Your cart is currently empty!
Category: Ecologie
-
Olieramp in de Golf van Mexico. Stop de vervuilers door de nationalisatie van de oliebedrijven
De VS wordt geraakt door een grote milieuramp. De kust langs de Golf van Mexico is vervuild met olie na een explosie waarbij een boorplatform van BP tot zinken kwam. Iedere dag komen 240.000 vaten olie in het zeewater en er is geen direct vooruitzicht op beterschap. Er zijn drie grote lekken die moeten worden gedicht. De broedgebieden en de natuurgebieden aan de kust zullen jarenlang te lijden hebben onder de ramp.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
BP is het vierde grootste bedrijf ter wereld. De omvang en de rijkdom van het bedrijf kwamen tot stand op de kap van de arbeiders en het milieu. Er zijn elf mensen vermist, wellicht zijn ze dood, als gevolg van het zinken van het boorplatform Deepwater Horizon. Dat platform werd door BP gehuurd bij het Amerikaanse bedrijf Transocean.
In 1991 werd BP uitgeroepen tot het meest vervuilende bedrijf van de VS. Volgens een onderzoek van PIRG was het bedrijf tussen januari 1997 en maart 1998 goed voor 104 olielekken.
In 2006 was er een lek in een pijpleiding van BP in Alaska en daarbij kwamen 270.000 vaten olie op de toendra terecht.
Vijf jaar geleden vielen er 15 doden en 180 gewonden op de olieraffinaderij van BP in Texas City. Een onderzoek verweet het management van het bedrijf dat het onvoldoende had gewezen op veiligheidsrisico’s. Dat werd volgens het onderzoek versterkt door een “chequeboek mentaliteit” (een grote drang naar steeds meer winst).
[/box]De staat Louisiana kent de tweede grootste vissersvloot van de VS. De sector is er goed voor een jaarlijkse omzet van 1,8 miljard dollar. Ook in de visserijsector zullen de gevolgen van de ramp hard aankomen. En dat terwijl reeds één op de vijf inwoners van Louisiana in armoede leeft. Het aantal armen zal ongetwijfeld sterk toenemen.
De Amerikaanse president Barack Obama deed er alles aan om snel aanwezig te zijn in de crisis. Zijn voorganger George Bush blunderde toen hij de ernst van de orkaan Katrina in 2005 niet meteen begreep.
Recent kondigde Obama nog aan dat er nieuwe licenties werden toegekend om naar olie te boren voor de oostkust van de VS. De grote oliemultinationals waren tevreden, de milieu-activisten die voor Obama campagne hadden gevoerd waren een illusie armer. De aankondigingen van nieuwe licenties werden omwille van de ramp geschorst en de regering keerde zich tegen het makkelijkste slachtoffer: oliegigant BP. Dat was een relatief makkelijk doelwit omdat het bedrijf niet in de VS gebaseerd is en een geschiedenis zonder veel veiligheidsmaatregelen of milieubekommernis met zich mee draagt.
Obama verweet BP dat het pas na vier dagen vervuiling begon met een opruimactie. De eigenaars van BP hadden bovendien de pech dat de hoge winstcijfers van het bedrijf net bekend werden gemaakt. BP was in de eerste drie maanden van het jaar goed voor 4,1 miljard euro winst! Dat was vooral het resultaat van de snel stijgende prijzen aan de pomp.
De ramp in de Mexicaanse golf doet denken aan de ramp met de Exxon Valdez in Alaska in 1989. Toen kwamen 11 miljoen vate ruwe olie in het water terecht.
Nu worden van BP maar ook van de Amerikaanse autoriteiten antwoorden gevraagd op de vraag waarom er geen betere veiligheidssystemen bestaan of waarom deze niet werkten.
De verantwoordelijkheid van de ramp (wat verder gaat dan het betalen van de laag ingeschatte rekening voor het opruimen voor 1 miljard dollar) is een belangrijke kwestie. Er zal pas volledige verantwoording worden afgelegd indien de productie onder gemeenschapscontrole komt te staan. De oliesector nationaliseren om de energiebehoeften op een planmatige en milieuvriendelijke wijze ingevuld te krijgen, is evenwel geen prioriteit voor de regeringen die zich vooral uitsloven om de goede banden met de oliemultinationals in stand te houden.
In de olie- en gasproducerende landen Bolivia en Venezuela hebben linkse regeringen hun olie- en gasindustrie deels genationaliseerd. Deze maatregelen van populistische regimes vormen een nederlaag voor de belangen van het westerse imperialisme in Zuid-Amerika. Een socialistische regering zou de volledige energiesector nationaliseren en onder democratische arbeiderscontrole en –beheer plaatsen. Dat zou de basis vormen voor een planmatige aanpak van de economische productie waardoor er op een veilige wijze energie zou worden geproduceerd en er bovendien aan alternatieve hernieuwbare energie zou kunnen worden gewerkt.
-
Een duurzame wereld is technisch mogelijk
In de aanloop naar de klimaattop van Kopenhagen in december vorig jaar publiceerde het tijdschrift Scientific American een opvallend dossier onder de titel “A plan for a sustainable future”. In dat dossier werd aangetoond hoe wind- water en zonne-energie voor de totale wereldwijde energiebehoefte zou kunnen instaan tegen 2030.
Hernieuwbare energie is er meer dan genoeg. De auteurs Mark Jacobson van Stanford University en Mark Delucchi van de University of California tonen aan dat het beschikbare zonlicht (zonder het zonlicht dat op de oceanen straalt) 40 keer de actueel gebruikte hoeveelheid energie zou kunnen voorzien.
De auteurs stellen voor om wereldwijd 3,8 miljoen windturbines te plaatsen om de helft van de energie te produceren. Met 1.700 miljoen zonnepanelen (fotovoltaïsch) zou 40% van de energie kunnen worden geproduceerd en een half miljoen getijdenturbines en andere methoden zouden voor de resterende 10% instaan. De auteurs verzetten zich tegen kernenergie maar ook tegen bio-energie en ethanol omwille van de vervuiling dat dit met zich meebrengt. De wereldwijde omvang van de windturbines zou slechts 50 km² zijn en bovendien kan de omliggende grond nog steeds voor landbouw worden gebruikt. Vergelijk dat met de 13.000 nieuwe grootschalige steenkoolcentrales die aan het huidige groeiritme nodig zouden zijn tegen 2030. Dat zou “veel meer grond in beslag nemen en er is ook de mijnbouw om de centrales te bevoorraden.” Als deze elementen in rekenschap worden gebracht, lijkt het voorstel van de twee Amerikaanse professoren niet zo absurd. Heldere redeneringen met een duidelijke visie zorgen ervoor dat dit artikel en het standpunt van de auteurs opvallend is.
De problemen die traditioneel aan wind- en zonne-energie worden toegeschreven zijn het afgelopen decennium grotendeels opgelost. Er is reeds technologie ontwikkeld en toegepast waarmee de problemen worden opgelost. De mogelijkheden voor energie van de wind en de zon verschillen van regio tot regio, maar samen met een meer consistente basis van hydroelektriciteit en getijdenturbines zouden deze energiebronnen betrouwbaar kunnen zijn. Het uitbouwen van dergelijk uitgebreide infrastructuur zou zeker tijd vergen, maar de auteurs merken op dat “dit ook zo was voor het huidige energienetwerk.” Het aantal zonnepanelen en windturbines is erg groot, maar de auteurs wijzen er op dat de VS tijdens Wereldoorlog Twee “de automobielfabrieken ombouwde om 300.000 vliegtuigen te produceren, in andere landen werden er 486.000 extra geproduceerd.”
Het voorbeeld van de economische reconversie tijdens de oorlog is belangrijk omdat dit gebeurde op basis van een grootschalige overheidsinterventie met een staatsplanning van de sleutelsectoren. Amerikaanse bedrijfsleiders verzetten zich destijds tegen de reconversie voor militaire productie omdat ze de consumentenmarkt niet wilden verliezen aan concurrenten die niet omschakelden. Maar de productie van vliegtuigen werd toch snel opgedrven. Vanaf 1943 was er een spectaculaire toename en in 1944 een piek in de productie. De grote bedrijven (en de regeringen die de belangen van deze bedrijven dienen) verzetten zich vandaag voor dezelfde redenen tegen een omschakeling naar propere energie. Dat wijst op een systematisch falen van de kapitalistische markteconomie bij grote sociale problemen zoals de klimaatveranderingen.
De moderne technologie zou bij een grootschalige omschakeling ervoor kunnen zorgen dat het niveau van productie dat in de jaren 1940 werd behaald ruim overtroffen wordt. Socialisten zouden steun geven aan een omschakeling van bestaande automobielfabrieken om zonnepanelen en windturbines te produceren. Dat zou jobs redden en bestaande kennis en faciliteiten in de fabrieken redden. Daarnaast zouden we opkomen voor een democratisch beslissingsproces waarin de arbeiders worden betrokken en waarbij de arbeiders van de fabriek en de gemeenschap mee de plannen opmaken en uitvoeren.
Jacobson en Delucchi wijzen er op dat slechts 17-20% van de energie van brandstof in auto’s gebruikt wordt om deze aan te drijven. De rest gaat verloren aan hitte. Een gelijkaardig verlies zien we in energiestations en bij het overbrengen van elektriciteit naar de huiskamers. Ter vergelijking: auto’s die op elektriciteit worden aangedreven gebruiken 75-86% van de energie. Een huis of werkplaats die beroep kan doen op lokaal geproduceerde wind- of zonne-energie heeft een gelijkaardig niveau van efficiëntie. Er is dan ook minder energie nodig dan wat vandaag doorgaans het geval is. Maar dat is niet alles.
Neem nu de energie die verloren gaat aan transport. Het artikel in Scientific American houdt geen rekening met de mogelijkheid om openbaar vervoer sterk uit te bouwen. Het beperkt zich tot de stelling dat het “problematisch” is dat er niet genoeg “hernieuwbare lithium bestaat om het nodige aantal batterijen te produceren dat nodig is een economie die wereldwijd met elektrische voertuigen werkt.” Jacobson en Delucchi suggereren dan maar om meer te recycleren. Maar een wereld waarin ieder gezin een eigen auto heeft, is niet alleen quasi onmogelijk maar zou ook enorm verspillend zijn. Zou het niet mogelijk zijn om tegen 2030 een degelijkse levenskwaliteit te hebben zonder iedere dag een uur of twee in de file te moeten staan om naar het werk en terug te rijden samen met misschien zes miljard andere pendelaars?
Waarom zou het niet mogelijk zijn om te bouwen aan een massaal systeem van openbaar vervoer op elektriciteit aangedreven waarbij ook kan gebruik gemaakt worden van lokale taxidiensten. Ervaringen uit het verleden wijzen er op dat dit mogelijk kan zijn. Om de planeet te vrijwaren, zou een socialistisch systeem de greep van de betonlobby doorbreken net zoals de macht van de automobiel-, olie- en andere sectoren. Het zou overgaan tot socialistische nationalisaties – niet zoals bij de banken of andere openbare diensten die met een totaal gebrek aan investeringen kampten terwijl de vroegere eigenaars grote compensaties kregen. Een socialistische nationalisatie zou de rijke patroons niet compenseren. Het zou de grote bedrijven uit de transport- en energiesector onder arbeiderscontrole en beheer plaatsen om tot een eengemaakte planning van de productie van transport en energie te komen. Dit plan zou democratisch worden opgemaakt met een actieve betrokkenheid van de arbeiders in de sector, gebruikers en de gemeenschap.
Een groot deel van het goederenverkeer terug op het spoor laten gebeuren, is een essentieel deel van een socialistische planning in de strijd tegen klimaatverandering. De privatisering van de Britse pakjesdiensten zorgt ervoor dat een pakje dat vanuit het zuidelijke Southampton naar het naburige Portsmouth wordt gestuurd niet onmiddelijk met een passagierstrein wordt meegestuurd, maar met een vrachtwagen naar het centrum van Engeland wordt gevoerd om van daaruit met een vrachtwagen naar Portsmouth te worden vervoerd. Hetzelfde gebeurt in heel het land en heel Europa. Het leidt tot een spectaculaire toename van het aantal vrachtwagens. Door het vrachtverkeer onder publiek bezit en gemeenschapscontrole te plaatsen, zou een einde worden gemaakt aan een verspilling van energie en CO² uitstoot.
De verspilling gaat nog veel verder. Marx en Engels wezen er al op dat het kapitalisme de industrie en handel steeds wil vernieuwen en daarbij de wereld verandert. Maar dit gebeurt niet om de basisbehoeften te voldoen of om de levenskwaliteit van de meerderheid van de bevolking te verbeteren. Integendeel, de arbeiders en onderdrukten moeten steeds strijden voor betere levensvoorwaarden en botsen daarbij op hard verzet van de kapitalistische klasse. Het kapitalisme probeert nieuwe behoeften te creëren en aarzelt niet om af te breken wat het eerder heeft opgebouwd. Om de nieuwe behoeften te voldoen, wordt steeds meer energie gezocht.
Hoeveel energie zou niet kunnen bespaard worden indien er niet zoveel overschotten aan wagens zouden worden gemaakt of indien er degelijke goederen zouden worden gemaakt die een leven lang meegaan? Het probleem daarbij vandaag is dat degelijke producten minder winst opbrengen. Ruim honderd jaar geleden – nog voor Henry Ford pionier was van de massaproductie met het Ford model T in 1908 – was het ondenkbaar dat zoveel consumptiegoederen goedkope brol zouden zijn. Vandaag is het ondenkbaar dat een huishoudtoestel of een wagen levenslag meegaat.
De ontwikkeling van zonnepanelen gebeurde erg traag in vergelijking met andere nieuwe technologieën. Toch vinden wetenschappers regelmatig nieuwe elementen om de mogelijkheden van zonnepanelen op te drijven. Een recente ontwikkeling zorgde voor een mogelijke toename van het potentieel met 25% (Lotus Leaf Effect Ramps Up the Power of Solar Cells, New Scientist, 28 November 2009). Een socialistische planning van de productie zou gebruik maken van deze wetenschappelijke kennis en zou de nodige investeringen doen om ze in te voeren. Er zouden dan een pak minder panelen nodig zijn om alle energie te voorzien.
De grotere schaal van productie zou de kost beperken. We zagen eerder hoe een grootschaliger productie de kost van breedbeeldtelevisies heeft verminderd tot een tiende van wat het ooit was. In een socialistisch systeem zouden zonnepanelen beschikbaar zijn voor ieder gezin, school en publiek gebouw. Scientific American ziet ook mogelijkheden zonder voor een socialistisch alternatief te pleiten, het wetenschappelijk blad stelt voor om zonnepanelen op de daken te plaatsen waarbij de kost hiervan volledig wordt terugbetaald door de goedkopere energie die er mee wordt opgewekt. Het ziet er echter niet naar uit dat dit soort kleinschalige individuele benadering zal volstaan. Het systeem zal moeten worden veranderd.
Jacobson en Delucchi gaan niet in op de handel in de emissierechten, ze zoeken oplossingen binnen het kapitalisme met subsidies en voordelen bij het gebruik van propere energie. Dat zal wereldwijd weinig effect hebben. Onder het kapitalisme blijft steenkool goedkoper dan wind of zonne-energie. Fossiele brandstoffen eisen een hoge ecologische tol, maar onder het kapitalisme wordt met die kost geen rekening gehouden. Uiteindelijk is het kapitalisme het probleem.
De auteurs stellen terecht: “Zoals we hebben aangetoond, zijn de obstakels voornamelijk van politieke aard, niet van technische aard.” Ze vrezen dat de kapitalistische regeringen zullen blijven buigen voor de kapitalistische belangen, tenzij er een “sterke leiding” komt die verandering brengt. Wij denken dat er enkel verandering mogelijk is door op te komen voor een socialistisch alternatief.
-
Kopenhagen brengt geen oplossing
De klimaatconferentie in Kopenhagen heeft niets opgeleverd. De problemen zijn nochtans enorm groot. Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie is de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht nu op het hoogste niveau in 650.000 jaar. In Kopenhagen werd de wetenschappelijke geldigheid van het rapport van het Internationaal Panel inzake Klimaatverandering erkend. Daarin werd gewaarschuwd voor een temperatuursverandering met twee graden. De voorzitter van dit panel waarschuwde in september dat de temperatuur tegen het einde van de eeuw met zeven graden kan stijgen.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Europese hypocrisie
De Europese leiders in Kopenhagen waren er snel bij om de verantwoordelijkheid voor het mislukken van de Klimaattop aan anderen toe te schrijven. Dat is hypocriet als je weet dat dezelfde Europese leiders in eigen regio overgaan tot het liberaliseren van het openbaar vervoer. Op 17 december, terwijl de Klimaattop nog bezig was, betoogde het spoorwegpersoneel in een Europese betoging tegen de liberaliseringen. Deze betoging wordt dit jaar mogelijk gevolgd door een gemeenschappelijke Europese stakingsdag.
Ook in ons land dreigt het liberaliseringsbeleid verregaande negatieve gevolgen te hebben voor het milieu. Het goederentransport B-Cargo moet volgens de directie worden gefilialiseerd. Hierdoor zal verspreid vervoer (een konvooi van wagons van verschillende bedrijven) minder interessant zijn, daar is geen winst te rapen voor de private bedrijven. Dit gespreid vervoer heeft betrekking op zowat 80% van het goederentransport. Wat zal er gebeuren indien dit ook allemaal over de weg gebeurt? Zowel voor de veiligheid, arbeidsomstandigheden als het milieu zou dat een ramp zijn. En hiervoor kan de verantwoordelijkheid niet op de Amerikanen of de Chinezen worden afgeschoven…
Opwarming van de aarde?
Deze winter was er op het eerste gezicht weinig te merken van de opwarming van de aarde. Dit leidde er bij sommigen toe om, na het ruimen van de sneeuw, de argumentatie inzake klimaatverandering onder tafel te vegen.
Het koude weer van de afgelopen winter is het resultaat van een ongewone verandering in het weersysteem, waardoor de normale lucht die van over het warme water van de Golfstroom tot bij ons komt dat nu niet heeft gedaan. In de plaats daarvan kregen we lucht vanuit het noorden.
In 2007 was er het grootste verlies van poolijs ooit en dat warmt het poolwater op. Deze opwarming volstaat niet om het ook bij ons warmer te maken, maar het versterkt wel de trend van het verdwijnen van het poolijs. Dat leidt tot een grotere uitstoot van methaan, een broeikasgas dat 25 keer krachtiger is dan carbondioxide, dat vandaag vast zit in de permafrost. Wetenschappers stellen dat het koude smeltwater van het ijs van Groenland de Golfstroom kan afblokken. Dat kan het noordelijke Atlantische gebied de komende decennia in een nieuw ijstijdperk terecht brengen terwijl de rest van de wereld langzaam aan begint te koken. De opwarming van de aarde brengt ons dus meer sneeuw.
[/box]Klimaatveranderingen vormen een internationaal probleem en er is nood aan een internationale oplossing. De conferentie in Kopenhagen heeft aangetoond dat de wereldleiders niet in staat zijn om antwoorden te bieden op de ecologische ramp. Dat komt omdat het systeem dat zij vertegenwoordigen, het globale kapitalisme, gebaseerd is op meedogenloze concurrentie voor grondstoffen en winsten op korte termijn.
De heersende klassen van de machtigste landen gebruiken de neokoloniale wereld als goedkope bron van arbeid en grondstoffen. Daarbij zijn de mensen en het milieu van ondergeschikt belang. De ondergeschikte positie van de neokoloniale wereld bleek nogmaals in Kopenhagen: de machtigste landen hielden een conferentie binnen de conferentie en uiteindelijk werd het vage akkoord zonder volledige raadpleging aangekondigd door de VS. Ook op dit vlak leidt de hoop in Obama niet tot echte verandering.
Terwijl de wereldleiders bleven palaveren, is het probleem van klimaatverandering erg dringend. Elf van de afgelopen veertien jaar behoorden bij de warmste ooit. Het afsmelten van het poolijs versterkt en versnelt het kettingproces van ecologische vernietiging. De gassen in de bevroren ondergrond aan de polen vormen een tijdbom voor de planeet. Daartegenover is er nood aan ernstige maatregelen. De maatregelen van Kyoto waren bijzonder beperkt en zelfs deze werden niet nagekomen. Het gebrek aan antwoord op de klimaatveranderingen vormt volgens voormalig econoom van de Wereldbank Stern “het grootste falen ooit van de markt.” Waarom zouden we oplossingen dan overlaten aan de verantwoordelijken voor de markteconomie?
Er is nood aan een democratische controle van de productie door de arbeiders en de gemeenschap opdat de aanwezige middelen in de samenleving rationeel zouden kunnen worden aangewend. Er is nood aan een socialistisch alternatief zodat er voldoende kan worden geïnvesteerd in milieuvriendelijke alternatieven en een planmatige aanpak van de dioxine-uitstoot.
-
Commentaar. Opwarming van de aarde?
De afgelopen dagen was er weinig te merken van de opwarming van de aarde. Dit leidt er bij sommigen toe om de argumentatie inzake klimaatverandering onder tafel te vegen. We voelen deze winter immers zelf dat het niet bepaald warm is. Wat is er aan van dat argument en hoe kan er op worden geantwoord?
Tijdens deze koude periode is er gelukkig soms wat komische afleiding voorzien. Zo was er een column in de Britse krant Telegraph door Christopher Booker. Op 2 januari schreef hij: “Het jaar 2007, zo werd voorspeld, zou het “warmste jaar ooit” worden – waarop de globale tempraturen plots ineenstortten en meer zakten dan de volledige stijging van de 20ste eeuw.” Je hoeft niet op de schrijffout te letten, we kunnen het allemaal eens moeilijk hebben met het woord “temperatuur”, zelfs iemand die zoals Booker zijn opleiding heeft genoten aan het Corpus Christi college in Cambridge. Maar Booker misleidt zijn lezers – uiteraard zal dat wel onbedoeld zijn! – als hij suggereert dat 2007 een koud jaar was. In de werkelijkheid was dit het tweede warmste jaar sinds er metingen zijn. 2007 stond op gelijk niveau met 1998, 2005 was het warmste jaar ooit. In 2007 werd de tendens van recordtemperaturen niet stopgezet.
Booker is het daar niet mee eens. Hoe is het immers mogelijk dat het zoveel sneeuwt als er een globale opwarming van de aarde is? Het sneeuwt inderdaad en niet weinig. Maar dit standpunt van Booker is totaal niet wetenschappelijk. Wat gebeurt er met ons weer? Waarom zijn er zoveel overstromingen, sneeuwval, stormen, laat staan hittegolven en droogtes die leiden tot mislukte oogsten en stijgende voedselprijzen?
Het opwarmen van de planeet zorgt voor een stormachtiger weer. Weersystemen zijn energieker waarbij relatief stabiele weersystemen worden vervangen door onstabiele. De regen valt niet langer op het ogenblik en de plaats waar ze eeuwenlang is gevallen. Droogte en mislukte oogsten zijn het resultaat hiervan. Dat is misschien niet direct van belang voor journalisten als Booker, maar het heeft wel degelijk verregaande gevolgen voor de meerderheid van de bevolking.
Er is een grotere hoeveelheid water die verdampt en dat leidt tot meer regen of sneeuw. In de plaats van de grond te bevruchten, zijn overstromingen verantwoordelijk voor het wegspoelen van de bodem aan de top. Dit maakt de grond minder vruchtbaar en het leidt tot dood en vernielingen, zeker in laag gelegen gebieden als Bangladesh.
Het koude weer van de afgelopen dagen en weken is het resultaat van een ongewone verandering in het weersysteem waardoor de normale wind die over het warme water van de Golfstroom tot bij ons komt dat nu niet heeft gedaan. In de plaats daarvan kregen we wind vanuit het noorden.
In 2007 was er het grootste verlies van Poolijs ooit. Dat leidt tot een vicieuze cirkel: het verlies van ijs warmt het poolwater op. Die opwarming is niet sterk genoeg om het ook bij ons warmer te maken, maar het versterkt de trend van het verdwijnen van het poolijs. Dat leidt tot een grotere uitstoot van methaan, een broeikasgas dat 25 keer krachtiger is dan carbondioxide, dat vandaag vast zit in de permafrost.
Wetenschappers stellen dat het koude smeltwater van het ijs vanop Groenland de Golfstroom kan afblokken. Dat kan het noordelijke Atlantische gebied de komende decennia in een nieuw ijstijdperk terecht brengen terwijl de rest van de wereld langzaam aan begint te koken.
De komende jaren kunnen we meer sneeuw verwachten samen met de globale opwarming. Booker heeft het verkeerd voor: de globale opwarming van de aarde is wel degelijk een belangrijk en ernstig thema.
-
Kopenhagen: van groen kapitalisme tot politierepressie
In Kopenhagen bleek hoe het kapitalisme op een groene golf probeert te surfen. Van Toyota tot McDonalds, alle grote bedrijven probeerden er een graantje mee te pikken door zich groen voor te doen. Er was een immens media- en reclame-offensief om ons van de groene bedoelingen van bedrijven en regeringsleiders te overtuigen. De hoofdprijs werd wellicht afgeschoten door Coca-Cola met haar “bottle of hope”.
In Kopenhagen konden duizenden betogers de groene wagens bewonderen of gaan luisteren naar figuren als bisschop Desmond Tutu. Er waren evenementen die werden gesponsord door Siemens en Carlsberg. Naast het groene kapitalisme was er echter nog een ander gezicht van Kopenhagen: dat van harde repressie tegen onschuldige betogers.
Op de acties was radicaal-links sterk vertegenwoordigd, zeer tegen de zin van de “groene” kapitalisten die probeerden om activisme te koppelen aan hun producten om er zo publiciteit mee te verkrijgen. Onder de radicale betogers bevond zich ook een delegatie van onze organisatie, het CWI. Wij waren aanwezig met leden uit verschillende landen en pleitten voor een ander economisch systeem waarin een einde wordt gemaakt aan de verspilling die vandaag plaats vindt in de zoektocht naar steeds meer winsten. Wij pleiten voor een socialistisch alternatief en zien ons ecologische standpunt als een onderdeel van dat pleidooi voor socialisme.
Blijkbaar is het voor grote multinationals makkelijker om een standpunt naar voor te brengen dan voor antikapitalisten. De gesponsorde evenementen konden rimpeloos plaatsvinden, terwijl onze delegatie van vreedzame betogers hardhandig werd aangepakt door de politie. We moesten urenlang op de grond zitten in de kou. Een aantal betogers moest daarbij met een ambulance worden afgevoerd. Sommigen waren in shock, anderen in paniek of aan het huilen. Na een identiteitscontrole werden we midden in de nacht aan ons lot overgelaten in een wijk rond Kopenhagen.
Van de regeringsleiders en politieke verantwoordelijken moeten we geen antwoorden en oplossingen verwachten. Zij hebben de kant gekozen van de zogenaamd “groene” kapitalisten en willen zelfs onze mogelijkheden om te protesteren recupereren ten voordele van de bedrijfswereld, terwijl onze democratische rechten worden geschonden.
Als we iets willen veranderen, zullen we ons zelf moeten organiseren met de arbeiders en hun gezinnen. Er is nood aan een internationale beweging met een programma dat ingaat tegen de dominantie van de grote aandeelhouders en de grote bedrijven. De linkse socialisten willen meebouwen aan een dergelijke beweging. Dat is een enorme taak, maar de dringendheid staat buiten kijf. Aarzel zelf ook niet om je te engageren en lid te worden van het CWI en haar Belgische afdeling, de LSP.
Het groene kapitalisme in Kopenhagen…
-
Kopenhagen. LSP’ers brutaal opgepakt en urenlang vastgehouden in de kou
Afgelopen zaterdag waren er 100.000 betogers in Kopenhagen om te protesteren tegen het gebrek aan maatregelen tegen de klimaatveranderingen. Op de betoging was er een sterke anti-kapitalistische sfeer, maar het establishment deed er alles aan om dat in de kiem te smoren met doelgerichte repressie en criminalisering. Onder het mom dat het zwarte blok werd opgepakt, vielen er ook arrestaties bij onder meer Attac en 40 leden van het CWI werden opgepakt. Onder hen verschillende LSP-leden.
Zowat 1.000 betogers werden afgesloten en moesten op de koude grond zitten gedurende zes uur. Onder deze 968 waren er 40 leden van het CWI uit Zweden, België en Duitsland. De Deense politie had het over “preventieve arrestaties”. “Wij waren totaal onschuldig”, stelde Mattias Bernhardsson, een gemeenteraadslid van de Rättvisepartiet Socialisterna in het Zweedse Stockholm en één van de gearresteerden.
Het was bijzonder koud in Kopenhagen, maar toch was er een lange betoging van klimaatactivisten. Die trokken van het stadscentrum naar het congrescentrum zes kilometer verder waar de regeringsleiders bijeenkwamen voor hun onderhandelingen.
Veel betogers stelden dat de politici niet bereid zijn om het soort maatregelen te nemen dat nodig is om effectief iets te doen aan het milieu. Er is immers nood aan maatregelen die ingaan tegen de blinde winsthonger van grote kapitalistische bedrijven. Op de conferentie zelf zaten de onderhandelingen muurvast.
Zaterdag waren er ook elders klimaatbetogingen met 50.000 betogers in Australië en verder ook betogingen in Hong Kong, Manila en Berlijn. De geplande acties op zondag werden allemaal “preventief” in de kiem gesmoord. Zondag hield het CWI een persconferentie om het politiegeweld aan te klagen.
Een uitgebreid verslag vanuit Kopenhagen volgt.
-
Klimaattop in Kopenhagen. De planeet redden door tegen het kapitalisme te strijden. Democratische planning is enige oplossing
Bij de protestacties in Kopenhagen is er ook een delegatie van het CWI, de internationale organisatie waartoe LSP behoort. Een groep leden en sympathisanten uit verschillende landen voert er campagne met een socialistisch antwoord op de ecologische crisis. Ook vanuit ons land vertrekt vandaag een eerste groep leden naar Denemarken. We publiceren een vertaling van het internationale pamflet dat wordt gebruikt.
Net voor de Klimaattop van start ging, kwamen er nieuwe alarmerende cijfers.
- De uitstoot van koolstofdioxide bedraagt nu 385,2 ppm – het hoogste niveau sinds 650.000 jaar. (Wereld Meteorlogische Organisatie)
- Ondanks de Kyoto-akkoorden in 1997, is de uitstoot met 41% toegenomen sinds 1990. Vorig jaar was er ondanks de economische crisis een verdere toename met 2%, wat meer is dan het jaarlijkse gemiddelde in de jaren 1990 (aldus NatureGeoscience).
Deze ontwikkelingen komen overeen met de ergste vooruitzichten van het VN Klimaatpanel dat een temperatuursstijging van 6 graden op een eeuw tijd voorzag. Vandaag vallen er al jaarlijks 300.000 doden op basis van directe of indirecte gevolgen van klimaatverandering. Wetenschappers stellen dat er slechts zes jaar tijd is (tot 2015) opdat de huidige destructieve energieconsumptie en productie “catastrofale” gevolgen zou hebben. Dat maakt duidelijk dat onze strijd een race tegen de klok is.
De klimaatcrisis wordt veroorzaakt door het kapitalistisch systeem en haar multinationale bedrijven. De politieke leiders in Kyoto en nu in Kopenhagen hebben geen oplossingen. Hun enige doel als regeringspartijen en overheden is om te vermijden dat ze als “klimaat-boosdoeners” worden gezien, maar intussen willen ze de verantwoordelijkheid wel doorschuiven naar anderen. De handel in emissierechten biedt geen enkele oplossing, het leidt gewoon tot een verderzetting van het gebruik van fossiele brandstoffen. De traditionele politici raken niet verder dan dit soort nepoplossingen omdat ze zelf worden gecontroleerd door de grote bedrijven, niet in het minst de olie- en energiebedrijven. De nummers één en twee op de lijst van grootste bedrijven ter wereld zijn de oliegiganten Exxon en Chevron. De nummers vier en vijf zijn General Electric en Wal-Mart. Indien we de macht van deze multinationals niet tegengaan – en dus ook hun politici – dan is een oplossing voor de klimaatcrisis niet mogelijk.
Er is nood aan een globale en democratische klimaatbeweging waarin arbeiders, jongeren, arme boeren en al wie geraakt wordt door de gevolgen van de klimaatveranderingen actief is. Er kan geen enkel vertrouwen worden gesteld in de regeringen of bedrijven.
Democratisch socialisme op wereldschaal is het enige alternatief op het kapitalistische systeem. In de plaats van middelen te verspillen aan winsten, bonussen, defensie en het vernietigen van de planeet, is er nood aan een democratische planning op basis van de behoeften van de bevolking en het leefmilieu.
Het CWI verdedigt volgende eisen:
- Een doelstelling om de uitstoot met minstens 50% te verminderen tegen 2020 en met 90% tegen 2050
- Neen aan het opleggen van extra belastingen of taksen op de kap van de werkende bevolking. Laat de echte vervuilers betalen: de grote bedrijven
- Massale publieke investeringen om fossiele en nucleaire energie te vervangen door hernieuwbare energie
- Een massale overgang naar duurzaam transport, huisvesting, landbouw, bosbeheer en industrie op basis van een globale planning onder democratische arbeiderscontrole
- Het omvormen van industrieën zoals de automobiel en de koolsector, waarbij de lonen en jobs worden verdedigd en de technologische kennis wordt ingezet om sociaal nuttige en ecologische goederen te produceren
- Voor de nationalisatie van de 500 multinationals die de wereld vandaag domineren, zowel op economisch als politiek vlak
- Voor het mobiliseren en het verenigen van de dagelijkse strijdbewegingen voor jobs, welzijn en klimaat. Voor een internationale gezamenlijke strijd van vakbonden, milieugroepen en linkse partijen als Die Linke (Duitsland), NPA (Frankrijk), Syriza (Griekenland),… om socialistische en ecologisch bewuste massapartijen op te zetten
Het CWI is een internationale socialistische organisatie met afdelingen en leden in meer dan 40 landen.
- In de VS en elders zijn CWI-afdelingen actief betrokken in de anti-oorlogsbeweging en worden bijvoorbeeld scholierenstakingen georganiseerd
- In Sri Lanka, India en Pakistan komen onze afdelingen op voor de eenheid van alle arbeiders, tegen oorlog, terrorisme en etnisch/religieuze tegenstellingen
- In Griekenland nam onze afdeling het voortouw in de campagne “Green Attack” waarmee onder meer werd tussengekomen onder de slachtoffers van de verschrikkelijke bosbranden
- In Groot-Brittannië stonden onze leden vooraan onder vakbonden en jongeren in de strijd voor jobs, onder meer bij Vestas, een bedrijf dat windenergie produceert
- In Zuid-Afrika en Nigeria organiseren onze afdelingen de strijd tegen werkloosheid en besparingen in het onderwijs die het resultaat zijn van de kapitalistische globalisering en de rol van multinationals zoals Shell in Nigeria.
- In Brazilië, Chili, Venezuela en Bolivia zijn onze afdelingen actief in de strijd tegen privatiseringen en voor de rechten van de inheemse bevolking
- In Zweden is onze afdeling actief betrokken in campagnes tegen de aanleg van een nieuwe autosnelweg, voor de nationalisatie van de automobielsector om jobs te redden en de productie te herorganiseren, voor een betere planning van het transport en gratis en degelijk openbaar vervoer, tegen de rechtse regering en haar aanvallen op arbeiders en milieu
- In juni werd Joe Higgins van de Ierse Socialist Party verkozen in het Europees parlement na verschillende lokale massacampagnes, onder meer tegen een waterbelasting en voor de verdediging van Turkse bouwvakkers. Bij de Europese verkiezingen versloeg Joe Higgins de kandidaat van de grootste regeringspartij die al 20 jaar Europarlementslid was. Het CWI heeft ook gemeenteraadsleden in Australië, Duitsland, Engeland, Ierland en Zweden.
-
Op naar Kopenhagen… en terug naar af
Het voordeel van Grote Internationale Conferenties is dat je er makkelijk op voorhand een artikel over kunt schrijven. Het verloop van het gebeuren rond deze conferenties is immers even voorspelbaar als het jaarlijkse bezoek van de sint aan de brave kinderen.
Dossier door Jean Peltier. Dit artikel verscheen in de decembereditie van Socialistisch Links
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Lees ook
- Klimaattop in Kopenhagen. Loze beloften van het Chinese regime?
- Klimaattop. Veel woorden, geen daden
- Tegen de klimaatveranderingen: nood aan socialistische planning
- Milieu en de schokstrategie. Castrofes voor ons, “opportuniteiten” voor hen
- Socialisme is nodig als antwoord op ecologische en economische crisis
- LSP-brochure over ecologie
[/box]
Het begint met een maandenlang durend mediabombardement over de enorme inzet en de nood aan historische beslissingen. Vervolgens wordt de toon wat alarmerend: de voorafgaande onderhandelingen tussen de grootmachten verlopen stroef, iedereen houdt voet bij stuk en er is geen enkele vooruitgang. De wereld houdt zijn adem in.
Uiteindelijk vindt de top plaats onder grote mediabelangstelling met duizenden correspondenten ter plaatse. Het geheel wordt afgesloten met een triomfantelijke verklaring waarin alle goede intenties worden herhaald en waarin de afwezigheid van enige “concrete en bindende beslissingen” handig wordt toegedekt. Dat weerhoudt de journalisten er overigens niet van om nog enkele dagen verder te borduren op de enorme uitdagingen. Enkele moedige wetenschappelijke stemmen proberen intussen gehoor te vinden voor hun ontgoocheling en hun bekommernissen. Tenslotte verdwijnt de aandacht en is het uitkijken naar de volgende Grote Conferentie.
De Klimaattop in Kopenhagen is geen uitzondering op de regel. De inzet en de dringendheid zijn enorm. Tegelijk is nu reeds duidelijk dat er geen maatregelen zullen komen om effectief de strijd tegen de klimaatveranderingen te voeren.
Onhoudbare opwarming
In 2007 bevestigde een rapport van het Internationaal Panel inzake Klimaatverandering (IPCC) reeds dat een temperatuursstijging van meer dan twee graden in vergelijking met het pre-industriële tijdperk (amper twee eeuwen geleden!) catastrofale gevolgen met zich mee zou brengen. Vandaag stellen de meeste wetenschappers dat de temperatuur met meer dan twee graden zal toenemen, er wordt uitgegaan van een stijging met drie tot zes graden tegen het einde van de eeuw.
Naarmate de temperatuur toeneemt, zijn de oceanen steeds minder in staat om uitstootgassen op te nemen. Bovendien bevindt er zich heel wat koolstof onder de permafrost (permanent bevroren ondergrond in de polaire gebieden). Indien deze koolstof allemaal vrij komt door het afsmelten van de polen, gaat het om meer CO2 dan er momenteel in de atmosfeer zit. Experts stellen dat een verdere toename van de uitstoot van koolstofdioxide, sulfaat en stikstofdioxide aan het actuele stijgingsritme binnen de 100 jaar tot catastrofes zal leiden. We bevinden ons aan de drempel van een onomkeerbare situatie waarbij er niets meer mogelijk is om de klimaatveranderingen te stoppen.
Sommigen denken dat de globale opwarming ons zou toe laten om pakweg kiwi’s te kweken in Mechelen of om in badpak over de kerstmarkt van Luik te paraderen. In de werkelijkheid betekent een globale opwarming vooral een versnelde opmars van de woestijnen in Afrika en Azië. Daarnaast bedreigt een stijging van de zeespiegel dicht bevolkte kustgebieden en leidt het tot een toename het aantal cyclonen, stormen en overstromingen. Het afsmelten van eeuwige sneeuw en ijs in de Himalaya, een reële mogelijkheid in deze eeuw, zou de grote Indische rivieren droog leggen. Het aantal klimaatvluchtelingen zou hierdoor met tientallen tot honderden miljoenen mensen toenemen.
Het gebruik van fossiele energiebronnen – gas, olie, kolen – is de belangrijkste bron van uitstoot van broeikasgassen. Dat vormt de basis voor klimaatveranderingen. Niets wijst op enige verandering op dat vlak. Het laatste rapport van het Internationaal Energie Agentschap stelt vast dat fossiele energiebronnen in 2030 nog steeds goed zullen zijn voor 80% van het energiegebruik.
Markt: niet efficiënt voor de meerderheid, winstgevend voor de minderheid
Sinds de eerste klimaatconferentie in Rio (1992) stapelen de rapporten en conferenties zich op. De toon wordt steeds alarmerender. Hoe komt het dan dat er niets – of toch heel weinig – verandert?
Een eerste reden is dat de “groene” beleidsmaatregelen van de regeringen en instellingen als de EU, Wereldbank en IMF vertrekken van de belangen van de zakenwereld. De strijd tegen de globale opwarming wordt bekeken vanuit een financieel oogpunt en niet vanuit een miliestandpunt op langere termijn.
Het meest frappante voorbeeld is dat van de handel in “emissierechten”. De meest vervuilende landen kunnen rustig verder veruilen, maar dan moeten ze wel “emissierechten” opkopen van landen met minder vervuiling. Het resultaat hiervan is dat er weinig wordt gedaan tegen de vervuiling. Op financieel vlak vormt deze handel wel een geliefkoosd onderwerp van speculatie (1).
Er zijn ook andere mechanismen waarmee de grote energiemultinationals hun projecten met fossiele energiebronnen verder uitbreiden. Zo wordt gewerkt met compensatiemaatregelen: het planten van bomen om CO2 op te nemen, het opslaan van CO2 onder de grond,… De winst gaat telkens naar de multinationals: ze blijven enorme winsten maken met hun klassieke vervuilende producten en ze krijgen tegelijk subsidies en goedkoop krediet om alternatieven te ontwikkelen die misschien niet erg efficiënt zijn op ecologisch vlak, maar die wel kunnen worden doorverkocht aan andere bedrijven.
Een andere reden waarom de klimaatpolitiek vandaag zo weinig zoden aan de dijk zet, komt voort uit het feit dat de “slechte wil” niet beperkt is tot de grote bedrijven. Ondanks alle mooie woorden van Obama blijven de VS zich verzetten tegen een bindend klimaatakkoord. De Amerikaanse regering vreest immers dat dit de economische problemen in het land zou versterken en haar leidinggevende economische positie kan bedreigen. Opkomende machten als China, India of Rusland verzetten zich tegen maatregelen die hun economische ontwikkeling kunnen afremmen. Minder ontwikkelde landen stellen dat ze wel maatregelen willen nemen als ze daar financiële middelen toe krijgen van rijkeren landen. Die wijzen dat uiteraard af.
Zowel de bedrijven als de regeringen volgen dezelfde dominante kapitalistische concurrentie- en winstlogica. Dat gaat ten koste van de bevolking en het milieu.
Komt het socialisme te laat?
De uitdagingen voor het klimaat en het milieu zijn dermate groot en dringend dat sommigen ter linkerzijde menen dat discussies over de nood aan een socialistisch antwoord op de ecologische crisis te laat komen. Het argument luidt dat er geen socialisme mogelijk is op een dode planeet en dat bijgevolg onmiddellijk moet worden gehandeld.
Uiteraard vinden ook wij dat er snel en doeltreffend moet worden opgetreden. De afgelopen decennia zagen we evenwel dat er weinig resultaat wordt bereikt als de beslissingen en het toepassen ervan overgelaten worden aan de grote bedrijven en de regeringen. Waarom zou dat nu plots veranderen? Om sneller en doeltreffender het milieu te redden, moeten we net ingaan tegen het kapitalistisch systeem.
Als de productie aan de kapitalistische concurrentie- en winstlogica wordt onttrokken, dan wordt het mogelijk om een einde te stellen aan onnodige productie en vervuilende energie. De nadruk kan dan liggen op maatschappelijk nuttige productie en de ontwikkeling van duurzame en propere energie. Er zouden al heel wat middelen vrijkomen indien enkel nog maar een einde wordt gesteld aan uitgaven als bewapening, reclame of financiële speculatie. Deze middelen kunnen worden aangewend voor onderzoek naar en de ontwikkeling van andere energiebronnen.
Een dergelijke omvorming kan uiteraard niet van bovenaf worden opgelegd door een “verlichte” minderheid. Het is pas mogelijk op basis van een brede democratische discussie op alle niveaus (werkvloer, wijken, gemeenten, regionaal, nationaal en internationaal). Dat moet leiden tot duidelijke keuzes en een democratische planning van de productie in functie van de behoeften van de mensheid en niet voor de winsten van een minderheid van grote aandeelhouders, bankiers en patroons.
Hiertoe is het noodzakelijk dat de reële macht niet langer wordt overgelaten aan de kapitalisten maar in handen komt van de meerderheid, de arbeiders, boeren en armen. Het socialisme is niets dat pas na het redden van de planeet op de agenda staat. Het is een voorwaarde voor de reddingsoperatie.
(1) In het novembernummer van Socialistisch Links werd daar dieper op ingegaan. Zie de online versie van dit artikel
-
5 december. 14u, Luxemburgplein, Brussel. Klimaatactie
Van 7 tot 18 december verzamelt de Verenigde Naties in Kopenhagen. De top die daar zal plaatsvinden heeft als doel een opvolger te bekomen voor het Kyotoprotocol dat in 2012 eindigt.
Oproep uit de ALS-krant door Tibauld (Luik)
Een akkoord zal echter door het steeds erger worden van de ecologische schade en een gebrek aan politieke wil in de ontwikkelde kapitalistische landen naar alle verwachtingen niet bereikt worden. Daardoor is de kans dat in Kopenhagen zelf, maar ook in vele andere landen, tijdens de top grote acties plaats zullen vinden nog nooit zo groot geweest. De Actief Linkse Studenten steunen de actie die op 5 december doorgaat te Brussel.
Tijdens deze actie willen we jongeren ontmoeten die net als wij op zoek zijn naar echte oplossingen voor het klimaatsprobleem. Voor ons kunnen de klimaatsproblemen slechts opgelost worden indien de voornaamste industriesectoren genationaliseerd en onder democratische arbeiderscontrole geplaatst worden. Enkel een democratisch geplande economie, waarin het doel is te produceren naar de behoeften van de maatschappij en niet langer naar de winsthonger van een minderheid, kan zorgen voor een efficiënt gebruik van natuurlijke bronnen en een verschuiving naar een minder vervuilende economie.
Een ware ecologische samenleving is onlosmakelijk verbonden met de strijd voor de rechten van werknemers. Neem deel en help ons deze actie tot een goed einde te brengen.
- Ons archief over ecologie
- LSP-brochure over ecologie
-
Film. “Het Titanic-syndroom” van Nicolas Hulot
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
RECENSIES op SOCIALISME.be
Boek
- “Het andere Duitsland. De voormalige DDR 20 jaar na de val van de Muur” door Jeroen Kuiper
- "De beschavingsmachine. Wij en de islam” door Ico Maly
- "Grenzeloos India. De achterkant van de globalisering" door Patrick De Vos
- “Luisteren naar de sprinkhanen” van Arundhati Roy
- “Big business met nazi-Duitsland” van Jacques Pauwels
- “Forgotten Armies” van Christopher Bayly en Tim Harper
- “Hoe de rijken de planeet vernietigen” van Hervé Kempf
- "Gaza, Geschiedenis van de Palestijnse tragedie" van Lucas Catherine en Charles Ducal
- “De dreiging van chaos” van Ahmed Rashid
Film/ Muziek
- "District 9" van Neill Blomkamp
- "Capitalism: A love story" van Michael Moore
- “City of Life and Death” van Lu Chuan
- Veertig jaar geleden: de split van de Beatles
- Anti-Flag: “The people or the gun” en Interview met de drummer van Anti-Flag
[/box]
De nieuwe film van de Fransman Nicolas Hulot werd onthaald met een salvo van gunstige kritieken. Hulot maakte onder meer de televisiereeks Ushuaia. Die reeks kreeg wel wat kritiek omwille van de toon die niet veel verder ging dan het mooi voorstellen van de natuur en ook omwille van de narcistische en gespeeld avontuurlijke positie van Hulot zelf. De afgelopen tijd was Hulot zich steeds kritischer gaan opstellen tegenover de crisissen waarmee de wereld wordt geconfronteerd. Hij haalde uit naar het gebrek aan antwoord van de machtigen der aarde. Deze film moest het verband leggen tussen de verschillende crisissen. Is die doelstelling ingelost?
Het eerste wat opvalt zijn de beelden. Deze zijn mooi, soms verbazend, vaak verrassend en zijn zeer precies. De permanente confrontatie tussen de overconsumptie, opgepropt door de reclame, en de harde realiteit van het dagelijkse leven, de enorme weelde en de abjecte armoede, de monsterlijke groei van de steden en het leven van zij die opgeofferd worden in de buitenwijken en de riolen, de immense industriële installaties en de landschappen die zich meer en meer omvormen tot woestijnen. Dit alles leidt regelmatig tot shocks bij de kijker en doet hen nadenken (zelfs al is sequentie van beelden soms te hoog en laat het de kijker die niet elke dag op R&B clips danst verbouwereerd achter in zijn zetel).
Een ander aspect is de commentaar. Qua vorm blijft de film steken bij wat typisch is voor Hulot. Diep existentiële vragen, opgewekte emoties tot een nadrukkelijk pessimisme, het komt allemaal voor in de film. Maar wat ook de opstelling is, de commentaar van Hulot wordt afgerammeld op een traag en zeurderig toontje dat doet denken aan een preek van een pastoor uit de beste Jezuïetentraditie.
Inhoudelijk is het al niet veel beter. Het is niet zomaar een film over de “natuur” of een puur ecologische film. Hulot stelt meermaals dat er verbanden zijn tussen de verschillende crisissen: economisch, ecologisch, sociaal, moreel. Maar hij legt die verbanden nooit echt uit. Op een bepaald ogenblik gaat hij wel wat verder en klaagt hij met een omweg het “wilde kapitalisme” aan dat “alles omvormt tot waren.” Hulot besluit om niet te ver in te gaan op die stelling en houdt zich voor de rest bezig met aanvallen op de “vooruitgang” van het “dolgedraaide systeem” dat een evolutie kent “die aan onze controle is ontsnapt.” Het wordt een mooie en vrij volledige verzameling van gemeenplaatsen die zodanig algemeen zijn dat het voor iedereen aanvaardbaar is en waarbij niemand wordt geschoffeerd. Meteen wordt echter ook geen enkele verantwoordelijke aangeduid voor de chaos en de problemen.
Als Hulot op het einde van de film probeert om enkele antwoorden aan te reiken, is er geen spoor meer terug te vinden dat “wilde kapitalisme”, zelfs niet van het kapitalisme tout court. Blijven over: oproepen om te consuminderen en anders te consumeren, om opnieuw te leren “delen” en “besparen”, om “te onthaasten” en “tijd te nemen”, om “opnieuw onze limieten vast te leggen”, … en meer van die individualiserende preken die schuld leggen bij diegenen die vandaag geen andere keuze hebben dan een overlevingsstrijd te voeren om te leven.
De film start met de vaststelling dat de wereld aan de rand van de afgrond staat en dat alle crisissen onderling verbonden zijn, maar eindigt met de suggestie dat we de wereld kunnen redden door een GSM minder te kopen en de overschotten van onze maaltijd te sorteren. Hulot lijkt niet te beseffen dat zelfs het sensibiliseren van alle mensen rond ecologische problemen waardoor iedereen gaat recycleren, composteren, biologisch eten,… niet zou volstaan. De grote vervuilende industriële productie wordt niet omgevormd zolang de vervuiling een makkelijkere en snellere toegang tot winst oplevert. De bedrijfswereld wordt daarin gesteund door hun respectievelijke regeringen. Dat is niet omdat ze “slecht geïnformeerd” of “egoïstisch” zijn, maar wel omdat de winst- en concurrentielogica de grondslag van het kapitalisme vormt. Er is niet zoiets als “wild” kapitalisme tegenover “tam” kapitalisme.
Bij het verlaten van de cinemazaal heb je het gevoel dat Nicolas Hulot niet bereid is om de tak waarop hij zo comfortabel zit, af te zagen. Zijn producties op televisie hebben veel succes, hij wordt gesponsord door RF1, EDF, Orange, L’Oréal en andere grote multinationals. Zijn droombeeld van een “groen” of “redelijk” kapitalisme blijft intussen denkbeeldig.
Langs Franstalige kant is er veel te doen om de film van Hulot. “Het Titanic-syndroom” is een aanrader omdat de beelden vaak een oproep tot verzet vormen tegen het systeem dat de Titanic naar zijn ondergang leidt. Maar als de kapitein van de boot moet worden vervangen, dan verkies ik niet Hulot om het roer over te nemen.
> Ons archief over ecologie