Your cart is currently empty!
Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika
-
Erdoğan bereidt nieuwe oorlog in Rojava voor. Solidariteit met Koerdische bevolking nodig!
Dossier Serge Jordan (ISA)
Er dreigt een nieuwe grote landoperatie van het Turkse leger tegen Rojava – het de facto autonome en overwegend Koerdische gebied in het noorden van Syrië. Het aftakelende bewind van dictator-president Recep Tayyip Erdoğan, in de greep van een groeiende oppositie en een economische crisis in eigen land, zoekt militaire successen in het buitenland om de aandacht af te leiden van zijn binnenlandse falen. Sinds vorige maand heeft het Turkse leger al uitgebreide luchtaanvallen en beschietingen uitgevoerd binnen Rojava en in Zuid-Koerdistan (de Koerdische regio in Noord-Irak), waarbij tientallen doden vielen. Een eventuele grondaanval zal alleen maar meer bloedvergieten en massale verplaatsing van mensen tot gevolg hebben – en mogelijk etnische strijd en een heropleving van jihadistische groeperingen in de hand werken.
Begin december riep de Turkse minister van Defensie Hulusi Akar de VS op om “begrip” te tonen voor een waarschijnlijk nieuw militair offensief in Noord-Syrië, net nadat Amerikaanse functionarissen hun “sterke verzet” tegen een dergelijke stap hadden geuit. Dit verzet is echter grotendeels retorisch, gecombineerd met verklaringen dat Turkije het “recht heeft zichzelf te verdedigen.” Tijdens een tweedaags bezoek aan Ankara zei de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser ook dat de Duitse regering “achter Turkije staat” in zijn strijd tegen het terrorisme, hoewel er werd aangedrongen op “proportionaliteit”.
De verschuiving in de geopolitieke prioriteit van de belangrijkste imperialistische mogendheden als gevolg van de Nieuwe Koude Oorlog, en de hefboom die Turkije momenteel in handen heeft om tussen beide partijen te manoeuvreren, creëren een kans die Erdoğan wil benutten.
De regering van Biden en zijn NAVO-partners zijn zeker ongerust over de plannen van Erdoğan. Er zijn vandaag verschillende Amerikaanse basissen in het noordoosten van Syrië en ongeveer 900 Amerikaanse troepen werken nog steeds samen met de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), waarvan de Koerdische YPG/YPJ (Volksverdedigingseenheden / Vrouwenbeschermingseenheden) de ruggengraat vormen. Eind november raakte een Turkse droneaanval een Koerdische basis op minder dan 300 meter van de daar gestationeerde Amerikaanse troepen. De westerse imperialistische leiders zijn ook bezorgd over de openbaarheid van hun hypocrisie: vanuit hun perspectief hebben de misdaden van het regime van Erdoğan tegen de Koerden geen geostrategische voordelen, in tegenstelling tot de misdaden van Vladimir Poetin in Oekraïne.
Maar als puntje bij paaltje komt hebben die mogendheden Turkije aan hun zijde nodig, in de eerste plaats voor hun project van NAVO-uitbreiding via de nieuwe kandidaat-leden Finland en Zweden; en ze zullen niet toestaan dat Koerdisch bloed dat in de weg staat. Erdoğan is toevallig ook één van de weinige NAVO-leiders die nog steeds een communicatielijn met Poetin onderhoudt – een nuttige troef voor de VS en de EU, zoals toen hij deze zomer het voortouw nam bij een overeenkomst die de hervatting van de Oekraïense tarwe-export via de Zwarte Zee mogelijk maakte. In de praktijk zijn de westerse imperialistische machten dus niet van plan Erdogans plan om de Koerden nog eens hard aan te pakken, te dwarsbomen.
Erdoğan heeft zich ook tot Poetin gewend en hem onlangs verteld dat Rusland absoluut moet helpen om de Koerdische troepen uit Noord-Syrië te verwijderen. Het Russische leger zit vast in zijn oorlogscampagne in Oekraïne, en kan het zich niet veroorloven Turkije – het enige NAVO-lid dat zich niet heeft geschaard achter de ingrijpende economische sancties die westerse mogendheden Rusland hebben opgelegd – van zich te vervreemden. Turkije heeft zijn handel met Rusland in 2022 meer dan verdubbeld ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoewel Turkije het Oekraïense leger met drones heeft gesteund, heeft het al die tijd sterke militaire banden met Rusland onderhouden. Poetin wil ook dat Turkije een nieuwe ‘gashub’ wordt die een alternatieve route zou kunnen vormen voor zijn gasexport naar de EU, na de schade aan de twee Nord Stream-pijpleidingen in de Oostzee en het besluit van de Duitse regering sinds februari om Nord Stream 2 stil te leggen.
De verschuiving in de geopolitieke prioriteit van de belangrijkste imperialistische mogendheden als gevolg van de Nieuwe Koude Oorlog, en de hefboom die Turkije momenteel in handen heeft om tussen beide partijen te manoeuvreren, creëren een kans die Erdoğan wil benutten.
Escalatie
Erdoğan dreigt al maanden met een nieuwe grondinvasie in Rojava. Nadat op 13 november bij een bomaanslag in een winkelstraat in Istanbul zes mensen omkwamen, zijn deze dreigementen openlijker geworden en zijn enorme Turkse versterkingen langs de grens verzameld. Het Turkse regime schreef die aanslag meteen toe aan de PKK (Koerdische Arbeiderspartij) en aan haar Syrische zustergroep de PYD (Democratische Uniepartij, de politieke tak van de YPG/YPJ), hoewel beide elke betrokkenheid ontkennen. Sindsdien bestookt het Turkse leger Koerdische posities in Noord-Syrië en Irak met een dodelijke mix van lucht- en artillerieaanvallen.
De bomaanslag in Istanbul is geen reden voor deze oorlog, maar slechts een voorwendsel voor de Turkse regering om plannen die al voor deze aanval bestonden, te versnellen. De Turkse heersende klasse koestert al lang het idee om de Koerden militair te verpletteren en een einde te maken aan hun streven naar zelfbestuur. Het regime van Erdoğan heeft al drie grensoverschrijdende offensieven tegen Koerdische troepen in Noord-Syrië uitgevoerd – in 2016, 2018 en 2019 – en daarbij twee grote happen uit het grondgebied van Rojava genomen, waaronder het strategische district Afrin in het noordwesten (waar het Turkse leger nu optreedt als scheidsrechter tussen concurrerende islamistische en jihadistische milities die het heeft gepromoot) en een belangrijke strook langs de grens met landbouwgronden.
De inspanningen van de Turkse dictator-president hebben nog een andere, meer directe drijfveer: proberen zijn bewind te verlengen en de aandacht afleiden van de diepe politieke, economische en sociale crises waarmee hij in Turkije zelf wordt geconfronteerd. Dit is met het oog op de parlements- en presidentsverkiezingen van juni aanstaande. De officiële inflatie in Turkije bedraagt meer dan 80% en is daarmee de op drie na hoogste ter wereld, terwijl volgens een nieuwe studie van de Vereniging voor consumentenrechten van het land meer dan 76,5 miljoen mensen onder de armoedegrens leven – dat is meer dan 90% van de Turkse bevolking. Deze explosieve sociale omstandigheden hebben geleid tot verschillende stakingsgolven in het afgelopen jaar en een gestage daling van de steun voor de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP), die nu een historisch dieptepunt heeft bereikt.
Volgens een enquête van augustus 2022 van opiniepeiler Metropoll is Erdoğan achterop geraakt bij alle potentiële presidentskandidaten van het belangrijkste pro-kapitalistische oppositiefront, de ‘Nationale Alliantie’. Aangezien alle partijen in deze alliantie stilzwijgend de aanvallen van Turkije op Rojava steunen en geen van hen voorstander is van het zelfbeschikkingsrecht van de Koerden, hoopt Erdoğan dat het aanwakkeren van verdere nationalistische razernij en polarisatie de Koerdische stem voor oppositie zal ondermijnen. De Koerden vormen immers een cruciaal stemblok. Een nieuwe oorlog zou zelfs de opmaat kunnen zijn voor een algeheel wettelijk verbod op de linkse en pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP), die ondanks zware repressie (met haar leider Selahattin Demirtaş in de gevangenis sinds 2016) nog steeds een grote aanhang heeft onder de Koerdische bevolking. Een dergelijke stap zou, indien succesvol, de regerende partij een electoraal voordeel kunnen opleveren.
Ook de timing van deze nieuwe Turkse militaire campagne, in het kielzog van de enorme revolutionaire opstand in Iran, is geen toeval. De Koerdische massa’s hebben een leidende rol gespeeld in die strijd, als een bemoedigend baken voor de Koerden van Turkije, Irak en Syrië, en voor de arbeidersklasse van de regio als geheel om in opstand te komen tegen het repressieve bewind en de schrijnende armoede. Voor de Turkse heersende elite betekent dit een extra stimulans om de Koerden “een lesje te leren” en verdeeldheid te zaaien.
Dit zijn allemaal dwingender redenen voor het regime om op te treden dan een vermeende veiligheids- of militaire dreiging van Koerdische groepen. Toch hebben sommige recente acties van de YPG de propaganda van het Turkse regime helaas in de hand gewerkt. Raketten van de YPG als vergelding voor bombardementen van de Turkse staat hebben aan de Turkse kant van de grens het leven gekost aan een aantal burgers. Op 21 november trof één van deze raketten een school in Karkamış, waarbij ten minste twee doden vielen, onder wie een vijfjarig jongetje. Als ze enkele minuten eerder waren geland, hadden tientallen mensen gedood kunnen worden. Dit soort willekeurige raketbeschietingen komt de verdediging van Rojava niet ten goede, maar wordt door het regime aangegrepen om nationalisten in eigen land te mobiliseren en steun op te trommelen om het militaire offensief op te voeren.
Er moet massaal verzet komen om de oorlogsmachine van Erdoğan en zijn nieuwe afslachting van het Koerdische volk te stoppen, onder meer door de democratisch georganiseerde en multi-etnische gewapende zelfverdediging van Rojava door zijn bevolking tegen elke agressie van het Turkse leger of zijn jihadistische voetsoldaten. Maar om dit effectief te doen, mag men zich geen illusies maken over het lobbyen bij de imperialistische machten, die het Koerdische volk vaker in de rug hebben gestoken dan men zich kan herinneren. Vragen om een ‘sterkere’ boodschap van de VS om een Turkse aanval te stoppen, zoals sommige leiders van de SDF en de PYD momenteel doen – ondanks het feit dat het Turkse leger het grondgebied van Rojava al verschillende keren is binnengevallen zonder dat de VS een vinger heeft uitgestoken – zal de weg vrijmaken voor verdere desillusies, verraad, isolatie en nederlaag. Dergelijke oproepen aan het imperialisme verspreiden niet alleen illusies over steun van Washington, maar oliën tevens de propagandamachine van regimes zoals de Iraanse theocratie die zich verbergen achter een anti-imperialistisch laagje vernis om hun eigen bloedige onderdrukking van de Koerdische beweging te rechtvaardigen.
Andere hoge PYD-figuren, die zich baseren op de onbetrouwbaarheid van het Witte Huis, hebben aangedrongen op een soort verzoening met de Syrische president Bashar al-Assad zelf en zijn Russische helpers, waardoor Rojava onder voogdij en bescherming van Damascus zou komen te staan. Dit zou praktisch neerkomen op een “kus des doods” met een regime dat de Koerden binnen zijn grenzen decennialang brutaal heeft onderdrukt. In feite probeert Erdoğan zelf de betrekkingen met al-Assad te normaliseren. Er zijn stappen gezet in de richting van een detente tussen de twee regimes; een mogelijke basis hiervoor is een herleving van de Adana-overeenkomst van 1998, waarin Syrië beloofde geen PKK-activiteiten op zijn grondgebied toe te staan (waar de PKK tot dan toe haar basis had), en Koerdische activisten weg te houden van de Turkse grens. Verre van een bondgenoot van de Koerden zou al-Assad graag met Erdoğan samenspannen over hun lijken.
Het moet nu duidelijk zijn dat de Koerden in hun verzet tegen de dreiging van nieuw Turks imperialistisch bloedvergieten niet kunnen rekenen op enige externe of regionale macht en hun valse beloften. Hun enige objectieve bondgenoten zijn de arbeiders en onderdrukten in de regio en in de hele wereld. De revolutionaire opstand die de Iraanse moellahs al meer dan vier maanden aan het wankelen brengt en waarin Koerdische vrouwen, jongeren en arbeiders een drijvende kracht zijn, geeft een inspirerend voorbeeld van het soort strijd dat het regime van Erdoğan een toontje lager kan laten zingen en uiteindelijk verslaan. Die opstand toont ook welke bondgenoten de Koerden van Rojava echt nodig hebben om de komende aanval te weerstaan, maar ook om het streven naar zelfbestuur, echte democratie, vrede, vrouwenbevrijding en sociale rechtvaardigheid te verwezenlijken. Door stoutmoedig een echt democratisch socialistisch programma voor te staan waarbij de belangrijkste grondstoffen van de regio onder controle van arbeiders en arme boeren worden geplaatst, en door op die basis bewust een beroep te doen op de massa’s van de regio, zouden de mensen van Rojava de sympathie voor hun strijd versterken en de steun voor de oorlog in Turkije zelf ondermijnen, ook onder de vele arme dienstplichtige Turkse soldaten die geen belang hebben bij de strijd.
De bevolking in Turkije draagt de lasten van het beleid van de AKP en de kapitalistische crisis met torenhoge prijzen, lage lonen en stijgende jeugdwerkloosheid. Het defensiebudget van het land zal in 2023 naar verwachting 15,8 miljard dollar bedragen, met een jaarlijkse groei van 8,36%, volgens een rapport van de Strategic Defence Intelligence. Dit oorlogsbudget zal worden afgewenteld op de miljoenen mensen die nu al honger lijden en moeite hebben om hun huur te betalen. Hieruit blijkt dat de strijd tegen de militaristische agenda van de Turkse regering en de strijd van de arbeidersbeweging tegen armoede en uitbuiting nauw met elkaar verbonden zijn.
Koerden liggen langs verschillende kanten onder vuur
Er is momenteel in de hele regio van het Midden-Oosten een reactionaire aanval op de Koerdische bevolking. Het Iraanse regime heeft de afgelopen maanden een groot aantal luchtaanvallen uitgevoerd op Koerdische gebieden in Noord-Irak, in een poging het verhaal van ‘buitenlandse inmenging’ in de massaprotesten te kopiëren. Terwijl dit gebeurt, vindt een escalatie van de aanvallen op de Koerden plaats in Turkije, waar de staatsrepressie tegen de HDP en Koerdische activisten toeneemt, en nog meer in Iran zelf – waar ook andere etnische en religieuze minderheden (Arabieren, Balochi’s, Azeri’s, Turkmenen, soennieten) bijzonder hard worden aangevallen.
Meer dan een kwart van de betogers die tot dusver bij de onderdrukking van de revolutionaire beweging in Iran zijn gedood, behoren tot de Koerdische gemeenschap. In de provincie Koerdistan (of Oost-Koerdistan), het epicentrum van de opstand, hebben de zogenaamde Islamitische Revolutionaire Garde, de paramilitairen van de Basiji, de politie en het leger allemaal hard geweld tegen de plaatselijke bevolking ontketend, waardoor Koerdische steden in bijna-oorlogszones zijn veranderd. Pro-regime propaganda beschrijft het gebied als een nest van sympathisanten van “separatistische groepen.” De Iraanse dictatuur wil een bloedig voorbeeld stellen aan de Koerden en daarmee de massa’s in andere delen van Iran intimideren; maar zij hoopt ook de massastrijd te doen ontsporen in een gewapende etnische confrontatie om de revolutionaire beweging te verdelen en het Iraanse volk van de straat te drukken.
Kortom, de Koerdische kwestie komt scherp terug op de agenda in elk deel van Koerdistan – maar ook daarbuiten. In feite is het in een aantal jaren niet in die mate geïnternationaliseerd. Naast de verstrekkende gevolgen van de revolutionaire strijd in Iran is dit ook te danken aan de manoeuvres van het regime Erdoğan binnen de NAVO. De Turkse president gebruikt zijn positie als hoofd van het op één na grootste leger van de militaire alliantie en de belangrijke geostrategische positie van Turkije om via chantage concessies te krijgen nu de NAVO wil uitbreiden. In deze context gedragen andere NAVO-staten met een aanzienlijke Koerdische diaspora zich steeds meer als handlangers van de Turkse staat door op te treden tegen Koerdische activisten in hun eigen land. Het is in Zweden, dat op de deur van de NAVO klopt en net een nieuwe rechtse regering heeft gekregen, waar dit proces het scherpst tot uiting komt. Zweden heeft de antiterreurwetgeving aangescherpt, het wapenembargo tegen Turkije opgeheven en de deportaties van Koerden versneld, allemaal na uitdrukkelijke verzoeken van de Turkse regering.
Maar deze situatie beperkt zich geenszins tot Zweden. Ook het Verenigd Koninkrijk heeft de wapenleveringen aan Turkije hervat, ook al zullen die ongetwijfeld tegen Koerdische burgers worden gebruikt, en Finland is waarschijnlijk de volgende. In Duitsland zijn fans van de voetbalclub Bayern München bij een regionale competitiewedstrijd door de politie in elkaar geslagen omdat zij een spandoek omhoog hielden met het opschrift “FC Bayern Fanclub Kurdistan”. Deze voorbeelden zijn het zoveelste bewijs dat de NAVO en de kapitalistische westerse staten, ondanks hun geschreeuw over de verdediging van democratische waarden, geen vrienden van de Koerden zijn en hen opnieuw zonder enige wroeging een mes in de rug zullen steken om hun imperialistische ambities na te streven.
Aan de andere kant delen de arbeidersklasse en de jongeren een gemeenschappelijke vijand met het Koerdische volk: hun eigen kapitalistische regeringen die in dienst staan van de Turkse dictatuur, de levensstandaard van de meerderheid in hun eigen land ondermijnen en militaristische drijfveren bevorderen die met hernieuwde besparingen zullen worden betaald. Daarom moeten de linkerzijde en de arbeidersbeweging internationaal actief de strijd van het Koerdische volk steunen voor zijn bestaansrecht en zijn democratisch beslissingsrecht over zijn eigen toekomst, zich verzetten tegen alle antidemocratische en racistische aanvallen op de Koerdische gemeenschap, zich verzetten tegen elke stap in de richting van meer imperialistische oorlogen en NAVO-uitbreiding, en solidariteit opbouwen met de heldhaftige strijd van de Iraanse massa’s.
- Stop de oorlog van Turkije en Iran tegen de Koerden in alle delen van Koerdistan. De Turkse troepen moeten nu weg uit Noord-Syrië!
- Internationale solidariteit met het verzet van de Koerden van Rojava, met de revolutionaire beweging in Iran en met alle arbeiders, jongeren en onderdrukte volkeren die in de hele regio strijden!
- Steun voor het recht op zelfbeschikking in elk deel van Koerdistan – alle Koerden moeten vrij zijn om een democratische beslissing te nemen over het karakter van de staat waarin zij willen leven! Verdedig gelijke politieke, economische en sociale rechten voor alle minderheden en onderdrukte groepen!
- Alle democratische rechten herstellen en politieke gevangenen in Turkije en Iran vrijlaten!
- Geen wapenhandel met de oorlogsmachine van Erdoğan – stop het oorlogsbudget van de Turkse regering – gebruik de middelen in plaats daarvan voor het welzijn van werkende en arme mensen!
- Voor een gezamenlijke actie van Koerdische en Turkse arbeidersorganisaties tegen de oorlog en de crisis van de kosten van levensonderhoud!
- Nee tegen de NAVO en tegen een nieuwe wapenwedloop!
- Stop de deportaties van Koerdische activisten uit Europa, verdedig het recht op asiel!
- Weg met het regime van Erdoğan, weg met de moellahs en met alle onderdrukkende en uitbuitende regimes in de regio!
- Voor een massale, verenigde strijd tegen het kapitalisme en het imperialisme!
- Voor een vrijwillige, democratische en socialistische confederatie van alle arbeiders en onderdrukte volkeren in de Levant en het Midden-Oosten in ruimere zin!
Koerdisch protest in Brussel in 2016, maar nog steeds actueel. Wat zal de Belgische regering doen indien het Turkse regime overgaat tot een oorlog in Rojava? -
Iran: nood aan revolutionair alternatief voor islamitisch regime
Onderstaande en andere teksten zijn met activisten in Iran besproken en geschreven. Ze worden ook binnen Iran verspreid in het Farsi. International Socialist Alternative zet zich in om de internationale solidariteitsbeweging op te bouwen. We doen dit niet alleen om algemene solidariteit te betuigen en druk op te bouwen in hun eigen land, maar ook om daadwerkelijk mee te bouwen aan de strijd voor een socialistisch alternatief in Iran. Help ons om deze ideeën te verspreiden onder de Iraanse bevolking en een revolutionaire organisatie ter plaatse op te bouwen.
Door ISA-leden afkomstig uit en actief in Iran
De strijd voor een alternatieve macht voor het islamitische regime
De revolutionaire opstand in Iran is nu al meer dan twee maanden aan de gang. Heldendaden op straat, geleid door vrouwen en jongeren waren doorslaggevend om bredere lagen van de samenleving en de arbeidersklasse te inspireren om in opstand te komen.
De brutale reactie van het regime heeft de massa’s nog niet gestopt. De straatprotesten zijn zelfs groter en radicaler geworden. De verschillende oproepen van studenten- en jongerenorganisaties om georganiseerde structuren op te bouwen zijn cruciaal voor de volgende stappen voorwaarts. Dit moet worden gecombineerd met de bestaande en zich ontwikkelende structuren van de arbeidersklasse die de afgelopen jaren zijn opgebouwd op verschillende werkplekken zoals de Haft Tappeh Suikerfabriek en die zich momenteel verder ontwikkelen.
De dreiging van doodvonnissen voor de gevangen betogers kan – ondanks de moed die met name door de jongeren wordt getoond – leiden tot demoralisatie en angst onder bredere lagen van de arbeidersklasse. Bovendien heeft de beweging nog steeds geen duidelijk leiderschap, terwijl verschillende krachten van buiten het land, zoals monarchisten en degenen die door imperialistische krachten worden gesteund, zich als leiders proberen voor te doen. Dit is een reële bedreiging voor de beweging, aangezien zij de werkende massa’s niet echt vertegenwoordigen. Er is behoefte aan leiderschap, maar dan wel van de revolutionaire beweging zelf, die vecht voor de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking en die onafhankelijk is van de imperialistische machten.
Daarom is coördinatie tussen en het samenbrengen van bestaande studentengroepen, regionale comités, vakbondsleden enz. om een revolutionaire grondwetgevende vergadering te organiseren nu belangrijker dan ooit. Dit zou een stap zijn naar het opbouwen van echte macht en leiderschap voor de beweging.
Opvallend zijn de breed gedragen sluitingen van markten en winkels en de protestacties van de bazaarhouders. Dit protest heeft zich tot ver buiten de Koerdische regio’s uitgebreid. Stakingen en sit-ins van studenten zijn een inspirerende voortzetting van het verzet tegen alle staats- en veiligheidsdiensten. Hoewel verschillende arbeidersorganisaties en vooraanstaande arbeidersactivisten voortdurend hun solidariteit hebben betuigd en zich bij de protesten hebben aangesloten, hebben de stakingen in verschillende industrieën nog niet de omvang, de verspreiding en de duur ontwikkeld die nodig zijn om te winnen.
In dit stadium is het gevaar van een verdere, nog bloediger onderdrukking van de beweging reëel. We hebben een strategie en een programma nodig om vooruit te komen en de beweging op een hoger plan te brengen, om een beslissende terugslag te voorkomen. De dreiging van doodstraffen voor gevangen activisten, de voortzetting van het bewuste gebruik van verkrachting en gendergerelateerd geweld door de veiligheidstroepen, de moorden op jonge scholieren en kinderen – dit alles toont aan dat het regime vastbesloten is de beweging met alle macht te breken.
Hoewel de moed van de massa’s niet is verdwenen, zal dit op zich niet volstaan om het regime ten val te brengen. Het regime is door elkaar geschud, maar kan zich aan de macht vastklampen zolang er geen alternatieve kracht zichtbaar is die de macht kan grijpen en de belangrijkste hefbomen van de economie uit de handen van de heersende elites haalt door ze te onteigenen. Om die heersende elites de economische en politieke macht te ontnemen, is een concreet politiek en organisatorisch alternatief nodig waar de massa’s zich achter kunnen scharen en hun potentiële macht kunnen omzetten in een alternatieve macht.
Om te voorkomen dat de beweging afsterft, moet zo’n alternatieve macht nu worden opgebouwd op basis van de structuren die zich al overal hebben verspreid. In sommige steden zien we hoe politiebureaus of administratieve gebouwen in brand worden gestoken of zelfs door betogers worden bezet. Ook weten we dat de politie en de Basiji al moeite hebben om hun eigen troepen onder controle te houden; volgens sommige berichten zijn ze begonnen milities van Hezbollah in te zetten om de protesten te onderdrukken. In sommige gebieden hebben we gezien hoe betogers kleine steden gedurende enkele uren onder controle hadden. Deze gevechten vinden regelmatig plaats, van nacht tot nacht.
We zien de ontwikkeling van structuren voor zelfverdediging tegen de strijdkrachten, van structuren voor coördinatie en overleg. Artsen en ziekenhuispersoneel hebben een ondergronds netwerk opgebouwd voor degenen die door de staatstroepen gewond zijn geraakt. We moeten ervoor zorgen dat er democratische structuren worden opgebouwd, die dergelijke stappen kunnen uitbreiden en de controle over steden en regio’s door de werkende massa’s kunnen overnemen. Heel snel kan de kwestie van alternatieve macht door de massa’s cruciaal zijn voor de beweging. Hun vastberadenheid heeft er al toe geleid dat de krachten van het regime zich soms moesten terugtrekken.
Daar waar delen van het bestuur en de openbare diensten veroverd worden, moeten ze worden bestuurd door democratische organen van de beweging. Om de macht op lokaal niveau over te nemen – in steden en wijken, op werkplekken en scholen – waar het regime gedwongen wordt zich terug te trekken, zijn democratisch georganiseerde arbeiders- en studentenraden de sleutel. Het gaat ook om zelfverdediging, waarvoor de opbouw van arbeidersmilities en democratische, multi-etnische zelfverdedigingscomités nodig is om collectief weerstand te bieden aan de repressie door de staat. Op dit moment moeten we een oproep doen aan de gewone agenten van de politie en de veiligheidsdiensten om zich aan te sluiten bij de revolutionaire strijd en een einde te maken aan de onderdrukking van de massa’s.
Deze raden zouden niet alleen de beweging tot een algemene staking kunnen uitbreiden, ze zouden onmiddellijk de lokale macht en administratie kunnen overnemen en zich op regionaal en nationaal niveau verenigen, tot aan een grondwetgevende vergadering toe. Zij zouden beginnen met het ontwapenen van de repressieve krachten en de misdadigers van het regime, de Basiji, de Revolutionaire Garde enzovoort. Ze zouden diegenen die echt terecht moeten staan arresteren en berechten.
Zolang die alternatieve macht er niet is, zal het voor het regime gemakkelijker zijn om de situatie te stabiliseren, al is het maar voor de korte termijn. De oproep van sommige hervormingsgezinde krachten om een nieuw referendum over de grondwet te organiseren is een poging om de revolutionaire beweging het zwijgen op te leggen en haar weg te leiden van de straten en de werkplaatsen. We moeten de theocratische grondwet niet opnieuw invoeren. In deze situatie kan er, zolang het huidige, brutale regime nog aan de macht is, sowieso geen echte democratische stemming plaatsvinden. Een revolutionaire grondwetgevende vergadering, gekozen uit de massa’s, met uitsluiting van alle krachten die aan onderdrukking, repressie en uitbuiting hebben deelgenomen of met het regime hebben samengewerkt, zou op democratische wijze over de toekomst van het land moeten beslissen.
De inflatie en aanhoudende economische crisis zorgen voor nog meer honger en ellende voor de werkende klasse en de armen. Dit zal zo blijven tot er geraakt wordt aan de ongelooflijke rijkdom van het regime, de Revolutionaire Garde en anderen.
Het breken van hun economische macht door middel van nationale arbeidersraden die de productie en de hele economie overnemen, zal cruciaal zijn voor deze strijd om de volledige macht. Dit is de enige manier om te strijden voor de onteigening van de Revolutionaire Garde, de hele kapitalistische klasse en voor een democratisch geplande productie om te voorzien in de behoeften van de massa’s en het milieu. In feite zouden deze raden de machtsvraag stellen en een alternatief bieden. Op die manier kunnen we voorkomen dat krachten die vijandig staan tegenover de belangen van de grote meerderheid van de samenleving profiteren van een eventueel machtsvacuüm dat ontstaat als het regime valt. Dergelijke krachten zijn onder meer de pseudo-alternatieven in binnen- en buitenland, die samenwerken met het imperialisme, de familie van de Sjah en anderen die het ene regime dat de rijkdommen van Iran voor eigen doeleinden uitbuit, willen inruilen voor een ander dat hetzelfde doet.
Nood aan een revolutionaire partij van de werkende massa’s, studenten, boeren en armen
Daarom is een socialistische organisatie met een revolutionair programma en bijhorende strategie voor de massa’s om de macht over te nemen, van cruciaal belang. Velen, vooral jongeren, zien de noodzaak om hun woede en vastberadenheid te organiseren. De rijke revolutionaire geschiedenis van het land met een sterke arbeidersbeweging en socialistische organisaties werd door de moellahs bruut de kop ingedrukt. Ook de socialistische en communistische organisaties die nog steeds enigszins aanwezig zijn in het land, zijn in de ogen van velen in diskrediet gebracht vanwege hun enorme fouten in het verleden – vooral door in 1979 de macht over te dragen aan de moellahs om zich te ontdoen van de Sjah in plaats van een onafhankelijk socialistisch Iran op te bouwen.
Het is belangrijk dat links zijn krachten opnieuw probeert op te bouwen, maar dit moet gebeuren op basis van de lessen van 1979 en het verleden in het algemeen. Wij willen het noodzakelijke programma voor de beweging nu bespreken met alle krachten die zich inzetten voor de wederopbouw van de socialistische, arbeidersbeweging.
De onmiddellijke taak is te beginnen met het opbouwen van een politieke kracht van studenten, arbeiders, boeren en armen. Die moeten zich verenigen rond concrete eisen om een einde te maken aan de onderdrukking van vrouwen, LGBTQI+ en nationale onderdrukking en om ervoor te zorgen dat deze eisen centraal komen te staan in de revolutionaire strijd. Ze moeten worden gekoppeld aan democratische eisen zoals de vrijlating van alle politieke gevangenen, volledige rechten voor georganiseerde oppositiegroepen, partijen en vakbonden. Er is nood aan eisen om een einde te maken aan alle vormen van uitbuiting, voor jobs, huisvesting, werknemersrechten enz. Er is geen strijd voor één van deze kwesties zonder de andere te verdedigen. Ze hebben immers allemaal dezelfde bron, namelijk het uitbuitende en onderdrukkende kapitalistische systeem. Daarom moeten we strijden voor een ultieme breuk met het kapitalistische systeem in Iran en voor een socialistische samenleving via een organisatie van mensen uit de arbeidersklasse en alle uitgebuitenen en onderdrukten. Het is de arbeidersklasse die daadwerkelijk de macht heeft om de sleutelsectoren en de productie uit handen van de kapitalistische klasse te halen om een volledig nieuwe en democratische samenleving op te bouwen.
Daartoe moet men zich eerst verenigen op basis van een programma, en beslissen over de noodzakelijke slogans en volgende stappen die nodig zijn om de beweging te doen slagen. Wij willen een ontwerp voor een programma bespreken dat is ontwikkeld en willen het verbeteren op basis van de ervaringen van activisten in de verschillende delen van Iran (zie: https://internationalsocialist.net/en/2022/10/iranian-revolution). We willen bespreken hoe we dit programma en socialistische ideeën kunnen verspreiden in deze situatie van brute repressie, en hoe we het nodige materiaal kunnen publiceren, online en offline. Het is nodig om een partij op te bouwen die kan opereren, ageren en organiseren via de communicatiekanalen die de beweging al gebruikt om te coördineren.
We weten niet wat de uitkomst van de beweging op korte termijn zal zijn, maar het is nu al duidelijk dat de situatie niet zomaar zal terugkeren naar wat er eerder was, en dat het revolutionaire proces zal doorgaan. De taak om een revolutionaire partij op te bouwen is daarom cruciaal voor de strijd voor een programma dat daadwerkelijk tegemoet komt aan de behoeften en belangen van de arbeidersklasse en de overgrote meerderheid van de bevolking op de lange termijn. Een dergelijke organisatie – ook al is zij voorlopig klein van omvang – bestaande uit revolutionaire kaders, kan belangrijke lagen van studenten en arbeiders aantrekken die een sleutelrol kunnen spelen in het vooruithelpen van de strijd en ook bredere lagen van de massa’s kunnen winnen voor de strijd voor een socialistisch Iran.
International Socialist Alternative is een internationale revolutionaire organisatie. Wij maken deel uit van de strijd van arbeiders en onderdrukten van Brazilië tot Rusland, van India tot Groot-Brittannië, van Nigeria tot China, van de VS tot Israël/Palestina, van Duitsland tot Zuid-Afrika. Bouw mee aan een dergelijke kracht, contacteer ons om aan te sluiten.
-
Revolutie in Iran. ‘Vrouw, leven, vrijheid’: drie woorden van verzet tegen onderdrukking
De opstand tegen het regime begon met een brute en onrechtvaardige moord. Op 16 september werd bekendgemaakt dat Zhina (Mahsa) Amini was overleden als gevolg van haar arrestatie drie dagen eerder door de Iraanse zedenpolitie. Haar misdaad? Haar niet correct aangebrachte hoofddoek werd door de zedenpolitie beschouwd als een misdaad tegen het regime van de moellahs. Het jonge meisje betaalde daarvoor met haar leven.
door Maxime (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist
Sindsdien was er een uitbarsting van protest en strijd. De centrale slogan daarbij is ‘vrouw, leven, vrijheid’, die voortkomt uit de Koerdische vrouwenbeweging eind vorige eeuw en een bijzondere weerklank kreeg in de strijd tegen Islamitische Staat in Noord-Syrië. Deze Koerdische slogan is overgenomen door alle Iraniërs in de strijd, of ze nu Farsi, Koerdisch of Arabisch spreken. Dat is tekenend voor het potentieel van de beweging om de door het regime aangewakkerde verdeeldheid tussen de gemeenschappen te overstijgen. Het duurde niet lang voordat de slogans expliciet tegen het regime werden gericht.
De mobilisaties begonnen in de Koerdische regio van Iran, één van de meest religieus onderdrukte regio’s van het land. Het protest breidde zich al snel uit naar het hele land. De woede over de dood van een jonge vrouw versterkte het verlangen naar een vrijer leven. Mensen kwamen eerst bijeen voor de begrafenis van de jonge Zhina en bleven daarna bijeenkomen om te strijden tegen de verplichte hijab, en vervolgens voor hun vrijheid. Vrouwen verbrandden of verwijderden hun hijab, er werden sit-ins en stakingen op universiteiten georganiseerd, scholieren protesteerden en meer recent gingen ook arbeiders uit de petrochemische sector in het zuiden van het land in staking.
Repressie en ellende voeden de revolutie
Sommige jongeren zijn verdwenen, anderen zijn gemarteld. Er zijn zelfs video’s te vinden van Iraanse ordediensten die een persoon neerschieten omdat die de arrestatie van enkele betogers filmt. Geconfronteerd met dit geweld hebben sommige jongeren die nog geen deel van het protest waren, zich bij de mobilisaties aangesloten. De studentenstakingen werden groter. Het portret van de dictator werd van muren van de scholen gescheurd. De Iraanse jongeren beantwoordden het geweld met verzet.
Vorig jaar waren er al heel wat stakingen in Iran, vooral als gevolg van de stijgende inflatie. Vorig jaar liep de inflatie op tot 45%. Eerder waren er de massamobilisaties van eind 2019 en begin 2020 toen het regime de brandstofsubsidies wilde afschaffen. De economische crisis en de hoogoplopende prijzen zijn essentieel om de huidige situatie te begrijpen. Naar schatting 40% van de Iraanse bevolking leeft onder de armoedegrens. Voor de jongeren gaat deze armoede gepaard met alomtegenwoordige werkloosheid. Moeilijke levensomstandigheden hebben de werkende klasse, vrouwen en jongeren verenigd tegen een gemeenschappelijke vijand: de dictatuur van de moellahs.
Gendernormen controleren om het land te beheersen
Bij deze ellende komt nog de toenemende repressie. Een belangrijke verantwoordelijke voor deze repressie is Ebrahim Raissi, de huidige president van Iran. Hij werd in 2021 ‘verkozen’ in verkiezingen die volledig gecontroleerd werden door het regime. Raissi is een hardliner van het regime die deelnam aan de massamoorden in 1980. Zijn aanstelling betekende dat de onderdrukking en repressie in het hele land zouden opgevoerd worden. Kort voor de dood van Zhina werden twee LGBTQIA+ activisten geëxecuteerd.
Etnische, nationale en genderonderdrukking tegengaan, betekent het regime bij de wortel aanpakken. De verplichting van de hijab was bijvoorbeeld één van de eerste onderdrukkende maatregelen die werden ingevoerd toen het regime begin 1979 aan de macht kwam. Op 8 maart 1979 kwamen vrouwen al in opstand tegen deze maatregel, die inging tegen hun vrijheid om naar eigen goeddunken over hun lichaam te beschikken.
Vrouw zijn onder dit dictatoriale regime betekent niet kunnen scheiden ondanks huiselijk geweld, of gedwongen getrouwd zijn op 14-jarige leeftijd. De onderdrukking van vrouwen en het strikt opleggen van heteronormatieve normen en het traditionele gezin zijn pijlers van de controle van het regime over de samenleving.
Deze gewelddadige realiteit heeft geleid tot de radicalisering van vrouwen. Zij staan dan ook vooraan in de strijd voor sociale rechtvaardigheid. Dat is niet alleen in Iran het geval, maar ook elders in de regio zoals in Libanon. Door vrouwen te onderdrukken heeft het Iraanse regime één van zijn ergste vijanden gecreëerd.
De Iraanse bevolking geeft de hele wereld een les: door strijd tegen verschillende vormen van onderdrukking samen te brengen in acties, staan we sterker tegen een dictatoriaal en kapitalistisch regime.
Hoe kan de beweging winnen?
Deze vrouwenmoord leidde tot massaal protest omdat onderdrukking zo nauw verbonden is met het kapitalistische en dictatoriale bewind van de moellahs. Die hebben zichzelf enorm verrijkt, terwijl de meerderheid van de bevolking steeds verder in de ellende wegzakte.
Het feit dat een deel van de arbeiders in de oliesector zich bij de staking heeft aangesloten, is een unieke kans. Deze bijzonder belangrijke sector in Iran kan een dynamiek op gang brengen die de hele economie blokkeert. Sommige arbeiders praten over de mogelijkheid van een algemene staking.
De alliantie van jongeren en arbeiders moet worden voortgezet in de vorm van democratische strijdcomités van de werkende klasse. Deze kunnen via algemene vergaderingen verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de strijd, voor het aanwijzen van de te bezetten doelen, zoals bedrijven die dicht bij het regime staan, maar ook voor het organiseren van zelfverdedigingscomités tegen de repressie. Dit alles moet op een zo democratisch mogelijke manier gebeuren. Dat is ook belangrijk om tot een geplande economie ten dienste van de bevolking en door haar gecontroleerd te komen. Een democratisch socialistisch alternatief is nodig. Enkel zo kan vermeden worden dat de revolutie van de onderdrukte massa’s en de werkende klasse wordt gestolen, zoals dit in 1979 het geval was.
-

Iran: “Revolutionaire Jeugdraad van Sanandaj” roept op tot organisatie
De afgelopen dagen waren er nationale stakingen van leerkrachten in Iran. De stakingsgolf in de olie en petrochemie heeft zich echter niet veel verder ontwikkeld of uitgebreid. Veel arbeiders namen deel aan de acties op straat en zagen of ondervonden de brutale repressie.
Het is belangrijk dat de werkenden uit verschillende sectoren georganiseerd in actie komen op basis van een revolutionair programma: de vrijlating van alle politieke gevangenen; volledige rechten voor vrouwen, LGBTQIA+ personen, nationale, etnische en religieuze minderheden; en eisen om de politieke en economische macht over te nemen en een volledige breuk met de heerschappij van de moellahs te bewerkstelligen. Daartoe moeten de enorme rijkdommen van het land uit de handen van de uitbuiters gehaald worden. Arbeidersraden en hun coördinatie moeten de strijd verder ontwikkelen tot een algemene staking en de basis leggen voor een democratische arbeiderscontrole over de sleutelsectoren van de economie als cruciale stap voor een succesvolle socialistische revolutie.
We publiceerden met ISA activisten uit Iran en daarbuiten een eisenplatform om te bespreken in de beweging:
https://internationalsocialist.net/en/2022/10/iranian-revolution
Het is onderdeel van de opbouw van een socialistisch alternatief, we willen met verenigde krachten bouwen aan een revolutionaire partij om de strijd naar een overwinning te leiden. Hieronder publiceren we een verklaring van de ‘Revolutionaire Jeugdraad van Sanandaj’, een bijeenkomst van jonge activisten in de stad Sanandaj, waar de beweging sterk staat. Dat geeft een indicatie van de discussies en verdere stappen.
“Nu is het tijd om onze communicatienetwerken en onze banden, die we in deze periode van strijd hebben opgebouwd, om te zetten in een meer ontwikkelde organisatie. Nu is het tijd om na te denken over de oprichting van buurtcomités en -raden, en studentenraden op universiteiten en scholen. Onze oproep aan andere delen van de samenleving is om comités en raden op de werkplek en in de buurt te vormen. Of deze organisatievormen clandestien of open zijn, hangt af van de krachtsverhoudingen, die door revolutionaire jongeren en vrijheidslievende mensen ter plaatse kunnen worden bepaald. De radenbeweging en de inspanningen om deze op te richten geven onze beweging zo’n kracht die, samen met de moed en de offers van de jeugd en het volk, de hoop op de overwinning aanmoedigt, de onderdrukking bemoeilijkt en de kosten van de strijd verlaagt.”
“De oprichting van deze comités zal de versnipperde strijd van de jeugd helpen meer gecoördineerd te worden, een programma te ontwikkelen, plannen uit te werken en bepaalde tactieken te kiezen. Deze onmiddellijke en doeltreffende maatregelen zullen de strijd niet alleen orde, richting en planning verschaffen, maar ook individuele fouten voorkomen en het vertrouwen van degenen die op straat strijden vergroten en verspilde inspanningen voorkomen. Door op deze manier het voortouw te nemen, de organisatiegraad te verhogen en een duidelijk leiderschap te ontwikkelen, zal bovendien het vertrouwen van de verschillende sociale lagen in de jeugd toenemen en zal voor hen de basis en de mogelijkheid ontstaan om zich bij de beweging aan te sluiten. De plaatselijke jeugdorganisaties zullen de buurtbewoners kunnen mobiliseren voor de strijd. De stedelijke jongerenorganisaties maken het mogelijk de bewoners van de stad te mobiliseren. Dit geldt ook voor universiteiten, scholen en andere gebieden, en trekt een grotere kracht van studenten en andere delen van de samenleving aan voor een gecoördineerde strijd. Wij dringen erop aan dat alle jongeren zich verenigen en coördineren in één beweging, met één organisatie, één leiding en één plan in wijken, universiteiten en middelbare scholen, en één front vormen.”
“We moeten proberen onmiddellijk de organisatiefase in te gaan, na een maand van inspanning en opoffering die het krachtenevenwicht in de samenleving heeft veranderd. Organiseren is niet gemakkelijker dan straatprotesten. Dit werk vereist een enorme inspanning, waarvan de taak rust op de schouders van meer ervaren, georganiseerde en goed geïnformeerde jongeren. Vrienden en kameraden! De revolutionaire beweging van het Iraanse volk is een nieuwe fase ingegaan. Vandaag zijn we, naast de onwrikbare steun van militante leraren van de Nationale Coördinatieraad, getuige van arbeidsstakingen in het zuiden en in de sleutelsectoren van olie en petrochemie, Haft Tappeh arbeiders, brandstof vrachtwagenchauffeurs, enz. Wij hopen dat andere delen van de arbeidersklasse en werknemers in de transportsector en de stedelijke diensten zich bij de landelijke revolutionaire beweging zullen aansluiten. Ongetwijfeld bevat de aansluiting van verschillende delen van de arbeidersbeweging bij deze revolutionaire opstand de belofte van vooruitgang en overwinning.”
-
ACOD LRB Brussel: Solidariteitsmotie met het Iraanse protest
Hieronder een belangrijke solidariteitsmotie van ACOD LRB (Lokale en Regionale Besturen) in Brussel met het Iraanse protest. Een voorbeeld dat navolging verdient.
Sinds enkele weken ontwikkelt zich in Iran een grote opstand na de brute moord op Mahsa Amini door de zedenpolitie. De mobilisatie voor de afschaffing van het verplichte kledingvoorschrift voor vrouwen heeft zich snel uitgebreid tot een oproep voor democratische rechten en een einde aan de dictatuur.
Wij zijn solidair met de opstand en kijken als vakbondsleden vooral naar de oproep tot staking van de leraren, waarbij zich inmiddels ook werknemers uit de petrochemische sector hebben aangesloten. We hopen dat deze stakingsbeweging door anderen zal worden gevolgd, want het krachtigste wapen waarover de arbeidersbeweging beschikt om voor haar rechten te strijden is inderdaad de staking!
Als progressieve arbeiders zijn we bijzonder verontwaardigd over de repressie en de moorden die het regime de afgelopen weken heeft gepleegd. De overheidsmilities zijn vaak uitgerust met repressief materiaal dat door bepaalde westerse landen wordt geleverd. We eisen daarom een onmiddellijke stopzetting van de handel in deze wapens waarmee onze broeders en zusters worden vermoord.
Als arbeiders en vakbondsleden mag solidariteit niet slechts een woord zijn. De strijd van onze kameraden in Iran is onze strijd! Sommige van onze regeringen die pretenderen het Iraanse regime te bekritiseren, hebben de afgelopen jaren ook de vrouwenrechten, de democratische rechten en de rechten van werknemers aangevallen. Kijk maar naar hoe een recente betoging uit solidariteit met het Iraanse volk in Parijs werd beantwoord met onaanvaardbare repressie.
Wij, de vakbondsleden van ACOD-LRB in Brussel, zeggen hierbij onze steun toe aan alle initiatieven die tot doel hebben concrete hulp te bieden aan het Iraanse volk in strijd. We sturen onze hartelijke groeten aan de hele bevolking van Iran in strijd. We vragen onze Iraanse kameraden in België om ons op de hoogte te houden van de initiatieven die de komende weken worden genomen en we verbinden ons ertoe deze door te geven binnen onze vakbondsorganisatie.
Solidariteit en staking zijn onze wapens. Houd stand, we staan aan uw zijde!
Vrouw, leven en vrijheid!
Contact ACOD LRB Brussel: karim.brikci@cgspacod.be
-
Iraanse Revolutie. “Vrouw, leven, vrijheid.” Een programma om te winnen
Nationale betoging: zaterdag 15 oktober, 14u30 Troon (Brussel)
Als bijdrage aan de discussies over de toekomst van de beweging in Iran hebben leden en sympathisanten van International Socialist Alternative, de internationale organisatie waarvan LSP de Belgische afdeling is, een eisenprogramma opgesteld.
De explosieve gebeurtenissen in Iran, die Irak en Afghanistan al direct raken, winnen nog steeds aan kracht. Scholieren, vooral meisjes, gaan massaal de straat op. De angst is verdwenen toen studenten op een universiteit zelfs president Raisi uitscholden. Er zijn stakingsacties geweest, vooral in het Koerdische deel van Iran, maar tot nu blijft het grotendeels beperkt tot passieve steun van de arbeidersklasse (die de afgelopen jaar nochtans zeer actief was). De overwegend vrouwelijke leerkrachten vormen hierop een uitzondering. Hoe de beweging verder zal ontwikkelen is een nog zeer open vraag, waarvan het antwoord in grote mate afhangt van de rol die de werkende klasse zal spelen.
De huidige massaprotesten kunnen het begin zijn van het einde van het regime van de moellahs, zij kunnen een golf van protesten in de regio op gang brengen. ISA en haar aanhangers hebben de strijd in Iran actief gesteund en internationale solidariteit met de beweging in Iran opgebouwd. Als bijdrage aan de discussies over de weg vooruit voor de beweging in Iran hebben we onderstaand eisenprogramma opgesteld. Een programma is uiteraard iets levendig dat naarmate de beweging ontwikkelt verder kan aangepast worden. Stuur ons zeker uw reacties.
Meer informatie in het Farsi is te vinden op de ROSA Instagram en Facebook.

Solidariteitsbetoging in Luik afgelopen donderdag “Vrouw, Leven, Vrijheid.” Een programma om te winnen
- Gerechtigheid voor Jina (Mahsa) Amini, Nika Shakarami en alle anderen die door het regime zijn gedood! Voor een uitgebreid onderzoek naar deze en soortgelijke gevallen. Dit onderzoek moet gebeuren door democratisch gekozen vertegenwoordigers van de revolutionaire beweging;
- Strijden voor een einde aan het geweld, in het bijzonder tegen vrouwen en LGBTQIA+ personen;
- Stop de onderdrukking en het staatsgeweld! Weg met de ‘zedenpolitie’, de Revolutionaire Garde en het hele repressieve apparaat. Vrijlating van alle politieke gevangenen, vakbondsleden, studenten en scholieren. Stop de bewaking en controle: stop alle verboden op internet en andere communicatiemiddelen;
- Politie en andere repressiestructuren weg uit scholen, universiteiten, werkplekken en gemeenschappen;
- Bouw de beweging op door bijeenkomsten te organiseren op de werkplekken, scholen en universiteiten om de concrete eisen van de beweging te bespreken en democratisch vertegenwoordigers te kiezen om de protesten en zelfverdediging te coördineren;
- Weg met alle discriminerende wetten en regels! Gelijke rechten voor vrouwen, LGBTQIA+ personen en alle religieuze, nationale en etnische minderheden. Maak een einde aan alle religieuze wetten en kledingvoorschriften: voor de volledige keuze van iedereen om te dragen wat ze willen, dat betekent het recht om de hijab af te doen, maar ook om hem te dragen als ze dat willen;
- Volledig recht op vakbonds- en politieke organisatie. Veel arbeiders en jongeren hebben de afgelopen decennia ondanks de repressie illegale vakbondsstructuren opgezet. Deze moeten worden uitgebreid en in een netwerk worden opgenomen, zodat zij de basis kunnen vormen voor de wederopbouw van de arbeiders- en vakbondsbeweging in het hele land;
- De arbeidersbeweging moet een actieve rol spelen, de vakbonden moeten de stakingen ter ondersteuning van de beweging uitbreiden en hun economische eisen koppelen aan die om een einde te maken aan de onderdrukking;
- Voor volledige lichamelijke zelfbeschikking en onafhankelijkheid voor vrouwen en LGBTQIA+ personen: volledige echtscheidingsrechten, een einde aan gedwongen huwelijken, alsmede uitgebreid, queer-inclusief onderwijs, gezondheidszorg, met volledige rechten en toegang tot anticonceptie en abortus;
- Toegang voor vrouwen en LGBTQIA+ personen tot jobs, huisvesting en sociale voorzieningen, ongeacht enige religieuze invloed. De strijd voor deze rechten is internationaal en laat zien wie de echte zusters (en broeders) in deze strijd zijn: niet de machthebbers die doen alsof ze ‘voor vrouwen’ staan terwijl ze in hun eigen land de vrouwenrechten aanvallen, zoals onlangs in de VS is gebeurd. Onze bondgenoten zijn de miljoenen op straat in Argentinië en Polen, in China en de VS die strijden voor vrouwen- en LGBTQIA+-rechten;
- De onderdrukking van etnische, religieuze en nationale minderheden was en is een instrument van verdeel-en-heers door de elites in Iran. Wij komen op voor een multi-etnische staat die fundamentele rechten garandeert zoals de vrijheid van taalgebruik, cultuur enz. Het Koerdische volk en andere minderheden moeten zelfbeschikkingsrecht hebben, tot en met het recht op afscheiding van de Iraanse staat als zij dat willen;
- Een einde aan de macht van de moellahs, zowel op economisch, politiek als sociaal vlak. In een nieuw Iran zullen de democratische structuren van de revolutie de plaats innemen van de repressieve structuren van de moellahs. Religie wordt een privé-aangelegenheid;
- Voor eenheid van studenten en scholieren met de arbeidersbeweging. Voor een uitbreiding van de beweging naar alle regio’s, wijken en werkplekken en voor de opbouw van democratische structuren voor coördinatie;
- De massademonstraties zijn enorm en ondermijnen in de politieke basis van het regime. Een volgende stap moet raken aan de economische fundamenten van het regime. Dat kan door te bouwen aan een algemene staking om het regime omver te werpen en de staatsinstellingen en de ondernemingen van de staat en zijn aanhangers te bezetten;
- Bouw multi-etnische zelfverdedigingscomités om de beweging op scholen, universiteiten, in de gemeenschappen en op het werk te beschermen tegen de aanvallen van de staat en de religieuze instellingen;
- Er is nood aan een oproep aan de lagere rangen van de politie en de dienstplichtigen om te weigeren bevelen uit te voeren die erop gericht zijn de beweging te onderdrukken. Daarnaast ook een oproep aan de gewone werkenden in de verschillende sectoren van het staatsapparaat, in de administratie, in de staatsindustrieën enz. om te weigeren de repressie toe te laten. Voor democratische structuren zoals soldatencomités om die rechten te verdedigen;
- Dergelijke democratische structuren kunnen aansluiten bij soortgelijke comités die in bedrijven en op de werkplek bestaan en zich ontwikkelen, en kunnen worden gebruikt om de distributie van voedsel, water en noodzakelijke goederen te organiseren, ze kunnen beginnen de macht over te nemen waar de staat zich terugtrekt en de basis leggen voor de overname van belangrijke industrieën en de rijkdom van het land;
- Beperkte hervormingen of veranderingen in de grondwet of de wetgeving zullen niet beantwoorden aan de behoefte aan fundamentele veranderingen. Bij schijnbaar “democratische” verkiezingen voor een nieuw parlement zullen degenen die zich kandidaat kunnen stellen, gekozen worden door de elites en niet door de gewone mensen die nu de strijd leiden. Het huidige regime moet worden vervangen door werkelijk democratische structuren die gebaseerd zijn op de organen van strijd die zich in de werkplaatsen en gemeenschappen ontwikkelen. Bouw een volledig nieuwe democratie op, gebaseerd op de macht en de kracht van het gewone volk, van arbeiders die de economie besturen, van vrouwen, boeren en jongeren;
- Overal in het land arbeidersraden oprichten voor de volledige omverwerping van het staatsapparaat, de Revolutionaire Garde en alle religieuze instellingen, en de democratische controle en het beheer van de economie, met name van sleutelindustrieën zoals de olie-industrie. Nationalisatie van alle geprivatiseerde bedrijven onder arbeiderscontrole;
- Open alle bedrijfsinformatie en de interne informatie van de centrale staatsstructuur en maak openbaar waar de rijkdom die miljoenen mensen van de arbeidersklasse in Iran hebben gecreëerd is gebleven, wie de vertegenwoordigers van het regime zijn die ervan profiteren – Open hun rekeningen en onteigen ze;
- Gebruik de rijkdom voor degenen die ze hebben geproduceerd. Voor een leefbaar loon zonder verschil in beloning tussen vrouwen en mannen. Om de inflatie te bestrijden moeten de prijzen gecontroleerd worden door democratisch georganiseerde structuren van de arbeidersklasse. Lonen moeten gekoppeld worden aan prijsstijgingen. Beëindig de armoede door de elite te onteigenen en gebruik het geld om de gezondheidszorg en het onderwijs volledig te financieren, voor pensioenen en mensen in nood;
- Omschakeling van productie alleen voor noodzakelijke behoeften en gebruik van middelen en rijkdom om een einde te maken aan armoede, honger en werkloosheid. Dat is ook de basis om een einde te maken aan de uitbuiting van de natuur die leidt tot droogte en voedseltekorten. Alleen een democratisch georganiseerde en geplande economie en landbouw kan kleine boeren redden van uitbuiting door de landheren en multinationals, en zorgen voor het behoud van soorten, water en natuur;
- Van Teheran tot Kaboel, van Zahedan tot Bagdad: voor de uitbreiding van de revolutionaire beweging in de hele regio naar een beweging voor een federatie van socialistische landen;
- Geen vertrouwen in imperialistische machten. De VS en de Europese imperialisten hebben het brute regime van de Sjah krachtig gesteund en zouden ook vandaag Iran alleen maar zien als een bron voor goedkope olie en gas. China en Rusland zijn niets beter; zij exploiteren en onderdrukken het volk in hun eigen land en werken hand in hand met het Iraanse regime. Voor de opbouw van een onafhankelijke, revolutionaire organisatie van de arbeidersklasse en de jongeren om ervoor te zorgen dat na de val van het regime vertegenwoordigers en bedrijven van het Westen of de oude familie van de Sjah de rijkdom van het land niet overnemen.
Een programma voor de internationale solidariteitsbeweging
- Een internationale solidariteitsbeweging van onderaf opbouwen – op werkplekken, scholen, universiteiten en in buurten met de vrouwen-, LGBTQI+-, jongeren-, arbeiders- en vakbondsbeweging voorop;
- De vakbeweging speelt hierin een centrale rol: niet alleen omdat heel wat collega’s zelf uit dictaturen komen, maar ook omdat het overwinnen van dictaturen en uitbuiting de omstandigheden voor arbeiders overal ter wereld verbetert. De arbeidersorganisaties moeten hun kanalen en media gebruiken om te informeren over de protesten en er actief aan deel te nemen, ze te steunen en vooral de arbeiders te steunen in de bedrijven die zaken doen met het regime, zodat ze daar geen gevolgen van ondervinden;
- Stop de hypocrisie: tegen wapenleveringen door de imperialistische staten en tegen imperialistische oorlogen in de hele regio en wereldwijd. Dit betekent de volledige openstelling van alle bedrijfsdocumenten en het onderzoek daarvan door vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging bij bedrijven die direct of indirect met Iran handel drijven;
- De oorlog verklaren aan het spionagenetwerk van het regime wereldwijd: weg met alle diplomatieke privileges, geen samenwerking met de autoriteiten van het regime, de ambassades en netwerken van dit terreurregime moeten weg! Openen van alle bedrijfsdocumenten, overeenkomsten en contracten om economische relaties bloot te leggen, maar ook om te weten welke activisten bedreigd worden;
- Volledige rechten voor mensen uit Iran die in andere landen wonen of vluchten – hun recht op verblijf mag niet onder controle of invloed staan van de Iraanse autoriteiten, dus weg met visa- en andere beperkingen;
- De winsten die bedrijven hebben gemaakt door mee te werken of het regime te gedogen, moeten in beslag worden genomen en gebruikt om de beweging en een democratische wederopbouw te steunen. De werknemers van deze bedrijven moeten niet betalen, maar alleen de eigenaren en aandeelhouders;
- De ambassades, rijkdommen en activa van het regime en zijn aanhangers in het buitenland in beslag nemen in handen van de solidariteitsbeweging;
- De nucleaire deal van de machthebbers is geen oplossing – weg met alle sancties die de werkende en arme mensen treffen! Een succesvolle revolutie is de grootste garantie voor vrede, veiligheid, vrijheid en zelfbeschikking in de hele regio.
- Overal opkomen voor ‘Vrouw, leven, vrijheid’. Voor een wereldwijde beweging om het wereldwijde kapitalistische systeem omver te werpen dat vrouwen- en LGBTQI+ onderdrukking, dictaturen, oorlog, ellende en uitbuiting voortbrengt en om een wereldwijde socialistische democratie op te bouwen.
-
“Dit is de laatste boodschap – ons doelwit is het hele systeem”. Protest in Iran blijft uitbreiden!
Jina (Mahsa) Amini moet het symbool worden van een succesvolle arbeidersrevolutie

Dossier door Nina Mo (ISA in Oostenrijk)
De moord op een jonge Koerdische vrouw in Iran heeft een massale golf van onrust, protesten en stakingen op gang gebracht, die het hele regime bedreigt. Nu de wereldwijde instabiliteit voor de heersende klassen toeneemt, kan de regio opnieuw het epicentrum van revolutie en contrarevolutie worden.
“Alles of niets.” Zo is de stemming van de massa’s in Iran, Koerdistan en daarbuiten. Ze hebben de straat niet verlaten ondanks de brute repressie, moorden en arrestaties. Onlangs nog kwamen vrouwen in Afghanistan bijeen om hun solidariteit te tonen in een manifestatie die werd ontbonden door de Taliban. Die vrezen net net als andere islamistische krachten in de regio dat de protestgolf zich zal verspreiden. De dodelijke aanvallen van het Iraakse regime tegen Koerdische groepen daar tonen hun angst dat de beweging zich over de hele Koerdische regio verspreidt. De protesten tonen dat ze etnische, nationale en genderverschillen kunnen overwinnen, wat een sleutelelement is om het hart van het islamitische regime te raken. Het regime moet omver worden geworpen door de arbeidersklasse, op weg naar een socialistisch alternatief om de bevrijding, lichamelijke autonomie, vrijheid en gelijkheid van vrouwen te garanderen.
Regime reageert wanhopig terwijl protesten doorgaan
Het islamitische regime heeft bijna alles wat het heeft ingezet. Het heeft troepen naar de protesterende steden gestuurd, het heeft wapens (waaronder machinegeweren) verspreid onder kinderen die zijn gerekruteerd voor de Basij, een repressieve militaire macht. De veiligheidstroepen hebben uitdrukkelijk opdracht gekregen de betogers “genadeloos te confronteren.” Hoewel het regime het werkelijke aantal doden verborgen houdt, loopt het volgens sommige schattingen al op tot meer dan 200. Er komt geen einde aan de arrestaties van groepen mensen en het internet blijft afgesloten.
Maar de ‘onrust’, zoals ze het noemen, gaat nu de twaalfde nacht in en blijft zich over het hele land en daarbuiten uitbreiden. Vrouwen, jongeren en arbeiders hebben hun angst verloren en niet alleen hun hijabs verbrand, maar ook de kantoren van de Basij in brand gestoken.
Stakingen hebben verschillende universiteiten lamgelegd, in sommige steden komen in klassen die normaal ongeveer tweehonderd studenten tellen, niet meer dan vijf mensen opdagen. Professoren en leraren sluiten zich bij de studenten aan. Leraren roepen op tot verdere stakingsacties en onlangs hebben contractarbeiders in de oliesector gedreigd met een staking als de regering de repressie voortzet. Dit zou een enorme klap zijn.
Berichten uit Ashnoye, in West-Azerbeidzjan/Koerdistan, geven aan dat kleine winkels en markten al voor de tiende dag op rij staken. Veiligheidstroepen blijven manoeuvreren in de straten en buurten, maar ‘s nachts komen de mensen in kleine groepen de straat op, ze verspreiden zich, ze verzamelen zich weer op een andere plaats, ze scanderen slogans vanaf de daken en ramen zoals “Vrouw, Leven, Vrijheid”, “Dood aan de dictator”, en “Dit is de laatste boodschap – ons doelwit is het hele systeem”.
De drone-aanvallen van Iran op Koerdische groepen in Zuid-Koerdistan in Irak vormen een recente escalatie. Ze tonen de bereidheid van het regime om specifiek tegen de militante Koerdische beweging op te treden. Tegelijkertijd is het regime duidelijk verdeeld. Raisi manoeuvreert tussen ‘zachte woorden’ en een harde lijn. De stemmen van geestelijken die willen reageren met enige concessies, althans in woorden, worden luider. Een invloedrijke geestelijke uit de ‘heilige stad’ Qom verklaarde onlangs dat “het een strategische fout was om religieuze en culturele kwesties aan te pakken met veiligheids- en politiemaatregelen.” Sommige conservatieve politici en prominente religieuze leiders hebben kritiek geuit op het optreden van de zedenpolitie omdat deze volgens hen vrouwen van de godsdienst wegjaagt.
De arrestatie van Faeseh Hashemi, dochter van oud-president Rafsanjani, draagt bij tot de ontwikkeling van de groeiende verdeeldheid. Het is niet de eerste keer dat gematigde, ‘hervormingsgezinde’ krachten invloed proberen te verwerven. Maar dit is nu een andere periode dan in 2009. Het hele regime, het hele establishment zit in een diepe legitimiteitscrisis, en het zal voor hen vrijwel onmogelijk zijn een nieuwe fase van stabiliteit te bereiken door alleen Raisi en zijn vleugel te vervangen door andere vleugels die het islamitische regime vertegenwoordigen.
Bovendien lijken de veiligheidstroepen van het regime in een diepe crisis te verkeren en uitgeput te zijn. Ze verliezen mensen, er zijn zelfs meldingen van soldaten die overstappen om de beweging te steunen. Ze moeten op zoek naar krachten buiten het land, in sommige steden is er letterlijk een gebrek aan Basij/politie/militairen op het terrein om de protesten en bijeenkomsten hardhandig aan te pakken.
Studentenbeweging in opmars
Een opvallend kenmerk van de beweging in dit stadium is de leidende rol van jongeren, die spontaan op straat komen maar ook op meer gecoördineerde wijze protesteren. Ondanks de vele arrestaties van studenten gaan de protesten door in de vorm van stakingen, bijeenkomsten en marsen op de universiteiten van het land. Tientallen universiteiten in het land zijn in staking en de studenten hebben aangekondigd dat zij niet zullen deelnemen aan virtuele en face-to-face lessen. Een aantal professoren van verschillende universiteiten heeft geweigerd deel te nemen aan de lessen en verklaarde zich solidair met de studenten en het protest tegen de repressie en de moorden in Iran.
Op de geneeskundefaculteit in Shiraz protesteerden studenten met de slogans “We zullen vechten, we zullen sterven, we zullen Iran terugnemen” en “Ik zal degene doden die mijn zus heeft vermoord.” Ook de studenten van de Sepehr Universiteit van Isfahan sloten zich aan bij de studentenstaking door een manifestatie te houden. De studenten marcheerden op de campus van de universiteit met slogans als “De gevangen studenten moet worden vrijgelaten.” De laatste lijst van universiteiten die klassen hebben geboycot werd woensdag gepubliceerd. Volgens deze lijst hebben studenten in meer dan tachtig universiteiten in het hele land lessen geboycot.
De radicale stemming onder de jongeren is duidelijk ook een inspirerend element onder bredere lagen van de arbeidersklasse. Dit is een generatie die onder de nieuwe regering van Raisi nog harder heeft geleden onder onderdrukking, geweld en ongelijkheid. Van de aanhoudende economische crisis, armoede, honger en wanhoop. Het is niet de eerste keer dat de inflatie explodeert, vorig jaar bedroeg die 45%. De jeugd wordt geconfronteerd met een donker heden en toekomst die uitmondt in deze explosieve stemming en woede.
Er komen meer stakingen. Werkende klasse moet voortouw nemen
De hashtag die een algemene staking eist, overspoelt momenteel de sociale media. Vooral jongeren zien de noodzaak om de beweging te verbreden en erkennen dat de volgende stappen bredere stakingsacties moeten zijn. De aankondiging van de contractarbeiders is een waarschuwing aan het regime, een belangrijke stap die kan leiden tot een daadwerkelijke algemene staking. Tegelijkertijd lijken sommige werknemersorganisaties nogal te aarzelen om zich bij de beweging aan te sluiten. Velen van hen – buschauffeurs, oliearbeiders, de arbeiders van de suikerfabriek Haft Tappeh enz. hebben verklaard dat zij de beweging steunen en bereid zijn zich op straat aan te sluiten, maar het is duidelijk dat dit niet voldoende is.
Het is geen toeval dat de leraren de eersten waren buiten de Koerdische regio’s die stakingsacties organiseerden. Het zijn overwegend vrouwen die in Iran als leraar werken, en zij hebben de afgelopen jaren het voortouw genomen bij een reeks militante stakingsacties. In hun strijd tegen onderdrukking, onbetaald loon, betere werkomstandigheden enz. hebben zij de afgelopen jaren steeds eisen rond vrouwenonderdrukking centraal gesteld. Hun initiatief zou ook als voorbeeld moeten dienen voor bredere, onafhankelijke organisaties van de arbeidersklasse. De arbeidersbeweging moet zich verbinden met de studenten en vrouwen om het voortouw te nemen in de opstand om ervoor te zorgen dat de noodzakelijke volgende stappen worden gezet om de heerschappij van de mullahs te doorbreken. Dit omvat de oprichting van zelfverdedigingscomités in buurten en werkplaatsen om weerstand te kunnen bieden aan de massale repressie, als eerste stap naar de oprichting van democratisch georganiseerde raden om de grote sectoren, de economie en de hele samenleving over te nemen.
Vrouwenonderdrukking als sleutelelement
De moord op Jina was een daad van staatsgeweld, meer bepaald van staatsgeweld tegen vrouwen en LGBTQI+-personen. Sindsdien zijn andere vrouwen die tijdens de opstand zijn gedood, nieuwe symbolen van de beweging geworden. Het feit dat de beweging begon met een opstand tegen het verplicht dragen van een hijab en vanaf het eerste moment veranderde in een opstand tegen het hele regime en systeem, komt doordat de onderdrukking van vrouwen één van de belangrijkste pijlers van het regime is.
Gedurende tientallen jaren is deze massale onderdrukking diep geworteld geraakt in alle instellingen van het systeem en in de hele samenleving, cultuur, gezinnen en hoofden. De islamitische republiek is gebouwd op de noodzaak om vrouwen en mannen te scheiden, vrouwen in de huishoudens te duwen om ze nog meer uit te buiten. Meer dan 2000 vrouwen worden elk jaar vermoord. De niet gerapporteerde aantallen zijn waarschijnlijk veel hoger. Niet alleen door toedoen van hun mannen en andere familieleden, maar ook door toedoen van politieagenten, Basij en andere veiligheidstroepen. Doodstraffen zijn de meest extreme vorm van dit staatsgeweld, maar vrouwen hebben er dagelijks in verschillende vormen mee te maken.
De afgelopen jaren is er online en offline een Iraanse #metoo beweging ontstaan, die alle gevaarlijke taboes over de aanhoudende verkrachtingen, geweld, misbruik doorbreekt. Dit is een cruciale ontwikkeling in het bewustzijn, naast het feit dat vrouwen in de afgelopen periode in de hele regio – van Soedan tot Libanon – in de frontlinies van revolutionaire bewegingen hebben gestaan. Dit groeiende feministische bewustzijn staat in schril contrast met de pogingen van het regime, sinds president Raisi in 2021 aan de macht kwam, om de vrouwenrechten verder aan banden te leggen en een draconischer aanpak van de kledingvoorschriften voor vrouwen en de richtlijnen voor de hijab door de moraalpolitie af te dwingen.
Er is ook een groeiend zelfvertrouwen onder de arbeidersklasse en jonge vrouwen, versterkt door de verstedelijking en het feit dat de meerderheid van de universiteitsstudenten in Iran nu vrouw is. Deze veranderingen in de structuren van de vrouwelijke bevolking botsen voortdurend met de realiteit van teruggedrongen worden in de huizen, geconfronteerd met beperkte rechten, geweld en vrouwenhaat.
Wanneer de vrouwen in opstand komen, wordt het islamitische regime onmiddellijk bedreigd, omdat hun ideologie gebouwd is op vrouwenhaat, onderdrukking en de uitbuiting van vrouwen in het bijzonder. De controle over vrouwenlichamen en hoe zij zich kleden is vanaf het eerste moment na de gestolen en verraden revolutie van 1979 een pijler van het regime geweest. Zij hebben dit ook gedaan in een poging om een groot deel van de voormalige activisten te criminaliseren en letterlijk van de straat te ruimen. Om rigide genderrollen te handhaven, het revolutionaire potentieel van vrouwen die altijd voorop hadden gestaan in de strijd te breken, enzovoort. Ze hebben deze ideologie, gebaseerd op de handhaving van rigide genderrollen, nodig gehad om het revolutionaire potentieel te breken van vrouwen die altijd in de voorhoede van de strijd hebben gestaan, en om hun basis op te bouwen buiten de IRGC, militairen, geestelijken enzovoort, met behulp van de verdeel-en-heers-tactiek onder de arbeidersklasse. De religieuze dictatuur betekent dat deze diepgewortelde vrouwenhaat moet worden gereproduceerd in alle aspecten van het leven van mensen, en vooral in de hoofden en geesten van mannen.
Het mag niet worden onderschat hoe cruciaal het is dat mannen en vrouwen in het hele land, buiten de Koerdische regio’s, samenkomen om “Vrouw, Leven, Vrijheid” te roepen en om de eisen voor vrouwenbevrijding bewust centraal te stellen in de beweging. Er is een video verspreid waarop te zien is hoe een man op straat een vrouw slaat en in de seconden daarna een groep mensen, voornamelijk mannen, hem daarvoor aanvalt. Dit is niet alleen een uitzonderlijke scène, het is een weerspiegeling van wat er gaande is in vele, vele buurten, werkplekken en in het bewustzijn.
Vrouwen accepteren niet langer de vrouwenhaat, pesterijen en geweld die zij dagelijks ervaren. Ze verzetten zich en vaak inspireren ze anderen met hun individuele acties, of het nu gaat om het afdoen van hun hijab of om zich fysiek te verdedigen. In 2017, 2019 en in andere periodes van opstand speelden vrouwen die hun hijab afdeden een rol in de beweging, maar dit is nu een uitdrukking van algemene bereidheid om je leven te riskeren.
Wat de uitkomst van de huidige beweging ook is, zij heeft een historische slag toegebracht aan het gezag en de ideologische grondslagen van het regime, en de situatie zal nooit meer dezelfde zijn. Dit is de reden waarom deze beweging zo explosief is: het einde eisen van de verplichting om een hijab te dragen en van alle religieuze en reactionaire wetten en beperkingen is een directe eis om een einde te maken aan de hele islamitische republiek. In de afgelopen jaren zagen we reeds dat de steun voor de religieuze instellingen en de islam zelf in Iran steeds verder is afgenomen, vooral onder jongeren. Het feit dat d religieuze leiders ook degenen zijn die superrijk zijn, waarbij de Revolutionaire Garde de grootste en belangrijkste delen van de economie controleert en profiteert van de uitbuiting van de hele arbeidersklasse. Dit draagt ertoe bij dat politieke en economische eisen hand in hand gaan.
De Koerdische kwestie en lessen uit de revolutionaire geschiedenis
Deze omwenteling, die het potentieel heeft om uit te groeien tot een massale revolutionaire beweging, kwam niet uit de lucht vallen. De laatste jaren is het regime steeds opnieuw aan het wankelen gebracht, van de grootste stakingsgolven sinds 40 jaar, tot de explosieve opstanden van de arbeidersklasse, de jongeren en de armen tegen watertekorten, torenhoge voedsel- en energieprijzen enzovoort. Sinds de pandemie beleeft deze generatie crisis na crisis en is ze nog meer geradicaliseerd. Al in 2019 had zij haar angst voor confrontaties met de veiligheidstroepen verloren. Dit heeft zich nu verder ontwikkeld. Er is een brede afname van steun voor het regime en alles waar het voor staat. In al deze bewegingen hebben vrouwen en de meest onderdrukte lagen van de arbeidersklasse het voortouw genomen.
Koerdische mensen, maar ook vele, vele andere groepen en etnische, religieuze en andere minderheden in het hele land hebben te maken met brute onderdrukking zoals Jina, die haar echte naam niet mocht gebruiken. Het regime gebruikt altijd chauvinisme, racisme en nationalisme om al deze groepen als tweederangsburgers af te schilderen, hen allerlei rechten te ontzeggen en in allerlei vormen te discrimineren.
Het is duidelijk dat de moord op Jina een vonk was die ook tegen dit soort onderdrukking een opstand uitlokte. Door de beroemde slogan van de revolutionaire strijd in Rojava ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ op te nemen en in het Farsi te vertalen, heeft de beweging al laten zien dat zij een verenigde strijd tegen deze verdeeldheid kan opbouwen. Het is bijvoorbeeld cruciaal dat in Tabris, de hoofdstad van Oost-Azerbeidzjan, mensen deze slogan in het Koerdisch roepen! Dit is een duidelijk statement in een regio waar de Koerdische minderheid gebukt gaat onder diepgewortelde haat.
Het is van cruciaal belang dat de beweging een programma en een benadering voor de kwestie van de nationale en etnische minderheden ontwikkelt en de eisen voor zelfbeschikking centraal stelt. Het is zeer gevaarlijk dat nationalistische, monarchistische en liberale krachten, vooral binnen de internationale solidariteitsbeweging, proberen deze kwesties en de specifieke eisen inzake vrouwen- en LGBTQI+-rechten te negeren of zelfs uit te wissen.
Monarchistische krachten hebben onlangs geprobeerd aan de slogan ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ toe te voegen ‘Man, Vaderland, Welvaart’ Dit is een gevaarlijke poging om nationalistische ideeën te verspreiden en belangrijke elementen van de beweging te ondermijnen. Om eenheid te creëren onder de werkende massa’s in de hele regio, moet de strijd tegen nationale en etnische onderdrukking en elke vorm van chauvinistische, racistische houding, wetten en beleid worden gekoppeld aan een breder programma voor de rechten van de werkende klasse, democratische rechten, vrouwenrechten en economische eisen voor degelijke jobs en lonen, tegen armoede, honger en besparingen.
Dit soort verenigde strijd, waarin eisen om een einde te maken aan onderdrukking centraal moeten staan, is nodig om weerstand te bieden aan de verdeeldheid die het regime nodig heeft voor zijn bewind. In zekere zin is dit ook één van de belangrijkste lessen van de revolutionaire geschiedenis in Iran. De fouten van links in Iran die hebben geleid tot de contrarevolutie in de periode na 1979, de revolutie die de Sjah ten val bracht, hangen nauw samen met deze kwestie.
Binnen enkele maanden na de oprichting van de Islamitische Republiek werden vrouwen, etnische en religieuze minderheden en arbeiders brutaal aangevallen. Vrouwelijke werknemers werden gedwongen zich aan de islamitische kledingvoorschriften te houden om hun baan te behouden. Vrouwen mochten geen rechter worden. Stranden en sporten werden gescheiden naar geslacht. De wettelijke huwelijksleeftijd voor meisjes werd verlaagd tot 9 jaar en getrouwde vrouwen mochten niet naar reguliere scholen.
De Sjah had deze rechten, die nu werden aangevallen, niet verleend; ze waren verworven door harde strijd in de jaren daarvoor. Het terugdraaien van deze verworvenheden behoorde niet tot de doelstellingen van de revolutie van de arbeiders en de armen. Vrouwen, vooral arme vrouwen en vrouwen uit de arbeidersklasse, liepen voorop in de beweging tegen de Sjah, inclusief het verbod op de hijab, zelfs in de jaren voor 1979.
De Sjah vertegenwoordigde een enorme, ongelooflijke concentratie van rijkdom in de handen van de heersende elite, terwijl de werkloosheid in deze periode explodeerde, in Teheran enorme sloppenwijken ontstonden, ziekten zich verspreidden, enz. Dit was de sociale achtergrond voor het verzet tegen de Sjah en de revolutionaire opstanden waarbij vrouwen hun eisen voor autonomie en vrijheid centraal stelden.
De mullahs, Khomeini en zijn volgelingen slaagden erin de klok terug te draaien en de leiding te nemen in de beweging tussen 1979 en 1981, ondanks de enorme arbeidersbeweging, arbeidersraden enzovoort. Dit was vooral te danken aan massale fouten van (stalinistisch en maoïstisch) links en de grote arbeidersorganisaties. Zij maakten zich ondergeschikt aan de islamistische krachten, accepteerden de aanvallen op vrouwen en minderheden om zich te verenigen met de mullahs tegen de Sjah. Zij aanvaardden de verplichte hijab en andere maatregelen die tot de eerste stappen van de contrarevolutie behoorden. Dit hangt samen met een blinde vlek rond kwesties van onderdrukking en het inzicht dat strijd daartegen onlosmakelijk verbonden is met een revolutionaire beweging.
Het idee dat “alle krachten zich moeten verenigen” tegen een specifieke vijand en de zogenaamde “stapsgewijze theorie” die deze krachten hadden aangepast, vormt vandaag nog steeds een bedreiging voor de beweging. In 1979 leidde de ‘eenheid’ met de mullahs tegen de Sjah tot een brute contrarevolutie, met massa-executies, arrestaties en een hardhandig optreden tegen de hele arbeiders- en socialistische beweging. Deze keer dreigt het idee van eenheid van “alle politieke krachten” tegen de mullahs. Het is uiterst gevaarlijk dat de familie van de voormalige Sjah, onder leiding van zijn zoon Reza Pahlavi, probeert de beweging te beïnvloeden en opnieuw steun te verwerven. Dit zijn de krachten die hun heerschappij opnieuw willen installeren, wat niet zal leiden tot een echte bevrijding van vrouwen, Koerden, onderdrukten, arbeiders en armen.
Imperialistische belangen en wereldwijde gevolgen
Hoewel dit scenario niet het meest waarschijnlijke is, blijkt uit de banden tussen de Sjah-familie en het westerse imperialisme dat dit scenario voor hen een optie is. Het westerse imperialisme is eigenlijk terughoudender in zijn reacties dan in het verleden, omdat het alternatieven zoekt voor Russische olie en gas. Iran heeft de tweede grootste gasreserves ter wereld en de vijfde grootste oliereserves. Ze zijn ook bang voor de groeiende beweging. Anders dan in 2019 lijken er in deze beweging amper illusies in het Westen aanwezig te zijn. De economische gevolgen van de westerse sancties voor de gewone mensen en de armen zijn de laatste jaren alleen maar erger geworden. Dit is ook de reden waarom de propaganda van het regime dat de beweging een complot van het Westen is, steeds minder effectief is.
Terwijl het Iraanse regime zich probeert te positioneren in de context van de nieuwe Koude Oorlog, is het westerse imperialisme, met name de VS, op weg naar een meer genormaliseerde relatie met het regime en komt het dichter bij een nucleair akkoord. Aan de andere kant laten de pogingen om Iran en Argentinië op te nemen in BRICS (de alliantie van Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) zien hoe de verschillende blokken in de context van nieuwe imperialistische spanningen en de toegenomen dreiging van oorlogen hun inspanningen vergroten om hun bondgenootschappen aan te halen en nieuwe op te bouwen.
Tegelijkertijd is het duidelijk dat geen van deze krachten werkelijk belang heeft bij een massale destabilisatie binnen Iran, vooral niet via dit soort potentiële revolutionaire beweging. Een mogelijke feministische woede-uitbarsting onder vrouwen in Saoedi-Arabië bijvoorbeeld zou ook een klap zijn voor de belangen van het westerse imperialisme. Dit is geen onwaarschijnlijk scenario, aangezien we in de hele regio al belangrijke gevolgen hebben gezien. Vrouwen in Afghanistan, die geconfronteerd worden met brute repressie en onderdrukking, kwamen toch bijeen om hun solidariteit te tonen met de beweging in Iran en werden onmiddellijk aangevallen door de Taliban. Vrouwen in Koerdistan, Syrië, Irak, Soedan en andere landen hebben in sommige steden hun solidariteit getoond met bijeenkomsten en demonstraties.
De grote solidariteitsprotesten van Londen tot Parijs, van de VS tot Zweden zijn indrukwekkend en laten een radicalisering zien, niet alleen onder de Koerdische en Iraanse gemeenschap, maar ook daarbuiten. De golf van solidariteit op sociale media (de Perzische hashtag ter ondersteuning van Jina Amini heeft meer dan 100 miljoen mensen bereikt!) is een teken dat de ontwikkelingen in Iran de algemene radicalisering versterken van vrouwen en jongeren die zich verzetten tegen elke vorm van vrouwenhaat, seksisme en geweld tegen de onderdrukten.
Voor velen is de beweging in Iran en de slogan ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ een voorbeeld van het feit dat we radicale actie nodig hebben tegen de onderdrukking en uitbuiting waarmee we geconfronteerd worden – van vrouwenmoord tot abortusbeperkingen, van onbetaald werk tot intimidatie. De heroïsche strijd van Koerdische, Iraanse, Afghaanse en andere vrouwen in de regio tegen de dictatuur is in de ogen van velen over de hele wereld het soort verzet dat zij willen zien in de context van een algemene opkomst van extreemrechtse krachten en aanvallen op vrouwen en LGBTQI+-rechten van de VS tot Italië.

Vorige week was er in Wenen een solidariteitsbetoging met het Iraanse protest. De betoging werd georganiseerd door Campagne ROSA en ISA, samen met Iraanse en Koerdische activisten. Met 2000 aanwezigen was het een groot succes. De kwesties van programma en leiding
Hoewel de stemming van solidariteit zich over de hele wereld verspreidt, heeft de beweging in Iran een concreet perspectief en een politiek programma nodig om vooruit te komen. Momenteel is zij nog zeer spontaan, explosief en heterogeen en verward in termen van concrete eisen en perspectieven. De drone-aanvallen van het regime in Koerdistan tonen ook het gevaar dat het regime met militaire middelen reageert. Dat gevaar wordt groter als er geen gecoördineerde actie is om de beweging te verbreden en naar een hoger niveau te tillen. Ondanks de heroïsche offers van het Koerdische volk is het duidelijk dat het regime niet zal verdwijnen op basis van militaire strijd ertegen, maar door massale actie van de arbeidersklasse, die een enorme economische macht heeft in Iran.
Eerdere protestgolven zoals die in 2017 of 2019 lieten zien dat spontane uitbarstingen van woede snel de kop ingedrukt kunnen worden als er geen verdere escalatie van de beweging plaatsvindt en een programma dat de arbeidersklasse daadwerkelijk kan verenigen rond centrale eisen en strijdmethoden. Instinctief verbinden de massa’s politieke en economische eisen die moeten worden uitgewerkt tot een socialistisch programma als alternatief voor het huidige politieke en economische systeem in Iran.
Het regime spreekt over een onderzoek naar de zaak Jina, maar er kan geen vertrouwen zijn in welke van zijn instellingen dan ook. Ze zijn gebouwd om de belangen van de kapitalistische klasse in Iran te verdedigen, die diep geworteld zijn in religieus fundamentalisme, vrouwenhaat en reactionaire ideologie, en om het systeem te stabiliseren. Er kan alleen sprake zijn van een echt onderzoek als dit wordt uitgevoerd door democratische structuren van de arbeidersklasse, die voortkomen uit een revolutionaire beweging. Om deze vorm van staatsgeweld tegen vrouwen en vrouwenmoord te beëindigen, moet het hele systeem van vrouwenonderdrukking omvergeworpen worden. Vrouwen moeten gelijke rechten hebben, keuzevrijheid over wat ze willen dragen, inclusief het recht om een hijab te dragen als ze dat willen, over waar ze willen werken en wonen. Deze rechten mogen niet alleen op papier bestaan. Tijdens de pandemie zijn vooral vrouwen in Iran hun job kwijtgeraakt. In de context van de diepe economische crisis en armoede hebben veel vrouwen geen uitzicht op een zelfstandig leven. In plaats daarvan worden ze gedwongen tot een huwelijk en economische afhankelijkheid, waarbij ze dagelijks te maken hebben met geweld en extreem lage lonen.
Eisen zoals het beëindigen van elke vorm van discriminatie van etnische, nationale of religieuze minderheden, volledige democratische en vrouwenrechten zoals de opheffing van de zedenpolitie, de vrijlating van alle politieke gevangenen, de vrijheid van vergadering enzovoort zijn gekoppeld aan eisen die de kwestie van de economische macht opwerpen. De economische macht van de mullahs en, bijvoorbeeld, de Revolutionaire Garde (IRGC), en het feit dat grote delen van de economie in handen zijn van de staat of van individuele religieuze instellingen of personen, maakt heel duidelijk dat het dezelfde personen zijn die verantwoordelijk zijn voor moorden zoals die op Jina. Zij zijn ook rechtstreeks verantwoordelijk voor de wanhopige situatie van arbeiders en armen. Zij zijn de eersten die moeten worden onteigend en hun rijkdom moet worden gebruikt voor degelijke huisvesting, jobs om een einde te maken aan honger en armoede, om sociale voorzieningen en onderwijs te financieren, enzovoort.
Het kapitalisme dient alleen de belangen van een kleine minderheid van de superrijken in Iran. Zij hebben niet geleden onder de gevolgen van de pandemie of de economische crisis. Zij hebben ook geen last van de religieuze wetten en regels – zij houden hun privéfeesten in hun enorme herenhuizen, binnen en buiten het land, zonder te hoeven vrezen voor arrestatie door de zedenpolitie. Hun systeem moet volledig worden vervangen door een socialistisch systeem dat gebaseerd is op de behoeften van de massa’s, de arbeidersklasse, de boeren en de armen.
Pogingen van zowel de familie van de voormalige Sjah als liberale feministen als Masih Alinejad en anderen om zich als ‘leiders’ van de beweging op te werpen zijn duidelijk niet geslaagd. Het tegendeel is het geval: een grote laag van protesterende jongeren is uiterst sceptisch over elke vorm van ‘leiderschap’ van de beweging. Dit weerspiegelt een positieve afwijzing van die krachten die niet te vertrouwen of op te bouwen zijn. Tegelijkertijd is een discussie nodig over het soort revolutionair leiderschap dat nodig is om de beweging verder te ontwikkelen.
Het enorme verlangen in de beweging naar zelfbeschikking en bevrijding is onlosmakelijk verbonden met de behoefte aan democratische structuren en coördinatie. Juist uit de lagen van vrouwen, arbeiders, jongeren en onderdrukten die revolutionaire conclusies hebben getrokken en de noodzaak zien om te breken met het staatsapparaat en met het hele economische en sociale systeem van de Islamitische Republiek, moet een echt revolutionair leiderschap worden ontwikkeld.
Het potentieel voor een dergelijk leiderschap is aanwezig als we bijvoorbeeld kijken naar de militante Haft Tappeh arbeidersvakbond, waar de arbeiders niet alleen belangrijke stakingen hebben kunnen leiden, maar zelfs een enorme overwinning hebben behaald: de nationalisatie van de enorme suikerfabriek vorig jaar. Tegelijkertijd toont het voorbeeld van de Haft Tappeh arbeiders ook de noodzaak om te strijden voor echte arbeiderscontrole over de economie. Een noodzakelijke volgende stap daarvoor is de oprichting van democratisch georganiseerde, multi-etnische zelfverdedigingscomités om de beweging en de massa’s te verdedigen tegen staatsrepressie, maar ook om deze comités te gebruiken in de strijd voor de controle over de economie.
Als er niet tijdig een socialistische, revolutionaire leiding wordt gevormd, bestaat er een enorme dreiging van contrarevolutie, en misschien zelfs van een burgeroorlog in de Koerdische gebieden. Om een organisatie op te bouwen, een revolutionaire partij die een socialistisch programma kan verankeren binnen de beweging ter plaatse, nationaal en internationaal kan coördineren, en het politieke en organisatorische centrum van deze beweging kan worden, is het van cruciaal belang dat het potentieel van de zich ontwikkelende internationale solidariteitsbeweging wordt benut. In het licht van de internetblokkade heeft deze solidariteitsbeweging een enorme verantwoordelijkheid om zich niet te beperken tot algemene solidariteit, maar om daadwerkelijk politieke helderheid, een perspectief en een programma te bespreken, te ontwikkelen en te verspreiden. De gemeenschap in ballingschap, evenals de bredere internationale beweging van de arbeidersklasse, kan een rol spelen die een echte impact heeft op de beweging in Iran, door de vrijheid van meningsuiting en organisatie te gebruiken om te strijden voor een socialistisch perspectief in Iran en in de hele wereld.
Lees ook:
- Dossier over de Iraanse revolutie. Iran 1978-1979. Een revolutie die de arbeidersklasse ontstolen werd
- Artikel uit 2020: Een nieuw tijdperk dient zich aan in Iran
-
Gerechtigheid voor Zhina (Mahsa) Amini! Weg met het Iraanse islamitisch regime!

Standpunt van ROSA International Socialist Feminists en ISA
De moord op Zhina (Mahsa) Amini, een jonge Koerdische vrouw, door de “moraalpolitie” in Iran heeft een nieuwe, moedige en explosieve beweging van onderaf uitgelokt. Het gaat om een beweging die de heerschappij van de mullahs en het regime betwist. Op hetzelfde ogenblik werd president Raisi verwelkomd op de algemene vergadering van de VN in New York.
Wij zijn solidair met alle moedige vrouwen, arbeiders en jongeren die hun leven riskeren door de straat op te gaan en “Dood aan de dictator”, “Dood aan de onderdrukker – of het nu de sjah of de religieuze leider is” en “Vrouwen, leven, vrijheid” te roepen. Geen woorden kunnen het verdriet en de woede beschrijven die in onze geesten en harten aanwezig zijn. We moeten dit verdriet en deze woede omzetten in gecoördineerde actie in solidariteit met onze broers en zussen in Iran, Koerdistan en de hele regio. Terwijl we onze diepste deelneming betuigen aan de familie, verwanten en vrienden van Zhina, zullen ISA en ROSA International Socialist Feminists helpen om internationale solidariteitsacties te versterken of te organiseren.
Zhina werd geslagen door agenten van het regime en stierf na drie dagen in coma te hebben gelegen. Dagelijks worden er vrouwen in Iran gearresteerd en geslagen vanwege hun kleding. Het is een voorbeeld van staatsgeweld en hoe dit gepaard gaat met diepgewortelde vrouwenhaat en vrouwenmoord. Daarom was de eerste gedachte van velen: dit had ik of mijn dochter, zus of vriendin kunnen zijn. Op straat worden lastiggevallen of aangerand omdat je een vrouw bent, door religieuze mannen, de “moraalpolitie” of anderen, is een bekende ervaring in elke openbare of privé-sfeer. Als je eenmaal gearresteerd bent, weet je nooit wat je overkomt. Dit is niet de eerste keer dat vrouwen tijdens hun detentie of onder marteling worden gedood. Gedurende zijn hele geschiedenis heeft het moorddadige regime wanhopig geprobeerd deze moorden te verdoezelen als hartaanvallen, zelfmoorden, enz. Deze keer heeft het echter geleid tot wijdverbreide protesten in verschillende vormen – van sit-ins tot stakingsacties, van demonstraties op de universiteiten tot acties voor de politiebureaus.
De moord op Zhina was geen ongeluk, noch het resultaat van een fout van individuele politieagenten. Deze moord is een voortzetting van het systematische, mysogynistische en repressieve beleid dat het islamitisch regime heeft gevoerd sinds het aan de macht is gekomen. Al meer dan vier decennia betalen vrouwen en onderdrukte groepen zoals de Koerden een zware prijs met hun lichaam en leven voor de verdediging van hun meest elementaire mensenrechten. Door zich te verzetten tegen de verplichte hijab riskeren sommigen van hen regelmatig hun leven om keuzevrijheid over hun lichaam op te eisen.
Het regime probeert de beweging en de lopende acties te breken. Zo heeft het in de Koerdische regio’s zijn toevlucht genomen tot massale repressie en zelfs moorden bij de betogingen. Maar de wijdverspreide en diepe woede van de mensen kan nu niet tot zwijgen worden gebracht. Zhina’s leven werd genomen in een situatie waarin het regime zich midden in meerdere crises bevindt – inflatie, groeiende armoede en torenhoge prijzen, die vrouwen nog harder treffen. De mullahs bevinden zich in een diepe legitimiteitscrisis en riskeren hun bewind bij elke stap, zoals we gedurende de hele pandemie hebben gezien met groeiende protestgolven en stakingsacties van leraren tot oliearbeiders, van verpleegsters tot buschauffeurs. Het volk heeft er genoeg van – en opnieuw zijn het vrouwen, bijvoorbeeld Koerdische vrouwen en jongeren, die het voortouw nemen in de strijd om een einde te maken aan de heerschappij van deze islamistische moordenaars. Zij zijn het altijd geweest die de eerste stappen hebben gezet om een beweging op te bouwen die hun eigen rechten en de bevrijding van de arbeidersklasse opeiste, en die meer dan 40 jaar geleden de revolutionaire beweging hebben geleid die werd verraden en gestolen.
Het regime is zich terdege bewust van deze macht en probeert vrouwen, LGBTQI+ personen en jongeren de laatste weken en maanden harder te onderdrukken, zoals we zagen met het afschuwelijke doodvonnis tegen Zahre Sedighi en Elham Choobdar. Maar de beweging heeft nu het potentieel om zich nog meer over het land en de hele regio te verspreiden; zoals we weten hebben vrouwen een sleutelrol gespeeld in de recente opstanden van Libanon tot Irak. Vrouwen doen hun hijab af, niet alleen in Zhina’s woonplaats en regio, maar in protesten die zich hebben verspreid naar Teheran en Isfahan en naar Irak. De veiligheidstroepen hadden de familie bedreigd hun dochter ‘s nachts te begraven, maar ze verzetten zich en de ceremonie groeide uit tot een luid protest dat deze golf op gang bracht. Op het bord van Zhina’s graf staat in het Koerdisch geschreven: “Zhina, je sterft niet, je naam wordt een code”.
De strijd tegen de verplichte hijab en islamitische kledingvoorschriften is nauw verbonden met de strijd tegen het hele regime en het kapitalistische systeem in Iran. Zoals we wereldwijd zien, moeten de machthebbers in tijden van crisis de lichamen en levens van vrouwen nog meer controleren. Het Iraanse regime heeft de brute onderdrukking van vrouwen via religieuze wetten en geweld nodig om de rolpatronen en de massale uitbuiting van vrouwen thuis in stand te houden. Terwijl westerse politici, het Amerikaanse imperialisme enz. de dood van Zhina proberen te gebruiken voor hun eigen agenda, is het absoluut duidelijk dat deze krachten niet te vertrouwen zijn. Onze levens en lichamen worden gecontroleerd door kledingvoorschriften en abortusbeperkingen, door de explosie van gendergerelateerd geweld en vrouwenmoord, door armoede en honger. Imperialistische krachten hebben de hele regio in oorlog en vernietiging gestort en bedreigen het leven van vrouwen door bij te dragen aan de opkomst van rechts-islamitische krachten zoals in Afghanistan, Irak of Syrië, maar ook door hun sancties in Iran, die niet de superrijke mullahs treffen maar de arbeidersklasse en de armen, en vrouwen in het bijzonder. Ze geven ook allemaal toe aan de heersers van het aartsreactionaire Saoedische regime, waarvan de behandeling van vrouwen al even afschuwelijk is – ze hebben bijvoorbeeld onlangs tientallen jaren gevangenisstraf opgelegd aan vrouwelijke activisten, alleen maar omdat ze hun mening op sociale media plaatsten. Deze machten zijn niet geïnteresseerd in echte vrijheid en bevrijding van de massa. Daarom is het alleen door de kracht van vrouwen, arbeiders, alle onderdrukten en armen in Iran en hun onafhankelijke actie en organisatie dat het regime omver kan worden geworpen.
Om te eisen dat Zhina’s moordenaars hun verdiende straf krijgen, moeten we de strijd aangaan tegen het hele regime. Vechten voor een einde aan de verplichte hijab en voor het recht van vrouwen om te dragen wat ze willen, een einde aan alle vrouwonvriendelijke regels en wetten en aan alle vormen van discriminatie van onderdrukte groepen en minderheden. We moeten vechten voor het recht om te protesteren en ons te organiseren, voor de vrijlating van alle politieke gevangenen. Voor een degelijk leven, veiligheid, jobs en lonen – onafhankelijkheid voor vrouwen in elk aspect van hun leven. Deze eisen staan in schril contrast met de agenda en de behoeften van het regime. Wij zijn er vast van overtuigd dat deze eisen bereikt kunnen worden met de eenheid, solidariteit en onafhankelijke strijd van de arbeidersklasse met vrouwen en onderdrukten voorop.
Een dergelijke strijd heeft het potentieel om de strijd tegen het diepgewortelde seksisme, geweld en discriminatie aan te gaan. Het regime heeft de brutale discriminatie van het Koerdische volk en van andere minderheden altijd gebruikt om te verdelen en te heersen. De Koerdische arbeidersbeweging en de radicale vrouwenbeweging en haar strijdbaarheid vormen daarom een zeer specifieke bedreiging voor hen. Daarom moet de stakingsoproep van de Koerdische arbeidersorganisaties worden overgenomen door de hele Iraanse arbeidersbeweging. Ze moet worden uitgebreid om actiecomités op te richten in alle scholen, universiteiten, werkplaatsen en buurten. Dat is nodig om te laten zien dat de Iraanse arbeidersbeweging niet gescheiden kan worden van de strijd van alle onderdrukten, het is dezelfde strijd tegen dezelfde vijand. Dit soort solidariteit is nodig om nationale en etnische verdeeldheid en discriminatie en geweld op grond van gender te overwinnen. Hetzelfde geldt voor de internationale arbeidersbeweging, die dringend internationale solidariteit van onderaf moet opbouwen als alternatief voor de hypocrisie van het westerse imperialisme en hun liberale feminisme.
De recente stakingsacties in een aantal steden en regio’s in Iran toonden het potentieel voor een sterke, democratisch georganiseerde en gecoördineerde multi-etnische en multi-gendered arbeidersklassebeweging die de kracht heeft om een einde te maken aan het bewind van de mullah, Raisi Khamenei en het hele regime ten val te brengen, het hele systeem en de economie in eigen handen te nemen en te vechten voor een democratisch, socialistisch systeem dat vrijheid, gelijkheid en lichamelijke autonomie garandeert.
-
Solidariteit met regionale staking tegen femicide in het Midden-Oosten

Reactie door Campagne ROSA – foto: solidariteit met de staking tijdens het zomerkamp van Campagne ROSA, ALS en LSP
Afgelopen woensdag, op 6 juli, was er een gezamenlijke feministische staking in verschillende landen van het Midden-Oosten. Naira Ashraf in Egypte. Eman Rashid in Jordanië. Lubna Mansour in de Verenigde Arabische Emiraten. Jewel Khnifiss in Shefa-‘Amr. Summer Clancy in Haifa. Raneen Salous op de Westelijke Jordaanoever. Dit zijn slechts enkele van de namen van de vrouwen die de afgelopen weken in het Midden-Oosten zijn vermoord. Deze moorden gingen gepaard met een golf van conservatieve reacties en bedreigingen van het leven van vrouwen. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen hebben vrouwenorganisaties het initiatief genomen tot de staking.
De staking komt op een moment van een systemische crisis van het kapitalisme in de hele wereld, die vrouwen in het algemeen en vrouwen in de neokoloniale wereld in het bijzonder schaadt. Vrouwen worden in hun leven bedreigd door gewelddadige mannen, maar ook door werkloosheid, honger, armoede, oorlog, gedwongen migratie, handel in meisjes, de klimaatcrisis en het ontzeggen van democratische rechten onder dictatoriale en reactionaire regimes.
Ook Arabisch-Palestijnse vrouwen, in Israël en in de bezette gebieden, worden bedreigd door het Israëlische regime van bezetting en discriminatie. Arabisch-Palestijnse vrouwen in Israël zijn in meer dan 40% van de moorden het slachtoffer, hoewel hun aandeel in de bevolking niet meer dan 20% bedraagt. 84% van de moorden op Arabisch-Palestijnse vrouwen in Israël wordt nooit opgelost. In Oost-Jeruzalem, op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza worden vrouwen ook blootgesteld aan vernielingen van woningen, armoede en voedselonzekerheid ten gevolge van de Israëlische bezetting.
Vrouwen hebben een leidende rol gespeeld in de protesten en revoluties die sinds de “Arabische lente” tot nu toe in het Midden-Oosten zijn uitgebroken. Door deze protesten hebben zij ook eisen gesteld voor bescherming tegen seksueel geweld in het bijzonder, en geweld in het algemeen.
Wat nodig is om de vrouwenmoorden een halt toe te roepen, is een transnationale organisatie van vrouwen en mannen op de werkvloer, in onderwijsinstellingen en buurten, tegen vrouwenmoorden en gendergeweld in het Midden-Oosten, maar ook tegen het institutionele en imperialistische geweld dat het kapitalisme aan de regio oplegt, en voor een socialistische en democratische samenleving. Deze staking kan een belangrijke stap zijn op de weg naar zo’n organisatie.
ROSA International Socialist Feminists steunt deze transregionale actiedag van harte. De wending naar stakingsacties op internationale schaal tegen gender-gerelateerd geweld is een zeer bemoedigende ontwikkeling. Vakbonden en werknemersorganisaties zouden er goed aan doen niet aan de zijlijn te blijven staan, maar een moedig standpunt in te nemen en dergelijke acties actief te steunen, en verdere acties te ondernemen tegen het endemische en toenemende geweld, de uitbuiting en de onderdrukking waarvan vrouwen in de hele regio het slachtoffer zijn.
-
Hypocrisie van het imperialisme: amper reactie na moord op journaliste en geweld tegen begrafenisstoet

De journaliste Shireen Abu Akleh (Al Jazeera) werd op 11 mei neergeschoten terwijl ze verslag uitbracht over een aanval van het Israëlische leger op een vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever. De Israëlische autoriteiten probeerden aanvankelijk de verantwoordelijkheid voor de dodelijke schietpartij bij Palestijnse militanten te leggen. Nochtans stelde een fotograaf van persbureau AFP vast dat het schot wel degelijk door het Israëlische leger werd gelost en dat de journaliste zich duidelijk kenbaar maakte als media. Uiteindelijk stelde het leger dat de omstandigheden niet duidelijk waren en dat een onderzoek nodig is. Meteen na haar dood werd het huis van de journaliste doorzocht door de politie die er een Palestijnse vlag in beslag nam. Het doel daarvan is duidelijk: aantonen dat Shireen Abu Akleh een ‘activiste’ was in plaats van een journaliste.
Alsof dit nog niet erg genoeg was, volgde geweld van de Israëlische ordediensten tegen de begrafenisstoet op 14 mei in Oost Jeruzalem. De politie viel de rouwenden aan met matrakken en traangas. De lijkkist viel daarbij bijna op de grond. Volgens de politie was er sprake van een ‘verstoring van de openbare orde’ omdat Palestijnse vlaggen zichtbaar waren en de rouwenden slogans riepen.
Dergelijke aanval op de persvrijheid en zelfs op het recht om te rouwen toont het brutale karakter van het rechtse Israëlische regime. Het werd hiervoor niet op de vingers getikt door de imperialistische bondgenoten. De Europese Unie hield het bij een voorzichtige verklaring om zich uit te spreken tegen het “onnodige geweld van de Israëlische politie.” De Amerikaanse ambassadeur vroeg een “grondig onderzoek naar de omstandigheden van haar dood”.
Tegenover het brutale Israëlische regime is er nood aan massaal verzet van zowel de Palestijnse massa’s als de Joodse werkenden en onderdrukten. Wij steunen de strijd tegen onderdrukking en verdedigen het recht op zelfbeschikking van alle volkeren. We koppelen dit aan de socialistische maatschappijverandering die noodzakelijk is om alle volkeren in de regio een toekomst en vreedzaam samenleven te garanderen.