Category: Afrika

  • Mali. Militaire interventie zal chaos enkel versterken

    De plotse beslissing van een directe militaire interventie van Frankrijk (gesteund door België) in het noorden van Mali komt niet uit de lucht gevallen. De afgelopen weken werden door de Franse regering al voorbereidingen getroffen om de interventie verkocht te krijgen als steun aan de president van Mali tegenover het offensief van islamisten die twee derden van het noorden van het land controleren. De verplettering van het leger van Mali zorgde ervoor dat de interventie er sneller kwam.

    Leila Messaoudi, Gauche Révolutionnaire (Frankrijk)

    Op 11 januari besliste Frankrijk om operatie Serval te starten waarna de eerste gevechten al snel plaatsvonden. Meteen werd aangekondigd dat de interventie van langere duur kan zijn, minstens van enkele weken. Oud premier Villepin waarschuwde voor een mogelijke patstelling. De Franse interventie gebeurt onder het mom van de strijd tegen het terrorisme, maar heeft net als die andere oorlogen tegen het terrorisme in Afghanistan en Irak andere bedoelingen. En in Afghanistan en Irak duurt de militaire interventie intussen zowat 10 jaar.

    Wat is er aan de hand in de Sahel en in Mali?

    In de winter van 2012 was er een opmars van opstandelingen, een broze alliantie van islamisten rond Al Qaeda in de Mahreb (AQMI) samen met Ansar Dine en elementen uit de organisatie voor meer onafhankelijkheid voor de Touareg-bevolking, de MNLA (Mouvement National pour la Libération de l’Azawad). Het leidde tot een splitsing van het land Mali. Er was een militaire staatsgreep door Sanogo waarbij de president aan de kant werd geschoven.

    Maar ook Sanogo beschikte niet over voldoende autoriteit om de opstand in te dijken. Integendeel, de staatsgreep heeft de opstandelingen eerder aangemoedigd en dat ondanks grote interne tegenstellingen. De imperialisten, met Frankrijk op kop, besloten stilaan om zelf een actievere rol te spelen door de voorlopige regering onder leiding van Sanogo te ondersteunen. De buurlanden begonnen ook steun te geven aan dat regime, met ook concrete militaire steun. In de buurlanden werd gevreesd dat de onstabiliteit de grens van Mali zou oversteken.

    Na de kolonisatie en de kapitalistische crisis: een land in ontbinding

    Als Mali er vandaag zo slecht voor staat, is dat geen toeval. Het land onderging eerst de kolonisatie door Frankrijk waarbij op kunstmatige wijze een centrale staat werd gecreëerd op basis van repressie van sociale bewegingen en de onderdrukking van nationale minderheden.

    Het land raakte helemaal uit evenwicht omdat het beleid steeds in dienst van het imperialism stond. In ruil voor buitenlandse investeringen, eiste het IMF vanaf 1997-98 een reeks neoliberale maatregelen. Onder de naam van ‘Structureel Aanpassingsplan’ werden de weinige openbare diensten geprivatiseerd en werd de landbouw afgestemd op de export van katoen. Midden jaren 1990 werd de waarde van de munt met de helft gedevalueerd. Dat leidde tot officiële groeicijfers, maar het land en de economie waren intussen ontwricht. De nadruk op export ging ten koste van binnenlandse ontwikkeling. Vooral de regio’s die het verste van de Niger-vallei liggen, kregen het hard te verduren. De prijzen van katoen stortten in 2005 in elkaar, waardoor de katoenproductie met een probleem zat. Tot op vandaag wordt het katoen tegen verlies verkocht.

    Mali is vandaag een ontwricht land, ook al willen de imperialisten ons het land voorstellen als een voorbeeld van democratie in Westelijk Afrika. Het regime kan niet overleven zonder buitenlandse steun en geniet amper steun onder de bevolking. In IMF-kringen wordt een nieuwe devaluatie van de munt voorgesteld. Dat zou de situatie nog erger maken met een volledige nadruk op de export terwijl het importeren van levensnoodzakelijke goederen onbetaalbaar wordt.

    Franse belangen in de regio

    De landen van de Sahel zijn historisch gedomineerd door de voormalige Franse koloniale macht. Frankrijk heeft nog altijd heel wat belangen in landen als Senegal, Mauritanië, Mali, Algerije, Burkina Faso of Tsjaad. Deze regio is van strategisch belang voor Frankrijk en uiteraard wil het land zowel zijn regionale invloed als zijn directe economische belangen verdedigen. Zo beschikt het bedrijf Areva over een uraniummijn in Mali. De ontwikkeling van islamistische groepen en milities bedreigt de strategische belangen van het Franse kapitalisme. De Sahel is bovendien een van de weinige gebieden waar de ondergrond nog niet onderzocht en ontgonnen is, dat betekent dat er nog heel wat perspectieven zijn. Mali is momenteel de derde belangrijkste goudexporteur in Afrika (na Ghana en Zuid-Afrika), maar zou aan belang kunnen winnen.

    De spanningen tussen de imperialistische mogendheden spelen een belangrijke rol en zorgden ervoor dat Frankrijk overging tot een interventie om haar dominantie positie in de regio te behouden. Verschillende machten willen hun invloed in deze strategisch belangrijke regio versterken, zowel vanuit economisch als vanuit geopolitiek oogpunt. Zo namen de directe investeringen vanuit China in Mali spectaculair toe, in 2008 werd 300 keer zoveel geïnvesteerd als in 1995.

    De Malipolitiek van Frankrijk

    De machtsverhoudingen zijn verschoven als gevolg van de golf van revoluties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Dat heeft ook een invloed op de crisis in Mali. De val van Khadaffi in Libië heeft de opstand van de touaregbevolking versterkt. Duizenden touareg-strijders hebben onder Khadaffi in het Libische leger gediend en zijn bij de val van zijn regime weg gevlucht naar afgelegen gebieden van de Sahara in het zuiden van Algerije, Niger en in het noorden van Mali. Ze brachten een grote hoeveelheid wapens mee.

    Frankrijk heeft lange tijd gedacht dat steun aan de touaregbevolking van Niger zou volstaan om de opmars van de islamisten van AQMI te stoppen. Maar de nieuwe onafhankelijksstrijd van het MNLA tegen de Malische overheid in januari 2012 en het tactische akkoord tussen bepaalde touareg-leiders en AQMI hebben de krachtsverhoudingen veranderd. Dat was nog meer het geval in het noorden van Mali waar de MNLA zwakker stond en nu praktisch volledig aan de kant is geschoven door islamistische fracties.

    De touareg-bevolking wordt al lang onderdrukt, deze mensen worden als tweederangsburgers gezien. Velen leven in verschrikkelijke omstandigheden. Wij verdedigen de rechten van de touareg-bevolking, met inbegrip van hun belangrijke recht op zelfbeschikking. We verzetten ons tegen iedere discriminatie van minderheden en gaan in tegen de verdeel-en-heerspolitiek die al decennialang wordt toegepast door het imperialisme en de heersende klassen in de regio.

    De touareg-bevolking zal er geen voordeel uithalen als enkele leiders zich verbinden met voorstanders van een islamitische dictatuur of andere reactionaire krachten, de MNLA zal hiermee de democratische en legitieme rechten van de touareg-bevolking niet bepaald verdedigen.

    AQMI en Ansar Dine zijn overigens ook niet homogeen. De daden van deze groepen in Tomboektoe (bloedbaden, inbeslagname van huizen,…) geven aan dat het niet om bevrijders gaat. Het gaat om bezettingstroepen die bestaan uit verschillende huurlingen en allerhande fundamentalistische strijders die eerder ook in Libië actief waren. Het zijn dezelfde islamisten die in Benghazi – met hulp van het imperialisme – de Libische revolutie in de kiem smoorden. Volgens Human Rights Watch wordne nu ook kindsoldaten ingezet als onderdeel van een ‘heilige oorlog’ tegen de ‘Franse satan’.

    Het Afghaanse moeras verlaten om in de Sahel weg te zakken, is een risicovolle onderneming. Frankrijk hoopt haar militaire slagkracht te gebruiken voor economische en geopolitieke redenen. Het is geen toeval dat dit gebeurt op een ogenblik dat ook de VS interesse begint te vertonen in de regio. De Franse president Hollande ging meteen tot een krachtig optreden over met een oorlog om een corrupt regime te ondersteunen.

    Een ex-minister van dictator Traoré aan de macht

    De regering van Mali is niet bepaald een toonbeeld van democratie. Hollande en Fabius willen met hun militair offensief het leger van Diango Sissoko ondersteunen. Dat is de huidige president die op 11 december 2012 aan de macht kwam. In een land waar de putschisten en middelmatige politici die verklaren de democratie te zullen herstellen elkaar voor de voeten lopen, werd uiteindelijk de kaart van Sissoko getrokken. Hij was een trouwe pion van het autoritaire regime van Moussa Traoré dat in maart 1991 als gevolg van een opstand ten val kwam. In dat regime was Sissoko algemeen-secretaris van de president en had hij een ministertitel. Hij kon al snel terug bij de overheid aan de slag en zat in 2002 terug in de regering, ook al was dit een regering die Traoré had afgezet.

    Er wordt beroep gedaan op oude vertrouwde dictatoriale figuren in de hoop zo de rust te herstellen. Dat is de keuze die Frankrijk maakt en de reden voor de militaire interventie. Indien Mali uiteen valt, zou het tot een politiek vacuüm in de Sahel leiden. Frankrijk heeft er alle belang bij dat Mali een sterk regime kent, dat het een dictatuur is vormt geen probleem, waarbij de Franse belangen worden verdedigd, ook tegenover de islamitische groepen die voor de poorten van de hoofdstad Bamako staan.

    Neen aan de militaire interventie in Mali!

    De Franse militaire interventie werd in een aantal landen positief onthaald. Alle gevestigde partijen in Frankrijk steunen de positie van Hollande. Mélenchon van het Front de Gauche klaagt aan dat het parlement niet werd geraadpleegd, maar spreekt zich niet duidelijk tegen de oorlog uit.

    De beelden van de inwoners van Bamako die het Franse leger enthousiast onthalen, laat uitschijnen dat de interventie gerechtvaardigd is en dat het gaat om een strijd tegen islamitische groepen die overaal vernielingen en bloedbaden aanrichten. Anderzijds slaagden de islamisten erin om steden en dorpen in het noorden over te nemen en daar een aantal diensten te organiseren. De overheid van Mali was daar quasi onbestaande, het zijn de milities die de rol van de staat overgenomen hebben en de samenleving organiseren. De bevolking zat niet te wachten op de islamisten, maar loopt ook niet bepaald warm voor de huidige overheid van Mali.

    Het leger van Mali staat niet gekend voor democratische methoden, ook het officiële leger pleegde tal van misdrijven. Dat bleek onder meer uit een rapport van Amnesty International dat het had over willekeurige arrestaties, moorden en martelingen onder de touareg-bevolking. Velen vrezen terecht dat het offensief met steun van de imperialisten opnieuw zal leiden tot gewelddadige wraakacties tegen de touareg-bevolking met nieuwe etnische spanningen als gevolg.

    We mogen de huidige situatie uiteraard niet aanvaarden. Maar met de militaire interventie wordt de basis voor een opmars van reactionaire krachten nog versterkt. Vanuit de Franse regering zal er geen echt alternatief op de islamisten komen, de Fransen komen niet verder dan het aanstellen van de oude bekende corrupte medestanders.

    De Franse interventie zal de spanningen versterken. Bovendien ziet het er naar uit dat het een interventie van lange duur kan zijn, waarbij de kost op de schouders van de Franse werkenden en hun gezinnen zal terechtkomen. In tijden van besparingen en economische crisis komt dat hard aan.

    De oorlog heeft geleid tot een noodtoestand in heel het land. Het is hierdoor onmogelijk voor inwoners van Mali die zich zowel tegen de oorlog als tegen AQMI verzetten om hun mening te verkondigen in de media, de censuur draait overuren. Enkel een vastberaden strijd voor de rechten van alle bevolkingsgroepen in het noorden en het zuiden waarbij de rijkdommen van het land onder democratische controle van de bevolking staan en ingezet worden voor de behoeften van die bevolking, kan een uitweg bieden en de opmars van de islamisten stoppen.

    • Voor het recht op zelfbeschikking van de volkeren van de Sahel en de Sahara, net zoals voor andere volkeren in het land, met erkenning van de rechten van alle minderheden.
    • De rijkdommen van Mali behoren aan de bevolking van Mali toe. Voor de nationalisatie van de ondergrond en een echt ontwikkelingsplan gericht op de behoeften van de meerderheid van de bevolking!
    • Voor de terugtrekking van de buitenlandse troepen, stop het imperialisme!
    • Neen aan de noodtoestand, voor het herstel van alle democratische vrijheden in Mali!
    • Voor het organiseren van de bevolking van Mali in de wijken en op de werkvloer om eisen te ontwikkelen en de strijd tegen dictatuur en reactionaire krachten aan te gaan.
    • De revoluties in Tunesië en Egypte toonden aan hoe verandering mogelijk is: door massastrijd het imperialisme, militaire dictatuur en islamisten verdrijven!
  • Zuid-Afrika. Goudmijn Harmony zet personeel op straat in lock-out. Solidariteit is nodig

    Toen de arbeiders van de mijn Kasaselethu in Carletonville, net buiten Johannesburg, op nieuwjaar terug aan de slag wilden, stonden ze voor gesloten poorten. Ze mochten ook niet meer binnen in de slaapzalen van de mijn, waar zowat 3.000 mijnwerkers leven, eten en toegang hebben tot medische diensten. Een groep mijnwerkers die tijdens de vakantie in Carletonville bleef, werd uit hun overnachtingsplaats gezet. Duizenden arbeiders kwamen naar de mijn om op 3 januari terug aan de slag te gaan, waardoor de lock-out al snel een humanitaire crisis werd. Andere arbeiders en de lokale gemeenschap brachten eten en voedsel bijeen om de arbeiders recht te houden, maar ze moesten wel buiten slapen terwijl het hard regent.

    Liv Shange, DSM (CWI Zuid-Afrika)

    Op woensdag 9 januari sloot het bedrijf ook de toegang af naar de terreinen waar de mijnwerkers kampeerden, de elektriciteit en het water werden afgesloten. Enkele dagen voordien werd het lokale ziekenhuis gesloten. Nochtans zijn veel arbeiders van die medische dienst afhankelijk voor medicijnen en verzorging. De gezondheid van veel arbeiders was al verzwakt door de honger en ontbering, maar nu wordt het helemaal levensbedreigend.

    Woensdagochtend viel een mijnwerker flauw, stelde Motaung van het arbeiderscomité. Toen de poorten sloten, kon hij niet meer aan zijn medicatie die hij elk uur moet nemen. We moesten er een ambulance bij halen. Een andere arbeider viel in de namiddag flauw en moest naar het ziekenhuis worden overgebracht.

    Motaung kreeg woensdag een anonieme SMS die waarschuwde dat de arbeiders die op de terreinen van Kusaselethu blijven, daar zouden “sterven”. De arbeiders en de lokale gemeenschap verzamelden 1200 Rand en kookten voor de arbeiders. Ze mochten het echter niet naar binnen brengen, naar het terrein waar de hongerige arbeiders verbleven. Het voedsel stond te rotten in de hitte.

    De pogingen van Harmony Gold om de arbeiders uit te hongeren, gingen gepaard met de dreiging om Kusalethu permanent te sluiten. Het bedrijf liet de vertegenwoordigers van de arbeiders weten dat het alle meer dan 6.000 arbeiders aan de deur wil zetten tenzij wordt ingestemd met tien drastische maatregelen, waaronder een verbod op arbeidersvergaderingen en een verbod op stakingen en protestacties in de mijn.

    Harmony Gold probeert de sluiting van Kusalethy te rechtvaardigen en het inkomen van minstens 60.000 mensen af te nemen. Het doet dat met argumenten die niet kloppen. Zo beweert de directie dat verliezen werden geleden als gevolg van de deelname van de arbeiders aan de massale mijnwerkersstaking na het bloedbad in Marikana vorig jaar. De arbeiders werden door de directie voorgesteld als bloeddorstig tuig dat een gevaar vormt voor de ‘veiligheid’.

    In november werden twee arbeiders dood geschoten toen de voltijds afgevaardigden van de NUM (National Union of Mineworkers, dat verbonden is met de ANC-regering en steeds meer steun is verloren onder de mijnwerkers) protesteerden tegen het feit dat de arbeiders naar een bijeenkomst trokken met een vlag van hun nieuwe vakbond AMCU (een afsplitsing van de NUM die de meeste voormalige NUM-leden organiseert). Een derde arbeider werd toen in beide benen geschoten, maar overleefde de aanval en wordt nu vervolgd wegens moord.

    Vreedzaam betogende arbeiders werden regelmatig aangevallen door de politie en private veiligheidsdiensten aan de mijn. Op 20 december vielen er vijf gewonden toen met scherp werd geschoten en traangas werd ingezet. Dat gebeurde nadat 600 arbeiders werden geschorst omdat ze deelnamen aan een ondergrondse protestactie en de toegang tot hun vakbondslokalen werden ontzegd, daar zouden ze hun verdediging voorbereiden. Er waren verschillende ondergrondse protestacties in Kusalethu waarbij werd geprotesteerd tegen de willekeurige afdankingen en sancties tegen arbeiders na het einde van de staking op 25 oktober. Als de arbeiders steeds opnieuw in actie komen voor hun basisrechten, dan is dit de verantwoordelijkheid van het management dat steeds opnieuw in de aanval gaat.

    De mijn van Kusalethu is goed voor ongeveer 14% van de totale productie van Harmony Gold. In het derde kwartaal van 2012 was de mijn goed voor 134 miljoen Rand, dat was 18% van de totale winst van Harmony in dezelfde periode. Het tijdelijk of permanent sluiten van de mijn heeft niets te maken met de winstgevendheid van de mijn. Het is een prijs die de mijnbazen, gesteund door hun collega’s en de heersende klasse in het algemeen, willen betalen om een voorbeeld te stellen en de strijdbare mijnwerkers aan te pakken. Vandaag wordt immers door miljoenen arbeiders in verschillende sectoren naar het voorbeeld van de mijnwerkers uitgekeken.

    De aanval op de arbeiders van Kusalethu is een aanval op de volledige beweging van arbeiders die de afgelopen maanden stappen hebben gezet om hun onafhankelijke organisatie af te dwingen in de vorm van strijdbare en democratische organisaties. De arbeiders en hun organisaties moeten nationaal en internationaal reageren.

    Er was een spoedvergadering van de arbeiderscomités in Carletonville op 9 januari. Daar werd beslist om een betoging te organiseren van alle mijnwerkers en arbeidersbuurten in de regio, als eerste stap naar een reeks opeenvolgende massa-acties in heel het land. De arbeiders van mijnen in de buurt zullen het voorbeeld van de township rond Kusalethu volgen en geld en voedsel inzamelen om de arbeiders te ondersteunen. Internationale solidariteit kan ook een grote impact hebben. De Democratic Socialist Movement, de Zuid-Afrikaanse afdeling van het CWI, roept op om protestmails te sturen naar Harmony Gold.


    Protestberichten

    Stuur een protest SMS naar Marian van der Walt, Executive Corporate and Investment Relations van Harmony Gold. Haar nummer is: +27 82 888 12 42.

    Zo’n bericht kan er als volgt uitzien: “ “I/ We … call on Harmony Gold to immediately cease its unlawful lock-out and eviction of Kusasalethu workers, re-open the mine and provide food and shelter for the workers. If you persist in your cruel punishment of the workers whose only crime is to stand up for decent wages and freedom of association you may soon have the lives of workers as an indelible stain on your reputation, as you are condemning workers to slowly starve and thirst to death. The world is watching your shameless game with people’s lives. [Signed]”

    E-mail: corporate@harmony.co.za , gericht aan CEO Graham Briggs.

    Een modelmail kan er als volgt uitzien:

    “I/ We ……. call on Harmony Gold to immediately cease its unlawful lock-out and eviction of Kusasalethu workers, re-open the mine and mine hostels and provide food and health care for the workers. If you persist in your cruel punishment of the workers whose only crime is to stand up for decent wages, freedom of association and gathering, you may soon have the lives of yet more South African mineworkers as an indelible stain on your reputation, as you are condemning workers to slowly starve and thirst to death. Your claims of concern for workers’ safety are laughable in the circumstances. The world is watching your shameless game with people’s lives, and I/ we shall do my/our utmost to publicly protest at and shame your company.

    [Signed]”

    Stuur een kopie naar national.strike.committee@gmail.com en dsmcwi@gmail.com


    Steun voor de Zuid-Afrikaanse mijnwerkers

    Iedere financiële steun voor de arbeiders is meer dan welkom. Eind 2012 heeft LSP al een omhaling gedaan om de Zuid-Afrikaanse mijnwerkers te ondersteunen. Maar meer bijdragen zijn uiteraard welkom. Dat kan door op onze rekening te storten met vermelding ‘solidariteit Zuid-Afrika’ of rechtstreeks op de rekening van Rustenburg Joint Strike Coordinating Committee, Bank: Standard Bank, South Africa Account: Workers Defence Fund, Account No. 300495986 Branch: East Gate, Branch Code: 018 505 Swift Code: SBZAZAJJ

  • Zuid-Afrika. Nieuwe partij opgezet: Workers and Socialist Party

    Afgelopen maandag werd in Zuid-Afrika op initiatief van de Democratic Socialist Movement en de stakerscomités van de mijnen Bokoni Platinum, Harmony Gold, Anglo Gold Ashanti, Royal Bafokeng en Murray Roberts een eerste persconferentie gehouden om de lancering van een nieuwe partij aan te kondigen. Dat wordt de Workers and Socialist Party die afgelopen weekend een eerste bijeenkomst hield.

    Het opzetten van een nieuwe politieke partij in de vorm van de Workers and Socialist Party (WASP) kan potentieel het politieke landschap van Zuid-Afrika door elkaar schudden zoals dit eerder op sociaal vlak gebeurde door de staking in Marikana. De Democratic Socialist Movement, de Zuid-Afrikaanse afdeling van het CWI en vertegenwoordigers van de stakerscomités van Bokoni Platinum in Limpopo, Royal Bafokeng en Murray Roberts in Rustenburg, KDC en Carltonville in Gauteng kwamen bijeen om de partij op te richten. Dat gebeurde nadat de toelating voor een bijeenkomst in het stadion van Limpopo werd ingetrokken waarbij erg zware voorwaarden werden opgelegd vooraleer de leiders van het stakerscomité van Bokoni Platinum werden vrijgelaten.

    Hierdoor kon er geen massale bijeenkomst plaatsvinden om de partij te lanceren en de vrijlating van de arbeiders van Bokoni Platinum te vieren. Maar de vertegenwoordigers die toch in staat waren om bijeen te komen, maakten van de gelegenheid alsnog gebruik om de Workers and Socialist Party op te richten. De bijeenkomst kreeg steunboodschappen van de stakerscomités bij Harmony Gold, Anglo Gold Ashanti en zusterorganisaties van de DSM in Nigeria, Venezuela, China en anderen. Ook Europarlementslid Paul Murphy bracht zijn groeten aan de bijeenkomst.

    De nood aan zo’n partij bleek uit de verslagen van de leiders van de stakerscomités van verschillende mijnen in het land. Sinds daar het werk werd hervat, waren er heel wat problemen. Zo werd bij Bokoni Platinum in de praktijk de noodtoestand uitgeroepen. Bij Harmony Gold werd al opnieuw gestaakt. Elders suddert het ongenoegen onder de oppervlakte omdat de eisen waarvoor veel arbeiders in actie gingen sinds augustus niet werden ingewilligd. De stakingsacties in de mijnen rond Marikana en elders hebben de arbeiders heel wat inspanningen en geld gekost, terwijl de kwesties waarvoor ze actie voerden nog lang niet opgelost zijn.

    Het ging om een bescheiden oprichtingsconferentie met een 20-tal afgevaardigden die vastbesloten zijn om het idee van een alternatief op basis van een socialistisch programma dat opkomt voor de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, waaronder de mijnsector, te vestigen. De WASP zal van de nationalisatie van de mijnen een centraal actiepunt maken. De partij eist dat de mijnen onder publiek bezit komen, met een beheer en controle door de arbeiders als onderdeel van het proces van socialistische omvorming van de samenleving, de enige manier om de problemen van de mijnwerkers en de arbeiders in het algemeen blijvend op te lossen. De historische stap naar een nieuwe partij wordt genomen vanuit de stakerscomités, de eerste linie van de strijd om de arbeiders in de mijnen, fabrieken, boerderijen, wijken en studenten te verenigen in een kracht die de historische band vormt tussen Marikana en de gebeurtenissen in Sharpeville. Op 21 maart 2013, op de verjaardag van Sharpeville, wordt de partij publiek gelanceerd.

    De WASP onderscheidt zich van alle andere politieke partijen door haar duidelijk socialistische programma, het feit dat het verkiezingen en het electorale slechts als één van de actieterreinen ziet en door het feit dat de publieke vertegenwoordigers van de partij steeds afzetbaar zijn door de leden en aan een gemiddeld arbeidersloon zullen leven. Dat is een enorm verschil met het ANC waar de kandidaten voor de leiding allemaal de belangen van de grote bedrijven verdedigen en het behoud van de onderdrukking van de werkende bevolking onder het kapitalisme in stand houden.

    De komende dagen en maanden zal WASP steun voor de partij opbouwen en het idee van een alternatief populariseren in de vakbonden, wijkorganisaties, sociale bewegingen en politieke organisaties. Die zullen gevraagd worden om zich formeel bij de WASP aan te sluiten. Het zal een strijdbare partij zijn die protestbewegingen, studentenstrijd tegen onhoudbare inschrijvingsgelden en arbeidersstrijd zal verenigen. Als onderdeel van de mobilisatie voor de oprichting van de partij zullen militanten doorheen het hele land actief zijn om een miljoen handtekeningen op te halen, dat aantal is nodig om aan de verkiezingen van 2014 deel te nemen. We zullen tevens campagne voeren voor de afzetting van corrupte gemeenteraadsleden om die te vervangen door verkozenen van WASP als arbeidersvertegenwoordigers aan een arbeidersloon. We zullen actief zijn in campagnes tegen corruptie.

    Er zullen regionale bijeenkomsten zijn om de grote lijnen van het programma van WASP te bediscussiëren om uiteindelijk op de herdenking van Sharpeville de partij met een massabijeenkomst officieel te vestigen.


    Steun de oprichting van een nieuwe partij in Zuid-Afrika!

    LSP ondersteunt de Zuid-Afrikaanse kameraden van Democratic Socialist Movement en de stakerscomités in hun campagne voor een nieuwe brede arbeiderspartij. We doen dit zowel politiek als materieel, onder meer met financiële steun. Help ons daarbij en stort een bijdrage op 001-2260393-78 van LSP met als vermelding ‘Zuid-Afrika’.

  • Zuid-Afrikaanse mijnwerkers zetten arbeidersstrijd terug op de agenda

    Voor buitenstaanders kwam het als een schok. In het jaar dat het ANC haar 100ste verjaardag viert en 18 jaar na de val van het brutale Apartheidsregime, brak een machtige arbeidersstrijd uit die regelrecht inging tegen de nieuwe heersers van het ANC. De mijnwerkersstrijd escaleerde na de dodelijke repressie in Marikana in augustus. In totaal gingen zowat 100.000 mijnwerkers in staking. Ze zetten een eigen stakerscomité op en discussiëren nu over een nieuw politiek instrument. Een politiek verslag vanop de meetings die we vorige week in Antwerpen, Gent en Brussel hielden.

    Op de meetings werd Sebei Mamatlwe vervangen door Weizman Hamilton, de algemeen-secretaris van de Democratic Socialist Movement (DSM, onze Zuid-Afrikaanse zusterorganisatie). Sebei, de voorzitter van het overkoepelend stakerscomité, moest vroeger dan voorzien terug naar Zuid-Afrika in het kader van de voorbereiding van een persconferentie op 15 december waarop een grootschalige campagne voor de creatie van een nieuwe brede arbeiderspartij werd aangekondigd. Het initiatief voor de campagne gaat uit van zowel de DSM als de stakerscomités die werden opgezet in de strijdbeweging voor hogere lonen, tegen de slechte arbeidsvoorwaarden en tegen de repressieve aanpak van stakers.

    Het bloedbad in Marikana op 16 augustus was wellicht de belangrijkste politieke gebeurtenis in Zuid-Afrika sinds de val van de Apartheid, het racistische regime waarmee de zwarte meerderheidsbevolking als minderwaardige inwoners werd behandeld door de blanke elite. De mijnsector is belangrijk voor de economie van Zuid-Afrika, er worden enorme winsten geboekt in deze sector. Om die winsten op niveau te houden, wordt niet geaarzeld om een bijzonder hard werkregime op te leggen in de mijnen. Het bloedbad van 16 augustus haalde alle media, maar er sterven dagelijks mijnwerkers als gevolg van de slechte arbeidsvoorwaarden. Het bloedbad sprong echter uit de band omwille van het grote aantal doden, dit was het dodelijkste politie-optreden sinds de val van de Apartheid.

    Voor het bloedbad waren de mijnwerkers van Lonmin al enkele weken in staking om een drastische loonsverhoging te eisen tot 12.500 Rand (ongeveer 1.250 euro) per maand. De directie weigerde op de eisen van de arbeiders in te gaan. De staking was opvallend, er was immers nog een loonakkoord dat door de directie en de officiële mijnwerkersvakbond NUM werd gesloten voor 2012-2013. De directie van Lonmin voerde selectieve loonsverhogingen door om een aantal specifieke groepen aan het bedrijf te binden. Deze arbeiders speelden echter ook een centrale rol in de stakingsbeweging, ze eisten loonsverhogingen voor iedereen en stelden zich solidair op.

    De stakende mijnwerkers probeerden de eenheid te bewaren en besloten naar het kantoor van de NUM te trekken om daar te onderhandelen met de officiële vakbondsvertegenwoordigers. De NUM heeft een revolutionaire geschiedenis en neemt een cruciale positie in binnen de vakbondsfederatie Cosatu. Vandaag heeft de NUM echter niets meer gemeen met de tradities uit de jaren 1980. Strijdbare syndicalisten van toen zijn vandaag mede aandeelhouder van onder meer Lonmin. Ongeveer 9% van de aandelen van dit bedrijf zijn in handen van de vroegere algemeen-secretaris van de NUM, Cyril Ramaphosa. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Ramaphosa de staking afdeed als ‘criminele daden die navenant moeten beantwoord worden.’

    Het vertrouwen van de mijnwerkers in de NUM was begrijpelijk niet erg groot, maar toch wilden de stakers met de vakbondsvertegenwoordigers spreken. Toen ze naar het NUM-kantoor trokken, werden ze brutaal aangevallen door de politie en vielen er 12 doden. Hierop trokken de stakers naar een plaats in de buurt van de mijn om van daaruit de acties te organiseren. Ze vormden geen bedreiging voor de productie of voor de directie, maar toch zouden ze daar hardhandig worden aangevallen. Het is nu duidelijk dat de bloedige aanval van 16 augustus werd voorbereid en doorgepraat met de regering, mogelijk zelfs met de leiding van de NUM die nauwe banden met de regering heeft. Het geweld was goed voorbereid en had als doel om zoveel mogelijk te doden.

    De mijnwerkers van Lonmin moesten boeten omdat ze het aandurfden om de aanhoudende slavernij van de afgelopen 18 jaar in vraag te stellen. Hun stakingsactie ging immers regelrecht in tegen alle structuren van het post-Apartheidsbewind. Er werd ingegaan tegen de loononderhandelingen die door de NUM werden gevoerd. Er werd ingegaan tegen de blijvende uitbuiting van zwarte arbeiders. De rol van het ANC en bondgenoten zoals de SACP (Zuid-Afrikaanse Communistische Partij) werd in vraag gesteld. Vanaf 1994 konden de zwarten dan wel gaan stemmen, maar aan de uitbuiting en de enorme miserie veranderde er amper iets. De hoop op verandering maakte plaats voor desillusie en ongenoegen tegenover de heersende tripartite van ANC, Cosatu en SACP.

    Een blik op de sociale realiteit in Zuid-Afrika zegt veel over de tegenstellingen. Volgens officiële cijfers zit een kwart van de bevolking zonder werk, de echte cijfers liggen een pak hoger. Volgens Bloomberg is Zuid-Afrika het enige van de 60 landen ter wereld met een werkloosheidsgraad van meer dan 20% waar dit cijfer al meer dan 15 jaar zo hoog ligt. Ook onder een zwarte regering is de kloof tussen rijk en arm niet kleiner geworden. We zijn 18 jaar na de val van de Apartheid, maar een blank gezin heeft nog steeds een gemiddeld inkomen dat zes keer zo hoog is als het gemiddelde inkomen van een zwart gezin. Een kleine toplaag van zwarten heeft zich kunnen opwerken en is rijk geworden. Een laag van blanken kent eveneens armoede en werkloosheid. Maar toch blijft het onderscheid tussen arm en rijk in Zuid-Afrika grote mate een kwestie van huidskleur. Er is enorme armoede in het land, maar tegelijk is Zuid-Afrika het land met het snelst groeiende aantal miljonairs.

    Dat is het resultaat van het beleid van een ANC-regering, een beleid dat enkel de grote bedrijven ten goede kwam. De rol van de vakbondsleiders, die nauw met de regering verbonden zijn, bestaat uit het rustig houden van de arbeiders. Zelf werken ze zich intussen op, zo heeft NUM-leider Baleni een maandloon van ongeveer 10.000 euro. Toch vond hij de looneis van de mijnwerkers van Lonmin buitensporig.

    Heel wat arbeiders trekken de conclusie dat het ANC de belangen van de kapitalisten verdedigt en daarbij hulp krijgt van de vakbondsleiders. Ze stellen vast dat geen enkele in het parlement vertegenwoordigde partij de belangen van de arbeiders verdedigt. Met de Democratic Socialist Movement speelden we een actieve en belangrijke rol in de mijnwerkersstrijd. We benadrukten de noodzaak van onafhankelijke stakerscomités om de strijd democratisch te organiseren, de noodzaak om tot regionale en nationale stakingsacties te komen en de noodzaak van een politiek verlengstuk in de vorm van een brede arbeiderspartij.

    Deze ideeën vinden een massaal gehoor onder de arbeiders. Leidinggevende kameraden, waaronder ook blanke leden, werden algemeen erkend als voortrekkers van de arbeidersstrijd met correcte perspectieven en eisen om stappen vooruit te zetten. Als leidinggevende leden van DSM mijnen in het land bezochten, waren er soms spontane meetings met duizenden aanwezigen. Vandaag is de stakingsgolf grotendeels voorbij, enkel in Limpopo zijn er nog acties bezig. De strijd zal echter terug opflakkeren, enkel bij Lonmin werden effectief loonsverhogingen afgedwongen. De onafhankelijke stakerscomités blijven echter bestaan en vormen een embryo van nieuwe vakbondsstructuren.

    Tegelijk wordt de strijd ook op het politieke terrein gevoerd. Vanaf 16 december is er het congres van het ANC dat een verdeelde partij toont. In een aantal regio’s draaide de toekenning van de mandaten voor het ANC-congres uit op fysieke confrontaties, in drie regio’s werd de deadline voor de toekenning van de mandaten niet gehaald. Tal van ANC-kopstukken worden beticht van corruptie, ook intern wordt niet geaarzeld om ledenaantallen bij te sturen om tot andere stemresultaten te komen. In de provincies waar president Zuma sterk staat, onder meer Kwa Zulu Natal, is het ledenaantal van het ANC plots nogal spectaculair toegenomen.

    Een dag voor het ANC-congres was er een persconferentie om de lancering van een campagne voor een nieuwe brede arbeiderspartij aan te kondigen. Die campagne zal een startbijeenkomst houden op 21 maart, de herdenkingsdag van het protest in Sharpeville toen er bij anti-Apartheidsacties 69 doden vielen. Als de arbeiders politieke oppositie willen voeren, moeten ze een eigen instrument opzetten. Van andere partijen kunnen ze niets verwachten. De poging van de blanke ‘Democratische Alliantie’ om met ook zwarten in de leiding een ander profiel aan te nemen, komt niet geloofwaardig over. De van het ANC afgesplitste COPE (Congress of the People) haalde in 2009 vanuit het niets 7,4% maar is vandaag aan het desintegreren met elkaar bestrijdende fracties. Dit was immers een rechtse splitsing van het ANC. Het politieke vacuüm is enorm en kan enkel ingevuld worden door de linkerzijde.

    Het potentieel voor een nieuwe arbeiderspartij is erg groot. In Cosatu was er een onderzoek naar de politieke standpunten van de leden. In 1998 verklaarde 30% van de leden voorstander te zijn van het idee dat Cosatu een eigen arbeiderspartij zou opzetten. In het vorige onderzoek werd deze vraag niet officieel voorgelegd, maar was er een steun tot 90%. Nu was er een nieuwe peiling, maar Cosatu weigert de resultaten vrij te geven. Wel is duidelijk dat een meerderheid tegen Zuma is, geen vertrouwen heeft in de SACP en voorstander is van een eigen arbeiderspartij.

    De arbeidersstrijd vandaag sluit aan bij de belangrijke beweging tegen de Apartheid. Die strijd was niet alleen voor stemrecht maar ook tegen sociale uitbuiting en voor een socialistische omvorming van de samenleving. De leiders die zich op die strijd baseerden, hebben zich afgekeerd van het verzet tegen uitbuiting en de strijd voor socialistische verandering. Het zijn de mijnwerkers en hun sympathisanten die de tradities van de anti-Apartheidsstrijd terug opnemen en hoog houden. De strijd gaat door, Amandla (*)!


    (*) Amandla is de bekende strijdkreet van het verzet tegen de Apartheid.

  • 100 jaar ANC. Van hoop tot desillusie

    Begin 2012 werd een evenement gehouden om het feestjaar naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het ANC op te starten. Een van sprekers had het over de “dorre beenderen” die zich in de valleien opstapelden toen Zuid-Afrika een kapitalistische economie werd en er grote winsten werden gemaakt ten koste van het bloed, zweet en tranen van de werkende bevolking. De arbeiders waren voor de kapitalisten slechts een stapel levenloze beenderen. Arbeiders en armen hoopten dat het ANC een einde zou maken aan dit moorddadige systeem. Nu blijkt echter dat het ANC dit systeem net in stand houdt.

    Dossier door Thamsanqa Dumezweni, Democratic Socialist Movement

    De strijd tegen het kolonialisme en tegen het kapitalisme is ouder dan het ANC. Gedurende een groot deel van het 100-jarig bestaan van de organisatie werd de massastrijd niet geleid of gekanaliseerd door het ANC. In 1960 werd het ANC verboden en speelde het een grote rol in het verzet. Maar belangrijke ontwikkelingen zoals de stakingen van 1973 in Durban, de jongerenbeweging in Soweto 1976, de vorming van de vakbondsfederatie Cosatu (Congress of South African Trade Unions) of de opstandige bewegingen van de jaren 1980 vonden allemaal los van het ANC plaats. De massa’s hebben zichzelf bevrijd. Daarbij was er de hoop dat het ANC de strijd voor nationale bevrijding en sociale emancipatie zou leiden en een einde zou maken aan het blanke minderheidsbewind en het kapitalisme.

    Vandaag blijkt steeds meer dat het ANC een nationalistische formatie is die uit is op een akkoord met het kapitalisme en het kolonialisme. De leiding van het ANC was in de jaren 1950 al zo wanhopig uit op een akkoord met de kapitalisten dat ze bereid was om toe te geven aan de eis van algemeen stemrecht. In onderhandelingen om een einde te maken aan de apartheid stemde Mandela in met een voorstel om het aantal zetels voor zwarten te beperken en pas nadien uit te breiden. Reeds bij deze onderhandelingen vanaf eind 1991 – de zogenaamde Convention for a Democratic South Africa (CODESA) – probeerde het ANC het kapitalisme te redden. De onderhandelingen vonden plaats terwijl er een grote druk was van de opstandige arbeidersklasse. Gelijk welk voorstel dat geen algemeen stemrecht voor iedereen gaf, zou het ANC toen al gediscrediteerd hebben.

    Uiteindelijk stemde het ANC ermee in om de economische dictatuur van de kapitalistische klasse te verdedigen en om bewegingen van onderuit te stoppen zodat het systeem niet aan de kant zou geschoven worden. Officieel is Zuid-Afrika nu een democratie, maar de commandoposten van de economie blijven in de handen van de heersende klasse die de economische dictatuur van de 1% rijksten vestigen.

    Het ANC werd in 1912 opgezet vanuit de hoop op verandering onder de zwarte bevolking. Aan de oprichting werd vooral meegewerkt door de Afrikaanse elite, stamhoofden, priesters, hoger opgeleide Afrikanen,… Het ANC richtte zich toen niet op arbeidersstrijd of op een socialistische omvorming van de samenleving, een ideologische positie die toen reeds onderdeel vormde van het bewustzijn van de arbeidersbeweging.

    Toen een nieuw gevormde vakbond, de ICU (Industrial and Commercial Workers’ Union), in 1919 de macht van het blanke kapitaal begon uit te dagen, botste dit op tegenstand van het ANC. De beweging werd door het ANC afgedaan als geïnspireerd door diegenen die de Russische tsaar vermoordden. Er werd verwezen naar de Bolsjewieken die in 1917 een einde maakten aan het kapitalisme. Deze succesvolle socialistische revolutie had een enorme impact op het bewustzijn van de arbeiders in Zuid-Afrika en de rest van de wereld.

    Het ANC is vandaag enkel aan de macht omwille van de steun van de georganiseerde arbeidersbeweging. Maar het ANC heeft steeds een dubbele houding gehad tegenover die arbeidersbeweging. Toen de onafhankelijke vakbonden die uiteindelijk Cosatu zouden vormen een opgang kenden, werden ze door de ANC-leiding in ballingschap afgedaan als ‘gele’ vakbonden (geen echte vakbond). Cosatu werd uiteindelijk omarmd omdat het onmogelijk was om het te negeren. Het werd een reus waartegen het ANC zich niet kon verzetten.

    Vandaag blijft het ANC vasthouden aan een alliantie met Cosatu en de sterke communistische partij, de SACP (South African Communist Party). Het resultaat hiervan is dat de arbeidersklasse met handen en voeten wordt gebonden in het belang van het kapitaal.

    Georganiseerde arbeidersstrijd maakt het verschil

    De arbeidersklasse is zelf rechtgestaan om in verzet te gaan tegen onderdrukking en uitbuiting. Er is heel wat strijd geleverd en ook de strijdbewegingen vandaag geven aan hoe de onderdrukten in staat zijn om terug te vechten. Het ANC doet er vandaag alles aan om deze strijd te stoppen.

    Er is immers een sterke traditie van strijd in Zuid-Afrika. Het was niet op basis van guerrilla, maar door de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging en de jongeren dat de kapitalisten tot toegevingen werden gedwongen en het apartheidsregime moesten opbergen. In de jaren 1980 bereikte de kracht van de arbeidersbeweging een hoogtepunt. De oprichting van Cosatu in 1985 was een uitdrukking van een groeiende maturiteit in de arbeidersstrijd.

    Het meest vooruitziende deel van het kapitaal besefte dat het de massastrijd enkel kon controleren doorheen de leiders van die strijd. Repressie op zich zou immers niet meer volstaan. Dat leidde tot onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van het regime met Mandela die nog gevangen zat en Mbeki die in ballingschap was. Het onderhandelde akkoord bracht verandering maar bleef beperkt tot het feit dat iedereen stemrecht kreeg. Burgerlijke democratie betekent dat we wel mogen stemmen, maar dat er intussen niets wordt gedaan aan kwesties als armoede, werkloosheid, onderwijs, gebrek aan gezondheidszorg, dakloosheid,… Het is geen democratie voor de arbeiders en de armen, maar democratie voor de kapitalisten om hun winstsysteem verder te zetten.

    18 jaar ANC aan de macht maar uitbuiting is niet verdwenen

    Het ANC was opgezet om het onderscheid tussen de zwarte en de blanke bevolking weg te nemen. Nu het ANC 18 jaar aan de macht is, blijft het onderscheid voor de overgrote meerderheid van de zwarte arbeidersklasse even groot als voorheen. Het ANC staat aan het roer van een samenleving die op heel wat vlakken op het oude Apartheidsregime lijkt. De ongelijkheid tussen arm en rijk is bijzonder groot. Het is niet omdat er nu ook rijke zwarten zijn, dat er gelijkheid is.

    Racisme was een historisch wapen van het kapitalisme in Zuid-Afrika om de arbeidersklasse onder de knoet te houden. Onder het ANC-bewind hebben delen van de zwarte middenklasse zich kunnen opwerken, maar het lot van de arbeidersklasse is niet verbeterd. Toen het ANC in 1994 aan de macht kwam, was het niet om het systeem omver te werpen maar wel om het te hervormen. Het kapitalistische systeem werd aangepast aan de nieuwe omstandigheden die werden opgelegd door de enorme strijdbewegingen van de arbeidersklasse.

    Tot vandaag blijft racisme een belangrijke factor in Zuid-Afrika. Het racisme is uit de wetten en regels geschrapt, maar het blijft voortbestaan in het dagelijkse leven. Vrouwen worden nog steeds fysiek en emotioneel misbruikt en verkracht. Er kan niet over welvaart worden gesproken als een meerderheid van de werkende bevolking tot absolute armoede is veroordeeld. Enkel een socialistisch Zuid-Afrika kan daar een antwoord op bieden.

    Zuid-Afrika is een kapitalistisch land dat gebaseerd is op de goedkope arbeid van de werkende bevolking. Een socialistische revolutie zou daar een einde aan maken. Het potentieel voor zo’n revolutie was in het verleden reeds erg groot. Maar de geschiedenis liet de arbeidersklasse niet toe om een revolutionaire leiding te creëren die in staat was om de arbeidersklasse tot een overwinning te brengen.

    Net zoals elders speelde het stalinisme een verraderlijke rol in Zuid-Afrika. Het stalinisme kwam voort uit de degeneratie van de Russische revolutie. Het leidde tot een verzwakking van de revolutionaire partijen in heel de wereld en tot verraad door het vormen van allianties tussen kapitalisten en arbeiders. In Zuid-Afrika leidde de stalinistische koerswending in 1929 tot een fusie van de toenmalige SACP en het ANC. Door de belangen van de bureaucratie in de voormalige Sovjetunie te verdedigen, werd in de praktijk ook het kapitalistische bewind in de rest van de wereld verdedigd.

    De afgelopen 100 jaar heeft het ANC heel wat verraad gepleegd en daarbij werd het vaak bijgestaan door de SACP. Die partij blijft tot vandaag de arbeidersbeweging een mes in de rug steken.

    Het kapitalisme omverwerpen

    Het kapitalisme zit wereldwijd in een crisis. Dit systeem is niet in staat om de samenleving vooruit te trekken. Hoe zou het ANC ook maar iets van vooruitgang kunnen bekomen op kapitalistische basis?

    De oplossing bestaat uit het omverwerpen van het kapitalisme en dat te vervangen door de democratische heerschappij van de arbeidersklasse, socialisme dus. Dat vereist een bewust begrip onder de arbeiders, armen en jongeren van het feit dat een betere toekomst enkel mogelijk is door voor socialisme op te komen. Er is nood aan revolutionaire vakbonden, lokale organisaties en politieke partijen met een socialistisch programma.

    De Democratic Socialist Movement (DSM) in Zuid-Afrika vormt onderdeel van de wereldwijde strijd voor socialisme. Daarbij moeten we ingaan tegen het beleid van het ANC, de reformistische leiding van Cosatu en de oude stalinistische leiding van de SACP. Die organisaties genieten nog steeds veel steun, maar hun rol is niet langer progressief. Het vraagt geduld en vastberadenheid, maar we zijn ervan overtuigd dat de arbeiders en jongeren in Zuid-Afrika uiteindelijk het bewustzijn en vertrouwen zullen hebben om de strijd voor een arbeidersregering aan te gaan.

  • Van apartheid tot Marikana – de strijd voor sociale rechtvaardigheid gaat door

    De strijd van de mijnwerkers bij Marikana heeft de situatie in Zuid-Afrika veranderd. Er is een terugkeer van arbeidersstrijd. De staking heeft zich als een lopend vuurtje verspreid in andere mijnen. Het feit dat loonsverhoging werd bekomen, versterkte het hernieuwde zelfvertrouwen van de Zuid-Afrikaanse arbeidersbeweging.

    Artikel door April Ashley uit de december/januari-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Midden augustus werden meer dan 40 mijnwerkers omgebracht in een operatie die deed denken aan “de ergste bloedbaden onder het apartheidsregime” (Business Day, 17 augustus). Het bloedbad schokte de Zuid-Afrikaanse samenleving en het bracht de strijd van de mijnwerkers op de voorgrond met een enorme lokale en internationale solidariteit en steun.

    De strijd deed oudere arbeiders denken aan de jarenlange beweging tegen de apartheid. Ook jongeren raakten hierdoor geïnteresseerd in wat al die jaren geleden is gebeurd. Het was in 1994 dat de meerderheid van de Zuid- Afrikaanse bevolking, de zwarte bevolking, eindelijk stemrecht kreeg.

    Hiermee kwam er een einde aan de apartheid en kwam een eerste regering onder leiding van het ANC (African National Congress) aan de macht. De hele wereld hield zijn adem in toen Nelson Mandela op 11 februari 1990 na 27 jaar uit de gevangenis kwam. De hoop en de dromen van de meerderheid van de bevolking werden op de schouders van Mandela gelegd. Er werd gehoopt op een nieuw Zuid-Afrika zonder onderdrukking en uitbuiting door het blanke minderheidsbewind. De vrijlating van Mandela kwam er na jaren van harde en moeilijke strijd. Het apartheidsregime probeerde de revolutie in bloed te smoren.

    Er was het bloedbad in Sharpeville in 1960 of de heroïsche jongerenopstand in Soweto in 1976, waarbij zowat 100 jongeren door de politie werden vermoord. De bewegingen toonden de vastberadenheid van de massa’s om een einde te maken aan de apartheid.

    Dat de roep naar een revolutionaire verandering breed werd gedragen, kwam ook tot uitdrukking in het Vrijheidscharter dat in 1955 door het ANC werd aangenomen. Dat charter sprak zich uit voor de nationalisatie van de commandoposten van de economie: “De nationale rijkdom van ons land, de erfenis van de Zuid-Afrikanen, moet aan de bevolking toekomen. De minerale rijkdommen onder de grond, de banken en de industriële monopolies moeten in het bezit van de volledige bevolking komen.”

    Arbeidersstrijd

    Tussen 1961 en 1974 verdubbelde het aantal zwarte arbeiders in de Zuid- Afrikaanse industrie. Het zorgde er meteen voor dat de georganiseerde arbeidersklasse op het toneel verscheen. Dat gebeurde onder meer bij de dokwerkersstaking van 1973, een staking die de situatie in het land veranderde. De massale stakingsacties vonden een enorme weerklank in de rest van de wereld. Er was een golf van solidariteit met betogingen, acties en een boycotcampagne.

    Veel gewone werkenden die politiek bewust werden in deze periode keken enorm op naar de strijd in Zuid-Afrika.

    De arbeidersstrijd van de vroege jaren 1980 leidde tot het ontstaan van de vakbondsfederatie Confederation of South African Trade Unions (Cosatu) in 1985. In 1987 nam Cosatu het Vrijheidscharter aan, waarbij het stelde “Socialisme betekent vrijheid.” De grootste vakbond binnen de federatie, de mijnwerkersvakbond National Union of Mineworkers (NUM), werd toen geleid door de nog militante Cyril Ramaphosa en stond vooraan in strijd- bewegingen. Er kwam een reeks algemene stakingen die het land onbestuurbaar maakten en bijdroegen tot het einde van de apartheid.

    Twintig jaar na het einde van de apartheid blijft weinig over van de hoop en de dromen van de arbeiders die tot uiting kwamen in het Vrijheidscharter.

    Met de val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok verdween de dreiging van de vestiging van nieuwe marionetregimes. Tegelijk schoven veel arbeidersorganisaties onder druk van het neoliberale ideologische offensief naar rechts op. Het zorgde er in Zuid-Afrika voor dat het blanke regime van FW De Klerk een mogelijkheid zag van een akkoord van machtsdeling met het ANC.

    De fundamentele economische belangen van het kapitalisme waren niet bedreigd omwille van de bocht naar rechts van de ANC-leiding die hiermee verraad pleegde aan de revolutionaire strijd.

    Falen van het ANC

    Vandaag is Zuid-Afrika het meest ongelijke land ter wereld. De rijkste 10% van de bevolking is goed voor 60% van het totale inkomen. De armste helft van de bevolking komt aan minder dan 8% van het inkomen.

    Bijna een kwart van de Zuid- Afrikaanse gezinnen lijdt iedere dag opnieuw honger. Een gemiddelde arbeider verdient 18 Rand (1,6 euro) per dag, maar 44% van de werkenden (zes miljoen mensen) heeft minder dan 0,9 euro per dag. Een kwart van de bevolking zit zonder werk, onder jongeren is dat de helft.

    Dit betekent dat de arbeiders in een verschrikkelijke armoede blijven leven. Een mijnwerker vertelde hierover: “We zitten acht uur onder de grond. Het is er bloedheet en er is geen daglicht. Er is soms een gebrek aan lucht en we krijgen dan lucht via een buis. Bovengronds is er in mijn woning geen elektriciteit of lopend water. Het toilet buiten wordt gedeeld met twee andere gezinnen.” (The Guardian, 7 september 2012)

    Behalve de korte periode van heropbouw en ontwikkeling in de eerste jaren, waarbij er beperkte verbeteringen waren voor de zwarte arbeiders, voerde het ANC een agressief neoliberaal economisch beleid met massale privatiseringen van publieke diensten zoals elektriciteit en water. Dat heeft geleid tot een toegenomen armoede onder de arbeiders.

    Het neoliberale beleid leidde tot tal van strijdbewegingen voor betere huisvesting en diensten. Het stopzetten van de subsidies voor watertoevoer in Kwa Zulu Natal in 2000 leidde tot de grootste epidemie van cholera in de geschiedenis van het land. Arbeiders trokken immers naar rivieren en meren om te drinken omdat ze zich de nieuwe dure watertoevoer niet konden permitteren. Er waren massale stakingen van de publieke sector tegen het privatiseringsbeleid. Dat was het geval in 2007 en 2010. Deze stakingen leidden tot spanningen binnen het ANC en de tripartite alliantie van ANC met Cosatu en de Zuid-Afrikaanse Commmunistische Partij (SACP). De spanningen kwamen er omdat het ANC-leiders bewuste agenten zijn geworden van de grote bazen en het kapitalisme.

    Ook een aantal leiders van Cosatu hebben zich in de rangen van de elite opgewerkt en hebben strijdbewegingen de rug toegekeerd. Cyril Ramaphosa kreeg vorig jaar als niet-uitvoerende directeur van het mijnbedrijf Lonmin een jaarloon van 75.000 euro. Hij staat symbool voor de kloof tussen de nieuwe zwarte elite en de armoede onder de meerderheid van de bevolking.

    Een socialistisch alternatief

    Het bloedbad van Marikana heeft de geloofwaardigheid van het ANC verder ondermijnd. Het ANC maakte duidelijk dat het eenzelfde angst en afkeer heeft tegenover de gewone werkenden als de kapitalisten. “Het ANC was onderdeel van de zwarte geest, de zwarte ziel. Het nam bijna mystieke proporties aan. Maar nu is het geloof erin verdwenen. De band is gebroken en dat gebeurde op televisie.” (The Guardian, 7 september 2012).

    Naarmate de globale economische recessie dieper wordt, probeert het patronaat met de steun van de ANC-regering om de factuur van de crisis op kap van de arbeiders af te wentelen. Dat zal niet alleen leiden tot nieuwe strijdbewegingen, maar het kan ook leiden tot verdeeldheid binnen de tripartite alliantie en binnen het ANC zelf.

    De Democratic Socialist Movement, onze zusterorganisatie in Zuid-Afrika, staat vooraan in het organiseren van de arbeidersstrijd. We hebben in Marikana en op nationaal vlak een stakerscomité opgezet dat buiten de bestaande vakbondsstructuren bestaat. Met dit stakerscomité kunnen de arbeiders hun eigen strijd in handen nemen. De enthousiaste steun voor het stakerscomité, het idee van een algemene staking en het idee van een nieuwe massale arbeiderspartij geeft aan dat er een enorm potentieel is. Dat wordt versterkt door de internationale solidariteit. Het potentieel moet benut worden om met de werkende bevolking tot fundamentele verandering te komen.

  • Mijnwerkers gaan confrontatie met kapitalistische uitbuiting aan

    Het georkestreerde bloedbad waarbij op 16 augustus 34 stakende mijnwerkers in het Zuid-Afrikaanse Marikana werden omgebracht, zorgde voor een schok onder de volledige werkende bevolking van het land. Het doel van het bloedbad was om de winsten van de mijnbedrijven en de belangen van de investeerders veilig te stellen.

    Artikel door Christian (Leuven) uit de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Woordvoerder stakerscomité komt spreken in België

    Mametlwe Sebei is woordvoerder van het stakerscomité. Hij is tevens lid van de Democratic Socialist Movement. Op 11, 12 en 13 december zijn er drie meetings waar Sebei in ons land zal spreken. Op dinsdag 11 december in Antwerpen, op woensdag 12 december in Gent en op donderdag 13 december in Brussel.

    [/box]

    De regering wilde ook een einde maken aan de revolte die de sociale verhoudingen op haar grondvesten deed daveren. Na Marikana en de daaropvolgende stakingsacties is meer dan ooit duidelijk dat met de historische verkiezing van het ANC in 1994 wel een einde kwam aan de apartheid maar niet aan het brutale kapitalisme. Vandaag zijn er in en rond het ANC en de vakbondsleiding ook zwarte kapitalisten opgestaan. Voor de gewone bevolking gaat de oude uitbuiting en onderdrukking ondertussen gewoon door. Na Marikana neemt het actieve verzet een uitbreiding.

    Overwinning in Lonmin zet de toon

    Het bloedbad van 16 augustus was een poging om de staking bij Lonmin te stoppen. Het leidde echter tot een escalatie van het protest en een brede solidariteit. De regering moest het offensief stoppen en na een uitbreiding van de stakingsacties in andere mijnen werd zelfs een substantiële loonsverhoging bekomen. De mijnwerkers kregen tot 22% opslag.

    Deze overwinning heeft niet alleen geleid tot een verdere opmars van arbeidersstrijd in Zuid-Afrika maar heeft ook verregaande politieke gevolgen. Als een lopend vuur verspreidden de stakingsacties zich doorheen de volledige mijnsector. Bij Lonmin was immers aangetoond dat strijd loont. Sinds augustus gingen ongeveer 100.000 arbeiders in staking, waarvan 75.000 in de mijnsector. Multinationals als Anglo American en Gold Fields probeerden het protest te stoppen door duizenden mijnwerkers af te danken, maar de stakingsacties gaan door. Ondertussen vrezen de autoriteiten dat de stakingsacties zullen overslaan naar de publieke sector.

    Strijdbare tradities

    Doorheen deze stakingsbeweging zoekt de arbeidersklasse aansluiting bij haar revolutionaire tradities. Het waren deze tradities en de grote deelname van onderuit die een beslissende rol speelden in de strijd tegen de apartheid. Het ANC was daar een politieke uitdrukking van. Het ‘Freedom Charter’ van het ANC riep in 1955 nog op tot de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie (mijnen, banken, industriële monopolies,…) opdat de volledige bevolking zou kunnen genieten van de rijkdommen van het land.

    Er waren pogingen om het groeiende verzet met geweld te stoppen, zo was er het bloedbad van Sharpeville in 1960 of de onderdrukking van de revolte in Soweto in 1976. De repressie kon de opmars van de arbeidersklasse en haar organisaties niet verhinderen. In 1985 werd de radicale vakbondsfederatie Cosatu opgezet toen verschillende vakbonden besloten om samen te werken. Het programma van Cosatu was duidelijk: “Socialisme betekent vrijheid”. Verschillende algemene stakingen speelden een belangrijke rol in het beëindigen van de apartheid.

    ANC verdedigt belangen van het patronaat

    De val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok leidde tot een neoliberaal ideologisch offensief waarbij de Europese sociaaldemocratische partijen op versneld tempo afrekenden met hun vroegere actieve arbeidersbasis. Ook het ANC nam een bocht naar rechts, wat een akkoord met het apartheidsregime van FW De Klerk gemakkelijker maakte. Dat akkoord leidde tot de eerste vrije verkiezingen van 1994 waarbij het ANC aan de macht kwam. Toen al was duidelijk dat de partij de belangen van het kapitalisme niet zou bedreigen. Er werd niets fundamenteel gedaan aan de bestaande ongelijkheden. Met het einde van de apartheid kwam er beperkte verandering, voortaan mochten zwarten stemmen en er ontstond een erg kleine laag van rijke zwarten die deel gingen uitmaken van de Zuid-Afrikaanse burgerij die voorheen exclusief blank was.

    Eens het ANC aan de macht was, kwamen er enkele programma’s van heropbouw en ontwikkeling. Maar er werd bijzonder weinig gedaan om de belangen van de meerderheid van de bevolking te dienen. Het antikapitalistische programma uit het verleden werd overboord gegooid en vervangen door een agressief neoliberaal programma. Publieke diensten zoals water en elektriciteit werden geprivatiseerd waarbij heel wat afdankingen plaatsvonden. Samen met de breed verspreide miserie en de grote sociale ongelijkheden, zorgde dit voor een enorme ontgoocheling onder de bevolking.

    Spanningen aan de top

    Het ongenoegen tegenover het neoliberale beleid van het ANC en haar alliantiepartners COSATU en de Communistische Partij (SACP), zorgde eerder voor spanningen binnen de leiding van de partij. In december moet een nationaal congres van het ANC beslissen of president Zuma een nieuw mandaat van vijf jaar krijgt als voorzitter van de partij en bijgevolg ook als president van Zuid-Afrika. De huidige vice-voorzitter van het ANC, Kgalema Motlanthe, zal mogelijk zijn plaats innemen. Niet dat dit voor verandering zou zorgen, de verschillende fracties binnen het ANC staan voor eenzelfde neoliberale beleid.

    Dat geldt ook voor Julius Malema, de vroegere jongerenvoorzitter van het ANC die in april uit de partij werd gezet. Malema probeerde zich voor te doen als een medestander van de mijnwerkers. Hij betuigde zijn steun aan de staking en aan de eis van de nationalisatie van de mijnsector. Maar de politieke toekomst van Malema is onzeker gezien zijn betrokkenheid bij een witwasschandaal. Als eigenaar van verschillende luxueuze huizen en bijhorende sportwagens, wordt Malema niet bepaald gezien als een vertegenwoordiger van de arbeidersklasse.

    Het ANC en zijn partners hebben weinig marge om toegevingen te doen aan de arbeiders. Er is een grote druk van de kapitalistische broodheren. Ratingbureau Moody’s heeft de kredietwaardigheid van Zuid-Afrika al verlaagd en ook de Rand, de Zuid-Afrikaanse munt, verliest terrein.

    Protest van onderuit

    In de stakingsbeweging voor hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden zijn de arbeiders eigen organisaties aan het opzetten. De mijnwerkersbond NUM heeft een revolutionair verleden, maar werpt zich nu op als stakingsbreker. COSATU was verplicht om enige kritiek op de NUM te uiten, maar onder de meest bewuste lagen is het vertrouwen in COSATU evenmin erg groot. De onafhankelijke vakbond AMCU werd aanvankelijk in de media vermeld als organisator van de stakingsacties, maar in werkelijkheid speelde deze vakbond amper enige rol.

    De stakingsacties worden vooral gedragen door de zelforganisatie van de arbeiders die lokale stakerscomités hebben opgezet die nu ook verbonden zijn in een nationaal stakerscomité dat een groeiende invloed heeft in de arbeidersbeweging.

    De Democratic Socialist Movement, zusterorganisatie van LSP in Zuid-Afrika, kwam met haar beperkte krachten tussen om de stakingsacties en de vorming van stakerscomités te ondersteunen. Onze kameraad Mametlwe Sebei werd een van de centrale woordvoerders van het stakerscomité in de regio Rustenburg. Hij werd meermaals aangehaald in de nationale en internationale media en gebruikte die aandacht om op te roepen tot de vorming van onafhankelijke stakerscomités die niet verbonden zijn met de traditionele vakbonden en tot het opzetten van solidariteitscomités. Hij riep ook op om de strijd nationaal te coördineren, bijvoorbeeld met een nationale algemene staking. Ideeën zoals de opbouw van een nieuwe brede arbeiderspartij of de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder arbeiderscontrole winnen terrein onder de Zuid-Afrikaanse arbeiders.

    Binnen het kader van het kapitalisme is het niet mogelijk om alle Zuid-Afrikanen een degelijk leven aan te bieden. Dat heeft bijna 20 jaar ANC-bewind intussen wel aangetoond. In plaats van verder te gaan in de neerwaartse spiraal die voor de meerderheid van de bevolking enkel maar miserie, criminaliteit en uitzichtloosheid biedt, is er nood aan een socialistische omvorming van Zuid-Afrika en het hele Afrikaanse continent.

    De Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse staat voor een enorme taak en moet daarbij opbotsen tegen een burgerij die haar belangen met alle mogelijke middelen verdedigt. Wij kunnen dat ondersteunen door te bouwen aan een solidariteitsbeweging onder de arbeiders. In de anti-apartheidsstrijd hebben we gezien dat zo’n solidariteit een belangrijke rol kan spelen.

  • Zuid-Afrika. Solidariteitsoproep vanwege de mijnwerkers

    Het feit dat de stakingsacties bij Lonmin heeft geleid tot belangrijke toegevingen, versterkt de strijdvaardigheid van mijnwerkers in andere mijnen. Er is een coördinatiecomité opgezet om de strijd te verenigen. Vanuit dat comité is er een solidariteitsoproep die we graag verder verspreiden.

    Verslag vanuit Zuid-Afrika door Weizmann Hamilton en Alec Thraves

    De strijd van de Zuid-Afrikaanse mijnwerkers komt op een cruciaal ogenblik. De beweging breidt zich verder uit en de werkgevers proberen de acties te breken door disciplinaire maatregelen te nemen, zoals afdankingen of het sluiten van de slaapplaatsen voor mijnwerkers. Bij Lonmin werd midden september een akkoord gesloten met een loonsverhoging tot 22% voor de mijnwerkers. Dit leidde tot het einde van de beweging in dit bedrijf, maar niet van de beweging. Het zette integendeel de toon voor de eisen en strijdvaardigheid van de mijnwerkers doorheen het hele land. Er gingen arbeiders van diverse mijnen (goud, kolen,..) in staking.

    Het bloedbad van 16 augustus, waarbij 34 mijnwerkers omkwamen in Marikana toen de politie het vuur opende, leidde tot een golf van woede in Zuid-Afrika en enorme internationale solidariteit.

    De arbeiders zetten de strijd nu verder met het Stakingscomité dat ze opgezet hebben met vertegenwoordigers van 15 mijnen die in staking zijn. De vertegenwoordigers in het stakingscomité worden verkozen door de stakingscomités in elk van de mijnen. Die comités zijn niet verboden met een vakbond om een zo groot mogelijke eenheid te bewaren. Mijnwerkers uit andere provincies, buiten de Noordwestelijke provincie waar Rustenburg gesitueerd is, hebben de hulp van het comité ingeroepen om hen te bezoeken en deel te laten worden van de stakingsbeweging. Het gaat onder meer om de goudmijnen in Carletonville (provincie Gauteng). Daar wordt al twee weken gestaakt. De stakers weigerden de voorzitter van de mijnwerkersvakbond NUM aan het woord te laten omdat deze vakbond het bloedbad van Marikana in de doofpot probeerde te steken. De NUM had het zelfs over ‘zelfverdediging’ van de politie, terwijl alle ooggetuigen spraken over een geplande en bijzonder brutale gewelduitbarsting tegen de stakende arbeiders.

    Het stakingscomité bij KDC West Goldfields in Carletonville heeft ermee ingestemd om de kwestie van lidmaatschap van het coördinerend comité uit Rustenburg aan de leden voor te leggen. Er waren ook oproepen van mijnwerkers uit de provincies Limpopo en Free State. Duizenden stakende mijnwerkers kwamen op 26 september bijeen in een voetbalstadion. De politie was er massaal aanwezig.

    De algemeen secretaris van de overkoepelende vakbondsfederatie COSATU (Congress of South African Rrade Unions), Zwelinzima Vavi, was verontrust door de wijze waarop de grootste en rijkste vakbond van de federatie, de NUM, wordt voorbijgestoken door het stakingscomité uit Rustenburg. Vavi heeft de NUM-leiding aan de kant gemaneuvreerd en ging in tegen de beslissing van de NUM om zich tegen de eis van een loonsverhoging tot 12.500 Rand te verzetten. Er werd zelfs gesuggereerd dat Cosatu zou oproepen tot een algemene staking om de mijnwerkers te ondersteunen. Vavi eiste dat het algemeen tweejaarlijks akkoord in de sector nu al, zes maanden vroeger, wordt opengebroken en heronderhandeld.

    Het stakingscomité in Rustenburg vormt in de praktijk de leiding van de groeiende mijnwerkersstaking in Zuid-Afrika. Het kwam tot stand omdat vakbondsleiders zich tegen de arbeiders keerden. Nu kan het comité de tradities van syndicale strijd opnieuw vestigen. Arbeiders zijn al wekenlang aan het staken zonder steun van de officiële vakbonden. Het stakingscomité heeft dan ook dringend middelen nodig om bijeenkomsten en acties te kunnen organiseren. Steun is steeds welkom, ook internationaal.

    De bankgegevens van het stakingscomité zijn:

    Bank: Standard Bank, South Africa

    Account Name: Workers Defence Fund

    Account Number: 300495986

    Branch: East Gate

    Branch Code: 018 505

    Swift Code: SBZAZAJJ


    Steun de Democratische Socialistische Beweging (DSM, Zuid-Afrika)

    Op de bijeenkomst van stakende mijnwerkers van Anglo Platinum op 26 september waren er bij de vijf sprekers ook twee leden van onze organisatie. DSM-lid Sebei, de centrale stakingsleider, sprak de betogers toe en er was ook een solidariteitsbericht door Alec Thraves van de Socialist Party (Engeland en Wales), het CWI en het Britse netwerk van strijdbare delegees (NSSN). Zijn solidariteitsbericht werd ontvangen op luid geroep: “Amandla” (zulu voor ‘macht’).

    De internationale steun werd opgenomen op radio en televisie. Het bevestigde ook nogmaals de rol die onze organisatie speelt. De DSM voerde campagne voor de 400 arbeiders die een mijnschacht van Samancor Chrome bezet hielden. Dat kon op brede steun rekenen onder de leden van het centrale stakingscomité in Rustenburg. De bijdrage van de DSM zorgde mee voor het succes van de staking bij Samancor waar de werkgevers een reeks eisen van de mijnwerkers inwilligden, waaronder de verwijdering van de NUM-voorzitter uit de mijn.

    DSM-leden leggen iedere week duizenden kilometers af in de regio Rustenburg en daarbuiten om de strijd te coördineren en organiseren. We vragen leden en sympathisanten van LSP om daar ook een bijdrage voor te doen. Onze autoriteit onder de mijnwerkers is groot, maar we hebben extra financiële middelen nodig om deze unieke opportuniteit ten volle te kunnen benutten.

  • Stem links in Keerbergen

    LSP-ROOD! komt als consequent linkse partij op in Keerbergen met als kandidaat Christophe De Brabanter. Rood! is een nieuwe beweging of partij waarmee en waarbinnen de Linkse Socialistische Partij werkt. Het is de bedoeling dat deze partij alle kleinere consequent linkse partijen, bewegingen en individuen verzamelt in een democratisch en pluralistisch nieuwe socialistische partij.

    Pamflet LSP-Rood! Keerbergen. PDF

    Christophe De Brabanter is voorzitter van LSP-Keerbergen, en actief binnen Rood!, de politieke beweging rond Erik De Bruyn die vorig jaar uit de SP.a is gestapt. Ook is Christophe syndicaal actief binnen ACOD-Spoor, onder meer als lid van het uitvoerend bureau ACOD-Spoor gewest Brussel. Het komt erop aan alle consequent linkse krachten politiek en syndicaal bijeen te brengen om het verzet tegen de kapitalistische crisis te organiseren.

    Dat gemeentepolitiek niets te maken heeft met nationale – en zelfs internationale politiek is een poging van de traditionele partijen om hun verantwoordelijkheid tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te ontlopen. Het zijn immers dezelfde partijen die op alle andere niveaus mee besparingen doorvoeren. De lokale afdelingen van die partijen lopen in die ideologie mee – ze zijn dus mee deels verantwoordelijk voor het algemeen neoliberaal beleid dat gevoerd wordt.

    Op basis van onze analyse vinden wij het hoognodig dat er een linkse partij opkomt die de belangen van de mensen echt verdedigt: geen besparingen, geen belastingverhogingen die de gewone bevolking treffen en geen afbraak van de dienstverlening. Verkozenen van LSP en Rood! zullen erover waken en campagne voeren dat ook op lokaal vlak het neoliberaal beleid zal aangeklaagd worden.

    Er zijn ook in Keerbergen gezinnen die het steeds moeilijker hebben als gevolg van de crisis. In plaats van te zorgen voor betaalbare woningen verkiest men in Keerbergen private projectontwikkelaars die woningen bouwen aan een verkoopprijs van minstens 300.000 euro. Wie kan dat nog betalen?

    Zelfs onze terechte bekommernis om het milieu wordt door het gemeentebestuur misbruikt voor het geld. Het DIFTAR-systeem is zo een voorbeeld van een subtiele belastingverhoging. Het wordt verkocht als milieuvriendelijk beleid. Doch de consumenten zijn niet verantwoordelijk voor de manier waarop de bedrijven produceren. De productie moet aangepast worden in plaats van de consument te bestraffen. Maar uiteindelijk gaat het niet over milieu, maar over de verder privatiseringen van allerlei gemeentelijke diensten die natuurlijk winsten moeten maken, net zoals ook op nationaal en internationaal vlak gebeurt (zelfde partijen!).

    Voorts verwijzen we naar onze site voor korte antwoorden op andere lokale punten: www.LSP-Keerbergen.be

  • Paul Murphy en andere Europarlementsleden houden solidariteitsactie met Zuid-Afrikaanse mijnwerkers

    Morgen neemt de Zuid-Afrikaanse president Zuma deel aan een top tussen de EU en Zuid-Afrika in Brussel. Daar wordt onder meer gediscussieerd over de handelsverhoudingen. Ondertussen zijn duizenden Zuid-Afrikaanse mijnwerkers in de regio rond Rustenburg aan een regionale staking begonnen. Het werk is neergelegd om betere lonen en arbeidsvoorwaarden te bekomen, maar ook om te protesteren tegen het bloedbad van 16 augustus waarbij 34 mijnwerkers omkwamen.

    Persbericht van Paul Murphy

    De stakingen en de brutale repressie zijn het resultaat van opeengehoopte spanningen als gevolg van de sociale kloof die is blijven bestaan na de val van het apartheidsregime. Heel wat arbeiders en armen hebben het gevoel dat enkel een rijke toplaag voordeel heeft gehaald uit de strijd tegen apartheid. De economische crisis, lagere grondstoffenprijzen en de brutale praktijken van de mijnbazen en de regering die de arbeiders willen laten opdraaien voor de crisis, hebben geleid tot beelden die aan een burgeroorlog doen denken. De vastberadenheid van de arbeiders is evenwel groot. Zondag werd een nieuwe regionale staking opgestart.

    De Democratic Socialist Movement (DSM), de Zuid-Afrikaanse afdeling van het CWI waartoe ook de Socialist Party en LSP behoren, speelt een belangrijke rol in het organiseren van de regionale staking en in het verdedigen van de eis van de nationalisatie van de mijnsector.

    Europees Parlementslid Paul Murphy: “Het is belangrijk voor alle vakbondsmilitanten, socialisten en iedereen ter linkerzijde om solidariteit te betuigen met de Zuid-Afrikaanse mijnwerkers. De bloedige repressie die tegen de arbeiders wordt ingezet, doet denken aan de donkerste dagen van de apartheid. Dit moet ten stelligste veroordeeld worden door de volledige internationale arbeidersbeweging. Het is ook een vernietigend voorbeeld van de rol die de ANC-regering vandaag speelt en het toont de noodzaak om een nieuwe partij op te bouwen, een partij die wel opkomt voor de belangen van de arbeiders en armen.”

    Solidariteitsprotest met de Zuid-Afrikaanse mijnwerkersstaking. Dinsdag 18 september van 13u30 tot 14u30 aan het Justus Lipsiusgebouw. (aan het Schumanplein). Brussel

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop