Category: Blokbuster

  • Ook in Berlaar meer antifascisten dan aanhangers Dewinter

    ACTIE

    Ook in Berlaar meer antifascisten dan aanhangers Dewinter

    17 april 2023

    De afgelopen weken werd het omvolkingscomplot van het Vlaams Belang overschaduwd door de antiwoke waanzin van De Wever. Dit zal de electorale groei van het VB niet stoppen. Het maakt racisme en verdeeldheid net meer aanvaardbaar.

    Artikel vanop blokbuster.be

    Dewinter zet ondertussen zijn tournee met boekvoorstelling verder. Zaterdag was hij in Berlaar, bij Lier. Dat is tevens de uitvalsbasis van Voorpost-veteraan Luc Vermeulen. Het moest een thuismatch worden voor Dewinter en co, maar dat werd het niet.

    De oproep voor een tegenactie circuleerde breed in de gemeente en daarbuiten. Uiteindelijk waren er volgens de media 80 antifascistische betogers en 60 toehoorders voor Dewinter. Dat is opmerkelijk: extreemrechts voert hier al maandenlang campagne tegen een asielcentrum. 

    Aanvankelijk kwamen extreemrechtse elementen poolshoogte nemen van de tegenactie, maar ze konden enkel vaststellen dat de antifascisten met meer waren. De tegenactie was een bonte mengeling van bezorgde buurtbewoners en antifascistische activisten, zoals wijzelf. Erg positief was dat alle aanwezigen iets konden zeggen door de megafoon. Zo’n open micro versterkt de actie. Louis van Actief Linkse Studenten gebruikte dit om te pleiten voor een benadering die sociale eisen centraal stelt. 

    Artikel in Het Nieuwsblad: https://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230415_96952338

  • Wanhoop levert extreemrechts stemmen op, maar een antwoord erop heeft het niet

    De verkiezingsoverwinning van Meloni in Italië en de couppoging van Bolsonaro-aanhangers in Brazilië zetten extreemrechts opnieuw in de schijnwerpers. Waarom wint extreemrechts, honderd en een half jaar na Mussolini’s mars op Rome in Italië? Waarom verliest Bolsonaro na amper één termijn zijn schijnbaar enorme macht? Wat maakt dat Vlaams Belang mogelijk afstevent op een monsterscore in 2024?

    door Koerian (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Crisis en wanhoop

    Extreemrechts bouwt op wanhoop. Wanneer mensen niet meer in staat zijn een huis te kopen, aanschuiven aan de voedselbank, geen bed meer krijgen in het ziekenhuis én geen haalbare weg uit die miserie zien, dan wint de verdeeldheid van haatzaaiers als Van Langenhove, Meloni, Orban of Bolsonaro terrein. Vandaag is zo’n moment. Het kapitalisme is in haar diepste crisis sinds de jaren ‘30. Stijgende prijzen hollen lonen uit, huizen en huren worden onbetaalbaar, onderwijs en ziekenzorg staan op barsten.

    Extreemrechts kan scoren in een context van tekorten en sociale problemen. Het bouwt bovendien een sociale basis uit onder verwarde mensen en onder de meest geprecariseerde lagen van de samenleving. De bestorming van het Capitool en de bestorming in Brasilia zijn hier uitingen van.

    Sociaal vernis…

    Extreemrechts legt steeds vaker een laagje sociaal vernis over haar haat. Het Vlaams Belang benadrukte in haar vorige verkiezingscampagne de eis van een minimumpensioen van 1500 euro na 40 jaar werken. Orban en de Poolse PiS-regering trokken de kinderbijslag op. Meloni probeert haar vlaktaks van 15% te verkopen als een maatregel voor de middenklasse. Bolsonaro werd verkozen op een anticorruptie discours en probeerde met een wirwar aan kleine uitkeringen afgelopen lente te scoren in aanloop naar de verkiezingen. Het toont dat ook extreemrechts de druk voelt om met sociale antwoorden te komen. Extreemrechts moet worden gezien als anti-establishment, want haat alleen is niet genoeg om de demagogie drijvend te houden.

    … bladert snel af

    De realiteit van extreemrechts aan de macht is echter allesbehalve sociaal. Steeds opnieuw verdedigt uiterst rechts de belangen van het kapitaal.

    Het Vlaams Belang stemde tegen de verhoging van het minimumloon, voor de jacht op langdurig zieken, voor de loonnormwet van ‘96 die tot op de dag van vandaag onze lonen blokkeert. Orban sneed in energiesubsidies. Bolsonaro verhoogde de pensioenleeftijd en verlaagde het weduwenpensioen.

    Meloni verklaarde meteen haar trouw aan de EU en de NAVO. Ze wil als een betrouwbare partner worden gezien door de heersende klasse. De Italiaanse begroting hangt af van een Europees stimuluspakket van 191,5 miljard euro (68,9 miljard subsidies en 122,6 miljard leningen). Zo is de regering van Meloni met handen en voeten gebonden aan de dictaten van de EU. Om de aankomende besparingen makkelijker door te drukken, voerde de regering het zogenaamde Rave-decreet door. Dat is niet enkel gericht tegen raves, maar tegen alle activiteiten die ‘de openbare orde in het gedrang brengen’. Er zijn celstraffen mogelijk van 3 tot 6 jaar voor de organisatoren. Het zal niet lang duren voor die wet tegen stakingen en protestacties wordt ingezet. Het racisme, seksisme en de LGBTQIA+ fobie dienen hetzelfde doel: protest tegen het asociale beleid gewelddadig breken.

    Dat asociale beleid is ook de grootste zwakte van extreemrechts. Na een eerste regeringsdeelname begin deze eeuw verloor de Oostenrijkse FPÖ meer dan de helft van haar stemmen. Er was breed protest tegen een aanval op de pensioenen. In mei 2019 viel de regering van conservatieven en extreemrechts na protest tegen de invoering van een 12-urige werkdag en besparingen in de gezondheidszorg. En dan was er ook nog een corruptieschandaal rond FPÖ-voorzitter Strache. Bolsonaro en Trump verloren steun door stijgende armoede, een gefaald COVID-beleid en hun eigen corruptie. Ook in Hongarije zijn het protesten tegen recente besparingen die Orbans grootste uitdaging vormen.

    Minste kwaad

    Wanneer extreemrechts dreigt een verkiezingsoverwinning te halen, kiezen veel mensen voor het minste kwaad. Begrijpelijk, onderdrukte lagen willen een snel einde aan een klimaat van gewelddadige discriminatie. Onder Lula en Biden zal discriminatie en haat minder op de voorgrond treden dan onder Bolsonaro en Trump. Voor mensen van kleur maakt het wel degelijk een verschil of Macron of Le Pen Frans president is. Anderzijds blijft het pro-kapitalistisch beleid van Lula en Biden de voedingsbodem voor extreemrechts groter maken.

    Bovendien is het minste kwaad steeds minder een garantie op een overwinning. De diepte van de sociale crisis zorgt voor een diepe woede tegen het establishment. Beroep doen op dat establishment om erger te voorkomen, werkt steeds minder. Biden en Lula wonnen nipt in verkiezingen met een erg lage opkomst. Een coalitie van vrijwel alle burgerlijke partijen kon Orban niet verslaan in Hongarije, noch konden grote electorale blokken PiS uitdagen in Polen.

    Strijd voor een sociaal programma

    Extreemrechts stoppen kan enkel door met links en de vakbonden in het offensief te gaan voor hogere pensioenen, uitkeringen en lonen, een arbeidsduurvermindering met loonbehoud, herinvesteringen in publieke diensten: een programma dat een antwoord biedt op de directe noden van mensen. Zo kan de individuele wanhoop die extreemrechts stemmen oplevert met haar radicaal discours plaatsmaken voor collectieve strijd  voor sociale verandering. Dit kan echter onmogelijk verwezenlijkt worden op een duurzame manier binnen een systeem dat winsten van een kleine minderheid boven de noden en levens van de meerderheid stelt. Socialisme of barbarij is nog steeds de keuze waar we voor staan.

  • De extreemrechtse dreiging. Welk antwoord?

    Begin dit jaar was er de bestorming van de Braziliaanse hoofdstad door aanhangers van Bolsonaro. In België wordt gediscussieerd over het gevaar van extreemrechts in 2024. Redenen genoeg om dieper in te gaan op de dreiging en de antwoorden die de arbeidersbeweging hierop kan bieden. Eind 2021 brachten we het boek ‘Consequent antifascisme’ uit met daarin enkele voorstellen van hoe een antifascistisch programma er kan uitzien. Hieronder een uittreksel uit dat boek.

    https://nl.socialisme.be/94991/de-extreemrechtse-dreiging-wat-te-doen-antifascistische-strategieen

    Het kapitalisme heeft verdeeldheid nodig om de macht in handen van een kleine groep superrijken te houden. Er is geen kapitalisme zonder racisme, zoals Malcolm X al vaststelde. Het betekent ook dat antiracisten en antifascisten zich in hun antwoorden niet op het kapitalisme mogen richten. Enkele grote lijnen van een antifascistische benadering vandaag.

    Onderdrukking stoppen door samen voor sociale eisen te strijden

    De ongelijkheid neemt vandaag historische proporties aan. Terwijl superrijken in een prestigieuze wedloop verwikkeld zijn om als eerste miljardair naar de ruimte te gaan, vallen er langs de andere kant van het sociale spectrum steeds meer mensen uit de boot.

    Ongelijkheid in het onderwijs, minder kans om werk te vinden, meer kans op armoede … Het treft een groeiende groep, ook bij ons. En binnen die groep is het aandeel van mensen met een migratieachtergrond bijzonder groot. Zo is het moeilijker om werk te vinden. De tewerkstellingsgraad voor 20 tot en met 64-jarigen bedroeg in Vlaanderen 74% voor mensen met de Belgische nationaliteit, onder de groep niet in de EU geboren mensen is dat slechts 53%. In 2017 had 71% van de leerlingen in het laatste jaar secundair onderwijs met een buitenlandse nationaliteit één of meer jaren vertraging, tegenover 31% van de leerlingen met de Belgische nationaliteit. Het PISA-onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs gaf in 2015 aan dat er een verschil van meer dan 80 punten was inzake wetenschappelijke geletterdheidsschaal tussen leerlingen met en die zonder een migratieachtergrond. Eén jaar scholing wordt gelijkgesteld met ongeveer 30 punten. Het verschil is het op één na grootste in de 15 geteste EU-landen.

    Mensen met een migratieachtergrond worden meer gecontroleerd door de politie. Rond deze ethnic profiling zijn er weinig exacte cijfers beschikbaar voor ons land. Een bevraging van de politiezone Antwerpen in 2020 gaf aan dat 14% van de respondenten met een migratieachtergrond al eens gecontroleerd werd, tegenover 7% van de respondenten zonder migratieachtergrond. Dodelijk politiegeweld treft eveneens heel wat mensen met een migratie-achtergrond. Hun namen zijn bekend: Semira, Mawda, Mehdi, Adil …

    Heel wat sociale spanningen zijn het resultaat van tekorten. Dit zien we op heel wat vlakken: kijk maar naar het toenemend aantal incidenten tijdens recreatie in de steeds verder krimpende openbare ruimte. Waar kunnen jongeren zich nog gratis ontspannen? Zelfs grote delen van het strand zijn geprivatiseerd om er winstgevende strandbars te vestigen. Waar zijn er toegankelijke zalen voor feestjes? Het neoliberale beleid heeft gratis en toegankelijke ontspanningsmogelijkheden afgebouwd. De tekorten in de publieke ruimte worden steeds zichtbaarder, zeker in coronatijden werd dit duidelijk. Maar zelfs voordien waren er alarmbellen. Het buitenspeelonderzoek van Kind en Samenleving toonde aan dat in 2019 37% minder kinderen buiten speelden dan in 2008, in stedelijke wijken was er een daling met de helft. Het genderonevenwicht is het grootst in de leeftijdsgroep van 9 tot 11 jaar: meisjes zijn slechts goed voor 27% van de buiten spelende kinderen in die groep. Te weinig ruimte maakt dat meisjes zich sneller weggeduwd voelen door jongens. Een gebrek aan investeringen in jeugdwerk verhoogt de sociale spanningen, stelde het onderzoek vast.

    Het antwoord van het Gentse stadsbestuur op spanningen en zelfs vechtpartijen in de Blaarmeersen in het voorjaar van 2021 bestond uit een verplichte reservatie en een streefcijfer voor het maximaal aantal bezoekers van buiten de provincie. Dat biedt natuurlijk geen antwoord. Er moeten meer publieke ontspanningsmogelijkheden komen. Lokale besturen in Vlaanderen verstoppen zich daarbij graag achter de tekorten in Brussel. Die zijn er inderdaad, maar dit mag niet gebruikt worden om het eigen beleid van privatisering van openbare ruimte en gebrek aan gratis ontspanningsmogelijkheden voor jongeren weg te moffelen. Dat zijn bovendien niet de enige problemen. Het tekort aan betaalbare huisvesting bijvoorbeeld zorgt voor discriminatie en beperkt de persoonlijke ruimte van wie niet rijk is. Het neoliberaal beleid zorgt voor tekorten en onderdrukking in alle domeinen van ons leven.

    Sociale problemen vereisen sociale oplossingen: geen politierepressie, maar massale publieke investeringen voor onderwijs, gezondheidszorg en degelijke jobs. We verzetten ons actief tegen racisme en politiegeweld, we eisen gerechtigheid voor de slachtoffers ervan. Tegelijk brengen we alternatieven naar voren: samen strijden tegen de tekorten die tot sociale spanningen leiden. Dit betekent opkomen voor degelijke jobs aan goede lonen met minstens 14 euro per uur. Als er niet genoeg werk is, moet het herverdeeld worden zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Een 30-urige werkweek zou bovendien heel wat stress en psychische druk wegnemen. Om betaalbare huisvesting voor iedereen te garanderen, is er nood aan een massaal publiek programma van sociale huisvesting. Onderwijs, zorg en andere openbare diensten moeten dringend meer middelen krijgen. Dit zal de werkomstandigheden en de dienstverlening verbeteren en drastisch uitbreiden. Het zou bijvoorbeeld meer gratis taalonderwijs mogelijk maken. In het kader van een groene transitie zou een drastische uitbreiding van het openbaar vervoer en het gratis maken ervan een essentiële stap zijn. Dit zou bovendien veel spanningen wegnemen: de meeste incidenten van geweld tegen personeel van het openbaar vervoer zijn het resultaat van discussies over vervoersbewijzen. Meer personeel zou ook de sociale controle en bijhorende veiligheid versterken.

    Een groeiende kloof tussen arm en rijk als gevolg van het kapitalistische winstbejag blijft niet zonder gevolgen. In een oprukkende sociale woestijn wordt de strijd voor de weinige oasen heftiger. Consistente strijd voor sociale eisen is het antwoord daarop en werpt ook de vraag op van een andere samenleving. Een maatschappij gebaseerd op het gemeenschappelijk bezit van de rijkdom hoeft niet te verdelen om te heersen en kan een einde maken aan uitbuiting en discriminatie.

    Asiel. Verdedig de zwaksten: pak de multinationals en hun politieke marionetten aan, niet hun slachtoffers

    Tegen een achtergrond van klimaatrampen, oorlog en tekorten is het niet verwonderlijk dat mensen alles achterlaten in de hoop elders wel een toekomst te vinden. Overal in Europa instrumentaliseert populistisch rechts het migratiethema. Ze speelt de bal daarbij door naar links: ‘Links heeft geen antwoorden, maar is deel van het probleem’. Is dat wel zo? Een linkse socialistische politiek vertrekt van de sleutelrol die de arbeidersbeweging kan en moet spelen in het stoppen van dit cynisch en mensonterend spel op de kap van niet alleen de vluchtelingen, maar ook van de lokale bevolking.

    Nooit eerder waren er zoveel mensen op de vlucht. Eind 2020 waren er maar liefst 82,4 miljoen mensen op de vlucht. Bijna 1% van de wereldbevolking is vluchteling. Meer dan twee derden van alle vluchtelingen komen uit vijf landen: Syrië, Venezuela, Afghanistan, Zuid-Soedan en Myanmar. Dat Europa op dit ogenblik ‘alle ellende van de wereld’ opvangt, klopt niet. Twee op de drie blijft in eigen land, 73% wordt opgevangen in eigen land of in de onmiddellijke buurlanden. De landen die de meeste vluchtelingen opvangen zijn Turkije, Colombia, Pakistan, Oeganda en Duitsland. Maar liefst 86% van de vluchtelingen die hun land verlieten, komen in een ontwikkelingsland terecht. De cijfers weerleggen de propaganda dat Europa ‘alle miserie van de wereld aantrekt’. Daarnaast moet opgemerkt worden dat een rechts beleid tegen vluchtelingen, zoals al jarenlang wordt gevoerd in onder de VS en Europa, het wereldwijde aantal vluchtelingen niet doet afnemen.

    Het antwoord van de rechterzijde op het vluchtelingenprobleem is om de grenzen te sluiten. Daarbij wordt steeds meer beroep gedaan op dubieuze poortwachters, onder meer om fort Europa te bewaken: het instabiele regime van dictator Erdogan in Turkije, mensenhandelaars en krijgsheren in Libië, zelfs Soedanese officials van een regime dat niet aarzelt om te martelen worden ingezet. Het resultaat is een lichte daling van het aantal vluchtelingen dat in Europa geraakt. Tegelijk biedt het Erdogan en co een handig chantagemiddel om de Europese leiders onder druk te zetten, zonder ook maar iets te veranderen aan de redenen waarom mensen vluchten. De instabiliteit van de dubieuze grenswachters, denk aan Turkije dat 3,5 miljoen vluchtelingen opvangt, kan bovendien tot grootschalige crisissen in de toekomst leiden.

    Een probleem dat niet bij de oorzaak ervan aangepakt wordt, blijft etteren. Dat geldt ook voor de vluchtelingencrisis. Een blik op de landen van waar mensen vluchten, maakt veel duidelijk: oorlog, vervolging en ellende in het algemeen zijn de voornaamste redenen waarom mensen alles achterlaten.

    De oorlogen in Afghanistan, Irak, Syrië, … hebben slechts chaos gebracht. Ze waren het gevolg van een combinatie van factoren, maar de historische opdeling van die regio’s door het Westerse imperialisme en de strategische en economische belangen ervan, waren nooit veraf. De massale investeringen in defensie – in 2020 ging het wereldwijd om net geen 2000 miljard dollar, een stijging met 2,6% op jaarbasis – gaan niet gepaard met investeringen in heropbouw van landen waar oorlog werd gevoerd. In sociale woestijnen moet geen weelde verwacht worden. Het gebrek aan heropbouw en toekomstperspectieven voor bredere lagen van de bevolking creëert wanhoop. In dergelijke omstandigheden kunnen wanhopige ideeën en groepen een impact verwerven. Dat is hoe de Taliban, Al Qaeda en nadien ook Islamitische Staat konden ontwikkelen. Anders gezegd: er is wel geld, heel veel zelfs, om alles plat te gooien, maar niet om de bevolking een degelijk leven te bieden. Wat zou het meest veiligheid opleveren: 2000 miljard dollar aan militaire of aan sociale investeringen?

    Het is niet de arbeidersbeweging of de linkerzijde, noch ter plekke, noch in het Westen, die verantwoordelijk is voor dit oorlogsbeleid. Integendeel: toen in 2003 massaal geprotesteerd werd tegen de oorlog in Irak waarschuwden wij reeds voor regionale instabiliteit en een forse toename van het aantal vluchtelingen. Tijdens het anti-oorlogsprotest van 2003 was er de grootste internationale protestdag uit de geschiedenis. Een aanzienlijk aandeel van de bevolking wilde niet van die oorlog weten.

    Ook tegen andere oorzaken die tot vluchten aanzetten, zoals de koloniale plunderpolitiek of de klimaatverandering, hebben wij ons steeds verzet. “Congo is van ons,” is een slogan van extreemrechts om de koloniale politiek van het establishment te eren, niet van de arbeidersbeweging of de linkerzijde. Koloniale plunderingen en oorlog zijn deel van het kapitalistisch systeem in haar zoektocht naar steeds meer winsten voor een kleine minderheid ten koste van meer ongelijkheid en alle bijhorende sociale problemen. Rechtse populisten stellen zich voor als ‘anti-establishment’, maar komen met meer van hetzelfde beleid: op een nog brutalere wijze wordt de verantwoordelijkheid voor wat fout loopt niet bij de 1% rijksten gelegd, maar bij die 1% van de wereldbevolking die moet vluchten en bij uitbreiding bij de 99% die veroordeeld wordt tot een ‘race to the bottom’ inzake levensvoorwaarden.

    Omwille van economische belangen kijken gevestigde politici vaak de andere kant uit bij vervolging en discriminatie, zoals ze dat deden bij de vervolging van de Rohingya in Myanmar. Uit angst dat protest tegen de genocide van moslims door de boeddhistische extremisten, met steun van toenmalig regeringsleider Aung San Suu Kyi, zou leiden tot een grotere Chinese invloed in het grondstoffenrijke land, werd gezwegen. Ook over de oorlogsmisdaden in Jemen zwijgen ze om de Saoedische bondgenoot niet voor de borst te stoten. Over vrouwenrechten in Afghanistan werd pas gesproken toen de Taliban in de zomer van 2021 terug aan de macht kwam. Eerder werd probleemloos samengewerkt met onder meer de Noordelijke Alliantie en allerhande krijgsheren die op vlak van vrouwenrechten nauwelijks van de Taliban te onderscheiden zijn. Het feit dat de schandalige miskenning van vrouwenrechten door de Saoedische en andere bondgenoten steevast door de vingers wordt gezien, ondermijnt de geloofwaardigheid van de regeringen en gevestigde politici verder.

    De gevestigde politici verdedigen een systeem dat onvermijdelijk tot vluchtelingencrisissen leidt. Wie medeleven heeft met de slachtoffers, of protesteert tegen deze gang van zaken, wordt met de vinger gewezen als verantwoordelijk voor de problemen.

    Het jarenlange besparingsbeleid heeft geleid tot enorme sociale tekorten en een grote ongelijkheid, niet alleen in de armste landen, ook hier. Wonen is zowat onbetaalbaar geworden, openbare diensten werden afgebouwd en voor alles moeten we in de wachtrij staan: voor een plaats in de kinderopvang, in een school naar eigen keuze, voor een onbetaalbaar plaatsje in de ouderenzorg, voor een sociale woning. In die context is het logisch dat de komst van vluchtelingen wantrouwen opwekt en de vrees dat de sociale tekorten nog zullen toenemen. De langdurige afwezigheid van een sterke consequente linkerzijde die opkomt voor collectieve antwoorden op maatschappelijke problemen, versterkt dit wantrouwen. Wie daar onder invloed van staat, gewoon afschrijven als hopeloze racist helpt ons geen stap vooruit in de opbouw van een krachtsverhouding tegen het beleid dat leidt tot tekorten en ellende.

    We moeten geduldig uitleggen wie verantwoordelijk is voor de sociale tekorten: de aandeelhouders van de grote bedrijven die jaar na jaar grote winsten maken op basis van onze arbeid en die bovendien telkens nieuwe belastingcadeaus krijgen. Al jaren wordt niet of amper in sociale huisvesting geïnvesteerd. Dat komt niet door de vluchtelingen maar door het besparingsbeleid. Hetzelfde geldt voor onderwijs, zorg, openbaar vervoer … Met de kost voor vluchtelingen valt het trouwens mee, volgens het IMF bedraagt die slechts 0,09% van het BBP van ons land. Van de totale kinderbijslag komt 0,1% terecht bij vluchtelingen. Maar wie zelf in armoede leeft en in een situatie van tekorten in concurrentie gesteld wordt met vluchtelingen, heeft weinig boodschap aan die statistieken. Zeker op een ogenblik dat de gevestigde politici hun eigen rol verdoezelen door de vluchtelingen en migranten als zondebok te misbruiken.

    Populistisch en extreemrechts speelt daar gretig op in. Ze stellen sociale spanningen voor als het resultaat van cultuur of religie, alsof die zelf niet bepaald worden door de maatschappelijke context waar ze uitdrukkingen van zijn! Bovendien worden de tekorten als een vaststaand gegeven gezien, waarbij de enige vraag is welke laag van werkenden en armen ervoor moet opdraaien. De Wever vatte dit samen toen hij schreef dat links moet kiezen tussen “open grenzen of de welvaartstaat.” Maar het zijn hijzelf en de regeringen die zowel de sociale zekerheid ontmantelen als de vluchtelingen ontmenselijken. Ingaan tegen de ongelijkheid en het systeem dat aan de basis ervan ligt, staat niet op de agenda van de gevestigde partijen of populistisch rechts. Het is overigens de door het kapitalisme gecreëerde ongelijkheid die ervoor zorgt dat open grenzen tot politieke instabiliteit en chaos zouden leiden indien toegepast onder de condities van het kapitalisme. Om tot open grenzen te kunnen komen, is er een ander systeem nodig.

    Bij gebrek aan een offensieve campagne van de arbeidersbeweging voor meer openbare diensten, sociale huisvesting en betere jobs, blijft solidariteit met vluchtelingen vandaag vaak steken bij een algemene oproep om hen te verwelkomen. ‘Refugees welcome’ is de slogan die daarbij vaak terugkeert. Extreemrechts en de gevestigde politici vergroten dit uit en stellen het voor alsof wie solidair is, of zelfs wie enig medeleven toont, zoveel mogelijk vluchtelingen naar hier wil halen. De discussie wordt weggeleid van zowel de redenen voor het asociaal beleid hier als van de oorzaken waarom mensen vluchten. Zo zetten ze de waarheid op zijn kop: niet het kapitalisme en haar politieke knechten, maar integendeel wie begrip en sympathie opbrengt, wordt verantwoordelijk gesteld voor de vluchtelingencrisis en de sociale tekorten.

    Wij staan voor solidariteit en dus voor het verwelkomen en opvangen van slachtoffers van het asociaal beleid. We verwerpen de repressieve politiek van opsluiten van kinderen, doodschieten van vluchtelingen en andere vormen van ontmenselijking. Dat koppelen we aan een actieve strijd tegen het asociaal beleid zelf, het systeem van oorlog, neokoloniale plundering, klimaatverandering, … Enkel door het kapitalisme te stoppen, kan er een fundamenteel antwoord op de vluchtelingencrisis geboden worden. Ontmenselijking zit in de logica van dit systeem, iedere poging tot een menselijke benadering botst met het kapitalisme.

    Wereldwijd was het potentieel van de arbeidersbeweging nooit sterker, zo ook haar mogelijkheid tot verzet tegen uitbuiting en kapitalisme. Dat vereist een zo groot mogelijke eenheid van alle werkenden en hun gezinnen. Het is in het belang van de volledige arbeidersklasse dat we de neerwaartse spiraal van lonen en arbeidsvoorwaarden stoppen door er samen tegen in te gaan. De ketting van de arbeidersbeweging is maar zo sterk als de zwakste schakels ervan. Vluchtelingen worden misbruikt voor zwartwerk en sociale dumping, zelfs bij publieke bouwprojecten zoals de renovatie van de metrostations in Brussel. Vandaar overigens dat sommige delen van het establishment pleiten voor een soepeler vluchtelingenbeleid. We hebben begrip voor de slogan ‘open grenzen,’ maar dat wordt door een overgrote meerderheid van de werkenden, inclusief migranten die hier al langer zijn, gezien als een bedreiging  voor hun jobs, lonen en arbeidsvoorwaarden. Het biedt ook geen antwoord op de tekorten in de samenleving. De vakbonden hebben de organisatiekracht om de eenheid van alle werkenden en onderdrukten te organiseren, die broodnodig is in de strijd tegen de tekorten en voor een herverdeling van de bestaande middelen.

    Het antwoord op de vluchtelingencrisis en alle vrees die ermee gepaard gaat, ligt in een offensief actieprogramma, waarbij we samen strijden voor een massaal plan van publieke investeringen in meer sociale huisvesting, onderwijs, zorg en degelijke jobs voor iedereen, los van afkomst, geboorteplaats of religie.

    De strijd voor sociale verandering in eigen land moet uiteraard samengaan met een internationalistische opstelling: verzet tegen imperialistische oorlogen, actieve solidariteit met de arbeidersbeweging doorheen de wereld en met initiatieven die de werkenden en armen politiek organiseren voor een socialistisch alternatief.

    Een socialistische wereld zou geen paspoorten of grenzen kennen, laat staan gesloten centra en deportaties. Het zou een wereld zijn waarin mensen niet gedwongen worden om te vluchten. Een democratische socialistische wereldplanning zou de enorme mogelijkheden op vlak van productie, wetenschap en techniek richten op de noden van de volledige bevolking. Wie dan nog naar een ander deel van de wereld trekt, zou dit uit vrijwillige keuze doen.

    Geen woke kapitalisme, maar strijdbaar socialisme

    Extreemrechts stelt het graag voor alsof er een woke leger klaar staat om alles van vroeger te cancellen en een soort politiek-correcte gedachtenpolitie te vestigen. Dat is natuurlijk nonsens. Het is een poging van extreemrechts om de vaagheid van een begrip als ‘woke’ aan te grijpen om consequent antifascisme gelijk te stellen met burgerlijke vormen van antiracisme, alsook om in te spelen op beperkingen en verwarring die aanwezig zijn onder jongeren en werkenden die zich willen verzetten tegen onderdrukking. Jongeren en werkenden die zich bewust zijn van racisme en onderdrukking, moeten die fenomenen analyseren en tactieken ontwikkelen om ze te bestrijden.

    In onze strijd om het systeem omver te werpen, zijn ‘woke’ kapitalisten uiteraard geen bondgenoot. Als zij zich delen van onze bekommernissen proberen eigen te maken, is dat er vooral op gericht om zichzelf een commercieel imago toe te meten en onze bewegingen onschadelijker te maken, kortom om wakkere activisten en hun sympathisanten in slaap te wiegen.

    Er is de afgelopen jaren een grotere invloed van identiteitspolitiek, waarbij alles wordt bekeken vanuit het standpunt van een bepaalde groep in de samenleving, doorgaans op basis van etnische achtergrond, gender, religieuze of regionale identiteit … Onze centrale kritiek hierop is dat reële tegenstellingen en problemen worden gebruikt om de tegenstelling op basis van klasse te verdoezelen.

    Een deel van het establishment komt met een eigen versie van identiteitspolitiek in de vorm van ‘woke kapitalisme’. Dit zagen we reeds rond de Pride en inzake LGBTQI+-rechten: ‘pinkwashing’ gebeurt op steeds grotere schaal. Grote bedrijven en merken kopen zich een LGBTQI+-vriendelijk imago door een regenboogvlag in hun logo te verwerken of door publiciteit te maken, zelfs door aanwezig te zijn op de feestelijke Pride-optochten.

    Zeker na de massale Black Lives Matter opstand van de zomer van 2020, de grootste sociale beweging in de VS in decennia, gebeurde dit ook rond antiracisme. Nog tijdens de massale protesten in de zomer van 2020 doken aan het Barclay Center in Brooklyn, het officieuze protesthoofdkwartier in New York, grote reclameboodschappen op als ‘#Black Lives Matter’ en ‘Amplify Black Voices’ gevolgd door een klein logo van Doritos. Het doel? Een sterkere positie op de jongerenmarkt en tegelijk het protest kanaliseren naar voor het systeem veiliger wegen.

    Op een grotere schaal gebeurt hetzelfde met de zogenaamde diversiteitsindustrie. Elke groot bedrijf heeft wel een diversiteitsconsulent en bijhorende vormingen. Het is een booming business geworden. Het maakt echter geen einde aan de structurele ongelijkheid die in ons land bijzonder groot is: mensen met een migratie-achtergrond van buiten de EU hebben nog steeds veel minder kans op een degelijke opleiding en werk. Daar maken duizenden diversiteitsopleidingen en bijhorende consulenten geen verschil. Uiteraard zijn wij voorstander van diversiteit op de werkvloer en in alle onderdelen van de samenleving. Systemische ongelijkheid verdwijnt echter niet zomaar en al helemaal niet als het doel beperkt wordt tot een diversificatie van de heersende elite. 

    Er worden miljarden in de identiteitspolitiek van bedrijven gepompt. Enkele cijfers uit de VS: American Express rolde een plan van 1 miljard dollar uit om rassengelijkheid te bevorderen, Pepsi trekt 400 miljoen dollar uit om “de raciale barrières weg te nemen die de sociale en economische vooruitgang van zwarte mensen in de weg staan,” Apple besteedt 100 miljoen dollar aan een initiatief voor raciale rechtvaardigheid, Netflix beloofde 2% van zijn kasreserves te plaatsen bij banken die eigendom zijn van zwarte mensen. Het gaat telkens om het stimuleren van een meer divers kapitalisme en een meer diverse elite. ‘Black Wealth Matters’ is de boodschap. Wie resoluut tegen het systeem ingaat met een antiracistisch en antikapitalistisch programma hoeft uiteraard niet op steun vanuit de bedrijfswereld te rekenen. Malcolm X of de Black Panthers werden destijds uitgespuwd door het establishment en de bedrijfswereld.

    Uiteraard zijn er mensen met een migratie-achtergrond die het maken. Sommigen dringen door tot in de elite. In die gevallen liggen hun klassenbelangen meer op één lijn met die van de heersende klasse in het algemeen, dan met die van de werkende klasse waartoe de meerderheid van de mensen met een migratie-achtergrond behoort. Verdeeldheid en onderdrukking zitten in het systeem ingebakken. Om daar verandering in te brengen, en dus het systeem omver te werpen, moeten we niet rekenen op de heersende klasse, welke huidskleur de vertegenwoordigers ervan ook hebben.

    Het idee van privileges op basis van ras, geslacht, seksualiteit … neemt een prominente plaats in bij de identiteitspolitiek. Terwijl het natuurlijk klopt dat groepen met specifieke vormen van onderdrukking te maken krijgen, moeten we erop wijzen dat de grootste tegenstelling deze is tussen de superrijke miljardairsklasse en de rest van de bevolking. Het zal wel geen toeval zijn dat privilege op basis van klasse amper aan bod komt in diversiteitsopleidingen van bedrijven.

    Mensen met een niet-blanke huidskleur ondervinden van de wieg tot het graf en in vrijwel elk onderdeel van de samenleving negatieve invloeden van racisme. Racisme zit namelijk in het DNA van het kapitalisme. Wie haalt daar voordeel uit? Niet de overgrote meerderheid van de witte mensen, maar een kleine superrijke elite. Racisme wordt immers gebruikt om rechten van de volledige werkende klasse af te bouwen. Als ‘goedkope’ mensen-zonder-papieren kunnen ingezet worden voor bepaalde jobs, zet dit druk op alle arbeids- en loonvoorwaarden. In sommige sectoren leidt dit tot een ongeziene sociale dumping, denk maar aan de bouw of de transportsector. Die sociale dumping heeft uiteraard ook gevolgen voor de witte arbeidersklasse, die een daling van de levensstandaard kent. In de VS stelden onderzoekers, nog voor de pandemie, vast dat de dalende levensverwachting grotendeels toe te schrijven was aan lager opgeleide blanken die om het leven kwamen door zelfmoord, drugs of alcohol-gerelateerde ziektes. Het neoliberalisme heeft werkenden, in het bijzonder lager opgeleide werkenden, benadeeld. Dat probeert de heersende klasse te verdoezelen met de theorie van raciale privileges.

    Natuurlijk spelen individuele uitingen van racisme, vooroordelen en soms ook onbedoelde uitingen ervan een centrale rol in het racisme dat ervaren wordt. Het beste antwoord daarop is het uitbouwen van massabewegingen die gericht zijn op de kern van het probleem: het kapitalistische systeem. Doorheen massabewegingen wordt bovendien een grotere solidariteit opgebouwd. Individuele actie zal nooit volstaan, racisme is een maatschappelijk gegeven en vereist dus een maatschappelijk antwoord.

    De beperktere aandacht voor collectieve strijd gericht op maatschappijverandering gaf meer ruimte voor stromingen als identiteitspolitiek. De wortels van de identiteitspolitiek liggen in het postmodernisme, een filosofische richting waarin gedemoraliseerde ex-linksen een centrale rol speelden. Het werd ook versterkt door elementen van ‘nieuw links’ die eind jaren 1960 en in de jaren 1970 dachten dat de gemiddelde witte arbeiders het te goed had, volledig ‘afgekocht’ was door het systeem, om tegen het kapitalisme te strijden. Het feit dat voormalige arbeiderspartijen, zoals de sociaaldemocratie in West-Europa, een sterke mate van verburgerlijking kenden vanaf eind jaren 1980 en uiteindelijk het neoliberalisme omarmden, maakte dat een collectief politiek antwoord, laat staan een andere samenleving, een abstracter gegeven werd.

    Massabewegingen, zoals Black Lives Matter, zetten het collectieve element terug centraal. Daar eindigt het echter niet. Het establishment doet er alles aan om dergelijke bewegingen te recupereren en onschadelijk te maken. Dit vermijden vraagt een politieke benadering. Discussies over programma en over welke samenleving we willen, zijn de voorbije jaren weinig gevoerd. Ze zullen echter aan belang winnen. De explosie van Black Lives Matter had niet als doel om meer zwarte mensen in de raden van bestuur van Wall Street te bekomen, maar om brede lagen van de bevolking toegang te geven tot rechten als betaalbare huisvesting, degelijke jobs of gewoon het recht om niet door de politie doodgeschoten te worden op straat.

    Ons antirascisme is niet gediend met ‘woke kapitalisme’, maar ziet racisme als een uitdrukking van het kapitalisme en komt bijgevolg op voor een andere samenleving. Strijdbaar socialisme is dat: op basis van strijd opkomen voor een samenleving gericht op de belangen en noden van de meerderheid van de bevolking. Die noden inlossen mag geen privilege zijn, het gaat om rechten die we samen afdwingen door ervoor te strijden.

    Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons in de strijd voor een andere samenleving

    Het toenemende wantrouwen tegenover het bestaande systeem is terecht, maar indien het niet gericht wordt op strijd tegen de echte oorzaken van de tekorten en sociale spanningen zal er geen verandering bekomen worden. Althans geen verandering ten goede. Dat we altijd verder kunnen afdalen tot elementen van barbarij wordt zowel historisch als vandaag aangetoond. De klimaatcrisis kan verder escaleren. Oorlog en imperialistische plunderingen kunnen reactionaire fundamentalistische regimes zoals dat van de Taliban in Afghanistan aan de macht brengen.  Er is nood aan een andere samenleving en daar moeten we voor strijden.

    Het kapitalisme zorgt voor crisis op heel wat vlakken. Van de klimaatramp die voor onze ogen aan het escaleren is tot economische crisis en de bijhorende sociale spanningen. Dit systeem in verval is dringend aan vervanging toe. Het is kenmerkend voor een systeem in verval dat het destructieve stromingen zoals extreemrechts en groeiende spanningen als gevolg van onderdrukking met zich meebrengt. In onze strijd voor een andere samenleving zijn alle vormen van onderdrukking en verdeeldheid een obstakel. Het verzwakt ons immers op ons sterkste punt: ons aantal. De werkenden en hun gezinnen vormen de overgrote meerderheid van de bevolking. Als die kracht recht staat, is er weinig dat haar kan stoppen. Dat proberen de machtigen op deze aardbol, de kapitalistische klasse, dus te vermijden. Verdeeldheid en onderdrukking passen daarin.

    Nieuw is dat niet. In 1870 omschreef Marx hoe Ierse werkenden door het Britse kapitalisme werden gebruikt: “De Engelse burgerij heeft de Ierse ellende niet alleen gebruikt om de arbeidersklasse in Engeland neer te drukken door de gedwongen immigratie van arme Ieren, maar ook door de arbeidersklasse in twee vijandige kampen te verdelen. De gewone Engelse arbeider haat de Ierse arbeider als concurrent die de lonen en levensstandaard naar beneden trekt.” Verdeeldheid en haat zijn ook vandaag zaken waar de op winst beluste commerciële massamedia van smullen.

    Maatschappijverandering afdwingen door strijd, vergt eenheid van de werkende klasse en jongeren over grenzen van afkomst, huidskleur, gender … heen. Wat ons verdeelt is nefast voor die eenheid en moet alleen al daarom actief bestreden worden. Geen enkele sociale verworvenheid is bekomen op basis van verdeeldheid: het was eengemaakte strijd van alle onderdrukten die ons zaken als sociale zekerheid, betaald verlof, indexering van de lonen, bescherming op het werk … heeft bezorgd. In strijdbewegingen is er steeds een tendens tot eenmaking en groter begrip voor specifieke vormen van onderdrukking binnen het kader van een gezamenlijke strijd. Dit zagen we in ons land onder meer in de stakingsbewegingen van de jaren 1930, in het bijzonder de mijnwerkersstaking van 1932 en de algemene staking van 1936. Voorstellen gericht op verdeeldheid – tegen migranten, tegen vrouwen, communautaire verdeeldheid – werden verworpen door een werkende klasse die offensief in actie kwam en besefte dat de vijand niet de collega’s met een migratie-achtergrond waren of hun vrouwen, maar de bazen. Meer nog: betrokkenheid van alle collega’s en van de vrouwen versterkte het protest, wat bijdroeg tot het behalen van overwinningen. Daar genieten we vandaag nog van: het was de algemene staking van de zomer van 1936 die de veralgemening van de betaalde vakantie afdwong.

    Op basis van actieve strijd wordt het ook snel duidelijk dat het niet mogelijk is om één vorm van onderdrukking te bestrijden en tegelijk blind te blijven voor andere vormen van onderdrukking. De ene vorm van onderdrukking in een weegschaal leggen met andere vormen, is niet nuttig. Een einde maken aan onderdrukking zal evenmin gebeuren door afzonderlijke bewegingen die zich beperken tot één specifieke vorm van onderdrukking. Het komt erop aan om alle vormen actief te bestrijden.

    Dat is niet alleen belangrijk vanuit strategisch oogpunt, met name om tot maatschappijverandering te komen, maar ook als antwoord op pogingen van zowel het establishment als extreemrechts om bijvoorbeeld verzet tegen seksisme of homofobie te misbruiken om racisme te promoten. Die pogingen zijn uiteraard erg hypocriet. Een door en door vrouwonvriendelijke stroming als extreemrechts die zich op antiseksisme probeert te beroepen om racisme te stimuleren, is compleet absurd. Dezelfde hypocrisie zien we als extreemrechts probeert om zich ‘sociaal’ voor te doen. Terwijl de 10% rijksten ongeveer evenveel vermogen hebben als de 90% anderen, stelde het Vlaams Belang in volle gezondheidscrisis dat een premie voor het zorgpersoneel niet betaalbaar was omdat de Waalse zorgsector teveel kost. De superrijken meer laten bijdragen, omschreef VB-voorzitter Van Grieken als afgunst. Vandaar ook de tegenstem van extreemrechts in het parlement toen een rijkentaks werd voorgesteld. De rijken worden steeds rijker, maar voor het Vlaams Belang zijn het de migranten, Waalse werklozen … die profiteren.

    Verdeeldheid kan meer impact hebben als er niet offensief tegen wordt ingegaan. Om dit obstakel voor eengemaakte actie van de internationale werkende klasse af te blokken, is verzet nodig tegen alle vormen van onderdrukking, die elkaar vaak beïnvloeden en versterken. Als kapitalistische uitbuiting slechts wordt geanalyseerd als één van de vele vormen van onderdrukking in plaats van als hun fundamentele economische en sociale basis, dan wordt strijd tegen seksisme, racisme of homofobie niet noodzakelijk begrepen als antikapitalistisch en worden bijvoorbeeld vrouwen uit de heersende klasse eerder gezien als bondgenoten van de werkenden dan als mannen uit de eigen klasse.

    Onderdrukking zit geworteld in het economisch systeem waaronder we leven. Strijd ertegen is direct verbonden met de noodzaak om het kapitalisme omver te werpen. Het is immers alleen door de productieverhoudingen te veranderen dat specifieke vormen van onderdrukking kunnen aangepakt worden. Tegelijk is het in de opbouw van een kracht die in staat is om het kapitalisme omver te werpen van cruciaal belang dat alles wat ons verzwakt actief wordt aangepakt. Strijd tegen het systeem en tegen de onderdrukking die eigen is aan dit systeem, zijn bijgevolg niet los te zien van elkaar. Dit begrip is noodzakelijk om tot effectieve oplossingen te komen.

    De arbeidersklasse is in staat om verdeeldheid te overwinnen langs de lijnen van geslacht, huidskleur, religie, etc., en een socialistische samenleving op te bouwen waarin niet de winst van de heersende klasse de spil is van de menselijke relaties en sociale structuren, maar de behoeften en mogelijkheden van iedereen. Daar actief voor strijden is waar we ons als socialistische antifascisten en antiracisten voor engageren.

  • De extreemrechtse dreiging. Wat te doen? Antifascistische strategieën

    De bestorming van de Braziliaanse hoofdstad door aanhangers van Bolsonaro leidt opnieuw tot de vraag wat we kunnen doen tegen de extreemrechtse dreiging. Eind 2021 brachten we het boek ‘Consequent antifascisme’ uit met daarin enkele grote lijnen van onze voorstellen inzake antifascistische strategie. We publiceren hieronder een uittreksel uit dat boek. Eerst wordt ingegaan op de vraag wat er vandaag nieuw is aan extreemrechts in vergelijking met de voorbije jaren, daarna wordt ingezoomd op voorstellen en tactieken die in de antifascistische strijd aanwezig zijn.

    Een nieuwe situatie?

    De positie van extreemrechts vandaag is anders dan twintig jaar geleden, laat staan dan in de tijd van het klassieke fascisme. Er zijn geen duizenden actieve fascisten die bereid zijn om als stoottroepen op te treden tegen de arbeidersbeweging en al wie ‘anders’ is. Het gebrek aan voldoende grote actieve basis dwong extreemrechts in de jaren 1980 en 1990 reeds tot een bijzonder grote nadruk op propaganda. Waar dit destijds vooral via pamfletten gebeurde, neemt het internet vandaag deze rol over. Het Vlaams Belang besteedt meer aan sociale media dan alle andere partijen.

    Als het Vlaams Belang er sneller dan andere partijen bij was om in te zetten op propaganda, zowel fysiek als online, had dat veel te maken met de inherente zwakte van een lage organisatiegraad (verhouding tussen het aantal kiezers en het ledenaantal van een partij).

    In 1981 telde het Vlaams Blok 1.607 leden en haalde het 66.422 stemmen, wat goed was voor een organisatiegraad van 2,42%. Op het ogenblik van de electorale doorbraak op ‘zwarte zondag’ in 1991 had het Vlaams Blok 4.069 leden en haalde het 405.281 stemmen. Het ledenaantal steeg tot 20.000 in 2005. De organisatiegraad bleef onder de 2% liggen, terwijl dit voor de traditionele politieke partijen op dat ogenblik 8 tot 10% bedroeg. De traditionele partijen lieten het model van een partij als een organisatie van leden steeds meer vallen om plaats te maken voor kiesmachines waarin de partijleiding eerder luistert naar reclamebureaus dan naar de leden. De organisatiegraad van alle traditionele partijen neemt hierdoor in snel tempo af.

    Het VB kende nooit een hoge organisatiegraad, waardoor het andere middelen moest zoeken om een impact te hebben. De papieren propaganda in de jaren 1990 en de digitale campagnes vandaag zijn daar een gevolg van. De voorsprong die het VB op die terreinen had tegenover de traditionele partijen zorgt nu voor een schijnbaar tegenstrijdige ontwikkeling waarbij het ledenaantal van het VB stijgt: in juni 2021 kondigde de partij aan de kaap van 22.000 leden genomen te hebben. Met 810.177 stemmen in 2019 (voor De Kamer) komt dit neer op een organisatiegraad van 2,7%. De betrokkenheid van deze leden is grotendeels beperkt tot de plaats waar ze gemaakt werden: sociale media. Het aantal fysieke activiteiten ligt lager dan begin jaren 1990 en waar er toen nadruk lag op politieke meetings, zijn het nu eetfestijnen die de toon zetten.

    Echt verwonderlijk is het gebruik van sociale media dus niet. Die lijken overigens op maat van extreemrechts gemaakt te zijn: snelle sensatie leidt tot meer clicks, nuance is zoek in communicatie die in realiteit éénrichtingsverkeer is en bovendien is extreemrechts bereid om erg grote bedragen in de sociale media te pompen. Het Vlaams Belang besteedt maandelijks meer dan 100.000 euro hieraan! De beursgenoteerde bedrijven die de sociale media bezitten en controleren kunnen zich in de handen wrijven. Het levert de absurde situatie op waarin het Vlaams Belang belastinggeld van de Belgische gemeenschap aan Amerikaanse multinationals geeft om zo de ‘eigen identiteit’ in de verf te zetten.

    Sociale media zijn allesbehalve sociaal, zowel qua controle en bezit ervan als qua communicatiemiddel. Directe communicatie is doorgaans veel genuanceerder en doordachter, aangezien er veel meer rekening wordt gehouden met anderen. Sociale media daarentegen zijn vaak een bubbel of echokamer van gelijkgezinden. Dat is onderdeel van het bedrijfsplan van de giganten als Facebook, Twitter of YouTube. Deze bedrijven maken grote winsten door persoonlijke gegevens en voorkeuren van gebruikers te verzamelen en te verkopen. Als enkele van die grote bedrijven overgaan tot maatregelen tegen extreemrechts of fake news, bijvoorbeeld door het blokkeren van de account van Trump, dan heeft dat vooral te maken met negatieve publiciteit en de bijhorende ondermijning van hun winstmodel. Het heeft niets te maken met een oprechte stellingname tegen haat en verdeeldheid. Het werpt overigens de vraag op wie de sociale media controleert en met welk doel. Iets zo fundamenteel als intermenselijke communicatie zou moeten worden gerund in de belangen van de meerderheid van de bevolking en niet volgens een cynische winstlogica.

    De wijze waarop extreemrechts gebruik maakt van nieuwe technologie en de bijhorende algoritmes deed Ico Maly in zijn boek ‘Nieuw Rechts’ spreken over “algoritmisch populisme.” Het doel is om de eigen aanhang online betrokken te houden, terwijl het andere kamp aan het twijfelen wordt gebracht. Om de betrokkenheid te behouden, zijn grote bedragen nodig. Zo werkt een bedrijf als Facebook nu eenmaal. Een specifieke rol in het creëren van betrokkenheid is weggelegd voor memes: afbeeldingen met een slogan of uitspraak op. Die hebben vaak een dubbele boodschap: schijnbaar onschuldig en vaag humoristisch voor een breed publiek, maar met interne verwijzingen naar harde extremistische posities voor de eigen aanhang. Het leidt tot absurde situaties waarin conservatieven over grote waarden en normen prediken met dubieuze memes waarin te pas en te onpas figuren als de kikker ‘pepe the frog’ of andere ‘rode pillen’ opduiken. Het gaat om symbolen die van Alt-Right in de VS zijn overgewaaid.

    Bij gebrek aan een voldoende sterke krachtsverhouding in de samenleving stelt extreemrechts de online activiteit graag voor als een soort metapolitiek en een ‘ideeënstrijd’. Dat klopt slechts tot op zekere hoogte: ideeënstrijd is belangrijk, maar ideeën zijn het resultaat van een specifieke maatschappelijke context. Antifascisme beperken tot een online ideeënstrijd zal dan ook niet volstaan.

    Als extreemrechts vandaag sterker staat dan twintig jaar geleden en er meer ‘normalisering’ is van haar standpunten, dan is dit niet zozeer aan de opgang van sociale media toe te schrijven. Het is evenmin het resultaat van een vermeende ‘verrechtsing’ van de bevolking. Het komt niet door de wijze waarop extreemrechts zichzelf probeerde heruit te vinden waarbij het zich ‘properder’ voordoet. De belangrijkste reden is de verdere ondermijning van de autoriteit van het systeem. De grote recessie van 2007-08 verdiepte de processen die voordien aanwezig waren. Er volgde een zeker herstel, voornamelijk op basis van middelen die door de overheden in de economie gepompt werden. Dit vergrootte de kloof tussen arm en rijk: een kleine toplaag ging met het ‘herstel’ lopen, terwijl de overgrote meerderheid van de bevolking onder een hard besparingsbeleid gebukt ging.

    Het kapitalisme slaagde er steeds minder in om de indruk te wekken dat alles beter wordt en wij er met zijn allen op vooruitgaan. Tegen deze achtergrond staat het vertrouwen in het systeem en alles wat ermee geassocieerd wordt op een dieptepunt. Alle gevestigde instellingen – politieke partijen, het gerecht, de massamedia … – ondervinden dit in verschillende gradaties. Een systeem in crisis brengt de bijhorende politieke leiding voort. Politieke formaties die decennialang bestuurd hebben, maken plaats voor nieuwere en instabielere krachten. Voor het establishment is dat een probleem: met die oude partijen verdwijnt ook know-how om de belangen van de heersende klasse te dienen, terwijl nieuwe figuren en formaties vaak onberekenbaar zijn.

    De aftakeling van de traditionele partijen gebeurt soms aan een duizelingwekkend tempo. Kijk naar het sociaaldemocratische PASOK in Griekenland: in 2009 was dit een betrouwbare factor voor de kapitalisten en kon de partij met 44% een regering vormen, vandaag is PASOK opgegaan in een ‘brede’ centrumlinkse alliantie die geen 10% meer haalt. Dat is natuurlijk een extreem voorbeeld, maar ook bij ons is er een Pasokificatie van de traditionele partijen. Eén voorbeeld: in oktober 2018 haalden de drie traditionele partijen (CD&V, VLD en SP.a) in het Antwerpse district Deurne samen geen 20% meer.

    De autoriteit van de instellingen van het establishment verdwijnt, maar dit betekent niet automatisch dat er een einde komt aan alle vooroordelen waarop het bewind van de elite gebaseerd is. De afgelopen decennia was er een sterke individualisering: niets was nog een maatschappelijk probleem, we werden allemaal individuen (die naar exact dezelfde inhoudsloze televisieprogramma’s kijken en inkopen doen bij dezelfde ketens in quasi identieke winkelstraten). Dat was onderdeel van het neoliberale dogma dat er niet zoiets als een samenleving bestaat. Dit dogma moet ons laten geloven dat we als werkende klasse geen specifieke plaats in de samenleving innemen en vooral dat er niet zoiets als klassenstrijd bestaat. Wie zijn tegenstander kan laten geloven dat er geen strijd is, kan die gemakkelijker winnen. Bij afwezigheid van collectieve antwoorden vanuit de arbeidersbeweging zoeken veel mensen de reden voor hun dalende levensstandaard bij de komst van vluchtelingen, de rol van corrupte politici … Daar spelen rechtse populisten op in, vaak met overweldigende resultaten in verkiezingen.

    Dit betekent echter niet dat er een verrechtsing onder de bevolking is. Bolsonaro won de Braziliaanse verkiezingen als een nieuwe sterke man met propere handen. Tegelijk was een grote meerderheid van de Brazilianen gekant tegen aanvallen op de pensioenen en tegen privatiseringen. In Florida haalde Trump 51% in de presidentsverkiezingen van 2020, maar stemde op hetzelfde moment 60% voor een hoger minimumloon van 15 dollar per uur in een referendum.

    Er is geen actieve steun voor een uiterst rechts beleid van harde neoliberale maatregelen gekoppeld aan een autoritair bewind. Dat maakt het voor extreemrechtse politici nodig om haat en vooroordelen tegen vluchtelingen te stimuleren, om de hypocrisie en beperkingen van gevestigde politici te benadrukken of om gelijk welke nonsens die wat populair is te verkondigen. Daar kunnen ze mee scoren, met hun eigen asociale agenda is dat veel moeilijker. In crisismomenten zoals met de pandemie kwam deze spreidstand heel scherp tot uiting.

    Het aloude racisme kreeg vaak ‘moderne’ invullingen. Zo is er de opgang van ‘identitaire’ stromingen binnen extreemrechts: groepen die het behoud van de ‘traditionele Westerse waarden’ en de ‘nationale identiteit’ centraal stellen. De komst van vreemdelingen zou de eigen identiteit bedreigen. Er is een kunstmatig construct in de vorm van ‘nationale identiteit’ opgezet, los van de sociale tegenstellingen die nochtans de motor van de geschiedenis zijn. Wat behoort tot die ‘nationale identiteit’: de strijd van de werkende klasse voor algemeen stemrecht of het verzet van de conservatieve elite ertegen? Acties voor sociale zekerheid of patronaal verzet ertegen? Het creëren van een ‘identiteit’ heeft als belangrijkste doel om al wie er niet toe behoort af te schilderen als de vijand. Dit wil niet zeggen dat identiteit niet bestaat of niet belangrijk is, alleen moet het in een maatschappelijke context van klassentegenstellingen worden gezien.

    De Belgische marxist Abram Leon schreef in zijn opmerkelijk scherpe boek over de geschiedenis van het jodendom over de rol van racisme in een klassensamenleving. “Het racisme bestaat uit een bont mengsel van uiteenlopende elementen. Van het grootkapitaal weerspiegelt het de expansiedrift. Van de kleine burgerij vertolkt het de haat voor alle ‘vreemde elementen’ op de binnenlandse markt alsook de antikapitalistische gevoelens van diezelfde kleinburgerij. Het is als kapitalist dat de kleinburgerij strijd levert tegen de joodse concurrent en als antikapitalist trekt hij ten strijde tegen het ‘joodse kapitaal’. Het racisme kaapt de antikapitalistische strijd van de volkse massa’s en voert die terug naar een vroegere vorm van kapitalisme, een vorm die nu nog enkel bestaat als een spoor in het zand. Het racisme dient precies om alle klassen samen te brengen, in dezelfde smeltkroes van één ‘raciale gemeenschap’ die zich afzet tegenover alle andere rassen. De racistische mythe doet haar best om te lijken als één geheel dat slechts vage banden heeft met de bronnen van oorsprong, bronnen die heel uiteenlopend kunnen zijn. Het racisme streeft ernaar om de verschillende elementen waaruit het bestaat volmaakt aaneen te smeden.”

    Abram Leon stelde dat racisme een mythe was, geen doctrine. “Het eist geloof, maar vreest het denken als het vuur,” merkte hij op. Het creëren van een vijandsbeeld dat voldoende algemeen is, denk maar aan de wijze waarop over ‘omvolking’ wordt gesproken, moet de mythe in stand houden en ervoor zorgen dat er niet teveel wordt nagedacht. Het maakt dat elke discussie over sociale tegenstellingen uit de weg wordt gegaan, waaronder die over de redenen waarom mensen migreren.

    De stap van de mythe van het racisme naar allerhande samenzweringstheorieën is overigens niet groot. Ook dat is niet nieuw. De nazi’s hadden destijds de mond vol over de zogenaamde ‘Protocollen van de Wijzen van Sion’, een vermeend ‘geheim plan’ van het internationale jodendom om de wereld te overheersen. Dat er niets van aan was, weten we ondertussen. Het was evenzeer van de pot gerukt als samenzweringstheorieën zoals die van QAnon in de VS of de ‘Deep State’. Het kapitalisme heeft evenwel geen samenzweringen nodig om de grootste ongelijkheid uit de menselijke geschiedenis tot stand te brengen en de mensheid met een ecologische, sociale en economische crisis naar de afgrond te duwen. Het zit gewoon in het DNA van dit systeem. Waarom zouden de superrijken moeten samenzweren als ze zo al op hun wenken bediend worden?

    In plaats van ingebeelde samenzweringen bloot te leggen, hebben we nood aan een wetenschappelijke aanpak die in staat is om het klassenkarakter van de processen die vorm geven aan de kapitalistische samenleving duidelijk te maken. Dat kan de basis leggen voor een begrip van hoe en waarom we tegen de heersende klasse strijden en het zal ons bijstaan in het mobiliseren van bredere lagen om effectief tot fundamentele verandering te komen. Zoiets is onmogelijk op basis van samenzweringstheorieën of het teruggrijpen naar de mythe van het racisme.

    You can’t have capitalism without racism

    Vandaag is er heel wat aandacht voor de racistische misdrijven van de slavernij en worden symbolen hiervan aangepakt. Extreemrechts werpt zich op als verdediger van die symbolen. Deze aandacht is relatief nieuw en valt toe te juichen: lessen trekken uit het verleden maakt onze strijd vandaag scherper.

    Het idee dat de mensheid verdeeld is in verschillende rassen werd rond de 18e eeuw getheoretiseerd. De basis voor deze ideeën was de ontwikkeling van het handelskapitalisme, gebaseerd op de driehoekshandel die reeds in de 16e eeuw tot stand kwam en waarbij Europa, Afrika en het Amerikaanse continent betrokken waren bij een grootschalige slavenhandel. Na de afslachting van de First Nations in Noord-Amerika en in de door de koloniale machten veroverde gebieden moesten arbeidskrachten worden aangevoerd om de veroverde gebieden te ‘ontwikkelen’. De burgerij charterde schepen die naar Afrika reisden om te zoeken naar wat zij toen “ebbenhout” noemden, dat wil zeggen vrouwen en mannen die als producten werden verkocht, mensen die met geweld van hun land en cultuur werden weggevoerd.

    Uiteindelijk is een sociaal systeem van uitbuiting altijd gebaseerd op geweld. Maar men voelt altijd de behoefte om deze uitbuiting en het geweld dat ermee gepaard gaat ideologisch te rechtvaardigen. Daarom moest men deze mensen, die als handelswaar werden verkocht, ontmenselijken. Racisme is ontstaan als een ideologische garantie voor de slavenhandel. Ideologieën die verband hielden met de classificatie van de mens ontstonden toen en drongen door in alle poriën van de maatschappij. Zo stelde Voltaire destijds dat hij blanken “hoger acht dan negers, zoals de negers boven de apen staan, en zoals de apen boven de oesters en andere dieren van deze soort staan.”

    De geschiedenis leert ons dat de grote doorbraken in de strijd tegen slavernij en kolonialisme verbonden zijn met internationale revolutionaire processen. De slavenopstand in Haïti, waaruit de eerste zwarte republiek in de geschiedenis is ontstaan, was verbonden met de Franse Revolutie van 1789. In Frankrijk werd de slavernij twee keer afgeschaft, telkens in een revolutionaire periode. Dit gebeurde in 1794 en vervolgens nogmaals in 1848, nadat Napoleon de slavernij in 1802 in ere had hersteld. In deze strijd speelden de slaven en de koloniale bevolking een voorhoederol naast andere lagen van de maatschappij (de revolutionaire burgerij van die tijd en, vooral, het revolutionaire volk). Het waren de strijd en het internationale karakter ervan die het mogelijk maakten een einde te maken aan de verschrikking van de slavernij, maar ook aan de kolonisatie.

    De verworvenheden van de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten waren nauw verbonden met de internationale context van strijd tegen het kapitalisme in die tijd. Dit was een les die de Black Panther Party (opgericht in 1966) al had geleerd: haar leden geloofden dat racisme niet kon worden bestreden met zwart kapitalisme, maar met solidariteit. Zoals Fred Hampton, een leider van de Black Panthers die in 1969 in zijn bed werd vermoord tijdens een inval door de FBI en de politie van Chicago, opmerkte: “Je kunt vuur niet met vuur bestrijden. Je moet vuur met water bestrijden. We zullen racisme niet met racisme maar met solidariteit bestrijden. We bestrijden het kapitalisme niet met zwart kapitalisme. We bestrijden kapitalisme met socialisme. (…) We zullen strijden door ons allemaal te verenigen en een internationale arbeidersrevolutie te starten.” De antiracistische strijd is niet ondergeschikt aan de antikapitalistische strijd, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en ze moeten allebei met evenveel energie gevoerd worden.

    Tactieken in de strijd tegen extreemrechts

    Na de ‘zwarte zondag’ van 24 november 1991 – de eerste grote doorbraak van het Vlaams Blok in heel Vlaanderen – werd massaal geprotesteerd, vooral door jongeren. Het protest maakte het voor de gevestigde partijen moeilijk om met extreemrechts samen te werken. De communautaire samenstelling van het Belgische politieke stelsel versterkte dit nog. Het ‘cordon sanitaire’ was geboren: de beslissing om geen coalities met het VB te vormen. Het feit dat het VB niet aan de macht kan deelnemen, zorgt ervoor dat de partij haar racistische verdeeldheid niet vanuit een bestuursfunctie kan verspreiden. Dat is uiteraard een goede zaak. Maar het biedt geen antwoord op de voedingsbodem van extreemrechts. Het is symptoombestrijding, geen fundamentele oplossing.

    De voorbije jaren stond de antiracistische beweging zwakker, Blokbuster stond vaak alleen op straat te protesteren. Het is dan ook geen toeval dat de gevestigde partijen aftasten hoe ver ze het cordon sanitaire kunnen neerhalen. De ‘onderhandelingen’ van N-VA om samen met het VB een Vlaamse regering te vormen na de verkiezingen van 2019 waren gedoemd om te mislukken, maar zetten wel de deur open om in 2024, bijvoorbeeld op lokaal vlak, coalities te vormen. Deze opstelling van De Wever werd meteen aangemoedigd door de patroonsorganisatie VOKA. Die wil de VB-stemmen gebruiken voor een nog rechtser beleid van sociale afbraak om de winsten op te drijven. Dat het VB stemmen aantrok van kiezers die niet tevreden waren met het asociale besparingsbeleid en in de campagne pleitte voor eisen als een hoger pensioen, lagere pensioenleeftijd, hogere uitkeringen … wordt gemakshalve vergeten. Het doorbreken van het cordon sanitaire, zelfs op lokaal niveau, zou de communautaire tegenstellingen op de spits drijven waarbij het erg moeilijk wordt voor N-VA om nog deel uit te maken van een federale regering.

    Voor de traditionele partijen en de bazen is de discussie over het cordon sanitaire een kwestie van politieke spelletjes. Wij verzetten ons tegen machtsdeelname van extreemrechts omdat het mogelijkheden biedt om de haat en verdeeldheid vanuit een sterkere machtspositie te verspreiden en geïnstitutionaliseerd te organiseren. Dit verzwakt de arbeidersbeweging en de broodnodige eenheid van alle werkenden en onderdrukten in de strijd voor echte verandering en een andere samenleving. Het idee dat machtsdeelname leidt tot een polarisatie die ook de antifascisten versterkt, geeft de sleutel tot versterking van het antifascisme aan extreemrechts zelf. Dat is geen goed idee en bovendien staat het resultaat verre van vooraf vast. Het idee dat extreemrechts zich sowieso aan de macht verbrandt, is een illusie. Indien het publiek debat gedomineerd wordt door de verdelende boodschap van extreemrechts, komt het niet noodzakelijk verzwakt uit machtsdeelname. Enkel indien de arbeidersbeweging in het offensief gaat en de eigen eisen en noden op de agenda zet, kan het extreemrechts ondermijnen.

    De tactiek om extreemrechts te bestrijden via het gerecht is helemaal onderuit gehaald in ons land. In 2004 werden drie vzw’s van het Vlaams Blok effectief veroordeeld wegens racisme. Vlak hierna won de partij de verkiezingen. Toen de uitspraak definitief werd, moest het Vlaams Blok van naam veranderen in wat Filip De Man een ‘opsmukoperatie’ noemde. De uitspraak werd gebruikt om zich verder in een slachtofferrol te wentelen en zich een sterker ‘anti-establishmentimago’ aan te meten. Dat is overigens tegenstrijdig: als het VB begin deze eeuw zo sterk kon scoren, was het deels te wijten aan het normaliseren van racisme door een deel van de burgerij, in het bijzonder de neo-conservatieven in de VS die het schrikbeeld van ‘islamterroristen’ gebruikten om een agressieve imperialistische politiek te verkopen. Het VB begreep dit maar al te goed en steunde de Amerikaanse president Bush in de oorlog in Irak, terwijl op de grootste anti-oorlogsbetoging maar liefst 100.000 mensen door de straten van Brussel trokken. Twintig jaar later is de mislukking van de oorlogen in Afghanistan en Irak evident: in het eerste land kon de Taliban terugkeren, in het tweede is er een bijzonder instabiel regime dat toeziet op een situatie van tekorten, communautaire spanningen en corruptie.

    De beperkingen van de hoop om extreemrechts via het gerecht te stoppen, werden scherp aangetoond in de argumentatie bij de vervolging van Voorpost-militanten die in 2021 een racistisch spandoek ontrolden in Mechelen. De procureur stelde onder meer: “Als er in 1939 wetgeving was geweest om dit [racisme] te bestraffen, waardoor mensen niet geïndoctrineerd konden worden door pamfletten of spandoeken, dan was er geen Tweede Wereldoorlog geweest.” De onderliggende materiële spanningen tussen de grootmachten in de jaren 1930 konden uiteraard niet weggenomen worden met een verbod op pamfletten en spandoeken. Het enige wat de Tweede Wereldoorlog had kunnen stoppen, was een revolutionaire beweging van de werkende klasse die een einde maakte aan het kapitalisme, een systeem dat oorlog in zich draagt zoals donkere wolken regen in zich dragen.

    Het politieke establishment komt doorgaans niet verder dan een liberale versie van antiracisme. Dit beperkt zich tot een moralistisch vingertje dat vaak meer op de kiezers van extreemrechts gericht is dan op de handelaars in haat die aan het roer staan. Wij maken steeds een onderscheid tussen de haatzaaiers die extreemrechts organiseren en de gewone mensen die daarin trappen. Die laatsten moeten we duidelijk maken dat ze in een doodlopend straatje van meer ellende worden gelokt, terwijl het op basis van gezamenlijke strijd tegen het kapitalistisch systeem mogelijk is om overwinningen te boeken die onze levens- en werkomstandigheden verbeteren. Natuurlijk is strijd tegen het kapitalisme niet meteen iets waar gevestigde politici toe bereid zijn.

    Als alternatief op racisme komen ze bovendien vaak niet verder dan nadruk op wetgeving, symbolische stappen en rolmodellen. Voorbeelden van mensen met een migratie-achtergrond die het gemaakt hebben, moeten doen vergeten dat het gebrek aan middelen voor onderwijs maakt dat dit in België bijzonder ongelijkheidsbevestigend en zelfs -versterkend is. Die nadruk op individuele voorbeelden kan in het gezicht van het liberale antiracisme ontploffen. Dat is wat er gebeurde met de door subsidies in de markt gezette onderneemster Sihame El Kaouakibi in Antwerpen. Ze maakte pijlsnel politieke carrière bij de liberalen, maar werd compleet afgebrand toen de boekhouding van haar vzw’s niet in orde bleek te zijn. Het grootste slachtoffer hiervan waren overigens de jongeren uit wijken als het Kiel die een ontspanningsmogelijkheid verloren op een ogenblik dat de er al zo weinig zijn en dat de publieke ruimte steeds verder beperkt wordt.

    Diegenen die pleiten voor het negeren van extreemrechts vertrekken vaak van een terechte afkeer van de sterke aanwezigheid ervan in zowel de traditionele als de zogenaamd ‘sociale’ media. We delen die afkeer en proberen op de website blokbuster.be bijvoorbeeld zo weinig mogelijk afbeeldingen van extreemrechts te gebruiken, protestacties ertegen zetten de toon qua beeldvorming. Op grotere schaal is het echter een illusie te denken dat een maatschappelijk fenomeen verdwijnt omdat we er niet naar kijken. Een struisvogeltactiek houdt geen rekening met hoe de samenleving in elkaar zit en biedt bijgevolg geen efficiënt antwoord.

    Sommigen denken dat het mogelijk is om extreemrechts te stoppen door het te ontmaskeren, via vorming en onderwijs of nog door het ontwikkelen van sterke argumentaties die de propaganda van extreemrechts weerleggen. Terwijl we daar sympathie voor hebben en zeker bereid zijn om er een rol in te spelen, onder meer bij het ontmaskeren van incidenten en de ontwikkeling van argumenten, moeten we duidelijk zijn over de beperkingen. Eerst en vooral moeten we weten naar wie we ons richten. Wie de extreemrechtse leiders en militanten denkt te overtuigen, zoekt beter een andere bezigheid. We richten ons op de kiezers en al wie enigszins openstaat voor de extreemrechtse vooroordelen. Zo willen we meteen ook de extreemrechtse militanten maatschappelijk isoleren. Dat doen we niet door met hen te debatteren, maar door op zijn minst twijfel te zaaien onder hun basis. Wie denkt dat extreemrechts louter een mening uit, gaat eraan voorbij dat het doel van extreemrechts niet is om gewoon wat te praten over racisme, seksisme en homofobie. Het wil die verdeeldheden in de praktijk omzetten en dat gaat in tegen de belangen van de werkende klasse. Verdeeldheid op de werkvloer verpest de sfeer voor iedereen en maakt het moeilijker om samen op te komen voor betere arbeidsvoorwaarden. Tegen die verdeeldheid ingaan, betekent de opbouw van een krachtsverhouding met de arbeidersbeweging om de eigen eisen en noden centraal te stellen als alternatief voor schijnantwoorden zoals racisme en verdeeldheid.

    Collectieve actie nodig

    Om extreemrechts en racistische vooroordelen te bestrijden, moeten we dus een krachtsverhouding opbouwen. Het is door collectieve actie en massamobilisatie dat we overwinningen kunnen behalen. Wat ons verenigt, is dat we in verschillende mate slachtoffer zijn van sociale tekorten zoals het gebrek aan betaalbare huisvesting, degelijke jobs of middelen voor de openbare diensten. We zijn het slachtoffer van de uitbuiting die inherent is aan het kapitalistische winstsysteem.

    Blokbuster verdedigt een mobilisatiemodel van protestacties en campagnes naar die acties. Doorheen campagnes op straat, op school, in de wijken of op de werkvloer gaan we de discussie aan. Dat is vaak even belangrijk als de actie zelf. Het geeft immers de mogelijkheid om bepaalde ideeën en voorstellen te populariseren. Zo voerde Blokbuster in de jaren 1990 stelselmatig campagne met de slogan ‘Jobs, geen racisme’. Door acties te voeren, gaven we bovendien aan hoe we de strijd voor jobs konden voeren. De jarenlange acties tegen NSV (Nationalistische Studentenvereniging), de officieuze studentenclub van het VB, hebben de erkenning van deze groep lange tijd tegengehouden aan de meeste universiteiten. Het organiseren van comités en acties heeft een laag jongeren gepolitiseerd. Veel van die jongeren zijn nadien actief geworden in de vakbonden op hun werkplaatsen. De campagne ‘Syndicalisten Tegen Fascisme’ is daar een logisch gevolg van.

    Acties, zeker als ze massaal zijn, zetten mee de toon van het publieke debat. Zonder het massale protest in het kader van Black Lives Matter in de zomer van 2020 zou de Belgische koning Filip zich niet plots verontschuldigd hebben voor de vreselijke koloniale misdaden in Congo. Verontschuldigingen volstaan natuurlijk niet, maar een verandering in de houding van de Belgische monarchie is evenmin onbeduidend. Het Black Lives Matter protest zorgde voor een bredere discussie over discriminatie. Er kwam kritiek op symbolen van koloniale propaganda, zoals de standbeelden van Leopold II (het neerhalen van die standbeelden in de publieke ruimte betekent niet dat we de geschiedenis zullen vergeten, maar is eerder een uitdrukking van het feit dat we er lessen uit geleerd hebben). Het structurele karakter van racisme werd zichtbaarder en meer algemeen erkend. De officiële propaganda van de Belgische staat is in twijfel getrokken door de beweging. Dit is een basis waarop we kunnen bouwen om verder te gaan.

    Mensen met een migratieachtergrond hebben minder kansen op toegang tot degelijke huisvesting, een kwaliteitsvolle opleiding en een goede job. Deze discriminatie doet zich voor op alle gebieden van het leven. Ze vloeit voort uit de tekorten die in de hele samenleving bestaan door het gebrek aan middelen als gevolg van de verwoestingen van het neoliberale beleid. Die tekorten wakkeren racistische gevoelens aan. Sommigen wijzen naar mensen met een migratie-achtergrond als er een gebrek is aan voldoende sociale huisvesting of aan goede jobs. Nochtans zijn zij op geen enkele manier verantwoordelijk voor de tekorten! Sociale antwoorden formuleren op sociale problemen en deze afdwingen, is de manier om extreemrechts de wind uit de zeilen te nemen.

    Sommigen in de antiracistische beweging spreken over ‘witte privileges’. Dat is een benadering die verdeeldheid zaait en het vertrekt van een terminologie die niet correct is. De term ‘privilege’ komt uit de feodale samenleving, waar de adel en de geestelijkheid heel wat privileges genoten, waaronder het feit dat ze geen belasting moesten betalen. Hun privilege was ook dat ze zich de vruchten konden toe-eigenen van het werk van de meerderheid van de bevolking. Een privilege kan afgeschaft worden. Het is echter geen privilege om goede huisvesting, een degelijke job of een kwaliteitsvolle opleiding te hebben. Dat zijn geen privileges, maar rechten waar iedereen toegang tot zou moeten hebben. De nadruk op ‘witte privileges’ legt de verantwoordelijkheid voor onderdrukking teveel bij iedereen met een witte huidskleur, zonder onderscheid. Dat ondergraaft de broodnodige solidariteit in de strijd om rechten voor iedereen af te dwingen. De geschiedenis leert ons dat sociale verworvenheden afgedwongen worden door de solidariteit te organiseren in massastrijd.

    Een oproep om ‘woke’ te worden of de verschillende benaderingen van identiteitspolitiek (zoals de privilegetheorie) zijn doorgaans gebaseerd op een terechte aanklacht van enorme problemen. Het blijft echter al te vaak beperkt tot een individuele benadering, waardoor de echte verantwoordelijken voor onderdrukking buiten schot blijven. Bovendien is identiteitspolitiek niet gericht op het opbouwen van eenheid onder jongeren en werkenden. Om tot overwinningen te komen, is onze eenheid essentieel. Het versterken van deze eenheid vereist respect voor elke gevoeligheid. We mogen ons niet van vijand vergissen: het kapitalisme heeft racisme en andere vormen van verdeeldheid nodig. Het zijn de kapitalisten die er voordeel uit halen, niet de werkenden en hun gezinnen.

    Voor sommigen is deze strijd alleen een zaak van de direct betrokkenen. Wij denken dat discriminatie ons allemaal aanbelangt. Zolang één categorie van de bevolking wordt gediscrimineerd, zet dit de andere lagen onder druk. Zolang bijvoorbeeld werknemers zonder papieren worden uitgebuit met lage lonen, zet dit een neerwaartse druk op alle lonen. Daarom is de regularisatie van mensen zonder papieren een maatregel die goed is voor de sociale zekerheid en voor iedereen, behalve voor de bazen die direct of indirect profiteren van hun rampzalige situatie. Daarnaast dreigt de benadering om enkel wie ‘direct betrokken’ is de strijd te laten voeren deze mensen te isoleren, wat de weg opent naar wanhopige strijdmethoden zoals de hongerstakingen van mensen-zonder-papieren. Wij zijn daar geen voorstander van, maar pleiten er integendeel voor om de strijd te verbreden en alle slachtoffers van het systeem op een inclusieve en respectvolle manier bijeen te brengen.

    De maatschappij onder het kapitalisme is verdeeld in sociale klassen, op basis van de diefstal van een deel van de door de sociale meerderheid (de werkende klasse) geproduceerde waarde door een kleine minderheid, de kapitalistische klasse. Racisme is een product van het kapitalisme. We moeten daaraan toevoegen dat deze discriminatie nuttig is voor het systeem, net zoals seksisme en LGBTQI+-fobie dat zijn. Het maakt het immers mogelijk om de uitgebuite en onderdrukte massa’s te verdelen. De kleine minderheid aan de top van de piramide van kapitalistische uitbuiting zou nooit aan de macht kunnen blijven als de overgrote meerderheid van de bevolking samen in opstand komt.

    De werkende klasse is het best geplaatst om het kapitalistische systeem omver te werpen, gezien haar aantal en haar plaats in het productiesysteem. Dit is wat de pandemie eens te meer heeft aangetoond: als de werkende klasse stopt, dan stopt alles. Met werkende klasse bedoelen we diegenen die hun arbeidskracht verkopen voor een loon en die de productiemiddelen niet bezitten. Door middel van een staking kan de arbeidersklasse de hele economie en de samenleving blokkeren. “Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil,” luidde reeds de slogan van de Nederlandse spoorstaking van 1903. Dit werpt de fundamentele vraag op van een nieuwe organisatie van de samenleving op een andere basis, door ons te ontdoen van de bazen, de aandeelhouders en de volledige vervreemdende maatschappelijke organisatie vandaag. 

    Door de controle te verwerven op de rijkdom die we produceren, kunnen we op democratische wijze beslissen hoe deze wordt aangewend om sociale problemen op te lossen en tekorten te bestrijden. Dan kunnen we de middelen inzetten waar ze nodig zijn. De bron van racistische verdeeldheid, zoals gepropageerd door extreemrechts, zou verdwijnen door een dergelijke democratisch geplande economie.

  • Frontnacht geannuleerd na protest. VB-front ‘IJzerwake’ met de neonazistische billen bloot

    • 12 van 18 bestuurders van IJzerwake zijn gekende VB’ers, 1 zit in N-VA partijbestuur
    • Frontnacht was een integraal onderdeel van de tweedaagse IJzerwake. Het gedeelte op zondag gaat voorlopig wel nog door. Daar wordt de verering van nazi’s niet met harde muziek gebracht, maar daarom niet met minder overtuiging

    Artikel van de antifascistische campagne Blokbuster

    Niet de goodwill van politici of de risico-analyses van de veiligheidsdiensten, maar het groeiend protest zorgde ervoor dat het geplande neonaziconcert in Ieper niet kan doorgaan. De stad Ieper kon moeilijk nog een andere beslissing nemen. Naarmate het protest groeide, raakten de gortige details over het geplande concert immers zo breed verspreid dat de toelating onhoudbaar werd.

    Dit bevestigt nogmaals het belang van actief antifascistisch verzet. De oproepen tot actie begonnen steeds breder verspreid te geraken waardoor het neonaziconcert een onderwerp van het publieke debat werd. Extreemrechts deed er alles aan om het karakter van dat concert te minimaliseren, maar de aanwezigheid van liefhebbers van Adolf Hitler en Mussolini zorgt voor een breed gedragen afkeer onder de bevolking. Het was opmerkelijk dat de verdediging door de organisatoren van de IJzerwake niet verder kwam dan wat geneuzel in de marge.

    Het neonaziconcert Frontnacht maakte deel uit van het officiële programma van de IJzerwake, de radicale Vlaams-nationalistische bijeenkomst die de afgelopen jaren steeds exclusiever in handen kwam van het Vlaams Belang. Het officiële adres van de organisatie is gevestigd in de Volksstraat in Antwerpen, in het Bormshuis dat de herinnering aan de nazi-collaborateur August Borms levendig houdt. De ‘algemene vergadering’ van de IJzerwake telt vandaag nog 18 leden. Daarvan zijn er minstens 12 die openlijk bekendstaan als Vlaams Belangers en nog eens 3 anderen die een verleden bij het VB hebben, maar uit onvrede over postjes of de te zachte aanpak de partij verlieten. Slechts drie leden van de algemene vergadering zijn ‘twijfelgevallen’ of compagnons de route. Daaronder ook een lid van het partijbestuur van N-VA… Wat zal de partij van De Wever doen met een bestuurslid die mede-organisator is van een neonaziconcert?

    Wie is wie?

    Van de 18 leden in de algemene vergadering zijn er 12 gekende VB’ers: Hugo Pieters (VB Sint-Niklaas), Hilde Roosens (vandaag directie Vlaamse Volksbeweging, maar voorheen personeelslid VB), Egwin Six (VB Hoboken), Wouter Opdenacker (oud-bestuurslid NSV en VBJ), Karl Peeters (oud-voorzitter NSV), Lieve van Onckelen (verantwoordelijke Bormshuis, ooit nog provincieraadslid VB), Johan Vanslambrouck (VB-gemeenteraadslid in Zandhoven), Luc Vermeulen (voormalig actieleider Voorpost en verantwoordelijke ordedienst VB), Femke Pieters (VB-gemeenteraadslid in Sint-Niklaas), Bart Vanpachtebeke (voorzitter Voorpost), Paul Beheyt (VB Aalter). Van Jos Wouters uit Boom vinden we verschillende positieve berichten over het Vlaams Belang terug op internet, maar geen actief engagement op een lijst.

    Nancy Six is gemeenteraadslid in Ieper, maar stapte op bij het Vlaams Belang na een ‘misgelopen arbeidscontract’. Ze stond gekend als iemand uit de omgeving van Dewinter. Rob en Wim Verreycken hebben beiden een lang verleden bij het Vlaams Belang, maar ook een verleden van spanningen met de partij. Dat weerhield VB Dendermonde niet om eind vorig jaar nog een lezing van Wim Verreycken over de geschiedenis van het VB te organiseren.

    De drie overblijvende compagnons de route zijn Frans Crols, voorzitter Wim de Wit en prof Matthias Storme. Tien jaar geleden vermeldde Wim de Wit dat hij een “N-VA-verleden” had en voorheen was hij actief bij de Volksunie. Matthias Storme is officieel lid van het partijbestuur van N-VA.

    IJzerwake

    Met ‘Frontnacht’ wilde IJzerwake een jonger publiek aantrekken. Het was tevens de opvolger van de ‘kameraadschapsavond’ die Voorpost voorheen organiseerde aan de vooravond van de IJzerwake. Het is opmerkelijk dat een groep die geleid wordt door Vlaams Belangers en één enkel N-VA partijbestuurslid voor verjonging kijkt naar neonazi’s. Ook vreemd is hoe de ordedienst tijdens het evenement uitbesteed werd aan ‘Project Thule’, de groep rond Tomas Boutens, die eerder veroordeeld werd voor het organiseren van de neonazigroep ‘Blood & Honour’ in het leger. Doorgaans doet Voorpost de ordedienst, maar voor een neonaziconcert werd blijkbaar eerder gekeken naar groepen die heel wat ervaring hebben met dergelijke concerten. Zo wordt de link met de Blood&Honour-concerten overigens wel heel sterk.

    Vandaag suggereren de media dat er mogelijk een generatieconflict is binnen de organisatie van de IJzerwake. Ons lijkt het niet waarschijnlijk dat er sprake is van misverstanden binnen het organiserend comité van de IJzerwake. Het gaat immers om doorwinterde militanten van extreemrechts. Bovendien: waarom zouden ze een probleem hebben met neonazi’s als ze zelf niet aarzelen om op de IJzerwake nazi-collaborateurs zoals Staf De Clercq (VNV) te eren en in de bloemen te zetten?

    Ook zonder ‘Frontnacht’ blijft de IJzerwake in Ieper een jaarlijks treffen van extreemrechts, zowel het Vlaams Belang als nog extremistischer groeperingen in de marge. Terwijl het VB hoopt om brede lagen van de kiezers te overtuigen met internetberichten over dierenrechten of vaag sociale standpunten, is het op het terrein vooral bezig met het organiseren van haat en verdeeldheid. Het aarzelt niet om in de meest extremistische beerputten op zoek te gaan naar nieuw bloed. Het aarzelt evenmin om dergelijke figuren vervolgens naar het parlement te katapulteren, zoals het eerder deed met Dries Van Langenhove.

  • Vlaams Belang wil IJzerwake verjongen met neonazi-concert in Ieper


    De afgelopen jaren kende de IJzerwake een terugval qua bezoekers. Het evenement ontstond nadat extreemrechts met slaande deuren de IJzerbedevaart in Diksmuide verliet. In 1996 bestormden militanten van het Vlaams Blok het podium en werden enkele vuistslagen uitgedeeld. Gekende straatvechters als Rob Verreycken lieten zich daarbij niet onbetuigd. Vanaf 2003 organiseerde extreemrechts daarop de IJzerwake in Ieper. Waar de eerste editie nog 3000 aanwezigen lokte, waren dat er vorig jaar minder dan 2000. Bovendien ging het om een steeds grijzer wordend publiek. Om daar verandering in te brengen, wordt dit jaar geprobeerd jongeren te lokken. Dat doet de mantelorganisatie van het Vlaams Belang met een neonaziconcert onder de naam ‘Frontnacht’.

    Artikel vanop blokbuster.be

    Er is heel wat ophef rond die ‘Frontnacht’. Er treden namelijk gekende neonazigroepen op. Bronson is een Italiaanse groep die nauw verbonden is met de fascisten van CasaPound en graag verwijst naar de erfenis van Mussolini. CasaPound aarzelt niet om zichzelf fascistisch te noemen, vertegenwoordigers ervan kwamen al meermaals naar ons land op uitnodiging van NSV (studenten van het VB), Voorpost (ordedienst van het VB) en andere groepen. Flatlander is eigenlijk Harm-Jan Smit, die in zijn muziek pleit voor een “witte revolutie”. Phil van Flak kreeg in 2016 een inreisverbod in Zwitserland toen hij aangekondigd werd voor een concert. Van Flak en Flatlander traden eerder op voor de neonazistisch Hammerskins. Een in 2011 gepland concert van Van Flak in ons land ging niet door toen het gemeentebestuur van Zwijndrecht ging praten met de uitbater van de zaal waar het door de neonazistische groupuscule N-SA geplande concert zou plaatsvinden. Alle nuttige info over de groepen die optreden vind je op Antifascista Siempre (zie: https://affverzet.wordpress.com/tag/frontnacht/)

    Er is heel wat ophef over het neonaziconcert in Ieper. Het stadsbestuur stelde voorwaarden bij de toelating, maar dat lijkt op een pleister op een houten been. Met de geplande groepen is het een illusie te denken dat er geen sprake zal zijn van racisme of holocaustontkenning. Vanuit verschillende hoeken zijn er protestbrieven, onder meer gesteund door de West-Vlaamse afdelingen van ABVV en ACV. Dat is belangrijk: een breed gedragen protest tegen extreemrechts en tegen neonazisme is noodzakelijk. Er circuleren oproepen om protestmails naar de burgemeester van Ieper (burgemeester@ieper.be) te sturen met de vraag om de toelating voor het neonaziconcert in te trekken.

    Wij steunen die oproepen en vragen onze lezers om een mail te sturen met de vraag om geen toelating te geven voor het concert. Tegelijk denken we dat het vredescollectief@ieper best een protestactie voorbereidt om duidelijk te maken dat fascisme niet aanvaard wordt. Actief verzet is immers noodzakelijk. Extreemrechts probeert jongeren te winnen en te organiseren. Het Vlaams Belang is al langer bezig met een offensief naar jongeren toe, onder meer met de tournee ‘Schild & Pint’ waarbij VB-voorzitter Van Grieken gratis bier uitdeelt onder het roepen van slogans. Het initiatief van ‘Frontnacht’ is een volgende stap in deze poging. Het is bovendien een verdere stap in het normaliseren van neonazisme. Ook daar heeft het Vlaams Belang ervaring mee, denk maar aan de wijze waarop de bende van Van Langenhove werd binnengehaald.

    Tot hiertoe bleef het Vlaams Belang redelijk buiten beeld als de organisator achter de schermen van dit neonaziconcert. Nochtans gaat het om een organisatie van de IJzerwake zelf, een door VB’ers gecontroleerd initiatief, op het terrein van die IJzerwake. Waar er in de beginjaren nog enkele eenzame N-VA’ers bij de organisatie van de IJzerwake betrokken waren, gaat het nu enkel nog om VB’ers en figuren uit de marge van extreemrechts. In de aanloop naar de verkiezingen van 2024 zal het VB zich wellicht opnieuw proberen voor te doen als ‘respectabel’ en zelfs een potentiële coalitiepartner. Het zal kiezers proberen te misleiden door zich sociaal voor te doen. In werkelijkheid steekt het Vlaams Belang meer energie in het organiseren van een neonaziconcert dan in het verdedigen van de levensstandaard van de werkende klasse.

  • Extreemrechts: eigen zakken eerst vullen

    Dewinter op straat met Pegida. Foto: Jean-Marie Versyp

    Filip Dewinter bracht een boekje uit onder de titel ‘Omvolking’ en met zijn naam op de cover als auteur. Het boek werd niet door partij-uitgeverij Egmont uitgebracht maar door het Hertogfonds. Dat is een vzw die gevestigd is op het privé-adres van Dewinter.

    Artikel vanop blokbuster.be

    Het Hertogfonds organiseert maandelijks een meeting in het VB-lokaal te Antwerpen. Onder meer Jeff Hoeyberghs kwam er spreken. In maart was een toespraak door de Russische consul-generaal Kuznetsov gepland gevolgd door een “vodkareceptie,” waarop Hertogfonds-beheerder Jan Penris wellicht een hoofdrol zou spelen. Dat ging niet door omdat er na de Russische invasie van Oekraïne teveel aandacht voor was. VB-voorzitter Van Grieken beweerde toen het Hertogfonds niet te kennen, een hedendaagse variant op ‘Wir haben es nicht gewusst’… De laatste activiteit van de vzw was een Waterloo-avond gebracht door Jan Penris die voor de gelegenheid verkleed was als Napoleon.

    Waarom wordt voor die vzw gekozen als uitgever en organisator van activiteiten? De vzw staat deels los van de partij, ook al zijn de bestuurders allemaal prominente VB’ers. De inkomsten en uitgaven worden echter niet gecontroleerd door de partij. Dat geeft Dewinter ruimte om eigen initiatieven te ontplooien. Naar verluidt kreeg de vzw in 2020 een smak geld van een erfenis. Bovendien betalen een 80-tal leden elke maand tien euro.

    Nu bracht het Hertogfonds het nieuwe boek van Dewinter uit. Wie het bestelt, betaalt 15 euro en daar bovenop 5 euro verzendingskosten, waarna Dewinter het boek vanuit het Vlaams Parlement ‘portvrij’ laat opsturen om ook die 5 euro nog op te strijken. Deze praktijk gaat tegen de regels van het parlement in, maar Dewinter is niet verlegen om op kosten van de gemeenschap een eigen clubje (of zichzelf?) te verrijken.

    Vaak haalt extreemrechts uit naar geldverspilling door de traditionele politici. Het spreekt over transfers. Ondertussen zwijgt het over de miljoenentransfers van publieke middelen richting politieke partijen, inclusief het Vlaams Belang. Alsof die miljoenen nog niet volstaan, probeert Dewinter nog een graantje mee te pikken met portvrije zendingen uit het parlement.

    Zo kennen we extreemrechts: eigen zakken eerst vullen!

     

  • Fascistische ideoloog van het Kremlin sprak in 2015 op meeting van extreemrechts in ons land

    Doegin

    Artikel vanop blokbuster.be

    In 2015 protesteerden de Actief Linkse Studenten tegen een geplande meeting van het extreemrechtse NSV, de studentenclub van het Vlaams Belang, aan de Antwerpse universiteit. Dat protest dwong hen ertoe om uit te wijken naar hotel ‘De Basiliek’ in Edegem. Omdat de druk ook daar te groot werd, weken ze uiteindelijk uit naar een zaaltje in Wommelgem. Aanleiding voor de heisa was de hoofdspreker op het evenement. Dat was Alexandr Doegin, toen reeds bekend als openlijke fascist die niet vies was van wapens en oproepen tot geweld, onder meer tegen de Oekraïense bevolking. Vandaag is Doegin ideoloog van het Kremlin, wat overigens meteen alle propaganda over ‘denazificatie’ verder ondermijnt.

    Het was niet de eerste keer dat de studenten van het Vlaams Belang samenwerkten met Doegin. In oktober 2014 nam NSV deel aan een internationale bijeenkomst van extreemrechts in Hongarije. Die was door premier Orban verboden omdat het volgens de Hongaarse regering ging om een poging om “nieuw leven in het nazisme en de fascistische ideologie te blazen.” Zelfs het extreemrechtse Jobbik gaf verstek voor de bijeenkomst wegens té aangebrand. Richard Spencer van het organiserende National Policy Institute werd de avond voordien opgepakt. Alexandr Doegin, de hoofdspreker op de bijeenkomst, werd de toegang tot het land ontzegd. De conferentie vond toch plaats. Onder de sprekers toenmalig Antwerps NSV-praeses Jens Derycke. Wellicht werd daar inspiratie gehaald om Doegin naar Antwerpen te halen.

    Op dat ogenblik waren de standpunten van Doegin reeds bekend voor wie het wilde weten. Hij steunde de annexatie van de Krim en was hevig voorstander van een Russische interventie in Oekraïne. Zijn oplossing voor Oekraïne uitte hij weinig subtiel: de bevolking uitmoorden, was zijn advies. Ook zijn fascisme was algemeen bekend. Doegin was voorheen frontman van de ‘Nationale Bolsjewieken’, die in opspraak kwamen wegens wapenbezit en geweld. Volgens Doegin vormde de Waffen SS een “intellectuele oase in het naziregime.” De ‘excessen’ van het Duitse fascisme waren voor Doegin een louter Duitse aangelegenheid, het Russische fascisme omschreef hij als “een combinatie van natuurlijk nationaal conservatisme met een gedreven wil tot echte verandering.” Kortom, de geknipte figuur om de jonge militanten van het Vlaams Belang toe te spreken.

    Vandaag staat Doegin erg dicht bij de politieke leiders van Rusland. Hij wordt gezien als één van de meest invloedrijke ideologen van het Kremlin, sommigen maken de vergelijking met Raspoetin onder het tsarisme en omschrijven hem als ‘Poetin-fluisteraar’. Hij nam slechts even afstand van Poetin toen hij vond dat dat het Russische regime niet ver genoeg ging in de steun aan de ‘Volksrepublieken’ Donetsk en Loegansk.

    Eerder was Doegin werkzaam als socioloog aan de Staatsuniversiteit van Moskou. Die job verloor hij in 2014 na een petitie waarin zijn ontslag werd geëist. Aanleiding voor de petitie was een uitspraak van Doegin over hoe de Oekraïners moesten aangepakt worden: “Vermoorden, vermoorden, vermoorden. Er moet niet meer gesproken worden. Dat is wat ik als professor denk.”

    Affiche van NSV-meeting met Doegin

    In 2015 was deze figuur met dezelfde standpunten die hij vandaag verdedigt te gast bij extreemrechts in ons land. Uiteindelijk nam hij niet fysiek deel, maar werd een videoboodschap van Doegin op de conferentie van NSV getoond. Het extreemrechtse Rechts Actueel had het over een “prikkelende” bijeenkomst met een honderdtal aanwezigen.

    Extreemrechts nam recent een bocht over Rusland. Dit was enkel omdat het niet anders kon. Toen de oorlogsplannen tegen Oekraïne nog maar propaganda waren, lag dit anders. De grootste propagandisten van het vreselijke drama dat zich vandaag in Oekraïne voltrekt, werden toen met open armen ontvangen door extreemrechts in ons land. Het conservatief-nationalistische project met een fascistisch kantje, zoals verdedigd door Alexander Doegin, vertoont immers grote gelijkenissen met wat extreemrechts in achterkamertjes tot op vandaag blijft verkondigen.

    Dat het Kremlin onder Poetin beroep doet op een fascist als Doegin is geen teken van sterkte van dat regime. Het is een poging om het nationalisme op te kloppen. Tegelijk zien we waartoe extreemrechts in staat is als het meer ruimte krijgt. Het gaat dan niet om het verdedigen van de belangen van de meerderheid van de bevolking, maar om verschrikkelijke bloedvergieten in naam van nationalistische waanbeelden. Strijd tegen extreemrechts is nodig: zowel hier als in Rusland of in Oekraïne. Wij nemen daar een consequent standpunt over in en koppelen het sinds jaar en dag aan acties en campagnes. Zo is het dankzij het protest van de Actief Linkse Studenten dat de fascistische ideoloog van het Kremlin in 2015 niet aan de Antwerpse universiteit kon spreken.

  • Samen strijden voor betaalbaar wonen & degelijk onderwijs voor iedereen

    Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons!

    De oorlog in Oekraïne maakt voor brede lagen van de bevolking duidelijk dat niemand zomaar alles achterlaat om te vluchten. Overal ter wereld zijn mensen geschokt door de oorlog en zoals steeds op crisismomenten is de solidariteit van de werkende klasse indrukwekkend. Ook bij ons: duizenden mensen gaven aan Oekraïense vluchtelingen te willen opvangen. Laten we dat aangrijpen om ook de solidariteit met vluchtelingen uit andere oorlogsgebieden te versterken.

    Voor Poetin is de oorlog een geopolitieke berekening, voor de bevolking van Oekraïne is het een vreselijk drama met een enorme menselijke tol. Ook elders is het de werkende klasse die betaalt voor de oorlog. In Rusland met werkloosheid en tekorten, bij ons met verder galopperende prijzen voor energie en straks ook voor voedsel. In Antwerpen dreigen 400 chemie-arbeiders technisch werkloos te worden als gevolg van de sancties tegen de Russische oligarch die eigenaar is (was?) van het bedrijf EuroChem. Verder zal de vluchtelingenstroom de sociale tekorten verscherpen: er zijn nu al te weinig opvangplaatsen, laat staan voldoende betaalbare woningen of openbare diensten. Oekraïense vluchtelingen worden al uitgespeeld tegenover andere vluchtelingen, zelfs als die nu uit Oekraïne gevlucht zijn.

    Tekorten leiden tot verdeeldheid en zorgen ervoor dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar geplaatst worden. Het antwoord daarop is gezamenlijke strijd voor voldoende en goede opvang van alle vluchtelingen, maar ook voor toegang tot degelijk onderwijs en betaalbaar wonen voor iedereen. De arbeidersbeweging, die in België goed georganiseerd is, moet het voortouw nemen in collectieve strijd voor maatschappijverandering, zodat de hoop op een betere toekomst het haalt op de individuele wanhoop en frustraties, waar extreemrechts steevast op inspeelt.

    Tegen de oorlog is er nood aan een sterke internationale anti-oorlogsbeweging. We mogen dit niet overlaten aan de Oekraïense bevolking die haar zelfverdediging organiseert, of de Russische bevolking die ondanks de harde repressie en dreiging van jarenlange gevangenisstraffen blijft protesteren tegen de oorlog. Ook bij ons is er nood aan een massale beweging tegen de oorlog. Niet om de imperialistische wapenwedloop te ondersteunen of oorlogsmachines zoals de NAVO te versterken, maar om de gezamenlijke belangen van de werkende klasse en alle onderdrukten te verdedigen. Wij hebben nergens ter wereld belang bij oorlog en vernietiging. De toenemende spanningen tussen de grootmachten, in het bijzonder de VS en China, vormen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne. Deze spanningen zijn het resultaat van een sputterend kapitalisme.

    “Kapitalisme draagt oorlog in zich zoals donkere wolken regen,” merkte de Franse socialist Jean Jaurès vlak voor de Eerste Wereldoorlog op. “You can’t have capitalism without racism,” zei Malcolm X. Het volledige systeem is schuldig, was een slogan op zowel Black Lives Matter als in het feministisch protest. Inderdaad: we moeten ons tegen het kapitalisme richten. Dit systeem biedt ons in versneld tempo steeds meer en ergere crisissen, van de klimaatcrisis over de pandemie tot oorlog en sociale ellende. We moeten ons organiseren om op te komen voor een systeem waarin de beschikbare middelen en rijkdom op democratische wijze ingezet worden voor de belangen van de meerderheid van de bevolking. Een socialistische samenleving is nodig om een einde te maken aan oorlogen, tekorten en sociale spanningen.

     

    Wat kan jij doen tegen de oorlog?

    • Organiseer op jouw school of faculteit een sit-in of andere actie tegen de oorlog. Solidariteit met de jongeren en werkenden in Oekraïne, Stop Poetins oorlog. Solidariteit met het anti-oorlogsprotest in Rusland. Stop elke vorm van imperialisme en oorlog. Contacteer ons voor meer info.
    • Kom naar de nationale betoging tegen de oorlog op zondag 27 maart om 13u30 aan Brussel Noord. Stap mee in ons blok tegen oorlog en kapitalisme!
    • Lees de anti-oorlogseditie van maandblad De Linkse Socialist. Deze krant biedt analyses, argumenten en voorstellen voor een sterke anti-oorlogsbeweging. Te koop voor 2 euro of neem een abonnement. Meer info hiervoor op www.socialisme.be
  • Vlaams Belang wil vakbonden kortwieken

    Tegenover de asociale verdeeldheid van extreemrechts plaatsen wij solidariteit.

    Artikel overgenomen vanop blokbuster.be

    Het Vlaams Belang wil dat de vakbonden rechtspersoonlijkheid aannemen. Daartoe werd in maart vorig jaar nogmaals een wetsvoorstel ingediend. Zelfs de Raad van State, niet bepaald een bastion van arbeidersstrijd, kwam met een vernietigend advies over het voorstel.

    Het extreemrechtse voorstel zou betekenen dat vakbonden niet langer feitelijke verenigingen zijn zoals vandaag het geval is, en zoals politieke partijen dat overigens ook zijn. Het doel van het Vlaams Belang is om een aansprakelijkheid in te voeren voor ‘dé vakbond’ als organisatie, met de mogelijkheid om sancties op te leggen voor feiten gepleegd door individuele leden in het kader van door de vakbonden erkende acties. Het wetsvoorstel ingediend door Hans Verreyt, Barbara Pas, Ellen Samyn en Marijke Dillen stelt letterlijk voor dat de vakbonden “aansprakelijk zijn voor de daden die worden begaan door hun leden wanneer deze handelen in het kader van een actie waarvoor die organisaties het initiatief hebben genomen en die ze hebben erkend.” Rechtspersoonlijkheid betekent bovendien dat de volledige boekhouding, inclusief stakerskas, publiek bekend wordt. Het komt neer op het kortwieken van de vakbonden, zodat de bazen nog meer kunnen doen wat ze willen.

    Als de vakbonden vandaag geen rechtspersoonlijkheid hebben, is dat omdat ze gegroeid zijn als feitelijke verenigingen van leden waarbij het de leden zijn die in principe over alles beslissen. Het organiseren en erkennen van acties is daar onderdeel van en heeft gevolgen, bijvoorbeeld voor de uitbetaling van een stakingsvergoeding. Daar hebben mensen die geen lid van de feitelijke vereniging zijn geen zaken mee. En ja, een feitelijke vereniging kan leden die zich uitdrukkelijk verzetten tegen de doelstellingen van die vereniging uiteraard uitsluiten.

    Voor zichzelf, een feitelijke vereniging die quasi volledig gefinancierd wordt met publieke middelen, zou het Vlaams Belang een objectieve aansprakelijkheid voor daden van individuele leden niet aanvaarden. Maar voor de vakbonden, die voor een veel groter aandeel door de leden gefinancierd worden, wil het dat wel. Een dergelijke aansprakelijkheid zou de deur openen voor vervolging wegens ‘economische schade’ van bazen bij stakingen. Het doel van een collectieve stakingsactie is uiteraard net dat het gevoeld wordt door de baas. Dat ondermijnen, betekent de positie van de vakbonden helemaal ondergraven. Het wetsvoorstel van het Vlaams Belang is net daarop gericht.

    Het voorstel van het Vlaams Belang voorziet bovendien in harde sancties en zelfs een schorsing van het recht om deel te nemen aan collectieve onderhandelingen. Voor het Vlaams Belang is het blijkbaar een doorn in het oog dat de werknemers via hun organisaties deelnemen aan collectieve onderhandelingen en, desnoods, het werk neer te leggen indien die onderhandelingen nergens toe leiden.

    De Raad van State werd om een advies over het VB-voorstel gevraagd en sprak zich er principieel tegen uit. Daarvoor wordt gewezen op de internationale verdragen rond vakbondsvrijheid en op de vrijheid van vereniging, die inhoudt dat een vereniging ervoor kan kiezen om een rechtspersoonlijkheid aan te nemen maar ook om dat niet te doen. Terwijl het Vlaams Belang tegen de coronamaatregelen protesteert onder de slogan ‘vrijheid’, is het niet bereid om de vrijheid van vereniging van vakbonden te erkennen. Het is uiteraard niet de eerste keer dat extreemrechts zo’n spreidstand van hypocrisie aan de dag legt. Waar het om gaat, is in wie het VB bondgenoten ziet en wie het bestrijdt. Vakbonden behoren duidelijk tot de laatste categorie.

    De Raad van State erkent dat objectieve aansprakelijkheid voor de vakbonden een belemmering zou vormen voor het organiseren van betogingen en stakingen, terwijl stakingen “vaak juist de ultieme middelen zijn die een vakorganisatie kan inzetten om een doorbraak te bewerkstelligen tijdens collectieve onderhandelingen binnen een bedrijf, een sector of op nationaal vlak.” Op basis van het principieel ingenomen standpunt, stelt de Raad van State dat het geen verder onderzoek zal doen naar de voorstellen van het Vlaams Belang.

    Natuurlijk is het niet voor instanties als de Raad van State dat vakbondsrechten afgedwongen worden, dat gebeurt door die rechten in strijd te hanteren. Maar dit advies maakt wel nogmaals duidelijk aan welke kant extreemrechts staat als het gaat om werkenden die opkomen voor hun rechten. Het Vlaams Belang keert zich tegen de werkenden en hun organisaties. Vakbonden worden voorgesteld als organisaties die enkel in het verleden iets positief betekenden voor de werkende klasse (wat de voorgangers van extreemrechts in datzelfde verleden uiteraard betwistten). Wie komt vandaag op voor de koopkracht van de werkenden? Wie verzet zich tegen asociale aanvallen op de pensioenen? Neen, niet extreemrechts voor wie een ‘sociaal imago’ in het beste geval een electorale berekening is. Tegelijk verzet het Vlaams Belang zich met hand en tand tegen diegenen die zich organiseren om sociale eisen te verdedigen en te realiseren. Voor wiens belang staat het VB? Niet dat van de werkenden en hun gezinnen!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop