Film. “Het Titanic-syndroom” van Nicolas Hulot

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

RECENSIES op SOCIALISME.be

Boek

  • “Het andere Duitsland. De voormalige DDR 20 jaar na de val van de Muur” door Jeroen Kuiper
  • "De beschavingsmachine. Wij en de islam” door Ico Maly
  • "Grenzeloos India. De achterkant van de globalisering" door Patrick De Vos
  • “Luisteren naar de sprinkhanen” van Arundhati Roy
  • “Big business met nazi-Duitsland” van Jacques Pauwels
  • “Forgotten Armies” van Christopher Bayly en Tim Harper
  • “Hoe de rijken de planeet vernietigen” van Hervé Kempf
  • "Gaza, Geschiedenis van de Palestijnse tragedie" van Lucas Catherine en Charles Ducal
  • “De dreiging van chaos” van Ahmed Rashid

Film/ Muziek

  • "District 9" van Neill Blomkamp
  • "Capitalism: A love story" van Michael Moore
  • “City of Life and Death” van Lu Chuan
  • Veertig jaar geleden: de split van de Beatles
  • Anti-Flag: “The people or the gun” en Interview met de drummer van Anti-Flag

[/box]

De nieuwe film van de Fransman Nicolas Hulot werd onthaald met een salvo van gunstige kritieken. Hulot maakte onder meer de televisiereeks Ushuaia. Die reeks kreeg wel wat kritiek omwille van de toon die niet veel verder ging dan het mooi voorstellen van de natuur en ook omwille van de narcistische en gespeeld avontuurlijke positie van Hulot zelf. De afgelopen tijd was Hulot zich steeds kritischer gaan opstellen tegenover de crisissen waarmee de wereld wordt geconfronteerd. Hij haalde uit naar het gebrek aan antwoord van de machtigen der aarde. Deze film moest het verband leggen tussen de verschillende crisissen. Is die doelstelling ingelost?

Door Jean Peltier

Het eerste wat opvalt zijn de beelden. Deze zijn mooi, soms verbazend, vaak verrassend en zijn zeer precies. De permanente confrontatie tussen de overconsumptie, opgepropt door de reclame, en de harde realiteit van het dagelijkse leven, de enorme weelde en de abjecte armoede, de monsterlijke groei van de steden en het leven van zij die opgeofferd worden in de buitenwijken en de riolen, de immense industriële installaties en de landschappen die zich meer en meer omvormen tot woestijnen. Dit alles leidt regelmatig tot shocks bij de kijker en doet hen nadenken (zelfs al is sequentie van beelden soms te hoog en laat het de kijker die niet elke dag op R&B clips danst verbouwereerd achter in zijn zetel).

Een ander aspect is de commentaar. Qua vorm blijft de film steken bij wat typisch is voor Hulot. Diep existentiële vragen, opgewekte emoties tot een nadrukkelijk pessimisme, het komt allemaal voor in de film. Maar wat ook de opstelling is, de commentaar van Hulot wordt afgerammeld op een traag en zeurderig toontje dat doet denken aan een preek van een pastoor uit de beste Jezuïetentraditie.

Inhoudelijk is het al niet veel beter. Het is niet zomaar een film over de “natuur” of een puur ecologische film. Hulot stelt meermaals dat er verbanden zijn tussen de verschillende crisissen: economisch, ecologisch, sociaal, moreel. Maar hij legt die verbanden nooit echt uit. Op een bepaald ogenblik gaat hij wel wat verder en klaagt hij met een omweg het “wilde kapitalisme” aan dat “alles omvormt tot waren.” Hulot besluit om niet te ver in te gaan op die stelling en houdt zich voor de rest bezig met aanvallen op de “vooruitgang” van het “dolgedraaide systeem” dat een evolutie kent “die aan onze controle is ontsnapt.” Het wordt een mooie en vrij volledige verzameling van gemeenplaatsen die zodanig algemeen zijn dat het voor iedereen aanvaardbaar is en waarbij niemand wordt geschoffeerd. Meteen wordt echter ook geen enkele verantwoordelijke aangeduid voor de chaos en de problemen.

Als Hulot op het einde van de film probeert om enkele antwoorden aan te reiken, is er geen spoor meer terug te vinden dat “wilde kapitalisme”, zelfs niet van het kapitalisme tout court. Blijven over: oproepen om te consuminderen en anders te consumeren, om opnieuw te leren “delen” en “besparen”, om “te onthaasten” en “tijd te nemen”, om “opnieuw onze limieten vast te leggen”, … en meer van die individualiserende preken die schuld leggen bij diegenen die vandaag geen andere keuze hebben dan een overlevingsstrijd te voeren om te leven.

De film start met de vaststelling dat de wereld aan de rand van de afgrond staat en dat alle crisissen onderling verbonden zijn, maar eindigt met de suggestie dat we de wereld kunnen redden door een GSM minder te kopen en de overschotten van onze maaltijd te sorteren. Hulot lijkt niet te beseffen dat zelfs het sensibiliseren van alle mensen rond ecologische problemen waardoor iedereen gaat recycleren, composteren, biologisch eten,… niet zou volstaan. De grote vervuilende industriële productie wordt niet omgevormd zolang de vervuiling een makkelijkere en snellere toegang tot winst oplevert. De bedrijfswereld wordt daarin gesteund door hun respectievelijke regeringen. Dat is niet omdat ze “slecht geïnformeerd” of “egoïstisch” zijn, maar wel omdat de winst- en concurrentielogica de grondslag van het kapitalisme vormt. Er is niet zoiets als “wild” kapitalisme tegenover “tam” kapitalisme.

Bij het verlaten van de cinemazaal heb je het gevoel dat Nicolas Hulot niet bereid is om de tak waarop hij zo comfortabel zit, af te zagen. Zijn producties op televisie hebben veel succes, hij wordt gesponsord door RF1, EDF, Orange, L’Oréal en andere grote multinationals. Zijn droombeeld van een “groen” of “redelijk” kapitalisme blijft intussen denkbeeldig.

Langs Franstalige kant is er veel te doen om de film van Hulot. “Het Titanic-syndroom” is een aanrader omdat de beelden vaak een oproep tot verzet vormen tegen het systeem dat de Titanic naar zijn ondergang leidt. Maar als de kapitein van de boot moet worden vervangen, dan verkies ik niet Hulot om het roer over te nemen.

> Ons archief over ecologie

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop