Your cart is currently empty!
Afrikaans Sociaal Forum: socialisme of barbarij
De afgelopen dagen vond in Bamako (Mali) een bijeenkomst plaats van het Wereld Sociaal Forum. Op dit ogenblik vindt ook in Venezuela een dergelijke bijeenkomst plaats en eind maart volgt een bijeenkomst in Pakistan waarop ook een LSP-vertegenwoordiger aanwezig zal zijn. We publiceren hierbij de tekst van het hoofdartikel van het maandblad van onze Nigeriaanse zusterorganisatie. Deze tekst werd gebruikt voor de interventie op het WSF in Mali.
Artikel door Dagga Tolar en Peluola Adewale
Afrika – ofwel socialisme, ofwel een erger wordende barbarij
Afrika wordt verwoest door de extreme armoede. Het is het enige continent dat armer geworden is sinds 1980. Zowat de helft van de bevolking leeft met minder dan 1 dollar per dag. De honger is alomtegenwoordig. Miljoenen mensen zijn omgekomen omwille van een tekort aan voedsel en voor de toekomst ziet her niet beter uit. Een rapport van Unicef stelt dat Afrika in 2015 slechts in staat zal zijn om minder dan de helft van de bevolking te voeden.
2015 is ook het jaar waartegen de wereldleiders de armoede en de honger willen halveren als onderdeel van de “Milleniumdoelstellingen”. Deze doelstellingen zijn er ook op gericht om de kindersterfte aan te pakken en iets te doen tegen de verspreiding van HIV/Aids. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank stelt evenwel dat Afrika de doelstellingen wellicht niet zal halen. De Verenigde Naties stelt dat Afrika aan het huidig ritme de milleniumdoelstellingen pas kan halen binnen 150 jaar. Meer dan drie vierde van de Aidsdoden vallen in zwart Afrika. 65% van de mensen die besmet zijn met HIV leven op het continent. De situatie wordt nog erger gemaakt door de postkoloniale geschiedenis van Afrika waarin oorlogen en dictaturen geleid hebben tot miljoenen doden onder de werkende massa’s.
De cijfers hierboven geven aan dat de onderontwikkeling in Afrika inderdaad verschrikkelijk is. Waaraan heeft dit continent dat te danken, en is immers een enorm potentieel aan rijkdom aanwezig. Socialisten leggen uit hoe het kapitalisme aan de basis ligt van de huidige problemen. Lenin stelde dat het kapitalisme staat voor horror zonder einde. Het systeem van ongelijkheid slaat uiteraard hard toe in Afrika (en andere landen in Azië en Latijns Amerika). Op het vlak van natuurlijke rijkdommen, is Afrika steeds potentieel één van de rijkste continenten geweest. Maar het kapitalisme heeft op ieder ogenblik van haar ontwikkeling het Afrikaanse continent leeg geplunderd. Dat gebeurde bij de slavenhandel naar Amerika, de kolonisatie en nu bij het imperialisme. Het huidige neoliberale beleid heeft de situatie voor de massa’s enkel erger gemaakt. Het continent wordt leeggeroofd van haar middelen. De regeringen baseren zich op buitenlands kapitaal, maar moeten daarbij woekerrentes betalen.
Op dit ogenblik gebruikt het imperialisme de enorme schuldenlasten, haar dominantie van de wereldhandel en de corrupte Afrikaanse leiders als wapens in de plundering van de rijkdom van Afrika. De armsten zijn daarbij het slachtoffer van het neoliberaal beleid.
Schuldenlast en neoliberalisme
In oktober 2005 hadden de Afrikaanse landen reeds 580 miljard dollar terugbetaald aan schuldeisers (de imperialistische landen en instellingen) voor een oorspronkelijke schuld van 540 miljard dollar. Toch is nog steeds 330 miljard dollar verschuldigd! De regeringen doen er alles aan om die schulden terug te betalen en besparen daarom op het vlak van onderwijs, gezondheidszorg, jobs, voedsel en andere basismiddelen voor de bevolking. De regeringen hebben de Structurele Aanpassingsprogramma’s opgenomen en andere neoliberale maatregelen zoals privatiseringen, commercialiseringen, vrije handel, besparingen in de openbare uitgaven,… Een dergelijk beleid wordt opgelegd als voorwaarde om de schuldenlast te verlichten.
Het is geen toeval dat Aids zo sterk verspreid is in Afrika. Terwijl de Afrikaanse landen in 2003 25 miljard dollar afbetaalden aan schuldeisers, verloren 2,3 miljoen Afrikanen het leven door Aids. In datzelfde jaar waren er volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 4,1 miljoen Afrikanen met Aids die onmiddellijk medicijnen nodig hadden. Slechts 50.000 Afrikanen kregen effectief geneesmiddelen.
Het kapitalisme en haar neoliberaal beleid zijn de belangrijkste redenen voor de honger in Afrika. Craig Timberg van de Washington Post schreef dat de hongersnood in Niger vorig jaar niet zozeer kwam door een natuurramp zoals droogte of het klimaar, maar door de vrije markt economie die werd opgelegd door de regering van Niger. Op aandringen van de Wereldbank ging de regering over tot het afschaffen van de prijscontroles en hierdoor stegen de prijzen van basisgoederen soms erg scherp. Er kwam een extra belasting op niet-voedingsgebonden goederen, wat leidde tot twee grote betogingen in maart 2005. Dat is allemaal mee het gevolg van een neoliberaal beleid dat wordt opgelegd door het programma van de Wereldbank en het IMF voor landen met een grote schuld. Het verklaart waarom landen als Burkina Faso, Mauritanië, Ethiopië en Mali honger kennen. En dat ondanks de verlichtingen op de buitenlandse schulden.
Ongelijke handel
De enorme natuurlijke rijkdommen van het Afrikaanse continent werden geplunderd op basis van een ongelijke handel en uitwisseling. Tussen 1980 en nu is het Afrikaanse aandeel in de wereldhandel met meer dan twee derden gedaald van 6% in 1980 tot minder dan 2%. De prijzen van de belangrijkste exportproducten daalden sterk. Een studie geeft aan dat de prijs van koffie tussen 1980 en 2001 met 85% daalde, cacao met 67%, palmolie met 60%, koper met 40% en ook de andere belangrijke exportproducten kenden prijsdalingen, met uitzondering van olie. De imperialistische landen hebben het steeds over vrije handel, het wegnemen van subsidies,… Dit leidt ertoe dat de Afrikaanse boeren moeten concurreren met sterk gesubsidieerde boeren uit het noorden. Volgens schattingen geven de ontwikkelde landen per jaar zo’n 200 miljard pond uit aan landbouwsubsidies. Dat is 17 miljard pond meer dan het volledige BNP van Afrika. De Wereldbank stelt dat de export van Afrika met 1,5 miljard dollar per jaar zou toenemen als Noord-Amerika, Japan en Europa hun handelsbelemmeringen zouden opgeven.
Waarom zit Afrika in deze situatie? Dit komt omdat de wereldeconomie gedomineerd wordt door de heersende klassen van de rijke landen en hun lakeien. Op dit ogenblik controleren de 500 grootste internationale bedrijven 70% van de wereldhandel. De 50 grootste banken en financiële instellingen controleren 60% van het globaal kapitaal. 300 multinationals en grote banken controleren 70% van alle buitenlandse directe investeringen.
Deze dominantie zorgt ervoor dat er geen onafhankelijke rivalen kunnen ontwikkelen. Zodra nieuwe technologieën of producten worden ontwikkeld, komt er snel een dominantie door de imperialistische machten. Er zijn uitzonderingen op deze algemene regel, zoals Zuid-Korea of Maleisië, die door het westen werden gestimuleerd om te ontwikkelen om strategische redenen. In het geval van China zien we dat de basis voor de economische groei werd gelegd door wat overbleef van een geplande economie, ondanks het ondemocratisch regime met het maoïstisch stalinisme.
Corrupte leiders
Het lot van Afrika wordt ook bepaald door de corrupte leiders. Uiteraard is corruptie niet beperkt tot Afrika of de ontwikkelingslanden. Het schandaal van Enron, het grote energiebedrijf in de VS, toonde aan dat corruptie universeel is onder het kapitalisme. De meeste natuurlijke rijkdommen in Afrika worden gestolen door corrupte pro-Westerse leiders en verdwijnen in de zakken van bedrijven in Europa en Noord-Amerika. Deze rooftocht toont aan dat ook deze machten geen vertrouwen hebben in een ontwikkeling van Afrika op kapitalistische basis. Het kapitalistische neoliberalisme heeft de corrupte leiders extra ruimte geboden om zichzelf te verrijken. De aanvankelijke voordelen van de periode na de onafhankelijkheid (door de relatief grote investeringen in infrastructuur, sociale diensten en overheidsbedrijven) zijn verdwenen door het beleid van privatiseringen, commercialisering en besparingen op de openbare uitgaven.
Oorlog en nationale onderdrukking
Het neoliberalisme leidde tot massale armoede en het marginaliseren van de overgrote meerderheid van de werkende bevolking. De onopgeloste nationale kwesties, meestal een gevolg van het kolonialisme, leiden in heel wat gevallen tot burgeroorlogen en oorlogen die het continent verder verwoesten. De meeste Afrikaanse landen zijn kunstmatige creaties van de koloniale heersers op basis van strategische en economische belangen. Daarbij werd amper rekening gehouden met verschillende geschiedenissen, tradities en talen.
Het is duidelijk dat de Afrikaanse burgerlijke elite niet in staat is om de nationale kwestie op te lossen. Het wordt er ook niet makkelijker op. Ontevreden delen van de heersende elite baseren zich op het ongenoegen onder de bevolking tegenover de heersende regeringen en misbruiken etnische kwesties om te mobiliseren voor oorlogen die enkel in hun eigen belang zijn. Er worden voordelen gehaald uit conflicten om zelf aan de macht te komen of de eigen positie te versterken. Dat gebeurt ten telkens op de kap van de arme werkende bevolking. Die wordt enkel gebruikt als kannonnenvlees. De oorlogen hebben geleid tot miljoenen doden, gewonden, daklozen,… onder de arbeiders en hun gezinnen. Volgens statistieken vielen er 4 miljoen doden in Congo, 2 miljoen in Soedan en 1 miljoen in Rwanda. Tevens waren er conflicten in landen als Sierra Leone, Liberia, Ethiopië/Eritrea, Ivoorkust,… waar recente conflicten hebben geleid tot honderdduizenden doden.
Enkel de arbeiders kunnen de nationale kwesties oplossen door op te komen voor het de rechten van naties en minderheden, waaronder het zelfbeschikkingsrecht, en door tegelijk op te komen voor eengemaakte bewegingen tegen de gezamenlijke vijanden. In de arbeidersbeweging is het belangrijk om met mensen van verschillende achtergronden samen actie te voeren en op een eengemaakte manier op te komen tegen de kapitalistische aanvallen op hun levenscondities.
Rol van de arbeidersklasse
Momenteel zien we Afrika afglijden naar barbarij. Dat weerspiegelt het falen van zowel het imperialisme als de lokale kapitalistische elite om de Afrikaanse economie te ontwikkelen en de levensstandaard van de bevolking te verbeteren. Gedurende de hele periode na de onafhankelijkheid, hebben zowel de militaire als de burgerlijke delen van de heersende klasse het continent bestuurd met een zelfde vernietigende effect voor de meerderheid van de bevolking. Op het vlak van de algemene economische ontwikkeling en de levensstandaard van de bevolking, zien we dat Afrika verder achterop ligt tegenover Europa en de rest van de wereld dan 4 of 5 decennia geleden.
Een kleine laag van de Afrikaanse bevolking is extreem rijk, vergelijkbaar met de rijksten in het ontwikkelde kapitalisme. Dat komt enkel door de plundertochten en de dubieuze akkoorden en samenwerking met het imperialisme om samen Afrika leeg te halen.
Uit de wereldgeschiedenis en de beperkte geschiedenis van het kapitalisme in Afrika, blijkt dat enkel de arbeidersklasse in staat is om een einde te maken aan het kapitalisme dat leidt tot miserie en armoede.
De mogelijkheden en technologische kennis vandaag zijn gebaseerd op het omzetten van natuurlijke grondstoffen in consumptiegoederen. Onder het kapitalisme wordt de meeste technologische kennis gecontroleerd door private bedrijven en een beperkt aantal kapitalisten. Daar zien we de belangrijkste tegenstellingen. Op internationaal vlak zijn er voldoende kennis en middelen om iedereen te voorzien in een degelijk leven. Dat potentieel wordt nu niet benut.
Om ervoor te zorgen dat de behoeften van iedereen centraal staan en niet de winsten van een kleine minderheid, moet de arbeidersklasse – gesteund door andere lagen van de uitgebuite bevolking – zich organiseren en een revolutionaire strijd voeren. Daarbij moet worden opgekomen voor het collectief bezit onder democratische controle en beheer van de sleutelsectoren van de economie en de belangrijkste natuurlijke rijkdommen. Dat zou een onderdeel vormen van een geplande en georganiseerde productie waarbij de behoeften van de bevolking centraal staan en niet de winsten.
Het is belangrijk om erop te wijzen dat Afrika een rijke traditie van strijd heeft. Het afgelopen jaar alleen al zagen we massale protestacties en stakingen tegen het neoliberaal beleid in Mali, Liberia, Burkina Faso, Niger, Zuid-Afrika, Nigeria,…
In de jaren 1990 en op het begin van deze eeuw, was het steeds de arbeidersklasse die een leidinggevende rol speelde in het omverwerpen van de kapitalistische regeringen van Kerekou in Benin en Kenneth Kaunda in Zambia. De Beweging voor Democratische Verandering in Zimbabwe onder leiding van Morgan Tsvangirai kwam aanvankelijk voort uit het verzet van de vakbonden en de arbeidersklasse tegen het kapitalistisch beleid van Mugabe. In Zuid-Afrika organiseerde Cosatu stakingen en massale protestacties tegen de kapitalistische regering van het ANC. In Nigeria werd het pro-imperialistisch regime van president Obasanjo verschillende keren opgeschrikt door stakingen en protestacties van de vakbeweging.
Jammer genoeg zien we dat al deze strijdbewegingen ook zwaktes naar voor hebben gebracht. We zullen die zwaktes moeten overkomen als we het systeem willen veranderen. Daarbij is er nood aan een duidelijk programma en een leiding die niet bang is om de strijd tegen het kapitalisme aan te gaan.
Socialisten stellen dat Afrika enkel uit de negatieve spiral zal raken, als wordt gebroken met het kapitalisme en de enorme rijkdommen van het continent uit de handen van de imperialisten en de lokale kapitalisten worden genomen. Enkel op basis van een democratisch geplande economie, kan iedereen meegenieten van de enorme natuurlijke rijkdommen. Met een geplande economie bedoelen we niet de oude systemen waar een overheidsbureaucratie overging tot nationalisaties om haar eigen zakken te vullen. Socialisten staan voor de nationalisatie onder democratische controle en een democratisch beheer van de arbeiders om zo corruptie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat de middelen gebruikt worden in het belang van de werkende bevolking.
Afrika staat niet alleen met haar onzekere toekomst. Vandaag bevindt de wereldeconomie zich in een moeilijke situatie. De arbeiders worden op internationaal vlak geconfronteerd met onzekerheid door de aanhoudende aanvallen op hun levensstandaard en werkomstandigheden. In een dergelijke situatie kan een socialistische breuk met het kapitalisme zelfs vanuit één Afrikaans land een enorme echo krijgen in andere Afrikaanse landen en zelfs daarbuiten. Het zou door die internationale impact zijn, dan de isolatie van het land zou worden overkomen. Op die basis zou de arbeidersklasse van Afrika kunnen worden verenigd achter een socialistisch project.
Daartoe is een socialistisch programma nodig waarmee wordt tussengekomen in de arbeidersklasse in onder de massa’s. Er is het gevaar dat massale strijd enkel leidt tot een vervanging van de uitbuiters. Dat gebeurde in het Zambia van Chiluba, een regering die werd gevorm door voormalige vakbondsactivisten. Deze regering eindigde eveneens met een kapitalistisch neoliberaal beleid. Socialisten komen op voor een fundamentele verandering, het einde van het kapitalisme, om zo ook de tijdelijke overwinningen uit strijdbewegingen veilig te stellen.
In Benin was de massale beweging van de arbeiders voldoende sterk om de regering-Kerekou ten val te brengen. Er was echter een gebrek aan een eigen organisatie om het regime te vervangen. Uiteindelijk kwam Soglo aan de macht, een dissident van de heersende kapitalistische klasse die eveneens een beleid voerde dat tegen de belangen van de armen in ging.
Ook in Zimbabwe zagen we dat de ontwikkelingen in de MDC ervoor zorgden dat er geen alternatief is. De MDC ontwikkelt niet in de richting van een arbeiderspartij, maar is een openlijk pro-kapitalistische partij geworden. Hiermee kan het regime van Mugabe neit worden verslaan. Dezelfde discussie zal zich opdringen in Nigeria, waar een alternatief zal nodig zijn op het beleid van Obasanjo. Het gebrek aan een alternatief zorgt ervoor dat de gehate president aan de macht kan blijven.
Tegenover het huidige economische verval en de verwoestingen in Afrika, is er nood aan de creatie van een sterke Afrikaanse politieke arbeidersbeweging en organisaties die de dagelijkse strijd voor verbeteringen aangaan in het kader van een programma dat opkomt voor het afschaffen van het kapitalisme, de belangrijkste reden voor de ongelijkheid. Dat is de uitdaging waar de Afrikaanse arbeiders, jongeren en armen voor staan.
“Wie slechts toekijkt is ofwel een lafaard ofwel een verrader” – Amica Cabra. Als je je wil verzetten tegen het huidig systeem, is het nodig om je te organiseren en actief te worden. Het CWI is een internationale socialistische organisatie actief in zowat 40 landen. We komen op voor een socialistische wereld en zijn ook in Afrika actief (onder meer in Nigeria en Zuid-Afrika).