Category: Non/social profit

  • CHU Brugmann. Personeel in actie tegen parkeermeters

    Interview met Karim Brikci, delegee ACOD-Brugmann

    Eind september vernam het personeel van het Brugmann-ziekenhuis dat de stad Brussel in het kader van een nieuw mobiliteitsplan het betalend parkeren zou invoeren in de straten rond het ziekenhuis. Omdat het ziekenhuis zelf onvoldoende parkeerruimte heeft, moeten veel personeelsleden in de buurt een plaatsje zoeken. Voortaan zouden ze een parkeerkaart van 750 euro per jaar moeten kopen! Het verzet liet niet lang op zich wachten…

    Artikel uit de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Hoe werd de woede georganiseerd?

    Karim: “De directie had het personeel niet ingelicht over de wijzigingen. De stilte vanuit die hoek was oorverdovend. Het parkeerprobleem is niet nieuw, er is een gebrek aan plaats in de buurt rond het ziekenhuis en op de eigen parking van het ziekenhuis gelden er strikte privileges. We besloten om in actie te komen.

    “Samen met onze collega’s van verschillende werkgevers op de site Horta organiseerden we een personeelsvergadering in gemeenschappelijk vakbondsfront. Er waren maar liefst 400 aanwezigen. Er werd gediscussieerd en we beslisten democratisch over onze eisen: een gratis bewonerskaart, volledige terugbetaling van het openbaar vervoer en herziening van de criteria voor toegang tot de interne parking. Het ordewoord was duidelijk: wij gaan niet betalen!”

    Het gebeurt niet veel dat acties op deze manier worden georganiseerd met personeelsvergaderingen waar het eisenplatform wordt bediscussieerd en gestemd. Hoe zijn jullie zo ver gekomen?

    Karim: “Ik hoop eerst en vooral dat deze werkwijze steeds minder uitzonderlijk zal worden. Het is immers enthousiasmerend. Sinds meer dan een jaar organiseren we elk kwartaal een personeelsvergadering om iedereen te informeren en te mobiliseren over diverse thema’s. Er waren ook specifieke vergaderingen voor bepaalde diensten (zoals de schoonmaak). Ik denk dat dit nodig was om geleidelijk aan te bouwen en ervoor te zorgen dat we uiteindelijk kwamen tot personeelsvergaderingen met een erg grote betrokkenheid. We hebben op een maand tijd vier pamfletten gemaakt, een blog opgezet en ook een nieuwsbrief. Op die manier blijven alle personeelsleden op de hoogte en kunnen we de actieve betrokkenheid maximaliseren.”

    Wat zijn de voordelen van deze werkwijze?

    Karim: “Het zijn de personeelsleden zelf die op een vergadering de beslissingen nemen over zowel de eisen als de wijze waarop de strijd wordt georganiseerd. Het is ook voor iedereen duidelijk dat ieder resultaat van onderhandelingen op zo’n personeelsvergadering moet voorgelegd worden om er te stemmen over onze houding. Dat heeft het vertrouwen tussen het personeel en de syndicale vertegenwoordigers versterkt. Het is ook mogelijk om op deze manier de druk hoog te houden, ook als ze ons willen uitputten.”

    Hoe zal het nu verder gaan?

    Karim: “De stad Brussel heeft rap ingebonden. De toepassing van het mobiliteitsplan wordt uitgesteld tot 1 januari. De stad hoopt dat ze hiermee tijd kan winnen om ons uiteindelijk toch te laten betalen, zelfs indien het aan een lager tarief is. De personeelsvergadering was echter duidelijk: we willen geen cent betalen. Na eerdere acties volgt er op 8 november een nieuwe actie: “Bezet de parking”. We zullen de interne parking die normaal enkel beschikbaar is voor de directieleden openstellen voor alle personeelsleden.

    “Er is ook een groeiende steun voor het idee dat we met alle Brusselse werknemers moeten reageren. Er werd meermaals gesproken over de mogelijkheid van een gezamenlijke actie voor het stadhuis in Brussel. Op 8 november is er ’s avonds een vergadering van de volledige ACOD-werking rond deze problematiek. Wij zullen er voorstellen om onze acties uit te breiden om met alle Brusselse personeelsleden gratis woon-werk verkeer te eisen.”

    Is er bij jullie iets voorzien op de Europese actiedag van 14 november?

    Karim: “Onze sector zal op 14 november effectief in staking gaan tegen het besparingsbeleid. We zullen onze volgende lokale actiemomenten gebruiken om zoveel mogelijk collega’s te informeren over het besparingsbeleid in Europa, maar ook over wat ons de komende maanden in eigen land te wachten staat. We hopen dat de stakingsoproep uitbreiding kent. Na de aangekondigde sluiting bij Ford Genk wordt het tijd om een echt actieplan op te zetten, 14 november kan daar een stap in zijn.”


    Blog van de ACOD-delegatie: cgspacodbrugmann.blogspot.be

  • Brugmann ziekenhuis. Personeel woedend over parkeermeters

    Gisteren voerden de personeelsleden van het Brugmann-ziekenhuis in Brussel actie voor het behoud van gratis parkeerplaatsen. Er werden parkeermeters rond het ziekenhuis geplaatst nadat eerder een buurtparking verdween. Hierdoor zouden personeelsleden die met de wagen naar het werk gaan een abonnement van maar liefst 750 euro per jaar moeten betalen om hun wagen kwijt te kunnen!

    Het personeel voerde actie en hield nadien een druk bijgewoonde personeelsvergadering met zowat 400 aanwezigen. Het personeel eist:

    • recht op een GRATIS bewonerskaart (aanvraag en verspreiding georganiseerd door de werkgever)
    • gratis openbaar vervoer: 100% terugbetaling van abonnementen op openbaar vervoer
    • herziening van de toegangsvoorwaarden tot de interne parkings op basis van prioriteiten en noden van het ziekenhuis

    Actie voor gratis parking

    Personeelsvergadering

  • Intussen op de vergrijzingsmarkt: vastgoedfondsen zien enorme kansen

    Omdat de overheden onvoldoende investeren om de groeiende zorgvraag van bejaarden op te vangen, is er ruimte voor private vastgoedfondsen om rusthuizen te bouwen en grote winsten op te strijken. Na de tekorten in de kinderopvang, de scholen, de sociale huisvesting, de werkgelegenheid volgt nu het tekort aan plaatsen in rust- en verzorgingstehuizen. Er zou maandelijks zo’n tehuis moeten bijkomen, beweert vastgoedfonds Cofinimmo.

    De krant De Standaard brengt vandaag het nieuws dat er jaarlijks 1.600 tot 3.000 nieuwe bedden nodig zullen zijn in de rust- en verzorgingstehuizen. Cijfers van het Planbureau geven aan dat er de komende vijftig jaar 600.000 zorgbehoevende ouderen zullen bijkomen. De overheden zijn daar uiteraard niet op voorbereid, het gebrek aan middelen leidt op alle vlakken tot tekorten. We staan stilaan van geboorte tot overlijden op allerhande wachtlijsten.

    Waar de overheid niet tussenkomt, ontstaat er extra ruimte voor de private sector. Vastgoedfondsen zijn al langer actief op de vergrijzingsmarkt. Ze doen dat niet uit eerbied voor de grijze haren van de bewoners van tehuizen, maar wel degelijk om de eigen winsten op te krikken. Het Belgische vastgoedfonds Cofinimmo is op enkele jaren tijd uitgegroeid tot de grootste speler op de Europese markt. De tehuizen zijn goed voor 34% van de portefeuille van het bedrijf, kantoren zijn nog slechts goed voor een kleine 50%. Voorheen werd Cofinimmo groot op de kantorenmarkt.

    De sector van rusthuisvastgoed is volgens De Standaard bijzonder aantrekkelijk. De krant schrijft: “Het ‘leuke’ is dat de vraag groot is en niet conjunctuurgebonden. Daardoor is de bezettingsgraad van de gebouwen zo goed als 100 procent. Bij de kantoorgebouwen in de portefeuille van Cofinimmo was dat afgelopen jaar maar goed 93 procent.” De problemen op de kantorenmarkt zijn de afgelopen jaren toegenomen als gevolg van de algemene crisis en door een overaanbod als gevolg van speculatie.

    Nu wordt gehoopt dat er in de rusthuissector meer mogelijkheden zijn, het is echter maar de vraag hoe snel er daar sprake van overaanbod zal zijn. Rusthuisvastgoed is één zaak, het organiseren van de tehuizen een andere. Met de crisis en het besparingsbeleid komt ook de levensstandaard van ouderen onder vuur te liggen. De cijfers van het Planbureau hebben het over de komende 50 jaar. Maar zullen jonge werkenden van vandaag met hun tijdelijke, onzekere en laag betaalde jobs een plaats in een rusthuis kunnen betalen? Zeker indien dat prijskaartje bijzonder hoog uitvalt omwille van besparingen op de verzorgingssector?

    Cofinimmo beperkt zich niet tot rust- en verzorgingstehuizen. In Frankrijk wordt ook al geïnvesteerd in psychiatrische ziekenhuizen en revalidatiecentra. Het bedrijf wil nog niet in ziekenhuizen stappen, die zijn te groot en te moeilijk om te herbestemmen. Door investeringen in de zorgsector over te laten aan de private winsthonger van vastgoedbedrijven die gekend staan voor hun speculatief optreden, spelen de overheden met de toekomst van onze zorgverlening. Zorg is te belangrijk om aan de logica van de winst over te laten, de overheid moet dringend orde op zaken stellen met een project van publieke investeringen.

  • Non profit op straat

    Enkele honderden syndicalisten van de sector non-profit (federaal) kwamen op straat in gemeenschappelijk vakbondsfront om het gebrek aan middelen voor de sector aan te klagen. De 40 miljoen € beloofd door de regering voor 2013 is onvoldoende om tegemoet te komen aan de grote noden in de sector. Maar om de regering te laten toegeven, zal het nodig zijn de strijd te organiseren, met stakingen en meer ernstige/massale mobilisaties. Lees hier het pamflet van Polsslag dat op de actie werd verspreid.

  • Federale gezondheidszorg. Tijd voor echte én efficiënte actie!

    … stadswandeling in Brussel, ludieke actie in het ziekenhuis, flashmob op het ministerie …

    Pamflet van Polsslag voor de actie van de federale gezondheidszorg morgen. PDF

    Onze sector is overduidelijk het kind van de rekening. De komende jaren zullen er miljarden Euro’s bespaard worden in de gezondheidszorg. Zowel patiënten als personeel zullen dit duidelijk voelen. Hoeveel keren nog gaat men ons doen opdraaien voor de crisis? Een crisis die WIJ niet veroorzaakt hebben.

    Ondertussen blijven de banken en grote bedrijven megabonussen uitbetalen aan bedrijfsleiders alsof er niets aan de hand is. Echter om te zorgen dat we in de toekomst niet in een rampscenario terechtkomen voor de gezondheidszorg (toenemende vergrijzing van de bevolking maar ook van het personeel) zou de regering eerder miljarden extra moeten investeren in plaats van de besparingshakbijl te hanteren.

    De loonkloof met de profitsectoren bedraagt ongeveer 15% . De laatste baremieke loonsverhoging in de ziekenhuizen is ondertussen al … 12 jaar geleden (+1% in 2000) Ondertussen willen de werkgevers en de rechtse politieke partijen de automatische aanpassing van de lonen aan de index afschaffen of “aanpassen.” Dit zou voor onze sector een regelrechte ramp zijn. Sinds 2008 kenden we al 8 automatische aanpassingen (van 2%) van ons loon. Zonder dit indexmechanisme zouden we nu in vergelijking met 2008 dus ongeveer 1/6 van onze koopkracht verloren zijn.

    RESPECT verdomme!

    Zijn wij tweederangswerknemers? Nemen wij genoegen met “lege apenootjes” terwijl de banken en grote bedrijven hun zakken openzetten? Onze sector is gesubsidieerd maar hoe noem je dan de grote cadeaus aan de bedrijven? (notionele intrestaftrek, maribel zonder voorwaarden qua tewerkstelling …)

    Sinds 2002 is het Instituut voor Functieclassificatie (IF-IC) bezig om op wetenschappelijke basis de functies in de ziekenhuizen te beschrijven en te plaatsen in een functietapijt (tabel waarin de verschillende functies met elkaar afgewogen worden) De loonontwikkeling volgens barema werd ook in nieuwe, meer logische curven gegoten. Dit titanenwerk is nu ten einde. De volledige implementatie van de nieuwe functieclassificatie met bijhorende barema’s zou op zich al een meerkost betekenen van 910 miljoen Euro.

    Ook al stellen zowel vakbonden als werkgevers voor de toepassing van IF-IC te spreiden over opeenvolgende sociale akkoorden: de regering blijft potdoof en is enkel bereid een miezerige 40 miljoen Euro te besteden in 2013.

    Terwijl de 130.000 werknemers van de Vlaamse sectoren van de Social/Non Profit een niet onaardig sociaal meerjarenakkoord (210 miljoen Euro) wisten af te sluiten met o.a. een bijna volledige 13de maand, blijven wij van de federale sectoren (300.000 werknemers) op onze honger zitten. Tussen de soep en de patatten werd er een mini-akkoord (zowel qua inhoud als budget: 50 miljoen Euro) afgesloten voor het jaar 2011.

    Voor de rest beperkt het bod van de regering zich tot 40 miljoen Euro in 2013 dat volledig aan extra tewerkstelling dient besteed te worden (ongeveer + 800 voltijdse banen) Het budget voor onze sector bedroeg aanvankelijk 300 miljoen Euro maar dit slonk tot 40 miljoen naarmate de onderhandelingen voor een nieuwe regering “vorderden.” De beperking van het budget tot extra tewerkstelling is wel “een beetje tegenstrijdig” met het feit dat de besparingsdrift van de regering in onze sector hier en daar die zogezegde prioritaire tewerkstelling in gevaar brengt. Het ontkennen van het bestaan van zware beroepen in onze sector en dus het stevig kortwieken van systemen zoals de landingsbanen (1/5 tijdskrediet vanaf 55 jaar i.p.v. 50 jaar) en het brugpensioen zijn ook niet echt bevorderlijk. En wat onze koopkracht betreft: noppes en een schouderklopje. Maar dat zal waarschijnlijk allemaal maar een detail zijn … Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de sectoronderhandelingen met de regering eind maart zijn afgesprongen.

    Hoe een staking efficiënt organiseren ?

    Het is overduidelijk dat de regering de werknemers van onze sector niet ernstig neemt. De chiro-eske acties boezemen niet echt angst in. Vandaar dat er militanten ijveren voor ECHTE acties die efficiënt georganiseerd worden en waar het resultaat van belang is: reële druk zetten op de regering(spartijen) via hun tentakels bij invloedrijke ziekenhuisdirecties. Samen met die militanten roept Polsslag dan ook op om een 24-urenstaking te organiseren in juni maar wel onder specifieke condities. Per regio 1 of 2 grote ziekenhuizen uitpikken waar men alle krachten op concentreert om een effectieve staking te organiseren: inclusief piketten die de lijsten met opgevorderde personeelsleden controleren. De militanten van de andere instellingen kunnen dan hun collega’s ondersteunen. Als deze waarschuwing niet volstaat, stellen we een stakingsweek voor in september (alleszins na de grote vakantie) waar dezelfde manier van werken in een licht aangepaste versie wordt toegepast. Een opeenvolging van 24-urenstakingen in een beurtrol: dinsdag ziekenhuis X, woensdag ziekenhuis Y en donderdag ziekenhuis Z. De militanten van de andere instellingen ondersteunen telkens de piketten. Met dit systeem omzeilen we een deel van de beperkingen van het stakingsrecht in onze sector. In 2005 testte BBTK BHV dit stakingsplan mét succes uit. Nu is onze vraag: is de nationale vakbondstop bereid deze noodzakelijke stap te zetten om het defaitisme en demotivatie van sommige militanten en werknemers te counteren?

  • Personeel beschutte en sociale werkplaatsen in actie voor volwaardige eindejaarspremie

    Gisteren voerden in Gent een 200-tal arbeiders van de beschutte en sociale werkplaatsen actie. Ze protesteren tegen het feit dat zij als enigen in de social/non profit uit de boot vallen bij de toekenning van een volwaardige eindejaarspremie. De collega’s in de sector krijgen 95% van een maandloon, voor de sociale en beschutte werkplaatsen is dat maar 87%. Dat komt bovenop het feit dat deze arbeiders doorgaans een laag loon hebben. In december was er al een eerdere actie nadat een open brief werd rond gestuurd.

    Foto’s van de actie in Gent door Jean-Marie

  • Actie van personeel uit sociale en beschutte werkplaatsen

    Actie van personeel uit sociale en beschutte werkplaatsen

    Verslag door Jef Maes, Foto’s door Eric Byl

    Met deze slogan protesteerden zo’n 200 werknemers van de Vlaamse sociale en beschutte werkplaatsen afgelopen vrijdag in Brussel. Op 2 december werd het sociaal akkoord met de Vlaamse regering ondertekend door de vakbonden en werkgevers. Eén centrale weigerde te tekenen en weigert nog steeds. De Algemene Centrale van het ABVV is niet te spreken over de uitgewerkte regeling voor de eindejaarspremie. Bijna alle 150.000 werknemers binnen de Vlaamse non-profit krijgen vanaf 2012 gemiddeld 95% van een volwaardige eindejaarspremie. Bijna allemaal, want de arbeiders van de werkplaatsen krijgen slechts 87% van een volwaardige eindejaarspremie. Daarom is hun eis ook zeer terecht. De AC breekt het akkoord op zich niet af, maar wil een gelijkwaardige behandeling voor iedereen. “Niet meer! niet minder!”

    “Niet zomaar een eis, maar het verschil tussen River en Pepsi”

    Nog voor de start van de actie, werd er al een delegatie van de Algemene Centrale ontvangen door de vier betrokken ministers. Minister-president Peeters (CD&V), Vlaams minister van welzijn Van Deurzen (CD&V), Vlaamse begrotingsminister Muyters (N-VA) en Vlaams minister van sociale economie Van Den Bossche (Sp.a). De grote bereidheid tot gesprek staat in schril contrast met de onderhandelingssnelheid van de afgelopen twee jaar en is op twee manieren te verklaren. Of de ministers zien de ernst van de situatie in, of er is de hoge voorspelbaarheid van hun antwoord. De keuze is aan de lezer.

    De delegatie van AC kreeg al snel te horen dat het sociaal akkoord door de overgrote meerderheid van de betrokken partijen ondertekend is en dat het niet meer mogelijk is om dit akkoord terug open te breken. De betrokken ministers erkennen de ernst van de situatie, maar ‘getekend is getekend’. Er werd wel beloofd dat er een antwoord komt op de open brief van de werknemers uit de werkplaatsen. De vakbond begrijpt deze houding, maar aanvaardt dit niet. Op papier lijkt de kloof misschien niet zo groot, in werkelijkheid is het verschil duidelijk voelbaar. Op de actie werd het visueel voorgesteld aan de hand van twee winkelkarretjes. Een gelijktrekking zou er bijvoorbeeld voor zorgen dat de arbeiders van de werkplaatsen de keuze hebben om River cola te kopen of Pepsi cola, terwijl ze zich nu gedwongen moeten beperken tot de goedkopere versie.

    Het verleden toont aan dat de arbeiders van de werkplaatsen zeer strijdvaardig kunnen zijn als ze hun tanden eenmaal ergens hebben ingezet. Tien jaar strijd was er nodig om het minimumloon te bekomen, maar ze hebben het. Indien nodig zal er vijf jaar lang (tot de volgende intersectorale onderhandelingen) actie gevoerd worden voor een gelijkwaardige eindejaarspremie. Er werd opgeroepen om de discussie op de werkvloer uit te breiden en zoveel mogelijk collega’s uit de andere sectoren te informeren over de situatie. In januari volgt er een tweede actie. Ditmaal aan het adres van de werkgevers. Er wordt een petitie gestart met als eis: “niet meer, niet minder”. Aan de werkgevers zal gevraagd worden deze petitie te ondersteunen en te tekenen. Als een bevredigend antwoord uitblijft, zullen er in februari nieuwe acties volgen. Zelfs stakingen zijn niet uit te sluiten.

    Herstel de solidariteit!

    De woede op de actie was niet enkel gericht op de Vlaamse regering, maar ook op de vakbondscentrales die het akkoord wel ondertekend hebben. De kracht van de Witte Woede is immers de grote onderlinge solidariteit, een solidariteit die op dit punt verbroken is. LSP en de militanten van Polsslag betreuren deze breuk en roepen de vakbonden op om de solidariteit te herstellen. Ons pamflet was dan ook zeer duidelijk: “onze kracht is ons aantal! Solidariteit met de werkplaatsen is noodzakelijk” en “verderzetting van de harmonisering. Niet alleen in woorden!”


    Fotoreportage

  • Onze kracht is ons aantal

    Solidariteit met de werkplaatsen is noodzakelijk !

    Pamflet van Polsslag, PDF

    De sterke solidariteit binnen de Social Profit is de grote kracht achter de Witte Woede. Eenheid in strijd is iets wat de beweging gemaakt heeft tot wat ze vandaag is. In het sociaal akkoord dat vorige week vrijdag goedgekeurd werd door vakbonden, werkgevers en Vlaamse regering staan echter punten die de solidariteit kunnen ondermijnen. Het luik van de eindejaarspremie is daar één van. De uitwerking ervan is onevenwichtig en nadelig voor de sociale en beschutte werkplaatsen. Toch is de verhoging van deze premie een belangrijke factor in de stijging van de koopkracht. Samen met de extra jobs, meer aandacht voor opleiding en vorming, betere ondersteuning op de werkvloer en extra geld voor het aanvullend pensioen, zorgt de nieuwe eindejaarspremie voor een voelbare verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden binnen een sector van ongeveer 150.000 werknemers.

    Verderzetting van de harmonisering, niet alleen in woorden

    De uitbreiding van de 13° maand is een goede zaak. Maar de uitvoering ervan, zoals beschreven in het sociaal akkoord, is dit verre van. De arbeiders van de sociale en beschutte werkplaatsen krijgen een kleinere uitbreiding dan hun collega’s uit de andere sectoren. Waar het voor anderen opgetrokken wordt tot gemiddeld 95%, blijft het bij hen steken op gemiddeld 87%. In concrete cijfers gaat dit over een gemiddelde stijging van 450 euro tegenover een stijging van 179 euro. Mee stijgen naar 95% zou een verhoging betekenen van 299 euro, wat zelfs nog ver onder de 450 euro uit de andere sectoren ligt. Onevenwichtig en dus onaanvaardbaar.

    In de werkplaatsen werken negen arbeiders op de tien aan het minimumloon. In tegenstelling tot de rest van de Social Profit hebben zij geen baremieke loonsverhogingen en ligt de economische werkloosheidsgraad er rond 23%. Dit laatste zorgt voor een bijkomende aanval op de eindejaarspremie, want slechts 152 uur stempelen wordt meegeteld in de berekening van de eindejaarspremie. Het zijn de werknemers van de sociale en beschutte werkplaatsen die het snelst de gevolgen van de crisis voelen en toch achtergelaten worden. Onbegrijpelijk en dus ook onaanvaardbaar.

    In 2009 kostte het de werkplaatsen maanden van strijd om tot aanvaardbare voorwaarden te komen rond het systeem van economische werkloosheid. Er werden bijkomende vergoedingen voorzien per dag stempelen en de Vlaamse regering verhoogde het aantal weken economische werkloosheid, die meetellen als gewerkte dagen voor de berekening van de eindejaarspremie, van vier naar twaalf (enkel voor het jaar 2009). Toen was er een solidaire houding vanuit de andere social profitsectoren. Die moet terug komen. Samen sterk!

    Met Polsslag steunen wij de eis van de werkplaatsen: een gelijkwaardige eindejaarspremie voor iedereen. De gemeenschappelijke eisenbundel is immers geen vodje papier. Daarin werd duidelijk gesteld dat voor de werkplaatsen een verderzetting van de harmonisering noodzakelijk is. Het is een gemiste kans als de eindejaarspremie buiten deze harmonisering zou vallen.

  • Zweden. Schandalen in geprivatiseerde rusthuizen

    De afgelopen weken ontstond een golf van protest tegen schandalen in private rusthuizen in Zweden. De politici en ondernemers liggen onder vuur bij dit protest, ze doen er ondertussen alles aan om hun model van privatiseringen te redden. De directe aanleiding voor het protest was de poging van het privébedrijf Carema om het overlijden van een inwoner van een van haar rusthuizen te verdoezelen.

    Artikel door Per-Åke Westerlund

    Er kwamen gelijkaardige verhalen uit andere rusthuizen. Bejaarden werden vergeten en soms 12 uur achtergelaten op het toilet, elders moesten ze op de grond slapen, werd een pamper niet vervangen als deze niet vol genoeg was, moest een bejaarde twee weken wachten om een douche te kunnen nemen,… De voorbeelden houden niet meer op. In heel wat gevallen waren er verregaande gevolgen. In een rusthuis van Carema kwam een bejaarde vrouw om het leven als gevolg van bloedvergiftiging bij een geïnfecteerde wonde. Een andere bewoner kwam om van de honger.

    De media hebben de situatie aangegrepen om de frustraties over de dalende standaard van de gezondheidszorg naar buiten te brengen. “Wie durft nog oud te worden?”, was de titel van een blog van het dagblad Aftonbladet. Een televisiedocumentaire bracht het verhaal van de verwaarlozing van bejaarden en de rol van investeerders in de sector van de rusthuizen. Er zijn intussen 150 ernstige klachten tegen Carema dat samen met Attendo Care goed is voor de helft van de private opvangplaatsen voor ouderen. Een derde van de klachten komt van personeelsleden.

    Privatiseringen doden

    Veel mensen beseffen dat dit het resultaat is van de privatisering van de Zweedse openbare diensten. Private bedrijven willen openbare diensten zoals rusthuizen, scholen en ziekenhuizen overnemen. Wie dit het goedkoopste kan, mag de openbare dienst overnemen en krijgt daar publieke middelen voor. “Gezondheidsbedrijven zijn goudmijnen in Zweden”, stelde het dagblad Dagens Industri eerder dit najaar. Voor oudere mensen betekent dit in de praktijk dat er minder personeel is en dat de dienstverlening veel slechter is.

    Dit systeem werd ingevoerd door de rechtse regeringen begin jaren 1990 en het werd verder ontwikkeld vanaf 2006. Maar ook in de tussentijd hebben de regeringen onder leiding van de sociaaldemocraten hier niets tegen ondernomen. Er is weinig verschil merkbaar tussen lokale besturen geleid door de rechterzijde of deze geleid door de sociaaldemocraten. Het congres van de sociaaldemocratische partij stelde in 2009 nog dat het geen probleem had met winsten in gezondheidszorg of onderwijs.

    Grote winsten

    De nieuwe ondernemingen groeien snel en brengen veel op. In Stockholm is 73% van de rusthuissector in private handen, in 2006 was dat nog maar 38%. Het grootste private bedrijf in het onderwijs, Academia, is met 150% gegroeid op twee jaar tijd. In 2009 ging 6,45 miljard euro gemeenschapsmiddelen naar private bedrijven. Omdat ze nationaal nog maar 10 tot 13% van het onderwijs, gezondheidszorg en andere zorgsectoren in handen hebben, rekenen deze bedrijven op verdere groei.

    De opbrengsten zijn enorm. Algemeen is er in de Zweedse economie een opbrengst van 8% op investeringen, in de zorgsector en het onderwijs is dat 15%. Voor Carema was het vorig jaar 33,4%.

    De meeste bedrijven in de sector zijn in handen van kapitaalgroepen uit de Kaaimaneilanden, Jersey of andere belastingparadijzen. Het beruchte Carema is in handen van twee kapitaalgroepen: KKR uit de VS en het Zweedse (maar in Jersey ‘gebaseerde’) Triton. Die bedrijven maken miljardenwinsten door belastingen te ontduiken. Het gaat echter niet alleen om Carema. De discussie vandaag gaat over de noodzaak van een radicale verandering in het volledige zorgbeleid en de volledige publieke sector. De rusthuissector ligt al sinds de jaren 1980 onder vuur.

    De vakbond van gemeentepersoneel stelde in een rapport: “Het aandeel van mensen van 80 jaar en ouder dat publiek gefinancierde zorgen geniet nam af van 62% in 1980 tot 35% in 2009. In de jaren 2000 is de overheidsfinanciering voor ouderen verder afgenomen, zowel in reële cijfers als qua aandeel van het bbp. Het aantal personeelsleden in de dienstverlening is afgenomen.” Vandaag heeft minder dan een op de tien gepensioneerden een vorm van thuiszorg. Het rapport stelt ook dat 100.000 werkenden, vooral vrouwen, deeltijds moeten werken of tijdelijk niet werken om te zorgen voor een familielid.

    Nu vragen de politici zich plots af wat er gebeurd is. Maar vorig jaar was er nog een rapport dat vaststelde dat het “aantal bedden, instellingen en rusthuizen in de jaren 1990 fors is afgenomen en in de eerste helft van de jaren 200 is blijven afnemen. Bijna de helft van de ziekenhuisbedden gingen verloren. In dezelfde periode werd zowat iedere vorm van institutionele zorg in de bejaardenzorg of voor mensen met een beperking stopgezet.”

    Politieke beslissing

    Dit is het resultaat van bewuste politieke beslissingen. De verantwoordelijkheid werd gedecentraliseerd of uitbesteed zodat de politici hun handen in onschuld kunnen wassen.

    De werkgevers eisen al langer dat de volledige publieke sector wordt geprivatiseerd. De werkgevers hebben daarbij drie doelstellingen: het openen van nieuwe markten voor private bedrijven, het verzwakken van de vakbonden en het personeel en het indijken van een publieke sector waar de gemeenschap iets over te zeggen heeft.

    De schandalen over wat de durfkapitalisten hebben aangericht in de zorgsector zijn schokkend. Er is nood aan een strijd tegen de privatiseringen en de gevolgen. De vakbonden, organisaties van gepensioneerden, familieleden van wie in rusthuizen zit,… moeten een initiatief nemen om duizenden gezinsleden, personeelsleden en anderen bijeen te brengen in een beweging tegen besparingen en privatiseringen.

    Er is een enorm verzet tegen de winsthonger in de zorgsector. Twee jaar geleden gaf een peiling aan dat de helft van de Zweedse bevolking tegenstander was van winsten op basis van scholen, gezondheidszorg en de sociale sector. De recente onthullingen en schandalen zullen dat aantal nog fors hebben opgedreven.

    Waar blijft het antwoord?

    Ondanks de schandalen komt er geen ernstig antwoord. In de media blijven dezelfde traditionele politici en zelfs durfkapitalisten aan bod komen om te zeggen dat de schandalen, waar ze zelf voor verantwoordelijk zijn, ‘onaanvaardbaar’ zijn. De regering heeft nieuwe maatregelen beloofd tegen belastingontduikingen en de gemeenteraad van Stockholm heeft Carema aan de deur gezet in het rusthuis van waar het eerste schandaal bekend raakte.

    De sociaaldemocratische partijleider Håkan Juholt verklaarde dat het verkeerd is als private bedrijven met winst als centrale doelstelling het voor het zeggen hebben. Maar hij gaat niet in tegen de heerschappij van die bedrijven, hij verklaarde dat hij een “breed akkoord” zoekt met de rechtse regering.

    Jonas Sjöstedt, kandidaat-partijvoorzitter voor de Linkse Partij, stelde dat Juholt en de sociaaldemocraten net zoals de linkerzijde moeten opkomen voor “een verbod op winsten door de openbare diensten te plunderen.”

    De sociaaldemocraten maar ook de Linkse Partij stellen het private bezit op zich niet in vraag. Hoe kan Juholt de durfkapitalisten stoppen als hij enkel wil samenwerken met de conservatieve regering? Wil hij deze kapitalisten ook weg uit de scholen en de gezondheidszorg? Stelt Sjöstedt het winstprincipe op zich in vraag of enkel indien er sprake is van een plundering van de openbare diensten?

    Alleszins is het duidelijk dat nieuwe maatregelen of wetten snel zullen omzeild worden door de bedrijven die winsten willen boeken in de zorgsector. Rechtse politici zullen niet aarzelen om het privatiseringsbeleid voort te zetten en dit onder het mom van het “vergroten van de keuze”.

    Beweging van onderuit

    We kunnen niet op de gevestigde politici vertrouwen, maar moeten bouwen aan een beweging van onderuit. De rusthuissector moet gepland worden op basis van sociale behoeften. In de verkiezingscampagne van 2010 in Haninge (in het zuiden van Stockholm) stelde Rättvisepartiet Socialisterna (de Zweedse zusterpartij van LSP) dat het aantal gepensioneerden sinds 2002 met 2.998 was toegenomen, maar dat het aantal plaatsen in speciale huisvesting voor ouderen met slechts 29 was toegenomen. Wij eisten 275 nieuwe personeelsleden in de zorgsector in Haninge, meer accommodatie en huisvesting en betere arbeidsvoorwaarden.

    in Luleå, in het noorden van Zweden waar RS eveneens gemeenteraadsleden heft, heeft het door sociaaldemocraten geleide bestuur bespaard op gezondheidszorg. Dit leidde tot strijd van het personeel. Het verlagen van de lonen door de weekendpremies af te schaffen, zorgde voor heel wat ongenoegen.

    Het probleem dat aan de basis van de huidige schandalen ligt, is de greep van de kapitalisten op de zorgsector. De bejaarden en hun familieleden hebben niets te zeggen. Dat geldt ook voor het personeel dat hun job goed wil doen maar daarbij steeds meer botst op een onhoudbare werkdruk, onzekerheid en deeltijdse betrekkingen met lage lonen.

    Het protest tegen de schandalen treft ook de regering. Die hoopt op een passief protest en een zwaktebod van de zogenaamde oppositie en de vakbonden. Zal de vakbond van het gemeentepersoneel dat toelaten? Of zal deze vakbond een brede campagne opzetten tegen privatiseringen? De zwakte van de zogenaamde ‘oppositie’ van de sociaaldemocraten blijkt ook uit de peilingen die de partij op een historisch dieptepunt plaatsen. Partijleider Juholt kwam in opspraak omdat hij dubbele kostennota’s had ingediend. De crisis van de sociaaldemocratie is in essentie een politieke crisis: ze hebben geen alternatief op het beleid van de rechtse coalitie.

    Niet te temmen

    Wij steunen iedere stap die de macht van de private bedrijven en hun winsten kan beperken. Maar het is niet mogelijk om de private sector onder controle te krijgen of de winsthonger aan banden te leggen met regels. Het is niet mogelijk om te controleren wat je niet bezit. De strijd moet zich richten tegen het private kapitaal in wat mogelijk een van hun meest winstgevende sectoren is.

    We moeten de behoeften onderzoeken en in kaart brengen. Dit moet gebeuren door wie nood heeft aan zorgverleningen, familieleden en het personeel in de sector. De arbeidsvoorwaarden en lonen moeten drastisch verbeteren, de lonen moeten stijgen en er is meer personeel nodig.

    Hiertoe moeten we het protest verder organiseren met duidelijke eisen die ingaan tegen iedere private betrokkenheid in de zorgsector of het onderwijs. Meer publieke middelen voor gezondheidszorg en onderwijs gaan in tegen de logica van het kapitaal.

    Wij eisen:

    • Rusthuizen terug in publieke handen!
    • 200.000 nieuwe jobs in zorgsector! Hogere lonen, verlaging van de arbeidstijd
    • Zorgverstrekking op basis van sociale behoeften en onder de controle van de zorgbehoevenden, hun familieleden en het personeel in de sector
    • Vakbonden en organisaties van gepensioneerden moeten betogingen opzetten tegen de private greep op de zorgsector
  • Fotoreportage vanop de betoging van de zorgsector

    Vandaag voerden enkele honderden vakbondsmilitanten van de vakbonden uit de federale sectoren van de zorgsector actie in Brussel. Het personeel neemt het niet dat er onvoldoende middelen worden voorzien om degelijke diensten te kunnen aanbieden. De actie werd gesteund door de drie vakbonden. LSP was ook op de betoging aanwezig met een aantal militanten. We verdeelden het pamflet van Polsslag en hadden een stand. Hieronder enkele foto’s.

    Boris

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop