Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika

  • Dossier. “De bloedige kapitalistische regering van Netanyahu is de gevaarlijkste kracht in de regio”

    Standpunt van het Nationaal Comité van de Socialistische Strijdbeweging in Palestina/Israël

    Het Midden-Oosten is sinds 7 oktober 2023 het dichtst bij een grootschalige regionale oorlog. Op het moment van schrijven (begin augustus) is de spanning op zijn hoogtepunt in afwachting van een vergeldingsaanval door het Iraanse regime en Hezbollah – samen of afzonderlijk – tegen Israël. De Amerikaanse regering heeft een vliegdekschip en 12 oorlogsschepen naar de regio gestuurd en achter de schermen, naast de diplomatieke druk vanuit het Westen en het Oosten op Teheran om de acties te beperken, komen de rivaliserende regionale coalities samen in de context van een nieuw explosief keerpunt in deze historische catastrofe.

    Het enorme aantal Palestijnen dat sinds 7 oktober is omgekomen in de Gazastrook blijft stijgen en een einde aan de brutale wreedheden lijkt niet in zicht. De bloedige kapitalistische regering van Netanyahu en extreemrechts in Israël – onder auspiciën van het westerse imperialisme onder leiding van de Amerikaanse “Democratische” regering – toont haar rol als agressieve macht, waarvan de acties sinds 7 oktober de dodelijkste en gevaarlijkste op regionaal niveau zijn.

    De Socialistische Strijdbeweging stond vanaf het begin op en nam deel aan de grensoverschrijdende strijd, inclusief een reeks demonstraties ondanks politieke repressie, om een einde te maken aan het historische bloedbad in de Gazastrook – en tegen de materiële en politieke hulp die het regime ontvangt van regeringen over de hele wereld. We riepen op tot een “allen voor allen”-deal, om een rem te zetten op het gevaar van een regionale oorlog en om Netanyahu’s bloedige kapitalistische regering omver te werpen.

    Het officiële, conservatieve cijfer van 40.000 doden van alle leeftijden in de Gazastrook overtreft al lang het officiële dodental onder Joden in de hele geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse en Israëlisch-Arabische conflict in het algemeen sinds 1948 en het zionistisch-Arabische conflict als geheel. Dit cijfer alleen al is genoeg om te illustreren hoe de oorlog van het rechtse Israëlische regime, formeel tegen Hamas, in feite een totale oorlog is tegen de Palestijnse bevolking, die belegerd wordt temidden van het barbaarse hellevuur dat de afgelopen 10 maanden op bevel van Israëlische ministers en generaals de klok rond vanuit zee, lucht en land op haar is afgevuurd, samen met honger, dorst, black-outs en de systematische vernietiging van basisinfrastructuur. De stijging van het aantal ziektegevallen, waaronder de polio-epidemie, onderstreept dat het totale aantal slachtoffers veel hoger zal zijn dan het huidige cijfer. Volgens een schatting die het medische tijdschrift Lancet begin juli publiceerde, zou het zelfs de ontstellende omvang van 200.000 doden kunnen bereiken, ongeveer 7-9% van de bevolking, als gevolg van deze genocidale oorlog.

    De Israëlische staatsmedia noemen de gruwelijke moord op Druzische kinderen en jongeren in Majdal Shams in de geannexeerde Golan Hoogvlakte alleen een bloedbad omdat de raket volgens de voorlopige bevindingen van Iraanse oorsprong was, terwijl ze de dagelijkse eindeloze moord op Palestijnse meisjes en jongens rechtvaardigen. De historische massaslachting van Palestijnen, de vernietiging, uithongering, marteling en mishandeling vinden plaats onder het mom van “veiligheids”-demagogie, als centraal element in de oorlogspropaganda van de Israëlische heersende klasse op internationaal en lokaal niveau. Dit is gebaseerd op de criminele uitbuiting van de verrassingsaanval onder leiding van Hamas en de reactionaire daden van moorden, ontvoeringen en mishandeling op een ongekende schaal tegen gewone mensen, vooral onder de Joodse bevolking op 7 oktober. Maar tegelijkertijd wordt ook de onverschilligheid van de regering-Netanyahu en extreemrechts in Israël blootgelegd ten aanzien van het lot van de gijzelaars, van wie velen direct werden gedood als gevolg van het voortdurende Israëlische militaire offensief.

    De wortel van de immense bloedige crisis, waarvan het zwaartepunt nog steeds de barbaarse aanval op de bevolking van Gaza is, ligt niet in 7 oktober noch in Netanyahu en zijn regering. Het ligt veeleer in het regime van nationale onderdrukking, de belegering van Gaza, de dictatoriale bezetting en de koloniale onteigening die het Israëlische kapitalisme oplegt aan miljoenen Palestijnen, onder auspiciën van het westerse imperialisme in het kader van zijn regionale en mondiale belangen om zijn macht te consolideren. In de huidige militaire campagne probeert de Israëlische heersende klasse, die elke uitdaging aan haar eigen belangen in de regio wil afweren, vooral haar macht te herbevestigen. Ten tweede heeft de bredere context van het wereldwijde inter-imperialistische conflict tussen de VS en China het verloop van de bloedige crisis diepgaand beïnvloed, wat op zijn beurt een dramatische beïnvloedende factor op zich is. Het mondiale inter-imperialistische conflict geeft intrinsiek vorm aan het conflict in Gaza (dat voornamelijk gekenmerkt wordt door de afslachting van Palestijnen), dat fundamenteel een conflict is tussen een bezettingsmacht en een geknechte natie die naar vrijheid streeft. Tegelijkertijd geeft het vorm aan de regionale confrontatie tussen het “anti-Iraanse” kamp onder auspiciën van Washington – inclusief het Israëlisch-Arabische “normalisatieproces”, dat de Hamas leiding probeerde te verstoren – en de regionale alliantie van de “As van Verzet” geleid door Iran, onder auspiciën van Moskou en Peking.

    De crisis in Gaza, in het centrum van de spiraal van regionale conflicten, is een gebeurtenis die de mondiale verhoudingen en het massabewustzijn aan het wankelen heeft gebracht. Het is geïntegreerd als een polariserende verscherpende factor in de wereldwijde inter-imperialistische machtsstrijd tussen de VS en China. Geen van beide partijen wilde oorlog en is niet geïnteresseerd in de uitbreiding van chaos in de regio, maar elke partij heeft er duidelijk belang bij om het andere kamp te verzwakken. Peking en Moskou hebben Hamas gesteund en openlijk de kant van de Iraanse tegenaanval in april gekozen, wat een intensivering van het Israëlisch-Iraanse conflict betekende. Ze werken aan het versterken van de militaire capaciteiten van Teheran en zijn bondgenoten. Ook op het huidige keerpunt, op de dag dat de commandant van CENTCOM van het Amerikaanse leger, generaal Michael Kurilla, in Israël aankwam (5 augustus) voor een coördinatievergadering met de Israëlische minister van Veiligheid Yoav Gallant, arriveerde het hoofd van de Nationale Veiligheidsraad van Rusland, Sergei Shoigu (de voormalige minister van Oorlog van Poetin), in Iran voor een ontmoeting met president Masoud Pezeshkian en de Iraanse stafchef Mohammad Bagheri. Het bijeenroepen van een openbare vergadering van vertegenwoordigers van de Palestijnse facties in Peking in juli is deel van de Chinese campagne gericht op zowel de massa’s en regimes in de regio als het neokoloniale “mondiale zuiden”, om een imago op te bouwen van uitdager van de “westerse” militaire agressie, in het bijzonder in Gaza, en als bemiddelaar en stabilisator tegenover de militaire steun van Washington voor de Israëlische oorlogsmachine. Aan de andere kant probeert het Amerikaanse imperialisme met zijn militaire interventie in de regio zijn ondermijnde hegemonie te handhaven, onder andere door middel van wapentransporten, directe aanvallen op strijdkrachten die geïdentificeerd zijn als marionetten van Teheran, het leiden van een coalitie om aanvallen van het kamp in Teheran te onderscheppen en “machtsprojectie” door het vervoer van vliegdekschepen – een interventie die een sleutelrol speelt in de uitbreiding van het militaire actieterrein van het Israëlische kapitalisme.

    Deze bloedige crisis heeft de meest ontwikkelde en wijdverspreide internationale protestbeweging in jaren op gang gebracht, inclusief de eerste stappen onder de georganiseerde arbeidersklasse. Deze beweging, hoewel niet op een schaal die in staat is om de bezettings- en oorlogsmachine te stoppen, is een belangrijke factor in de dynamiek die een aantal kapitalistische regeringen, ook in het “Westen”, ertoe aanzet om stappen te ondernemen om erg voorzichtige kritiek te geven op de extreme onderdrukking van de Palestijnen via legale en diplomatieke kanalen. Dit is een bewijs van de omvang van de complicerende wending die de bloedige crisis in Gaza heeft veroorzaakt voor het kamp van het westerse imperialisme, wanneer zelfs in het “Westen” kapitalistische regeringen onder druk worden gezet om zich te distantiëren van politieke identificatie met de wreedheden die het Israëlische kapitalisme in Gaza begaat met de beslissende hulp van Amerikaanse en Europese wapens. Dit is echter geen fundamentele ondermijning van de internationale betrekkingen van het Israëlische kapitalisme met Washington en de Westerse mogendheden, omdat ze er nog steeds op vertrouwen als het sterkste steunpunt in het Midden-Oosten voor de verdediging van hun belangen in de context van de regionale en mondiale krachtsverhoudingen.

    De fundamentele steun van het Westerse imperialistische blok aan het Israëlische kapitalisme brengt een fundamenteel belangenconflict aan de oppervlakte tussen deze heersende klassen en de massa’s over de hele wereld die een einde willen maken aan de wreedheden in Gaza en de onderdrukking van de Palestijnen. De repressie tegen betogingen om het offensief op Gaza te stoppen en het verbod ervan in een aantal “westerse” landen sinds 7 oktober, maar ook in landen in de regio, met name onder de Jordaanse monarchie en het el-Sisi regime in Egypte, evenals door de Palestijnse Autoriteit van Abbas, hebben deze tegenstelling sterk naar boven gebracht. Dit werd vooral duidelijk door de delegitimering, politieke vervolging en politie-onderdrukking in veel gevallen van de tumultueuze golf van studentenrevolte op campussen, die zijn hoogtepunt bereikte in april-mei. Deze opstand begon onder jongeren in de buik van de meest destructieve imperialistische macht ter wereld, de VS. Het was een uitdaging van de regering-Biden en het inspireerde activisten in de hele wereld, ook Palestijnen aan beide zijden van de Groene Lijn. De beweging is wat afgenomen door het harde optreden van de politie en door het einde van het academiejaar, maar de massale woede zal blijven zoeken naar manieren om zich te uiten.

    De bloedige kapitalistische regering van Netanyahu en extreemrechtse blijft kampen met een ernstige legitimiteitscrisis, waaronder een semi-massabeweging, waarvan delen “een akkoord nu” en “verkiezingen nu” eisen. Er zijn oproepen van de meer militante vleugel van de families van gijzelaars aan Histadrut (de centrale vakbondsfederatie) om een algemene staking in de Israëlische economie te organiseren. Hoewel de roep om een “akkoord nu” niet categorisch en consequent verbonden is met verzet tegen de oorlog, betekent het een oproep tot een akkoord die een einde maakt aan het militaire offensief. De stemmen die openlijk het einde van de oorlog eisen nemen toe.

    Tegelijkertijd zijn er Palestijnse betogingen en proteststakingen, ondanks de militaire bezetting op de Westelijke Jordaanoever en ondanks de dagelijkse brute aanvallen op de bevolking en de woeste drang om de koloniale nederzettingen uit te breiden onder de dekmantel van de oorlog. Deze acties tonen aan dat de moorden, arrestaties, de enorme onderdrukking en de wreedheden, de strijdlust en het verlangen naar vrijheid en een waardig leven niet kunnen breken. Zelfs niet indien het obstakel van de angst moet worden overwonnen. Ondanks de repressie en onderdrukking waren er binnen de Groene Lijn de afgelopen maanden belangrijke acties van het Hoge Opvolgingscomité voor de Arabische Massa’s in Israël. Daarnaast is er een belangrijke trend van initiatief en organisatie onder jonge Palestijnen op en buiten de campussen.

    De dreiging van een regionale brand in dienst van het Israëlische kapitalisme en de bezetting

    De moord op Ismail Haniyeh, voorzitter van het politieke bureau van Hamas, op 31 juli, terwijl hij in Teheran was op een terrein van de “Revolutionaire Garde” van het regime ter gelegenheid van de beëdiging van de Iraanse president Masoud Pezeshkian van de “hervormingsgezinde” vleugel, kwam onmiddellijk na de moord op de hoogste militaire leider van Hezbollah, Fuad Shukr, in Dahieh in Beiroet. Twee kinderen, een zus en een broer, behoorden tot de vijf burgers die omkwamen bij de bomaanslag in de zuidelijke buitenwijk, waarbij tientallen gewonden vielen. Dit waren berekende, dramatische provocaties die de regio tot nu toe het dichtst bij een scenario van een regionale oorlog met hoge intensiteit hebben gebracht. Dit werd voorafgegaan door de moord op de commandant van de militaire vleugel van Hamas, Mohammed Deif, op 13 juli (volgens Hamas werd hij echter niet vermoord), in de buurt van de zogenaamde “Veilige Zone” in al-Mawasi, Khan Younes, waarbij 90 Palestijnen omkwamen en honderden gewond raakten. Zoals een overlevende bewoner van het tentenkamp getuigde: “De aanvallen troffen twee complexen, elk met minstens 100 tenten. In elke tent zat een familie van zeven of acht mensen. Ik zag kinderen met een afgehakt hoofd en mensen die in tweeën waren gespleten, en toen de reddingstroepen kwamen, werden hun mensen ook geraakt door raketten.” (Haaretz, 16 juli).

    Het doel van de showcase-moorden is tactisch en propagandistisch, een poging om de nauwkeurigheid van inlichtingen en van militaire superioriteit te demonstreren, terwijl arrogant gegokt wordt op de mogelijkheid om af te glijden naar een strategische militaire escalatie, waarvan de zware prijs betaald zou worden door de massa’s in de regio. Bovendien dienen deze aanvallen om de aandacht te verleggen naar Iran en om de steun voor de voortzetting van de militaire campagne te vergroten. De partij van Gantz en zijn voormalige partner Sa’ar, die tot voor kort deel uitmaakten van de bloedige kapitalistische regering, hebben een bocht gemaakt om de regering van rechts uit te dagen met oorlogszuchtige concurrentie.

    Deze gecombineerde beweging kwam slechts enkele dagen nadat Netanyahu, tijdens zijn eerste officiële internationale bezoek sinds 7 oktober, met applaus werd begroet in een georkestreerde vertoning in het Amerikaanse Congres, terwijl duizenden tegenover het Capitol Hill protesteerden. Netanyahu dreef de spot met die betogers, vooral met de LGBTQ+ personen onder hen. De terugtrekking van Biden uit de presidentsrace schaadde de kansen van Trump, die even daarvoor in een stroomversnelling waren gekomen na de poging tot moordaanslag op hem. Maar het feit dat Biden nu vleugellam is en Trump nog steeds kan winnen in november, maakt Netanyahu en de extreemrechtse Israëlische regering vastberaden.

    Dit ondanks het feit dat de ontwikkelingen in het wereldwijde “verkiezingsjaar” illustreren dat de crisisveroorzakende processen in het kapitalistische systeem – die de afgelopen weken hebben geleid tot massale strijd in Kenia en enorme betogingen over de kosten van levensonderhoud in Nigeria en een massale opstand in Bangladesh die leidde tot het aftreden van de premier – niet alleen gevaarlijke krachten aan de macht brengen, die over het algemeen sympathiek staan tegenover Netanyahu, van rechts populisme en extreemrechts, maar ook woede jegens regeringen en politieke polarisatie voeden, inclusief radicalisering naar links. Netanyahu’s “vriend” Modi verloor zijn meerderheid in het Indische parlement, en parallel daaraan weerspiegelen de nederlaag van de Conservatieve Partij in Groot-Brittannië en de nederlaag in Frankrijk van conservatief rechts van Macron met de verkiezingsoverwinning van het Nouveau Front Populaire (NFP) tegen extreemrechts, sociale gisting en geven ze de regering Netanyahu een signaal dat het officiële beleid van de centrale machten in het westerse imperialistische blok iets minder geduldig is. In de VS zal een regering onder leiding van Harris haar fundamentele steun aan het Israëlische kapitalisme voortzetten, maar ze zal ook onder grotere druk komen te staan om de publieke woede over de wreedheden in Gaza te sussen. Een regering onder leiding van Trump zal niet naar de pijpen van Netanyahu en extreemrechts in Israël dansen, maar veeleer wispelturig zijn en onder druk staan om grootschalige militaire interventies te vermijden. Ze zal echter opnieuw de bezetting en onderdrukking van de Palestijnse massa’s nog explicieter, brutaler en schaamtelozer steunen – ook al zal dit de massale woede tegen het Amerikaanse imperialisme wereldwijd alleen maar aanwakkeren en nog assertievere tegenbewegingen onder de arbeidersklasse en de jeugd uitlokken.

    Biden uitte openlijk kritiek op de moord op Haniyeh en zei dat het “niet hielp” om een staakt-het-vuren te bereiken. Volgens The New York Times en The Washington Post heeft de Israëlische regering het Witte Huis pas met terugwerkende kracht op de hoogte gebracht van de moord in Teheran, waarvoor nog geen officiële verantwoordelijkheid is genomen. Het hoogste echelon van het Pentagon was vooral verbaasd over de beslissing om de moord in het hart van Teheran te plegen en zo het Iraanse regime aan te zetten tot vergelding. Aanvankelijk werd gemeld dat Khamenei opdracht had gegeven tot een soort directe aanval op de staat Israël. Het Iraanse regime en Hezbollah hebben nu echter geen belang bij een totale oorlog vanwege het potentieel voor grote vernietiging en controleverlies. Ze zijn niet in een positie om een militaire nederlaag toe te brengen, en de gevolgen van een totale confrontatie kunnen uiteindelijk een intensivering van een politieke uitdaging tegen hen in eigen land inhouden (zoals geïmpliceerd door de massale opstanden in Iran en Libanon in de afgelopen jaren).

    Sinds 7 oktober werkt de Israëlische heersende klasse aan het benutten van een “window of opportunity” om de orde van de bezetting en de heerschappij van het kapitaal te stabiliseren door een poging om met militaire middelen substantiële veranderingen in de status quo op te leggen. Dit is het geval in termen van verschuivingen in de configuratie van de bezetting in de Gazastrook, terwijl deze laatste vernietigd wordt, het bewustzijn verschroeit via staatsterrorisme, de militaire macht van Hamas vermindert en met de aanhoudende zoektocht naar de mogelijkheid om een alternatieve infrastructuur voor civiel bestuur op te leggen die kan dienen als een betrouwbare onderaannemer voor de Israëlische bezetting. Stemmen in het Israëlische establishment, zelfs buiten de regering Netanyahu, hebben herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat ze de directe bezettingstroepen in delen van de Gazastrook willen houden en het georganiseerde offensief daar nog jaren willen voortzetten.

    De moord op Haniyeh maakt de Hamasleiding niet wanhopiger. Het topkader van Hamas is niet gebroken, het steunt op een brede sociale achterban – die ook voortkomt uit zijn imago als verdedigingsmacht tegen de brute agressie van de bezetting – en geniet politieke, economische en militaire steun van Teheran, en zelfs een bescheiden steun van Moskou en Peking. Bovendien heeft de barbaarse militaire agressie van de bezetting in de afgelopen maanden, gezien de zwakte van de linkse krachten in de regio, zoals verwacht geleid tot een relatieve versterking van de publieke steun voor Hamas. En hoewel de Al-Qassam Brigades zich in de militaire machtsverhoudingen van meet af aan duidelijk in een mindere positie ten opzichte van de bezettingstroepen bevonden en organisatorisch verzwakt waren, is het een feit dat de sterkste militaire macht in de regio, gesteund door de sterkste macht ter wereld, bijna een heel jaar lang niet in staat is geweest hen en de andere strijdkrachten die deelnamen aan de partizanenoorlog tegen de invasie binnen de belegerde, uitgehongerde en verwoeste kleine enclave te onderwerpen. In een aantal gevallen waren er ook meldingen van hergroepering door gewapende troepen op verschillende locaties die al het doelwit waren van intensieve aanvallen door de bezettingstroepen, waaronder in de noordelijke Gazastrook. Volgens schattingen van Amerikaanse inlichtingendiensten begin mei bleef 65% van de Hamas-tunnels bruikbaar. Begin juli hadden slechts 3 van de 24 Hamasbataljons in de Gazastrook hun gevechtscapaciteit verloren (volgens onderzoek van CTP en ISW). Desondanks investeert de bezettingsmacht in de aanleg van infrastructuur voor een langdurige directe greep op de “Netzarim Corridor” en delen van de Gazastrook.

    Het is (begin augustus) nog onduidelijk wat de aard zal zijn van de reactie van Teheran na de moord op Haniyeh, maar hoewel een “uitwisseling van slagen” die “indamming” en daaropvolgende onderhandelingen over een mogelijke deal mogelijk zou maken, niet kan worden uitgesloten, zou het verrassend zijn als de leiding van Hamas haar belangrijkste onderhandelingsvoorwaarden op dit moment zou laten vallen. Des te meer gezien de toenemende internationale druk tegen de Israëlische militaire campagne.

    Het feit dat de moord in januari in Beiroet op de plaatsvervanger van Haniyeh, Saleh al-`Arouri, duidelijk niet heeft geleid tot de capitulatie van Hamas, en dat de arrogante moorden op leiders van Hamas en Hezbollah in de afgelopen decennia deze bewegingen niet hebben verzwakt, weerhoudt het rechtse Israëlische regime er niet van om zijn beleid te herhalen. Het is nog steeds van plan om Sinwar te vermoorden, die inmiddels is gekozen om Haniyeh te vervangen als voorzitter van het politieke bureau van Hamas. Het spierballenvertoon met de moordpolitiek is bedoeld om macht over te brengen, maar onthult tegelijkertijd een diepe zwakte in de vorm van wanhopig “avontuurlijk” gedrag, geconfronteerd met de diepte van de strategische crisis waarin het Israëlische kapitalisme zich bevindt. Dit is een volgende stap in de escalerende dynamiek van het zich uitbreidende regionale conflict in de richting van een grote vuurzee, ondanks de informele beperkende “afspraken” die de omvang van het gebruik van vuurkracht proberen te reguleren. Elke oorlog heeft zijn eigen interne logica, en in de dynamiek van een conflict, waarin geen van beide partijen er belang bij heeft om “toe te geven”, worden de vergelijkingen van de respons uitgebreid naar nieuwe gebieden.

    Het Iraanse regime heeft verklaard een “zware” prijs te willen opleggen, terwijl het rechtse Israëlische regime, dat op zijn minst speelt met het idee van een “preventieve aanval”, de dreiging van een volledig Israëlisch offensief op Libanon, inclusief herbezetting van grondgebied in Zuid-Libanon, blijft opvoeren. In het bijzonder maken ze op cynische wijze gebruik van het bloedige incident van het doden van de kinderen van de gediscrimineerde Druzische bevolking in Majdal Shams, hoewel moet worden opgemerkt dat de rechtse partij Likoed en minister Smotrich die daar kwamen dansen op het bloed ook op woede van de bevolking botsten, onder meer in de context van een regeringsbeleid van verwoestingen van huizen.

    De vergeldingsdreiging van Teheran voegde zich bij die van Ansar Allah (de Houthi’s) na de ongekend verwoestende bombardementen op Al-Hudaydah op 20 juli, na de dodelijke explosieve drone die op Tel Aviv werd afgevuurd. De beslissing van het top echelon van het Israëlische regime om na maanden van voorbereiding “immense doelen” in Jemen te bombarderen is geïntegreerd in de logica van het opleggen van “shock and awe” staatsterrorisme, zoals weerspiegeld in de verklaring van Gallant: “Het vuur dat momenteel brandt in Jemen is te zien in het hele Midden-Oosten”. Dit maakt deel uit van een poging om rivaliserende krachten af te schrikken van militaire initiatieven en om – met militaire middelen, geholpen door de verregaande steun van het Westerse imperialisme – de regionale orde voor “the day after” vorm te geven in overeenstemming met de belangen van het Israëlische kapitalisme. De Israëlische bombardementen doodden havenarbeiders, veroorzaakten een milieuramp en beschadigden een belangrijke economische slagader als collectieve straf voor de Jemenitische massa.

    De voortdurende militaire interventie van het Amerikaanse en Britse imperialisme in een mislukte poging om de verstoringen in de wereldhandel als gevolg van Houthi-operaties in de Rode Zee te stoppen – die zij als zorgwekkender beschouwen dan tienduizenden verloren Palestijnse levens – omvatte geen strategische bombardementsdoelen zoals de haven van Al-Hudaydah, blijkbaar uit angst voor destabiliserende gevolgen. Het is een belangrijke invoerhaven, die niet alleen dient als slagader voor wapenzendingen, maar ook voor de aanvoer van brandstof, voedsel en medicijnen, die essentieel zijn voor een bevolking, die door proxy-oorlogen tussen de heersende klassen in de regio wordt meegesleurd in de voortdurende dreiging van hongersnood. Na de aanval benadrukten de Houthi’s dat ze niet van plan waren om hun militaire activiteiten in het kader van de militaire agressie van het Israëlische regime stop te zetten en ze bleven schepen in de Rode Zee aanvallen.

    De Israëlische aanval op Jemen was geen gril van Netanyahu. De hele Israëlische heersende klasse verzamelde zich rond de gebeurtenis en extreemrechtse ministers protesteerden dat ze opnieuw uit de besluitvorming waren gehouden (hoewel ze in de algemene dynamiek zeker een invloedrijke factor zijn om Netanyahu en de regering in een nog agressievere richting te duwen). De lancering van een drone de dag ervoor door dezelfde reactionaire Ansar Allah organisatie, waarbij een inwoner werd gedood in de buurt van de Amerikaanse ambassade in het centrum van Tel Aviv, verschafte het gewenste voorwendsel. Het doel van de aanval was niet alleen om het prestige te herstellen na de gemiste onderschepping van de drone naar Tel Aviv, maar ook om een dreigement te lanceren richting Teheran en haar bondgenoten, in het bijzonder Hezbollah.

    Militaire analisten in de Israëlische pers benadrukten het feit dat “het doelwit van de aanval [in Jemen] meer dan 1.700 kilometer verderop lag, 200 kilometer verder van Teheran”. De dag voor de aanval op Jemen legde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Blinken uit dat “omdat de nucleaire overeenkomst ‘eruit gegooid’ is, men schat dat Iran nu een week of twee verwijderd is van nucleaire capaciteit – in plaats van een jaar”. Op 19 april, na het Iraanse salvo, viel het Israëlische leger naar verluidt de radar aan van een S-300 luchtverdedigingsbatterij in Iran die verbonden is met de regionale verdediging van de nucleaire faciliteit in Natanz. Hoewel een directe aanval op de Iraanse nucleaire faciliteiten een potentieel complicerende gok zou zijn van de kant van het Israëlische regime, kan een dergelijk scenario niet worden uitgesloten in de dynamiek van het conflict in de regio. Aan de andere kant kan de escalatie van het Israëlisch-Iraanse conflict op zichzelf het Iraanse regime aansporen om verder te gaan met het ontwikkelen van militaire nucleaire capaciteit.

    Het Israëlische kapitalisme zit midden in een multidimensionale crisis en wendt zich tot een agressiever, pyromaan vertrouwen op vuurkracht in een poging om de crisis te “blussen” en te stabiliseren. Gallant, die zich publiekelijk verzet tegen de opname van Ben-Gvir in het “oorlogskabinet” van Israël omdat dat volgens hem een “pyromaan is die het Midden-Oosten probeert te ontsteken” – zoals hij op 24 juli tweette, nadat Ben-Gvir een vermeend besluit had aangekondigd om Joods gebed toe te staan op het plein van de Al-Aqsa moskee en de Tempelberg – betreurt tegelijk dat het Israëlische “oorlogskabinet” in oktober besloot om geen totale oorlog tegen Libanon te beginnen uit angst om de controle over de gebeurtenissen te verliezen. Hij promoot openlijk een “oorlog die de realiteit zal veranderen” aan de grens tussen Israël en Libanon. Tienduizenden mensen zijn al maandenlang geëvacueerd aan beide kanten van de grens omdat de uitputtingsslag blijft woeden, duidelijk gekoppeld aan de voortzetting van het militaire offensief op Gaza, dat ook de indirecte Israëlisch-Libanese onderhandelingen onder auspiciën van Washington en Parijs voor een oplossing van de landgrens blokkeert.

    De dreiging van een totale oorlog tegen Libanon is een uiting van het streven van de Israëlische heersende klasse om een kans te vinden om de militaire macht van Hezbollah “in de schaduw te stellen” in een poging om de grens te stabiliseren – na decennia van Israëlische militaire agressie, met episodes van oorlog, bezetting en een poging tot regimeverandering in Libanon – en de militaire uitdaging van Teheran en zijn bondgenoten te verzwakken. De Israëlische dreiging van een invasie is tot nu toe uitgesteld, zowel onder openlijke druk van Washington, maar ook door de onwil van de Israëlische heersende klasse om complicerende gevolgen onder ogen te zien. Dit is vooral het geval in een tijd waarin de middelen van de oorlogsmachine van het Israëlische kapitalisme nog steeds intensief worden geïnvesteerd in de golf van dood en angstaanjagende vernietiging tegen de bevolking van de Gazastrook. Maar de provocerende aanvallen en moorden in Libanon, Syrië en Iran gaan door en de dorst onder delen van de Israëlische heersende klasse naar een regionaal machtsvertoon in Libanon groeit.

    Hoewel het tot nu toe onduidelijk is of Netanyahu en Gallant tot een besluit zijn gekomen om een totale aanval tegen Hezbollah te beginnen, en hoewel Hezbollah zelf liever niet afglijdt naar een totale oorlog, zouden de Israëlische moordaanslagen en aanvallen tot zo’n dramatische wending kunnen leiden. Een totale oorlog tussen het Israëlische leger en Hezbollah zou een extreme catastrofe betekenen voor de Libanese massa’s, maar ook uitgebreide vergeldingsbeschietingen op Israëlisch grondgebied, als onderdeel van een regionale militaire escalatie. Gezien het raketarsenaal van Hezbollah zou het aantal dodelijke slachtoffers in Israël kunnen oplopen tot 15.000, volgens de schatting van een voormalig hoofd van de Israëlische Nationale Veiligheidsraad.

    De slogan van de “totale overwinning” en de breuken in de Israëlische heersende klasse

    Onmiddellijk na de moorden eind juli riep Gallant arrogant op tot een deal, zogenaamd om met een “triomfimago” naar buiten te komen en een scenario van een uit de hand lopende spiraal van militaire slagen te voorkomen, en blijkbaar ook in een poging om de families van de gijzelaars te sussen. Maar zoals Netanyahu, Gallant & co wisten, zet de moord in Iran het regime daar er opnieuw toe aan om een regionale coalitie in te schakelen om een dramatische reactie te produceren. Het feit dat het een Palestijnse leider is die werd vermoord, zou het voor het Israëlische regime moeilijk kunnen maken om dezelfde coalitie in te zetten die het in april hielp om het Iraanse spervuur te onderscheppen. Terzijde, het is de moeite waard om in deze context te vermelden dat op dat moment de kosten van de Israëlische onderschepping alleen al werden geschat op meer dan 2 miljard NIS, wat ongeveer gelijk is aan het bedrag dat de Histadrut voorzitter Bar-David dit jaar, ten koste van herstelgeld voor werknemers in de Israëlische economie, op een presenteerblaadje aan Smotrich overhandigde om de oorlog te financieren.

    De indirecte onderhandelingen tussen de Israëlische regering en Hamas werden natuurlijk eerst in de ijskast gezet na de moord. Zoals de Qatarese premier zich afvroeg: “Hoe kan een bemiddeling slagen als de ene partij de vertegenwoordiger van de andere partij bij de onderhandelingen vermoordt?”. Opnieuw besloot de Israëlische regering haar militaire agressie voort te zetten en, ondanks lippendienst, een staakt-het-vuren en een uitwisseling van gijzelaars en gevangenen als onderdeel van een de-escalatiebeweging in de regio af te wijzen. Het is geen toeval dat Netanyahu geen melding maakte van de onderhandelingen in zijn toespraak voor het Amerikaanse Congres, terwijl hij tegelijkertijd probeerde zowel de internationale druk als een hardnekkige Israëlische protestbeweging voor een “Deal Now” af te slaan. Een solide meerderheid van de Israëlische publieke opinie heeft deze algemene oproep de afgelopen periode gesteund.

    De contouren van de deal die al maanden door Washington wordt gepromoot, door te vertrouwen op Qatarese, Egyptische en zelfs Turkse bemiddeling, en met de steun van kringen in de Israëlische heersende klasse en in de hoogste echelons van het Israëlische leger en de “veiligheids”-apparaten van de staat Israël, zou moeten leiden tot een uitwisseling van gijzelaars en gevangenen, en tot een ogenschijnlijk einde van het uitgebreide militaire offensief in de Gazastrook. Keer op keer probeerde de Israëlische regering militair te dicteren dat de voorwaarde van het beëindigen van de oorlog en het terugtrekken van alle bezettingstroepen uit de Gazastrook zou worden opgeheven, door schaamteloos de controle over de “Philadelphi-route” te eisen om de belegering te verscherpen en controleposten in het hart van de Gazastrook te laten staan om de bevolking te controleren. Maar de maandenlang herhaalde berichten die vervolgens weerlegd worden, inclusief eerdere publieke aankondigingen van Biden over een akkoord dat naar verwachting “binnenkort” gesloten zal worden, weerspiegelen een echt debat onder de heersende klasse van Israël, die objectief gezien geen duidelijke weg heeft naar een echte stabiele exit-strategie.

    Ondanks de overweldigende steun van Washington en ondanks de zich uitbreidende parameters van vergeldingsaanvallen in de vorm van steeds extravagantere aanvallen die de regio dichter bij de rand van de afgrond brengen, heeft het Israëlische kapitalisme geen onbeperkte speelruimte in de “vernietigingsoorlog”. Zoals we hebben uitgelegd, zijn de grenzen van zijn macht in de eerste plaats geworteld in het regionale en mondiale klassenevenwicht. Vooral in het Midden-Oosten, in het tijdperk na de revolutionaire golf van 2011, zorgde de angst voor de massa’s in de regio, en vooral voor een actieve rol van de werkende klasse voor een blokkade. In de afgelopen maanden stond de samenwerking met het el-Sisi regime en de Jordaanse monarchie onder druk door de mogelijkheid van etnische zuivering in de vorm van massale verdrijving van Gaza naar de Sinaï. Deze omstandigheden, gecombineerd met de noodzaak om het militaire offensief internationaal maar ook lokaal te rechtvaardigen in de ogen van de Israëlische massa’s, zetten de Israëlische heersende klasse onder druk om te proberen de extreemrechtse ministers uit de beslissingen van de militaire campagne te houden. Ondanks de kolossale schaal van het doden en vernietigen, vreest de heersende klasse in Israël het streven van extreemrechts naar de herkolonisatie van Gaza en wordt ze afgeschrikt van de logica om wat de heersende klasse als haar “demografische probleem” beschouwt op te lossen door haar toevlucht te nemen tot een programma van maximalisering van de fysieke uitroeiing. Dit punt benadrukt een deel van de inherente zwakte van de Israëlische heersende klasse, zelfs indien het op het eerste gezicht lijkt alsof geen enkele macht ter wereld haar kan weerhouden van de wreedheden die ze begaat in Gaza en de regio. In deze context is de Israëlische heersende klasse niet in staat om een daadwerkelijke terugtrekking van de Palestijnse nationale beweging af te dwingen, ook al is er een record aan massamoorden op Palestijnen aan de gang die veel omvangrijker is dan massale etnische zuivering tijdens de Nakba in 1948.

    Ondertussen zorgt het koste wat het kost nastreven van een vals beeld van “totale overwinning”, zoals Netanyahu het uitdrukt, voor het bezettingsregime van het Israëlische kapitalisme en voor het Westerse imperialisme over rivieren van bloed, ervoor dat het verzet tegen de voortzetting van het Israëlische militaire offensief op Gaza nog heviger wordt in de hele wereld en zelfs in de Israëlische samenleving. In deze context heeft de verdeeldheid onder de Israëlische heersende klasse zich verdiept. De mainstream vreest dat een ruwe, avontuurlijke en inflexibele aanpak van “crisismanagement”, onder invloed van de bekrompen politieke overwegingen van Netanyahu en de extreemrechtse ministers, wat zij als ‘onnodige kosten’ zien met zich meebrengen in de internationale betrekkingen, in het bijzonder met Washington en regimes in de regio, en gevolgen zal hebben die ook destabiliserende processen in de Israëlische samenleving zullen verergeren.

    Netanyahu was niet de enige factor die een akkoord tussen de Israëlische regering en de Hamasleiding in de afgelopen maanden heeft getorpedeerd. Het is echter duidelijk dat het hoogste echelon van het Israëlische “veiligheids-establishment” de laatste tijd in spanning is geraakt met Netanyahu, vooral rond de onderhandelingen over een deal, die zij zien als noodzakelijk voor het Israëlische kapitalisme als een stabiliserende zet, terwijl Netanyahu hen verwijt “watjes” te zijn en erop aandringt dat “in plaats van druk uit te oefenen op de premier, druk moet worden uitgeoefend op Sinwar”. Dit is het belangrijkste spanningspunt nu in de context van “crisismanagement”, als onderdeel van een heropleving van de spanning tussen het rechtspopulisme van Netanyahu en de Likoed-ministers, en de programma’s van de extreemrechtse ministers aan de ene kant, en aan de andere kant, de heersende klasse en de top van het “veiligheidsestablishment” en het staatsapparaat. De publieke politieke spanning tussen Netanyahu en Gallant – aangezien de eerste opnieuw de tweede wil afzetten, zelfs midden in een oorlogscrisis – is een subplot van dit proces.

    Dit is een terugkeer naar de belangrijkste breuklijnen waar de huidige regering al voor 7 oktober mee te maken had, die tot uiting kwamen in de klassenoverschrijdende beweging tegen het plan voor de “gerechtelijke staatsgreep”, die culmineerde in de algemene staking van maart 2023 (een staking waarvan de voorafgaande uitbarsting van protest de oppervlakkige naam “Gallant Night” kreeg, als verwijzing naar de wortels van de uitbarsting). Dit volgde op de poging van Netanyahu om Gallant te ontslaan, die de bedenkingen van het “veiligheids”-apparaat over de agenda van de regering uitte. De ontbinding van het kleine “oorlogskabinet” van de regering na de terugtrekking van de partij van Gantz in juni, nadat deze had geprobeerd om als “waakhond” te dienen voor de belangen van de heersende klasse door zich aan te sluiten bij de regering Netanyahu om de crisis te beheersen, duidde op de relatieve zwakte van de heersende klasse ten opzichte van Netanyahu’s regeringscoalitie. Ze zijn niet in staat om zijn hand te buigen te midden van de bloedige crisis, laat staan zijn regering te ontmantelen. Het feit dat de Israëlische publieke steun voor Gantz de afgelopen maanden alleen maar is afgenomen en zelfs na zijn ontslag uit de regering niet is toegenomen, is nog een teken van de zwakte van de “oppositie” van het “centrumrechtse” blok ten opzichte van het blok van Netanyahu.

    Hoewel de regering impopulair is, steunt ze op een aanzienlijke minderheid van de Joodse bevolking en is ze er tot nu toe in geslaagd om haar scherpe interne verdeeldheid onder controle te houden – ook in de context van de druk op haar om te laten zien dat ze eraan werkt om Joodse ultraorthodoxen (Haredim) in het leger op te nemen, terwijl ze de periode van algemene dienstplicht verlengt voor de behoeften van de bezetting. Het reces van de Knesset tot eind oktober maakt het voor Netanyahu procedureel gemakkelijker om de regerende coalitie te behouden en vervroegde verkiezingen uit te stellen, waar hij een verkiezingsnederlaag zou lijden. Maar van cruciaal belang is dat hij aan de macht blijft als uitdrukking van de zwakheden van de krachten die hem uitdagen, zowel onder de heersende klasse als onder de massa’s, die niet in staat zijn om hem af te zetten en opzij te schuiven.

    De publieke verklaring van de Israëlische militaire woordvoerder Daniel Hagari begin juli dat de slogans over “het vernietigen van Hamas” en het oplossen van de gijzelingscrisis met militaire middelen in feite onwaarheden waren, weerspiegelde een scherpe botsing met Netanyahu en de slogan van “totale overwinning”. Diezelfde maand lanceerden ministers van Likoed en extreemrechts een rechts-populistische aanval op de top van het leger – op een vergelijkbare manier als de dynamiek rond de zaak van de executie door een soldaat in Hebron/Khalil in 2016. Ze kozen de kant van reservisten die een Palestijnse gevangene seksueel misbruikten in de beruchte Sde Teiman detentie- en folterfaciliteit, het “Israëlische Guantanamo”, en werden (bij uitzondering) gearresteerd. Gallant eiste publiekelijk dat Netanyahu zou onderzoeken of de minister van Nationale Veiligheid Ben-Gvir niet opzettelijk de komst van politietroepen naar de faciliteit vertraagde toen een extreemrechtse bijeenkomst inbrak in de faciliteit en in een militaire politiebasis, samen met ministers van de regering. De extreemrechtse demonstranten werden met fluwelen handschoenen aangepakt, niet alleen in vergelijking met de Palestijnen, die onder dergelijke omstandigheden zouden zijn geëxecuteerd, maar ook met de families van de gijzelaars en de “Deal Now” demonstranten die de afgelopen periode het doelwit waren van geweld door de politie van Ben-Gvir.

    Internationale druk

    De Israëlische regering wordt geconfronteerd met een golf van internationale druk die wordt beïnvloed door de bezorgdheid onder de heersende klassen over de uitbreiding van het militaire conflict in de regio, destabiliserende gevolgen voor de wereldeconomie – op een moment dat het World Economic Forum waarschuwt voor een “geopolitieke recessie” en op een moment dat de ongewone volatiliteit op de financiële markten wijst op de vrees voor een dreigende recessie in de VS en China. Dit weerspiegelt ook de toegenomen risico’s in de regionale en mondiale wapenwedloop, en de last van de enorme vraag naar wapens in de context van de oorlogscrises in Oekraïne en Gaza, evenals politiek destabiliserende gevolgen, in de eerste plaats in het licht van massale verontwaardiging en de internationale protestbeweging. De regering Biden, de belangrijkste aanstichter van het historische bloedbad, is de afgelopen maanden in ongebruikelijke spanningen geraakt met de regering Netanyahu omdat ze er openlijk niet in slaagde het gezag van het Amerikaanse imperialisme op te leggen aan het verloop van de Israëlische militaire campagne.

    Tegelijkertijd annuleerde de nieuwe Labour-regering in Groot-Brittannië, onder druk van de publieke stemming die de Conservatieve Partij tijdens de verkiezingen ten val bracht, het Britse bezwaar tegen de mogelijkheid, die nu waarschijnlijker wordt, van het uitvaardigen van arrestatiebevelen door het Internationaal Strafhof (ICC) tegen Netanyahu en Gallant op verzoek van hoofdaanklager Karim Khan. In tegenstelling tot het arrestatiebevel dat werd uitgevaardigd tegen Poetin in de context van de oorlog in Oekraïne, is deze zaak mogelijk de eerste keer dat een dergelijke stap zal worden genomen tegen vertegenwoordigers van een “westers” regime. Dit weerspiegelt de intensiteit van de schokgolven die de bloedige crisis in Gaza door het hele mondiale systeem stuurt, de diepte van de schok die het heeft veroorzaakt in het massabewustzijn over de hele wereld en de pogingen van de heersende klassen om de woede de kop in te drukken.

    Na het veto van de VS in de VN “Veiligheidsraad” tegen een volledig Palestijns lidmaatschap van de VN, kondigden in april-juni nog eens negen nationale staten, waaronder vier in Europa, aan dat ze zich bij de meeste landen in de wereld aansloten en de Palestijnse Autoriteit erkenden als de staat Palestina. Ondertussen zijn de symbolische officiële veroordelingen, ook met juridische middelen, van de massamoord op en onderdrukking van Palestijnen een positieve ontwikkeling. Ze vormen een enigszins complicerende factor voor de Israëlische heersende klasse, en ze kunnen soms een effect hebben dat vastberadenheid en zelfvertrouwen aanwakkert binnen de internationale protestbeweging. Het is echter belangrijk om er nuchter naar te kijken en op te merken dat ze op zichzelf geen bedreiging vormen voor het bloedbad in Gaza, geen manier zijn om het te stoppen en in feite door regeringen worden gebruikt als vervanging voor meer dramatische stappen, in een poging om de publieke opinie te sussen en kritiek af te zwakken, en in feite illusies voeden in politieke krachten en instellingen die dienen als instrumenten van de heersende klasse. Zo zette het regime van el-Sisi in Egypte zijn dreigement om het vredesverdrag met Israël op te schorten om door aan te kondigen dat het zich zal aansluiten bij de rechtszaak waarin het Internationaal Gerechtshof van de VN (ICJ) wordt gevraagd om de wrede aanval op de bevolking van Gaza formeel als genocide te erkennen. Opgemerkt moet worden dat deze stap, die voor de kapitalistische regering in Zuid-Afrika bedoeld was voor PR-doeleinden, niet kon voorkomen dat het regerende ANC een dieptepunt bereikte in de verkiezingen van mei en voor het eerst sinds de val van de Apartheid zijn absolute meerderheid in het parlement verloor, als straf voor een voortdurende kapitalistische crisis die een handvol kapitalisten verrijkte en ernstig massaal lijden bestendigde.

    Het ICJ heeft tot nu toe afgezien van het uitvaardigen van een “bevel” voor een alomvattend staakt-het-vuren in Gaza, omdat het niet categorisch de legitimiteit van het militaire offensief op Gaza betwist, maar het heeft wel geëist dat de staat Israël afziet van een invasie in Rafah. In een advies, op verzoek van de Algemene Vergadering van de VN (uit 2022), oordeelde het ICJ op 19 juli dat de Israëlische bezetting en nederzettingen in de gebieden van ’67 niet “legaal” zijn. Een zeker verlies van geduld onder de heersende klassen, onder druk van de internationale protestbeweging en geostrategische verstrengeling, ten opzichte van de Israëlische bezetting in haar huidige vorm, die ze beschouwt als een chaosveroorzaker voor hun systeem, zal leiden tot meer symbolische stappen, waaronder beperkte staatssancties tegen de bezetting en de nederzettingen in de gebieden van ’67. Het ICJ kan dienen als een bron van autoriteit om specifieke maatregelen te rechtvaardigen, ook al staat het idee van uitgebreide staatssancties zoals de historische boycot van de Arabische Liga, die mislukte, voorlopig niet op de agenda. In wezen heeft het verschijnen van een wereldorde gebaseerd op wettelijke regels nooit de Israëlische bezetting of imperialistische agressie en repressieve regimes in het algemeen tegengehouden, en zeker sinds de neoliberale globalisering plaats heeft gemaakt voor de opkomst van wereldwijde inter-imperialistische conflicten, is de symbolische afschrikwekkende kracht van internationale wettelijke mechanismen alleen maar afgenomen.

    De convergentie van geostrategische belangen langs fundamentele mondiale en regionale conflictlijnen ligt ten grondslag aan het feit dat de “rode lijnen” van Biden, of van het el-Sisi regime in Egypte, na maanden van barbaars bloedbad in de Gazastrook opmerkelijk elastisch zijn gebleken, en militaire hulp op een ongekend grote schaal is blijven stromen ondanks veel besproken vertragingen voor propagandadoeleinden. Het merendeel van de Arabische reactionaire regimes streeft ernaar om, ondanks PR-oefeningen om de publieke woede af te leiden, door te gaan op de weg van het “normalisatie”-proces voor zover de omstandigheden dat toelaten. Op 18 juli kwamen functionarissen van de VS, Israël en de VAE bijeen in Abu Dhabi om een discussie over de “dag erna” te bevorderen. De deelname van regimes in de regio, waaronder Saoedi-Arabië, aan de door de VS geleide coalitie die in april het Iraanse spervuur richting Israël onderschepte, en het onderscheppen door het Amerikaanse leger van een deel van het spervuur van de Houthi’s richting Tel Aviv, brachten dezelfde fundamentele strategische convergentie aan de oppervlakte.

    Aan de andere kant is er een toenemende samenwerking tussen het Russische imperialisme en het Iraanse regime, die is geïntensiveerd na de oorlog in Oekraïne (en het Zelensky-regime van zijn kant is consequent gebleven in zijn steun voor de wreedheden die de Israëlische bezetting begaat tegen de Palestijnen, als onderdeel van een campagne om het Israëlische kapitalisme ertoe aan te zetten het uitgebreide militaire steun te geven). Volgens berichten in de media oefende het Kremlin druk uit op Teheran om de aanval te matigen in reactie op de moord op Haniyeh, maar Iraanse bronnen die bekend zijn met de voorbereidingen voor de aanval bevestigden dat “Rusland is begonnen met het overdragen van luchtverdedigingssystemen en geavanceerde radars aan Iran”, te midden van regionale spanningen. Teheran dringt verder aan op een snellere levering van Su-35 gevechtsvliegtuigen.

    Ondertussen heeft Xi Jinping direct ingegrepen om de president van de Palestijnse Autoriteit, Abbas, ervan te overtuigen om namens hem een delegatie te sturen naar de bijeenkomst van de Palestijnse fracties in Peking, die op 23 juli eindigde met de kunstmatige verklaring van een nieuw “verzoeningsakkoord” op papier. Dit legt zogenaamd de basis voor een coalitieregering van Fatah en Hamas die Gaza plaatselijk zal besturen in de schaduw van de bezetting op “the day after”, ook al is het duidelijk dat een dergelijke regeling in de praktijk niet alleen voor de bezettingsmacht onaanvaardbaar zou zijn, maar ook voor de leiders van Fatah en de Palestijnse Autoriteit, waarbij de laatste vertrouwt op nauwe samenwerking met het westerse imperialisme.

    Het bonapartistische regime van Erdoğan in Turkije speelt een dubbel spel. Het probeert de sympathie van het publiek op nationaal en regionaal niveau te winnen door een militant imago te cultiveren als een versterker van het protest tegen het bloedbad in Gaza – tot op het punt van het aankondigen van een handelsstop met Israël tot het einde van de oorlog en holle retoriek die dreigt dat “zoals we Karabach zijn binnengedrongen, zoals we Libië zijn binnengedrongen, we hetzelfde met hen [Israël] kunnen doen”. Tegelijkertijd houdt hij vast aan de NAVO en slechts twee jaar geleden heeft hij de diplomatieke betrekkingen met Israël volledig vernieuwd. Tegen deze achtergrond heeft Ankara zich ingespannen om een belangrijke bemiddelaar te worden tussen Hamas en de Israëlische regering, ook als onderdeel van een beleid dat zichzelf wil positioneren als bemiddelaar tussen de wereldwijde imperialistische blokken. Haar rol in de bemiddeling blijft echter secundair.

    Dialectisch gezien worden de heersende klassen in het “Westen” onder druk gezet om tegelijkertijd, zowel oppervlakkig als fundamenteler, het Israëlische kapitalisme te omarmen. In tegenstelling tot de oorlog in Oekraïne, die het westerse imperialistische blok aanvankelijk meer ruimte gaf om een vals “democratisch” imago te cultiveren, de NAVO te verenigen en te polijsten tegen het rivaliserende blok onder leiding van het Chinese en Russische imperialisme, heeft het massale militaire offensief op de bevolking van Gaza de rol van het Amerikaanse en westerse imperialisme in de politieke, economische en militaire ondersteuning van de onderdrukking en massamoord op de Palestijnen voor het voetlicht gebracht en de openlijke verdeeldheid tussen de heersende klassen in het blok aangewakkerd. Hoewel het Israëlische regime altijd heeft gehandeld met een zekere mate van onafhankelijkheid met betrekking tot militaire agressie in de regio en zijn beleid van controle en nederzettingen in de gebieden van ’67, maakt de regering Netanyahu nu bewust gebruik van het inzicht dat het web van belangen van het Amerikaanse imperialisme de Amerikaanse regering nauw bindt aan voortdurende militaire, economische en politieke steun om de positie van het Israëlische kapitalisme in de regio te versterken.

    Als onderdeel van de internationale solidariteitsbeweging eisten zeven vakbonden in de VS, die ongeveer 6 miljoen arbeiders vertegenwoordigen, eind juli dat de regering Biden “onmiddellijk de militaire steun aan de Israëlische regering stopzet”. Deze eis werd ondersteund door tientallen leden van medische teams uit de VS die terugkwamen van deelname aan medische hulp in Gaza, waar ze slachtoffers van Israëlisch vuur behandelden, voornamelijk kinderen en jongeren. Zoals de medische teams uitlegden over de barbaarse aard van de aanvallen op de Palestijnse bevolking: “Kinderen worden niet twee keer per ongeluk neergeschoten door een sluipschutter”. De wereldwijde roep om een wapenembargo tegen het bloedbad in Gaza en de regionale agressie, inclusief groeiende protesten in Groot-Brittannië en Frankrijk, helpt om de actieve rol van regeringen en van het kapitaal in de wapenindustrie in het voeden van de wreedheden direct bloot te leggen.

    De directe interventie op verschillende plaatsen in de wereld door officiële vakbonden en door onafhankelijke arbeidersgroepen, inclusief medisch personeel, in protest tegen het bloedbad in Gaza en in solidariteitsacties om wapentransporten te stoppen en de Israëlische regering en de bezettingsautoriteiten te isoleren, duidt op een noodzakelijke eerste stap voorwaarts voor het opvoeren van de druk om de oorlogsmachine van het Israëlische kapitalisme te stoppen. Zelfs protestboycots tegen het Israëlische establishment met een centrale eis om de genocidale oorlog te stoppen kunnen ondanks hun beperking van symbolisch gewicht de protesten versterken, zowel onder Palestijnen als door het versterken van een beroep op gewone werkenden in de Israëlische samenleving die tegen de regering zijn een ‘akkoord nu’ steunen. Een benadering die de tactiek van gerichte, concrete protestboycots tegen establishmentelementen bevordert, vergezeld van een verklarende benadering die brede lagen van de Israëlische werkende mensen aanspreekt die zich verzetten tegen het Israëlische rechtse regime, heeft een groter complicerend potentieel voor de Israëlische bezettings- en oorlogsmachine dan een benadering die de hele Israëlische klassenmaatschappij abstract identificeert als één enkele massa van reactie.

    Strijd, organisatie, alternatief

    Onder Palestijnen, vooral op de Westelijke Jordaanoever, blijft de afkeer van de Palestijnse Autoriteit en president Abbas, als krachten die uiteindelijk dienen als onderaannemers van de Israëlische bezetting, diep en consistent. De PA doet een poging tot coöptatie van de betogingen en protestblokkades in de enclaves op de Westelijke Jordaanoever als reactie op de moord op Haniyeh, maar onafhankelijke protestinitiatieven die niet door de PA zijn geautoriseerd, hebben herhaaldelijk te maken gehad met vervolging en repressie. Dit komt bovenop de aanvallen van staats- en niet-staatstroepen van de bezetting. Sinds 7 oktober zijn er bijna 600 Palestijnen gedood op de Westelijke Jordaanoever door bezetters. Naast brute aanvallen en etnische zuiveringen in “Gebied C”, zijn de enclaves van de PA in het noorden van de Westelijke Jordaanoever een belangrijk aandachtspunt geworden voor frequente invallen, arrestaties en moorden door de bezettingstroepen, waaronder moordaanslagen met drones, zoals de aanvallen die 9 Palestijnen doodden in het Tulkarm-gebied op 3 augustus.

    Publieke steun voor Hamas wordt door velen, vooral op de Westelijke Jordaanoever, gezien als een “strijdbaar” alternatief voor het fundamentele politieke traject dat wordt aangeboden door de PA-elite en de Fatah-leiding (hoewel Marwan Barghouti, die door Israël gevangen wordt gehouden en gelieerd is aan een fractie die uit Fatah is voortgekomen, de populairste Palestijnse leider blijft, waardoor overigens Hamas nu zijn vrijlating eist als onderdeel van een akkoord). De twee belangrijkste fracties van de nationale beweging vormen echter een doodlopende weg, waarbij elke partij een ander rechts politiek programma vertegenwoordigt dat verankerd is in het kapitalistisch systeem en uiteindelijk afhankelijk is van de steun en interventie van imperialistische machten. De publieke steun voor Hamas is de afgelopen maanden wat afgenomen. Er is een potentieel voor onafhankelijke organisatie en stappen om een alternatief ter linkerzijde naar voren te schuiven. Dit potentieel zit vooral bij een laag van Palestijnse jongeren, vooral onder de arbeidersklasse, die, zelfs met gevaar voor eigen leven, hun hoofd opheffen tegen de aanvallen van de bezetting en sceptisch blijven tegenover de belangrijkste fracties.

    De belangrijke trend van protest en organisatie onder een jonge laag Palestijnen binnen de Groene Lijn, deels geïnspireerd door de internationale golf van studentenrevolte op campussen, omvatte aanzienlijk enkele nieuwe onafhankelijke formaties, waaronder de nieuwe organisatie Jam`etna (جمعتنا) aan het Technion, en het Gezamenlijk Comité van Studentencellen in Instellingen voor Hoger Onderwijs (الهيئة المشتركة للكتل الطلابية في المعاهد العليا) – een coalitie van 26 Palestijnse studentencellen op Israëlische campussen die aan het begin van de oorlog werd opgericht. De coalitie initieerde de campusoverschrijdende actiedag op 28 mei, die werd bijgewoond door Palestijnen en Joden, met een urenlange staking en een betoging van ongeveer 300 betogers op de campus van de Hebreeuwse Universiteit, als reactie op de misdadige invasie van Rafah, met kernboodschappen tegen de uitroeiingsoorlog in Gaza en voor bevrijding van nationale onderdrukking. Deze trend ontstond in combinatie met en na een record mobilisatie voor betogingen tegen de oorlog georganiseerd door het Opvolgingscomité op Landdag (30 maart) en op de herdenking van de Nakba (15 mei). Samen met de internationale golf lijkt deze zich nu in een neerwaartse fase te bevinden. Het organisatorische kader kan echter verdere initiatieven voor meer actiedagen vergemakkelijken. Het houden van discussiebijeenkomsten op lokaal en nationaal niveau, ook met andere krachten in de anti-oorlogsbeweging, kan helpen om de paraatheid te versterken.

    De “zwijgwet” die gepromoot wordt door de hoofden van de Israëlische Studentenvakbond (een studentenfederatie) in samenwerking met de bloederige kapitalistische regering is bedoeld om de vervolging van al wie zich tegen het nationalisme verzet op te voeren aan de faculteiten en campussen. Dit gaat gepaard met aanhoudende propaganda van de oorlogsmachine en de bezetting. De promotie van de wet wordt gefinancierd door ongeveer een half miljoen shekels (meer dan €120.000) uit studentenfondsen. Enkele lokale studentengroepen uit de federatie zijn hier echter niet bij betrokken. Dat komt na een conflict binnen de federatie toen die mobilisaties blokkeerde in de strijd tegen het plan van een ‘gerechtelijke staatsgreep’. Het blokkeerde deelname aan die beweging met het excuus dat het niet de rol van de studentenvakbond is om tussen te komen in “politieke kwesties”. Het feit dat studentenverenigingen die de zwijgwet steunden zich onder druk van de campagne terugtrokken, impliceert een potentieel om de wetgeving te dwarsbomen. Ondanks de harde politieke vervolging is Netanyahu’s wankele regeringscoalitie niet in de positie van Poetin’s regime, het is niet in staat om elke stem van dissidenten in het publieke domein bijna volledig te vertrappen. In het licht van de toegenomen overheidsbemoeienis met instellingen voor hoger onderwijs, gaan de besturen van academische instellingen ook opnieuw de confrontatie met de regering aan.

    De zwakte van linkse krachten in de hele regio, en in de Israëlische samenleving in het bijzonder, wordt echter weerspiegeld in de relatieve effectiviteit van de veiligheidsdemagogie die door de Israëlische heersende klasse wordt aangewakkerd om nationalistische reacties te bevorderen, zelfs buiten de basis van de steun voor de regering. Zo steunde 69% van de volwassen bevolking in Israël de moorden in Beiroet en Teheran (Maariv, 2 augustus). Terwijl het wantrouwen van het publiek in de Knesset en de regering op ongeveer 80% wordt geschat, is dit tegelijkertijd het percentage van vertrouwen in het Israëlische leger, en een brede minderheid van 45% van de bevolking in Israël – iets meer dan het percentage van steun voor Netanyahu – steunt een totale oorlog van het Israëlische rechtse regime tegen Hezbollah (N12, 2 augustus).

    Na de showcase-moorden was er een erg rechtse verklaring van het Forum van families van gijzelaars en vermisten mensen. Dat forum bevond zich de afgelopen maanden in een crisis, onder meer door regeringsdruk op zich zachter op te stellen. Nu kwam het Forum met een statement waarin het de illusies in de regeringspropaganda over ‘militaire druk’ herhaalt. Het Forum “prijst het leger voor de belangrijke gerichte moorden die de afgelopen dagen en weken zijn uitgevoerd en voor de militaire prestaties van de afgelopen 10 maanden in Gaza”. Dit is een bewijs van de ideologische druk die door de hoofdstroom van de heersende klasse wordt uitgeoefend op deze strijd, die zij probeert aan te wenden om haar belangen tegen de regering Netanyahu te bevorderen. Het doet dit met propaganda die niet alleen de onderdrukking en het massaal doden van Palestijnen rechtvaardigt, maar ook het voortdurende doden en verwonden van gijzelaars, en het onder druk zetten van de regio naar de rand van een regionale oorlog. De leiders van de protestcentra van de gegijzelde families ter plaatse hebben zich echter kritischer en militanter opgesteld. Zo drongen ze bijvoorbeeld aan op voortzetting van de betogingen, zelfs toen de rechtse vleugel van het establishment, waaronder de organisatoren van acties voor nieuwe verkiezingen, opriep om niet te betogen vanwege de regionale militaire spanningen. Tijdens een betoging van ongeveer 1.000 mensen in Tel Aviv (3 augustus) zei Danny Elgart, broer van de gegijzelde Itzik Elgart, dat “de moord op Haniyeh de moord op de gegijzelden en de moord op de onderhandelingen is”.

    De bijzonder tegenstrijdige houding ten opzichte van de bloedige kapitalistische regering onder het merendeel van de Israëlische protesten ertegen wordt weerspiegeld in het feit dat dezelfde regering die een verschrikkelijk wantrouwen opwekt, inclusief mainstream stemmen die Netanyahu als terrorist bestempelen, nog steeds kan rekenen op wijdverspreid vertrouwen in haar militaire acties. Deze situatie weerspiegelt het succes van de Israëlische heersende klasse om systematisch te vertrouwen op het gif van nationaal chauvinisme, geholpen door veiligheidsdemagogie, om miljoenen Israëlische arbeiders in te palmen voor haar agenda en hen te distantiëren van een vitale weg van strijd en internationale solidariteit daartegen – in de eerste plaats solidariteit met het streven naar vrijheid van miljoenen Palestijnen.

    Reactionaire patriottische ideologische druk speelt een belemmerende rol bij het opbouwen van een onafhankelijk politiek alternatief ter linkerzijde ten opzichte van de Israëlische gevestigde partijen, een alternatief dat gebaseerd is op een programma om de onderliggende problemen op te lossen die ten grondslag liggen aan de bloedige crisis. En objectief gezien kan zo’n programma geen uitweg bieden op basis van het kapitalistisch systeem en de imperialistische verhoudingen, maar alleen in een context van regionale strijd tegen de regimes van onderdrukking, kapitalisme en imperialisme, en voor socialistische verandering.

    Tegelijkertijd, en dit is een kritisch aspect, brengt dezelfde centrale tegenstelling door haar aard ook de zoektocht naar een alternatief met zich mee in het proces van het aanscherpen van onafhankelijke conclusies. Zo versterkte de ontwikkeling van het “oorlogsmoeheidssentiment”, dat het schokeffect van 7 oktober heeft overgenomen, en onder de aansporende invloed van de ontwikkeling van splitsingen in de heersende klasse, een trend van groeiende steun voor het stoppen van de oorlog. Het is duidelijk dat de ruimte voor links in die Israëlische betogingen, met een duidelijke boodschap van verzet tegen de oorlog, is toegenomen ten opzichte van de eerste periode.

    Terwijl de beweging voor “Verkiezingen Nu” een incarnatie is van een deel van de gevestigde orde rond de lijn van ‘Gelijk wie, maar niet Bibi [Netanyahu]” of de beweging tegen de gerechtelijke coup in 2023, wordt de beweging voor een “akkoord nu” eerder geleid door de militante vleugel van de gijzelaarsfamilies en kent deze beweging een meer substantiële mobilisatie van jongeren. Toen de strijd voor een akkoord botste op de apathie van de regering en extreemrechts, werden andere tactieken ingezet om de druk op te voeren. De beweging verdedigde de eis dat vakbondsvoorzitter Bar-David – die zich beperkt tot hypocriete en holle lippendienst – een algemene staking moet uitroepen. Er waren zelfs protestacties voor het hoofdkwartier van de vakbond in Tel Aviv om deze eis kracht bij te zetten. Deze beginnende identificatie van de potentiële macht van de georganiseerde arbeidersklasse bouwt ook voort op de ervaring van de algemene staking en de centrale rol van het idee van het stakingswapen in de beweging tegen de “gerechtelijke staatsgreep”. Er was de afgelopen jaren onder de Palestijnse arbeiders binnen de Groene Lijn een vergelijkbaar proces van relatieve toename van uitkijken naar het stakingswapen. Dat kende een hoogtepunt in de sterke ‘Waardigheidsstaking’ van mei 2021. De rechtse opstelling van de Histadrut-leiding, die de oorlog blijft steunen, vervreemdt echter veel Palestijnse arbeiders. Die hebben de indruk dat een algemene staking in Israël niet zou ingezet worden als instrument van strijd tegen de nationale onderdrukking van de Palestijnen.

    Dit maakt deel uit van een internationale trend die zich de afgelopen tien jaar ook in de Israëlische samenleving heeft gemanifesteerd in de initiatieven van “burgerstakingen” als onderdeel van bewegingen tegen discriminatie en onderdrukking. In het specifieke aspect van het aandringen op een algemene staking, is deze beweging verder ontwikkeld dan de historische Israëlische anti-oorlogsbeweging tegen de Libanonoorlog van 1982. Hoewel de huidige Israëlische protestbeweging – met uitzondering van een kleine linkervleugel – niet categorisch tegen de oorlog en de nationale onderdrukking van de Palestijnen is, en beperkt is in reikwijdte, als bewijs van de diepte van de invloed van reactionaire veiligheidsdemagogie in het hart van de oorlogspropaganda, bevinden stemmen van verzet tegen de oorlog onder de beweging zich in een belangrijke trend van uitbreiding.

    Zelfs aan het begin van 2023 weerstonden Bar-David en de rechtse bureaucratie in Histadrut de druk “van onderaf” om een beslissende mobilisatie van de macht van de georganiseerde arbeidersbeweging te leiden – en oproepen tot een algemene staking in het bijzonder – om de plannen van de regering te blokkeren. Uiteindelijk ging de rechtse bureaucratie van Histadrut akkoord, ook onder druk van de krachten van het kapitaal die wanhopig genoeg waren om uitzonderlijk te gokken (en op de lange termijn gevaarlijk voor hen, ondanks het collaboratisme van het huidige Histadrut leiderschap) op een poging om een algemene politieke arbeidersstaking tegen de regering in te zetten voor hun doelen. Nu de omvang van de betogingen nog kleiner is in de schaduw van de bloedige crisis, en de krachten van het kapitaal terughoudend zijn om te gokken op een soortgelijke actie, heeft Bar-David, de “dictator” van Histadrut, meer ruimte om echte stappen in de strijd te vermijden. Voorlopig kan hij volstaan met “het verschaffen van wat logistieke middelen” om de acties van de gegijzelde families te ondersteunen, terwijl hij zelfs tijdens een vergadering van het Huis van Afgevaardigden van de Histadrut (BINA) begin augustus duidelijk maakte dat de vakbond onder zijn leiding niet van plan is om een algemene staking te leiden “voor een akkoord” of voor gelijk welke andere eis.

    In een poging om de rem van de rechtse bureaucratie in Histadrut te omzeilen, werden er “burgerstakingsdagen” uitgeroepen, gebaseerd op individuele reacties op de oproep tot werkonderbreking, volgens het model van begin 2023, maar zonder vergelijkbaar momentum. De interventie van de protestorganisaties onder sommige sociale diensten, kan ondanks de zwakte in dit stadium, de druk op de vakbondsleiding opvoeren. Zelfs de Israëlische Medische Associatie, waarvan de rechtse bureaucratie lijkt samen te werken met de uitbater van de Sde Teiman folterfaciliteit, is onder druk gezet en dreigde met acties als antwoord op het politiegeweld tegen medisch personeel tijdens anti-regeringsbetogingen.

    Het overwinnen van de rem die Bar-David opwerpt is geen eenvoudige zaak, maar het is noodzakelijk om een momentum op te bouwen. Onder andere door vakbondsafdelingen en delegaties (of minstens individuele delegees) te betrekken en een agenda op te stellen voor een strijd over alle nationale gemeenschappen heen om de oorlog te stoppen, voor de terugkeer van gijzelaars en gevangenen, voor massale wederopbouw in Gaza en alle getroffen gemeenschappen, voor welzijn van iedereen en tegen de crisis in de kosten van levensonderhoud – inclusief het voornemen van de regering om in januari de BTW te verhogen om de oorlog te financieren. Zo’n weg zou kunnen helpen bij het opbouwen van een algemene strijd voor een uitweg uit deze diepe crisis, waarbij de kracht van delen van de arbeidersklasse die op dit moment niet deelnemen aan de betogingen wordt ingezet, en zo ook stappen in de richting van sociale onrust en stakingen worden versterkt als dat nodig is.

    De socialistische linkerzijde neemt de slogan voor een “politiek akkoord” niet over, ondanks het begrip voor het sentiment van veel van de demonstranten die deze slogan promoten. We doen dit niet omdat het verwarring zaait. Ten eerste moet de eis om het Israëlische offensief in Gaza en op regionaal niveau te stoppen onvoorwaardelijk zijn, en parallel en niet ondergeschikt aan de eis voor de terugkeer van “allen voor allen”. Ten tweede zou het een illusie zijn om te veronderstellen dat gesprekken tussen de bezettingsmacht en de Palestijnse Autoriteit, die onder andere protesten tegen de oorlog onderdrukt, de sleutel zijn om uit de crisis te geraken. De sleutel ligt niet in het overtuigen van de mensen van de noodzaak van een overeenkomst tussen hen, maar in het opbouwen van een scherpe en duidelijke strijd om een einde te maken aan de oorlog, de belegering en bezetting, de massale wreedheden in Gaza en het massale lijden aan beide kanten van het hek; een strijd die massale wederopbouw eist in Gaza en in alle getroffen gemeenschappen ten koste van de kapitalisten in Israël, in de regio en in landen die steun geven aan het genocidale offensief; een strijd die geïntegreerd is in een campagne tegen de Israëlische overheersing van het kapitaal en voor socialistische verandering in de regio, met als doel een volledig einde aan alle vormen van nationale onderdrukking mogelijk te maken en een gelijk recht op bestaan, op zelfbeschikking, op een leven van welzijn en op persoonlijke veiligheid te garanderen.

    De vereniging van de partijen Labor en Meretz in het kader van “De Democraten” is niet meer dan een witgewassen geroezemoes van gevestigde partijen uit het kamp van de burgerlijke oppositie tegen Netanyahu. Ze vormen  een variant van liberaal-nationalistische, pro-kapitalistische “centrum”-politiek onder een dunne dekmantel van lippendienst aan “welzijn”, bedoeld om te misleiden en steun te winnen van lagen van de Joodse bevolking die gedesillusioneerd zijn over de “centrum-rechtse” partijen. De voorzitter van de Democraten, Yair Golan, voormalig plaatsvervangend stafchef van het Israëlische leger, heeft sterke steun betuigd aan het militaire offensief op Gaza dat hij nu zogenaamd oproept te beëindigen, prees de moorden die door het Israëlische rechtse regime worden uitgevoerd en bevordert een beleid van Joodse suprematie. Niet toevallig stemde Gantz bij de declaratieve stemming in de Knesset op 17 juli, waarbij de oprichting van een Palestijnse staat werd afgewezen, voor het regeringsstandpunt, terwijl Lapid en De Democraten niet tegenstemden maar zich onthielden van deelname aan de stemming, zoals typerend is voor de krachten die deel uitmaakten van de vorige kapitalistische bezettingsregering, die de weg vrijmaakte voor Netanyahu en Ben-Gvir. De ervaring van de vorige regering, die “de regering van de verandering” werd genoemd, zou moeten dienen als een waarschuwing tegen illusies in een “minst kwade” route, die vertrouwt op gevestigde krachten die proberen hetzelfde kapitalistisch systeem dat de bloedige crisis en andere enorme crises heeft veroorzaakt, te stabiliseren in plaats van te vervangen.

    De Socialistische Strijdbeweging roept op tot het versterken en opbouwen van de internationale strijd van gewone mensen om het bloedbad te stoppen, tot het bevorderen van protest- en stakingsmaatregelen en tot het versterken van solidariteit op de werkvloer en in vakbonden tegen nationalistische ophitsing en “verdeel en heers”, en tegen uitbuiting en onderdrukking, zonder illusies in kapitalistische gevestigde machten en imperialistische machten van welke kant dan ook.

    Als socialistische en internationalistische kracht vanuit de werkende klasse zijn we actief in betogingen tegen de oorlog en de bezettingen, in betogingen voor “een akkoord nu” en voor “verkiezingen nu”. We doen dit met oproepen tegen het oorlogsgeweld en tegen de heerschappij van het kapitaal en de bezetting. Als marxisten willen we tussenkomen op een manier die bijdraagt aan het aanscherpen van conclusies over de weg vooruit in de strijd, de noodzakelijke eisen en het aanpakken van de systemische wortel. We doen dit op een manier die ook rekening houdt met de uitdagingen om buiten de betogingen om naar brede lagen van jongeren en werkenden van alle nationale en etnische achtergronden te stappen.

    We roepen op om stappen vooruit te zetten door te bouwen aan een politiek alternatief dat strijdbaar, internationalistisch en op de werkende klasse gebaseerd is. Er is nood aan brede strijdpartijen aan beide zijden van de Groene Lijn, die ernaar streven om met elkaar samen te werken in de strijd tegen de Israëlische overheersing van het kapitaal en de bezetting. Binnen de Groene Lijn is het noodzakelijk om een brede strijdpartij te bevorderen die nationale gemeenschappen onder de arbeidersklasse overstijgt, niet op basis van vage slogans over “verandering”, “democratie” en “vrede”, maar op basis van een platform van categorisch verzet tegen alle vormen van nationale onderdrukking en alle aanvallen op werkende mensen, en voor socialistische verandering – inclusief openbaar eigendom en democratische controle door de arbeidersklasse van de hulpbronnen van de regio ten behoeve van wederopbouw, het uitroeien van armoede en het garanderen van een leven van welzijn en persoonlijke veiligheid voor iedereen. Dit staat in contrast met de nationalistische kapitalistische politiek die onderdrukkende regimes en een heel systeem van ongelijkheid en meervoudige crises verdedigt, wat aanleiding heeft gegeven tot het huidige historische bloedbad. We roepen degenen die het eens zijn met de hoofdpunten van de hier gepresenteerde analyse op om met ons te discussiëren, met ons te handelen en zich bij ons aan te sluiten.

  • Geslaagde betoging in Namen: Stop de genocidale oorlogsmachine van Israël!

    Op zondag 12 mei betoogden ongeveer 250 mensen in Namen van het Leopoldpark tot het Waals Parlement, met als belangrijkste eis een einde te maken aan de doorvoer van wapens via België naar Israël.

    “Wallonië draagt een aantal verantwoordelijkheden tegenover de gruweldaden in het Midden-Oosten,” zeiden de organisatoren in een persbericht. “Ten eerste herbergt het verschillende wapenbedrijven die samenwerken met Israël, zoals Thales in Herstal en PB Clermont in Hoei. Het geeft ook licenties voor de export of transit van wapenmateriaal dat gebruikt wordt voor de koloniale en genocidale politiek van Israël. Wallonië is aandeelhouder van de luchthaven van Luik. Het is bewezen dat deze luchthaven de doorvoer van militair materiaal naar Israël mogelijk heeft gemaakt, en niets wijst erop dat dit niet langer het geval is. Bovendien herbergt de luchthaven al jaren twee Israëlische vrachtmaatschappijen die Israël in staat stellen zich te bevoorraden en zijn goederen te verhandelen vanuit de nederzettingen.”

    Het initiatief bracht verschillende verenigingen samen, zoals de Belgo-Palestijnse vereniging en Amnesty International, maar ook lokale groepen, waaronder het Collectif Liège-Palestine Solidarité. Met LSP, Actief Linkse Studenten en Campagne ROSA waren we enthousiaste partners in het initiatief. De betoging volgde op verschillende acties georganiseerd door het Collectif Liège-Palestine Solidarité voor het bedrijf Challenge in Luik en andere acties door andere groepen voor Thales.

    https://nl.socialisme.be/98133/nieuwe-actie-aan-challenge-voor-een-arbeidersboycot-van-wapenleveringen-en-transporten

    Onder de sprekers na de betoging waren er studenten van de bezetting die momenteel plaatsvindt aan de Universiteit van Luik. In navolging van de Universiteit Gent, ontstonden afgelopen vrijdag eerst bezettingen aan de ULB en vervolgens in Luik. Vandaag begint een bezetting aan de Universiteit Antwerpen. De studenten eisen dat de universiteitsautoriteiten een einde maken aan elk project dat op welke manier dan ook meewerkt aan het aanhoudende genocidale bloedbad in Gaza.

    De Vrije Universiteit Brussel (VUB) kondigde recent aan dat ze haar samenwerking wil stopzetten voor een wetenschappelijk onderzoek naar artificiële intelligentie (AI) waaraan ook twee Israëlische partners deelnemen. De universiteit wil volledige transparantie bieden over haar samenwerkingsprojecten die gefinancierd worden door de Europese Unie via het Horizon Europe kaderprogramma. Gaza wordt beschouwd als een openluchtlaboratorium voor het gebruik van AI bij het bepalen van doelwitten van het Israëlische leger. Het bloedbad neemt er een industrieel karakter aan.

    Met hun acties drukken de studenten uit wat er onder de bevolking leeft. Een overweldigende meerderheid van de Belgische bevolking – 74% – wil dat er een einde komt aan de wapenhandel tussen Israël en België (opiniepeiling YouGov, januari 2024). Dat toont aan hoe groot de mogelijke mobilisatie is!

    https://nl.socialisme.be/98961/maak-van-campusbezettingen-democratische-hoofdkwartieren-van-verzet-tegen-genocide

    We roepen op tot steun voor campusbezettingen, te beginnen natuurlijk met vakbondsdelegaties van het personeel aan de universiteiten (zoals zeker in Gent al het geval is), maar er is veel meer mogelijk. In de Verenigde Staten besloot de United Auto Workers (UAW) om zich bij de mobilisatie aan te sluiten en de campusbezettingen actief te ondersteunen. In België kunnen vakbondsdelegaties en -structuren bezoeken aan de bezettingen organiseren en solidariteitsmoties stemmen op algemene vergaderingen. Ze kunnen ook als vakbondsdelegaties, met eigen vlaggen en spandoeken, deelnemen aan de volgende nationale solidariteitsbetoging met Palestina op zondag 19 mei (13u30, Brussel Noord). Een blok van studenten van verschillende steden en campussen zou de onderlinge contacten versterken en de beweging stimuleren.

  • Israëlisch regime, imperialisme en regionale machten staan voor escalatie van ellende

    Enkel onze strijd biedt een toekomstperspectief voor de Palestijnen

    De horror in Gaza houdt aan. Er vielen al tienduizenden doden, de hongersnood is alomtegenwoordig en het Israëlische regime richt een complete verwoesting aan. Netanyahu beweert dat de overwinning ‘binnen handbereik’ ligt. Maar wat is die overwinning? Een hel op aarde die geen vrede en welvaart zal voortbrengen, maar enkel nog meer ellende. Als er al iets uit de bus komt van de vredesonderhandelingen, zal het doen denken aan deze omschrijving door de Romeinse historicus Tacitus: “Roven, moorden en plunderen noemen ze met valse namen een rijk, en, waar ze een woestenij maken, noemen ze het vrede.”

    door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    De aanhoudende horror is ondraaglijk voor de Palestijnse bevolking. De woede hierover is wereldwijd aanwezig en vormt de aanleiding voor een grote internationale protestbeweging. De acties zijn nog niet zo groot als de anti-oorlogsprotesten vlak voor de Amerikaanse invasie in Irak in 2003. Mogelijk is er hier en daar ontmoediging omdat het bloedbad gewoon doorgaat. We mogen echter de impact van de publieke opinie niet onderschatten. Daar zit het potentieel om ons verzet verder op te bouwen met methoden en een programma om het bloedbad te stoppen. 

    Internationale druk

    De internationale druk van de publieke opinie zet Netanyahu onder druk en zorgt ervoor dat de Amerikaanse president Joe Biden voorzichtige kritiek en waarschuwingen uit. Hij zei dat toekomstige Amerikaanse hulp afhankelijk is van de bescherming van burgers en hulpverleners in Gaza. Hij eiste bovendien onderhandelingen voor een onmiddellijk staakt-het-vuren. De wapenleveringen en ook andere vormen van militaire samenwerking gaan echter door. Na de aanval door Iran op 13 april verklaarde Biden dat de Amerikaanse steun voor Israël “ijzersterk” is. 

    De aanval waarbij zeven hulpverleners van World Central Kitchen om het leven kwamen was een doelbewuste aanslag op humanitaire hulp. World Central Kitchen was de eerste organisatie die hulp langs zee naar Gaza bracht en sinds 7 oktober leverde het 43 miljoen maaltijden in Gaza. Het werd door het Israëlische regime gezien als onderdeel van een alternatief voor de VN-organisatie UNRWA, die in de praktijk een aantal overheidstaken opnam en daarbij van internationale liefdadigheid afhankelijk was. Het droogleggen van UNRWA, op basis van betwiste beschuldigingen door het Israëlische regime, vergroot de humanitaire ramp. Het aanhoudende geweld, ook tegen hulpverleners, isoleert het Israëlische regime verder in de publieke opinie. 

    In de Democratische voorverkiezingen in de VS was er sprake van een opstand van kiezers die “uncommitted” stemden uit protest tegen de medeplichtigheid van Biden aan het genocidale bloedbad in Gaza. In Minnesota ging het om 19% van de Democratische kiezers, in Michigan om 13% en meer dan 100.000 stemmen. Vooral jonge kiezers en mensen met een migratie-achtergrond protesteerden op deze manier. Samen met de dreiging van een regionale escalatie in een uitzichtloze ‘eeuwige oorlog’ zet dit druk op Biden. Vandaar de waarschuwingen aan Netanyahu en het gepraat over vredesonderhandelingen, zelfs indien het voor iedereen duidelijk is dat die vandaag geen kans op slagen hebben.

    Netanyahu verklaarde dat zijn regering een datum heeft geprikt voor een grondinvasie in Rafah en dat de Amerikanen daar niet van op de hoogte zijn. Langs de andere kant moest hij na de aanslag op de hulpverleners van World Central Kitchen zijn eerste cynische reactie (‘dit gebeurt nu eenmaal in een oorlog’) bijsturen en werden uiteindelijk twee topmilitairen de laan uitgestuurd. 

    Regionale escalatie 

    Het Israëlische regime blijft vaag over hoe Gaza er zou uitzien na de ‘overwinning’. Welke kracht zou de taken van controle over het gebied overnemen na het verdwijnen van Hamas en de Israëlische bezettingstroepen? Arabische regimes staan hiervoor niet te springen. Samenwerking met Netanyahu zou hun autoriteit in eigen land ondermijnen. Bovendien zijn er de economische risico’s: elke investering in heropbouw dreigt binnen enkele jaren opnieuw platgebombardeerd te worden. Stappen in de richting van normalisatie van de relaties met regimes als die van Qatar en Saoedi-Arabië liggen vandaag moeilijk. Het doorgeven van informatie over de Iraanse drones en raketten werd gezien als een overwinning voor de VS en Israël. De VS verklaarden dat ze het niet eens waren met de beperkte Israëlische aanvallen op Iran in de nacht van 18 op 19 april.

    Een andere moeilijkheid voor Netanyahu is de toenemende oppositie onder de Israëlische bevolking. De protestacties voor het einde van het conflict en het vrijlaten van alle gijzelaars groeien aan. De eisen van de betogers zijn soms tegenstrijdig, maar het aantal betogers wijst op een groeiend probleem voor de regering-Netanyahu. De roep voor zijn ontslag wordt luider. Langs de andere kant dringt extreemrechts binnen de regering aan op een steeds verdere escalatie. Ministers Ben-Gvir en Smotrich dreigen de regering op te blazen als Netanyahu geen grondoffensief op Rafah opstart en zijn openlijk voorstander van een regionale oorlog. 

    Zoals een kat in het nauw rare sprongen maakt om een uitweg te vinden, zoekt Netanyahu de regionale escalatie op om zijn steun onder de eigen bevolking en de banden met de Amerikaanse bondgenoot op te krikken. Het was in dat kader dat de aanval op het Iraans consulaat in Damascus op 1 april moest worden gezien. Bij die aanval vielen er minstens twee doden. Het Iraanse regime moest wel reageren. De op voorhand aangekondigde aanval met drones en raketten op 13 april werd in de media omschreven als een aanval ‘met de handrem op’. Het Israëlische leger kreeg de steun van Amerikaanse, Britse en Jordaanse oorlogsvliegtuigen en kon de aanval quasi volledig afslaan. Biden riep tegelijk op tot voorzichtigheid in het antwoord op deze aanval. 

    Netanyahu dreigde eerder met regionale uitbreiding van het oorlogsgeweld, onder meer in Libanon. “Israël kan Beiroet in Gaza veranderen”, liet hij optekenen. Er is daarnaast al langer sprake van de mogelijkheid van Israëlische aanvallen op Iraanse nucleaire installaties. De VS vreest een regionale escalatie omdat dit een enorme concentratie van militaire middelen zou vergen terwijl het zich liever concentreert op Azië in de nieuwe koude oorlog tegen China. Een groter isolement van de VS in het Midden-Oosten zou China en Rusland goed uitkomen. Een escalatie kan bovendien voor nieuwe bijkomende economische problemen zorgen, onder meer door stijgende olieprijzen die de inflatie aanwakkeren. Het Iraanse regime wil zich regionaal laten gelden, maar kampt ook met sociale onrust in eigen land. De massabeweging na de dood van Jina Amini in 2022 is gaan liggen, maar het ongenoegen niet. Sociale ellende leidde de afgelopen weken onder meer tot protestacties door gepensioneerden. Noch de VS noch het Iraanse regime wil een regionale escalatie, maar tegelijk kent het conflict een eigen logica. 

    Is er een uitweg?

    Een commentaar van De Standaard op 8 april stelde: “Ongetwijfeld zijn de Palestijnen de allergrootste verliezers van de oorlog. Maar ondanks al het verlies aan levens, aan hoop en aan illusies, hebben de Palestijnen ook iets gewonnen. De bezorgdheid over hun lot is internationaal toegenomen. Maar het valt te betwijfelen of dat hun iets zal opleveren”. Dit geeft uitdrukking aan zowel de wanhoop als het besef dat internationale solidariteit een sterk gegeven is.

    Om van die solidariteit een doorslaggevende factor te maken, is het noodzakelijk om ons te organiseren. Voor zover regeringen in het Westen hun toevlucht namen tot toenemende druk voor een staakt-het-vuren in Gaza, was dit het resultaat van angst om de controle over de gebeurtenissen te verliezen en van de ontwikkeling van massale woede en massale strijd. Een antwoord zal echter niet van het imperialisme en de regionale machten komen. 

    Om de verslechtering een halt toe te roepen, is het noodzakelijk om de strijd op te bouwen met een programma om het genocidale bloedbad in Gaza te stoppen, een halt toe te roepen aan het toenemende koloniaal geweld op de Westelijke Jordaanoever, van verzet tegen een Israëlische aanval op Iran en tegen de politiek van moordaanslagen. 

    Het is nodig om de betogingen te versterken en organisaties op te bouwen om de strijd te bevorderen. Georganiseerde acties van arbeiders over de hele wereld en in de regio zijn nodig om een staakt-het-vuren af te dwingen en zich te verzetten tegen de militaire agressie van de rechtse Israëlische regering en tegen de imperialistische interventie in de regio vanuit het westen en het oosten. De omverwerping van de Israëlische ‘bloedregering’ en strijd tegen alle onderdrukkende regimes in de regio is een noodzaak. 

    We komen op voor het einde van de belegering, bezetting, nederzettingen en armoede. De opbouw van socialistische partijen van klassenstrijd in de hele regio moet hiertoe bevorderd worden. Alle noodzakelijke middelen voor de wederopbouw en het herstel van gemeenschappen moeten worden verschaft en dit onder democratische gemeenschapscontrole, in Gaza, de westelijke Negev/Naqab en aan beide kanten van de grens in Libanon, door de onteigening van banken en middelen uit de handen van het kapitaal op lokaal en regionaal niveau. 

    Wij staan voor massale strijd voor Palestijnse nationale en sociale bevrijding, en voor regionale vrede gebaseerd op een gelijkwaardig recht op bestaan en zelfbeschikking voor alle naties, als onderdeel van een strijd voor socialistische verandering.

    Nationale betoging: 19 mei in Brussel

  • Dossier. Invasie van Rafah. Voer het wereldwijde protest op!

    Het ‘oorlogskabinet’ besloot unaniem om te beginnen met de eerste fase van de catastrofale invasie van Rafah door het rechtse Israëlische regime. Momenteel bevindt de meerderheid van de Palestijnse bevolking die overleeft in het inferno van de Gazastrook zich in Rafah.

    Dossier door Shahar Ben Horin en Yasha Marmer (Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Palestina-Israël)

    In de nacht van maandag op dinsdag hebben Israëlische militairen een inval gedaan aan de Palestijnse kant van de grensovergang van Rafah. De dag ervoor beschoot en bombardeerde het bezettingsleger huizen in het oosten van Rafah, waarbij 22 Palestijnen omkwamen, onder wie 8 kinderen en baby’s. Het doden van de families paste in de boodschap die het leger de volgende ochtend overbracht aan de bewoners van de wijken in Oost Rafah als onderdeel van een proces om 100.000 inwoners te verdrijven: wie niet vlucht, neemt zijn leven in eigen handen.

    Heel veel Palestijnse families, waaronder velen die ontheemd waren en hun toevlucht zochten in Rafah, zijn nu opnieuw ontheemd en trekken naar de verwoeste stad Khan Younis en het Al Mawasi gebied dat grenst aan de kust. In beide gebieden is er geen basisinfrastructuur om de massa’s vluchtelingen op te vangen, zelfs geen stromend water. De vluchtende families vrezen dat ze in deze gebieden niet eens minimale ruimte voor een tent zullen vinden. Toch noemt het rechtse Israëlische regime al-Mawasi een “humanitaire zone.” Dat is regelrechte Orwelliaanse terminologie. Dit is een gebied van extreme humanitaire rampspoed, waar bovendien de sluiting van de grensovergang Rafah naast de sluiting van de grensovergang Karem Abu Salem/Kerem Shalom de verstikkende belegering en hongersnood in alle gebieden van de Gazastrook opnieuw verergert.

    De nachtelijke militaire invasie kwam na een reeks tegenstrijdige berichten als een achtbaan van steeds veranderende verwachtingen over de mogelijkheid van een staakt-het-vuren en de uitwisseling van gijzelaars en gevangenen. De huidige onderhandelingsronde tussen de Israëlische regering en Hamas stond maandag op instorten, maar toen kondigde de leiding van Hamas aan dat ze de voorwaarden van het “Egyptische aanbod” voor het akkoord aanvaardde. Het ‘Forum van Gegijzelden en Vermiste Families’, een comité opgericht door de families van de ontvoerden, zei in een reactie: “We verwelkomen de aankondiging van Hamas om het staakt-het-vuren te bevorderen, dat de terugkeer bevordert van de 132 ontvoerden die al zeven maanden door Hamas gevangen worden gehouden.” Het comité riep de rechtse Israëlische regering op om “met daden haar betrokkenheid bij haar burgers te bewijzen – het kabinet moet de toestemming van Hamas aanvaarden en omzetten in een akkoord voor de terugkeer van iedereen.” Diezelfde avond benadrukte het kabinet van premier Netanyahu echter, in weerwil van de druk voor een staakt-het-vuren op zowel internationaal en regionaal niveau als vanuit de Israëlische samenleving, dat het oorlogskabinet unaniem had besloten dat “het voorstel van Hamas zeer ver afstaat van de noodzakelijke eisen van Israël.” Naast de beslissing om de Rafah-invasie te beginnen, besloot het kabinet ook om een Israëlische delegatie naar Caïro te sturen, zij het op een tussenliggend niveau en blijkbaar zonder een echt mandaat om vooruitgang te boeken in de onderhandelingen. Van zijn kant maakte de leiding van Hamas duidelijk dat ze de overname van de grensovergang bij Rafah door de bezettingstroepen beschouwde als een stap die bedoeld was om de onderhandelingen te torpederen.

    Onder de leden van het kleine oorlogskabinet – waartoe ook Galant en Gantz behoren, naast de ‘waarnemers’ Eisenkot, Der`i en Dermer – was Netanyahu het meest provocerende element en het meest gekant tegen het ondertekenen van een akkoord in dit stadium. Andere elementen in het Israëlische regime werden aangezet tot tactische flexibiliteit, inclusief de mogelijkheid om een invasie te vermijden. Netanyahu wedijvert, grotendeels om zijn politiek overleven veilig te stellen, met de leiders van de extreemrechtse partijen die waarschuwen dat ze zijn coalitie zullen laten vallen en die oproepen tot een “onmiddellijk bevel om Rafah te bezetten” (Ben-Gvir), evenals: “Rafah, Deir al-Balah, Nuseirat – totale vernietiging. Wis de herinnering aan `Amalek onder de hemel uit” (Smotrich).

    De belangrijkste reden voor het torpederen van de onderhandelingen tot nu toe is dat het oorlogskabinet – in naam van een de regering die de Gazastrook bezet en vernietigt – gekant blijft tegen een akkoord voor een staakt-het-vuren die een einde maakt aan het bloedige militaire offensief en een volledige terugtrekking van de bezettingstroepen op korte termijn zou inhouden.

    Hoe vaster het kabinet in zijn positie zit, hoe heviger de confrontatie wordt tussen het kabinet en sommige families van de ontvoerden. Op dinsdag zei Einav Tsengawkar, moeder van de ontvoerde Matan Tsengawker, in een verklaring aan de media vanuit het protestcentrum van de families in Tel Aviv voor de militaire basis van het Israëlische Ministerie van Veiligheid, het volgende: “We hoorden van bronnen die betrokken waren bij de onderhandelingen dat wat een akkoord echt in de weg staat, wat ons scheidt van onze geliefden, een Israëlische toezegging was en blijft om de oorlog te beëindigen. We zeggen hier duidelijk tegen Netanyahu en de Israëlische regering – als de enige manier om de gijzelaars terug te krijgen een Israëlische toezegging is om de oorlog te beëindigen – beëindig de oorlog, breng ze terug en red levens.”

    Op militair niveau wordt het volledige invasieplan voor Rafah gezien als een strategische zet om het “laatste bolwerk” van de gewapende vleugel van Hamas, de Izz ad-Din al-Qassam Brigades, met wellicht vier bataljons van ongeveer 3000 strijders, te verslaan, de reorganisatie van de militaire vleugel te vertragen en de Israëlische controle over de grensovergang bij Rafah en de ‘Philadelphi-route’ langs de grens met Egypte te vergroten. Op politiek niveau is de zet bedoeld om te laten zien wie de touwtjes in handen heeft. Symbolisch gezien dient het om een vals beeld op te bouwen van een ‘overwinning’ van de bezettingsmacht en van Netanyahu en zijn regering in het bijzonder.

    Desondanks staat de rechtse Israëlische regering onder zware druk om het volledige plan voor de invasie van Rafah niet uit te voeren. Stafchef Halevi heeft al verschillende keren plannen goedgekeurd om de bevolking te verplaatsen en met de bezettingstroepen binnen te vallen, maar het Israëlische oorlogskabinet heeft tot nu toe afgezien van een beslissing over de volledige uitvoering van het invasieplan. Dit gebeurt onder invloed van de druk van het Israëlische publiek over de kwestie van de ontvoerden en de internationale druk van regeringen van bondgenoten die geen verdere destabilisatie willen.

    Nadat de dramatische uitwisseling van klappen tussen het Israëlische regime en zijn Iraanse tegenhanger het gevaar van een regionale escalatie illustreerde, en na berichten over een gerichte Israëlische aanval op Iraans grondgebied op 19 april, die door beide partijen formeel ontkend werden om “de gebeurtenissen af te sluiten”, keerde de aandacht onmiddellijk terug naar de wreedheden in Gaza. De volgende dag werden gruwelijke berichten gepubliceerd over de ontdekking van massagraven op het terrein van het Nasser ziekenhuis in Khan Younis, waarin meer dan 300 lichamen werden gevonden, waaronder die van vrouwen en kinderen. Sommige lichamen werden vastgebonden gevonden, met tekenen van marteling en zonder kleding, en sommige slachtoffers zijn mogelijk ter plekke geëxecuteerd. Na het historische bloedbad in Khan Younis door de Israëlische bezettingstroepen tijdens de oorlog van 1956, werd er een massagraf ontdekt in de stad waar de lichamen werden begraven van ongeveer 40 geboeide Palestijnen die van achteren in het hoofd werden geschoten – een gebeurtenis die nu verbleekt in vergelijking met de omvang van de catastrofe in Khan Younis en de Gazastrook in het algemeen.

    Het nieuws uit het ziekenhuis vertraagde de hernieuwde escalatie van Israëlische bombardementen in Rafah geen moment. Volgens voorzichtige officiële cijfers zijn er tot nu toe meer dan 35.000 mensen omgekomen tijdens het genocidale offensief van het Israëlische kapitalisme op de Gazastrook, waaronder 14.500 baby’s, kinderen en jongeren en 9.500 vrouwen. Ongeveer 75% van de 77.000 gewonden zijn vrouwen. Meer dan 8.000 mensen worden vermist of zitten vast onder het puin. De meest basale infrastructuur is vernietigd en het bewuste gebruik van uithongering als wapen heeft een ernstige hongersnood veroorzaakt in het noorden van Gaza. Na een beperkte en cynische uitbreiding van de bevoorrading, dreigt de sluiting van de grensovergangen in het zuiden van Gaza soortgelijke crises in andere gebieden te veroorzaken.

    Van protest tot stakingen

    Op mondiaal niveau gaf de golf van betogingen, campusbezettingen en protestkampementen door studenten een nieuwe impuls aan de internationale beweging om het bloedbad te stoppen. In de Israëlische samenleving legde het feit dat veel gijzelaars van 7 oktober ook omkwamen in de campagne van massamoorden, uithongering en vernietiging door het regime, de leugen bloot dat ‘militaire druk’ in het belang van de ontvoerden zelf zou zijn. Het deel van de families van de ontvoerden dat kritischer tegenover de Israëlische regering stond, begint zich onafhankelijk van het officiële ‘Forum van Gegijzelden en Vermiste Families’ te organiseren en de strijd te verhevigen. Ze gingen zelfs zover dat ze de Histadrut opriepen om een algemene staking in de Israëlische economie te leiden om het rechtse regime te dwingen in te stemmen met een akkoord voor de uitwisseling van ontvoerden en gevangenen.

    Tegelijkertijd riepen vertegenwoordigers van de Palestijnse vakbonden in Gaza, die tot nu toe het helse landschap hebben overleefd, op tot protest- en stakingsinitiatieven van vakbonden in de regio en over de hele wereld, in het bijzonder rond 1 mei, de Internationale Dag van de Arbeider, en 15 mei, de Nakba-dag. Deze laatste dag herdenkt de massale etnische zuivering door de Israëlische strijdkrachten tijdens de oorlog van 1948, waaronder de vernietiging van honderden gemeenschappen, de ontheemding van het grootste deel van de Palestijnse bevolking binnen de Groene Lijn, evenals de voortzetting van onteigeningsprocessen, waardoor de herinnering uit de publieke sfeer wordt gewist en de wederopbouw van gemeenschappen wordt ontkend. Het Hoge Opvolgingscomité van het Arabische Publiek in Israël markeerde 15 mei ook als een mogelijke dag van protest. Ondertussen werd op 21 april een proteststaking georganiseerd op de Westelijke Jordaanoever, waarbij de lerarenvakbond betrokken was, na een inval van de bezettingstroepen in het vluchtelingenkamp Nur Shams in Tulkarm.

    Van Washington tot Riyad vreest de heersende klasse verstrikt te raken in een regionale militaire escalatie en het voortdurend aanwakkeren van massale woede en radicalisering door nog meer gruwelijke beelden uit Gaza. De regering Biden is misschien bereid om een ‘beperkte’ invasie van Rafah te accepteren, maar heeft duidelijk gemaakt dat ze tegen een grootschalige invasie is en zelfs een specifieke wapenlevering aan Israël tegenhoudt als een beperkt drukkingsmiddel. Tegelijkertijd oefent het druk uit op het Qatarese regime – dat op verzoek van Washington sinds 2012 onderdak biedt aan de verbannen leiders van Hamas – om vertegenwoordigers van Hamas uit te wijzen als ze niet akkoord gaan met een “gefaseerd” akkoord die het offensief niet officieel beëindigt.

    Het Egyptische regime van Sisi heeft gedreigd het vredesverdrag met Israël te bevriezen in een scenario van een volledige invasie in Rafah. De bloedige crisis in Gaza versterkt het Egyptische publieke verzet tegen de strategische alliantie tussen Sisi’s dictatuur en de Israëlische dictatuur die over de Palestijnen is opgelegd. De Houthi-blokkade van de Rode Zee doet de handelsinkomsten dalen. Een ‘volledige’ invasie van Rafah zou verdere instabiliteit creëren, inclusief een mogelijke golf van Palestijnse vluchtelingen naar de Sinaï. Tegen deze achtergrond nam het Egyptische regime het voortouw in de bemiddeling van de laatste onderhandelingsronde van zijn Qatarese tegenhanger. Tegelijkertijd is er, onder toezicht van het Amerikaanse en Franse imperialisme, een versnelling van de onderhandelingen over een mogelijk akkoord – afhankelijk van een staakt-het-vuren scenario in Gaza – om de intensieve uitputtingsslag aan de Israëlisch-Libanese grens te stoppen en de omstreden grenspunten te regelen.

    Strategische impasse

    Netanyahu heeft lange tijd met zijn typische arrogantie verklaard dat een Israëlische invasie van Rafah zal worden uitgevoerd, zelfs zonder de steun van Washington. Maar die arrogantie gaat gepaard met een grote zwakte. De moorddadige Israëlische regering heeft te maken met verdeeldheid aan de top in het licht van een strategische impasse, met publieke woede op lokaal niveau en met toenemende druk op internationaal niveau. Die druk is vooral het resultaat van de massale woede en de protestbeweging over de hele wereld. In deze context is het Israëlische oorlogskabinet ook bezorgd over de mogelijkheid van arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof (ICC) voor Netanyahu, Galant en stafchef Halevi voor oorlogsmisdaden en betrokkenheid bij genocide in Gaza, vergelijkbaar met het bevel tegen Poetin. Ze vroegen het Amerikaanse imperialisme om tussenbeide te komen om dit van tafel te vegen en dreigden de Palestijnse Autoriteit omver te werpen als de bevelen worden uitgevaardigd.

    Over het algemeen wordt het Israëlische kapitalisme duidelijk gesteund door Washington. De regeringen van het Westen en de Arabische regimes waarmee ze een alliantie hebben, lieten zeker bij de vergelding van Iran zien dat voor hen het Israëlische kapitalisme momenteel in wezen een factor is voor de bescherming van hun geostrategische belangen in de regio. Door de zware publieke druk van de solidariteit met de Palestijnse massa’s in Gaza wordt enkel lippendienst bewezen aan het lot van de Palestijnen. De blijvende steun aan het Israëlische regime wordt versterkt door de rivaliteit tussen het kamp van het Amerikaanse imperialisme en het kamp van het Russische en Chinese imperialisme. Zo keurde de regering Biden het hulppakket goed om de oorlogsmachines van de heersende klassen in Israël, Oekraïne en Taiwan te versterken en sprak ze zich ook uit tegen de studentenprotesten. De hele maand april heeft ze intensief gewerkt, in de aanloop naar de speciale bijeenkomst van het World Economic Forum in Riyad (28-29 april), aan het formuleren van een ontwerp voor een regionale overeenkomst die normalisatie tussen Saoedi-Arabië en Israël en een “defensiepact” tussen de Verenigde Staten en Saoedi-Arabië zou omvatten. Dit zou gepaard moeten gaan met een vage instemming van de Israëlische regering met stappen in de richting van een ogenschijnlijk formele erkenning van een Palestijnse staat op papier – dat is nog beperkter dan wat in het Saoedische vredesinitiatief van 2002 stond. Blinken heeft de Israëlische regering naar verluidt een ultimatum gesteld om het voorstel in mei te accepteren. Nadien zou de VS desnoods zonder Israëlische betrokkenheid vooruitgang in een regionale deal proberen te bereiken.  

    De regering Biden liet zien hoe vijandig het Amerikaanse imperialisme staat tegenover het idee van een recht op nationale zelfbeschikking voor de Palestijnen, zelfs op symbolisch niveau. Ze deed dit met het veto tegen een resolutie van de VN-Veiligheidsraad (18 april) waarin de Palestijnse Autoriteit, formeel als de staat Palestina, werd toegelaten tot een volwaardig lidmaatschap van de VN. Deze stap vond plaats terwijl de stroom van Amerikaanse wapens naar de massaslachting van Palestijnen doorging en de economische wurging door het droogleggen van de UNRWA doorging.

    Desondanks erodeert het niveau van vertrouwen en coördinatie tussen het Witte Huis en de regering van Netanyahu. Er zijn meer dan twee maanden verstreken sinds de Amerikaanse regering zich niet langer verzette tegen oproepen voor een staakt-het-vuren in Gaza en het Rafah invasieplan tot een “rode lijn” verklaarde. Biden zelf schatte in februari in dat een akkoord een kwestie van dagen was. Meer dan een maand geleden werd voor het eerst geen veto van de VS tegen een resolutie van de VN-Veiligheidsraad waarin een onmiddellijk staakt-het-vuren werd geëist.

    Na een fase waarin de omvang van de bezettingstroepen in de Gazastrook werd afgebouwd, is het rechtse Israëlische regime in de huidige onderhandelingsronde onder druk gezet om flexibel om te gaan met dubbelzinnige formules in het kader van het “Egyptische voorstel”, en om de bevoorrading van de uitgehongerde en gebombardeerde bevolking in Gaza enigszins uit te breiden, vooral na de moord op de medewerkers van de World Central Kitchen (1 april). Het Israëlische regime probeert echter vanaf het begin de controle over de Gazastrook te versterken door middel van het genocide-offensief en heeft geen duidelijke “exit-strategie” omtrent controlemechanismen over de ruïnes en de bevolking. Het heeft Hamas voorlopig militair verzwakt, maar is nog lang niet in staat om Hamas uit te schakelen als een georganiseerde en gewapende politieke macht. Noch heeft het een georganiseerde lokale macht binnen handbereik om vrijwillig te dienen als een “alternatief bestuur” in coördinatie met de Israëlische bezetting. Zelfs als de Palestijnse Autoriteit geïnteresseerd zou zijn geweest, handhaaft ze zichzelf nauwelijks in de enclaves op de Westelijke Jordaanoever en is ze al lang ontmaskerd als onderaannemer van de Israëlische bezetting.

    Verschillende kringen van de Israëlische heersende klasse spelen met plannen over wat er morgen in Gaza moet gebeuren. Terwijl extreemrechts in Israël de permanente directe bezetting wil herstellen, met etnische zuivering en nog kolossalere uitroeiing, om het koloniale nederzettingenproject ter plaatse te vernieuwen, ziet de hoofdstroom van de Israëlische heersende klasse dit als een recept voor strategische verstrengeling. Een deel van de Israëlische heersende klasse speelt met het idee van massale verdrijving naar de Sinaï, maar zelfs dat wordt gedwarsboomd door de oppositie van de Egyptische en andere regimes in de regio die bang zijn voor de gevolgen van massale destabilisatie. Het hervatten van de koloniale nederzettingen in Gaza, nadat deze twee decennia geleden werd beëindigd omdat het niet lukte om de demografische balans te veranderen, zou de totale kosten van een onstabiel bezettingsregime alleen maar verergeren. Pogingen om de massa van de Palestijnse bevolking in Gaza volledig te elimineren, via massale uitzetting, en zeker via een maximaal uitroeiingsprogramma, zou een veel diepgaander veelzijdige wereldwijde en regionale reactie uitlokken met massale radicalisering en protestbeweging, inclusief onder de Palestijnse gemeenschappen, evenals onder delen van de Israëlische Joodse werkende klasse en jeugd. In plaats daarvan spelen ze met het idee om op de middellange termijn directe bezettingstroepen in delen van de Gazastrook te houden, te streven naar het cultiveren van een lokale collaboratiekracht, en misschien de Palestijnse Autoriteit weer onder verhoogde Israëlische controle te plaatsen, mogelijk met de hulp van een politiemacht namens de Arabische regimes – en zelfs dan is het voor alle strategen van het Israëlische regime duidelijk dat de bezetting en voortdurende onderdrukking van de Palestijnen verzet in verschillende vormen zal uitlokken, en dat verschillende groepen en organisaties zich hiertegen zullen organiseren, inclusief met gewapende middelen.

    Verdieping van de belegering

    De strategie van het bezettingsregime voor na dit offensief bestaat uit het verscherpen van de brute militaire blokkade tegen de belegerde bevolking, onder het excuus dat Palestijnse milities hierdoor niet in staat zouden zijn om zichzelf te bewapenen. De bezettingsmacht wil zichzelf het recht voorbehouden om zich te bewapenen met de wapens die ze gebruikt om de gruwelijke grootschalige aanvallen op de Palestijnse bevolking uit te voeren, en dit gebeurt onder het mom van veiligheidsdemagogie, gebaseerd op cynische uitbuiting van het bloedbad van 7 oktober en de algemene willekeurige aanvallen van Hamas op gewone Israëlische burgers. Het overgrote deel van de wapens is echter in handen van de bezettingsmacht en het overgrote deel van de slachtoffers maakt deel uit van de bezette bevolking, die een fundamenteel recht heeft om zichzelf te verdedigen en aanvallen tegen haar te bestrijden en om bevrijd te worden van de barbaarse onderdrukking die haar is opgelegd.

    Na bijna twee decennia van nauwe afsluiting van Gaza door het Israëlische regime, met de hulp van zijn Egyptische tegenhanger, betaalde de bevolking van Gaza al een rampzalige prijs. Zonder vooruitzicht op een oplossing voor de gewone inwoners voorbij het hek in de westelijke Negev/Naqab, zijn de valse veiligheidsvoorwendselen die het beleid onderbouwden herhaaldelijk verbrijzeld door militaire escalaties en in extreme proporties in de huidige historische bloedige crisis.

    In 2005 werd als onderdeel van het ‘Terugtrekkingsplan’, dat gericht was op het stabiliseren van de Israëlische bezetting, de Overeenkomst inzake verkeer en toegang (AMA) tussen de staat Israël en de Palestijnse Autoriteit en de overeenkomst over de inzet van Egyptische politietroepen langs de grens tussen Gaza en Egypte ondertekend. Ondanks het einde van de directe aanwezigheid van de bezettingstroepen aan de grensovergang bij Rafah, behield de Israëlische regering de beslissende controle over de grensovergang, te beginnen met het verbod op de overdracht van goederen, het toezicht op de passanten (inclusief de voortdurende controle over het Palestijnse bevolkingsregister, dat centraal staat in het vergunningenbeleid) en de officiële bevoegdheid om de grensovergang te sluiten, aangezien het Egyptische regime de grens met Gaza erkent als de grens met de staat Israël. De grensovergang is gesloten sinds Hamas in 2006 de verkiezingen voor de PA-instellingen won, waarna de afsluiting werd verscherpt (hoewel deze in 2008 kortstondig werd doorbroken door strijders van Palestijnse milities). Ondertussen werkten het Israëlische en Egyptische regime aan de vernietiging van smokkeltunnels, een vitale economische slagader in de schaduw van de brutale militaire afsluiting. Het Egyptische regime werd van tijd tot tijd onder druk gezet om de grensovergang te openen en onder druk van de revolutionaire golf van 2011 werd het gedwongen om meer belangrijke concessies te doen. Tijdens de contrarevolutie van het Sisi-regime in het afgelopen decennium namen de coördinatie met het Israëlische regime en de aanvallen op de tunnels echter toe. In overeenstemming met de plannen die door het Israëlische leger onder druk van Washington zijn geformuleerd, wordt nu gesproken over de mogelijkheid van de combinatie van een beperkte Israëlische militaire invasie van de ‘Philadelphi’-route en een nieuwe Israëlisch-Egyptische overeenkomst waarbij meer goederen doorgelaten worden en tegelijk de tunneleconomie wordt verpletterd en de greep van de bezetting op de economische slagaders van de overlevenden in de Gazastrook wordt verdiept. Ook deze poging om de bezetting te stabiliseren is gedoemd te mislukken.

    Vulkaan van instabiliteit

    De poging van Washington en de Arabische regimes om het Israëlische kapitalisme in te zetten voor de uitbreiding van normalisatie als een stabiliserende exit-strategie stuit op obstakels van het Israëlische regime zelf. De diepe systemische crisis van het kapitalisme en de campagne om de koloniale bezetting te bestendigen die het Israëlische regime tot dit punt hebben geleid, hebben zijn politieke stabiliteit ondermijnd en zijn afhankelijkheid gecreëerd van de beperkte overwegingen van Netanyahu en ultranationalistische krachten. Ook als Trump, als een agent van chaos in het mondiale systeem, niet terugkeert naar het Witte Huis in januari, is er geen uitzicht op een hernieuwd evenwicht op lange termijn voor het bezettingsregime.

    De terechte verontwaardiging onder miljoenen Palestijnen en onder mensen in de hele wereld over de wijdverspreide verwoesting van de Gazastrook zal niet worden vervangen door een verlangen om een politieke bruiloft te zien tussen de bezettingsmacht en Bin Salman op het gazon van het Witte Huis. Het imperialistische kamp van de westerse staten, de belangrijkste veroorzaker van het bloedbad in Gaza, zal gedwongen worden om meer lippendienst te bewijzen aan de massale solidariteit met de Palestijnen, met inbegrip van zachte sancties tegen de bezetting en de nederzettingen. Waarschijnlijk zullen meer Europese staten de Palestijnse Autoriteit formeel als staat erkennen, na het besluit van de Zweedse regering tien jaar geleden. Maar symbolische verklaringen zullen het recht van de Palestijnen op bevrijding van onderdrukking en daadwerkelijke onafhankelijkheid van een nationale staat niet verwezenlijken, noch zullen ze de wereldwijde massale woede over de Israëlische bezetting doen afnemen.

    Ondanks de politierepressie tegen het protest aan de Universiteit van Columbia in de VS, gaat de beweging door en verspreidt de protestgolf zich van elite-universiteiten in de VS naar campussen over de hele wereld – inclusief onder Palestijnse studenten op de Westelijke Jordaanoever en studenten in Libanon, Egypte, Tunesië, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Australië en elders. Vanuit Gaza werden foto’s gepost van kinderen die studenten in de Verenigde Staten bedankten voor hun solidariteit. De golf van protesten maakt Westerse regeringen en Arabische regimes duidelijk dat het effectief binnenvallen van Rafah zowel regionaal als wereldwijd voor schokgolven zal zorgen.

    De Israëlische gevestigde media mobiliseerden zich om het studentenprotest in een slecht daglicht te plaatsen. Ze doen dit als onderdeel van de propaganda om steun te mobiliseren voor de militaire acties van de rechtse Israëlische regering en het massaal vermoorden van Palestijnen. De schaamteloze opruiing tegen de protestacties op de campussen probeert deze voor te stellen als bolwerken van antisemitisme die herinneringen zouden oproepen aan Duitsland in de jaren 1930 (!). Deze voorstelling is grotesk, maar tegelijk een indicatie dat de internationale beweging tegen het genocidale offensief in Gaza niet slechts wat ‘achtergrondgeluid’ veroorzaakt. Er is echte bezorgdheid onder delen van de Israëlische heersende klasse. De officiële propaganda van het rechtse regime in Israël probeert niet alleen te verdoezelen dat antisemitische stemmen marginale elementen zijn in de protesten, maar ook dat er in het hart van de protesttenten in de Verenigde Staten nogal wat studenten van Joodse afkomst zitten.

    In een andere stap om de werkelijkheid te verhullen, in de geest van het Poetin-regime, maar op een veel zwakkere en meer ondermijnde basis, besloot de regering Netanyahu-Gantz om de activiteiten van het Qatarese kanaal Al-Jazeera in Israël stop te zetten om de ruimte voor journalistiek die niet in de pas van de oorlogspropaganda loopt, verder te onderdrukken.

    Het agressief aanwakkeren van nationalistische reacties in de Israëlische samenleving – steunend op veiligheidsdemagogie – zorgt ervoor dat de algemene steun voor het militaire offensief in Gaza onder de Joodse bevolking sterk blijft. De houding ten opzichte van de regering is echter super-tegenstrijdig, met massaal wantrouwen en verontwaardiging. Slechts een minderheid schaart zich achter de lijn van extreemrechts in Israël die tegen een staakt-het-vuren is. 54% van het algemene publiek (transnationale gemeenschappen) verkiest een ‘gijzelaarsakkoord’ boven een Israëlische invasie in Rafah (Maariv-enquête, 3 mei). Het ontslag van het hoofd van de militaire inlichtingendienst, en daarvoor het vertrek van de fractie van Gideon Sa’ar uit de regering, weerspiegelen de uitbreiding van de diepte en de reikwijdte van de Israëlische betogingen die een akkoord eisen en oproepen tegen Netanyahu en de regering. Maar ze illustreren ook de zwakte van de regering en de veel bredere woede van het publiek. 58% van het grote publiek is voorstander van het onmiddellijke aftreden van Netanyahu, wiens partij iets meer dan de helft van het stemmenaandeel van de verkiezingen van ’22 heeft gehaald en het blok Netanyahu schommelt rond de 50 zetels (peiling News 12, 30 april). Naast de woede tegenover Netanyahu en extreemrechts, en tot op zekere hoogte ook tegen het kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever, is er de woede tegen het politiegeweld en is er de klassenwoede wegens de golf van prijsstijgingen veroorzaakt door de grote voedingsbedrijven.

    De punten van optimisme te midden van een reactionaire golf en gruwelijke beelden zijn de aanhoudende strijd over de hele wereld en op lokaal niveau tegen de agenda van het Israëlische regime. In navolging van een wereldwijde trend wordt ook het idee van stakingen opnieuw meer centraal gesteld, met het inzicht dat betogingen op zich niet genoeg zijn, dat het nodig is om de beslissende kracht van de arbeidersklasse te mobiliseren voor de strijd.

    In de Israëlische samenleving heeft Histadrut-voorzitter Bar-David duidelijk gemaakt dat hij niet van plan is om een staking te leiden. Een oproep tot het opzetten van stakingen moet uitgebreid worden gepromoot in betogingen en in alle vakbonden en de arbeiderscomités (van delegees), en er moet een volledig einde van het offensief in Gaza worden geëist, niet slechts een tijdelijk staakt-het-vuren. Op deze basis kan ook een link worden gelegd naar de oproep van het Arabische Opvolgingscomité en de Palestijnse vakbonden tot proteststakingen om een einde te maken aan de genocidale aanval.

    De studentenkampementen op tientallen campussen in de VS gaven ook een impuls aan actie in de regio. In Tunesië gaven honderden studenten gehoor aan een oproep van de twee belangrijkste studentenvakbonden van het land, UGET en UGTE. Eerder vonden al belangrijke protesten plaats in Jordanië en Egypte. In de gebieden van ’48 worden, ondanks de repressie en vervolging door de politie, meer anti-oorlogsbetogingen en solidariteitsmarsen met de Palestijnen in Gaza georganiseerd. De Nakba-dag moet een verzamelpunt worden in de verdere opbouw van internationale en lokale mobilisatie, inclusief stakingsacties in de geest van de geheel Palestijnse “Waardigheidsstaking” van mei 2021, die Palestijnse gemeenschappen over de hele Groene Lijn en daarbuiten omvatte.

    In de Israëlische betogingen voor ‘Een akkoord nu’ en ‘Verkiezingen nu’ zijn de stemmen die categorisch tegen het Gaza-offensief en de bezetting zijn, relatief geïsoleerd. Er is echter steeds meer ruimte voor noodzakelijke interventie van links, vooral door socialistische stemmen uit de werkende klasse die aansluiting vinden bij de woede over de bloedige regering en extreemrechts. Met oproepen tot massastrijd en stakingen kunnen we ingaan tegen de nationalistische ophitsing, het offensief en de bezetting.

    Het ontwikkelen van banden met de internationale protestbeweging is absoluut essentieel om een uitweg uit de helse situatie aan te wijzen. Oorlog, crisis en catastrofe lokken over het algemeen pijnlijke maar radicale conclusies uit onder de arbeidersklasse – over de verschrikkingen van het kapitalistische systeem maar ook over onze latente kracht om de loop van de geschiedenis te veranderen. Nu al kijken belangrijke groepen werkenden en jongeren in de hele regio en wereldwijd naar de methoden van massale strijd van de arbeidersklasse als een middel om een slag toe te brengen aan de oorlogsmachine en haar imperialistische helpers. Revolutionaire socialisten moeten proberen deze elementen internationaal te verdiepen en te versterken, door de noodzaak van een onafhankelijke strijd tegen de belegering, de bezetting en de heerschappij van het kapitaal aan de orde te stellen.

    Wij roepen op:

    • Om de protestacties van studenten, scholieren en werkenden overal uit te breiden om het bloedbad te stoppen. Bevorder discussie- en protestbijeenkomsten en gemeenschapsoverschrijdende betogingen van protest en solidariteit. Steun de oproep van de families van de ontvoerden voor een algemene staking in Israël om een staakt-het-vuren te eisen. Geef gehoor aan de oproepen van het Opvolgingscomité en de Palestijnse vakbonden om protesten en stakingen te organiseren.
    • Stop de Rafah invasie, beëindig het bloedbad in Gaza – inclusief het terugtrekken van alle Israëlische strijdkrachten uit Gaza. Ja aan de uitwisseling van gijzelaars en gevangenen. Een einde aan het offensief van militairen en kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, een einde aan het beleid van moordaanslagen, nee tegen een regionale oorlog.
    • De bloedige regering Netanyahu-Gantz-Ben Gvir moet weg, als onderdeel van een strijd tegen heel de agenda van deze regio. Er is geen vrede, gelijkheid en persoonlijke veiligheid in de regio mogelijk zonder een strijd tegen nationale onderdrukking, belegering, bezetting, armoede en de heerschappij van het kapitaal. Bevorder de oprichting van partijen voor massale strijd aan beide zijden van de Groene Lijn, om gecoördineerd op te treden.
    • Een einde aan het wapen van uithongering tegen de inwoners van de Gazastrook, een einde aan de belegering. Garanderen van de onmiddellijke massale overdracht van voedsel, schoon water en basisgoederen vanaf alle grensovergangen zonder kosten aan elk huishouden in de Gazastrook, als onderdeel van een massale investering in wederopbouw onder democratische controle van de inwoners van de Gazastrook zelf, en op kosten van de kapitalisten in landen die de oorlog hebben gefinancierd. Onteigening van de banken, grote bedrijven en belangrijke infrastructuren in de Israëlische economie in publieke handen, onder democratische controle en beheer van de werkende klasse, voor massale investeringen in compensatie en wederopbouw aan beide kanten van het hek.
    • Stop de aanvallen op de democratische vrijheden en de toenemende politieke vervolging onder de dekmantel van het offensief. Verzet tegen de uitvaardiging van noodverordeningen, die met name dreigen te worden gebruikt voor politieke onderdrukking, waaronder het opsluiten van tegenstanders van het offensief. Nee tegen het vertrappen van het recht op protest en de persvrijheid. Verzet tegen nationalistische heksenjachten op werkplekken en campussen, bedoeld om Arabisch-Palestijnen en in het algemeen stemmen tegen het offensief en nationale onderdrukking het zwijgen op te leggen en af te schrikken. Een einde aan de vervolging van Arabisch-taligen in de publieke sfeer, inclusief op sociale netwerken.
    • Een einde van de bezetting en het koloniale nederzettingenproject. Ja aan de strijd voor de vestiging van een onafhankelijke, democratische, socialistische Palestijnse staat met gelijke rechten, en aan de strijd voor democratie en socialistische verandering in Israël en de regio, waarbij gelijke rechten voor alle naties en alle minderheden worden gewaarborgd.
    • Vrede vereist volledige gelijkheid. Strijd voor de omverwerping van onderdrukkende regimes, kapitalisme en imperialisme, en voor socialistische verandering, als basis voor regionale vrede. Strijd voor een fundamentele oplossing, gebaseerd op het beëindigen van nationale onderdrukking, gelijke bestaansrechten, zelfbeschikking en een leven in waardigheid, welzijn en persoonlijke veiligheid voor iedereen. Dit maakt deel uit van de strijd voor socialistische verandering in de regio, inclusief de oprichting van een regionale socialistische confederatie, die democratie en persoonlijke veiligheid zou bevorderen en de belangrijkste hulpbronnen zou aanwenden, onder democratisch publiek eigendom, ten gunste van iedereen.
  • Maak van campusbezettingen democratische hoofdkwartieren van verzet tegen genocide!

    Columbia, Yale, New York University, Berkeley … Het aantal studentenbezettingen en -mobilisaties tegen de genocide in Gaza is in de Verenigde Staten verveelvoudigd en houdt stand ondanks de harde repressie van de politie. De internationale beweging van solidariteit met de Palestijnse massa’s is nieuw leven ingeblazen.

    In Frankrijk, Libanon, Oostenrijk en Tunesië groeien de protesten van middelbare scholieren en van studenten. In België zijn bezettingen begonnen aan de Universiteit van Gent en de ULB, anderen volgen. De centrale eis is het einde van de samenwerking met zionistische instellingen en bedrijven die betrokken zijn bij de systematische onderdrukking van het Palestijnse volk.

    Deze mobilisatie van onze solidariteit is des te dringender omdat de Israëlische staat zijn troepen richt op het laatste toevluchtsoord voor de bevolking van Gaza, namelijk Rafah. De controle over de grens tussen Gaza en Egypte is al overgenomen.

    Gaza wordt beschouwd als een openluchtlaboratorium voor het gebruik van AI bij het bepalen van doelwitten van het Israëlische leger. Het bloedbad neemt er een industrieel karakter aan. Dit verklaart waarom de Vrije Universiteit Brussel (VUB) zopas heeft aangekondigd dat ze haar medewerking wil stopzetten aan een wetenschappelijke studie over artificiële intelligentie (AI) waaraan ook twee Israëlische partners deelnemen. De universiteit wil volledige transparantie bieden over haar samenwerkingsprojecten die gefinancierd worden door de Europese Unie via het Horizon Europe kaderprogramma.

    Personeel solidair

    “Vandaag werkten heel wat collega’s vanuit het bezette UFO. We zijn diep geschokt door de beslissing van de raad van bestuur om het advies van de eigen Mensenrechtencommissie en Dual Use Onderzoek naast zich neer te leggen. Zij adviseerden immers “na een grondige evaluatie m.b.t. de positie van onze universiteit” “om gezien de huidige context van onweerlegbare oorlogsmisdaden en grootschalige mensenrechtenschendingen geen bilaterale samenwerkingen meer af te sluiten met alle Israëlische universiteiten”.

    “Daarom steunen we de bezettingsactie en distantiëren we ons van de raad van bestuur en de rector die financiële belangen en politieke overwegingen laten primeren op mensenrechten.”

    De bezetters eisen terecht volledige transparantie van alle universiteiten, en deze transparantie zou ook moeten gelden voor alle andere autoriteiten! Naast de universiteiten zijn ook bedrijven en overheden in België direct of indirect betrokken bij de Israëlische bezetting van Palestina en het bloedbad.

    Met hun acties drukken de studenten uit wat er onder de bevolking leeft. Een overweldigende meerderheid van de Belgische bevolking – 74% – wil dat er een einde komt aan de wapenhandel tussen Israël en België (opiniepeiling YouGov, januari 2024). Dat toont aan hoe groot de mogelijke mobilisatie is!

    In de Verenigde Staten sluit de United Auto Workers (UAW) zich aan bij de mobilisatie. Vakbondsdelegaties en -structuren kunnen hier in België hetzelfde doen, te beginnen met de vakbondsdelegaties van het universiteitspersoneel.

    • Het momentum van de campusbezettingen kunnen we consolideren door democratische discussies op algemene vergaderingen. Waar de bezettingen nog niet begonnen zijn, kunnen solidariteitsacties en sit-ins georganiseerd worden, ook in middelbare scholen.
    • Arbeiders en studenten: samen sterk! Vakbondsdelegaties van universiteiten kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan algemene vergaderingen en solidariteitsmoties kunnen worden aangenomen door andere delegaties.
    • Voor volledige transparantie van universiteitsprojecten, geen cent voor bezetting en massamoord!
    • Stop de commercialisering van het onderwijs, die leidt tot partnerschappen met privébedrijven. Voor een massale herfinanciering van het onderwijs door de overheid!
    • Internationale solidariteit met studenten en werkenden, neen aan de repressie! Solidariteit met studenten en werkenden van Israëlische universiteiten die het slachtoffer zijn van nationalistische vervolging of repressie omdat ze zich tegen het genocidaire bloedbad verzetten!
    • Voor een arbeidersboycot en een bevriezing van de productie en levering van militair materieel aan Israël!

    De studentenacties kunnen een nieuwe dynamiek geven voor de nationale betoging van 19 mei in Brussel. Een blok van studenten van verschillende steden en campussen zou de onderlinge contacten versterken en de beweging stimuleren. Afspraak zondag 19 mei om 13u30 aan Brussel Noord.

    Meer lezen?

    https://nl.socialisme.be/98972/dossier-invasie-van-rafah-voer-het-wereldwijde-protest-op
    https://nl.socialisme.be/98906/palestijnse-solidariteitsprotesten-groeien-aan-op-amerikaanse-campussen
    https://nl.socialisme.be/98779/blijven-strijden-tot-de-palestijnen-van-kapitalistische-gruwel-verlost-zijn
    https://nl.socialisme.be/98202/lessen-uit-de-geschiedenis-van-onderdrukking-van-de-palestijnse-massas
  • Blijven strijden tot de Palestijnen van kapitalistische gruwel verlost zijn!

    De Palestijnse solidariteitsbeweging werd in de voorbije vijf maanden een historische massabeweging en ze blijft doorgaan ondanks enig verlies van momentum. Op verschillende plaatsen zijn actiecomités ontstaan op het niveau van een stad of een universiteit, terwijl op andere plaatsen de oude Palestijnse Solidariteitscomités nieuw leven is ingeblazen. Dit zijn de ideale plaatsen om te discussiëren over onze eisen (in het bijzonder hoe we de Israëlische oorlogsmachine vanuit België kunnen stoppen) en over de volgende stappen in de strijd.  

    door Arne Lepoutre uit maandblad De Linkse Socialist

    Er is een diversiteit aan tactieken waarmee de beweging een impact heeft op de samenleving: lokale en nationale betogingen, sit-ins aan universiteiten en meer directe acties aan fabrieken die wapens produceren of transporteren naar Israël. De politieke rechterzijde deed het protest aanvankelijk af als extremisme of antisemitisme. In verschillende landen werd protest verboden. In Luik blijven de lokale autoriteiten een lokale betoging verbieden. De woede en verontwaardiging nemen niet af. Maar we moeten samen bespreken hoe we de zwakke punten van de beweging kunnen overwinnen.

    Onze protesten zijn geen maat voor niets

    Het gruwelijk aantal doden, de honger en andere ellende doen sommige actievoerders twijfelen of hun protest iets uithaalt. We hebben echter wel degelijk impact. Peilingen geven aan hoe de publieke opinie veranderde. Enkele universiteiten en steden stopten hun samenwerking met Israëlische instellingen die betrokken zijn bij de bezetting. Multinationals moeten erkennen dat ze een impact voelen van de boycotacties. De CEO van Starbucks stelde dat zijn bedrijf “begin 2024 negatieve economische gevolgen ervaarde, vooral in het Midden-Oosten, maar ook in de VS, gebaseerd op een verkeerde voorstelling over onze positie rond de gebeurtenissen in de regio”.

    De hypocrisie van de wereldleiders, hun instellingen en autoritaire regimes in de regio werd blootgelegd. Onder druk van protest pleiten ze ondertussen bijna allemaal voor een staakt-het-vuren, zelfs de Verenigde Staten. Het wereldwijde massaprotest is de belangrijkste reden voor de groeiende kloof tussen Netanyahu en andere wereldleiders. Het vergroot alle uitdagingen van het Israëlisch regime: van het rechtvaardigen van de genocidale retoriek, de onmogelijkheid om Hamas te vernietigen met militair geweld, de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof tot de toenemende kritiek op Netanyahu in Israël zelf. We moeten niet naïef zijn. Het regime van Netanyahu is vooral in woorden meer geïsoleerd dan vroeger. In daden kan het op zijn bondgenoten blijven rekenen. Terwijl Westerse leiders over humanitaire hulp voor Gaza spreken, blijven ze wapens en militair materieel naar Israël sturen.

    Deze hypocrisie moeten we blijven aanklagen. Wereldwijd houdt het massaprotest aan. Ook in de VS zijn er militante acties, bijvoorbeeld door de groep ‘Jewish Voices for Peace’. In de Democratische voorverkiezingen is er een ware revolte tegen Biden en zijn steun aan het Israëlische regime. Duizenden mensen stemmen ‘uncommitted’ in die voorverkiezingen. In Michigan ging het om meer dan 100.000 kiezers of 13% en onder moslims zelfs om 94%. Ondanks de dreiging van Trump 2.0 wordt de druk op Biden opgevoerd. De actievoerders bekritiseren niet alleen ‘Genocide Joe’, maar ook zogenaamd linkse Democraten. Alexandria Ocasio-Cortez en Bernie Sanders werden meerdere malen geconfronteerd met protest omdat ze weigeren zich klaar en duidelijk uit te spreken. Dat op een ogenblik dat zelfs VN-rapporteur Francesca Albanese verklaart dat Israël “hoogstwaarschijnlijk” een genocide uitvoert in Gaza. De ‘linkse’ Democraten nemen het narratief van het establishment over, terwijl dat verworpen wordt door de actievoerders. Dat wordt gezien als een weigering om de onderdrukking van de Palestijnen volledig te erkennen en te veroordelen. 

    Hoe moet het verder? 

    Niet alle acties zijn even groot, maar het protest heeft een impact en moet doorgezet worden. Op de universiteiten wordt toegewerkt naar een actiedag op 15 mei, de herdenking van de Nakba in 1948. In de tussentijd zou het goed zijn als er nieuwe lokale en nationale betogingen komen. We kunnen het momentum van de beweging gebruiken om te strijden voor andere slachtoffers van imperialisme en kolonialisme. Oost-Congo, Soedan, Oekraïne, Jemen: er zit een systeem achter al deze oorlogen en geweld. Hoog tijd om dat aan te kaarten. Als we onze solidariteit uiten met alle slachtoffers, zal dat de beweging versterken en een grotere eenheid en slagkracht mogelijk maken. Niemand is vrij tot iedereen vrij is!

    Bij het protest moeten we ook nagaan waar we het meest impact kunnen hebben. De druk op medeplichtige regeringen en bedrijven betrokken in wapenleveringen is groot. In het Canadese parlement werd een motie gestemd die oproept wapenleveringen aan Israël stop te zetten. Het is symboliek, maar het werpt de vraag op hoe we dat in de praktijk kunnen brengen. In de verkiezingsperiode is er meer aandacht voor wat elke partij en politicus zegt en doet. We kunnen de druk opvoeren om alle exportvergunningen voor wapens en materiaal dat de bezetting ondersteunt te stoppen. Uiteraard zullen bedrijven dat proberen te omzeilen, ze willen hun winsten veiligstellen. Dit gebeurt vandaag al met wetgeving die wapenleveringen aan Israël verbiedt. De werkenden in de wapen- en transportsectoren zijn dan ook cruciaal. Hun controle op wapenexport is de enige garantie op een boycot. Indien nodig moeten ze de boycot van onderuit organiseren. Dat zal pas gebeuren als er voldoende maatschappelijke steun is. De solidariteitscomités kunnen een grote rol spelen om de steun in de samenleving te mobiliseren en met betogingen aan te tonen dat een meerderheid achter een arbeidersboycot staat. 

    Acties in België kunnen een effect hebben, niet in het minst in de opbouw van vertrouwen en steun voor een echte bevrijdingsstrijd door de Palestijnse bevolking naar het model van de algemene staking van 1936 en de Eerste Intifada vanaf 1987. Het versterkt ook de kleinschalige acties van de Israëlische linkerzijde tegen de regering en het bloedbad. Dat gebeurt in een klimaat van zware politierepressie en geweld door extreemrechtse stoottroepen. Het zijn echter noodzakelijke acties van jongeren en werkenden die niets te maken willen hebben met het koloniaal en genocidale Israëlische regime. Zulke acties, zeker tijdens een Palestijnse bevrijdingsstrijd, kunnen een enorme impact hebben. Bevrijding in Palestina hangt immers samen met sociale bevrijding in de hele regio. Voor een wereld waarin geen mens nog onderdrukt wordt door een ander!

  • Van bloedbad in Gaza naar dreiging van regionaal conflict

    De ongeziene militaire reactie van het regime in Teheran op de provocerende Israëlische aanslag op Iraanse generaals in het consulaat in Damascus doet vrezen voor een kettingreactie die een regionale vuurzee doet ontbranden. Netanyahu en de ministers van het ‘oorlogskabinet’, die verantwoordelijk zijn voor een historische bloedige crisis en die het initiatief namen voor de moordaanslag die in de eerste plaats leidde tot de gebeurtenissen, kloppen zichzelf op de borst voor de grootschalige onderschepping van de aanval. Ultranationalistische Israëlische politici, van Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich tot Miki Zohar en Tali Gottlieb, roepen openlijk op tot een regionale oorlog.

    Door Shahar Ben Horin en Yasha Marmer van Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël-Palestina). Artikel geschreven op zondag 14 april.

    De Iraanse actie heeft voorlopig de aandacht afgeleid van de catastrofe die zich in Gaza voltrekt en heeft het kamp van het Westerse imperialisme rond het Israëlische kapitalisme opnieuw geconsolideerd. Biden benadrukte nogmaals dat de Amerikaanse steun voor het Israëlische regime “ijzersterk” is. De G7 sloot zich bij hem aan in een veroordeling en een dreigement om de sancties tegen het regime in Iran op te voeren. Tegelijk probeerde de G7 druk te zetten op de Israëlische regering om een verdere escalatie te vermijden vanuit de angst om de controle over de gebeurtenissen te verliezen. De G7 herhaalde een hypocriete oproep om een staakt-het-vuren in Gaza te bevorderen.

    In Gaza meldden de bewoners ondertussen een van de rustigste nachten in de afgelopen gruwelijke zes maanden. Nu concentreerde de Israëlische oorlogsmachine zich immers voor een keer op de Iraanse aanval. De genocidale aanval van het rechtse Israëlische regime op Gaza, waarbij de gruweldaden van 7 oktober op cynische wijze worden uitgebuit, gaat echter nog steeds door. Dit gebeurt met verminderde intensiteit, maar zonder dat er zelfs maar een akkoord is over een tijdelijk staakt-het-vuren. Ondertussen zijn er twee reservebrigades gemobiliseerd voor extra aanvallen in Gaza en blijft de dreiging van een Israëlische invasie in Rafah in de lucht hangen. Het dodental heeft het onvoorstelbare cijfer van 33.000 overschreden en er woedt een afschuwelijke hongersnood.

    De Iraanse delegatie bij de VN verklaarde dat het incident wat Teheran betreft voorbij was, tenzij “het Israëlische regime nog een fout maakt.” Washington maakte duidelijk dat het een Israëlische aanval op Iraans grondgebied niet zou steunen, maar de regering Netanyahu-Ganz dreigde op voorhand dat ze militair zou reageren met een aanval op Iraans grondgebied indien er een aanval vanuit dat Iraans grondgebied zou uitgaan. Er werd gemeld dat de hoofden van het Israëlische leger en de Mossad mogelijke aanvalsplannen hadden goedgekeurd.

    Een reeks sabotage- en moordaanslagen op Iraans grondgebied werd de afgelopen jaren toegeschreven aan de staat Israël, maar deze keer waarschuwde het Ayatollah-regime op voorhand dat een dergelijk scenario zou worden beantwoord met een militaire escalatie op grotere schaal. De wekelijkse vergadering van de Israëlische regering werd geannuleerd en er werd gemeld dat het kleinere ‘oorlogskabinet’ bijeenkwam om te beslissen over een ‘antwoord’. Het lijkt er echter op dat er onenigheid was over de mogelijkheid van een onmiddellijke militaire reactie. Er is een matigende druk op het Israëlische regime om de tijd te nemen om de hernieuwde publieke steun te behouden die het van Washington en zijn bondgenoten heeft gekregen. De boodschap van het ‘oorlogskabinet’ is echter dat er een antwoord komt.

    Ongeveer 350 drones, ballistische raketten en kruisraketten werden gelanceerd op Israëlische doelen en baanden zich tussen zaterdag en zondag (13-14 april) urenlang een weg vanuit Iran, Irak, Jemen en Syrië. De overgrote meerderheid werd onderschept, zoals van tevoren moet zijn ingeschat in Teheran. Dit gebeurde door een combinatie van legers, waaronder die van Israël (60%), de VS, het VK, Frankrijk en Jordanië, waarbij ook gesteund werd op informatie van onder andere Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. De aanval was weloverwogen en ging gepaard met een waarschuwing vooraf, maar was niettemin een waarschuwing voor de dreiging van een acute militaire escalatie. Het luchtruim van de landen Israël, Egypte, Jordanië en Libanon bleef urenlang gesloten en er werd aangekondigd dat het Israëlische onderwijs voor één dag werd stilgelegd.

    Er was een melding van lichte schade aan de infrastructuur op de Israëlische luchtmachtbasis Nevatim bij Arad. Een 7-jarig meisje uit het “niet-erkende” Bedoeïenendorp in de buurt van Al-Fura’a raakte levensgevaarlijk gewond toen ze in het hoofd werd geraakt toen granaatscherven via het dak van haar huis binnendrongen. Er waren meldingen van de onderschepping van ballistische raketten op een aantal locaties, waaronder boven Jeruzalem (waaronder boven de Al-Aqsa moskee), en in de omgeving van Tel Aviv, de (geannexeerde) Golanhoogten, en voornamelijk in het zuiden, waaronder Dimona (vlakbij een kernreactor). Ongeveer 100 korteafstandsraketten werden door Hezbollah gelanceerd op de grens tussen Israël en Libanon. Uren eerder namen Iraanse commandotroepen de controle over van een schip voor de kust van de Verenigde Arabische Emiraten, gedeeltelijk eigendom van de Israëlische magnaat Eyal Ofer, vermoedelijk ook als onderdeel van hun reactie.

    Biden’s waarschuwing schrikt Khamenei niet af

    De herhaalde waarschuwing van Biden aan Khamenei om het “niet te doen”, kon niet voorkomen dat dit machtsvertoon na twee weken van dreigementen toch plaatsvond. Het regime van de Ayatollah schoof op in de bereidheid om de dictaten van het VS-imperialisme op een weloverwogen manier te schenden. Dit is ingegeven door de erkenning van de complicatie van het historisch bloedbad in Gaza voor Washington en het duidelijke belang van de VS bij het beperken van militaire interventie en het afremmen van een regionale escalatie. Dit is de eerste keer dat het Iraanse regime rechtstreeks militair optreedt (met uitzondering van cyberoperaties) tegen Israëlische doelen vanaf Iraans grondgebied en niet via marionetten. Dit is een poging om een nieuwe situatie te creëren en een prijs te vragen voor de Israëlische aanvallen op de belangen van het Iraanse regime.

    Het Iraanse regime zelf bevindt zich in een diepe crisis, zelfs na het neerslaan van de laatste golf van opstanden in 2022. Het blijft hypocriete en holle ‘anti-imperialistische’ en ‘pro-Palestijnse’ retoriek gebruiken om steun te verwerven. Het is redelijk om aan te nemen dat er onder de massa’s over de hele wereld die geschokt zijn door de gruweldaden in Gaza, ook mensen zijn die sympathie voelen voor elk regime dat het Israëlische regime en Washington uitdaagt. Het gaat echter om een onderdrukkend regime dat niet tussenkomt in het belang van de Palestijnse of Iraanse massa’s, maar vanuit de eigen ambities van de heersende elite in Iran en haar bondgenoten. Het maakt gebruik van het massale gevoel van solidariteit met de Palestijnse bevolking die wordt afgeslacht in Gaza om het eigen draagvlak te verbreden. Alhoewel een deel van de oppositie tegen het Iraanse regime de aanval afdoet als een farce, kan het regime gebruik maken van de huidige fase van eb in de verzetsbeweging en het gebrek aan linkse referentiepunten.  

    Onder de Iraanse oppositie was er doorheen de jaren ook een verscheidenheid aan verwarde en rechtse stemmen. Dat is ook nu het geval met delen die tegenover de propaganda van de Ayatollahs de kant van het Amerikaanse imperialisme, het Israëlische regime en een terugkeer van de monarchie onder de Sjah verkiezen. Dat weerspiegelt geen steun van de Iraanse massa’s voor de Israëlische bezetting, zoals de heersende klasse van Israël hoopt. Het toont vooral in welke mate de linkse stemmen die een echt alternatief voor het regime vormen worden onderdrukt.

    Gevaar van een regionale vuurzee

    Tijdens de Golfoorlog van 1991 viel een door de VS geleide coalitie Irak binnen. Het VS-imperialisme streefde er na de val van het stalinisme en de historische koude oorlog naar om zichzelf op te werpen als de exclusieve ‘politieagent van de wereld’ die de regionale orde vorm zou geven. Het Israëlische regime gehoorzaamde toen de opdracht van de VS om zich militair afzijdig te houden om de deelname van Arabische landen aan de door de VS geleide aanval niet te ondermijnen. Het Israëlische regime hield zich daar zelfs aan toen Iraakse Scud-raketten in Israël landden. Vandaag staat het Amerikaanse imperialisme wereldwijd en in de regio veel zwakker. Dit werd aangetoond toen de Golf-monarchieën voor de Iraanse aanval eisten dat de Amerikaanse militaire bases op hun grondgebied in dit stadium niet zouden worden gebruikt voor een rechtstreekse aanval tegen Iran. Ze eisten dit uit vrees voor een regionale oorlog. Zelfs de regering-Trump zag zich destijds genoodzaakt om rekening te houden met de publieke terughoudendheid in de VS en een verzwakte economische en geopolitieke positie. Ook die regering nam afstand van het idee van een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Het Israëlische kapitalisme bevindt zich in een minder geïsoleerde positie in de regio, maar wordt geconfronteerd met een algemene ‘veiligheids’-crisis, zonder een duidelijke exit-strategie. Ondanks een diepe strategische afhankelijkheid van het Amerikaanse imperialisme kan het proberen om zijn belangen veilig te stellen, zelfs zonder de toestemming van Washington. Dit is een belangrijke factor die het risico van een regionale uitbarsting vergroot.

    Bij de aanslag in Damascus op 1 april werd onder meer Mohammad Reza Zahedi (Hassan Mahdawi) gedood. Hij was commandant van de Quds Force van de bewakers van het Iraanse regime in Syrië en Libanon. Dit was de meest prominente dood die het Iraanse regime trof sinds de Trump-administratie in 2020 generaal Soleimani vermoordde. De regering-Biden klaagde dat ze niet van tevoren op de hoogte was gebracht. Desondanks blokkeerde de trojka van de Amerikaanse, Britse en Franse delegaties in de VN ‘Veiligheidsraad’ (op 3 april) een officiële veroordeling van de aanslag op het Iraanse consulaat, een veroordeling die werd voorgesteld door de Russische delegatie. In een reactie op de Iraanse aanval, verklaarde het Kremlin dat er sprake was van het recht op zelfverdediging. Het conflictproces in de regio versterkt de relaties tussen Rusland en Iran, terwijl beide regimes in de regio steun proberen te winnen bij de massa’s die boos zijn over het bloedbad, de gedwongen uithongering en de vernietiging in Gaza.

    De beslissing van de Israëlische rechtse regering om Iraanse generaals en activisten van de Palestijnse Islamitische Jihad te vermoorden, wetende dat dit kan leiden tot een militaire escalatie in de regio, kwam er toen de druk van Washington en zijn bondgenoten in het Westen en de regio voor een staakt-het-vuren in Gaza sterker werd. Er was tegelijk een dynamiek van voortdurende escalatie van de confrontaties tussen het Israëlische leger en Hezbollah, met herhaalde dreigingen van een uitgebreide Israëlische aanval op Libanees grondgebied. Tienduizenden inwoners aan beide zijden van de grens tussen Israël en Libanon zijn al zes maanden uit hun huizen verdreven. De regering-Biden stond symbolisch toe dat op 25 maart een resolutie in de VN Veiligheidsraad werd goedgekeurd waarin werd opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Na de moord op de hulpverleners van World Central Kitchen in Gaza, enkele uren na de moord in Damascus, verhoogde de Amerikaanse regering haar publieke druk op Israël. Dit werd vergezeld van een impliciet ultimatum aan Israël om zich aan haar discipline te houden. Deze druk leidde tot meer vrachtwagens met hulpgoederen in Gaza – een minimale verlichting in het gebruik van het barbaarse wapen van uithongering tegen de bevolking – maar niet tot een staakt-het-vuren.

    Netanyahu toont zich niet alleen onwillig om flexibel te zijn in de onderhandelingen over een staakt-het-vuren in Gaza en een overeenkomst over de uitwisseling van gijzelaars en gevangenen, maar de Israëlische regering als geheel blijft ernaar streven om voorwaarden op te leggen waaronder de voorbereiding van een Israëlische invasie van Rafah en het toestaan van bezettingstroepen in het gebied voor een periode van maanden tot jaren. Deze koers, die een strategische impasse weerspiegelt, is ook gebaseerd op het feit dat er onder het Israëlische publiek nog steeds wijdverspreide steun is voor het idee van een ‘oorlog tegen Hamas’. Deze koers wordt ook tot op zekere hoogte beïnvloed door de manoeuvres van Netanyahu zelf, die wanhopig aan de macht wil blijven.

    De leiders van Hamas, die zoals verwacht de Iraanse aanval verwelkomden, weigerden het laatste Israëlische ontwerp voor een tijdelijk staakt-het-vuren omdat ze zich niet neerleggen bij de Israëlische dictaten. Ze zijn zich zeker bewust van het afnemende momentum van de Israëlische aanval, de druk in de Israëlische samenleving om de gijzelaars vrij te krijgen en de toegenomen spanningen tussen Washington en de Israëlische regering. De Hamasleiding hoopte aanvankelijk dat de verrassingsaanval van 7 oktober een georkestreerde ontploffing tegen de Israëlische staat zou ontketenen, maar dit bleek grotendeels onjuist. In overeenstemming met de wensen van Teheran en ook met de druk van het Libanese publiek, vermeed Hezbollah een volledig frontaal conflict met het Israëlische leger. De Houthi’s (‘Ansar Allah’) slaagden er via de blokkade in de Rode Zee wel in om een wereldwijde handelsroute te verstoren, wat leidde tot een beperkte interventie onder leiding van het Amerikaanse leger. Dit had echter geen effect op de bewegingen van het Israëlische regime. De crisis in het proces op regionaal niveau heeft echter een voortdurende expansietrend gevolgd, waarvan de beteugeling afhangt van het stoppen van de aanval op Gaza.

    Een evenwichtsoefening voor de Israëlische rechtse regering

    De moord in Damascus die leidde tot de Iraanse aanval was een evenwichtsoefening voor het Israëlische regime, dat de banden met het westerse imperialisme herstelde en weer op de agenda zette. Ondanks de krokodillentranen en de toenemende internationale druk van de Westerse regeringen om de Israëlische aanval in Gaza te beteugelen – uit angst voor verstrekkende destabiliserende gevolgen, en in het bijzonder het aanwakkeren van woede en radicalisering op massale schaal – zijn de verschillende tegenstellingen binnen het kamp van het Westerse imperialisme in de afgelopen periode in het niet gevallen bij fundamentele geopolitieke overwegingen. Die overwegingen moeten gezien worden in de context van de wereldwijde inter-imperialistische strijd, tussen het kamp onder leiding van Washington en het kamp onder leiding van Peking.

    De massale wapentransporten en economische steun aan de bezettingsmacht die de Palestijnen afslacht, waren zeker niet populair en kostten vooral Biden electorale steun. Ze zijn echter bedoeld om duidelijk te maken dat Washington de ‘baas’ blijft in de regio, vastbesloten om een coalitie van regimes te vormen die in conflict zijn met het Iraanse regime, zijn bondgenoten en proxies, en elke mogelijkheid van versterking van de regionale invloed van het Chinese en Russische imperialisme ten koste van het Westen af te slaan.

    De open contacten tussen Indonesië, het grootste moslimland ter wereld – dat ernaar streeft lid te worden van de OESO-club – en Israël over de mogelijkheid om de betrekkingen te normaliseren, evenals de voortdurende bevordering van het idee van een toekomstige overeenkomst tussen de VS en Saoedi-Arabië die een defensiealliantie en Israëlisch-Saoedische normalisatie zou omvatten, illustreren de dynamiek van de inter-imperialistische strijd. De bloedige crisis in Gaza was vanaf het begin onderdeel van die strijd tussen de grote blokken en is van invloed op beslissingen in Teheran en Tel Aviv. Daarom hebben de zachte kritieken op de aanval op Gaza en de bezetting in de vorm van juridische en diplomatieke maatregelen, onder druk van de publieke opinie en de internationale solidariteitsbeweging, tot nu toe slechts geleid tot beperkte krassen in de internationale betrekkingen van het Israëlische kapitalisme.

    De strijd om het bloedbad in Gaza te stoppen en een regionale oorlog te voorkomen

    De situatie blijft uiterst onstabiel. Een nieuwe Israëlische aanval op Iraanse doelen kan ook worden beantwoord met een gecoördineerde interventie met aanzienlijke vuurkracht van de kant van Hezbollah, die gemakkelijk kan aansturen op een catastrofale Israëlische aanval in Libanon. Er kan zelfs een wervelwind van directe confrontaties tussen Israël en Iran ontstaan, wat een meer directe interventie van zowel het Amerikaanse imperialisme als van Peking en Moskou kan veroorzaken. Het stoppen van de aanval op Gaza, de aanvallen en pogroms van militairen en extreemrechtse kolonisten tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, en het gevaar van een regionale oorlog, blijft een dringende taak.

    Voor zover regeringen in het Westen hun toevlucht namen tot toenemende druk voor een staakt-het-vuren in Gaza, was dit het resultaat van angst om de controle over de gebeurtenissen te verliezen en van de ontwikkeling van massale woede en massale strijd. Liberale krachten, ook ter linkerzijde in Israël, die de regering-Biden oproepen om de crisis op te lossen, slaan de bal mis. Washington is de grootste aanstichter van het bloedbad in Gaza en van het proces van regionale confrontatie. De massabetogingen in de hele regio en de wereld, vakbondsacties om wapenleveringen te stoppen, de Palestijnse betogingen en ook de Israëlische betogen voor een “akkoord” en “nieuwe verkiezingen” hebben allemaal druk uitgeoefend op regeringen, inclusief de Israëlische regering, om concessies te doen. Ze wijzen in de richting die nodig is om de wreedheden te stoppen en op te komen voor een uitweg uit de omstandigheden die tot dit punt hebben geleid.

    Om de verslechtering een halt toe te roepen, is het noodzakelijk om een strijd op te bouwen met een programma van verzet tegen de Israëlische aanval op Iran, tegen het beleid van moordaanslagen, en om het bloedbad in Gaza te stoppen. Het is nodig om de betogingen te versterken, organisaties op te bouwen om de strijd te bevorderen en georganiseerde acties van arbeiders over de hele wereld en in de regio om een staakt-het-vuren af te dwingen, zich te verzetten tegen de militaire agressie van de rechtse Israëlische regering en tegen de imperialistische interventie in de regio vanuit het westen en het oosten. Omverwerping van de Israëlische ‘bloedregering’ en strijd tegen alle onderdrukkende regimes in de regio is nodig. We komen op voor het einde van de belegering, bezetting, nederzettingen en armoede. De opbouw van socialistische partijen van klassenstrijd in de hele regio moet hiertoe bevorderd worden. Alle noodzakelijke middelen voor de wederopbouw en het herstel van gemeenschappen moeten worden verschaft en dit onder democratische gemeenschapscontrole, in Gaza, de westelijke Negev/Naqab en aan beide kanten van de grens in Libanon, door de onteigening van banken en belangrijke middelen uit de handen van het kapitaal op lokaal en regionaal niveau. Ja aan massale strijd voor Palestijnse nationale en sociale bevrijding, en regionale vrede gebaseerd op een gelijkwaardig recht op bestaan en zelfbeschikking voor alle naties, als onderdeel van een strijd voor socialistische verandering.

  • Honger ingezet als wapen in genocidaal bloedbad

    Op het moment van schrijven had de VN het over het risico van een “dreigende” hongersnood voor 2,2 miljoen mensen in Gaza. Dat is de overgrote meerderheid van de bevolking. Het gaat bovendien niet enkel om een dreiging, mensen in Gaza lijden nu al honger. Elk gezin slaat elke dag maaltijden over. Volwassenen sparen het eten uit hun mond om hun kinderen toch iets te geven. Ze eten gras of veevoeder. 

    door Constantin (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

    De meest erbarmelijke situaties doen zich voor in het noorden. Daar is een derde van de kinderen onder de twee jaar ernstig ondervoed. Twee derden van de huishoudens zaten er de afgelopen maand minstens tien hele dagen en nachten zonder voedsel. In het zuiden van de Gazastrook is een derde van de huishoudens aan een dergelijke ontbering blootgesteld. Voedsel is niet het enige waar de Gazanen gebrek aan hebben: 70% van de bevolking heeft geen toegang meer tot drinkwater. Er is een tekort aan medicijnen. Ziekenhuizen zijn vernietigd en slechts enkele hebben nog een minimale werking. Het gezondheidssysteem stort in terwijl de gewonden blijven binnenstromen. 

    Dit alles wordt bewust georganiseerd door de zionistische staat. Israël gebruikt hongersnood als oorlogswapen en doet er alles aan om zoveel mogelijk humanitaire hulp tegen te houden. Dit is een flagrante schending van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, dat eiste dat de hulp zou worden opgevoerd. In plaats daarvan blokkeren de Israëlische autoriteiten een internationaal hulpmagazijn met zuurstof, couveuses en water- en sanitaire apparatuur van Oxfam. Dit alles ligt opgestapeld in El-Arich, zo’n veertig kilometer van de grens. Het is duidelijk dat het internationaal recht niet voor iedereen dezelfde waarde heeft. Het is een kwestie van krachtsverhoudingen.

    En wanneer hulp de Gazanen bereikt, worden konvooien aangevallen. Op 27 februari werd een vrachtwagen met humanitaire hulp bestormd door 12.000 hongerige Palestijnen. Israëlische soldaten openden het vuur, waarbij 115 doden en meer dan 760 gewonden vielen. Het drama werd vervolgens door de Israëlische regering aangegrepen om de toegang tot humanitaire hulp verder te beperken. Het gebruikte daarvoor het argument dat het afleveren van humanitaire hulp de Israëlische soldaten in gevaar brengt. 

    Het cynisme van de Israëlische staat kent geen grenzen. Een paar dagen voor het begin van de Ramadan dropte Israël pamfletten boven Rafah om de hongerende Palestijnen een gelukkige Ramadan te wensen en hen op te roepen “de behoeftigen te voeden”. Pure psychologische marteling bovenop al het andere, gericht op het vernietigen van het moreel van de Palestijnen. 

    Democratische controle op humanitaire hulp opbouwen

    Op 7 maart riep de Amerikaanse president Joe Biden op tot “een onmiddellijk staakt-het-vuren” voor zes weken in Gaza en tot de bouw van een tijdelijke haven in de enclave zodat hulpgoederen langs de zee naar Gaza kunnen worden gebracht. Twee weken later besloten de Verenigde Staten hun financiering van UNWRA, het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen, op te schorten. Andere landen hadden hun financiering al opgeschort na (ongefundeerde) beschuldigingen dat een deel van het personeel had deelgenomen aan de aanvallen op 7 oktober. Deze dramatische ontwikkeling toont de beperkingen van de afhankelijkheid van het imperialisme. 

    De internationale solidariteitsbeweging en de arbeidersbeweging moeten UNWRA en haar financiering verdedigen. Er is geen gebrek aan geld onder de oorlogsprofiteurs die vanuit het buitenland samenwerken met het Israëlische bezettingsregime! Maar deze hulp moet ook onder de democratische controle worden geplaatst van de vakbonden en sociale bewegingen in de landen waar het vandaan komt. Dit zou het mogelijk maken om verder te gaan dan een liefdadigheidsbenadering en actieve solidariteit te organiseren, door bijvoorbeeld het inzamelen en controleren van hulp te koppelen aan acties om wapenleveringen aan Israël te blokkeren. 

    Ter plaatse in de Gazastrook zijn tekorten en stijgende importkosten niet de enige redenen voor de stijgende prijzen. Volgens een onderzoek van het Organized Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) maken lokale oorlogsprofiteurs misbruik van de verstoorde toeleveringsketens om zichzelf te verrijken. Tegen de achtergrond van een samenleving die bezwijkt onder de bommen en de druk van het Israëlische leger zien krijgsheren in spe hun kans. Zelfs indien de mogelijkheden tot democratische controle op de distributie van hulp ter plaatse beperkt zijn door de verschrikkingen van het Israëlische offensief, is het cruciaal dat stappen in die richting worden gezet.

  • Stop het genocidale bloedbad in Gaza

    Humanitaire ramp is onhoudbaar en extreemrechts wil nog verder gaan…

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    Netanyahu en zijn extreemrechtse regering willen van geen wijken weten. Ze zetten de bloedige campagne verder en houden hulpverlening tegen. Eind februari vielen meer dan 100 doden bij Israëlische beschietingen op een hulpkonvooi in Gaza-stad. De rechterzijde beweert dat het Israëlische regime opkomt voor democratische waarden, zoals De Wever het enkele maanden geleden nog formuleerde. Hoe valt dat te rijmen met de honderden dode kinderen en baby’s die omkomen door ondervoeding? 

    De humanitaire ramp is onhoudbaar. Mensen eten gras. De ondervoeding is volgens internationale hulporganisaties catastrofaal en dokters wijzen erop dat geen enkele baby nog met een normaal gewicht wordt geboren. Het antwoord van de Israëlische staatsterreur? Midden maart werd het Al Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad opnieuw bestormd. Hulpverlening wordt tegengehouden en er waren beschietingen op verdeelcentra voor hulpgoederen. Zelfs Josep Borrell van de EU moet vaststellen dat uithongering als oorlogswapen wordt gebruikt.

    Ondertussen wordt de militaire onderdrukking van Gaza en de Westelijke Jordaanoever verder opgevoerd en georganiseerd. Zo zijn er plannen om duizenden nieuwe kolonistenwoningen te bouwen in de Westelijke Jordaanoever. In Gaza legt het Israëlische regime een brede weg aan om het noorden en het zuiden volledig van elkaar te splitsen. Een grootschalige grondaanval op Rafah, waar 1,5 miljoen Palestijnen opeengestapeld zitten, zou de ontoereikende hulpstroom volledig afsnijden. 

    Als het van extreemrechts afhangt, moet de volledige Palestijnse bevolking uit de Gazastrook verdwijnen. Minister Smotrich zegt al jarenlang dat hij de Palestijnen “wil helpen om te vertrekken”. Voor wie dat niet wil, heeft hij andere oplossingen: “Ofwel schiet ik ze neer, of ik steek ze in de cel, of ik deporteer ze.” Deze genocidale retoriek gaat steeds meer gepaard met daden. Het moet duidelijk zijn: extreemrechts binnen de Israëlische regering stuurt aan op een genocide en brengt dit steeds meer in de praktijk. 

    De wereldwijde verontwaardiging, woede en massale solidariteit met de Palestijnen heeft regeringen gedwongen tot voorzichtige kritiek. Hun oproepen om ‘operatie Gaza’ te stoppen, de airdrops en het ponton van de VS (dat er pas binnen twee maand zou zijn) zijn schijnheilig, want tegelijk gaat de militaire, economische en financiële steun aan Israël gewoon door.

    Enkel massaal verzet, in de regio en internationaal, door de arbeidersbeweging, de jongeren en alle onderdrukten, kan dit genocidale proces stoppen. Het zou ook de onderdrukte en nog geïsoleerde anti-oorlogsbeweging in Israël zelf versterken.

    We eisen een onmiddellijk staakt-het-vuren, gevolgd door een einde aan de bezetting en het recht van de Palestijnen op hun eigen staat. We verzetten ons tegen de oorlogsprofiteurs, ook in België.

    We verzetten ons tegen de oorlogsprofiteurs, ook in België. Bedrijven als OIP en Challenge spelen een rol in de wapenleveringen. Anderen, zoals Volvo en Cemex leveren machines voor het slopen van huizen of het bouwen van nederzettingen. Solvay en IBM leveren apparatuur om Palestijnse burgers te bespioneren. Belfius, KBC, Degroof Petercam en Ackermans & Van Haaren investeren honderden miljoenen euro’s in bedrijven die betrokken zijn bij Israëlische nederzettingen. Zij tonen hoe het kapitalistisch winstsysteem dit genocidale bloedbad voedt. Het toont dat de strijd tegen de bezetting tegelijk een strijd is tegen het kapitalisme. De druk van onderuit opvoeren, is de boodschap. Er waren acties aan Challenge, Elbit of nog aan de Antwerpse haven. De exportvergunning voor PB Clermont werd onder deze druk al ingetrokken. De Indische vakbond van havenarbeiders kondigde aan dat het niet langer wapentransporten naar Israël zal laden of lossen. 

    De wortels van wat er nu gebeurt in Gaza liggen in decennia van bezetting en blokkade door de racistische kapitalistische staat Israël, gebaseerd op de uitbuiting van Arabische en Joodse arbeid en op nationale onderdrukking, landdiefstal en de ontkenning van het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen. 

    Het is ook nodig de strijd voor een staakt-het-vuren te koppelen aan de strijd voor de heropbouw van Palestina. Daarvoor zijn massale collectieve investeringen nodig in (psychologische) gezondheidszorg, onderwijs, dienstverlening, sanering van vervuilde wijken, massale woningbouw … onder democratische controle van onderuit, om corruptie te voorkomen.

    Er zijn middelen genoeg in de zakken van de regionale en imperialistische kapitalistische elite, die zich verrijkt met (neo)koloniale uitbuiting en wapenindustrie ten koste van de zelfbeschikking van de volkeren in de regio. Stel je voor dat lokale rijkdommen door de gemeenschap democratisch gecontroleerd en gebruikt kunnen worden om met een hoge levensstandaard gelijkheid van alle naties en bevolkingen te garanderen!

    Dat is het socialistische alternatief waar LSP en ISA wereldwijd voor strijden. Neem contact op en kom samen met ons internationaal op voor een socialistische samenleving.

  • Opnieuw duizenden op grote Gaza-betoging in Brussel

    Het is belangrijk om te blijven spreken over wat er in Gaza gebeurt. Dat is een breed gedeeld standpunt en ruim 10.000 betogers kwamen het kracht bijzetten met een betoging in Brussel. Het was al de vijfde nationale betoging en de woede blijft enorm. Nu we aan de vooravond lijken te staan van een grondinvasie in Rafah is het meer dan ooit noodzakelijk om op straat te komen.

    Netanyahu en zijn extreemrechtse regering willen van geen wijken weten. Ze zetten de bloedige campagne verder en houden hulpverlening tegen, eind februari vielen meer dan 100 doden bij Israëlische beschietingen op een hulpkonvooi in Gaza Stad. Vorige week vielen er minstens 29 doden toen er geschoten werd op een verdeelcentrum voor hulpgoederen in Gaza. De rechterzijde beweert dat het Israëlische regime opkomt voor de democratische waarden en aan de kant van de verlichting staat, zoals De Wever het enkele maanden geleden formuleerde. Hoe valt dat te rijmen met de tientallen dode kinderen en baby’s die omkomen door ondervoeding? Zelfs Josep Borrell van de EU moet aanklagen dat uithongering als oorlogswapen wordt gebruikt.

    Ondertussen wordt de militaire onderdrukking van Gaza en de Westelijke Jordaanoever verder opgevoerd en georganiseerd. Zo zijn er plannen om duizenden nieuwe kolonistenwoningen te bouwen in de Westelijke Jordaanoever. In Gaza legt het Israëlische regime een brede weg aan om het noorden en het zuiden van het gebied volledig van elkaar te splitsen. Als het van extreemrechts afhangt, moet de volledige Palestijnse bevolking uit de Gazastrook verdwijnen.

    De internationale protestbeweging tegen dit beleid houdt gelukkig aan. Het is natuurlijk niet mogelijk om maandenlang elke week met honderdduizenden te betogen, maar toch blijft het protest opmerkelijk sterk na vijf maanden. De betoging in Brussel telde meer dan 10.000 deelnemers, het was een lange sliert van solidariteit met de Palestijnse bevolking en woede tegenover de humanitaire ramp en de Israëlische staatsterreur.

    Zoals we in het LSP-pamflet op de betoging opmerkten: “Enkel massaal verzet, in de regio en internationaal, door de arbeidersbeweging, de jongeren en alle onderdrukten, kan dit genocidair proces stoppen. Het zou ook de onderdrukte en nog geïsoleerde anti-oorlogsbeweging in Israël zelf versterken. Om wat te eisen? Een onmiddellijk staakt het vuren, gevolgd door een einde aan de bezetting en het recht van de Palestijnen op haar eigen staat.”

    https://nl.socialisme.be/98515/gaza-internationaal-massaprotest-doorzetten

    We verzetten ons tegen de oorlogsprofiteurs, ook in België. Zo wordt een actie voorbereid in Namen om een einde te eisen van exportvergunningen naar Israël voor wapens en materiaal voor het offensief en de onderdrukking van de Palestijnen. Het protest verder doorzetten is de boodschap. De betoging in Brussel toonde het potentieel hiervoor.

    Klik hieronder voor enkele fotoreportages:

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop