Deze week braken spontaan acties uit in de rusthuizen van ORPEA. De maat is vol voor heel wat zorgverstrekkers, de emmer van de werkdruk is overgelopen. Ze eisen meer jobs en betere werkvoorwaarden. Een interview van Francis Stevens, de betrokken secretaris voor BBTK B-H-V Social Profit.
(Interview door Wouter)
Wat heeft de werknemers tot deze staking gebracht?
“In België beheert de multinational ORPEA 58 rusthuizen. Ondanks verschillende maanden onderhandelingen over het verlichten van het zware werk om betere hulp en zorg aan de bejaarden te kunnen bieden, wou de directie geen oplossing hiervoor bieden. Daarenboven weigerde ze federale subsidies (sociale maribel) te gebruiken om 22 jobs te kunnen invullen. Ze wijzen dit af omdat ze het geld zouden moeten voorschieten, iets wat in gesubsidieerde diensten nooit een probleem vormt. De druk op de werknemers is onhoudbaar, de bewoners zijn eveneens de dupe. Tegelijkertijd kent dit beursgenoteerd bedrijf een enorme winsttoename, in één jaar tijd was er een stijging van haar aandelen tot 20% (€ 46,24 op 21/01/2014 en € 56,48 op 23/01/2015!).”
Er zijn dus middelen beschikbaar?
“Zeker en vast. Dit is een zeer winstgevende multinational die volledig in staat is om te zorgen voor goede werkcondities en uitgebouwde zorg aan bejaarden. Haar belang is echter meer winst maken. Dit optimaliseren verklaart haar hardvochtige aanpak van de werknemers. De winst vloeit voor een groot gedeelte voort uit de uitbuiting van het personeel.”
Hoe is de staking ontstaan?
“Wel, na een aantal onderhandelingen, het indienen van een stakingsaanzeg en een verzoeningspoging bleef alles onveranderd. De mensen op de werkvloer zijn het echt beu en hebben het werk onderbroken. Ondertussen zijn er spontane acties geweest in een 10-tal vestigingen.”
Wat gebeurt er verder?
“Momenteel breiden we de acties uit naar meer vestigingen. We proberen iedereen, zowel werknemers als bewoners en familie, bewust te maken van wat er gebeurt. De acties zullen verder gaan tot we een degelijke oplossing afdwingen. De maat is vol, de mensen willen doorgaan!”
Hoe kan er solidariteit betuigd worden?
“De werknemers van ORPEA zullen steun kunnen gebruiken in elke fase van de strijd. Solidariteitsbetuigingen kunnen het draagvlak van de acties verbreden. Aanwezigheid op acties is eveneens ondersteunend, zeker door andere werknemers of delegaties uit de sector.”
Wat betekent dit voor de sociale sector?
“De commercialisering van de zorg leidt tot slechtere werkcondities en een minder toegankelijke zorg die aan kwaliteit afneemt. We moeten ons dan ook massaal verzetten hiertegen. Een goed uitgebouwde publieke zorg is noodzakelijk voor de toekomst. Zowel voor de werknemers als voor ieders oude dag. Dit kan slechts door fundamentele veranderingen in de samenleving, waarbij de mensen op de werkvloer en de gebruikers van de zorg de controle hebben, niet de werkgevers en de aandeelhouders van de multinationals.”
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block kwam met het voorstel om een panel van artsen in te schakelen om na te gaan of langdurig zieken toch niet ingeschakeld kunnen worden. In andere landen gebeurt dit al langer. Dat het daar samen met een grotere rol van private verzekeringsinstellingen tot schrijnende toestanden leidt, vormt geen bezwaar voor de rechtse regering.
Op zich is er natuurlijk niets op tegen om voor wie ziek is een aangepaste plaats in de samenleving te zoeken. Maar daar gaat het niet om voor deze regering. Die wil zieken en ouderen aan de slag krijgen als besparingsmaatregel. En dat terwijl er te weinig werk is om alle jongeren aan een job te helpen. Zou het niet logischer zijn dat wie jong en energiek is als eerste kans op werk zou maken? Is het niet wraakroepend dat jongeren hun toekomst niet kunnen uitbouwen omdat ze geen toegang tot werk hebben, waarbij die toegang nog moeilijker wordt gemaakt omdat bejaarden en zieken aan het werk moeten?
De Block wil zieken sneller aan de slag omdat ze te duur zijn voor de sociale zekerheid en omdat zieken het risico lopen in armoede terecht te komen. Hiermee wordt de logica omgedraaid, in plaats van sociale zekerheid als bescherming tegen armoede wordt geëist dat zieken hun eigen plan trekken. De sociale zekerheid – die uitgebouwd is door onze bijdragen! – wordt al jarenlang afgebouwd. Niet omdat de noden afnemen, maar wel omdat de regering de middelen van onze sociale zekerheid liever cadeau doet aan de grote bedrijven. Ervoor zorgen dat de zwaksten niet uit de boot vallen, is blijkbaar teveel gevraagd. Neen, langdurig zieken moeten maar hun eigen boontjes doppen en werk zoeken.
Het doel van deze maatregel is dus niet om zieken een nuttige functie in de samenleving te laten uitoefenen en hen op die manier een grotere eigenwaarde te geven. Neen, het is een besparingsmaatregel om de sociale zekerheid te ontzien en de verantwoordelijkheid voor ziekte door te schuiven naar de zieken zelf. Eerder gebeurde hetzelfde met werkloosheid en werklozen. Werklozen zouden verantwoordelijk zijn voor hun positie. Dat er niet genoeg jobs beschikbaar zijn, daar wordt geen rekening mee gehouden. Neen, als werklozen geen werk vinden, is het omdat ze niet genoeg geprikkeld worden. Na de hetze tegen werklozen maakt de rechtse regering zich nu op om hetzelfde te doen met zieken.
Een pleidooi om langdurig zieken te integreren op de werkvloer en een aangepaste functie te laten uitoefenen, zal pas geloofwaardig en sociaal overkomen indien eerst de jonge werklozen aan werk worden geholpen door het beschikbare werk te herverdelen en indien de werkdruk dermate wordt aangepast dat het mogelijk wordt. Dat kan onder meer met een arbeidsduurvermindering, bijvoorbeeld tot 32 of 30 uren per week, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen of zelfs met een daling van het werkritme. Een daling van de werklast zou overigens meteen een daling van het aantal arbeidsongeschikten (denk maar aan stress, burnout, …) mogelijk maken en het zou reïntegratie van langdurig werklozen eenvoudiger maken. Maar zoals de maatregel nu voorgesteld wordt, is het een zoveelste aanval op de zwaksten in de samenleving.
Hieronder publiceren we enkele foto’s van het piket deze ochtend op de campus van Aalst van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis. Tegen 8 uur vanochtend was dat al aangedikt tot ruim 60 deelnemers, goed voor bijna 20% van het betrokken personeel. Dan moest ondergetekende het piket verlaten. Maar aangezien die ochtend nog een ontmoeting met de directie op de agenda staat, veronderstel ik dat nog meer personeelsleden het piket zullen vervoegen. In hun zakken zitten en aan hun verlof knibbelen terwijl de directie zich royale bonussen toekent, dat pikken ze hier niet zomaar.
Eric
Van symboliek kennen ze wat in Aalst. Het wantrouwen tussen werknemers en werkgevers is er altijd wat groter en explicieter geweest dan elders, dat dateert al van het begin van de vorige eeuw. Toen leverden de beginnende socialistische beweging en de aanhangers van priester Daens een heroïsche strijd tegen de ultrareactionaire Charles Woeste, diens politie en diens private stoottroepen. Woeste beschouwde het werkvolk als ongeciviliseerde barbaren.
De methodes (en de taal waarin) zijn intussen veranderd, maar de gedachten zijn ongeveer dezelfde gebleven. Zo kon N-VA burgemeester D’Haese niet nalaten om het piket onder politiebegeleiding te komen schouwen. Je weet maar nooit dat die brutale stakers – ongetwijfeld een samenraapsel van dronkaards, lichtekooien, vechtersbazen en een aantal beroepsagitatoren – patiënten, werkwilligen en mijnheer den doktoor zouden durven molesteren. Burgemeester D’Haese liet zich daarbij assisteren door ASZ-voorzitster Daisy Van Gheit, ooit SP.a maar daar vertrokken met een rechtse afsplitsing die deel uitmaakt van het stadsbestuur.
Zodra hij de kans kreeg vertelde D’Haese er voor de camera dat het bestuur al 6 keer met de vakbonden gepraat had en dat het dus fout was de directie ervan te beschuldigen dat ze niet wou onderhandelen. Maar ook de werknemers kennen de Aalsterse traditie: kalm, maar niet zonder ironie, dienden ze de burgemeester van antwoord. Praten is wat anders dan onderhandelen en zodra de secretaris er is, zal de delegatie de oefening om te “onderhandelen” nogmaals hernemen.
Op het piket waren ook enkele werknemers en afgevaardigden van de VZW aanwezig. Die werd destijds kleinschalig opgericht door enkele geneesheren die eigen personeel aan door henzelf bepaalde condities verkozen boven het personeel van het ziekenhuis. Van de infrastructuur, de administratieve en de technische ondersteuning wilden ze wel dankbaar gebruik blijven maken. Intussen werkt evenveel personeel voor de VZW als er voor het ziekenhuis zelf werken, maar dat personeel heeft minder arbeidsduurverminderingsdagen en moest al eerder inleveren op de tweede pensioenpijler. Uiteraard tracht de directie de verschillende personeelscategorieën maximaal tegen elkaar uit te spelen. Over de eigen voordelen, inclusief city-trip naar Milaan, zwijgt ze, maar de ‘privilegies’ van het ziekenhuispersoneel tegenover dat van de VZW’s is haar stokpaardje. Gezamenlijke strijd van alle personeelscategorieën voor de bast mogelijke condities voor iedereen is de enige manier om tegen die verdeeldheid in te gaan. Misschien moeten de vakbondsvertegenwoordigingen vanaf nu telkens een collega van de andere structuur uitnodigen op hun vergadering zodat ze beter rekening kunnen houden met de specifieke wensen van iedereen.
Actie aan ASZ in 2009De besparingstsunami werd op gang gebracht door de regering Di Rupo die voor miljarden in de gezondheidszorg snoeide o.a. door het verlagen van de beruchte groeinorm van het budget van 4,5 % naar achtereenvolgens 2% voor 2012 en 3% voor 2013 en 2014. Deze groeinorm is nodig om o.a. de stijgende kosten van vergrijzing op te vangen. De federale Zweedse coalitie in wording wil de groeinorm verder verlagen tot 1,5%.
Zorgnet Vlaanderen (de grootste werkgeverskoepel in de sector) raamt de jaarlijkse stijging van de vergrijzingskosten op 2,3%.‘Als de verwachte halvering eraan komt, komen de ziekenhuizen jaarlijks 1.500 jobs te kort’, zegt gedelegeerd bestuurder van Zorgnet, Peter Degadt. ‘Doordat de nodige omkadering zal ontbreken, zullen we per patiënt minder verpleegkundigen hebben.’
Verdere besparingen via de kaasschaafmethode zullen dieper en dieper in het weefsel van de ziekenhuizen snijden. Op basis van een analyse van de financiële bilans beweert Santhea (werkgeverskoepel van Franstalige publieke en niet-confessionele privéziekenhuizen) dat 25,6 % van de algemene ziekenhuizen in gevaar zijn en dat hun toekomst verre van verzekerd is.
Uiteraard moeten we de “alarmbellen” van de werkgevers in de juiste context plaatsen. De sluipende privatisering en commercialisering van de sector zorgt ervoor dat de winsten geprivatiseerd worden (o.a. richting aandeelhouders en artsen) De gemeenschap blijft dus opgescheept met de kosten … Een fundamentele hervorming van de gezondheidszorg dringt zich dan ook op om komaf te maken met de “melkkoefunctie van de zorg”, waarvoor uiteindelijk personeel en patiënten de rekening betalen. Minister Onkelinx zette op het einde van haar mandaat een stappenplan in gang om de ziekenhuisfinanciering te hervormen. Of haar opvolger die draad verder gaat opnemen, is natuurlijk koffiedik kijken.
Bij de eerste besparingsgolf van Di Rupo werd op verschillende manieren gereageerd. De financieel gezonde ziekenhuizen hadden “nog wat vet over” om te gaan voor zogenaamde “slimme besparingen.” Dit betekent o.a.: uitstellen van investeringen, organiseren van groepsaankopen met verschillende ziekenhuizen om de kosten te drukken, geen te grote haast maken met het vervangen van personeel enz. Bij de ziekenhuizen die het water toen al aan de lippen stond, werd wel degelijk overgegaan tot inkrimping van het personeelsbestand en andere maatregelen die het personeel rechtstreeks raakten. Bij een volgende “kaasschaaf” zouden sommige van deze ziekenhuizen wel eens kunnen verzuipen. Dat in dit geval “de politiek” zou ingrijpen, valt te betwijfelen, aangezien vooral de rechterzijde van mening is dat er tot 25% te veel ziekenhuisbedden in België zijn … In de praktijk heeft er nu een “survival of the fittest” plaats in een sector waarbij de zuiver commerciële logica doorgetrokken wordt in wat ooit publieke dienstverlening was die voor iedereen toegankelijk moest zijn.
De specifieke situatie van de “hybride ziekenhuizen” in Vlaanderen.
Op de keper beschouwd is de publieke ziekenhuissector in Vlaanderen aan het uitdoven. Zo omschrijft werkgeversorganisatie ICURO (sinds 2010) zich als “vertegenwoordiger van de Vlaamse ziekenhuizen met publieke partners.” Het uitdoofscenario heeft ook betrekking op de betere arbeidsvoorwaarden die voorheen van toepassing waren in de publieke ziekenhuizen. Het ASZ is een schoolvoorbeeld hoe men die arbeidsvoorwaarden naar beneden toe wil nivelleren naar het niveau van de private sector. Sinds 2008 is er in het ASZ een continue aanval op die arbeidsvoorwaarden (zie kader) De specifieke structuur van het ziekenhuis maakt het de directie heel makkelijk om verschillende personeelsgroepen tegen elkaar op te zetten: de statutairen en contractuelen in het publieke gedeelte, de contractuelen bij MSSZ (beter gekend als “de VZW van de dokters”) Het groot aantal vakbonden actief op het terrein maakt ééngemaakte strijd er ook niet makkelijker op.
WAT TE DOEN? LESSEN TREKKEN UIT HET VERLEDEN
De mobilisatiekracht van de witte woede werd ernstig ondergraven door het begin van de crisis in 2008. Deze werd door de regering als excuus gebruikt om komaf te maken met de traditie van meerjarige sociale akkoorden (4 à 5 jaar) in de federale sectoren van de gezondheidszorg. In de plaats kregen we een reeks van mini-akkoorden in de maag gesplitst. “Mini” slaat zowel op de duur van de akkoorden als op de inhoud. Eéngemaakte nationale acties met grote mobilisaties tegen de besparingsplannen bleven dan ook uit. Syndicale delegaties die geconfronteerd werden met ernstige besparingsmaatregelen in hun ziekenhuis mochten zelf hun boontjes doppen. De mobilisaties die wel doorgingen, beperkten zich meestal tot militantenconcentraties van enkele honderden voor de verlenging van bijvoorbeeld de cao’s voor brugpensioen. Er zal moeten gediscussieerd worden hoe we de dynamiek van de massale witte woedes van weleer terug op gang kunnen krijgen. In deze discussie, die zo breed mogelijk dient georganiseerd te worden, spelen basismilitanten een belangrijke rol aangezien zij de situatie op het terrein het beste kennen.
De rechtse regeringen in de steigers bereiden een ongeziene brutale aanval voor op alle groepen in de maatschappij!
De Zweedse coalities (zowel Vlaams als Federaal) willen komaf maken met alle zogenaamde taboes van de vakbonden: de index, het stakingsrecht, het brugpensioen … Tegelijkertijd doet men een aanval op alle groepen en sectoren in de maatschappij. Vorige regeringen pasten vooral de salamitechniek toe om onze sociale verworvenheden beetje bij beetje aan te vreten en speelden daarbij voorkeur verschillende groepen tegen elkaar uit. Denken we maar aan het generatiepact waar men de jongeren tegen de ouderen trachtte op te zetten.
Buiten de bedrijven en de rijken die overladen worden met cadeau’s (verlaging van de sociale lasten met een kwart: van 33% naar 25%) gaat nu iedereen voor de bijl. Denken we maar aan de jongeren met de verhoging van de inschrijvingsgelden voor het onderwijs, de gepensioneerden en bejaarden, de socio-culturele sector die op water en brood wordt gezet, verdere besparingen in de gezondheidszorg, verhoging van de BTW van 21 naar 22 % en zo kunnen we wel even doorgaan … De enige manier om deze tsunami van sociale afbraak tot staan te brengen is een ééngemaakte massabeweging van alle groepen en sectoren in de maatschappij die moeten opdraaien voor de winsthonger van de bedrijven en de rijken. In principe kan zo een massabeweging maar één doel hebben: het ten val brengen van deze antisociale, rechtse regeringen. Met het bijschaven van de scherpe kantjes zijn we, gezien de ernst van de aanvallen, niets. Hiervoor kunnen we alleen maar rekenen op onze eigen kracht als werknemers en jongeren, via onze organisaties (vakbonden, middenveld en consequent linkse partijen) en niet op de zogenaamde “progressieve oppositiepartijen” die in de feiten niet fundamenteel breken met het besparingsverhaal.
[divider]
Ter herinnering: de voorbije acties in het ASZ …
In november 2008 had een eerste staking van drie dagen plaats tegen het verbreken van de belofte van de directie i.v.m. de vaste benoemingen. Meer dan 300 personeelsleden waren geslaagd voor een examen dat uitzicht gaf op zo een benoeming. In 2007 beloofde de directie dit uit te voeren maar uiteindelijk besliste ze om over te gaan tot het benoemen van in de veertig uitverkorenen (familie en entourage van politici en hogere kaders) waaronder minder dan de helft verpleegkundigen. De manier waarop er door de toenmalige burgemeester en politie, werd omgegaan met het stakingsrecht was allesbehalve: personeelsleden werden ‘s ochtends vroeg door een politiecombi opgehaald (zonder bevel van de gouverneur!) en aan het ziekenhuis afgezet. Soms gebeurde dit op een brute wijze. In Wetteren plukte de politie doodleuk personeelsleden uit het stakingspiket om ze te dwingen aan het werk te gaan.
Op 5 maart 2009 begon een vervolgstaking die duurde tot 17 maart (meteen een stakingsrecord voor de sector) Men staakte tegen het afvoeren van de vaste benoeming, voor het stoppen van de sluipende privatisering en een oplossing voor de grote werkdruk. Deze staking ging ook gepaard met intimidaties van de directie tegenover individuele werknemers: “Uw C4 ligt al klaar …”
In maart en april 2009 volgden nog acties aan de Aalsterse gemeenteraad tegen de hardnekkige onwil van de directie om te onderhandelen. Niettemin werd de vaste benoeming uiteindelijk geschrapt en als troostprijs kwam er een tweede pensioenpijler voor de contractuelen.
Op 21 juni 2011 legde een deel van het personeel opnieuw kort het werk neer. Steen des aanstoots was een extra premie van 9000 Euro die de directieleden zichzelf wilden toekennen. De bonus werd door de directie verdedigd met het argument dat ze minder verdienenden dan hun collega’s in privéziekenhuizen. In totaal ging het over een bedrag van 63 000 Euro voor 7 directieleden. Op dinsdag 19 juli 2011 volgde nog een prikactie …
Anno 2014 wil men de tweede pensioenpijler voor de contractuelen terugschroeven en de werknemers drie halve dagen vakantie afpakken terwijl in het recente verleden er ook al vakantiedagen voor de bijl gingen.
Gedaan met de salamitactiek en de kaasschaafmethode van besparen. Met de nieuwe Vlaamse regering gaat het van oude keukentermen naar een ware hakbijl door onder meer te kappen in de sociale sector.
De Vlaamse regering met N-VA, Open VLD en CD&V heeft trots een zware besparingsronde aangekondigd. Ze wil op vijf jaar meer dan 8 miljard euro besparen om telkens een begroting in evenwicht te realiseren. De keuze tussen besparen bij de rijken of bezittende klasse in de samenleving, of besparen bij mensen die afhangen van een job om hun leven uit te bouwen, was snel gemaakt. Domeinen zoals Welzijn en Gezondheid of de sociaal-culturele sector worden ondanks hun impact op de leefbaarheid van dit maatschappelijk systeem niet ontzien.
Door de stijgende werkloosheid komen meer mensen in een precaire situatie terecht. Veel organisaties en diensten in de sociale sector krijgen meer vragen zonder meer middelen. Voor steeds meer mensen wordt nu ook kinderen hebben of oud worden allesbehalve evident! Tal van diensten worden genoemd in afslanking van personeel: Kind en Gezin, VDAB, CLB, … Ook de sociaal-culturele sector die slechts 0,2 % van de begroting uitmaakt, zal nog eens harde klappen krijgen en werknemers moeten ontslaan.
Alsof dit nog niet genoeg is, wordt ook bespaard op het verenigingsleven, daar moet men het elk jaar met ruim 200 miljoen euro minder doen. (besparing: 1 miljard euro) Het is één van de voorbeelden hoe men de sociale structuren die nog rechtstaan, wenst te breken. Jeugdverenigingen leren jongeren samenleven en verbinden. De weg naar een samenleving met individuen die enkel nog concurrenten van elkaar zijn, wordt verder geplaveid.
Besparingen in de sociale sector zijn echter niet nieuw. Er werd reeds in de subsidiëring gesnoeid, zoals in de sociaal-culturele sector. Daarenboven kregen heel wat organisaties, bijvoorbeeld via schaalvergroting zoals bij de CAW, reeds meer opdrachten zonder bijkomende middelen. Door de laatste staatshervorming werden nog meer domeinen geregionaliseerd, waarbij middelen worden herzien en arbeidscondities mee in de neerwaartse spiraal komen. Ook de golf van privatisering en commercialisering bracht een verdere uitholling van dienst- en hulpverlening teweeg, denk maar aan de wantoestanden in de RVT.
Deze nieuwe, hevige besparingen onder de welgekozen noemer ‘Bourgeois I’ kunnen niet meer zonder reactie blijven. Een belangrijke stap om verzet volop mogelijk te maken, zou een breuk tussen de vakbonden en traditionele partijen zijn. Met CD&V in de regering, dient het ACV duidelijk kleur te bekennen. ABVV dient volop het verzet te organiseren, maar kan daarbij niet rekenen op het politieke relais dat al jarenlang de ‘oude’ methode van besparen hoog in het vaandel draagt. Een front van verzet tegen de besparingen kan niet met besparingspartijen!
Het is belangrijk dat jongeren, werknemers en hulpvragers elkaar vinden in een gezamenlijk verzet over sectoren heen. Ewald Pironet noemt in Knack (13 augustus) de Vlaamse besparingen peanuts vergeleken met wat federaal nog zal volgen. Dus ook verbinding tussen deze niveaus (waar zich nog een deel van de sociale sector bevindt) kan niet ontbreken.
Er is voldoende rijkdom voorhanden, alleen stroomt die nu grotendeels naar winst in privéhanden. Terug controle nemen over de sociale sector via volwaardige publieke diensten met de middelen die nu in winst opgaan is een belangrijke stap. Dit betekent ook democratische controle over de sleutelsectoren van de economie. Uiteindelijk willen we met uitgebouwde publieke diensten over sectoren heen voorkomen dat de sociale sector slechts nog een afbrokkelende correctie op het falende kapitalisme blijft.
[divider]
Verontrustende cijfers
De Morgen bracht op 9 augustus 2014 als eerste een meer concreet beeld van de harde besparingen in de sociale sector. Enkele voorbeelden:
De bijdrage voor de jaarlijkse zorgverzekering wordt 40 euro in plaats van 25 euro en wordt geïndexeerd. (besparing: 370 miljoen euro)
De tarieven voor kinderopvang worden duurder voor de laagste inkomens: de minimumbijdrage wordt 5 euro in plaats van 1,56 euro per dag. De kinderkorting (bij meerdere kinderen die opvang nodig hebben) van 3,14 euro per dag wordt afgeschaft voor de gezinnen waar het andere kind niet meer in de opvang zit. (besparing: 133 miljoen euro)
De kinderbijslag wordt in 2015 en 2016 niet geïndexeerd. (besparing: 175 miljoen euro)
Het budget voor gezinshulp zou niet meer verder kunnen groeien.
In de zorgcentra voor ouderen worden de subsidies voor animatie afgebouwd waardoor de prijs per oudere tot 60 euro per maand of 720 euro per jaar kan stijgen. (besparing: 110 miljoen euro)
We hebben er niet genoeg voor gewaarschuwd dat de besparingslogica zal leiden tot het invraagstellen van gelijk welke dienst aan de gemeenschap! Nu is het zover voor de Brusselse Vlaamse gemeenschapscentra, waar door een nieuw personeelsplan een equivalent van 55,25 van de 747 voltijdse jobs zullen verdwijnen. Breekijzer daartoe: voor de desbetreffende jobs totaal onaangepaste examens die hebben geleid tot negatieve evaluaties voor de vele “tijdelijken” in dienst, sommigen echter met vele jaren dienst en know-how in de bijzondere gemeente waarin ze werken. Dank je wel aan het college van De Lille, Grauwels en Vanhengel! Daardoor komen niet alleen de jobs in gevaar van mensen die reeds jarenlang deze diensten met hart en ziel leverden en daarvoor ook de nodige erkenning kregen van de gebruikers van de centra. Ook in de dienstverlening zelf, de openingsuren, de poetsdiensten en het aanbod zal zwaar gesneden worden. Deze centra vormen bruisende plaatsen waar migrantenorganisaties, jongerenverenigingen, naschoolse kinderopvang,… hun plaats vinden en zo duizenden Brusselaars samenbrengen.
Deze onontbeerlijke diensten voor dikwijls de minst koopkrachtigen in onze samenleving worden nu opgeofferd om schulden terug te betalen. Schulden die door het personeel en de klanten van deze centra werden gemaakt? Nee hoor, maar toch zullen zij er de prijs voor betalen. Dat deze actie het begin mag zijn van een golf van acties tegen de besparingszucht van onze politici op de kap van de meest arme mensen. Enkel door terug te vechten en onszelf te organiseren voor o.a. meer publieke investeringen in publieke diensten i.p.v. minder, om aan de noden in de gemeenschap te voldoen, zal men het tij kunnen keren. Deze acties krijgen alvast de volle steun van LSP/PSL, die in de loop van de afgelopen jaren vele keren beroep heeft kunnen doen op deze centra voor de organisatie van haar activiteiten. De strijd voor een politieke vertegenwoordiging van de werkende en meest behoeftige bevolking gaat door!
Het is gebeurd! Een nieuwe slag in het gezicht voor hulpverleners, zorgverstrekkers en uiteraard de mensen die van hulp en zorg gebruikmaken. Waar zorg aan geïnterneerden een taak van de overheid was, wordt het nu in handen gelegd van bedrijven die winst nastreven. Begin april werd kenbaar gemaakt dat het nieuwe Forensisch Psychiatrisch Ziekenhuis in Gent volledig uitgebaat zal worden door privébedrijven. De winnaars zijn Sodexo, Parnassia en Securitas.
Al decennia verkommeren geïnterneerden in de Belgische gevangenissen. Tot op vandaag verblijven daar ongeveer 1.150 geïnterneerden, naast meer dan 3.000 geïnterneerden die buiten de muren leven. Eigenlijk werd door rechters geoordeeld dat deze mensen gepaste zorg nodig hebben. De Belgische Staat werd meermaals veroordeeld door het Europese Hof voor Rechten van de Mens omdat ze dit niet voorziet. De federale regering heeft (reeds in 2007) beslist om twee nieuwe Forensisch Psychiatrische Ziekenhuizen te bouwen. De eerste zou in Gent komen, met plaats voor 272 mannelijke geïnterneerden. Naast het feit dat dit niet volstaat voor alle gevangen geïnterneerden (er wordt daarenboven bespaard in de bestaande residentiële en ambulante gespecialiseerde hulp, bv. de afbouw van bedden in de psychiatrie via artikel 107), is het onheilspellend dat zo’n ziekenhuis in handen komt van privébedrijven.
De traditionele partijen zijn het erover eens dat dit moet kunnen: “We moeten compromissen sluiten met de liberale partijen”, of, “Men doet het in het buitenland ook!” Inderdaad: Sodexo veroorzaakt het ene schandaal na het andere in het buitenland. Het bedrijf staat bekend om voedselleveranciers onder druk te zetten om de prijzen te verlagen en zit niet erg in met de voedselveiligheid. Herinner je het paardenvlees dat vorig jaar zonder melding in rundvlees werd verwerkt in het Verenigd Koninkrijk? Meer nog: in de VS onderdrukt het bedrijf werknemers door vakbonden onmogelijk te maken. Een bedrijf dat steeds meer winst nastreeft, zal op de kwaliteit van de dienstverlening en op arbeidsvoorwaarden besparen. Dit is de helse toekomst waarin zowel geïnterneerden als personeel gevangen zullen zitten.
De Morgen kopte op 4 april 2014 terecht: “Psychiatrie wordt big business”. Het is een grote stap in een proces dat al langer bezig is. Bij tal van diensten en ziekenhuizen zijn keuken- en onderhoudsploegen reeds uitbesteed aan privéspelers die ‘beter’ de werkvoorwaarden kunnen drukken. Vorig jaar trachtte de directie van het Sint-Jansziekenhuis in Brussel ook een basisdienst zoals sterilisatie uit te besteden aan Sterima-Vanguard. Dit werd echter met succes tegengehouden door verzet van vakbonden en personeel. Meer dan 15% van de rust- en verzorgingstehuizen (RVT’s) wordt uitgebaat door privébedrijven. De vermarkting van de zorg betekent vandaag meer dan alleen maar management in de non-profit, het is profit! Winst voor een kleine laag in de bevolking die zich op de kap van zieken, zorgbehoevenden en hulpvragers rijk wil maken. Dat zulke besparingen getolereerd worden!
Een halt toeroepen aan de privatisering en commercialisering van de zorg- en hulpverlening maakt deel uit van verzet tegen het globale besparingspakket. Bijna overal in de sector wordt er verwacht met minder middelen meer diensten en hulp te voorzien. De woede hierover neemt toe. Laten we eisen dat zorg in publieke handen beheerd wordt, met controle door personeel en gebruikers. Laten we eisen dat het geld dat nu in winst opgaat, ingezet wordt voor hulp en zorg die kwaliteitsvol en op maat is, én uiteraard voor goede werkcondities. Laten we eisen dat mensen degelijke jobs, gezonde huisvesting en publieke diensten krijgen zodat preventie realiteit wordt: psychiatrische problemen zijn immers maatschappelijke problemen. Ze dienen dus ook maatschappelijk opgelost te worden!
De Franse multinational Sodexo mag een een psychiatrisch centrum in ons land uitbaten. Deze nieuwe stap in het privatiseringsbeleid leidt tot kritiek, hieronder publiceren we de reactie van BBTK Social Profit. Als een bedrijf als Sodexo zorg wil verstrekken, is het in de eerste plaats gericht op het in de watten leggen van de portefeuilles van de aandeelhouders. Dat is niet het soort zorg die in de psychiatrie nodig is. Een dolgedraaid systeem is niet in staat om mensen die uit de boot vallen, niet mee kunnen of onderuit gaan onder de alledaagse druk een toekomst aan te bieden. Blijkbaar wilde de regering dit nogmaals bevestigen en werd beslist om Sodexo een deel van de zorgsector in handen te geven. Wij zeggen: haal de winsthonger uit de zorgsector, van kinderopvang tot bejaardenzorg en ziekenzorg!
[divider]
Standpunt BBTK Social Profit
De ministerraad heeft vandaag vrijdag 4 april 2014 de uitbating van een forensisch psychiatrisch centrum toegewezen aan Sodexo. BBTK Social Profit vindt dat zorgwekkend. Het verlenen van zorg moet in handen blijven van de overheid of organisaties die geen winstbejag nastreven.
Naast maaltijdcheques en het opdienen van warme en koude schotels in bedrijven krijgt de Franse cateraar van de overheid voortaan de taak toegewezen om psychiatrische zorg te verlenen aan geïnterneerde patiënten. Voor ons een nieuwe stap in een evolutie die al langer bezig is: het doortrekken van de commerciële logica, ook in de zorgsector.
In de gezondheidszorg moet er één aspect centraal staan, dat van de kwaliteit van de geleverde zorg. Ons land beschikt hierin over de nodige know-how, aanwezig bij zowel de overheid als bij de social- of non-profit sectoren. Deze kwaliteit is bewezen en levert in de duizenden zorginstellingen die ons land telt een gezondheidszorg die uit internationale onderzoeken als uitzonderlijk kwaliteitsvol omschreven wordt. En dat tegen een aanvaardbare prijs.
Het volledig gunnen van de uitbating van een instelling voor psychiatrisch geïnterneerden aan een privébedrijf gaat compleet tegen deze not-for-profit logica in. Sodexo plant op dit contract winst te maken. Dat betekent dat voor elke 100 euro overheidsgeld dat aan deze speler toegewezen wordt een deel zal doorvloeien naar de aandeelhouders. En dat voor de zorg én bewaking van psychiatrisch geïnterneerden.
De negatieve effecten van het toelaten van dergelijke commerciële bedrijven is in het buitenland, bijvoorbeeld in Engeland, al uitvoerig aangetoond. Maar ook in België hebben we al ervaring met waartoe een commerciële logica in de zorg kan leiden. In de rusthuizen zijn tal van privébedrijven actief. Vaak erg grote en internationale spelers. Het resultaat is dat de kwaliteit van de zorg vaak bedroevend is: zelfs voor het verversen van vervuilde luiers bestaan er normen die zijn berekend aan de hand van een kille kosten-batenanalyse. Leuk voor de aandeelhouders, minder leuk voor de bejaarde in kwestie. Ook de werkomstandigheden van het personeel zijn navenant.
Dat Sodexo de eigenlijke zorg aan een daartoe gespecialiseerde externe, Nederlandse, partner zal toewijzen verandert hier niets aan. Ook zij zullen onderhevig zijn aan de voorwaarden van het contract dat zij zullen sluiten met Sodexo. En daar zal de hamvraag zijn: ‘hoe kan het goedkoper?’.
De overheid stelt hier met duidelijk omschreven minimale kwaliteitsvoorwaarden te werken. Op papier blijkt de Franse cateraar daar aan te voldoen. Maar hoe zullen deze normen worden afgedwongen? Welke politiek verantwoordelijke zal punten kunnen scoren met het strikt laten naleven van kwetsbare mensen zoals psychisch geïnterneerden? Zal de administratie voldoende middelen krijgen om deze normen af te dwingen? Zou het niet kunnen dat het Sodexo nu vooral te doen is om het principe, om zo op termijn een groter deel van deze ‘markt’ te kunnen openen?
Zorg verlenen blijft onvermijdelijk een klein beetje een roeping. De beste garantie op een goede kwaliteit bestaat erin dat dit streven ingebakken zit in het DNA van de organisaties die deze taken uitoefenen. Bij een beursgenoteerde multinational als Sodexo is dat per definitie niet het geval.
Vandaag betoogde de socioculturele sector van de Franstalige gemeenschap in Brussel. De betogers stelden: “Ons samenlevingsmodel is niet die van een maatschappij waar alles tot koopwaar wordt herleid en commercieel moet zijn.” De betogers trokken naar de kantoren van de ministers van de Franstalige gemeenschap, onder meer om te betogen tegen de gevolgen van de zesde staatshervorming voor de sector.
Een correspondent
Door de nieuwe regionaliseringen zullen de bevoegdheden worden overgedragen, maar de middelen volgen niet. Het betekent voor de sector een vermindering van de middelen en dus ook van het aantal personeelsleden. Het gaat onder meer om de Waalse tewerkstellingsstatuten APE/ACS (gesubsidieerde tewerkstelling) waarbij de subsidies zouden wegvallen en voortaan meer RSZ zou moeten betaald worden.
De Franstalige gemeenschap dringt bovendien aan op de afschaffing van de indexering van de subsidies voor de werkingsmiddelen. Tijdens de protestactie bleek dat de betogers zich richten tegen het volledige besparingsbeleid en niet willen opdraaien voor de factuur van de maatregelen die op federaal vlak werden genomen en opgelegd worden door de EU. Een ander dossier dat in de sector tot discussie leidt, is de afschaffing van de pedagogische omkadering in deze structuren.
De leerkrachten die voorheen naar de socioculturele sector werden gedetacheerd, zouden uiterlijk op 31 december 2014 naar het onderwijs moeten gaan zonder dat de instellingen gecompenseerd worden. De sector zal dus personeel verliezen en ook minder middelen krijgen voor de projecten. De gevestigde partijen hebben geen alternatief op het besparingsbeleid en komen bijgevolg niet verder dan het verdelen van de tekorten. De verenigingen en de socioculturele sector worden aangepakt om tekorten in het onderwijs te verzachten.
De socioculturele sector omvat jongerenorganisaties, culturele centra, sportfederaties, musea, bibliotheken en vormingsinstellingen. Het zijn structuren die vaak werken met allerhande gesubsidieerde contracten.
Een delegatie van de betogers werd ontvangen door de minister. Deze delegatie verklaarde achteraf dat er geen enkele garantie werd gegeven. De minister leek de oude retoriek te gebruiken, met name “het zijn wij niet, het is het federale niveau dat de begroting stemt.” Dezelfde partijen zetelen op de verschillende machtsniveaus, maar telkens schuiven ze de verantwoordelijkheid door naar een ander niveau. Ze doen dat om op alle vlakken tot besparingen over te gaan. De betogers maken zich op om begin 2014 opnieuw in actie te komen tegen de geplande maatregelen.
Zoals de betogers dit eisen, is er nood aan een publieke herfinanciering van de volledige non-profit sector. LSP verdedigt de noodzaak om tegen het besparingsbeleid te strijden voor een plan van massale publieke investeringen naargelang de behoeften. De betogers stelden vast dat de problemen zeker niet van de baan zijn, begin 2014 wordt de strijd verder gezet. Met een oplopend actieplan gericht op het verenigen van verschillende sectoren in verzet tegen het asociale beleid, kunnen we stappen vooruit bekomen.
In onze vorige krant hadden we het over de stakingsaanzegging voor 8 oktober door BBTK-SETCa en CNE in o.a. de ziekenhuis- en rusthuissector. Op 24 september brachten militanten van BBTK-SETCa en CNE in het kader van het actieplan een bezoek aan de zetels van de onwillige werkgeversfederaties.
Artikel door een correspondent dat zal verschijnen in de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’. Voor de volledige achtergrond verwijzen we naar http://polsslagnonprofit.blogspot.be/
Als gevolg van de actie(dreiging) vond er op 2 oktober een buitengewone vergadering van het Paritair Comité 330 plaats. Dit werd voorgesteld als de “onderhandelingen van de laatste kans”. Na 13 uur onderhandelen was het resultaat niet mis. Vier van de vijf gecontesteerde CAO’s werden immers ondertekend: twee voor brugpensioen (vanaf 58 jaar en vanaf 56 jaar bij 20 jaar nachtarbeid), de CAO voor tijdskrediet waarmee de mogelijkheid voor een landingsbaan (1/5e tijdskrediet vanaf 50 jaar tot het einde van de loopbaan) terug geopend werd en de CAO over opleiding. Wat betreft de harmonisering van de barema’s voor de zorgkundigen (1.35) werd plechtig een voorakkoord gesloten dat op de vergadering van het Paritair Comité op 14 oktober zou bezegeld worden.
Gevolg: de acties werden tijdelijk opgeschort om het overleg alle kansen te geven. BBTK meldde in een persbericht: “Het is duidelijk dat zowel het dreigement van de staking, de druk in de instellingen en op de werkgeversfederaties en het vooruitzicht van een aanvullende financiering tot dit akkoord hebben geleid.”
Groot was de consternatie toen de werkgevers, met de Franstalige ‘socialistische’ werkgeverskoepel Santhea op kop, op 14 oktober hun woord braken. En dat ondanks een ruime financiële tegemoetkoming van de regering. Op het laatste moment was die over de brug gekomen met een extra financiering van 14,2 miljoen euro om de maatregel door te voeren maar kennelijk tevergeefs. In een persmededeling waren zowel CNE als BBTK-SETCa er als de kippen bij om te melden dat de sociale vrede gebroken is en het actieplan zal worden verdergezet waarbij de instellingen van Santhea zullen geviseerd worden. LBC kondigde later een actie aan op 24 oktober.
Voor de zoveelste keer moeten we vaststellen dat de leiding van de diverse vakbonden er (al dan niet bewust) niet in slaagt om de tijd te nemen voor overleg om de acties in gemeenschappelijk vakbondsfront op elkaar af te stemmen: profilering à la ‘de rapste en de knapste zijn in de pers’ lijkt nog steeds belangrijker dan een eengemaakte vuist van de militanten. We kunnen ook niet ontkennen dat het communautaire wel degelijk een rol speelt in de verdeelde slagorde van de vakbonden. Moraal van het verhaal? De werkgevers in de zachte sector zijn net zoals hun soortgenoten in de profit voor geen halve euro te betrouwen. Wordt vervolgd.