Category: NMBS

  • Duur openbaar vervoer nefast voor mobiliteit en milieu

    Foto: Jean-Marie

    De voorbije weken was er in de media heel wat aandacht voor internationale mobiliteit. Busmaatschappijen als Flixbus kennen een opmars omdat ze goedkope reizen in Europa aanbieden. Ook vliegen is voor internationale verplaatsingen veelal een pak goedkoper dan met de trein reizen. Terecht wordt opgemerkt dat dit rampzalig is voor het milieu, maar doorgaans komen de antwoorden niet verder dan het voorstel om vliegen duurder te maken. De vakantiemogelijkheden van gewone werkenden drastisch beperken, is blijkbaar het enige antwoord dat de gevestigde krachten kunnen verzinnen.

    Na jarenlang besparen op openbaar vervoer swingen de prijzen de pan uit. De meest recente prijsverhoging is die voor de trein tussen België en Nederland. Een weekendretour Brussel-Amsterdam zal niet langer 55 euro, maar 96 euro kosten! Die prijsverhoging kan deels omzeild worden door vroeg te boeken: dan kost het ‘maar’ 68 euro. Aanleiding voor de drastische verhoging is de snellere verbinding die geopend wordt en, vreemd genoeg, het argument dat de trein in het weekend “te populair” werd (De Tijd, 9 april). Met de auto reizen, is hierdoor een pak goedkoper dan met de trein. De liberalisering van het internationaal reizigersverkeer heeft niet geleid tot goedkopere prijzen en meer mogelijkheden! Wat als dit straks ook met het binnenlands reizigersverkeer gebeurt?

    Hetzelfde zien we bij De Lijn: sinds 2012 steeg de prijs voor een abonnement met gemiddeld 33% en dat van een gewoon ticket met 21%. Voor korte ritten betaal je met een rittenkaart 1,6 euro (tegenover 0,9 euro in 2012) en met een enkel ticket zelfs 3 euro. Met zulke prijzen neem je toch al sneller de wagen in plaats van de bus? Volgens De Lijn zijn de stijgingen beperkt tot de indexeringen en een grotere sprong in 2015. Wie zijn loonbriefje vandaag vergelijkt met dat van 2012 zal opmerken dat er geen sprake is van een indexering die oploopt tot 20 à 30%. We kregen amper meer loon door indexverhogingen en er werd zelfs een indexsprong opgelegd waardoor we loon verliezen. De woordvoerder van minister Weyts (N-VA) praat het goed: “De Lijn is nog altijd goedkoper dan de tegenhangers in de andere regio’s van dit land en in de buurlanden.” Wie regelmatig een uurtje of langer in een file op de ring van Antwerpen of Brussel doorbrengt, heeft daar echter boodschap aan.

    Het resultaat van de prijsstijgingen bestaat uit een toename van het autoverkeer op een ogenblik dat er al een ernstige mobiliteitscrisis is. Voor buitenlandse reizen is de optie van openbaar vervoer steeds minder realistisch wegens te duur. Wie de trein overweegt voor pakweg een reis naar het zuiden van Frankrijk of Spanje, komt niet verder dan de vermelding van het prijskaartje. Dat laat ruimte voor private bedrijven die goedkope verbindingen aanbieden door te besparen op personeel en kwaliteit, waarbij bovendien op geen enkele wijze rekening wordt gehouden met het milieu. Enkel de winsten tellen.

    Om hier verandering in te brengen, moet er een einde komen aan de besparingen op openbaar vervoer. Er zijn publieke middelen om te investeren in oorlogstuig en fiscale cadeaus aan grote bedrijven, maar niet om te antwoorden op de mobiliteitscrisis? Een drastisch plan van publieke investeringen kan het vervoersnet versterken en de prijzen sterk naar beneden halen. Waarom bijvoorbeeld geen gratis bus- en tramvervoer aanbieden om de steden te ontlasten? Dat zou pas een circulatieplan zijn! Goedkoper treinverkeer, ook op internationale verbindingen, kan de trein interessant maken voor reizigers. Maar ook voor wie pendelt: waarom zou je  in de file staan als je goedkoper en sneller ter plaatse kan geraken met openbaar vervoer?

    In plaats van de gewone bevolking te bestraffen voor de vervuilende winstzucht van het kapitalisme, moet er fors geïnvesteerd worden in openbaar vervoer zowel als antwoord op de mobiliteitscrisis als voor de bescherming van de luchtkwaliteit en het milieu.

  • Neen aan minimale dienstverlening! Maximaal verzet nodig

    Foto: Jean-Marie

    De voorbije regeringen lieten geen kans liggen om het stakingsrecht uit te hollen en verschillende vormen van protest te criminaliseren. Geen twijfel mogelijk: de reiziger noch de veiligheid staat centraal op de agenda, wel het breken van verzet. Diegenen die aan onze pensioenen, statuut en openbare diensten zitten, willen bepalen hoe wij deze kunnen verdedigen: liefst niet.

    Artikel door een treinbegeleidster

    Het parlement jaagde de minimale dienstverlening bij het spoor erdoor. Een stakingsaanzegging moet ten laatste acht werkdagen op voorhand en elk personeelslid moet 72 uur voor de staking aangeven of hij/zij aan de staking deelneemt of niet. Daarmee wordt het recht op collectieve actie geïndividualiseerd. De NMBS zou dan een dag voor de staking een alternatief vervoersplan bekendmaken aan de reizigers. Tegelijk zien we pogingen om stakingspiketten te verbieden, worden deelnemers aan collectieve acties individueel gestraft, …

    Strijdbare syndicale opstelling gezocht

    Jarenlang werd vanuit verschillende hoeken gewaarschuwd voor de gevaren van minimale dienstverlening. Waarom was dit niet genoeg, kunnen we het dan niet tegenhouden?

    Het lijkt erop dat de vakbondsleidingen zich nu beperken tot waarschuwen voor de chaos en de gevaren voor de veiligheid (zoals overvolle treinen en perrons) bij minimale dienstverlening. Ons antwoord beperken tot ‘we zullen wel zien dat dit niet werkt’, is gevaarlijk. Deze regering ziet het huidige voorstel van minimale dienstverlening slechts als een eerste stap. Chaos bij de toepassing ervan zal gebruikt worden als argument om het stakingsrecht nog meer te ondermijnen.

    Een juridische betwisting is belangrijk, maar dreigt geen resultaat op te leveren als we niet tegelijk een strijdbare nationale campagne lanceren tegen deze aanval op ons democratisch recht op collectieve actie. Het verdedigen van het recht op collectieve actie is geen juridische kwestie los van de realiteit, maar van levensbelang om de belangen van werkenden te verdedigen.

    Het vakbondsbashen samen met de afbraakpolitiek en het gebrek aan offensief antwoord hebben effect op de werkvloer. De vraag naar alternatieve acties komt regelmatig naar boven. Het ene idee is al wat haalbaarder dan het andere. Creatievere acties kunnen een verbredend effect hebben om hardere acties voor te bereiden. Maar de discussie over alternatieve acties vandaag komt vooral door verwarring over het gebruik van het stakingswapen en twijfel over welke slagkracht vakbonden nog hebben.

    Niet laten sudderen, maar antwoorden, is essentieel en mogelijk. Waarom geen brede informatiecampagne lanceren die ingaat op de geschiedenis van sociale verworvenheden en het stakingsrecht, gekoppeld aan de noodzaak en het belang van het stakingswapen vandaag om besparingen te stoppen? Personeel noch reizigers hebben belang bij het gebrek aan investeringen in openbaar vervoer en de ondermijning van arbeidsvoorwaarden. Enkel een strijdbare syndicale opstelling kan de aanvallen stoppen.

    Solidariteit is een werkwoord

    Vakbondsleiders als De Leeuw (ABVV) en Reniers (ACOD) spraken zich meermaals uit tegen de minimale dienstverlening. Ze verklaarden dat ze hun kameraden niet in de kou zouden laten staan. Er werd terecht gewaarschuwd dat het invoeren van minimale dienstverlening bij het spoor snel zal gevolgd worden in andere openbare diensten: gevangenissen, bus- en tramvervoer, … Waar wachten ze op om deze woorden in daden om te zetten?

    Het agressieve ritme waarmee deze rechtse regering aanvallen afvuurt, zorgt soms voor verbijstering. Er kwamen de voorbije maanden regelmatig syndicale acties uit de lucht vallen, vaak met meer deelnemers dan verwacht maar zonder ernstige voorbereiding, wat tot frustratie leidt. Vloeken kan daarbij deugd doen, maar je verandert er niets mee.

    De besparingstrein, de noodzaak aan massale investeringen, onhoudbare personeelstekorten, stijgende werkdruk, … De noden op de werkvloer groeien en zoeken een antwoord. Dat doen we best collectief, onder meer met personeelsvergaderingen zodat we zelf ideeën en voorstellen kunnen doen. Er is genoeg om te bespreken met alle collega’s. Wat hebben we nodig om iedereen mee te krijgen? Welk type acties hebben we nodig? Hoe onze krachten opbouwen? Hoe komen tot een geheel van acties? Welke eisen stellen we voorop? Hoe formuleren we deze naar de reizigers? Hoe betrekken we ze?

    De verzuchtingen van onderuit organiseren, zal nodig zijn om te komen tot een krachtige vastberadenheid waarmee we deze agressieve regering stoppen en alle volgende meteen waarschuwen.

     

  • 10/10 – stakers aan het woord: een spoorman

    Het spoor kan bijdragen aan een oplossing voor het mobiliteits- en milieuprobleem

    Op 10 oktober wordt in de publieke sector actie gevoerd. De oproep komt van ACOD. Er is ook solidariteit van een aantal vakbondsafdelingen uit de private sector. De actiedag van 10 oktober wordt niet overal even goed voorbereid, wat een gemengd beeld oplevert. Maar redenen om in actie te gaan, zijn er in overvloed. Dat stellen we vast in een reeks interviews die we deden met personeelsleden uit de publieke sector. 

     

    “Bij het spoor loopt de frustratie al langer steeds hoger op door de zware besparingen op de werkingsmiddelen van zowel NMBS als Infrabel. Dit leidt tot ongenoegen bij de personeelsleden die graag een kwaliteitsvolle, stipte en veilige dienstverlening willen aanbieden. De reizigers zijn de defecte, laattijdige en afgeschafte treinen beu. Ook gaat de communicatie er steeds verder op achteruit. Dit komt ook doordat er bespaard wordt op personeel. Er zijn steeds minder werknemers bij de spoorwegen die meer reizigers moeten vervoeren. Vaste contracten bij steeds meer personeelscategorieën worden vervangen door tijdelijke contracten waardoor er ook veel knowhow verdwijnt doordat contractuelen vaak voor beter betaalde jobs solliciteren in de privé.

    “Daarenboven zijn er allerhande besparingspesterijen op kap van het personeel zoals het inperken van het systeem flex voor de werkplaatsen, het afschaffen van het inbrengen van tijdvertragingen als arbeidstijd bij laattijdige aankomst, het inboeten op twee feestdagen, het optrekken van de pensioenleeftijd en omlaaghalen van het pensioenbedrag, het opvoeren van de flexibiliteit en werkdruk, …

    “Er zijn redenen genoeg waarom het personeel kwaad is op de beleidsmakers. Het spoor zou kunnen bijdragen aan een oplossing voor het mobiliteits- en milieuprobleem maar dit wordt kortzichtig als mogelijkheid opzij geschoven.

    “Om de staking voor te bereiden, zijn er verschillende personeelsvergaderingen en er worden pamfletten verspreid. Er zijn extra militantenraden en meetings. Er is steeds meer discussie op het werk onder collega’s. Normaal zullen er op de stakingsdag zelf piketten komen voor een aantal belangrijke stations. Waarschijnlijk zullen er nog treinen rijden, maar het treinverkeer zal redelijk in de war zijn.

    “De vakbonden zouden meer naar de voorstellen van de basis moeten luisteren en samen met het personeel een actieplan uitstippelen, maar ook de strategieën analyseren om te leren uit fouten en methodes te zoeken om bredere steun te vinden. Er moet ook een doorgedreven campagne gevoerd worden naar de bevolking toe over het nut van de openbare diensten en het openbaar vervoer. Verder zouden de vakbonden ook meer intersectorele bijeenkomsten moeten organiseren zodat het begrip en de solidariteit onderling groeien.”

  • 10/10 – stakers aan het woord: een treinbegeleidster

    Roeste rammelbakken, gesloten loketten, defecte ticketautomaten, vertragingen voor de reiziger, terwijl wij langer en flexibeler werken met minder personeel

    Op 10 oktober wordt in de publieke sector actie gevoerd. De oproep komt van ACOD. Er is ook solidariteit van een aantal vakbondsafdelingen uit de private sector. De actiedag van 10 oktober wordt niet overal even goed voorbereid, wat een gemengd beeld oplevert. Maar redenen om in actie te gaan, zijn er in overvloed. Dat stellen we vast in een reeks interviews die we deden met personeelsleden uit de publieke sector. 

    “Personeel en reizigers worden dagelijks gegijzeld door de jarenlange afbraakpolitiek bij het spoor. Roeste rammelbakken, gesloten loketten, defecte ticketautomaten, vertragingen voor de reiziger, … terwijl wij langer, flexibeler en sneller moeten werken met minder personeel. Het zomerakkoord is de druppel die nog maar eens de overvolle emmer doet overlopen. Interim-arbeid mogelijk maken en het stopzetten van statutaire aanwervingen is een frontale aanval op de veiligheid, een poging om verdeeldheid te creëren onder het personeel en straks nog harder te besparen. Langer werken, voor minder geld? Nadat er ‘methoeveelnulletjes’ euro verspild is aan een mislukte nieuwe vertrekprocedure. Op een moment dat er bijna meer directie is dan personeel. Wij pikken dit niet meer! Dat wéét de regering. Ze kan dan ook niet wachten om ons het zwijgen op te leggen met de minimale dienstverlening. Maar zwijgen staat niet in het woordenboek van mijn depot.

    “Het merendeel van de collega’s is het erover eens dat we af moeten van deze regering én dat het altijd dezelfden zijn die moeten inleveren. Maar er zijn ook heel veel vragen. Hoe kunnen we onze specifieke eisen koppelen aan het grotere verhaal? Zal een 24u-staking genoeg zijn? Wat na 10 oktober? Hoe kunnen we reizigers informeren over onze inzet? We hebben tijd en ruimte nodig om aan deze vragen en frustraties gehoor te geven. Het personeel bijeenbrengen, ingaan op de verschillende dossiers en samen nadenken over het vervolg van de acties: dat zijn enkele noodzakelijke uitdagingen waar we voor staan om tot een overwinning te komen. Een overwinning die zorgt voor meer middelen die beantwoorden aan zowel de noden op de werkvloer als die van de reizigers.”

  • NMBS bouwt loketten af in 33 stations. Wie spreekt nog van een ‘openbare dienst’?

    Actie van loketbedienden in 2015. Foto: socialisme.be

    In een bijzonder cynisch persbericht kondigde de NMBS aan dat de openingsuren van de loketten in 33 stations vanaf oktober 2017 worden afgebouwd. In naam van de ‘modernisering’ van het bedrijf wordt de toegankelijkheid tot de openbare dienst eens te meer verminderd.

    Door een spoorman

    “Reizigers kiezen steeds meer voor de automaten en digitale verkoopkanalen (internet en mobiele applicatie) om hun treinticket te kopen. (…) Dit laat NMBS toe haar middelen in te zetten waar ze het meest nodig en nuttig zijn voor de klant.” (1) Zo rechtvaardigt de directie de beslissing om loketten minder lang open te houden in stations waar nochtans duizenden reizigers per dag opstappen. Er werden ongetwijfeld veel middelen ingezet om ‘communicatie-experten’ te betalen. Maar de reizigers zien ondertussen de dienstverlening verder verminderen.

    Intern is er al enkele jaren het “plan 3 x20.” Dat plan is erop gericht om de aankopen aan de loketten op termijn met 20% te verminderen. De reizigersvereniging Navetteurs.be merkte terecht op: “Het is omdat ze ertoe verplicht worden en niet omdat ze ervoor kiezen dat reizigers andere verkoopkanalen kiezen.” (2) Het feit dat er steeds minder loketten zijn maakt dat reizigers zich wel tot automaten moeten richten. De vakbond ACOD Spoor reageerde op de nieuwe afbouw van de openingsuren: terwijl deze beslissing verregaande gevolgen heeft voor het personeel, werd de vakbond niet eens op de hoogte gebracht.

    In augustus 2016 publiceerde de Gezinsbond een studie over “numeriek analfabetisme” (3). Het gaat over het feit dat een hele laag van de bevolking niet in staat is om informaticatoepassingen te gebruiken, zelfs de meest eenvoudige toepassingen. Eén op de drie Belgen is niet in staat om een tekstverwerker te hanteren. Hoeveel van hen zullen de trein nog nemen als er geen loketten meer beschikbaar zijn?

    De ‘digitale kloof’ treft niet enkel oudere mensen, maar ook de armsten. Als openbare dienst moet de NMBS een eenvoudige toegang garanderen aan de reizigers. Sinds de NMBS reizigers omschrijft als ‘klanten’ wordt steeds vaker de logica van een privébedrijf gevolgd: het belangrijkste is niet om degelijke diensten aan te bieden, maar om de kosten zoveel mogelijk te beperken.

    Reizigers hebben nu vaak geen andere keuze en moeten wel de automaten gebruiken. Verschillende reizigers weten niet hoe ze de automaat correct moeten gebruiken. Er worden soms fouten gemaakt waarbij teveel wordt betaald, terwijl een loketbediende een beter tarief had kunnen aanraden. De loketten zijn niet alleen belangrijk om advies bij verkoop te geven. Het zorgt ook voor menselijk toezicht in kleinere stations. De loketbediende kan problemen opmerken of vermijden. Bijna 90% van de vrouwelijke reizigers werd op het openbaar vervoer al eens lastig gevallen (4). Om dat te bestrijden, is toezicht nuttig en een getuige kan ook van pas komen. Maar ook voor andere personeelsleden is het geruststellender als er een collega in het station aanwezig is. Onze ministers spreken steeds over veiligheid, maar als het erop aankomt om erin te investeren met menselijke middelen, dan zwijgen ze in alle talen.

    De regering wil een “minimale dienstverlening” invoeren bij stakingen. Tegelijk worden de publieke middelen voor de NMBS fors afgebouwd (5). De verminderde dienstverlening aan de loketten is een van de vele gevolgen van die beslissing. Als de regering echt bekommerd is om de dienstverlening aan de reizigers, dan zou ze investeren in openbaar vervoer. Dat is wat de reizigers en het personeel willen: degelijke dienstverlening met voldoende menselijke en technische middelen. Er is nood aan een radicale koerswijziging!

     

     

    Verwijzingen

    1. http://www.belgianrail.be/nl/corporate/Presse/Presse-releases/01_09_2017.aspx
    2. https://www.facebook.com/navetteurs.be/posts/10156717118258532
    3. https://www.gezinsbond.be/_publicaties/Gezinspolitiek/Digitalisering/
    4. http://www.marieclaire.fr/,harcelement-dans-les-transports-87-des-femmes-en-sont-victimes,824798.asp
    5. https://www.rtbf.be/auvio/detail_sncb-erreur-ou-pas-erreur?id=1964378
  • Spoorstaking op 10 oktober. Bedenkingen, opmerkingen en voorstellen

    De regering blijft doorzetten met aanvallen op onze levensstandaard. In het Zomerakkoord wordt nog meer flexibiliteit van werknemers geëist en wordt bovendien in de aanval gegaan tegen alle openbare diensten, vooral tegen het personeel ervan maar via die weg natuurlijk ook tegen de dienstverlening. Regeringsvertegenwoordigers kwamen ondertussen al met ballonnetjes over het privatiseren van de NMBS. Op het zomerakkoord komen we binnenkort terug, over de privatiseringsdiscussie publiceerden we dit artikel: ‘Liberaal privatiseringsopbod stoppen‘.

    Redenen genoeg dus voor actie, maar toch is er aan de basis twijfel en onvrede. Onze mening: we begrijpen en delen de afkeer tegenover de rol van de vakbondsleidingen bij het spoor, maar we denken dat we de actie van 10 oktober beter kunnen aangrijpen om onze krachten te versterken in de strijd tegen de regering en door ons beter te organiseren kunnen we ook de kwestie van onze leiding beginnen aanpakken. Enkele bedenkingen, opmerkingen en voorstellen.

    “De leiding heeft ons tijdens de spontane stakingsgolf in 2016 laten stikken, ik zal hen nu eens laten stikken.”

    Dit standpunt komt vaak voor bij diegenen die in 2016 vanuit een oprechte bekommernis om de arbeidsvoorwaarden en de dienstverlening bij het spoor in actie kwamen en deelnamen aan de spontane stakingen. (zie onze archiefartikels hierover: ‘Spoorstaking ging niet om privileges van personeel, maar om protest tegen afbraak van het openbaar vervoer‘ en ‘Voorakkoord: bij velen leeft het gevoeld at er meer toegevingen in zaten‘). De vakbondsleidingen hebben heel wat krediet verloren door de stakers in de steek te laten, communautaire verdeeldheid te stimuleren en uiteindelijk zelfs niet ernstig te verdedigen toen er sancties volgden. Bij treinbestuurders komt daar nog de woede bij over het feit dat ingestemd werd met het optrekken van de opzegtermijn die bestuurders moeten respecteren als ze zelf ontslag nemen. Dat het spoorpersoneel, inclusief de militanten, het nieuws van de staking op 10 oktober nu opnieuw via de gevestigde media, dezelfde die bij elke spoorstaking vernietigend uithaalt naar het personeel, moest vernemen, maakt het er al niet beter op. Om even een voetbalvergelijking te maken: het lijkt erop dat we in een ploeg spelen waarin diegenen die onze centrale organisatoren moeten zijn meer own-goals scoren dan ons organiseren.

    De regering heeft dit ook opgemerkt. Toen enkele maanden geleden de mogelijkheid van een volledige privatisering van Bpost en Proximus werd aangekondigd, kreeg Alexander De Croo de vraag waarom de NMBS niet in het lijstje was opgenomen. Het gevaar van sociale onrust was zijn antwoord. Als de regering vandaag vaststelt dat er door het optreden van de vakbondsleidingen een zwakte is, dan wordt daar meteen op ingespeeld om verder in het offensief te gaan. Sindsdien kregen we al de kwestie van de minimale dienstverlening en nu ook de eerste discussies over privatisering.

    Voor alle duidelijkheid: een onmiddellijke privatisering staat niet op de agenda (wat de NMBS betreft), het nemen van verdere stappen in die richting wel. Als we kijken naar de post weten we wat dit betekent: minder personeel, minder dienstverlening en hogere prijzen voor de gebruikers. Dat is niet in het belang van het personeel en ook niet van de gebruikers. De enigen die er baat bij hebben, zijn de (private) aandeelhouders.

    Elke zwakte langs onze kant leidt tot agressie van de overkant. Hoe kunnen we daar best op reageren? Door foert te zeggen, laten we het terrein en onze verdediging over aan diegenen die gespecialiseerd zijn in het scoren van own-goals. Dat zal onze positie niet versterken. Het gaat om onze pensioenen, onze werklast, onze arbeidsvoorwaarden, … Daar spelen we beter geen tactische spelletjes mee, we kunnen ze beter verdedigen. Maar het is absoluut juist dat we moeten nadenken over hoe we die verdediging efficiënt organiseren.

    Ons voorstel: de actiedag van 10 oktober en het groen licht om te staken – een groen licht waarmee sancties vermeden worden! – gebruiken om ons zo sterk mogelijk te organiseren. Dit kan met massale stakersposten die collega’s niet tegenhouden als ze willen werken maar die vooral de discussie aangaan over hoe we ons kunnen versterken, welke eisen wij centraal en offensief naar buiten willen brengen, hoe we dit zullen doen, hoe we de controle over onze eigen acties in handen kunnen nemen, … Concrete doelstellingen zouden bijvoorbeeld kunnen zijn om het jaar opzeg voor bestuurders af te schaffen, om 100 extra treinbegeleiders aan te werven zodat er 500 4/5e kunnen werken en zo kunnen er nog tientallen concrete eisen gesteld worden.

    Een dergelijke benadering zal zeker niet alle twijfels wegnemen, maar we moeten ergens beginnen aan de uitbouw van een krachtsverhouding tegen de rechtse regering. We zullen ons niet versterken als we enkel oog hebben voor de reële zwaktes in onze beweging, laat ons bouwen op het potentieel dat eveneens reëel is: personeel en reizigers die meer en beter openbaar vervoer willen. Door op de sterktes beroep te doen, kunnen we de zwaktes aanpakken: actief zijn in de vakbonden om daar een koersverandering te bepleiten en door de kracht van ons aantal ook effectief afdwingen. De vakbonden zijn immers van ons: de leden en militanten.

    “Zou er niet beter een betaalstaking georganiseerd worden?”

    Dit argument zal onder het personeel niet gemakkelijk voorkomen. Daar weet men dat het onbegonnen werk is om dit te doen: het is praktisch onhaalbaar om de opvolging van een betaalstaking te garanderen waardoor boetes mogelijk zijn voor reizigers die niet betaalden op een trein waar het boordpersoneel niet aan de betaalstaking deelneemt. Het vereist een aanpassing van de regels om bvb een abonnement met een dag te verlengen. Het is een risico voor het deelnemend personeel dat sancties krijgt wegens werkweigering. En het heeft niet het economische effect van een treinstaking die ook gevolgen heeft op tal van andere diensten en sectoren.

    Zelfs indien de praktische en wettelijke bezwaren opzij geschoven worden, blijft dit voorstel problematisch. Om op de voetbalanalogie terug te komen: het is alsof de verliezer van een wedstrijd voorstelt om in het vervolg basket te spelen in plaats van voetbal omdat de kijkers dat misschien liever zien. Het kan aantrekkelijk lijken, maar het vereist uiteraard een akkoord van de tegenpartij die net gewonnen heeft. Is het niet bijzonder naïef om te denken dat de regering wettelijke bepalingen zal invoeren om alternatieve actiemethoden mogelijk te maken op een ogenblik dat alle dynamiek van deze regering net in de richting van het beperken van actiemogelijkheden gaat?

    De beste manier om de verwarring over actiemethoden weg te nemen, is door zelf resoluut en krachtig een voorbeeld te stellen met een goed opgevolgde staking die op een brede actieve deelname kan rekenen en die met een offensieve aanpak gebruikers meetrekt.

    “Een 24-urenstaking zal de regering niet doen plooien. Er zou minstens 48 uur gestaakt moeten worden.”

    Een 24-urenstaking zal de regering inderdaad niet stoppen. Als een staking gezien wordt als een éénmalige gebeurtenis zonder verdere opbouw en zonder voldoende voorbereiding, dan is het slechts een zoveelste voorbeeld van wat stoom aflaten waarna het beleid gewoon verdergezet wordt. Dat het anders kan, weten we echter ook.

    Het actieplan van 2014 ligt ondertussen drie jaar achter ons, maar dat was wel het ogenblik waarop we de rechtse regering even deden wankelen. Door te starten met een betoging in opbouw naar provinciale stakingen die uitmonden in een nationale algemene staking werd maandenlang actie gevoerd en was elke volgende actie groter dan de vorige. De publieke opinie was mee: een grote meerderheid was bijvoorbeeld voor een vermogensbelasting. De rechtse regering wankelde. Maar toen viel het stil. Dit gaf de regering de mogelijkheid om terug overeind te krabbelen en de aanval gewoon voort te zetten.

    Diegenen die voor een 48-urenstaking of een staking van onbepaalde duur pleiten, willen eigenlijk vooral dat het om een serieuze actie gaat. Dat ze niet vandaag staken en morgen in de krant moeten lezen dat hun vakbondsleiders toch ingestemd hebben met een slecht akkoord. Om tot een serieuze actie te komen, is niet zozeer de duur ervan doorslaggevend (een 48-urenstaking kan evengoed gebruikt worden om wat extra stoom af te laten).

    Een serieuze actie betekent een ernstige voorbereiding, een brede betrokkenheid en democratische beslissingen door de actievoerders zelf. Een ernstige voorbereiding kan door personeelsvergaderingen te organiseren, bijvoorbeeld met korte werkonderbrekingen zodat iedereen aan de vergadering kan deelnemen. Op die personeelsvergaderingen moet het personeel het voor het zeggen hebben: welke eisen zullen we centraal stellen, welk soort campagne hebben we nodig om reizigers mee te trekken, wie onderhandelt met de regering om wat te bekomen, wanneer wordt beslist over een verdere stap in het actieplan, …. De personeelsvergaderingen kunnen vertegenwoordigers verkiezen die de strijd regionaal en nationaal coördineren, maar steeds verantwoording verschuldigd zijn aan de vergadering waar ze verkozen (en dus ook afzetbaar) zijn.

    Door een offensief eisenplatform aan te nemen waarin meer en beter openbaar vervoer centraal staat als onderdeel van een alternatief op de files en op de milieuproblematiek, is het mogelijk om andere lagen mee te trekken, in de eerste plaats reizigers. Bij de staking van ‘De Lijn’ eind juni, begin juli was de retoriek in de media al wat gematigder: de vele files, de mobiliteitsproblemen en de zichtbare tekorten bij De Lijn maakten dat er een grotere steun was. Deze steun was nog niet georganiseerd, maar het komt erop aan om het potentieel te zien en daarop in te spelen.

    Kortom: ja, er is een probleem met de vakbondsleiding en dat leidt tot twijfel en zelfs tegenkanting tegenover acties. Maar het gaat om onze arbeidsvoorwaarden en pensioenen, het gaat om een openbare dienstverlening waar we trots op willen zijn. Dat zullen we enkel verdedigen als we het zelf in handen nemen, en dat doen we best door ons in actie te organiseren.

  • Minimale dienstverlening is niet in belang van reizigers

    3 miljard besparen op het spoor en verzet ertegen het zwijgen opleggen

    Het opleggen van ‘minimale dienstverlening’ bij het spoor is een zoveelste aanval op het personeel van de publieke sector. Bij gebrek aan oplossingen of middelen, wil minister Bellot sociaal verzet breken om het afbraakbeleid van zijn regering gemakkelijker te kunnen opleggen.

    Reactie door een spoorman

    De regering wil deze legislatuur afsluiten met 3 miljard euro besparingen bij de NMBS en Infrabel. Het doel is dus duidelijk niet om de pendelaars een betere dienstverlening te bezorgen. De pendelaars ondergaan elke dag al de gevolgen van de besparingen die leiden tot een gebrek aan onderhoud van het materieel, vermindering van het personeelsbestand en meer algemeen het gebrek aan investeringen. De productiviteit van het spoorpersoneel neemt sneller toe dan voorzien (met ongeveer 5% in 2016). Het wordt daarvoor ‘bedankt’ met nieuwe aanvallen door directie en regering: “hervorming” van de pensioenen, verlaging van de ziektevergoedingen, hardere arbeidsvoorwaarden, …  Een aantal projecten zullen de reizigers op directe wijze treffen: “one man car” (treinen zonder begeleider), afschaffing van loketten, “flexibele tarieven”, … Als de regering een minimale dienstverlening wil opleggen, wil ze vooral de volgende aanvallen beter voorbereiden.

    Regering wil verzet breken, niet reizigers helpen

    De N-VA heeft het over minimale dienstverlening als een “eerste stap.” In december 2016 schreven we al: “Als het doorvoeren van dit plan tot chaos leidt zonder dat er ernstig verzet tegen is, dan zal de regering ongetwijfeld proberen verder te gaan. Opeisingen van personeel staan momenteel niet op de agenda, maar we weten dat de rechtse regering steeds verder gaat indien ze niet door het georganiseerd verzet van de werkenden wordt gestopt.”

    De vakbonden wijzen terecht op de grote risico’s bij het doorvoeren van deze regeling: overvolle treinen, onhoudbare werkdruk voor niet-stakers, pendelaars voor wie de vertraging niet aanvaard wordt als geldige reden om te laat te komen, … Ongetwijfeld zullen ook enkele veiligheidsmaatregelen met de voeten getreden worden. Voor de regering komt het er echter op aan om de deur open te zetten om nadien verder te gaan. Eens de minimale dienstverlening bestaat, wordt het gemakkelijker om gelijkaardige regelingen op te leggen in de gevangenissen, bij Belgocontrol en andere sectoren.

    De Franstalige reizigersvereniging Navetteurs.be sprak zich uit tegen de minimale dienstverlening. Het mocht niet baten: minister Bellot wilde zijn mening niet bijschaven. De vakbonden zullen voortaan stakingen acht dagen op voorhand moeten aankondigen, tegenover zeven dagen voorheen. Het personeel moet vervolgens aankondigen of het van plan is om al dan niet deel te nemen door zich op te geven als staker of niet-staker en dit vier dagen voor de werkonderbreking. Wie zich opgeeft als niet-staker maar vervolgens van mening verandert, kan een sanctie krijgen. Een overzicht van het beschikbare personeel moet de directie van de NMBS vervolgens toelaten om de dienst zo goed mogelijk te organiseren om – puur theoretisch – “tot 80% of zelfs 100% van de treinen te laten rijden.”

    De verplichting om het personeel op voorhand te laten beslissen, verzwakt de mobilisatiemogelijkheden door de vakbonden. De uren voor een staking zijn altijd de belangrijkste. Het is dan dat elk personeelslid deelneemt aan de discussies met collega’s over het belang om al dan niet te staken. Het werk neerleggen doorbreekt de normale gang van zaken. Doorgaans wordt de beslissing genomen door een kleine groep voortrekkers, maar de staking leidt tot een collectief debat over de staat van het bedrijf, de evolutie van de arbeidsvoorwaarden maar ook over de hele maatschappij. Onder die omstandigheden komt het vaak voor dat iemand van mening verandert. Dat is onderdeel van het proces van democratische discussie. Het doel van een minimale dienstverlening, samen met andere maatregelen zoals het criminaliseren van stakersposten, is duidelijk: stakers in het bedrijf zoveel mogelijk isoleren zodat het verzet tegen nieuwe aanvallen wordt ondermijnd.

    Ons organiseren! Niets doen zal ons niets opleveren

    Het standpunt van Marc Goblet die zei dat het ABVV acties bij het spoor zal steunen, was een goede stap: dit belangt inderdaad de volledige arbeidersbeweging aan. Maar er zal meer nodig zijn: een actieplan dat begint met een informatiecampagne rond het stakingsrecht en de geschiedenis ervan. Algemene personeelsvergaderingen waarop alle collega’s maar ook mensen uit andere sectoren uitgenodigd worden. Daar moeten we komen tot democratische discussies waaraan zoveel mogelijk mensen deelnemen om te komen tot een gecoördineerd antwoord waarbij ook rekening wordt gehouden met de lessen van de staking in 2016.

    Het democratisch stakingsrecht van het spoorpersoneel breken, is geen oplossing voor de gevolgen van een aanhoudend gebrek aan investeringen in mobiliteit. Als het erdoor komt, zal het integendeel een nieuwe stap zijn in de richting van een rampzalige liberalisering van de spoorsector. Wij willen toegankelijk, degelijk en goed gefinancierd openbaar vervoer. Daartoe moeten we strijden tegen de minimale dienstverlening.

  • Spoorpersoneel solidair met de collega’s van De Lijn

    Op verschillende stakersposten bij De Lijn waren er collega’s van de NMBS die hun solidariteit betuigden. Er circuleert een oproep van enkele Antwerpse spoormensen die in een mooie boodschap aan de stakers bij De Lijn zeggen waarom zij de acties steunen.

     

    Beste collega’s van De Lijn,

    De militanten van de NMBS depot Antwerpen-Noord (Goederentreinen) wensen via deze solidariteitsboodschap hun volle steun toe te zeggen aan de stakingsactie van de chauffeurs en ondersteunend personeel van de Lijn.

    Al jaren organiseert de regering de afbraak van het openbaar vervoer, zowel bij het spoor als bij De Lijn.

    Het personeel moet steeds harder werken voor minder loon. Dit, terwijl het leven steeds duurder wordt. Een huis kopen zit er voor veel jongeren niet meer in, huren wordt ook duurder en gas en electriciteit, onderwijs voor de kinderen enzovoort, moeten ook betaald worden. Verder worden pensioenleeftijden opgetrokken (maar de pensioenen zelf dalen!), langdurig zieken worden geviseerd, de flexibiliteit die een werknemer moet opbrengen voor de job wordt stelselmatig opgetrokken.

    Maar ook de dienstverlening gaat ten koste van besparingen. In onderhoud van het materieel wordt te weinig geïnvesteerd. Het aanbod wordt op vele plaatsen afgebouwd en de tickets en abonnementen alsmaar duurder.

    Geen fraai plaatje, in een land dat ondertussen meer dan 100000 miljonairs kent, waar grote multinationals nauwelijks belastingen betalen en waar de politiek zichzelf bedient met allerlei voordelen van alle aard.

    Verzet is dus meer dan broodnodig, en in principe een verzet dat verder gaat dan de strijd om een beter loon (ook al is die belangrijk). Laat ons daarvoor samen alvast de borst nat maken.

    Wij vernamen dat de berichtgeving in de pers over de “toegevingen” van de directie niet kloppen. Niet dat wij illusies hadden in hoe de media zich opstelt tegenover sociale strijd. Men maakt ons wijs dat 1% loonsopslag wel degelijk geboden wordt, in de praktijk gaat het over de helft. De andere helft wordt via een bonussysteem verdeeld en telt niet mee voor het pensioen. Bovendien hangen er zwaardere arbeidsomstandigheden aan vast. Mager beestje dus, zeer mager beestje.

    Onder spoormannen en -vrouwen is reeds een oproep gelanceerd om uw piketten te komen ondersteunen. Wij hopen dat dit een extra duwtje in de rug kan betekenen voor u.

     

  • Maximaal verzet nodig voor maximale dienstverlening

    De federale regering wil een minimale dienstverlening bij het spoor opleggen in geval van stakingen. Bij een staking zou het personeel vier werkdagen op voorhand moeten registreren of het staakt of werkt. Zo zouden alternatieve dienstregelingen uitgewerkt worden om enkele diensten te verrichten. Wie toch staakt zonder dit op voorhand te registreren, zou een sanctie krijgen. Dat staat in het voorstel van minister Bellot.

    Voor de regering moet het spoor met zo weinig mogelijk middelen – althans voor al wie niet tot de top van het bedrijf behoort – zoveel mogelijk doen. Dit gaat ten koste van de veiligheid en de dienstverlening. In plaats van iets te doen aan de redenen voor het ongenoegen van het personeel én de reizigers speelt de regering al jarenlang reizigers tegen personeel uit en nu wordt een stap verder gegaan door het stakingsrecht aan te pakken. Zo wordt protest tegen het gevoerde beleid het zwijgen opgelegd.

    Zelfs om een beperkt aantal treinen te laten rijden, zouden bepaalde personeelsgroepen quasi voltallig moeten werken. Het tekort aan collega’s maakt dat er onder treinpersoneel wel eens lachend gezegd wordt dat er voor het garanderen van minimale dienstverlening extra aanwervingen nodig zijn. Als er actie gevoerd wordt, is dit doorgaans voor betere arbeidsvoorwaarden en bijgevolg betere dienstverlening. Opkomen voor maximale dienstverlening zou nu aan banden gelegd worden door de regering. Zo krijgt ze vrij spel om steeds verder te hakken in de dienstverlening. Dit raakt niet alleen het personeel maar ook de reizigers.

    Het stakingsrecht wordt op deze manier uitgehold. Als de regering hiermee wegkomt, zullen andere sectoren volgen. Offensief het stakingsrecht én maximale dienstverlening verdedigen is de beste manier om ervoor te zorgen dat dit democratisch recht niet afgenomen wordt. Het is tevens de wijze waarop solidariteit over verschillende sectoren heen en onder reizigers kan bekomen en georganiseerd worden.

  • NMBS. Om afbraak van dienstverlening erdoor te krijgen, wordt protest ertegen betwist

    Criminalisering van vakbondsrechten draait op volle toeren.

    De regering en de directie van het spoor doen er alles aan om het stakingsrecht bij de NMBS aan banden te leggen. Kleine vakbonden mogen niet meer tot stakingen oproepen, er wordt over minimale dienstverlening gesproken, er zijn gerechtelijke vervolgingen van activisten, … De aanvallen stapelen elkaar op. Het doel is om protest door het personeel onmogelijk te maken waarna nieuwe asociale maatregelen tegen personeel en dienstverlening volgen.

    door een spoorman van ‘Libre Parcours’ (*)

    Op basis van een geschiedenis van strijd staan de vakbonden sterk bij het spoor. De rechtse regering wil er alles aan doen om daar een einde aan te maken. In naam van de ‘modernisering’ van de samenleving zijn alle middelen goed om protest te criminaliseren. Het is een strategie gericht op het ondermijnen van het verzet om nieuwe aanvallen op de arbeidsvoorwaarden en de dienstverlening voor te bereiden. De liberalisering van de volledige sector is het eerstvolgende doel.

    Minimale dienstverlening tegen het stakingsrecht

    Reeds bij de regeringsvorming werd een minimale dienstverlening bij stakingen vooropgesteld. Minister Bellot stelde dat de vakbonden en de directie tegen 31 december 2016 een akkoord moesten vinden. Zonder compromis, wat erg waarschijnlijk is, zal de regering het zelf opleggen. Er circuleren verschillende scenario’s. Het meest waarschijnlijke is een verlenging van de termijn voor een stakingsaanzegging van 10 naar 12 dagen waarbij elk personeelslid 72 uur op voorhand deelname aan de staking moet melden.

    Dit is een methode die de directies moet toelaten om individuele druk uit te oefenen op al wie wil staken. Op basis van het aantal voorziene werkwilligen, zou er vervolgens een plan van minimale dienstverlening (vooral op de grote lijnen) georganiseerd worden. De NMBS zou bovendien een regeling treffen met de Federale Overheidsdienst Publieke Gezondheid om wie ziek is op een stakingsdag te controleren. Er zouden zware sancties aan verbonden worden. Syndicalisten die in het kader van stakersposten het treinverkeer verstoren, zouden eveneens zware boetes krijgen.

    De praktische uitvoering van dit plan is veel complexer dan wat de regering laat uitschijnen. Een sterke deelname aan een staking op enkele sleutelfuncties leidt tot het volledig blokkeren van het verkeer. Een beperkt aantal treinen laten rijden, betekent vertragingen voor overvolle treinen, ongenoegen en onzekerheid bij de reizigers en ook nog eens veiligheidsproblemen. De minimale dienstverlening die vooropgesteld wordt door professionelen uit de communicatiesector is in de praktijk onhaalbaar.

    Maar we moeten de vastberadenheid van deze regering niet onderschatten. Als het doorvoeren van dit plan tot chaos leidt zonder dat er ernstig verzet tegen is, dan zal de regering ongetwijfeld proberen verder te gaan. Opeisingen van personeel staan momenteel niet op de agenda, maar we weten dat de rechtse regering steeds verder gaat indien ze niet door het georganiseerd verzet van de werkenden wordt gestopt. Van een aantal projecten van de directie is het op voorhand duidelijk dat ze zullen falen, maar dit mag geen excuus zijn om het verzet ertegen niet te organiseren. De directie en regering vrij spel geven, is erg gevaarlijk.

    Intimidatie van syndicalisten

    Het opleggen van een minimale dienstverlening bij stakingen is slechts één van de maatregelen tegen de organisatie van het personeel. Op 3 augustus werd een wet gestemd waardoor twee kleinere vakbonden – OVS (Onafhankelijke Vakbond van Spoorpersoneel) en ASTB (Autonoom Syndicaat van Treinbestuurders) – niet langer erkend worden als “aangenomen organisaties.” Hierdoor worden ze uitgesloten van bepaalde overlegorganen en kunnen ze niet langer een wettelijke stakingsaanzegging indienen. De regering en de door haar aangestelde directies willen als werkgever beslissen hoe de werknemers zich al dan niet mogen organiseren. Daarbij worden collectieve rechten, algemeen en expliciet erkend als mensenrechten, met de voeten getreden.

    De afgelopen jaren was er een geleidelijke opbouw van methoden en technieken om syndicalisten te intimideren. Zo worden er nu deurwaarders naar stakersposten gestuurd in naam van de veiligheid. Een actieve delegee wordt gerechtelijk vervolgd onder het mom dat hij een zwangere vrouw op een stakerspost zou aangevallen hebben. Een andere delegee wordt ervan beschuldigd dat hij de sporen zou gesaboteerd hebben. De leugens stapelen zich op en maken duidelijk dat de directies tot alles bereid zijn om de vakbonden te verzwakken.

    Het verzet tegen de criminalisering van ons recht op protest en organisatie moet zo goed mogelijk georganiseerd worden. Dat kan beginnen met een informatiecampagne naar de reizigers en het spoorpersoneel zodat de inzet beter begrepen wordt. We moeten vervolgens al onze krachten gebruiken voor een nieuw opbouwend actieplan van langere duur met duidelijke doelstellingen en een maximale betrokkenheid.

    (*) Zie: www.libreparcours.net

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop