Your cart is currently empty!
Category: Onderwijs
-
Onderzoekers eisen beter en gelijker statuut
Eind november werd een petitie opgestart voor de gelijkschakeling naar boven van de lonen van doctoraatsstudenten. Vooral de zogenaamde “bursalen” hebben erg uiteenlopende en vaak relatief slechte loonvoorwaarden. We hebben de netto-lonen eens op een rijtje gezet en vergeleken met gemiddelde lonen. Drie belangrijke vaststellingen: 1) de lonen liggen relatief laag voor een job waarvoor je een universitair diploma nodig hebt; 2) de verschillen zijn erg groot, zeker als je rekening houdt met (het gebrek aan) vakantiegeld en eindejaarspremie; 3) vooral de buitenlanders (en de Antwerpenaren) worden erg laag betaald en hebben geen sociale zekerheid.
Jon Sneyers (LBC-militant en IWT-bursaal aan de KULeuven)
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Verschillen in netto-inkomen doctoraatsbursalen
Personeel of student?
Tot begin jaren ’90 hadden zo goed als alle doctoraatsstudenten een redelijk volwaardig statuut zoals een assistentenmandaat of een vergelijkbaar statuut, of een FWO-beurs — zowat het enige beurs-systeem dat toen bestond.
Sindsdien is het aantal bursalen echter enorm toegenomen. Doctoraatsbursalen hebben een nogal ambigu statuut: officieel zijn ze geen werknemers die een loon krijgen (hoewel ze als personeel worden beschouwd), maar “studenten” die een “beurs” krijgen. Op die manier wordt hun inkomen vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing, waardoor de universiteit met hetzelfde budget meer mensen kan aanstellen. Vandaag wordt die gelegaliseerde belastingsontduiking (die dateert uit de periode van het Globaal Plan) bovendien nog eens gebruikt als argument om bursalen weinig te betalen: je mag zogezegd al blij zijn dat je “betaald wordt om te studeren”. De benamingen “doctoraatsstudent” en “doctoraatsopleiding” en dergelijke wekken inderdaad de schijn op dat het om studenten gaat; vaak krijg je ook een studentenkaart en betaal je inschrijvingsgeld. Maar die benaming is misleidend: doctoraatsstudenten volgen (zo goed als) geen vakken en het “student” slaat eerder op het bestuderen van de vakliteratuur en het bestuderen van hetgeen ze onderzoeken. Eigenlijk zou je in die zin evengoed de proffen (voor zover ze aan onderzoek doen) “profstudent” kunnen gaan noemen.
Evolutie personeel en studenten KULeuven
[/box]Door de structurele onderfinanciering van de universiteiten is het aantal jobs met een deftig statuut (zoals ZAP en AAP) gedaald terwijl het aantal jobs met een twijfelachtig statuut (zoals bursalen, die onder BAP vallen) toegenomen is. Die evolutie is onder andere te zien in de verhouding contracten bepaalde duur t.o.v. onbepaalde duur: bij het academisch personeel aan de KULeuven was die verhouding in 1995 nog 1,87; tegen 2000 steeg dit tot 3,15 en in 2006 waren er maar liefst 4,17 tijdelijken per vast benoemde!
De Vlaamse “kenniseconomie”: veel blabla, weinig centen voor de kennis-producenten
Als je de politici van de traditionele partijen bezig hoort, lijkt het alsof onderzoek en innovatie hun top-prioriteit is:
- “We hebben […] een krachtig en innovatief onderzoekspotentieel nodig. Daarom […] bijkomende middelen voor onderzoek en ontwikkeling […] en wordt het aantal doctoraatsbeurzen verhoogd. […] Universiteiten hebben nood aan middelen en mogelijkheden […]” — Frank Vandenbroucke, 20 oktober 2004
- “Innovatie moet het speerpunt van ons beleid worden. Onze “brains” moeten zuurstof krijgen. We trekken daar in de komende jaren veel geld voor uit. We halen de beste wetenschappers naar Vlaanderen. In de Vlaamse regering […] en ook in de federale regering zijn het de liberalen die maatregelen nemen […]. De liberale ministers leveren uitstekend werk. Onze driehoek Moerman – Van Mechelen – Keulen is een sterkhouder in de Vlaamse regering.” — Fientje Moerman, 4 december 2005
- “We zullen de industrie, ploegenarbeid in het bijzonder, en de kenniseconomie meer zuurstof geven.” — Guy Verhofstadt, 21 december 2007
Wat de liberalen bedoelen met “meer zuurstof geven” is echter een zoveelste lastenverlaging, vooral voor de bedrijven, zonder een verhoging van de middelen voor de universiteiten. Wat Vandenbroucke bedoelt met “bijkomende middelen” hebben we gezien in zijn financieringsplan: de structurele onderindexering van de overheidsmiddelen voor universiteiten wordt bevestigd, alleen mogen de universiteiten nu onderling concurreren voor hun deel van de (kleiner wordende) koek. Ook van de christen-democraten moeten we geen oplossingen verwachten: de superlastenverlaging die de invoering van het bursalen-systeem eigenlijk was, werd doorgevoerd door de regering Dehaene, met Dehousse (PS) als minister van wetenschapsbeleid.
Als het van de traditionele politieke partijen afhangt, zullen er misschien wel steeds meer onderzoekers aangeworven worden (zodat de universiteiten hun output aan doctoraten en publicaties kunnen verhogen), maar ten koste van de kwaliteit en de onafhankelijkheid van het onderzoek, en ten koste van de arbeidsvoorwaarden van de onderzoekers. Daarom is het nodig dat onderzoekers zich verenigen en organiseren, ook syndicaal, en samen strijden voor een degelijk eenheidsstatuut!
Teken de petitie op www.cs.kuleuven.be/iwtpetitie.
-
Studiekost hoger onderwijs twee keer zo duur als 20 jaar geleden
Het hoger onderwijs wordt alsmaar duurder. In vergelijking met 20 jaar geleden bedraagt de studiekost voor een kotstudent 2,5 keer zoveel, voor een pendelstudent 2 keer zoveel. De studiebeurzen zijn in dezelfde periode uiteraard niet verdubbeld. En onze lonen al evenmin. Resultaat: de toegang tot hoger onderwijs omvat een steeds hoger wordende drempel.
Het gaat hierbij om de studiekosten: cursussen, boeken, stages,… Uit de studie aan de Leuvense unief blijkt dat de studiekosten per academiejaar 300 tot 450 euro bedragen, in Gent was er ook een studie onder de eerste bachelors en daar bleek het om een gemiddelde van 367,5 euro te gaan. Als alle kosten worden meegerekend (vervoer, inschrijvingsgeld, eten, computer,…) ligt de studiekost heel wat hoger: van minimaal 2.000 tot al snel 5.000 euro per jaar.
Deze sterke stijging van de studiekosten wordt niet verrekend in de lonen of de studiebeurzen. De stijgingen komen er onder meer door het duurder worden van koten, de noodzaak om een computer met internet op kot te hebben (voor iets oudere lezers: de "ad valvas" met briefjes die opgehangen worden, bestaat niet meer. Tegenwoordig zijn er daar internetalternatieven voor…), de stijgende voedselprijzen,…
Tegenover deze verdere ondermijning van de toegang tot het hoger onderwijs, is er nood aan meer publieke middelen voor onderwijs zodat de sociale dienstverlening kan worden uitgebouwd (goedkope koten, restaurants,…), de studiebeurzen de reële stijgingen kunnen volgen en de lonen in het algemeen kunnen aangepast worden aan de stijgende levensduurte.
-
Onderwijsbetoging in Brussel. Vandenbroucke wil van geen wijken weten
Gisteren trokken naar schatting 1.500 studenten en personeelsleden de straat op in Brussel. De betogers trotseerden de gietende regen om hun protest tegen de financieringsplannen van Vandenbroucke in het hoger onderwijs te uiten. De betoging werd georganiseerd door VVS en de christelijke en liberale vakbonden. ACOD-onderwijs deed officieel niet mee, maar onder impuls van ACOD-VUB was er toch een sterke rode aanwezigheid.
In de aanloop naar de betoging werd het reeds duidelijk dat onderwijsminister Vandenbroucke verveeld zat met deze actie. Zo beloofde hij 7 miljoen euro extra aan de hogescholen, maar hij koppelde dat wel aan de voorwaarde om niet te mobiliseren naar de betoging van 6 december. Dat had ongetwijfeld een impact op de opkomst aangezien een aantal directies de mobilisatie hadden stopgezet.
Maar ook op de dag van de betoging beet de onderwijsminister van zich af. Zowel in publieke debatten (onder meer op de radio) als in een gesprek met vertegenwoordigers van de betoging, verweet hij de actievoerders dat ze er “niets van snappen”. De arrogante professor Vandenbroucke zou het wel eens uitleggen waarom de hogere inschrijvingsgelden voor master-na-master en bachelor-na-bachelor voor meer kwaliteit zouden zorgen. Of waarom de besparingen in economisch “niet-rendabele” richtingen (zoals humane wetenschappen) net sociaal zouden zijn. Uiteraard weten we intussen dat Frank Vandenbroucke geen “socialist” is, maar een blauwe neoliberaal. Zijn plannen in het hoger onderwijs zullen de polarisatie versterken tussen toprichtingen met veel middelen en afvalonderwijs voor de meerderheid van de bevolking.
De hervormingen in het hoger onderwijs kaderen in een meer algemene ‘vermarkting’ van het onderwijs: het onderwijs wordt volledig afgestemd op de vragen en verwachtingen vanuit de bedrijfswereld. Dat gaat samen met aanvallen op het democratisch karakter van het onderwijs door de toegang te beperken (onder meer via hogere inschrijvingsgelden, maar even goed door de totale ontmanteling van sociale diensten).
De betoging van gisteren was kleiner dan wat aanvankelijk werd verwacht. Dat kwam deels door het slechte weer, maar ook omdat de mobilisatie in Brussel zelf niet overal even sterk op gang was gekomen. De betoging werd gesteund door de christelijke en liberale vakbonden. ACOD-onderwijs steunt het financieringsplan van VDB (ondanks eerder protest). Maar delegaties van ACOD-onderwijs stond het vrij om al dan niet deel te nemen aan de betoging. Vanuit de VUB werd bijvoorbeeld goed gemobiliseerd door het ABVV. Maar ook bijvoorbeeld de ABVV-Jongeren waren present. Hierdoor was er heel wat rood in de betoging.
Met de Actief Linkse Studenten hadden we eveneens opgeroepen om deel te nemen aan de betoging. We vormden op de betoging een eigen delegatie met studenten uit heel het land, ook enkele Franstalige studenten van de ULB vervoegden onze delegatie. Deze levendige delegatie riep slogans tegen de commercialisering van het onderwijs en verdedigde de eis van meer publieke middelen voor het onderwijs. Terwijl Vandenbroucke een verdeel-en-heers spelletje wil spelen door de tekorten te verdelen, is er nood aan meer middelen voor alle sectoren van het onderwijs. Daartoe moet het budget voor onderwijs worden opgetrokken tot 7% van het bbp.
-
Betoog mee op 6 december: STOP DE VERMARKTING VAN HET ONDERWIJS!
Na de betoging in Gent vorige week, wordt komende donderdag in Brussel betoogd tegen de plannen van onderwijsminister Vandenbroucke in het hoger onderwijs. Die plannen zouden leiden tot een hoger inschrijvingsgeld voor bepaalde opleidingen en minder middelen voor "niet rendabele" richtingen (zoals kunstonderwijs of humane wetenschappen). Dit kadert in een neoliberale afbraak van ons onderwijs. Protest hiertegen is nodig en we roepen dan ook op om donderdag mee te betogen.
Pamflet van de Actief Linkse Studenten
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Minister wil betogers omkopen…
Minister van onderwijs Vandenbroucke liet de directies van de hogescholen weten dat hij bereid was om hen 7 miljoen euro extra te beloven, op voorwaarde dat ze de betoging van 6 december niet meer zouden steunen. Deze halfslachtige poging zal natuurlijk niet tot het verhoopte resultaat leiden. Afspraak op donderdag 6 december om 13u30 aan het station van Brussel-Noord!
> Afbeelding van een mail hieromtrent
[/box]Reeds sinds het begin dat minister Vandenbroucke zijn plan voorstelde, ontstond er bij studenten en personeel veel verontwaardiging. De vakbonden organiseerden regionale betogingen in Brussel, Antwerpen en Gent. ALS speelde naar de studenten toe een belangrijke rol in het op gang trekken van de beweging. In het begin van dit schooljaar stemde het Vlaams parlement het nieuw financieringsplan van Vandenbroucke. Enkele weken later betoogden personeel en studenten van kunsthogescholen met 600 om het schreeuwend tekort aan middelen aan te kaarten. Ook werden petities opgestart die rondgingen in de kunsthogescholen en in de richtingen humane wetenschappen. Vandaag roepen vakbonden en studentenorganisaties op voor een nationale betoging van heel het hoger onderwijs in Brussel.
Alle Europese Regeringen beslissen om het hoger onderwijs om te vormen tot een model dat moet kunnen concurreren met het Amerikaanse. Het Amerkaans onderwijs werkt volledig volgens de principes van de vrije markt waarbij instellingen met elkaar concurreren om middelen. Het gevolg is dat er twee soorten onderwijsinstellingen bestaan : de elite-instellingen (Harvard, Yale, MIT,…) waar je moet toegelaten worden en een astronomisch inschrijvingsgeld moet neerleggen om te kunnen studeren voor de rijken en daarnaast vele instellingen voor de gewone mensen die minder kwalitatief onderwijs aanbieden omdat ze niet over voldoende middelen beschikken of minder aanzien hebben waardoor het afgeleverde diploma minder waard is.
Typisch in zo’n marktstelsel is dat de middelen vooral geïnvesteerd worden in opleidingen en onderzoek met hoge winstverwachtingen. Kunstonderwijs en onderwijs in de humane wetenschappen vallen buiten de prijzen en worden dan ook in veel mindere mate gefinancieerd. Wij verzetten ons tegen de vermarkting van het hoger onderwijs en het financieringsmodel van de Vlaamse Regering.
PUBLIEKE MIDDELEN VOOR ONDERWIJS
Sinds 1980 daalt het budget voor onderwijs – met ups and downs – constant. In 1980 besteedde de overheid nog meer dan 7% van het BBP aan onderwijs, vandaag is dat minder dan 5%. Terzelfdertijd is de studentenbevolking meer dan verdubbeld. Doordat de overheid de instellingen steeds meer verplicht om private financiering te zoeken, wordt onderzoek meer en meer gesponsord door bedrijven. Een deel van de verloren financiering zullen de instellingen echter ook moeten zoeken bij de studenten. Voor banaba’s en manama’s zal je binnenkort 5.600 tot 25.000 euro neer moeten tellen. In de ons omringende landen betaal je vandaag al minstens 1000 euro om je in te schrijven, in Engeland zelfs meer dan 4000 euro.Wij eisen een volledige financiering van het hoger onderwijs door middel van publieke middelen en verzetten ons tegen elke verhoging van de inschrijvingsgelden.
ONDERWIJS IS GEEN KOOPWAAR
In onze kapitalistische samenleving probeert men alles te herleiden tot producten die kunnen verkocht worden. Dankzij de strijd van onder meer de vakbonden zijn sociale voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg … officieel een recht voor iedereen. Ook studenten uit minder begoede milieus hebben dus recht op onderwijs. Door van onderwijs een product te maken dat dient gekocht te worden, voert men een extreme ongelijkheid in. Wie rijke ouders heeft, kan zich in zo’n systeem dure studies permitteren. Wie armere ouders heeft, mag gaan werken om zijn studies te kunnen betalen of een lening afsluiten bij de bank. Door van onderwijs een koopwaar te maken, kunnen bedrijven – o.a. banken – veel geld verdienen aan uw studies.
Voor ons is degelijk onderwijs een recht voor iedereen.
VOOR EEN GRATIS EN DEGELIJK ONDERWIJS !
Met ALS zijn wij altijd al voor deze eisen opgekomen, maar gaan zelfs verder. Wij komen op voor degelijk en democratisch onderwijs dat GRATIS moet zijn! Alle inschrijvingsgelden moeten afgeschaft. Het recht op onderwijs geldt voor iedereen, en moet dus toegankelijk zijn voor jongeren van alle komaf. De financiering van het onderwijs moet volledig publiek zijn; als eerste maatregel moet er dringend opnieuw 7% van het BBP naar onderwijs gaan. Iedereen moet het recht hebben zich ten volle op zijn studies te concentreren zonder er nog extra jobs bij te doen om studies, kot, eten, … te betalen. Gratis onderwijs betekent meer dan het afschaffen van de inschrijvingsgelden. Ook handboeken en sylabussen moeten gratis ter beschikking gesteld worden.
Studentenkoten moeten uit de handen van de privé komen om een goedkope en aan studies aangepaste huisvesting te kunnen verzekeren. De privatisering van studentenresto’s moet gestopt worden en meer financiële middelen krijgen om goedkope en degelijke maaltijden te kunnen voorzien voor studenten en personeel. Verder is er nood aan gratis en degelijk openbaar vervoer.
Op deze manier kan iedereen de mogelijkheid krijgen zich ten volle op zijn studies te richten en kan iedereen zich reëel naar individueel vermogen ontwikkelen.
-
Gent: betoging tegen de plannen van Vandenbroucke voor het hoger onderwijs
Met een hels kabaal betoogden gisteren enkele duizenden studenten en personeelsleden in Gent om te protesteren tegen de hervormingen die onderwijsminister Vandenbroucke wil doorvoeren in het hoger onderwijs. Die hervormingen kunnen onder meer leiden tot een forse stijging van bepaalde inschrijvingsgelden (waarna de rest zal volgen). Bovendien zouden er minder middelen zijn voor richtingen die niet zo interessant zijn voor de bedrijven.
Verslag door Thomas
Uiteraard waren de Actief Linkse Studenten aanwezig op de Gentse betoging. We roepen ook op om deel te nemen aan de nationale betoging volgende week donderdag (6 december, 13u30 Brussel-Noord).
Weliswaar was deze actie veel kleiner dan de betoging van 10.000 studenten enkele jaren geleden, maar dat betekende daarom niet dat er minder potentieel aanwezig was. Integendeel! De eisen die her en der te bespeuren vielen, getuigden juist van een groter bewustzijn. Onze eis om het onderwijs te financieren met een bedrag dat op zijn minst 7% van het BNP bedraagt, vond opnieuw ingang onder brede lagen van de studenten. Verder werd het beeld gedomineerd door de eis om het plan Vandenbroucke naar de prullenmand te verwijzen.
Ook de Actief Linkse Studenten waren aanwezig. We konden gemakkelijk de stickers, die speciaal werden gemaakt voor de strijd tegen het plan Vandenbroucke, aan de studenten verkopen. Hierdoor liepen heel wat studenten met deze stickers rond, wat iets anders is dan de overvloed aan kleurige fluitjes die kort voor de betoging werden uitgedeeld. We spraken bovendien mensen aan die langs de zijlijn stonden en probeerden om interessante contactpersonen op te halen om zo de organisatie verder uit te bouwen en de strijd voort te zetten. Er was soms verrassend veel openheid voor linkse ideeën.
De fluitjes en de aanwezige muziekinstrumenten zorgden ervoor dat de betoging aan niemand onopgemerkt voorbijging. Maar net als de vorige betoging ontbrak het opnieuw aan een duidelijke leiding en richting voor de beweging. De organisatoren hebben de mogelijkheid niet benut om duidelijk concrete eisen naar voor te schuiven en reduceerden zo de betoging tot een lokale variant van de manifestatie die nog op 6 december in Brussel moet doorgaan. Dit heeft echter een mogelijke weerslag op het aantal studenten dat alsnog naar Brussel zal afzakken. Ook de beperkte tijd om de studenten op te roepen voor de betoging speelde in ons nadeel.
De Gentse betoging klonk strijdbaar, maar men geraakte niet verder dan het in brand steken van een pop die de minster van onderwijs moest voorstellen. De uitnodiging om naar Brussel te komen voor een nieuwe betoging werd ook niet door iedere student gehoord.
Het plan om aan het einde van de betoging het Gravensteen tijdelijk te bezetten, om zo met onze eisen in de kijker te staan, werd op het einde vermeden. Enkele linkse studenten en sympathisanten zijn dan maar overgegaan tot het kortstondig bezetten van een gebouw van de Artevelde hogeschool en een zitactie. Op dat moment had de betoging echter reeds aan al haar kracht verloren.
De media-aandacht voor deze betoging was beperkt, het had nochtans een mooie afwisseling kunnen zijn voor de communautaire crisis die de sociale en economische conflicten overschaduwt.
-
Gent: betoging tegen de plannen van Vandenbroucke voor het hoger onderwijs
Gisteren betoogden enkele duizenden studenten en personeelsleden in Gent om te protesteren tegen de hervormingen die onderwijsminister Vandenbroucke wil doorvoeren in het hoger onderwijs. Die hervormingen kunnen onder meer leiden tot een forse stijging van bepaalde inschrijvingsgelden (waarna de rest zal volgen). Bovendien zouden er minder middelen zijn voor richtingen die niet zo interessant zijn voor de bedrijven. Vorig jaar publiceerden we een brochure over de neoliberale aanvallen op het onderwijs en meer specifiek over de plannen van Vandenbroucke. Uiteraard waren de Actief Linkse Studenten aanwezig op de Gentse betoging. We roepen ook op om deel te nemen aan de nationale betoging volgende week donderdag (6 december, 13u30 Brussel-Noord).
Fotoreportage
-
Geen uitverkoop van het hoger onderwijs! Betoging op 6 december
Bij de start van het nieuwe academiejaar voerde het kunstonderwijs actie tegen het financieringsmodel van de Vlaamse Regering. Nu wordt op 6 december een betoging tegen de financieringsplannen van het hoger onderwijs georganiseerd. Wij steunen deze betoging voor een democratischer, beter gesubsidieerd onderwijs dat meer kansen voorziet aan iedereen om degelijke studies te volgen.
Kim Wauters, artikel uit de ALS-krant
Het breder kader is de omvorming van het hoger onderwijs tot een model dat kan concurreren met het Amerikaanse onderwijssysteem. Dat is de reden waarom het nieuwe financieringsmodel, ingevoerd door Vandenbroucke, niet subsidieert per ingeschreven student, maar wel per afgestudeerde. Zo wordt de concurrentie tussen de onderwijstinstellingen aangewakkerd. In het kader van dit concurrentiemechanisme werd er overgegaan op het bachelor-master systeem want als alle instellingen in Europa en Amerika hetzelfde model gebruiken, kunnen ze immers makkelijker in concurrentie treden.
Tegelijkertijd daalt de overheidsfinanciering voor het onderwijs. Van 7% van het BNP in 1980 tot ongeveer 5% vandaag. De onderwijsinstellingen worden steeds meer afhankelijk van privésubsidies: enerzijds via bedrijfsponsering, anderzijds via verhogingen van de inschrijvingsgelden. In verschillende ons omringende landen betaal je minstens 1000 euro om je in te schrijven, in Engeland is dit zelfs meer dan 4000 euro.
Door van onderwijs een product te maken dat dient gekocht te worden, voert men een extreme ongelijkheid in. Wie rijke ouders heeft, kan zich in zo’n systeem dure studies permitteren. Wie armere ouders heeft, mag gaan werken of een lening aangaan bij de bank om zijn studies te kunnen betalen. Door van onderwijs een koopwaar te maken, kunnen bedrijven – o.a. banken – veel geld verdienen aan uw studies.
6 december: 13u30 Brussel Noord. Betoging
-
Ongelijkheid in onderwijs neemt toe
Ondanks de ‘gratis’ passers en pennen…
Drie september. Het nieuwe schooljaar begon weer voor tienduizenden kinderen. Lagere scholen voorzagen verplicht een resem schoolmaterialen zoals schrijf- en tekengerei, meetmateriaal, kompas en passer. Een nobele maatregel, alleen gaan ondertussen de besparingen in het hele onderwijs verder. We staan verder dan ooit van een gratis en toegankelijk onderwijssysteem.
Volgens het Hoger Instituut van de Arbeid zijn de gemiddelde schooluitgaven voor het secundair onderwijs meer dan het dubbele in vergelijking met het basisonderwijs (1.106 euro voor de derde graad secundair onderwijs tegenover 491 euro voor het vijfde-zesde leerjaar). De echte moeilijkheden voor veel ouders beginnen in het middelbaar en zijn er zeker bij hogere studies. Bovendien betekent gratis materiaal op school niet dat ouders deze spullen niet meer moeten aanschaffen voor het huiswerk thuis. En, zo schreef een ouder in De Standaard, “de grootste schoolkost is een computer. Ook voor kinderen in het basisonderwijs heb je die al nodig”.
Scholen blijven een spiegel van de ongelijkheid in de maatschappij. Als we kijken naar de noden, is het onderwijs sinds de jaren 1970 structureel ondergefinancierd. De enveloppefinanciering zorgde voor te grote klassen (meer dan 15 leerlingen) waardoor er minder aandacht gaat naar de individuele begeleiding van de zwakkere scholieren en studenten. Het zorgde er ook voor dat meer en meer scholen moeten bedelen om de gebouwen opgelapt te krijgen. Het tekort aan personeel tenslotte leidde tot meer administratief werk voor leraren en directeurs, minder tijd voor lesvoorbereidingen en naschoolse begeleiding.
Decennia van besparingen
In de jaren zeventig werd nog 7% van het BBP besteed aan het onderwijs. Ondertussen is dat gedaald tot 4,9%! De studiekost daarentegen is gestegen met 40 tot 60% tussen 1986 en 1999.
Sinds de jaren 1970 is een veelbeproefde taktiek van de regeringen om, telkens wanneer er bespaard moet worden, scholen tegen elkaar uit te spelen. Dat was niet nieuw, reeds in de beruchte schoolstrijd van de jaren 1950 werden het gemeenschapsonderwijs en het katholieke onderwijs tegen elkaar uitgespeeld. Enkel het gemeenschapsonderwijs kreeg toen extra middelen, waardoor de verdeeldheid werd versterkt en het katholiek onderwijs zich sterker op zichzelf ging organiseren. Bij de besparingen vandaag worden alle netten getroffen.
Verdeel-en-heers was ook het motto voor de regionalisering van het onderwijs. Hierdoor kampte het Franstalig onderwijs met een tekort aan middelen waardoor bespaard werd. Het Nederlandstalig onderwijs volgde kort daarop met onder meer de enveloppefinanciering. Gevolg van decennia besparingen: er is overal een tekort aan middelen, in alle netten en over de taalgrenzen heen.
Gelijke kansen?
Meer en meer worden de kosten van het onderwijs overgeheveld van de staat naar de ouders en de studenten. In het hoger onderwijs bijvoorbeeld worden betaalbare sociale voorzieningen (maaltijden, koten, financiele tegemoetkomingen, lagere inschrijvingsgelden…) afgebouwd. Studenten zoeken meer en meer een bijbaan, ook tijdens het academiejaar, en kiezen voor opleidingen van het korte type.
In het secundair ontstond er een tweestromenland tussen rijke en arme scholen, zowel in het katholiek als het gemeenschapsonderwijs. Ouders krijgen steeds duurdere rekeningen voorgeschoteld, wat voor “sommige scholen een deel van de stategie is om de kansarmen buiten te houden”, aldus Roger D’Hondt van de vzw Schulden op School. De kansarme scholieren, waaronder ook de allochtonen, worden hierdoor geconcentreerd in probleemscholen, terwijl net zij het meeste begeleiding nodig hebben. De middelen hiervoor zijn, net als voor het inclusief onderwijs, ondermaats. Bovendien houdt dit alles het “watervalsysteem” in stand.
7% van het BBP voor onderwijs!
Het is de besparingspolitiek van de regeringen die hiervoor de volledige verantwoordelijkheid draagt. Volgens studies is er 250 miljoen euro nodig om het onderwijs op alle niveaus gratis te maken. Onrealistisch? Ter vergelijking: de fiscale fraude wordt jaarlijks op 15 tot 20 miljard euro geschat. Daarom eisen we onmiddellijk een noodplan voor de herfinanciering van het hele onderwijs met overheidsmiddelen.
ACOD-VUB geeft het voorbeeld: al jaren brengt deze strijdbare vakbondsdelegatie de eis “7% van het BBP naar onderwijs (meer mag ook)!” naar voor op betogingen en acties. Een nationaal actieplan van personeel en jongeren rond deze eis zou enorme steun van de bevolking kunnen krijgen. Op de traditionele partijen hoeven we hiervoor natuurlijk niet te rekenen.
Enkel een volledig gratis en dus toegankelijk onderwijs kan ervoor zorgen dat alle kinderen en studenten dezelfde kansen krijgen. Het onderwijs is een recht, geen voorrecht. Sluit aan bij LSP/MAS en de ALS/EGA om de strijd voor democratisch en gratis onderwijs te voeren!
-
Tekort aan middelen in het hoger (kunst)onderwijs
Het volgend vierjarenplan voor de financiering van hoger onderwijs dat momenteel voorligt voor het Vlaams Parlement, houdt in dat de middelen voor onderwijs nog zullen dalen, waardoor de concurrentie tussen verschillende onderwijsinstellingen nog meer zal toenemen. Dit gaat hand in hand met een kwaliteitsvermindering van het onderwijs.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
> PDF-versie
[/box]De financiële voorzieningen voor hogescholen en universiteiten voldoen steeds minder aan de noden en daar zal met het plan dat nu voorligt geen verbetering in komen. De tekorten aan middelen leiden tot crisissituaties in verschillende segmenten van het hoger onderwijs. De hoofdreden hiervan is al sedert 1994 de beperkte toename van de middelen ten opzichte van de reële kosten.
Het gebrek aan middelen maakt dat klassen groter worden, er te weinig leerkrachten zijn, de slechte staat van de gebouwen schrijnend wordt. Een ander gevolg is ook het gebrek aan het nodige materiaal, een gevolg dat zeker voor de kunstscholen een uitermate negatieve uitwerking zal hebben: gebrek aan computers, dure apparatuur, en het zelf aanschaffen van te kostelijk materiaal.
Hierdoor zijn scholen verplicht middelen te zoeken in de privé-sector. Bedrijven zullen instaan voor het financieren van de gebouwen en materiaal maar kunnen daarmee een dominantere functie uitoefenen in het beleid van de instellingen. De bedrijven zullen niet zomaar middelen ter beschikking stellen, zonder hun eisen hieraan te koppelen. Daar zij enkel geïnteresseerd zijn in richtingen met een ‘marktwaarde’, zullen andere richtingen als menswetenschappen, kunst, filosofie,… ondergefinancierd raken.
Het tekort aan middelen zal niet enkel bij de bedrijven gehaald worden, maar ook bij de studenten door middel van verhoging van inschrijvingsgelden of speciale collegegelden. De wet der sterkste zal spelen, en ervoor zorgen dat enkele scholen zich omvormen tot elitescholen naar Amerikaans model (voor studenten die hoge inschrijvingsgelden kunnen betalen), en dat het merendeel van de scholen zal kampen met de penibele omstandigheden waarin ze terecht zullen komen.
De Actief Linkse Studenten steunen de actie van de vakbonden op 28 september rond de financiering van het hoger kunstonderwijs. Wij ijveren voor solidariteit tussen de studenten van verschillende richtingen en instellingen maar ook tussen de studenten en het personeel in de scholen. Enkel een gezamenlijke strijd kan de weg zijn naar een oplossing.
Wij eisen een onmiddellijke herfinanciering van het onderwijs bestaande uit publieke middelen, dus niet uit de zak van studenten of door sponsoring van bedrijven. De middelen voor het hoger onderwijs moeten terug naar 7% van het BBP. Wij zeggen neen aan het plan Vandenbroucke en zijn neo-liberale onderwijspolitiek en eisen kwalitatief, betaalbaar en publiek onderwijs voor iedereen.
-
Kunstonderwijs: Actie aan het Vlaams ministerie van onderwijs
Vandaag was er een actie van zo’n 600 studenten en personeelsleden van het kunstonderwijs aan het ministerie van onderwijs in Brussel. Ze demonstreerden voor meer middelen voor het kunstonderwijs.
Michael Bouchez
Aanleiding was het financieringsplan voor het hoger onderwijs dat ertoe zal leiden dat drastisch moet worden bespaard in het kunstonderwijs. De Actief Linkse Studenten waren natuurlijk op de manifestatie. We kwamen tussen met ons studentenblad “Actief Links” (waarvan we er ongeveer 50 verkochten).
In ons materiaal legden we uit dat het plan-Vandenbroucke voor het hoger onderwijs leidt tot besparingen. Enkel richtingen met voldoende marktwaarde blijken interessant genoeg te zijn. Andere richtingen moeten snoeien, daaronder ook het hoger kunstonderwijs. Op de actie maakten we duidelijk dat het onderwijsbeleid niet alleen het kunstonderwijs treft. Er is nood aan een gezamenlijke beweging van alle personeelsleden en studenten aan de hogescholen en universiteiten om in verzet te gaan tegen het neoliberale onderwijsbeleid en voor democratisch (hoger) onderwijs.
In de toespraken lag er jammer genoeg weinig nadruk op het feit dat het neoliberale beleid van de traditionele partijen leidt tot aanvallen op het onderwijs. Nochtans zien we dat in heel Europa. Ook vroegen sommige actievoerders zich af of er geen nood is aan een meer algemene beweging zodat de onderwijsminister niet meer om ons heen zou kunnen. De actie van vandaag kan een aanzet in die richting vormen, zeker als de discussie wordt opengetrokken naar heel de onderwijssector!