Your cart is currently empty!
Category: Afrika
-
Voormalige vice-president Zuid-Afrika vrijgesproken van verkrachting.
“Ze droeg een rok, dus wilde ze seks”, zo verdedigde de ex-vicepresident van Zuid-Afrika zich toen hij van verkrachting beschuldigd werd eind vorig jaar. Op 8 mei werd hij vrijgesproken door de rechter. De rechter oordeelde dat de 31-jarige seropositieve aidsactiviste niet onomstotelijk kon bewijzen dat de gemeenschap tussen haar en Zuma onwenselijk was. Bovendien noemde de rechter haar “ziek”.
Tina De Greef
Dit was niet alleen een slag in het gezicht van vrouwen, ook aidsslachtoffers steigerden bij dit vonnis omdat Zuma in de rechtbank had gesteld dat onbeschermde seks met een HIV-positieve vrouw ongevaarlijk is voor een man, mits hij na de daad een douche neemt… Zo deed hij met één slag jaren sensibilisering teniet in een land waar ongeveer 5 miljoen HIV- en aidsslachtoffers wonen.
Nadat de rechter hem hiervoor op de vingers getikt had, verontschuldigde Zuma zich voor het feit dat hij geen condoom gebruikt had. Die verontschuldigingen worden door de meeste mensen echter niet aanvaard.
De vrijspraak van Zuma schept het idee dat seks afdwingen geen misdaad is. In Zuid-Afrika wordt elke 26 seconden een vrouw verkracht. De onderrapportering van verkrachtingen zal niet afnemen als men weet dat in slechts 7% van de gevallen een veroordeling volgt.
Zo deed de verdediging van Zuma er alles aan om de geloofwaardigheid van de aanklaagster te ondermijnen. Het proces werd gewonnen door te spitten in het seksueel verleden van de vrouw, te wijzen op haar kledij en houding. Dit staat echter los van het feit dat ze gedwongen werd om seks te hebben.
Het ANC (African National Congress) voert een neoliberaal beleid, waarbij de beleidsmakers zich meer bekommeren over hun postjes dan over de welvaart van de bevolking. Aanhangers van Zuma probeerden de verkrachtingszaak voor te stellen als een poging om Zuma politiek vleugellam te maken in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2008.
Ook de corruptiezaak waardoor Zuma al in juni vorig jaar werd afgezet als vice-president, zien ze als deel van het complot. Zuma heeft als grootste kanshebber om Mbeki als president van Zuid-Afrika op te volgen na de verkiezingen van 2009 zijn geloofwaardigheid inderdaad verloren. Na zijn vrijspraak heeft hij wel onmiddellijk zijn post als vice-voorzitter van het ANC teruggekregen.
In tegenstelling tot wat president Mbeki’s beleid – “Het tijdperk van de hoop” getiteld – doet vermoeden, is de toestand van vrouwen er weinig op verbeterd sinds het ANC aan de macht kwam in 1994.
Van de 5 miljoen HIV- en aidsslachtoffers in Zuid-Afrika bestaat het grootste deel uit vrouwen, die door de sociale en economische factoren gevoeliger zijn voor besmetting. De verdeling van aidsremmers gebeurt traag en is ontoereikend. Bovendien blijft het Nationaal Departement van Gezondheid (van de ANC-regering) foutieve boodschappen in de wereld sturen, zoals de aanmoediging om bepaalde vitamienen en levensmiddelen als look, de Afrikaanse aardappel en olijfolie te eten ter vervanging van medicatie.
Het ANC beweert ook dat het overgrote deel van de bevolking eindelijk toegang heeft tot water, elektriciteit en opvoeding. Nu blijkt dat velen wegens de privatiseringen niet in staat zijn om te betalen voor deze diensten, wordt duidelijk dat de kloof tussen arm en rijk hierdoor alleen maar groeit. Die groep armen bestaat alweer voor het grootste deel uit vrouwen.
Van de 40% werklozen in Zuid-Afrika is 57% vrouw. Sinds 1994 zijn er 50 wetten doorgevoerd ter verbetering van de positie van de vrouw, maar er is een tekort aan middelen om ze in realiteit te doen gelden.
Wetgeving tegen de onderdrukking van de vrouw alleen zal echter niet volstaan. Geweld tegen vrouwen en onderdrukking van vrouwen is inherent aan het kapitalistisch systeem waarin we leven. Elke verbetering van de positie van vrouwen zal in conflict komen met de noodzaak van het systeem om de uitbuiting van de arbeidersklasse te verhogen, en daarvan dragen vrouwen grotendeels de gevolgen. Volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het stoppen van geweld tegen vrouwen zal nooit bereikt worden als het kapitalistisch systeem niet omvergeworpen wordt ten voordele van een socialistische maatschappij.
-
Nigeria: politierepressie tegen linkse socialisten van de DSM
Bij de 1 Mei activiteiten in Abuja, waar de centrale bijeenkomst van de Nigeriaanse vakbondsfederatie NLC plaatsvond, werden twee leidinggevende kameraden van de Democratic Socialist Movement opgepakt door de politie. Toen Demola Yaya en Eko John werden opgepakt, kwam er een georganiseerd verzet van honderden arbeiders die de arrestatie fysiek onmogelijk maakten.
Door een correspondent in Nigeria
Twee belangrijke televisiezenders brachten beelden van het incident en toonden dit op het nieuws van 1 en 2 mei. Na zijn vrijlating werd Demola ook geïnterviewd. Hij herhaalde het standpunt van de DSM dat de strijd tegen de poging van de zittende president Obasanjo om een derde termijn als president in te zetten, niet enkel gericht is tegen Obasanjo zelf, maar ook tegen andere corrupte kapitalistische politici zoals Atiku, Babangida, Buhari, Marwa,… Die hebben gelijkaardige politieke visies als de president en willen ook de armsten aanpakken. Demola stelde ook dat er nood is aan een massale arbeiderspartij die de macht kan overnemen van de parasiterende heersende elite en die een einde kan maken aan de neoliberale maatregelen.
Minstens drie nationale dagbladen brachten een verslag van de gebeurtenissen. Het dagblad Vanguard plaatste op haar voorpagina een foto van Demola die werd weggesleurd door de politie. De regionale politieverantwoordelijke Lawrence Alobi had de arrestatie van de kameraden bevolen op basis van een spandoek van DSM en omwille van een artikel in ons blad ‘Socialist Democracy’ waarin een oproep stond voor een massale arbeiderspartij en tegen de president.
”Beledigende” spandoek
De kameraden en drie aanhangers die mee het blad verkochten, namen aan de betoging deel met een spandoek. Daarmee werd de aandacht getrokken van duizenden arbeiders. Ook Adams Oshiomhole, de voorzitter van de vakbondsfederatie NLC, stond recht om de groep van de DSM te groeten. Een aantal enthousiaste arbeiders kwam mee achter het spandoek opstappen omdat wij de enigen waren met een boodschap tegen de regering. De “beledigende” spandoek werd algemeen aanvaard en goedgekeurd. Dat was niet naar de zin van Alobi die rechtveerde om persoonlijk de kameraden op te pakken.
Alobi staat gekend voor zijn rol bij het leiden van stormtroepen tegen meetings van de oppositie tegen Obasanjo. Zijn repressief beleid in Abuja is algemeen gekend. In augustus 2004 zorgde hij ervoor dat de politie een arbeidersbetoging in Abuja kon tegenhouden. Hij verbood recent nog een aantal nationale oppositiefiguren om een meeting te houden in het Sheraton Hotel van Abuja.
De DSM-leden werden heel goed ontvangen en het feit dat ze door de arbeiders beschermd werden tegen de repressie van het staatsapparaat, was een uitdrukking van de steun die er is voor onze standpunten tegenover het regime. Het geeft aan dat arbeiders niet enkel willen opkomen tegen het regime en het beleid, maar ook open staan voor een discussie over een politiek alternatief voor de arbeiders. Dat is op zich niet nieuw, eerder waren er reeds uitingen van een verwerpen van het neoliberaal beleid van Obasanjo in de zeven massale protestdagen en stakingen tegen het regime in de afgelopen zeven jaar. Het probleem is de leiding van de arbeidersorganisatie die weigeren om een politieke formatie op te zetten en te leiden om zo het regime van de macht te verdrijven.
Adams Oshiomhole stelde in zijn toespraak dat de vakbondsfederatie zich verzet tegen een derde termijn van Obasanjo. Hij riep ook op om geen illusies te hebben in de verschillende fracties van de heersende elite die verdeeld zijn over die derde termijn. Maar hij bleef zoals steeds erg stil over concrete politieke alternatieven voor de arbeiders. Hij stelde zelfs dat de massa’s zich bij de verkiezingen van 2007 moeten verzetten tegen verkiezingsfraude, maar hij stelde geen alternatief voor.
De DSM voert haar campagne rond de noodzaak van een nieuwe arbeiderspartij op om zo de druk te vergroten op de leiding van de georganiseerde arbeidersbeweging om over te gaan tot de creatie van een dergelijke partij.
In Abuja verkochten we uiteindelijk 170 exemplaren van ons blad. De rest van ons materiaal was in beslag genomen voor we het konden verkopen. We verkochten ook 45 brochures van de Campaign for Democratic and Workers Rights (CDWR) over flexibele arbeid en de strijd er tegen.
Naast Abuja kwamen we nog op 11 andere 1 Mei activiteiten in heel het land tussen.
-
Afrikaans Sociaal Forum: socialisme of barbarij
De afgelopen dagen vond in Bamako (Mali) een bijeenkomst plaats van het Wereld Sociaal Forum. Op dit ogenblik vindt ook in Venezuela een dergelijke bijeenkomst plaats en eind maart volgt een bijeenkomst in Pakistan waarop ook een LSP-vertegenwoordiger aanwezig zal zijn. We publiceren hierbij de tekst van het hoofdartikel van het maandblad van onze Nigeriaanse zusterorganisatie. Deze tekst werd gebruikt voor de interventie op het WSF in Mali.
Artikel door Dagga Tolar en Peluola Adewale
Afrika – ofwel socialisme, ofwel een erger wordende barbarij
Afrika wordt verwoest door de extreme armoede. Het is het enige continent dat armer geworden is sinds 1980. Zowat de helft van de bevolking leeft met minder dan 1 dollar per dag. De honger is alomtegenwoordig. Miljoenen mensen zijn omgekomen omwille van een tekort aan voedsel en voor de toekomst ziet her niet beter uit. Een rapport van Unicef stelt dat Afrika in 2015 slechts in staat zal zijn om minder dan de helft van de bevolking te voeden.
2015 is ook het jaar waartegen de wereldleiders de armoede en de honger willen halveren als onderdeel van de “Milleniumdoelstellingen”. Deze doelstellingen zijn er ook op gericht om de kindersterfte aan te pakken en iets te doen tegen de verspreiding van HIV/Aids. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank stelt evenwel dat Afrika de doelstellingen wellicht niet zal halen. De Verenigde Naties stelt dat Afrika aan het huidig ritme de milleniumdoelstellingen pas kan halen binnen 150 jaar. Meer dan drie vierde van de Aidsdoden vallen in zwart Afrika. 65% van de mensen die besmet zijn met HIV leven op het continent. De situatie wordt nog erger gemaakt door de postkoloniale geschiedenis van Afrika waarin oorlogen en dictaturen geleid hebben tot miljoenen doden onder de werkende massa’s.
De cijfers hierboven geven aan dat de onderontwikkeling in Afrika inderdaad verschrikkelijk is. Waaraan heeft dit continent dat te danken, en is immers een enorm potentieel aan rijkdom aanwezig. Socialisten leggen uit hoe het kapitalisme aan de basis ligt van de huidige problemen. Lenin stelde dat het kapitalisme staat voor horror zonder einde. Het systeem van ongelijkheid slaat uiteraard hard toe in Afrika (en andere landen in Azië en Latijns Amerika). Op het vlak van natuurlijke rijkdommen, is Afrika steeds potentieel één van de rijkste continenten geweest. Maar het kapitalisme heeft op ieder ogenblik van haar ontwikkeling het Afrikaanse continent leeg geplunderd. Dat gebeurde bij de slavenhandel naar Amerika, de kolonisatie en nu bij het imperialisme. Het huidige neoliberale beleid heeft de situatie voor de massa’s enkel erger gemaakt. Het continent wordt leeggeroofd van haar middelen. De regeringen baseren zich op buitenlands kapitaal, maar moeten daarbij woekerrentes betalen.
Op dit ogenblik gebruikt het imperialisme de enorme schuldenlasten, haar dominantie van de wereldhandel en de corrupte Afrikaanse leiders als wapens in de plundering van de rijkdom van Afrika. De armsten zijn daarbij het slachtoffer van het neoliberaal beleid.
Schuldenlast en neoliberalisme
In oktober 2005 hadden de Afrikaanse landen reeds 580 miljard dollar terugbetaald aan schuldeisers (de imperialistische landen en instellingen) voor een oorspronkelijke schuld van 540 miljard dollar. Toch is nog steeds 330 miljard dollar verschuldigd! De regeringen doen er alles aan om die schulden terug te betalen en besparen daarom op het vlak van onderwijs, gezondheidszorg, jobs, voedsel en andere basismiddelen voor de bevolking. De regeringen hebben de Structurele Aanpassingsprogramma’s opgenomen en andere neoliberale maatregelen zoals privatiseringen, commercialiseringen, vrije handel, besparingen in de openbare uitgaven,… Een dergelijk beleid wordt opgelegd als voorwaarde om de schuldenlast te verlichten.
Het is geen toeval dat Aids zo sterk verspreid is in Afrika. Terwijl de Afrikaanse landen in 2003 25 miljard dollar afbetaalden aan schuldeisers, verloren 2,3 miljoen Afrikanen het leven door Aids. In datzelfde jaar waren er volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 4,1 miljoen Afrikanen met Aids die onmiddellijk medicijnen nodig hadden. Slechts 50.000 Afrikanen kregen effectief geneesmiddelen.
Het kapitalisme en haar neoliberaal beleid zijn de belangrijkste redenen voor de honger in Afrika. Craig Timberg van de Washington Post schreef dat de hongersnood in Niger vorig jaar niet zozeer kwam door een natuurramp zoals droogte of het klimaar, maar door de vrije markt economie die werd opgelegd door de regering van Niger. Op aandringen van de Wereldbank ging de regering over tot het afschaffen van de prijscontroles en hierdoor stegen de prijzen van basisgoederen soms erg scherp. Er kwam een extra belasting op niet-voedingsgebonden goederen, wat leidde tot twee grote betogingen in maart 2005. Dat is allemaal mee het gevolg van een neoliberaal beleid dat wordt opgelegd door het programma van de Wereldbank en het IMF voor landen met een grote schuld. Het verklaart waarom landen als Burkina Faso, Mauritanië, Ethiopië en Mali honger kennen. En dat ondanks de verlichtingen op de buitenlandse schulden.
Ongelijke handel
De enorme natuurlijke rijkdommen van het Afrikaanse continent werden geplunderd op basis van een ongelijke handel en uitwisseling. Tussen 1980 en nu is het Afrikaanse aandeel in de wereldhandel met meer dan twee derden gedaald van 6% in 1980 tot minder dan 2%. De prijzen van de belangrijkste exportproducten daalden sterk. Een studie geeft aan dat de prijs van koffie tussen 1980 en 2001 met 85% daalde, cacao met 67%, palmolie met 60%, koper met 40% en ook de andere belangrijke exportproducten kenden prijsdalingen, met uitzondering van olie. De imperialistische landen hebben het steeds over vrije handel, het wegnemen van subsidies,… Dit leidt ertoe dat de Afrikaanse boeren moeten concurreren met sterk gesubsidieerde boeren uit het noorden. Volgens schattingen geven de ontwikkelde landen per jaar zo’n 200 miljard pond uit aan landbouwsubsidies. Dat is 17 miljard pond meer dan het volledige BNP van Afrika. De Wereldbank stelt dat de export van Afrika met 1,5 miljard dollar per jaar zou toenemen als Noord-Amerika, Japan en Europa hun handelsbelemmeringen zouden opgeven.
Waarom zit Afrika in deze situatie? Dit komt omdat de wereldeconomie gedomineerd wordt door de heersende klassen van de rijke landen en hun lakeien. Op dit ogenblik controleren de 500 grootste internationale bedrijven 70% van de wereldhandel. De 50 grootste banken en financiële instellingen controleren 60% van het globaal kapitaal. 300 multinationals en grote banken controleren 70% van alle buitenlandse directe investeringen.
Deze dominantie zorgt ervoor dat er geen onafhankelijke rivalen kunnen ontwikkelen. Zodra nieuwe technologieën of producten worden ontwikkeld, komt er snel een dominantie door de imperialistische machten. Er zijn uitzonderingen op deze algemene regel, zoals Zuid-Korea of Maleisië, die door het westen werden gestimuleerd om te ontwikkelen om strategische redenen. In het geval van China zien we dat de basis voor de economische groei werd gelegd door wat overbleef van een geplande economie, ondanks het ondemocratisch regime met het maoïstisch stalinisme.
Corrupte leiders
Het lot van Afrika wordt ook bepaald door de corrupte leiders. Uiteraard is corruptie niet beperkt tot Afrika of de ontwikkelingslanden. Het schandaal van Enron, het grote energiebedrijf in de VS, toonde aan dat corruptie universeel is onder het kapitalisme. De meeste natuurlijke rijkdommen in Afrika worden gestolen door corrupte pro-Westerse leiders en verdwijnen in de zakken van bedrijven in Europa en Noord-Amerika. Deze rooftocht toont aan dat ook deze machten geen vertrouwen hebben in een ontwikkeling van Afrika op kapitalistische basis. Het kapitalistische neoliberalisme heeft de corrupte leiders extra ruimte geboden om zichzelf te verrijken. De aanvankelijke voordelen van de periode na de onafhankelijkheid (door de relatief grote investeringen in infrastructuur, sociale diensten en overheidsbedrijven) zijn verdwenen door het beleid van privatiseringen, commercialisering en besparingen op de openbare uitgaven.
Oorlog en nationale onderdrukking
Het neoliberalisme leidde tot massale armoede en het marginaliseren van de overgrote meerderheid van de werkende bevolking. De onopgeloste nationale kwesties, meestal een gevolg van het kolonialisme, leiden in heel wat gevallen tot burgeroorlogen en oorlogen die het continent verder verwoesten. De meeste Afrikaanse landen zijn kunstmatige creaties van de koloniale heersers op basis van strategische en economische belangen. Daarbij werd amper rekening gehouden met verschillende geschiedenissen, tradities en talen.
Het is duidelijk dat de Afrikaanse burgerlijke elite niet in staat is om de nationale kwestie op te lossen. Het wordt er ook niet makkelijker op. Ontevreden delen van de heersende elite baseren zich op het ongenoegen onder de bevolking tegenover de heersende regeringen en misbruiken etnische kwesties om te mobiliseren voor oorlogen die enkel in hun eigen belang zijn. Er worden voordelen gehaald uit conflicten om zelf aan de macht te komen of de eigen positie te versterken. Dat gebeurt ten telkens op de kap van de arme werkende bevolking. Die wordt enkel gebruikt als kannonnenvlees. De oorlogen hebben geleid tot miljoenen doden, gewonden, daklozen,… onder de arbeiders en hun gezinnen. Volgens statistieken vielen er 4 miljoen doden in Congo, 2 miljoen in Soedan en 1 miljoen in Rwanda. Tevens waren er conflicten in landen als Sierra Leone, Liberia, Ethiopië/Eritrea, Ivoorkust,… waar recente conflicten hebben geleid tot honderdduizenden doden.
Enkel de arbeiders kunnen de nationale kwesties oplossen door op te komen voor het de rechten van naties en minderheden, waaronder het zelfbeschikkingsrecht, en door tegelijk op te komen voor eengemaakte bewegingen tegen de gezamenlijke vijanden. In de arbeidersbeweging is het belangrijk om met mensen van verschillende achtergronden samen actie te voeren en op een eengemaakte manier op te komen tegen de kapitalistische aanvallen op hun levenscondities.
Rol van de arbeidersklasse
Momenteel zien we Afrika afglijden naar barbarij. Dat weerspiegelt het falen van zowel het imperialisme als de lokale kapitalistische elite om de Afrikaanse economie te ontwikkelen en de levensstandaard van de bevolking te verbeteren. Gedurende de hele periode na de onafhankelijkheid, hebben zowel de militaire als de burgerlijke delen van de heersende klasse het continent bestuurd met een zelfde vernietigende effect voor de meerderheid van de bevolking. Op het vlak van de algemene economische ontwikkeling en de levensstandaard van de bevolking, zien we dat Afrika verder achterop ligt tegenover Europa en de rest van de wereld dan 4 of 5 decennia geleden.
Een kleine laag van de Afrikaanse bevolking is extreem rijk, vergelijkbaar met de rijksten in het ontwikkelde kapitalisme. Dat komt enkel door de plundertochten en de dubieuze akkoorden en samenwerking met het imperialisme om samen Afrika leeg te halen.
Uit de wereldgeschiedenis en de beperkte geschiedenis van het kapitalisme in Afrika, blijkt dat enkel de arbeidersklasse in staat is om een einde te maken aan het kapitalisme dat leidt tot miserie en armoede.
De mogelijkheden en technologische kennis vandaag zijn gebaseerd op het omzetten van natuurlijke grondstoffen in consumptiegoederen. Onder het kapitalisme wordt de meeste technologische kennis gecontroleerd door private bedrijven en een beperkt aantal kapitalisten. Daar zien we de belangrijkste tegenstellingen. Op internationaal vlak zijn er voldoende kennis en middelen om iedereen te voorzien in een degelijk leven. Dat potentieel wordt nu niet benut.
Om ervoor te zorgen dat de behoeften van iedereen centraal staan en niet de winsten van een kleine minderheid, moet de arbeidersklasse – gesteund door andere lagen van de uitgebuite bevolking – zich organiseren en een revolutionaire strijd voeren. Daarbij moet worden opgekomen voor het collectief bezit onder democratische controle en beheer van de sleutelsectoren van de economie en de belangrijkste natuurlijke rijkdommen. Dat zou een onderdeel vormen van een geplande en georganiseerde productie waarbij de behoeften van de bevolking centraal staan en niet de winsten.
Het is belangrijk om erop te wijzen dat Afrika een rijke traditie van strijd heeft. Het afgelopen jaar alleen al zagen we massale protestacties en stakingen tegen het neoliberaal beleid in Mali, Liberia, Burkina Faso, Niger, Zuid-Afrika, Nigeria,…
In de jaren 1990 en op het begin van deze eeuw, was het steeds de arbeidersklasse die een leidinggevende rol speelde in het omverwerpen van de kapitalistische regeringen van Kerekou in Benin en Kenneth Kaunda in Zambia. De Beweging voor Democratische Verandering in Zimbabwe onder leiding van Morgan Tsvangirai kwam aanvankelijk voort uit het verzet van de vakbonden en de arbeidersklasse tegen het kapitalistisch beleid van Mugabe. In Zuid-Afrika organiseerde Cosatu stakingen en massale protestacties tegen de kapitalistische regering van het ANC. In Nigeria werd het pro-imperialistisch regime van president Obasanjo verschillende keren opgeschrikt door stakingen en protestacties van de vakbeweging.
Jammer genoeg zien we dat al deze strijdbewegingen ook zwaktes naar voor hebben gebracht. We zullen die zwaktes moeten overkomen als we het systeem willen veranderen. Daarbij is er nood aan een duidelijk programma en een leiding die niet bang is om de strijd tegen het kapitalisme aan te gaan.
Socialisten stellen dat Afrika enkel uit de negatieve spiral zal raken, als wordt gebroken met het kapitalisme en de enorme rijkdommen van het continent uit de handen van de imperialisten en de lokale kapitalisten worden genomen. Enkel op basis van een democratisch geplande economie, kan iedereen meegenieten van de enorme natuurlijke rijkdommen. Met een geplande economie bedoelen we niet de oude systemen waar een overheidsbureaucratie overging tot nationalisaties om haar eigen zakken te vullen. Socialisten staan voor de nationalisatie onder democratische controle en een democratisch beheer van de arbeiders om zo corruptie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat de middelen gebruikt worden in het belang van de werkende bevolking.
Afrika staat niet alleen met haar onzekere toekomst. Vandaag bevindt de wereldeconomie zich in een moeilijke situatie. De arbeiders worden op internationaal vlak geconfronteerd met onzekerheid door de aanhoudende aanvallen op hun levensstandaard en werkomstandigheden. In een dergelijke situatie kan een socialistische breuk met het kapitalisme zelfs vanuit één Afrikaans land een enorme echo krijgen in andere Afrikaanse landen en zelfs daarbuiten. Het zou door die internationale impact zijn, dan de isolatie van het land zou worden overkomen. Op die basis zou de arbeidersklasse van Afrika kunnen worden verenigd achter een socialistisch project.
Daartoe is een socialistisch programma nodig waarmee wordt tussengekomen in de arbeidersklasse in onder de massa’s. Er is het gevaar dat massale strijd enkel leidt tot een vervanging van de uitbuiters. Dat gebeurde in het Zambia van Chiluba, een regering die werd gevorm door voormalige vakbondsactivisten. Deze regering eindigde eveneens met een kapitalistisch neoliberaal beleid. Socialisten komen op voor een fundamentele verandering, het einde van het kapitalisme, om zo ook de tijdelijke overwinningen uit strijdbewegingen veilig te stellen.
In Benin was de massale beweging van de arbeiders voldoende sterk om de regering-Kerekou ten val te brengen. Er was echter een gebrek aan een eigen organisatie om het regime te vervangen. Uiteindelijk kwam Soglo aan de macht, een dissident van de heersende kapitalistische klasse die eveneens een beleid voerde dat tegen de belangen van de armen in ging.
Ook in Zimbabwe zagen we dat de ontwikkelingen in de MDC ervoor zorgden dat er geen alternatief is. De MDC ontwikkelt niet in de richting van een arbeiderspartij, maar is een openlijk pro-kapitalistische partij geworden. Hiermee kan het regime van Mugabe neit worden verslaan. Dezelfde discussie zal zich opdringen in Nigeria, waar een alternatief zal nodig zijn op het beleid van Obasanjo. Het gebrek aan een alternatief zorgt ervoor dat de gehate president aan de macht kan blijven.
Tegenover het huidige economische verval en de verwoestingen in Afrika, is er nood aan de creatie van een sterke Afrikaanse politieke arbeidersbeweging en organisaties die de dagelijkse strijd voor verbeteringen aangaan in het kader van een programma dat opkomt voor het afschaffen van het kapitalisme, de belangrijkste reden voor de ongelijkheid. Dat is de uitdaging waar de Afrikaanse arbeiders, jongeren en armen voor staan.
“Wie slechts toekijkt is ofwel een lafaard ofwel een verrader” – Amica Cabra. Als je je wil verzetten tegen het huidig systeem, is het nodig om je te organiseren en actief te worden. Het CWI is een internationale socialistische organisatie actief in zowat 40 landen. We komen op voor een socialistische wereld en zijn ook in Afrika actief (onder meer in Nigeria en Zuid-Afrika).
-
Egypte: repressie tegen Soedanese vluchtelingen
In de nacht van 29 op 30 december maakte de Egyptische oproerpolitie op uiterst gewelddadige wijze een eind aan een 3 maand durende protestkamp van Soedanese vluchtelingen. De ontruiming heeft volgens officiële bronnen het leven gekost aan minstens 27 vluchtelingen, waaronder verschillende vrouwen en kinderen. Getuigen en mensenrechtenorganisaties spreken van meer dan 100 doden.
Een correspondent
Ca. 3000 Soedanese vluchtelingen kampeerden sinds eind september nabij het kantoor van het VN-commissariaat voor de vluchtelingen (UNHCR) in de wijk Mohandiseen, in een park langsheen een belangrijke verkeersas. Met het protestkamp probeerden de vluchtelingen alsnog uit de patstelling te komen waarin zij geruime tijd beland waren als gevolg van het fictieve onderscheid tussen politieke en economische vluchtelingen. Sinds het wankele bestand in Soedan worden Soedanese vluchtelingen niet langer erkend als politieke vluchtelingen. Nochtans is volgens verschillende bronnen de situatie uiterst labiel, vooral in het Westen van Soedan. Het Egyptische Ministerie van Buitenlandse Zaken zegt de toelating te hebben gekregen van de VN voor de ontruiming. De VN ontkent.
Op 29 december rond 23u werd het plein volledig omsingeld met overvalwagens, privé-bussen, waterkanonnen en een troepenmacht van 4000 met knuppels gewapende agenten, onder het mom van een in de buurt geplande manifestatie van de Moslimbroeders. Volgens ooggetuigen kon niemand het plein nog verlaten. Vanaf 1u werd herhaaldelijk gedurende lange tijd het waterkanon ingezet, ondanks de koude. Om 5u bestormden de ordetroepen het plein. Mannen, vrouwen en kinderen werden zonder onderscheid neer geknuppeld en weggesleept. Vele tientallen raakten gewond, verschillende bezweken aan hun verwondingen ter plaatse of werden vertrappeld. Alle vluchtelingen werden weggevoerd in bussen naar verschillende detentiekampen aan de rand van de stad. Volgens sommige bronnen zouden 645 mensen gedeporteerd worden. Sommigen getuigen dat zij zonder papieren op afgelegen plaatsen gedropt werden. Gewonden zouden nauwelijks of geen verzorging krijgen.
De Soedanezen zijn in Egypte niet alleen het slachtoffer van brutale repressie maar ook van toenemende vijandigheid van de Egyptische bevolking. Soedanese migranten en vluchtelingen krijgen de schuld van de hoge werkloosheid en precaire situatie van vele Egyptenaren – in belangrijke mate gevolgen van de met ijzeren vuist doorgevoerde neoliberale agenda – en zijn regelmatig het slachtoffer van racistische aanvallen. Tijdens de raid op het protestkamp werd de politie zelfs toegejuicht door kleine groepjes omstanders.
De dag na de gewelddadige ontruiming vonden in Cairo verschillende kleine protestbetogingen plaats van mensenrechtenactivisten, vluchtelingensteungroepen en studenten, hoofdzakelijk vanuit een morele verontwaardiging over de brutale aanval en wijzend op de noodzakelijke solidariteit tussen de minderheden onder de slogan “Wij zijn allemaal Afrikanen”. De regering doet er alles aan om haar gewelddadig optreden af te zwakken en zo goed mogelijk te verantwoorden. Aan het protest wordt weinig ruchtbaarheid gegeven.
De VS, die sinds 1979 jaarlijks 2 miljard dollar economische en militaire steun verleent aan Egypte, beperkt haar commentaar op de regering tot bezorgdheid over het verloop van de recente presidents- en parlementsverkiezingen, meer bepaald de veroordeling van Ayman Nour, leider van de liberale Ghad-partij, tot 5 jaar gevangenisstraf.
De heersende klasse gebruikt alle middelen om haar macht te behouden. Bij de derde stemronde van de parlementsverkiezingen kwam het tot verschillende gewelddadige confrontaties waarbij gewapende bendes samen met oproerpolitie in wijken met veel aanhang van moslimbroeders kiezers de toegang tot het stemlokaal verhinderden. Eerder in 2005 werd ook al hard opgetreden tegen de betogingen van de nieuwe seculiere oppositiebeweging Kefaya.
-
Nigeria: massale betogingen tegen prijsstijgingen brandstof en asociaal beleid van regering-Obasanjo
Op woensdag 14 september was er in Lagos een massale bijeenkomst van honderdduizenden Nigerianen die ingingen op een oproep van de Labour and Civil Society Coalition (LASCO) om te protesteren tegen de prijsstijgingen voor brandstof en andere neoliberale maatregelen van de PDP-regering onder leiding van Obasanjo. Deze bijeenkomst gaf nogmaals aan dat de Nigeriaanse arbeiders bereid zijn om de strijd voor verandering aan te gaan. Wat hen tegen houdt, is de leiding. Met een correcte arbeidersleiding zou de massa van arbeiders het regime van Obasanjo aan de kant kunnen schuiven en met dat regime ook het neoliberaal beleid.
Verslag door de Democratic Socialist Movement, onze Nigeriaanse zusterorganisatie
Naast onze bijdrage in het plannen van de protestbijeenkomst door de leiding van de LASCO, nam algemeen secretaris Segun Sango ook deel aan een reeks televisieprogramma’s om te mobiliseren naar de bijeenkomst. Zo sprak hij op maandag 12 september op de staatstelevisie van Lagos (LTV8) om er de plannen van LASCO toe te lichten en op te roepen voor massale protestacties in Lagos en andere steden. Op donderdag 15 september was hij op Muri International Television (MITV).
Bij de voorbereiding voor de actie stelden we in LASCO voor om op te roepen voor een stakingsdag zodat de arbeiders zouden kunnen deelnemen aan de bijeenkomst, maar deze oproep werd niet overgenomen. De enorme woede onder de bevolking kwam echter tot uiting in het feit dat heel wat grote kantoren en banken dicht gingen aangezien de meeste mensen niet kwamen werken. Op de luchthaven Murtale Muhammed Airport waren er bijzonder weinig passagiers. Het verkeer op de belangrijkste wegen was erg beperkt aangezien de meeste commerciële vervoerders niet werkten. De drukke snelweg Oshodi-Apapa, Pen Cinama in Agege of de snelweg Ikorodu lagen er zowat verlaten bij tijdens de protestbijeenkomst.
We kwamen tussen in de bijeenkomst in het nationaal stadion. Elders organiseerden we zelf ook bijeenkomsten om te protesteren. Dat was onder meer het geval in Agege, Ajegunle en Ejigbo. Het dagblad New Age schreef op donderdag: “De Democratic Socialist Movement in Agege organiseerde een vreedzaam protest om de protestbijeenkomst van de NLC te ondersteunen. De DSM had spandoeken met slogans als ‘Obasanjo moet ontslag nemen’, ‘De Nigerianen zijn het anti-arbeiders beleid beu’, ‘We willen meer jobs’,… Politie-agenten stonden op strategische plaatsen opgesteld, maar kwamen niet tussen. DSM trok met de protestactie naar het secretariaat van de lokale overheden van Lagos waar pamfletten met titels als “Prijsstijgingen voor brandstof, weg met het regime van Obasanjo” werden verspreid.”
In Ajegunle werkten we samen met een aantal ontslagen arbeiders om een protestactie te organiseren. Daarbij werd Dagga Toler, de hoofdredacteur van ons blad Socialist Democracy, opgepakt rond 8 uur ’s ochtends. Hij werd vastgehouden in een politiekantoor, maar door de enorme mobilisatie besliste de lokale politiecommissaris om Dagga vrij te laten rond 10 uur. De politie gaf hem een kleine som geld zodat hij met het openbaar vervoer tot op deprotestactie zou raken. Ze informeerden hem zelfs over waar de actievoerders zich toen juist bevonden.
Bij het overhandigen van een protestbrief aan de gouverneur van de deelstaat Lagos, deed de voorzitter van het NLC (de Nigeriaanse vakbondsfederatie), Adam Oshiomole, een oproep aan “vakbonden om een politieke coalitie te vormen om politieke antwoorden voor de problemen naar voor te brengen.” Die oproep is een belangrijke breuk van de arbeidersleiders met vorige posities. Het standpunt van de DSM over de noodzaak van een onafhankelijke arbeidersformatie om de politieke macht over te nemen, werd in het verleden steeds op kritiek onthaald bij die vakbondsleiders.
De grote protestbijeenkomst begon rond 8 uur ’s ochtends in het nationaal stadion en trok in betoging rond de stad. Het werd een lange betoging van zowat 15 kilometer. Pas om 14u eindigde de optocht. We verkochten 1.000 exemplaren van ons maandblad en 45 exemplaren van een oud nummer. We verdeelden ook 10.000 pamfletten. Een aantal mensen gaf aan te willen aansluiten. We willen in alle grote steden tussenkomen om onze ideeën te vestigen. Dat is naast Lagos onder meer het geval in Benin, Jos, Yola, Kano, Kaduna en Abuja.
-
Afrika. Hoe het imperialisme miljoenen mensen in armoede drijft
In de aanloop naar de G8-top in Gleneagles proberen Blair en zijn waarschijnlijke opvolger Brown om op de kar te springen van verschillende campagnes tegen armoede. Ze proberen zichzelf voor te doen als politici die opkomen tegen de wereldwijde armoede, tegen de afbraak van het milieu,… Tegelijk wordt geprobeerd om de positie van het Britse kapitalisme op te kloppen tegenover haar rivalen op het Europees continent.
Robert Bechert
Natuurlijk heeft de campagne van Blair tegen armoede geen betrekking op zichzelf. Vorig jaar gaf hij persoonlijk 3,6 miljoen pond uit voor de aankoop van een huis in Londen. Blair en zijn vrouw hebben de 30.000 pond die mevrouw Blair "verdiende" voor een toespraak in Washington op 6 juni nog niet aan liefdadigheidsdoeleinden geschonken. Dit weerhoudt Blair er echter niet van om zichzelf te profileren als een verdediger van de Afrikaanse massa’s om zich een ‘humanitair’ imago aan te meten na de invasie van Irak.
Tegelijk stelt de Britse regering door monde van Gordon Brown dat moet gestopt worden met de "excuses" voor het koloniale verleden van het Britse rijk. De regering wil de aandacht weghalen van de verantwoordelijkheid van het imperialisme bij het leegplunderen van de neo-koloniale wereld wat miljoenen mensen in armoede onderdompelt.
De G8-leiders vrezen dat de aanhoudende crisis in Afrika hun directe belangen op het continent kan aantasten, en tevens kan bijdragen aan de internationale onstabiliteit. Ook vrezen ze een versterking van de groeiende oppositie waarmee ze in eigen land worden geconfronteerd naar aanleiding van de enorme uitbuiting van de Afrikaanse massa’s.
Eerder dit jaar publiceerde Blair’s "commissie voor Afrika" een rapport waarin gesteld werd dat het nodig was om pro-Westerse Afrikaanse leiders te ondersteunen, vooral diegenen die een neoliberaal beleid voeren. De commissie waarschuwde: "Passiviteit brengt gevaren met zich mee. Die nieuwe Afrikaanse leiders die toegewijd zijn aan verandering, voeren hervormingen door – op economisch vlak en tegenover corruptie – die politiek moeilijk liggen. Die leiders kunnen verdreven worden als de bevolking geen resultaten ziet."
Vanuit een verdediging van het kapitalisme en de lokale heersers, stelt de commissie voor om toegevingen te doen op het beleid van de Wereldbank, het IMF,… om een opstand van onderuit te vermijden.
"Structurele aanpassingen"
Officieel heeft Afrika een schuld van 300 miljard dollar, maar daarvan "kwam zo’n 235 miljard tot stand tussen 1985 en 1995 als onderdeel van het volgen van structurele aanpassingsprogramma’s… 270 miljard van de 300 miljard die de afgelopen 30 jaar werden geleend door sub-Sahara Afrika, werd reeds terug betaald." (Kamran Kousari en Richard Kozul-Wright, medewerkers van een VN-programma voor Afrika in de Britse krant ‘The Guardian’, 20 december 2004).
Deze "structurele aanpassingsprogramma’s" (SAP’s) waren harde neoliberale besparingsprogramma’s die een regelrechte aanval vormden op de levensstandaard van de bevolking en tegelijk de schuldenlast deden toenemen. Een Nigeriaanse senator, Farouk Lawan, stelde eerder dit jaar: "Het is niet te rechtvaardigen dat Nigeria de voorbije twee jaar 3,5 miljard pond aan schulden heeft afbetaald terwijl tegelijk de schuldenlast met 3,9 miljard pond is gestegen en dat zonder nieuwe leningen. Zo kan het niet verder. We moeten iets doen aan deze schulden." (Guardian, 26 april 2005)
Terwijl de financieministers van de G7 weigerden om de schulden volledig kwijt te schelden, kwam er wel een akkoord over 40 miljard dollar. Hierdoor hebben de 18 betrokken landen per jaar 1,2 miljard dollar extra ter beschikking. De Commissie voor Afrika, stelde dat het continent per jaar 25 miljard dollar extra nodig heeft.
Het akkoord zal de VS het komende decennium zowat 1,75 miljard dollar kosten, wat een peulenschil is in vergelijking met de kost van de oorlog in Irak. Tegen eind september zal de invasie en de bezetting van Irak de VS alleen al 207,5 miljard dollar hebben gekost.
Het rapport van Blairs commissie staat vol met betekenisloze frasen zoals: "Afrika zal eindelijk tot resultaten komen". Er wordt geen enkele ernstige kritiek gemaakt op de belangrijkste imperialistische mogendheden. Terwijl er kritiek gegeven wordt op het feit dat de imperialistische landen dagelijks zowat 1 miljard besteden aan "het subsidiëren van de productie van ongewenst of onnodig voedsel", wordt niets gesteld over het feit dat de wereldwijde uitgaven voor oorlog in 2004 zowat 1.000 miljard dollar bedroegen, of 3 miljard dollar per dag.
Tegelijk wordt geen openlijke kritiek gegeven op de structurele aanpassingsprogramma’s. Er wordt enkel op een bedekte wijze een indirecte kritiek gegeven met de opmerking dat het IMF "moet vermijden dat er slecht ingeschatte grenzen opgelegd worden inzake de uitgaven van landen."
Corrupt systeem
De Westerse media stelt het vaak voor alsof de Afrikanen zelf verantwoordelijk zijn voor de crisis. Natuurlijk heeft ieder land en continent haar eigen geschiedenis. Maar Afrika is niet uniek op het vlak van oorlogen en crisis. Europa’s eigen geschiedenis bevat veel oorlogen en crisissen.
Er zijn specifieke Afrikaanse elementen in de crisis, zoals de aangehouden rol van het imperialisme waaronder het heeft geleden in de 19e en 20e eeuw en de indirecte imperialistische controle die tot op vandaag voortduurt. Maar de crisis van het continent is ook het resultaat van armoede en lokale heersers die zichzelf proberen te verrijken op de kap van de bevolking.
Dat zijn geen typisch Afrikaanse factoren. Corruptie is ook in de kapitalistische wereld sterk aanwezig. George Bush heeft net een nieuwe ambassadeur aangesteld in Rome, een bankier die samen met Bush school liep en vooral een milde donateur was voor zijn verkiezingscampagnes. Zowat 20% van de oorspronkelijke donateurs bij de campagnes van zowel 2000 als 2004 hebben intussen een presidentiële benoeming gekregen. De corruptie van de Afrikaanse elites is een illustratie van het feit dat een meerderheid van hen geen stabiele ontwikkeling voorziet en zich bijgevolg maar richt tot een grabbelmentaliteit.
Dat is het geval onder alle lagen van de elite, ook de top. De huidige financieminister van Nigeria, Ngozi Okonjo-Iweala, wordt door de internationale media geprezen voor haar beleid om de overheidsuitgaven te beperken en haar publieke oppositie tegen corruptie. Maar zij werd pas minister toen voldaan werd aan haar voorwaarde om betaald te worden in Amerikaanse dollars en niet in de lokale munt. Nu ‘verdient’ de minister een karig loon van 247.000 dollar per jaar…
De enorme natuurlijke rijkdommen van Afrika
De Britse commissie over Afrika stelde terecht dat één van de redenen van de crisis van het continent het feit is dat de uitvoer beperkt blijft tot onafgewerkte goederen waardoor er “niet genoeg goederen worden geproduceerd om te verhandelen”. Het rapport verklaart echter niet waarom dit zo is.
Afrika heft enorme middelen op het vlak van de talenten van de bevolking, haar natuurlijke rijkdommen en haar landbouw. Waarom worden die niet gebruikt in het belang van de bevolking?
Deze dominantie blokkeert de groei van rivalen die los staan van de monopolies. Als er nieuwe technologie of producten worden ontwikkeld, worden deze erg snel gecontroleerd vanuit de imperialistische mogendheden. Uitzonderingen op deze algemene regel, zoals Zuid-Korea, werden tijdens de Koude Oorlog door het westen gesteund omwille van strategische redenen. Een specifieke uitzondering is China waar de basis voor de recente groei werd gelegd door de overheid.
De huidige imperialistische controle en de zoektocht naar winst, verstoren wereldwijd de ontwikkeling. Zelfs de Britse commissie over Afrika moest dit erkennen: “Ontwikkelde naties… Het handelsbeleid is erop gericht om ten goede te komen aan de rijken zonder de positie van de armen in overweging te nemen.” Dat is de belangrijkste belemmering om de levensstandaard op wereldvlak te verhogen.
Uiteraard gaan Blair en co niet in tegen het kapitalisme. De commissie beweerde: “Economisch wordt groei in het bijzonder gestimuleerd door de private sector, de regering moet een klimaat scheppen waarin gewone mensen – of het nu kleine boeren zijn of managers van grotere bedrijven – hun dagelijkse taken onbezorgd kunnen verderzetten, en waarbij zij voelen dat het nuttig is om te investeren in de hun toekomst.”
Het kapitalisme ontwikkelt Afrika niet. Het continent gaat er zelfs op achteruit. Maar als je kijkt naar de geschiedenis van het Europese en het Amerikaanse kapitalisme, zie je dat dit geen ononderbroken proces van vooruitgang was. Dat is belangrijk op een ogenblik dat de basis van de huidige economische groei bijzonder fragiel is en er steeds meer angst is voor een economische crisis.
Klassenstrijd
Ondanks de blijvende crisis, is er ook een andere kant aan Afrika, namelijk een beeld van strijd onder leiding van de arbeiders en jongeren die opkomen voor hun levensstandaard en voor democratische rechten. In Nigeria werd de regering-Obasanjo sinds juni 2000 geconfronteerd met zeven algemene stakingen of periodes van massaprotesten.
Steeds opnieuw werden repressieve regimes neergehaald, maar bij gebrek aan een breuk met het kapitalisme en het imperialisme, kwam er geen fundamentele en blijvende verandering. Enkel indien komaf gemaakt wordt met de productie voor privé-winsten en er een democratisch bezit en controle is, wordt het mogelijk om de productie af te stemmen op de behoeftes.
De noodzaak om te breken met het kapitalisme, wordt sterk benadrukt door socialisten in Afrika die proberen strijdbare organisaties op te zetten. Een socialistische breuk met het kapitalisme in een Afrikaans land, zeker een belangrijk land, zou een wereldwijde echo vinden en gevolgd worden door andere landen. Het zou het begin kunnen zijn van een echte omvorming van de planeet.
De globalisering heeft aangetoond dat individuele bedrijven de productie op wereldvlak kunnen plannen. Beeld je eens in wat dit zou betekenen indien er een democratisch plan zou zijn waarbij alle middelen, zowel menselijke als materiële, kunnen worden ingezet met het oog op de menselijke noden en waarbij ook het milieu wordt beschermd.
Afrika is momenteel de zwakste schakel van het wereldkapitalisme. Als de Afrikaanse massa’s, armen en jongeren de ketenen van het kapitalisme kunnen breken, zou dit het begin vormen van een wereldwijde verandering.
-
Ja, een andere wereld is mogelijk. Maar hoe?
"Een andere wereld is mogelijk", is de slogan van veel internationale protestacties tegen kapitalistische instellingen zoals de G8, het IMF of de EU. We publiceren hier een tekst van de Nigeriaanse journalist Lanre Arogundade (tevens lid van de Democratic Socialist Movement) naar aanleiding van het West-Afrikaanse en het Afrikaanse Sociaal Forum in Guinea en Zambia eind vorig jaar. Lanre geeft een socialistische kritiek op de slogan ‘Een ander Afrika is mogelijk’.
Lanre Arogundade
Net zoals het internationaal gebeurt, hebben ook sociale bewegingen in Afrika de slogan ‘Een andere wereld is mogelijk’ opgenomen. Zij zeggen: een ander Afrika is mogelijk, een ander West-Afrika is mogelijk. Of ‘een ander Nigeria is mogelijk, een ander Zimbabwe,…
Een blik op de objectieve situatie waarin de sociale fora plaatsvonden, versterkt het argument dat een andere wereld niet alleen wenselijk is, maar dat het ook mogelijk moet worden gemaakt.
Guinea, waar het West-Afrikaanse sociaal forum plaatsvond, gaat gebukt onder het juk van een militaire dictatuur die zich heeft omgevormd tot een burgerlijke dictatuur. Ondanks de minerale rijkdommen in het land, zoals bauxiet, zijn de inwoners van het kustland bij de armsten ter wereld. De president weigert af te treden of verkiezingen te organiseren. Kort na het sociaal forum, beweerde hij dat er een staatsgreep tegen hem werd gepland en dat werd aangegrepen om de oppositie, waaronder ook de media en de vakbonden, aan te pakken.
Kapitalistische uitbuiting
Zambia, waar het Afrikaanse Sociaal Forum plaatsvond, doet het niet veel beter. Het drinkwater waarover het land beschikt, zou alle noden van zuidelijk Afrika kunnen voldoen waardoor het land een ‘watermacht’ zou zijn. Maar vandaag beschikken zelfs de inwoners van het land vaak niet over toegang tot drinkbaar water. Het land wordt hard getroffen door HIV/Aids en veel inwoners leven in verschrikkelijke armoede.
Guinea en Zambia mogen dan wel tot de armste Afrikaanse landen behoren, de situatie in de zogenaamde grotere en soms rijkere landen zoals Nigeria of Zuid-Afrika is niet veel beter. Ook daar is er een enorme armoede naast een kleine rijke bevolking. In landen als Soedan, Congo, Rwanda, Burundi, Ethiopië, Somalië, Eritrea,… wordt alles overheerst door oorlog, genocide, hongersnood, ziektes en een enorm tekort aan voedsel.
We zien dus dat Afrika de slechte elementen van de hedendaagse kapitalistische uitbuiting in zich draagt…
Op beide sociale fora werd veel gesproken over de schuldenlast. Er was een meerderheid die opkwam voor een volledige schuldkwijtschelding, aangezien het de kapitalistische landen in Europa en Amerika zijn die zouden moeten betalen voor de schade die aangericht werd door de koloniale uitbuiting en leegplundering, en door de verdere neo-koloniale uitbuiting met de Wereldbank en het IMF.
De Nigeriaanse regering verklaarde bijvoorbeeld dat het op een schuld van 13 miljard Naira reeds 43 miljard aan intresten heeft afbetaald en nog steeds 23 miljard Naira verschuldigd is…
Scheld de schulden kwijt
Socialisten steunen de kwijtschelding van de enorme en vaak fictieve schulden van ontwikkelingslanden in Afrika, Azië, Latijns-Amerika,… Maar de manier waarop een schuldkwijtschelding als ‘magische oplossing’ voor Afrika naar voor gebracht werd, is misleidend.
Naast de schulden, zijn ook andere neveneffecten van de kapitalistische uitbuiting verantwoordelijk voor de onderontwikkeling van Afrika. Het gaat daarbij onder meer om de massale corruptie; imperialistische overheersing van de economie; het monopolie van de miljardairs op landbouwgrond, boerderijen en andere natuurlijke grondstoffen; de armoedige lonen;… En dan hebben we het nog niet over de jarenlange militaire en burgerlijke dictaturen, de oorlogen en de genocide samen met een onderstroom van etnische en nationalistische agitatie.
Bovendien kan niet verwacht worden dat Afrikaanse leiders in de Afrikaanse Unie (AU) of regionale organen, hun voordelen uit de uitbuiting van de massa’s zomaar zullen afstaan. Het is naïef om te denken dat organen als de AU plots zullen opkomen voor een volledige schuldkwijtschelding.
Hoe verder?
We moeten ons ook de vraag stellen wat er zou gebeuren indien alle schulden vandaag worden kwijtgescholden. Welk alternatief zou er in de plaats gesteld worden zodat er geen terugkeer is naar een regime met veel schulden?
Socialisten moeten nadruk leggen op het feit dat de veelheid aan problemen in Afrika fundamenteel veroorzaakt worden door het systeem van de miljardairs en de grootgrondbezitters die jarenlang gebruik gemaakt hebben van een directe kolonisatie of indirecte heerschappij, dictaturen, neoliberalisme,…
Ten tweede benadrukken we dat het alternatief op dit systeem bestaat uit een socialistische planning van de productie en de samenleving waarbij de productiemiddelen niet enkel genationaliseerd worden, maar ook onder de democratische controle en het beheer van de arbeiders, boeren en armen worden geplaatst om misbruik te voorkomen.
Afrika en haar landen hebben heel wat massale sociale en revolutionaire bewegingen gekend. Er zijn doorheen de revoltes tegen de slavenhandel tot de onafhankelijkheidsstrijd heel veel voorbeelden te geven. Van revoluties in Algerije tot Zuid-Afrika, arbeidersbewegingen in Ghana, Nigeria,…
De taak om een ander Afrika mogelijk te maken, bestaat erin om de arbeiders en jongeren te herbewapenen met correcte perspectieven en een strategie die gebaseerd is op de noodzaak om het kapitalistisch systeem omver te werpen.
Een ander Afrika zal enkel mogelijk worden na een revolutie onder leiding van de arbeiders en jongeren, de boeren, de vrouwen,… in de verschillende Afrikaanse landen.
-
Mugabe drijft repressie op in Zimbabwe
Na de Zimbabwaanse verkiezingen van 31 maart, waarbij de regerende Zanu-PF partij "overtuigend" won, heeft president Mugabe een nooit geziene repressie opgestart tegen straathandelaars en de bewoners van krottenwijken. Er worden bulldozers ingezet om duizenden "illegale" woningen af te breken en wijken "op te kuisen".
Dave Carr
Hierbij gaat het om een nieuwe golf van staatsrepressie om de politieke tegenstand tegen Mugabe te verzwakken. Duizenden potentiële aanhangers van de oppositie moeten noodgedwongen verhuizen naar landelijke gebieden waar de regering de volledige controle heeft over de voedselvoorziening. Daarmee wil de regering haar greep op de samenleving versterken.
Minstens 22.000 Zimbabwanen werden opgepakt en zo’n 200.000 woningen werden vernietigd. Dat blijkt althans uit cijfers van de Verenigde Naties. Deze opkuisoperatie heeft ook een school in Hatfield met de grond gelijk gemaakt, alsook een tehuis voor achtergestelde kinderen, het Batsirai Children’s Centre, waar 100 wezen werden opgevangen waarvan velen getroffen zijn door HIV/Aids.
Zelfs de ‘oorlogsveteranen’ die door Mugabe als stoottroepen werden ingezet tegen blanke commerciële landbouwbedrijven in 2000, ontkwamen de vernietigingsdrang niet. Op de voormalige Leaf Tobacco boerderij in Kambuzma werden twee coöperatieves vernietigd.
Er kwam als reactie tegen de repressie een staking van twee dagen georganiseerd door een brede alliantie van kerken en burgerlijke groepen. Die staking was echter niet effectief. Dit komt deels door de massale werkloosheid en de angst voor politierepressie, maar ook door de rechtse koers van de oppositiepartij Movement for Democratic Change. Heel wat Zimbabwanen verzetten zich tegen Mugabe, maar hebben geen illusies in slecht georganiseerde protestacties.
De repressie versterkt de economische en sociale crisis in het land. De economie kent er een vrije val, de voorbije vijf jaar is de economie met 30% gekrompen. Er is bovendien een nijpend tekort aan brandstof en voedsel. Het toerisme en de buitenlandse investeringen blijven weg en het land heeft onvoldoende middelen om goederen te importeren. Deze factoren hadden geleid tot een migratie van het platteland naar de steden.
Op 19 mei werd de munt met 32% gedevalueerd in een wanhopige poging om de export toch wat op te krikken. Dit bleek echter een tevergeefse poging te zijn.
Zimbabwe kent de ergste politieke crisis sinds de onafhankelijkheid van het land in 1980. Deze crisis komt voort uit het kapitalistisch beleid van de jaren 1990. In 1990 werd onder druk van het IMF en de Wereldbank een ‘economisch structureel aanpassingsprogramma’ (ESAP) doorgevoerd dat door de bevolking algemeen omgedoopt werd tot ‘Eternal Suffering for African People’ (eeuwig lijden voor het Afrikaanse volk). Dit programma heeft geleid tot een inkrimping van de industrie met 40% tussen 1990 en 1995, waardoor de levensstandaard drastisch gedaald is.
In 1996 was er een algemene staking in de openbare diensten tegen een loondaling en het schrappen van 25.000 jobs. Het jaar daarna waren er acties van de landloze en verarmde oorlogsveteranen die compensaties eisten van Mugabe. Uiteindelijk moest Mugabe toegeven en een pensioen betalen aan de duizenden veteranen.
Om dat te betalen voerde Mugabe een sterke belastingsverhoging door en werd de inflatie opgedreven. Dit verscherpte het protest verder, wat leidde tot ‘Rode Dinsdag’ op 9 december 1997 toen 1 miljoen mensen deelnamen aan een algemene staking tegen de regering.
Tijdens deze periode van strijd moest de vakbondsfederatie ZCTU onder druk van de basis breken met de regerende partij van Mugabe. Hierdoor ontstond een politiek vacuüm, wat leidde tot het oprichten van de Movement for Democratic Change (MDC).
De MDC was actief in de oppositie tegen de grondwetshervormingen van Mugabe in februari 2000. De partijleiding maakte echter snel een draai naar rechts en nam samen met lokale kapitalisten deel aan een rechtse ‘denktank’ uit de VS, de Freedom Foundation, waarvan het 1 miljoen dollar kreeg. De MDC nam hierop een neoliberaal programma aan, ondanks het feit dat dit eerder leidde tot verwoestende effecten in het land.
Na de verkiezingsnederlaag in 2000, werd Mugabe plots de kampioen van de armen. Hij mobiliseerde oorlogsveteranen om witte boederijen over te nemen. De kwestie van de landbouwgrond is een belangrijk thema. Het vormde een belangrijk aspect van de bevrijdingsstrijd. Maar na de onafhankelijkheid in 1980 veranderde er weinig. In 2002 bezaten 4.400 blanke boeren 32% van de beste landbouwgrond, terwijl 1 miljoen arme boerengezinnen samen 38% van de landbouwgrond controleerden.
De bezettingen van de boerderijen na 2000 vormden geen onderdeel van een boerenopstand of een programma van landverdeling op basis van een nationalisatie van de grote boerenbedrijven. De beste boederijen kwamen in handen van aanhangers van Mugabe. De oorlogsveteranen daarentegen kregen slechtere grond en geen middelen om die grond te bewerken. Nu worden de oorlogsveteranen van hun grond verdreven door de politie.
De afgelopen jaren werden de arbeiders en boeren in het land het slachtoffer van het regime van Mugabe. Het ontbreken van een socialistische partij met een revolutionair en internationalistisch programma is daarbij een belangrijk gebrek. Socialisten in Zimbabwe zullen daaraan moeten werken.
-
Franse troepen uit Ivoorkust!
Begin november 2004 hebben Franse soldaten het vuur geopend op mensen die betoogden tegen de bezetting van enkele gebouwen. Resultaat: 57 doden en 2.226 gewonden.
Aïsha Paulis
Ivoorkust, een land met veel natuurlijke rijkdommen, is sinds 2002 verdeeld tussen een president die ten allen prijze aan de macht wil blijven en een rebellenbeweging die zijn ontslag eist.
De huidige regering van Gbagbo baseert zich op de etnische verdeeldheid om aan de macht te blijven. Tijdens de presidentsverkiezingen in 2000 heeft hij zijn kiescampagne gefocust op de vraag wie Ivoriaan is en wie niet. Die vraag werd vervolgens overgenomen door de hele politieke elite van Ivoorkust. Men wil het moeilijker maken om zich als Ivoriaan te laten erkennen of om de Ivoriaanse nationaliteit te verwerven. Men moet immers kunnen bewijzen dat men al verschillende generaties Ivoriaanse ouders heeft.
Gbagbo doet ook beroep op gewapende bendes zoals de "Jonge Patriotten" die verantwoordelijk zijn voor plunderingen, verkrachtingen, etc. Die groepen ontwikkelen ook een racistische politiek gericht tegen blanken en beschuldigen er het Franse leger van de rebellen te steunen. Daarom hebben ze bijvoorbeeld 4 Franse scholen vernield hoewel de meeste mensen die er studeren Ivorianen zijn.
De Franse regering heeft tot nu toe de situatie gelaten zoals ze is, in afwachting tot duidelijk wordt wie hun beste bondgenoot in Ivoorkust blijkt te zijn.
Franse multinationals zoals France Telecom en vele anderen hebben er heel wat belangen. Frankrijk komt regelmatig tussen in de binnenlandse politiek van Ivoorkust. Om hun economische belangen te verdedigen, heeft de Franse regering het akkoord van Marcoussis doorgedrukt. Het akoord had als doel het vredesproces opnieuw leven in te blazen.
De regering van Gbagbo weigert echter verder te onderhandelen zolang de rebellen niet ontwapend zijn. Het opflakkeren van het geweld gaf het Franse leger het perfecte alibi om haar positie te verstevigen (er zijn al 4.000 militairen gestationeerd). Dat zorgde echter voor een felle reactie van de bevolking. In het begin van november vonden verschillende betogingen plaats.
Eén van die betogingen werd beschoten door Franse soldaten, waarbij 57 doden vielen. Dit toont aan dat het Franse imperialisme nog steeds actief is en bereid om haar belangen te verdedigen.
Geen van beide partijen heeft een oplossing voor de aanwezigheid van het Franse imperialisme, noch voor de sociale problemen in Ivoorkust.
Wat ontbreekt is een oppositiepartij die de bevolking verenigt, over etnische en religieuze grenzen heen, en die een samenleving vooropstelt, gebaseerd op de behoeftes en capaciteiten van iedereen en niet op de winsten van enkelen.
-
Algerije: 50 jaar na de revolutie van 1954 zijn alle voorwaarden aanwezig voor een nieuwe sociale explosie
Wat gebeurt er vandaag in Algerije? Sinds 1 november 1954 en het uitbreken van de Algerijnse revolutie zijn 50 jaar verstreken, is een regime gevestigd onder leiding van het FLN (Nationaal Bevrijdingsfront) en zijn de arbeiders en jongeren hun revolutie op politiek en economisch vlak ontnomen.
Leila Messaoudi
De handelsbalans van het land vertoonde gedurende de eerste negen maanden van het jaar een overschot van 6,5 miljard dollar. Volgens het IMF is de situatie "vrij gunstig" en wordt melding gemaakt van structurele hervormingen, waaronder de hervorming van de banksector. De Amerikaanse ambassadeur kondigde aan dat de VS het proces zal opstarten om Algerije toe te laten tot de Wereldhandelsorganisatie. Frankrijk probeert de banden aan te halen met regelmatige bezoeken door ministers.
Regering van Ouyahia: een regering voor de kapitalisten
Het beleid van de regering onder leiding van Ahmed Ouyahia vandaag is erop gericht om de Algerijnen de door hen geproduceerde rijkdommen te ontnemen. De rijkdommen, vooral de olie en het gas, worden uitgevoerd. Er is enkel import voor "industriële uitrusting". In 2003 is de economie van het land sterk gegroeid, maar de Algerijnen zagen de gevolgen daarvan niet op het vlak van hun levensstandaard. Integendeel. Er waren rellen en quasi-opstanden tegen het regime. In de ene regio gaat het om het water, elders om de huisvesting of gewoon om het politie-regime en de regering die op de markten tussenkomt om de kleine handelaars aan te pakken. De toename van het aantal strijdbewegingen wordt versneld. Overal zien we tekenen van een bevolking die amper het hoofd boven water kan houden, soms worden de lonen gedurende maanden niet betaald en zien we enorm catastrofale sociale omstandigheden voor de meerderheid van de bevolking. In 2003, nog voor de verkiezingen, waren er verschillende stakingsbewegingen, waaronder van de spoorarbeiders die protesteerden tegen de privatiseringen van de openbare diensten. Hierdoor werd het privatiseringsbeleid van Bouteflika tijdelijk afgeremd.
De regering wordt tegen de arbeiders ingezet
In bepaalde sectoren is er de afgelopen maanden opnieuw gestaakt. Zo was er eind oktober een staking van onbepaalde duur in de gezondheidszorg waarbij 300.000 nieuwe personeelsleden werden geëist. De dokwerkers aangesloten bij de Nationale Vakbondscoördinatie organiseerden een ‘waarschuwingsactie’ op 26 oktober als protest tegen de mogelijke privatisering van de havenarbeid waarbij duizenden jobs bedreigd worden. Tegenover die mobilisaties, de rellen (in ht bijzonder in de regio M’zab), probeert de regering van Ouyahia de kaart te trekken van de gerechtelijke en militaire vervolging van de bewegingen. Van Ghardaia tot Constantine, zijn er meer en meer repressieve optredens tegenover jonge "relschoppers" waarbij het aantal sancties en gevangenissenstraffen sterk toeneemt.
Tegenover deze sociale bewegingen, gaat de regering in het offensief door het stakingsrecht in de openbare sector te beperken. Er zijn reeds verschillende maatregelen genomen tegen de stakers. Zo besliste de regeringsraad om niet langer iets te betalen aan stakers, ook al was er voordien een akkoord dat drie dagen per staking worden doorbetaald. Er is klacht ingediend tegen de vakbonden die de openbare diensten zouden "ondermijnen" door hun stakingen en er zijn procedures gestart om werknemers die staken te ontslaan wegens werkverlating!
De strijdbewegingen worden in het algemeen geleid door autonome vakbonden en soms door vakbonden die aangesloten zijn bij de UGTA, de officiële vakbondsfederatie. De repressie wordt echter ingezet tegen iedere stakingsoproep van onbepaalde duur. Met die maatregelen maakt de regering een einde aan de verworvenheden die afgedwongen werden in 1988. Dat is niet verrassend aangezien reeds verschillende journalisten gecensureerd werden of in de gevangenis belandden. Het repressieve karakter van het regime wordt opgedreven, zoveel is duidelijk. Bouteflika en zijn opvolger, Ouyahia, tonen wiens belangen ze verdedigen, de belangen van de Algerijnse en buitenlandse kapitalisten die de Algerijnse markt willen openen voor meer concurrentie en winstbejag.
Verzet door een socialistisch alternatief op te bouwen in de strijd!
De autonome vakbonden bestrijden de aanvallen, maar de UGTA blijft afwezig. Er is geen enkele officiële steun van de officiële vakbond voor de strijdbewegingen die plaatsvinden. De UGTA meent dat het niet nuttig is om in het offensief te gaan tegenover Ouyahia, aangezien de federatie niet officieel tegen privatiseringen gekant is ondanks enorme druk van de basis. Een deel van de nationale vakbondsfederatie is lid van de RND, de partij van Ouyahia…
De nationaliseringen, de industriële ontwikkeling van het land,… zijn verworvenheden die moeten verdedigd worden door de Algerijnse arbeiders. De jongeren en de arbeiders willen een degelijke levensstandaard, aanvaardbare huurprijzen en water. Daarmee wordt ingegaan tegen de machthebbers die enkel de winsten verdedigen. Deze strijd komt in conflict met de kapitalistische belangen.
De eisen in de openbare diensten stellen de kwestie van de politieke macht. Het kapitalisme wil sterke stappen vooruit maken in Algerije. Dit systeem kan echter niet tegemoet komen aan de dagelijkse behoeften van de Algerijnen waardoor de aanval wordt ingezet door de regering. Het is rond de eisen voor een degelijke infrastructuur (wegen, water, huisvesting), tegen de privatiseringen, dat de arbeiders zich kunnen verenigen rond een programma dat ingaat tegen het kapitalistische systeem.
Het hernationaliseren van de geprivatiseerde sectoren, samen met het bouwen van wegen, dat soort eisen omvat de vraag naar de controle en het beheer van de economie. Wie kan dat beter dan de arbeiders zelf? Het socialisme is het enige perspectief voor echte vooruitgang in Algerije. Daarmee bedoelen we niet het ‘socialisme’ van de stalinistische regimes, maar een democratisch gecontroleerd regime waar de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal staan en waar de meerderheid van de Algerijnen kan genieten van de rijkdommen van het land. Daartoe moet gebouwd worden aan een instrument voor politieke strijd, een partij die de dagelijkse belangen verdedigt vanuit zo’n perspectief voor een socialistisch alternatief op het kapitalisme. Het Comité voor een Arbeidersinternationale (de internationale organisatie waartoe LSP behoort) komt hiervoor op.