Tag: Nigeria

  • Recensie: ‘What Britain did to Nigeria’ door Max Siollun

    De Black Lives Matter-beweging in de Verenigde Staten riep vorig jaar bij miljoenen mensen nieuwe vragen op over racisme en de geschiedenis van de slavernij. Maar het moedigde ook meer mensen aan om na te denken over imperialisme. Tijdens het leven van onze grootouders en overgrootouders heerste een handvol Europese landen over 95% van Afrika en grote delen van Azië. ‘Blanke suprematie’ is vandaag een vieze uitdrukking. Honderd jaar geleden was het letterlijk het beleid van het Britse imperialisme.

    door Manus Lenihan (Socialist Party, ISA in Ierland)

    Max Siollun is een Nigeriaanse historicus, gespecialiseerd in militaire geschiedenis. Hij verwijst naar Black Lives Matter in de inleiding van zijn boek ‘What Britain did to Nigeria’. Hoewel de toon van het boek hierna overwegend neutraal is, spreken de feiten van de Nigeriaanse geschiedenis voor zich. Deze feiten zijn een gesloten boek voor de meeste mensen in Europa en Noord-Amerika, en zelfs voor velen in Nigeria. Siollun merkt op dat er nog steeds straten en openbare gebouwen in Nigeria zijn vernoemd naar wrede koloniale onderdrukkers als Harold Douglas.

    De Royal Niger Company

    Rond 1800 stond Groot-Brittannië op het hoogtepunt van de industriële revolutie. Er was een enorme vraag naar palmolie, in de eerste plaats voor zeep om de basishygiëne in de smerige steden te verzekeren, en in de tweede plaats voor het smeren van de machines. Handel en contacten groeiden in de loop van de decennia naarmate Britse handelaars en ambtenaren zich ermee gingen bemoeien en hun gewicht in de schaal begonnen te leggen. In 1886 kreeg de Royal Niger Company van de Britse regering het mandaat om een groot deel van het huidige Nigeria te besturen en te exploiteren. Hoe zat het met de mensen die in dat gebied woonden? De compagnie sloot ‘verdragen’ met de plaatselijke bevolking door middel van geweld en fraude.

    De macht van de Royal Niger Company was als een rechtse libertaire fantasie die werkelijkheid was geworden. Zij exploiteerden een uitgestrekt gebied en zetten hun strijdkrachten in wanneer iemand hun winsten in de weg stond. Volkeren zoals de Nembe, die jarenlang als handelaars in dit gebied hun brood hadden verdiend, werden plotseling tot ‘piraten’ en ‘smokkelaars’ verklaard, gearresteerd en doodgeschoten. George Taubman Goldie, in wezen de leider van de compagnie, vernietigde zijn eigen papieren en die van de compagnie, omdat ze een bewijs waren van een bewind van terreur en corruptie tegen het volk van Nigeria.

    Het misbruik van de compagnie lokte opstanden van de lokale bevolking uit. Maar de compagnie zou op elke daad van opstand met tien of honderd keer meer geweld reageren. De opstand van de Nembe-bevolking bracht de compagnie in verlegenheid en was één van de factoren die ertoe leidden dat de Britse regering in 1900 haar handvest introk (met een zeer royale schadevergoeding).

    De Royal Niger Company bleef zich echter verrijken. Vandaag bestaat zij nog steeds in de vorm van Unilever, één van de machtigste en rijkste ondernemingen ter wereld. Haar merken, waaronder Hellman’s, Lynx, Magnum, Knorr en Lipton, behoren tot de grootste ter wereld. Die lijst omvat ook schoonmaakproducten die ons eraan herinneren dat de geschiedenis van dit bedrijf teruggaat tot de palmoliehandel in de 19e eeuw: Dove, Persil en Sunlight zeep.

    Brits bestuur

    In kolonies zoals Zuid-Afrika en in Australië heerste Groot-Brittannië via enorme aantallen kolonisten die de inheemse bevolking als minder dan menselijk behandelden. Maar het klimaat in Nigeria was ruw voor Europeanen – op een bepaald moment stierf 10% van de Britten in Nigeria elk jaar aan tropische ziekten. Dus regeerde Groot-Brittannië Nigeria via een systeem van indirecte heerschappij. In het noorden van het land regeerde Groot-Brittannië via een reeds bestaand feodaal systeem van emirs (koningen). Maar in het zuiden bestonden diepgewortelde democratische tradities. De Britten legden ‘stamhoofden’ op aan mensen die nooit eerder een gecentraliseerde heerser hadden gekend.

    Achter de façade van deze emirs en stamhoofden regeerde een klein kader van Britse ambtenaren Nigeria. Een Nigeriaanse soldaat ontving een vijfhonderdste van het loon van de Britse officieren die het bevel voerden en was verplicht te groeten naar elke blanke die hij tegenkwam. Hij werd gedwongen blootsvoets te marcheren en kreeg zweepslagen als hij de regels overtrad. De Britten leefden in luxe, met Nigerianen die in al hun behoeften voorzagen. Zij woonden in aparte woningen, beweerden dat de ‘inboorlingen’ ziektes hadden, maar desondanks hadden ze zelf voortdurend affaires met Nigeriaanse vrouwen en misbruikten, in talrijke gedocumenteerde gevallen, kinderen seksueel.

    In 1914 werden deze twee regio’s – het islamitische, feodale noorden en het polytheïstische, op clans gebaseerde zuiden – op brutale wijze samengevoegd tot één enkele kolonie. De Britse ambtenaren waren zich er terdege van bewust dat het noorden en het zuiden “even ver van elkaar verwijderd waren wat betreft wetten, bestuur, gewoonten en algemene ideeën over het leven, zowel in deze wereld als in de volgende, als Engeland van China.” Zij wisten heel goed dat er binnen deze brede regio een enorme culturele en politieke diversiteit bestond. Maar ze stelden de kolonie samen uit ongelijksoortige elementen, alleen om een nette boekhouding te kunnen voeren.

    De klopjacht op de voortvluchtige Bibi Kala is een voorbeeld van hoe het imperialisme werkte. De Britse strijdkrachten brandden talrijke dorpen plat waarvan zij beschuldigden dat zij Bibi Kala verborgen hielden. Toen zij één dorp binnengingen, had een plaatselijke man het lef hen te vragen wat zij daar deden. Hij werd onmiddellijk met een pistool geslagen en kreeg vervolgens “24 zweepslagen omdat hij het waagde de blanke man aan te spreken.” Uiteindelijk werd Bibi Kala gevonden, verborgen in een kano – niet in één van de dorpen – en opgehangen.

    De Britse overheersing betekende dwangarbeid. De Nigerianen moesten lange afstanden afleggen om onbetaald te werken, voor hun eigen voedsel zorgen en soms ziek worden of sterven door de barre omstandigheden. Als mensen weigerden, werden hun dorpen in brand gestoken. De wegen en bruggen die door deze dwangarbeid werden gebouwd hadden slechts twee doelen: soldaten naar binnen brengen en middelen naar buiten halen. De Britse heersende klasse had het lef te beweren dat zij tegen de slavernij vocht en zo vriendelijk was wegen en bruggen te bouwen voor de inboorlingen.

    Verzet

    Het krachtigste hoofdstuk van het boek gaat over het Nigeriaanse verzet tegen de Britse overheersing. In het noorden verpletterden Britse troepen een religieuze opstand met zo’n wreedheid dat een hele stad voor altijd van de kaart werd geveegd. Er was een gemeenschap van grotbewoners die zich jarenlang verzette tegen Britse aanvallen. In het zuiden was er de Aro-oorlog (1901-2, maar met een lange tussenperiode) en de guerrillastrijd van het geheime genootschap dat bekend stond als Ekumeku. Veteranen van de Eerste Wereldoorlog speelden een sleutelrol in de grote belastingopstand van Yorubaland in 1918. De Vrouwenoorlog, een vreedzame massabeweging van ontzagwekkende omvang, barstte uit in 1929. Van 1945 tot 1949 veranderde de Ladies’ Club van Abeokuta, die was opgericht om Britse etiquette te onderwijzen, in de Women’s Union, een massa-organisatie die het imperialisme uitdaagde met sit-in-protesten (Siollun legt uit dat het concept van een sit-in-protest zijn oorsprong vindt in Nigeria).

    De balans van de repressie tegen deze bewegingen is onverbiddelijk. In 1906 werd de Mahdistische opstand met vreselijk bloedvergieten neergeslagen; de stad Satiru werd van de kaart geveegd. In 1929 schoten Britse officieren, opgezweept tot racistische razernij, ongewapende vrouwen neer.

    De jaren van deze gevechten – 1906, 1918, 1929, 1945 – vielen alle samen met wereldwijde golven van revolutie, stakingen en protesten. Siollun gaat hier niet op in, en met het weinige dat ik weet van de Nigeriaanse geschiedenis kan ik niet zeggen waarom de strijd op deze manier samenviel. Maar het is opmerkelijk en kan wijzen op een internationaal bewustzijn van de Nigeriaanse massa’s.

    Ik had baat bij het lezen van ‘What Britain did to Nigeria’ kort nadat ik Walter Rodney’s boek ‘How Europe Underdeveloped Africa’ uit 1972 had gelezen, dat een marxistische analyse geeft van het imperialisme in Afrika. Een tekortkoming van Siolluns boek is dat het zich niet genoeg richt op de economie, of analytisch of polemisch wordt op de manier waarop Rodney dat doet.

    ‘What Britain did to Nigeria’ verdient het om een breed publiek te bereiken en zal hopelijk de ogen van miljoenen lezers openen voor de realiteit van de Britse imperialistische overheersing in Nigeria.

  • Massale jongerenbeweging in Nigeria: weg met politiegeweld, weg met de regering!

    Sinds begin oktober komen de Nigeriaanse jongeren massaal op straat tegen politiegeweld. De betogingen zijn de grootste sinds het einde van de militaire dictatuur in 1999. Het protest is deels geïnspireerd door de Black Lives Matter beweging tegen politiegeweld in de VS, deels door de protesten van de voorbije jaren in Soedan tegen de dictatuur van Omar al-Bashir en door het jongerenprotest in Zuid-Afrika voor toegankelijk onderwijs.

    Door Els Deschoemacker

    De woede was in de eerste plaats gericht tegen de speciale politie eenheid SARS (Special Anti-Robbery Squad), opgericht in 1992. In plaats van criminaliteit te bestrijden, staat deze speciale eenheid bekend voor machtsmisbruik en het willekeurig bestelen, arresteren, martelen en doden van Nigerianen. Het protest startte nadat een video viraal ging met beelden van een SARS-eenheid die een man doodde. Online was er een explosie van getuigenissen onder de hashtag #EndSARS. Dit kreeg internationale weerklank. Het regime beloofde SARS op te doeken, maar stelde meteen voor om het te vervangen door een gelijkaardige eenheid onder de naam SWAT. Dit werd niet gepikt. Het toont het diepe wantrouwen van de Nigeriaanse jeugd in de beloftes van het regime.

    Dit protest gaat over veel meer dan SARS. “SARS is slechts een symbool van alles wat verkeerd gaat en onderdrukkend is in Nigeria”, zegt MSA (Movement for a Socialist Alternative), de zusterorganisatie van LSP in Nigeria.

    Het land gaat zijn tweede recessie tegemoet in vijf jaar. Meer dan 55% is werkloos of ondertewerkgesteld. Jongeren maken de grote meerderheid van deze groep uit. Het verklaart de woede en vastberadenheid die de protesten kenmerken, én de schrik van het regime voor deze vastbeslotenheid. Het regime probeert deze protestbeweging nu kost wat kost de kop in te drukken.

    Bloedbad in Lekki (Lagos)

    Vreedzaam protest aan een tolpoort in Lekki, een stad in de staat Lagos, werd op dinsdag 20 oktober brutaal onderdrukt. Na het instellen van een avondklok en het dimmen van het straatlicht, werd het vuur geopend op vreedzame betogers. Volgens Amnesty International kwamen daarbij minstens twaalf mensen om het leven.

    Movement for a Socialist Alternative is betrokken in het protest en verspreidde een verklaring waarvan we hieronder een samenvatting weergeven met enkele van de belangrijkste eisen.

    Twee weken lang waren de protesten op vreedzame en ordelijke wijze georganiseerd. De onrust en de protesten namen een nieuwe wending toen het regime criminelen begon te mobiliseren en te financieren om de betogers in Abuja en Lagos aan te vallen. Het was duidelijk dat het een kwestie van tijd was voordat het regime zou overgaan tot een volledige oorlogsverklaring.

    Het Buhari regime doet zich voor als een regime van ‘verandering’, maar het laat zien dat het even wreed is in het onderdrukken van protest als andere regimes van de kapitalistische heersende elites.

    Het #EndSARS-protest tegen het politiegeweld dat de werkende massa’s en onschuldige burgers treft, wordt gevoed door de aard van de Nigeriaanse heersende elites. Hun politiek is het kapitalistisch systeem aanvaarden of sterven’ van het kapitalistisch systeem, waarbij ze zichzelf de rijkdom van de samenleving toe-eigenen.

    MSA veroordeelt het politiegeweld en stelt het regime van Buhari verantwoordelijk voor elk verlies aan mensenlevens. Ook de gouverneur van de staat Lagos, is verantwoordelijk. Het instellen van een lokaal uitgaansverbod van 24 uur was slechts een voorbode om vreedzame betogers neer te schieten.

    Dit gebruik van dodelijk geweld is in werkelijkheid een wanhopige maatregel van de staat om het #EndSARS-protest te stoppen. Dat protest is van een louter jeugdprotest tegen politiegeweld uitgegroeid tot een beweging die het karakter van een algemene staking aanneemt. Werkplaatsen gingen dicht en straatbarricades werden opgeworpen, met slogans die oproepen voor het einde van het regime.

    Er is geen beter moment voor de arbeidersbeweging om de krachten te bundelen en op te roepen tot een algemene staking van 48 uur om het protest ten volle te ondersteunen. Als de vakbondsleiders deze historische taak niet op zich nemen, zullen de werkenden en jongeren meer dan ooit beseffen dat er nood is aan een nieuwe leiding die het welzijn van de massa’s verdedigt en niet het regime.

    Er moet een soevereine Nationale Conferentie komen met verkozen vertegenwoordigers van de werkenden in verschillende sectoren van de economie, arme boeren en alle lagen van de onderdrukte massa’s. MSA zou daar pleiten dat de werkende klasse en de arme massa’s de controle over de rijkdom en de grondstoffen van Nigeria in handen nemen om op democratische wijze in de behoeften van iedereen te voorzien en een einde te maken aan de economische tirannie van het kapitalisme.

    We roepen het leger en de politie op om zich te verzetten tegen alle orders om betogers aan te vallen en te onderdrukken. Ze moeten weigeren om gebruikt te worden als wapen tegen hun zusters en broeders uit de werkende klasse. In plaats daarvan moeten ze zich verenigen met de betogers en hun eisen steunen.

    De inspecteur-generaal van de politie moet aftreden alsook de militaire leiding, opdat er een einde kan komen aan het doden van betogers. Het is aan de werkende massa’s om een einde te maken aan het regime van Buhari en aan het kapitalisme.

  • Tijd voor de socialistische bevrijding van Nigeria!

    Movement for a Socialist Alternative opgericht, de Nigeriaanse afdeling van International Socialist Alternative

    De aanhangers van International Socialist Alternative (ISA) in de Democratic Socialist Movement (DSM), de Nigeriaanse afdeling van het CWI, hebben na anderhalf jaar van slopende discussie over de ideeën en methoden van het marxisme om zich los van de DSM te organiseren in een eigen organisatie. Dit is de Movement for a Socialist Alternative, de Nigeriaanse ISA-afdeling.

    De politieke verschillen binnen het vroegere CWI, waarmee DSM verbonden is, zijn op zich een uitdrukking van deze kritieke periode van instabiliteit van het wereldwijde kapitalisme. Dit stelt niet alleen de heersende klassen over de hele wereld op de proef, maar ook de organisaties van de werkende klasse. International Socialist Alternative, de organisatie van de meerderheid van de afdelingen van het vroegere CWI, zet de internationalistische traditie van het CWI verder op een ogenblik dat het voormalige Internationaal Secretariaat en enkele andere secties zich terugtrekken.

    Het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft het weefsel van het mondiale kapitalisme nog verder uit elkaar getrokken. Iedereen ziet dat dit systeem enkel aangedreven wordt door de hebzucht naar winst. Iedereen ziet dat dit systeem niet kan vertrouwd worden om aan de behoeften van de werkende massa’s en de armen te voldoen. Van land tot land hebben we gezien hoe de logica van de winst en een door de private sector gestuurde gezondheidssector niet in staat was om de uitdagingen van pandemie aan te gaan. De kapitalistische staat heeft in verschillende landen, tegen de logica in van het systeem dat zij beschermen, rechtstreeks ingegrepen met extra middelen voor de gezondheidssector, maar ook voor andere sectoren van de economie die getroffen worden door de lockdowns. Dit bevestigt de superioriteit van de ideeën van publiek eigendom, wat gekoppeld moet worden aan democratisch beheer van de belangrijkste sectoren van de economie (zowel bij de productie als de distributie van goederen en diensten) zodat de noden van de werkende massa’s centraal kunnen staan.

    De interventies van de regeringen, in Nigeria en elders, zijn een gevolg van de weigering van kapitalisten om de last te dragen van elke onderneming die niet rendabel is. Het gaat bovendien om interventies gericht op het verzachten van de verliezen van de lokale kapitalisten. De kwestie van het verlenen van steun aan de overgrote meerderheid van de bevolking die het meest te lijden heeft onder de gevolgen van een economische stillegging is in het beste geval een dekmantel voor het omleiden van overheidsgeld naar de private sector.

    Nooit in de moderne tijd heeft de wereldeconomie zo veel te lijden gehad van een stilstand. Nigeria zal een van de zwaarst getroffen landen blijken te zijn van de economische neergang die de wereldeconomie in een recessie doet belanden. Covid-19 heeft aangetoond dat miljoenen mensen in verschillende landen arm en kwetsbaar zijn, omdat ze afhankelijk zijn van steun van de staat of andere bronnen om in hun levensonderhoud te voorzien; deze steun bleek voor velen slechts een druppel op een hete plaat te zijn. Dit heeft ongetwijfeld de façade van een sociaal gezicht van het populistische regime van president Buhari ondermijnd. Het regime wordt meer dan ooit gehaat door de werkende massa.

    De regering kan amper nog op steun rekenen, behalve dan onder de elite die materieel profiteert van het gevoerde beleid. Er blijft een grote woede over het ongevoelige gedrag van het regime in een periode van humanitaire crisis onder de bevolking. Met het nodige lef ging het regime door met de corruptie tijdens de ergste humanitaire crisis in een eeuw; geld en hulpgoederen werden via het gebruikelijke, corrupte patronagesysteem gekanaliseerd, en kwamen niet terecht bij degenen voor wie het bedoeld was. We hoeven niet te zeggen dat in deze periode de verbijsterende plundering van de schatkist in naam van “statutaire transfers” doorging; de elites kregen hun obscene salarissen en namen exotische luxeproducten in ontvangst.

    De versoepeling van de lockdown is niet gebaseerd op enig succes of medische doorbraak in de strijd tegen Covid19. Het regime is volledig verlamd en heeft blijk gegeven van een vals gevoel van verbazing over de comateuze toestand van de gezondheidsvoorzieningen in het land. De heersende elites moeten verantwoordelijk worden gehouden voor de dodelijke omstandigheden van de gezondheidsvoorzieningen in Nigeria, gezien het groeiende tekort aan middelen voor de sector en de voorkeur van de heersende elites om naar het buitenland te reizen voor elke vorm van medische controle of behandeling. De versoepeling van de lockdown dreigt te leiden tot een toename van het aantal infecties, aangezien er vrijwel geen of nauwelijks testgereedschap of beschermend materiaal is om de zorgverleners effectief te laten functioneren.

    De versoepeling van de lockdown kwam er evenmin uit bezorgdheid voor de massale hongersnood onder een grote meerderheid van de Nigerianen die in armoede leven, technisch werklozen, of de miljoenen informele werkenden die afhankelijk zijn van hun dagelijkse inkomen. De druk van de miljardairsclub rond de winstderving en het verlies van winst uit illegale en meervoudige belastingen zijn voor het regime een grotere zorg.

    Niemand weet wat de menselijke tol van deze pandemie zal zijn, zeker als de zoektocht naar een vaccin en de verspreiding ervan wordt bepaald door het streven naar winst. Met ongeveer 7 miljoen bevestigde gevallen en een meer dan 400.000 geregistreerde doden, is de situatie nu reeds rampzalig. Zonder drastische veranderingen in het beheer van de grondstoffen van de aarde ten gunste van de behoeften van de werkende massa’s dreigt er geen verbetering te komen. De Nigeriaanse massa’s worden harder getroffen door de pandemie omwille van het economisch moeras dat deel uitmaakt van de jaren van corruptie en onderontwikkeling door de heersende klasse.

    Nu al zijn private bedrijven geruisloos begonnen met het ontslaan van werknemers, een situatie die tientallen jaren van asociaal beleid en toename van onderaanneming heeft vergemakkelijkt. Sommige van deze bedrijven verschuilen zich achter Covid-19. Ons standpunt is dat elk bedrijf dat niet in staat is om haar personeel in deze periode in dienst te houden, haar boeken open moet stellen voor publieke controle en in geval van een bewezen faillissement in publieke handen moet worden overgenomen.

    De deelstaatregering van Kaduna heeft onder Nasir el Rufai het voortouw genomen bij de aanvallen op de werkende bevolking door de lonen van de werkenden met 25% te verlagen. De federale regering zelf staat op het punt om ministeries, departementen en agentschappen van de regering samen te voegen, een operatie die zou leiden tot een aanzienlijk verlies van jobs, ondanks de valse beloften van de minister van Arbeid. Als onderdeel van de voorwaarden die de regering met het IMF is overeengekomen, zou de prijs van brandstof bepaald worden door de winsten van de oliebedrijven. De belangen van die bedrijven zijn vreemd aan die van chauffeurs of fruitverkopers. De regering verschuilt zich achter Covid-19 om de kleine winsten die voortvloeien uit de strijd rond het minimumloon terug te trekken en te kijken hoe ver het uithoudingsvermogen van het volk gaat.

    We horen vaak het idee dat Nigerianen zich kunnen aanpassen aan elke omstandigheid, hoe hard die ook is. Dit idee is onjuist. De Nigeriaanse massa’s zijn momenteel boos op de huidige omstandigheden, die nog verbleken tegenover wat komen gaat. Maar de afwezigheid van een verenigende leiding van het onderdrukte volk dat een programma, coördinatie en doel kan geven aan de strijd van het volk is de oorzaak van de frustratie die vaak wordt verward met onverschilligheid van de massa’s.

    De leiding van de arbeidersbeweging heeft in deze crisis opnieuw aangetoond dat ze onvoorbereid is en niet in staat om echt leiding te geven aan de massa’s in hun streven naar verbetering van de levensomstandigheden. Een crisis als deze stelt socialisten en activisten voor een duidelijke keuze, er is immers geen middenweg. De beperkte marxistische krachten zijn momenteel niet in staat om de arbeidersleiders te vervangen door meer strijdbare elementen om een einde te maken aan de dictatuur van het kapitaal en te beginnen aan de socialistische omvorming van de samenleving. Het is echter noodzakelijk dat we de basis organiseren en een programma verdedigen om de vakbonden te democratiseren en de obstakels van de bureaucratische leiding weg te nemen. Dat is noodzakelijk om te vermijden dat we verder slachtoffer blijven zijn van een economische crisis gecreëerd door de heersende elite. Een nieuwe stroming van arbeidersleiders die het revolutionaire programma van het marxisme als instrument gebruiken in de organisatie van de arbeidersklasse, is nodig. Dit is een taak die de Movement for a Socialist Alternative zichzelf stelt: het ontwikkelen van marxistische krachten en het breder ingang laten vinden van socialistische standpunten onder de werkende massa’s, op de werkvloer, in de wijken en in de scholen.

    We treden een periode binnen waarin de verdediging van marxistische ideeën in de massa-organisaties van de werkenden, jongeren en onderdrukten nodig is bij de opbouw van een nieuwe generatie van trotskistische kaders.

    Het is duidelijk geworden dat het kapitalisme wereldwijd inefficiënt is. Zeker in een neokoloniaal land is het niet in staat om de meest elementaire taken te vervullen, zoals efficiënt transport, elektriciteit en verdeling van de grond voor een effectieve ontwikkeling van de landbouw, onderwijs, huisvesting … Voorlopig zal de regering ernaar streven staatsmiddelen te besteden aan industrieën die in de problemen komen en private ondernemingen om de economie “opnieuw op te starten”, maar dit zal neerkomen op het organiseren van een feestje waarbij cadeaus aan de Nigeriaanse kapitalisten uitgedeeld worden, terwijl de werkende massa’s niet uitgenodigd zijn op het feest.

    Uiteindelijk is het de taak van de arbeidersklasse om de sleutelsectoren van de economie volledig in handen te nemen, de productie te plannen en de beschikbare middelen te herverdelen op basis van de sociale behoeften. We zullen de werkende mensen er door collectieve strijd van overtuigen dat “kleine overwinningen” alleen het fundamentele probleem met het kapitalistische systeem niet kunnen oplossen. Dit zal de winsthonger niet uitroeien: onze strijd moet gekoppeld worden aan de omverwerping van het kapitalistische systeem dat oneindig veel leed veroorzaakt voor de werkende massa.

    Dit is het gevoel dat de moord op George Floyd door een blanke politieagent heeft gecreëerd en dat heeft geleid tot een massabeweging de VS rond eisen om een einde te maken aan het racisme en de discriminatie van zwarte mensen. De wijze waarop het kapitalisme in de VS zal bestreden worden, wordt nu al duidelijk. De noodzaak van solidariteit in de gemeenschappen en op de werkvloer en het feit dat de vakbonden kunnen dienen als organen van de eenheid van de arbeidersklasse en de armen zien we nu reeds in deze tumultueuze strijd.

    De Amerikaanse beweging kan wereldwijd gevolgen hebben, zelfs indien dit nog niet op dezelfde schaal is als de opstanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten in 2011. Deze beweging inspireert jongeren in een land als Nigeria om de strijd aan te gaan tegen het vreselijk ondemocratisch karakter van het kapitalisme in dit land. Het feit dat het al een inspiratiebron is voor bewegingen tegen politiegeweld en seksueel geweld, en dat het ook in andere delen van de wereld soortgelijke zorgen openbaart, moet worden toegejuicht.

    In de VS toont de beweging van “Black Lives Matter” tegen racisme de taak van socialisten: een nieuwe generatie jongeren en werkers verwelkomen in de strijd en bijstaan in hun zoektocht naar de juiste ideeën over hoe de samenleving kan worden gereorganiseerd. Socialisten worden nu des te meer geconfronteerd met de vraag hoe ze zich kunnen oriënteren op een beweging voor hervormingen zonder de onmiddellijke eisen te verwerpen, maar door hun betrokkenheid te koppelen aan de noodzaak van de socialistische transformatie van de samenleving als een rode draad in de strijd voor hervormingen.

    We hebben er alle vertrouwen in dat andere delen van de wereld, ook in  Nigeria, het vertrouwen in massaprotest zal worden hersteld en dat de massabeweging weer zal toenemen. De werkende massa’s zullen, net als hun Amerikaanse tegenhangers, eerder dan verwacht de ketens van de lock-down overboord gooien en naar voren komen in de strijd tegen het monster dat het kapitalisme is, om dit omver te werpen en de samenleving te organiseren op basis van de noden van de werkende massa’s in tegenstelling tot de winsten van de kleine elite van miljardairs.

    Als je het met ons eens bent, sluit je dan vandaag nog aan bij de Movement for a Socialist Alternative (MSA) om te strijden voor de socialistische bevrijding van Nigeria en de hele wereld van de ketenen van kapitalistische onderdrukking die ons veroordeelt tot armoede, werkloosheid, dakloosheid en honger.

  • Internationale solidariteit: stop de vervolging van Abbey Trotsky in Nigeria

    Vandaag protesteerden we voor de Nigeriaanse ambassade in Brussel als onderdeel van een internationale campagne tegen de vervolging van de Nigeriaanse socialistische activist Abiodun Bamigboye, alias Abbey Trotsky. Die komt vandaag voor de rechtbank omdat hij een leidinggevende rol speelde in de arbeidersstrijd bij het voedingsbedrijf Summal Foods Ltd in de staat Oyo.

    Abbey werd eerder opgepakt en vastgehouden. Internationaal protest leidde toen al gauw tot zijn vrijlating. De beschuldigingen blijven nu echter dezelfde: het opzetten van het personeel van Summal in de verdediging van hun lonen en arbeidsvoorwaarden. In de verkiezingscampagne enkele maanden geleden waren er affiches voor de Socialist Party of Nigeria (SPN), met Abbey als kandidaat voor de functie van gouverneur in de staat Oyo, verspreid in de fabriek. Dit werd ook opgerakeld in de vervolging.

    Het is duidelijk dat er sprake is van vervolging wegens politieke standpunten en campagnes om de rechten van werkenden te verdedigen. Twee weken geleden moest het proces normaal plaatsvinden, maar toen werd het uitgesteld naar vandaag. Net als toen trokken we naar de Nigeriaanse ambassade in Brussel om de volledige vrijspraak voor Abbey Trotsky te eisen. Daarnaast verzetten we ons tegen verdere aanvallen op de werkenden in Nigeria.

    Update: de behandeling van de zaak werd uitgesteld naar 24 oktober nadat de openbaar aanklager met een reeks nieuwe beschuldigingen kwam aandraven. De poging om via nieuwe beschuldigingen Abbey opnieuw te laten arresteren, lukte echter niet. Er werd slechts beslist tot een uitstel van de zaak.

  • Marxisten nemen deel aan Nigeriaanse verkiezingen. Interview met Dagga Tolar

    Nigeria werd in 2018 uitgeroepen tot de wereldwijde “hoofdstad van de armoede.” Het land telt meer dan 80 miljoen extreem armen. In februari zijn er verkiezingen waaraan voor het eerst deelgenomen wordt door de Socialist Party of Nigeria. We spraken hierover met Dagga Tolar van de Democratic Socialist Movement (onze Nigeriaanse zusterorganisatie).

    Interview door Offensiv, weekblad van Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden) – Lees ook dit verslag van de lancering van de campagne in Ifo

    “In de laatste verkiezingen, in 2015, werd Muhammadu Buhari verkozen als president. Hij genoot steun voor zijn beloften van verandering, strijd tegen corruptie en hogere levensstandaarden. Buhari beloofde bovendien om de terreur van het rechtse islamistische Boko Haram te stoppen.

    “Deze beloften zijn niet waargemaakt. Dat komt omdat het beleid van Buhari niet ingaat tegen het kapitalisme. Toen de olieprijzen daalden, zakte het land weg in een recessie. Onder Buhari zijn er 271 grote bedrijven die de deuren sloten, vooral in de textielsector. De werkloosheid neemt toe, net als de prijzen en de armoede.

    “Sinds 2011 bedraagt het minimumloon 18.000 Naira per maand. Dat is 49 dollar, wat onder de VN-grens voor extreme armoede ligt. Die grens ligt immers op 2 dollar per dag of 60 per maand. Maar zelfs dit minimumloon wordt niet altijd toegekend. De meerderheid van de 36 deelstaten hebben achterstand bij het doorvoeren van dit minimumloon.

    “Nigeria is de wereldwijde ‘hoofdstad van de armoede.’ Bijna 87 miljoen mensen, ongeveer de helft van alle Nigerianen, leven aan minder dan 2 dollar per dag. Dat is in verhouding meer dan in India. De extreme armoede staat in schril contrast met de elite in de samenleving: een senator verdient omgerekend 183.000 dollar per maand! De diepe sociale crisis blijkt ook uit de cijfers van kindersterfte die het tweede hoogste ter wereld zijn. Nigeria telt ook het grootste aantal kinderen dat niet naar school gaat: 13,2 miljoen.”

    Grotere schulden, geen vrede

    “Na vijf kwartalen van negatieve groei, was er in het laatste kwartaal van 2017 opnieuw een beetje groei van 0,7%. In 2018 zal de groei uitkomen op ongeveer 1,9%. Dat is lager dan de bevolkingsgroei, wat betekent dat het BBP per inwoner blijft afnemen. Maar ook toen dat BBP per inwoner nog steeg, voor de dalende olieprijzen vanaf midden 2014, nam de armoede toe. Het wijst op een erg grote ongelijkheid in Nigeria.

    “De regering-Buhari probeerde de economie recht te houden door meer uit te geven. Maar dat zijn druppels op een hete plaat, die bovendien vooral opgepikt werden door buitenlandse bouwbedrijven. De uitgaven werden gefinancierd door leningen, waardoor de publieke schulden fors toenamen. Vandaag gaat de helft van de inkomsten van de centrale regering naar afbetaling van schulden.

    “De olieprijzen bleven bovendien verder zakken: van 86 dollar per vat eind september tot minder dan 60 dollar in december. Hierdoor zijn de inkomsten van de overheid verder gedaald. Dit wordt op de werkende bevolking van het land verhaald.

    “Buhari zorgde niet voor vrede. Eerder in 2018 verklaarde hij dat Boko Haram verslagen was. Maar de voorbije weken alleen al kwamen meer dan 100 mensen om bij geweld door Boko Haram.

    “Het geweld neemt ook toe in centrale delen van het land, onder meer met conflicten tussen veehoeders en boeren. Het geweld wordt in de hand gewerkt door droogte en woestijnvorming. De veehoeders zorgen voor het vee van rijke families die hen bewapenen om de grond over te nemen. In confrontaties vielen er al heel wat doden. De overheid doet amper iets om daar een einde aan te maken.

    “De Democratic Socialist Movement (DSM) staat voor een socialistisch landbouwbeleid met massale regeringsinvesteringen onder democratische controle.”

    Stakingen en strijd

    “De ontgoocheling in de regering-Buhari heeft geleid tot een toename van protest en strijd. Er zijn strijdbewegingen tegen de ‘zotte facturen’ van elektriciteitsbedrijven met gezinnen die moeten betalen terwijl er geen elektriciteit wordt geleverd. De elektriciteitsbedrijven en het netwerk werden vijf jaar geleden geprivatiseerd met de belofte van grotere toegang en lagere bedrijven.

    “Maar het is nog steeds normaal om twee tot drie uur per dag geen elektriciteit te hebben. In residentiële buurten gaat de bevolking, vaak onder leiding van vrouwen, de strijd aan tegen het feit dat moet betaald worden terwijl het donker blijft. De facturen lopen soms op tot 10.000 Naira per maand, wat meer dan de helft van het minimumloon is.

    “Het CWI in Nigeria en de Socialist Party of Nigeria (SPN) nemen aan deze campagnes deel en eisen de hernationalisatie van het elektriciteitsnetwerk en de bedrijven.

    “In 2018 was er een toename van het aantal stakingen en bewegingen op de werkvloer. Dat is belangrijk omdat de werkende klasse de belangrijkste kracht is om overwinningen te boeken op de regering en de grote bedrijven. In september was er een driedaagse waarschuwingsstaking georganiseerd door de drie vakbondsfederaties: Nigeria Labor Congress (NLC), Trade Union Congress (TUC) en United Labor Congress (ULC). De centrale eis was voor een verhoging van het minimumloon tot 65.000 Naira per maand (iets meer dan 178 dollar).

    “De regering weigerde hierop in te gaan, waarna een nieuwe staking werd aangekondigd voor 5 november. Er werden voorbereidingen genomen voor de grootste staking sinds die van 2012. Op 30 oktober werden meetings gehouden om te mobiliseren naar de staking. Zo sliepen activisten in de luchthaven om daar de staking meteen op te starten.

    “De regering voelde de druk en begon onderhandelingen met de vakbonden. Na 11 uur werd een akkoord gesloten met de belofte om het minimumloon tot 30.000 Naira op te trekken. De vakbondsleiders lasten de staking af, maar de woede en de druk van onderuit bleek toen veel werkenden alsnog in staking gingen op 5 november.

    “De gouverneurs verklaarden meteen dat het nieuwe minimumloon onbetaalbaar was. Er zal verdere strijd nodig zijn om de verhoging effectief te realiseren. De overheid kan dit ongetwijfeld betalen, zelfs indien het minimumloon opgetrokken wordt tot 65.000 Naira. Daarnaast zijn er bovendien voldoende middelen om te investeren in scholen, zorg en infrastructuur zoals wegen en elektriciteit.

    “DSM en SPN nemen deel aan de stakingen en zijn actief in de vakbonden. Op lokaal vlak stonden we vooraan in een strijd bij het bedrijf Summal in Ibadan waar na drie dagen strijd grote toegevingen werden bekomen.

    “Studenten van de Education Rights Campaign, geleid door DSM-leden, steunden in december de staking van de docenten aan de universiteit. Die staking duurde langer dan een maand. De eisen gaan zowel over lonen als de roep naar meer middelen voor onderwijs. De ERC won ook de strijd voor de re-integratie van Omole Ibukun aan de OAU-universiteit, waar hij geschorst werd wegens het organiseren van de strijd voor betere voorwaarden.

    “Eén van de problemen voor de strijd is het feit dat de vakbondsleiders niet bereid zijn om ze ernstig te organiseren en het feit dat de vakbonden op heel wat werkplaatsen amper leden hebben.”

    SPN en de verkiezingen

    “Na drie jaar van strijd – in rechtbanken en op straat – werd de Socialist Party of Nigeria begin 2018 uiteindelijk officieel erkend. De SPN heeft 20 kandidaten in de verkiezingen: voor de gouverneursverkiezingen in Oyo, elf districten in Lagos, Oyo, Osun, Ogun en Cross Rivers en dan nog 8 districten in de hoofdstad Abuja.

    “SPN is nog een erg nieuwe partij met beperkte middelen. Daarom komen we niet op in de presidentsverkiezingen. Bij onze eerste deelname, bij de verkiezing van de gouverneur in Osun, haalden we een bescheiden resultaat van 391 stemmen. Maar dat was meer dan de beter gekende Labour Party die actief is sinds 2007. De socialistische boodschap van de kiescampagne van SPN had een groot bereik.

    “Het is de eerste keer dat CWI-leden op hun eigen programma en onder een eigen partijnaam opkomen. Tien jaar geleden namen we deel aan de National Conscience Party.

    “Als de SPN een verkozene behaalt, dan zou dit een stap vooruit zijn in de klassenstrijd. Maar het doel is niet om verkozenen te behalen, wat overigens erg moeilijk zal zijn, maar om socialistische standpunten te verspreiden en om werkenden en onderdrukten te mobiliseren rond een programma voor de politieke macht en de vestiging van een democratische socialistische samenleving.

    “De verkiezingen in Nigeria verlopen niet correct. De twee dominante partijen, APC waartoe Buhari behoort en PDP dat de presidenten voor hem leverde, voeren een opbod waarbij ze geld en cadeautjes uitdelen aan kiezers. Politici maken er geen probleem van om van partij te veranderen.

    “Onze kandidaten komen op om de werkenden, jongeren en studenten te vertegenwoordigen. Ze beloven om te leven aan een gemiddeld loon in de publieke sector.

    “SPN is opgezet door DSM, een revolutionaire marxistische organisatie die deel is van het CWI. SPN is breder, maar beschikt wel over een socialistisch programma. We bouwen beiden uit. Op het laatste Nationaal Comité van DSM haalden we 280.000 Naira op voor de kiescampagne.

    “Na de verkiezingen zal de situatie gespannen zijn, los van de vraag wie er president wordt. De economische crisis laat weinig ruimte voor een regering die de wetten van de kapitalistische markt volgt. Het meest waarschijnlijke perspectief is dat er nieuwe aanvallen op de levensstandaard zullen komen en dat er geen verbetering komt voor wie in absolute armoede leeft.

    “Wij denken dat de strijd van onderuit zal toenemen. Na de verkiezingen volgt een periode van strijd.”

  • Verkiezingen in Nigeria: gevestigde partijen bieden geen alternatief

    Socialisten nemen deel met strijdbare campagne

    De Nigerianen trekken in februari en maart naar de stembus. Op 16 februari worden de president en het nationaal parlement verkozen, op 2 maart de gouverneurs en regionale parlementen in het merendeel van de 36 deelstaten naast lokale verkiezingen in de federale hoofdstad Abuja. De recent geregistreerde Socialist Party of Nigeria (SPN) neemt voor het eerst deel aan de parlementsverkiezingen.

    De SPN stelt dat een groot deel van de bevolking bij de verkiezingen van 2015 illusies had in Buhari en de partij APC (All Progressives Congress) om verandering te brengen na 16 jaar bewind door een PDP-regering (People’s Democratic Party). De afgelopen drie jaar is de ontgoocheling in de regering-Buhari sterk toegenomen, de levensvoorwaarden van brede lagen van de bevolking gingen er immers op achteruit. Er komt geen antwoord op de vraag waarom het land een puinhoop is ondanks de enorme menselijke en natuurlijke rijkdommen. De crisis van Nigeria is de crisis van het kapitalisme in een neokoloniaal land. Het kapitalisme moet weg vooraleer Nigeria het volledige potentieel en de menselijke en materiële rijkdommen kan benutten in het belang van de volledige bevolking en niet slechts een kleine inhalige elite. Deze boodschap moet gepopulariseerd worden onder de bevolking.

    Dit wil natuurlijk niet zeggen dat de massa’s maar hulpeloos moeten wachten op betere tijden. De werkende klasse en de massa’s moeten de strijd aangaan tegen de heersende elite om toegevingen af te dwingen waarmee hun leven verbeterd wordt, zelfs indien het slechts tijdelijke verbeteringen zijn. De mogelijkheden hiertoe werden reeds aangetoond toen de werkenden en jongeren in strijd gingen tegen onder meer prijsverhogingen voor elektriciteit, brandstof, inschrijvingsgelden of voor loonsverhogingen. Deze toegevingen zijn echter slechts tijdelijk, er is een fundamentele oplossing nodig. Het ontbreekt daartoe aan een massapartij die vanuit de strijdbewegingen de werkenden verenigt en het perspectief aanbiedt om de politieke macht over te nemen om het kapitalisme omver te werpen.

    Dat is de achtergrond waartegen de Socialist Party of Nigeria (SPN) deelneemt aan de verkiezingen van 2019. De partij werd in 2012 opgezet door socialisten, syndicalisten en jongerenactivisten, waaronder leden van de Democratic Socialist Movement (DSM). De partij werd pas na een gerechtelijke procedure erkend in januari 2018. Daarvoor was er een strijd van drie jaar met zowel gerechtelijke als politieke stappen. De verkiezingscommissie INEC weigerde aanvankelijk om de partij te registreren, ook al werd aan alle grondwettelijke, legale en financiële vereisten voldaan.

    In periodes van verkiezingen wordt nagedacht over hoe geregeerd wordt en hoe de economie bestuurd wordt. Wij willen van de verkiezingen gebruik maken om met brede lagen in discussie te gaan over hoe de regering en de economie zouden moeten beheerd worden. We trekken naar buiten met een socialistisch alternatief dat vertrekt van onmiddellijke verbeteringen in de arbeids- en levensvoorwaarden.

    Hieronder een verslag vanop de website van de Democratic Socialist Movement over de lancering van de SPN-campagne in Ifo, in de staat Ogun, een regio die grenst aan Lagos, de economische hoofdstad van het land. Het verslag is geschreven door Ibukun Omole.

    [divider]

    De lancering van de kiescampagne van de Socialist Party Nigeria werd enthousiast onthaald. Er was een meeting op 15 december om de campagne van kameraad Hassan Taiwo Soweto voor het tweede district van Ifo voor het deelstaatparlement te starten. We begonnen met een meeting voor het stadhuis van Olombe Town. Op deze meeting hadden we ongeveer 120 aanwezigen. Eerst waren er solidariteitsliederen en dan kwam de kandidaat zijn manifest voorstellen voor een enthousiast publiek.

    Soweto voert campagne om als parlementslid te bouwen aan een sterke beweging die opkomt voor de wijken in het kiesdistrict waar het ontbreekt aan degelijke infrastructuur, elektriciteit, publiek onderwijs, gezondheidszorg en jobs. Hij pleit voor actief verzet tegen alle asociale maatregelen en wil een klare stem zijn voor de werkenden, jongeren en de massa’s. Als hij verkozen wordt, dan blijft Soweto in het district wonen en zal hij niet meer verdienen dan een geschoolde ambtenaar.

    Na Soweto werd gesproken door Chief Bamigbose van Olaogun die de aanwezigen eraan herinnerde dat het kiesdistrict groter is dan zes deelstaten, maar dat het niet de middelen krijgt waar het nood aan heeft. Er zijn amper berijdbare wegen en het ontbreekt aan publieke scholen en degelijke zorg. Hij benadrukte dat de inwoners van het district eindelijk echt moeten vertegenwoordigd worden en riep op om uit protest voor Soweto te stemmen.

    De nationale secretaris van de SPN, kameraad Chinedu Bosah, sprak eveneens op de meeting om te benadrukken dat de campagne in Ifo belangrijk is voor de hele partij. De voorzitter van SPN in de staat Lagos, kameraad Rufus Olusesan, zei dat de Nigerianen niet langer willen bedelen om rond te komen, maar dat we genoeg hebben van kapitalistische politici. Een lid van de Campaign for a Workers and Youths’ Alternative (CWA), Falilat Jimoh, betuigde de solidariteit van CWA en zei dat een overwinning voor Soweto een voorbeeld zou zijn voor al wie een radicaal alternatief nastreeft.

    Kameraad Ayo Arogundade zei dat het alternatief van een politicus aan een normaal arbeidersloon die bovendien in de buurt blijft wonen een voorbeeld is van hoe SPN verschilt van de gevestigde partijen. De voorzitster van de Tailor’s Association in de buurt, mevrouw Olaoyenika, riep op om voor een kandidaat van onderuit te stemmen. Een gerespecteerde oudere uit de buurt, Elder Jegede, zei dat hij onder de indruk was van een toespraak door Soweto eerder op de Community Development Council. Hij zei dat gevestigde politici gebruik maken van jongeren om een fris imago naar voor te schuiven, maar dat het belangrijk is dat jongeren nu zelf hun toekomst in handen nemen. Een vertegenwoordiger uit Olambe stelde dat de kandidaat als een David ingaat tegen Goliath, maar dat hij overtuigd is van de kansen op succes. Mamakofoshi, de vrouwelijke partijleidster, verklaarde dat ze blij is dat een activist aan de verkiezingen deelneemt en ingaat tegen de corrupte politici.

    Er werd op de meeting een kiesfonds opgestart waarbij 45.000 Naira werd beloofd, waarvan 11.500 Naira meteen werd opgehaald. Na de meeting trok een groep activisten met drie auto’s, een bus, vijf moto’s en een busje door de buurt, gevolgd door een grote groep mensen die te voet volgde. Onze eisen rond goede wegen en diensten werden goed onthaald. Er werden meteen affiches opgehangen en pamfletten verdeeld.

  • Steeds meer Nigeriaanse meisjes in de prostitutie in ons land

    Foto: Flickr/davidwilson1949

    Als je met de trein Brussel-Noord binnenrijdt, kan je niet naast de raamprostitutie van Schaarbeek kijken. De meisjes achter de ramen werden de laatste jaren alsmaar jonger. Steeds meer meisjes zijn afkomstig uit Nigeria. Volgens de federale politie gaat het in België over honderden meisjes, in Europa zijn het er duizenden.

    Artikel door Liesbeth (Antwerpen)

    Die toename is geen toeval. Jonge meisjes van 14 tot 16 jaar worden gerekruteerd door Nigeriaanse mensenhandelaars en criminele bendes. Die beloven de meisjes en hun Nigeriaanse familie dat ze in Europa veel geld kunnen verdienen. Vooral rond Benin City in de deelstaat Edo worden meisjes geronseld. De schrijnende economische situatie en de sociale ongelijkheid in Nigeria versterken dit.

    Recent werd in de Schaarbeekse prostitutiebuurt een Nigeriaanse pooister opgepakt. Haar organisatie werd opgedoekt. De meisjes werden meedogenloos aangepakt waarbij gebruik gemaakt werd van vodoo en geweld. Hetzelfde zou gebeuren door netwerken die actief zijn in andere delen van Brussel, maar ook in Antwerpen en Oostende.

    Vaak worden de meisjes al in Nigeria aan een gruwelijke vodooceremonie onderworpen waarbij ze moeten zweren dat ze hun pooiers zullen gehoorzamen. Het wordt hen verboden om naar de politie te stappen en ze moeten een ‘schuld’ afbetalen. Dat gaat om bedragen van 25.000 tot 60.000 euro. Voor meisjes die enkel de waarde van hun eigen munt kennen, is dat erg abstract. Na de ceremonie worden ze door mensenhandelaars via Niger tot de Libische kust gebracht.

    De tocht naar Europa duurt vaak weken tot maanden en is erg gevaarlijk. Niet zelden worden de meisjes verkracht, vermoord of sterven ze door slechte omstandigheden. In Europa worden de meisjes gehergroepeerd en komen ze meteen in de prostitutie terecht. Ze worden gedwongen om hun ‘schuld’ af te betalen door hun lichaam te verkopen.

    Er doken getuigenissen op van meisjes uit Antwerpen die in bouwvallige appartementen werkten, sliepen en tussen de ratten en het ongedierte leefden. Als ze probeerden te vluchten, werden ze zwaar aangepakt of zelfs vermoord. Wie niet gehoorzaamt wordt afgedreigd met geweld en vergelding tegen familieleden in Nigeria. Gemiddeld werken de meisjes 15 klanten per dag af en dit jaren aan een stuk. Het komt neer op een ‘loon’ van 5 euro per uur of minder. De grote angst en het gebrek aan opvangfaciliteiten, maken dat het moeilijk is om het vertrouwen van de meisjes te winnen en om de criminele bendes op te rollen.

    Het zou niet zo moeten zijn. Nigeria is een land met veel natuurlijke rijkdommen, onder meer met olie en landbouw. De rijkdom blijft echter in handen van enkele rijken en grote bedrijven zoals Shell. Bij de plundering van de natuurlijke rijkdom wordt geen rekening gehouden met het milieu of met eerlijke arbeidsomstandigheden: mensen en grondstoffen worden uitgeperst om zo snel mogelijk maximale winsten te realiseren. Sinds de onafhankelijkheid in 1960 volgen economische crisissen en wanbeleid elkaar op. Het leidt tot massale werkloosheid, afbouw van het onderwijssysteem, enorme milieuproblemen, … Oppositie wordt vaak repressief aangepakt. Tegen deze achtergrond kennen criminele bendes een opmars.

    Terwijl er genoeg middelen zijn om iedereen een degelijk leven aan te bieden, leidt het kapitalisme tot een steeds grotere kloof tussen arm en rijk, tussen de overgrote meerderheid van de bevolking en een handvol superrijken. In plaats van de olierijkdom te gebruiken voor investeringen in openbare diensten, veiligheid en jobzekerheid, wordt alles opgeëist door grote aandeelhouders en een kleine corrupte toplaag in Nigeria. Dit leidt tot sociale drama’s.

    Om aan de schrijnende toestanden van prostitutie door Nigeriaanse meisjes in ons land iets te doen, moeten we ook de rampzalige sociale situatie in Nigeria bestrijden. Dat is waarom we als internationalisten uitdrukkelijk steun geven aan de Democratic Socialist Movement in Nigeria.

    Meisjes die in België in de prostitutie verzeild geraken, moeten opgezocht worden en de mogelijkheid tot regularisatie krijgen. Buurt- en straathoekwerkers moeten hier een belangrijke rol in spelen. Daarom eisen wij investering in gespecialiseerde hulp en opvangmogelijkheden. Geen besparingen in sociaal werk, wel een verdere uitbouw, professionalisering en structurering van dit soort werk. Dat vereist ook meer en beter betaalde jobs in de sociale sector.

  • Wie is Ibrahim Zakzaky? Een verborgen bloedbad in Nigeria

    nigeriaOp 12 december 2015 waren sjiietische moslims in de Nigeriaanse stad Zaria, in de staat Kaduna in het noorden van het land, bezig met een rouwprocessie voor de 40de dag van de kleinzoon van de profeet Mohammed. Sjeik Ibrahim Zakzaky sprak de aanwezigen op de processie toe.

    Artikel door Andleeb Haider

    Het Nigeriaanse leger viel de moskee Hussainia Baqyatullah binnen. De twee zonen van Ibrahim Zakzaky werden koelbloedig vermoord door het leger en ook Zakzaky zelf werd neergeschoten, hij raakte gewond en werd door het leger meegenomen naar een onbekende plaats. Volgens getuigen vielen er meer dan 1000 doden. De familieleden van Zakzaky heeft nog steeds geen contact kunnen leggen, ze weten enkel dat hij zwaar gewond was. Wie is Ibrahim Yaqoub Zakzaky? Die vraag moeten we beantwoorden om de Nigeriaanse Islamitische Beweging, de organisatie van Zakzaky, en de huidige genocide te begrijpen.

    De meerderheid van de Nigeriaanse moslimbevolking bestaat uit soennieten, maar er is een aanzienlijke sjiietische minderheid. Die leeft vooral in de noordelijke staten Kano en Sokoto. Er bestaan geen recente statistieken over het aandeel van de sjiieten in de Nigeriaanse bevolking, het cijfer van 5% wordt als te hoog ingeschat. De huidige sjiietische beweging ontstond begin jaren 1980 op aangeven van sjeik Ibrahim Zakzaky die volgens schattingen vandaag 15 tot 20 miljoen volgelingen heeft. Hij studeerde in Irak en kwam naar Nigeria terug met zijn Khomeini-gezinde opvattingen. Hij was erg actief in eenheidsinitiatieven tussen sjiieten en soennieten, onder meer rond de oproep van Khomeini in 1979 om de laatste vrijdag van de Ramadan uit te roepen tot “Youm Al Quds’, een solidariteitsdag met Palestijnen. Vandaag houden sjiieten wereldwijd acties op die dag om te protesteren tegen het Israëlische regime en om solidariteit met de Palestijnen te betuigen.

    Bij deze acties in Nigeria treedt het leger steeds hardhandiger op. Dat gebeurde voor het eerst in 2003 in de staat Kano waar er acht doden vielen. In 2009 werd de Al Quds bijeenkomst opnieuw aangevallen door het leger met twee doden en verschillende gewonden. De derde aanval was de bloedigste, toen vielen er 35 doden en honderden gewonden. Drie zonen van sjeik Zakzaky werden omgebracht: Ahmad, Hamid en Mehmood. Op 12 december verloor hij nogmaals twee zonen. Twee van de zonen studeerden voor ingenieur, een andere voor dokter.

    De Nigeriaanse Islamitische Beweging is Iraansgezind, maar tegelijk was er een opmars van door Saoedi-Arabië gefinancierde radicale islamitische groepen in Nigeria. Midden 2009 trad een extremistische groep op het voorplan met een aanval op een politiekantoor, we maakten kennis van Boko Haram dat later aansluiting bij ISIS zou claimen. Boko Haram is net als ISIS verantwoordelijk voor een lange lijst van misdaden, maar de internationale mediabelangstelling was beperkt tot het incident met de ontvoering van 276 schoolmeisjes uit Chibok.

    Sjeik Ibrahim is populair onder zowel sjiieten als soennieten. Na 11 september 2001 raakte hij internationaal bekend omwille van zijn sterke veroordeling van terrorisme. Hij stelde dat de aanslagen in de VS een misdaad waren. Maar het antwoord van president Bush verwierp hij eveneens omdat het tot gevaarlijke situaties kon leiden. “Het gebruik van het woord ‘kruistocht’ is niet alleen ongevoelig, maar een duidelijke indicatie dat de wraakacties van de VS voor de aanslagen van 11 september een oorlog tegen de islam zullen worden en niet tegen terrorisme,” verklaarde hij aan de BBC op 1 oktober 2001. In hetzelfde interview toont hij zijn bezorgdheid voor de verspreiding van de radicale islam en heeft hij het over de negatieve gevolgen van de aanslagen voor de economie.

    De vervolging van de sjiieten in Nigeria krijgt amper aandacht. De VN of de gevestigde media blijven zwijgen. Het doet wat denken aan de moorden op zwarte jongeren in de VS, enkel Black Lives Matter reageerde. Wordt er anders door het establishment gezwegen omdat die jongeren zwart zijn of omdat de slachtoffers in Nigeria sjiietisch zijn? Er is een stille genocide bezig tegen sjiieten en dit van Pakistan tot Nigeria. In grote delen van het Midden-Oosten en Zuid-Azië zijn door de Saoedisch gesponserde organisaties zoals Al Qaeda of de Taliban betrokken bij het uitmoorden van sjiieten in Afghanistan, Pakistan en nu ook in Bangladesh. In Nigeria is het de regering zelf die de sjiieten vermoordt. De Saoedische kroonprins Salman telefoneerde meteen naar de Nigeriaanse president Buhari om hem te zeggen dat zijn land volledig achter de strijd tegen het terrorisme in Zaria staat. Het wijst op een verborgen verhaal achter de bloedige gebeurtenissen in Zaria.

  • Protest aan Nigeriaanse ambassade

    De Socialist Party of Nigeria, een electoraal front dat is opgezet door onze Nigeriaanse kameraden van de Democratic Socialist Movement, voldoet aan alle voorwaarden om als partij geregistreerd te worden en bijgevolg aan verkiezingen te kunnen deelnemen. Alle stappen daartoe zijn gezet en ook de bijdrage van een miljoen Naira (ongeveer 5.000 euro) werd betaald. De registratiecommissie weigerde evenwel om de Socialist Party of Nigeria te registreren.

    Er werd beroep hiertegen ingediend en vandaag was de eerste hoorzitting van dit beroep. Om het protest in Nigeria te ondersteunen werden deze voormiddag aan verschillende Nigeriaanse ambassades doorheen de wereld protestbrieven afgegeven. Ook in Brussel was dat het geval. Een delegatie van LSP gaf daar een brief aan vertegenwoordigers van de ambassade.

    Enkele foto’s hiervan door PPICS:

  • Nigeria. Verhoging inschrijvingsgeld ingetrokken na studentenprotest

    Na een lange campagne tegen de drastische verhoging van het inschrijvingsgeld aan de Lagos State University (LASU) halen de studenten hun slag thuis. De verhoging van 25.000 Naira (156 dollar) tot 193.750 Naira (1.210 dollar) à 348.750 Naira (2.180 dollar) – een verhoging die zelfs verder gaat dan waar de neoliberalen bij ons van dromen – uit 2011 werd ingetrokken. Waakzaamheid blijft echter geboden. Dit resultaat is ook voor ons van belang. Als de Nigeriaanse studentenbeweging een verhoging van het inschrijvingsgeld kan stoppen, dan kunnen wij toch niet achterblijven?!

    Verklaring van de Education Rights Campaign (Nigeria)

    De Education Rights Campaign (ERC) is bijzonder opgezet met de intrekking van de drastische verhoging van de inschrijvingsgelden aan de Lagos State University (LASU). Deze intrekking werd aangekondigd door gouverneur Fashola op de openingsceremonie van de universiteit op 7 augustus.

    De studenten zullen waakzaam moeten blijven om ervoor te zorgen dat deze overwinning blijvend is. Dat is belangrijk omdat de ervaring van de taxichauffeurs en andere onderdrukten in Lagos aangeven dat de regionale regering bijzonder asociaal is en wel meermaals toegevingen doet in de aanloop naar verkiezingen om ze nadien meteen terug ongedaan te maken.

    Het was overigens opmerkelijk dat er op de openingsceremonie protest was van het personeel van de vakbond SSANU (Senior Staff Association of Nigerian Universities) voor een verbetering van de arbeidsvoorwaarden en dat tegen dit protest traangas werd ingezet. Het is een waarschuwing voor de studenten dat de intrekking van de verhoging van het inschrijvingsgeld niet betekent dat de autoriteiten op hun asociale koers terugkomen. We roepen de studenten dan ook op om het personeel te steunen in de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. Zonder de steun van de vakbonden had de strijd tegen de verhoging voor het inschrijvingsgeld het niet gehaald.

    De beslissing om de verhoging in te trekken bevestigt de correctheid van onze eis om de verhoging volledig en zonder voorwaarden in te trekken. Het is duidelijk dat de intrekking moeilijk lag bij minstens een deel van de lokale regering. Maar de druk van de langdurige en aanhoudende massastrijd waarbij tal van studenten werden opgepakt en vastgehouden, werd te groot.

    We hebben er steeds op gewezen dat de verhoging niet onoverkombaar was. We verloren op geen enkel ogenblik de hoop op een volledige intrekking ervan. Deze hoop was gebaseerd op de breed verspreide afkeer tegenover de verhoging, zowel onder de inwoners van Lagos als die van de rest van het land, alsook op ons vertrouwen in de mogelijkheid van de werkende bevolking en de studenten om hun omstandigheden te veranderen als ze ervoor strijden. De stakingsacties van verschillende vakbonden (ASUU en SSANU) versterkten de druk waarop de regering toegevingen deed. Met de Education Rights Campaign kwamen we steeds op voor de eenheid van onderwijzend personeel en studenten om samen verbetering af te dwingen.

    In september 2011 werd het inschrijvingsgeld aan de LASU opgetrokken van 156 dollar tot 1.210 à 2.180 dollar per jaar. We bleven met ERC steeds een actieve campagne hiertegen voeren. In januari 2014 werden 1.292 studenten de toegang tot het examen geweigerd omdat ze de crimineel hoge inschrijvingsgelden niet konden betalen. We lanceerden daarop een breed platform onder de noemer #SaveLASU met de steun van de studentenvakbond en de radicale studenten op de universiteit.

    Met deze campagne waren er onder meer protestacties aan het parlement op 18 februari 2014 en publieke meetings. Op sociale media werd campagne gevoerd en uiteraard ook vooral onder de studenten en het personeel zelf. In de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar dreigde het inschrijvingsgeld een belangrijk thema voor de campagne te worden.

    Deze overwinning werd voorafgegaan door kleine concessies van de regionale overheid. Onder druk van het protest werd de vervolging van opgepakte studenten in januari 2014 ingetrokken. Eerder beweerden de autoriteiten dat de protesterende studenten schade hadden aangericht aan de universiteit. Vervolgens kondigde de regering in juni aan dat het inschrijvingsgeld met 34% tot 60% zouden verlaagd worden.

    Ondanks deze toegevingen bleven we campagne voeren voor een volledige intrekking van de verhoging. Het hoger onderwijs moet voor iedereen toegankelijk zijn. Nigeria en de regionale autoriteiten in Lagos hebben middelen genoeg om gratis, degelijk en democratisch beheerd publiek onderwijs aan te bieden. Dit wordt alleen niet gedaan omdat de neoliberale heersende elite onderwijs niet ziet als sociale verantwoordelijkheid maar als een op winst afgestemde onderneming.

    We feliciteren alle studenten en personeelsleden van LASU voor deze overwinning. Het is een overwinning voor al wie opkomt voor gratis en degelijk publiek beheerd onderwijs. Het is de belangrijkste overwinning voor de studenten in meer dan tien jaar. Op andere faculteiten in het land worden gelijkaardige campagnes gevoerd, die kunnen inspiratie halen uit deze overwinning. Strijd loont, als de onderdrukten opkomen voor hun rechten dan kunnen ze overwinningen boeken.

    De strijd voor gratis en degelijk onderwijs stopt hier niet. Het asociale beleid van de regeringspartijen blijft in voege en er zullen ongetwijfeld nieuwe aanvallen komen op zowel de inschrijvingsgelden als de commercialisering van het onderwijs. Na de verkiezingen van 2015 kan dit onmiddellijk terug op de agenda staan.

    Een permanente overwinning is pas mogelijk als we een einde maken aan het asociale beleid van de gevestigde partijen op alle niveaus. We moeten daarvoor bouwen aan een partij die opkomt voor de belangen van de werkenden, armen en jongeren. Daarom steunen we de opbouw van het electorale front Socialist Party of Nigeria (SPN), opgezet door de Democratic Socialist Movement. We roepen al wie mee gestreden heeft tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld om mee te werken aan de Socialist Party of Nigeria zodat we kunnen opkomen voor de volledige bevrijding van Nigeria uit de greep van het kapitalisme.

    Hassan Taiwo Soweto en Michael Ogundele

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop