Your cart is currently empty!
Tag: onderwijs
-
Coronavirus maakt al aangetaste onderwijs nog zieker
Foto: PixabayLeerkrachten kunnen geen wonderen verrichten, we hebben meer middelen nodig!
Op woensdag 11 november kwamen LSP-leden die werkzaam zijn in het onderwijs samen om de moeilijkheden te bespreken die zij op hun werkplek ondervinden, vooral in deze periode van gezondheidscrisis, en de rol die revolutionaire socialisten kunnen spelen in het onderwijs, in het bijzonder met hun vakbondswerking.
door onze correspondenten
Vanwege de gezondheidscrisis werd de bijeenkomst via een videoconferentie gehouden. Het bracht personeelsleden uit het onderwijs in Vlaanderen, Wallonië en Brussel samen, mensen die actief zijn in verschillende vakbondsorganisaties, in het middelbare en het hoger onderwijs.
Eerst werd ingegaan op de gezondheidscrisis en het beheer ervan door de politieke verantwoordelijken. Daarbij stelden we vast dat er tussen maart en nu eigenlijk niets gedaan is om het onderwijs voor te bereiden op de tweede golf, die nochtans al maandenlang was aangekondigd.
Het dragen van een mondmasker blijft de enige strategie tegen het virus. Er is geen initiatief genomen op het gebied van snelle tests, er is geen oplossing gevonden voor het openbaar vervoer, er is geen toename van de capaciteit om de fysieke afstand te waarborgen, er werd niets gedaan aan de toegenomen werkdruk als gevolg van de aanzienlijke afwezigheid van leerlingen en personeel, er is geen oplossing voor de digitale kloof die de sociale ongelijkheden versterkt. Anderzijds was er wel een stortvloed aan rondzendbrieven. De richtlijnen daarin waren vaak moeilijk toe te passen in het veld. Er waren ook verkeerd begrepen beslissingen zoals de verlenging van de herfstvakantie. Een ander vaak terugkerend probleem is dat van de infrastructuur: dat was er voor de pandemie al slecht aan toe.
Welke rol voor syndicalisten?
Het tweede deel van de bijeenkomst ging in op de ervaringen met onze vakbondswerking. Elke werkplek heeft natuurlijk zijn eigen bijzonderheden. Toch is er een algemene context: de neoliberale besparingsmachine en het bijhorend ideologisch offensief zorgden voor heel wat vooroordelen en ontgoocheling over vakbonden en de mogelijkheden van collectieve strijd. We horen collega’s vaak zeggen: wat voor zin heeft het om te staken? De solidariteit is ondermijnd en we bevinden ons in een individualistische samenleving, wordt dan opgemerkt. Er is echter ook een andere trend: er zijn specifieke en lokale haarden van strijd, die vaak volledig los staan van elkaar maar toch vaak dezelfde oorzaken hebben.
Hoe kunnen we vakbondstradities opbouwen waar ze niet (meer) bestaan? Hoe kunnen we kansen grijpen waar strijd ontstaat? Hoe kunnen we een collectieve dynamiek in onze scholen creëren en de heersende individualistische en defaitistische houding tegengaan? In principe hangt het potentieel voor collectieve strijd niet af van het vakbondsapparaat, maar van concrete krachtsverhoudingen. Die opbouwen gebeurt in de eerste plaats aan de basis.
Ondanks zwaktes, vooral op het niveau van de leiding, blijven de vakbonden een onmisbaar instrument om contacten te leggen met collega’s van andere scholen en andere sectoren, om informatie te vinden, om gebruik te maken van verworvenheden die ons in staat stellen om ons te organiseren … Met 3,5 miljoen vakbondsleden, d.w.z. meer dan 70% van de werknemers, zijn het ABVV en het ACV de enige massaorganisaties in het land.
Uit de discussie bleek hoe belangrijk een syndicale werking is, zeker in deze periode. De gezondheidscrisis is door de werkgevers – en door sommige vakbondsleiders – gebruikt als voorwendsel om elke vorm van sociaal overleg of vakbondsactiviteit te onderdrukken. Verschillende interventies van afgevaardigden benadrukten dat vakbondswerk mogelijk blijft, zelfs in tijden van lockdown. Er werd ingegaan op eisen zoals bonussen voor telewerk, het opleggen van gezondheidsmaatregelen op de werkvloer, communicatie met het personeel via digitale middelen … Er waren initiatieven om collega’s te betrekken bij vakbondsactiviteiten: campagnes op sociale netwerken, het collectief schrijven van opiniestukken …
Andere tussenkomsten waren gericht op het overwinnen van de verdeeldheid op de werkvloer, bijvoorbeeld tussen jonge collega’s die nog geen stabiliteit op school gevonden hebben en oudere collega’s die meer moeite hebben met het vinden van een evenwicht tussen werk en gezinsleven.
Dergelijke collectieve discussies en het delen van zeer concrete ervaringen binnen LSP stellen ons in staat om te leren van het vallen en opstaan van collega’s. We creëren zo een collectieve dynamiek om standpunten in te nemen. Van daaruit komen we tot voorstellen op onze werkplaatsen en in de vakbonden, maar ook breder in de arbeidersbeweging, waarbij we de noodzaak van een socialistisch alternatief populariseren.
-
Scholen terug open. “Een collega ging onderuit door angst”
We spraken voor de lange herfstvakantie met Stefanie, vakbondsafgevaardigde van FGTB Setca in het vrije onderwijs in Henegouwen en kandidaat bij de sociale verkiezingen. Op het ogenblik van het gesprek was naar schatting een kwart van de leerkrachten in het basis- en middelbaar onderwijs ziek of in quarantaine. We hadden het over les geven in corona-tijden.“We hebben gel en maskers. De directie vindt dat genoeg. Eén van mijn collega’s ging onderuit door de angst. De gangen zijn niet geventileerd en terwijl de meeste gebouwen ramen hebben die open kunnen, zijn ze ofwel met het gezicht naar de binnenplaats ofwel naar de straat gericht, zodat er veel lawaai is. Als je sommige klassen binnengaat, heb je het gevoel een sauna te betreden omdat het er warm en vochtig is.”
“De werklast neemt toe omdat een aantal collega’s en leerlingen in quarantaine zit of ziek uitvalt. Dit maakt dat er meer individuele begeleiding van leerlingen nodig is. De klassen veranderen dag na dag. Aangezien er collega’s uitvallen, worden we gevraagd om in te springen, lessen te begeleiden … We moeten meer werken dan gewoonlijk en dan wordt het moeilijk om genoeg aandacht te hebben voor gezondheidsmaatregelen. Er is een constante druk en dat weegt door.”
“Het is hypocriet dat de dienst voor de promotie van gezondheid op school, PSE in het Frans, het personeel eraan herinnert om de gezondheidsmaatregelen te respecteren en fysieke afstand te bewaren. De werkomstandigheden laten dit immers niet toe, zowel in de klassen als bijvoorbeeld in de lerarenkamers die doorgaans erg klein zijn. We kunnen elders eten, bijvoorbeeld in een lege klas, maar die lokalen zijn niet voorzien met bijvoorbeeld een koelkast of microgolfoven. Uiteindelijk werken we in een risicovolle omgeving en de besmettings- en quarantainecijfers illustreren dit ruimschoots. Zelf moest ik me aanmelden voor een Covid-test, maar het duurde enkele dagen vooraleer die test kon afgenomen worden en daarna nog eens 72 uur om het resultaat te kennen. Zo heeft het virus veel tijd om rond te gaan! De directie vraagt mensen die in quarantaine moeten om van thuis te werken, terwijl ze daar vaak ook voor eigen kinderen moeten zorgen.”
“Er zijn gratis wegwerpmaskers nodig voor de leerlingen en de leerkrachten zodat iedereen vaak genoeg een nieuw masker opzet. Er is meer personeel nodig om het extra werk in de klaslokalen op te vangen en de afwezige leerlingen te begeleiden.”
“De al lang bestaande problemen door de aftandse infrastructuur spelen nu uiteraard een grote rol. Nog niet lang geleden hadden we leerlingen die in de kelder moesten eten. Het is eigenlijk een half ondergrondse verdieping, maar wij noemen het de kelder. Dat kon niet langer omdat er ratten zaten… Resultaat: de eetzalen zitten terug vol. Je moet maar een bank binnenstappen om te zien waar de prioriteiten in deze maatschappij liggen. Er zijn glanzende bankgebouwen terwijl de scholen vervallen zijn. Jongeren en personeelsleden, zowel leerkrachten als andere collega’s, verdienen scholen die er minstens even goed uitzien als de banken vandaag…”
-
Leraars reageren op langere vakantie en code oranje

Zonder raadpleging van het werkveld kondigde de Franstalige minister van Onderwijs Caroline Désir op 15 oktober aan dat de herfstvakantie met twee dagen verlengd werd tot en met 11 november. Er kwamen heel wat reacties op deze beslissing die nadien schoorvoetend ook navolging kreeg langs Nederlandstalige kant.
Reactie door enkele (Franstalige) leerkrachten die lid zijn van LSP
In eerste instantie werd de verlenging van de vakantie voorgesteld als een geschenk om de ‘leraars en directies een pauze te geven’. Deze betreurenswaardige communicatie getuigde van een totaal gebrek aan inzicht en begrip. De excuses van de minister losten echter de organisatorische problemen niet op, onder meer inzake opvang van de kinderen en jongeren en de zorgen omtrent leerachterstand. Voor de oplossingen, zowel de organisatie als de financiering, wordt opnieuw naar het lokale niveau of de gewoon de ouders zelf gekeken.
Het is aardig van de regering om ons twee extra dagen vakantie ‘aan te bieden’, maar als er niets aan de huidige situatie niets verandert, zitten we nadien opnieuw in de problemen. Als er geen nieuwe maatregelen komen die ons beschermen tegen het virus, dan zal een ‘afkoelingsperiode’ niet volstaan.
Het feit dat er veel kritiek kwam op de leerkrachten toonde een gebrek aan waardering voor de onderwijssector. De sector lijdt onder een besparingsbeleid waardoor de reeds erg grote ongelijkheid verder versterkt wordt. Sociaal-economische ongelijkheid wordt gereproduceerd door het onderwijs en het is bijzonder moeilijk om degelijk onderwijs te voorzien. Dit treft zowel het personeel met veel gevallen van burn-out en een groot verloop van personeel, als de leerlingen met lagere slaagcijfers, vroegtijdige schooluitval en een gebrek aan motivatie en perspectieven.
Ja, het onderwijzend personeel is moe. Natuurlijk is het dragen van een mondmasker niet evident in een beroep waar de stem een belangrijk instrument is en de relatie met anderen essentieel is voor een vertrouwensband. Maar de leerkrachten waren al moe voordat de pandemie hen op de proef stelde in hun beroepspraktijk en hun persoonlijke leven.
Wat de leraren willen is geen kleine maatregelen of extra vrije tijd, maar een echte financiële investering in het onderwijs door de overheid. Dit omvat voldoende en gratis beschermingsmateriaal (maskers, hydro-alcoholische gel, computers en internetverbinding voor leerlingen), massale, systematische en snelle screening, het aanwerven van extra personeel en het verminderen van het aantal leerlingen per klas.
Wat deze schijnbare vrijgevigheid in werkelijkheid verbergt, is een gebrek aan organisatie en planning. Ze hebben 7 maanden de tijd gehad om zich voor te bereiden en nu komt er een nieuwe code oranje met bijna geen verschil. De statistieken laten zien dat het aantal positieve gevallen toenemen, de tweede golf is goed en wel aanwezig, onze vrijheden worden weer verminderd, zowat het enige wat we wel nog mogen doen is werken. En in scholen? Het aantal quarantaines en mensen dat positief test op Covid-19 neemt toe, zowel onder leerkrachten als onder leerlingen, wat logistieke problemen oplevert voor de onderwijsteams en de directies. Zij moeten deze ongekende situatie alleen aanpakken en de problemen intern oplossen, zonder enige hulp van het Ministerie van Onderwijs. Het ministerie toont aan dat het niet in staat is om echte antwoorden te geven aan leerkrachten, leerlingen en ouders.
De beslissing toont uiteindelijk een groot aantal gebreken, waaronder het gebrek aan inzicht van de politieke verantwoordelijken voor hun vakgebied. Er is een diepgaand falen in hun vermogen om een crisissituatie op lange termijn te plannen en te beheersen. Het ontbreekt aan dialoog en overleg met het personeel in het werkveld. Tenslotte wordt niet geaarzeld om de bevolking tegen elkaar op te zetten met schijnbaar kleine gunsten die niet voldoen aan de behoeften en de werkelijke eisen van de sector, maar wel ten koste gaan van anderen.
Alle oppervlakken van de scholen moeten meer dan voorheen worden gereinigd en gedesinfecteerd en er is geen extra schoonmaakpersoneel aangeworven om het reeds aanwezige en uitgeputte personeel te helpen. Opvoeders, voornamelijk op de middelbare school, hebben hun taken zien verdubbelen of zelfs verdrievoudigen, ze moeten de leerkrachten vervangen, het aantal studieruimtes verhogen, het dragen van maskers opleggen en toch zijn er opnieuw geen extra opvoeders ingehuurd door de organiserende instanties.
Dit is wat er nodig is:
- Systematische en regelmatige screenings met snelle resultaten;
- Gratis mondmaskers, beschikbaar voor iedereen;
- Hydro-alcoholische gel en wastafels in alle klaslokalen;
- Minder leerlingen per klas;
- Extra personeel (opvoeders, leerkrachten, administratief personeel, werknemers, CLB-personeel);
- Het opeisen van gebouwen en leegstaande ruimtes voor het creëren van klaslokalen voor kleuter- en basisschoolleerlingen;
- De organisatie van halftijds face-to-face onderwijs voor leerlingen van het 2de, 3de en 4de niveau van het secundair onderwijs wanneer dat nodig is;
- Het verschuiven van de aankomst- en vertrektijden van leerlingen van en naar school indien mogelijk;
- Collectieve arbeidstijdverkorting met compenserende aanwervingen en zonder loonverlies om tijd te hebben voor gezin, vrije tijd, politiek activisme,…
- De verlaging van de pensioenleeftijd en het optrekken van het minimumpensioen tot 1500€/maand
- Massale publieke extra investering in het onderwijs, zodat tekorten niet langer hoeven te worden beheerd en het onderwijs minder ongelijk is;
- Het stopzetten van de beheersmaatregelen van het Franstalig ‘uitmuntendheidspact voor het onderwijs’;
- Renovatie en bouw van scholen om de omvang van de klassen te verminderen en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen;
Deze eisen vormen het minimum om ervoor te zorgen dat het onderwijs gratis en van goede kwaliteit is en in veilige omstandigheden wordt gegeven. Een systeem dat niet in staat is om dit uit te voeren, moet worden bestreden, omvergeworpen en vervangen door een economisch systeem dat gebaseerd is op de behoeften van de werkenden en niet op winstbejag.
-
Ongelijkheid groter in onderwijs: meer middelen nu!

Actie tegen bezuinigingen op onderwijs in ons land enkele jaren geleden. Foto: MediActivista Dat het huidige onderwijssysteem ongelijkheid in de hand werkt is niets nieuws. In 2018 konden meer dan 10.000 studenten hun opleiding niet verder zetten omdat ze te weinig studiepunten hadden. In 2014 waren dat er ‘nog maar’ iets meer dan 6000. Het leerkrediet maakt van studenten mini-ondernemers die investeringen doen in hun intellectueel kapitaal. Foute investeringen worden afgestraft door de studieloopbaan te beëindigen wanneer het leerkrediet op is. Door Corona zal het aantal studenten dat dit jaar niet kon starten door het asociale studiepuntensysteem (of leerkrediet) ongetwijfeld nog hoger liggen.
door Frede en Iben
Studenten werden tijdens de lockdown aan hun lot overgelaten; van begeleiding was geen sprake. Ook in het basis en secundair onderwijs liepen leerlingen leerachterstand op. Bij de leerlingen die dit jaar in het eerste middelbaar startten loopt die op tot een half jaar. Dat heeft grote gevolgen. Een leerachterstand van een half jaar komt overeen met een individueel loonverlies van 2.6% en 0.86% minder kans op een job. Deze cijfers zijn vastgesteld in scholen met een eerder bevoorrecht publiek. De leerachterstand in het volledige onderwijs is wellicht veel groter.
Om die leerachterstand weg te werken maakt de Vlaamse regering vanaf 19 oktober geld vrij voor het secundair onderwijs. De scholen krijgen per groepje van zeven leerlingen een schamele 125 euro per vier uur. Met dat geld moeten scholen een traject van bijlessen opzetten op zaterdagen en in de vakanties. Leerkrachten en begeleiders die de bijlessen geven worden verondersteld zich vrijwillig op te geven en tegen een kleine vergoeding. Heel wat leerkrachten willen er alles aan doen om hun leerlingen bij te staan. De werkdruk voor leerkrachten die al gigantisch was, wordt daarmee nog opgevoerd.
Leerlingen wilden opnieuw naar school in september. Ze hebben namelijk nood aan sociaal contact en het afstandsonderwijs versterkt de enorme ongelijkheid in ons huidig onderwijssysteem. Er werden echter geen maatregelen genomen om de tekorten in het onderwijs aan te pakken. De verantwoordelijkheid werd volledig bij het gedrag van leerlingen en de leerkrachten gelegd. Zij moeten permanent een mondmasker dragen en leerkrachten moeten ultraflexibel zijn. Door de opgetrokken pensioenleeftijd zitten vandaag overigens veel leerkrachten in de risicogroep.
Waar zijn de collectieve antwoorden? Er moeten meer (jonge) leerkrachten aangeworven worden om risico’s voor oudere leerkrachten te beperken en de werkdruk op leerkrachten te verminderen. Waar zijn de investeringen in openbaar vervoer om overvolle bussen te vermijden? Waar zijn de publieke middelen voor remediëring en kleinere klassen? Er moet geïnvesteerd worden in een systeem van regelmatige testing. Zo kunnen besmettingshaarden op scholen geïsoleerd worden. De universiteit van Luik toont dat dat kan, maar niet alle onderwijsinstellingen kunnen dat op eigen houtje.
Om veilig en eerlijk onderwijs te garanderen is er nood aan kleinere klassen, om leerlingen beter individueel te kunnen begeleiden en besmettingshaarden gemakkelijker te kunnen isoleren. Personeel en jongeren moeten zich organiseren: zowel om zelf te kunnen beslissen over gezondheidsmaatregelen als om de strijd voor meer middelen op te voeren. Investeer in onderwijs, nu!
Sluit je aan bij de Actief Linkse Studenten & Scholieren en kom op voor veilig, toegankelijk en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen!
-
Veilig onderwijs voor iedereen?

Op 1 september gaan alle scholen opnieuw voltijds open. Het is pas in week 2 dat de scholen zich gaan aanpassen aan de besmettingsgraad in hun gemeente. Voor de gezondheid van leerkrachten en scholieren is dat veel te laat. Personeel en scholieren moeten zich organiseren om zelf te kunnen beslissen rond de heropening van de scholen.
door Frede (Brugge)
Net als bij de versoepeling van de lockdown is het draaiend houden van de economie de voornaamste motivatie om de scholen volledig te heropenen. De regeringen willen iedereen zo snel mogelijk terug naar het werk en dus moeten zeker kinderen uit het basisonderwijs opnieuw voltijds naar school. Bij de heropening van de scholen eind mei, kon één derde van de basisscholen de veiligheidsvoorschriften niet optimaal naleven. Dat zal nu niet veel anders zijn.
Het is de ‘Belgian Pediatric Covid-19 Task Force’ (een werkgroep van kinderartsen, -psychiaters, -psychologen en -verpleegkundigen) die met een open brief opriep om van de heropening van de scholen de belangrijkste prioriteit te maken. Een element uit de brief dat uit de meeste samenvattingen verdween: “De scholen moeten de middelen, zowel logistiek als qua personeel, krijgen zodat het haalbaar is volledig open te gaan en voltijds onderwijs voor ALLE kinderen aan te bieden.” De kwestie van de middelen is cruciaal bij de heropening van de scholen. Door de jarenlange onderfinanciering van het onderwijs zijn gebouwen in slechte staat, zijn er te weinig (werkende) toiletten en wastafels, te grote groepen zitten in te kleine lokalen die soms amper verlucht kunnen worden. Het lerarentekort zorgt er tevens voor dat leerlingen onvoldoende individueel begeleid kunnen worden om leerachterstand van vorig jaar op te vangen en een enorme druk terecht komt op leerkrachten.
De gevarenzone in
De heropening van de scholen draagt vooral voor leerkrachten en oudere leerlingen een groot risico. Vanuit hun bubbel van vijf moeten ze zich plots naar en in een school met honderden leerlingen begeven. Het gebrekkige test- en tracesysteem voldoet niet aan wat nodig is vandaag. Een herhaaldelijke en snelle testing van iedereen die door de schoolpoort loopt, zou besmettingshaarden kunnen isoleren. Om de heropening van de scholen veilig te laten verlopen, moet er meer personeel aangeworven worden, moet er onmiddellijk geïnvesteerd worden in infrastructuur (zowel sanitair als extra klaslokalen) en moet er werk gemaakt worden van meer en beter openbaar vervoer om volgepropte bussen, trams en metro’s te vermijden.
De start van het nieuwe schooljaar gebeurt op een ogenblik dat er relatief veel besmettingen zijn. Deeltijds afstandsonderwijs zal in de secundaire scholen vanaf week 2 wellicht geen uitzondering zijn. Net als vorig schooljaar zal het afstandsonderwijs voor veel leerlingen betekenen dat ze geen of moeilijk toegang hebben tot onderwijs. Niet iedereen heeft een rustige plek en de middelen (pc, internet) voor schoolwerk. Niet alle ouders kunnen helpen bij het schoolwerk (ze moeten zelf werken, zijn de taal niet machtig …) en niet iedereen heeft een veilige thuissituatie. Ook voor praktijklessen en stages bijvoorbeeld in het TSO, BSO of KSO is er geen oplossing.
Er is onmiddellijk nood aan meer publieke middelen voor onderwijs, zodat dit efficiënt, fysiek dan wel digitaal, georganiseerd kan worden, naargelang de specifieke noden. Alle scholieren moeten veilig kunnen deelnemen aan kwaliteitsvol onderwijs. De enorme werklast voor leerkrachten moet verminderd worden door het beroep van leerkracht opnieuw aantrekkelijk te maken en massaal personeel voor het onderwijs aan te werven.
Bij de start van het schooljaar moeten gezondheid en de noden van leerkrachten en scholieren voorop staan. Het uitgangspunt mag niet het winstbejag van de grote bedrijven zijn, voor wie de scholen onder meer dienen als ‘gratis’ opvang van de kinderen van hun personeel.
Leerkrachten en scholieren moeten samen beslissen over de heropening van de scholen. Voor een democratische, gezamenlijke beslissing over de heropening van onze scholen en gelijke onderwijskansen voor iedereen! Massale publieke investeringen in onderwijs, nu!
Sluit je aan bij de Actief Linkse Studenten & Scholieren en kom op voor veilig, toegankelijk en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen!
-
Na ongewoon schooljaar zijn gewone examens onverantwoord

Drie op vier studenten ervaart de werkdruk dit jaar als zwaarder dan anders. De lockdown zorgde voor een golf aan extra vervangtaken, deadlines, uren zelfstudie. In juni vinden de examens gewoon plaats, ondanks de minder kwaliteitsvolle online lessen en de heel ongelijke examenkansen. Zo geven 40% van de studenten aan dat ze op hun quarantaine locatie niet eens over een stille ruimte beschikken… Het zorgt ervoor dat 28% van de studenten vrezen dat ze dit jaar niet zullen slagen.
door Frede (Brugge)
De enorme ongelijkheid in het Belgisch onderwijs wordt door de coronacrisis versterkt. Niet alle studenten hebben toegang tot de nodige leermiddelen en bevinden zich in een veilige situatie. De lockdown zorgt ervoor dat veel studenten moeilijkheden ervaren om structuur aan te brengen in hun dag. Zorgen om familieleden, vrienden of de eigen gezondheid bemoeilijken de concentratie.
De druk op studenten is enorm. Ieder jaar neemt het aantal eerstejaarsstudenten dat slaagt af en slechts één op drie studenten behaalt een bachelordiploma in de bedoelde looptijd. Dit jaar zien studenten die slaagkansen nog meer afnemen. Bovendien werken ook steeds meer jongeren om hun studies te betalen.
Hogescholen en universiteiten besloten begin maart terecht de deuren te sluiten en over te schakelen op online onderwijs. Deze overschakeling zorgt echter vooral voor meer last op de schouders van studenten en personeel. Het voorbereiden en volgen van online lessen is veel intensiever dan een normale les. Er kunnen bovendien technische problemen zijn die het lesverloop verstoren. Grote delen leerstof worden zelfstudie, het kost de studenten veel meer tijd om die leerstof te verwerken. Studenten die vragen hebben, kunnen hun docenten via mail bereiken. Maar door een gebrek aan voldoende studiebegeleiders laat een antwoord soms dagen op zich wachten.
Om praktijklessen, stages of aanpassingen in het examenrooster op te vangen, krijgen studenten allerlei vervangtaken. Die komen bovenop de zelfstudie, weinig kwalitatieve lessen en mentale impact van de lockdown. De werktijd die vasthangt aan het aantal studiepunten per vak werd in het voorbije semester dan ook meer dan overschreden.
Ondertussen wordt er verwacht dat studenten gewoon blijven doorgaan, ze mogen zich af en toe eens ontspannen maar moeten zich vooral goed voorbereiden op de examens. Online of op locatie, de examens blijven een momentopname die peilen naar het vermogen om leerstof te studeren en reproduceren. De persoonlijke ontwikkeling van studenten wordt hierbij niet in rekening gebracht. Studenten die geen rustige plek hebben om te studeren, omdat ze niet naar de bib kunnen of een slaapkamer moeten delen met familieleden bijvoorbeeld, hebben uiteraard ook geen rustige plek om hun examen af te leggen en zien hun slaagkansen grondig afnemen. Bij enkele online examens moeten studenten een 360° video maken van de kamer waarin ze het examen afleggen en hun microfoon permanent opzetten. Dat lokt terecht heel wat tegenstand op van de studenten.
Veel studenten dreigen slachtoffer te worden van deze coronacrisis door het verlies van kostbare studiepunten wanneer ze niet slagen. De druk om te slagen is gigantisch: wanneer je onvoldoende studiepunten hebt, kan je een diploma hoger onderwijs immers vergeten.
De sociale ongelijkheid in het hoger onderwijs neemt toe tijdens deze coronacrisis. Meer studenten zullen de dupe worden van een onderwijssysteem dat in het teken staat van de belangen van de grote bedrijven, niet van de reële noden van studenten.
De examens gewoon laten plaatsvinden alsof er niets aan de hand is, mag geen optie zijn. Geen enkele student mag dit jaar buizen en zo slachtoffer worden van deze crisis! In plaats van studenten af te straffen, moet er massaal geïnvesteerd worden in studiehulp. Tijdens de zomervakantie gratis vrijwillige bijlessen aanbieden aan studenten is een eerste stap.
Het asociale systeem van leerkredieten moet niet enkel bevroren maar ook afgeschaft worden. Investeer massaal publieke middelen in het hoger onderwijs: voor meer begeleiding, kritisch denken en zelfontplooiing van studenten!
Studenten in financiële problemen
Steeds meer jongeren vrezen het einde van de maand. Sinds het begin van de lockdown verloren heel wat studenten hun job en nu zit al 45% van de jongeren in geldproblemen. Daarbovenop moet nog eens 12% van de jongeren hun eigen ouders financieel ondersteunen. En dat terwijl studeren al een voltijdse job is! Enkel met een studentenloon kunnen we financiële zekerheid voor alle jongeren garanderen en zorgen we ervoor dat het inschakelen van jobstudenten door de werkgevers er niet langer voor zorgt dat de arbeidsvoorwaarden voor gewone werkenden nog meer naar beneden gehaald worden.
-
Meer middelen nodig voor veilig en degelijk onderwijs
Sinds 15 mei wordt er in Vlaanderen terug naar school gegaan. Dat was op dat moment nog erg beperkt: enkel de eerste- en laatstejaars van het basisonderwijs en het zesde en zevende leerjaar van het secundair onderwijs kregen weer fysiek les (enkele uren per week). Op 29 mei kwamen er nog een aantal leerjaren bij en minister van Onderwijs Ben Weyts sprak de ambitie uit om uiteindelijk alle leerlingen nog een keer naar school te laten komen voor de start van de zomervakantie.Artikel door een leerkracht uit het maandblad ‘De Linkse Socialist’
De keuze van de leerjaren is opmerkelijk. Zeker de voorkeur om laatstejaars in het secundair als eerste toe te laten, toont aan dat prestatiedruk bovengeschikt is aan gezondheid en veiligheid. Het is een poging om nog zoveel mogelijk examens en eindevaluaties te laten doorgaan alvorens leerlingen een diploma te geven. In de meeste scholen draait het daar in de praktijk ook op uit: leerlingen krijgen fysiek les voor de vakken waarvan ze eind juni nog een examen krijgen.
Tegen de beslissing om in deze omstandigheden toch nog examens te organiseren, kwam heel wat tegenwind, zowel vanuit het onderwijspersoneel als de leerlingen. Er was een open brief aan Ben Weyts waarin gesteld werd dat dit onnodige druk zet op juist die leerlingen die het financieel moeilijker hebben en door gebrek aan middelen grotere leerachterstand opgelopen hebben dan anderen. Dat klopt: in normale omstandigheden bedraagt de gemiddelde leerachterstand van een kansarme leerling al drie jaar meer dan van een kansrijke leerling. In de huidige extreme omstandigheden loopt die kloof alleen maar nog meer op.
Uiteraard willen lesgevers weer lesgeven en willen de meeste leerlingen liefst terug naar school. Maar dat moet wel in veilige omstandigheden gebeuren. Die kan de Vlaamse overheid niet garanderen. Dat leidt ertoe dat er ook heel wat scholen zijn die hun deuren dit schooljaar toch niet meer openen. De scholen die wel open gaan, presteren een indrukwekkend huzarenstukje om de veiligheid te garanderen. Wasstraten om de handen te wassen, pleximaskers en mondmaskers, onderhoudspersoneel dat elk lokaal na elke les ontsmet … Dat zijn allemaal zaken waar de overheid niet voor gezorgd heeft, maar die wel noodzakelijk zijn om les te geven op een veilige manier.
De Vlaamse overheid heeft eenzijdig de beslissing genomen om de scholen terug te openen om daarna tegen die scholen te zeggen: ‘regel het nu maar’. En de scholen kijken voor middelen (zoals handzeep, alcoholgel en zeepdispensers) naar dezelfde bron waar ze normaal al een belangrijk deel van hun middelen moeten halen: bij hun personeel, hun leerlingen en de ouders. Van de overheid valt geen tussenkomst of materiaal te verwachten.
Het lijkt er sterk op dat de regering beslist heeft om te openen om toch maar te kunnen zeggen dat er weer les gegeven wordt en te vermijden dat leerlingen een diploma zouden ‘krijgen’. Om de terugkeer echt veilig en kwalitatief te laten verlopen, zal er een pak meer nodig zijn dan een ministerieel besluit. Dan zullen we massale investeringen nodig hebben in onze schoolinfrastructuur, veiligheidsvoorzieningen en werkingsmiddelen. 7% van het bbp voor onderwijs (zoals dat vroeger het geval was) zal dan een absolute minimumvereiste zijn.
-
Ierland: scholieren dwingen opschorting examens af

Foto: Pixabay Na een periode van lockdown zonder lessen, is het niet evident om examens te organiseren. Jongeren staan onder enorme druk. Bij ons beslissen de scholen zelf als ze al dan niet examens houden. In Ierland was er massale druk van jongeren die er uiteindelijk toe heeft geleid dat de eindexamens zijn afgelast. Hieronder een artikel over hoe dat werd bekomen.
Door Myriam Poizat, Socialist Party (ISA in Ierland)
Hoe de afschaffing van de examens werd afgedwongen
Uit de officiële verslagen zal wellicht blijken dat de annulering van de eindexamens (Leaving Cert examens op het einde van wat bij ons het middelbaar onderwijs is) te wijten was aan logistieke problemen rond het organiseren van examens in een pandemie. Ongetwijfeld zou de overheid het moeilijk hebben gehad om in de examenzalen voldoende bescherming te voorzien naast extra personeel. Deze obstakels waren van bij het begin duidelijk. Toch werd pas op het laatste moment beslist om geen eindexamens te organiseren. Waarom? Een belangrijke factor in de beslissing was ongetwijfeld de druk van de scholieren, maar ook van de ouders en leerkrachten. Zij spraken zich uit over zowel het verlies aan schooltijd als over de onmenselijke beslissing om de eindexamens (door de staat georganiseerd) te laten plaatsvinden op een ogenblik dat de pandemie grote druk zet op de geestelijke gezondheid van jongeren.
Het was van bij het begin van de pandemie duidelijk dat de regering de examens niet wilde afzeggen. Vanuit een minachting rond het welzijn van de jongeren werd vastgehouden aan de organisatie van de eindexamens. Het maakte dat jongeren meer dan twee maand in een onzekere situatie vol spanning zaten.
Het was een samenloop van zowel logistieke problemen (die groter werden naarmate de examens dichterbij kwamen) en het verzet van de jongeren, die maakte dat de examens uiteindelijk werden afgeschaft. Het verzet van de jongeren begon zich te organiseren rond kwesties als de toenemende geestelijke gezondheidscrisis en de bescherming van jongeren en personeel (inclusief mondmaskers, handschoenen …). De regering werd bang van hoe dit verzet zou ontwikkelen. Een online peiling onder bijna 25.000 jongeren gaf aan dat 79% voorstander was van het schrappen van de examens. Maar er waren ook eerste stappen van actieve organisatie. Zo hield parlementslid Mick Barry van de Socialist Party samen met Socialist Students een online meeting met 2500 aanwezigen, waarbij 1500 jongeren zich inschreven om deel te nemen aan een campagne die tijdens deze meeting werd voorgesteld om de druk op de regering op te voeren. De eerste actie van die campagne was zeer belangrijk: de hashtags #cancelthelc en #canceltheleavingcert werden trending in Ierland. Een dag later werden de examens geannuleerd. Als we ons organiseren en vechten, kunnen we winnen!
Verzet tegen elke vorm van discriminatie en onnodige druk op jongeren
De nieuwe regeling is echter geen oplossing. Ten eerste zijn de scholieren die zich aan het voorbereiden waren om de eindexamens later af te leggen, volledig aan hun lot overgelaten. Het werd hen zelfs verboden om de leerkrachten en scholen te contacteren. Ten tweede is er een voorstel tot ‘plan B’ op basis van “verwachte resultaten”, wat zeer nauw aansluit bij het Britse conservatieve model van een voorspellend beoordelingssysteem dat jongeren uit de werkende klasse discrimineert.
Toen de examens geannuleerd werden, kondigde het ministerie van onderwijs aan dat de resultaten zullen berekend worden op basis van voorspelling, “aangepast aan de verwachte verdeling per school.” Deze ‘aanpassing’ moet net als het voorspellend beoordelingssysteem verworpen worden. Een studie uit 2016 van Gill Wyness van University College London toont aan dat het systeem van “voorspelde cijfers onnauwkeurig is. Slechts 16% van de kandidaten haalde het hoogste A-niveau dat ze volgens de voorspellingen zouden halen.” De studie bevestigde dat jongeren uit gezinnen met een laag inkomen meer kans hebben om een lagere voorspelling te krijgen en dat het profiel van de school in het bijzonder discriminerend is voor jongeren uit de werkende klasse. Daarnaast zijn jongeren uit de werkende klasse het meest vatbaar voor problemen rond geestelijke gezondheid, moeilijke gezinssituaties en zelfs met studentenjobs om nu al te sparen om naar de universiteit te kunnen. Dat alles heeft een impact op de voorspelde resultaten, die een verkeerd beeld geven van de reële capaciteiten. Dit wijst overigens op een probleem met het traditionele systeem van eindexamens dat gebaseerd is op het volproppen van kennis in plaats van op onderwijs gericht op het verwerven van vaardigheden.
Er mag geen onnodige druk op scholieren gezet worden. De Socialist Party en parlementslid Mick Barry verzetten zich tegen het voorspellende beoordelingssysteem. Niemand mag dit jaar gebuisd worden. Iedereen moet de mogelijkheid hebben om door te gaan.
Stop de ongelijkheid in het onderwijs
De gezondheidscrisis vergroot de ongelijkheid tussen zowel de laatstejaarsscholieren als die van het vijfde middelbaar die ook in deze moeilijke omstandigheden geacht worden een groot deel leerstof te verwerken. Voor sommigen komt dit bovenop een druk huishouden, geen toegang tot goede apparaten met snel internet, geen toegang tot interactie in de klas, geen opbouw van verbale vaardigheden, mogelijk ook ouders die in de essentiële sectoren werken of familieleden die getroffen zijn door het virus. Dat zijn slechts enkele redenen die maken dat jongeren, zeker die uit de werkende klasse, in de problemen kunnen komen.
Die ongelijkheden zijn niet plots ontstaan door Covid-19. Ze maken deel uit van het onderwijssysteem. In plaats van de nieuwsgierige en intelligente jeugd te koesteren, legt het stelsel de nadruk op waarden als productiviteit en concurrentie. In plaats van te worden gevraagd om intelligentie en vaardigheden te ontwikkelen die nuttig zijn voor het betreden van het actieve leven, zijn scholieren verplicht om een 18 maanden durend curriculum in een reeks van geheugentests te herkauwen. Dit betekent dat het systeem de voorkeur geeft aan studenten uit stabiele gezinnen die over rustige studieruimtes beschikken, zich desnoods privéonderwijs kunnen veroorloven en niet noodzakelijk deeltijds hoeven te werken om hun gezin te onderhouden of te sparen voor de universiteit.
Niet alleen komt niet iedereen op gelijke voet in de examens terecht, de volgepropte examenperiode legt ook een grote druk op de mentale gezondheid van jongeren. Onderzoek uit 2019 meldde dat 75% van de scholieren “extreme stress” ervaart als direct resultaat van de examens, waarbij 28% lijdt aan depressie.
De eindexamens en het bijhorende puntensysteem helpen een neoliberale agenda bestendigen, waarbij alles gericht is op winstgevendheid op korte termijn in plaats van te investeren in noodzakelijke openbare diensten zoals onderwijs. Ierland kent de op één na laagste uitgaven voor onderwijs in de EU als percentage van het BBP. De scholieren worden tegen elkaar opgezet in een strijd voor toegang tot schaarse plaatsen in het hoger onderwijs.
Er is nood aan massale publieke investeringen in onderwijs. De stressvolle verouderde eindexamens moeten verdwijnen. In plaats van een belasting op grote bedrijven, zoals Apple, te weigeren, zou dit geld net kunnen gebruikt worden om te investeren in onderwijs. Dat zou het mogelijk maken om meer personeel aan te werven, de grootte van de klassen te verminderen, inschrijvingsgelden te schrappen en studenten die moeilijk rondkomen van een studiebeurs te voorzien .
Jonge mensen kunnen zich organiseren en verandering afdwingen
De overheid negeert het welzijn van de scholieren en was niet bereid om toegevingen te doen aan de jongeren of om meer middelen te investeren in onderwijs. Jongeren moeten opkomen voor meer inspraak. De overwinning rond de afschaffing van de eindexamens dit jaar, of eerdere overwinningen van de werkende klasse tegen de waterbelasting of voor de intrekking van het verbod op abortus, tonen aan dat als we ons organiseren en de strijd aangaan, het mogelijk is om zaken af te dwingen. Hetzelfde zal nodig zijn in de strijd voor een alternatief op de eindexamens.
Naar internationale maatstaven kent het Ierse onderwijssysteem een erg repressieve en onderdrukkende traditie. De strijd voor de afschaffing van de eindexamens moet worden gekoppeld aan de strijd om een einde te maken aan alle vormen van ongelijkheid en onderdrukking, voor een scheiding van kerk en staat, voor democratisch beheer van de scholen door leerkrachten, ouders en scholieren. Dit maakt deel uit van onze strijd voor een socialistisch alternatief, een samenleving waarin de werkenden en de gemeenschap op basis van een democratische planning de beschikbare middelen inzetten met het oog op de noden en behoeften van de meerderheid van de bevolking. Zo’n systeem zou niet de nadruk leggen op concurrentie en directe productiviteit, maar zou nieuwsgierigheid aanmoedigen en leerplannen opstellen gebaseerd op de aspiraties van jongeren in plaats van op de eisen van de kapitalistische klasse.
-
Massale investeringen nodig voor veilige werkomgeving en gelijke onderwijskansen

Dossier door leerkrachten die lid zijn van LSP – PDF van dit dossier

PDF van deze tekst Nu de paasvakantie voorbij is, is ook het debat over de heropening van de scholen herrezen. Veel ouders, jongeren en leerkrachten maken zich terecht zorgen over de mogelijke leerachterstand. De combinatie werk en kinderen legt een bijzondere druk op veel gezinnen na 5 weken lockdown. Door de nieuwe fase van preteaching, zal die druk onvermijdelijk verder stijgen. De besparingslogica die de laatste decennia lelijk huishield in het onderwijs maakt het echter onmogelijk om een strategie tot heropening te verzoenen met de veiligheid en gezondheid van personeel, kinderen en hun families.
Vandaag kondigde minister van onderwijs, Ben Weyts, aan dat de scholen vanaf 15 mei geleidelijk terug openen. Het hoofddoel van de regering is niet om de gezinnen te ontlasten, de leerachterstand in te halen of de gezondheid te beschermen. Men wil zo snel mogelijk terug naar business as usual, zodat ouders opnieuw aan het werk kunnen. Dat is ongetwijfeld ook de reden waarom Dirk Van Damme, onderwijsexpert voor de OESO, de economische argumenten bovenaan plaatst in zijn vaak geciteerde exit-strategie.
Veel leerkrachten voelen zich terecht geschoffeerd door de minister omdat hun enorme inspanningen niet gewaardeerd worden. Door de verhoging van de pensioenleeftijd kent het onderwijs een grote risicogroep aan personeelsleden die nu hun kleinkinderen niet mogen zien. Staan zij binnenkort wel opnieuw voor de klas?
Weyts deed er vorige week nog een schepje bovenop door te opperen dat leerkrachten een week vakantie moeten opofferen. Na de recente studies die aantonen dat leerkrachten reeds te veel uren werken, is dit een openlijke provocatie en zelfs een aanval op de mentale gezondheid van heel wat collega’s die de te hoge werkdruk ervaren.
Socialisten verdedigen zowel het recht op kwaliteitsvol onderwijs als een veilige en gezonde werkomgeving voor iedereen. De belabberde toestand waarin ons onderwijs zich vandaag bevindt maakt het echter onmogelijk om deze twee samen te garanderen. We kunnen niet vertrouwen dat die politici die reeds jaren beknibbelen op onderwijs en de leerkansen van miljoenen jongeren, nu pleitbezorgers zouden zijn van democratische onderwijskansen.
De crisis waarin het kapitalisme almaar verder sukkelt ten gevolge van deze pandemie, versterkt op alle niveaus de bestaande ongelijkheden. Het gaat hier over tegenstellingen die diep ingebakken zijn in haar DNA. De sociale ongelijkheid waar Belgische kinderen reeds overdreven slachtoffer van zijn, weegt in deze periode nog zwaarder door op leerresultaten, gezondheid en toekomstkansen in het algemeen. Reeds voor de pandemie werd in België 1 op 7 kinderen geboren in kansarmoede. Nooit werd er werk gemaakt van een onderwijsmodel dat die achterstand probeert in te halen. Integendeel, op het einde van hun schoolcarrière hebben arme kinderen gemiddeld maar liefst 3 jaar schoolachterstand op leeftijdsgenoten.
De discussie mag zich echter niet beperken tot het al dan niet heropenen van de school. De vraag is onder welke condities een plan tot heropening kan worden uitgewerkt en hoe de belangen van het personeel, de leerlingen en hun families daarin centraal kunnen staan. Dit plan kan zich niet enkel beperken tot onderwijs. Iedere ouder die vandaag aan het werk is zou recht moeten hebben op een halvering van de arbeidsduur zolang de scholen dicht blijven en geen deeltijdse of voltijdse opvang is voorzien. Enkel zo kunnen zij de combinatie werk en gezin blijven volhouden.
Het enorme engagement dat vandaag van veel personeelsleden en leerlingen uitgaat om deze periode te overbruggen, moet daarom worden aangewend om de discussie en strijd te voeren voor een ambitieus onderwijsplan. Anders wacht ons ongetwijfeld een nieuwe besparingsronde als bedanking na de crisis. Er is nood aan een plan dat de belangen van alle betrokkenen garandeert en niet meestapt in de heersende marktlogica. Deze perverse marktlogica beschouwt het onderwijs als een plaats waar leerlingen, in hun termen “menselijk kapitaal”, zo snel en zo goedkoop mogelijk moeten worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Zo’n onderwijs willen wij niet. Er moet massaal geïnvesteerd worden in deze sector, minstens opnieuw 7% van het BNP zoals dat voor het neoliberale tijdperk was. Enkel zo kunnen we democratisch onderwijs garanderen dat in functie staat van de algemene emancipatie van ieder kind, op basis van ieder zijn talenten en behoeften, niet dat van een handjevol bedrijfsleiders.
1/ Een democratische, gezamenlijke beslissing over de heropening van onze school
Zowel de dag van de sluiting als vandaag zijn experts het nog steeds niet eens over de impact van de gesloten scholen. Kinderen zouden minder vatbaar zijn voor het virus en minder symptomen vertonen. Daardoor is het niet zeker of ze eerder een rol spelen in de verspreiding van het virus of juist een rol kunnen spelen in het opbouwen van groepsimmuniteit. Meer dan een maand later blijkt deze kwestie niet opgelost. Wat wel veranderd is, is dat men nu goede redenen nodig heeft om de poort terug te openen.
De discussie kan niet beperkt worden tot het al dan niet openen van de school. Wie terugdenkt aan de overvolle klassen, volgepropte bussen, trams en metro’s, de wachtrijen aan de sanitaire blokken of de veel te kleine speelplaatsen, kan zich onmogelijk inbeelden dat we zomaar terug naar af kunnen.
Er is daarom nood aan een duidelijk plan, één dat niet achter gesloten deuren of met volmachten wordt bekokstooft. Een plan waarbij zowel de personeelsleden en hun syndicale vertegenwoordigers, ouders, leerlingen als experts worden betrokken. Enkel zo kunnen we garanderen dat een mogelijke herstart van fysiek onderwijs gebeurt in het belang van de volledige samenleving, met oog voor zowel de gezondheid, werklast als gelijke onderwijskansen voor iedereen.
Een kapot bespaarde sector biedt héél weinig mogelijkheden om welzijn en kwaliteitsvol onderwijs te combineren. Enkel door massaal te investeren in gezondheidsmaatregelen als screening en sanitaire voorzieningen, gelijke onderwijskansen, kwalitatieve jobs en betaalbaar, democratisch onderwijs kunnen we ontsnappen uit de patstelling die het kapitalisme biedt.
2/ Een gezonde en veilige leer-en werkomgeving en een ontlasting van de gezinnen.
2.1/ Er is nood aan voldoende beschermingsmaatregelen en massale en herhaaldelijke testing.
“We willen niet als soldaten aan het front zomaar weer de loopgraven ingestuurd worden”. In een open brief aan onderwijsminister Ben Weyts verwoordt een leraar uit Dendermonde de vrees die bij veel collega’s leeft. De verwaarlozing van de zorgsector, de ouderenzorg en het geklungel met mondmaskers en testkits, versterkte de laatste dagen het idee dat onze samenleving niet voorbereid is om 188 000 personeelsleden een veilige werkomgeving te bieden.
Een exit-strategie waarbij de scholen weer geleidelijk opengaan, kan enkel op voorwaarde dat de gezondheid van het personeel, leerlingen en hun families prioritair zijn. Om dat mogelijk te maken zouden er extra middelen moeten worden vrijgemaakt zodat er massaal en herhaaldelijk getest kan worden. Dit moet een onderdeel uitmaken van een plan waarbij wetenschappelijke kennis en de werkingsmiddelen en infrastructuur die nodig zijn om te testen, onder controle worden gebracht van de volledige samenleving. Zolang de vrije markt instaat voor de productie van testkits en ander medisch materiaal, blijven de belangen van de bevolking ondergeschikt aan hun winstbejag.
Ieder klaslokaal of auditorium zou voorzien moeten zijn van handgels zodat leerlingen, studenten en personeel de hygiënische voorschriften kunnen volgen. Het merendeel van de klaslokalen is op dit moment echter niet eens voorzien van vuilnisbakken die afgesloten kunnen worden om zakdoeken in te deponeren.
We eisen:
- Een openbaar plan dat zorgt voor een systematische en herhaaldelijke screening van eenieder die door de schoolpoort komt met een maximale vrijwaring van het recht op privacy voor leerlingen en personeel.
- Kleinere klasgroepen garanderen niet alleen beter onderwijs maar zijn ook een absolute voorwaarde om social distancing mogelijk te maken.
- Een overleg met vakbondsvertegenwoordigers om bindende afspraken te maken rond minimaal te volgen beschermingsmaatregelen. Vertrekkend van de reële noden van personeel, leerlingen en studenten, niet van de opgestapelde tekorten in de onderwijsfinanciering.
- Het nodige beschermingsmateriaal zoals handgels, afsluitbare vuilniszakken en mondmaskers om de hygiënische afspraken te kunnen volgen.
2.2/ Noodzakelijke investeringen nodig in infrastructuur en onderhoud.
De weken voor de quarantaine werd in veel scholen al pijnlijk duidelijk hoe het volgen van zelfs de mildste richtlijnen een onmogelijke zaak is. Jarenlange besparingen hebben gezorgd voor propvolle klassen en bijzonder slechte sanitaire infrastructuur. 28,6% van de schoolgebouwen dateert vanuit de eerste helft van de vorige eeuw (cijfers uit 2015). Klaslokalen zijn te klein en kunnen niet altijd verlucht worden. In veel scholen lijken de overdekte delen van de te kleine speelplaats tijdens regenweer op een minifestival. Vaak ontbreken eenvoudigweg voldoende lavabo’s om iedereen na de les de handen te laten wassen en moet je aanschuiven voor toegang tot sanitair.
Daarbovenop komt een chronisch tekort aan schoonmaakpersoneel, dat er door onderbemanning al niet in slaagt om de oude infrastructuur net te houden, laat staan dat het zou kunnen voldoen aan de hygiënische vereisten die Covid-19 aan een werkplek stelt. Bovendien werken deze mensen aan lage lonen en meestal niet aan contracten van onbepaalde duur of met een vaste benoeming.
De chronische onderfinanciering van ons onderwijs maakt het onmogelijk om zelfs maar te denken aan een scenario waarbij fysiek onderwijs gecombineerd kan worden met de nodige gezondheid-en veiligheidsvoorschriften. Hieruit kan je niet anders dan concluderen dat de duur van de lockdown in het onderwijs mee wordt bepaald door de politieke keuzes die de laatste decennia in de sector genomen werden.
Daarnaast blijkt uit onderzoek van Filter Café Filtré, die acties voor schone lucht voerden aan de schoolpoorten, dat kinderen extra vatbaar zijn voor blootstelling aan uitlaatgassen. Dit verhoogt het risico op astma en ademhalingsproblemen; een mogelijke risicofactor bij Covid-19. Een investeringsplan in infrastructuur moet daarom rekening houden met de vereisten op vlak van luchtkwaliteit en strenge isolatienormen. Een plan om de straten autoluw en uitstootvrij te houden kan bovendien enkel werken wanneer een ambitieus project voorligt om openbaar vervoer gratis en toegankelijk te maken voor iedereen.
We eisen:
- Een massale investering in betere infrastructuur. Een ambitieus plan dat in overleg met personeel stelselmatig de verouderde gebouwen vernieuwt. Met meer plaats, klimaatvriendelijke isolatie en verluchting en degelijke sanitaire voorzieningen.
- De aanwerving van extra schoonmaakpersoneel om te voldoen aan de nodige hygiënische vereisten, niet in onderaanneming maar met een vast contract én 14€ minimum/uur.
- Een stelselmatige controle op de luchtkwaliteit in en rond onze scholen, gecombineerd met een plan om de straten autoluw te houden via degelijk en gratis openbaar vervoer.
2.3/ Bescherm risicogroepen. Pensioen op 60 jaar, extra eindeloopbaanmaatregelen en minimale contacturen voor risicogroepen.
De meervoudige verhoging van de pensioenleeftijd zorgt ervoor dat heel wat personeelsleden in de leeftijdscategorie zitten die volgens de huidige maatregelen best geen contact hebben met hun kinderen of kleinkinderen. Het idee dat zij opnieuw voor een overvolle klas zouden komen te staan, terwijl ze al maanden hun eigen kleinkinderen niet kunnen zien, is onaanvaardbaar.
Mensen ouder dan 60 hadden voor deze pandemie al niet meer voor de klas hoeven te staan, vandaag geldt dit des te meer. Uit studies blijkt dat leerkrachten het vanaf de leeftijd van 55 moeilijk hebben om nog op dezelfde manier les te geven. Gezien zij ook tot de risicogroep behoren, zou eindelijk werk gemaakt moeten worden van ondersteunende opdrachten of eindeloopbaanmaatregelen zoals extra verlofdagen met behoud van loon. Ook veel andere, jongere leerkrachten die behoren tot een risicogroep, moeten een herziening van hun opdracht krijgen waarbij contacturen vermeden worden. Ze kunnen instaan voor aanvangsbegeleiding van nieuwe collega’s, remediëring en begeleiding via afstandsonderwijs of andere noodzakelijke ondersteunende taken.
Wij eisen als voorwaarden bij een mogelijke heropstart:
- Het terugschroeven van de verhogingen van de pensioenleeftijd.
- Het vermijden van contacturen voor risicogroepen door gebruik te maken van ondersteunende opdrachten, aanvangsbegeleiding of eindeloopbaanmaatregelen.
- Vrijstelling van werk indien blootstelling niet vermeden kan worden.
2.4/ Ontlast de gezinnen: arbeidsduurverkorting voor iedere ouder.
De combinatie werk en gezin is bijzonder zwaar voor ouders die aan het werk zijn of telewerken met kinderen thuis. Grootouders kunnen niet inspringen, er zijn geen andere opvangmogelijkheden en er zijn geen kampen of activiteiten zoals in andere langere periodes zonder school. Veel ouders zitten daarom vandaag op hun tandvlees, zijn extra prikkelbaar of kampen met mentale vermoeidheid.
De nieuwe richtlijn probeert ons wijs te maken dat ouders maar maximaal twee uur zouden moeten helpen bij het afstandsleren van hun kinderen. Ouders willen echter bijspringen en hun kinderen ondersteunen om achterstand te vermijden. Zeker kinderen met leerachterstand of aandachtsstoornissen vragen heel wat extra inspanningen en kunnen niet zomaar enkele uren alleen voor een laptop zitten.
Naar school gaan, is echter veel meer dan leerinhouden opslorpen. Jongeren hebben prikkels nodig, leren uit sociale interactie, spel en dagelijkse ervaringen. Als ouder die taak proberen overnemen is een onmetelijke uitdaging. Daarom moet er begrip zijn voor de bezorgdheden die ouders vandaag hebben en hun wens om die druk te ontlasten.
Zolang een gezonde en veilige heropening van de school niet gegarandeerd kan worden, moeten kinderen en personeel verder thuisblijven. De enige manier om families te ontlasten is door te pleiten voor een halvering van de arbeidsduur, met behoud van loon. Enkel zo kan een noodzakelijke periode van lockdown volgehouden worden, zowel vandaag als tijdens heroplevingen van de pandemie in de toekomst.
We eisen:
- een halftijdse arbeidsduurverkorting met behoud van loon voor alle ouders van kinderen, zolang de scholen niet terug voltijds kunnen worden opgestart
3/ Hypothekeer de toekomst van onze jongeren niet. Wij weigeren een corona-generatie te worden.
3.1/ Stop de ongelijkheid in ons onderwijs.
Zolang de scholen gesloten blijven, zal er verder ingezet worden op afstandsonderwijs. Tienduizenden leerkrachten namen voor de paasvakantie reeds het uitzonderlijke engagement op om zich in spoedtempo te verdiepen in de do’s en don’ts van afstandsonderwijs. Ondanks deze enorme inspanningen, brachten deze maatregelen opnieuw de bijzondere sociale ongelijkheid in het Belgisch onderwijs onder de aandacht. Wie uit een lagere sociale klasse komt, zal ondanks de inspanningen van onderwijzend personeel verder achterop hinken eens de school weer open gaat.
Wie zich terecht zorgen maakt over deze leerachterstand, is best even verontwaardigd over de enorme ongelijkheid die reeds vóór deze crisis aanwezig was in ons onderwijs. Politici hadden zich de afgelopen decennia reeds moeten bekommeren om de resultaten van verschillende OESO-studies. België scoort daarin steeds bijzonder slecht op vlak van sociale ongelijkheid in het onderwijs. Zelfs in normale tijden slaagt ons onderwijs er dus niet in iedereen gelijke kansen te bieden. Deze crisis legt de tekorten die hieraan ten grondslag liggen pijnlijk bloot. Het verschil in leerachterstand tussen arme en rijk bedraagt op het einde van een schoolcarrière 3 jaar. Dat is een pak meer dan een paar maanden lockdown.
Wat vooral opvalt, is dat we desondanks toch tot de subtop behoren op vlak van onderwijsresultaten. Indien je dit combineert met cijfers omtrent ongelijkheid kan je enkel tot de conclusie komen dat het Belgisch onderwijssysteem twee snelheden kent. Een “excellerend” traject dat hoog scoort en een vuilbak-traject waarin alle sociale problemen gedumpt worden. Dat is niet onbedoeld, getuige de uitspraken van onze minister over excellent onderwijs, de afschaffing van de dubbele contingentering (een maatregel waarbij een school verplicht was een sociale mix te respecteren bij de inschrijvingen) en het terugdraaien van een brede eerste graad.
De redenen waarom sociaal zwakkere kinderen extra hard getroffen worden, zijn evident. Vaak hebben ze thuis niet dezelfde toegang tot internet, digitale leermiddelen of een goede studieruimte. Families die het reeds voor deze crisis moeilijk hadden om alle eindjes aan elkaar te knopen, zijn vandaag extra kwetsbaar. Commentatoren wijzen er terecht op dat bij afstandsonderwijs, een grotere rol is weggelegd voor de ouder waardoor deze tendens wordt versterkt.
Er dient daarbij ook opgemerkt te worden dat veel scholen kampen met een tekort aan noodzakelijke ICT-infrastructuur. De digitale inspanningen die nu geleverd worden door leerlingen en leerkrachten zijn zeker niet het gevolg van een bijzondere aandacht voor digitale geletterdheid en infrastructuur op school. Vaak ontbreekt daar het nodige beleid, personeel of logistieke ondersteuning voor.
We eisen:
- Kleinere klassen voor verhoogde leerkansen.
- Een eind aan het watervalsysteem. Geen opdeling ASO/BSO/KSO/TSO.
- Voor een brede basisopleiding waarin ieder kind zijn talenten, vaardigheden en kennis samen kan ontwikkelen.
- Structurele aanwervingen voor extra personeel in ondersteunende functies zoals studiebegeleiding, leerzorg, en extra ondersteuning voor leerlingen en studenten uit kwetsbare gezinnen.
3.2/ Vermijd schooluitval en een verloren jaar. Voor extra herkansingen en een einde aan het leerkrediet.
Heel wat jongeren maken zich terecht zorgen over hun toekomst vanwege een aangepaste evaluatieperiode, afgelaste stages of gemiste praktijklessen. Veel van deze bezorgdheden kunnen niet los beschouwd worden van de manier waarop kapitalisme omgaat met onderwijs. De neoliberale logica probeerde de laatste decennia komaf te maken met de verwezenlijkingen van de arbeidersbeweging die hard heeft gevochten voor een democratisch en emancipatorisch onderwijssysteem. Onderwijs in functie van de reële noden van iedere nieuwe generatie, niet de belangen van de grote bedrijven.
Ons onderwijs staat daar echter opnieuw héél ver van. Het ontwikkelen van algemene kennis en kritisch denken is al te vaak gebaseerd op reproductie en wordt niet belangrijk geacht voor leerlingen die een technische- of beroepsopleiding volgen. Zeker de evaluatie-strategie via toetsen en examens, waarbij competitie en vergelijking doorwegen op persoonlijke ontwikkeling, toont haar enorme beperkingen in een periode van crisis. Dergelijke eenzijdige momentopnames kunnen op geen enkele manier garanderen dat leerlingen onder deze omstandigheden evenwaardig geëvalueerd worden. De eindmeet zal voor iedereen op hetzelfde punt liggen, maar de startblokken nog verder uiteen.
We pleiten daarom voor het afschaffen van de examens in juni. Als algemene regel zou moeten gelden dat iedereen over kan gaan naar het volgende jaar. Begin volgend jaar zou de gemiste leerstof hernomen en opnieuw geëvalueerd kunnen worden. Bij cruciale scharniermomenten zoals het laatste jaar rekenen we op het oordeelkundig vermogen van de klassenraden om op basis van permanente evaluatie en persoonlijke ontwikkeling te oordelen of een diploma uitgereikt kan worden. Ook hier zou echter een voorkeur gegeven moeten worden aan de mogelijkheid tot herkansing.
Het systeem van leerkrediet in het hoger onderwijs werkt daarom nog perverser dan voordien. Studenten die meer begeleiding nodig hebben of in een precaire thuissituatie zitten, zien hun slaagkansen dit jaar drastisch afnemen. Het leerkrediet moest van studenten mini-ondernemers maken die investeringen maken in hun intellectueel kapitaal. Foute investeringen werden afgestraft door de studieloopbaan te beëindigen wanneer het leerkrediet op is. Net zoals vele echte kleine zelfstandigen, zullen ook zij slachtoffer zijn van deze marktlogica. Daarom eisen we niet alleen dat het leerkrediet wordt bevroren, het volledige systeem zou afgevoerd moeten worden.
Voor verschillende opleidingen is een stage of praktijkles noodzakelijk om te slagen. Deze werkervaring wordt door Covid-19 in vele gevallen onmogelijk. Nadien deze stage of praktijklessen inhalen kan echter een heel zware opgave zijn voor leerlingen of studenten in financiële nood. Extra maanden studeren kost geld, terwijl velen erop rekenen in die periode een inkomen te hebben via werk of een studentenjob. Enkel het organiseren van betaalde stages kan verzekeren dat deze jongeren geen cruciale tijd verliezen. Waarom niet massaal studenten uit de lerarenopleiding aanwerven om de volgende periode extra lessen, begeleiding en ondersteuning te voorzien?
Wie zich terecht zorgen maakt over de mogelijk opgelopen leerachterstand dit jaar, nodigen we uit om mee voor ons eisenplatform op te komen. Enkel massale investeringen in onderwijs voor iedereen, zal na deze crisis garanderen dat we naast het inhalen van mogelijke achterstand, iedereen maximaal kunnen laten ontwikkelen.
We eisen:
- Aangepaste evaluatiemethoden die een eerlijke en gelijke evaluatie garandeert met oog voor de bijzondere omstandigheden.
- Een afschaffing van de examens in juni. Indien mogelijk een herziening van de leerstof en evaluatie na de zomervakantie.
- Mogelijkheid tot betaalde stage na de lockdown voor wie nu geen kans maakt op noodzakelijke werkervaring.
- Er is nood aan een evolutie naar procesgerichte evaluatie waarbij de persoonlijke ontwikkeling en leerkansen centraal staan in plaats van standaardtoetsen.
- Afschaffen van het systeem van leerkrediet. Investeer in begeleiding in plaats van bestraffing.
4/ Herwaardeer ons personeel. Degelijke jobs voor een kwaliteitsvol onderwijs.
4.1/ Maak een job in het onderwijs opnieuw aantrekkelijk.
Onderwijs scoorde in 2019 nogmaals heel slecht in de Vlaamse werkbaarheidsbarometer. Voor 46,3% van de respondenten stelt er zich een probleem inzake psychische vermoeidheid, voor 19% is dit zelfs acuut. Hiermee is onderwijs de slechtst scorende sector. Ook is het de slechtste sector op vlak van de combinatie tussen werk en privé. Leraren werken gemiddeld 41,5 uur per week. Dat is op een volledig jaar, dus met vakanties inbegrepen. Tijdens een lesweek loopt de gemiddelde werktijd op tot maar liefst 49 uur. Dit zijn maar enkele van de redenen waarom velen de droom om leerkracht te worden laten vallen, of al snel opgeven. Bijna de helft van de leerkrachten houdt er binnen de eerste vijf jaar mee op, terwijl de recente pensioenhervormingen oudere collega’s verplicht langer voor de klas te staan.
Uit een rapport uit 2020 blijkt dat vandaag reeds 40% van de ziektedagen het gevolg zijn van psychosociale aandoeningen zoals stress, depressie of burn-out. De pandemie zal het aantal ziektedagen verder doen toenemen. Leerkrachten zullen gezien de quarantaine voorschriften ook stoppen met uit plichtsbesef ziek les te geven, iets dat momenteel jammer genoeg vaak gebeurt.
De taakbelasting voor leerkrachten kan enkel afnemen door te voorzien in extra personeel. Er is vandaag echter reeds een tekort. Deze vicieuze cirkel breken, zal cruciaal zijn om te voldoen aan de noden die zich vandaag stellen. Het aantrekkelijker maken van een job in het onderwijs kan enkel indien er een oplossing komt voor de grootste pijnpunten die leerkrachten vandaag ervaren.
Een belangrijk probleem, dat door Covid-19 is toegenomen, is de planlast. Waardoor leerkrachten zich almaar minder kunnen focussen op het lesgeven zelf. De overheid vraagt dat almaar grotere delen van het schoolgebeuren kwantificeerbaar worden waardoor leerkrachten overdonderd worden met administratie. Het vertrouwelijk contact en de dialoog met leerling, ouder en collega moet wijken voor invullijsten en databases. Sommige scholen werken vandaag reeds met barcodes in de agenda om tuchtmaatregelen bij te houden. De leerling wordt een product, de leerkracht een boekhouder. Kleinere klassen met meer onderwijzend en ondersteunend personeel zijn de voorwaarde om zowel leerkrachten hun kerntaak te laten uitoefenen als de nodige zorg en ondersteuning aan te bieden waar nodig. Het verminderen van de arbeidsduur kan de job ook aantrekkelijker maken, beter combineerbaar met het gezin.
Een andere reden dat veel jonge mensen er de brui aan geven in het onderwijs, is de bijzonder grote precariteit en flexibiliteit zolang men niet voltijds benoemd is. Dit zorgt vaak voor onnodige competitie tussen collega’s, verhoogde werkdruk en onzekerheid. Veel jonge collega’s moeten na hun studies nog jaren wachten voor ze zeker zijn van hun job. Dit stelt hen vaak ook bloot aan de willekeur van een directie. Enkel het chronische tekort aan leerkrachten voor sommige vakken, brengt op dit moment een beetje cynische hoop op werkzekerheid. We moeten ons regelrecht verzetten tegen die stemmen die ten onrechte de vaste benoeming als oorzaak hiervan zien. Het omgekeerde is waar. Iedereen zou recht moeten hebben op zekerheid: een vaste benoeming voor iedereen!
Maatregelen zoals het verminderen van de arbeidsduur, het verlagen van de pensioenleeftijd, alternatieve opdrachten en het verkleinen van de klassen zouden reeds een bijzonder positieve impact hebben op zowel de ziektedagen als de mogelijkheid tot benoeming in een degelijke job. Wie alsnog enkel kan rekenen op een vervangingsopdracht zou zich moeten kunnen inschakelen in een vervangingspool, waardoor een vast inkomen verzekerd wordt. Een dergelijke vervangingspool zal broodnodig zijn om zieke collega’s in quarantaine snel en adequaat te vervangen en de druk te verminderen om met symptomen voor de klas te staan.
- Vermindering van de taakbelasting door kleinere klassen, minder administratie en extra ondersteuning. Stop de planlast, de kerntaak komt centraal te staan.
- Een 30-urenweek voor iedereen kan zorgen voor extra aanwervingen voor een gewaardeerde job. Een beter evenwicht werk-privé is noodzakelijk, zeker in tijden van deze pandemie.
- Geef jonge mensen werkzekerheid. Geef ieder personeelslid recht op een vast contract.
- Het opzetten van een vervangingspool om snel in te springen bij ziekte door leerkrachten met expertise en een vast contract.
4.2/ Werken mag geen geld kosten. Voor een volledige terugbetaling van alle werkingsmiddelen. Een risicopremie voor wie aan het werk blijft.
Uit een rondvraag door het COV blijkt dat leerkrachten ieder jaar daar gemiddeld 214 euro uit eigen zak uitgeven om te investeren in hun klas. Het is daarmee waarschijnlijk één van de enige sectoren waar van arbeidskrachten zelf verwacht wordt dat ze in hun werkmiddelen voorzien. De decoratie van het klaslokaal, mappen, knutselgerei, etc wordt al te vaak uit eigen zak betaald bij gebrek aan financiering.
Ongetwijfeld hebben verschillende collega’s zich de laatste weken ook in de kosten gejaagd om de nodige digitale middelen ter beschikking te hebben en in afstandsonderwijs te voorzien. In de private sector behoort een laptop, internetabonnement en een vergoeding van andere kosten vaak tot een essentieel onderdeel van de verloning. Ons onderwijs lijkt nog steeds te rekenen op gulheid van haar personeel om hier zelf in te voorzien.
Niet iedere job in het onderwijs kan echter van thuis uitgevoerd worden. Denk maar aan onderzoek in labo’s of onderhoud. Wie alsnog de werkplek moet betreden in tijden van een pandemie, heeft volgens ons recht op een risicopremie.
We eisen:
- De noodzakelijke financiering om iedere klas en ieder vak pedagogisch verantwoord in te richten.
- Een laptop en internet-abonnement voor ieder personeelslid.
- Een volledige terugbetaling van alle werkmiddelen die gemaakt worden.
- Een risicopremie voor wie niet van thuis uit kan werken.
5/ Rijke ouders voor iedereen. Gratis en degelijk onderwijs voor iedereen
5.1/ Terugbetaling van de volledige studiekosten zoals schoolreizen, uitstappen, huur van een kot, inschrijvingsgeld, …
De maatregelen die getroffen worden om deze pandemie onder controle te houden, treffen veel families bijzonder hard. Tijdelijke krachten staan vaak zonder bescherming op straat. Veel werknemers die terugvallen op tijdelijke werkloosheid hebben het moeilijk om alle rekeningen te betalen.
In veel gezinnen is het ook niet mogelijk om zowel beide ouders te laten telewerken als de kinderen allemaal in een PC te voorzien. Indien internet en digitale middelen een voorwaarde zijn om te leren, dan moet de de overheid ieder kind daar ook gratis toegang tot verlenen.
Het is een fabeltje dat het onderwijs gratis is in België. Hoger onderwijs kost een gezin al gemakkelijk tussen de 7 000 en 12 000 euro per jaar. Maar ook secundair onderwijs en basisonderwijs is verre van gratis. Schoolmaaltijden, cursusmateriaal maar ook allerlei uitstappen en zelfs peperdure schoolreizen halen een enorme hap uit het budget van heel wat families, ook al organiseren scholen vaak allerlei mosselfestijnen en bloemenverkopen om de kosten te drukken. 70% van de scholen zou te kampen hebben met niet betaalde schoolfacturen, in totaal gaat het om 10% van alle schoolrekeningen.
Veel geplande uitstappen die werden afgelast vanwege de lockdown, worden echter niet of maar gedeeltelijk terugbetaald. Dit is volledig onaanvaardbaar.
We eisen:
- Een volledige terugbetaling van alle afgelaste activiteiten
- Gratis toegang tot internet, laptop en alle nodige cursusmateriaal.
- Terugbetaling van de huur van een kot voor de duur van de lockdown.
- Kwijtschelding van openstaande schulden voor gezinnen in financiële moeilijkheden
- Volledige vergoeding van alle activiteiten, cursusmateriaal, schoolmaaltijden, etc. Onderwijs moet gratis zijn!
5.2/ Armoede is de grootste bron van leerachterstand. Voor een gezamenlijke strijd voor een herverdeling van de rijkdom
Onderwijs zal er zelfs onder ideale omstandigheden nooit in slagen om iedereen gelijke kansen te bieden zo lang iedereen vanuit een ongelijke startpositie vertrekt. Cijfers maken pijnlijk duidelijk hoe Covid-19 arme lagen buitensporig treft. Niet alleen hebben zij vaak al grotere gezondheidsproblemen waardoor het virus hen zwaarder treft en werken ze vaak in sectoren waar thuiswerk minder tot de mogelijkheden behoort, ook de lockdown heeft een ongelijke impact op hen. Het spreekt voor zich dat huiswerk maken een andere realiteit vormt voor families die deze periode in een klein appartement moeten doorbrengen dan voor hen die in een dikke villa met een grote tuin wonen. Ouders die werken in essentiële sectoren als de zorg hebben héél wat minder tijd en energie om hun kinderen bij te staan in deze moeilijke periode. Dit is niet enkel nefast voor de studieresultaten. Experts waarschuwen voor een enorme toename aan psychische en familiale problemen door de getroffen maatregelen. Opnieuw worden de zwakkere families in deze samenleving ongemeen hard getroffen.
In België groeit 15% van de kinderen op in armoede. In Brussel is dat zelfs 30%. In sommige concentratiescholen gaat dit boven de 90%. Ieder kind zou recht moeten hebben op rijke ouders die tijd en middelen hebben om hun kinderen van alle toekomstkansen te voorzien. De uitbuiting, besparingen en hoge werkdruk in vele andere sectoren zorgt ervoor dat we vandaag eerder de andere richting uitgaan. De bovenvermelde cijfers van de OESO bevestigen die tendens. De strijd voor een democratisch onderwijs moet daarom hand in hand, of elleboog aan elleboog, gaan met een strijd in alle andere sectoren voor degelijke lonen, betere werkomstandigheden en een vermindering van de arbeidsduur. De balans werk-privé moet hersteld worden. Nu we iedere dag applaudisseren voor de zorg, weten we dat we openbare diensten moeten beschermen en uitbreiden.
Daarom is nood aan een gezamenlijke strijd over alle sectoren heen. In een eerdere publicatie op socialisme.be, maakte LSP reeds een aanzet over hoe we een programma kunnen uitwerken dat zowel op de pandemie als op de kapitalistische uitbuiting een antwoord formuleert. Gelijkheid zal enkel mogelijk zijn wanneer iedereen van begin af aan met gelijke kansen start. De middelen daartoe zijn voorhanden, alleen bevinden ze zich in de verkeerde handen.
6/ Haal het geld waar het zit, voor kwaliteitsvol en volledig gratis onderwijs.
Zolang het winstbejag van een handjevol kapitalisten de samenleving dicteert, zal onderwijs altijd ondergeschikt blijven aan hun belangen. Dat er geen enkele vertegenwoordiger van de arbeidersbeweging in de expertengroep mee mag discussiëren over een mogelijke exit-strategie, illustreert dat ook hier commerciële belangen centraal zullen staan.
Het bovenstaande programma vertrekt van de reële noden die vandaag aanwezig zijn in het onderwijs. 30 jaar besparingen maakt van die noden een bijzonder lange lijst. Leraars weten dat je een vraagstuk enkel kan oplossen wanneer je naar de totaliteit van het probleem kijkt. In 2019 vertrok niet minder dan 172 miljard euro vanuit België naar belastingparadijzen. Het budget voor onderwijs bedraagt iets meer dan 22 miljard euro, dat voor de gezondheidszorg bedroeg in datzelfde jaar 26 miljard euro.
Het optrekken van de budgetten voor onderwijs kan enkel maar wanneer we het geld gaan zoeken waar het voor handen is. Het terug naar 7% van het BNP optrekken, zoals dat in de jaren 70’ de realiteit was, zou een goed begin zijn. Die geschiedenis leert ons echter dat binnen het kapitalisme onze verworvenheden iedere keer opnieuw onder vuur komen te liggen. Daarom is een systeemverandering nodig.
We eisen:
- Voor gratis en kwaliteitsvol onderwijs, minimaal 7% van het BNP naar onderwijs.
- Voor een solidaire en eengemaakte strijd die deze crisis door de rijken laat betalen.
- De vakbonden moeten een strijdbare campagne uitwerken met eisen en voorstellen om niet de werkenden, maar de superrijken te laten betalen voor de crisis. Ze kunnen een dergelijke campagne populariseren met propaganda op elke werkvloer en online campagnes en meetings.
- De onteigening en nationalisatie, onder democratische controle en beheer van de gemeenschap, van belangrijke sectoren van de economie (met inbegrip van de financiële sector), om alle hefbomen te hebben om te kunnen reageren op de vele crises van het kapitalisme.
- Democratische planning van de economie om te voldoen aan de behoeften van de bevolking met respect voor de planeet.
-
Stop de onzekerheid en ongelijkheid, gratis onderwijs voor iedereen!
Sinds 16 maart zijn alle lessen opgeschort. Zowel leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs, als studenten uit het hoger onderwijs en volwassenenonderwijs krijgen online les. Wanneer en hoe scholen terug zullen opengaan is niet duidelijk, verschillende scenario’s worden voorbereid. Universiteiten en hogescholen besloten om alle lessen en in sommige gevallen evaluaties online te laten doorgaan, maar ook daar is nog onzekerheid over.Standpunt van de Actief Linkse Studenten & Scholieren
Verplicht onderwijs
De ongelijkheid in het Belgisch onderwijs is enorm: op het einde van de schoolcarrière is er een leerachterstand van drie jaar tussen arm en rijk. Die achterstand zal nog groter worden door deze crisis. In het onderwijs, waar jarenlang op bespaard is, was het helemaal niet mogelijk om voorzorgsmaatregelen te treffen. De klassen zitten overvol, er is niet genoeg sanitair, laat staan dat er gesloten vuilnisbakken zijn. Het opschorten van de lessen kwam plots en te laat, zonder dat er voorafgaand überhaupt over maatregelen was nagedacht.
Tot nu toe kregen leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs facultatieve taken die ervoor zorgen dat ze in het ‘schoolritme’ blijven. Ondanks het feit dat de leerlingen die taken in theorie zelfstandig moeten kunnen maken – dus zonder hulp van ouders – is begeleiding in de praktijk vaak noodzakelijk. Enkele meer elitaire scholen vragen het lerarenkorps na te kijken of de taken goed uitgevoerd zijn en hiermee rekening te houden bij de klassenraden op het einde van het jaar. Vanaf vandaag is het zelfs verplicht in Vlaanderen om verder te gaan met nieuwe leerstof, het nieuwe concept ‘preteaching’.
De leerlingen kunnen niet voldoende individueel opgevolgd worden door de leraren, dat zorgt voor extra druk op de schouders van die laatsten. Leraren moeten zich bezighouden met hun eigen kinderen en/of met familieleden, en ondertussen vanop afstand werken met hun leerlingen. Wat betreft de achterstand, lijkt het alsof politiekers hier enkel over praten tijdens een pandemie. De Gezinsbond herinnerde er in februari al aan dat leerlingen per jaar 6 weken verliezen door afwezigheid van leraren die niet vervangen worden. Wat deden de ministers toen? Niets! Ze weten nochtans dat de afwezigheden te wijten zijn aan de slechte werkomstandigheden van leraren en het onaantrekkelijke karakter van het beroep.
De sociale ongelijkheden komen door afstandsonderwijs explicieter naar boven, zowel in het verplichte onderwijs als in het hoger. Niet iedereen heeft een rustige plek en de middelen (pc, internet) om voor school te werken, niet alle ouders kunnen helpen bij het schoolwerk (ze moeten zelf werken, zijn de taal niet machtig, hebben geen kennis van het vak …), ook de zorg voor broers, zussen, een zieke ouder of andere familieleden komt vaker op de schouders van leerlingen en studenten terecht en niet iedereen heeft een veilige thuissituatie.
Stages in het secundair en hoger onderwijs
Fysieke stages en praktijklessen zijn afgelast. Leerlingen en studenten zullen hierdoor uitgesteld of zonder het behalen van de nodige competenties afstuderen. Studenten die in modules onderwijs volgen, worden door de coronacrisis verplicht om de lopende module te herhalen. Een kost die velen niet kunnen betalen.
Hoger onderwijs
Er heerst een enorme onzekerheid. Afstandsonderwijs is geen evidentie, zeker niet als er geen duidelijkheid is over de evaluatie en afloop. Veel studenten zitten alleen op hun kot en moeten zich ook zorgen maken over het betalen van de huur, nu ze hun studentenjob niet meer kunnen of mogen uitvoeren. Anderen zijn teruggekeerd naar huis. In je huis opgesloten zitten is niet zonder risico voor iedereen. In beide gevallen zorgt de quarantaine voor meer stress en druk op de schouders van studenten.
Weg met het asociale beleid, iedereen moet gelijke onderwijskansen krijgen!
Daarom eisen we:
- Een computer en internet voor iedereen
- Betaalde stages voor alle studenten die kunnen en willen helpen in deze crisis
- Geen examens, maar hulp voor zij die moeilijkheden hebben
- Meer personeel en middelen voor het onderwijs
- Voor gratis en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen!