Category: Blokbuster

  • Racisme en asociaal beleid gaan hand in hand

    Het is een trieste waarheid dat de titel van meest populaire politicus in Vlaanderen al twee legislaturen te beurt viel aan een staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Waar Maggie De Block al vrij krasse uitspraken deed en voor een asociaal beleid stond, is Theo Francken haar lichtjaren voor in het discrimineren van oorlogs- en economische vluchtelingen.

    door Sander (Gent)

    Blame the victims…

    Maar de racistische monoloog die hij hiervoor uit zijn twittermouw schudt, is bijlange na niet het gevaarlijkste aan deze verkondiger van het asociale woord. Hij probeert het debat enkel te focussen op veiligheid, ‘zekere grenzen’ en een naar Vlaams Belang neigend immigratiebeleid, zodat de werkelijke wortels voor de steeds slechtere omstandigheden waar het merendeel van de werkenden vandaag de dag in verkeert, niet aan bod komen. Toeval is dit niet. De basis voor het asociale beleid van deze regering en het daaruit voortvloeiend steeds openlijker racisme moet bij het kapitalisme gezocht worden.

    Sinds zijn aanstelling als staatssecretaris voor Asiel en Migratie haalt Francken bijna dagelijks de media met straffe uitspraken. Van vluchtelingen in het Maximiliaanpark die hij met geweld wil #opkuisen tot NGO’s die op de Middellandse Zee duizenden mensen van de verdrinkingsdood redden te beschuldigen van mensenhandel. Telkens er wordt gepraat over mensen die de economische ellende of oorlog in hun land willen ontvluchten, is hij er als de kippen bij om hen en al wie hen helpt te demoniseren.

    Als Francken door de premier teruggefloten wordt, is het doorgaans enkel om zijn brutale toon. Het brutale beleid daarentegen wordt niet betwist. Francken is een doorwinterde neoliberaal die enkel gelooft in de mechanismen van de vrije markt. Oorlogen, vluchtelingenstromen en economische crisissen zijn onvermijdelijke onderdelen van dit systeem. De slachtoffers van dit systeem worden zelf verantwoordelijk gesteld voor hun problemen. Dat is de essentie van de stigmatiseringspolitiek van Francken en co.

    … om over sociale afbraak te zwijgen

    Het afbreken van de welvaartsstaat en het privatiseren van zowat alles dat ten dienste van de mensen zou moeten staan, gebeurt nu bijzonder snel maar is al jarenlang de norm. Het wordt stilaan een karikatuur: terwijl er miljarden zijn om straaljagers te kopen, wordt bespaard op gezondheidszorg.

    Al wie niet in de neoliberale pas loopt, wordt onderworpen aan dezelfde brutale demonisering als die van Francken tegen vluchtelingen. Elke vakbondsactie bijvoorbeeld krijgt te maken met hysterische reacties door de regering en de traditionele media. Er wordt zelfs overgegaan tot openlijke repressie, het betwisten van het stakingsrecht en het individueel vervolgen van militanten. Het beleid van sociale afbraak verwerpen, gebeurt niet straffeloos.

    De hypocrisie van de regeringsleiders bereikt ongekende hoogtes. In de jaren 1990 haalden de traditionele politici hard uit naar het 70-puntenplan van het Vlaams Blok. Ondertussen zijn bijna de helft van deze punten doorgevoerd door alle traditionele partijen. Het maakt dat het Vlaams Belang vandaag moeite heeft om zich te profileren.

    Racisme is inherent aan een systeem dat enkel een kleine minderheid bevoordeelt; een kleine minderheid die de eigen positie verdedigt en versterkt door de overgrote meerderheid van de bevolking harder uit te buiten. Om dit mogelijk te maken, is verdeeldheid nodig: de meerderheid wordt tegen elkaar opgestookt met alle mogelijke middelen.

    Het is vanzelfsprekend dat Theo Francken hierin een gevaarlijk element is. Maar het probleem zit dieper dan zijn franke tweets of zijn oproepen die regelrecht tegen de mensenrechten ingaan. Een systeem in verval brengt politici als Francken en Trump voort.

    Om racisme voorgoed een halt toe te roepen, is een samenleving nodig waarin economische en politieke besluitvorming in de handen van de meerderheid van de bevolking ligt. Een samenleving die inherent het welzijn van iedereen in zich meedraagt. En dat begint op straat, strijdend voor de rechten van de volledige werkende bevolking.

    Mars tegen Francken in Antwerpen

    Op 26 oktober is er in Antwerpen een mars tegen Francken. Na de oproep van Blokbuster en ALS volgde een tweede oproep uit de hoek van Comac. Wij juichen toe dat dat jongeren van de PVDA actief mobiliseren in de strijd tegen racisme en extreemrechts. We hebben dan ook voorgesteld om samen actie te voeren. De afspraak wordt hierdoor donderdag 26 oktober om 17u30 op het De Coninckplein.

  • 24 oktober 1992. 40.000 op Europese betoging tegen racisme en fascisme

    24 oktober 1992. Jongeren uit heel Europa stroomden samen in Brussel om te betogen tegen racisme en fascisme. Vooraan in de betoging van Youth Against Racism in Europe liepen duizenden Blokbusters. Een terugblik door Geert Cool.

    Geweld in Rostock, opmars extreemrechts in West-Europa

    Eind augustus 1992 vielen extreemrechtse militanten in het Oost-Duitse Rostock een appartement waar asielzoekers woonden aan met stenen en zelfgemaakte bommen. De herinvoering van het kapitalisme betekende in Oost-Europa dat een kleine minderheid rijk werd en een grote meerderheid tot werkloosheid en ellende veroordeeld werd. Het was een vruchtbare voedingsbodem voor racisme en extreemrechts. In 1991 telde Duitsland 40.000 leden van neonazistische organisaties. Er waren in dat jaar 3 doden en 449 gewonden bij 1.300 gevallen van racistisch geweld.

    Op hetzelfde ogenblik braken extreemrechtse partijen in West-Europa door. Het Front National in Frankrijk was de eerste. De partij van Jean-Marie Le Pen profiteerde in 1986 van de proportionele vertegenwoordiging die door Mitterand was ingevoerd om rechts te verdelen. De berekening van Mitterand keerde zich tegen hem: het FN won heel wat ontgoochelde PS-kiezers over en haalde 10%. Het enthousiasme voor de aanvankelijke hervormingen van de regering-Mitterand sloeg om in ontgoocheling toen deze al gauw terug ingetrokken werden en de Franse regering in de neoliberale pas ging lopen.

    In België kende het Vlaams Blok in de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 een eerste doorbraak met 18% van de stemmen in Antwerpen. Op ‘zwarte zondag’, 24 november 1991, volgde een doorbraak in heel Vlaanderen met voor het eerst 10% en langs Franstalige kant haalden extreemrechtse groupuscules tot 5% in Luik. In Oostenrijk pleegde een extreemrechtse groep rond Haider in 1986 een machtsgreep in de FPÖ en werd begin jaren 1990 volop de racistische kaart getrokken. Zo probeerde de partij tevergeefs om 1 miljoen handtekeningen tegen vreemdelingen op te halen in 1992.

    De val van de Berlijnse Muur versterkte het neoliberale offensief van de jaren 1980. Het leidde tot triomfalisme bij de kapitalisten: ‘we hebben gewonnen, er is geen alternatief,’ luidde het credo. De sociaaldemocratie had er geen antwoord op en stapte mee in een beleid van besparingen voor de meerderheid van de bevolking om de winsten en de ‘concurrentiepositie’ van de rijken te beschermen. De arbeidersbeweging zat in het defensief en dit creëerde ruimte waar extreemrechts gebruik van kon maken.

    Jongeren tegen racisme

    Er kwam evenwel meteen protest. Begin jaren 1990 waren duizenden jongeren en werkenden in Europa geschokt door het racistisch geweld en de extreemrechtse opmars in verkiezingen. Jongeren namen het voortouw.

    Blokbuster werd in de zomer van 1991 opgezet door de marxisten die vandaag LSP vormen. Het bood jongeren de mogelijkheid om hun woede tegen racisme en fascisme te organiseren en de discussie over antwoorden te voeren. Na ‘zwarte zondag’ was er een uitbarsting van een antiracistische beweging: er waren scholieren- en studentenstakingen en tal van spontane betogingen tot in de kleinste steden. Er waren al gauw een 50-tal comités van Blokbuster actief met een 2.000-tal leden.

    In verschillende andere Europese landen waren er gelijkaardige jongerenbewegingen tegen racisme en er werd beslist om samen te werken onder de naam ‘Jongeren tegen Racisme in Europa’ (Youth Against Racism in Europe, YRE). Het internationalisme van de nieuwe generatie jongeren werd geconcretiseerd in de internationale betoging tegen racisme op 24 oktober 1992.

    Wij benadrukten de noodzaak van actieve mobilisatie om extreemrechts geen ruimte te geven en de verdediging van een sociaal programma dat antwoordt op de voedingsbodem van extreemrechts, samengevat in de slogan ‘jobs, geen racisme’. De jongerenbeweging werd op de arbeidersbeweging georiënteerd, zelfs indien arbeidersstrijd op dat ogenblik grotendeels beperkt was tot defensieve acties.

    De marxisten hebben hun vertrouwen in de arbeidersbeweging nooit verloren. Een moeilijke periode na nederlagen en de druk van het neoliberale triomfalisme zouden onvermijdelijk gevolgd worden door nieuwe oplevingen van offensieve arbeidersstrijd. Marxisten beperken zich evenmin tot het leveren van commentaar vanop de zijlijn: ze doen er alles aan om strijd vooruit te helpen. De dynamiek van de jongerenbeweging tegen racisme begin jaren 1990 werkte aanstekelijk voor de meest vooruitkijkende delen van de arbeidersbeweging. De beweging tegen racisme versterken door ze te organiseren en te richten op een politiek alternatief, was dan ook een belangrijke uitdaging. Met stoutmoedige initiatieven zoals Blokbuster, YRE en de internationale betoging van 24 oktober 1992 werd de toon gezet.

    40.000 betogers

    De betoging van 24 oktober 1992 bracht jongeren en werkenden uit heel Europa samen. Er waren sterke delegaties uit onder meer Duitsland, met een 300-tal jongeren uit Rostock, maar ook Groot-Brittannië, Nederland, Zweden, Ierland, Frankrijk, … Een goed georganiseerde eigen ordedienst, die ook de Britse betogingen tegen de Poll Tax had begeleid, maakte provocaties onmogelijk. Dit was geen overbodige luxe: de vorige grote jongerenbetogingen in ons land, de Jongerenmarsen voor Werk van 1982 en 1984, eindigden helaas in rellen waarop de vakbondsleiding besloot om geen jongerenmarsen meer te organiseren.

    Maar liefst 40.000 betogers trokken in een vreedzame en strijdbare betoging door de straten van Brussel. Er werd afgesloten met een concert tegen racisme in Vorst Nationaal. Op de betoging werden 100 nieuwe Blokbusterleden gemaakt. De betoging was voorpaginanieuws in acht kranten en een hoofditem op alle televisiejournaals. Maandblad De Militant merkte op: “Toch had de betoging nog groter kunnen zijn indien de nationale vakbondsleiding en de SP hun kop niet in het zand gestoken hadden en mee gemobiliseerd hadden.”

    De betoging zelf was bijzonder strijdbaar. “Doorheen de betoging en het concert liep als een rode draad de vaststelling dat de strijd tegen racisme verbonden is met de strijd tegen het verziekte kapitalistische systeem en voor een rechtvaardig socialistisch alternatief.”

    De strijd tegen racisme 25 jaar later

    Het geweld in Charlottesville (VS) en de toename van haatmisdrijven sinds de verkiezing van Trump geven aan dat het gevaar van racisme en extreemrechts niet geweken zijn. Ook in Europa is dit zo: Marine Le Pen, Geert Wilders, … scoren in verkiezingen.

    In ons verzet hiertegen moeten we een correcte inschatting van deze fenomenen maken. Wij hebben nooit gezegd dat het fascisme opnieuw voor de deur stond. Het klassieke fascisme was een massabeweging die in staat was om de arbeidersbeweging te breken. Vandaag is dat niet aan de orde: extreemrechtse krachten slagen er regelmatig in om een grote passieve steun te krijgen in verkiezingen, maar er is geen breed gedragen actieve deelname. Om die passieve steun te consolideren moeten zelfs neofascistische partijen zich op populisme beroepen.

    Partijen als het FN of het Vlaams Belang zijn er de afgelopen 25 jaar bovendien niet in geslaagd om hun militante kracht uit te breiden, een nieuwer fenomeen als Wilders weigert buiten zichzelf andere partijleden in zijn PVV te aanvaarden. Tegen de achtergrond van een nog groter geworden wantrouwen in de gevestigde instellingen en de traditionele partijen kunnen diverse extreemrechtse formaties nochtans grotere scores neerzetten bij verkiezingen, wat ook het gevaar van machtsdeelname groter maakt.

    De afwezigheid van een voldoende sterk alternatief op de neoliberale politiek heeft er voor gezorgd dat gevestigde politici steeds meer elementen van rechts populisme overnamen in de hoop er populariteit mee te winnen, maar ook als onderdeel van een verdeel-en-heerspolitiek. Maatregelen die 25 jaar geleden enkel door extreemrechts werden verdedigd, zijn ondertussen door andere partijen uitgevoerd. Theo Francken doet er zelfs nog een schepje bovenop.

    De combinatie van het niet onmiddellijk zien van een antwoord op de migratiecrisis, de terroristische aanslagen in Europa en het islamofoob discours van gevestigde politici en overheden, drukt het antiracistisch protest in het defensief in vergelijking met begin jaren 1990.

    Toch zijn we niet pessimistisch. Een belangrijk verschil met 25 jaar geleden is dat het neoliberale triomfalisme sinds de Grote Recessie in 2007-08 ondermijnd is. Offensieve strijdbewegingen staan terug op de agenda en nieuwe linkse formaties kunnen op een breed enthousiasme rekenen. Bovendien is er een grotere openheid voor het socialistisch alternatief dat we ook 25 jaar geleden al naar voor schoven als alternatief op de extreemrechtse wanhoop.

    In ‘De Militant’ van oktober 1992 schreven we: “De harde kern van neonazi’s zal niet verdwijnen, in laatste instantie zal het een strijd zijn om een einde te maken aan de werkloosheid en de sociale crisis van het kapitalisme. Een strijd voor een socialistische maatschappij die de nazi’s zal vernietigen.” We stelden dat de werkenden zich opnieuw zouden manifesteren als de sterkste kracht in de samenleving. De benadering die we 25 jaar geleden actief naar voor brachten in de beweging tegen racisme, wordt vandaag meer dan ooit bevestigd.

    Maar de terugkeer van offensievere strijd en hernieuwde interesse in socialisme leiden niet automatisch tot overwinningen. We moeten strijdbewegingen massaler maken, ook inzake deelname, door dagelijkse bekommernissen op te nemen. Sociale eisen voor werk, onderwijs, gezondheidszorg, … voor iedereen zijn tevens het beste antwoord op de verdeel-en-heerspolitiek waar racisme een onderdeel van is. Deze eisen zullen we echter slechts bekomen door een maatschappijverandering: de steeds grotere ongelijkheid is eigen aan het kapitalisme en heeft verdeeldheid nodig. Een socialistische samenleving zal de hoop op een betere toekomst voor de meerderheid van de bevolking realiseren en daarmee meteen ook de weg van de reactionaire wanhoop definitief afsluiten.

  • Uit onze archieven: “Nazi’s toen en nu”

    Blokbuster komt op straat.

    Gepubliceerd in ‘De Militant’, oktober 1992, naar aanleiding van de internationale betoging tegen racisme en fascisme op 24 oktober 1992.

    De beelden van fascistische bendes die asielzoekers terroriseren in Rostock hebben de arbeidersbeweging over heel Europa met verbijstering vervuld. Ze riepen herinneringen aan de groei van het fascisme in de jaren 1930 op. Onderstaand artikel, gepubliceerd in de Engels Militant geeft een overzicht van het vooroorlogs fascisme. Is herhaling mogelijk?

    De term ‘fascisme’ word vaak gebruikt als een scheldwoord tegen racisten. Maar waar fascisten het voor het zeggen kregen, bouwden ze onmiddellijk een sterkstaatsapparaat uit dat een scherpe aanval inzette tegen alle arbeiders. Vakbonden en politieke partijen werden van de straat geveegd. Miljoenen arbeiders werden de dood ingejaagd. Alle democratische rechten werden verbrijzeld.

    Na de Eerste Wereldoorlog werden Italië en Duitsland overrompeld door sociale onrust. Naar het voorbeeld van de Russische Revolutie van 1917 namen de arbeiders en de boeren de bedrijven en de grond in bezit. De economische crisis kwam vooral hard aan bij kleine ondernemers. Hun inkomen kelderde tot onder het peil van dat van de arbeiders. Velen gingen bankroet en sloten zich aan bij de arbeiders die de grote banken en industrieën verantwoordelijk achtten voor de economische crisis.

    Kantoorbedienden werden massaal lid van de vakverenigingen en steunden de bedrijfsbezettingen. In Duitsland brachten heel wat middenstanders voor het eerst een stem uit op de sociaaldemocratie.

    Andere heroïsche pogingen om het kapitalisme omver te werpen, werden verijdeld door…. de arbeidersleiding. De leiders van de Italiaanse Socialistische Partij weigerden de bedrijfsbezettingen en bezettingen van de landbouwgronden te steunen. Zo verzekerden ze het voortbestaan van het kapitalisme. In Duitsland lag de kapitalistische heerschappij op apegapen: raden van soldaten en arbeiders werden opgericht. Aan het hoofd van deze radenrepubliekstonden achter de leiders van de Sociaaldemocratische Partij (SPD) die de arbeidersdemocratie onmiddellijk ontmantelden en het kapitalisme de kans gaven zich te herstellen. De financieel geruïneerde boerenstand en middenlagen van de samenleving waren de wanhoop nabij door het falen van de arbeiderspartijen om hun problemen op te lossen. Het was toen dat de fascisten op het politieke toneel verschenen en door agitatie en valse beloften deze middengroepen voor zich trachten te winnen. Terwijl de Italiaanse socialisten openlijk de bezettingen van de landbouwgrond veroordeelden, eisten de fascisten ‘grond voor hen die hem bewerken’.

    De fascistische knokploegen in Duitsland en Italië werden gefinancierd door de belangrijkste industriëlen en grootgrondbezitters. Zij waren na de ontzaglijke revolutionaire heropleving na de Eerste Wereldoorlog als de dood voor een socialistische omwenteling en bouwden daarom een soort reservemacht op om hun positie in de samenleving te beschermen.

    In 1923 kwamen de Duitse arbeiders opnieuw in opstand tegen hun onderdrukker. Na het verraad van de SPD in 1918 genoot de Communistische  partij van Duitsland (KPD) het vertrouwen van de arbeidersklasse. De KDP had de Duitse arbeidersbeweging naar een overwinning kunnen leiden. Tragisch genoeg luidde het onvermijdelijke verdict van Stalin dat de Duitse arbeiders nog niet klaar waren voor het socialisme. Opnieuw werd een enorme kans gemist. De fascisten konden er de vruchten van plukken.

    Op dat ogenblik waren de fascisten echter nog een minuscule kracht. Of zoals nazileider Goebels later stelde: “had de vijand geweten hoe zwak we eigenlijkstonden, had hij ons in de prak geslagen”.

    De depressie van de jaren ’30 stortte Duitsland opnieuw hals over kop in een periode van zware economische crisis. De werkeloosheid steeg tot 6 miljoen. Grote banken stortten in elkaar en reeds in 1930 draaide de industrie op de helft van haar productiecapaciteit.

    Ondanks de vroegere miskleunen van de leiders, haalde de SPD in de verkiezingen van 1930 het hoogste aantal stemmen van alle partijen en verhoogde de Communistische Partij haar stemmenaantal met een miljoen. De grootste shock was echter de enorme stemmenwinst van de nazi’s. Een winst van meer dan 5 miljoen stemmen maakte van de NSDAP de tweede grootste partij van Duitsland.

    Leon Trotski en de aanhangers van de linkse oppositie binnen de Communistische Internationale stelden dat de krachtsverhoudingen nog steeds in het voordeel van de arbeidersbeweging lagen. Trotski argumenteerde voor een sterk eenheidsfront van KDP en SPD om verenigd te kunnen optreden tegen fascisten. Door in de praktijk de eigen leidinggevende rol aan te tonen en tegelijk de laksheid van de sociaaldemocratische leiders te onthullen, had de KDP makkelijk de meerderheid van de arbeiders voor zich kunnen winnen.

    Een vastberaden strijd voor een socialistische samenleving had de KDP de steun van de bedreigde kleine winkeliers en kleine boeren, die zich op dat moment massaal naar de nazipartij aan het richten waren, kunnen opleveren.

    De fascisten maakten handig gebruik van de economische crisis door met alle demagogische beloftes te zwaaien. Ze hadden het aldoor over goedkope staatskredieten voor kleine ondernemers.

    De arbeiders werden ervan beschuldigd met hun “buitensporige looneisen” en werkloosheidsvergoedingen de belastingen op te drijven. Er werd ingespeeld op nationalistische gevoelens en men zocht de oorzaak van de economische crisis in de herstel betalingen die na de Eerste Wereldoorlog door de buitenlandse imperialistische machten aan Duitsland werden opgelegd.

    De fascisten trokken alle lagen van de samenleving die zich buiten de georganiseerde arbeidersbeweging bevonden naar zich toe.

    De stormtroepen van de nazipartij waren samengesteld uit oorlogsveteranen, ex-gevangenen, pooiers, gangsters, … m.a.w. de meest ontspoorde en ontaarde groepen van de samenleving. De nazi’s besteedden ook veel aandacht aan werkloze jeugd, waaronder veel dakloze jongeren.

    Om deze bonte schakering van groepen bij elkaar te  houden, moesten de Duitse fascisten beroep doen op de laagste vooroordelen die bij deze mensen leefden. Men wekte een blind mystiek geloof op. Daar waren zij, met weinig succes overigens, de arbeiders trachtten te ronselen, wierpen de nazi’s zich op als enige echte socialisten en maakten er werk van om bepaalde stakingsacties te ondersteunen en zelfs stakingen uit te lokken. Ze gebruikten hun antisemitische propaganda om hun aanhangers te verenigen tegen een denkbeeldige vijand en de aandacht af te wenden van de werkelijke onderdrukkers.

    Maar zelfs met 6 miljoen stemmen achter zich, voelden de fascisten zich nog niet sterk genoeg voor een machtsovername.

    In november 1932, de laatste verkiezing voor Hitler aan de macht kwam, haalden de arbeiderspartijen gezamenlijk nog altijd meer stemmen dan de nazi’s. Maar de leiders van de Sovjet-Unie maakten een aantal catastrofale fouten. Dit terwijl de reformistische leiders van de SPD behept waren met een ziekelijke angst voor een massabeweging. De KDP-leiding verwierp actie in een eenheidsfront met de SPD op basis van de ongelofelijke opvatting dat de arbeiders van de SPD geen haar beter waren dan de fascisten. Ze omschreef de SPD als “sociaal-fascistisch”. In de twee cruciale jaren voor de machtsovername van Hitler weerhield de KDP zijn milities van acties tegen de moorddadige nazi-horden. De KDP-leiders eisten van de sociaaldemocratische arbeiders dat ze zouden overlopen naar de communisten, zonder dat deze laatsten zich ook maar een enkele keer actie bewezen hadden. Ook onderschatten zij het gevaar dat van de fascisten uitging volkomen. Ze verklaarden dat Hitlers gigantisch toegenomen steun voor hem “het begin van het einde” inluidde. De leiders van de SPD van hun kant steunden het onstabiele dictatoriale regime om Hitler tegen te houden! Ze  drongen er bij de arbeiders op aan de gewelddadige aanvallen van de fascisten onbeantwoord te laten. Zelfs op het ogenblik dat Hitler het kanselierschap aangeboden kreeg, wachten de arbeiders tevergeefs op een oproep tot actie. “Laat je niet provoceren, blijf kalm” en ”vooral geen bloedvergieten,” kregen ze te horen. Zonder de minste tegenstand werd de sterkste arbeidersklasse van Europa overgeleverd aan Hitler.

    De grote industriëlen en de grootgrondbezitters waren verontrust over Hitlers volledige machtsovername. Hoewel hij hen verzekerde dat hun eigendommen en winsten veilig waren, maakte zijn massale aanhang, bezield door de uitzinnige wanhoop van de middenklasse, hem tot een onvoorspelbare en onbetrouwbare agent van het kapitaal. Hoeveel druk kon hij weerstaan van zijn rabiate nazistische aanhang in hun eis tot het beknotten van de monopolies?

    Maar de heersende klasse wist dat ze geen andere keuze had dan in zee te gaan met Hitler en een naziregime riskeren. Heel hun systeem en hun winsten stonden op het spel, de bestaande dictatuur was te onstabiel en zou spoedig in elkaar stuiken. In dat geval was een burgeroorlog tussen de strijdende groepen in de samenleving onvermijdelijk. Om hun winsten veilig te stellen was een verdere aanval op de levensstandaard van de arbeiders nodig. De arbeidsovereenkomsten van miljoenen arbeiders werden vernietigd. De nazi’s konden hun massale aanhang, hun enorm militair apparaat en hun populaire retoriek inzetten als een pletwals tegen de vakbonden. Hitler ontgoochelde geenszins het patronaat. Hij gaf hen de vrije hand om ongenadig de arbeiderslonen neer te drukken en de levenscondities van de arbeiders aan te tasten. De kapitalisten en de grootgrondbezitters kregen met gulle handvrijstellingen van belastingen, subsidies en kwijtschelding van schulden.

    In plaats van de redder van de kleine zelfstandigen en de boeren te zijn, richtte het fascistische regime hen verder ten gronde terwijl de grote warenhuizen hun winsten verhoogden. Kleine boeren werden het hongerbestaan ingedreven terwijl het de grootgrondbezitters goed voor de wind ging. Zoals een Italiaanse fascistische minister verklaarde: we kunnen onmogelijk de eigendom van de grootgrondbezitters verbeurd verklaren. We zijn fascisten, geen socialisten.

    Om het grootkapitaal tevreden te stellen en om de oppositie tegen hun pro-kapitalistische politiek de kop in te drukken, moesten de nazi’s hun eigen fascistische organisaties uitzuiveren. Nazi’s werden uit de partij gezet en terechtgesteld of op transport gezet naar concentratiekampen. De SA stormtroepen (de Bruinhemden) werden uitgezuiverd en ontwapend. De SS (de zwarthemden), trouwer ten opzichte van Hitler, kregen een bevoorrechte positie binnen het partijapparaat.

    Marxisten omschrijven het fascisme als een reactionaire beweging met een massabasis in de middenklasse. Eens aan de macht, kan het echter niet veel langer meer rekenen op deze massale steun, aangezien al de retoriek omtrent ‘de kant kiezen van de kleine man’ totaal in het water valt doordat de fascisten in werkelijkheid een politiek voeren die gedicteerd wordt door de belangen van het grootkapitaal.

    Daardoor veranderen fascistische regimes, eens ze aan de macht waren, snel in militaire en politie-dictaturen, die zichzelf handhaafden door middel van terreur, het gevoel van machteloosheid dat een verslagen arbeidersklasse overvalt en uiteindelijk ook door de oorlog.

    Nadat het duidelijk werd dat Duitsland een militaire nederlaag zou lijden, gaven de Duitse kapitalisten de voorkeur aan wapenstilstand. Maar het monster dat de burgerij zelf gecreëerd had, het naziregime, was aan haar controle ontsnapt.

    Na de Tweede Wereldoorlog was de helft van Europa verloren voor het kapitalisme. Alleen al hierom zal de burgerij zich hoeden om de macht terug in handen te geven van fascistische regimes. Indien zij zich ertoe gedwongen ziet om de arbeidersklasse haar na door lange strijd verworven democratische rechten opnieuw hardhandig aan te pakken, zal het kapitaal zich liever tot de bestaande ordehandhavers wenden: leger en rijkswacht. De hoofden van deze instellingen zijn meer vervlochten met de burgerij, bewegen zich meer in burgerlijke kringen en zijn dan ook makkelijker te kneden door de heersende klasse. Fascistische organisaties zouden dan ook optreden als reservetroepen ter aanvulling van de militaire reactie.

    Op dit ogenblik kennen extreem rechtse organisaties een zorgwekkend toenemende steun in heel wat Europese landen. Het verenigde Duitsland telde in 1991 veertigduizend leden van neonazistische organisaties.

    In hetzelfde jaar vermoordden sympathisanten van deze groeperingen 3 migranten, brachten ernstige verwondingen toe aan 449 mensen en voerden 1300 racistische aanslagen uit. Hoogst waarschijnlijk onderschatten deze officiële cijfers schromelijk de werkelijkheid. Ze worden alleszins ruimschoots overtroffen door de cijfers van 1992. Het is vooral onrustwekkend dat neonazi’s nogal wat jonge mensen blijven aantrekken. De Duitse staatsveiligheid beschrijft de “gemiddelde skinhead” als jonger dan 21 en afkomstig uit een semi-agrarisch en onderontwikkeld gebied. Onder de noemer “onderontwikkeld” kunnen we zowat heel Oost-Duitsland schrijven en drie vierden van de skinheads waarvan de politie een dossier bijhoudt komen daar vandaan. Dit is alleszins een belangrijke aanwijzing voor de redenen van de groei die het fascisme nu meemaakt.

    Brengen we onszelf even de beloften van vrijheid en voorspoed in herinnering bij de val van het stalinisme in Oost-Europa. De politici die met deze beloften in het rond zwaaien zijn er niet in geslaagd de gouden bergen waar te maken.

    De rijke kapitalistische neefjes hebben de Oost-Duitse industriegewoon platgegooid. 40 procent van de actieve bevolking is reëel werkloos, de inflatie bedraagt 14 procent. De voordelen zoals een gewaarborgde job, gratis kinderopvang, en recht op abortus, die de arbeiders onder het oude regime genoten werden afgeschaft of worden systematisch teruggeschroefd.

    De mensen die de hereniging in 1990 toejuichten, vinden nu hun streek totaal verkommerd en verlaten terug. Ondanks de verlammende en demoraliserende uitwerking van de werkloosheid demonstreerden duizenden Oost-Duitsers tegen de afdankingen die met privatiseringen gepaard gingen. Arbeiders van de scheepswerken (Rostock) bezetten hun werkplaatsen. Maar de vakbonden van de SPD lieten hen schaamteloos in de kou! Hierdoor was een nederlaag onvermijdelijk. Geen wonder dat de Oost-Duitsers zich door alle gevestigde politici verraden voelden.

    Ook de West-Duitsers zijn ontgoocheld. Ze zijn ervan overtuigd dat zij de factuur van de hereniging moeten betalen onder de vorm van verhoogde belastingen, terwijl de rijken belastingvermindering genieten en subsidies opstrijken. Opiniepeilingen tonen een voortschrijdende vervreemding van de traditionele politiek aan. Slechts 28 procent van de ondervraagden vindt dat de juiste mensen leiding geven. 60 procent vertrouwt de politici niet meer.

    Waarom hebben deze gevoelens zich niet vertaald in een draai naar links? De herinvoering van het kapitalisme was een nederlaag voorde werkende klasse in zowel OostEuropa als de rest van de wereld.

    De Communistische partijen hebben niet alleen zichzelf gediscrediteerd door de ervaring met het stalinisme, maar ook het echte socialisme is stevig door het slijk gesleurd. Dit heeft de arbeidersklasse in het oosten politiek gedesoriënteerd achtergelaten. Hoe dan ook, de Oost-Duitse massa’s die in 1989 op straat kwamen tegen het stalinisme zongen de Internationale. Ze eisten meer democratie en een einde aan de corruptie. Maar er was geen politieke leiding om hun streven naar een politieke revolutie in goede banen te leiden.

    Toen de Berlijnse Muur neerging, en ze een glimp opvingen de hoge levensstandaard in het kapitalistische westen, leek er geen andere optie dan een hereniging onder het kapitalisme. Datzelfde kapitalisme heeft nu het Oosten verzwakt en gedesillusioneerd achtergelaten en de verarmde jeugd blootgesteld aan de nazibedreiging. De leiders van de reformistische partijen en de vakbonden hebben niets gedaan aan om het socialisme en arbeidersorganisaties uit het diskrediet te halen. De leiding van de SPD heeft de kapitalistische eenmaking toegelaten zonder rekening te houden met de jobs van de Oost-Duitse arbeiders en de levensstandaard van de Westerse werkers. In plaats van zich af te zetten tegen het corrupte politieke en sociale complot wentelen ze zich in kapitalistische respectabiliteit. Vooral qua salaris. In de Duitse media over de levensstandaard van de politici kwamen de sociaaldemocraten er even bekaaid van af als hun burgerlijke collega’s. de SPD-leiders worden beschouwd als deel van het politieke establishment en zijn mee slachtoffer van de algemene desillusie in deze gevestigde orde.

    In zulke omstandigheden is immigratie een explosief punt geworden dat op een cynische manier misbruikt word door zowel openlijke racisten als “respectabel rechts”.

    De ineenstorting van het IJzeren Gordijn en de etnische conflicten die dit met zich meebracht, hebben duizenden migranten toegevoegd aan diegenen die al aan de vervolging of armoede in de koloniale wereld ontvlucht waren. In 1981 kwamen er 133.350 mensen in Duitsland wonen. In 1991 was dit cijfer al gestegen dat 478.107. Dit was wel alweer minder dan in 1990. Het aantal etnische Duitsers die hun immigratierecht opeisten, vertoonde een piek in 1990. Het aantal asielzoekers steeg en blijft stijgen: 233.000 in de eerste 7 maanden van 1992. Dit is bijna evenveel als het totaal van 1991.

    Natuurlijk hebben de neonazi’s misbruik gemaakt van deze duidelijke stijging en ook van het groeiende nationalisme na de hereniging. Zij waren echter niet de enigen. Het christendemocratische CDU van Kanselier Kohl greep de migrantenkwestie aan om de schuld voor de rotzooi rondom de hereniging van zich af te wentelen. In werkelijkheid zou het Duitse kapitalisme zonder migranten aan haar einde komen: er zijn 2 miljoen geïmmigreerde arbeiders in Duitsland. Een kwart van alle metaalarbeiders, 20 procent van de arbeiders in de voedingsindustrie en textielsector en 17 procent van de gemeentearbeiders zijn migranten. Net zoals in België zijn migranten destijds naar Duitsland gehaald om het werk op te knappen dat de eigen arbeiders niet meer wilden doen. Een vierde van de Duitse migranten woont langer dan 20 jaar in Duitsland. Maar vorig jaar werd slechts aan 20.0000 mensen de Duitse nationaliteit toegekend. Alle anderen worden uitgesloten van de officiële politiek. Racisme is dus niet vreemd aan de Duitse heersende klasse en de CDU.

    Maar ze willen de fascistische horden niet massaal loslaten. Evenmin hebben de neonazi’s voldoende zelfvertrouwen om de arbeidersorganisaties of de reeds lang ingeplante Turkse gemeenschap openlijk aan te vallen.

    De Duitse heersende klasse zal in de nabije toekomst de nazi’s waarschijnlijk proberen in te tomen. Maar net zoals in de rest van Europa zullen ze het racisme en de fascistische organisaties opnieuw gebruiken wanneer werkloosheid en sociale problemen hun systeem in gevaar brengen.

    Vandaag recruteren en trainen de fascisten nieuwe leden die ze in de toekomst zullen gebruiken om de arbeiders te verdelen en activisten te terroriseren. Daarom moeten ze bevochten worden en begaan de socialistische partijen een stommiteit als ze er niet tegen mobiliseren. Arbeiders van overal moeten niet in de leugen trappen dat fascisme en nationalisme typisch Duitse karakteristieken zijn. Miljoenen Duitse socialisten en arbeidersactivisten hebben de nazi’s bevochten.

    De gebeurtenissen in Rostock hebben de meeste Duitse werkers geschokt. Inclusief velen in Rostock. Sommige bewoners juichten de fascistische aanvallen toe, maar 20.000 werden gemobiliseerd voor democratie tegen nazigeweld.

    Dat waren er veel meer dan er aan om het even welke nazi-aanval hebben deelgenomen. Gewone mensen applaudisseerden bovendien voor de betoging vanuit hun venster.

    Honderdduizenden kunnen gemobiliseerd worden en de fascisten van de straat drijven als de SPD en de vakbonden oproepen voor een massademocratie tegen de neonazi’s en voor meer jobs en een betere huisvesting. In plaats daarvan heeft SPD openlijk mensen afgeraden om deel te nemen aan de tegenbetoging in Rostock!

    Zal de aanhang van de Duitse neonazi’s dan blijven groeien? Niet als de werkende klasse optreedt. De demoralisatie waarop ze parasiteren, kan vernietigd worden en hun vals radicalisme geopenbaard door een massaal en krachtdadig optreden van de arbeidersorganisaties. Ambtenaren en metaalarbeiders gingen eerder dit jaar massaal in staking. Dit ondanks de houding van hun leiding. Racistische aanvallen zouden de vakbonden kunnen dwingen om campagne te voeren tegen racisme, in het bijzonder in die vakbonden met een groot aantal migranten.

    Werkers van heel Duitsland zullen in de toekomst opnieuw strijd leveren en zich opnieuw manifesteren als de sterkste kracht in de Duitse maatschappij. De harde kern van de neonazi’s zal niet verdwijnen, in de laatste instantie zal het een strijd zijn om een einde te maken aan de werkloosheid en de sociale crisis van het kapitalisme. Een strijd voor een socialistische maatschappij die de nazi’s zal vernietigen.

  • Het nieuwe gevaar op rechts in Nederland. Gesprek met Anne Fleur Dekker

    Begin 2018 komt het boek “Fröbelfascisten. Het nieuwe gevaar op rechts” van Anne Fleur Dekker uit bij uitgeverij De Geus.

    Eerst was er Fortuyn en dan kwam Wilders. Nu is er een nieuwe ster aan het extreemrechtse firmament boven de Moerdijk: Thierry Baudet. Zijn Forum voor Democratie (FvD) staat in de peilingen inmiddels op 9 à 12 zetels tegenover zijn huidige 2 verkozenen. Populistisch rechts lijkt het politieke debat te domineren en dat heeft gevolgen: het gaat er harder aan toe met onder meer dreigementen tegen wie niet in het rechtse kraam past. Activiste en auteur Anne Fleur Dekker ondervond dit aan den lijve. We spraken met haar.

    Van waar komen die bedreigingen?

    “Dat is niet altijd even duidelijk. Er is geen sprake van één groep of organisatie. Het gaat om een heleboel individuen die zich soms beroepen op groepen als Identitair Verzet, NVU, … maar ook vooral op het Forum voor Democratie. In maart-april waren de bedreigingen erg concreet waardoor ik moest onderduiken. Enkele weken geleden is een bijeenkomst aan de Universiteit van Amsterdam over fascisme afgelast na dreigementen. Het gaat dus echt wel ver.

    “Wat ongetwijfeld een rol speelt, is dat het neoliberale afbraakbeleid het hele politieke spectrum naar rechts heeft geduwd. Zelfs een zogenaamde middenpartij als het christendemocratische CDA pleit er nu voor om het Wilhelmus te zingen op school. Dit geeft zelfvertrouwen aan gewelddadige elementen en extreme groepen. Hetzelfde zien we op internationaal vlak. De verkiezing van Trump geeft zelfvertrouwen aan rechtse extremisten: ze worden hierdoor gelegitimeerd.

    “De bedreigingen tegen mij begonnen naar aanleiding van wat ik schreef over feminisme. Na kritiek op Wilders en Baudet werd het bijzonder erg en eng.”

    Wat is het gevaar van Baudet en zijn Forum voor Democratie?

    “Forum voor Democratie begon als een denktank en werd een partij. Bij de verkiezingen haalde het twee zetels, maar volgens de peilingen kan dit nu al oplopen tot 12. Baudet haalt stemmen weg bij de PVV van Wilders maar ook bij het liberale VVD van Rutte.

    “Thierry Baudet was reeds langer in de media aanwezig als columnist en opiniemaker. Hij kreeg regelmatig een platform en gebruikte dit om een beweging op te zetten. De beweging werd opgestart na het referendum over een politiek en economisch verdrag tussen de EU en Oekraïne, een referendum dat door Forum voor Democratie en andere groepen werd afgedwongen.

    “Waar Wilders zijn PVV uitdrukkelijk beperkt tot een éénmanspartij, probeert Baudet wel een ledenbeweging uit te bouwen. Naar eigen zeggen is het de snelst groeiende partij van Nederland met enkele duizenden leden. Bovendien wordt Baudet meer aanvaard in zowel de media als op het politieke terrein. Hij wordt als salonfähiger gezien, maar zet ondertussen extreemrechtse punten op de agenda. Recent zei hij dat Europa voor hem een ‘blank continent’ moet blijven.

    “Forum voor Democratie aarzelt niet om de achterban op de been te brengen. Voor de verkiezingen was er een incident bij een debat in een kerk in Den Haag waarvoor Baudet een bus vol mensen meebracht om de boel op stelten te zetten. Voor een debat georganiseerd door de jongeren van D66 in Rotterdam waarop ik sprak, mobiliseerde Forum voor Democratie om het debat te stoppen of te beperken tot seksistische haatpraat. Er wordt bewust gemobiliseerd via sociale media.”

    Thierry Baudet haalde de media met zijn uitspraken over vrouwen. Wordt op zijn seksisme gereageerd?

    “Baudet laat zich inderdaad als seksist opmerken. Hij verklaart openlijk dat vrouwen minder ambitieus zijn, minder excelleren of ervoor kiezen om meer deeltijds te werken. Zijn ideologie komt erop neer dat vrouwen beter aan het aanrecht blijven en voor de kinderen zorgen. Dit seksisme ligt gevoelig bij een brede laag in de samenleving, ook al komt er niet meteen actie rond. Maar de groeiende aandacht voor seksisme biedt wel kansen om uit te leggen van waar ongelijkheid komt en hoe dit met het kapitalisme verbonden is.”

    Wat kunnen we doen tegen het nieuwe gevaar op rechts?

    “Extreemrechts is een fenomeen dat voortkomt uit crisis en dus eigen aan het kapitalisme is. Vandaag ontbreekt het in Nederland aan een demonstratiecultuur. De afgelopen jaren was er een laag niveau van strijd. Maar er is een alternatief op het systeem nodig. Daar kunnen we ook op kortere termijn reeds aan bouwen door een sociaal programma te verdedigen. Het probleem is niet dat vluchtelingen onze huizen afpakken, maar dat er een tekort aan betaalbare huisvesting is; om maar één voorbeeld aan te halen. We moeten ons organiseren: bouwen aan een tegenbeweging die ook de neoliberale politiek aanpakt.”

     

  • ‘Refugees welcome’, racisme niet. Protest tegen Francken in Antwerpen

    Om de aandacht af te leiden van het asociale beleid, schakelt de N-VA een versnelling hoger in het stigmatiseren van migranten en vluchtelingen. Zo moeten we vergeten dat het de rechtse regering is die aan onze lonen, pensioenen en openbare diensten zit. Protest hiertegen is nodig!

    door Stef (Antwerpen)

    Racisme: terug van nooit weggeweest

    Het racisme van N-VA neemt groteske vormen aan. Na eerder de Amazigh van Antwerpen te viseren, zag Bart De Wever plots heel de Turnhoutsebaan vol lopen met terroristen. Dat is plat racisme.

    De politie deed er nog een schepje bovenop door te liegen over een incident waar agenten zogenaamd belaagd waren door “70 tot 90” Borgerhoutenaars. De Wever eiste een signaal van de buurt. Een protestoptocht enkele dagen later was echter niet wat De Wever wilde. De burgemeester die eind juni weigerde deel te nemen aan overleg met jongeren uit de buurt, eiste plots dat er een overlegmoment zou komen.

    De Antwerpse kiescampagne van N-VA is ingezet en het is duidelijk wie het doelpubliek niet is.

    Trumpiaans

    Vlaanderen kent nog andere Trumps. Prominent onder hen is Theo Francken (N-VA), de staatssecretaris voor asiel en migratie. Of was het deportatie en anti-immigratie? Hij lijkt het soms zelf te vergeten.

    Francken pakt dagelijks uit met zijn harde beleid. Hij stuurt de ene tweet na de andere de wereld in. Veel inhoud is daar natuurlijk niet voor nodig: je hebt maar 140 karakters. De communicatie van de staatssecretaris neemt vaak de vorm aan van ware scheldtirades. Activisten en organisaties die zich inzetten voor vluchtelingen moeten het ontgelden.

    De N-VA’er dweept met Trump, waar hij wel eens tweets van deelt. Het racisme en seksisme van Trump vormen geen bezwaar. Ook ‘Theo Trump’ stelt alles voor als een strijd van één tegen allen: tegen journalisten die hem niet begrijpen, tegen wereldvreemde rechters, tegen socialisten die overal een ‘puinhoop’ van maken, … Ondertussen houdt hij zich met de belangrijke zaken bezig: de netheid van het Maximiliaanpark in Brussel bijvoorbeeld. Na de moord op een antiracistische activiste in Charlottesville was Francken vooral bezorgd om standbeelden van voorstanders van de slavernij. Het is een kwestie van prioriteiten.

    Na drie jaar regeringsbeleid schuift Theo Francken nog steeds alle problemen af op de “linkse puinhopen.” Niet het vluchten op zich is voor Francken problematisch, maar wel het feit dat die asielzoekers het aandurven om in ons zicht te lopen, slapen en leven. Consequent links stond vooraan in het verzet tegen onder meer de oorlog in Irak en waarschuwde toen al dat die imperialistische interventie het Midden-Oosten tot een tijdbom zou herscheppen, met gevolgen tot bij ons. Steun aan oorlog, dictators, neokoloniale plundering, Libische mensensmokkelaars of Soedanese folteraars maakt het probleem erger. Rechts richt overal ter wereld puinhopen aan.

    Ook het beleid hier is rampzalig. Vluchtelingen weten niet wat hun rechten zijn, krijgen geen duidelijke informatie en leven in onzekerheid. Tal van mensen, waaronder ook kinderen, werden vastgezet in gesloten centra. Francken wil vluchtelingen en migranten “#opkuisen”. Hij moest die uitspraak intrekken, maar dat verandert niets aan het feit dat ze perfect binnen de strategie van N-VA past.

    Fort Europa doodt

    Sinds 2014 stierven 15.000 vluchtelingen op zee. Vluchtelingen doorstaan op hun reis bovendien mishandeling en misbruik. Tal van minderjarigen zijn vermist. Gelukkig werden duizenden mensen gered op zee. Vrijwilligers speelden daarbij een voorname rol. Hun activiteiten worden nu onmogelijk gemaakt door politici als Francken die hen een ‘aanzuigeffect’ verwijten en beweren dat zij duizenden doden op hun geweten hebben. Intussen zet de N-VA in België in op een politiek die mensen tegen elkaar en tegen vluchtelingen opzet.

    De verantwoordelijkheid voor het leed ligt bij de politiek van de EU, haar beleidsmakers en de pushbacks die men uitvoert. Alles wordt geprobeerd om vluchtelingen een legale vluchtweg te ontzeggen. Net daar is nood aan om tragedies op de Middellandse Zee te stoppen. Een beleid dat een einde maakt aan oorlog en ellende, de redenen waarom mensen vluchten, is al helemaal niet aan de orde.

    Tijd voor actie!

    8 op 10 Vlamingen willen vluchtelingen helpen, zo blijkt uit een onderzoek van 11.11.11. Dit kunnen we doen door hen humaan te verwelkomen en middelen te eisen om voor hen een nieuw leven uit te bouwen. Er is nood aan een rechtvaardig migratiebeleid. Dat zal er niet komen met Theo Francken en deze regering. Met xenofobe praatjes leiden ze ons af van het sociale afbraakbeleid.

    We moeten dit een halt toe roepen. Er is een protestactie tegen de lezing van Theo Francken aan de universiteit van Antwerpen. Doe mee met deze actie! Stop oorlog en uitbuiting, stop racisme!

    => Donderdag 26 oktober: 17u Ossenmarkt in ANTWERPEN

  • Jonge N-VA’ers betrokken bij nieuwe extreemrechtse haatclub ‘Schild en Vrienden’

    • Gentse studentenvertegenwoordiger Dries Van Langenhove (KVHV) organiseert neofascistische groep ‘identitairen’
    • Gevechtstrainingen op zomerkamp – ordedienst bij Gentse meeting van Francken
    • Gevoed door Trumpiaanse provocaties van Francken

    => Lees het onthullende dossier op blokbuster.be 

  • Protest tegen Francken in Antwerpen. ‘Refugees welcome, racisme niet’

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Op 26 oktober zal Theo Francken op de UA een lezing geven over zijn anti-vluchtelingenbeleid. Hij zal proberen om het racistisch vergif van de N-VA te verspreiden.

    Het racisme en anti-vluchtelingenbeleid van de N-VA neemt groteske vormen aan. Na het viseren van Amazigh (Berbers) ziet Bart De Wever nu ook de straten van Borgerhout vollopen met terroristen. Dat is plat racisme. Volgens Francken zijn 95% van de vluchtelingen geen “echte” vluchtelingen. Lees: ze zijn profiteurs en gevaarlijk. Organisaties die hun levens redden, zijn volgens Francken verantwoordelijk voor een aanzuigeffect dat niet eens bewezen is.

    Maar vluchten doe je niet zomaar. Voor tienduizenden mensen is het een wanhoopspoging om te ontsnappen aan oorlog, economische ellende en ecologische rampen. Onderweg worden ze bovendien massaal uitgebuit en mishandeld. De vluchtelingen zijn daar zelf niet voor verantwoordelijk. De echte schuldigen voor de vluchtelingenstroom zijn de oorlogsindustrie en haar multinationals en de conflicten en onveiligheid die Amerikaanse en Europese grootmachten mogelijk maakten. Zij maken miljarden euro’s winst door in het Midden-Oosten oorlog te voeren en de bevolking uit te buiten.

    Racisme is geen antwoord op seksisme!

    Francken deelt regelmatig de tweets van Trump. Hij vindt het seksisme en racisme van Trump dus blijkbaar geen probleem maar hij vindt wel dat vluchtelingen vrouwonvriendelijk zijn. De enorme genderproblematiek die er nog steeds is wordt zo geminimaliseerd en men probeert de woede te richten op andere kwetsbare groepen. We mogen ons niet laten verdelen! Vluchtelingen en Belgen, mannen en vrouwen, van gelijk welke religie of huidskleur, moeten samen opkomen voor degelijk onderwijs, betaalbare huisvesting en jobs voor iedereen. Zo kunnen we voor iedereen een echte toekomst bemachtigen!

    Niet in ons belang! Stop de verdeel- en heerspolitiek!

    We stappen naar de Groenplaats. Daar zal een actie plaatsvinden van sociaal werkers die protesteren tegen de commercialisering van tal van wijkwerkingen, drughulpverlening, daklozenopvang,… en de besparingen en sluipende repressie in het sociaal werk . Wij steunen hen. De N-VA doet alsof ze een hard vluchtelingenbeleid voert in ons belang, maar gebruikt dit om de aandacht af te leiden van het asociaal beleid dat ze voert op nationaal vlak en in ‘t Stad!

    Scholieren en studenten zullen zich organiseren en aantonen dat Antwerpenaren de haatpraat van de N-VA niet zomaar pikken. Blokbuster (campagne tegen Racisme) en ROSA (campagne tegen seksisme) roepen op voor een optocht tegen racisme, seksisme en voor solidariteit op 26 oktober.

     

    >> Facebook evenement

  • Racisme #opkuisen

    “Bescherm ons,” vragen vluchtelingen in Brussel. Deze mensen worden door Francken minzaam omschreven als ‘afval’.

    Staatssecretaris van Asiel en blijkbaar ook van Netheid in het Maximiliaanpark, Theo Francken, schokt met een nieuwe Trumpiaanse uitspraak. Zijn dagelijkse berichtgeving over hoeveel vluchtelingen opgepakt zijn in het Maximiliaanpark liet hij volgen door de hashtag #opkuisen. Zelfs Wouter Beke en Alexander De Croo vonden het er over.

    Reactie door Geert Cool, woordvoerder Blokbuster

    In tegenstelling tot Beke en De Croo hebben wij niet alleen een probleem met het taalgebruik, maar nog veel meer met het gevoerde beleid. Dat wordt ook door Beke en De Croo gesteund. Hun politiek bestaat uit het bestrijden van de armsten en zwaksten in de samenleving. Die worden niet gezien als mensen met recht op een degelijk leven en een toekomst, maar als afval. Afval dat moet opgekuist worden en volgens Francken veroorzaakt is door “linkse puinhopen” (hoe lang kan hij dat fabeltje nog opdiepen: hij zit ondertussen al drie jaar op post!).

    Het asielbeleid is vandaag gericht op het ‘opkuisen’ van mensen. Er is een enorm vluchtelingenprobleem dat onlosmakelijk verbonden is met een jarenlange politiek van oorlogsvoering en neokoloniale plunderingen. Ook de Belgische regering is daar mee verantwoordelijk voor, maar doet er alles aan om het asielbeleid niet te verbinden met het buitenlandse beleid. Zo wordt een discussie over echte oplossingen uit de weg gegaan. Verder dan een struisvogelbeleid komen Francken en co niet: als de vluchtelingen uit het zicht zijn, is er geen probleem meer. Het probleem wordt geherdefinieerd: niet het vluchten op zich is problematisch, maar wel het feit dat die asielzoekers het aandurven om in ons zicht te lopen, slapen en leven. En de staatssecretaris zelf ziet de komst van elke asielzoeker als een doelbewuste poging om zijn beleid te saboteren. De man denkt wellicht dat de nulmeridiaan door de bek van zijn Twittervogel loopt. Een niet onbelangrijke opmerking: consequent links stond vooraan in het verzet tegen onder meer de oorlog in Irak en waarschuwde toen al dat die imperialistische invasie zou leiden tot sectaire conflicten met bijhorende gevolgen, ook voor West-Europa. Het was de rechterzijde van Bush en Blair die het Midden-Oosten tot een puinhoop heeft herschapen. Dus, Theo, kom niet meer af met die nonsens over ‘linkse puinhopen.’

    De uitspraak van Francken doet ook denken aan de verkiezingscampagne van het Vlaams Blok in 1994. “Grote kuis” was toen de slogan met een veegborstel erbij, een campagne die overigens in de jaren 1930 ook al gevoerd werd door het fascistische Rex. Het leidde in 1994 tot een affichecampagne waarop de nazi’s afgebeeld werden en de slogans “De vorige kuisploeg had ook van die mooie beloften” en “Het enige dat opgekuist moet worden, is het Vlaams Blok zelf.” Daarmee willen we niet zeggen dat Francken een nazi of een fascist zou zijn, in tegenstelling tot de staatssecretaris gaan wij voorzicht om met termen. Maar er is wel een opmerkelijke gelijkenis die uitdrukking geeft aan de wijze waarop de N-VA de voormalige Blok-kiezers naar zich toetrekt. Ook opmerkelijk is dat de reacties op de Vlaams Blok-uitspraak en benadering van Francken zo lauw zijn. Er is geen sprake van het opruimen van de rangen van de regering. Een groot deel van het politieke establishment is het immers met Francken eens, zonder dit zo gezegd te willen hebben.

    Er is een strategie nodig om racisme op te kuisen. Dat zal niet gebeuren door ons te richten tegen de zwaksten in de samenleving, diegenen die aan de willekeur van Libische milities of een Turkse dictator worden overgelaten. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de vele sociale tekorten hier of problemen van oorlog, ellende en armoede in hun land van herkomst. Deze problemen zijn verbonden met het kapitalistisch systeem van steeds grotere ongelijkheid. “De hemel van de rijken is gemaakt door de hel van de armen,” merkte Victor Hugo al op. Er wordt geprobeerd om gewone werkenden wijs te maken dat zij bij de ‘rijken’ behoren, maar als we over ‘rijken’ spreken hebben we het wel degelijk over die 1% superrijken of zelfs die 8 rijksten die evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.

    We moeten ons trouwens geen illusies maken. Wat vandaag geldt voor vluchtelingen, kan morgen eveneens van toepassing zijn voor werklozen, zieken, gepensioneerden, … De regering is al goed bezig om die groepen te stigmatiseren. De hardwerkende Vlaming zal er zelf evenmin aan ontsnappen: ook hij wordt ooit een gepensioneerde en vandaag is die hardwerkende Vlaming die het met pakweg een onderbetaalde flexi-job moet doen, evenzeer slechts een cijfer (‘afval’) dat uit de werkloosheidsstatistiek kan gehaald worden zodat over ‘jobs, jobs, jobs’ kan opgeschept worden. De enigen voor wie de rechtse regering wat ‘menselijkheid’ toont, zijn de superrijken. Aan de opbrengst van hun effecten kunnen we toch niet teveel morrelen. Dat zou slecht zijn voor ‘onze’ concurrentiepositie.

    Racisme is eigen aan het kapitalisme. In onze strijd ertegen moeten we de oorzaken aanpakken en tegen het systeem strijden. Om die strijd te versterken, moeten we ons organiseren en naar buiten komen met acties en campagnes. Daarin moeten we duidelijk maken dat racisme slechts één onderdeel is van de pogingen om al wie uit de boot van de superrijken valt te verdelen om eengemaakte strijd tegen te gaan. We moeten wijzen op de echte verantwoordelijken voor de vreselijke problemen die mensen ertoe dwingen om te vluchten maar ook voor de problemen van sociale tekorten bij ons. En we hebben nood aan een alternatief waarin de belangen van de meerderheid van de bevolking centraal staan en niet de winsten van een handvol superrijken.

    Op 26 oktober organiseren wij een protestactie tegen Theo Francken in Antwerpen. Op 3 oktober is er ook in Leuven een actie. Wij zijn voor vreedzame betogingen die pleiten voor solidariteit in plaats van racisme. Samen strijden om racisme op te kuisen!

  • Alt-Right, Génération Identitaire, … oude neofascisten proberen zich hip voor te doen

    Antiracistisch protest in Antwerpen eerder dit jaar. Foto: Jente

    In de VS wordt extreemrechts tegenwoordig omschreven als ‘Alt-Right.’ In Frankrijk was er ophef toen de groep Génération Identitaire aankondigde dat het een boot wil kopen om hulpoperaties voor vluchtelingen op de Middellandse Zee te verstoren. Dat kreeg meteen de steun van enkele neofascisten in ons land. Van waar komen bewegingen als Génération Identitaire en Alt-Right, waar staan die voor en hoe kunnen we ze bestrijden?

    Artikel door Sander (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Van economische naar politieke crisis

    De grote recessie van 2008 leidde tot een kentering in het politieke landschap. Het vertrouwen in de traditionele partijen zakte als een pudding in elkaar. Er wordt gezocht naar alternatieven. De hoge werkloosheidscijfers, immigratie door oorlogen in het Midden-Oosten, terreurdreiging en de hopeloosheid in het algemeen doen zoeken naar vaste grond onder de voeten om niet alle hoop te verliezen.

    Het leidt tot een opmars van consequente linkse stromingen en organisaties (zie elders in deze krant). Maar het heeft ook aan de rechterzijde gevolgen. De verkiezing van Trump is er een voorbeeld van, net zoals de hernieuwde steun voor het Franse Front National van Marine Le Pen. Er duiken ook nieuwe neofascistische bewegingen op die een stap verder proberen te gaan: Pegida in Duitsland, Alt-Right in de VS of nog Génération Identitaire in Frankrijk.

    Extreemrechts in een nieuw jasje

    Deze partijen en bewegingen willen de symptomen van het falend kapitalisme bestrijden zonder het systeem in vraag te stellen. De ‘oplossingen’ beperken zich tot haat tegenover minderheidsgroepen. Er wordt uitgegaan van de identiteit van de ‘blanke man’ en hoe die ‘in gevaar’ komt. Eigenlijk komt het neer op een krampachtig vastklampen aan een systeem waarbij de verantwoordelijkheid voor alle sociale en economische problemen bij zwakkere groepen in de samenleving wordt gelegd in plaats van bij diegenen die de touwtjes in handen hebben.

    Openlijk racistische en seksistische standpunten kennen een zekere opgang. De gevestigde partijen hebben er elementen van gebruikt om de eigen neergang af te remmen en om de eigen verantwoordelijkheid voor de crisis van het systeem van zich af te wentelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat radicalere varianten hiervan een gehoor kunnen vinden.

    Nieuw zijn groeperingen als Génération Identitaire niet. De groep baseert zich op de ideeën van Nieuw-Rechts, een extreemrechtse stroming uit de jaren 1960. Dat was op zich een poging om met een opgekuiste versie van het oude fascisme een nieuwe dynamiek tot stand te brengen. Het genoot de steun van heel wat collaborateurs met heimwee naar de Duitse nazi-bezetting. Ook in ons land werden de eerste extreemrechtse bewegingen na Wereldoorlog Twee gedragen door figuren uit de collaboratie. Extreemrechts stond geïsoleerd door de sterke positie van de arbeidersbeweging en de band met de collaboratie die voor iedereen duidelijk was. Het maakte dat geprobeerd werd om een radicaler imago aan te meten met een zogenaamd ‘anti-kapitalisme’. Nochtans werd eigenlijk gepleit voor een meer ‘communale’ vorm van kapitalisme met etnisch ‘zuivere’ zones waarbinnen niet aan de productieverhoudingen wordt geraakt.

    Génération Identitaire bouwt hierop voort. Het wil een etnisch homogeen Europa zonder minderheidsgroepen waarbij elke cultuurvermenging slecht zou zijn voor de ‘Europese identiteit.’ De methoden zijn anders, maar de ideeën blijven dezelfde. De verpakking is anders, de boodschap blijft dezelfde als die van de jaren 1930. Internet en sociale media spelen een grote rol in de verspreiding van racisme, vooral omdat er geen basis is om een grote actieve beweging in het reële leven uit te bouwen.

    Extreemrechts werd de afgelopen decennia steeds gekenmerkt door een passieve steun, onder meer bij verkiezingen, en een gebrek aan grote mobilisatiekracht. Een paar honderd mensen krijgt het mogelijk op de been, maar geen duizenden laat staan tienduizenden. Op internet kan gemakkelijker ingespeeld worden op passieve steun. Kijk maar naar de ‘Vlaamse Verdedigingsliga’ bij ons: die pagina verdween vorig jaar toen het openlijke racisme ervan in alle media werd aangeklaagd. De pagina had meer dan 20.000 volgers, maar in het reële leven kreeg de groep nooit meer dan 10 mensen bij elkaar.

    Gevaar bestrijden

    Dit betekent niet dat extreemrechtse groepen niet gevaarlijk zijn. Ze kunnen racistische retoriek breder verspreiden en tegelijk radicaliserende elementen oppikken waarmee ook in de reële wereld groepen worden uitgebouwd. Die groepen richten zich tegen de arbeidersbeweging, de sociale kracht die de grootste bedreiging voor de heersende klasse vormt en het grootste potentieel heeft om mensen los van afkomst te verenigen rond hun gemeenschappelijke belangen als werkenden.

    Met spectaculaire acties en uitspraken probeert extreemrechts zich als ‘anti-establishment’ voor te doen. Zo kondigde Génération Identitaire na de aanslagen van 22 maart 2016 aan dat het in Molenbeek zou betogen. Het ging niet door wegens een verbod, maar ondertussen leverde het de groep heel veel mediabelangstelling op. Als het publiek debat door rechts gedomineerd wordt, vormt extreemrechts zelfs een pseudo-aanvaardbare stem. Verzet blijft nodig zodat extreemrechtse groepen geen millimeter ruimte krijgen.

    Het succes van Le Pen of Trump en de aandacht voor extreemrechtse groeperingen bestrijden we best met een constructief alternatief op het in crisis zijnde kapitalisme. Er is nood aan een systeem waarin diegenen die het werk verrichten het voor het zeggen hebben en niet diegenen die vandaag enkel de vruchten van ons werk plukken. Een democratisch geplande economie die de noden van de meerderheid van de bevolking centraal stemt in plaats van de winsten van enkelingen. Een alternatief dat mensen samenbrengt om met de werkende klasse eengemaakt sterker te staan in de strijd voor die andere samenleving.

    Het zijn niet de vluchtelingen die ervoor zorgen dat wij moeten inleveren en uit de spreekwoordelijke maatschappelijke boot dreigen te vallen. Het is het systeem waarbij de superrijken in hun zoektocht naar steeds meer winsten niet voor terugdeinzen om hele regio’s te plunderen, oorlogen om grondstoffen te voeren en hier de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking naar beneden te trekken. Het zijn de kapitalisten die van vluchtelingen en migranten gebruik maken om de lonen te drukken via de veelzijdige methoden van sociale dumping. Daartegenover is er nood aan een systeem waarin de meerderheid van de bevolking het voor het zeggen heeft en aan al deze zaken een einde maakt.

  • Blokbuster en “postmodern relativisme”? De wondere intellectuele wegen van Maarten Boudry

    Betoging tegen racisme in Gent in 2015. Foto: PPICS

    Op 5 juni publiceerde wetenschapsfilosoof Maarten Boudry een artikel op de website van Knack onder de titel “Ideeën zijn superieur, mensen niet”. De neoliberale filosoof houdt daarin zijn bekende pleidooi voor “liberale democratie”, die hij superieur vindt aan theocratische dictaturen. Een inzicht waar wij niet meteen van omver vallen. Strijdbare socialisten vinden een burgerlijke democratie – ondanks het ontbreken van “economische democratie” in de bedrijven en ondanks de complete vervorming van het democratische debat door mediagroepen gecontroleerd door de rijken – verkieslijk boven kapitalistische dictaturen. Of die nu islam-fundamentalistisch zijn zoals in Saoedi-Arabië, of neoliberaal zoals in het Chili van Augusto Pinochet, of het Kazachstan van dictator Nazarbayev.

    Artikel door Peter Delsing

    Toch verwijt Boudry sommigen ter linkerzijde beschroomd te zijn om dat “superieur zijn” openlijk te stellen, uit een verkeerd begrepen en schadelijk “relativisme”. Misschien wensen die critici hun ogen niet onwetenschappelijk te sluiten voor de mankementen en het evidente verval van de burgerlijke democratie en economie. Een praktijk waar liberale dogmatici als Boudry hun beroep van lijken te hebben gemaakt.

    Boudry zou Boudry niet zijn als er in zijn artikel niet een aanval op het socialisme, dan wel het marxisme zou zitten. Zo schrijft hij over de geschiedenis van de anti-racisme beweging, als antwoord op een opiniestuk van schrijver Tom Naegels: “Maar hoe zat dat destijds met de strijd tegen het Vlaams Blok? Naegels schrijft nogal categoriek dat antiracisten ‘geen weg-met-ons relativisten’ waren, maar zichzelf expliciet opwierpen als de behoeders van Europese traditie en de Verlichtingswaarden, analoog aan de islamcritici vandaag.

    “Daar gaat hij volgens mij nogal kort door de bocht. De lieden die vandaag zwelgen in postmodern relativisme en anti-westers tiers-mondisme – zoals bijvoorbeeld de mensen van Blokbuster – liepen toen ook al rond, misschien zelfs nog in grotere getale dan nu. En zij stonden natuurlijk in de frontlinie tegen het Vlaams Blok.”

    Het is juist dat Blokbuster zeer actief was in de strijd tegen het Vlaams Blok, op basis van bredere mobilisaties van jongeren. Maar als er ook maar een fractie van de ideeën van Blokbuster bij Boudry zou zijn doorgedrongen, zou hij beseffen hoe onzinnig – zelfs onacademisch lachwekkend – het is om marxisten “postmodern relativisme” te verwijten. Dure woorden die de vlag helemaal niet dekken. En er door de “wetenschapsfilosoof” zonder enige grond of bewijs met de haren worden bijgesleurd. Is het correct weergeven van de ideeën van je tegenstrevers geen basisprincipe meer van reële wetenschappers?

    Boudry wil laten uitschijnen dat het voor strijdbare socialisten niet zou uitmaken in welke samenlevingsvorm we leven, of welke “waarden”, ja zelfs “kennismethodes” we zouden nastreven. Daarin vergist hij zich. Al zijn die samenlevingsvormen, waarden en zelfs kennismethodes serieus verschillend van zijn eigen dogmatische, grotendeels feitenvrije verdediging van het neoliberalisme en de zeer beperkte “democratie” die dat systeem vandaag nog toelaat. Zie de financiële waterboarding waaraan Griekenland werd onderworpen toen er democratisch tegen neoliberale besparingen van de EU werd gestemd. Zelfs de meest ontwikkelde vorm van burgerlijke democratie blijft nog altijd, in laatste instantie, de economische dictatuur van het kapitaal.

    Socialisten en marxisten verdedigen de democratische rechten die de arbeidersbeweging – tegen gewelddadig verzet van de liberale kapitalistische klasse in – door strijd heeft afgedwongen. In de 19e eeuw gold in België nog lange tijd het beruchte “coalitieverbod” (tot 1866), dat werknemers verbood om zich te organiseren en effectief gebruik te maken van hun recht op vrijemeningsuiting en de “vrijheid” van vereniging en vergadering. Het was de arbeidersbeweging die de strijd voor algemeen stemrecht, vrijheid van vergadering, vrije meningsuiting en voor de achturendag voerde, tegen de repressie van de Liberale Partij van die tijd in. Strijdbare werknemers en stakers – diegenen die Boudry vandaag om de haverklap aanvalt in zijn klaagzangen – hebben het kapitalisme beschaafder, eindelijk democratisch en iets meer leefbaar gemaakt, tegen het verzet van de onderdrukkende kapitalistische elites in.

    Boudry zou eigenlijk een standbeeld voor de Russische revolutie en de sovjetdemocratie moeten oprichten, want zonder die in het oog springende, directe en hogere vorm van arbeidersdemocratie – met permanente afzetbaarheid en een maximale loonspanning – waren de “liberale democratie” en het algemeen stemrecht in België er nooit zo snel gekomen.

    Ook daarin zijn strijdbare socialisten zeker geen “relativisten”. De geschiedenis is niet stuur- of richtingloos. Ze heeft – omwille van de wetten van crisis van het kapitalisme – zelfs een doel waarnaar ze neigt: niet langer de afgeleefde neoliberale democratie in verval, maar het democratisch socialisme. Kijk naar de opkomst van meer radicale figuren als Corbyn, Mélenchon,… met hun zeer populaire eisen voor hernationalisatie van geprivatiseerde delen van de economie. Hopelijk onder controle van de werknemers zelf, en niet van een gezichtloze bureaucratie.

    Boudry verwijt Blokbuster ook, hou je vast, “anti-westers tiers-mondisme”. Als hij daarmee bedoelt dat we denken dat de strijd in de neokoloniale wereld – de economisch afhankelijke landen gedomineerd door de multinationals en het kapitalisme – belangrijker is dan die in het “rijke westen”, met een volgens sommigen “verburgerlijkte arbeidersklasse”, dan heeft hij het volledig mis. De arbeidersklasse radicaliseert in de ontwikkelde landen even goed naar links, en soms zelfs sneller dan in andere werelddelen (Sanders, Corbyn, Mélenchon, de Pvda,…). We kunnen hem dus geruststellen: de strijd van de westerse arbeidersklasse neemt een centrale plaats in in de vooruitzichten van Blokbuster voor de omverwerping van het kapitalisme. Dit in een volkomen solidariteit met de onderdrukte massa’s in verzet in Azië, Afrika, en de rest van de wereld. In verschillende van die landen staan leden van onze zusterorganisaties overigens in de “frontlinie” van zowel de strijd tegen de neoliberale krachten als tegen de uiterst-rechtse “islamisten”, die op de puinhoop van de imperialistische barbarij en armoede konden ontstaan en er gretig op teren.

    Racisme: een klassebenadering is meer efficiënt in de strijd

    Socialisten en marxisten zijn doorgaans atheïsten. We denken dat we ons best baseren op de waarneembare werkelijkheid om onze strijd tegen asociale aanvallen op onze koopkracht en sociale zekerheid te voeren. We weigeren echter om ons te laten verdelen tussen niet-godsdienstige en gelovige werknemers en onderdrukten. We moeten samen de strijd tegen de regering en de heersende klasse aangaan. Dat heeft niets met “relativisme”, maar alles met welbegrepen klassebelang te maken. Op het vlak van racisme was het standpunt van Blokbuster overigens altijd dat een zuiver morele of “humanistische” benadering weliswaar niet slecht is, maar zijn beperkingen heeft. Enkel op basis van het gedeelde klassebelang van de uitgebuite meerderheid – hier en elders in de wereld – kan een kracht worden gemobiliseerd die ongelijkheid, armoede en racisme wegveegt, in de strijd voor een socialistische maatschappij. Het is overigens met die klassebenadering en doorheen harde aanvallen op het establishment dat Mélenchon in Frankrijk stemmen heeft teruggewonnen van het uiterst-rechtse Front National, onder jongeren en in verschillende grote steden. Dat deed hij door sympathie te tonen voor de sociale problemen van extreemrechtse stemmers, maar zonder een millimeter toe te geven op de verdelende uitspraken van het FN.

    Zelfs qua “kennismethode” toont Boudry’s stuk het verval van de burgerlijke ideologie. In haar opmars verdedigden burgerlijke economisten de kapitalistische maatschappij nog tegen het feodalisme met zuiver rationele argumenten. Een batterij van cijfers, feiten en redeneringen om hun standpunten te onderbouwen. Maar toen was de burgerlijke maatschappij economisch nog aantoonbaar een stap vooruit op de feodale maatschappij. Boudry hoor je weinig over de groei van de armoede naar 15% vandaag in België, waar die in de jaren ’80 rond de 5% lag. Hij woelt de afkalvende cijfers van de economische groei decennium na decennium niet om: het steeds holler en zwakker worden van de economische cyclus. Niets over haperende productieve investeringen of manke productiviteitsgroei, problemen waar de ernstige denkers van het kapitaal zich over buigen. Geen woord over de onhoudbare schuldenberg die het kapitalisme nodig had om haar levenscyclus kunstmatig te verlengen. Of over de ongezonde “financialisering” van het kapitalisme, een symptoom van productief verval. Zijn artikels zijn een onacademische blinde vlek omtrent de concentratie van rijkdom bij de rijkste 1% – waar Piketty toch interessante informatie rond verzamelde – en de schreeuwende ongelijkheid, die de economische groei mee heeft ondermijnd.

    Boudry berijdt zo hevig zijn “liberale principes” omdat de onzalige realiteit van het kapitalisme iets is waar steeds bredere groepen van werkenden en jongeren zich van afkeren. Hij “eist” van iedereen – zoals middeleeuwse, feodale pausen – blinde gehoorzaamheid aan een liberaal “vooruitgangsgeloof” dat al 35 jaar economisch en sociaal geen vooruitgang meer biedt. Hij moet zich tevreden stellen met ideologische en wetenschappelijke bedelsoep, omdat het kapitalisme zijn hoogdagen reeds lang geleden heeft opgesoupeerd.

     

    [divider]

    Naschrift. Op Twitter schreef Maarten Boudry naar aanleiding van dit artikel: “Die fout is al lang gecorrigeerd op mijn blog. Frase werd toegevoegd door journalist.” Het antwoord hierboven beperkt zich niet tot de vermelding van Blokbuster in het opiniestuk dat op Knack.be verscheen en daar nog steeds staat met vermelding van Blokbuster. Maar indien het stuk over de strijd tegen racisme en de rol van Blokbuster daarin was toegevoegd door een journalist, mag bovenstaand stuk gerust beschouwd worden als een reactie op de journalist die de opiniestukken schrijft die onder de naam van Boudry verschijnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop