Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika

  • Gaza: massaal verzet en arbeiderseenheid nodig tegen Israëlische staatsterreur

    De voorbije weken leidde de woede onder de Palestijnse bevolking opnieuw tot massaal protest in de Gazastrook. Het Israëlische regime beantwoordde dit met een gewelddadige repressie waarbij een honderdtal doden vielen en duizenden gewonden.

    Artikel door Baptiste (Henegouwen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Geschiedenis van onderdrukking

    Zeventig jaar geleden werd de staat Israël gevestigd op toenmalig Palestijns grondgebied. Deze gebeurtenis wordt de Nakba genoemd, dat is Arabisch voor ‘catastrofe.’ Het toekennen van een staat aan de Joodse gemeenschap was een beslissing van de imperialistische machten. Daarbij werd geen rekening gehouden met de Palestijnse bevolking. Het was effectief een catastrofe voor de Palestijnse bevolking: ongeveer 750.000 mensen moesten vluchten en werden veroordeeld tot armoede. Vandaag bestaat ongeveer 70% van de bevolking van Gaza uit families die in 1948 gevlucht zijn. De uitwijzingen gingen decennialang door naarmate de bezetting van Palestijnse gebieden werd opgevoerd, grondgebied in beslag werd genomen, kolonisten nederzettingen uitbouwden en militair geweld voor vernielingen zorgde. Heel veel mensen werden opgepakt, raakten gewond of kwamen om het leven. De vestiging van de staat Israël vormde het begin van een oorlog zonder einde.

    Deze tragedie blijft aanwezig in het dagelijkse leven van de Palestijnen. Dit wordt gekenmerkt door armoede, repressie en belegering. In de Gazastrook wonen bijna twee miljoen mensen. Daar is de situatie bijzonder gespannen. De werkloosheid loopt er op tot 40% van de bevolking, onder jongeren is het zelfs 60%. Er zijn dagelijks onderbrekingen van elektriciteit en stromend water. Dat alles is het gevolg van een oorlogspolitiek door de Israëlische staat, versterkt door de blokkade van Gaza door zowel Israël als Egypte sinds Hamas 12 jaar geleden aan de macht kwam in Gaza.

    De “Mars van de terugkeer” en het spook van de eerste intifada

    Het is tegen deze achtergrond dat sinds 30 maart geprotesteerd wordt in Gaza. Het hoogtepunt daarvan moest de “Grote mars van de terugkeer” op 15 mei worden. Dit was meer dan een herdenking van de Nakba, het was ook een uitdrukking van de revolte onder de Palestijnse jongeren. Maar liefst 75% van de bevolking in Gaza is jonger dan 25 jaar. Een hele generatie groeit op in deze openluchtgevangenis. Deze jongeren hebben weinig te verliezen in een strijd om een waardig leven.

    De acties werden steeds groter tot 14 mei, de datum waarop de VS hun ambassade in Jeruzalem openden. Die verhuis naar Jeruzalem toont de volledige steun van de regering-Trump aan de Israëlische staat en het project van territoriale overheersing waarbij geen rekening wordt gehouden met de Palestijnse bevolking. De inhuldiging van de ambassade gooide nog meer olie op het vuur. Op hetzelfde ogenblik waren er ongeveer 50.000 Palestijnse betogers in de buurt van de afsluiting van Gaza. Dat is fenomenaal veel gezien de militaire aanwezigheid in de regio.

    De massamobilisaties deden aan de eerste Intifada denken. Toen kwam de revolte van de Palestijnen tot uiting in massale acties, waarbij zelfs democratische en onafhankelijke strijdcomités werden opgezet om het verzet te organiseren, betogingen te beschermen en om steun te zoeken onder de Israëlische bevolking. Het Israëlische regime wil kost wat kost een nieuwe massabeweging vermijden. Daarom ging de regering-Netanyahu over tot bloedig geweld. De soldaten kregen expliciete toelating om op ongewapende betogers te schieten. Daarbij vielen 112 doden, waarvan de helft op één dag (14 mei).

    Alsof de escalatie van het conflict nog niet volstond, zorgde de terugtrekking van de VS uit het nucleair akkoord met Iran voor grotere spanningen in de regio. De gevolgen daarvan kunnen bijzonder vernietigend zijn, er is een reëel gevaar van oorlog.

    Massa-actie als strijdmethode

    Ellende en repressie zullen geen einde maken aan de woede. Maar zowel Fatah als Hamas, de belangrijkste politieke formaties, geven geen politieke richting aan de Palestijnse bevrijdingsstrijd.

    Hamas kwam in 2006 aan de macht in de Gazastrook. Fatah leed een nederlaag na decennia van mislukkingen en pogingen om tot een kapitalistische Palestijnse staat te komen via onderhandelingen met de omliggende kapitalistische regimes. De belangen van de heersende klassen in de buurlanden gingen steeds voor op die van de Palestijnse bevolking. Deze strategie leidde tot een impasse. Als de eerste intifada weinig opleverde, is dat grotendeels toe te schrijven aan de slechte strategie van Fatah. Vandaag concentreert Fatah zich vooral op de strijd tegen Hamas, waarbij het de bevolking van Gaza laat betalen door te besparen, de lonen van ambtenaren niet of onvolledig uit te betalen of nog door de elektriciteitsvoorziening te onderbreken.

    Hamas houdt meer rekening met de sociale situatie van de massa’s en brengt radicalere taal over nationale bevrijding, maar er is geen strategische oriëntatie die een overwinning mogelijk maakt. Het gebruik van terroristische methoden is een doodlopend straatje en leidt tot wraakgevoelens. Deze methoden hebben nooit tot nationale bevrijding geleid. Het versterkt integendeel de sociale inplanting van het nationale conflict en daarmee het status quo. Dat is jammer genoeg het enige resultaat van de golf van aanslagen die bekend stond als de tweede intifada, wat ver van de methoden van de eerste intifada stond.

    De leiders van Hamas en de Palestijnse Autoriteit bieden geen antwoorden en dragen daarmee bij tot de impasse. Maar de belangrijkste verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij de Israëlische rechterzijde. De blokkade van Gaza vormt een collectieve politieke straf voor de zowat twee miljoen inwoners. Daarnaast probeert het Israëlische regime al lang om een politieke verandering op te leggen in Gaza.

    Eenheid van alle werkenden in de regio

    De belangrijkste bondgenoot van de Palestijnse bevolking in de strijd tegen onderdrukking door de Israëlische staat zijn de werkenden, armen en jongeren in Israël. Het is verkeerd om Israël te zien als een uniform en reactionair blok, zonder onderscheid te maken tussen de staat en de kapitalistische elite aan de ene kant en de werkenden en hun gezinnen aan de andere. Israël kent net als alle klassensamenlevingen een enorme ongelijkheid. Werkenden en jongeren komen er op voor hun rechten. Het klopt dat er haatmisdrijven tegen Palestijnen zijn, maar die komen vooral uit extreemrechtse hoek waarbij de extremisten zich gesterkt voelen door de officiële politiek van staatsterreur door het regime.

    De door Hamas gestimuleerde strategie van “evenwicht in het lijden” zorgt voor een contraproductieve impasse. Het maakt het de Israëlische staat gemakkelijker om alle vormen van Palestijns verzet over één kam te scheren met terreur door Hamas. De Israëlische ambassadrice in België gaf daar een grotesk staaltje van: “Alle gedode Palestijnen waren terroristen, inclusief de 8 kinderen.” Premier Netanyahu maakt van dezelfde argumenten gebruik in een poging om zijn autoriteit te herstellen na geruchten over corruptie.

    Een strategie die de solidariteit onder de Israëlische en Palestijnse werkenden en jongeren probeert te ontwikkelen, zou toelaten om het Israëlische establishment te ontmaskeren. Onafhankelijke en democratische organisaties van jongeren en werkenden kunnen deze strategie uitwerken, zowel langs Palestijnse als langs Israëlische kant.

    Een socialistisch alternatief is mogelijk en nodig

    Massastrijd kan belangrijke rechten afdwingen, maar het is enkel op revolutionaire basis dat er een substantiële inhoud aan die rechten kan gegeven worden, inclusief het recht op terugkeer voor vluchtelingen en de garantie van gelijkheid op alle vlakken.

    Het kapitalisme leidt tot chaos. Fundamentalisten spelen in op de woede en de wanhoop van de massa’s als gevolg van de barbarij door de Israëlische staatsterreur. Dictatoriale regimes zoals dat van Assad in Syrië hebben niets beter te bieden. En ook Trump doet er nog een schepje bovenop.

    De enige uitweg uit dit bloedige conflict waarmee de rechten van zowel de Palestijnen als de Israëlische bevolking gegarandeerd worden, bestaat uit een oplossing met twee staten: een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël met een gedeelde hoofdstad Jeruzalem, waarbij de basis gelegd wordt voor een socialistische confederatie.

    Op kapitalistische basis is het niet mogelijk om tot een levensvatbare tweestatenoplossing te komen. Een tijdelijke regeling is niet uitgesloten, maar dit zou geen oplossing vormen voor de nationale problemen van de Palestijnen of de Israëlische bevolking. Voor een revolutie in het Midden-Oosten is het van cruciaal belang dat een methode gevonden wordt om de Israëlische werkenden van hun heersende klasse los te weken. Dan kunnen de werkenden samen bouwen aan een kracht die zowel in Israël als in Palestina een einde maakt aan het kapitalisme.

  • Jordanië: werkenden en jongeren zetten premier af en eisen einde besparingsbeleid

    Een algemene staking en betogingen van nooit geziene omvang doen het Jordaanse regime wankelen. Het protest vindt plaats tegen de achtergrond van een scherpe toename van de levensduurte en een alomtegenwoordige corruptie. De strijd heeft ertoe geleid dat een aantal besparingsmaatregelen werden ingetrokken en ook de premier moest het toneel verlaten. Deze strijdbeweging vertegenwoordigt een nieuwe hoop voor de regio.

    Artikel door Shahar Benhorin, Socialistische Strijdbeweging (Israël-Palestina)

    Koning Abdullah haastte zich terug van een bezoek aan Albanië en ontsloeg meteen premier Hani al-Mulqi in de hoop dat dit de sociale onrust in het land zou stoppen. Afgelopen woensdag was er een nationale staking door 33 vakbonden. Dit zette de sluizen van de woede onder de bevolking open. Ondanks de ramadan gingen tienduizenden betogers de straten van Amman op.

    Op 2 juni bereikten de betogingen in heel wat plaatsen een hoogtepunt. Het totale aantal betogers werd op meer dan 200.000 geschat. De betogingen gingen in de nacht van zondag op maandag gewoon door. Grote kruispunten in Amman en andere steden werden geblokkeerd. Op verschillende plaatsen waren er betogers voor de kantoren van de regering en bedrijven. Er waren verslagen van incidenten waarbij op de politie werd geschoten.

    Jordanië wordt gezien als een van de meest ‘stabiele’ landen van het Midden-Oosten. Zelfs de betogingen van 2011-2012, op het hoogtepunt van de revolutionaire golf in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, waren van een beperktere omvang. Het huidige protest is qua intensiteit en omvang ongezien, zelfs in vergelijking met de succesvolle protestbeweging van 1989 tegen economische maatregelen en tegen de regering.

    Het IMF gaf een lening aan Jordanië maar dit ging gepaard met dictaten voor een reeks neoliberale maatregelen om het begrotingstekort en de overheidsschulden aan te pakken. Die schulden waren opgelopen tot 96% van het BBP. De begroting, die in januari werd goedgekeurd, omvat een reeks besparingsmaatregelen. Het zorgt voor een sterke verhoging van de belastingdruk op de werkenden. Zo zorgt een nieuwe taks op consumptiegoederen voor prijsstijgingen voor basisproducten, waaronder water en brandstof. De eisen van het IMF botsen op sterk en groeiend verzet.

    Brandstofboycot

    Vorig jaar ontstonden protestacties tegen de stijgende levensduurte. Er was een boycot van de aankoop van eieren. Honderdduizenden namen hieraan deel. Nu staan activisten aan tankstations met protestborden: “Burger, ik hou je niet tegen om te tanken, maar vraag om de tankstations drie dagen te boycotten.” Op de straten en de sociale media weerklinken slogans tegen de “regering van dieven.”

    De aanleiding voor de algemene staking en de massabetogingen was de nieuwe wet die door premier al-Mulqi was voorgesteld als reactie op het IMF. Daarin werden niet alleen de belastingen op bedrijven verhoogd, maar ook die op werknemers. Zelfs de armere lagen van de werkenden worden hierdoor getroffen. Het belastingvrije deel van het loon zakt van 17.000 tot 11.000 dollar per jaar.

    De Jordaanse regering stelde op arrogante wijze dat het dit ‘achtergrondgeluid’ van protest wel zou uitzitten en kondigde meteen aan dat de brandstof- en elektriciteitsprijzen voor de vijfde keer dit jaar zouden stijgen. Deze beslissing maakte het ongenoegen nog groter en het leidde tot grotere mobilisaties voor betogingen na de vrijdaggebeden van 1 juni en vooracties de dag erna.

    Koning Abdullah kwam tussen en schrapte de laatste prijsstijging, maar dit volstond niet voor de vakbonden en de betogers. De koning hoopt dat een verandering in de samenstelling van de regering de onrust kan stoppen en de politieke stabiliteit doet terugkeren. Bij vorige politieke crisissen lukte dit, maar nu volstaat het niet.

    De centrale eis van de beweging is de intrekking van de nieuwe inkomensbelasting. Op 2 juni werd een vaag akkoord gesloten tussen regering en vakbonden waarin beloofd is om een comité op te zetten dat de wetgevende initiatieven moet onderzoeken. Er is echter geen akkoord over de inkomenstaks. Het is waarschijnlijk dat die wet in de koelkast zal verdwijnen, zeker nu tientallen parlementsleden onder druk van het protest zich ertegen uitspraken.

    In de betogingen, zeker buiten de hoofdstad Amman, weerklinkt de roep om verder te gaan tot de regering en het parlement vallen. Er waren zelfs slogans voor de afzetting van de koning.

    Een volgende algemene staking

    De vakbonden van zowel de publieke als de private sector hebben een nieuwe nationale staking aangekondigd voor 6 juni. Momenteel ligt het initiatief nog bij de vakbonden en de organisatoren van de verschillende betogingen. Het regime zit in een defensieve positie, maar de ontwikkelingen zijn nog niet volledig aan de controle van het establishment ontsnapt.

    Kroonprins Hoessein ging naar een betoging om de politie-agenten te groeten en hen te vragen om niet op de betogers te schieten. Het regime zou een groter risico lopen indien het probeert om de beweging met brute repressie te stoppen.

    De beweging heeft al een impact op gevestigde middenlagen die ook onder economische druk staan, maar ook op stammenleiders die in het verleden een belangrijke steunpilaar van het regime vormden in het indijken van sociaal verzet. Deze middenlagen sluiten nu bij het protest aan.

    Als de koning gokt – zoals de premier dit deed – en de IMF-eisen uitvoert met nieuwe besparingsmaatregelen, dan kan de beweging tegen de levensduurte wel eens uitgroeien tot een revolutionaire beweging die het regime zelf omverwerpt. Het dilemma van het regime is dat toegevingen daarentegen de ‘angstgrens’ kunnen wegnemen en het zelfvertrouwen van de massa’s versterken waarna er nog hardere en meer vastberaden acties volgen.

    De heersende klassen in de regio hebben redenen om  deze escalatie in de Jordaanse klassenstrijd te vrezen. Het kan het zelfvertrouwen en de strijdbaarheid onder de massa’s in andere landen opnieuw versterken, zodat er een einde komt aan de ‘Arabische winter’ (na het stilvallen van de massabewegingen van 2011). Die ‘Arabische winter’ werd door de heersende klassen, reactionaire krachten en imperialistische machten gebruikt om vernietigende contrarevoluties te steunen of door te voeren, waardoor de hele regio in bloedige conflicten werd ondergedompeld.

    De regionale context was ook een centrale factor in het overleven van de rechtse Israëlische regering van Netanyahu de voorbije jaren. Die regering vond steun op basis van een intensieve demagogie rond veiligheid.

    Een failliet systeem

    Als het regime de besparingsmaatregelen intrekt om de sociale onrust te stoppen, zal het een alternatief economisch plan moeten voorstellen om de ontwikkelende crisis van de sputterende kapitalistische economie af te remmen.

    Mogelijk zal het IMF onder druk van de beweging de eisen wat matigen, mogelijk zullen er zelfs voorstellen tot economische ‘hulp’ door kapitalistische machten komen. Dit zal niet volstaan voor structurele antwoorden op de schuldenproblemen, de levenskost, hoge werkloosheid (aangewakkerd door de vluchtelingencrisis) en de groeiende woede tegenover de ongelijkheid. Vrouwen in Jordanië gaan gebukt onder een grote genderongelijkheid. Ondanks een van de beste onderwijsniveaus in de regio, vindt slechts een beperkt aantal vrouwen werk.

    Het regime zal wellicht proberen een aantal maatregelen uit te stellen, maar het zal blijven proberen om de structurele economische problemen aan te pakken met een neoliberaal beleid waarbij het Jordaanse en buitenlandse kapitaal de werkenden gemakkelijker en harder kan uitbuiten.

    De Moslimbroederschap heeft vorige betogingsgolven en politieke crisissen kunnen benutten. Nu steunt het de monarchie en pleit het voor een rechtse pro-kapitalistische agenda. De Moslimbroederschap speelt nu geen centrale rol in de beweging. Arbeidersorganisaties en jongeren leiden het protest. Dit bevestigt het potentieel voor een meer efficiënte strijd tegen besparingen, armoede, corruptie, repressie en ongelijkheid. Dat zou meteen ook de mogelijkheid bieden om op te komen voor een alternatief beleid dat vertrekt van de belangen van de werkenden, armen en jongeren.

    Dat is uiteraard een heel ander politiek project dan de vage oproepen door delen van de middenklasse voor een ‘regering van nationale redding.’ Gelijk welke ‘alternatieve’ regering die de crisis op kapitalistische basis probeert op te lossen, zelfs indien toegevingen worden gedaan om de woede onder controle te krijgen, zal vroeg of laat moeten buigen voor de eisen van de heersende klasse voor aanvallen op de werkende klasse in een poging om het systeem te stabiliseren.

    Een regering die echt ‘redding’ brengt, moet bestaan uit directe vertegenwoordigers van arbeidersorganisaties, jongerenbewegingen en lokale organisaties. Deze regering zou de strijd moeten leiden tegen de rijke koninklijke familie, de superrijke kapitalisten en de imperialistische bedrijven. Enkel dan kan een einde gemaakt worden aan armoede en werkloosheid om echte democratie te vestigen op basis van een beleid van socialistische verandering.

    De ontwikkelingen in Jordanië zijn een lichtpunt, samen met de herleving van de massale protesten van de inwoners van de Gazastrook. Het wijst op een terugkeer van de broodnodige strijd in de regio tegen corrupte elites, onderdrukkende regeringen en failliete regimes.

  • Ooggetuige uit Gaza: “Razan werd voor mijn ogen vermoord”

    Jonge Palestijnse hulpverleenster doodgeschoten toen ze eerste hulp aan gewonde betogers toediende

    Razan al-Najjar, een 21-jarige vrijwilligster van een medisch team in Gaza, werd op vrijdag 1 juni doodgeschoten tijdens een protestactie nabij Khan Yunis. Ze werd omgebracht toen ze eerste hulp gaf aan gewonde betogers tijdens de nu wekelijkse ‘Mars voor Terugkeer.’ De koelbloedige moord brengt de Palestijnse dodentol sinds het begin van het protest op 30 maart op meer dan 120. Daarnaast vielen er duizenden gewonden.

    MR is een persfotograaf uit Gaza. Zaterdag sprak hij met leden van de Socialistische Strijdbeweging (onze zusterorganisatie in Israël-Palestina). Hij kende Razan en was op het protest waar ze vermoord werd. “Razan werd voor mijn ogen vermoord.”

    MR is geboren en opgegroeid in Gaza. “Ik ben een van de vluchtelingen die in één van de kampen leeft. Ik ervaar de gevolgen van het vluchtelingenleven sinds mijn geboorte. Ik werkte zeven jaar in de journalistiek maar doe nu vooral documentaires. Mijn collega’s en ikzelf brengen de gebeurtenissen van de Grote Mars van de Terugkeer in Gaza in beeld.

    “Ik heb Razan ontmoet in het actiekamp van Khan Younis. Ze was een van de eerste vrijwilligers die de gewonden hielp. Als we spreken over vrijwilligerswerk in Gaza betekent dit werken zonder enig geld. Ze gaf haar leven om gewonde vreedzame betogers te verzorgen. Ze was er elke dag van ’s ochtends vroeg tot het einde van de confrontaties ’s avonds. Ze gaf haar leven om de wereld te tonen dat er mensen zijn die opkomen voor een rechtvaardige en vreedzame zaak.”

    MR beschrijft de vreselijke zaak op het terrein: “Gisteren bevond ik me met mijn collega’s in het actiekamp van Khan Younis aan de grens. We deden ons werk zoals steeds. De soldaten richtten zich tegen iedereen, zowel met ‘zenuwgas’ (een mengeling van traangas en andere giftige gassen die gedurende een week gevolgen met zich meebrengen voor wie erdoor geraakt is) als met de internationaal verboden clusterkogels.”

    “Een van de jonge mannen was gewond en de hulpverleners gingen naar hem. De heldhaftige Razan was deel van de ploeg. De soldaten schoten toen bewust op haar, ook al droeg ze het witte uniform van een verpleegster. Ze werd neergeschoten met een kogel in de buik. De kogel veroorzaakte een grote wonde. Ik was geschokt en kon niet verder gaan met mijn werk als fotograaf.”

    “Razan droeg geen wapens of iets anders dan als excuus kon ingeroepen worden om haar neer te schieten. Ze bood enkel hulp aan een gewonde,” zegt MR. Hij benadrukt: “Laat er geen twijfel over bestaan: de Israëlische soldaten zien door hun verrekijkers heel goed op wie ze schieten. Ze zien alles wat zich afspeelt. Ze richten zich doelbewust op ongewapende mensen, kinderen, journalisten en hulpverleners. Ze volgen geen wetten.”

    “Het mooie meisje Razan keerde niet terug. Haar dood zal onze mensen niet ontmoedigen om hun vreedzame Mars voor Terugkeer verder te zetten. Zij hopen dat het doden van mensen anderen zal intimideren en de acties zal stoppen, maar ze vergissen zich. Het vermoorden van onschuldigen zet onze mensen nog meer aan om voor hun rechten op te komen, de basisrechten die door internationale normen erkend zijn. We willen vrij leven, vrij zijn om te gaan waar we willen, om te reizen en te vissen. We willen het einde van de onrechtvaardige belegering van ons onderdrukt volk.”

  • Ooggetuigenis uit Gaza

    Hieronder een ooggetuigenis door de activist en auteur Rana Shubair vanuit Gaza. De Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël-Palestina, vroeg Rana om deze getuigenis. Daarna volgen twee video’s: beelden van het protest in Gaza op 14 mei gemaakt door de dochter van Rana en daarna beelden van leden van de Socialistische Strijdbeweging op een protestactie tegen het vermoorden van activisten in Gaza. Deze protestactie vond plaats op 18 mei in Yad Mordekhay in Israël, in de buurt van de grens met Gaza.

    Bloedige Maandag

    “14 mei was de eerste dag van de zomervakantie voor de kinderen hier. Ze hadden hun laatste schooldag er net opzitten en die maandag moest een familiedag worden. Mijn kinderen verrasten met door niet aan te dringen om ergens naartoe te gaan. De enige plaats waar ze heen wilden, was de Mars van de Terugkeer.

    “Er was in de dagen ervoor veel opwinding. We voelden dat die maandag het belangrijkste momentum van de mars zou worden. Het werd dat ook, maar de Israëlische soldaten zorgden ervoor dat het een rouwdag werd voor ons.

    “We gingen rond de middag naar het protest ten oosten van de stad Gaza. Het eerste wat ik zag, was een grote Palestijnse vlag die hoog wapperde. Dit gaf me hoop en moed. De verzamelplaats liep vol met mensen. Velen zaten onder tenten en nog meer mensen stonden op 300 meter van de prikkeldraad.

    “Dichter bij de prikkeldraad steeg er zwarte rook op. Er waren banden in brand gestoken en betogers werden regelmatig geraakt door een stortvloed van traangasflessen. Sommigen droegen maskers om zich te beschermen. Anderen hadden rackets bij om de flessen terug te meppen in de andere richting zodat het gas hen niet zou raken. Naarmate ik dichter bij de verzamelplaats voor de actie kwam, voelde de lucht zwaarder aan.

    “Er waren meer ambulances verzameld dan op gelijk welke andere dag. Ze waren overal en opereerden vanuit verschillende punten.

    “Naast me stonden enkele vrouwen op een berm. Ze riepen luid slogans die opriepen tot een overwinning. Een oude man zat op een stoel voor een camera voor een interview. Hij zag er meer dan 80 jaar oud uit en had veel te vertellen. Het was een overlevende van de Nakba en dus ouder dan de bezettende staat Israël.

    “Nog steeds aan die berm horde ik sporadische geweerschoten. Voor ik aan het kamp kwam, waren er al 16 doden gevallen. Enkele momenten later was dat opgelopen tot 30.

    “Met die snelle toename van het aantal doden, verwachtte ik dat iedereen snel uiteen zou gaan. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Iedereen bleef ter plaatse en raakte enkel meer vastberaden met de minuut.

    “De mars heeft op veel manieren hoop naar voor gebracht. Jongeren bleven zonder angst staan, ondanks het feit dat zwaarbewapende Israëlische scherpschutters hen allemaal konden neerschieten. Toen ik daar stond dacht ik: alles wat ze doen, is zo berekend en afgemeten. Ze lijken wel op stropers: ze kijken hun hulpeloze prooi toe en nemen de kans om te schieten.

    “Op het einde van de dag waren er 60 doden. Het was een bloedige dag die mag vergeten worden. Dit is een nieuwe ramp in onze geschiedenis. Maar toch blijven we er rotsvast van overtuigd dat het doden van de onschuldigen zal stoppen en dat onze vrijheid er ooit zal komen.”

  • Interview met activist in Gaza. “Hoe meer ze moorden, hoe meer de woede toeneemt”

    Protest in Londen. Foto: Paul Mattson

    De voorbije weken was er veel Palestijns protest op de Gazastrook. Het protest is gericht tegen de brutale belegering door Israël (in samenwerking met Egypte) en de vreselijke gevolgen hiervan voor de levensomstandigheden. Er waren elke week duizenden betogers. Dit botste op bijzonder gewelddadige repressie door het Israëlische regime. Er vielen meer dan 100 doden en 10.000 gewonden. De Israëlische kapitalistische regering doet er alles aan om een massabeweging te vermijden.

    Leden van de Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina, zijn solidair met het protest op Gaza. Ze spraken met een 24-jarige activist in Gaza, Ahmed Al-Na’ouq uit de stad Deir al-Balah, over de bloedige repressie, de vreselijke omstandigheden en de protestbeweging.

    Ahmed beschrijft een van de eerste betogingen: “Dat was verschrikkelijk. Ik zag betogers die afgevoerd werden door ambulances. De Israëli hadden zich versterkt opgesteld achter een zandheuvel.”

    Dankzij een lokale generator hadden we elektriciteit tijdens het avondlijke gesprek met Ahmed. Meestal is er geen regelmatige elektriciteitsvoorziening.

    “Hoe meer ze moorden, hoe meer de woede toeneemt. Als het Israëlische leger bijvoorbeeld mijn broer vermoordt, dan zal ik niet bang thuis blijven. En het Israëlische leger heeft in de vorige oorlog effectief mijn broer vermoord.”

    In de oorlog van 2014 kwamen er meer dan 2.200 mensen om in Gaza. Ahmed verloor zijn oudere broer en enkele vrienden. Hij is nog nooit buiten de Gazastrook geweest.

    “Het is mijn ultieme droom om te reizen. Ik ben nog nooit in mijn leven uit de Gazastrook geweest. Dat maakt me persoonlijk kapot.”

    Het protest van de afgelopen weken was het grootste sinds de belegering. Op de eerste dag waren er 25.000 tot 40.000. Ondanks de zware repressie zijn de betogingen doorgegaan. Op 14 mei waren er bijvoorbeeld 50.000 betogers. De protestbeweging ‘Grote mars van de terugkeer’ moest een hoogtepunt kennen op 15 mei, de 70ste verjaardag van de Palestijnse Nakba, toen 800.000 inwoners hun huis moesten verlaten en sindsdien niet mochten terugkeren.

    Maar liefst 70% van de bevolking van Gaza is familie van de vluchtelingen van 1948. Ook Ahmed’s grootmoeder is een vluchtelinge uit Beersheba.

    “We betogen niet omdat we denken dat we na dit protest naar onze grond kunnen terugkeren, maar we willen de wereld eraan herinneren en benadrukken dat het ons recht is,” legt Ahmed uit.

    “De bevolking van de Gazastrook voert momenteel alleen actie. Er waren geen gelijklopende betogingen op de Westelijke Jordaanover of in Libanon. Hoe dit komt? Door de slechter wordende omstandigheden in Gaza als gevolg van de belegering.”

    “Zo is er een vreselijk tekort aan water. De zee is in de zomer de enige bron van verfrissing, maar de zee is compleet vervuild. Er is immers geen elektriciteit voor de waterzuiveringsinstallaties op het rioleringsnet.”

    Heel wat gebouwen liggen sinds de oorlog van 2014 in puin. De werkloosheidsgraad op de Gazastrook is een van de hoogste ter wereld: officieel is het 40% en onder jongeren (min dertig jaar) is dat zelfs 60%. De afgelopen twee jaar is er een toename van het aantal zelfmoorden. Wie wel werk heeft, krijgt slechts een gemiddeld dagloon van 60 Shekels (14,2 euro).

    “Alle bronnen van inkomsten liggen droog. De Palestijnse Autoriteit (PA) legt zout op de wonde door de lonen van de ambtenaren van de PA in Gaza naar beneden te halen. Nochtans zijn veel mensen afhankelijk van die lonen. De lokale ambtenaren die van het Hamas-bewind afhangen, krijgen evenmin een volledig loon.”

    “De VN-operatie zit in een diepe crisis nadat Trump aankondigde dat de VS de financiering ervan stopzet. NGO’s die werk en diensten leveren, hebben het ook moeilijk omdat de internationale financiering afneemt. Personeelsleden van NGO’s die nog betaald worden, krijgen slechts 30% tot 40% van hun loon.”

    Ahmed is zelf een personeelslid van een NGO, hij is coördinator van ‘We are not numbers’, dat bericht over het dagelijkse leven van jonge Palestijnen. De helft van de bevolking van Gaza is jonger dan 18 jaar, het gaat om zowat een miljoen mensen. Een volledige generatie groeit op in deze rampzalige realiteit. Het is vanuit deze jongeren dat het huidige protest gegroeid is.

    “De eerste betoging waaraan ik deelnam, was op de tweede protestdag. Dat was op 31 maart. Er waren duizenden aanwezigen en ik was onder de indruk van de positieve sfeer. Mensen hadden vlaggen bij en riepen slogans voor vrijheid. Ze stonden ver weg van het hekken, misschien zelfs 800 meter, eerder in de buurt van de eerste huizen. Hoe dichter ik bij het hekken kwam, veel dichter lukte echter niet, hoe meer woedende betogers slogans riepen. De Israëlische soldaten schoten op deze mensen.”

    Om een ander beeld van de realiteit te creëren, stelt de propaganda van de Israëlische regering de betogers voor als gewelddadig. Ahmed vraagt: “Wie is het slachtoffer van geweld in deze verwrongen vergelijking?”

    De gevestigde media in Israël werpen zich steeds opnieuw op als betrouwbare spreekbuizen van de regeringspropaganda. Dit draagt bij tot een veiligheidshysterie en nadruk op schade aan landbouwvelden door ‘Molotov vliegers’, maar zonder aandacht voor het georganiseerd extreem geweld dat de klok rond ingezet wordt tegen de inwoners van de Gazastrook en hun protestacties.

    Het organiserend comité voor de acties maakte duidelijk dat het niet uit was op een directe confrontatie met het leger. Ahmed merkt op dat tegenover een betoging van “kwade jonge mensen zonder toegang tot een normaal leven” het Israëlisch leger staat dat dodelijke wapens inzet, met volgens de medische teams ook mogelijk dum-dum kogels.

    We vragen Ahmed of dit de mensen weghoudt van de betogingen. “De meeste mensen steunen het protest, maar sommigen zeggen dat dit zinloos is omdat het de belegering en de misdaden tegen ons niet zal stoppen. Sommige mensen zijn effectief bang om aan het protest deel te nemen. Maar de meerderheid steunt het protest en vindt het een goed initiatief, omdat het de aandacht van de hele wereld op onze situatie vestigt.”

    De beweging is populair en wordt volgens Ahmed niet gecontroleerd door een van de partijen. In het organiserend comité zitten er vertegenwoordigers van de verschillende fracties in de Palestijnse bevrijdingsbeweging. Maar ook dit comité heeft geen controle op alle initiatieven. Ahmed denkt dat het protest ook na 15 mei zal doorgaan.

    “Er zijn slachtoffers aan beide kanten. Onze situatie in Gaza is gewoon rampzalig. De Palestijnen lijden bijzonder hard. En de Israëli lijden soms onder onveiligheid. We moeten een oplossing vinden die voor beide kanten werkt. Jonge Israëli zouden hun ogen meer moeten openen en inzien dat wat de Israëlische regering doet compleet verkeerd is. Ze moeten er zich tegen verzetten. Als de Israëlische jongeren voor verandering opkomen, hebben we een kans op een toekomst. We moeten allemaal samen ingaan tegen onderdrukking en onrechtvaardigheid, samen kunnen we opkomen voor een normaal leven, een leven dat gelijkheid voor iedereen garandeert.”

  • Trump provoceert. Israëlische staatsterreur richt bloedbad aan

    Protest in Jeruzalem tegen de provocaties van Trump en tegen de dodelijke machine die de Israëlische staat is. Foto: Naor

    Wereldwijd reageren gewone mensen geschokt op het geweld van de Israëlische staat tegenover Palestijnse betogers in Gaza. Op 14 mei alleen vielen 60 doden bij protestacties tegen de verhuis van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem.

    Edito van weekblad ‘The Socialist’

    Bij het schrijven van dit artikel op 15 mei waren er nieuwe protestacties naar aanleiding van de herdenking van de Palestijnse Nakba (catastrofe), toen 750.000 Palestijnen zeventig jaar geleden moesten vluchten bij de oprichting van de staat Israël.

    De verhuis van de Amerikaanse ambassade is slechts één van de vele provocaties van Trump in het Midden-Oosten, waar de spanningen op verschillende fronten escaleren. De eenzijdige intrekking van het akkoord over nucleaire ontmanteling in Iran leidt tot een ernstige crisis. Als een echte pyromaan giet Trump extra olie op een reeds erg ontvlambare situatie in Syrië. Dit gebeurt in een regio die hard getroffen is door een oorlog die al langer duurt dan de Eerste Wereldoorlog.

    In de nasleep van het eenzijdig opzeggen van het nucleaire akkoord ontstonden er nieuwe complexe conflicten en oorlogen. De recente Israëlische raketaanvallen op Iraanse troepen in Syrië kunnen leiden tot een nieuwe oorlog, aanvankelijk tussen Israël en Iran/Syrië maar het kan escaleren tot een nieuwe algemene regionale oorlog.

    Dit kan ook een terugslag hebben in Europa met mogelijk een nieuwe golf van vluchtelingen die daar veiligheid zoeken, maar ook met nieuwe terreuraanslagen die zich kunnen verspreiden tot in de VS.

    Trump beweert dat het opzeggen van het nucleaire akkoord met Iran het voor dat laatste land onmogelijk maakt om “ooit kernwapens te bezitten.” Het resultaat zou wel eens het tegenovergestelde kunnen zijn: het ontwikkelen en bezitten van kernwapens door Iran en andere machten, zoals Saoedi-Arabië.

    De Britse krant The Guardian schreef: “Het gescheld van Trump is gebaseerd op veronderstellingen die vooroordelen versterken, maar niet op de werkelijkheid gebaseerd zijn.” De krant stelt dat het nonsens is dat Iran op het punt stond om “het gevaarlijkste wapen ter wereld te bemachtigen.”

    Het akkoord liet Iran toe om verder te gaan met het verrijken van uranium, maar het was “niet toegelaten en het was technisch niet mogelijk om dit proces te gebruiken om kernwapens te produceren.” Onder het akkoord mocht Iran geen plutonium verwerken als “alternatieve weg voor kernwapens.” The Guardian kwam tot de conclusie dat de toespraak van Trump “vervreemd was van de realiteit,” een beleefde manier om te zeggen dat het leugens waren.

    Dit nieuwe voorbeeld van arrogantie door Trump als vertegenwoordiger van het VS-imperialisme werd voorafgegaan door een verdere bocht naar rechts in zijn regering, onder meer met de promotie van CIA-directeur Mike Pompeo als minister en in het bijzonder met de promotie van John Bolton die eerder onder George W Bush in de regering zat. Bolton is een conservatief met een lange staat van dienst. Hij speelde een belangrijke en rampzalige rol in de invasie van Irak. Zijn voorstel om Teheran te bombarderen ging zelfs voor Bush te ver!

    In 2000 merkte Bolton op: “Als we nu de VN Veiligheidsraad zouden hertekenen, dan zou ik één permanent lid voorstellen: de VS. Dat zou een uitdrukking zijn van de machtsverdeling in de wereld.” Voor Bolton moet de VS de rest van de wereld in de pas laten lopen, de economische handelsoorlog van Trump tegen rivaliserende machten is er een voorbeeld van. Dit dreigt uit de hand te lopen met vergeldingsacties en een wereldwijde handelsoorlog. Bovendien kunnen de gevolgen van de militaire acties erg negatief zijn voor de economie.

    Het waanzinnige buitenlandse beleid van Bolton gaat nog verder dan het beleid van ‘Amerika eerst’ onder Trump. Het is een brutale versie van ‘Amerika alleen’, een terugkeer naar het Amerikaanse unilateralisme dat ondermijnd werd door het falen van eerdere oorlogen in Afghanistan en Irak.

    Het Amerikaanse beleid botste op wereldwijd verzet, wat een impact had op sommige regeringen zoals die van Duitsland en Frankrijk die zich verplicht zagen om kritisch te reageren op de VS. Trump is bereid om de Franse president Macron te negeren. De kruiperige smeekbedes van Macron in Washington hadden overigens een negatief effect de al tanende populariteit van de Franse president in eigen land. De Duitse kanselier Merkel en zelfs Boris Johnson en de voorzichtige ‘kritiek’ van Theresa May werden allemaal aan de kant geschoven.

    Regimeverandering in Teheran

    Het ultieme doel van Trump en Bolton is immers regimeverandering in Teheran. Ze willen dit niet bereiken met een militaire interventie, maar door harde sancties die leiden tot een nieuwe regering.

    Zelfs de paar generaals die nog in de regering van Trump overblijven – zoals minister van Defensie Mattis, die een ‘matigende invloed’ heeft op Trump – verzetten zich tegen deze strategie die “onvoorziene gevolgen” zou hebben voor de VS. Ze denken terecht dat het nucleaire akkoord met Iran werkte. Ze probeerden tevergeefs om te vermijden dat Trump het inferno dat hij begon verder zou voeden.

    Zelfs voor de laatste provocaties had Trump zich al de woede van de Palestijnen op de hals gehaald met de erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël. De situatie stond al op een kookpunt, de woede werd intenser toen, volgens journalist Patrick Cockburn, “Israëlische en Amerikaanse vlaggen in de straten wapperden en er  reuzegrote reclameborden met het gezicht van Trump verschenen.” Tegelijk proberen tienduizenden Palestijnen eens te meer door het grenshekken rond Gaza te breken. Gaza is de grootste openluchtgevangenis ter wereld. Het protest leidt tot een groot aantal doden onder de actievoerders. De Israëlische troepen schieten willekeurig mensen neer.

    Trump en de neoconservatieven rond hem zullen niet de snelle en gemakkelijke overwinning behalen die ze verwachten. Voor de dreigementen van Trump werden de islamitische hardliners in Iran, en zelfs de ‘hervormingsgezinde’ Rouhani-regering, geconfronteerd met massale revolte, niet in het minst van de arbeidersklasse die het toneel bestijgt met stakingsacties. Er is ook aanhoudend discussie over kwesties als de weigering van vrouwen om de verplichte hijab te dragen.

    De acties van Trump zullen op korte termijn wellicht eerder steun voor het behoud van het status quo als gevolg hebben. Het kan de Iraanse regering wat tijd geven en de onmiddellijke dreiging van een onafhankelijke beweging van de werkende klasse en de arme massa’s wat verminderen.

    Het opvoeren van de sancties zal ongetwijfeld leiden tot een verergering van de reeds wanhopige economische voorwaarden van de Iraanse massa’s. De verantwoordelijkheid hiervoor zal echter niet automatisch bij het regime gelegd worden, het zal eerder bij de dreiging van buitenaf gelegd worden.

    De herinnering van de oorlog met Irak zit in het geheugen van de Iraanse bevolking ingebakken. Het Britse en Amerikaanse imperialisme steunden de invasie van Iran door Saddam, ook al leidde dit tot vreselijke verliezen aan beide kanten. Er vielen 300.000 Iraanse doden en talloze gewonden.

    Geen enkele buitenlandse kracht is in staat om vandaag een dergelijke aanval te lanceren. Maar het is mogelijk dat Israël – dat in het verleden vermeende nucleaire sites in Iran heeft gebombardeerd – op vraag van Trump en het VS-imperialisme overgaat tot gelijkaardige maar omvangrijkere bombardementen op nucleaire sites.

    “Vernietigende sancties”

    Het regime van Trump dreigt met “vernietigende sancties” tegen landen, zoals de Europese machten, die met het akkoord willen doorgaan. Brutale berekeningen over hoeveel winst er kan geplunderd worden en de strategische belangen zijn de enige zaken die tellen. De belangen van de mensen in de regio zijn niet van tel.

    Kijk maar naar de dubbele houding van Poetin die in Moskou een vriendelijk gesprek had met de Israëlische premier Netanyahu op een ogenblik dat Israëlische bommenwerpers ingezet werden tegen militaire posities van zijn ‘bondgenoten’ Iran en president Assad van Syrië.

    Het toont aan dat de werkende massa’s in het Midden-Oosten en elders enkel op hun eigen krachten kunnen vertrouwen en op die van hun broeders en zusters in de rest van de wereld. Enkel zo kan een uitweg gevonden worden uit de nachtmerrie die door het kapitalisme en het imperialisme is gecreëerd in de regio.

    De massa’s moeten zich organiseren en hun eigen organisaties versterken met klassenoplossingen voor de problemen van elk land en van de hele regio.

    De huidige verkiezingen in Irak tonen dat de massa’s zoeken naar een einde van de sectaire partijen die slechts bijdroegen aan de enorme problemen die het kapitalisme en het imperialisme doorheen monsterlijke militaire interventies hebben veroorzaakt.

    De brutale verdediging van de Amerikaanse belangen en de dreiging van economische vergeldingsacties zullen de interimperialistische rivaliteit tussen de VS en anderen, zoals China, versterken. China voert heel wat handel met Iran, onder meer door olie te kopen.

    De VS denkt dat zijn economische dominantie en in het bijzonder de leidinggevende positie in de banksector volstaat om iedereen in de pas te doen lopen. Dat is op korte termijn onwaarschijnlijk, het duurt immers langere tijd vooraleer sancties effectief zijn. De VS kan bovendien geconfronteerd worden met economische schade indien de landen die aangepakt worden tegenmaatregelen nemen.

    Het Iraanse regime verklaarde dat het bereid is om het nucleaire akkoord te blijven steunen indien het intact blijft. Dat is op voorwaarde dat de oorspronkelijke niet-Amerikaanse ondertekenaars van het akkoord blijven steunen. Trump daarentegen wil ‘vernietigende sancties’ voor al wie het akkoord blijft steunen en toepassen.

    Stop de inmenging door buitenlandse machten: laat de bevolking van elk land in de regio beslissen over zijn eigen lot, met de steun en aanmoediging van de wereldwijde arbeidersbeweging.

    De werkenden en jongeren doorheen de wereld moeten hun stem laten horen en zich voorbereiden op een nieuwe massale anti-oorlogsbeweging die kan bijdragen aan het dwarsbomen van de arrogante en dictatoriale acties van Trump, Saoedi-Arabië en Israël. Trump moet op groot protest botsen als hij Europa bezoekt in juli. Dit protest kan bijdragen aan de opbouw van een beweging in het Midden-Oosten die als een grote bezem alle kapitalisten en imperialisten, de sjeiks, prinsen en sectaire politici van het toneel van de geschiedenis kan vegen.

     

  • Verzet tegen zionisme is niet hetzelfde als antisemitisme

    Linkse socialisten op 1 mei in Tel Aviv. Onze zusterorganisatie in Israël/Palestina komt in moeilijke omstandigheden op voor een socialistisch antwoord op het brutale regime.

    In Groot-Brittannië wordt op schandalige wijze uitgehaald naar Labour-voorzitter Jeremy Corbyn. Dit gebeurt met het argument dat hij ‘antisemitisch’ zou zijn omwille van zijn verzet tegen het brutale Israëlische regime. Deze campagne heeft nu ook een staartje in ons land gekregen. Er kwamen protestverklaringen uit rechtse hoek tegen het eredoctoraat voor Ken Loach aan de ULB in Brussel. Wij zijn het niet volledig eens met de benadering die Ken Loach inneemt (zie dit dossier met enkele bedenkingen bij de BDS-campagne). Maar het moet duidelijk zijn dat verzet tegen zionisme niet hetzelfde is als antisemitisme. Tevens is het duidelijk dat de huidige aanvallen op Corbyn vooral een excuus zijn om de linkerzijde te bestrijden. Hieronder twee artikels die in maart in weekblad ‘The Socialist’ verschenen.

    [divider]

    Beschuldiging van antisemitisme: nieuwe poging om Corbyn te bestrijden

    Edito van The Socialist 27 maart 2018

    Corbyn. (foto door Paul Mattson)

    De Blairistische meerderheid van Labour parlementsleden zal de leiding van Jeremy Corbyn nooit aanvaarden. Corbyn won de tweede voorzittersverkiezingen die de Blairisten hem in 2016 oplegden op overtuigende wijze, maar nu blijven ze uitkijken naar elke mogelijkheid om hem te ondermijnen, te beschadigen en uiteindelijk af te zetten.

    De laster over het ‘antisemitisme’ van Corbyn bouwt voort op een commentaar van twee lijnen die Corbyn in 2012 op Facebook maakte.

    Rechts parlementslid Luciana Berger voert de aanval aan. Ze suggereerde dat Corbyn zich had verzet tegen de verwijdering van een antisemitische muurschildering in oost Londen. Rechtse Labour-parlementsleden vielen over elkaars voeten om zo snel mogelijk de muurschildering aan te klagen. In 2015 stelde de Jewish Chronicle dat er een “antisemitische ondertoon” was in het werk. Deze parlementsleden proberen vooral de eigen zetels veilig te stellen. Zo wordt Luciana Berger bedreigd met afzetting door de basis van Labour in Liverpool Wavertree. Daartoe wordt niet geaarzeld om in te spelen op oprechte angst voor antisemitisme.

    Corbyn reageerde dat hij de verwijdering van de muurschildering “volledig” had ondersteund. Dat volstond niet voor de rechterzijde van Labour die vastbesloten was om samen met de Board of Deputies of British Jews en de Jewish Leadership Council de zaak zo hard uit te melken als mogelijk.

    Parlementslid John Mann weigerde op de BBC te verklaren dat Corbyn geen antisemiet is. De journaliste die hem interviewde las enkele verklaringen van Corbyn zelf die uitdrukkelijk en krachtig alle vormen van racisme en antisemitisme veroordeelt. Ze vroeg Mann: “Het lijkt alsof het er niet toe doet wat hij zegt, het is nooit goed genoeg voor mensen als u.”

    In zijn eigen studententijd was Mann zelfs geen voorstander van het recht van de Israëli’s op een eigen staat. Hij verzette zich sterk tegen de positie van Militant, onze voorloper, dat opkwam voor een socialistisch Israël naast een socialistisch Palestina. Mann stelde toen dat er één kapitalistische staat moest zijn waarin beide nationaliteiten samenleven.

    De rechtse woede tegen Corbyn werd nog groter toen hij een lid van het schaduwkabinet aan de deur zette. Het ging om Owen Smith die zich eerder kandidaat had gesteld als uitdager van Corbyn in de voorzittersverkiezingen. Smith was tegen het overeengekomen partijstandpunt ingegaan en gaf openlijke steun aan het idee van een tweede referendum over de EU.

    Het feit dat de BBC voor het programma waar Mann sprak naar eigen zeggen geen enkel parlementslid van Labour kon vinden dat Corbyn wenste te verdedigen, spreekt boekdelen over de samenstelling van de parlementaire fractie. Er zijn vooral rechtse parlementsleden die zich net als de gevestigde media niet laten tegenhouden door de feiten als ze een hysterische campagne tegen Corbyn kunnen voeren. Het uitgangspunt is dat als er genoeg modder wordt gegooid, er hier of daar wel iets zal blijven plakken. Corbyn wordt zelfs beschuldigd op basis van Facebook-berichten die niet van hem waren.

    De aanval moet beantwoord worden. Dit moet niet op een defensieve vergoelijkende wijze gebeuren, maar met een energiek tegenoffensief.

    Israël

    Diegenen die de linkerzijde van ‘antisemitisme’ beschuldigen, erkennen soms dat kritiek op het Israëlische regime niet hetzelfde is als antisemitisme. Maar ze halen bewust beide zaken door elkaar met de stelling dat kritiek op het Israëlische beleid een ‘dekmantel’ is voor antisemitisme.

    Dit is een poging om in te gaan tegen de linkerzijde die zich tegen de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden verzet en die zich uitspreekt tegen alle vormen van racisme en antisemitisme. Sommigen ter linkerzijde hebben vanuit hun steun aan de Palestijnse zaak verkeerde politieke standpunten ingenomen over Israël (zie hieronder), maar dit betekent niet dat er sprake is van antisemitisme in de arbeidersbeweging.

    Een recente studie van het Institute for Jewish Policy Research gaf aan dat er onder mensen die zichzelf ‘rechts van het centrum’ situeren een hoger percentage is met “minstens één antisemitische opstelling.”

    Tijdens de brutale oorlogen van het Israëlische leger in Gaza werden Joodse groepen verwelkomd op de grote anti-oorlogsbetogingen en waren er ook sprekers van deze groepen. Op deze acties waren er een groot aantal moslims. Deze eenheid in actie versterkt de solidariteit met de oorlogsslachtoffers en onderdrukten, deze solidariteit versterkt ook de arbeidersstrijd in Groot-Brittannië zelf.

    Diegenen die Corbyn en de linkerzijde van antisemitisme beschuldigingen willen de arbeidersbeweging verdelen en verzwakken. Hun zoveelste poging om Corbyn aan de kant te schuiven is daar een onderdeel van.

    Hypocrisie van de Blairisten

    Antisemitisme komt vooral bij extreemrechts voor. Het zijn socialisten en syndicalisten die vooraan staan in de strijd tegen racisme, neonazisme en antisemitisme. De rechterzijde binnen Labour speelt daar amper of zelfs geen rol in.

    De leiding rond Corbyn heeft steun gegeven aan disciplinaire sancties in gevallen waar er mogelijk sprake is van antisemitisme, soms gebeurde dit zelfs op een bijzonder overdreven wijze. In 2016 heeft Momentum, de groep binnen Labour die Corbyn steunt, zijn eigen vicevoorzitter afgezet. Dat was Jackie Walker, zelf van Joodse afkomst. Ze werd afgezet na een harde mediacampagne tegen opmerkingen die ook volgens Momentum op zich niet antisemitisch waren. Walker werd ook geschorst als lid van Labour.

    De houding van de rechterzijde van Labour en van de Tories tegenover antisemitisme is helemaal anders als het uit een andere hoek komt. Waar blijft hun kritiek op Saoedi-Arabië waar “moskeeën en scholen al decennialang een antisemitisch venijn verspreiden dat niet meer gezien werd sinds de nazi’s,” om het in de woorden van het rechtse magazine Spectator te zeggen?

    Toen de schaduwminister van buitenlandse zaken Emily Thornberry in het parlement een motie voorstelde waarin de regering werd opgeroepen om de steun aan de Saoedische bombardementen van Jemen op te zeggen in afwachting van een VN-onderzoek, waren er meer dan 100 Labour-verkozenen die weigerden om voor deze motie te stemmen. Onder hen ook John Mann, Liz Kendall, Wes Streeting en Luciana Berger.

    Terwijl links beschuldigd wordt van antisemitisme, blijft rechts stil over de wetten die in het Israëlische parlement gestemd worden en die schokkend racistisch zijn tegen Palestijnen die in Israël wonen, om nog maar te zwijgen over de gedwongen verhuizingen van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en de racistische discriminatie die er schering en inslag is en niet moet onderdoen voor antisemitisme.

    Op het partijcongres van Labour werd vorig jaar ‘Jewish Voice for Labour’ opgezet tijdens een meeting met meer dan 300 afgevaardigden. De groep verzette zich tegen de aanvallen op Corbyn die ondersteund werden door de ‘Jewish Labour Movement’ en andere rechtse groepen. Jewish Voice for Labour kreeg amper aandacht in de massamedia, terwijl het protest tegen Corbyn breed uitgesmeerd werd. JVL verklaarde voorstander te zijn van een “open, democratische en inclusieve” partij en voor de “rechten van Joodse mensen en tegen de onrechtvaardigheden tegenover Palestijnen en andere onderdrukte volkeren.”

    Dergelijke standpunten zijn belangrijk en erg welkom. Ze moeten gepaard gaan met eisen en druk voor concrete maatregelen om Labour effectief te democratiseren, onder meer met een verplichte herselectie en verkiezing van kandidaten voor de parlementsverkiezingen.

    De nieuwe laster over ‘antisemitisme’ tegen Corbyn en de hysterie van beschuldigingen rond Russische spionage zullen wellicht niet pakken. Maar het zijn wel waarschuwingen van de dringendheid van een tegenoffensief.

    [divider]

    Verzet tegen zionisme is geen antisemitisme

    Door Bob Labi

    Noch de organisatoren van de ‘open brief’, de Board of Deputies (BDBJ), noch de Jewish Leadership Council (JLC), beweren dat ze alle mensen van Joodse afkomst of aanhangers van de Joodse religie in Groot-Brittannië vertegenwoordigen. Maar ze geven wel graag die indruk. Beide instanties zijn federaties van vertegenwoordigers van Joodse organisaties zoals synagogen, liefdadigheidsinstanties en politieke groepen. Ze vertegenwoordigen niet de mensen van Joodse afkomst die geen lid zijn van dergelijke organisaties op diegenen die tot de snel groeiende Charedi (ultra-orthodoxe) Joodse gemeenschap behoren. Die laatste is momenteel goed voor ongeveer 16% van de Britse Joden.

    Zowel BDBJ als JCL verdedigen het zionisme en proberen ten onrechte om elk verzet tegen zionisme gelijk te stellen met antisemitisme. Zoals de huidige JCL-voorzitter Jonathan Goldstein het vorig jaar stelde: “We benadrukken en zijn trots op onze historische band en onbreekbaar engagement voor het land van onze voorvaderen, de staat Israël.”

    Historisch waren veel Joden, mensen van Joodse afkomst en Joodse organisaties anti-Zionistisch. In 1917 schreef de toenmalige voorzitter van de BDBJ naar de Times om zich uit te spreken tegen zionisme omdat deze strekking “alle Joodse gemeenschappen ter wereld ziet als een thuisloze nationaliteit.”

    Deze standpunten worden door de huidige BDBJ-leiders niet afgedaan als antisemitisch, maar er wordt toch scherp afstand van genomen: “Met het voordeel van inzichten die een eeuw langer omvatten, zijn we zeker dat onze voorlopers” nu akkoord zouden zijn dat Israël “de ultieme beschermplaats voor de Joodse bevolking is en een plaats waar de Joden over hun eigen toekomst beslissen.”

    De massale slachtpartij van miljoenen Europese Joden in de holocaust van de nazi’s, het feit dat veel Joden die de nazi’s probeerden te ontvluchten geen visa kregen van andere landen, en de vele anti-Joodse rellen en pogroms in Europese en Arabische landen heeft er ongetwijfeld toe geleid dat veel Joden, waaronder ook niet-religieuze Joden, Israël effectief zien als een ‘ultieme beschermplaats.’ Dit is nochtans niet het geval.

    Onze voorlopers waren het eens met de waarschuwingen van Trotski in de jaren 1930 toen die stelde dat het opzetten van een specifieke Joodse staat op een grondgebied dat al bewoond wordt door niet-Joden een val zou zijn voor de Joden die hiernaar verhuizen. In Israël is er een constante vrees om een oorlog te verliezen en de ‘zee ingedreven’ te worden. Dat is een uitdrukking van het feit dat het opzetten van Israël geen oplossing was voor de dreigingen waarmee de Joden geconfronteerd werden. Dat was een belangrijk argument toen onze voorlopers zich verzetten tegen het opzetten van Israël.

    Naderhand erkenden we echter dat er in de decennia sinds 1948 een Israëlische natie en een Israëlische arbeidersklasse is ontwikkeld. Dat betekent dat we opkomen voor de volledige rechten van de Palestijnen, maar ook moeten ingaan op de sociale en nationale kwesties waarmee de Israëlische arbeidersklasse geconfronteerd wordt.

    Onder de oprichters van de JCL waren er een aantal Joodse kapitalisten die zich gezien hun klassenpositie uiteraard tegen socialisme verzetten. Tot voor kort werd JCL geleid door Sir Mick Davies die in juni 2017 aangesteld werd als topman van de Conservatieve Partij.

    Mensen van Joodse origine behoren zoals alle volkeren tot verschillende klassen: kapitalisten, middenklasse en werkende klasse. Ze hebben ook verschillende politieke standpunten. Internationaal hebben mensen van Joodse origine een prominente rol gespeeld in de arbeidersbeweging. De nazi’s vielen het marxisme zelfs aan als een ‘joodse samenzwering’, maar tegelijk waren er in fascistisch Italië een aantal Joden lid van de Zwarthemden van Mussolini, tot er ook daar vanaf 1938 anti-Joodse wetten werden ingevoerd.

    Vandaag zijn het kapitalistische en pro-kapitalistische elementen die zowel BDBJ als JLC domineren. Dat is waarom hun ‘open brief’ niet gewoon een kritiek op Corbyn is, het is ook gericht tegen socialisten in het algemeen die aangeklaagd worden omwille van wat “de obsessieve haat van radicaal links tegen het zionisme, zionisten en Israël.”

    Met dergelijke propaganda negeren de pro-kapitalistische BDBJ en JCL-leiders het standpunt van de Socialist Party, de sterkste linkse kracht in de vakbonden, en van onze zusterorganisatie in Israël/Palestina, de Socialistische Strijdbeweging. In plaats daarvan gebruiken ze fouten en stommigheden van sommige individuen en kleine groepen om wat ze ‘radicaal links’ noemen in het algemeen aan te vallen.

    We verzetten ons tegen de poging om verzet tegen zionisme met antisemitisme gelijk te stellen. Verzet tegen zionisme betekent niet antisemitisch verzet tegen de Joden, mensen van Joodse afkomst of de Israëlische arbeidersklasse. Zoals in alle kapitalistische landen is er ook in Israël klassenstrijd en we steunen de strijd van zowel de Israëlische als de Palestijnse werkenden tegen de kapitalisten en tegen onderdrukking.

    De Socialist Party en de Socialistische Strijdbeweging komen op voor een gezamenlijke oproep aan beide nationaliteiten voor het recht op hun eigen staten op socialistische basis, met volledige rechten voor alle minderheden in die staten. Dit is enerzijds een duidelijke verwerping van dwang zowel tegenover Palestijnen als Israëli’s. Tegelijk is het een oproep voor het omverwerpen van het kapitalisme om zo de levensstandaard van alle werkenden te kunnen optrekken.

    Het is niet uitgesloten dat een gezamenlijke strijd van Palestijnen en Israëli’s kan leiden tot de creatie van één staat die een socialistische maatschappijverandering doorvoert. Maar om daar te geraken, is het noodzakelijk om eerst de rechten van de twee volkeren te erkennen.

  • Neen aan bombardementen op Syrië! Voor een massabeweging tegen de oorlog!

    De regering-Trump maakt zich op voor de mogelijkheid van een nieuwe reeks raketaanvallen op doelwitten van het Syrische regime. Dit kan leiden tot een explosieve situatie met mogelijk een grotere militaire confrontatie tussen grootmachten en regionale machten in het Midden-Oosten. Moskou reageerde op Trump’s openlijke dreigementen met de stelling dat het Amerikaanse eenheden die betrokken zijn bij aanvallen op Syrische bodem als doelwit zou beschouwen.

    Analyse door Serge Jordan, CWI

    Zowel Trump als de Britse premier Theresa May kennen woelige politieke tijden en hebben nood aan iets om de aandacht af te leiden van de blunders van hun regeringen. In Groot-Brittannië kwam het May bijzonder goed uit dat de beweerde aanval met gifgas, waarvoor geen concreet bewijs geleverd wordt, plaatsvond in aanloop naar deze crisis. Samen met Frankrijk, waar president Macron geconfronteerd wordt met een nieuwe golf van arbeidersstrijd, en Saoedi-Arabië dat faciliteiten aanbiedt aan de drie andere landen, laten ze hun spierballen rollen tegen het regime van Assad en zijn medestanders in het Kremlin. Ze maken daartoe cynisch gebruik van het excuus van de beweerde chemische aanval in Douma, de belangrijkste stad van Oost-Ghouta in de buurt van Damascus.

    Deze vreselijke aanval die tientallen doden zou gemaakt hebben, wordt vooralsnog zonder enig ernstig bewijs aan het regime van Bashar al-Assad en zijn buitenlandse bondgenoten toegeschreven. Het regime van Assad heeft zijn corrupt bewind jarenlang effectief in stand gehouden op basis van het bloed van onschuldige mensen. Het CWI geeft geen enkele steun aan dit brutale reactionaire regime en evenmin aan de Russische en Iraanse bondgenoten van Assad. Maar waarom zou het Syrische regime nu een chemische aanval inzetten en zich de woede van de westerse imperialistische machten op de hals halen? Het is niet uitgesloten, maar de tactische logica achter zo’n beslissing is niet duidelijk. Een militaire overwinning van het regime in Oost-Ghouta lag binnen handbereik, waardoor Assad de controle zou hebben over de meeste stedelijke centra van Syrië. Sommige commentatoren speculeren dat de recente aanval misschien het werk is van jihadistische ‘rebellen’ met als doel om het VS-imperialisme dieper in het conflict te trekken.

    Los van wie verantwoordelijk is voor deze aanval, moeten we het gebruik ervan als excuus voor een nieuwe imperialistische interventie in het Midden-Oosten verwerpen en er openlijk tegen protesteren. Vijftien jaar na de invasie en bezetting van Irak zijn miljoenen mensen de leugens van de heersende politici en hun vrienden van de gevestigde media destijds nog niet vergeten. Die leugens moesten de vreselijke oorlog in Irak rechtvaardigen. Het maakt dat veel mensen vandaag niet zomaar bereid zijn om de officiële versie van de westerse regeringen en de massamedia te aanvaarden. Andere westerse interventies in Afghanistan, Libië, … waren bovendien erg rampzalig voor de mensen in de regio en hebben de crisis enkel verergerd.

    De oorlog in Irak heeft geleid tot een afname van de invloed van het VS-imperialisme in het Midden-Oosten. De aanhoudende oorlog in Syrië bevestigt dit verder, wat ruimte opent voor Rusland en Iran om hun regionale invloed uit te breiden. Samen met de bocht van de regering-Trump naar een meer openlijke en blinde steun voor de aartsvijanden van Iran, namelijk Israël en Saoedi-Arabië, zorgt dit ervoor dat de regionale spanningen hoog oplopen.

    De spanningen tussen de belangrijkste machten werden voorheen nog onder controle gehouden door de strijd tegen ISIS. Met het verbrokkelen van de proto-staat van ISIS komen die spanningen met vernieuwde kracht op de voorgrond. Er was de voorbije periode al een escalatie van militaire spanningen op Syrisch grondgebied met een grotere betrokkenheid van Israël, Turkije, Iran en anderen.

    De luchtaanvallen van Trump zullen wellicht een kortdurend machtsvertoon zijn naar het voorbeeld van wat er in april 2017 gebeurde. Toen vuurde de Amerikaanse marine 59 Tomahawks af op een Syrische luchtmachtbasis. Andere opties, zoals een volledige oorlog voor ‘regimeverandering’, zouden niet alleen de hele regio dreigen mee te sleuren in een grote oorlog, maar kunnen ook leiden tot nog meer politieke en sociale onrust in Westerse steden en de rest van de wereld. Maar een oorlog heeft een eigen logica en nieuwe Amerikaanse luchtaanvallen kunnen in zo’n ontvlambare situatie onbedoelde gevolgen met zich meebrengen.

    Hypocrisie

    De inter-imperialistische spanningen in het Midden-Oosten en de rest van de wereld nemen toe. Tegelijk nemen de hypocrisie en de dubbele standaarden van de heersende klassen enorme proporties aan. Trump, May en Macron beschuldigen Assad van “minachting voor mensenlevens,” maar ze hebben allemaal de rode loper uitgerold voor de Saoedische kroonprins Mohammad Bin Salman, de architect van het bloedbad en de bewuste uithongering van Jemen waarbij er gemiddeld om de tien minuten een kind sterft. Ze haastten zich allemaal om de contrarevolutionaire slachter al-Sisi te feliciteren met zijn recente ‘herverkiezing’ in Egypte. Alle drie gaven ze in de praktijk groen licht aan de Turkse president Erdogan voor diens operatie van etnische zuivering in Afrin, en ook aan de Israëlische scherpschutters die ongewapende Palestijnen in Gaza neerschieten. Een veroordeling van die laatste acties botste in de VN Veiligheidsraad op een Amerikaans veto.

    De commentatoren die nu het gebruik van chemische wapens aanklagen om een nieuwe militaire agressie in Syrië te rechtvaardigen, hebben nog geen wenkbrauw opgetrokken toen het Amerikaans leger witte fosfor gebruikte in dicht bevolkte gebieden in Mosoel en Raqqa toen daar tegen ISIS gestreden werd. In naam van de ‘oorlog tegen terreur’ werden honderden burgers aan hun lot over gelaten en werden steden vernield. Dezelfde logica wordt door Assad en de aanhangers van Poetin gebruikt in een poging om moordende belegeringen en brutale bombardementen op burgerbevolkingen te rechtvaardigen in regio’s van Syrië die in handen zijn van gewapende rebellengroepen, hoofdzakelijk van fundamentalistisch-Islamistische strekking, zoals de salafisten van ‘Jaysh al-Islam’ die tot voor kort Oost-Ghouta controleerden.

    Het moorddadige beleid van Assad en zijn bondgenoten, het aanrichten van burgerdoden bij de westerse imperialistische ‘bevrijding’ en de massale armoede en vervreemding van miljoenen mensen, zal wellicht leiden tot de ontwikkeling van nieuwe extremistische Soennitische gewapende groepen, tenzij dit gestopt wordt door een echt alternatief. De acties van meedogenloze gewapende benden van Salafisten en jihadisten hebben Assad tegelijk toegelaten om op basis van angst de controle over belangrijke delen van de bevolking te behouden. Een nieuwe ronde van imperialistische luchtaanvallen zou hetzelfde effect hebben. Assad stelt zijn regime voor als een fort dat verdedigd wordt tegen binnenlandse en externe terroristen en buitenlandse vijanden. Deze voorstelling zal aan kracht winnen.

    Het CWI verzet zich tegen alle militaire aanvallen in Syrië, tegen alle buitenlandse interventies en inmenging. De bloedvergieten en vernielingen zijn de afgelopen zeven jaar bijna nooit gestopt. In plaats van het geweld op te voeren, moet het gestopt worden. Alle kapitalistische en imperialistische machten die betrokken zijn in een strijd om macht, prestige en winsten in de regio hebben aangetoond dat ze daar absoluut niet toe in staat zijn. Er is op basis van dit rotte systeem geen oplossing mogelijk voor de horror waar de Syrische bevolking onder gebukt gaat.

    De Syrische bevolking is verlamd door de slagen van de contrarevolutie en de oorlog. Maar er is wel een belangrijke en sterke arbeidersklasse in landen als Iran, Turkije en Egypte. Samen met de armen en onderdrukten in de regio, en ondersteund door de broodnodige anti-oorlogsbeweging in het Westen, zou een dergelijke kracht met een democratisch socialistisch programma een uitweg bieden uit de nachtmerrie die Syrië en het Midden-Oosten doormaken.

    Wij zeggen:

    • Stop de aanvallen van Trump op Syrië. Voor de terugtrekking van alle buitenlandse troepen uit Syrië, neen aan de inmenging van buitenlandse machten!
    • Voor een massale internationale beweging tegen de oorlog!
    • Voor de opbouw van eengemaakte multi-etnische en niet-sectaire verdedigingscomités in alle delen van Syrië om de werkenden en armen te beschermen tegen alle vormen van sectair en militair geweld!
    • Voor de opbouw van onafhankelijke vakbonden en massale arbeiderspartijen, met een programma van verdeling van de grond aan de massa’s en van de fabrieken aan de arbeiders.
    • Weg met dictatuur, kapitalisme en imperialisme – voor arbeiderseenheid en socialisme.
    • Voor een democratische socialistische confederatie van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, met respect van de rechten van alle minderheden!
  • Marokko: steun de ‘hirak van Jerada’

    De bevolking van het mijnstadje Jerada in het noordoosten van Marokko is nu al meer dan drie maanden in actie tegen ellende, economische marginalisering en staatsrepressie. Op 22 december leidde de dood van twee broers, Houcine en Jedouane, in een ongebruikte koolmijn ertoe dat de onderhuidse woede in een openlijke revolte werd omgezet. In de daaropvolgende weken stierven twee andere jongeren in gelijkaardige omstandigheden.

    Artikel door Tayaar al’Amal al-Qaa’idii, het CWI in Tunisië

    De regio Jerada is een van de armste van het land. Zeker sinds eind jaren 1990 en de sluiting van de steenkoolmijnen is de regio een sociaal kerkhof geworden. De wanhopige situatie heeft honderden voormalige mijnwerkers en werklozen ertoe aangezet om hun leven te riskeren in de zogenaamde ‘dodende mijnen’ waar in gevaarlijke omstandigheden steenkool wordt ontgonnen om het voor een klein beetje geld te verkopen aan handelaars die bekend staan als de ‘barons’ – vaak corrupte lokale politici of zakenlui die banden hebben met energiebedrijven in de regio.

    De bevolking van Jerada stond vroeger in voor meer dan de helft van de energienoden van het land, maar vandaag kan ze de eigen elektriciteits- en waterrekeningen niet betalen. Dat leidt tot ongenoegen, wat versterkt wordt door de massale werkloosheid en de neerbuigende opstelling van de koninklijke autoriteiten.

    Na een eerste golf van mobilisaties met dagelijkse betogingen en stakingen, was de heersende elite van het land bang dat de strijd zich verder zou verspreiden naar andere delen van Marokko. In februari werd een ‘noodplan’ voor de stad aangekondigd.

    De lokale bevolking besefte snel dat de beloften van de regering slechts een rookgordijn waren die vooral tot doel hadden om de bevolking rustig te krijgen en niet om de eisen in te willigen. Het leidde eind februari tot nieuwe acties waarop de regering enkel met brutale repressie antwoordde. Zo was er aan massale arrestatie van activisten waarbij de leiders van de beweging er werden uitgepikt. Sinds het begin van de acties in Jarada werden meer dan 300 mensen opgepakt, waaronder minstens 17 minderjarigen.

    Na een goed opgevolgde algemene staking in de stad op 12 maart kondigde het ministerie van Binnenlandse Zaken een verbod op lokale betogingen aan. Videobeelden op sociale media toonden hoe politievoertuigen inreden op betogers die het willekeurige verbod op protest trotseerden. Een aantal gewonden door dit politiegeweld moesten zich thuis verzorgen, ze waren bang om in het ziekenhuis opgepakt te worden.

    De stad wordt nu in de praktijk belegerd met politie-aanwezigheid op elke straathoek. Maar ondanks deze maatregelen is de lokale bevolking niet van plan om de mobilisatie te stoppen. Er wordt gediscussieerd over nieuwe algemene stakingen en een mars naar Rabat, de hoofdstad van Marokko.

    Ondertussen zijn er nog honderden activisten die in de gevangenissen van het koninkrijk zitten na deelname aan de sociale beweging in El-Hoceima, in de naburige regio Rif, vorig jaar. Wat nu in Jerada gebeurt, is slechts een nieuwe uitdrukking van terugkerend sociaal protest met gelijkaardige eisen: recht op werk voor jongeren, degelijke publieke infrastructuur, een waardig leven. In oktober vorig jaar waren er ook ‘dorstprotesten’ tegen de besparingen op water in Zagora in het zuiden. Daar worden de watervoorraden geplunderd door de grote boerderijen. Het regime antwoordde ook op deze beweging met geweld.

    De beweging in Jerada nam de naam ‘Hirak van Jerada’ aan (de ‘beweging van Jerada’): een directe verwijzing naar de gebeurtenissen in El-Hoceima vorig jaar. Het toont ook aan hoe de belangen van deze strijdbewegingen gelijklopend zijn.

    Het is nu een uitdaging om dit gevoel om te zetten in een gezamenlijke strijd. Door zich te verenigen, hebben deze bewegingen een kans om vooruit te gaan en het beleid van isolement door het regime te breken. Een aantal vakbonden en organisaties roepen terecht op tot een nationale mobilisatie in solidariteit met de ‘Hirak van Jerada.’ Dit was op 2 april. Het is een nuttige stap om de strijd uit te breiden en doorheen het land te mobiliseren rond bredere eisen tegen het beleid van het regime dat de armen zo hard treft. Een 24-urenstaking in solidariteit met Jerada en de vrijlating van alle politieke gevangenen, maar ook duidelijke eisen voor werk, loonsverhogingen, tegen de privatiseringen en tegen de aanvallen op de subsidies, zijn belangrijk om een dynamiek op gang te brengen.

    De eisen van de bewoners van Jerada hebben een nationale impact. Het is enkel door in te gaan tegen het hart van de economische en politieke macht in het land dat de eisen van gemarginaliseerde gemeenschappen kunnen ingelost worden en dat de eis van een “economisch alternatief” zoals door betogers in Jerada naar voor gebracht wordt effectief betekenis kan krijgen. Waarom moeten de werklozen, werkenden en armen de ellende aanvaarden en hun leven riskeren om hun gezin te voeden, terwijl de Makhzen (de koning en de heersende instellingen) samen met een handvol maffiose bedrijven en zakenlui rijk worden op de kap van de bevolking?

    Een massastrijd van werkenden en jongeren doorheen het land is noodzakelijk om de monarchie en de grote bedrijven te onteigenen. Het gaat zowel om Marokkaanse als buitenlandse bedrijven die de economie van het land plunderen. Deze onteigening is nodig om het economisch leven te herorganiseren op basis van de noden van de bevolking. Het alternatief bestaat uit socialisme, een antwoord op ellende, onrechtvaardigheid en de barbarij van het wereldwijde kapitalistische systeem.

    Wij zijn solidair met de beweging in Jerada en eisen:

    • Stop de staatsrepressie en de criminalisering van sociale bewegingen in Jerada en de rest van Marokko. Voor de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen en het einde van strafrechtelijke vervolging van hen.
    • Voor de ontwikkeling van lokale actiecomités die op democratische wijze de strijd coördineren en de verdediging van de beweging organiseren tegen de politierepressie.
    • De voorbereiding van een 24-urenstaking doorheen Marokko uit solidariteit met Jerada in de strijd voor jobs, tegen de repressie van sociale bewegingen, tegen het neoliberale beleid van de regering.
    • Degelijke en goed betaalde jobs voor iedereen. Een uitgebreid programma van bouw en renovatie van infrastructuur in gemarginaliseerde regio’s. Dit programma moet publiek gefinancierd worden en democratische gecoördineerd door de betrokken bevolking.
    • Voor degelijke openbare diensten die voor iedereen toegankelijk zijn – stop de privatiseringen, behoud de subsidies op basisproducten.
    • Nationalisatie onder democratische controle van de werkenden en de bevolking van de sleutelsectoren van de economie met het oog op een plan om de beschikbare middelen in te zetten voor de sociale behoeften.
    • Steun de strijd van de werkenden en jongeren in Marokko, Tunesië, Algerije, … voor een socialistische, democratische en vrijwillige federatie van de bevolking van de Maghreb.
  • Gaza: protest is geen terrorisme

    • Voor een onafhankelijk onderzoek naar de moorden
    • Stop de belegering, stop de Israëlische bezetting!
    • Voor een socialistische oplossing van de nationale kwestie

    In je eigen land rondlopen wordt doorgaans niet als een misdaad gezien. Maar voor de twee miljoen Palestijnen die gevangen zitten in Gaza wordt het beschouwd als een bedreiging van de staat Israël. Dat is althans de visie van de rechtse premier Benjamin Netanyahu.

    Toen de bewoners van Gaza, de grootste gevangenis ter wereld, een massaprotest begonnen tegen de achtergrond van de brutale belegering door zowel Israël als Egypte en tegen de vreselijke situatie waarin de mensen zich bevinden, stuurde de regering-Netanyahu meteen het leger.

    Het leidde tot 18 doden en meer dan 1.500 gewonden onder de Palestijnen die deelnamen aan de ‘Mars van de terugkeer’ in het kader van de Dag van het Land (waarop de Palestijnen herdacht worden die op 30 maart 1976 werden vermoord toen ze protesteerden tegen de onteigening van hun grond door Israël). Er werd ook geprotesteerd tegen de aanhoudende belegering van Gaza door Israël en Egypte.

    De corrupte kapitalistische regering van Netanyahu mobiliseerde een troepenmacht, waaronder 100 scherpschutters, om het burgerprotest de kop in te drukken. De Socialistische Strijdbeweging (het CWI in Israël/Palestina) riep op tot protest en verzet tegen onderdrukking en het afslachten van ongewapende betogers. We betuigden onze solidariteit met het massaprotest tegen de achtergrond van een brutale belegering en de vreselijke omstandigheden die aan de Palestijnen worden opgelegd.

    Ondanks de dreigementen en de zware repressie kwamen 20.000 tot 25.000 mensen, waaronder veel gezinnen met kinderen, op straat in de betogingen van vrijdag 30 maart. Er waren acties op zes locaties in de buurt van de grens tussen Gaza en Israël. De regering-Netanyahu kwam de dreiging van geweld tegen de betogers na en blijft dit goedpraten. Toplui van het leger maakten zelfs duidelijk dat de dodelijke repressie zal doorgezet worden bij toekomstige betogingen. “We zullen blijven optreden tegen betogers in Gaza zoals we dit afgelopen vrijdag deden.”

    Een 18-jarige betoger, ‘Abd al-Fattah Abd a-Nabi, die terwijl hij wegliep van achter zich in het hoofd werd geschoten door het Israëlische leger, was één van de 18 dodelijke slachtoffers. Er waren ongeveer 1500 gewonden, waaronder heel wat kinderen. De meeste gewonden waren geraakt omdat met scherp geschoten werd. Anderen raakten gewond door rubberkogels of traangasgranaten die uit drones boven de betogers werden afgevuurd. De ziekenhuizen op de Gazastrook hadden een tekort aan bloed.

    De regering-Netanyahu geniet de steun van de nationalistische media en een reeks nationalistische kapitalistische elementen. Er werd gereageerd op vreedzaam protest dat ten onrechte werd omschreven als een “gewelddadige terreuraanval.” Dat was althans de omschrijving die gebruikt werd door Danny Danon, de Israëlische ambassadeur bij de VN. De protestacties bedreigden nochtans niemands veiligheid.

    Het is kenschetsend voor de “Hasbara” (propaganda) machine van de bezetting om de realiteit om te keren en elk Palestijns protest als gewelddadig af te doen. De dagelijkse militaire agressie en een belegering die twee miljoen mensen verstikt wordt daarbij niet als gewelddadig gezien, maar massaprotest ertegen wel.

    Het onderdrukken van het protest door de regering-Netanyahu heeft niet als doel om de vrede van het Israëlische publiek te beschermen. Dat is absoluut niet het geval. Het doel van het ophitsen, demoniseren en militair aanvallen van ongewapende burgers is om de Palestijnse bevolking af te laten zien van protest. Opkomen voor de eigen rechten wordt bloedig de kop ingedrukt. Het doel is om de belegering, de nationale onderdrukking van de Palestijnen, de armoede en de ellende verder te zetten. Het is ook bedoeld om zand in de ogen van de Joodse werkenden en jongeren te strooien door hen te mobiliseren tegen de strijd van de Palestijnse werkenden en jongeren voor een waardig leven. Voor Netanyahu in het bijzonder biedt de oorlog een nieuwe kans om in te spelen op angst rond veiligheid onder het Israëlische publiek om zo de aandacht af te leiden van de vermoedens van corruptie tegen hem persoonlijk en van het enorme falen van zijn regering.

    Het is belangrijk om te benadrukken dat een regime dat betogers zomaar aanvalt een potentieel gevaar vormt voor toekomstige strijd van Israëlische werkenden en jongeren die op harde tegenstand van de heersende klasse zullen botsen. Het bloedbad onder Palestijnse betogers en de verderzetting van de belegering en de bezetting maken dat het perspectief van vrede verderaf staat en het is een waarschuwing dat een verdere verslechtering van de levensvoorwaarden van de werkende bevolking in de directe toekomst mogelijk is. Het beleid om meteen met scherp te schieten zal wellicht tot meer doden leiden en dit zal niet enkel voor de Palestijnen gevolgen hebben. De escalatie van militaire repressie door Israël kan leiden tot een nieuwe algemene escalatie van geweld, wat ook de Israëlische burgers zal raken. Het is belangrijk dat Israëlische werkenden en jongeren zich uitspreken tegen het geweld van de Israëlische regering en deelnemen aan protestacties tegen de regering-Netanyahu.

    De provocatieve transfer van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem, waarbij het recht van de Palestijnen op een eigen staat en hoofdstad in Jeruzalem genegeerd wordt, en de 70ste verjaardag van Israël die officieel gevierd wordt door de Palestijnse situatie en rechten te negeren, leiden tot protest. De recente acties zijn onderdeel van een reeks acties gedurende anderhalve maand in aanloop naar de 70ste verjaardag van de Palestijnse Nakba, de stelselmatige verwoesting van honderden bezette Palestijnse dorpen en gemeenschappen en de gedwongen verhuis van 750.000 inwoners in de oorlog van 1948.

    De komende weken zijn er acties gepland in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem, maar ook in Jordanië, Syrië en Libanon. Het initiatief voor het protest wordt ondersteund door de belangrijkste krachten in de Palestijnse beweging. Het protest voor de rechten van Palestijnse vluchtelingen is het grootste sinds de stormachtige betogingen van duizenden vluchtelingen aan de grens met Israël op de dag van Nakba in 2011, toen tegen de achtergrond van de revolutionaire golf die de ‘Arabische lente’ werd genoemd. Toen vielen 15 doden en honderden gewonden.

    De eerste protestdag dit jaar viel op 30 maart, de Dag van het Land waarop de Arabisch-Palestijnse staking in Israël in 1976 wordt herdacht. Toen werden zes betogers doodgeschoten. Tegelijk werd het begin van de paasvakantie, dit jaar eveneens op 30 maart, als excuus gebruikt om opnieuw een algemeen verbod op grensovergangen aan de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook op te leggen. Het bevestigde eens te meer het beleid van misbruik en collectieve straffen. Ook het beleid om in de praktijk Palestijnse betogers te executeren komt wel vaker voor.

    “Wat is er gevaarlijk aan kinderen die op enkele honderden meter van tanks en gewapende soldaten staan? Het enige wat we met de mars vragen is om ons onaanvaardbaar leven aan te klagen,” zei Hasan al-Kurd, een van de organisatoren van het protest aan de Israëlische website ‘Local Call.’ “Er zijn veel doden en gewonden gevallen. Maar denken ze echt dat dit ons zal stoppen? We hebben geen andere keuze dan het protest door te zetten. Ik wil het Israëlische publiek oproepen om druk te zetten op de regering. De mensen hier zullen blijven sterven en uiteindelijk zal het in hun gezicht ontploffen.”

    “We kwamen hier niet om te sterven, maar om naar ons land terug te keren,” stond in het Hebreeuws op een protestbord tijdens de Palestijnse acties. Zowat 70% van de inwoners van de Gazastrook zijn vluchtelingen. Het is een bevolking die in 1948 met geweld op de Gazastrook werd teruggedreven waardoor dit een van de dichtst bevolkte gebieden ter wereld werd en een belegerde getto van armoede en crisis.

    Bijna elke week komen er Palestijnse individuen uit de Gazastrook naar het grenshekken met Israël in de hoop om de slechter wordende situatie te onvluchten. Ze zitten nog liever in een Israëlische gevangenis. Tegelijk zijn er regelmatig betogingen en confrontaties langs de grens. De voorbije week waren er vier ‘invallen’ door bewoners van Gaza die het Israëlische leger in verlegenheid brachten. In één geval trokken twee inwoners van Gaza ongeveer 20 kilometer te voet naar het trainingskamp van Tze’elim. In een ander geval hadden vier Palestijnse activisten militair gereedschap in brand gestoken alvorens terug te keren naar de Gazastrook.

    “De wereld moet begrijpen dat we in een grote gevangenis leven. Elke inwoner van Gaza voelt ditz elf aan en wil deze boodschap duidelijk maken,” stelde een lid van het organiserende comité in de krant Haaretz. “De mars gaat over de terugkeer, het moet de wereld een boodschap tonen: we hebben genoeg van de belegering en van de bezetting.” Hij antwoordde daarmee ook op de bewering van de Israëlische regering dat Hamas betogers moest inhuren en betalen om op straat te komen.

    De regering-Netanyahu dient het kapitaal en de nederzettingen. Deze rechtse regering wil Israëls 70ste verjaardag vieren en de publieke steun mobiliseren op nationalistische basis. Daartoe worden de rechten van Palestijnse vluchtelingen en van Palestijnen in het algemeen dagelijks met de voeten getreden.

    Op 15 mei, de Nakba dag, moeten de betogingen een hoogtepunt bereiken met de “Miljoenenmars.” De zware militaire repressie is erop gericht om een uitbreiding van de protestbeweging te vermijden. Een verdere uitbreiding van het protest bedreigt immers het bezettingsregime, net zoals massaprotest elke dictatuur bedreigt. De Israëlische regering, maar ook Hamas, is bang voor een mobilisatie van tienduizenden en zelfs van honderdduizenden aan de grens van de Gazastrook.  Hamas wil geen onafhankelijke massastrijd die aan haar controle ontsnapt en aantoont dat de Palestijnse massa’s kunnen bereiken wat de militaire macht van Hamas niet kon: de heersende orde van belegering en bezetting in de problemen brengen.

    Gezien de zware militaire repressie is het niet duidelijk in welke mate deze beweging de komende weken zal kunnen groeien. Het versterken van de organisatie achter het protest is belangrijk, er is nood aan onafhankelijke democratische comités van bewoners die samenkomen om over de volgende stappen in de strijd te discussiëren en te beslissen en om de zelfverdediging van de betogers te organiseren.

    De constante pogingen van de Israëlische heersende klasse om de angst onder de Israëlische bevolking te versterken moet beantwoord worden. Dat kan enkel indien een echt alternatief wordt aangeboden.

    Socialisten steunen een massale en onafhankelijke Palestijnse strijd, zoals deze georganiseerd werd tijdens de eerste intifada. We benadrukken dat het in het belang van de Israëlische werkenden en jongeren is om zich niet te laten misleiden door de ophitsende propaganda van de regering-Netanyahu, maar om integendeel een moedige hand van solidariteit en vrede uit te steken naar de Palestijnse betogingen en om zelf ook te betogen tegen de Israëlische kapitalistische regering en tegen de bezetting en de belegering. Het is in het belang van de Israëlische werkenden en jongeren om voor vrede op te komen op basis van oprechte erkenning onder meer van de historische onrechtvaardigheid van de Nakba en met fundamentele sociale verandering, een socialistisch systeem dat een einde maakt aan de extreme ongelijkheid en dat een terugkeer van vluchtelingen die dat wensen mogelijk maakt terwijl het welzijn, leven en persoonlijke veiligheid van iedereen en gelijke rechten zonder discriminatie voor beide nationale groepen gegarandeerd worden.

    We strijden vandaag tegen repressie en voor democratische en sociale eisen, maar er is een breder alternatief nodig. Zoals we eerder schreven: “Significante strijdbewegingen kunnen belangrijke verworvenheden afdwingen, maar enkel op socialistische basis is het mogelijk om de levensomstandigheden van de Palestijnen gelijk te stellen met die van de Israëli’s en om de algemene levensstandaard tot ver boven de best mogelijke voorwaarden onder het kapitalisme op te trekken. Het is ook enkel op deze basis mogelijk om volledige gelijke rechten op alle domeinen te bekomen. Enkel zo is het mogelijk om de beschikbare middelen op rationele en democratische wijze in te zetten gericht op de welvaart van de massa’s en om de nodige investeringen te doen in middelen voor de Palestijnse vluchtelingen – een rechtvaardige oplossing vereist een strijd die welvaart en gelijkheid in de regio garandeert en die opkomt voor directe dialoog en wederzijdse instemming, met inbegrip van de erkenning van de historische onrechtvaardigheden en een recht op terugkeer.” (‘De marxistische linkerzijde, het nationale conflict en de Palestijnse strijd’ https://nl.socialisme.be/28685/de-marxistische-linkerzijde-het-nationale-conflict-en-de-palestijnse-strijd)

    Wij eisen:

    • Het vestigen van een onafhankelijke onderzoekscommissie – met Israëlische, Palestijnse en internationale vertegenwoordigers van arbeidersorganisaties, lokale organisaties en onafhankelijke mensenrechtenorganisaties – om de moord op betogers te onderzoeken. Vervolg de verantwoordelijken voor de moorden, ook de politieke verantwoordelijken.
    • Solidariteit met het Palestijnse protest. Stop het repressieve beleid, stop het vermoorden van betogers! Stop het ophitsen: protest is geen terrorisme!
    • Voor gezamenlijke betogingen van Joden en Arabieren, Israëli’s en Palestijnen, tegen de bezetting, de belegering, armoede, ongelijkheid en de regering van kapitaal en nederzettingen.
    • Voor een uitbreiding van de protestbeweging, voor massastrijd van de Palestijnen voor nationale en sociale bevrijding. Voor het vestigen van democratische actiecomités die het protest helpen organiseren en de acties verdedigen.
    • Weg met het beleid van ‘conflict management’, weg met de oorlog voor de vrede van de nederzettingen. Stop de oorlogsretoriek en de nationalistisch-racistische ophitsing.
    • Haal het leger nu uit de bezette gebieden terug! Stop de bezetting, stop de belegering tegen de inwoners van de Gazastrook. Stop het opleggen van armoede en ellende, stop de nationalistische onteigeningen, stop de nationale onderdrukking van de Palestijnse bevolking.
    • Voor een rechtvaardige oplossing van het Palestijnse vluchtelingenprobleem. Erkenning van de historische onrechtvaardigheid van de Nakba – de verwoesting van honderden dorpen en verdrijven van honderdduizenden bewoners – en voor het recht op terugkeer van vluchtelingen die dat wensen. Voor het garanderen van een welvarend en gelijk leven voor alle inwoners.
    • Stop de ontkenning van het recht op zelfbeschikking – voor een onafhankelijke, democratische, socialistische en gelijkwaardige Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, naast een democratisch en socialistisch Israël dat gelijke rechten voor iedereen garandeert.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop