Egypte: repressie tegen Soedanese vluchtelingen

In de nacht van 29 op 30 december maakte de Egyptische oproerpolitie op uiterst gewelddadige wijze een eind aan een 3 maand durende protestkamp van Soedanese vluchtelingen. De ontruiming heeft volgens officiële bronnen het leven gekost aan minstens 27 vluchtelingen, waaronder verschillende vrouwen en kinderen. Getuigen en mensenrechtenorganisaties spreken van meer dan 100 doden.

Een correspondent

Ca. 3000 Soedanese vluchtelingen kampeerden sinds eind september nabij het kantoor van het VN-commissariaat voor de vluchtelingen (UNHCR) in de wijk Mohandiseen, in een park langsheen een belangrijke verkeersas. Met het protestkamp probeerden de vluchtelingen alsnog uit de patstelling te komen waarin zij geruime tijd beland waren als gevolg van het fictieve onderscheid tussen politieke en economische vluchtelingen. Sinds het wankele bestand in Soedan worden Soedanese vluchtelingen niet langer erkend als politieke vluchtelingen. Nochtans is volgens verschillende bronnen de situatie uiterst labiel, vooral in het Westen van Soedan. Het Egyptische Ministerie van Buitenlandse Zaken zegt de toelating te hebben gekregen van de VN voor de ontruiming. De VN ontkent.

Op 29 december rond 23u werd het plein volledig omsingeld met overvalwagens, privé-bussen, waterkanonnen en een troepenmacht van 4000 met knuppels gewapende agenten, onder het mom van een in de buurt geplande manifestatie van de Moslimbroeders. Volgens ooggetuigen kon niemand het plein nog verlaten. Vanaf 1u werd herhaaldelijk gedurende lange tijd het waterkanon ingezet, ondanks de koude. Om 5u bestormden de ordetroepen het plein. Mannen, vrouwen en kinderen werden zonder onderscheid neer geknuppeld en weggesleept. Vele tientallen raakten gewond, verschillende bezweken aan hun verwondingen ter plaatse of werden vertrappeld. Alle vluchtelingen werden weggevoerd in bussen naar verschillende detentiekampen aan de rand van de stad. Volgens sommige bronnen zouden 645 mensen gedeporteerd worden. Sommigen getuigen dat zij zonder papieren op afgelegen plaatsen gedropt werden. Gewonden zouden nauwelijks of geen verzorging krijgen.

De Soedanezen zijn in Egypte niet alleen het slachtoffer van brutale repressie maar ook van toenemende vijandigheid van de Egyptische bevolking. Soedanese migranten en vluchtelingen krijgen de schuld van de hoge werkloosheid en precaire situatie van vele Egyptenaren – in belangrijke mate gevolgen van de met ijzeren vuist doorgevoerde neoliberale agenda – en zijn regelmatig het slachtoffer van racistische aanvallen. Tijdens de raid op het protestkamp werd de politie zelfs toegejuicht door kleine groepjes omstanders.

De dag na de gewelddadige ontruiming vonden in Cairo verschillende kleine protestbetogingen plaats van mensenrechtenactivisten, vluchtelingensteungroepen en studenten, hoofdzakelijk vanuit een morele verontwaardiging over de brutale aanval en wijzend op de noodzakelijke solidariteit tussen de minderheden onder de slogan “Wij zijn allemaal Afrikanen”. De regering doet er alles aan om haar gewelddadig optreden af te zwakken en zo goed mogelijk te verantwoorden. Aan het protest wordt weinig ruchtbaarheid gegeven.

De VS, die sinds 1979 jaarlijks 2 miljard dollar economische en militaire steun verleent aan Egypte, beperkt haar commentaar op de regering tot bezorgdheid over het verloop van de recente presidents- en parlementsverkiezingen, meer bepaald de veroordeling van Ayman Nour, leider van de liberale Ghad-partij, tot 5 jaar gevangenisstraf.

De heersende klasse gebruikt alle middelen om haar macht te behouden. Bij de derde stemronde van de parlementsverkiezingen kwam het tot verschillende gewelddadige confrontaties waarbij gewapende bendes samen met oproerpolitie in wijken met veel aanhang van moslimbroeders kiezers de toegang tot het stemlokaal verhinderden. Eerder in 2005 werd ook al hard opgetreden tegen de betogingen van de nieuwe seculiere oppositiebeweging Kefaya.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop