Category: Feminisme

  • Laat de aanval op vrouwenrechten niet onbeantwoord!

    Oproep voor een pro-keuze betoging op 24 maart

    Wij zijn bezorgd. Sinds enkele jaren organiseert de zogenaamde prolife-beweging een Mars voor het Leven met als centrale eis de afschaffing van het recht op abortus. Bovenop deze jaarlijkse betoging organiseren ze in naam van de ‘Sinterklaasgroep’ acties aan de centra die abortus toepassen. Ze zijn aanwezig aan de ingang van de centra met foto’s van foetussen om de vrouwen die er komen te intimideren en een schuldgevoel aan te praten. Toen het hen nog niet expliciet verboden werd, gooiden ze zelfs gewijd water op de patiënten. Het is onaanvaardbaar dat vrouwen op die manier aangevallen worden op zo’n kwetsbaar moment. We kunnen dit niet toelaten.

    De laatste jaren werd steeds een reactie georganiseerd. In maart 2012 bracht een oproep van het platform Abortus Right meer dan 2000 mensen samen om het recht op abortus te verdedigen. Dit jaar blijkt het platform geen reactie te kunnen organiseren. We denken dat het gevaarlijk is vrij spel te laten aan deze reactionaire ideeën. Het is noodzakelijk hen van antwoord te dienen.

    In Ierland heeft de dood van Savita Halappanavar er ons aan herinnerd dat het verbod op abortus levens kost. Deze jonge vrouw overleed in oktober 2012 aan complicaties tijdens haar zwangerschap. Haar leven had gered kunnen worden door een abortus toe te passen. Protestacties vonden plaats in Ierland en in verschillende andere landen, ook in België, om de politiek van de Ierse regering aan te klagen. Ierland is ook niet het enige land in Europa waar het recht op abortus nog steeds niet erkend is (Cyprus, Malta en Polen).

    Bovendien wordt het recht op abortus in verschillende andere landen ook sterk onder druk gezet, zoals in Spanje. De Spaanse regering wil het recht op abortus beperken door vrouwen te verplichten hun keuze te rechtvaardigen. De opeenvolgende besparingsplannen hebben druk gezet op de voorziene financiering. De ontwikkeling van de crisis en de sociale problemen die eruit voortvloeien, zullen een ruimte laten aan reactionaire krachten. Wij kunnen dit niet aanvaarden.

    Wij zijn bezorgd omdat de crisis de armste lagen hard raakt, lagen waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn. Deze slechte financiële situatie zet vele vrouwen ertoe aan een abortus te plegen, daar waar ze dit niet zouden doen indien die financiële problemen er niet zouden zijn. De “prolife”-beweging speelt hypocriet in op deze sociale malaise om hun reactionaire ideeën ingang te doen vinden. Wij eisen een echte keuze voor vrouwen en dus het behoud van het recht op abortus. Het best zou de periode waarin men legaal een abortus kan doen nog verlengd worden. We denken echter dat het belangrijk is de verdediging van het recht op abortus te verbinden met sociale eisen: het recht op een stabiel inkomen waarvan met comfortabel kan leven, kinderbijslag die reëel de kosten van een kind dekt, openbare diensten die vrouwen toelaten werk en kinderen te combineren… Zo’n programma garandeert dat geen enkele vrouw een abortus moet ondergaan omwille van voornamelijk financiële redenen.

    We denken dat het absoluut noodzakelijk is een tegenactie te organiseren op 24 maart 2013, wanneer de Mars plaats vindt. Wat, hoe en waar kunnen we samen overeenkomen. We roepen jullie op deze oproep te vervoegen, te tekenen en door te spelen aan zoveel mogelijk mensen en organisaties.

  • Indisch protest na groepsverkrachting in Dehli

    Recent was er een bijzonder tragische gebeurtenis in India: een 23-jarige student verpleegkunde werd door een groepje mannen verkracht in een busje dat rondreed. Ze werd samen met een vriend in elkaar geslagen, onder meer met ijzeren staven. Beiden werden uiteindelijk uit de bus gestampt. De toestand van het meisje is kritiek, ze vecht voor haar leven.

    Aishwarya Ramji

    Het incident heeft tot een grote uitbarsting van woede geleid, vooral onder de middenklasse. Er waren protestacties in alle grote Indische steden. In de media werd gediscussieerd over de straf die de aanvallers moeten krijgen, zo werd gesproken over de doodstraf of over chemische castratie. Heel wat parlementsleden pleiten voor de hardste straffen.

    Geen enkele verkrachting of aanval mag straffeloos blijven. Maar de huidige roep voor harde bestraffing, met onder meer de doodstraf, biedt geen oplossing. Dat vormt immers geen antwoord op de onderliggende problemen van vrouwen in onze samenleving.

    Geweld tegen vrouwen is een alledaags gegeven in onze samenleving. Bij eerdere incidenten kwam er echter geen protest. Er werd nooit op een zelfde manier gereageerd toen een Dalit [kastenloze of onaanraakbare] vrouw het slachtoffer werd van groepsverkrachting. De politie weigert in zo’n geval zelfs om de klacht te noteren. Verkrachtingen binnen het gezin worden zelfs niet als een misdrijf beschouwd. Heel wat slachtoffers van een verkrachting worden zelf verantwoordelijk gesteld voor de misdrijven die tegen hen begaan werden.

    We leven in een samenleving waarin seksisme algemeen bekend, aanvaard en zelfs aangemoedigd wordt. Dat zien we thuis, op school, op publieke plaatsen,… Mannen krijgen te horen dat ze superieur en stoer moeten zijn en dat vrouwen zich aan hen moeten onderwerpen. Naarmate vrouwen economisch iets onafhankelijker zijn geworden, zien we hoe mannen zich bedreigd voelen en er tegen in gaan. In een extreem ongelijke samenleving moedigt het winstsysteem de oude feodale waarden aan.

    De radicale activiste en auteur Arundathi Roy stelde recent dat de aanvallers in dit geval van lagere afkomst waren en een aanval uitvoerden op een meisje uit de middenklasse. Dat verklaart de enorme mediabelangstelling. Dat zou niet het geval zijn indien mannen van hogere afkomst een Dalit-vrouw verkrachten. Verkrachting draait in veel gevallen om een gevoel van dominantie, de aanvallers stelden ook nu dat ze het meisje een “lesje wilden leren”.

    Na het incident vroegen velen voor een grotere bewaking, camerabewaking en striktere straffen. Als deze methoden zouden werken, zou het slechts een klein deel van de bevolking ten goede komen. Het probleem is immers breed verspreid. Het opleggen van de doodstraf zou verkrachtingen niet stoppen, de meeste verkrachtingen worden immers niet vastgesteld of worden genegeerd.

    Het kastensysteem speelt een belangrijke rol in de onderdrukking van minderheden, werkende vrouwen en armen. Om iets fundamenteel te veranderen, moeten we de plaats van vrouwen in onze samenleving en de samenleving zelf in vraag stellen. Fundamentele verandering kan niet binnen de uitbuiting van het kapitalisme, deze uitbuiting leidt onvermijdelijk tot geweld. We moeten een einde maken aan het kapitalisme om te komen tot echte gelijkheid en dus tot een einde aan seksueel geweld.

  • Recht op abortus moet nog steeds worden afgedwongen

    Het nieuws dat in Ierland vorige maand een jonge vrouw overleed nadat haar een abortus werd geweigerd, sloeg in als een bom. Acties en marsen volgden en ook in Brussel werd protest georganiseerd om deze situatie aan te klagen. Hoe komt het dat in de eenentwintigste eeuw het recht op abortus in Ierland – en in vele andere landen- nog niet bestaat? En waarom moeten we ook in België steeds blijven vechten voor het behoud van deze rechten?

    Artikel door Marlies uit de december/januari-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Op 21 oktober werd Savita Halappanavar opgenomen in het ziekenhuis van Galway, waar duidelijk werd dat ze een miskraam zou krijgen. Meermaals vroeg de vrouw om de zwangerschap te beëindigen, maar haar verzoek werd geweigerd aangezien er nog een foetale hartslag was. Na twee dagen hevige pijn volgde een spontaan miskraam en werd de vrouw in kritieke toestand geopereerd. Op 28 oktober stierf Savita ten gevolge van een bloedvergiftiging en multi-orgaanfalen. Iets wat vermeden had kunnen worden, mocht er sneller ingegrepen zijn.

    Eens het nieuws bekend raakte, volgde er een storm van protest. In Dublin kwamen twintigduizend mensen op straat voor het recht op abortus, dat in Ierland onbestaand is. Nochtans werd in 1992 door het Hooggerechtshof besloten dat er een uitzondering kan worden gemaakt op het verbod wanneer het leven van de vrouw in gevaar komt. Geen van de vijf regeringen die sindsdien aan de macht waren, hebben de uitzondering in de wet opgenomen. Ook nu gaf eerste minister Enda Kenny, een christendemocraat, reeds te kennen dat er geen snelle aanpassing van de wetgeving zal volgen.

    De helft van de abortussen die wereldwijd plaatsvinden, worden door een verbod nog steeds onveilig uitgevoerd en een op acht vrouwen laat hierbij het leven. Een onderzoek van de Wereld-gezondheidsorganisatie wees uit dat in de voormalige Sovjetrepublieken, waar abortuswetgeving veelal onder kerkelijke druk wordt beperkt, de kans dat vrouwen tijdens hun zwangerschap sterven vier keer hoger ligt dan in de Europese Unie. Het gebrek aan mogelijkheden om op een legale manier een zwangerschap af te breken, leidt onder meer tot doe-het-zelfsituaties waarvan onvruchtbaarheid en sterfte het gevolg kunnen zijn.

    Sommige vrouwen trekken naar het buitenland voor een abortus, maar dat is niet vanzelfsprekend voor wie daar de middelen niet toe heeft. Vaak zijn het net vrouwen in moeilijke financiële situaties die geen geld uittrekken voor voorbehoedsmiddelen, als die al aanwezig zijn. Financiële redenen zijn overigens nog vaak een argument dat wordt aangehaald om een zwangerschapsonderbreking te ondergaan. Opkomen voor het recht om een kind te kunnen houden, is evenzeer een onderdeel van de vrouwenstrijd.

    Op 21 november vond er aan de Ierse ambassade in Brussel een protestactie plaats tegen de abortuswetgeving, waarop een honderdtal mensen hun verontwaardiging uitten. Ook in Schotland, Duitsland, Zweden, Hong Kong, India en de VS vonden die dag protesten plaats na een oproep van het Ierse europarlementslid Paul Murphy.

    In België organiseert de Belgische pro-lifebeweging elk jaar een ‘mars voor het leven’ waarop abortus vanuit religieus standpunt wordt betwist. Aan verschillende abortuscentra worden vrouwen door leden van die beweging een schuldgevoel aangepraat over hun beslissing. Het is niet enkel in Ierland, maar ook in landen zoals België, waar abortus wel wettelijk is, dat de strijd nog niet is gestreden en we onze verworven rechten moeten blijven verdedigen.

  • Actievoerders eisen dat vrouwen ook in Ierland baas in eigen buik zouden zijn

    Het recht op abortus redt levens. Dat blijkt eens te meer na het overlijden van een jonge vrouw van Indische afkomst in Ierland. Savita Halappanavar werd abortus geweigerd en kwam hierdoor om het leven. Het leidde tot een storm van protest in Ierland, maar ook daarbuiten. Gisteren voerden Europarlementsleden actie en was er aan de Ierse ambassade in Brussel eveneens een actie. Tegelijk waren er acties in tal van steden, zelfs tot in India werd betoogd.

    Enkele foto’s

    Europees parlement

    Een 30-tal verkozenen uit het Europees Parlement, vertegenwoordigers van vier politieke fracties. Het Ierse socialistische parlementslid Paul Murphy verklaarde: “Deze actie is maar een van de vele vandaag. De Europarlementsleden voegen zich bij de tienduizenden Ieren die onmiddellijke actie eisen om een abortuswetgeving in te voeren in Ierland.” Gisteren waren er in Dublin zowat 20.000 betogers.

    Paul Murphy

    Paul Murphy met naast hem Jean-Luc Mélenchon


    Actie aan Ierse ambassade in Brussel

    Aan de Ierse ambassade in Brussel was er een actie met veel volk. Er werd onder meer gesproken door Anja Deschoemacker en Tanja Niemeier, medewerker van de linkse fractie GUE/NGL in het Europees Parlement. Opvallend: er waren ook Iraanse activisten die weten wat het is om voor vrouwenrechten te moeten strijden. Azar sprak de betogers eveneens toe.


    Internationaal protest

    Betoging in Dublin afgelopen zaterdag

    Actie in Hong Kong

    Zweden

  • Dood door verbod op abortus: nooit meer!

    De dood van Savita Halappanavar heeft ons opnieuw met de neus op de feiten gedrukt: het « pro-lifediscours » brengt – zeker als basis voor wetgeving – vrouwenlevens in gevaar. Savita is gestorven omdat de traditionele Ierse partijen geweigerd hebben de grondwettelijke uitzondering – abortus kan als het leven van de moeder in gevaar is – om te zetten in duidelijke wetten. LSP steunt de eis van de Ierse protesten die de Ierse regering opdragen dit nu onmiddellijk te doen als een eerste stap naar het recht op abortus.

    LSP-pamflet. PDF

    Vrouwen de keuze laten, redt levens!

    Dit zal echter niet voldoende zijn om toekomstig lijden – en sterven – te voorkomen. Sinds de jaren ’80 zouden naar schatting 150.000 Ierse vrouwen naar Groot-Brittannië zijn getrokken om er abortus te plegen. Dit was nooit toegankelijk voor iedereen, gezien de kost van het vervoer en het gebrek aan openbare financiering. Vandaag is dat nog meer het geval gezien de levensstandaard van de Ierse bevolking ernstig is aangetast door de economische crisis. De verkoop van abortuspillen via het internet zou in de laatste jaren dan ook fors zijn toegenomen.

    Verbod op abortus leidt immers niet tot minder abortussen, enkel tot meer onveilige abortussen, waarbij de complicaties kunnen leiden tot verlies van de vruchtbaarheid en zelfs tot de dood van de zwangere vrouw. Onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie toonde dat in 2008 49% van de abortussen in de wereld onveilige abortussen waren, 1 op 8 vrouwen zou daarbij het leven laten.

    Om een verandering af te dwingen in Ierland – of in Polen of Malta en in de reeks landen buiten Europa waar abortus niet is toegestaan – zal een brede beweging nodig zijn. Dat brede steun – ook onder gelovigen – voor het recht op abortus kan worden opgebouwd, mag blijken uit het feit dat de vrouwenorganisatie van de christelijke arbeidersbeweging na de evaluatie van 20 jaar recht op abortus in België vandaag dit recht ondersteunt en open staat voor een discussie over de uitbreiding van de periode waarin abortus wettelijk is toegestaan.

    Ook in België blijft actie nodig!

    Verworvenheden blijven niet eeuwig bestaan als ze niet verdedigd worden. In verschillende landen staat het recht op abortus al fors onder druk. Opeenvolgende besparingen hebben de financiering ondermijnd; in sommige staten van de VS leidde het aan de macht komen van populistische gouverneurs ertoe dat het recht op abortus ook wettelijk werd ingeperkt. Met het ontwikkelen van de crisis en de sociale ontreddering die eruit volgt, zullen reactionaire krachten ook in Europa en in België hierop inspelen om hun reactionaire ideeën ingang te doen vinden. We mogen hen de ruimte niet laten.

    Eenmaal per jaar verzamelt de “pro-lifebeweging” in België hun troepen in de zogenaamde Mars voor het Leven, die doorgaat op de verjaardag van de stemming van de abortuswet. In de laatste jaren werden ook al verschillende abortuscentra in België geconfronteerd met (regelmatige) piketten van de “pro-lifebeweging”. Ze intimideren en culpabiliseren vrouwen op één van de meest kwetsbare momenten in hun leven. Ze slagen daar des te beter in omdat er geen enkel maatschappelijk debat hierover wordt gevoerd en omdat de seksuele opvoeding van jongeren vandaag door de constante onderfinanciering van het onderwijs herleid is tot een aantal technische aspecten. De gevolgen hiervan laten zich ook voelen in het afgenomen bewustzijn rond de noodzaak van voorbehoedsmiddelen om zich te beschermen tegen ongewenste zwangerschap, maar ook tegen seksueel overdraagbare ziekten.

    Hun discours kan ook een zekere ingang vinden bij niet-oerconservatieve mensen door het ontstellende gebrek aan sociaal beleid dat moeders en gezinnen kan helpen kinderen te hebben zonder dat dit financieel een achteruitgang betekent en zonder dat de ouders de rest van hun leven opzij moeten schuiven. Zo klagen ze terecht het gebrek aan steun voor ouders met kinderen met een handicap aan, maar zonder een oplossing voor te stellen die iets anders zou inhouden dan een vermomd huisvrouwen- of verzorgersloon. Om vrouwen met kinderen toe te staan om buitenshuis werken – en dus financieel onafhankelijk te zijn – zijn diensten als kinderopvang, onderwijs, diensten voor “huishoudelijk” werk enz. nodig.

    LSP vecht voor een echte keuze:

    • recht op abortus, voorzien in toegankelijke openbare centra
    • preventie door gratis voorbehoedsmiddelen en degelijke seksuele opvoeding op school
    • voltijdse jobs met degelijke lonen voor iedereen; kwaliteitsvolle openbare diensten die vrouwen helpen met de combinatie werk en kinderen; kindergeld dat de reële kosten dekt – om te vermijden dat vrouwen abortus moeten plegen enkel omwille van financiële overwegingen

    Wil je actief worden in deze strijd? Neem dan contact op met de LSP/PSL-vrouwencommissie en help mee om op de tegenactie tegen de Mars voor het Leven (eind maart 2013) een talrijke opkomst te verzekeren! vrouwen@socialisme.be

  • Dood door verbod op abortus – nooit meer opnieuw!

    Brusselse wake voor Savita en protest tegen de Ierse abortuswetgeving

    Na de tragische dood van Savita Halappanavar volgden overal in Ierland protestacties. Het leidde ook in België tot een oproep van Ierse inwoners van België (Never Again – Brussels vigil for Savita and protest at Irish abortion law) voor een wake en protest op woensdag 21 november aan de Ierse ambassade (Etterbeekse steenweg 180, 1040 Brussel). LSP steunt deze actie en roept ervoor op.

    Anja Deschoemacker

    De dood van Savita Halappanavar toont nogmaals hoe misnoemd de pro life-beweging is. De 31-jarige zwangere vrouw kwam naar het ziekenhuis met hevige rugpijn. Daar werd duidelijk dat ze een miskraam zou krijgen. Ondanks de snelle verslechtering van haar toestand werd echter een abortus geweigerd omdat er nog een hartslag bij de foetus was. Savita stierf aan een bloedvergiftiging.

    Pro life-woordvoerders proberen er zich vanaf te maken door te stellen dat alle gegevens nog niet gekend zijn en er andere mogelijke oorzaken van haar dood zijn. Er bestaat echter weinig of geen twijfel dat de vrouw nog zou leven indien de niet-levensvatbare foetus tijdig verwijderd was geweest. En toch wacht te Ierse regering opnieuw af wat rapporten en onderzoeken zullen opleveren alvorens te beginnen de wet aan te passen. “In een poging een vier maanden oude foetus te redden hebben ze mijn 30-jarige dochter dood laten gaan. Kunt u mij daar de redelijkheid van uitleggen?”, zei Halappanavars moeder voor de televisie. “Hoeveel gevallen moeten er nog volgen?” (De Standaard, 15/11/2012)

    In Ierland is abortus bij grondwet verboden, behalve uitzonderlijk als het leven van de moeder in gevaar is. Die uitzondering werd in 1992 bekomen onder druk van een protestbeweging. Opeenvolgende regeringen hebben sindsdien echter geweigerd om die uitzondering in wetten te gieten met een grote onduidelijkheid tot gevolg over wat kan en mag, wat veel ruimte laat aan dokters en directies van (vaak katholieke) ziekenhuizen om te beslissen. Een wetsvoorstel van onze Ierse zusterpartij de Socialist Party werd afgeschoten door de regering van Labour en Fianna Gail.

    Op basis van deze dubbelzinnigheid volgde een uitspraak van het Europees Hof voor de Mensenrechten dat de Ierse staat bestaande rechten op legale abortus niet toepaste als het leven van de moeder in gevaar is. De Ierse regering heeft in januari een groep van deskundigen aangesteld om tot aanbevelingen te komen op basis van die uitspraak. Voor Savita is het alvast te laat.

    Ierland is niet het enige land waar abortus verboden is, in Europa is dat ook zo in Polen en Malta. Het leven van vrouwen wordt er in gevaar gebracht door een wetgeving die gebaseerd is op godsdienstige inzichten – en een beperkte visie op de rol van vrouwen in de samenleving – en niet op de belangen van de meerderheid van de bevolking. Om te voorkomen dat nog meer vrouwen als Savita er het leven bij verliezen, moet daarin verandering komen.

    Bovendien zal een minimale aanpassing van de wetgeving in de zin van de uitspraak van het Ierse hooggerechtshof niet voldoende zijn om onnodig leed en sterven te voorkomen. Ierse vrouwen moeten vandaag nog steeds naar het buitenland om een abortus te verkrijgen en veel vrouwen hebben daar door financiële redenen geen toegang toe. De verkoop van abortuspillen op het internet is een fenomeen dat sinds het inzetten van de economische crisis die Ierland hard raakt enkel nog is toegenomen. Het spreekt vanzelf dat dit soort onveilige en onbegeleide abortussen een enorm gevaar voor complicaties betekent en het leven van vrouwen in gevaar brengt.

    LSP vecht voor het recht van vrouwen om te kiezen of en wanneer ze kinderen krijgen:

    • recht op abortus, voorzien in toegankelijke openbare centra
    • preventie door gratis voorbehoedsmiddelen en degelijke seksuele opvoeding op school
    • voltijdse jobs met degelijke lonen voor iedereen; kwaliteitsvolle openbare diensten die vrouwen helpen met de combinatie werk en kinderen; kindergeld dat de reële kosten dekt – om te vermijden dat vrouwen abortus moeten plegen enkel omwille van financiële overwegingen

    Video. Tussenkomst van parlementslid Joe Higgins

  • Kunnen we seksisme stoppen zonder het kapitalisme te bestrijden?

    Vandaag horen we al eens zeggen dat vrouwenstrijd overbodig is omdat de strijd gestreden en gewonnen is. Er zijn wetten tegen ongewenste seksuele intimiteiten, er zijn vrouwen doorgedrongen tot topposities in de bedrijven en de overheid, het principe van gelijke lonen wordt erkend. Maar het is niet omdat sekisme zich anders uit, dat het ook uitgeroeid is.

    Het klopt dat het toekomstbeeld van jonge meisjes zich niet langer beperkt tot huishoudelijke taken waarbij ze zich volledig toeleggen op de was en plas van hun mannen en de opvoeding van de kinderen. Maar anderzijds zijn deze elementen wel nog steeds aanwezig. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in beroepsgroepen die in het verlengde van familiale taken liggen (lager onderwijs, keukens, strijkateliers, schoonmaken,…). De arbeidsmarkt staat inderdaad open voor vrouwen, maar de meeste vrouwen moeten creatief omspringen met hun tijdsbesteding omdat ze naast hun werk (waarvoor vrouwen gemiddeld nog steeds 23% minder verdienen dan mannen) vaak ook nog instaan voor het grootste deel van het huishoudelijk werk. Dat noemen we de “dubbele dagtaak”. Seksisme is niet verdwenen, het is enkel geëvolueerd.

    Seksisme is nog erg zichtbaar in het beeld van vrouwen in reclame. Daarbij worden intellectuele capaciteiten ontkend om vrouwen te herleiden tot een lichaam dat louter dienst moet doen om te verleiden en als lustobject.

    Als vrouwen vandaag een grotere vorm van emancipatie hebben bekomen, is dat het resultaat van strijd door vorige generaties die opkwamen voor meer onafhankelijkheid, vrijheid en gelijkheid. Maar als die strijd niet gepaard gaat met een verzet tegen het kapitalisme, is het systeem in staat om iedere vooruitgang in haar eigen voordeel om te zetten en er een winstbron van te maken. Vandaag is er een grotere seksuele vrijheid, maar is seks ook alomtegenwoordig als commercieel product waarmee grote winsten gemoeid zijn (onder meer door de porno-industrie maar ook in de cosmetica, reclame,…). Wie daar tegenin gaat, wordt al eens een gebrek aan humor of seksuele frustratie verweten.

    Voor ons is de strijd voor vrouwenrechten onlosmakelijk verbonden met de opbouw van een andere samenleving. Een samenleving waarin seksuele vrijheid niet wordt ingezet voor commerciële doeleinden. Een samenleving waarin de gemeenschap er alles aan doet om tegen vernederend gedrag in te gaan en waarbij er op school een degelijke en brede seksuele opvoeding is, een samenleving met ook in de praktijk gelijke lonen. Zo’n samenleving zal op basis van strijd door vrouwen en mannen worden bekomen. Het is een socialistische samenleving waar wij voor opkomen.

  • Tunesië. Salafisten zorgen voor ergste geweld sinds een jaar

    Midden juni waren er rellen in Tunesië. De zogenaamde aanleiding was een tentoonstelling in een voorstad van Tunis die door religieuze fanataci als “godlasterend” werd bestempeld. Bij de rellen viel er minstens een dode en 62 gewonden. Salfistische groepen – wellicht gesteund door elementen verbonden met het oude regime – trokken met messen en molotovcocktails op straat om winkels aan te vallen, politiekantoren in brand te steken en de lokalen van vakbonden en politieke partijen te vernietigen. We spraken hierover met een revolutionaire activist uit Tunesië.

    Interview uit het bulletin op onze zomerschool

    Wat was de context van het geweld midden juni?

    Om de recente gebeurtenissen te begrijpen, is het belangrijk om eerst te weten dat het sociale klimaat in Tunesië de afgelopen maanden bijzonder gespannen was. Er is niets veranderd, de regering slaagt er niet in om de oorzaken van armoede, werkloosheid, prijsstijgingen,… aan te pakken. Er zijn aanhoudende spanningen tussen de regering en de vakbonden. Er waren tal van stakingen in alle sectoren, de autoriteiten reageerden daar steeds vijandiger op. Er werden zelfs milities ingezet om stakingen te breken. De regering zoekt wanhopig naar een manier om te vermijden dat de arbeidersklasse haar ongenoegen tot uiting brengt of voor haar belangen opkomt.

    Een ander belangrijk element is dat een seculiere rechtse fractie (van mensen zoals Essebsi die zich ‘progressief’ voordoen maar eigenlijk dicht bij het oude dictatoriale regime staan) zich probeert op te werpen als de officiële oppositie tegen de regering onder leiding van Ennahda.

    Beide vleugels van de elite zijn er niet mee gediend dat de discussies in de samenleving al een tijdlang gedomineerd worden door sociale thema’s. De regerende partij Ennahda probeert sociale thema’s zoveel als mogelijk te vermijden. Net zoals eerder ook gebeurde, proberen de machthebbers de aandacht van de sociale problemen af te leiden door alle aandacht te vestigen op thema’s zoals religie en identiteit.

    Het beeld dat wordt opgeworpen, is dat de fundamentele breuklijn in de samenleving rond de rol van religie zou gaan. Voor de meeste mensen is dat slechts van ondergeschikt belang. Het belangrijkste zijn de eisen voor werk, infrastructuur en sociale ontwikkeling, gerechtigheid voor de families van de martelaars,… Rond die kwesties komt er niets van de regering die dan ook steeds meer gediscrediteerd geraakt.

    Het is in deze context dat het geweld door de Salafistische groepen moet gezien worden. Je kan zelfs de vraag stellen of het feit dat deze rellen nu plaatsvinden wel toeval is.

    Wat was de directe aanleiding voor het geweld?

    Het ging om een detailkwestie. Een tentoonstelling van schilderijen zou tot het geweld hebben geleid. De Salafisten beweerden dat de schilderijen tegen de moslimwaarden ingingen. Ze wilden iedereen laten geloven dat de godsdienst in gevaar was omdat enkele ongelovige artiesten zich ertegen zouden keren. Naast het feit dat schilderijen onderdeel vormen van de vrijheid van expressie, is het idee dat een kunsttentoonstelling de islam zou raken uiteraard niet correct.

    Een aantal radicale imans en Salafistische groepen hebben tot geweld aangezet. De nummer twee van Al Qaeda, Ayman Zawahiri, was er snel bij. Een dag voor het geweld riep hij de Tunesische moslims op om in opstand te komen tegen de zogenaamde ‘niet-islamitische’ regering en voor het opleggen van de Shariawetten.

    Op enkele dagen tijd nam het geweld een enorme omvang aan. Zodra er rellen waren, doken er allerhande bandieten en marginalen op. Er volgden enkele dagen van straatgeweld en confrontaties tussen Salafisten en oproerpolitie. Dat was het geval in verschillende delen van het land. Deze rellen genoten weinig steun van de bevolking. Dat was wel anders bij de algemene stakingen die volledige regio’s lam legden. Nu bleven de massa’s aan de zijkant staan, de deelname was erg beperkt.

    Hoe reageerde de overheid?

    De regering heeft van bij het begin een evenwichtsoefening gedaan met de Salafisten en het ziet er naar uit dat dit zo zal blijven. Zo probeert Ennahda zelf regelmatig religieuze gevoeligheden uit te spelen voor politieke en electorale doeleinden. De regering kwam niet tussen toen Salafisten tot gewelddadige acties overgingen, Ennahda wilde de meer radicale delen van de eigen basis niet afschrikken. Zeker bij aanvallen tegen linkse activisten of vakbondsmilitanten, zoals de afgelopen periode vaak gebeurde, bleef de regering doorgaans erg stil.

    Maar nu kon Ennahda er niet aan voorbijgaan dat het geweld leidde tot een massale woede onder de bevolking. De regering werd de afgelopen periode steeds meer onder druk gezet door zakenlui, in het bijzonder uit de toeristische sector, en door imperialistische machten om toch iets te doen tegen de fanatici die met hun acties niet bepaald bijdragen aan een “investeringsvriendelijk” klimaat in het land en de toeristen niet geruststellen om terug massaal naar Tunesië te komen.

    Dat is waarom de regering nu opteerde voor het neerslaan van het geweld door een tussenkomst van de politie. De minister van binnenlandse zaken verklaarde zelfs dat er met scherp zou geschoten worden om verdere onrust de kop in te drukken. Er werd effectief met scherp geschoten, in Sousse kwam daarbij een man om het leven. Volgens de regering waren de mensen die bij de rellen betrokken waren ‘terroristen’, ‘extremisten’,… De autoriteiten legden een avondklok op tussen 21u ’s avonds en 5u ’s ochtends. Dat was het geval in Tunis en in zeven andere regio’s. Er werden meer dan 160 Salafisten opgepakt.

    Dit ging echter steeds gepaard met voorstellen van leiders van Ennahda om repressieve wetten in te voeren tegenover wie geen respect zou betuigen voor religieuze gevoeligheden. Ennahda deed ook een oproep om bij na het vrijdaggebed “samen met onze Salafistische broeders” te betogen. Uiteindelijk werd die oproep op het laatste moment terug getrokken, het provocatieve karakter van de oproep was er net over.

    Hoe staat de bevolking tegenover de regering?

    Het is duidelijk dat de steun voor Ennahda drastisch is afgenomen. De partij heeft hierdoor niet dezelfde marge als voorheen. Als een vertegenwoordiger van de regering naar een regio trekt, is er stelselmatig protest of leidt het bezoek zelfs tot confrontaties. Ik denk niet dat Ennahda in staat zal zijn om de score van meer dan 40% te herhalen. Eel mensen die de vorige keer voor de partij stemden, zullen dat nu niet meer doen.

    Uiteraard beschikt Ennahda wel nog steeds over een zekere steun, maar die basis is kleiner geworden. Dat is waarom er een tendens was om, ondanks het aanvankelijke ‘gematigde’ profiel, meer op de radicalere elementen beroep te doen in een overlevingsstrijd.

    Veel mensen zijn woedend omdat Ennahda regeert met dezelfde brutale methoden en hetzelfde nepotisme als de RCD dit vroeger deed. De partij gebruikt de repressieve wetten van Ben Ali om tegenstanders aan te pakken. Er worden overal medestanders aangesteld, in ieder onderdeel van de staat, in de media, in de administratie, in het rechterlijk systeem,…

    Dat is waarom een figuur van het oude regime zoals Essebsi kon terugkeren op het politieke toneel. Hij probeert in te spelen op de groeiende woede tegenover de heersende coalitie (‘coalitie’ is overigens veel gezegd, in realiteit bestaat de zogenaamde trojka niet en is het Ennahda dat de touwtjes in handen heeft). Het is overigens waarschijnlijk dat figuren van het oude regime betrokken waren bij het recente geweld. Zij hebben er belang bij om de spanningen op te drijven. Ze hopen daar voordeel uit te halen.

    De arbeidersklasse is het beu dat alle beloftes steeds leeg blijken te zijn. De recente begroting is een provocatie: de zakken van de armen worden leeg gehaald om dit geld aan de nog armere lagen te geven. Er werden een aantal subsidies aan arme gezinnen gegeven en een aantal nieuwe sociale woningen gebouwd. Maar het blijft dweilen met de kraan open. De regering komt niet verder dan het verdelen van de miserie in plaats van de rijken aan te pakken. Het nieuwe regime gebruikt dit bovendien om verdeeldheid te zaaien tussen de arbeiders en andere lagen van de armen. Dat is het enige wat deze regering in de aanbieding heeft.

    Hoe reageert de linkerzijde hierop?

    De mogelijkheid dat er een nieuwe pool ontstaat rond Essebsi enerzijds tegenover anderzijds de regeringspartijen die ambigue zijn over hun houding ten aanzien van de Salafisten, betekent dat de linkerzijde dringend moet bouwen aan een eigen onafhankelijke uitdrukking gebaseerd op de vakbondsfederatie UGTT en op de eisen van de revolutie. We moeten deze eisen opnieuw centraal stellen in het debat. Het gaat niet om een discussie over religieuze of niet-religieuze mensen, maar over gezamenlijke strijd voor een samenleving die een degelijke levensstandaard kan garanderen, jobs creëert en het staatsapparaat uitmest.

    De linkse organisaties hebben een invloed op de vakbonden, maar het probleem is vaak dat de politieke uitdrukking die daaraan wordt gegeven onvoldoende is. Het komt vaak niet overeen met de snelle radicalisering die plaatsvindt onder de massa’s die in strijd gaan. Sommige linkse activisten, een minderheid, blijft nu nog steeds stellen dat we als gevolg van het gevaar van het ‘islamiseren van het land’ onze ambities een tijdje opzij moeten zetten om een alliantie met Essebsi en zijn kliek te vormen.

    Wij willen ons eerder richten op de bredere lagen van de bevolking. Daartoe moeten we klaar en duidelijk eisen dat de schulden die door de tiran Ben Ali werden aangegaan niet worden afbetaald, dat de grote bedrijven en de banken worden genationaliseerd, dat er een ontwikkeling van de infrastructuur is op basis van een programma van massale publieke investeringen (zeker in de achtergebleven regio’s).

    Het heeft totaal geen zin om in de armen te vallen van mensen die verbonden waren met het regime waartegen de revolutie was gericht. In de huidige crisis hebben we nadruk gelegd op de nood aan organisaties van onderuit om de wijken te beschermen tegen geweld van de Salafisten. We kwamen systematisch op tegen de avondklok en tegen politiegeweld, de oplossing zal immers niet van de staat komen. Als het leger en de politie onze straten willen controleren, zal dit de strijd immers moeilijker maken.

  • Vrouwen verdienen 22% minder dan mannen

    Op 20 maart 2012 werd ‘Equal Pay Day’ gehouden, een actiedag om op te komen voor gelijke lonen tussen mannen en vrouwen. De loonkloof is iets kleiner geworden, maar bedraagt nog steeds 22%. Wij spraken met Anja Deschoemacker over de strijd voor gelijke lonen en de campagne rond ‘Equal Pay Day’.

    Interview uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’

    Begin maart verscheen een studie van de OESO waaruit bleek dat de loonkloof in ons land beperkt zou zijn tot 8,9%. Van waar komt het grote verschil met het cijfer van de campagne Equal Pay Day?

    Anja: “De vraag is hoe je lonen bekijkt. Bij voltijdse werknemers in de private sector bedraagt de loonkloof ongeveer 10%. Maar dat cijfer haalt het gewicht van deeltijdse arbeid uit de berekening, terwijl opvallend meer vrouwen deeltijds werken. Hoe meer er wordt bespaard op sociale zekerheid en zorg, denk maar aan het tekort aan kinderopvang, hoe minder evident het is voor vrouwen om voltijds te werken.

    “Bij jonge hoog opgeleide vrouwen zonder kinderen is de loonkloof erg klein geworden. Maar dit is een beperkte groep waarbij de kloof bovendien toeneemt naarmate promotie wordt gemaakt. De mogelijkheid van zwangerschap speelt daarbij in het nadeel van deze vrouwen. De samenleving en de tewerkstelling worden vandaag niet zodanig georganiseerd dat mensen met een gezin hun talenten ten volle kunnen ontplooien.

    De loonkloof wordt kleiner, bij het begin van de eeuw was deze nog 26%. Zal het probleem zichzelf oplossen?

    Anja: “Het probleem wordt breder. De ontwikkeling van een lageloonsector zorgt ervoor dat meer en meer mensen uit de boot vallen, niet alleen vrouwen. Het gaat ook om oudere werknemers, jongeren zonder diploma of al wie enige belemmering heeft op de arbeidsmarkt. Denk maar aan wie de taal niet goed onder de knie heeft. Geen enkele werkgever zal zo iemand aanwerven en tijdens de uren een taalopleiding laten volgen. Oudere werknemers die het helse ritme niet meer aankunnen, worden snel afgeschreven. Jongeren hebben amper kans om een toekomst uit te bouwen.

    “Dit is een algemeen probleem van een niet-sociale samenleving. We werken om te overleven, maar vinden enkel werk als een baas er voldoende winst mee kan maken. Vrouwen worden daarbij hard geraakt omdat ze nu eenmaal kinderen kunnen krijgen en voor een groot deel van het huishouden opdraaien.

    “De loonkloof dichten door een bredere laag in een lageloonsector tewerk te stellen, is geen oplossing. Het betekent dat jongeren geen kans hebben op een zelfstandig leven en langer blijven plakken in ‘Hotel Mama’. Probeer maar eens een lening aan te gaan als je afhankelijk bent van hier eens een week interimwerk en dan daar eens een maand werken. De loonkloof aanpakken, betekent opkomen voor degelijke jobs voor iedereen.”

    Vorig jaar stelde de campagne Equal Pay Day onder meer voor dat vrouwen beter moeten onderhandelen over hun loon. Is dat een oplossing?

    Anja: “Het is een algemeen en geen individueel probleem. De kleinste loonkloof is er in de openbare sector waar de lonen net heel collectief worden onderhandeld. Misschien dat individueel onderhandelen helpt als je een manager met drie diploma’s bent, of een oud-minister, maar in het strijkatelier waar met dienstencheques wordt gewerkt of als verpleegster in een ziekenhuis zal het weinig indruk maken.

    “Het is belangrijk dat we voor iedereen het recht op collectief onderhandelen afdwingen om zo tot betere lonen te komen. Zolang er groepen uit de boot vallen, zal er een neerwaartse druk op alle gewone lonen zijn. Dit is niet enkel van belang voor vrouwen, maar ook bijvoorbeeld voor mensen-zonder-papieren en al wie voor een hongerloon slavenarbeid verricht.”

    Dit jaar gebruikt Equal Pay Day een controversiële slogan: “Verklein de loonkloof, word porno-actrice”. Wat denk je daarvan?

    Anja: “Uiteraard wil Equal Pay Day daarmee geen reclame maken voor de porno-industrie. Het is een poging om via een zogenaamd ‘ludieke’ campagne de aandacht te trekken. Er wordt vanuit gegaan dat een gewone campagne onvoldoende aandacht oplevert en het klopt dat het vandaag niet evident is om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen naar voor te brengen. Maar dat los je niet op met ludieke en schokkende slogans.

    “De stelling in de slogan klopt zelfs niet echt. Een beperkt deel van de vrouwen in de porno-industrie verdient misschien wel meer, maar als we het opentrekken naar de volledige ‘sector’ met onder meer porno op het internet dan zou het beeld er anders uitzien. De porno-industrie is een commerciële sector waarbij een aantal patroons met de grootste winsten gaan lopen. Net als in andere sectoren kunnen sommige vrouwen zich opwerken, maar dat is een kleine minderheid.

    “Daarnaast blijft de vraag of prostitutie en porno als normale ‘jobs’ kunnen worden beschouwd. Ik denk van niet. Toen de prostitutie in Nederland werd gelegaliseerd, heeft slechts ongeveer 15% van de prostituees zich effectief geregistreerd. De meesten wilden dit niet: ze willen niet dat hun omgeving ervan weet of ze willen dit niet meenemen op een CV. Dit geeft aan dat prostituees zelf niet van mening zijn dat het om een normale job gaat.

    “Indien prostitutie als een gewone ‘job’ zou worden gezien, dan moet het wel meteen erkend worden als gevaarlijke job. Er is immers sprake van heel wat agressie, zowel fysiek als geestelijk. Het is doorgaans een “werk” dat pas wordt gedaan als er geen andere mogelijkheden op een inkomen zijn. Spreken we dan van een ‘job’ of van dwangarbeid? In ons land is een grote meerderheid van de prostituees van buitenlandse afkomst, het gaat vaak om wanhopige mensen.”

    Soms horen we dat vrouwen of meisjes bijklussen als prostituee om zich wat luxe te kunnen veroorloven?

    Anja: “Bij een kleine minderheid is dat het geval, maar voor de overgrote meerderheid vloeit prostitutie voort uit een wanhopige noodzaak. Als vandaag in Griekenland de prostitutie toeneemt, is dat dan omdat meer vrouwen zich wat extra luxe willen toekennen of omdat ze wanhopig zijn?

    “Studies over jongens in de homoprostitutie geven aan dat het vooral om Oost-Europese jongens gaat die vaak niet eens homo zijn, maar zich uit noodzaak prostitueren en daarbij regelmatig te maken krijgen met geweld en druggebruik, net als de vrouwelijke prostituees. Een werk waar je drugs voor nodig hebt om het vol te houden, kan je geen job noemen.”

    Waren socialisten niet voor seksuele vrijheid?

    Anja: “Seksuele vrijheid betekent in essentie dat je er zelf voor kiest. Prostitutie – zowel de professionele als de occasionele prostitutie – is voor de meesten echter geen keuze, maar een laatste reddingsboei. Dat heeft niets met seksuele vrijheid te maken.

    “Dit betekent niet dat wij een jacht op prostituees voorstellen of dat we hen als immoreel en onethisch beschouwen. We moeten de wanhoop aanpakken die vrouwen (en anderen) tot prostitutie aanzet en niet diegenen die zich tot wanhoopspraktijken verplicht zien. We moeten o.a. opkomen voor een betere bescherming tegen geweld.

    “Maar de belangrijkste taak is om met de samenleving iedereen een degelijke toekomst te kunnen aanbieden, zodat vrouwen uit deze sector kunnen ontsnappen. Dit vereist degelijke jobs, het aanpakken van armoede onder alleenstaande moeders, degelijke uitkeringen, betaalbare huisvesting,… Kortom de collectieve strijd voor een socialistische samenleving waarin de mens echt vrij wordt.”

  • Kinderopvang: een recht voor ouders en kind

    “Proficiat, u bent zwanger!” De moeizame zoektocht naar kinderopvang kan beginnen. Je zoekt gesubsidieerde opvang want deze houdt rekening met je gezinsinkomen. Jammer, want per 100 kinderen tussen 0 en 3 jaar zijn er in Gent slechts 30 plaatsen beschikbaar. Als je daar geen plaatsje vindt, zijn er nog 15 andere plaatsen in het niet-gesubsidieerde deel van de sector. Je betaalt er een dikke factuur, maar bent tenminste opgelucht iets te hebben gevonden. Heb je pech en is er nergens plaats voor jouw kind, dan behelp je je met grootouders, buren, vrienden, of… geef je je werk op.

    Pamflet van Rood! Gent

    Volgens officiële cijfers zijn er in Gent 600 plaatsen te weinig in de kinderopvang. 600 gezinnen moeten dus een drastische keuze maken: wie van de twee blijft thuis en geeft zijn/haar werk op, of vinden we toch een oplossing? Niet gaan werken, betekent inkomensverlies en gemiste werkkansen als gevolg. Met de nieuwe besparingsmaatregelen van de regering Di Rupo brengt zo’n keuze ook verlies aan pensioenrechten met zich mee.

    Stop de prestigeprojecten, sociale prioriteiten nu

    Het stadsbestuur wou met stadsvernieuwingsprojecten en citymarketing jonge gezinnen in de stad houden. Want jonge, hoger opgeleide werkenden brengen meer op voor de stadskas dan een arme gepensioneerde of werkloze. De toenemende vraag naar kinderopvang was dus perfect te voorspellen. Gent wil graag een jonge, dynamische en bruisende stad zijn, maar slaagt er niet in een fundamentele basisdienst als kinderopvang te organiseren voor haar inwoners.

    Het tekort aan opvangplaatsen georganiseerd en gefinancierd door de overheid heeft ruimte gelaten aan de dure private sector. Reeds 1/3 van de opvangplaatsen in Gent komen uit deze categorie en kosten tot 650 euro per maand. Maar gelukkig zijn er nog de grootouders, goed voor 31% van de opvang. Met het optrekken van de pensioenleeftijd zal ook deze opvangcapaciteit aanzienlijk slinken.

    Gratis kinderopvang zou een recht moeten zijn

    Onderzoek toont aan dat kinderen uit dagverblijven beter voorbereid zijn op het latere schoolleven en met een voorsprong aan hun onderwijstraject beginnen. Gelijke onderwijskansen beginnen dus met kinderopvang.

    Michel Vandenbroek, voorzitter van het expertisecentrum voor opvoeding en kinderopvang stelde in 2009 reeds: “We kunnen en mogen het tekort aan opvangplaatsen niet langer tolereren.” Rood! is het daar roerend mee eens en vindt dat kinderopvang een recht moet zijn, net zoals onderwijs. Onderwijs begint bij kinderopvang. We eisen gratis onderwijs en dus ook gratis kinderopvang voor iedereen. Mensen met kinderen mogen niet financieel gestraft worden omdat ze hun gezin combineren met een job. De financiering moet gebeuren via een rechtvaardige fiscaliteit. Wie meer verdient, draagt meer bij via de inkomensbelastingen.

    Kinderopvang moet ook kwaliteitsvol zijn

    De eerste voorwaarde voor een hoge kwaliteit zijn voldoende en tevreden werknemers met een degelijke opleiding. Kinderopvang is zware arbeid, voldoende personeel is noodzakelijk. Wij verdedigen een correct statuut voor onthaalouders en een snellere vaste benoeming voor werknemers in de stadsdiensten.

    De dienstverlening in de kinderopvang moet ook worden aangepast aan de sociale realiteit. Er moet opvang voorzien worden voor kinderen van ouderen in ploegen- en nachtarbeid. Ook voor zieke kinderen is er een schrijnend tekort aan opvang. Er zitten enkele nieuwe crèches in de pijplijn, maar deze zijn too little en too late. Wij vragen van het Gentse stadsbestuur dat er prioritair een crisisplan wordt opgesteld om 1.000 nieuwe gesubsidieerde plaatsen te creëren in de kinderopvang. Op maandag 23 april komt de Gentse gemeenteraad samen en willen we onze eis voor het recht op kinderopvang kracht bij zetten. Afspraak om 18u aan het Gentse stadhuis. Kinderen zijn uiteraard ook welkom, de actie zal kindvriendelijk zijn.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop