Category: Onderwijs

  • Kinesitherapeuten protesteren tegen plan Demotte

    Minister van volksgezondheid Demotte voerde een "uitgangsexamen" voor kinesitherapeuten in. Dit betekent dat afgestudeerde kiné’s een theoretisch examen moeten afleggen om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Slechts de 270 beste Vlaamse kiné’s krijgen een RIZIV nummer waardoor ze zorgverstrekkingen mogen uitvoeren tegen terugbetalingstarief. Voor de Waalse kiné’s zijn dit er 180. Andere afgestudeerden kunnen hun job niet uitoefenen…

    Stefanie Deberdt

    Deze maatregel zorgde voor protest. Vorig jaar is er reeds een actie geweest aan het gebouw waar het examen doorging. Vorige vrijdag was er een betoging in Leuven. We spraken zowel met de verantwoordelijke voor de actie van Leuven als met de delegatie van de VUB.

    De verantwoordelijke van Leuven, Ken, legde ons de actie uit: "De bedoeling van de actie is het intrekken van het uitgangsexamen, zeker omdat het cijfer waarop de minister zijn plan op baseerde fout is, hij houdt onder andere geen rekening met de kiné’s die in het buitenland actief zijn. "

    Hoe hebben jullie gemobiliseerd?

    "We hebben pas 10 dagen geleden beslist om een betoging te organiseren en daarom was het moeilijk om enorm veel volk bij elkaar te krijgen. We hebben de andere instellingen ook gecontacteerd en vandaar dat er ook een delegatie van de VUB aanwezig is.

    "Ook hebben we getracht de andere studentenkringen mee te krijgen, de meeste grote kringen zijn daarom nu ook aanwezig , zoals psychologie,de burgerlijk ingenieurs, pedagogie,… We hebben een presentatie op de LOKO vergadering gegeven en LOKO staat officieel achter de actie."

    Hoe zien jullie het verder evolueren, wat zijn de perspectieven?

    "We moeten zien dat de beweging hier niet eindigt, na de actie van vorig jaar is dat wel gebeurt en we moeten dit vermijden .We zijn van plan om ieder jaar een actie te organiseren. Nu we proberen ook langs diplomatieke weg iets te bereiken. Via de decaan die gaat praten met de minister proberen we het examen afgeschaft te krijgen.

    De reactie van de VUB delegatie:

    "We hebben ongeveer een 100 tal mensen mee gekregen naar de betoging hier. Het uitgangsexamen moet worden afgeschaft. Ook zijn er nog een aantal argumenten waarom we tegen het examen zijn: we zitten met de vergrijzing van de bevolking wat maakt dat steeds meer mensen kiné nodig hebben plus er zijn nog altijd vacatures open voor kinesitherapeuten dus zeggen dat er teveel zijn, is absurd."

    De Leuvense afdeling van de Actief Linkse Studenten is de betoging gaan ondersteunen. Een uitgangsexamen is allereerst gewoonweg grof: je studeert eerst een paar jaar en als je dan niet tot de beste studenten behoort, krijg je geen toestemming om te gaan werken. Het aantal open vacatures toont duidelijk aan dat er een tekort is aan kinesitherapeuten, geen overschot.

    Het is een goede stap om te proberen andere studenten mee te krijgen, want alleen door solidariteit onder de studenten en personeel kan er iets bereikt worden. Het politieke bewustzijn op de betoging lag vrij laag en vele studenten zien hun strijd als iets losstaand van de rest van het onderwijs. Dit moet doorbroken worden, want we zien een veralgemeende aanval op het hoger onderwijs met het plan Vandenbroucke.

    Vandenbroucke wil het hoger onderwijs “rationaliseren”, met andere woorden afslanken. Per richting zou er maar één instelling zijn die de richting inricht, wat voor personeel én studenten nefast zal zijn. Er zal minder personeel nodig zijn om de richtingen te voorzien en studenten zullen in nog grotere groepen onderwijs moeten volgen. Pedagogisch is dit niet verantwoord aangezien het bewezen is dat lesgeven in kleinere groepen beter is voor de studenten. Ook zullen richtingen die niet direct marktgericht zijn, zoals vele humane wetenschappen, hun subsidiëring zien verminderen. Hierdoor zullen maatschappelijk noodzakelijke functies, zoals die van kinesitherapeuten, niet langer in voldoende mate vervuld worden.

    De vraag is hoe we de strijd zullen winnen. We moeten ons geen illusies maken in de top van de universiteit, die stond achter het plan Vandenbroucke en gaat hier dus zeker niet tegenin. Er is nood aan een uitbreiding naar alle studenten en ook naar de werkenden. Want alleen een combinatie van die twee groepen kan iets fundamenteel veranderen.

    We moeten blijven vechten tegen het plan Vandenbroucke en voor democratisch en kwalitatief onderwijs op alle niveaus, om zo aan de noden en behoeften van de bevolking tegemoet te komen!

  • Leuven solidair: Stop de commercialisering van het hoger onderwijs!

    Woensdag 25 oktober kwamen we met zo’n 20 à 30 studenten en syndicalisten van KUL, UA, VUB, ULB en UCL samen op de Grote Markt te Leuven. We deelden pamfletten uit en spraken met voorbijgangers over de noodzaak aan protest tegen het herfinancieringsdecreet van Vandenbroucke.

    G.L.

    De protestactie was georganiseerd door Actief Linkse Studenten met de steun van Lode Van Outrive, die vroeger les gaf aan de KULeuven. Met de omvang van de mobilisaties te Brussel, Antwerpen en Gent in het achterhoofd zou het een verbloeming zijn om de opkomst in Leuven mager te noemen. Toch was de actie op zich van groot belang omwille van de symbolische waarde. Vandenbroucke beoogt met zijn hervormingen een elitarisering van het hoger onderwijs waarbij de KULeuven, qua financiering, relatief bevoordeeld wordt ten overstaande van andere instellingen in Vlaanderen. Met ALS trachtten we aan te tonen dat we ons als studenten en personeel van een relatief bevoordeelde instelling niet mogen laten misbruiken als breekijzer op de beweging.

    Na de actie op de Grote Markt, volgde een meeting in lokalen van de KULeuven. Sprekers waren Jo Coulier, ACOD-VUB-hoofddelegee, Lode Van Outrive, 1 van de oprichters van Comité voor Een Andere Politiek en G.L. van ALS Leuven. Er werd gediscussieerd over de strijdbeweging in het hoger onderwijs van het afgelopen jaar en er werd ook vooruit gekeken naar wat minister Simonet aan Waalse zijde tracht door te voeren. Coulie, rector van de UCL, zei in zijn speech bij het begin van het academiejaar dat het taboe op het plafond voor inschrijvingsgelden doorbroken zou moeten worden.

    Studenten van de ULB getuigden over de privatisering van diensten aan hun universiteit en de verhoging van het inschrijvingsgeld die er werd doorgevoerd. De ervaringen die de Vlaamse studenten het laatste jaar opdeden, bespraken ze met de Waalse studenten en de lessen die we uit de strijd van het afgelopen jaar kunnen trekken zullen zowel voor Vlaamse als Waalse studenten naar de toekomst toe hun nut bewijzen.

    Met ALS ondersteunen we in dit protest de eis voor het optrekken van de middelen voor onderwijs tot 7% van het BBP. Als we de toegankelijkheid van het hoger onderwijs willen verdedigen en democratisch onderwijs willen veilig stellen als een dienst aan de bevolking, dan zal er verzet nodig zijn. Het herfinancieringsdecreet is goedgekeurd, maar de strijdbijl is niet begraven. We roepen scholieren, studenten en personeel van de onderwijsinstellingen in zowel Vlaanderen als Wallonië dan ook op om samen met ons klaar te staan wanneer er nieuwe aanvallen komen en deze op gepaste wijze te beantwoorden. Sluit aan bij ALS/EGA en LSP/MAS en help ons mee de strijdbewegingen in de toekomst vorm te geven en te ondersteunen!

  • ULB: acties tegen besparingsbeleid en hardere controles

    Aan de ULB voerden de studenten vorige week actie naar aanleiding van de plannen van de universiteit om een reeks maatregelen door te voeren zoals de verkoop van een deel van het terrein, de privatisering van de studentenkamers en de invoering van een chipkaart voor alle studenten waardoor kan gecontroleerd worden wie zich wanneer op de campus bevindt.

    Eerder waren er reeds verschillende aanvallen op de studenten met onder meer een verhoging van het inschrijvingsgeld, privatisering van verschillende diensten op de campus (restaurants, kuisdienst, veiligheidsdienst,…). Het sociaal budget ging vorig jaar met 360.000 euro achteruit! Nu wordt gedacht over het afbouwen van de sportinfrastructuur en het opheffen van de faculteit kinesitherapie en sport.

    Om de universiteit te laten voldoen aan de vereisten van prestige en competiviteit (in het kader van Bologna) worden de minst rendabele diensten afgestoten. Daartegenover is er nood aan een algemene mobilisatie van personeel en studenten. Het gaat immers om de verworvenheden en de jobs van het personeel en de studenten.

    De verschillende aanvallen die vandaag plaatsvinden en die nog gepland zijn, kaderen in een reeks systematische aanvallen op de studie-omstandigheden en de werkomstandigheden aan de ULB. Dat is geen alleenstaand gegeven, we zien het overal in het hoger onderwijs in België en in Europa. Ook de ULB zet de aanval in tegen haar studenten en personeel om zichzelf om te vormen tot een universiteit waar enkel het prestige telt en waar enkel de elite toegang tot heeft. Uiteraard gebeurt dat zonder inspraak van de studenten of het personeel.

    Eerder waren de aanvallen van Vandenbroucke op het Nederlandstalig onderwijs, maar nu wil ook de Franstalige minister Simonet een reeks “hervormingen” doorvoeren. De bedoeling is duidelijk: met minder middelen en minder personeel onderwijs aanbieden aan een kleinere groep studenten.

    De Europese harmonisatie van het hoger onderwijs is een proces dat reeds enkele jaren bezig is. Die harmonisatie is gericht op het sterker uitbouwen van een aantal richtingen die competitief zijn en die interessanter zijn voor de bedrijfswereld. De overige richtingen kunnen nog aangeboden worden, maar moeten het met minder doen. Dat kan gecombineerd worden met hogere inschrijvingsgelden, zoals nu bijvoorbeeld reeds het geval is in Groot-Brittannië.

    De aanvallen op het onderwijs kaderen ook in een Europese afbraak van de openbare diensten. De sociale verworvenheden van de vorige generaties worden onder druk gezet onder druk van een neoliberaal beleid waar enkel de verrijking van een kleine minderheid telt.

    Terwijl er geen geld is om de auditoria te renoveren, zou er nu wel geld zijn om een elektronische kaart in te voeren voor alle studenten. Dat zou het eerste jaar 500.000 euro kosten. De kaart zou het mogelijk maken om zonder enige validering, te controleren wie zich allemaal op de campus bevindt.

    De aanvallen die nu gepland worden, staan niet los van de rest van de samenleving. Er zijn de stijgende huurprijzen die het interessant maken om te investeren in studentenkoten. Als de unief nu een deel van de koten wil privatiseren, moeten we niet ver zoeken naar de reden daarvoor.

    Het is belangrijk om de aanvallen van de ULB tegen te houden met een algemene mobilisatie van personeel en studenten. De eerste acties vormden daar een aanzet toe. Dit kan gekoppeld worden aan een offensief programma tegen privatiseringen, tegen repressie op de campus, voor eenheid van arbeiders en studenten en voor gratis en degelijk onderwijs.

  • School mag geld vragen voor eten in refter! Uitverkoop van diensten aan de bevolking: het begint altijd klein…

    Voor diegenen die menen dat het wel allemaal zo geen vaart zal nemen met de uitverkoop van diensten aan de bevolking: er is alvast een freaky precedent in het Gemeenschapsonderwijs. In eerste instantie lijkt het zeer onschuldig maar een lawine begint ook zeer bescheiden. Waar hebben we het over? Het Maerlant-atheneum in Blankenberge laat de leerlingen die ‘s middags blijven eten betalen (40 cent) voor het gebruik van de refter als ze niets kopen.

    Artikel overgenomen vanop marxisten.blogspot.com

    Toppunt van alles: de school is zich van geen kwaad bewust. De regeling schijnt al meer dan 10 jaar te bestaan en is opgenomen in het schoolreglement dat de ouders ondertekenen bij de inschrijving. Volgens directrice Christine Helders doen andere scholen hetzelfde. En daarmee is de kous af?

    Uiteraard bestaan er regels om dergelijke toestanden in te dijken maar die regels worden natuurlijk spitsvondig omzeild: daar is men in België immers olympisch kampioen in.

    De commissie Zorgvuldig Bestuur van de Raad van Ouderverenigingen van het Gemeenschapsonderwijs verbiedt om geld te vragen voor het gebruik van de refter op zich … en nu komt de aap uit de mouw: wél kan een school een vergoeding vragen voor de middagopvang.

    De perverse redenering van het gemeenschapsonderwijs doet hiermee een doos van Pandora open! De principes van gratis onderwijs en alles wat ermee samenhangt, worden hiermee naar de prullenmand verwezen als men allerhande ‘diensten’ in het schoolgebeuren gaat beginnen apart aanrekenen.

    Het gemeenschapsonderwijs volgt een advies van de commissie Zorgvuldig Bestuur waarin men stelt dat: "Een school in die gebouwen (refter, sporthal) kan voorzien in dienstverlening zoals toezicht, maaltijden en andere. Hiervoor kan wel een vergoeding gevraagd worden, die evenredig is met de effectief gemaakte kosten." en dus "Het aanbieden van een refter voor het opeten van meegebrachte boterhammen is zo een dienst."

    Dit heeft natuurlijk zijn redenen! De financiële middelen voor onderwijs zijn sinds de jaren ’80 serieus geslonken. Het aandeel van de onderwijsuitgaven in het BNP daalde in die periode met meer dan 30% van 7% in 1980 naar minder dan 5% nu, en dat terwijl vooral in het hoger onderwijs het aantal studenten fors toenam. Zulke maatregelen zoals in Blankenberge maken het de overheid nog gemakkelijker om nog meer de bijl te zetten in de financiële middelen van het onderwijs aangezien de scholen zelf op zoek gaan naar ‘alternatieve financiering’ die er meestal op neerkomt: de gebruiker betaalt (klinkt bekend, niet?)

    De besparingen zetten ook de deur open voor allerhande privé-bedrijven om in het onderwijs binnen te sluipen via sponsoring en dergelijke. Reclame op school: waarom niet? Een lessenpakket aangeboden door een bedrijf: waarom niet? Zo zou je tot de situatie kunnen komen dat Mc Donalds gratis lessen milieu-opvoeding aanbiedt (en daarbij vergeten we even het feit dat ze grote stukken van het Amazonewoud vernietigen voor hun veestapel) of Coca Cola een workshop ‘democratie’ verzorgt (terwijl diezelfde firma er in Latijns Amerika een sport van maakt om syndicale militanten een kopje kleiner te maken met doodseskaders) In de VS zijn zulke praktijken al goed inge(ham)burgerd.

    Zijn de linkse socialisten aan het overdrijven? We weten heel goed dat daar waar gratis diensten ineens betalend worden, de privé er als de kippen bij is om tenminste een deel van de koek in te pikken: er hangt immers geld aan vast.

    Het enige alternatief om een echt gratis onderwijs te garanderen is een consequente strijd voor meer middelen zoals de ACOD-delegatie van de VUB eist: terug 7% van het BNP voor het onderwijsbudget!

  • Onderwijs“markt” straks enkel toegankelijk voor een kleine elite?

    In de aanloop naar de verkiezingen probeert de Vlaamse onderwijsminister Frank Vandenbroucke (SP.a) studenten en personeel te sussen. Enkele weken geleden kondigde de minister aan dat er vanaf 2010 jaarlijks 100 miljoen euro extra komt voor het hoger onderwijs en dat het personeel o.a. meer vakantiegeld krijgt (wat overigens voorheen ook al werd beloofd…).

    Christophe Michiels

    Dat klinkt in theorie goed, maar het volstaat niet om tegemoet te komen aan de behoeften na eerdere besparingen. Steeds meer wordt duidelijk dat de democratisering van het onderwijs zwaar onder vuur ligt.

    3 jaar Bologna

    Dit academiejaar is het derde jaar van de Bolognahervorming. In het kader van die hervormingen werden de universiteiten en hogescholen samengebracht in associaties, kwam er een flexibel studiepuntensysteem en werd de Bachelor-Master structuur doorgevoerd.

    In essentie gaan de Bologna-hervormingen echter over de creatie van een Europese onderwijsmarkt die de concurrentie moet aangaan met andere onderwijsmarkten. Dat zeggen niet alleen wij, maar ook de rector van de Franstalige universiteit van Louvain-la-Neuve bij de opening van het academiejaar. Hij vond dit niet negatief.

    Wel gaf de rector kritiek op het feit dat er teveel universiteiten zouden zijn met te weinig middelen. De rector wil dus zelf snoeien in de opleidingen en tegelijk middelen zoeken, onder meer in de privé-sector en door het creëren van de mogelijkheid van hogere inschrijvingsgelden.

    Dat zijn elementen die ook reeds aan bod komen in de logica van het financieringsdecreet van minister Vandenbroucke. Er moet gesnoeid worden in het aantal richtingen per instelling en er moeten meer middelen uit de privé-sector komen.

    “Rationaliseren”?

    Het afbouwen van diensten aan de bevolking noemt men tegenwoordig “rationaliseren”. De hogescholen en universiteiten moeten de beperkte middelen zo efficiënt mogelijk aanwenden. Bij de KU Brussel weet men intussen wat dit betekent: deze kleine universiteit is niet efficiënt genoeg en moet vanaf volgend academiejaar reeds een aantal richtingen schrappen. Bovendien moet de KUB aansluiting zoeken bij een grote associatie of instelling. Slachtoffers van deze “rationalisatie” zijn het personeel en de studenten.

    Rationaliseren betekent ook dat er meer moet worden gedaan met minder middelen. Uiteindelijk wordt minder gedaan met veel minder middelen. In 1980 werd nog 7% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) aan onderwijs besteed, nu is dat 4,9%. De gevolgen zijn er naar…

    Studeren wordt onbetaalbaar

    Er is momenteel een groot tekort aan goedkope studentenkoten. Bij de sociale kamerverhuur van de universiteiten zijn er ellenlange wachtlijsten. In Leuven zijn er 4.000 kamers beschikbaar, maar staan 500 à 1000 studenten op de wachtlijst. De VUB biedt 1.300 kamers aan voor 9.000 studenten, toch wachten nog 250 studenten op een goedkope verblijfplaats. In Gent staan 412 mensen op de wachtlijst.

    De stijgende kosten om te studeren leiden er toe dat meer studenten moeten bijklussen. Uit vergelijkend onderzoek bleek dat werkende studenten 40% minder slaagkans hebben. Vorig jaar kluste 87% van de studenten bij, tegenover 59% in 1999. Afgelopen studiejaar werkte 90,4% van de 18-jarige studenten en scholieren (inclusief een vakantiejob). Vier jaar geleden was dat 72,5%.

    De huidige studiebeurzen volstaan niet. De gemiddelde beurs in het hoger onderwijs bedraagt 1.499 euro, maar slechts een kleine minderheid krijgt die beurs ook daadwerkelijk. Van de 157.000 studenten vragen 50.000 een beurs aan en zo’n 34.000 krijgen die ook (23% van de studenten).

    In het middelbaar krijgen 72.000 leerlingen op 435.000 een beurs van gemiddeld 164 euro per jaar. Vijftien jaar geleden waren er nog 106.000 scholieren met een studiebeurs, maar de inkomensgrenzen werden niet aangepast sinds 1991. Veel ouders moeten nu leningen aangaan om het begin van het schooljaar door te komen.

    In het lager en secundair onderwijs mag er officieel geen inschrijvingsgeld worden gevraagd. De Grondwet bepaalt immers nog steeds dat de toegang tot het onderwijs kosteloos is tot het einde van de leerplicht. Er zijn echter wel schoolgerelateerde kosten die sterk oplopen.

    Tussen 1989 en 1999 gingen de kosten in het secundair onderwijs met 55% omhoog bovenop de inflatie. In het lager onderwijs was dat zelfs 68%. In het eerste leerjaar wordt nu gemiddeld 389 euro betaald aan schoolkosten, in het eerste middelbaar 857 euro en tegen het zesde middelbaar zelfs 1.265 euro per jaar.

    De school wordt een fabriek

    Deze trends zullen enkel nog versterkt worden door de Bologna-hervormingen. In dit marktgericht denken zijn scholen instellingen die kant-en-klare werkkrachten klaarstomen.

    VDB wil voor het hoger onderwijs bepaalde specialisatiejaren duurder maken. Beurzen zullen, net als in Amerika, op termijn enkel aan de beste studenten en niet aan de minst begoede jongeren gegeven worden. Hierdoor zal de meerderheid van de bevolking enkel toegang hebben tot een basisopleiding en zal een verdere opleiding beperkt zijn voor een elite van rijke of superslimme studenten.

    Verzet is nodig!

    De verschillende maatregelen van Vandenbroucke werden door een deel van de vakbondsleidingen aanvaard. Dat beperkt de actiemogelijkheden. Verzet blijft echter nodig!De strijd voor meer middelen voor onderwijs, door het optrekken van het overheidsbudget tot 7% van het BBP, is immers een strijd voor onze toekomst.

    Op 25 oktober zal daarom in Leuven actie gevoerd worden. Afspraak: 14u, Grote Markt

  • Waarom geen gratis openbaar vervoer voor alle studenten?

    Bij de Brusselse openbare vervoersmaatschappij stonden recent massa’s studenten in de rijk voor een goedkoop abonnement. Dit jaar kwamen 7.000 Vlaamse studenten in aanmerking voor een verminderd tarief. Uiteraard moeten we ons de vraag stellen waarom er niet voor alle studenten gratis openbaar vervoer wordt aangeboden, de studiekosten op zich zijn al duur genoeg. De organisatie van de toekenning van de goedkope abonnementen verliep – om het zacht uit te drukken – chaotisch.

    Jeroen

    De goedkope abonnementen voor een beperkte groep van Vlaamse studenten kwam er na een samenwerking tussen Quartier Latin en de Vlaamse gemeenschap. Maar de MIVB is natuurlijk in Brussel. Resultaat: chaos en desorganisatie.

    Zo vertelde een student dat hij speciaal tot in Brussel kwam voor een abonnement terwijl er die dag geen lessen waren. Hij stond zowat de volledige dag in een lange rij. Hij was bijna aan de plaats waar hij een ticketje mag trekken om vervolgens in een andere rij te wachten. Het zijn zowaar Oost-Europese toestanden! Maar onze student was eraan voor de moeite. Net voor hij een ticket kon trekken, werd aangekondigd dat enkel wie reeds een ticket heeft, zal worden verder geholpen.

    Het duurde niet lang vooraleer de goedkope abonnementen de deur uit waren. Gisterenmorgen hoorde ik het slechte nieuws in mijn schoolsecretariaat. Pas in de namiddag was er een eerste mededeling dat er een actie was voor goedkope abonnementen. Toen was de actie echter al afgelopen…

    In de namiddag hing een berichtje uit op mijn school: “Als EhB-student kun je een jaar lang gebruik maken van de Brusselse tram, bus en metro voor de spotprijs van 25 euro. Het aantal van deze MIVB-schoolabonnementen is beperkt en loopt zolang de voorraad strekt (uiterlijk tot 31 oktober 2006). Aangezien dit voordeel geldt voor alle studenten van de Vlaamse hogescholen en universiteiten in Brussel, raden we je aan zo vlug mogelijk je abonnement aan te kopen, want het aantal beschikbare abonnementen slinkt met het uur.”

    Dit mag dan een sympathieke actie lijken, maar waarom die discriminatie tussen studenten? Waarom de desorganisatie terwijl dit niet nodig hoeft te zijn? Waarom wordt niet geopteerd voor gratis openbaar vervoer voor studenten op vertoon van hun studentenkaart? Dat zou alvast de organisatie gemakkelijker maken en bovendien alle discriminaties wegwerken. Het zou daarnaast eindelijk een element zijn die leidt tot afname van de schoolkosten in plaats van de aanhoudende scherpe stijgingen!

  • Beweging in het onderwijs. Balans en perspectieven

    Vorig academiejaar waaide een enorme strijdbeweging doorheen het Vlaamse hoger onderwijs, gericht tegen de nieuwe financieringsplannen van onderwijsminister Vandenbroucke.

    De minister wilde een nieuw financieringsmodel introduceren, waarbij hogescholen en universiteiten voortaan met elkaar in concurrentie zouden moeten gaan om nog een deel van de overheidssubsidies te verkrijgen. Bovendien verloren heel wat instellingen in één klap een groot deel van hun toelage, waardoor ze zouden gedwongen worden fors te besparen.

    Uit protest liepen duizenden studenten en personeelsleden uit het hoger onderwijs mee in betogingen in Brussel, Antwerpen en Gent. Onder druk van de beweging werd Vandenbroucke gedwongen om een aantal drastische toegevingen te doen: hij veranderde zijn model, zodat geen enkele universiteit of hogeschool in eerste instantie geld zou verliezen. Wel maakte hij gebruik van de examen –en vakantieperiode om de kern van zijn financieringsmodel, het concurrentiemechanisme via de outputfinanciering, deze zomer te laten stemmen in de Vlaamse regering en het parlement. Door deze outputfinanciering zullen universiteiten en hogescholen aangespoord worden zich vooral op de topstudenten te richten, willen ze nog een goed deel van de subsidiepot binnenrijven. Op die manier introduceert Vandenbroucke een concurrentiemechanisme in het onderwijs.

    Tegelijkertijd was er het protest van de leerkrachten in het secundair onderwijs tegen Vandenbroucke’s ideetje om de zogenaamde “schoolopdracht” in te voeren. Een leerkracht zou hiermee verplicht worden een veel hoger aantal uren in het schoolgebouw door te brengen, zelfs wanneer hij/zij geen lessen te geven heeft, om bvb. administratieve taken uit te voeren. Voorheen werden deze taken gedaan door speciaal personeel, maar na de besparingen van de laatste jaren (oa. de 1200 jobs die Vandenbroucke vorig jaar in het onderwijs deed sneuvelen) wordt dit werk steeds meer op de schouders van de leerkrachten geheven. Door deze strijdbewegingen is het blazoen van de minster natuurlijk zwaar besmeurd.

    Tijdens de onderhandelingen over de nieuwe CAO’s in het leerplichtonderwijs (CAO 8 – lager en secundair) en hoger onderwijs (CAO 2), wilde hij dan ook ten aller tijde vermijden nogmaals in een slecht daglicht te worden geplaatst. Vandenbroucke kon gelukkig rekenen op zijn trouwe vrienden in de media, die het zo voorstelden alsof de minister plotseling met massaal veel geld over de brug kwam voor het Vlaamse onderwijs. De realiteit is echter anders.

    Ten eerste zijn de kruimels die Vandenbroucke vandaag “cadeau” doet aan het onderwijs niets vergeleken met de enorme besparingen die het onderwijs de voorbije jaren heeft moeten slikken. Op die manier komt er nog steeds geen einde aan de continue daling van het budget voor onderwijs sinds begin jaren ’80: het aandeel van de onderwijsuitgaven in ’s lands BNP daalde in die periode met meer dan 30% van 7% in 1980 naar minder dan 5% nu, en dat terwijl vooral in het hoger onderwijs het aantal studenten fors toenam.

    We zien dan ook de concrete gevolgen hiervan in de twee nieuwe CAO’s voor het Vlaamse onderwijs: buiten het eindelijk toekennen van de vakantiepremie (de “dertiende maand” die het onderwijs als enige sector in Vlaanderen nog altijd niet kende) wil Vandenbroucke niet verder gaan dan 1% koopkrachtstijging! Mede door het “gefoefel met de index” door de Vlaamse regering, betekent dit dat het onderwijspersoneel de komende jaren heel wat koopkracht zal verliezen! Bovendien geldt deze koopkrachtstijging enkel voor een deel van het personeel (bijvoorbeeld het wetenschappelijk en onderwijzend personeel aan de universiteiten krijgt niets), en eist Vandenbroucke dat de CAO’s minstens 4 jaar zullen gelden, wat opnieuw een unicum is. Verder staat in de “overeenkomst” geen enkele oplossing voor de fundamentele problemen die vandaag in het onderwijs bestaan (zoals de hoge werkdruk, verslechterende werkomstandigheden) , behalve dan het “oprichten van nieuwe werkgroepen”.

    Bij het personeel bestaat dan ook een ongelooflijk ongenoegen over deze CAO. Tegelijkertijd is de vakbondsleiding niet bereid om de strijd aan te binden voor meer middelen, en maakt zij haar leden wijs dat er niets meer te rapen valt. Men hoeft enkel maar te kijken naar de reusachtige overschotten die de Vlaamse regering heeft op haar begroting, of naar de megawinsten van de Belgische banken, om te zien hoe relatief deze stelling wel is. De vakbondsleiding weigert echter pertinent een strategie uit te werken om terug te keren naar een bedrag van 7% van het BNP voor het onderwijs. Bij veel studenten en personeelsleden heerst een zeker gevoel dat, ondanks alle overwinningen die we vorig jaar hebben behaald op Vandenbroucke, er weinig verandering te brengen is in de huidige situatie.

    De Actief Linkse Studenten hebben vorig jaar een cruciale rol gespeeld in het op gang trekken van de beweging tegen Vandenbroucke. Samen met het ACOD aan de VUB, en de LSP-militanten binnen de onderwijsvakbonden hebben we ervoor gezorgd dat, op een moment dat het VVS en de vakbondsleiding de strijd niet wilden opnemen, er toch een fantastische strijdbeweging op gang is gekomen. De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat we onze krachten verder moeten opbouwen.

    Het komende jaar zullen we ons voorbereiden op de eerst volgende gelegenheid om de strijd voor meer middelen terug op het voorplan te plaatsen. We roepen dan ook iedereen op die vandaag de strijd tegen de besparingen in het onderwijs wil verderzetten, met ons de discussie hierover aan te gaan, en aan te sluiten bij ALS!

  • ACOD afdeling VUB geeft een onvoldoende voor CAOII

    Op 11 september 2006 bereikten de nationale leidingen van de drie onderwijsvakbonden een akkoord met de minister over de voorstellen voor CAOII. CAO’s zijn akkoorden tussen werkgever en vakbonden waarin de loonen arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden vastgelegd worden. Een goedgekeurde CAO heeft de kracht van een wet en is dus bindend voor alle personeelsleden waarvoor deze overeenkomst wordt afgesloten.

    Standpunt van ACOD-VUB verschenen in haar nieuwsbrief

    De ACOD militanten van de VUB hebben het akkoord gewikt en gewogen én te licht bevonden omdat :

    · de overeenkomst op veel vlakken te weinig concreet is op het vlak van vorming, onthaal. Ook de intentie om de werkdruk te verlagen is te vaag en de uitvoering zal “dode letter” blijven. Bovendien stellen we vast dat het nieuwe financieringsmodel gebaseerd op outputparameters leidt tot meer administratie en bijgevolg werkdruk nog doet toenemen. Ook een verhoging van de prestatiedruk is één van de perverse gevolgen van de hervormingsplannen van Vandenbroucke. Verder spreekt men over de intentie om deeltijdse opdrachten te clusteren. Ook deze formulering is te vaag en vrijblijvend om de problematiek van onvrijwillig deeltijdse werknemers op te vangen;

    · de koopkrachtverhoging belachelijk laag is (+1% en dan nog enkel voor het ATP) en de personeelsleden aan de universiteiten verder aan koopkracht inboeten. De voorbije 15 jaar verloren we koopkracht doordat de loonsverhogingen geen gelijke tred hielden met de werkelijke inflatie (o.a. door gefoefel met de index). Als we de evolutie van onze lonen vergelijken met de evolutie van de economische groei, dan is de achteruitgang nog opmerkelijker;

    · een groot deel van het personeel alweer eens uitgesloten wordt van het akkoord. Zo is het akkoord m.b.t. het recht op outplacementbegeleiding niet van toepassing op bursalen, leden van het academisch personeel en gastprofessoren. Nu zijn het net deze personeelsleden – met uitzondering van de vastbenoemde professoren – die het meest gebaat zijn bij outplacementbegeleiding. Voor velen betekent tewerkstelling in het wetenschappelijk onderzoek “een onzekere toekomst tegemoet gaan”;

    · er alweer geen sprake is van de opbouw van een extralegaal pensioen voor de personeelsleden die vandaag een – laag – bediendenpensioen genieten. Dit is de meerderheid van het personeel!!! Als troostprijs zal er een werkgroep opgericht worden die moet nagaan inhoeverre Vlaanderen de Europese richtlijn m.b.t. non discriminatie van personeelsleden met een contract van bepaalde duur overtreedt. Op die manier wordt de problematiek alweer op de lange baan geschoven en het uitblijven van concrete voorstellen doet ons vermoeden dat velen in de kou zullen blijven staan.

    Redenen genoeg voor ons om het akkoord af te wijzen. Wij zullen dan ook heftig protesteren binnen onze vakbondstructuren tegen het akkoord en ons verder blijven inzetten voor :

    · een substantiële loonsverhoging (minstens 5%) voor alle personeelsleden van de universiteiten;

    · de onmiddellijke uitbouw van een tweede pijler extra legaal pensioen voor alle contractuelen met inbegrip van het contractueel academisch personeel!!! Wij denken dat dit het best wordt georganiseerd op Vlaams niveau door middel van een sectoraal aanvullend pensioen voor alle wetenschappelijke personeelsleden die werken aan universiteiten, hogescholen met inbegrip van mensen die werken voor IWT, FWO, VIB,…

    · de opwaardering van het statuut van de bursalen tot eenvolwaardig statuut voor de vorsers;

    · meer middelen voor langetermijn wetenschappelijk onderzoek in plaats van steeds meer kortlopende projecten met onrealistische verwachtingen en resultaatsverbintenissen.

    Steun ons. Wil je meer info, mail dan naar : abvv@vub.ac.be

  • Onderwijs. ACOD-leden verwerpen CAO 8 massaal

    Op 18 september bogen de Brusselse leden van ACOD-Onderwijs zich over het voorstel tot CAO nr. 8 voor het leerplichtonderwijs. Een aarzelende vakbondsstop voelde de bui wellicht hangen en probeerde op een makke wijze de positieve kanten van de CAO in de verf te zetten.

    Door een ACOD-lid

    Komen er acties?

    De ACOD-leiding liet de leden na het verwerpen van de CAO stemmen voor of tegen staking. Vanuit de VUB-delegatie werd gesteld dat dit een absurd voorstel was. ACOD is nauwelijks aanwezig in het katholieke net zodat de vakbond niet over de nodige krachtsverhoudingen beschikt om een staking te organiseren. De leden doen stemmen voor of tegen een staking is een staatje van manipulatie om de actiebereid in de kiem te smoren.

    Er werd voorgesteld om een derde mogelijkheid te overwegen: een informatiecampagne op te starten naar de personeelsleden in de scholen en op die manier proberen krachtsverhoudingen uit te bouwen om in een later stadium actie te voeren. Dit werd door de vakbondsleiding weggewuifd.

    Nadien nam Jo Coulier – ondervoorzitter ACOD-Onderwijs Brussel en hoofddelegee aan de VUB – het woord. Hij stelde duidelijk waarom het voorstel moest verworpen worden. In de CAO wordt een stapsgewijze verhoging van het vakantiegeld tot 92% tegen 2011 voorzien. Jo legde uit dat de werkende klasse sinds de invoering van de gezondheidsindex in 1993 plus het gefoefel met de indexkorf dit jaar reeds 13 jaar aan koopkracht inboet. De voorgestelde verhoging van het vakantiegeld zal daar weinig verandering in brengen. Bovendien wees hij op de besparingen in het onderwijs die al 25 jaar onafgebroken plaatsvinden en geleid hebben tot slechtere arbeidsvoorwaarden; verlies aan koopkracht en aan jobs.

    Vandenbroucke laat uitschijnen dat nu plots heel wat middelen in onderwijs gestoken worden. De realiteit is dat de extra gelden absoluut niet opwegen tegenover het verlies aan middelen gedurende 25 jaar. De uitgaven van onderwijs daalden van 7% tot 4,9% van het BBP. Alle vakbonden eisen dat Vlaanderen opnieuw 7% zou besteden aan onderwijs. Met de huidige extra middelen komen we zelfs niet in de buurt.

    Deze krachtige argumenten werden door diverse andere sprekers ondersteund. Resultaat van de stemming: 1 voor, 10 tegen en 6 onthoudingen. Ook in andere regio’s werden gelijkaardige kritieken geuit en werd het akkoord verworpen. West-Vlaanderen stemde ongeveer zoals Brussel. In Oost-Vlaanderen en Antwerpen werd de CAO bijna unaniem verworpen.

    Het volgende punt op de agenda was de bespreking van CAO 2 voor het hoger onderwijs. De nationaal verantwoordelijke verdedigde de afgesloten CAO en prees Vandenbroucke voor zijn inspanningen. Als afgevaardigde van de ACOD aan de Vrije Universiteit Brussel nam Jo het woord. Hij stelde dat de syndicale delegatie van de VUB het voorstel unaniem verworpen heeft. In de CAO staan heel wat vage beloften onder meer m.b.t. de werkdruk. Jo legde uit dat dit nonsens is en dat het nieuwe financieringsmodel de concurrentie tussen de instelling ten top drijft. Een stijging van de werkdruk in plaats van een verlichting, vindt nu reeds plaats.

    Bovendien stelt ACOD-VUB dat deze CAO helemaal niets geeft aan de meerderheid van het personeel van de universiteiten, zijnde het academisch personeel. Er wordt een loonsverhoging van 1% toegekend aan het administratief en technisch personeel. Nog niet eens genoeg om het verlies door het gefoefel met de index in 2006 goed te maken. Bovendien krijgt het academisch personeel nul eurocent. Een schande zeggen de ACOD-delegees van de VUB over dit akkoord.

    Ondanks het feit dat alles statutair in orde was, verzette de nationale leiding zich tegen een stemming. Ze voelden de bui hangen. Jo stelde dat of er nu, een week later of binnen een maand gestemd wordt, de uitslag telkens hetzelfde zal zijn: no pasaran voor de ACOD-militanten van de VUB.

  • Sluikse besparingen in betaald educatief verlof

    In alle stilte heeft de regering op 20 juli besloten tot een besparing in het volwassenonderwijs. Concreet komt het erop neer dat werknemers recht hebben op minder uren betaald verlof om onderwijs te volgen. De besparing ging reeds op 1 september in maar werd officieel pas op 6 september bekend gemaakt.

    Kim Wauters

    Het betaald educatief verlof is een sterk democratische maatregel, met een sterk bereik naar arbeiders, lagergeschoolden en oudere werknemers. De aangekondigde besparingen dreigen de deelname van de zwakste groepen aan het levenslang leren alleen maar te bemoeilijken.

    Deze besparing treft bijzonder hard het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs. Vaak gaat het om opleidingen die de beroepsbevolking verder moeten opkwalificeren, daarbij zijn er verscheidene trajecten specifiek gericht op kansengroepen, zoals lagergeschoolden en allochtonen.

    Nochtans zijn het juist die groepen die Vandenbroucke aanhaalde om zijn onderwijshervormingen te rechtvaardigen. Hij beweerde dat hij juist die groepen meer kansen wou geven. Nu zou voor hun het volwassenenonderwijs moeilijker gemaakt worden.

    In de plannen die Vandenbroucke voor het hoger onderwijs opstelde, stond dan wel vermeld dat instellingen die studenten een lage-kansen groepen aantrokken een bonus kregen, maar deze bonus is van bijlange niet groot genoeg om te voorzien in de meerkost van sociale diensten die nodig zou zijn om dit soort studenten te kunnen aantrekken.

    Vaak wordt er gesteld dat België een kenniseconomie moet worden, en dat levenslang leren de toekomst wordt. Maar met dit soort maatregelen wordt duidelijk gemaakt dat een kenniseconomie maar nood heeft aan een "beperkt aantal" geëduceerden om te kunnen draaien. Te veel pas afgestudeerden vinden een job onder hun niveau. Te veel lagergeschoolden blijven werkloos. De kapitalistische klasse ziet niet meer de noodzaak in om een zo groot deel van de bevolking een hoger-onderwijs opleiding te geven. Daarom wil ze hierop besparen.

    De Bologna doelstellingen dienen om het hoger onderwijs om te schakelen naar angelsaksisch model. Daarbij zouden er een beperkt aantal dure elitescholen overblijven, waarbij de de overige instellingen ofwel verdwijnen ofwel een "vuilnisbak"-instelling worden. Algemeen is het de bedoeling dat de privé een veel grotere inbreng krijgt in onderwijsinstellingen, wat onder meer ook de vrijheid van onderzoek bedreigt.

    De recente hervormingen die Vandenbroucke in het hoger onderwijs heeft doorgevoerd, waren sterk gericht op het introduceren van een output-element naar studenten toe (voor onderzoek bestond het al). Dit betekent concreet een stap dichter in de richting van de verangelsaksing.

    Meer info

    Artikel op de site van het ACV in verband met de besparingen in educatief verlof:http://www.acv-online.be/Actueel/Nieuws/Detail/regering_bev.asp (opent in nieuw venster)

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop