Category: Feminisme

  • Vrouwen, socialistisch feminisme en identity politics

    Foto: Libres y Combativas

    Zoals Lenin stelt moet een revolutionaire partij aan elke soort strijd tegen de bestaande orde deelnemen. Vandaag vertaalt dit zich onder andere in het werk dat de verschillende secties van het CWI leveren in verband met de strijd voor vrouwenbevrijding. Terwijl de specifieke situatie varieert van land tot land, wat tot uiting komt in de verschillende vormen die protest aanneemt – gaande van protest via sociale media (cf. #MeToo) tot enorme betogingen (cf. Spaanse Staat) –, zien we overal in de wereld een groeiende woede omtrent de discriminatie van vrouwen en een sfeer van verzet, in het bijzonder bij (jonge) vrouwen.

    Verslag door Elise (Gent) van de discussie over socialistisch feminisme op de zomerschool van het CWI

    Het idee dat feminisme niet meer nodig is omdat we aan de rand van gelijkheid zouden staan, heeft met de ontwikkelingen van de laatste decennia ook bij de massa’s aan geloofwaardigheid ingeboet. De ‘gelijkheden’ die verkregen werden, met name de nooit geziene groei in deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt en bepaalde rechten die in verschillende landen afgedwongen werden door massale vrouwen- en arbeidersstrijd, vertaalden zich niet in reële gelijkheid. De verhoogde deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt gebeurt in een context waarin de lonen zo laag liggen dat een gezin niet meer kan overleven met maar één kostwinner en waarin het deelnemen aan de arbeidsmarkt voor vrouwen geen daling van onbetaald huishoudelijk werk inhoudt, maar hen opzadelt met een dubbele dagtaak.

    De wettelijke gelijkheden en afgedwongen rechten staan niet alleen voortdurend onder druk, maar worden eveneens ontmaskerd als dode letter wanneer we kijken naar de massale werkloosheidsgraad, de besparingen op publieke diensten die de arbeidersklasse en vrouwen in het bijzonder treffen, de nooit verdwenen seksuele intimidatie, de precarisering, de aanhoudende loonkloof… Het is duidelijk: ondanks de mooie woorden en beloftes van vele politici in verband met gendergelijkheid, hebben vrouwen nooit reële gelijkheid gekregen en zullen ze dit, zoals verder beargumenteerd zal worden, ook nooit verkrijgen binnen een kapitalistisch systeem.

    De vrouwenkwestie als bron van nieuwe radicalisering

    Onze secties worden geconfronteerd met het falen van de leiders van de arbeidersklasse-organisaties. Het tekort aan initiatief en het soms zelfs ronduit tegenwerken van strijdbare gemoederen verklaart waarom in veel landen arbeiders, mannen en vrouwen, niet zelfzeker genoeg zijn om zich te organiseren en strijd te voeren rond sociale thema’s. Rond de vrouwenkwestie (een thema waarvan de kapitalisten soms zelf suggereren dat er rechten zouden moeten zijn) bestaat er echter vaak een groter vertrouwen en ontstaan er explosieve protesten, in het bijzonder wanneer deze gelinkt worden aan de strijd tegen een kapitalistisch systeem.

    Deze bewegingen zijn zeer positieve ontwikkelingen die getuigen van een aan de kant schuiven van het geloof in een individualistische benadering. De eerste stappen naar collectieve strijd worden gezet. Dit betekent uiteraard niet dat de sporen van de voorgaande periode volledig uitgewist zijn. De achteruitgang van socialistische ideeën en een klassenbewustzijn die mede veroorzaakt werden door het uitblijven van initiatieven tot strijd binnen toenemende neoliberalisering, maakt dat veel jonge mensen binnen de vrouwenstrijd in het geheel niet het idee dat een andere, socialistische samenleving nodig is, als startpunt van hun engagement aannemen. Wel brengt de grote woede ten opzichte van de bestaande orde, die duidelijk blijkt uit de protesten, een openheid voor onze ideeën mee, zeker waar we interveniëren zoals in de Spaanse Staat en Ierland. Het zijn campagnes zoals ROSA, Libres y Combativas etc. die een zeer geschikt instrument vormen om te interveniëren op o.a. middelbare scholen, waar een botsing van idealen en realiteit betreffende genderrollen onvermijdelijk is, om het idee van een socialistisch feminisme te verspreiden en om jongeren de mogelijkheid te geven ervaringen op te doen in het voeren en organiseren van strijd (cf. actiecomités op scholen in de campagne ‘From Me Too to Fight back’ van ROSA België).

    Socialistisch feminisme en het belang van een duidelijke ideologische strijd

    Om deze groep jongeren, arbeiders etc. die radicaliseren rond de vrouwenkwestie voor onze ideeën, ons programma en onze methoden te winnen, moeten we ons weren tegen weerstand, niet alleen vanuit de vakbondsbureaucratie, maar ook vanuit een andere hoek. De secties van het CWI moeten een offensieve ideologische strijd aangaan met enerzijds burgerlijke feministen die stellen dat binnen het kapitalistische systeem bevrijding mogelijk is en anderzijds kleinburgerlijke feministen die met een anti-klassenbenadering eigenlijk het systeem verdedigen. Uiteraard stellen we niet dat het kapitalisme nooit een toegeving kan doen naar vrouwen toe. De geschiedenis toont aan dat dit onder grote druk weldegelijk mogelijk is. De plotse ommezwaai van Ierse kapitalisten naar het pro-choice kamp is hier een goed voorbeeld van. Terwijl we ook hier wijzen op het feit dat achter de propaganda voor vrouwenbevrijding van burgerlijke politici steevast besparingen op openbare diensten, gezondheidszorg, onderwijs etc. verschuild gaan, komt het erop aan te beargumenteren dat elke ‘toegeving’ aan de arbeidersklasse binnen het kapitalisme altijd tijdelijk en zo minimaal mogelijk – dus zo onschadelijk mogelijk voor het systeem – zal zijn en dat het inherent is aan het kapitalisme dat het geen oplossing zal/kan bieden voor vrouwenonderdrukking.

    Onder het kapitalisme is het instituut van het gezin, het idee dat een man het hoofd is van het huishouden en de baas is over vrouw en kinderen, een cruciaal middel tot het behoud van sociale controle (daarnaast vormt het ook de ideale (goedkope/gratis) ‘kweekvijver’ voor nieuwe arbeidskrachten). Terwijl het kapitalisme er in zekere zin (contradictorisch genoeg) toe neigt het burgerlijk gezin te ondermijnen (cf. het toetreden van vrouwen in de arbeidsmarkt), is het tegelijk ook duidelijk dat het kapitalisme gegeven het belang van het gezin, nooit reële reproductieve vrijheid zal toekennen aan vrouwen. Dit zien we weerspiegeld in de wetgeving (cf. abortusverboden of het toestaan ervan uitsluitend onder zeer beperkte voorwaarden), in de afwezigheid van goede kwalitatieve legale abortuscentra, en in het feit dat voor heel veel vrouwen die het in dit systeem zonder een goed inkomen en een veilig thuis moeten stellen, een kind onderhouden onmogelijk is wanneer ze dit zouden willen. Naast vrouwenonderdrukking brengt het belang dat het kapitalisme heeft bij het in stand houden van het instituut van het gezin ook de onderdrukking van LGBTQI+’ers mee.

    LGBTQI+fobie is niet alleen een middel om de arbeidersklasse te verdelen, het is ook een concreet deel van het systeem zelf. In een kapitalistische samenleving komt het verwerpen van gendernormen neer op het verwerpen van het systeem zelf (aangezien het systeem samenhangt met bepaalde genderrollen/het gezin als middel ter behoud van sociale controle). De onderdrukking van LGBTQI+’ers en deze van vrouwen zijn onlosmakelijk verbonden. Rond beide thema’s vinden we in Ierland bijvoorbeeld de meest radicaliserende jongeren vandaag, d.i. jongeren die het meest openstaan voor socialistisch gedachtegoed. Het is cruciaal het potentieel radicale karakter van deze thema’s te erkennen en deze niet, zoals in veel stalinistische stromingen, louter te herleiden tot identity politics (zie verder). Om een duidelijk standpunt hieromtrent in te nemen, is een marxistische analyse van onderdrukking nodig, die opnieuw aantoont dat het kapitalisme geen oplossing voor seksisme, LGBTQI+fobie etc. kan bieden.

    Daarnaast wijzen we er ook op dat lang voordat een kapitalistische staat vrouwen ook maar een kleine wettelijke gelijkheid ‘gaf’, het in de arbeidersstaat in Rusland was waar voor het eerst gelijke rechten voor vrouwen en mannen ingevoerd werden (cf. recht op abortus). Zoals Trotski aangeeft, is legale gelijkheid uiteraard slechts een eerste stap om de discriminatie en vooroordelen die al eeuwenlang bestaan, te overkomen. Immers, seksisme is één van de oudste vormen van onderdrukking, en komt voort uit een klassenmaatschappij die al bestond lang voor de natiestaat, lang voor het kapitalisme. Er is meer nodig dan wat het kapitalisme bereid is te geven en kan geven, er is meer nodig dan gelijke rechten om vrouwenonderdrukking volledig uit te roeien. Cruciaal zijn economische veranderingen: gratis wasserettes, gratis kinderopvang, investeringen in onderwijs etc. die de enige basis vormen voor een echte fundamentele herstructurering van de samenleving en van sociale attitudes.

    Tegen het ideologische discours van burgerlijke feministen wijzen we daarnaast ook op het feit dat het kapitalisme niet alleen geen gelijkheid gebracht heeft, maar ook velerlei zaken die het leven van vrouwen net gemakkelijker maken, opnieuw afneemt van de arbeidersklasse, zeker sinds de crisis. De loonkloof ligt wereldwijd tussen 10 tot 30%, waarbij de rijkere landen het niet beter doen dan armste landen (cf. 30% in Rusland). Kinderopvang, ouderen- en ziekenzorg komen door een asociaal beleid meer en meer op het gezin en dus vooral op de schouders van vrouwen terecht. De illegalisering van geweld op vrouwen wordt opnieuw ingetrokken (cf. de gedeeltelijke legalisering van huiselijk geweld in Rusland) en leidt in de realiteit niet tot een bestraffing van de concrete daders (cf. La Manada). Seksuele intimidatie wordt genormaliseerd, slachtoffers geculpabiliseerd (cf. Harvey Weinstein en Leonid Slutsky zaken, victim blaming in verband met ‘uitdagende’ kledij) binnen de verkrachtingscultuur die gepromoot wordt in de porno- en prostitutie-industrie.

    Het is duidelijk dat het kapitalisme zich in allerlei bochten kan wringen en zich zal aanpassen wanneer het geconfronteerd wordt met bewegingen rond vrouwenbevrijding. Tegelijk is het evident dat het geen reële oplossing kan bieden voor de onderdrukking van vrouwen. Dit moet ons niet verwonderen gegeven het feit dat kapitalisten steeds op zoek zijn naar meer winsten. Seksisme, net zoals racisme, nationalisme etc., is één van de vele zaken waarop een deel van de kapitalisten zich beroepen in hun pogingen deze zoektocht naar grotere winsten tot een succes te leiden. Dit is volledig in de lijn met Marx’ uitspraak dat het kapitalisme de commodificatie van elk aspect van het menselijk bestaan met zich meebrengt. Nieuwe technologie wordt gebruikt om vrouwenlichamen uit te buiten en seks te verkopen. De ‘noodzakelijke vooruitgang’ binnen dit systeem waarover burgerlijke feministen zo lovend spreken, moet dan ook door de secties publiekelijk ontmaskerd worden als ten beste een illusie. Niet het welzijn neemt toe binnen het systeem, alleen wat en wie vermarkt kan worden.

    Er is geen sprake van een ‘progressieve evolutie’ binnen het huidige systeem, wel van de noodzaak van revolutie. Het debat over reformisme of revolutie is een ideologisch debat dat hevig gevoerd wordt, mede omdat de burgerij niet blij is met de ontwikkeling van een vrouwenbeweging met een revolutionair karakter. De werking en het succes van Libres y Combativas toont aan hoe belangrijk het is hieromtrent in open confrontatie te gaan met reformisten, de burgerij en de conservatieven. In plaats van het debat uit de weg te gaan, gebruiken Libres y Combativas en de Sindicato de Estudiantes hun leiderschapspositie om in heldere, duidelijke verwoording mee richting te geven aan vrouwenstrijd om zo het recupereren van deze strijd door de bourgeoisie tegen te gaan. Libres y Combativas is steeds zeer duidelijk over haar benadering: een strijd voor socialisme is noodzakelijk om echte verbeteringen voor vrouwen te bewerkstelligen. Deze campagne speelde, met de hulp van de Sindicato de Estudtiantes, een beslissende rol in het organiseren van een algemene staking op 8 maart 2018 en in het voorkomen dat deze staking en strijd uitsluitend door vrouwen gevoerd zou worden. Het feit dat Libres y Combativas en de Sindicato de Estudiantes hun programma niet afzwakken, geeft hen ook de kans hun benadering te bewijzen t.o.v. de massa’s, wat bijdroeg aan de deelname van 6 miljoen mensen op 8 maart aan betogingen en 150.000 mensen vijf dagen na de vrijspraak van La Manada.

    In de toekomstige debatten, waarin de confrontatie met de burgerij enkel zal toenemen (cf. de openlijke oproep tot boycotten van de protesten na de vrijspraak van La Manada en het in vraag stellen van de staking op 8 maart 2019 omdat  ‘Sindicato de Estudtiantes geen feministische beweging zou zijn’) moet de boodschap waarmee we aan de groeiende bewegingen rond vrouwenrechten richting geven duidelijk zijn: om vrouwenonderdrukking te stoppen, is er nood aan het omverwerpen van het kapitalistisch systeem en de enige kracht in de samenleving die in staat is dit te doen, is de arbeidersklasse.

    Intersectionaliteit, identity politics en klassenbenadering

    Binnen vrouwenbewegingen, maar ook binnen linkse bewegingen kennen ideeën in verband met identity politics een opmars. Het is aldus belangrijk dat we daartegenover met de secties ook een helder beargumenteerde positie innemen. Uiteraard is het te simplistisch om te stellen dat alle ideeën onder het vaandel van identity politics slecht of waardeloos zijn. De eerste schrijvers in verband met intersectionaliteit of kruispuntdenken weken in hun denken niet veel af van wat Marx stelde. Het waren zwarte vrouwen uit de arbeidersbeweging die opmerkten dat ze als zwarte vrouwelijke arbeiders driemaal onderdrukt werden (cf. vrouwen uit de arbeidersklasse kennen een dubbele onderdrukking).

    Desalniettemin hebben zelfs de beste van deze schrijfsters niet het essentiële punt erkend dat als je onderdrukking wil stoppen, een verenigde strijd nodig is van de hele arbeidersklasse tegen de bestaande orde. Dit maakt ideeën omtrent een intersectioneel begrip van onderdrukking zeer gemakkelijk te recupereren tot een middel voor de kapitalistische klasse om de arbeidersklasse te verdelen (in de imperialistische Verenigde Staten, waar deze ideeën ontstonden, maar ook steeds meer in andere delen van de wereld). Het aantal elementen op basis waarvan mensen verdeeld kunnen worden, is echter oneindig groot: naast racisme, nationalisme, seksisme, LGBTQI+fobie, kan ook gekeken worden naar afkomst (uit welke regio van het land ben je afkomstig), educatie (naar welke school ging je) etc. etc.. De secties dienen te benadrukken dat de strijd die gevoerd moet worden er geen is met als doel kleine safe spaces (veilige havens) te creëren binnen deze samenleving – iets dat überhaupt onmogelijk is –, dan wel van de hele wereld een safe space te maken. En dat we hiervoor geen tijd moeten verliezen met vruchteloze debatten over wie het meest onderdrukt zou zijn (cf. oppression olympics) en ons niet mogen laten verdelen in kleine groepjes van mensen die exact dezelfde onderdrukking ervaren, maar die onmogelijk sterk genoeg zijn om een succesvolle strijd te voeren tegen de reële voedingsbodem die al deze specifieke vormen van onderdrukking delen: het kapitalisme. Hierbij nemen de secties de taak van een revolutionaire partij op om een programma naar voor te schuiven dat als doel heeft alle vormen van verdeling in de arbeidersklasse te overkomen/overstijgen in één verenigd programma dat de samenleving wil veranderen. Terwijl deze taak qua moeilijkheidsgraad varieert van context tot context, is het naar voor schuiven van een klassenbenadering cruciaal om zinloze debatten waarin simplistische en verdelende ideeën primeren, zoals het vereenzelvigen van de oorzaak van seksisme met mannen, te weren en de feministische strijd niet over te laten aan de bourgeoisie. Het is net dit idee, van een feminisme dat vrouwen en mannen samen in de strijd voor vrouwenrechten betrekt, dat meer en meer ingang vindt in bewegingen doorheen de wereld.

    Hiermee samenhangend moet een revolutionaire partij kritiek leveren op een andere overtuiging die samenhangt met identity politics, met name dat er een gelijkwaardige lijst is van onderdrukkingselementen, waarvan klasse slechts één van de vele is. Binnen de privilege theorie staan ‘ras’, gender, seksuele oriëntatie, klasse etc. op hetzelfde niveau. Een witte, hetero man uit de arbeidersklasse, zou volgens deze theorie meer privileges kennen (3 privileges en 1 klein nadeel) dan bijvoorbeeld Michelle Obama of Oprah Winfrey, die aan de kant staan van het kapitalistisch systeem. We ontkennen niet dat Michelle Obama of Oprah Winfrey weldegelijk onderdrukt worden als zwarte vrouwen. Toch is het duidelijk en moet het duidelijk gesteld worden dat hun onderdrukking niet vergelijkbaar is met de onderdrukking van zwarte vrouwen uit de arbeidersklasse die aan een minimumloon werken, drie jobs doen om te overleven etc.. Onze argumentering is niet van morele aard. We stellen dat het behoren tot een bepaalde klasse primeert ten opzichte van andere vormen van onderdrukking.

    Het is belangrijk dat de secties van het CWI reageren op bepaalde reactionaire en verdelende elementen die aan populariteit winnen binnen arbeidersbewegingen in verschillende landen en die voortkomen uit een verkeerde aandacht voor verschillende ervaringen van onderdrukking. Enerzijds merken we een dergelijke ‘verkeerde’ vorm van aandacht voor verschillende vormen van onderdrukking op wanneer het belang van deze aandacht geïnterpreteerd wordt als de stelling dat de geldigheid van wat je zegt, afhangt van wie je bent en dus niet van je ideeën. Dergelijke vorm van identity politics zien we terug in beschuldigingen t.a.v. verschillende linkse figuren binnen Labour. Zo wordt bijvoorbeeld beargumenteerd dat Jeremy Corbyn misogyn of seksistisch zou zijn, aangezien hij de verkiezingen won van twee vrouwelijke kandidaten. Uiteraard moeten beschuldigingen van seksisme etc. grondig onderzocht worden, en indien gegrond, ook gepaste maatregelen genomen worden. Toch moet gehamerd worden op het laten primeren van het ideeëngoed van mensen, niet op hun ‘identiteit’, opdat we niet in absurde situaties zouden terechtkomen waarin bijvoorbeeld ‘de feministische’ keuze tussen May en Corbyn of Clinton en Sanders al bij voorbaat zou vastliggen en zou samenvallen met een stem voor de aanhangsters van een asociaal, vrouwonvriendelijk beleid.

    Naast deze verkeerde vorm van aandacht aan verschillende vormen van onderdrukking, bekritiseren we ook een tekort aan aandacht ervoor, dat we weerspiegeld zien in ideeën die leven in verschillende linkse bewegingen, zoals het idee dat vrouwenstrijd, strijd voor LGBTQI+rechten etc. op zijn best een afleiding van de klassenstrijd zouden zijn, evenals in verschillende feministische bewegingen (vb. transfoob feminisme). Het is belangrijk om alle specifieke vormen van discriminatie bespreekbaar te maken binnen linkse organisaties (vb. het thema van huiselijk geweld) en te tonen dat het aanhalen van deze thema’s cruciaal is om een verenigde arbeidersklassestrijdbeweging uit te bouwen. Ook binnen de secties zelf dient deze benadering te primeren. We strijden om de best mogelijke positie te hebben, een partij te zijn die duidelijk tegen seksisme en racisme etc. is, niet alleen in woorden maar ook in sfeer/algemene werking. Het is dan ook belangrijk dat we manieren vinden om bijvoorbeeld vrouwen nog meer te integreren en het vertrouwen te geven om zich nog meer te organiseren in de partij, zeker in de afdelingen die de basis vormen van de partij.

    Daarbij vergeten we echter niet dat onze revolutionaire partij en het CWI niet los van de druk in de samenleving staan. We mogen niet vervallen in het steriele en futiele idee van de partij die een safe space zou creëren. Want dit is utopisch, het kan niet gedaan worden binnen een kapitalistisch systeem. Er kunnen zich ook binnen het CWI gevallen van seksuele intimidatie etc. voordoen, en het is belangrijk dat we daar op reageren. Tenslotte moet sensitiviteit in alle richtingen gaan. We moeten verwelkomend staan naar alle lagen van de arbeidersklasse toe. Terwijl het logisch is dat de meest onderdrukte groepen vaak overgerepresenteerd zijn in onze Internationale (cf. LGBTQI+’ers, vrouwen etc. in Ierland), zijn er ook nieuwe leden die niet via de strijd tegen seksisme of LGBTQI+fobie bij de secties belanden. Correct taalgebruik is van belang en moet gestimuleerd worden (zeker i.v.m. het gebruik van het juiste voornaamwoord/de juiste aanspreking), maar uiteraard mogen nieuwe mensen niet aangevallen worden op hun taalgebruik. Een zekere sensitiviteit of gevoeligheid is aldus nodig, waarbij kameraden in discussies van elkaar leren, en waarbij begrip is voor het feit dat niet elke kameraad dezelfde kennis heeft. Dit is de enige manier om een massapartij uit te bouwen die alle secties van de arbeidersklasse kan verenigen, het klassenbewustzijn van de bevolking kan vergroten en de globale arbeidersklasse als arbeidersklasse kan begeleiden in de klassenstrijd.

    Prostitutie

    Eén van de debatten waarin het verschil tussen onze benadering en deze van burgerlijke feministen zeer duidelijk naar voor komt, is deze omtrent prostitutie. Vanuit burgerlijke hoek wordt vaak beargumenteerd dat prostitutie gelegaliseerd moet worden, aangezien prostitutie ‘de bevrijding van vrouwen zou inhouden’, aangezien ‘sekswerk een job zoals een ander zou zijn’ en aangezien het om een ‘vrije keuze’ zou gaan. Libres y Combativas haalt in dergelijke debatten geen morele argumenten aan, wel schuiven ze een klassenanalyse naar voor en baseren ze zich op feiten, eerder dan op holle uitspraken over ‘vrije keuze’ die nergens op gestoeld zijn en geen aandacht hebben voor de context waarin mensen ‘keuzes’ maken. Prostitutie is één van de meest extreme voorbeelden van de uitbuiting van de arbeidersklasse. Binnen het kapitalisme, waarin lichamen en seks als markt ingericht worden, zal er altijd prostitutie zijn. Terwijl Libres y Combativas zeker niet pleit voor de criminalisering van vrouwen die in de prostitutie zitten, beargumenteren ze dat het legaliseren van prostitutie geen verbetering van de omstandigheden waarin prostituees werken, betekent. Een duidelijk voorbeeld is Duitsland, waar prostitutie sinds 2002 gelegaliseerd is, dat vandaag verworden is tot een trekpleister voor sekstoerisme en dat 3500 prostitutiehuizen kent die een antwoord moeten bieden aan de enorme stijging van de vraag naar prostituees (elke dag kopen ongeveer 1,5 miljoen Duitsers seks).

    Kortom: prostitutie is door de legalisering ervan uitgegroeid tot een big business, die vele voordelen biedt voor de verschillende bedrijven die er steeds meer in investeren, maar daarentegen voor vrouwen die in de prostitutie zitten of geraken (de legalisering van prostitutie brengt immers zaken mee waarbij mensen hun uitkering dreigen te verliezen als ze geen seksjob willen aannemen), geen betere toekomst betekent, integendeel. Prostituees moeten minstens 6 klanten afwerken per dag om ‘rendabel’ te zijn, een straatprostituee kan je al vinden aan 5 euro, 92% wordt fysiek aangevallen… Het zijn de armste vrouwen en migranten die de grootste gevolgen dragen van de legalisering van prostitutie. Het is belangrijk voor de secties om een duidelijke positie in te nemen in verband met prostitutie, evenals in verband met pornografie. Niet elke afbeelding van seks is uitbuiting. Wanneer we spreken over pornografie, verwijzen we naar de porno-industrie die effectief uitbuiting is (cf. 42% ervaart geweld). We verzetten ons tegen het idee dat een andere, ‘feministische’ pornografie mogelijk is. Daarbij wijzen we opnieuw op het feit dat het doorgaans arme vrouwen uit de arbeidersklasse zijn die zich binnen dit systeem en de besparingslogica gedwongen zien hun lichaam te verkopen in prostitutie- en in de porno-industrie. Het zijn deze ideeën, niet deze van burgerlijke feministen, die een grote respons vinden bij de massa’s.

    Besluit

    We zien hoe in alle secties van het CWI de strijd tegen de onderdrukking van vrouwen een belangrijke plaats inneemt. De secties moeten inspelen op wat leeft in de samenleving en een duidelijke positie innemen rond de thema’s waarrond mensen radicaliseren. Hierbij is flexibiliteit van belang om aanknoping te vinden met elke specifieke context en om in staat zijn ons werk in te richten naar onze eigen grootte/kracht op een bepaald moment. In hun werkingen rond vrouwenbevrijding, merken de secties obstakels en tegenwerkingen op vanuit verschillende hoeken. Enerzijds is er de leiding van traditionele arbeidersbewegingen die vaak het klassenbewustzijn en het geloof in de noodzaak van strijd in het verleden en vandaag tegenwerkte/tegenwerkt. Anderzijds komen de secties in (soms zelfs fysiek) conflict te staan met burgerlijke en kleinburgerlijke feministen. De secties dienen openlijk/publiekelijk het debat aan te gaan met beide en  mogen geen compromissen goedkeuren om zo hun zaak bekend te maken, meer mensen naar zich toe te trekken en debatten over feminisme niet aan de burgerij over te laten (cf. campagne omtrent huiselijk geweld in Engeland/Wales).

    In de praktijk betekent fighting oppression onder andere het hanteren van radicaal taalgebruik, zoals: anti-kapitalisme, strijd tegen alle vormen van onderdrukking, noodzaak van revolutie. Een duidelijk programma, goed beargumenteerde standpunten i.v.m. zaken zoals identity politics en prostitutie en een sensitiviteit die ervoor zorgt dat alle lagen van de arbeidersklasse aangetrokken worden door de secties, zijn cruciaal in het inspireren en organiseren van de jongeren en werkenden die door internationale vrouwenstrijd gemobiliseerd geraken, in de opbouw van een massapartij met als doel het tot stand brengen van een socialistische samenleving.

  • [Archieftekst] Pleidooi voor socialistisch feminisme

    In het licht van de opkomst van een nieuwe generatie die antwoorden zoekt op de vraag hoe seksisme te bestrijden, voert Laura Fitzgerald een pleidooi voor een socialistische feministische beweging. Deze tekst verscheen in de zomer van 2016 op Rosa.ie en in 2017 in het Nederlands.

    “En tenslotte, aan alle meisjes overal, ik ben bij jullie. Wanneer je je ’s nachts alleen voelt, ben ik bij je. Wanneer mensen aan je twijfelen of je verwerpen, ben ik bij je. Ik heb elke dag voor jullie gevochten. Stop dus nooit met vechten. Vuurtorens rennen niet hele eilanden af op zoek naar boten die ze kunnen reden; ze staan er gewoon en schijnen. En hoewel ik niet elke boot kan redden, hoop ik toch dat door hier vandaag te spreken, ik jullie een klein stukje licht heb kunnen doen absorberen, een klein besef dat gerechtigheid geschied is, een kleine bevestiging dat we ergens aan het geraken zijn, en de grote, grote wetenschap dat je, zonder twijfel, belangrijk bent, dat je mooi bent, dat je gewaardeerd en gerespecteerd moet worden, ongetwijfeld, elke minuut van elke dag, je bent machtig en dat kan niemand je afnemen. Aan alle meisjes overal, ik ben bij jullie. Dank jullie.”(1)

    Dit is het slot van het krachtige slachtofferstatement van een 23-jarige Amerikaanse vrouw dat viraal ging op sociale media en integraal werd voorgelezen op een nationaal Amerikaans nieuwskanaal. Haar aanvaller, Brock Turner, was een student op Stanford die ze niet kende. Hij bracht haar naar een afgelegen plekje op een studentenfeestje waar hij haar ontmoet had. Ze was onder invloed en buiten bewustzijn toen hij haar aanrandde. Twee jonge mannen die voorbijfietsten, studenten uit Zweden, onderbraken de aanranding, gingen Turner achterna en haalden hem in. Het slachtoffer legt ontroerd uit dat ze met een foto van twee fietsen boven haar bed slaapt om haar eraan te herinneren optimistisch te blijven.

    In haar 7.000 woorden tellende verklaring brak ze ook het crimineel rechtssysteem af en de media, die de misdaad waar ze het slachtoffer van was minimaliseerden. Het was een misdaad waarvan ze zegt dat die een rampzalige impact op haar gezondheid en leven had. Brock Turner, een jonge blanke student op Stanford en, zoals de media en zijn advocaten maar blijven herhalen, een topzwemmer, kreeg een straf van zes maanden in de gemeentelijke gevangenis – in een land dat onophoudelijk gevangenisstraffen van decennia uitdeelt aan jonge gekleurde mensen voor niet-gewelddadige drugsaanklachten.­

    Een nieuwe feministische golf?

    De Stanford-verkrachtingszaak die in juni 2016 voor het gerecht verscheen, kende een grote internationale weerklank. Dat komt omdat één op de drie vrouwen wereldwijd het slachtoffer worden van fysiek of seksueel geweld tijdens hun leven.(2) Het komt ook omdat vandaag wereldwijd een nieuwe vrouwenbeweging op de voorgrond treedt. Een nieuwe generatie jonge vrouwen radicaliseert door voortgezette onderdrukking van vrouwen en LGBTQ’s, identificeert zich als feminist, en engageert zich in sommige gevallen in politieke actie. Zij hebben de strijd gevoerd voor abortusrechten in Ierland, Polen, Spanje en elders. Zij hebben de cultuur van victim-blaming (slachtoffers verantwoordelijk stellen voor de misdaden die tegen hen begaan worden), mannelijk geweld en seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen uitgedaagd, ook op Amerikaanse universiteitscampussen. En ze hebben deelgenomen aan mobilisaties in Latijns-Amerika, maar ook de ‘Rage Against Rape’-protesten in India in 2013.

    Commentatoren noemen dit een nieuwe feministische golf. Deze golf is erg toegankelijk voor LGBTQI+-mensen en verwerpt rigide gendernormen als sociaal opgelegd in een kapitalistische samenleving. Ze verwerpt elke essentialisering van vrouwelijkheid die typerend is voor de theorieën van de tweede feministische golf in de late jaren ’60 en vroege jaren ’70; op deze manier is ze actief en bewust trans-inclusief. De centrale positie die sociale media innemen in het leven van veel jonge mensen breidt zich uit naar grote delen van de wereld. Hoewel dit fenomeen het meest opvallend aanwezig is in Europa en de VS, vindt het ook elders weerklank.

    Onder jonge mensen in grote delen van de wereld bestaat er vandaag een meer open houding omtrent seksualiteit en gender. In Groot-Brittannië, bijvoorbeeld, omschrijft 49% van de 18-tot-24-jarigen zichzelf niet als heteroseksueel, volgens een YouGov-peiling van augustus 2015. (3) Ook interessant: een andere YouGov-peiling toont aan dat slechts 2 procent van de 18-tot-24-jarige mannen zichzelf als volledig mannelijk omschrijf – wat illustreert dat mannelijkheid onder jonge mannen niet als iets positiefs beschouwd wordt. Dat is mogelijk een positief gevolg van een nieuw anti-macho- en pro-LGBTQ-bewustzijn onder de jeugd.(4)

    Tegen ‘machismo’ en ‘femicide’ vechten

    In Latijns-Amerika heeft de dringende noodzaak van verzet tegen ‘machismo’, en wat door activisten “femicide” genoemd wordt, tot belangrijke betogingen geleid in Brazilië, Mexico, Argentinië, Colombia en Bolivia.(5)

    Een Braziliaanse zaak die in juni 2016 aan het licht kwam, was de meest recente die aanleiding gaf tot massale, woedende en emotionele mobilisaties. Een 16-jarig meisje werd het slachtoffer van een groepsverkrachting in Rio de Janeiro met maar liefst 33 daders. Toen ze het incident ging melden, werd ze uitgelachen door politieagenten. In hun ogen verdiende dit meisje, die in een favela (Braziliaanse sloppenwijk) woont, een dergelijke vreselijke misdaad. De verkrachting werd gefilmd en online gezet door enkele verkrachters, die daarvoor veel “shares” en “likes” kregen op sociale media.

    De massale reacties van verzet in de straten zijn doodgebloed na de rechtse coup tegen de regering van Dilma Rousseffs Arbeiderspartij (PT). De nieuwe regering die Dilma vervangt, is 100% blank en mannelijk – een symbool dat niet aan vrouwen is voorbijgegaan, noch aan de gehele arbeidersklasse die voornamelijk uit gekleurde mensen bestaat in Brazilië. Dit zorgt voor een reële opportuniteit voor de linkerzijde in de PSOL en de PTSU om een coalitie aan te gaan om de mobilisatie van vrouwen tegen verkrachting en mannelijk geweld op gang te trekken, om de illegitieme en erg reactionaire regering-Temer te bestrijden, maar ook om een groot links verzet op te bouwen tegen het gehele establishment – inclusief de PT – dat de meerderheid van armen, arbeiders en vrouwen in de steek gelaten heeft. Zij leven nog steeds in een obsceen ongelijke samenleving en in een racistische en gewelddadige staat.

    De aanzet tot een nieuwe vrouwenbeweging vormt zich vandaag vier decennia na de ‘tweede golf’ van feminisme, toen de vrouwen- en arbeidersbewegingen enorme stappen vooruit realiseerden voor vrouwen, inclusief wettelijke gelijkheid in veel landen. Het is nuttig om terug te kijken en een analyse te maken van de sterke punten van deze periode – niet in het minst de inspirerende en massale strijdbewegingen van onderuit die leidden tot – onder andere – wetgeving voor gelijke lonen, contraceptie en abortusrecht in veel staten, en de eerste crisiscentra voor verkrachtingsslachtoffers en vrouwenhuizen. Toch willen we in de punten hieronder vooral ingaan op wat we vandaag anders moeten doen als we een beweging willen opbouwen die onderdrukking en ongelijkheid permanent kan uitbannen.

    Neoliberalisme en winst maken door middel van seksisme

    Hester Eisenstein schreef dat: “… de vrouwenbeweging een succesvolle ‘burgerlijke revolutie’ voor vrouwen gecreëerd heeft… Ze ging verder op de vrouwenbewegingen van de 19e en 20e eeuw om volledige burgerrechten voor vrouwen te claimen. Deze onvoltooide revolutie leek nu compleet: vrouwen, vooral vrouwen uit de middenklasse, konden eindelijk ontsnappen uit de categorie van ‘slechts’ echtgenote en moeder, naar de wereld van de competitieve, individualistische markt.” (6)

    Verder argumenteert ze dat “de feministische revolutie” van de jaren ’60 en ’70 ondersteund werd door de eisen van de kapitalistische economie voor vrouwenarbeid.(7) De jaren ’70 betekenden een winstcrisis voor het kapitalisme, waardoor een belangrijke shift naar neoliberaal kapitalisme nodig werd, verpersoonlijkt door Margaret Thatcher en Ronald Reagan. Dit neoliberalisme kan kort omschreven worden als het opheffen van alle obstakels die in de weg staan om winst te maken en wordt getypeerd door: het terugdringen van de georganiseerde arbeidersbeweging en een aanval op lonen en arbeidsvoorwaarden; deregulering; privatiseringen; ‘financialisering’ van het kapitalisme; en het overdragen van de productie-industrie naar het Oosten. Eisenstein citeert eveneens indicatieve veranderingen in de arbeidsmarkt in de VS. Van 1940 tot 1960 bestond de grote vooruitgang in vrouwenarbeid voornamelijk uit handarbeid en lagere bediendenjobs. Maar meer dan de helft van die vooruitgang tussen 1960 en 1990 bestond uit kaderfuncties en hogere bediendenjobs.(8)

    Gelijkheid voor de wet gaf een elite van vrouwen de mogelijkheid om stappen vooruit te zetten. Vandaag zijn er vrouwelijke CEO’s (hoewel de kapitalistische elite die “meester over het universum” is voornamelijk uit mannen bestaat). Elitevrouwen in machtsposities worden door de kapitalistische klasse gebruikt als symbolen die het systeem moeten rechtvaardigen. Toch wordt de toevoer van vrouwelijke arbeiders op wereldvlak in de afgelopen decennia – een bron van deeltijdse, flexibele, niet-gesyndiceerde en goedkope arbeid – door het kapitalisme gebruikt in zijn neoliberale drijfveer. Terwijl het burgerlijke feminisme zich concentreerde op het vervrouwelijken van de elite, is de uitbuiting van vrouwelijke arbeiders toegenomen. In het Westen zwoegen vrouwen in laagbetaalde jobs in de dienstensector. In het Oosten werken gekleurde meisjes en vrouwen in de moeilijkste en laagstbetaalde jobs in gigantische fabrieken – typerend hiervoor is de textielindustrie in Bangladesh, berucht voor de brand in Dhaka in 2012 waarin 117 arbeidsters die kledij produceren die in het Westen verkocht wordt, omkwamen.

    Het kapitalisme is een opportunistisch systeem dat elke mogelijkheid grijpt om winst te maken. Eén van de definiërende kenmerken van de tweede feministische golf was dat die stoutmoedig opkwam voor seksuele vrijheid en lichamelijke autonomie voor vrouwen. Dit element is ook opgeslorpt door het kapitalisme, dat vandaag lichamen en lichaamsdelen in advertenties gebruikt en zo seks linkt met consumentisme, waarbij vrouwen geobjectiveerd worden en het idee gepromoot wordt dat vrouwen iets zijn dat je kan bezitten. Dit is ook gelinkt aan de enorme uitbreiding van de wereldwijde seksindustrie, één van de meest winstgevende industrieën op de planeet, die op huichelachtige wijze het idee van seksuele bevrijding gebruikt om een industrie te rechtvaardigen die hoofdzakelijk een patriarchale visie op seks en seksualiteit propageert; een visie waarin vrouwen gezien worden als het object van mannelijke seksuele verlangens en “noden”, in plaats van seksuele wezens met eigen seksuele handelingen en verlangens die even sterk, divers en waardevol zijn als die van mannen.

    Onbetaalde huishoudelijke arbeid

    Ondertussen heeft het neoliberale tijdperk een enorme aanval betekend op de welvaartsstaat – daar waar die bestond – en geleid tot het onderfinancieren en privatiseren van openbare diensten in het algemeen. Dit proces is in veel landen nog versterkt na de globale economische crisis van 2008. De ideologie van het kerngezin, met een man als gezinshoofd en een onderdanige vrouw, staat haaks op wat de overgrote meerderheid van gewone mensen van alle geslachten in Ierland en veel andere landen wil. In feite probeert de kapitalistische klasse niet meer om een dergelijke visie openlijk te promoten. Grote delen van de heersende klasse steunen vandaag het idee van huwelijksgelijkheid, hoewel dat enkel is gekomen door enorme druk van onderuit vanuit de LGBTQ-beweging.

    Maar de concrete realiteit is dat de massale toetreding van vrouwen tot de arbeidsmarkt – ondanks enkele positieve veranderingen in attitudes en input van mannen thuis -, gelinkt aan de uitholling van openbare diensten ertoe geleid heeft dat vrouwen nog steeds de last dragen van onbetaalde arbeid – huishoudelijk werk en emotioneel werk, inclusief het opvoeden van de kinderen en de zorg voor zieke en oudere familieleden. Het traditionele gezin mag dan ondermijnd zijn, maar de “reproductieve arbeid” van vrouwen bestaat nog steeds, aangezien hun onbetaalde arbeid cruciaal is voor het opvoeden, fysiek en emotioneel, van nieuwe arbeidskrachten voor het kapitalisme. (9)

    Burgerlijk feminisme: een doodlopend straatje

    Decennia van gelijkheid voor de wet in veel staten hebben niet tot echte gelijkheid geleid voor de vrouwen die er leven, in het bijzonder niet voor arme vrouwen en vrouwen uit de arbeidersklasse. Het kapitalisme profiteert van de laagbetaalde en onbetaalde arbeid van vrouwen. Industrieën als de wereldwijde cosmeticamarkt – die $460 miljard waard was in 2014 (10) – en de wereldwijde plastische chirurgie – die in 2019 $27 miljard waard zal zijn (11) – profiteren van het lage zelfbeeld en de slechte mentale gezondheid van meisjes en vrouwen. Globaal gezien maken vrouwen twee keer zoveel kans als mannen om aan unipolaire depressie te lijden.(12) Het is essentieel dat we antikapitalisme centraal stellen in de vrouwenbeweging.

    Actief antiracisme en anti-imperialisme maken inherent deel uit van een antikapitalistische houding. In Keulen, Duitsland, werd een reeks vreselijke seksuele aanrandingen tegen vrouwen in de stad op oudejaarsavond 2015, op verwerpelijke wijze gebruikt door de media en het politieke establishment om gevoelens van islamofobie en antivluchtelingen-sentiment op te wekken. Socialisten organiseerden betogingen om in duidelijke bewoordingen op te komen tegen seksuele aanranding en geweld, maar ook om tegelijkertijd een blok te vormen tegen alle vormen van racisme, islamofobie en pogingen om vluchtelingen tot zondebok te maken. De betogers verwezen terecht naar het wijdverspreide en inheemse probleem van partnergeweld in Duitsland.

    Op dezelfde manier stemde Hillary Clinton – het toppunt van pro-kapitalistisch, burgerlijk, big business-feminisme – voor de oorlog in Irak die honderdduizenden Irakese mensen doodde (13) en wordt voor haar verkiezingscampagne gesteund door de National Organisation of Women (NOW) in de VS. NOW is de Amerikaanse sleutelorganisatie van het burgerlijk feminisme die voortkomt uit de vrouwenbeweging die begon in de jaren ’60. Maar wat opvalt, is de realiteit van de bewuste verwerping van het burgerlijke feminisme door de meest gepolitiseerde jonge vrouwen in de VS. En dat ondanks Gloria Steinem, een belangrijke symboolfiguur van de tweede feministische golf, die jonge vrouwen een gebrek aan steun voor Clinton verweet: “Als je jong bent, denk je: ‘Waar zitten de jongens?’ De jongens zitten bij Bernie”.(14) Dit leidde tot woede-uitbarstingen bij veel jonge vrouwen en zelfs pro-Sanders protestmarsen onder de slogan “Ik ben hier niet voor de jongens.” Democracy Now interviewde op zo’n mars Elma Relihan, een activiste van Socialist Alternative in New York City:

    “Onze mars vandaag heet ‘niet hier voor de jongens.’ Dat antwoordt op de uitspraken van Gloria Steinem, die erg beledigend waren en beweerden dat vrouwen hier enkel voor de jongens zijn. Maar de campagne en het programma van Bernie beantwoorden aan veel fundamentele noden die werkende vrouwen vandaag hebben. Gezondheidszorg, het minimumloon van $15 per uur, gratis onderwijs, … zijn allemaal zaken die een echte weerklank vinden bij jonge mensen en jonge vrouwen…” (15)

    Jonge vrouwen vormden de drijvende kracht achter de massabeweging ter ondersteuning van Bernie Sanders’ oproep voor een politieke revolutie tegen de miljardairsklasse. Ze werden niet verleid door het vooruitzicht van een eerste vrouwelijke Amerikaanse president, met een wolfachtige Hillary Clinton die in feite het tegenovergestelde van hun radicale verzuchtingen vertegenwoordigt. Clinton, een oorlogskandidaat gefinancierd door Wall Street, provoceerde de #BernieOrBust-mentaliteit en het massale activisme dat gekanaliseerd kan worden in de uitbouw van een derde politieke kracht in de VS die vrouwen, arbeiders, gekleurde mensen en jongeren vertegenwoordigt.

    De strijd tegen onderdrukking en kapitalisme

    De wereldwijde opkomst van een nieuwe vrouwenbeweging vindt plaats op een moment van diepgaande economische en politieke crisis voor het kapitalisme. Het bewustzijn van jonge vrouwen over heel Ierland, die gepolitiseerd worden door het in stand houden van het verbod op abortus en het afschaffen van huwelijksgelijkheid in het Noorden, wordt ook duidelijk gevormd door de besparingen van het afgelopen decennia, die zo openlijk de levensvoorwaarden van de meerderheid in het vizier namen, om de belangen van big business en de bankenwereld te beschermen.

    Alle strijdbewegingen voor meer rechten voor vrouwen worden versterkt door een antikapitalistisch en socialistisch perspectief. Onze strijd tegen het 8e amendement – het grondwettelijke verbod op abortus – bijvoorbeeld, is ondeelbaar gelinkt aan de strijd om kerk en staat te scheiden zodat we ons ervan kunnen verzekeren dat openbare ziekenhuizen abortussen zullen uitvoeren door middel van een openbaar gezondheidssysteem, en dat dit niet enkel in dure privéklinieken zal gebeuren. Geen enkele partij van het politieke establishment, en ook niet Sinn Féin, is bereid om werkelijk de rol van de Kerk in gezondheid en onderwijs te betwisten – daarom strijden we voor een linkse regering die dit wel kan doorvoeren.

    Een ander voorbeeld is het feit dat de wooncrisis het gevaar van mannelijk geweld tegen vrouwen in onze samenleving nog eens vergroot. Zonder vrije toegang tot woningen worden vrouwen en kinderen blootgesteld aan potentieel dodelijke situaties. Verbaal, fysiek en seksueel geweld zijn machtsuitdrukkingen die rampzalig zijn voor het zelfbeeld en het recht op zelfbeschikking. Daarom is het altijd moeilijk om uit een destructieve relatie te ontsnappen. De wooncrisis maakt het voor delen van de armen en de werkende klasse in het bijzonder zelfs onmogelijk. Een oplossing voor de wooncrisis moet gekoppeld worden aan het in vraag stellen van wie de welvaart in handen heeft, en aan de vernietiging van het winstmotief dat tot een tsunami van dakloosheid heeft geleid, om de aanwezige welvaart en middelen te gebruiken om publieke woningen te bouwen voor ieders noden.

    We hebben een beweging nodig die ingaat tegen de ideologie, de attitudes en het gedrag die tot geweld tegen vrouwen leiden. Zoals hierboven uitgelegd, moet een dergelijke beweging ook het winstsysteem in vraag stellen. Dit betekent dat opgekomen moet worden voor democratisch openbaar bezit van de massamedia, aangezien de kapitalistische controle over de media tot het verspreiden van gevaarlijke seksistische en racistische ideeën leidt en de heerschappij van de 1% bestendigt.

    Om consequent antikapitalistisch te zijn, moeten we het socialistisch alternatief in het centrum plaatsen van onze visie op verandering. Gelijkheid is niet mogelijk in een wereld waar de rijkste 62 mensen meer rijkdom bezitten dan de armste helft van de hele wereldbevolking (16) en waarin 60 miljoen mensen wereldwijd vluchtelingen zijn, of ontheemd zijn als gevolg van conflicten die voortvloeien uit het kapitalistische imperialisme of milieurampen die het gevolg zijn van het winstsysteem dat de planeet plundert. (17)

    Solidariteitsbewegingen vanuit de arbeidersklasse

    De kapitalistische klasse beschikt wereldwijd over enorme economische en politieke macht. Om een socialistische wereld op te bouwen waarin de rijkdom en de middelen beheerd en gebruikt worden in het belang van de meerderheid, moet er een duidelijke socialistische invraagstelling zijn van het systeem, gebaseerd op solidariteit bij de gehele arbeidersklasse van alle genders; een beweging die raciale en sectaire verdeeldheid kan overstijgen. Het is in het belang van vrouwen dat ze een dergelijke beweging mee uitbouwen en dat ze hun eisen en verzuchtingen eraan koppelen, aangezien vrouwen oververtegenwoordigd zijn in laagbetaalde sectoren; aangezien jonge vrouwen seksuele rechten en vrijheid willen; aangezien LGBTQ-mensen een einde willen aan de hetero normatieve cultuur en de rigide genderrollen; aangezien gekleurde vrouwen overheidsracisme en Fort Europa willen bestrijden.

    Vandaag keren grote en groeiende lagen van de arbeidersklasse en belangrijke delen van de middenklasse in Ierland en heel Europa zich af van het politieke establishment. Dat illustreert het potentieel dat bestaat om een beweging van werkenden uit te bouwen die het idee van een socialistisch Europa – en een socialistische wereld – op de agenda plaatst. Tegelijkertijd illustreert het ook het potentieel voor een groei van bevooroordeeld en gevaarlijk rechtspopulisme. De opkomst van krachten als Donald Trump en extreemrechtse racistische partijen in Oostenrijk, Frankrijk en Groot-Brittannië – krachten die erg achterlijke en traditionele visies hebben over de rol van vrouwen in het gezin – betekent een ernstige bedreiging voor de belangrijke verwezenlijkingen en hervormingen die vrouwen bekomen hebben. Daarom is het zo essentieel dat antikapitalisme en socialisme een centrale plaats innemen in elke strijd voor vrouwenrechten en -vrijheden.

    Foto vanop rosa.ie

    Voetnoten

    1 Katie Baker, 3 June 2016, “Here is the powerful letter the Stanford victim read to her attacker”, Buzzfeed, buzzfeed.com

    2 WHO et al, Global and Regional Estimates of Violence Against Women, p.2

    3 16 June 2016, “1 in 2 Young People Say they are not 100% heterosexual”, YouGov.co.uk

    4 13 May 2016, “Only 2% of young men feel completely masculine”, YouGov.co.uk

    5 Uki Goni & Jonathan Watts, 3 June 2016, “Brazil and Argentina unite in protest against culture of sexual violence”, The Guardian, theguardian.com

    6 Hester Eisenstien, 2009, Feminism Seduced: How Global Elites Use Women’s Labor & Ideas to Exploit the World, Paradigm, p. 64

    7 Ibid, p. 48

    8 Ibid, p. 52

    9 Lise Vogel,2013, Marxism and the Oppression of Women: Toward a Unitary Theory, Haymarket Books

    10 www.businesswire.com

    11 March 2015, “Global Cosmetic Surgery and Service Market Report”, Kelly Scientific Publications, bharatbook.com

    12 WHO, “Gender and Women’s Mental Health”, who.int

    13 www.iraqbodycount.org

    14 Alan Rappeport, 7 February 2016, “Gloria Steinem and Madeleine Albright Rebuke Young Women Backing Sanders”, New York Times, nytimes.com

    15 29 February 2016, “Sanders Supporters Rally in NYC, Say They’re “Not here for boys””, democracynow.org

    16 Larry Elliot, 18 January 2016, “Richest 62 people as wealthy as half of world’s population, says Oxfam”, The Guardian, theguardian.com

    17 The UN Refugee Agency, “Figures at a glance, global trends 2015”, unhcr.org

  • Iers abortusreferendum: “Dit was geen stille revolutie”

    Het Ierse referendum eind mei was historisch: 66% stemde voor het afschaffen van het grondwettelijk verbod op abortus. Premier Varadkar had het over een ‘stille revolutie’. Daarmee suggereerde hij dat de verandering er gekomen was zonder sociale strijd. Premier Varadkar houdt immers niet van protest en strijd… Socialistisch parlementslid Ruth Coppinger merkte op: “De werkelijkheid was dat de beweging tegen het verbod op abortus jarenlang actief campagne gevoerd heeft en daarbij moest opboksen tegen een conservatief parlement en vijandige media.”

    Artikel door Sander (Dendermonde) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Sociale houdingen zijn de afgelopen 20 jaar ongetwijfeld opgeschoven. Maar het Ierse establishment was bijzonder terughoudend in het loslaten van de historische banden met de katholieke kerk. Dat gebeurde enkel toen er geen alternatief meer was. Het oude katholieke, conservatieve establishment werd een grote slag toegebracht door de inzet van duizenden activisten die inzagen dat lobbywerk niet volstond om tot verandering te komen. De actieve campagne die jarenlang geduurd heeft, zorgde voor een fenomenaal resultaat in het referendum. Bij de min 25-jarigen stemde 87% ja, onder vrouwen jonger dan 25 jaar was dat zelfs 90%. In vergelijking met de parlementsverkiezingen van 2016 was er bijna een verdubbeling van de opkomst onder jonge vrouwen.

    Er waait een nieuwe wind door Ierland: de wind van collectieve actie om maatschappelijke problemen het hoofd te bieden. Tienduizenden mensen, vooral jongeren en vrouwen, voerden de afgelopen vijf jaar actief campagne na de dood van Savita Halappanavar, een jonge vrouw die overleed na de weigering van een levensreddende abortus. Er waren tal van betogingen en de actiegroepen schoten uit de grond. Ruth Coppinger, het linkse parlementslid van onze Ierse zusterpartij: “Het was niet dat het stil was, alleen wilden de meeste politici niet horen wat er gebeurde.”

    Het establishment en de gevestigde media proberen nu het verloop van de strijd te herschrijven vanuit een angst dat mensen er zelfvertrouwen uit putten en beseffen dat ze ook rond andere eisen de strijd kunnen aangaan. Er wordt verder voorbijgegaan aan de verschillende wetsvoorstellen die in het verleden ingediend werden door onder meer Solidarity, de formatie waarin de Socialist Party actief is en die drie verkozenen heeft (Ruth Coppinger, Paul Murphy en Mick Barry). Toen de druk te groot werd, probeerde het establishment de discussie op een zijspoor te zetten door een Burgerraad op te zetten die een advies moest brengen. Onder druk van acties kwam er een advies om abortus tot 12 weken te erkennen. Een referendum was hierna niet meer te vermijden.

    Een belangrijk punt voor het succes van de campagne waren de abortuspillen. De in 2014 opgezette socialistisch-feministische campagne ROSA organiseerde acties waarbij de mogelijkheid van abortuspillen werd gepopulariseerd. De pillen waren dan wel illegaal, maar raakten al snel ingeburgerd. ROSA trok met de trein en de bus naar Noord-Ierland om de pillen te kopen en vervolgens in heel de Ierse Republiek te verspreiden tijdens protestacties die getuigden van burgerlijke ongehoorzaamheid. De verspreiding van abortuspillen verdriedubbelde en had een doorslaggevend effect om tot het voorstel te komen van abortus in de eerste 12 weken van de zwangerschap.

    Doorheen de jarenlange campagne werd de steun voor het recht op abortus opgebouwd. Het maakte ook dat tienduizenden actief werden en de campagne populariseerden, ook doorheen kunst en cultuur. Ruth Coppinger merkte op: “Dokters en politici van gevestigde partijen waren dominant in de officiële debatten, maar de overwinning werd behaald door de actieve betrokkenheid van tienduizenden mensen. Zij vormden een sociale en politieke beweging op zich.”

    Tenslotte stelde het linkse parlementslid: “Door te doen alsof alles rustig bekomen werd, wil het establishment vermijden dat er lessen getrokken worden over het feit dat protest, een militante opstelling en betrokkenheid van onderuit resultaat kunnen bereiken en dat deze methoden ook kunnen toegepast worden tegen andere vormen van discriminatie en ongelijkheid. Dit kan rond eisen zoals een volledige scheiding tussen kerk en staat in onderwijs, zorg en andere domeinen; het stoppen van een seksistische cultuur waarin vrouwen minder verdienen en als lustobjecten worden voorgesteld; en het stoppen van een economisch stelsel waarin de 1% rijksten de rijkdom en politieke macht controleren.”

  • Interview: groeiende massastrijd voor vrouwenrechten in Spanje

    De voorbije maanden was er een hernieuwde massastrijd voor vrouwenrechten. De acties in de Spaanse staat vielen op door hun omvang: op 8 maart staakten miljoenen vrouwen én mannen. Nadien was er massaal protest tegen de lichte bestraffing van een groep verkrachters, ‘la manada’ (de meute). De rechter oordeelde begin mei dat er geen verkrachting was omdat het slachtoffer verlamd door angst zich niet verzette. Eind juni werden de daders al vrijgelaten, wat opnieuw tot protest leidde. We spraken met Ana Garcia van Libres y Combativas, de tegenhanger van ROSA in de Spaanse staat.

    Waarom is er zoveel protest tegen een gerechtelijke uitspraak?

    “Er was een duizelingwekkende beweging van werkenden en jongeren tegen de schandalige uitspraak in de zaak van ‘de meute’: een gerechtelijke beslissing om daders van een groepsverkrachting de lichtst mogelijke straf op te leggen. Onder de daders leden van Guardia Civil (rijkswacht, een politiedienst met militair statuut) en een soldaat. Het ergste is dat deze uitspraak in de praktijk een verkrachting wettelijk mogelijk maakt door het misdrijf juridisch te beperken tot louter ‘misbruik’ waar de daders van seksueel geweld mee wegkomen.

    “Er kwam meteen protest. Op de dag van de uitspraak waren er spontane betogingen in heel het land. De betogers gaven aan dat de kapitalistische justitie geen garantie biedt om vrouwenrechten te verdedigen. Strijd op straat is het enige middel waarover we beschikken om geweld op vrouwen te veroordelen en te bestrijden.

    “Libres y Combativas, het socialistisch feministisch platform van Izquierda Revolucionaria, speelde een grote rol in de massamobilisaties: we riepen op tot jongerenbetogingen op 10 mei. Het onderwijs lag plat en er waren meer dan 60 grote betogingen. Dit was een erg sterk antwoord op een uitspraak die een slag was in het gezicht van de miljoenen vrouwen die op 8 maart protesteerden.”

    Hoe verklaar je dat de protestbeweging tegen vrouwenonderdrukking zo lang standhoudt?

    “Die hernieuwde opmars van feministische strijd is nauw verbonden met de effecten van de crisis en de sociale revolte die de Spaanse staat de afgelopen jaren schokten. De werkenden, werklozen, gepensioneerden, migranten en jonge vrouwen lijden het hardst onder de besparingen en voelen de gevolgen ervan in alle aspecten van hun dagelijks leven. Die realiteit toont nogmaals aan hoe het kapitalisme een fundamentele rol speelt in de onderdrukking van vrouwen. De keerzijde van de medaille is dat duizenden vrouwen bereid zijn om de strijd aan te gaan en zich politiek organiseren.

    “Bij strijd tegen uithuiszettingen, tegen de enorme precariteit in sterk vrouwelijke sectoren (zoals de schoonmaak) of voor de verdediging van openbare diensten staan vrouwen vooraan. De nieuwe dynamiek van de feministische beweging komt voort uit die mobilisaties waarin de meest onderdrukte vrouwen aantoonden dat ze zich niet bij de huidige situatie neerleggen en dat emancipatie afgedwongen wordt door onze strijd en organisaties.”

    Hoe groot waren de acties en welke eisen werden naar voren gebracht?

    “Vorig jaar was er een internationale oproep onder de noemer ‘Ni una menos’ (‘niet één minder’: een beweging tegen feminicide, gestart in Argentinië). Er was een oproep om gedurende een uur het werk neer te leggen en te betogen op 8 maart. Dit jaar werd een stap verder gegaan met een oproep tot een historische algemene stakingsdag. Jongeren speelden daar een erg dynamische rol in: klaslokalen en campussen liepen leeg na een oproep van Libres y Combativas, dat honderdduizenden pamfletten verdeelde en honderden algemene vergaderingen in de scholen en faculteiten hield.

    “De eisen van de staking droegen bij tot de massale deelname. Zo werd gratis toegang tot veilige abortus geëist. Er werd ingegaan tegen de medeplichtigheid van het gerecht bij het instandhouden van de verkrachtingscultuur. Het protest richtte zich ook tegen de wijze waarop vrouwenlichamen als objecten worden gebruikt. Tenslotte werd ingegaan tegen het gewicht van huishoudelijk werk, wat versterkt wordt door het besparingsbeleid.

    “Libres y Combativas benadrukt de materiële, economische en ideologische aspecten waarop onze onderdrukking gebaseerd is. We moeten een einde maken aan het patriarchale gerecht en investeren in bescherming en opvang van slachtoffers van geweld en hun kinderen. Elke vorm van uitbuiting van ons lichaam moet stoppen: wij zijn geen lustobject. Er zijn degelijke levensvoorwaarden nodig, zonder precariteit en zonder het loden gewicht van huishoudelijk werk. Enkel dan kunnen vrouwen helemaal onafhankelijk zijn. De ketenen waarmee we vastgehouden worden in onze uitbuiting zijn erg concreet. De strijd van de feministische beweging vereist een verzet tegen het kapitalisme, de burgerlijke regeringen en gevestigde instanties.

    “In deze beweging stelt Libres y Combativas dat het feminisme in de strijd voor echte bevrijding nood heeft aan een klassenbenadering die revolutionair en antikapitalistisch is.”

  • Bisschoppen tegen nieuw abortusvoorstel. Een socialistisch feministisch antwoord

    De Bisschoppenconferentie heeft – weinig verrassend – laten weten niet achter het nieuwe voorstel van de regering te staan. Ze herhalen in persberichten de argumenten die ze naar voor brachten tijdens de parlementaire besprekingen in juni. Men kan zich afvragen of een instelling als de Kerk, gerund door celibataire mannen, die vrouwen enkel ondergeschikte functies aangeboden heeft, niet beter gebruik had gemaakt van haar recht om te zwijgen over wat al dan niet wettelijk moet zijn voor de hele samenleving.

    Reactie door Anja Deschoemacker

    Hoewel een groot deel van de mensen die zich christelijk noemen tevens ook progressief zijn – de christelijke arbeidersvrouwen hebben zich jaren geleden al uitgesproken voor een discussie over een langere termijn waarin abortus mogelijk moet zijn – blijft de leiding van de katholieke kerk dus volharden in verzet.

    Een katholieke kerk die wereldwijd aan de kaak is gesteld voor het misbruik van kinderen in hun rangen en het doodzwijgen ervan om hun eigenbelang te verdedigen. Een instelling die voor ongewenst zwangere vrouwen enkel “oplossingen” als de gruwelijke Magdalena-wasserijen in Ierland heeft bedacht, waarin arme vrouwen slavenarbeid verrichtten om nadien gedwongen te worden hun kinderen af te staan voor adoptie aan ongewenst kinderloze katholieke koppels. Nog in de laatste jaren werden op oude percelen van kerkinstellingen in Ierland nooit aangegeven kinderlijkjes terug gevonden, kinderen die hun gruwelijke behandeling niet hebben overleefd. Voor zij die terecht protesteren tegen het Amerikaanse migratiebeleid waarbij ongewenste migranten gescheiden worden van hun kinderen en een deel van die kinderen terechtkomen in Amerikaanse gezinnen met een kinderwens: wie heeft dat voor het eerst in de geschiedenis bedacht, denk je?

    Maar laat ons naar de argumenten van de bisschoppen kijken, er rekening mee houdend dat ze niet alle christenen – en zeker niet de enige nog bestaande christelijke massaorganisaties, t.t.z. de christelijke arbeidersorganisaties als ACV, Femma of Beweging.net – om hun mening hebben gevraagd.

    “In een democratie staat het strafwetboek borg voor de bescherming van de menselijke waardigheid en de fysieke integriteit van iedere persoon. Mag deze bescherming over het hoofd worden gezien wanneer het om een menselijk leven gaat dat nog groeit naar de geboorte? Het leven waarnaar vele mensen verlangen, waarvoor velen opkomen en vechten, waarvoor de geneeskunde de grootste vooruitgang boekt, dat zo kostbare leven. Waarom zou dat leven in zijn prille begin niet beschermd moeten worden alsof het nog geen leven is?”

    Een enorme tegenstrijdigheid moet hier in het oog springen. Mag deze bescherming “van de menselijke waardigheid en de fysieke integriteit van ieder persoon” dan wel over het hoofd worden gezien als het gaat om zwangere vrouwen?  Dat “leven in zijn prille begin” werd de Ierse vrouwen dagelijks in hun gezicht gesmeerd in de smerige campagne die Ierse zogenaamde pro-lifegroepen in samenwerking met de Ierse kerk voerden tijdens de periode voor het referendum. Over hoeveel de kerk inzit met de rechten van geboren kinderen, heb ik het hierboven al gehad.

    Laten we het wetenschappelijk houden: levend is de foetus vanaf dag één, maar enkel in een totaal afhankelijke positie tegenover de moeder. Een persoon wordt een foetus pas vanaf het moment dat overleven mogelijk is buiten die afhankelijkheid, vanaf de geboorte dus. De Kerk doet alsof een vrouw vanaf de zwangerschap eerst broedmachine is en pas daarna een mens met mensenrechten. Niet voor niets waarschuwen dokters zwangere vrouwen om voorzichtig te blijven met verwachtingen gezien in de eerste periode het risico op een miskraam relatief groot is.

    De tekst gaat verder. De bisschoppen erkennen wel dat vrouwen niet lichtvaardig beslissen over abortus. “Het wordt nooit een gewone ingreep.” Maar als ze zeggen dat het “nooit van harte gebeurt,” dan is dat enkel correct in die zin dat alle vrouwen liever niet ongewenst zwanger waren geworden. De keuze voor abortus is voor de ene vrouw een moeilijke keuze om te maken, maar voor een deel van hen is abortus een bevrijding.

    Vervolgens schrijven ze dat als de wet suggereert dan het een “gewone ingreep” is, er “geen recht gedaan” wordt “aan wat de betrokkenen ervaren en beleven”. “Het zal de ontreddering en de eenzaamheid alleen maar groter maken,” is de totaal onbegrijpelijke conclusie. Dus als vrouwen abortus willen plegen en de wet laat dat ook gewoon toe, zal de ontreddering en eenzaamheid groter zijn? Het is totaal ongerijmd.

    Voor ons als voorstanders van het recht op abortus spreekt het vanzelf dat er begeleiding moet zijn voor vrouwen die het er moeilijk mee hebben. De campagne ROSA wil ook dat vrouwen geen abortus moeten plegen enkel omwille van financiële redenen, maar we zien de bisschoppen nooit op betogingen en acties voor hogere lonen, tegen gedwongen deeltijds werk, voor diensten, uitkeringen en voorzieningen die maken dat kinderen krijgen je niet armer maakt. Vrouwen die kinderen willen maar omwille van allerlei redenen toch abortus willen plegen, worden niet geholpen door het strafbaar houden van abortus, maar door een betere sociale politiek.

    “Het is dan geen overtreding meer in de gevallen die de wet voorziet. Het wordt een recht. Wie er vragen bij stelt of wie abortus weigert, zal zich dan moeten verantwoorden.” Als het een medische handeling wordt, wordt het immers moeilijker om de clausule van de gewetensvrijheid in te roepen. “Een medische handeling vergt immers een medische beslissing, en niet zozeer een gewetensbeslissing.”

    Katholieke dokter hebben, net als hun bisschoppen, recht op hun geweten, maar ze mogen niet het recht hebben dat geweten aan anderen op te leggen en zo mensen rechten te ontzeggen die door de wet worden voorzien. Net zoals katholieke ambtenaren in de gemeentes niet kunnen weigeren om een echtscheiding administratief te behandelen. Als abortus een gewetensbeslissing is, dan is het enige “geweten” dat ertoe doet dat van de zwangere vrouw.

    In de laatste paragraaf wordt het helemaal onwerkelijk:

    “Onze samenleving heeft het steeds moeilijker met alles wat onze plannen doorkruist, met alles wat onze levenswijze verstoort. Dat geldt voor mensen die oud zijn of ziek, voor mensen die gehandicapt zijn, voor armen, vreemdelingen of mensen op de vlucht die bij ons terechtkomen. Dat geldt ook voor het ongeboren leven. In zijn encycliek Laudato Si’ zegt paus Franciscus dat dit alles met elkaar te maken heeft: ‘Wanneer de persoonlijke en gemeenschappelijke gevoeligheid voor het ontvangen van nieuw leven verloren gaat, verdorren ook andere vormen van verwelkoming die het sociale leven ten goede komen’.”

    Hier worden de pro-keuze-activisten samen gegooid met zij die een asociale politiek voorstaan, waar geen aandacht is voor mensen die geen winst opleveren, of die een onmenselijk asielbeleid voeren. Iedereen die echter een beetje naar de realiteit kijkt, ziet dat die asociale en onmenselijke politiek juist wordt voortgestuwd door de N-VA, die in de abortuskwestie niet verder wil gaan dan wat de regering nu voorlegt. Liegen is dan misschien geen doodzonde, maar netjes is het niet!

     

  • Abortus. Regering verkoopt status quo als vooruitgang 

    Mobilisatie nodig om abortus als een echt recht te bekomen!

    Nadat het er eerst op leek dat de regering de beslissing wilde overhevelen naar de volgende regering, heeft Michel alsnog een wit konijn uit zijn hoed getoverd. Een staaltje van het typisch Belgische compromis: abortus tot 12 weken wordt uit het strafwetboek gehaald, maar het blijft een misdaad indien er niet aan de zeer beperkende voorwaarden is voldaan. Het toont vooral de limieten van lobbywerk zonder het opbouwen van een krachtsverhouding buiten het parlement. Indien de Ierse pro-keuze-beweging het daarbij had gehouden, was de recente doorbraak onmogelijk geweest. Het was immers geen “stille revolutie”, maar een zeer luidruchtige, jarenlang volgehouden massamoblisatie!

    Reactie door Anja Deschoemacker vanop de website van de campagne ROSA

    Wat verandert er indien het voorstel van de regeringspartijen wordt goedgekeurd?

    Vandaag is iedereen die abortus pleegt of hierbij helpt strafbaar, tenzij aan een aantal voorwaarden is voldaan. Vrouwen moeten zich in een “noodsituatie” bevinden, maar het zijn de vrouwen zelf die dat interpreteren. Dat kan ten laatste na 12 weken zwangerschap, de verplichte week “bedenktijd” inbegrepen. Na 12 weken kan abortus enkel nog indien het verderzetten van de zwangerschap een ernstig gevaar voor het leven van de vrouw inhoudt of wanneer wordt vastgesteld dat het kind aan een ongeneeslijke kwaal lijdt.

    Nu wordt abortus een recht i.p.v. een misdrijf als aan de voorwaarden is voldaan. Aan de voorwaarden zelf verandert er niets. De honderden Belgische vrouwen die jaarlijks naar het buitenland moeten trekken omdat ze hun ongewenste zwangerschap te laat hebben vastgesteld, zullen dat moeten blijven doen. En ze blijven strafbaar!

    De verplichte bedenktijd blijft behouden, maar het zou mogelijk worden om die bij de 12 weken te tellen. Alsof vrouwen kleine kinderen zijn die uit zichzelf niet zouden nadenken alvorens een abortus te vragen!

    Verder zullen dokters die weigeren een abortus te plegen nu moeten doorverwijzen. Ook daar wordt gewoon de realiteit van de praktijk vandaag vastgesteld en in een wet gegoten.

    Dat alles wordt dan ook nog gekoppeld aan een akkoord over de erkenning van doodgeboren kinderen, wat CD&V en N-VA over de brug moest halen voor de depenalisering van abortus. Hoe cynisch kun je worden?! Het recht van iedere vrouw om over haar eigen lichaam te beslissen – en ja, een foetus is tot aan de geboorte een deel van het lichaam van de vrouw, zonder zelfstandige bestaansmogelijkheid – wordt hier gesteld tegenover het recht om ook officieel te rouwen om een doodgeboren kind. Alsof het erkennen van het één het erkennen van het ander onmogelijk zou maken.

    Waarom dit voorstel nu?

    Het is een cynische poging om een echte vooruitgang onmogelijk te maken. Nu kunnen, volgens De Standaard, de parlementsleven van de regeringspartijen die voorstander zijn van een veel grotere stap vooruit “met een gerust gemoed” het voorstel van de oppositiepartijen wegstemmen om dan later de puur symbolische en uiterst beperkte vooruitgang – het enige wat CD&V en N-VA toestaan – goed te keuren. Zo wordt een wisselmeerderheid in het parlement voor een meer verregaand voorstel vermeden.

    Het voorstel van de oppositiepartijen ligt nochtans meer in de lijn van de getuigenissen van de experts op de parlementaire hoorzittingen. Het zou voor de grote meerderheid van vrouwen die abortus willen plegen een grote stap vooruit zijn, met de uitbreiding van de wettelijke termijn naar 18 weken en de inperking van de bedenktijd tot 48 uur. Ze eisen bovendien ook een echte depenalisering, wat het intrekken van alle strafmaatregelen moet inhouden. Met het regeringsvoorstel wordt enkel de reëel bestaande situatie vandaag anders geformuleerd.

    Hoe voorkomen dat het hierbij blijft?

    De oppositiepartijen (PS/SP.a, Ecolo/Groen, Défi, PVDA) die zich schaarden achter de hierboven vernoemde reële stap vooruit, werden vervoegd door parlementsleden van Open VLD en MR. Maar geen enkele van deze krachten heeft een echte strijd gevoerd, het bleef bij parlementaire zittingen.

    Hetzelfde kan overigens worden gezegd over de Ierse grote partijen en de leiding van de burgerlijke vrouwenorganisaties – ook zij pasten enkel de methode van het lobbyen toe. Zonder parlementsleden als Ruth Coppinger (Solidarity) en organisaties als ROSA-Ierland, die iedere gelegenheid aangrepen om de discussie op straat te voeren en alle pogingen om het tot een zeer beperkte vooruitgang te herleiden aangrepen voor massale mobilisaties, zou in Ierland nooit zo’n grote stap genomen zijn.

    Het spreekt vanzelf van ROSA de wetsvoorstellen van de oppositiepartijen steunt. We roepen die partijen en alle vrouwenorganisaties op om met een opbouwende mobilisatiecampagne de druk op te bouwen om zo snel mogelijk een reële verandering af te dwingen. Indien ze dit doen, zullen ze in ROSA een zeer actieve bondgenoot vinden. Dit is hoe in Ierland een sprong vooruit is verkregen!

     

    [box type=”shadow” ]ROSA vecht voor een echt pro-keuzeprogramma, waarbij het recht op een echte keuze wordt verdedigd: het recht om vrij over een abortus te beslissen, maar ook het recht om niet te moeten aborteren enkel uit financiële noodzaak.

    • Vrouwen moeten over hun eigen lichaam kunnen beschikken: abortus uit het strafrecht!
    • Voor kinderbijslag die de reële kosten dekt! (1)
    • Voor gratis en vrij toegankelijke voorbehoedsmiddelen (o.a. in scholen en universiteiten) om ongewenste zwangerschappen te vermijden, ook voor minderjarigen, vrouwen uit de armste lagen en vrouwen zonder papieren. [/box]

     

    Voetnoot

    1. Volgens de Gezinsbond “kost elk kind gemiddeld 492,15 euro per maand. Daar zitten de kosten voor kinderopvang en onderwijs niet bij in. Het gemiddelde is een puur theoretisch bedrag: de werkelijke kosten van een kind verschillen sterk afhankelijk van de leeftijd. Een kindje tot 5 jaar kost gemiddeld zo’n 334 euro per maand, terwijl thuiswonende kinderen van 18-24 jaar al 634 euro kosten. Die bedragen baseert de Gezinsbond op gezinnen met een minimuminkomen.” Het Laatste Nieuws 3 juli 2018
  • Dossier. Hoe het Ierse abortusreferendum werd gewonnen

    De “Ja”-stem voor het schrappen van het verbod op abortus haalde het met 66,4% tegenover 33,6% “Nee”-stemmen in het referendum met de hoogste participatiegraad ooit in Ierland, namelijk 64%. Het resultaat was een bijna compleet spiegelbeeld van het referendum in 1983 op basis waarvan het verbod werd ingevoerd, alleen werden er dit keer bijna een miljoen stemmen meer uitgebracht. Gezien de Ierse regering gezegd had de intentie te hebben om, in navolging van de voorstellen van de Citizen’s Assembly (Burgerraad), een wetsvoorstel in te dienen dat abortus tot 12 weken toelaat als het “Ja”-kamp zou winnen, kan dit enkel gezien worden als een overduidelijke stem voor het recht op eigen keuze.

    Dossier door de Socialist Party (Ierland). Dank aan Lisa voor de vertaling

    Het Ierse establishment en de media proberen wanhopig om het reële verloop van de radicale strijd die deze verandering teweeg heeft gebracht te herschrijven vanuit de angst dat mensen er zelfvertrouwen uit putten en zich realiseren dat ze in staat zijn samen krachtig strijd te leveren rond alle grote problematieken en tegen heel het op ongelijkheid gebaseerde kapitalistische systeem. Een prominente figuur in de strijd tegen het verbod op abortus, Ruth Coppinger, lid van onze zusterorganisatie Socialist Party en verkozene voor Solidarity in het Ierse parlement, werd bewust uit de nationale media gehouden tijdens de campagne. Dit artikel, geschreven door leden van Socialist Party, wil daarom de zaken rechtzetten. Socialist Party speelde samen met andere activisten een essentiële rol in de impactvolle nationale campagne van het Ierse ROSA, en maakte verder ook deel uit van de breed gedragen groep Together4Yes.

    Na 35 jaar was het sentiment om het Achtste Amendement, dat abortus verbiedt, uit de Ierse grondwet te halen universeel aanwezig bij de Ierse bevolking. Fundamentele verschillen in visie tussen de steden en elders in het land waren er niet, gezien de houding ook in de kleinere gemeenten en op het platteland veranderd was. Er stemde maar één kiesdistrict tegen de opheffing, en dat terwijl in 1983 nog alle districten voor de invoering van het verbod stemden, behalve één. Zelfs het district Connaught/Ulster in het westen van het land, dat traditioneel bekend staat als meer conservatief, stemde overduidelijk “Ja” met 59%, tegenover 41% “Nee”.

    In stedelijke gebieden was de “Ja”-stem zeer sterk, met op de meeste plaatsen een aandeel van de stemmen dat rond de 70% schommelde. Van de tien kiesdistricten waar “Ja” het hoogste scoorde, had Dublin er negen; Wicklow, met 74,26%, was nummer tien. Het algemene “Ja”-percentage in Dublin was 75,5%. In Stoneybatter, een wijk in het noorden van Dublin die vooral bestaat uit mensen van de werkende klasse, maar die ook jongeren aantrekt, stemde naar verluidt zelfs met 92% “Ja”.

    Het aandeel “Ja”-stemmen was zeer hoog bij zowel de middenklasse als de werkende klasse. Cijfers wijzen erop dat het groter was bij de eerstgenoemde, hoewel het tijdens de campagne duidelijk was dat het gevoel rond deze problematiek het sterkst aanwezig was onder de werkende klasse, met de werkende vrouwen als kloppend hart van deze revolte.

    Jonge vrouwen – het kloppend hart

    65% van alle mannen en 70% van alle vrouwen die hun stem uitbrachten, stemde “Ja”. Over het algemeen stemden 87% van de kiezers onder de 25 “Ja”, en 90% van jonge vrouwen. Deze jonge vrouwen waren de laatste jaren de drijvende kracht achter de beweging, en dan vooral tijdens het hoogtepunt van de campagne naar het referendum toe.

    Het aantal jonge vrouwen dat hun stem uitbracht, nam in vergelijking met hun deelname aan de parlementsverkiezingen in 2016 toe met een indrukwekkende 94%. Aanwezig op de voorgrond in deze strijd waren ook jonge transgenders en scholieren. Van alle kiezers binnen de LGBTQ-gemeenschap schat het maandelijkse magazine GCN (Gay Community News) dat zo’n 91% voor stemde.

    Deze verandering was jaren in de maak, en de campagne zelf was lang uitgespreid over twee maanden. De campagne begon eind maart toen de regering officieel het mandaat ondertekende dat de details van het referendum vooropstelde.

    In het begin zag men een heleboel walgelijk misogyne posters van de “Nee”-campagne, met foto’s van foetussen en schreeuwerige opschriften, zoals “Licence to kill? Stem Nee”, “Kies niet voor de dood – Stem Nee”, “In Engeland eindigt 1 op 5 zwangerschappen in abortus – Stem Nee”, “Voel jij je niet goed bij de gedachte aan het doden van een zes maand oude, ongeboren baby? Stem dan Nee”.

    Tegen 25 mei hadden de meeste mensen de financieel extreem goed onderbouwde “Nee”-campagne (met onder andere bronnen en reclameboodschappen gelinkt aan rechtse religieuze stromingen in de VS) resoluut de rug toegekeerd, met een stem die de hele wereld heeft beroerd.

    Vox, een Amerikaanse nieuws- en opiniesite, zei: “Het sentiment voor de opheffing van het Achtste Amendement was zeker onder jonge en stedelijke kiezers heel groot, wat de indruk wekt dat een nieuwe links georiënteerde, seculiere meerderheid de conservatievere, oudere katholieke generaties heeft voorbijgestoken.”

    Links georiënteerd en seculier

    Het resultaat van de stemming weerspiegelt de veranderingen die Ierland sinds de laatste decennia doormaakt. Het amendement op de grondwet in 1983 was in feite een politieke zet van de rechtse geestelijken en conservatieve politici, gesteund door de kerk, uit vrees dat Ierlands sociale houding aan het veranderen was. Dus werd er maar snel een verbod op abortus ingevoerd voor het te laat was.

    Samen met de rest van de wereld is Ierland sindsdien grondig veranderd, maar het politieke establishment weigerde deze veranderingen te erkennen door significante veranderingen in de grondwet en de wetgeving in het algemeen aan te brengen. Hoe groot de verandering die door het referendum aan het politieke establishment wordt opgedrongen precies is, wordt pas echt duidelijk wanneer men bedenkt dat het nog maar vijf jaar geleden is dat de Protection of Life During Pregnancy Act (wet ter bescherming van het leven tijdens de zwangerschap) in het leven werd geroepen. Deze wet hield onder andere in dat iedereen die zich schuldig maakte aan het verstrekken van een abortus tot 14 jaar celstraf kon krijgen.

    In de jaren na 1983 zorgde het bestaan van het Achtste Amendement en de dominante positie van de conservatieve partijen (ook toen Labour deel van het establishment werd in de jaren ’90) ervoor dat velen het gevoel hadden deze hypocriete “Ierse oplossing voor een Iers probleem” met tegenzin te moeten aanvaarden; zijnde dat abortus voor de komende tijd niet toegelaten zou worden, op basis van het feit dat men naar Engeland kon afreizen om van de daar aanwezige faciliteiten gebruik te maken.

    In 1992 had men echter de zogenaamde “X Case”, waarbij een verkrachte minderjarige eerst werd tegengehouden om naar Engeland af te reizen voor een abortus, maar dan toch de toelating kreeg nadat het Ierse Hooggerechtshof de beslissing maakte dat het Achtste Amendement wel ruimte liet voor het afbreken van de zwangerschap wanneer die een bedreiging voor het leven van de moeder betekende. Het verbod op zich bleef echter ongewijzigd.

    Het gevoel zomaar het verbod te moeten aanvaarden was veel minder aanwezig bij jonge vrouwen die opgroeiden in de jaren 2000, geruggesteund door de “Celtic Tiger”, een periode van snelle economische groei die deels het resultaat was van buitenlandse investeringen in Ierland. Er was een groeiende roep naar vrouwenrechten, gelijkheid en een moderne, seculiere staat, en dat betekende ook het recht om zelf over het eigen lichaam te beschikken en het recht op abortus. Sindsdien hebben jonge vrouwen steeds een belangrijke, dynamische positie ingenomen bij het voortstuwen van de Ierse samenleving.

    Savita – het eerste keerpunt

    De dood van Savita Halappanavar in het Galway University Hospital in oktober 2012 vormde een uiterst belangrijk keerpunt in deze kwestie. Savita’s vraag om abortus, naar aanleiding van een miskraam die gepaard ging met zeer hevige pijn, werd geweigerd op basis van de beslissing die tijdens de “X Case” werd genomen, namelijk dat er eerst sprake moest zijn van een “reëel en substantieel risico” voor het leven van de moeder.

    Behalve dat men hier impliciet toegeeft dat de gezondheid van een vrouw er niet toe doet, betekende dit wettelijk standpunt dat een toestand ernstig kon verslechteren in de tijd die het in beslag zou nemen om te beslissen of er nu wel of geen “reëel en substantieel risico” aanwezig was. Bijgevolg kon het dus al te laat zijn tegen dat men met het verdict naar buiten kwam. In feite komt het er op neer dat de beslissing van het Hooggerechtshof in de “X Case” helemaal geen garantie bleek te zijn, en dat Savita enkel met zekerheid gered kon worden indien ze effectief de toelating had gekregen de zwangerschap vroegtijdig af te breken wanneer ze daar om vroeg.

    Savita’s dood beroerde heel wat mensen, en tienduizenden jongeren, waaronder vooral vrouwen, mobiliseerden zich rond de roep om verandering. De algemene positie van veel gevestigde en prominente figuren binnen de pro-choice- en abortusbeweging in die tijd was een oproep om de beslissing in de “X Case” in een wettekst te gieten ter formalisering en verduidelijking van wat er nu wel of niet toegelaten was onder het Achtste Amendement.

    Socialist Party, met in het bijzonder Iers parlementslid Ruth Coppinger, nam een andere positie in. Er werd gepleit voor een onmiddellijke intrekking van het Achtste Amendement, gevolgd door wetgeving die voorziet in het recht op abortus. Deze ideeën konden op een sterke reactie rekenen bij de jonge vrouwen die naar aanleiding van Savita’s dood hadden geprotesteerd.

    Als antwoord op het drama en de politieke crisis die het met zich meebracht, riep de Ierse regering de eerder vernoemde wet ter bescherming van het leven tijdens de zwangerschap (Protection of Life During Pregnancy Act) in het leven, die in feite enkel de zeer gelimiteerde beslissing van de “X Case” ondersteunde. Ondanks deze volkomen inadequate poging de gemoederen te bedaren, slaagden de mobilisaties rond het gruwelijke onrecht dat Savita werd aangedaan erin om de dynamiek te veranderen. Dit was het begin van de Repeal-beweging, ter intrekking van het Achtste Amendement, dat de “Ja”-stem binnenhaalde in het referendum van 25 mei.

    Politieke druk maximaliseren

    Tegen 2014 werd het in de brede beweging algemeen aanvaard dat het Achtste Amendement onmiddellijk ingetrokken moest worden. De dynamiek hiervoor kreeg een significante boost toen Ruth Coppinger een tussentijdse verkiezing in Dublin West won in mei 2014 en in het Ierse parlement ging zetelen, samen met Joe Higgins en later ook Paul Murphy, die een historische overwinning behaalde in oktober 2014, en Mick Barry, verkozen in de algemene parlementsverkiezingen van 2016. Ruth Coppinger schoof in naam van de Anti Austerity Alliance (voorloper van Solidarity) en de Socialist Party wetsvoorstellen naar voor met betrekking tot het recht op abortus, de intrekking van het Amendement en gevallen van fatale afwijkingen bij de foetus. Zo werd er nieuwe druk op de regering gecreëerd, die als antwoord het voorstel deed een Citizen’s Assembly (burgerraad) op poten te zetten, met als taak het opstellen van adviezen rond de abortuskwestie.

    De regering had gehoopt dat deze raad enkel voorstellen voor abortus in gelimiteerde omstandigheden zou doen. Hiervan zou ze gebruik kunnen maken door de nadruk te leggen op het feit dat deze adviezen afkomstig waren van een honderdtal ‘gewone’ mensen, en dus de algemeen aanvaarde opinie weerspiegelden.

    Dramatisch genoeg voor de regering weerspiegelden de adviezen van de burgerraad echter de verandering die al had plaatsgevonden in de Ierse samenleving, en werden verschillende pro-choice maatregelen voorgesteld, waaronder een toelating voor abortus na aanvraag tot 12 weken, en tot 22 weken voor socio-economische redenen. Deze adviezen moesten naar een parlementair comité gestuurd worden, die op hun beurt een rapport zouden opmaken voor de regering.

    Geen ‘sell-out’ van de Citizen’s Assembly

    In de wetenschap dat dit een spreekwoordelijke veldslag zou worden, waarbij het parlementair comité de taak zou hebben om “in essentie de adviezen af te zwakken tot op het punt dat ze politiek niet meer controversieel zijn,” legde Ruth Coppinger als vertegenwoordiger van Solidarity en Socialist Party binnen het comité de focus op het maximaliseren van de druk om het voorstel voor abortus na aanvraag tot 12 weken te aanvaarden. Indien het comité kon worden gedwongen worden dit te aanvaarden, zou er voor 92% van alle ongewenste zwangerschappen en crisisgevallen een afbreking mogelijk zijn.

    Het parlementair comité kwam samen in het najaar van 2017 en bracht zijn laatste rapport net voor kerstmis uit. Hierin stond dat het comité het voorstel voor abortus na aanvraag tot 12 weken ondersteunde, wat een gigantische overwinning betekende voor de beweging van jonge vrouwen, die geruggesteund door het werk van Ruth Coppinger een constante druk op het comité wisten te leggen.

    De regering kondigde aan dat het kader van het wetsvoorstel 12 weken voor het referendum bekend zou gemaakt worden zodat er geen verwarring mogelijk was over wat er precies in de plaats van het verbod op abortus zou komen bij een intrekking.

    Abortuspillen – het tweede keerpunt

    Het politieke establishment zat met een dilemma. Duidelijk was dat het status quo zou moest veranderen, maar de aarzeling was groot. Het Achtste Amendement bleef maar zorgen voor groot onrecht, waaruit soms politieke crisissen voortvloeiden die regeringen en de basis van de politieke partijen in gevaar brachten, en van die instabiliteit moest men zich bevrijden.

    Tegelijkertijd wou men de verantwoordelijkheid voor het toepassen van het recht op abortus niet nemen en neigde men vooral naar een gelimiteerde regeling, uit angst de steun vanuit de basis te ondermijnen. Een gelimiteerde regeling zou waarschijnlijk echter nog meer onacceptabele situaties en crisissen met zich meebrengen in de huidige context van veranderende attitudes. Uiteindelijk waren de abortuspillen de beslissende factor voor het parlementair comité.

    Sinds 2014 hield het Ierse ROSA, de socialistisch feministische beweging opgestart door Socialist Party, zich bezig met het opzetten van grootschalige acties om een bewustzijn te creëren omtrent de abortuspillen, die, hoewel illegaal in Ierland, compleet veilig zijn en helemaal zelf toegediend kunnen worden. Ze deden dit onder andere door het hele land rond te rijden met treinen en busjes om de pillen uit te delen. Tegen de tijd dat het parlementair comité in beraad ging, toonden de recentste cijfers al aan dat er dagelijks 10 mensen vanuit Ierland de grens overstaken om de pillen aan te kopen, en dat er dagelijks 5 personen gebruik van maakten in het land zelf, wat betekende dat abortus ook hier meer dan ooit tot de realiteit behoorde. Gebruik van de pillen zou hoogstwaarschijnlijk enkel stijgen; de acties van ROSA, waarbij er betere kennis over deze pillen verspreid werd, waren essentieel voor deze stijging.

    Een beslissende doorbraak

    Bij het voorstellen van het rapport van de Citizen’s Assembly wees rechter Laffoy de abortuspillen aan als doorslaggevende factor. In het parlementair comité zelf werd er bewijs aangereikt dat het stijgende gebruik van de pillen in kaart bracht, en onder andere verloskundige Peter Boylan stelde dat dit “de geest uit de fles” had gelaten.

    Het comité kon in principe een beperkt recht op abortus van minder dan 12 weken naar voor schuiven, maar een dergelijke wet zou in de huidige situatie meteen onuitvoerbaar en verouderd blijken. Gezien abortus tot 12 weken in de praktijk reeds tot de realiteit behoorde dankzij de abortuspillen, voelde de meerderheid in het comité dat ze zich nu veilig achter het voorstel van de Citizen’s Assembly kon scharen.

    Een gigantische doorbraak, want dit betekende dat de politieke context waarin het referendum gehouden zou worden er een was waar de pro-choice of pro-keuze wetgeving bij wijze van spreken stond te wachten tot die het toneel zou mogen betreden. Als het referendum gewonnen kon worden, zou Ierland binnen enkele maanden pro-choice zijn. Dat dit ook effectief gebeurde, wijst op een grote verandering tegenover enkele jaren eerder. De Ierse vrouwenrechtenbeweging haalde hier haar waarschijnlijk grootste slag thuis in de geschiedenis van de Ierse staat, wat belangrijke gevolgen voor de toekomst met zich meebrengt.

    De giftige campagne van het “Nee”-kamp

    Aan het begin van de campagnes in aanloop naar het referendum ging de voorkeur duidelijk uit naar het intrekken van het Amendement, maar de “Nee”-campagne ging al snel de offensieve toer op, en had toch een zeker effect. Aan de ene kant bepaalden zij de agenda, met een grote focus op tijdslimieten en abortus “op aanvraag” tot 12 weken. Deze aanpak creëerde wat verwarring en twijfel, en slaagde erin wat van de steun van het “Ja”-kamp weg te halen. Aan de andere kant was deze campagne in essentie gebaseerd op het verspreiden van argwaan over de intenties en beweegredenen van vrouwen, hen brandmerkend als moordenaars. Een dergelijke offensieve aanpak kon op een hevige tegenreactie onder de vrouwen rekenen.

    De algemene visie bestond eruit dat de “Ja”-campagne zich niet tot niveau van het “Nee”-kamp mocht verlagen door op hun provocaties in te gaan. In een campagne moet men echter rekening houden met de actuele problematieken zoals die zich aandienen en bediscussieerd worden. De officiële Together4Yes-campagne (T4Y; samen voor ja) ging op het eerdere elan verder, maar op straat gingen de activisten van zowel T4Y als andere campagnes verder in op de argumentatie van “Nee”, de nadruk leggend op de realiteit van abortus in Ierland en de redenen waarom mensen kiezen voor een zwangerschapsafbreking.

    Cijfers tonen aan dat de belangrijkste beïnvloedende factor ofwel de verhalen van vrouwen die in de media kwamen, ofwel de ervaringen van vrienden en kennissen was voor zo’n 77% van de kiezers. Dit toont aan dat het idee dat men qua argumentatie een voorzichtige aanpak zou moeten hebben fout was, dat het zogenaamde “midden-Ierland” niet meer dan een construct was, en dat mensen in plaats daarvan reageren wanneer er een sterke argumentering gebaseerd op de reële ervaringen van anderen is. Een verder voorbeeld hiervan is het feit dat het recht om te kiezen de meeste beïnvloedende factor was in een bepaalde lijst met opties, namelijk voor 62% van de bevraagden, ver boven fatale afwijkingen bij de foetus, wat maar door 39% aangehaald werd.

    10 dagen die de wereld schokten

    Louter twee weken voor het referendum vond er een belangrijke verschuiving plaats binnen de campagnes. De Claire Byrne Live show hield op 14 mei een debat rond het thema met 650.000 kijkers. Hoewel men het gevoel had dat in de ruzie waarop het debat uitdraaide, het vooral het “Nee”-kamp was dat van de situatie gebruik wist te maken, waren heel wat kijkers ook geschokt over de aanpak en agressie van sommigen uit dat “Nee”-kamp. De uitzending ontving een verbluffende 1.277 klachten, waarvan 92% aanhaalde dat de deelnemers aan het debat van het “Ja”-kamp oneerlijk behandeld waren. Dit debacle, maar ook de groeiende brutaliteit van het “Nee”-kamp, gaf ruimte voor een belangrijke tegenbeweging.

    Enkele dagen later lanceerde ROSA haar laatste lading posters. Eén ervan, met een grote foto van Savita en de simpele boodschap “Savita Matters – Women Matter – Vote Yes” (Savita doet ertoe – Vrouwen doen ertoe – Stem Ja),  werd overal in de binnensteden en over heel Dublin verspreid. Tot dan toe waren Savita en haar beeltenis afwezig in de campagne. Deze posters vormden een soort ‘bevrijding’, een ‘tegenaanval’ die op zich had laten wachten. Ze herinnerden de mensen eraan wat het Achtste Amendement in de realiteit inhield, maar gaven velen ook het zelfvertrouwen zich te gaan engageren, of door mee te werken aan één van de campagnes, of door als individu tot op het laatste moment voor het referendum op te roepen om “Ja” te stemmen.

    “In de laatste dagen van de campagne rond het referendum over het Achtste Amendement verschenen er tientallen verschillende kleine posters in Dublin. Afgebeeld was Savita Halappanavar, meteen herkenbaar door haar dikke donkere haar, brede glimlach, opgewekte blik en de rode bindi-stip op haar voorhoofd. De boodschap bestond uit slechts één woord: Ja. Hun impact was des te groter door hun simpliciteit en directheid,” zei Harry McGee in de Irish Times van 26 mei.

    Ontelbare conversaties

    Het aantal anekdotes over jonge vrouwen die bij vrienden en familie tijdens de laatste week van de campagne argumenteerden voor een “Ja” en daarbij vaak zelfs met hen in de clinch gingen, zijn legio. Het was duidelijk dat er zich een onstuitbaar momentum voor “Ja” ontvouwde.

    Hoewel de “Nee”-campagne bij sommige lagen voor twijfel en verwarring zorgde, kon het de veranderde attitudes en het bewustzijn dat zich over de jaren omtrent deze problematiek had ontwikkeld niet terugdraaien. Tegelijkertijd riep het gedrag en de brutale, misogyne boodschap zo’n golf van tegenreacties op dat de campagne uiteindelijk kopje onder ging in de stemming.

    Leden van Socialist Party, samen met anderen, waren zeer actief aanwezig in zowel de campagnes van ROSA en Solidarity, als in de bredere Together4Yes-campagne. ROSA en Solidarity waren actief in de wijken, maar waren vooral zeer duidelijk aanwezig in de binnensteden. In het parlement en hun eigen kiesdistricten speelden Paul Murphy en Mick Barry een leidinggevende rol in de “Ja”-campagne, met indrukwekkende overwinningen op beide vlakken.

    ROSA’s campagne startte met een nationale meeting met 500 aanwezigen in Liberty Hall, Dublin op 14 april, met een groot aantal sprekers van Socialist Party en de internationale organisatie CWI. De campagne hield ook in dat er dagelijks actie werd gevoerd, maar ook sponsortochten naar de luchthavens van Cork en Dublin, waaraan 350 mensen deelnamen. Tijdens deze marsen liep men in het voetspoor van de duizenden die de afgelopen 35 jaar gedwongen naar het buitenland afreisden voor een abortusprocedure. De dag dat de stemmen geteld werden, namen er 250 mensen deel aan een meeting van ROSA in het Projects Art Centre in Dublin en waren er honderden nieuwe leden voor ROSA.

    ROSA – een gigantische impact

    Een hoogtepunt was het uitbrengen van 15.000 posters met zeven verschillende ontwerpen door ROSA en Solidarity, die een heel grote impact hadden en in het oog sprongen door hun duidelijke inhoud, zodat ze zelfs te zien waren in bijna alle internationale nieuwsitems over het referendum.

    De werkende klasse, vrouwen, en in het bijzonder jonge vrouwen waren de drijvende kracht achter de veranderingen in Ierland, van de watertaks tot het homohuwelijk, en nu ook bij deze historische doorbraak. Een generatie die door sommigen wordt afgespiegeld als overgevoelig stuwde een beweging vooruit die het politieke establishment ertoe dwong met veel tegenzin tot actie over te gaan en tegen de wil van de katholieke kerk inging. Dit werpt de vraag op wanneer, en niet zozeer of, deze generatie in actie zal komen rond alle andere thema’s die haar lijnrecht tegenover het kapitalisme plaatsen.

     

    [divider]

    Wat ze zelf zeiden

    Tot slot halen we hier enkele van de vele reacties die naar leden van Socialist Party gestuurd werden, of die verschenen in publieke fora. Het gaat over activiteiten waarbij zij betrokken waren en er werd vaak verwezen naar de rol van Ruth Coppinger.

    “Heel erg bedankt aan ROSA voor alle heroïsche, inspirerende, en constante moeite en invloed.”

    “Ik hoop dat jullie zich realiseren hoeveel jullie gedaan hebben voor de vrouwen in Ierland! Geniet van het weekend en verwen jullie zelf maar met iets speciaals! Sorry voor het sentimentele bericht, ik ben gewoon zò blij, dankbaar en optimistisch voor de toekomst.”

    “Beste Ruth, ik moet toegeven dat jij de geschiedenis in zal gaan als de luidste, meest consistente en logische stem van #Repeal… We kunnen waarschijnlijk op één hand de politieke thema’s tellen waar jij en ik het over eens zijn, maar Repeal was er zeker één van. Als onwrikbare, passionele voorstander van Repeal heb je het land, de medische professionals en de vrouwen een grote dienst bewezen.”

    “Hallo. Ik zou jullie graag feliciteren voor jullie fantastische poster-campagne voor “Ja” in Dublin. Van alle poster-campagnes zette deze naar mijn mening de mensen het meest aan het denken. Als “Ja” volgende week als winnaar uit de bus komt, zal men bij jullie diep in het krijt staan.”

  • Ons lichaam, onze keuze. Haal abortus eindelijk uit het strafrecht!

    Betoging op 28 september 2017 voor toegang tot abortus. Foto: Liesbeth

    28 jaar geleden werd abortus gedecriminaliseerd. Maar vandaag staat het nog steeds in het Strafwetboek. Het is steeds minder evident om effectief toegang te hebben tot abortus. De besparingen op de gezondheidszorg beperken de toegang tot abortus, het besparingsbeleid maakt het tegelijk minder evident om voor het ouderschap te kiezen. Laten we niet langer wachten, maar de strijd voeren voor een volledig recht om te kiezen.

    Artikel door Emily Burns uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De situatie in België

    Veel mensen weten niet dat abortus nog steeds kan bestraft worden met een jaar gevangenisstraf voor zowel de vrouw als het medisch personeel als de zwangere vrouw niet aan een reeks voorwaarden voldoet. Wettelijk gezien kan een vrouw niet “gewoon’ beslissen tot een abortus. De toestand van nood moet door een dokter vastgesteld worden. Vervolgens wordt een bedenktijd van zes dagen opgelegd aan vrouwen die tot abortus willen overgaan. Blijkbaar wordt gevreesd dat vrouwen anders niet zouden nadenken over zo’n belangrijke beslissing? Uiteindelijk moet de operatie gebeuren binnen de eerste 12 weken van de zwangerschap. Dat is een wel erg korte termijn voor wie zich niet snel genoeg bewust is van de zwangerschap, wat niet ongewoon is bij een onverwachte zwangerschap. Bovendien moet rekening gehouden worden op drie tot vier weken om een afspraak vast te leggen in een abortuscentrum. Die wachttijd is het resultaat van een gebrek aan personeel, zeker in meer afgelegen centra.

    Dit zijn nog maar de ‘kleine’ moeilijkheden. Het gebrek aan vorming en informatie voor het medisch personeel is stuitend. Een huisarts verwijst naar de gynaecoloog, die laatste naar een centrum voor familiale planning langs Franstalige kant of een abortuscentrum langs Nederlandstalige kant. De juiste weg vinden, is dus niet gemakkelijk. Geen probleem, in dit digitaal tijdperk vind je alles wel op het internet… Dat klopt, maar je vindt er ook alle desinformatie. Wie zoekt op “IVG” (de Franstalige afkorting van ‘vrijwillige onderbreking van de zwangerschap’) komt als één van de eerste zoekresultaten de website ivg.net tegen, met een telefoonnummer voor wie een luisterend oor nodig heeft. Alleen: deze site is opgezet door tegenstanders van abortus die vooral gespecialiseerd zijn in desinformatie en leugens.

    Hernieuwde opkomst van feministische strijd koppelen aan wettelijke vooruitgang

    In september vorig jaar betoogden meer dan 2.000 mensen in Brussel om abortus volledig uit het strafrecht te halen en voor het recht op een echte keuze. Een strijdbare delegatie van de campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en Asociaal beleid) nam hieraan deel. Er is internationaal een nieuwe opleving van feministische strijd. Het zet politieke partijen aan om zich opnieuw over vrouwenrechten uit te spreken en initiatieven te nemen. Zo werden er zeven wetsvoorstellen ingediend om abortus uit het strafrecht te halen. Dat gebeurde door Défi, PS, Ecolo-Groen, SP.a, PVDA en Open Vld. Alle voorstellen zouden een stap vooruit zijn, maar verschillen inzake de periode waarin abortus mogelijk is en de duur van de bedenktijd.

    Een alternatieve meerderheid is mathematisch mogelijk en de hoorzittingen waar experts aan bod komen, zijn eindelijk begonnen. De MR van premier Michel levert ook de voorzitter van de commissie Justitie in de Kamer. De MR zegt open  te staan voor het debat en er was geen stemadvies voor de verkozenen. Maar in werkelijkheid staan de Franstalige liberalen op de rem om de coalitiepartners niet te schofferen. N-VA en CD&V willen immers niets veranderen aan de bestaande regeling.

    Abortus uit het strafrecht: er is meer nodig voor een echte keuze

    Er zijn meer middelen nodig voor alle instanties die abortus toepassen, zowel ziekenhuizen als abortuscentra. Er is ook nood aan meer medisch personeel dat met abortus vertrouwd is. Langs Franstalige kant biedt enkel de ULB een opleiding aan waardoor er elk jaar drie tot vier dokters bijkomen. In Vlaanderen is er geen specifieke opleiding. Meer dan de helft van de dokters die abortus toepassen zijn ouder dan 55 jaar. Er dreigt dus een tekort. Om de termijn te verlengen na 12 weken, moet het medisch personeel een opleiding krijgen voor chirurgische zwangerschapsafbrekingen zoals dit gebeurt in Nederland.

    Het is ook essentieel om te strijden voor degelijke seksuele opvoeding in de scholen, kwaliteitsvolle en toegankelijke informatie voor iedereen (onder meer door ervoor te zorgen dat er voldoende middelen zijn voor CAW’s, abortuscentra maar ook voor het onderwijs) en gratis contraceptie voor iedereen, niet enkel voor wie jonger is dan 21 jaar. Meer publieke middelen voor onderwijs, de non-profitsector en de gezondheidszorg zijn meer dan nodig!

    Alle partijen stellen zich graag als vrouwvriendelijk voor. Nochtans hebben ze met uitzondering van de PVDA allemaal ingestemd met aanvallen op de levensstandaard en het recht op seksuele en reproductieve gezondheid van vrouwen. In 2004 bijvoorbeeld besliste de Waalse regering onder leiding van Rudy Demotte (PS) om de middelen voor morning-afterpillen in de centra voor familiale planning stop te zetten. In 2012 pakte Waals minister van gezondheidszorg Eliane Tillieux (PS) uit met de creatie van 15 jobs voor seksuele opvoeding. Het ging om jobs op basis van een tewerkstellingsprogramma (APE) in de non-profit, een programma dat twee jaar later door de ondertussen tot Waalse minister van werk gepromoveerde Eliane Tillieux sterk werd afgebouwd. Daarmee werden de tekorten in de sociale sector nog groter.

    Voor het recht om kinderen te hebben zonder in armoede te vervallen

    De afbouw van openbare diensten en de stijgende flexibiliteit en onzekerheid op de werkvloer, maken dat velen hun kinderwens uitstellen. Financiële problemen worden in 15% van de abortussen ingeroepen als de belangrijkste reden. De regionalisering van de kinderbijslag werd niet aangegrepen om deze uitkering op te trekken tot de reële kost van een kind. Om een echte keuze mogelijk te maken, moeten vrouwen het recht hebben om kinderen te krijgen zonder in armoede te vervallen.

    Abortus moet uit het strafrecht en de termijn moet langer worden dan 12 weken. De bedenktijd van zes dagen en de vereiste van een noodsituatie moeten verdwijnen. Enkel dan kunnen vrouwen voor wie het nodig is, zonder schaamte beroep doen op abortus. Daartoe zijn meer publieke middelen nodig voor preventie rond ongewenste zwangerschappen en voor de ondersteuning van ouders.

  • Iers referendum: historische overwinning voor sociale vooruitgang


    Het Ierse referendum van 25 mei toonde een duidelijk resultaat: een grote meerderheid stemde voor het intrekken van het grondwettelijk verbod op abortus zoals vastgelegd in het 8ste Amendement op de Grondwet. Na een hevige campagne, waarin de tegenstanders van het recht op abortus overgingen tot leugens en intimidatie, bleek de greep van het conservatieve en religieuze establishment op de Ierse bevolking beperkter dan gedacht. In de Ja-campagne speelden activisten van de socialistisch feministische campagne ROSA, Solidarity (de bredere electorale alliantie waaraan de Socialist Party deelneemt) en parlementsleden als Ruth Coppinger een grote rol. Hieronder de onmiddellijke reactie van de drie parlementsleden van Solidarity (Ruth Coppinger, Paul Murphy en Mick Barry).

    “De dramatische en overduidelijke ‘Ja’ in het referendum vormt een politieke aardschok en een keerpunt in Ierland. Het is een grote overwinning, in het bijzonder voor vrouwen in Ierland die 35 jaar onderdrukking door het 8ste amendement op de Grondwet achter zich laten. Geen enkel uitstel is nu nog gerechtvaardigd. Er is niets dat het parlement tegenhoudt om snel wetgeving in te voeren. Niemand mag nog lijden onder het 8ste amendement.

    “Dit resultaat is onderdeel van een wereldwijde feministische en LGBTQI revolte tegen discriminatie. De overwinning zal een grote steun zijn voor al wie wereldwijd strijdt tegen onderdrukking en voor echt gelijke rechten. In het bijzonder geldt dit voor vrouwen in Latijns-Amerika die letterlijk sterven door het ontbreken van abortusrechten.

    “Het is ook een overwinning die in grote mate te danken is aan jongeren. Zij waren het die zegden dat genoeg echt wel genoeg is. Ze maakten er een thema van, zeker na de tragische en onnodige dood van Savita Halappanavar. Het waren jonge vrouwen die weigerden om zich neer te leggen bij de hypocrisie van een “Ierse oplossing voor een Iers probleem.” Zij organiseerden zich om verandering op te leggen aan een verstard en onwillig politiek establishment.

    “We moeten klaar en duidelijk zeggen dat de arbeidersklasse, net zoals in de strijd tegen de waterbelasting en het referendum over het homohuwelijk, het “veilige fundament” van deze enorme sociale verandering vormde, om het met James Connolly te zeggen. Op basis van ervaringen zit er een gevoel van solidariteit ingebakken in de arbeidersklasse. Het is de kracht die voor vooruitgang zorgt in dit land. Dit bleek tijdens de campagne en ook uit het resultaat in arbeidersbuurten.

    “Er was een brede officiële Ja-campagne. Daarbinnen was er een onafhankelijke beweging van onderuit die de afgelopen jaren, maanden en weken ontwikkelde. Deze beweging maakte het beslissende verschil, onder meer door te antwoorden op de schandalige angstcampagne en de leugens van de Neen-campagne.

    “Deze overwinning werd mee mogelijk door de jarenlange inzet van de meest fervente voorstanders van het recht om te kiezen: socialisten en de linkerzijde. Tot voor kort was de fractie van Solidarity – People Before Profit de enige in het parlement die opkwam voor het recht op abortus en voor een pro-keuzestandpunt.

    “Er is een groot verschil tussen een aantal Neen-stemmers en de organisatoren van de Neen-campagne. De Neen-campagne gaf een beangstigend beeld van het soort Ierland dat de religieuze rechterzijde ons wil opleggen. De campagne werd gekenmerkt door vrouwenhaat waarbij vrouwen werden voorgesteld als egoïstische moordenaars. Vrouwen werden beschuldigd en verantwoordelijk gesteld van begin tot einde. Dit is volstrekt onaanvaardbaar.

    “Velen voelen zich steeds kwetsbaarder en minder veilig naarmate de retoriek van het Neen-kamp werd opgeblazen. Hun achtergebleven ideeën werden verworpen in dit referendum. Het feit dat de meeste publieke vertegenwoordigers van de gevestigde partij Fianna Fail deel waren van deze campagne, mag niet vergeten worden.

    “Het resultaat van dit referendum heeft gevolgen voor Noord-Ierland, waar vrouwen en jongeren niet achter willen blijven. ROSA-activisten zijn een grote campagne gestart voor abortusrechten in Noord-Ierland. Ze plannen een Bus4Choice waarmee ze met abortuspillen door Noord-Ierland trekken.

    “Dit klinkende resultaat moet meteen leiden tot nieuwe wetgeving en het opzetten van de nodige diensten in de gezondheidszorg zodat abortus tot 12 weken op eenvoudig verzoek of om gezondheidsredenen mogelijk wordt. Het wetsvoorstel van Solidarity over seksuele opvoeding moet eveneens goedgekeurd worden. Er moet gratis anticonceptie verstrekt worden en dit moet bekendgemaakt worden in de samenleving.

    “Hiertoe moet de beweging de druk op het politieke establishment hoog houden. We hebben meer dan vijf jaar na de dood van Savita moeten wachten op dit referendum, laten we ervoor zorgen dat we niet nog eens vijf jaar moeten wachten.

    “Jongeren zorgden voor de dynamiek die deze overwinning op onderdrukking en controle over ons lichaam mogelijk maakte. Na deze ervaring is het niet de vraag of, maar wel wanneer ze in actie zullen komen tegen het steeds meer onderdrukkende en prestatiegerichte onderwijssysteem, of tegen het feit dat ze geen werk met degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden vinden, of nog dat ze geen degelijke en betaalbare huisvesting vinden.

    “De positie van premier Leo Varadkar zal misschien versterkt zijn, hij koos op het laatste moment voor steun aan een Ja-stem. Maar de premier, zijn partij en gelijk welke andere partij die het kapitalistische beleid verdedigt en doorvoert, zullen botsen op de jongerenrevolte die er aankomt. Zij hebben immers geen oplossingen voor de dringende problemen en zijn niet in staat om de roep naar rechtvaardigheid en gelijkheid in te lossen. Die roep duwt jongere generaties naar links en brengt hen in heel wat landen tot socialistische ideeën, zoals de VS, Groot-Brittannië, Spanje en na het referendum ook in Ierland.

    “Als parlementsleden van Solidarity en leden van de Socialist Party hebben we een lange staat van dienst rond deze kwesties en in de strijd voor het recht om te kiezen. We zijn trots op de campagne Time4Choice van ROSA, waarmee de Ja-kant aangescherpt werd en de ontwikkeling van een beweging van onderuit versterkt. Deze beweging en ROSA zullen actief blijven met als doel om een belangrijke socialistische feministische kracht te worden die opkomt voor radicale verandering.”

  • Spanje. Studenten- en scholierenstaking op 10 mei tegen verkrachtingscultuur

    De rechtbank van Pamplona besliste in een zaak van een groepsverkrachting om niet te vervolgen wegens verkrachting, enkel voor ‘seksueel misbruik’ wat een erg lichte straf opleverde. Eén van de drie rechters betwistte zelfs het feit dat het slachtoffer geen toestemming gaf en had liever een vrijspraak gezien. Het ging om een zaak waarbij vijf mannen een jong meisje in een donkere portiek in groep aanvielen en verkrachtten. Achteraf wisselden ze videobeelden van de feiten onder elkaar uit.

    Deze rechtszaak van “La Manada” (‘de roedel’) heeft miljoenen vrouwen, jongeren en veel mannen geschokt. Meteen na de uitspraak op 26 april waren er massale betogingen met slogans als ‘Ik geloof haar’. Het doet denken aan het eerdere Ierse protest naar aanleiding van een vrouw die verkracht werd door rugbyspelers. In de Spaanse staat waren er op 8 maart ook al grote acties tegen seksisme en geweld op vrouwen. Zo waren er miljoenen deelnemers aan de vrouwenstaking die dag. De uitspraak van de rechtbank in Pamplona blijft tot protest leiden. Op 10 mei houdt de Sindicato de Estudiantes (studentenvakbond) een nationale actiedag.

    De schandalige uitspraak van de rechtbank in Pamplona toont de dubbele standaard die vandaag geldt in de Spaanse staat. Enerzijds worden jongeren en rappers in de gevangenis gegooid omdat ze kritiek uiten op de monarchie en de corruptie van de heersende conservatie Partido Popular op sociale netwerken of in liedjes, boeken worden uit de handel gehaald en magazines gecensureerd. De politie wordt tijdens voetbalwedstrijden ingezet om gele t-shirts in beslag te nemen omdat deze ‘aanzetten tot geweld’ (de gele kleur staat symbool voor de onafhankelijkheidsbeweging in Catalonië). Anderzijds worden corrupte politici vrijgelaten, gaan fascisten vrijuit zonder veroordeling en wordt geweld tegen vrouwen onbestraft gelaten.

    De uitspraak tegen de verkrachters van La Manada is daar een voorbeeld van: het is een belediging en een totaal gebrek aan respect tegenover een jonge vrouw die brutaal werd aangevallen door een groep mannen. De rechtbank legaliseert hiermee in de praktijk verkrachtingen en plaatst vrouwen in een moeilijke situatie tegenover aanvallers die weten dat ze beschermd zullen worden.

    De Sindicato de Estudiantes stelt in een oproep tot actie: “We mogen dit niet toelaten. We moeten onze woede en verontwaardiging gebruiken om ons te organiseren en te strijden.

    “Sindicato de Estudiantes en het socialistisch-feministisch platform Libres y Combativas roepen op tot jongerenprotest op 10 mei waarbij de lessen op scholen en universiteiten worden geschorst. We roepen alle jongeren op om massaal deel te nemen aan de betogingen van 12 mei. Met de jongerenacties willen we ons verzet tonen tegen het seksistische systeem, ons verzetten tegen corruptie en tegen alle aanvallen op democratische rechten. We willen onze solidariteit betuigen met de slachtoffers van geweld.”

     

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop