Your cart is currently empty!
Tag: gemeenteraadsverkiezingen 2018
-
Nu bouwen aan breed front van sociaal verzet!
De verkiezingen van 14 oktober en hun nasleep bevatten enkele belangrijke waarschuwingen en lessen voor de arbeidersbeweging. Eerst en vooral dat de regering wel degelijk verslagen kan worden. Verder dat dit niet zal gebeuren door sociale actie uit te stellen tot na de volgende verkiezingen. Voorts dat het een illusie is om de regering weg te krijgen door een stem op de sociaaldemocratie en de groenen. Tenslotte dat de beste kans om na mei 2019 niet opnieuw met een rechtse regering opgescheept te zitten, erin bestaat om sociale strijd te koppelen aan een stap naar politieke vertegenwoordiging van de arbeidersbeweging door een kritische stem voor PVDA/PTB.
Edito uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ door Eric Byl
Regeringsmythes doorprikt
Als de uitslag voor de provincieraden zich ook op 19 mei herhaalt, is de federale regering haar ruime meerderheid van 85 zetels volledig kwijt en valt ze terug op 73, waar er 76 nodig zijn. Dat komt onder andere doordat enkele hardnekkige mythes van de regering in aanloop naar de verkiezingen doorprikt werden. Spijts de beloftes stevenen we door de liberalisering af op een tekort aan energiebevoorrading. De ‘humane maar kordate’ asielpolitiek van Francken bleek een knoeiboel. Het bruine kantje van de N-VA dook weer op met Schild & Vrienden.
Onze koopkracht is niet gestegen, maar wel degelijk gedaald en ons land bengelt aan de staart van het Europese peloton inzake jobcreatie. Spijts alle inleveringen is het begrotingstekort zo groot als bij de aanvang van de regering en ons land zakt verder weg in de rangschikking van meest competitieve economieën.
Maar vooral: de vakbondsacties plaatsten steeds weer de sociale afbraak op de voorgrond. Sociale actie uitstellen tot na de verkiezingen zou een catastrofale vergissing zijn. De uitslag op 14 oktober leert ons integendeel dat het de regering verhindert de aandacht af te leiden naar haar bevoorrechte thema’s: migratie, veiligheid en identiteit.
Als de regering haar meerderheid kwijtspeelt, zou ze er de CDH met 7 zetels kunnen bijnemen, maar dat zou een ‘coalition of losers’ zijn, van vijf partijen die allen de verkiezingen verloren. De Wever begrijpt dat dit een zwaktebod is; vandaar zijn plotse afkeer van strijd tussen links en rechts en de opening naar Groen. Als Groen zou toehappen, zou er toch één winnaar tussen zitten, maar het pakte niet en de N-VA zag zich in Antwerpen verplicht beroep te doen op een andere loser: SP.a. Dat die daar bovendien op ingaat, is een waarschuwing voor al wie dacht rechts tegen te houden door in mei 2019 voor de sociaaldemocratie te stemmen.
Ook in Wallonië en Brussel verkiest de sociaaldemocratie niet de progressieve meerderheden waarvoor het ABVV al maanden pleit, maar coalities met de club van N-VA-marionet Michel. Zijn Groen en Ecolo een geschikt alternatief? In Antwerpen stuurt Groen De Wever wandelen, maar dat is vooral symboliek want elders zitten N-VA en Groen samen in talloze meerderheden. In Brussel en Wallonië heeft Ecolo evenmin bezwaren tegen coalities met de MR.
Wie biedt een sociaal antwoord?
Het is hoog tijd dat de vakbondsleiders ermee stoppen ons illusies te verkopen. De uitslagen van CD&V en CDH bewijzen dat de achterban niet gelooft dat zij voor een ander, socialer beleid, zullen zorgen. Hoeveel kleur moet de CDH nog bekennen nadat ze de Waalse regering ten val bracht om een rechtse coalitie te vormen? CD&V’ers mogen van “tjeef” nog zoveel een geuzennaam maken als ze willen, dat het staat voor hypocrisie en misleiding bewijst hun partij dag in dag uit. Dat de SP.a De Wever in Antwerpen depanneert en de PS een middenvinger opsteekt naar het ABVV wanneer dat voor progressieve coalities pleit, zegt toch genoeg.
Als de vakbonden geen politieke partner meer hebben, dan is dat voor een groot deel aan de vakbondsleiders gelegen. In plaats van te hopen dat de kiezer afrekent met het rechts beleid, zouden die er beter aan doen het terechte verzet tegen onmenselijke arbeidscondities, extreme flexibiliteit en lage lonen ernstig te organiseren. Als de vakbondsleiders onder elkaar blijven kibbelen over hoe ze vooral niets gaan doen, dan zal hun aanwezigheid uiteindelijk niet langer als een troef, maar als een nadeel voor efficiënte strijd gezien worden. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk en in mindere mate in Wallonië zou een waarschuwing moeten zijn.
De enige stem op 14 mei die er met zekerheid een is tegen een verderzetting van het rechtse afbraakbeleid is er een voor de PVDA. Die partij zou echter pro-actiever tewerk moeten gaan. In plaats van af te wachten, zou ze beter zo snel mogelijk alle linkse bondgenoten, zowel politiek als in de vakbonden en in andere sociale bewegingen contacteren om de regering van de miljonairstaks voor te bereiden met gemeenschappelijke massameetings in alle centrumsteden van het land begin 2019. Deze meetings mogen zich niet beperken tot een aanklacht, maar moeten ook een sociaal urgentieplan bespreken dat concreet maakt welke breuk met het rechtse afbraakbeleid nodig is en wat een linkse regering minimaal zou moeten realiseren zoals een minimumloon van 14 euro per uur, een arbeidsduurverkorting tot 30 uur zonder loonverlies, etc. De PVDA moet ook meer openheid tonen door alle linkse oppositiekrachten in de maatschappij te betrekken in één groot sociaal front van verzet.
-
Verkiezingen verzwakten regering-Michel

Foto: Wikimedia (commons) Heeft u het ook gemerkt? Tot zondagnamiddag op verkiezingsdag had zowat elke partij in Vlaanderen, SP.a uitgezonderd, de verkiezingen gewonnen, was de overwinning van Groen reëel maar matig en had Vlaanderen vooral rechts gestemd. In Franstalig België daarentegen hadden de traditionele partijen, vooral PS, verloren ten nadele van een groene golf in Brussel en een groene en ultra-rode golf in Wallonië. De conclusie lag voor de hand: we leven in een land met twee democratieën, een die steeds verrechtst in Vlaanderen en één die steeds verlinkst in Brussel en Wallonië. Tegen de avond en in de dagen erop moesten de media dit beeld corrigeren. In Vlaanderen zijn we geëvolueerd van één verliezer en veel winnaars, naar veel verliezers en twee winnaars en in Wallonië blijkt de rechtse MR-CDH coalitie uiteindelijk de grootste verliezer, in Brussel de MR.
Edito van maandblad ‘De Linkse Socialist’ door Eric Byl
Vanwaar die laattijdige correctie? Baseerden journalisten en andere politieke commentatoren zich aanvankelijk nog teveel op de officiële partijmededelingen of was het omdat de aandacht voor uitslagen het hoogst is onmiddellijk na de verkiezingen en nadien snel wegzakt, zodat vooral de eerste analyse van een overwinning van de regeringspartijen blijft hangen en de correctie nadien slechts een bewuste minderheid bereikt? De drie Vlaamse regeringspartijen behalen nog wel 58,1% samen, maar dat is 6,4% minder dan in 2012 en 8,5% minder dan in 2014! De “linkse” partijen (SP.a, Groen en PVDA) zijn daar met gezamenlijk 26,6% nog ver van verwijderd, maar ondanks het forse verlies van SP.a neemt de kloof van die partijen met de regeringspartijen af met 11% ten opzichte van 2012. Voor de Vlaamse regering zou dit betekenen dat N-VA en CD&V niet langer volstaan voor een meerderheid en Open VLD evolueert van luxepartner naar noodzakelijk voor een meerderheid.
Met die uitslag zou de regionale machtsgreep van MR en CDH in Wallonië in mei 2019 afgestraft worden. De Zweedse coalitie zou bovendien haar ruime meerderheid (85/150) op federaal vlak volledig verspelen (73). Ze kan er dan de CDH bijnemen, maar dat wordt een coalitie van vijf verliezers! Dat helpt wellicht verklaren waarom Bart De Wever (N-VA) in Antwerpen, Tommelein (VLD) in Oostende en De Clercq (VLD) en Van Hecke (CD&V) in Gent zo hengelen naar Groen. Die profileert zich als links noch rechts, pikt stemmen aan beide kanten in en zou als pasmunt kunnen dienen als de Zweedse coalitiepartners willen doordoen. Bij iedere vorige regeringsdeelname werd Groen nadien echter fors afgestraft. Het lijkt ons onwaarschijnlijk dat die partij op federaal vlak in een rechtse regering zou stappen en al zeker niet zonder Ecolo aan haar zijde. Voor Ecolo én voor de PS zou het al een ernstige institutionele crisis vergen waarbij beroep gedaan moet worden op “staatsmanschap”, vooraleer ze toetreden tot een regering met N-VA. Als de uitslag van 14 oktober ook die van 26 mei wordt, dan is zelfs dat niet uitgesloten. Het Thatcheriaanse karakter van de regering zou er wel door verbleken.
De PS heeft procentueel meer verloren dan MR of CDH, maar kan daar beter tegen. Ze blijft met voorsprong de grootste in Luik, Charleroi, Doornik, La Louvière en Bergen en houdt zeer goed stand in Brussel waar ze ook Molenbeek en Koekelberg binnenhaalt. Ze wordt door het Waalse FGTB terecht onder druk gezet om haar ‘historische verantwoordelijkheid op te nemen’ en progressieve coalities van PS, Ecolo en PTB te vormen. Als die coalities een fundamentele breuk met het besparingsbeleid doorvoeren, dan zou dit de sterkste troef van de Zweedse coalitie, dat de linkse oppositie geen alternatief heeft, onderuit halen in Wallonië en Brussel, maar na verloop zelfs in Vlaanderen. Maar ook het FGTB heeft een historische taak te vervullen. Druk zetten om progressieve coalities te vormen is uitstekend, maar kan de nood aan goed voorbereide acties om de rechtse coalities onderuit te halen en als het kan ten val te brengen, niet vervangen.
De rechterzijde tracht een amalgaam te creëren tussen radicaal links en uiterst rechts. Niet het zaaien van haat, het aansturen op discriminatie, intimidatie en geweld, maar het terechte feit dat zowel Stalin als Hitler massamoordenaars waren, wordt ingeroepen om het cordon sanitaire uit te breiden naar de PTB. Maar heel de geschiedenis tot nog toe is er een geweest van oorlogen, burgeroorlogen, massaslachtingen, genocides etc. De meest efficiënte moordmachines waren telkens die welke het hoogste technische niveau hadden bereikt en laat dat nu net die van het Westen zijn, waar “democratische partijen” de dienst uitmaken. Als het aantal moorden begaan door voorgangers of bondgenoten aan wie die wapens geleverd worden de norm wordt, dan moeten zowat alle partijen in de ban worden geslagen. Dat is totaal absurd, rechts weet dat ook wel, maar wil kost wat kost een linkse arbeidersregering vermijden. Voorlopig kan dat zonder Vlaams Belang, maar als het er echt op aan komt, zullen ook voor haar de deuren van de macht wel open gaan. Bijna had De Wever afgetoetst wat het voorzichtig doorbreken van het cordon door een coalitie met Forza Ninove zou betekenen, maar chocomousse D’Haeseleer en zijn strakke arm aan supporters kelderden dat voornemen. Met 13% is het Vlaams Belang nog ver verwijderd van haar hoogtepunt in 2006 (21%). Toch moet dit voor de hele arbeidersbeweging en voor alle jongeren het signaal zijn om te mobiliseren en een waarschuwing dat het gevaar van extreemrechts pas zal verdwijnen als ook de sociale afbraak, die er de voedingsboden voor is, gestopt wordt door een links alternatief.
-
Geslaagde campagne van LSP-Consequent Links in Keerbergen
In de Vlaams-Brabantse gemeente Keerbergen nam onze lokale afdeling reeds meermaals deel aan verkiezingen. Ook dit jaar dienden we een lijst in: LSP-Consequent Links. Deze haalde 2%, wat in de tweede rijkste gemeente van het land zeker niet slecht is. We spraken over de campagne en de resultaten met lijsttrekker Christophe De Brabanter.Is er ruimte voor een linkse kracht in een kleine gemeente als Keerbergen?
“Keerbergen is de tweede rijkste gemeente van het land. Rechts scoort er hoge scores, ook nu halen VLD en N-VA samen ongeveer twee derden van de stemmen. Maar ook in rijkere gemeenten is er een sociale polarisatie en wordt gezocht naar alternatieven. In Keerbergen heeft 7% van de inwoners betalingsmoeilijkheden en is er een toename van het aantal kinderen dat in kansarmoede wordt geboren. Met LSP bieden we daar antwoorden op: er is een tekort aan publieke middelen omdat alles gaat naar belastingvoordelen voor de superrijken en de grote bedrijven. Sociale ongelijkheid zit ingebakken in dit systeem. Om er iets aan te doen, moeten we ons organiseren.”
Hoe is de campagne verlopen?
“We zijn er meteen na de vorige gemeenteraadsverkiezingen aan begonnen. De afgelopen zes jaar hebben we 13 lokale nieuwsbrieven verspreid in de gemeente. De laatste 9 werden op 5.000 exemplaren verspreid. In de verkiezingscampagne nu hebben we twee nieuwsbrieven op 8 pagina’s verdeeld. Dat is een heel werk, maar we kunnen rekenen op een 20-tal mensen die er bij helpen. De politieke inhoud van onze nieuwsbrief brengt veel discussie mee: we krijgen er heel wat reacties op. Het is overigens op deze manier dat we in contact kwamen met enkele van onze kandidaten.
“Onze kandidaten waren erg divers: jongeren en ouderen, vakbondsmilitanten uit ABVV en ACV, een zelfstandige, … Die verscheidenheid is belangrijk: we staan sterker als we over verschillen heen samenwerken.“Veel debatten zijn er niet in Keerbergen, maar waar mogelijk nemen we natuurlijk wel deel. Zo was er een debat georganiseerd door Unizo. We hebben niet nagelaten om daar duidelijk te maken dat kleine zelfstandigen net als werknemers veel belastingen betalen, terwijl grote bedrijven dit niet doen. Het fiscaal beleid dat de grote bedrijven in de watten legt, heeft ook gevolgen voor de gemeenten. Op onze lijst stond overigens een zelfstandige.
“Onze affiches tenslotte maakten ook een verschil. Bij ons geen nietszeggende slogans of enkel koppen met zo een grote smile dat het lijkt alsof het reclame voor tandpasta is. Wij hadden een affiche met enkele politieke eisen.”
Wat was het resultaat?
“We haalden uiteindelijk 2%. Het eerste resultaat dat bekendgemaakt werd, waarbij we 1,9% haalden, bleek niet te kloppen. Een hertelling leverde enkele fouten op. Hierdoor namen we met 183 stemmen de psychologische grens van 2%. Dat is zeker niet slecht. In 2012 haalde we 1,8%, maar toen stond SP.a op de lijst rond Open VLD en kwam Groen niet op. Nu kon Groen op de nationale golf meesurfen en haalde het 11%. De SP.a strandde op 3,5% en verliest haar enige verkozene. Met een meer strijdbare campagne had Groen wellicht meer kunnen halen, maar globaal gaat links dus ook in Keerbergen vooruit.
“Voor de verkiezingscampagne probeerden we contact te hebben met Groen en SP.a. Groen was niet geïnteresseerd: de nationale populariteit zou wel voor een doorbraak zorgen. SP.a bood ons de zesde plaats als onafhankelijke aan, maar was niet bereid om te reageren op ons inhoudelijk voorstel rond zeven kernpunten die zich verzetten tegen het neoliberaal beleid. Daarop werd niet ingegaan met het excuus dat het materiaal al gedrukt was.“Een verkiezingscampagne is een goede gelegenheid om onze standpunten en voorstellen naar een groter publiek te brengen. Verkiezingen zijn maar één onderdeel. We zullen de komende maanden en jaren verder bouwen aan onze lokale werking, de vakbondswerking van heel wat van onze leden en sympathisanten en onze betrokkenheid bij nationale activiteiten. Zo dragen we bij aan het opbouwen van een kracht waarmee we het besparingsbeleid kunnen stoppen en de nood aan socialistische maatschappijverandering op de agenda zetten.”
-
Na de verkiezingen: sociaal verzet moet tandje hoger schakelen
“De Zweedse coalitie overleeft, maar is zwaar op de proef gesteld. Haar levensvatbaarheid is bedreigd. De linkerzijde is volop in beweging, maar vormt nog steeds geen alternatief. De extremen van rechts en links rukken op. Stabieler is het politieke landschap niet geworden.” Zo vatte De Standaard het samen een dag na de gemeenteraadsverkiezingen.Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Langs Franstalige kant was het resultaat rampzalig voor de liberale MR, zeker in Brussel maar ook in de meeste grote Waalse steden. Dit werd algemeen gezien als het gevolg van het beleid van de federale regering. Maar bij de MR zelf waren sommigen er snel bij om zondebokken te vinden. Het was uiteraard allemaal de schuld van de anderen. Ze hebben bij de Franstalige liberalen wel iets geleerd van De Wever en de N-VA. De rechtse Alain Courtois, uittredend schepen en voormalig kopman van de MR in Brussel-stad, verklaarde de verpletterende nederlaag van zijn partij door de “omvorming van de wijken” waardoor de liberale boodschap niet langer aanslaat. Charles Michel – die zelf niet opkwam, maar de liberale lijst in zijn thuisstad Waver een klap van -15% zag incasseren – haalde uit naar de media en meer bepaald de RTBF omdat deze op zaterdag het journaal opende met een reportage over het IPCC-rapport over klimaat.
Er is onder de bevolking effectief een groeiende bezorgdheid rond milieukwesties. En de liberalen hebben geen enkel antwoord hierop. Maar het was toch vooral woede en frustratie rond sociale thema’s die een rol speelde, zeker langs Franstalige kant waar de tradities van de arbeidersbeweging nog sterker staan dan in Vlaanderen. Toch kregen ook de Vlaamse regeringspartijen klappen: zelfs in de ‘gele rand’ rond Antwerpen verloor N-VA in vergelijking met de verkiezingen van 2014. Elders was er zelfs forse achteruitgang. De pensioenhervorming in het bijzonder blijft onverteerbaar voor brede lagen van de bevolking. Het blijft ook tot protest leiden: op de actiedag van de vakbonden op 2 oktober kwamen er opnieuw 65.000 mensen op straat! De federale regering heeft er alles aan gedaan om het sociale ongenoegen onder te sneeuwen door het over migratie en veiligheid te hebben, maar ook dat heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Het zette bovendien de deur open voor een hernieuwde groei van extreemrechts in Vlaanderen.
Sociale strijd: het beste antwoord op verdeeldheid
Vakbondsacties voor de verkiezingen hebben sociale thema’s prominenter op de agenda gezet. Er was de grote betoging van 10.000 federale ambtenaren op 28 september in Brussel. Er waren de lokale betogingen van 2 oktober. Op 11 oktober was er een werkonderbreking van het personeel van gemeenten, OCMW’s en publieke ziekenhuizen in Brussel onder de slogan “Alles wordt duurder, maar ons loon volgt niet.”
Als we willen vermijden dat de ‘Zweedse coalitie’ na de parlementsverkiezingen van mei 2019 verder doet, moeten we de strijd opvoeren. Het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen stelde terecht dat de actiedag van 2 oktober moest gevolgd worde door een actieplan, indien mogelijk in gemeenschappelijk vakbondsfront, met de “planning van een algemene staking voor het einde van het jaar.” Personeelsvergaderingen en militantenbijeenkomsten om zo’n actieplan voor te bereiden en draagvlak te geven, zijn nodig.
Links alternatief
Enkele dagen na de verkiezingen, op de internationale dag van strijd tegen armoede (17 oktober), herinnerde Eurostat er aan dat 20% van de Belgische bevolking – bijna 2,3 miljoen mensen – bedreigd wordt door armoede of sociale uitsluiting. Om het tij van toenemende armoede te keren, is een breuk met het besparingsbeleid nodig. De doorbraak van de PVDA op 14 oktober geeft aan dat de zoektocht naar alternatieven groter wordt. De ruim 150 lokale verkozenen van de PVDA kunnen een belangrijke rol spelen in het versterken van het sociaal verzet.
Ook op politiek vlak moeten we onze strijd met durf en ambitie opvoeren. De commentatoren van het establishment zeggen dat een links project niet realistisch is wegens onbetaalbaar. Er zijn nochtans middelen genoeg. Maar dan moeten we het huidige financiële keurslijf wel doorbreken. Vandaag wordt de gemeenschap op een hongerdieet gezet om zoveel mogelijk cadeaus te geven aan de grote bedrijven. Energiebedrijven als Engie-Electrabel geven de cadeaus door aan de aandeelhouders en weigeren te investeren in onderhoud van energieproductie, laat staan in de ontwikkeling van duurzame energie. Een geloofwaardig links alternatief vertrekt van de behoeften van de meerderheid van de bevolking. Dit vereist een programma gericht op een breuk met de marktlogica van het kapitalisme. We moeten uitleggen wat socialisme inhoudt en ons programma doorheen actie op straat populariseren. Dat heeft LSP gedaan in de verkiezingscampagne – zowel waar we kandidaten hadden (Sint-Gillis en Keerbergen) als waar we opriepen om PVDA te stemmen – en in de sociale strijd. Sluit je aan om onze strijdbare socialistische benadering te versterken!
-
Rechtse regeringspartijen verloren ook in Vlaanderen
Met dit resultaat verliezen N-VA, CD&V en Open VLD 16 van hun 89 zetels in het Vlaams Parlement…

De Wever en Bracke. Foto: Jean-Marie Op 14 oktober haalde N-VA opnieuw erg hoge scores, zeker in Antwerpen en omgeving. In heel wat gemeenten halen N-VA en het extreemrechtse VB samen meer dan de helft van de stemmen. Dit fenomeen is niet nieuw. Bij de nationale verkiezingen van 2014 haalde de N-VA in de Antwerpse rand nog een pak meer dan nu. In Antwerpen zelf werd het verlies beperkt waardoor er nipt geen zetel verloren ging en de rechtse coalitie van De Wever over een erg krappe meerderheid bleef beschikken.
Dit resultaat is natuurlijk erg anders dan in Brussel en Wallonië waar het asociale regeringsbeleid van de MR duidelijk werd afgestraft. Dit ging gepaard met een opgang van Ecolo en PTB (de Franstalige PVDA). Er werd uitdrukkelijker links gestemd wat de mogelijkheid van linkse regionale regeringen in Wallonië en Brussel op de agenda plaatst.
Als Vlaanderen nog wat achterblijft op deze ontwikkeling heeft dit veel te maken met de zwakkere tradities van de arbeidersbeweging in het noorden van het land. Dat heeft een impact op het bewustzijn van bredere lagen die gemakkelijker vatbaar zijn voor schijnoplossingen voor sociale problemen. Dat sociale thema’s de belangrijkste zijn, wordt ook in Vlaanderen erkend door de kiezers. Maar dat uit zich op een verwrongen manier in stemmen tegen de gevestigde politiek en een grotere openheid voor racistische vooroordelen. N-VA weet daar goed op in te spelen. De partij van De Wever doet dit zelfs in die mate dat het de weg vrijmaakt voor hernieuwde groei van het Vlaams Belang.
Maar zelfs in deze gemeenteraadsverkiezingen was er in Vlaanderen een verschuiving naar links zichtbaar. In vergelijking met 2014 gingen zowel N-VA, Open Vld als CD&V achteruit in de provincieraadsverkiezingen (die het gemakkelijkst met nationale verkiezingen kunnen vergeleken worden). Samen zouden ze 16 van hun 89 zetels in het Vlaams Parlement moeten prijsgeven. Ten onrechte stelden ze zich allemaal voor als overwinnaars van 14 oktober…
De verloren stemmen gingen naar VB en Groen. De erg zwakke SP.a verloor verder terrein. Niet omdat een te links beleid gevoerd werd, maar net door een gebrek daaraan. Het Gentse drama van de onbewoonbare huizen in de Sint-Bernadettewijk was daar een schrijnend voorbeeld van.
Het verlies van SP.a was echter beperkter dan de groei van Groen dat van 308 naar 541 verkozenen gaat. Daarnaast is er de doorbraak van PVDA die verkozenen haalt in 13 Vlaamse gemeenten. Zonder programma waarmee het kapitalisme in vraag gesteld wordt, zal Groen de verwachtingen niet inlossen. Maar de electorale groei is wel een uitdrukking van een zoektocht naar alternatieven op het rechtse beleid.
-
Hoe kunnen progressieve meerderheden voor echte verandering zorgen?

Actie van het FGTB aan het gesprek tussen de PS en MR in Luik. Het FGTB vraagt de PS om niet met de liberalen in zee te gaan, maar een progressieve coalitie met PTB en groenen te vormen. Foto: Julien Dohet Het Waalse FGTB (ABVV) verklaarde zich voorstander van een progressieve meerderheid van PS, PTB en Ecolo in het Waals parlement na de verkiezingen van 2019. Dezelfde oproep wordt ook op lokaal vlak gedaan. We spraken hierover met Boris, verantwoordelijke van Gauches Communes in Sint-Gillis (Brussel).
Interview door Stéphane Delcros voor de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’ (die vrijdag van de drukker komt)
Wat is je inschatting van lokale progressieve meerderheden?
“Het Waalse FGTB deed inderdaad een oproep om waar mogelijk linkse coalities te vormen. Het sprak zich uit tegen de ‘tegennatuurlijke’ coalities die PS en MR de dag na de verkiezingen sloten in onder meer Verviers. De vakbond voerde in Luik zelfs een actie om deze oproep te ondersteunen. Het FGTB merkt op dat er zoals verwacht een politieke verschuiving naar links is in Wallonië. Om in te gaan tegen het besparingsbeleid van de regering-Michel is het daarom volgens het FGTB aangewezen om coalities van PS, PTB en Ecolo te vormen.
“De PTB stelt terecht dat er tijd nodig is om hierover te discussiëren in de eigen structuren en om de leden te raadplegen. Op de verkiezingsavond zelf vormden de traditionele partijen meteen snelle akkoorden waarbij de postjes verdeeld werden. Links moet ervoor opletten dat het zich niet laat vangen aan geheime onderhandelingen. De vestiging van progressieve coalities moet gebeuren op basis van een breed publiek debat binnen de arbeidersbeweging over hoe een beleid dat breekt met de besparingen tot stand kan komen.”
Wat denk je van de gesprekken tussen PTB, PS en Ecolo in verschillende gemeenten?
“De situatie is niet gelijklopend in de verschillende steden waar PS en PTB in gesprek gingen. Zowel in Charleroi als Herstal beschikt de PS over een absolute meerderheid. In Luik is een coalitie met de PTB niet de enige mogelijkheid. Maar in Molenbeek kan de MR enkel naar de oppositie verwezen worden indien de PS tot een akkoord met de PTB komt. Catherine Moureaux (PS) verklaarde dat ze zo’n coalitie op de been wil brengen, dat er veel raakvlakken zijn en dat er nood is aan een progressieve meerderheid om de “dringende sociale noden” aan te pakken.
“Het programma moet het vertrekpunt zijn om tot een meerderheid te komen. Wat zou een dringend sociaal programma in Molenbeek betekenen? Op initiatief van de vakbonden waren er belangrijke eerste mobilisaties van het personeel van de lokale en regionale openbare diensten voor betere arbeidsvoorwaarden. Zou die linkse meerderheid de eisen van de vakbond overnemen? Dit zou onder meer betekenen dat contractueel personeel statutair wordt, dat de laagste lonen opgetrokken worden en een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen doorgevoerd wordt. Laten we de PS dwingen om woord te houden: de partij sprak zich uit voor een minimumloon van 14 euro per uur en een vierdagenweek. Zal de PS het bij verkiezingsbeloften houden in het kader van de komende parlementsverkiezingen in mei om de beloften vervolgens terug op te bergen, of worden deze partijstandpunten geconcretiseerd op lokaal niveau?
“Daarnaast is er het gigantische gebrek aan publieke investeringen dat tot enorme sociale tekorten heeft geleid, ook op lokaal vlak. Om daar resoluut verandering in te brengen, moet de transfer van publieke middelen naar de grote bedrijven en de superrijken stoppen zodat de achterstand van publieke investeringen kan aangepakt worden. Deze investeringen moeten gericht zijn op de sociale noden. Dit betekent een drastische verhoging van het aantal scholen, gemeentelijke crèches en sociale huisvesting om aan de noden te voldoen. Met een dergelijk strijdprogramma kan links vooruitgaan.
“De PS probeert tegelijk om het beeld te creëren van de PTB als een tot oppositie veroordeeld partij omdat er geen akkoorden mogelijk zijn. Paul Magnette nodigde de partij uit in Charleroi, maar verklaarde meteen dat het lokaal programma van de PTB tot een verhoging van de jaarlijkse uitgaven met 30% zou leiden, wat volgens het PS-kopstuk onbetaalbaar en onrealistisch is. Hij wil de verantwoordelijkheid voor het niet sluiten van een akkoord bij de PTB leggen.”
Hoe kan geantwoord worden op het argument dat een links programma onbetaalbaar is?
“In Sint-Gillis verdedigden we met Gauches Communes (een initiatief gesteund door LSP, de Humanistische Partij en de campagne ROSA) een programma dat vertrekt van de sociale noden. We eisten een radicaal plan van publieke investeringen voor 4 scholen, 30 crèches, 3.000 sociale wooneenheden en 850 degelijke jobs. Maar we beperkten ons niet tot die elementen. We legden ook uit dat linkse meerderheden het bestaande financiële keurslijf moeten doorbreken. Dat is onmogelijk zonder een programma dat voor echte verandering gaat en zich niet beperkt tot louter symbolische maatregelen in de marge.
“Een links gemeentebestuur dat resoluut ingaat tegen het besparingsbeleid zou noodzakelijkerwijs beroep moeten doen op burgerlijke ongehoorzaamheid. Hogere overheden zouden een dergelijk bestuur al redelijk snel onderwerpen aan een begrotingstraject met besparingen op de gemeentediensten en het personeel. Desnoods kan het gewest het bestuur schorsen en de controle op de gemeente overnemen. Dat is een machtsgreep die ingaat tegen het mandaat van de kiezers. De regionale en federale overheden gedragen zich tegenover de gemeenten zoals de Europese Commissie tegenover de lidstaten, of zoals de schuldeisers tegenover Griekenland.
“De campagne van Gauches Communes is niet de gemakkelijkste om te voeren, maar bereidt het debat voor op de aanvallen van rechts, voor wie een beleid dat breekt met de besparingen nu eenmaal ‘onbetaalbaar’ is. De PTB botst op het probleem dat het deze campagne niet gevoerd heeft en haar militanten en kiezers niet voorbereid heeft op dit offensief. De partij had zich duidelijk moeten uitspreken over de nood aan een netwerk van rebelse steden waar de actieve mobilisatie van de bevolking en de arbeidersbeweging gestimuleerd wordt om het budgettaire keurslijf te breken. Met Gauches Communes hebben we dit linkse model verdedigd en vandaag blijkt het belang ervan in de discussie over linkse meerderheden.
“In mei volgend jaar kunnen we stemmen voor een regering van de ‘miljonairstaks.’ Om een dergelijke maatregel door te voeren, zal links een programma met socialistische maatregelen moeten verdedigen met onder meer de niet-betaling van de publieke schulden, de nationalisatie van de banken onder democratische controle en de inzet van het wapen van de nationalisatie tegen het onvermijdelijke patronale tegenoffensief.”
-
Sint-Gillis: Gauches Communes trekt campagne naar links
Zoals in 2012 en 2014 voerden we in Sint-Gillis een verkiezingscampagne met Gauches Communes, een eenheidslijst ondersteund door LSP, de Humanistische Partij en campagne ROSA. Hiermee bouwden we verder op onze jarenlange werking in de gemeente en de rijke ervaringen die we hiermee opdeden.Door Nicolas Menoux
Deze verkiezingen zorgden voor een kleine omwenteling: de PS van Charles Picqué verliest zijn absolute meerderheid, coalitiepartner MR halveert van zes tot drie zetels en de CDH raakt niet meer in de raad. Ecolo-Groen consolideert zijn positie als tweede partij en onderhandelt met de PS over een nieuwe meerderheid. De historische coalitie tussen PS en MR komt hiermee ten einde. Het is vooral de doorbraak van PTB, die met vier verkozenen in de raad komt, die voor het goede nieuws zorgt.
Gauches Communes weegt op politiek debat
De afgelopen jaren verdeelden we meerdere keren per jaar een pamflet in alle bussen van de gemeente. Net zoals in 2012 en 2014 dreven we het ritme van dit pamflet op in de kiescampagne. We vertrokken van onze eerdere analyses en moesten vaststellen dat de sociale tekorten in onze wijken bijzonder groot blijven.
Het programma van Gauches Communes brengt die tekorten in beeld en schetst een weg om ze op te lossen. Geen enkele andere lijst in Sint-Gillis besteedde zoveel tijd en militante energie aan het uitleggen en bespreken van haar programma. We verdeelden in alle brievenbussen 11 thematische pamfletten waarin we onze argumenten ontwikkelen. We hielden ook dagelijkse stands op straat om de discussie aan te gaan over de noodzaak om 4 nieuwe scholen, 3.000 sociale wooneenheden en 30 crèches te bouwen.
Gauches Communes maakte een gedetailleerd bilan op van het uittredend bestuur. We legden ook uit dat een echt progressief beleid onvermijdelijk moet breken met het verstikkende financiële keurslijf, en dit door met de bevolking te strijden voor een radicaal plan van publieke investeringen.
Onze campagne gaf richting aan de discussies en verplichtte de andere lijsten om zich rond deze thema’s uit te spreken. De traditionele partijen deden er alles aan om uit te leggen dat ons programma niet realistisch was, maar tegelijk moesten ze toch ook uitleggen hoe ze denken te antwoorden op de tekorten. Onze campagne zorgde ervoor dat consequent linkse opvattingen een prominente rol innamen, wat radicaal links in een betere positie plaatste.
De PTB-PVDA heeft zijn nationale positie van belangrijkste partij links van de gevestigde partijen kunnen gebruiken om een uitstekend resultaat neer te zetten in Sint-Gillis. Gauches Communes heeft het vertrouwen om links te stemmen verder versterkt. Op de verkiezingsavond verklaarde de voormalige lijsttrekker van Ecolo in Sint-Gillis, Alain Maron, over de doorbraak van de PTB-PVDA in de gemeente: “Hun voorstellen zijn onmogelijk: het budgettair raamwerk verlaten en grote tekorten aangaan, is strijdig met bepaalde regels die onder meer door Europese verdragen opgelegd worden. Er moeten effectief meer sociale woningen bijkomen, dat moet een prioriteit zijn. Maar de cijfers die ze naar voren schuiven zijn vaak onrealistisch. Zomaar 3.000 sociale woningen bij creëren, gebeurt niet zomaar.”
In Sint-Gillis stelde het programma van PTB-PVDA voor om 100 sociale woningen te renoveren en een verplichting op te leggen om bij alle nieuwe immobiliënprojecten 30% sociale woningen te voorzien. De eis van 3.000 sociale wooneenheden en het voorstel om buiten het financiële keurslijf te treden, kwamen uit het programma van Gauches Commes. Het is een indicatie van onze impact op het politieke debat.
We haalden 2,28%. Dat is een mooi resultaat dat beter is dan wat we in 2014 haalden (1,12%), zelfs indien we uiteraard liever onze eerste verkozenen hadden gehaald. We dalen lichtjes in vergelijking met 2012, toen de PTB nog niet zijn opmerkelijke doorbraak van 2014 had gemaakt. We zijn er ons van bewust dat de ruimte naast de PTB-PVDA beperkt is en waren liever samen opgekomen.
De uitspraken van Alain Maron tonen dat de gevestigde partijen niet bereid zijn om de budgettaire beperkingen te verwerpen, wat ook de sociale noden zijn. Als het van hen afhangt, zal het nog lang duren vooraleer iets aan onze noden wordt gedaan. Er zal actief verzet zijn. Daarin kan gerekend worden op Gauches Communes in Sint-Gillis, naast de vier nieuwe verkozenen van PTB-PVDA.
[divider]
Esmeralda: “Huisvesting, werk, kinderopvang en onderwijs zijn ook na de verkiezingen de belangrijkste bekommernissen”
Op de verkiezingsmeeting van Gauches Communes op 3 oktober kwam Esmeralda tussen om uit te leggen hoe de benadering van Gauches Communes bij haar ervaringen aansluit.
“Ik werk voor een alfabetiseringscampagne die opleidingen geeft aan volwassenen in de 19 Brusselse gemeenten. Tijdens een vorming begin dit jaar werd aan de deelnemers gevraagd wat ze voor hun gemeente willen na de verkiezingen.
“Er kwam een hele wensenlijst: een burgemeester die ook buiten verkiezingen aanspreekbaar is, propere straten, degelijke en betaalbare huisvesting, voldoende plaatsen in de kinderopvang en scholen, … De deelnemers kozen vervolgens de voorstellen die ze het belangrijkst vonden.
“Het resultaat daarvan kwam verbazend goed overeen met de centrale eisen van Gauches Communes: betaalbare huisvesting (“want zonder huisvesting heb je geen domicilie en kan je ook geen werk vinden”), werk (“om huur te betalen en je gezin te onderhouden”), plaats in de kinderopvang (“zodat je kan werken”), voldoende plaatsen in scholen in de buurt. De belangrijkste kwestie is die van huisvesting. Zoals een vrouw opmerkte: “Als je in een klein appartement woont met drie of vier kinderen, hoe wil je dan dat ze kunnen studeren?”
“Bij het begin van de kiescampagne in Sint-Gillis ging het bij de gevestigde partijen amper over sociale huisvesting. Gauches Communes heeft hen verplicht om zich uit te spreken. We deden dit ook rond de kwesties van kinderopvang, scholen en gratis schoolmaaltijden.
“Na de verkiezingen blijven de prioriteiten van de mensen op mijn vorming dezelfde: sociale huisvesting, werk, kinderopvang, onderwijs.”
-
Regering kan het moeilijk krijgen, maar sociaal verzet moet tandje hoger schakelen!

Foto: Jean-Marie De laatste twee weken van de kiescampagne brachten sociale thema’s prominenter op de agenda. Er was de actiedag van de vakbonden op 2 oktober met tienduizenden betogers en er was heel wat discussie over sociale huisvesting en ruimer over (on)betaalbaar wonen. Deze discussies kwamen vrij laat in de campagne. Het resultaat geeft aan dat de regeringspartijen hier en daar klappen kregen, maar dat er zeker langs Vlaamse kant meer nodig is om een heruitgave van de regering-Michel te vermijden na mei 2019.
PDF van deze tekst als bijlage op onze krant
Klappen voor regeringspartijen
In Brussel en Wallonië heeft de MR van Charles Michel het niet goed gedaan. Zelf kwam de premier niet op, maar in zijn thuisstad Waver incasseert de liberale Lijst van de Burgemeester 15% verlies. In steden waar de PS met schandalen geconfronteerd werd (zoals Luik of Brussel) kan de MR geen vooruitgang boeken. De Waalse coalitiepartner CDH doet dit evenmin en gaat verder achteruit in de steden.
Langs Vlaamse kant heeft N-VA gescoord in Antwerpen en de rand errond. Dit is evenwel geen nieuw fenomeen: bij de parlementsverkiezingen van 2014 waren de resultaten in de “gele rand” rond Antwerpen nog een pak sterker dan de resultaten die nu bij de gemeenteraadsverkiezingen zijn neergezet. Om twee voorbeelden te geven: in kanton Kapellen (Kapellen, Brasschaat, Stabroek en Schoten) stond N-VA in 2014 op 46%, terwijl het beste resultaat nu Brasschaat met 44% is; in kanton Zandhoven (Zandhoven, Schilde, Wijnegem, Wommelgem en Ranst) werd in 2014 maar liefst 49,5% gehaald terwijl het beste N-VA-resultaat nu 41% in Schilde is. Ook in de zuidelijke rand ging het om gelijkaardige resultaten. Dit doet niets af van de hoge scores, maar het wijst er wel op dat er ook hier een lichte achteruitgang is.
Door het resultaat in Antwerpen en de hoge scores in de rand wordt dit lichte verlies niet als dusdanig waargenomen. Het blijft immers een feit dat De Wever in Antwerpen erin geslaagd is om de oppositie de loef af te steken en met 35% zijn resultaat van 2012 bijna te herhalen. Buiten Antwerpen had N-VA het moeilijker: in steden als Gent, Brugge, Oostende of Kortrijk is er verlies en blijft de partij klein. In Sint-Niklaas, Hasselt, Turnhout, Leuven of Hasselt wordt stagnatie of lichte vooruitgang als een overwinning neergezet. Enkel in Genk was er echt vooruitgang met Zuhal Demir. De poging van N-VA om voet aan grond te krijgen in enkele Brusselse gemeenten is op een sisser uitgedraaid.
Voor VLD en CD&V is het resultaat gemengd. De bastions van CD&V op het platteland houden stand en kennen hier en daar zelfs vooruitgang. Bovendien houdt de partij stand in Genk en is er groei in Brugge. In grote steden als Antwerpen, Gent of Mechelen komt CD&V er echter niet meer aan te pas. Kris Peeters was de geslagen hond in de campagne in Antwerpen. Open VLD pakt uit met de resultaten in Oostende, Kortrijk en Gent, maar vooral met Bart Somers die in Mechelen in kartel met Groen een absolute meerderheid haalt (maar waar Groen goed is voor 13 zetels tegenover 10 voor Open VLD). In Antwerpen blijft staatssecretaris De Backer echter steken op amper 5% en – voor het eerst in de geschiedenis – is er een stadsdistrict waar Open VLD geen verkozene meer haalt (Hoboken met 2,8%).
Indien de provinciale resultaten omgezet worden in zetels voor het Vlaams Parlement en de Kamer, dan zou vooral N-VA verliezen maar ook CD&V en Open VLD. Voor de Vlaamse regering was Open VLD mathematisch niet nodig in 2014, maar met deze resultaten zou dit wel het geval zijn. Langs Franstalige kant komen MR en CDH niet aan een meerderheid. De federale regering zou eveneens zijn meerderheid kwijt zijn.
Kon de federale linkse oppositie profiteren?
In het Brussels Gewest houdt de PS grotendeels stand en is er opmerkelijke vooruitgang voor zowel Ecolo als PTB. In Brussel stad is het verlies voor de PS heel beperkt waardoor Close kan doorgaan als burgemeester en dit ondanks het Samusocial-schandaal. Omdat MR meer verliest, kan de PS de lichte achteruitgang zelfs als een overwinning voorstellen. In het Brussels Gewest is het resultaat in Molenbeek opmerkelijk: daar wordt de PS opnieuw de grootste nadat het zes jaar naar de oppositie werd verdreven door de MR van burgemeester Schepmans. Catherine Moureaux (PS) verklaarde voorstander te zijn van een linkse coalitie met PTB en Ecolo.
Overal in Brussel is er groei voor Ecolo en de PTB die in verschillende gemeenten boven de 10% uitkomt: 11,6% in Brussel-stad, 13,6% in Molenbeek, 14,6% in Anderlecht, 13% in Sint-Gillis, 10% in Vorst, 12,7% in Schaarbeek. Alles samen haalt PTB 36 gemeenteraadsleden in Brussel. In Vorst, Elsene en Watermaal-Bosvoorde wordt Ecolo de grootste partij. In Vorst levert Ecolo een burgemeester in een coalitie met MR en CDH, in Watermaal-Bosvoorde in coalitie met MR en in Elsene in coalitie met PS-SP.a. De snelheid van de totstandkoming en de samenstelling van de coalities kunnen overkomen als politiek politicienne van Ecolo waarbij de postjes belangrijker zijn dan het programma.
De PS houdt in Wallonië relatief goed stand ondanks Publifin. In de grote Waalse steden is er verlies voor de PS, maar de liberale MR of de christendemocratische CDH kunnen daar amper gebruik van maken. Bovendien blijft de PS boven de rampzalige peilingen van ongeveer een jaar geleden. Het zijn vooral PTB en Ecolo die groeien in de steden. In Luik verliest de PS 7%, maar met blijft ze met 30,8% veel groter dan de MR die ook 3% verliest en op 18% eindigt, net voor de PTB met 16,3% en het groene Vert Ardent met 14,75%. In Charleroi verliest de PS 6% maar blijft het met 41,3% afgetekend de grootste en heeft de PS zelfs een nipte absolute meerderheid qua zetels. De PTB is hier met 15,7% de tweede partij. Hetzelfde beeld in Bergen waar de partij van Di Rupo 11% inlevert en op 45% blijft steken voor MR, Ecolo en PTB.
De PTB scoort in Wallonië enkele opmerkelijke resultaten: 24% in Herstal (9 zetels) en Seraing (11 zetels) bijvoorbeeld maar ook Grâce-Hollogne (19%) en Flémalle (18%) in de Luikse periferie. Met 16,3% in Luik (9 zetels), 15,5% in La Louvière (7 zetels) en 15,7% in Charleroi (9 zetels) komen er heel wat PTB-gemeenteraadsleden bij. In de 16 Waalse gemeenten waar de PTB opkwam, behaalt de partij 78 zetels. De almacht van de PS is niet doorbroken en mogelijk zullen deze resultaten niet volstaan om tot bestuursmeerderheden toe te treden, zelfs indien er druk daartoe is in onder meer Luik waar een progressieve meerderheid van PS en groenen de PTB er moet bijnemen om aan een meerderheid te komen. Het verlies van MR ondergraaft de optie van coalities tussen PS en MR op lokaal vlak.
Met deze resultaten is er een basis gelegd voor een groot aantal PTB-verkozenen in de regionale en nationale parlementen na mei 2019. Die groei is belangrijk. Het ziet er immers niet naar uit dat de PS iets geleerd heeft uit de schandalen. Deze waren een logisch gevolg van het aanvaarden van de neoliberale logica in het lokale beleid. Die logica houdt in dat openbare diensten worden omgevormd tot commerciële bedrijven, zelfs indien ze nog in publieke handen zijn. In commerciële bedrijven is enkel de winst van tel. Deze druppelt niet door naar de gemeenschap, de enigen die mee profiteren zijn de topmanagers die zichzelf rijkelijk bedienen. Er zijn geen aanwijzingen dat de PS hiermee zal breken.
In Vlaanderen is het resultaat van SP.a slecht. In Leuven en Vilvoorde houden de SP.a-burgemeesters stand, maar het Gentse resultaat is niet goed en ook in Oostende en Brugge was er fors verlies. Het Gentse kartel blijft de grootste, maar binnen het kartel scoort Groen beter dan SP.a waardoor de discussie over de burgemeesterssjerp gaat tussen Groen en een wel erg zegezekere Open VLD. In Antwerpen lijkt de SP.a tevreden met de 11% van Jinnih Beels. Dit resultaat betekent nochtans dat SP.a voor het eerst in de na-oorlogse geschiedenis geen belangrijke rol speelt in Antwerpen. SP.a doet het in heel de Antwerpse provincie barslecht: ook de laatste rode burgemeester (in Herentals) is nu verloren.
Groen deed het wel goed met vooruitgang in heel wat steden, maar ook daarbuiten. Er was een groene golf waarmee Groen beter scoort dan SP.a. Er werd zeker in de steden ingespeeld op een roep naar propere lucht. Ook blijft klimaatverandering een erg gevoelig thema, zeker onder jongeren. Groen kon daarop inspelen en haalde uitstekende scores, zelfs indien dit niet meteen vertaald wordt in groene burgemeesters. De vooruitgang volstond echter niet om De Wever in Antwerpen van zijn troon te stoten. Met 18,1% bleef het onder de verwachtingen, ondanks een tweestrijd De Wever versus Van Besien. Dat Borgerhout een progressieve coalitie kan behouden, is een magere troost als dit district alleen blijft (zoals waarschijnlijk is). Op lokaal vlak gaat Groen bovendien met zowat iedereen in zee: van een kartel met Open VLD in Mechelen tot een kartel met SP.a in Gent, maar ook lokale coalities met N-VA (voor de verkiezingen onder meer in district Deurne waar partijvoorzitters Almaci en De Wever wonen). Nu is Groen al overgegaan tot coalities met N-VA en Open VLD in Sint-Niklaas en met N-VA, SP.a en CD&V in Turnhout. Het Mechels bestuur wordt als een modelbeleid voorgesteld. Het verfraaien van de stadskern levert er zoals in andere grote steden zichtbaar verbetering op, maar ook in Mechelen is er de keerzijde van het steeds onbetaalbaarder worden van wonen en sociale verdringing.
PVDA scoort vooral in Gent (3 zetels) en Hasselt (2 zetels), maar haalt ook eerste verkozenen in Leuven, Vilvoorde, Mechelen, Sint-Niklaas, Turnhout, Geel en Brasschaat. In Lommel, Genk, Zelzate en Antwerpen blijft de partij in de raad. Hiermee gaat de partij in Vlaanderen van 14 naar 24 gemeenteraadsleden. In de Antwerpse districten komen er twee verkozenen bij. De doorbraak is uiteraard beperkter dan in Wallonië en Brussel, maar er is een doorbraak. Dankzij het Gentse schandaal rond onbewoonbare sociale woningen en enkele dubbelinterviews tussen Peter Mertens en Bart De Wever raakte de PVDA in het publiek debat. Er werd meer verwacht in Antwerpen waar de PVDA met 8,7% slechts 0,7% vooruitgaat tegenover 2012 en onder het door Peter Mertens vooropgestelde doel van 11% blijft. In de voor de PVDA sterkere districten Hoboken en Borgerhout is er licht verlies, elders lichte vooruitgang. Wellicht blijft PVDA in het districtsbestuur van Borgerhout en daarnaast stelt de enige mogelijkheid van coalitiedeelname zich in Zelzate, waar de PVDA lichtjes stijgt en 6 zetels behoudt.
Wellicht kwamen de sociale thema’s wat te laat in de campagne om betere resultaten voor PVDA mogelijk te maken. Waar de lijsttrekkers geïdentificeerd werden met actieve campagnes van de partij waren de resultaten sterker: Gents kopstuk De Meester werd bekend als woordvoerder rond het thema energie en kon scoren met zijn standpunt rond sociale huisvesting. In Gent is er bovendien druk door een de lokale LSP-werking die via acties en een strijdbaar programma thema’s zoals meer en beter openbaar vervoer of strijd tegen seksisme en racisme op de agenda zet. Hasselts kopstuk De Witte was het pensioengezicht van de partij. De uitdaging waar de PVDA nu voor staat is om te groeien van een kleine oppositiepartij naar een factor die richting geeft aan het sociaal verzet. Stoutmoedige initiatieven gericht op de uitbouw van bewegingen met een brede betrokkenheid rond offensieve eisen, zijn nodig. Zeker in Antwerpen waar De Wever in de startblokken staat om nog eens zes jaar sociale afbraak door te voeren.
Dreiging van extreemrechts
Het Vlaams Belang kon niet terugkeren in het historische partijbastion Antwerpen. Filip Dewinter kondigde aan dat hij als fractieleider opgevolgd wordt door Sam Van Rooy, die ook maar één obsessie kent: de islam. In enkele gemeenten in de rand rond Antwerpen (Stabroek, Schoten), enkele kleinere steden (Turnhout, Sint-Niklaas) en de Denderstreek (Aalst, Denderleeuw, Ninove) kon het Vlaams Belang scoren of toch minstens een deel van het verlies bij voorgaande verkiezingen inhalen.
Vooral de 40% van Forza Ninove van Guy D’Haeseleer is opmerkelijk. Op verkiezingsavond circuleerden al foto’s van de krant De Morgen die aanhangers van Forza Ninove in beeld bracht: de foto van de man die de Hitlergroet brengt, zal nog lang nazinderen. In Denderleeuw is het VB met 26% wel de grootste, maar is de kans dat het cordon sanitaire doorbroken wordt beperkt. In de Denderstreek zijn er heel wat sociale problemen, onder meer door de verdringing van de armere bevolking uit Brussel. Een coalitie met Forza Ninove is niet aan de orde, de ranzige berichten van D’Haeseleer op sociale media maken dit onmogelijk voor N-VA. Ondertussen worden wel de grenzen van het cordon sanitaire afgetast, onder meer door een coalitie van Open VLD en N-VA met ex-VB’er Bart Laeremans in Grimbergen die met een lokale lijst opkwam. Laeremans heeft gebroken met het VB maar minstens één van zijn verkozenen is nog steeds actief als VB-personeelslid.
Van Grieken stelde het resultaat van zijn partij voor als een grote overwinning. Na de forse klappen van de voorbije jaren was het duidelijk dat nieuwe groei mogelijk was gezien de nadruk op migratie. Het VB komt echter niet in de buurt van de resultaten van 2006 (behalve in Ninove en Denderleeuw) en in de grote steden lukt het niet om terug voet aan grond te krijgen. Dit neemt niet weg dat het gevaar van extreemrechts, zeker in de Denderstreek, groot blijft. Dit wordt versterkt door het feit dat N-VA heel wat standpunten van het Vlaams Belang overnam en ook in deze campagne gretig uitspeelde. Bij de parlementsverkiezingen van volgend jaar zal dit wellicht niet anders zijn: racistische vooroordelen zullen het asociaal beleid op vlak van pensioenen, lonen, uitkeringen en openbare diensten moeten ondersneeuwen.
Sociaal verzet opvoeren!
Voor de arbeidersbeweging toonden deze verkiezingen enerzijds de mogelijkheden om onze bekommernissen naar voren te brengen, maar anderzijds ook dat er meer nodig is om tot een breuk met het huidige beleid te komen. In de aanloop naar de parlementsverkiezingen van mei 2019 moeten we lessen trekken en het sociaal verzet op straat opvoeren.
Zoals De Standaard het maandag samenvatte: “De Zweedse coalitie overleeft, maar is zwaar op de proef gesteld. Haar levensvatbaarheid is bedreigd. De linkerzijde is volop in beweging, maar vormt nog steeds geen alternatief. De extremen van rechts en links rukken op. Stabieler is het politieke landschap niet geworden.” Met dit resultaat stelt er zich een probleem voor de Zweedse coalitie. Dat verklaart wellicht mee waarom De Wever uitdrukkelijk andere opties onderzoekt, zoals de optie van een coalitie waarin de groenen opgenomen worden. Voor de groenen is dat niet evident, de ervaring van de paarsgroene regering die gevolgd werd door een bijna fatale afstraffing is niet vergeten. Anderzijds kan een politieke crisis het ‘staatsmanschap’ onder de groene partijleiders aanwakkeren. De verschillende resultaten langs Franstalige en Nederlandstalige kant kunnen N-VA ertoe aanzetten om het communautair geschut opnieuw boven te halen.
Als wij onze sociale thema’s zoals pensioenen, lonen, uitkeringen en openbare diensten niet zelf op de agenda zetten en dit op een offensieve manier, dan gaan de verkiezingen over de thema’s die anderen bepalen en dit rond hun rechtse invalshoek. Om dat te vermijden, moet het sociaal verzet opgevoerd worden. De vakbonden hebben daar een rol in te spelen, maar ook de PVDA en alle krachten die actief ingaan tegen het besparingsbeleid. De opbouwende acties van 2014 en de informatiecampagne met pensioenkrant in aanloop naar de betoging van mei 2018 gaven aan welke mogelijkheden er zijn.
Regionale militantenbijeenkomsten en personeelsvergaderingen in aanloop naar nieuwe acties zijn nodig. Tegelijk moeten campagnes opgezet worden tegen asociale maatregelen op lokaal vlak en voor eisen als betaalbaar wonen. In actie kan de arbeidersbeweging stappen vooruit zetten. Offensieve eisen en duidelijke doelstellingen, zoals het einde van het besparingsbeleid of een verdubbeling van het aantal sociale woningen, kunnen de betrokkenheid bij de acties vergroten. Dit moet volgens ons gekoppeld worden aan een perspectief van maatschappijverandering: het kapitalisme leidt tot steeds meer ongelijkheid, sociale spanningen en problemen. Dat brachten we naar voren met de lijsten die we indienden in Sint-Gillis (Gauches Communes) en Keerbergen (LSP-Consequent Links) waar we respectief 2,28% en 1,9% haalden. We verdedigden het elders in onze campagnes waarmee we opriepen om voor PVDA te stemmen. Een breuk met het kapitalisme is nodig zodat we kunnen bouwen aan een socialistische samenleving die vertrekt van de noden en behoeften van de bevolking in plaats van de winsten van enkele superrijken.
-
Gent: betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor iedereen!
Voor de sterkst mogelijke score voor consequent links, stem PVDA
In de laatste lijn richting 14 oktober werd het kartel van SP.a/Groen opnieuw geconfronteerd met een schandaal, deze keer over de erbarmelijke staat van een deel van de sociale woningen. De vorige schandalen, waaronder Optima, gingen over de manier waarop privé-ontwikkelaars en betonboeren vrij spel krijgen van het Gentse stadsbestuur. Twee jaar geleden kwamen de high society zijn goede relatie met het stadsbestuur open en bloot vieren met een privé-feestje op een ponton aan de Graslei.
Door Bart Vandersteene, woordvoerder LSP
De liberale visie op de ontwikkeling van de stad heeft zijn ware gelaat getoond. Middelen worden prioritair ingezet voor citymarketing en het faciliteren van private ontwikkeling van de stad. Middelen voor betaalbaar wonen en sociale noden zijn er daarom niet. De trickle down economie blijkt ook op lokaal vlak weinig te bieden aan de gewone werkende bevolking. Toch blijven de klassieke partijen dezelfde recepten naar voor schuiven. Uit de laatste peiling, voor het schandaal, bleek PVDA 8% van de stemmen te kunnen halen, wat zich zou vertalen in vier zetels.
Voor de sterkst mogelijke score voor consequent links
Voor een strijdbare linkse oppositie in de straat
Sluit aan bij de linkse socialisten, Stem PVDADit goede resultaat zou een opsteker zijn voor iedereen die de voorbije zes jaar op straat, in de wijken, gebouwd heeft aan een linkse oppositie. De PVDA vertaalt de verzuchtingen van de vele wijk-en actiecomités, van de vele initiatieven van vrijwilligers en activisten die een andere stad willen. Een plek waar de ontwikkeling van de stad niet wordt overgeleverd aan de winsthonger van het privaat kapitaal. Maar één waarbij de mensen het roer in handen nemen en zo de stad ten dienste kunnen plaatsen van haar bevolking. LSP Gent was in 2012 de drijvende kracht achter de ROOD! lijst die 1500 stemmen behaalde. Vandaag roepen we op om PVDA te stemmen om een zo sterk mogelijke fractie van consequent links in de Gentse gemeenteraad te krijgen.
Er is geld genoeg
Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor iedereenVeel van de Gentse sociale woningen bevinden zich na zes jaar SP.a/Groen nog steeds in erbarmelijke staat. Dit werd meermaals aangetoond. Daar bovenop komt dat er meer dan 1.000 sociale woningen leeg staan in onze stad en er netto 440 sociale woningen zijn verdwenen in de voorbije vijf jaar. Voeg daar de hallucinante prijzen op de privémarkt aan toe en je hebt een kanjer van een crisis. De verkrampte reactie van de beleidsmakers op de reportage over sociale woningen maakt het drama compleet. Hun wereldvreemde reactie kwam er nadat reclamebureaus samen met de top van beide partijen een campagne in elkaar hadden geknutseld met een feel good sfeer van jewelste. Het gaat goed met Gent en haar inwoners, zelfs de luchtkwaliteit, toch in het stadscentrum, zou er op verbeterd zijn. Maar niet in de, door schimmel en vocht aangetaste, lucht in één van de bewuste sociale woningen.
Als het kartel op 14 oktober een zwaar verlies zal incasseren dan zal het niet vanwege die ene tv-reportage zijn. Maar omdat ze in het algemeen de verwachtingen niet heeft kunnen inlossen. De hoop op verandering was nochtans groot in 2012. SP.a/Groen scoorde 45%, een score die de wens naar een sociale en progressieve stad duidelijk maakte. De liberale coalitiepartner van SP.a kreeg klappen. Ze mochten van geluk spreken dat ze door het kartel werden opgevist, want ze waren perfect inwisselbaar met de veel zwakkere CD&V. De keuze om na 2012 toch met de Open VLD verder te besturen, was dan ook geen ongelukje. Het was een bevestiging dat de visies van de drie partijen over stadsontwikkeling perfect bij elkaar aansluiten.
Vraag de gewone werkende Gentenaar of de situatie op de woningmarkt de voorbije vijf jaar verbeterd is of verslechterd, en het antwoord zal duidelijk negatief zijn. De prijzen voor kwaliteitsvolle woningen swingen in Gent de pan uit. Veel jonge gezinnen, zelfs deze met twee inkomens, kunnen het zich niet veroorloven een woning te kopen. En daar is het huidige stadsbestuur evenzeer verantwoordelijk voor als de voorgaande. De stad wordt letterlijk uitverkocht aan de hoogste bieder of diegene met de beste connecties. Private ontwikkelaars bouwen voor dat deel van de bevolking waarop ze het meest winst kunnen boeken. De toeristische industrie en grote winkelketens maken van ons centrum een kruising tussen een openluchtmuseum en een mega shoppingcenter. In het stadscentrum worden Urban Villa’s, Penthouses en luxe-appartementen gebouwd die vaak meer dan een miljoen euro kosten. Als je een gegoed publiek aantrekt om in je stadscentrum te leven of te logeren, dan past ook de horeca en de middenstand zich daaraan aan. Chique restaurants en cocktailbars vervangen de historische kroegen en volkse restaurants. Ook het circulatieplan past in dit beleid van city-marketing en sociale verdrukking. Het duwt de overlast die door het verkeer wordt veroorzaakt naar de woonwijken aan de rand van de stad, om een autoluw en aangenaam historisch stadscentrum te creëren.
Het SP.a/Groen kartel zal na zes jaar asociaal beleid een serieus verlies moeten incasseren. De enige manier om ervoor te zorgen dat deze stemmen niet naar de rechtse oppositie gaan, is te bouwen aan een links alternatief, niet enkel in het kieshokje, maar ook op straat, door zes jaar lang bewegingen op te bouwen van gewone Gentenaars om de stad terug te eisen.
Voor een consequent links programma
De stad als plaats waar we leven, werken en ons ontspannen, is volledig in handen gevallen van vastgoedbaronnen, speculanten, ‘creatieve’ en kapitaalkrachtige ondernemers, steenrijke projectontwikkelaars en marketingbureaus. Zij worden dan ook op hun wenken bediend. Vandaar ook het groeiend aantal schandalen over achterkamerdeals, corruptie en beïnvloeding van beslissingen voor bevriende ondernemers.
Willen we een halt toeroepen aan de stijgende woningprijzen dan moeten we een andere weg inslaan. We hebben nood aan een publiek gefinancierd project van woningbouw, met betaalbare, kwaliteitsvolle publieke woningen, verspreid doorheen de stad. We hebben nood aan verdubbeling van het aantal sociale woningen. Dit betekent de bouw van 14.000 nieuwe woningen, naast de renovatie van de bestaande. Het aandeel sociale woningen verdubbelen van 10 naar 20% zou een grote impact hebben op de prijs en kwaliteit op de privémarkt.
Enkel met een stedelijk bouwbedrijf kan je ook garant staan dat de nieuwe woningen kwaliteitsvol worden gebouwd en niet binnen 30 jaar terug moeten gerenoveerd of afgebroken worden.
Er is nood aan gratis openbaar vervoer. Het garandeert het recht op mobiliteit voor mensen met een beperking, ouderen en andere minder mobiele Gentenaars. Het is de belangrijkste voorwaarde voor een efficiënt P&R systeem voor onze bezoekers. Mobiliteit is een basisbehoefte. Op collectieve basis kan deze het goedkoopst en meest efficiënt worden georganiseerd.
We eisen een stad die actief de strijd aangaat tegen seksisme. Dit kan o.a. door de creatie van 1.000 extra plaatsen in de stedelijke kinderopvang. We eisen ook een warme, gratis schoolmaaltijd voor elk kind, als belangrijk wapen tegen de impact van kinderarmoede die in Gent 22% bedraagt. Daarnaast kan de stad Gent ook een actieve campagne voeren voor scholen zonder seksisme.
Er is nood aan een rebelse stad die de belangen van de meerderheid centraal stelt. Mochten SP.a/Groen en PVDA samen een meerderheid halen, dan zal gedurende zes jaar elke beweging van onderuit de kans hebben om SP.a/Groen kleur te laten bekennen. Hoe sterker de PVDA-fractie in de gemeenteraad, hoe harder de stem van onderuit, voor een stad ten dienste van bevolking, er zal weerklinken.
-
Voor een linkerzijde die durft

Actie voor betaalbaar en degelijk wonen van PVDA in Gent (nog voor gewezen werd op de situatie in de Sint-Bernadettewijk). Foto: Jean-Marie Verantwoordelijkheid tonen in strijd tegen besparingen, niet in het doorvoeren ervan!
Edito door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het zomerakkoord van de federale regering toonde dat de bende van Charles Michel volhardt in de meedogenloze politiek van sociale afbraak. Alleen al in de federale openbare diensten gingen er sinds 2015 maar liefst 10.000 voltijdse equivalenten verloren of 13% van het personeel.
De samenleving wordt op droog zaad gezet door het besparingsbeleid terwijl er na jaren van chronische onderinvestering grote tekorten zijn. In december 2011 ging de regering-Di Rupo, na een periode van 541 dagen zonder regering, door met het besparingswerk. Op zes jaar tijd zijn de ‘inspanningen’ opgelopen tot meer dan 50 miljard euro.
Sedert 2012 is de stortvloed van asociale maatregelen niet gestopt. Met de regering-Michel werd echter een versnelling hoger geschakeld om de publieke financiën te saneren, de schulden te beperken en nieuwe groei te zoeken. Wat was het resultaat hiervan?
Bij de eerste begrotingscontrole in maart 2012 klopte de rekening al niet. Het begrotingsevenwicht dat voorzien was voor 2015 werd uitgesteld. Er kwamen nieuwe besparingen. En dan opnieuw en opnieuw. Vandaag wordt gezegd dat het begrotingsevenwicht in 2020 moet gehaald worden. De begroting voor 2019 werd eind juli amper opgemaakt of het Federaal Planbureau waarschuwde dat het tekort in 2019 5 miljard euro hoger kan liggen dan aangegeven door de regering. Het tekort is opgelopen tot 8,2 miljard. We kennen het vervolg op die vaststelling: als we hen laten doen, zoeken ze die middelen in onze zakken!
Stop de politiek voor de rijken
De aanhoudende tekorten en misrekeningen zijn niet toe te schrijven aan onkunde. Er is een bewuste politiek in dienst van het grootkapitaal. De dividenden voor de grote aandeelhouders kennen een explosieve groei. Het beleid heeft ervoor gezorgd dat het aandeel van de Belgische bedrijfswinsten dat naar dividenden gaat is toegenomen van ongeveer 50% voor de crisis van 2008 tot ongeveer 75% vandaag (cijfers van CEPAG).
Naast fiscale maatregelen in het voordeel van de werkgevers, waren er tal van maatregelen waarmee sociale verworvenheden werden afgebouwd en waarmee de krachtsverhouding in het voordeel van de werkgevers en grote bedrijven overhelt: aanvallen op zieken, rond arbeidsvoorwaarden, …
De werkgevers zullen niet ophouden om eisen op te leggen aan hun politieke partners. Als de vakbonden hun eisen ernstig nemen, moeten ze echte politieke partners zoeken en steun geven aan politieke programma’s opgebouwd rond de belangen van de werkenden. Banden onderhouden met wie daar niet toe bereid is of met wie het programma bij de minste gelegenheid verraadt, is contraproductief.
De levensstandaard en arbeidsomstandigheden van veel mensen kunnen niet wachten op een ander beleid. De Waalse regionale secretaris van het ABVV, Thierry Bodson, gaf daar uitdrukking aan toen hij opriep tot de vorming van linkse coalities. Die oproep herhaalde hij na de zomer. “We stellen ons niet als formateur op, maar als de dag na de verkiezingen een meerderheid van PS, PTB en Ecolo mogelijk is, dan moet dit een prioriteit zijn voor die drie partijen.” De lokale verkiezingen van 14 oktober vormen een eerste test.
De PS heeft altijd geklaagd dat ze door rechts gegijzeld werd toen ze aan de macht was. Vandaag stelt Elio Di Rupo echter dat hij liever in coalitie zou treden met Ecolo en DéFi (de enige partij die voor de verkiezingen van 2014 al pleitte voor een verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar) dan met de PTB. Bij Ecolo is er absolute radiostilte over dit alles.
Stoutmoedigheid vereist!
De vakbondsacties in september en oktober kunnen de sociale kwesties op de politieke agenda plaatsen en er zo voor zorgen dat de woede ook in de stembus tot uiting komt met een versterking van consequent links. We hopen dat de PVDA op 14 oktober tientallen nieuwe gemeenteraadszetels wint. We hopen vooral ook dat de PVDA zich daarmee niet tevreden stelt en dit aangrijpt om het sociaal verzet vooruit te duwen.
Daarom is het nodig dat verkiezingssuccessen omgevormd worden tot brede bewegingen, naar het voorbeeld van wat France Insoumise met verschillende initiatieven deed in de strijd tegen Macron in Frankrijk. Terwijl de PS in de touwen ligt, is France Insoumise (FI) de belangrijkste tegenstander van Macron en zijn partij En Marche. Dit komt door de stoutmoedigheid van FI dat in de praktijk aantoont dat het verzet tegen rechts zich niet beperkt tot toespraken in het parlement. FI organiseerde massabetogingen om syndicale strijd te ondersteunen en nam initiatieven om mensen te verenigen in de strijd tegen de besparingen. Ondanks heel wat beperkingen kan FI zich op die manier opwerpen als het beste instrument voor sociaal verzet.
Op basis van actieve mobilisatie van de werkenden en hun gezinnen kan de PTB/PVDA meteen na de verkiezingen oproepen tot een front van sociaal verzet met al wie de strijd tegen het besparingsbeleid wil voeren, waarbij elkaars eigenheden gerespecteerd worden. Dat zou ook militanten en activisten die niet tot de PVDA behoren betrekken. Het zou PS en Ecolo bovendien dwingen om kleur te bekennen in de strijd tegen de besparingen.
Mogelijk zal de PTB/PVDA in progressieve coalities op lokaal vlak stappen. Een programma doorvoeren dat echt beantwoordt aan de noden van de bevolking zal onvermijdelijk leiden tot een confrontatie met het financiële keurslijf waarin de regionale en federale regeringen de gemeenten houden. In de jaren 1980 slaagde het gemeentebestuur van Liverpool erin om een uitgebreid programma van publieke investeringen door te voeren. Dit gebeurde door de uitbouw van een front van een twintigtal linkse gemeentebesturen. Met stakingen en massabetogingen werden van de regering-Thatcher extra middelen afgedwongen. Waarom vandaag niet eenzelfde weg uitgaan in ons land?
Thatcher werd de ‘iron lady’ genoemd, onder meer omwille van haar koppigheid. We hebben vandaag een strijdbare linkerzijde nodig die even koppig is en elke kans in het publieke debat aangrijpt om de belangen van de werkenden te verdedigen en opkomt voor een breuk met het kapitalistische systeem. Dat moet gekoppeld worden aan een alternatief van een democratisch socialistische samenleving. Dat is perfect mogelijk. En we hebben sowieso geen andere keuze.

