Category: Afrika

  • Vulkaan van woede komt tot uitbarsten in Zuid-Afrika

    De enorme woede van de bevolking heeft de autoriteiten in Zuid-Afrika ertoe verplicht om de 270 gearresteerde mijnwerkers niet langer van moord te beschuldigen. De 270 werden op 16 augustus opgepakt toen een bloedbad onder stakende mijnwerkers werd aangericht. Dat bloedbad leidde tot een golf van verontwaardiging. De vervolging van de 270 zorgde ervoor dat de woede tot uitbarsten kwam en ook binnen het regerende ANC tot verdeeldheid leidde.

    Artikel door Weizmann Hamilton, Democratic Socialist Movement (Zuid-Afrika)

    De advocaten van de opgepakte mijnwerkers stelden een ultimatum aan president Zuma om de 270 vrij te laten. Zoniet zouden ze naar het Hoog Gerechtshof trekken. De brede steun onder de bevolking en het ongenoegen als gevolg van het repressief overheidsoptreden, zorgden ervoor dat de autoriteiten de vervolging wegens moord lieten vallen en dat de mijnwerkers zullen vrijkomen, vandaag zou het om 170 mijnwerkers gaan.

    De poging om de mijnwerkers van moord te beschuldigen, leidde tot het uitbarsten van een vulkaan van woede tegenover het repressief beleid. Het leidde ook tot verdeeldheid binnen het ANC zelf. Gesteund door de fractieleider van het ANC in het parlement, Mathole Motshekga, vroeg justitieminister Jeff Radebe een verklaring van de openbare aanklager. Hij stelde dat de beslissing van de openbare aanklager om de 270 voor moord te beschuldigen leidde tot “een schok, paniek en verwarring” onder de bevolking (Sunday Independent 1-2 september).

    De nationale penningmeester van het ANC, Matthews Phosa, had eerder gewaarschuwd dat de massale werkloosheid en zeker de jongerenwerkloosheid de basis konden vormen voor een ‘Arabische Lente’ in Zuid-Afrika. Hij verklaarde nu dat de openbare aanklager met deze beslissing voorop liep op een onderzoekscommissie en bijgevolg “roekeloos” en “bijna absurd” optrad. Hij voegde er aan toe: “We hebben geen nieuwe Marikana nodig”.

    Los van de absurditeit van de beschuldigingen tegen de mijnwerkers, werd de woede ook aangewakkerd door het feit dat het vervolgen van andere betogers voor doden die gevallen zijn tijdens een betoging een regel is die doorgaans door het apartheidsregime werd toegepast. De woede tegenover deze beslissing was zo groot dat zelfs de leiding van de vakbondsfederatie Cosatu, dat eerst erg flauw reageerde onder druk van de gediscrediteerde mijnwerkersbond NUM, zich verplicht zag om de beslissing te veroordelen.

    Het feit dat de overlevenden in vervolging werden gesteld voor de moorden door de politie op hun collega’s toont aan hoe ver naar rechts het ANC is gegaan onder president Zuma. De openbare aanklager zorgde er eerder voor dat Zuma zelf niet werd vervolgd wegens corruptie. Twee weken geleden werd een onderzoeksrechter afgezet omdat hij weigerde toe te geven aan de druk om een corruptieonderzoek tegen twee topfiguren van het ANC in Kwa Zulu Natal te laten vallen. Kwa Zulu Natal is een bastion voor Zuma. Tegelijk werd bekend dat een topfiguur van de politie verklaard had dat de opgepakte mijnwerkers nooit nog voor Lonmin zouden kunnen werken. Dat geeft aan hoe nauw het staatsapparaat verweven is met de belangen van de mijnwerkersbazen.

    Bovendien komt er steeds meer bewijsmateriaal dat aangeeft hoe het bloedbad zorgvuldig werd gepland. De propagandaslag na het bloedbad werd gevoerd door zowel de politie, delen van de media en zelfs de leiding van de NUM. Nu begint het effect van die propaganda weg te smelten. Het raakte immers bekend dat een aantal mijnwerkers vanop korte afstand werden neergeschoten en anderen in de rug terwijl ze vluchtten.

    Onderzoeksjournalist Greg Marinovich was de eerste die erop wees dat er twee slagvelden waren. Hij toonde hoe er op enkele honderden meter van Wonderkop – waar het bloedbad plaatsvond waarvan beelden overal verspreid geraakten – nog een slagveld was op een plaats die de lokale inwoners Small Koppie noemen. De krant City Press trok met bewijsmateriaal dat het op deze plaats vond naar de politie. Er werden kogelhulzen gevonden, bloedresten, lijnen die aangaven waar er lijken hadden gelegen,… Er was een poging om hierrond een doofpotoperatie op te zetten.

    Het gedrag van het management van Lonmin, de regering en de NUM-leiding wijst erop dat er wellicht op het hoogste niveau tot de repressie was besloten. Na een publieke oproep van het management van Lonmin om onderhandelingen te voeren, daagden de leiders van AMCU op 16 augustus ’s ochtends aan de mijn op. De managers kwamen eveneens, maar beperkten hun boodschap tot de mededeling dat er niet zou onderhandeld worden. “Alles is nu in handen van de generaals”, verklaarden de managers.

    Op een paar honderd meter van de mijn en op een zekere afstand van de eerste woonwijken, kwamen de mijnwerkers bijeen. De bijeenkomst aan Wonderkop vormde geen enkele bedreiging voor de mijn of de wijken waar vele mijnwerkers zelf ook wonen. De arbeiders hadden zichzelf bewapend en terug getrokken aan Wonderkop als vorm van zelfverdediging nadat er bij geweld in de mijnen al 10 doden waren gevallen als gevolg van pogingen van de veiligheidsdiensten van de directie en de NUM om de staking te breken.

    Arbeiders vertelden ons dat de staking werd geleid door een onafhankelijk comité dat door de arbeiders zelf was opgezet toen de NUM weigerde om de eisen te onderschrijven. Dit wordt bevestigd door de houding van NUM-topman Frans Baleni. Terwijl die zelf goed is voor een maandloon van 100.000 Rand, vond hij de eis van 12.500 Rand van de mijnwerkers ‘onredelijk’. De arbeiders vertelden ons dat een delegatie naar het NUM-kantoor op de terreinen van de mijn trok om te discussiëren over gemeenschappelijke acties. De delegatie werd meteen aangevallen, er werd geschoten en twee leden van het comité kwamen om. Het management heeft ook een lange geschiedenis van bloedige brutaliteiten tegen de mijnwerkers, zeker als de arbeiders de ketenen van onderdrukking en uitbuiting proberen te breken. Dat leidde tot de beslissing om Wonderkop te bezetten.

    Het feit dat de overheid niet de oproerpolitie inzette, maar een specifiek team met automatische geweren, tal van gepanserde wagens en prikkeldraad geeft overigens aan dat het bloedbad minutieus was gepland.

    De reactie van het ANC op het geweld werd gekenmerkt door onbegrip en misdadige onverschilligheid. Er kwam geen verklaring om het bloedbad te veroordelen. De nieuwe politietopman generaal Riah Phiyega stelde aan de agenten na het bloedbad dat “er niet kan gediscussieerd worden over de openbare veiligheid.” Minister van energie Susan Shabangu verstopte zich achter de ‘onafhankelijkheid’ van het gerecht in de vervolging van de mijnwerkers. Onmiddellijk na het bloedbad weigerde ze om de rivaliserende vakbond AMCU naar nieuwe onderhandelingen uit te nodigen.

    Julius Malema, de voormalige jongerenvoorzitter van het ANC die uit de partij is gezet, verklaarde op de radio dat er in de eerste 48 uur na het bloedbad geen enkele ANC-leider naar het gebied trok. Zuma moest noodgedwongen zijn verblijf in Mozambique afbreken als gevolg van het bloedbad. Hij ging naar het gebied, maar moest dit volgens Malema incognito doen. Hij trok enkel naar de gewonden in het ziekenhuis en durfde het niet aan om de stakende mijnwerkers rond de heuvel zelf te ontmoeten. Uiteindelijk moest Zuma instemmen met het idee van een onderzoekscommissie. Maar de president maakte meteen duidelijk dat het niet de bedoeling is om schuldigen aan te wijzen. Dat alles komt van een president die zich graag voorstelt als een vertegenwoordiger van de armen en leider van een partij die zich op de ‘arbeidersklasse’ beroept en ernaar streeft om een ‘linkse kracht’ te vormen.

    Het bloedbad en de nasleep ervan doen het ANC geen goed. De partij was al beschadigd door de dieper wordende economische crisis, de enorme ongelijkheid, opgestapelde sociale problemen van massale werkloosheid, crisis, corruptie,… Er was het vernederende tekort aan schoolboeken waardoor niet alle scholen over boeken beschikken. En ondertussen is er binnen het ANC een verbeten interne strijd. Dat bij het bloedbad beroep werd gedaan op een methode uit het tijdperk van de apartheid om de mijnwerkers zelf te vervolgen, heeft nog meer zout in de wonden van het ANC gestrooid.

    De mijnwerkers van Lonmin zelf blijven intussen staken. Ze zitten al in de vierde stakingsweek ondanks de enorme druk om terug aan het werk te gaan. De ministers van werk, mineralen en energie zijn allen betrokken bij onderhandelingspogingen waarin ook de verzoeningsraad en de nationale raad van kerken vertegenwoordigd zijn. De AMCU weigert een ‘vredesakkoord’ te tekenen met de stelling dat ze geen oorlog voeren tegen de NUM. De bond wil dat onderhandelingen over de eisen van de arbeiders centraal zouden staan.

    De strijd van de mijnwerkers van Marikana kent uitbreiding. Afgelopen woensdag gingen ook 12.500 mijnwerkers van de goudmijn Kloof Driefontein in staking.

    Deze gebeurtenissen vormen ook een uitdaging voor de georganiseerde arbeidersklasse. Het stilzwijgen van Cosatu voor het bloedbad en de aarzeling om de reactionaire rol van de NUM te veroordelen hebben de positie van het management versterkt. Als Cosatu de eisen van de arbeiders meteen had verdedigd en solidariteitsacties had georganiseerd, dan zouden het management en de politie niet op een zelfde bloedige wijze opgetreden hebben. De zwakte van Cosatu leidde tot de agressie van het patronaat, de regering en de staat.

    Het bloedbad in Marikana heeft een lijn in het zand getrokken. Dat gebeurt tegen de achtergrond van enerzijds een desintegratie van het ANC en de tripartite (de samenwerking tussen ANC, Cosatu en SACP) en anderzijds, zoals onze ervaring in Rustenburg duidelijk maakt, een enorme openheid voor socialistische ideeën en brede steun voor het idee van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma.

  • Politie schiet op mijnwerkers. Mijnwerkers vervolgd voor moord…

    Het drama in Marikana (Zuid-Afrika) is verre van voorbij. De mijnwerkersstaking is nog altijd bezig ondanks herhaaldelijke ultimatums van de directie. Op 16 augustus viel de politie de stakende mijnwerkers aan en vielen er dezelfde dag 34 doden onder de mijnwerkers. Ze werden doodgeschoten door de politie, maar de mijnwerkers die dezelfde dag werden opgepakt worden nu vervolgd wegens moord. Ook met het ANC aan de macht toont het kapitalisme haar bloedige gezicht.

    Bij de stakingsacties werden op 16 augustus 270 mijnwerkers opgepakt. Er vielen minstens 34 doden onder de mijnwerkers. Dat gebeurde nadat de politie op hen schoot, de dagen voordien was een bijzonder repressief optreden tegen de mijnwerkers voorbereid. Dat gebeurde met de instemming van de regering.

    Ook de zogenaamde ‘communistische’ partij en de vroeger bijzonder strijdbare vakbond NUM (National Union of Mineworkers) keerden zich uitdrukkelijk tegen de stakende mijnwerkers. Dat is niet verwonderlijk als je weet dat de vroegere revolutionaire NUM-leider Cyril Ramaphosa vandaag een van de grootste aandeelhouders van Lonmin, het mijnbedrijf waar gestaakt wordt, is. De NUM steunt de Zuma-fractie in de regering en ook de SACP is met handen en voeten aan de regering gebonden. Dat die regering een neoliberaal en asociaal beleid voert, is voor deze ‘communisten’ geen probleem. Na de harde repressie op 16 augustus verklaarde de SACP dat de leiders van de alternatieve vakbond AMCU (dat een bredere steun verwerft op basis van het ongenoegen tegenover de NUM) best zouden opgepakt worden.

    Het regime gaat nu effectief in de richting die door de SACP werd aangegeven. De 270 mijnwerkers die op 16 augustus werden opgepakt, worden vervolgd wegens moord. Het regime baseert zich daarbij op een wet die bepaalt dat betogers bij een politieoptreden verantwoordelijk zijn voor de dood van medebetogers. Die ongeschreven wet werd onder de apartheid regelmatig ingeroepen. Nu beroept ook een regime onder leiding van de ANC zich op deze regel die willekeur en bloedige repressie ‘legaliseert’. Zelfs indien, zoals wordt gesuggereerd, het doel van de beschuldiging louter is om het voor de 270 onmogelijk te maken om op borgtocht vrij te komen en de stakingsacties verder te organiseren, dan nog blijft dit een gevaarlijk en schandalig precedent. Het geeft meteen aan hoe ver het huidige regime verwijderd is van waar de anti-apartheidsstrijders destijds voor opkwamen.

    Uit een autopsie van de doden blijkt dat de politie ook schoot op vluchtende mijnwerkers. Heel wat doden waren in de rug geschoten. Het ging dus niet om zelfverdediging vanwege de politie. Dat wordt ook bevestigd door journalisten zoals Greg Marinovich, een onderzoeksjournalist die alom gewaardeerd wordt. Marinovich stelde dat het grootste aantal doden buiten het beeld van de camera’s vielen, op een verlaten rotsachtige plek waar mijnwerkers werden ingesloten en vervolgens vanop korte afstand werden neergeknald. Kortom, de mijnwerkers werden koelbloedig vermoord en nu probeert het regime daar een doofpotoperatie rond op te zetten.

    Zoals we eerder op deze site schreven, komt het er nu op aan om de strijd lokaal democratisch te organiseren en uit te breiden tot een regionale algemene staking gekoppeld aan een nationale staking tegen de repressieve methoden van het regime. Ook is er een openbaar onderzoek vanuit de lokale mijnwerkersgemeenschap nodig om duidelijkheid te krijgen over de omstandigheden van de moord op de mijnwerkers.

  • Zuid-Afrika. Strijd gaat voort na bloedbad in Marikana

    De strijd van de mijnwerkers in Marikana (Zuid-Afrika) gaat voort, ook na het bloedbad dat vorige week werd aangericht waarbij tientallen doden vielen. De Democratic Socialist Movement, onze zusterorganisatie in Zuid-Afrika, is actief betrokken bij de mijnwerkersstrijd. Zij hebben het over een uitbreiding van de staking nu ook in andere mijnen het werk neergelegd is rond dezelfde eisen. Er is een rebellie tegen de slechte arbeids- en loonsvoorwaarden. Uit protest tegen de houding van de officiële vakbond, zijn strijdcomités van onderuit opgezet.

    Verslag vanuit Zuid-Afrika door Liv Shange

    Maandagochtend kwamen 10.000 mijnwerkers van Lonmin en mensen uit Marikana bijeen voor een massabijeenkomst voor de sloppenwijken waar ze wonen. Er werd ingegaan op de gebeurtenissen van donderdag waarbij 34 arbeiders om het leven kwamen en 78 anderen in het ziekenhuis belandden. Dat zijn alvast de cijfers van de politie die ook aangaf dat 259 arbeiders werden opgepakt. De massale bijeenkomst bediscussieerde de weigering van Lonmin om te onderhandelen, de wijze waarop de media bericht brengt van het bloedbad, het antwoord op de stakingsbrekers en het organiseren van de begrafenis van de doden. Het ultimatum van Lonmin om dezelfde dag nog terug aan het werk te gaan, werd woedend verworpen.

    Lonmin verklaarde dinsdag dat een derde van de 28.000 arbeiders terug aan het werk waren. Ondanks die verklaring bleef de sfeer onder de arbeiders vastberaden en strijdbaar. Maandag was het al duidelijk dat de zogenaamde werkwilligen door de politie verplicht werden om naar de mijnen te gaan.

    Tijdens het weekend trokken de arbeiders zich terug van de ‘berg’ waar ze zich voorheen verzamelden. De buurt was rustig, de mensen bleven waakzaam. Er waren politie-agenten en private bewakers van de mijnen actief in de hele regio. Ze waren daar met gewapende voertuigen en geweren. Een door de regering aangesteld team om de situatie ter plaatse onder controle te krijgen, durfde maandag niet naar Marikana komen.

    Voormalig ANC-jongerenleider Julius Malema, die recent uit het ANC werd gezet, sprak zaterdag op een massabijeenkomst. Zijn organisatie regelde ook een advocaat voor de 259 opgepakte arbeiders die maandag voor de rechter moesten verschijnen op beschuldiging van onder meer moord. Malema sprak zich uit tegen president Zuma en de gehate vertegenwoordigers van de NUM (National Union of Mineworkers), de leiding van deze vakbond maken deel uit van de fractie van Zuma binnen het ANC. Een van de grootste aandeelhouders van Lonmin is Cyril Ramaphosa, de algemeen secretaris van de NUM die kapitalist werd maar tevens binnen het ANC verantwoordelijk was voor de controlecommissie die besliste over de uitsluiting van Malema. Malema stelde terecht dat het bloedbad een poging van de regering was om de winsten van Ramaphosa veilig te stellen en dat de NUM niet langer een vakbond is, maar via haar investeringsvleugel naar de kant van het patronaat is overgestapt. Deze boodschap stemt overeen met wat velen denken en met de ervaring van veel arbeiders met de contrarevolutie binnen de vroegere revolutionaire vakbond NUM en ook binnen het ANC. Malema wil spijtig genoeg proberen om terug in het ANC binnen te geraken in plaats van te bouwen aan een nieuwe arbeiderspartij.

    Op zaterdag was er een betoging van vrouwen die op zoek waren naar hun mannen die sinds donderdag vermist waren. Ze riepen: “Dit is niet onze regering”. Afgelopen donderdag werd het klassenkarakter van de ANC-regering op drie minuten tijd samengevat. De regering en de staatsmachine met 3.000 agenten in Marikana toonden hun ware aard in het bloedbad dat onder de mijnwerkers werd aangericht. Dat kan een keerpunt vormen in de strijd in Zuid-Afrika. Er waren de afgelopen drie jaar dagelijks protestacties, maar nu komen we in een nieuwe situatie.

    De rol van de media bij de gebeurtenissen in Marikana is verschrikkelijk. Er verschenen leugens (zoals het verhaal dat de arbeiders een loonsverhoging van 300% werden beloofd), halve waarheden (zoals de dodentol die lange tijd op 12 werd gehouden) en elementen werden bewust niet vermeld (zoals hoe het geweld begon). Ook waren er overdrijvingen, zoals hoe arbeiders zogezegd waanzinnige eisen zouden stellen en de politie aanvielen omdat ze onder de invloed van een medicijnenman stonden. De klassenhaat druipt van de krantenpagina’s. Maandag stelde een mijnwerker op de massabijeenkomst: “Dezelfde mensen die Lonmin bezitten, controleren ook de media.”

    Ook bij de elite werd het klassenbewustzijn aangescherpt. Iedereen verdedigde het bloedige onderdrukken van de arbeidersopstand. De bazen van de mijnen kwamen zaterdag bijeen om na te gaan hoe de orde kan hersteld worden. De zakenkrant Business Day stelde dat de kapitalistische heersende klasse zich volledig achter de NUM moet zetten. Daarmee bevestigde de krant de rol van deze vakbond.

    De mijnwerkers in Rustenburg stellen vast dat de kapitalisten in het offensief gaan en dat het nodig is om de arbeiders te verenigen en te organiseren. Voor de staking waren heel wat arbeiders nog terughoudend tegenover de NUM omwille van de historische tradities van deze vakbond en omdat het alternatieve AMCU (Association of Mine workers and Construction Union) zich nog onvoldoende had bewezen. De gebeurtenissen van de afgelopen week bezegelen het lot van de NUM.

    “Het meest dringende is dat we nu in alle mijnen de leden van de NUM overbrengen naar de AMCU”, stelde een arbeider. De staking bij Lonmin wordt niet geleid door de AMCU en er is twijfel over de rol die deze vakbond speelt, maar toch zal de AMCU veel steun krijgen als gevolg van deze staking. De AMCU is een afsplitsing van de NUM die intussen al 12 jaar bestaat zonder echt vooraan te staan of zonder echt in te gaan tegen de standpunten van de vakbonden van Cosatu, de vakbondskoepel. Toen mijnwerkers bij Lonmin, Impala Platinium en Anglo Platinium de NUM verlieten, trokken ze naar de AMCU dat zich kon vestigen als het belangrijkste alternatief op syndicaal vlak. In de staking bij Lonmin beslisten de arbeiders om net zoals bij andere acties in de mijnen van Rustenburg over te gaan tot het opzetten van een arbeiderscomité dat niet verbonden is met de NUM of de AMCU. De leiders van de AMCU doen er momenteel alles aan om hun handen in onschuld te wassen. Ze gaan in tegen de beschuldigingen van onverantwoordelijkheid die ze vanwege de elite over zich krijgen. De rol die de AMCU in de toekomst zal spelen, hangt af van de graad waarin de arbeiders een strijdbaar en socialistisch programma naar voor kunnen brengen in deze vakbond.

    De Democratic Socialist Movement (DSM) verdedigt het idee van een lokale algemene staking om de eisen van de arbeiders van Lonmin te ondersteunen, we stellen voor om doorheen Rustenburg een forum van arbeiders en de gemeenschap op te zetten met delegaties van alle mijnen en arbeidersbuurten, en we verdedigen de noodzaak van een nationale en internationale actiedag om te protesteren tegen het bloedbad en voor de eisen van de arbeiders.

    Er zijn al stakingsacties bezig in twee andere mijnen van Rustenburg, deze acties gaan rond gelijkaardige eisen als bij Lonmin. De arbeiders van Lonmin vernamen ook dat de politie drie bussen met arbeiders van Anglo Platinium tegenhield om te vermijden dat ze aan de massale bijeenkomst van maandag zouden deelnemen en er hun solidariteit zouden betuigen. Anglo Platinium is wereldwijd de grootste producent van platina en kende recent ook een ‘wilde’ staking. Arbeiders van verschillende mijnen rond Rustenburg gingen al over tot solidariteitsacties.

    > Lees ook ons eerder artikel over Zuid-Afrika


    Internationale solidariteit

    Vrijdag en maandag waren er in Londen reeds solidariteitsacties van socialisten en syndicalisten. Ook elders waren er al acties. Ook LSP volgt de situatie op de voet om bij een internationale oproep meteen een solidariteitsactie op te zetten. Tevens betuigen we onze solidariteit met de Democratic Socialist Movement, onze Zuid-Afrikaanse zusterorganisatie. Afgelopen weekend hield de DSM een publieke meeting in de buurt van Rustenburg met 200 aanwezigen. Onze kameraden zijn ook actief betrokken in de protestacties.

  • Solidariteit met de Zuid-Afrikaanse mijnwerkers van Lonmin

    Er vielen minstens 46 doden en veel meer gewonden toen de politie en het leger overgingen tot een aanval tegen een staking van duizenden mijnwerkers van Lonmin in Marikana, net buiten Rustenburg. Bij eerdere confrontaties vielen er minstens zes doden onder de mijnwerkers. De staking begon op 10 augustus. Er kwamen ook twee politie-agenten en twee veiligheidsagenten van de mijnen om in omstandigheden die aan een burgeroorlog doen denken. De bazen van Lonmin krijgen de steun van het volledige establishment om gewapenderhand de ‘orde’ te herstellen. De Democratic Socialist Movement (DSM, Zuid-Afrika) roept op tot internationaal protest.

    Artikel van de DSM (Zuid-Afrika). Lees ook: For a general strike to end the Marikana massacre

    Duizenden arbeiders van Lonmin, de derde grootste producent van platina ter wereld, gingen op 10 augustus in staking voor een loonsverhoging. In plaats van hun armzalige loon van R4000 (ongeveer 400 euro) per maand, willen ze R12.500 (ongeveer 1.250 euro). De staking werd gestart door arbeiders van de AMCU, een vakbond die van de dominante NUM (National Union of Mine Workers) is afgesplitst. Het ziet er naar uit dat de staking die al gauw enkele tienduizenden arbeiders organiseerde niet alleen door de veiligheidsagenten van de mijnen werd aangevallen, maar ook door de NUM die van een aantal arbeiders eiste dat ze de staking zou breken. Dit leidde verkeerdelijk tot wraakacties, waarbij onder meer een wagen in brand werd gestoken waarbij twee veiligheidsagenten omkwamen en het vermoorden van twee politie-agenten op maandag. Dit gaf de regering een excuus om de ‘orde’ te herstellen door hardhandig op te treden. Ook wordt gezegd dat een hardhandig optreden nodig is om de neergang van de beurswaarde van Lonmin te stoppen. Dat was de achtergrond voor het zorgvuldig geplande bloedbad.

    Het hele gebied is belegerd, het bloedbad werd de afgelopen dagen voorbereid. Lonmin trok zich terug uit de onderhandelingen die voor 15 augustus waren voorzien. Het bedrijf verklaarde dat de zaak nu “in handen van de politie” was. Het bedrijf kon de arbeiders niet langer onder de knoet houden via de NUM-leiders. Hierop werd overgegaan tot brutaal geweld. Door het protest in bloed onder te dompelen, zullen de bazen misschien een veldslag winnen maar niet de oorlog die intussen al enkele jaren aan het broeien is in de mijnen van Rustenburg. Als gevolg van de globale economische crisis zijn de prijzen voor platina de afgelopen jaren sterk gedaald, de bazen willen de kost daarvan naar de arbeiders doorschuiven. Dat is waarom ze met de steun van de volledige heersende klasse geen duimbreed willen toegeven bij de staking van de arbeiders van Lonmin.

    De regio rond Rustenburg kent wereldwijd de grootste voorraad van platina. Het feit dat een aantal mijnen de afgelopen periode de productie hebben afgebouwd, vormde voor tienduizenden mijnwerkers een signaal dat ze dringend in actie moeten komen. Dat leidt er toe dat steeds meer arbeiders de NUM de rug toe keren. Dat was ooit een van de meest strijdbare vakbonden in Zuid-Afrika, maar de afgelopen jaren was de vakbond meer bezig met achterkamerakkoorden met het patronaat, investeringsgroepen en de kapitalistische regering onder leiding van het ANC. De vakbond is zo gediscrediteerd dat een aantal leiders ervan de arbeiders enkel kunnen toespreken als ze fysiek en gewapend beschermd worden door medestanders en politie. De opkomst van de nieuwe vakbond AMCU, maar de NUM wil haar positie behouden. Dat leidde eerder al tot heel wat spanningen in de mijnen.

    De Democratic Socialist Movement (DSM) roept arbeiders uit beide vakbonden op om gezamenlijke solidariteitsacties te eisen, te beginnen met een regionale algemene staking van alle mijnwerkers en de arme lokale arbeidersgemeenschappen. We roepen ook op tot een nationale algemene staking uit protest tegen het neerschieten van stakende arbeiders en een campagne van opeenvolgende massale acties voor de nationalisatie van de mijnen onder arbeiderscontrole en –beheer.


    Stuur een protestbericht naar het hoofdkantoor van Lonmin in Londen

    De contactgegevens van Lonmin in Londen zijn: contact@lonmin.com. Stuur een kopie naar: dsmcwi@gmail.com. Hieronder een voorbeeldbrief.

    Attention: CEO Ian Farmer and Chairman Roger Phillimore,

    I/ we …………………….. call on Lonmin to intervene to stop the massacre of its striking workers at Marikana, South Africa immediately. A yet unknown number of striking workers were shot dead on August 16 by police in an orchestrated confrontation which was the direct result of Lonmin’s withdrawal from negotiations with the workers who are striking for a living wage.

    We demand that Lonmin steps in to call on the police, army and mine security to withdraw and initiates new negotiations with the representatives chosen by the workers on strike.

    We demand that Lonmin withdraws its threat to dismiss all striking workers with immediate effect.

    We demand the full satisfaction of the striking workers’ just demands

    Only such steps could possibly take away from the fact that Lonmin is currently part of orchestrating a mass murder on largely defenceless workers in defence of its share price.

    Yours …

  • Nigeria. Ervaringen van een explosie van klassenstrijd

    Op onze zomerschool was er een linkse socialist uit Nigeria die onder meer toelichting gaf bij de recente gebeurtenissen in dat land. Nigeria was dit jaar het eerste land waar een algemene staking losbarstte. Het protest was gericht tegen de verhoging van de brandstofprijzen. De discussie op de zomerschool werd voorbereid met een verslag van een nationale bijeenkomst van de Democratic Socialist Movement midden april.

    Artikel uit het bulletin op onze zomerschool

    Midden april was er een bijeenkomst van het Nationaal Comité van de Democratic Socialist Movement (DSM) met een 85-tal aanwezigen uit het hele land. De bijeenkomst bediscussieerde een bilan van de strijdbewegingen eerder dit jaar en uiteraard ook hoe we de strijd voor verandering kunnen verderzetten. Er waren enkele gasten op de bijeenkomst, waaronder Abiodun Aremu van het Joint Action Front.

    Geen hoop onder het kapitalisme

    Segun Sango, de algemeen secretaris van de DSM, leidde de discussie over Nigeria in. Hij wees op de nauwe banden tussen Nigeria en de rest van de wereld. Op een ogenblik dat alle economische indicatoren wijzen in de richting van een verdere achteruitgang en het enige antwoord van de kapitalisten daarop bestaat uit meer besparingen (zeker in Europa), dan ziet het er niet goed uit. In Europa is er een enorme werkloosheid.

    De banden tussen de situatie van de wereldeconomie en de economische situatie in Nigeria zijn veelvoudig. Veel mensen in Nigeria en andere minder ontwikkelde landen kijken naar Europa of de VS als landen met enorme mogelijkheden. De afgelopen jaren was er een enorme migratie van mannen en vrouwen die de helse omstandigheden van Nigeria wilden ontvluchten in de hoop elders een betere toekomst te vinden. De massale werkloosheid in Europa en in de VS geeft aan dat er daar niet bepaald een betere toekomst wordt gevonden.

    Als grote kapitalistische machten zoals de VS en Europa een dergelijke diepgaande economische crisis kennen, dan zal dit ook doorsijpelen in neokoloniale landen als Nigeria. Op kapitalistische basis is er geen enkel vooruitzicht van vooruitgang voor de meerderheid van de bevolking. Daarom moeten we blijven opkomen voor een socialistisch alternatief.

    Verraad van de staking in januari. Een gemiste kans

    De algemene staking van januari bood een enorme kans voor radicale verandering. Het was de grootste en meest verspreide algemene staking ooit in het land. Miljoenen mensen kwamen op straat en dat doorheen het hele land. Er was een enorme eenheid onder de arbeiders en armen, en dat in een land dat door lokale en buitenlandse analisten vaak wordt omschreven als een onhoudbare lappendeken van etnische en religieuze groepen.

    In Kano waren er christelijke jongeren die voor de ordedienst van de betogers zorgden toen de moslims aan het bidden waren, ook het omgekeerde gebeurde. Er was geen enkele bomaanslag tijdens de staking. Volgens Segun Sango bevestigt dit het standpunt van de DSM dat enkel de arbeidersklasse, jongeren en armen voor een echte eenheid in Nigeria kunnen zorgen en de nationale kwestie kunnen oplossen. Het is omwille van ons vertrouwen in de arbeidersklasse dat we oproepen tot een nationale grondwetgevende vergadering met vertegenwoordigers van de arbeiders, jongeren en armen om te bepalen of en op welke manier Nigeria een eengemaakt land moet vormen en onder welke voorwaarden dit kan. Dit betekent niet dat socialisten steeds voor separatisme zijn, maar tegelijk verdedigen we evenmin een gedwongen eenheid. Deze eenheid is destijds door het Britse kolonialisme opgelegd zonder enig debat onder de bevolking.

    De staking toonde de enorme macht van de arbeidersklasse, maar er werd geen volledige overwinning bereikt waarbij de prijsstijging werd ingetrokken. Dat kwam omdat de leiders van de arbeidersbeweging bang waren van de massabeweging en van de mogelijkheid dat die massabeweging het regime zou gaan bedreigen. De staking werd snel afgeblazen. Maar gedurende zes dagen hing de asociale regering van president Jonathan in de touwen omwille van het massaprotest. Ook de neoliberale oppositiepartijen werden door de betogers gepasseerd.

    Het verraad van de staking door de leiding van de Nigeriaanse vakbondsfederaties NLC en TUC was geen verrassing. Socialisten hebben er steeds op gewezen dat er nood is aan een duidelijke visie over een alternatieve samenleving die breekt met het kapitalisme. Zoniet staan we minder sterk in de strijd om de belangen van de arbeiders en de armen te verdedigen.

    Toen de eisen van de stakers en betogers in de richting van ‘regimeverandering’ gingen, blokkeerden de leiders van de vakbonden en werd de staking afgeblazen. De DSM stelde tijdens de staking dat we ons moesten voorbereiden op het overnemen van de politieke macht door de arbeiders en jongeren om niet alleen de stijging van de brandstofprijzen ongedaan te maken, maar ook de op winsten beluste oliemultinationals en managers de deur te wijzen zodat we de volledige energiesector in publieke handen zouden kunnen nemen.

    Voor de vakbondsleiders was deze politieke eis onverenigbaar met de eis van een verlaging van de brandstofprijzen. Maar uiteindelijk werd ook de eis van de prijsverlaging niet volledig afgedwongen. Het verraad van de staking betekent op korte termijn dat er een kans om de samenleving te veranderen is verloren. Het is een verloren kans om iets te doen aan de enorme miserie in het land, volgens het Nationale Bureau van de Statistiek leven meer dan 100 miljoen Nigerianen in armoede (op een bevolking van 170 miljoen).

    De uiteindelijke gedeeltelijke intrekking van de prijsverhoging voor brandstof ging gepaard met eisen van de sector om de deregulering op te drijven. Er wordt geëist dat de volledige olie-industrie wordt verkocht aan private bedrijven en multinationals.

    Socialisten steunen de eis om alle verantwoordelijken in het omkoopschandaal rond de subsidies voor brandstof te vervolgen. Maar die mensen in de gevangenis zetten, zal niet volstaan. We moeten de oliebedrijven zelf uit de handen van de managers halen en in publieke handen onder de democratische controle van de arbeiders plaatsen. Enkel door de volledige oliesector in publieke handen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat de enorme middelen in het land ook ten goede komen aan de werkende bevolking en de armen.

    Om Nigeria uit de greep van de miserie te halen, moeten we het asociale beleid aan de kant schuiven en vervangen door een regering van arbeiders en armen met een socialistisch programma van publiek bezit van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle en beheer van de werkende bevolking. Een breuk met het kapitalisme is nodig om de enorme rijkdommen in het land ten dienste van de bevolking te plaatsen.

    Vakbonden

    De vakbonden in Nigeria spelen een belangrijke rol, zeker in de dagelijkse strijd rond lonen en arbeidsvoorwaarden. Maar marxisten erkennen de beperkingen van de vakbonden, zeker waar ze zoals in Nigeria worden geleid door een corrupte pro-kapitalistische bureaucratie. De leiding van de federaties NLC en TUC hebben steeds opnieuw aangetoond dat ze het kapitalisme niet willen bestrijden.

    De oplossing hiervoor bestaat erin dat socialisten en strijdbare syndicalisten in de arbeidersbeweging actief zijn en daar opkomen voor strijdbare en democratische vakbonden die van onderuit worden gecontroleerd waarbij de leiding verantwoording verschuldigd is aan de basis. We moeten dat verbinden met het opzetten van organisaties en comités aan de basis zowel binnen als buiten de officiële vakbondsstructuren om zo de strijd beter te kunnen organiseren.

  • Algemene staking bracht miljoenen betogers op de been in Nigeria

    Interview met Segun Sango

    De eerste algemene staking van 2012 vond plaats in een Afrikaans land. De Nigeriaanse regering besliste om de overheidssubsidie voor brandstof af te schaffen. Nigeria is een belangrijke olieproducent, maar het land telt geen enkele werkende raffinaderij. Brandstof moet bijgevolg ingevoerd worden. De vele stroomonderbrekingen maken dat brandstof niet enkel voor transport belangrijk is, maar ook voor stroomgeneratoren.

    Interview door Michael B (Gent)

    Vanaf maandag 9 januari werd een week lang gestaakt. Er kwamen honderdduizenden betogers op straat, in Lagos was er op 18 januari een betoging met 500.000 deelnemers terwijl er in voorsteden van Lagos eveneens betogingen waren. Miljoenen mensen legden het werk neer en toonden de enorme kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging. De etnische en religieuze spanningen verdwenen daarbij naar de achtergrond. Het regime reageerde met repressie, er vielen daarbij een 20-tal doden.

    Jammer genoeg hebben de vakbondsleidingen het potentieel niet benut om een alternatief op het neoliberale beleid van president Jonathan Goodluck en de heersende kliek naar voor te brengen. Ze stemden in met een slecht akkoord waarbij de brandstofsubsidie niet werd hersteld, maar de prijs beperkt werd tot ongeveer 50 eurocent per liter (tegenover 30 cent voor de afschaffing van de subsidie).

    We spraken over deze staking met Segun Sango, de algemeen secretaris van de Democratic Socialist Movement (DSM), onze zusterorganisatie in Nigeria.

    Van waar kwam die uitbarsting van woede?

    “De maatregelen werden voorgesteld als een normale prijsverhoging die eigenlijk een aanpassing aan de marktprijzen was. Maar het is de overheid die daarvoor verantwoordelijk is. Brandstof moet ingevoerd worden omdat Nigeria geen functionerende raffinaderijen heeft. De installaties bestaan, maar ze worden niet benut. Ruwe olie verlaat Nigeria tegen dumpingprijzen om eenmaal geraffineerd in het buitenland tegen hoge prijzen terug ingekocht te worden. Dit is mogelijk omdat de volledige olieproductie in handen van private bedrijven is.

    “De bevolking is sterk afhankelijk van brandstof. De elektriciteitsvoorzieningen zijn gebrekkig en soms zelfs onbestaande. Niet enkel auto’s, maar de hele samenleving is afhankelijk van brandstof. Zonder generatoren werkt niets. Als de brandstofprijs verdriedubbelt, dan worden transport, koken, verlichting, dienstverlening,… ook allemaal drie keer zo duur. Het is dus een erg zware aanval op de levensstandaard.

    “Dit was een druppel die de emmer deed overlopen. Het was een serieuze druppel bovenop vorige aanvallen als onderdeel van het asociale beleid. Zo is er nog steeds een groot ongenoegen rond het feit dat het wettelijk minimumloon van 18.000 Naira (zowat 90 euro) niet wordt uitbetaald.”

    Als gevolg van de staking moest de regering een toegeving doen. Zat er meer in de staking?

    “Tijdens de staking stond de regering met de rug tegen de muur. Niets functioneerde nog. De openbare sector lag plat, maar ook kleine handelaars en winkeliers legden het werk neer. Het land stond volledig stil. Staken is een enorm wapen voor de gewone bevolking, het maakt duidelijk dat de werkende bevolking de werkelijke economische macht in handen heeft.

    “De arbeidersbeweging had meer kunnen bereiken. In de plaats van de strijd te versterken door democratische stakingscomités op te zetten in de wijken en op de werkplaatsen, werden geheime onderhandelingen met de regering gevoerd om een beperking van de brandstofprijs tot N97 (50 cent) voor te stellen als een overwinning. Tot 1 januari betaalden we echter maar N65 (30 cent) per liter. Het massale karakter van de staking en de protestacties toonde dat er meer mogelijk was. Na de opschorting van de staking was er dan ook woede en ontgoocheling.”

    Hoe zal de DSM voort-bouwen op deze beweging?

    “Wij hebben altijd het idee van massale acties gesteund. Nu wordt duidelijk dat we dit moeten koppelen aan een moedige leiding die gaat voor een alternatief op de neoliberale logica. De vakbondsleiding heeft met haar houding demoralisatie in de hand gewerkt. Dat kan een zeker effect hebben, maar tegelijk vormde het protest een uitdrukking van de enorme woede onder de bevolking. En die woede blijft bestaan.

    “Een nieuwe confrontatie met de kapitalistische elite is onvermijdelijk. Daarbij pleiten wij ervoor om de strijd te coördineren en te organiseren met strijdbare vakbonden, een arbeiderspartij en een alternatief op het neoliberale beleid dat ervoor zorgt dat 1% van de Nigeriaanse bevolking gaat lopen met meer dan 80% van de totale rijkdom. De oliesector moet volledig in publieke handen komen waarbij er ook raffinaderijen zijn onder de democratische controle van de bevolking.”

    Wat kunnen wij in België doen om deze strijd te versterken?

    “De arbeiders en de armen moeten zich ook internationaal organiseren om de strijd in eigen land te versterken. De uitbuiting in Nigeria is geen geïsoleerd gegeven. Dit beleid wordt mee bepaald door instellingen als het IMF en de Wereldbank. De huidige minister van financiën was voorheen directeur bij de Wereldbank. Vele maatregelen worden opgelegd door imperialistische machten. Nigeria is een heel rijk land met veel grondstoffen, maar de rijkdom zit bij een kleine minderheid. Als we dat willen stoppen, moeten we ons internationaal organiseren.”

  • Ontgoocheling nadat vakbonden de Nigeriaanse staking beëindigen

    De algemene staking in Nigeria heeft president Jonathan Goodluck tot toegevingen gedwongen, maar er was meer mogelijk geweest met een vastberaden leiding. Op maandag 16 januari begon de algemene staking die het land een week lang volledig plat legde. Het land kwam tot stilstand uit protest tegen de prijsstijgingen voor brandstof, een gevolg van een regeringsbeslissing om de subsidie af te schaffen. De beslissing wordt niet ingetrokken, maar de regering kondigde aan dat de brandstofprijs wordt verlaagd van N141 tot N97 per liter, tegenover N65 voor de intrekking van de subsidie op 1 januari.

    Peluola Adewale, Democratic Socialist Movement (Nigeria)

    De regering stond volledig geïsoleerd tijdens de staking. Als de vakbonden een duidelijke leiding hadden geboden aan de strijd, dan had dit niet alleen kunnen leiden tot het beperken van de prijsverhoging voor brandstof maar tot een totale verandering in het land. Nu is er het gevaar dat de strijd zal leiden tot een tijdelijke ontgoocheling omdat zo weinig werd bereikt.

    De staking werd eerst opgeschort en nadien volledig beëindigd. Dit werd gevolgd door de aankondiging van de president dat de brandstofprijs wordt verlaagd van N141 tot N97 per liter (1 euro is omgerekend ongeveer goed voor N200). Tegelijk werd aangekondigd dat het leger overal in het land zal worden ingezet. De vakbondsleiders lieten uitschijnen dat de nieuwe prijs eenzijdig werd opgelegd door de regering, maar het is duidelijk dat er wel degelijk een akkoord werd gesloten tussen de vakbondsleiders en de regering. Waarom werd anders de staking opgeschort nog voor de president met zijn verklaring naar buiten kwam?

    Op het hoogtepunt van de staking en het protest waren er miljoenen mensen bij de acties betrokken. Er waren immense betogingen met honderdduizenden aanwezigen, tientallen miljoenen mensen bleven thuis uit protest tegen de regeringsbeslissing. Jongeren en studenten speelden een bijzonder actieve rol in het protest. In Lagos organiseerden ze betogingen en bijeenkomsten. De algemene staking van 9 tot 13 januari was ongetwijfeld de grootste massale actie die Nigeria ooit heeft gekend. De staking was ook compleet in de noordoostelijke staten waar de noodtoestand was uitgeroepen, zogezegd als antwoord op de onveiligheid door de terroristische activiteiten van Boko Haram. De algemene staking gaf een beeld van de mogelijkheden van revolutionaire verandering in Nigeria.

    Ondanks het opschorten van de straatprotesten en de aankondiging van de verlaging van de brandstofprijs, werd de staking maandag nog bijzonder goed opgevolgd. Alle actviteiten bleven plat liggen. De straten en wegen lagen er verlaten bij. Daar waren enkel soldaten te zien terwijl ze rondreden in gloednieuwe voertuigen zonder nummerplaat. Een aantal groepen zoals het Joint Action Front (JAF) hielden wel publieke bijeenkomsten en acties, ondanks de algemene opschorting van het protest. In Lagos trokken zowat 100 betogers van Yaba naar het Gani Park Ojota. De politie en het leger traden daarbij hardhandig op om de betoging te ontbinden. In de staten Oyo en Osun waren er bijeenkomsten van duizenden mensen. En ook elders in het land waren er nog massale protestacties.

    Doorheen de acties bleek de vastberaden opstelling van de miljoenen deelnemers aan de staking. De oproep om het werk neer te leggen tot de brandstofprijs terug op N65 werd gebracht, kende een grote navolging. Jammer genoeg werd de strijd niet doorgevoerd tot het afdwingen van deze eis, laat staan tot de machtsvraag zich zou stellen. Op zondag 15 januari was er een verklaring van de vakbondsleiders om zich te distantiëren van iedere roep naar regimeverandering die op de acties aan kracht won. Ze verklaarden dat het enige doel van de staking bestond uit het terugdringen van de brandstofprijs tot het niveau van voor 1 januari 2012.

    Om de bittere pil van de uiteindelijke prijsstijging te verzachten, wezen de vakbondsleiders op de belofte van de president om de oliesector meer rekenschap te laten afleggen. Dit onderstreept nogmaals de diepgewortelde illusies van de vakbondsleiders in de mogelijkheid om de kapitalistische regering te beïnvloeden en zo de belangen van de werkende bevolking te laten dienen. Dit is het resultaat van het gebrek aan een alternatief op het huidige economische en politieke kader dat is opgebouwd uit een neoliberale agenda. Dat verklaart ook waarom de vakbondsleiders blijven meewerken aan het officiële comité dat de deregulering organiseert of aan de Nationale Raad voor Privatiseringen.

    De Democratic Socialist Movement verwerpt de militaire aanwezigheid op de straten. Dit is een duidelijke boodschap van de regering tegenover al wie actie heeft gevoerd tegen de verhoging van de brandstofprijs. We eisen de terugtrekking van de soldaten uit de straten en verwerpen de fysieke aanvallen die op verschillende plaatsen in Lagos hebben plaatsgevonden. De staking en de massale acties verliepen vreedzaam.

    Er waren enkele gevallen van geweld, waarbij de politie en het leger betogers aanvielen. Daarbij vielen meer dan 20 doden in het land, onder meer toen agenten jongeren die op straat voetbalden aanvielen. Het feit dat nu troepen op straat worden ingezet doet denken aan het tijdperk van de militaire dictatuur. Het doel is om ons te intimideren en nieuw protest tegen het asociale beleid de kop in te drukken.

    Deze beweging heeft eens te meer de enorme macht van de arbeidersklasse getoond. De arbeidersbeweging heeft het potentieel om de massa’s in het land te organiseren in een echte regimeverandering met een revolutionaire omvorming van de samenleving. Jammer genoeg is dat niet wat de vakbondsleiders voor ogen hebben, zij deden er alles aan om de elite ervan te overtuigen dat regimeverandering niet op hun agenda staat.

    De betogers kwamen op straat om de brandstofprijs terug naar N65 te krijgen, maar steeds meer betogers keerden zich ook tegen de president en het regime. De roep naar een politiek alternatief op de huidige kliek weerklonk steeds luider in het protest. De vakbondsleiders beperkten de strijd tot de brandstofprijs en zelfs op dat punt haalden ze hun slag niet thuis. In plaats van N65 per liter, kondigde de regering aan dat de prijs N97 zal bedragen.

    Uit deze en uit andere algemene stakingen de afgelopen tien jaar moeten we de les trekken dat staken op zich niet volstaat. Er is nood aan een revolutionair programma om het rotte systeem van de kaart te vegen. Dat is waarom we met DSM ook pleiten voor een nieuwe arbeiderspartij waarmee we de politieke macht uit de handen van de huidige elite kunnen halen zodat we de enorme middelen in de samenleving kunnen inzetten ten behoeve van de meerderheid van de bevolking. Vandaag gaat slechts 1% van de bevolking lopen met meer dan 80% van de totale rijkdom in de samenleving.

    Wij zullen blijven opkomen voor een dergelijke massale arbeiderspartij met een socialistisch programma als alternatief op de neoliberale kapitalistische agenda van privatiseringen en deregulering. De vakbonden bevinden zich omwille van hun brede lidmaatschap en hun strategisch belang in een cruciale positie om tot een dergelijke partij te komen.

    Het Joint Action Front (JAF) heeft een voorbeeldige rol gespeeld in de staking. Er werden heel wat stakingscomités opgezet door het JAF en andere linkse krachten. Dit was vooral in Lagos het geval. We willen deze comités voortzetten, zeker daar waar ze een basis hebben in de wijken. Dergelijke comités kunnen een belangrijke stap vormen om tot een massale arbeiderspartij te komen. Daartoe moet het JAF een actieve campagne voeren onder vakbondsmilitanten, socialisten, activisten en de arbeidersbeweging in het algemeen.

    Uiteindelijk zal enkel een succesvolle revolutie van de massa’s waarbij de politieke macht uit de handen van de elite wordt genomen om een regering van arbeiders en armen te vormen de enige manier zijn om een einde te maken aan de vicieuze cyclus van prijsstijgingen en armoede terwijl er langs de andere kant enorm veel rijkdom aanwezig is. Een dergelijke regering van arbeiders en armen zou een socialistisch beleid moeten voeren waarbij de oliesector en andere sleutelsectoren in publieke handen worden genomen en dit onder de democratische controle en beheer van de werkende bevolking.

    De staking heeft aangetoond dat de Nigeriaanse arbeidersbeweging concrete economische en politieke initiatieven kan nemen om het overleven van het land mogelijk te maken. De Financial Times, een zakenkrant uit Londen, schreef: “De acties hebben de gewone Nigerianen aangemoedigd en aangezet tot een nieuw besef van zinloze uitgaven. Daarnaast voelen velen zich in de steek gelaten door de vakbonden omdat die de staking hebben beëindigd terwijl de brandstofsubsidie niet opnieuw is hersteld.” De komende dagen zullen veel Nigerianen lessen trekken uit de gebeurtenissen van de afgelopen weken.

    De Democratic Socialist Movement (DSM) blijft zich inzetten voor socialistische verandering en we roepen op tot een intense strijd tegen het asociale beleid van president Jonathan en zijn kliek. Er is nood aan systeemverandering op basis van een massale beweging die de strijd aangaat voor een socialistische toekomst.

  • Nigeriaanse algemene staking blijft aangroeien. Miljoenen betogers trekken de straat op

    Op woensdag 11 januari, de derde dag van de staking van onbepaalde duur, waren er in Nigeria miljoenen betogers die de straat op trokken. Net zoals op de eerste twee dagen lagen alle steden in het land volledig plat. De wegen, zowel expresswegen als kleinere wegen, waren verlaten. In Lagos kwamen zowat 500.000 mensen bijeen in het Gani Freedom Park.

    Verslag door reporters van de Democratic Socialist Movement

    De acties van woensdag toonden veel meer dan op maandag en dinsdag de enorme graad van zelfvoorziening en zelfmobilisatie door de grote meerderheid van de bevolking die de staking steunt.

    Zowat overal in het land was er weinig aanmoediging nodig om honderden mensen te mobiliseren naar de barricades. Toen we in Lagos rondtrokken, zagen we overal groepen mensen die kruispunten bezet hielden. Als ze onze spandoek zagen, kwamen ze meteen discussiëren over hoe de acties in hun wijk konden georganiseerd worden. Er is een diep begrip van het feit dat iedereen mee moet doen.

    In Yaba waren er op dinsdag zowat 20.000 betogers voor het secretariaat van de vakbondsfederatie NLC. De betogers trokken naar Lagos Island waar een massale meeting werd gehouden op het plein Tafawa Balewa. De betogers trokken nadien naar de tolkantoor Lekki-Epe. De regionale regering van de deelstaat Lagos legt samen met de Lekki Construction Company in een frauduleuze vorm van Publiek-Private Samenwerking (PPS) een torenhoge tol op aan de inwoners van de wijk rond dit tolkantoor. In het tolkantoor was er geen personeel te bespeuren, een aantal agenten hielden er de wacht.

    Op hetzelfde ogenblik waren er zowat 100.000 betogers in het Gani Fawehinmi Freedom Park. Dat park is sinds afgelopen maandag een vorm van Tahrirplein geworden, een aantal betogers blijft er ook overnachten. Muzikanten komen er optreden, mensenrechtenactivisten hielden gespierde toespraken.

    Woensdag was de opkomst nog groter. Er waren maar liefst 500.000 aanwezigen in het park. Dat is een pak meer dan op maandag en dinsdag. Het park was volledig vol gelopen met betogers en ook alle wegen naar het park liepen vol. Veel activisten moesten daar lang voor stappen, ze komen soms van kilometers ver. Het Gani Fawehinmi Freedom Park wordt als eindpunt van het protest gezien. Ondertussen zijn er ook honderden en mogelijk zelfs duizenden kleine acties in de wijken. Overal zie je betogers rondtrekken met zelfgemaakte protestborden. Dit is een samenleving die ontwaakt.

    Het Gani Freedom Park is het vrijheidsplein van de beweging in Lagos geworden, maar de leiding van de LASCO (Labour and Civil Society Coalition) laat er zich niet zien. Dat is een reactie op het feit dat een burgerlijke pro-kapitalistische groep, Save Nigeria Group (SNG), maandag in het park een geluidsinstallatie en podium had opgezet in een poging om het protest te recupereren. Door zelf niet naar het park te trekken, geeft de leiding van LASCO vrijspel aan de SNG om een poging te doen om zelf de leiding van de beweging te claimen, ook al speelde de SNG geen belangrijke rol in het opzetten van de staking. Wij denken dat de arbeidersbeweging het voortouw moet nemen, ook in het Gani Park. In dat park is er ook de ruimte voor grote algemene vergaderingen om een meer algemeen eisenplatform op te maken zodat we verder gaan dan enkel eisen rond de branstofprijs.

    Het park wordt nog niet gebruikt als plaats waar grondige politieke discussies plaatsvinden over de eisen en de organisatie van onze strijd. Verschillende sprekers zeggen wel dat er meer is dan de eisen rond brandstofprijzen, maar er is geen poging om een overzicht van sociale, economische en politieke eisen op te stellen. De nadruk ligt op entertainment en muziek. Dat houdt een gevaar is. Eens alle bekende muzikanten de revue gepasseerd zijn, kan de aantrekkelijkheid van het park verdwijnen. De dagelijkse massamobilisatie naar het park moet een efficiënte rol spelen door er dagelijks democratische discussies te houden over onze eisen en strijd. Met de DSM komen we wel tussen in het park. Onze stand kon op enthousiaste reacties rekenen, we verdeelden er honderden pamfletten en verkochten heel wat kranten. Een aantal vroegere studenten die na hun studententijd niet langer actief waren, namen contact op om te discussiëren met DSM.

    De woede onder brede lagen is enorm. Veel betogers zijn het eens met onze slogan dat de volledige asociale regering en het huidige beleid moeten verdwijnen. Maar het bewustzijn loopt achter op de realiteit. Veel betogers hebben geen duidelijk beeld op het alternatief op de heersende elite. We willen een aantal kleine discussiegroepen in het park opzetten om over het socialistische alternatief te discussiëren.

    Het Gani Park is een centrum voor de activiteiten in Lagos, maar ook elders zijn er tal van kleinere acties. In Agege waren er 3500 betogers op een actie die werd geleid door DSM en Joint Action Front. In Ogba was er een solidariteitsactie met de neergeschoten betoger. Woensdag was er in Agege ook een betoging naar het busstation Iyana Ipaja.

    In Ojodu Berger organiseerden we samen met anderen in het Joint Action Front een massale bijeenkomst. Daar werden duizenden pamfletten verspreid. DSM-leden Dagga Tolar, Chinedu Bosah en Soweto spraken de betogers toe. Ze benadrukten de noodzaak om de strijd te versterken door deze te organiseren in de wijken. Het intrekken van de afschaffing van de brandstofsubsidie zou een overwinning zijn, maar met deze beweging kunnen we meer afdwingen.

    In Kano waren er honderdduizenden betogers. Ook in Abuja, Osun, Oyo, Ogun en andere steden waren er grote acties. In Ife en Osogbo waren er nooit geziene betogingen. In Abuja ging het om meer dan 100.000 betogers. In de deelstaten Niger en Oyo is er een avondklok ingevoerd, zogenaamd als antwoord op het ‘geweld’ van de betogers. Het enige geweld dat plaatsvindt, is dit van de aanvallen door de politie op vreedzame betogers.

    De Democratic Socialist Movement blijft tussenkomen met het idee dat de arbeidersbeweging nood heeft aan een strategie om de strijd te winnen. Veel betogers maken duidelijk dat het niet enkel om de brandstofprijs gaat. Een jonge spreker op het Tafawa Balewa plein riep op tot een gewapende strijd om de politieke macht over te nemen. Dat idee kon op applaus rekenen. Maar het is vandaag nog geen kwestie van gewapende strijd. De toespraak van deze jongere en de reactie erop wijst vooral op een groeiend begrip dat de kwestie van de politieke macht moet worden gesteld. De leiding van de vakbonden weigert op dat punt in te gaan en blijft stellen dat de vakbonden niet politiek gebonden zijn.

    Er is een brede afkeer van de corruptie onder de heersende elite en de afbraak van het onderwijs, gezondheidszorg, de slechte wegen, gebrek aan elektriciteit,… Muzikant Femi Kuti riep de politici op om aan het gemiddelde loon van een gewone arbeider te leven. De geloofwaardigheid van de politieke partijen, met inbegrip van de prokapitalistische oppositiepartijen, ligt onder vuur. Op lokaal vlak nemen de nationale oppositiepartijen dezelfde asociale maatregelen.

    Socialisten staan voor een massale revolutie tegen zowel het corrupte regime van de huidige president als het onrechtvaardige systeem dat het kapitalisme is. Er is nood aan een regering van arbeiders en armen om met een socialistisch beleid de aanwezige middelen en mogelijkheden te benutten in het belang van de meerderheid van de bevolking.

    Deze derde stakingsdag toonde het potentieel van de georganiseerde arbeidersklasse. De arbeidersbeweging kan het land plat leggen, ze kan het land bijgevolg ook beheren. Daartoe moeten we op de werkplaatsen en in de wijken comités opzetten en bouwen aan een massale arbeiderspartij die op basis van een socialistisch programma snel een massakracht kan worden waarmee de arbeiders en armen de politieke macht kunnen overnemen om te breken met het kapitalisme.


    Lees ook:

    • Nigeria. Eerste dag van de algemene staking: land volledig plat (10.1.2012)
    • Foto’s van de eerste stakingsdag in Nigeria (10.1.2012)
    • Nigeria. Voor een strategie waarmee we kunnen winnen! (10.1.2012)
    • Nigeria. Arbeiderseenheid nodig tegen afglijden naar chaos (6.1.2012)
    • Meer (Engelstalige) analyses en verslagen: www.socialistnigeria.org, de website van de Democratic Socialist Movement
  • Nigeria. Eerste algemene staking van 2012. Voor een strategie waarmee we kunnen winnen!

    De Nigeriaanse vakbondsleiders riepen op tot een algemene staking van onbepaalde duur die gisteren van start ging. Aanleiding is de afschaffing van de zogenaamde brandstofsubsidie waardoor de prijs onmiddellijk meer dan verdubbelde. Met de Democratic Socialist Movement zijn we bijzonder actief in de staking. We hadden al langer opgeroepen om mobilisaties en waarschuwingsstakingen te organiseren.

    Artikel op basis van een langere analyse van de Democratic Socialist Movement. Hier vind je de speciale editie van ‘Socialist Democracy’, de krant van de DSM

    Sinds 2 januari, een dag nadat de regering de afschaffing van de subsidie aankondigde, zijn er massale protestacties doorheen het hele land. Eind december was er al een protestactie voorzien door het Joint Action Front (JAF), een front van socialistische en arbeidersorganisaties. Het was niet verwonderlijk dat deze actie op 3 januari op een bijzonder grote steun van de lokale bevolking in Lagos kon rekenen. Veel inwoners van Lagos bleven zelf uit eigen initiatief thuis uit protest tegen de schandalige prijsstijging en het feit dat transport onbetaalbaar wordt. De prijs voor een liter benzine steeg van 65 Naira (32 eurocent) tot 140 à 200 Naira!

    Op 4 januari kondigden de vakbondsfederaties aan dat ze massale acties zouden opzetten tegen dit asociale beleid. Een krant trok naar de regeringskantoren in Abuja en stelde daar vast dat er weinig ambtenaren kwamen werken. Een ambtenaar verklaarde: “Het effect zal vooral worden gevoeld door ambtenaren met een vast loon.” Een andere ambtenaar stelde: “Ons loon voldoet niet meer. Zelfs de N900 extra die werd beloofd door de president hebben we niet gezien.” Een andere ambtenaar: “Dit is onhoudbaar, we wachten op de vakbonden voor ordewoorden.” Andere personeelsleden verklaarden dat ze hun geld niet aan transport zouden geven, maar alles opsparen om hun gezin te onderhouden “tijdens de staking die wellicht zal volgen.”

    De aangekondigde staking werd dan ook dor brede lagen van de bevolking verwelkomd, ook al kwam het rijkelijk laat. In de aankondiging van de staking roepen de vakbondsleidingen terecht op voor het intrekken van de afschaffing van brandstofsubsidie. Jammer genoeg ontbreekt het wel aan een politieke benadering van de benzineprijzen. Wij vrezen dat dit ertoe kan leiden dat de massale beweging van de arbeidersklasse haar doelstellingen niet zal bereiken en dit ondanks de enorme steun en grote betrokkenheid op dit ogenblik.

    Als we kritiek geven, is het dan ook niet om kritiek te geven. Het is om te vermijden dat deze beweging hetzelfde lot zou kennen als de vele algemene stakingen sinds 2000. Die hebben telkens geleid tot een slecht akkoord waarin weinig of niets zat voor de arbeiders en hun gezinnen. Wij denken dat de arbeidersbeweging een revolutionaire strategie nodig heeft om tot een overwinning te komen.

    De algemene staking is een uitdrukking van het algemene en massale ongenoegen tegenover de huidige gang van zaken, zowel op politiek als op sociaal vlak. Een algemene staking leidt tot de vraag wie de samenleving controleert tijdens en vooral na de staking. Daarnaast is het belangrijk dat in de stakingsbeweging ook andere dringende sociaal-economische eisen worden opgenomen. Zo blijft er de kwestie van de eis van een degelijk minimumloon. Vlak voor de laatste verkiezingen werd een beperkt minimumloon van N18.000 overeengekomen met de regering, maar zelfs dit beperkte minimumloon is sindsdien niet doorgevoerd. Er zijn ook de acties aan de universiteiten waar het personeel meer middelen eist. Voor de verkiezingen beloofden de politici een verbetering van de levensstandaard, maar sindsdien hebben we enkel maar nieuwe aanvallen op onze levensstandaard te verduren gekregen.

    Het is intussen al enige tijd dat publieke elektriciteit zo goed als verdwenen is in Nigeria. Dat leidt er toe dat bedrijven naar buurlanden en naar het buitenland trekken. Het land is omgevormd tot een “generator republiek”, waar individuen en bedrijven in hun eigen elektriciteit moeten voorzien. Bovendien werd bekend dat de elektriciteitsprijzen in het eerste kwartaal van dit jaar sterk zullen stijgen. De regering wil het energiebedrijf PHCN volledig privatiseren. Dat is niet de enige aanval op de levensstandaard, in de deelstaat Lagos heeft de regionale regeringspartij ACN (op nationaal vlak een oppositiepartij) het inschrijvingsgeld voor studenten opgetrokken van N 25.000 per jaar tot N 200.000 à N 350.0000 naargelang de gevolgde studies. Wegenwerken worden uitbesteed met als gevolg dat we voortaan tol moeten betalen op meer wegen.

    Er is een enorme werkloosheid naast een enorme ondertewerkstelling. De regering maakte recent zelf bekend dat 40% van de jongeren onder 40 jaar zonder werk zitten. In het verleden speelde de overheid nog een rol in het aanbieden van degelijk onderwijs en andere diensten, maar dit is steeds minder het geval. In de plaats van degelijke diensten en een goede levensstandaard, krijgen we een escalatie van etnisch en religieus geweld met de dreiging van Boko Haram, een extremistische rechtse islamistische groep die opkomt voor het opbreken van Nigeria. Deze rechtse groep heeft Nigerianen uit het zuiden van het land een ultimatum gesteld om bepaalde staten in het Noorden te verlaten.

    Arbeidersprotest is nodig

    Het protest tegen het asociale beleid van de regering mag zich niet beperken tot enkel de maatregel om de brandstofsubsidie af te schaffen. Dat is immers geen geïsoleerde beslissing. Het is het resultaat van een reeks sociaal-economische en politieke problemen in het land. Als antwoord daarop is er nood aan een coherent revolutionair perspectief. Zich beperken tot enkele geïsoleerde eisen op een ogenblik dat de massa’s in actie komen en zich tegen het volledige establishment keren, is contraproductief. Het betekent immers dat we niet ingaan tegen het feit dat de huidige bende van kapitalistische dieven en plunderaars aan de macht zijn. Zolang zij de macht hebben, zullen ze hetzelfde asociale beleid voeren ten dienste van de lokale kapitalisten en hun imperialistische broodheren.

    De regering verklaarde dat de prijsstijging voor brandstof er komt omdat de regering wil besparen op de enorme som die jaarlijks wordt betaald voor de import van brandstof. De arbeidersbeweging heeft die bewering meermaals in vraag gesteld. Er werd ook al meermaals geëist dat de regering zou investeren in voldoende raffinaderijen om de eigen olie zelf te raffineren. Nu verdwijnt alle olie naar het buitenland en moet het land brandstof invoeren. Het is overigens geweten dat Nigeria dagelijks meer verliest aan olieinkomsten die via fraude en corruptie in de zakken van oliebedrijven en medewerkers verdwijnen dan dat de overheid aan de brandstofsubsidie besteedde. Om de prijzen onder controle te krijgen, moet de arbeidersbeweging de sleutels van de economie en het politieke systeem in Nigeria in handen nemen om de productie te kunnen afstemmen op de economische en sociale behoeften van de massa’s.

    Er is nood aan een regering van arbeiders en armen op socialistische basis om de natuurlijke en menselijke middelen in de samenleving op een democratische en rechtvaardige wijze in te zetten ten dienste van de meerderheid van de bevolking en niet enkel voor enkele rijken. Daartoe hebben de arbeiders nood aan hun eigen onafhankelijke partij die bereid is om massastrijd te combineren met electorale interventies om de macht uit de handen van de kapitalistische plunderaars te halen.

    Stakingscomités opbouwen op de werkvloer en in de gemeenschappen

    Het is goed dat wordt opgeroepen tot stakingsacties. Maar op basis van onze ervaringen in het verleden, benadrukken we met DSM de noodzaak van stakingscomités op de werkvloer, in de wijken en op de scholen zodat de stakingsactie effectief kan worden georganiseerd en democratisch bediscussieerd. Dergelijke comités kunnen ook ingaan tegen de pogingen van de regering om de staking te breken. Ze kunnen ervoor zorgen dat er een brede en bewuste betrokkenheid bij de strijd is.

    We willen geen herhaling van de situatie waarbij de vakbondsleiders zonder enige voorbereiding een algemene staking van onbepaalde duur uitroepen om deze vervolgens na enkele dagen af te blazen. We voeren al een jaar campagne rond het idee van een 48-urenstaking als volgende stap in de opbouw van een beweging tegen het beleid van de regering. Als deze actievorm degelijk zou worden uitgevoerd, zou het de basis kunnen leggen voor een brede massabeweging op de werkvloer en in de wijken om vervolgens over te gaan tot een ernstige algemene staking van onbepaalde duur. Nu er een nationale golf van woede is tegenover het vergiftigde ‘nieuwjaarsgeschenk’ van president Jonathan Goodluck, moeten we er alles aan doen om de strijd te winnen.

    In een staking van onbepaalde duur is het belangrijk om een beperkte handel toe te laten, in het bijzonder op het vlak van voedsel. De vraag van de vakbondsleiding om basisgoederen zoals voedsel en water in te kopen om een staking van onbepaalde duur door te komen, ligt moeilijk. Veel Nigerianen zijn afhankelijk van een dagloon en hebben niet genoeg geld om een voorraad aan te leggen. Tenzij we dit praktisch oplossen, kan het een element zijn dat wordt gebruikt om de staking te breken. Ook op dit vlak zien we noodzaak van massale stakingscomités om op democratische wijze de acties te organiseren, met inbegrip van praktische beslomeringen zoals het voorzien in voedsel en water.

    Tenslotte is de actieve mobilisatie en democratische controle van de arbeiders op hun acties noodzakelijk om te vermijden dat de leiding toegeeft aan de druk van de heersende elite als deze de angst voor geweld in het land inroept om een slecht akkoord op te dringen aan de vakbonden.

    Onze eisen:

    • Voor een ernstige strijd tegen het vergiftigde nieuwjaarsgeschenk van president Jonathan Goodluck
    • Brandstofprijs aan de pomp moet terug op N65 worden gebracht
    • Onmiddellijke intrekking van het neoliberale en asociale beleid. Geen deregulering van de oliesector
    • Arrestatie en vervolging van de verantwoordelijken van de fraude en de corruptie in de oliesector
    • Een dringend programma om de raffinage in Nigeria functioneel te maken en om met de gemeenschap deze raffinage te organiseren en te controleren
    • De oliesector moet in publieke handen komen onder democratische controle en beheer van comités van arbeiders en consumenten
    • Intrekking van alle privatiseringen en publiek bezit van alle overheidsbedrijven onder democratische controle en beheer van de arbeiders en de gemeenschap
    • Bespaar in de torenhoge lonen van de politici. Vertegenwoordigers van de gemeenschap mogen niet meer verdienen dan een gemiddeld loon van een geschoolde arbeider
    • Een programma om de middelen van de samenleving te investeren in gratis en degelijk onderwijs, gezondheidszorg, degelijke publieke huisvesting, herstel en aanleg van wegen en spoorwegen, degelijke vormen van openbaar vervoer.
    • Een minimumloon van N52.500 per maand en werkloosheidsuitkeringen voor wie geen werk heeft
    • De sleutelsectoren van de economie moeten onder democratisch beheer en controle van de gemeenschap worden geplaatst
    • Voor een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma om de politieke macht te nemen en een regering van arbeiders en boeren te vormen die de samenleving kan organiseren in het belang van de arbeiders en de massa’s.
  • Nigeria. Eerste dag van de algemene staking: land volledig plat

    Op maandag betoogden tienduizenden Nigerianen door de straten van Lagos in een betoging tegen de afschaffing van de brandstofsubsidie. In Kanu en Abuja waren er pogingen om grote pleinen te bezetten, naar het voorbeeld van de bewegingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Er is sprake van een aantal gevallen van harde repressie, onder meer in Ilorin in de deelstaat Kwara waar een dode viel.

    Door onze verslaggevers ter plaatse

    Om 5u ’s ochtends kwamen er al mensen bijeen rond busstations in Lagos en elders in het land. Er werden barricades opgeworpen om duidelijk te maken dat het protest was begonnen. Dit was de grootste beweging in Nigeria en zeker in Lagos sinds het einde van het militaire regime. In Lagos waren er tienduizenden betogers. Wie niet op de centrale betoging raakte, nam deel aan lokale acties in de eigen wijken.

    Er waren zowel arbeiders als elementen uit de middenklasse op de acties. Zo waren er vertegenwoordigers van de dokters en de advocaten. Het geneeskundig personeel kwam met een ambulance en muzikanten trokken naar het Gani Fawehinmi park (het eindpunt van de betoging) om de aanwezigen met optredens te verrassen.

    Alle grote wegen lagen er verlaten bij. Winkels, supermarkten en kantoren waren verlaten. De bussen reden niet uit, ook niet de bussen die eerder werden ingezet in een poging om een actie van het Joint Action Front (JAF) op 3 januari te breken. Op wat normaal drukke wegen zijn, zagen we nu jongeren voetballen.

    In tegenstelling tot wat op andere syndicale acties vaak het geval is, moesten vakbondsmilitanten nu amper inspanningen doen om barricades en piketten op te werpen. De bevolking kwam spontaan op straat om kruispunten te bezetten en barricades op te werpen. Aan het busstation Agbotikuyo speelden onze leden een prominente rol. Er was een mislukte poging van de politie om de actie te breken, maar dat leidde enkel tot een grotere mobilisatie waardoor er uiteindelijk een duizendtal mensen piket stonden. Elders toonden gewone agenten soms publiekelijk hun steun aan het protest. Het massale piket vertrok vervolgens in betoging. Onderweg groeide het aantal betogers aan tot 3.000.

    In de regio Ijaye van Lagos lagen leden van DSM en verantwoordelijken van het Joint Action Front aan de basis van het protest. Lanre Arogundade, een leidinggevend lid van de DSM, sprak de aanwezigen toe. Hij legde de economische gevolgen van het asociale beleid uit en riep iedereen op om mee te betogen. Hierop vertrok de groep in betoging. Er werden slogans tegen de regering geroepen, pamfletten uitgedeeld en protestborden meegedragen.

    Onder de slogans onder meer: “Neen aan de afschaffing van de brandstofsubsidie”, “Over de brandstofprijs van N65 valt niet te onderhandelen”, “[president] Jonathan moet weg”, “Voor een massale arbeiderspartij”,… Omstaanders sloten zich bij de slogans aan, velen namen deel aan de betoging. De centrale slogan van de betoging werd: “Jonathan ole PDP ole”, in het Yoruba betekent dit: “Jonathan is een dief, PDP¨[de regeringspartij] zijn dieven”.

    Leden van de DSM verdeelden een pamflet en hadden een speciale editie van onze krant ‘Socialist Democracy’ waarmee werd tussengekomen. Daarin roepen we op tot de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie om democratische controle en planning van de middelen van het land mogelijk te maken.

    Een jonge man, Aderinola Ademola, werd neergeschoten door de politie. Er vielen ook drie gewonden. Volgens ooggetuigen opende de politie het vuur op een groepje jongeren die niet eens betoogden, maar voetbalden op de weg. De politieleiding stelde dat de betrokken agent werd opgepakt, maar dit kan niet gecontroleerd worden. Er is nood aan een campagne tegen het geweld. Dat is des te belangrijker aangezien er elders verschillende gevallen van repressie waren. In Kanu zou minstens één betoger doodgeschoten zijn. En ook elders zouden doden zijn gevallen. In de deelstaat Enugu heeft gouverneur Chime een verbod ingesteld op alle publieke protestacties.

    In Benin, in de staat Edo, waren er 2.000 betogers. Onze militanten verkochten er 214 exemplaren van ons maandblad. In de deelstaat Osun waren er 3.000 betogers en verkochten we 468 exemplaren van ons blad. In Lagos verkochten we meer dan 600 exemplaren. We organiseerden zondag in Agege een lokale wijkbijeenkomst met meer dan 70 aanwezigen. Daar verkochten we nog voor de staking 55 exemplaren van ons maandblad op een publieke meeting van de DSM. We roepen in ons materiaal op tot het opzetten van democratische massale actiecomités om de strijd te versterken en te organiseren.


    Lees ook:

    • Nigeria. Eerste algemene staking van 2012. Voor een strategie waarmee we kunnen winnen! (10.1.2012)
    • Nigeria. Arbeiderseenheid nodig tegen afglijden naar chaos (6.1.2012)
    • Meer (Engelstalige) analyses en verslagen: www.socialistnigeria.org, de website van de Democratic Socialist Movement
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop