. Trump zal dat niet kunnen veranderen: hij liegt tegen de miljoenen mensen in de regio’s waar vroeger een grote tewerkstelling was in de steenkoolsector.

    In vergelijking met Trump komt de vorige regering er goed uit. Maar dat is slechts schijn: onder Obama nam de olieproductie in de VS met 70% toe, vooral via de controversiële methode van fracking. Obama beweerde dat dit jobs zou opleveren en de VS energie-onafhankelijk zou maken. Maar tegen welke kost? Deze methode van olie- en gasextractie dwingt landbouwers ertoe om met oliebedrijven te concurreren voor toegang tot watervoorraden en er is het gevaar op vervuild water dat niet meer bruikbaar is. Fracking leidt niet alleen tot directe vervuiling, het verstoort ook de natuurlijke cycli waardoor periodes van droogte vaker voorkomen. Fracking zorgt voor uitstoot van methaangas dat 80 keer efficiënter is dan CO2 om warmte vast te houden. Zo zal het proces van klimaatverandering enkel versneld worden!

    Er waren onder Obama beperkte pogingen om de uitstoot van CO2 te beperken. Het project van de oliepijpleiding Keystone XL werd geschrapt en in de laatste dagen van haar bewind blokkeerde de regering-Obama de Dakota Access Pipeline na een vastberaden strijd door duizenden Native Americans en anderen. Dit wordt nu teruggedraaid door Trump.

    Maar het verzet gaat door. In 2014 was er de grootste Amerikaanse klimaatbetoging sinds decennia: een half miljoen mensen nam deel aan de People’s Climate March. Het toonde een groeiend bewustzijn van gewone mensen en vooral van jongeren. Om tot verandering te komen, is harde strijd tegen de belangen van de grote bedrijven nodig. Dit is niet evident. Betogen is absoluut noodzakelijk, maar er is meer nodig.

    De milieubeweging moet steun zoeken bij de arbeidersbeweging om samen te strijden voor investeringen in duurzame energie met behoud van jobs. Binnen de arbeidersbeweging moeten we opkomen voor de eis van een massaal programma van groene investeringen om een snelle overgang naar duurzame energie mogelijk te maken.

    Miljoenen mensen zijn bereid om in te gaan tegen het racisme en seksisme van Trump. De aanval op de gezondheidszorg leidde tot massale woede en een nederlaag voor Trump. Maar ondertussen blijft ook het milieu een gevoelig thema. Het heeft een dagelijkse impact op ons leven en is van cruciaal belang voor onze toekomst. De planeet beschermen, kan niet uitgesteld worden. Het is onderdeel van de strijd voor een nieuwe wereld.

  • Monsanto-papers: kapitalisme plaatst winsten boven mens en milieu

    Protest tegen Monsanto enkele jaren geleden… Foto:: socialisme.be

    Vorige week publiceerde De Standaard een reeks documenten en briefwisseling waaruit blijkt dat chemie-en landbouwreus Monsanto het wetenschappelijk onderzoek naar z’n meest winstgevende product, glyfosaat, probeerde te beïnvloeden. Er mocht vooral niet vastgesteld worden dat glyfosaat enige negatieve impact op mens en milieu zou hebben, en daarvoor werden wetenschappers actief ingelijfd om, tegen betaling, positieve studies over glyfosaat te publiceren of glyfosaat te promoten. Er is zelfs sprake van ghostwriting, waarbij  het bedrijf zelf de inhoud van de studies dicteerde. Vervolgens dienden de aangestelde wetenschappers enkel nog naam en toenaam toe te voegen, en eventueel de tekst nog wat te ‘redigeren’ om deze ‘wetenschappelijker’ te maken.  Tegelijkertijd werd enig negatief nieuws rond glyfosaat actief tegengehouden, of ontkend met ‘tegenstudies’ van bedenkelijke wetenschappelijke waarde.

    Door Irina (Gent)

    Het is duidelijk dat Monsanto er alles aan wil doen om z’n historisch meest winstgevende product, glyfosaat, dat afklokt op een omzet van 1.7 miljard euro per jaar,  op de markt te houden. Mogelijke schade aan mens en milieu zijn hierbij van ondergeschikt belang. Om dit mogelijk te maken, wendt het bedrijf zich tot een resem onethische praktijken: er is sprake van omkoping, beïnvloeding, lobbywerk en  het proberen bemachtigen van zitjes in adviesraden zoals bij het IARC (International Agnecy for Cancer Research, del van de WHO).  Het is zeer problematisch dat een bedrijf zich tot dit soort tactieken wendt om z’n product op de markt te krijgen en te houden, en dat ze bovendien blijken te werken. Enige vorm van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek wordt ook actief door het bedrijf bemoeilijkt, en de eigen studies worden als bedrijfsgeheim uit het publieke oog gehouden.

    Wat de volgende vraag opwerpt: waarom zou een bedrijf al die moeite doen, als het vertrouwen heeft in de veiligheid van het product?

    Het schoentje blijkt te wringen bij de veiligheid:  de onafhankelijke studies glyfosaat wijzen allemaal uit dat glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is. Er zijn ook gevallen van nierfalen in Zuidoost- Azië gelinkt aan het grootschalige gebruik van glyfosaat. En hoewel er tot op heden geen studies zijn die de mate van schadelijkheid eenduidig aantonen, zijn de bestaande onafhankelijke studies reden genoeg tot ongerustheid; glyfosaat is immers een veel gebruikt pesticide, zowel op grote schaal door landbouwers als bij hobbytuiniers. De IARC zou binnenkort zelfs glyfosaat officieel op de lijst van gevaarlijke producten zetten.

    Normaal gezien zou je denken dat men in zo’n geval uitgaat van het voorzichtigheidsprincipe: de stof eerst uitgebreid testen via onafhankelijke onderzoeken, liefst in verschillende labo’s, en ze pas daarna vrijgeven voor industrieel en particulier gebruik indien de tests positief zijn.

    Maar niets van dit alles gebeurde bij glyfosaat. Monsanto besefte al snel dat het product haar ‘kip met de gouden eieren’ was, en zette haar lobbynetwerk en financiële macht in om ten allen prijze het product op de markt te houden. Dit lukte en lukt nog steeds, ook in de EU: ondanks herhaalde pogingen vanuit diverse hoeken om het product te verbieden, blijft het tot nader order een toegestaan product in de EU.

    Daarbij stellen zowel het bedrijf als de controle-instelling en overheden de winsten en het belang van een multinational boven het belang van mens en milieu: hoeveel mensen werden intussen ziek of overleden door blootstelling aan glyfosaat? En wat met alle glyfosaat dat ondertussen in het leefmilieu terechtkomt? De omvang van de verontreiniging wordt wellicht pas over enkele tientallen jaren duidelijk.

    Naarmate we meer weten over glyfosaat en de mogelijke gevaren van het product, komt er ook meer protest. Onder druk van de publieke opinie wordt hier en daar het product verboden voor hobbytuiniers, zoals gebeurde in Wallonië. Ook in Vlaanderen is er intussen sprake van een verbod voor particulier gebruik. Veel directer tornen aan de winsten van Monsanto ligt blijkbaar moeilijker; voor de landbouwers, de grootverbruikers van glyfosaat, is er namelijk geen sprake van een verbod.

    Het is echter niet de eerste keer dat een schandaal rond een veelgebruikte stof die dan toch niet zo onschuldig blijkt uitbreekt. Vaak blijkt de producent in kwestie al lang op de hoogte van de gevaren, maar blijft men toch verkopen, want de pot met goud blijkt te verleidelijk.

    Denken we daarbij aan die andere pesticide, DDT. Tot de jaren ’70 was dit een veelgebruikt en populair pesticide… tot bleek dat het zich ophoopt in het leefmilieu en zeer schadelijk is voor heel wat organismen, waaronder de mens. Het werd in de jaren 70 in Europa dan ook verboden. Eenzelfde verhaal kan verteld worden over pcb’s, organische stoffen die goedkoop te produceren zijn en vele toepassingen kenden. Intussen is de schade voor mens en milieu enorm, en worden nog steeds ophopingen van beide stoffen gevonden in de meest afgelegen plekken (zoals in de vetlagen van pinguïns op Antarctica in het geval van DDT).

    Misschien wel het bekendste voorbeeld in België is asbest. De Belgische firma Eternit, ’s werelds grootste asbestproducent, wist al heel vroeg af van de gevaren, maar bleef desalniettemin asbest verwerken tot bouwmaterialen; het zette zelfs overal ter wereld nieuwe fabrieken op. De schaal van de schade begint nu pas duidelijk te worden; zo is de fabriek in Kapellen-op-den-Bos al tientallen jaren gesloten, maar blijven hele families getroffen door mesothelioom (een vorm van longkanker die enkel veroorzaakt wordt door asbest in te ademen).

    Dit werpt de vraag op: hoe kan dit toch blijven gebeuren? Waarom worden er na zo’n schandaal niet meer lessen getrokken rond onafhankelijk onderzoek, waarom worden de controles op multinationals niet verstrengd, waarom worden ook de regels voor het gebruik van nieuwe stoffen en materialen niet verstrengd?

    ‘Follow the money’, en je komt uit bij een antwoord. Multinationals steken vaak grote sommen geld in de ontwikkeling van een nieuw product of nieuwe stof, die liefst zo breed mogelijk gebruikt kan worden en zo veel mogelijk toepassingen heeft, met liefst een zo laag mogelijke productiekost, zodat de winst gemaximaliseerd kan worden. De veiligheid van de producten is hierbij niet meteen een prioriteit. Bovendien duiken mogelijke schadelijke gevolgen vaak pas laat op in het ontwikkelingsproces, als er al veel geld geïnvesteerd is… wat de verleiding om toch door te gaan met het op de markt brengen des te groter maakt. Je mirakelproduct geblokkeerd zien door een al te voorzichtige overheid is nog zo’n obstakel, en er wordt dan ook al snel een budget voorzien om een legertje lobbyisten aan het werk te zetten. Als multinationals willen overleven is het essentieel dat ze winst blijven maken, en het algemeen belang van mens en milieu verdwijnt in zo’n systeem makkelijk naar de achtergrond.

    Maar de macht van de lobbyisten alleen verklaart de makke houding van overheden en de EU niet volledig. Het probleem stelt zich ook op ideologisch vlak: neoliberalisme is de overheersende politieke ideologie, en deze bestaat er onder andere uit om multinationals en bedrijven zo min mogelijk beperkingen op te leggen. Dit wordt vaak gekoppeld aan een naïef geloof dat bedrijven uiteindelijk ook ethisch de juiste keuzes zullen maken, en ‘verantwoord zullen ondernemen’. Dit is echter een paradox, aangezien deze bedrijven binnen het kapitalistisch systeem net ten allen prijze winst moeten blijven maken om te overleven. En hoe groter het bedrijf, hoe groter de potentiële winst, maar ook hoe groter het verlies bij een eventueel verbod op een product zoals glyfosaat.

    Hoe voorkomen we dan een nieuwe tragedie?

    Het is duidelijk dat glyfosaat met onmiddellijke ingang verboden moet worden en vervolgens uitgebreid bestudeerd. Enkel indien uitgebreide onafhankelijke studies aantonen dat het product veilig is voor mens en milieu kan er sprake zijn van een nieuwe toelating.  Voor veel landbouwers zou dit uiteraard een ingrijpende verandering zijn, en hierbij moeten ze ondersteund, begeleid en geïnformeerd worden op alle mogelijke manieren.

    Ook is het duidelijk dat de ontwikkeling van nieuwe pesticiden, maar bvb ook medicatie en bouwmaterialen, overlaten aan multinationals geen enkele garantie biedt op veilige producten. Een nieuw product kan pas in gebruik genomen worden als onafhankelijke studies eenduidig aantonen dat het veilig is in gebruik.

    Maar we moeten verder gaan dan enkel strengere controles en het beteugelen van multinationals (in hoeverre dat op lange termijn al mogelijk is binnen het kapitalisme).

    Landbouw, hoe deze georganiseerd wordt en met welke producten, is een publieke aangelegenheid die onder democratische controle zou moeten staan, van de praktische organisatie tot het bedenken en ontwikkelen van innovaties, zoals bvb vormen van pesticiden of ggo’s. Alleen zo garandeer je de ontwikkeling van producten en methoden die de gezondheid van mens en milieu voorop stellen.

  • Hoe zou een socialistische voedingsindustrie eruit zien?

    Hoe kunnen we iedereen op deze planeet voeden? Dat is een vraag waarop het kapitalisme nooit een afdoende antwoord heeft kunnen formuleren. Ook vandaag wordt een derde van de wereldbevolking geconfronteerd met honger. Zelfs in economisch ontwikkelde landen is een groeiend aandeel van de bevolking afhankelijk van voedselbanken.

    Dossier door Iain Dalton uit weekblad ‘The Socialist’

    Voedsel is een basisbehoefte voor ons bestaan. Het is ook een indicatie van de ontwikkeling van de mensheid waarbij niet alle tijd meer ingenomen wordt door het verzamelen en consumeren van voedsel.

    De ontwikkeling van de capaciteit om voedsel te koken was bijvoorbeeld een belangrijke stap vooruit. Zoals schrijver Michael Pollan in zijn boek ‘Cooked’ opmerkt: “Bevrijd van de noodzaak om onze dagen te vullen met het verzamelen van grote hoeveelheden rauw voedsel en dit vervolgens te knauwen, konden de mensen hun tijd nu besteden aan hun metabolische noden en aan andere doeleinden.”

    De industriële revolutie had ook een impact op de voedselproductie. Grote delen van de plattelandsbevolking trokken naar de steden en waren niet langer direct betrokken in het proces van voedselproductie, maar kocht voedsel met het loon dat ze verdienden.

    Dit proces werd verdiept toen een groot aantal vrouwen op de arbeidsmarkt kwam in de 20ste eeuw. Het voeden van de gezinnen gebeurde niet langer door één persoon die hiervoor thuisbleef, het gebeurde voortaan na de werkuren.

    Dit heeft de dubbele dagtaak van vrouwen niet weggenomen, maar de komst van bereide maaltijden, uithaalmaaltijden, … betekenden dat er minder tijd besteed werd aan het voorbereiden van voedsel. Vandaag wordt er dan wel minder tijd in de keuken besteed, maar de werkuren zijn langer.

    Deze processen en de ontwikkeling van de agrobusiness hebben er in het algemeen voor gezorgd dat het voedsel dat we vandaag eten minder voedzaam is dan in het verleden. Dit heeft grote invloeden op onze gezondheid.

    Zo was er een gezondheidsstudie in Groot-Brittannië (2015) die aangaf dat 62,9% van alle volwassenen met overgewicht of obesitas kampten. Er is een toename van het aantal hart- en vaatziekten, van diabetes type 2 en andere ziektes.

    “Brood en haringen”

    Een tekort aan voedsel heeft vaak geleid tot sociale revoltes. In de Russische Revolutie begonnen e protestacties op de Internationale Vrouwendag van 1917, het startpunt van de revolutie, met eisen voor “brood en haringen.”

    Toegang tot degelijke voedzame maaltijden was een belangrijke doelstelling van de Bolsjewieken na de Russische Revolutie. Zo werden publieke kantines opgezet in de twee grootste steden van Rusland: Moskou en Petrograd.

    Dit werd uiteindelijk ondermijnd door de tekorten als gevolg van de oorlog tegen de binnenvallende imperialistische legers die kost wat kost de revolutie de kop wilden indrukken. Maar in 1919 waren deze publieke kantines goed voor ongeveer 900.000 gebruikers in zowel Moskou als Petrograd.

    Vandaag zou er in de eerste plaats moeten gezorgd worden voor kwaliteitsvolle en betaalbare kantines in scholen, universiteiten, hogescholen en grotere werkplaatsen. Het zou betekenen dat mensen minstens één kwaliteitsvolle warme maaltijd per dag hebben.

    De afgelopen decennia was er een forse afname van het aantal kantines op werkplaatsen. Het Labour Research Department onderzocht het aantal kantines in Britse werkplaatsen met een vakbondsaanwezigheid. Waar er in 1995 in 88% van deze werkplaatsen een kantine was, bedroeg dit in 2015 nog maar 47%. In 2010 werden 52% van deze kantines gesubsidieerd, tegen 2015 nam dit af tot 41%.

    Dit zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de gezondheid. Kantines verdwijnen om plaats te maken voor microgolfmaaltijden of kant-en-klare maaltijden uit de automaat.

    Naast kwaliteitsvolle kantines is er ook nood aan ‘publieke restaurants’ die de catering voorzien voor kleinere werkplaatsen, mensen die geen werk hebben of die niet kunnen werken.

    Maar een belangrijk onderdeel van een socialistisch beleid is de drastische vermindering van de arbeidstijd. Hierdoor zou er heel wat tijd vrijkomen voor deelname aan het beheer van de samenleving, maar ook voor hobby’s en vrije tijd.

    Bevrijd van de noodzaak om te koken, zullen heel wat mensen er sneller voor kiezen om te koken als creatieve activiteit. Degelijke keukenfaciliteiten in alle huisvesting blijft noodzakelijk.

    Het voedsel dat we zelf produceren in onze vrije tijd zou niet volstaan om iedereen te voeden. Er zou nog steeds een deel van de arbeid moeten gaan naar het produceren van het grootste deel van het voedsel.

    In de landbouw was er een tendens van uitbreiding: “get big or get out.” Een schaalvoordeel is belangrijk voor efficiënte productie, maar onder het kapitalisme heeft de agrobusiness een grote positie ingenomen met schadelijke gevolgen voor het milieu onder meer als producent van broeikasgassen, erosie van de bodem, vervuiling door chemicaliën en negatieve gevolgen voor de biodiversiteit.

    Fabriekslandbouw

    De fabriekslandbouw staat synoniem voor wreedheden ten aanzien van dieren die opeengehoopt gekweekt worden, volgestopt worden met antibiotica en brutaal afgemaakt worden. De landbouwsubsidies komen doorgaans vooral bij de grootste boerderijen terecht: meer dan 80% van het Europese landbouwgeld gaat naar 20% van de boerderijen.

    Ondanks deze elementen zijn kleinere en middelgrote boerderijen efficiënter qua productie per eenheid grond. De erg grote boerderijen moeten nu bijenkorven aankopen om gewassen te bestuiven, nadat de heggen verdwenen. Ecovriendelijke technieken kunnen gebruikt worden om de grondkwaliteit te versterken waardoor landbouw geen broeikasgassen uitstoot maar net opneemt.

    Zolang de winsten op korte termijn centraal staan en de dictaten van de grote voedselbedrijven heersen, zullen milieuvriendelijke methoden echter geen prioriteit zijn.  Het zal erop aankomen om de grote voedingsbedrijven, met inbegrip van de grote boerderijen, uit de handen van de agrobusiness te halen om deze onder democratisch publiek bezit te plaatsen zodat de ontwikkeling van duurzame landbouw mogelijk wordt.

    Landbouw en zeker het oogsten van fruit en groenten hangt in grote mate af van tijdelijke arbeid. In Groot-Brittannië werden hiervoor vorig jaar 80.000 seizoenarbeiders ingezet, vooral migranten uit andere EU-landen.  Het inzetten van extra personeel zal wellicht nodig blijven op de momenten dat er geoogst wordt. Maar dit moet via de vakbonden georganiseerd worden zodat de lonen en voorwaarden beschermd zijn en er geen neerwaartse spiraal is. Vandaag zijn de lonen vaak erg laag en worden seizoenarbeiders de rest van het jaar tot werkloosheid veroordeeld.

    Er was nooit zoveel informatie over wat mensen eten. De supermarktketens verzamelen heel wat informatie en gegevens over consumptie en de nodige stocks. Joanna Blythman schreef in het boek ‘Shopped’: “De echte waarde van getrouwheidskaarten van supermarktketens is dat deze een methode vormen om gedetailleerde informatie te verwerven over koopgewoonten, waardoor klanten doelgerichter kunnen bewerkt worden met op het lijf geschreven promoties.”

    Planning

    Deze werkwijze toont de mogelijkheden voor een planmatige aanpak gericht op de behoeften van de meerderheid van de bevolking in plaats van de winsten van de superrijke 1%.

    Voor een socialistische planning zouden de grote voedselproducenten, distributeurs, groothandels en supermarktketens onder publiek bezit moeten geplaatst worden. Op deze basis zou het mogelijk zijn om via een netwerk van publieke supermarkten, van grote winkels tot kleine buurtwinkels die vandaag door deze ketens gecontroleerd worden, toegang te geven tot kwaliteitsvolle en goedkope goederen. Samen de nationalisatie van de financiële sector en de mogelijkheid van goedkope leningen, zou de druk op kleine winkeliers in de sector verlicht worden met een aanmoediging tot een volledige integratie in de socialistische planning.

    Een dergelijke planning zou zoveel mogelijk beroep doen op lokale productie om onnodige transporten te vermijden. Dit zou leiden tot versere producten en minder negatieve impact op het milieu.

    Beslissingen over stocks en aangeboden producten kunnen genomen worden door verkozen comités van personeel uit de sector, consumenten en vertegenwoordigers van het bredere netwerk van voedselvoorziening met heel veel data over consumptiegewoonten die de discussie richting kunnen geven.

    Het zou een groot deel van de verspilling die vandaag in de voedselsector bestaat kunnen uitschakelen. Mensen zouden meer en gedetailleerdere informatie en keuzes krijgen over wat ze eten. Dat zou pas het begin zijn. Ongetwijfeld zal onze verhouding tot voedsel verder ontwikkelen eens we de ketenen die het kapitalisme ons oplegt afgeschud hebben.

    Enkele van onze eisen:

    • Open de boeken van de grote bedrijven die de voedselindustrie en de economie vandaag domineren. Zo kunnen de echte kosten, winsten, toplonen, … in kaart gebracht worden.
    • Voor een leefbaar minimumloon van 15 euro per uur in de volledige voedselsector, van de boerderijen tot de distributie en de fastfoodsector. Verhoging van de pensioenen en andere uitkeringen aangepast aan de levensduurte.
    • Voor een massaal programma van jobcreatie: verminder de arbeidstijd zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen.
    • Toegang tot goedkoop en voedzaam eten in kantines in werkplaatsen, scholen, hogescholen, universiteiten
    • Nationalisatie van de grote agro-business en de grote bedrijven uit de distributiesector. Publiek bezit met democratische arbeiderscontrole en –beheer. Nationalisatie waarbij er enkel compensaties zijn op basis van bewezen behoefte.
    • Nationalisatie van de grond in handen van de agro-business en de grote boerderijen gecontroleerd door de agro-business. Een programma van verpachting van deze grond aan landbouwers tegen betaalbare prijzen.
    • Nationalisatie van de banken en de financiële sector, zodat goedkoop krediet aan landbouwers mogelijk wordt voor de duurzame ontwikkeling van hun bedrijven.
    • Voor een programma van grootschalige publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling van alternatieve en duurzame energie. Ontwikkeling van technieken om ecologisch schadelijke praktijken uit de landbouw weg te halen.
    • Voor een planning van de landbouwproductie en de distributie van voedzaam voedsel op een duurzame wijze in plaats van gericht op de kortetermijnwinsten van een kleine toplaag
  • Ingaan tegen dierenmishandeling betekent ook strijden tegen kapitalisme

    Beeld uit de opnamen van Animal Rights

    Maandag namen we met twee LSP-leden deel aan de protestactie van ‘Animal Rights’ tegen het dierenleed in het slachthuis van Tielt. We gingen er met de aanwezigen in discussie over duurzame oplossingen rond dierenmishandeling waarbij we vooral het verband legden met de nood aan een antikapitalistische strijd en benadrukten dat het probleem wereldwijd is.

    Artikel door Kanzy (Gent)

    Rond de actie was er veel politie aanwezig en er waren strenge controles, onder meer de rugzakken werden gecontroleerd. Er stond ook security met honden paraat om het bedrijf te ‘beschermen’ tegen ‘gevaarlijke’ betogers. Vlaggenstokken of dergelijke waren niet toegelaten.

    De aanwezige organisaties waren niet echt politiek-economisch gericht of kwamen voornamelijk met kortetermijnoplossingen. We zagen spandoeken met slogans als “Sluit alle slachthuizen.” Via de microfoon werd meermaals duidelijk gemaakt dat een diervriendelijke productie onmogelijk is en dat elk individu best overschakelt op een vleesarm dieet.

    We willen daar dieper op ingaan om het debat te openen over een systeem dat op verschillende gebieden impact heeft op zowel het milieu, de planeet als de mens die erop leeft.

    Enerzijds moeten we niet ontkennen dat de mens steeds vlees heeft geconsumeerd doorheen de geschiedenis. Vandaar onze hoektanden bijvoorbeeld. Natuurlijk spelen naast erfelijke factoren ook de omgevingsfactoren en machtsverhoudingen steeds een rol. Zo zagen we dat in verschillende culturen en in de feodale heerschappij diverse voedselnormen werden opgelegd. In tal van samenlevingen legt religie voedselkeuzes op. Vandaag doet het kapitalisme hetzelfde met als doel om zoveel mogelijk winst te maken. De roep naar gezond eten creëert ruimte voor een grotere bio-industrie, waarbij ethische kwesties benadrukt worden in de concurrentie met de vleesindustrie.

    Anderzijds kunnen we zoveel slachthuizen sluiten als we willen, maar moeten we ons de vraag stellen of dit wel een duurzame oplossing is? Wat verstaan we onder een duurzame oplossing? Waarom is het socialisme een noodzakelijk antwoord op de problemen rond de consumptiemaatschappij, de spilzucht, het overmatig en industrieel produceren van vlees en hoe moeten we daar als socialist op gaan reageren? Wat verstaan wij onder een collectieve oplossing en hoe kunnen wij het probleem aanpakken zonder de individuele vrijheid van een ander te beperken met repressieve maatregels? Het is een elementair element om de stem van de meerderheid te vertegenwoordigen en ervoor te zorgen dat het ene individu de vrijheid van een ander individu niet gaat inpalmen. Bij een staking zien wij hetzelfde verschijnsel terugkomen: als de meerderheid van het personeel wil staken, dan zijn er toch altijd zo van die losse individuen die (vaak in de media) klagen over de tirannie van de stem van de meerderheid, en aldus over de democratie. Het egoïstisch handelen van een individu wordt gestimuleerd door dit systeem dat zelf gekenmerkt wordt door de dictatuur van de hebzucht. Als er geen rekening wordt gehouden met de behoeften en noden van de maatschappij, ontstaat er chaos. Dat is wat we vandaag overigens ook zien met de vrije markt. Weliswaar is die markt alles behalve vrij: de harde concurrentie leidt tot monopolievorming en een situatie waarin een handvol superrijken bijzonder veel te zeggen heeft. Socialisten staan voor het eigenbelang van de meerderheid van de bevolking tegenover de hebzucht van de kleine elite die vandaag de macht heeft.

    Het is belangrijk om een gemeenschappelijke oplossing te vinden die niemands vrijheid op gebied van bijvoorbeeld voedselkeuze, dieetkeuze, religie of geloofsovertuiging inperkt. Ons antwoord op alle spilzucht, hebzucht, overproductie is een alternatief bieden op het dictaat van de rijken die verantwoordelijk zijn voor de ellende die we kennen sinds het begin der industriële tijdperk. Terwijl er veel te veel wordt geproduceerd en weggegooid, komen anderen om van de honger of dorst. Een voorbeeld van hebzucht is de CEO van Nestlé die alle water wil privatiseren. Een ander voorbeeld is het vrijhandelsakkoord, dat verdere privatisering en globalisatie promoot en enkel multinationals hun belangen verdedigt. Vreemd overigens dat vrijhandelsverdragen als TTIP en CETA niet ter sprake kwamen op de actie aan het slachthuis. De maatstaven voor voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieubescherming tussen het bedrijfsleven in Europa en Amerika verschillen sterk. Als de EU de Amerikaanse standaarden voor voedselveiligheid zou erkennen, dan betekent dit kortweg meer chloorkippen, chemische middelen, besproeid voedsel enz. op ons bord. Bepaalde vervuilende manieren voor de ontginning van grondstoffen zoals hydrofracturing zou enorme gevolgen hebben voor ons klimaat en door o.a. CETA zou het mogelijk zijn voor Canadese bedrijven om stukken grond te gaan opkopen met aldus nefaste gevolgen.

    In de VS krijgt een groot deel van het vee hormonen toegediend die ervoor zorgen dat het spierweefsel sneller gaat groeien, Bij dieren leidt dit tot stress, botbreuken, hyperactiviteit, hevige krampen en zelfs de dood. De Europese wetenschappers stelden vast dat het eten van zulk vlees de kans op kanker bij mensen vergroot. Dit is een voorbeeld van hoe het productieproces van vlees door het monopolie van een handvol rijken wordt beïnvloed.

    Als dierenomgang omgezet wordt naar bandwerk met het oog op snelle winst en massaal produceren dan is het logisch dat dit gevolgen heeft voor zowel de dieren als de werknemers van het bedrijf die tussen alle lawaai staan. De dieren worden zelf niet deftig verdoofd omdat alles erg snel moet gaan. De woordvoerder van “Bite Back” verklaarde ook dat het personeel systematisch wordt uitgebuit en sprak over het feit dat er meer allochtonen worden tewerkgesteld in zo’n bedrijf omdat de autochtone bevolking weigert om in deze omstandigheden te werken en omwille van het drukken van de kostprijs. De impact van het bedrijf op de werknemers zelf, die daar gedwongen staan omdat ze een vast inkomen moeten kunnen garanderen om hun gezin te onderhouden, is erg groot.

    Wat is een consequent antwoord daarop?

    De crisis van het kapitalisme en alle daarmee oorzakelijk samenhangende problemen van massawerkloosheid, milieuvervuiling tot en met oorlog zijn niet binnen de kapitalistische context op te lossen. Op basis van privébezit van de productiemiddelen, marktwerking en productie om winstmaximalisatie botst dit systeem op zijn eigen limieten en kunnen de groeiende klassentegenstellingen niet overwonnen worden. Daarom is socialisme een noodzakelijkheid geworden. Het democratisch beheer onder controle van de arbeiders en sterke vakbonden zijn dus een blijvende noodzakelijkheid om dergelijke wanpraktijken tegen te gaan.

    Fundamenteel zijn de eisen die de vraag naar de macht over de productie stellen: onteigening van bepaalde ondernemingen, terugdraaien van privatiseringen en overdragen van banken en grote bedrijven aan publieke eigendom. Alleen zo kunnen we de arbeid herverdelen, de werkomstandigheden en werkdruk verbeteren en ook het productieproces beïnvloeden zodat het gericht is op de behoeften van de meerderheid van de bevolking.

    De noden of behoeften van de meerderheid van de bevolking botsen op de eisen van het systeem. Wij kunnen en moeten eisen dat het systeem voldoet aan de noden en behoeftes van de maatschappij, milieu, dieren en alles daarrond. Verander het systeem om de samenleving te veranderen. Het is kiezen tussen barbarij of socialisme.

  • Haal energie uit de dodelijke greep van de winsthonger!

    Foto: Liesbeth

    Zes jaar geleden, op 11 maart 2011, werd Japan getroffen door een enorme tsunami die rechtstreeks tot de ontploffing van de kerncentrale van Fukushima leidde. Vandaag zijn de gevolgen van die kernramp nog steeds voelbaar. Het werd toen nog maar eens duidelijk: er bestaat niet zoiets als veilige kerncentrales. Ondertussen heeft de regering-Michel in België beslist om de kernuitstap opnieuw uit te stellen.

    Artikel door Jarmo (Antwerpen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Fukushima heeft aangetoond dat de dreiging van een kernramp op de schaal van Tsjernobyl in 1986, nog steeds aanwezig is. Vandaag worden er in de kerncentrale stralingswaarden van 530 sievert per uur gemeten. Blootstelling aan een dergelijke straling leidt onmiddellijk tot de dood; niet verwonderlijk als je weet dat een waarde van 10 sievert al dodelijk is. Doordat de Japanse regering bij het bouwen van de kerncentrale van Fukushima redelijk degelijke veiligheidsmaatregelen nam, is de schade minder groot dan mogelijk was geweest. Maar dergelijke veiligheidsmaatregelen vinden we zeker niet overal terug…

    De Belgische centrales in Doel en Tihange zijn al decennia lang onderwerp van debat. De paars-groene regering Verhofstadt I besliste in 2003 om kernenergie in ons land af te bouwen, met een volledige kernuitstap als uiteindelijke doelstelling. In de praktijk zouden de centrales in Tihange en Doel ondertussen gesloten moeten zijn, maar in realiteit zijn ze nog allemaal actief. De uitstap werd voor het eerst uitgesteld (tot 2025) in 2009, toen toenmalig minister van Energie Paul Magnette (PS) schromelijk toegaf dat de uitstap in 2015 niet opgevangen kon worden, omdat er nagenoeg geen werkelijk onderzoek naar alternatieve energiebronnen was gevoerd.

    Een deel van de centrales zou dan openblijven terwijl de anderen gesloten werden, maar door de scheurtjesproblematiek en het regelmatig uitvallen van de kerncentrales blijven ze maar open. Op deze manier blijft een kernuitstap een onbereikbaar doel. De regering-Michel gebruikt vandaag het argument dat de kernuitstap de prijzen voor energie de hoogte in zou jagen. Dat klopt ook. De kost voor de jaarlijkse energieproductie in België zou toenemen met 4,38 miljard euro tegen 2030. Ondertussen heeft Electrabel, dat de kerncentrales beheert, wel een fiks belastingvoordeel cadeau gekregen: de belasting die Electrabel moet betalen is gezakt van 500 miljoen euro tot een variabele belasting van minimaal 150 miljoen euro. Maar de energieprijzen voor particulieren en gezinnen blijven stijgen.

    De regering en Electrabel proberen de schuld van de stijgende facturen van zich af te schuiven en te leggen bij diegenen die zich verzetten tegen kernenergie. Dat is een totaal verkeerde retoriek. Veilige kernenergie bestaat niet: onderhandelen met Electrabel over gigantische winstbedragen ten koste van de veiligheid en gezondheid van de bevolking: dat is wat de regering-Michel doet. Het is mogelijk om zowel naar veilige en schone energie te evolueren, als de prijzen onder controle te houden. Daarvoor is het vereist dat de volledige energiesector genationaliseerd wordt en onder democratische controle van de bevolking wordt geplaatst. Zo kan er op toegezien worden dat zoiets belangrijks als het opwekken en verdelen van energie niet aan blinde winsthonger onderhevig wordt en dat er voldoende reëel onderzoek wordt gevoerd naar alternatieve, schone en veilige energiebronnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop